> Retouradres Postbus 2680 3500 GR Utrecht
Zorgbruurs BV t.a.v. de heer xxx, directeur Burg. Ottenhoffstraat 38 6561 CM GROESBEEK
Datum 23 januari 2015 Onderwerp bevindingen onaangekondigd toezichtbezoek d.d. 21 januari 2015
Geachte heer xxx, Op 21 januari 2015 brachten senior inspecteur de heer xxx en ondergetekende namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) opnieuw een onaangekondigd inspectiebezoek aan Zorgbruurs BV (hierna: Zorgbruurs) te Lunteren.
Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2680 3500 GR Utrecht T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl
[email protected] Inlichtingen bij xxx
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
Uw kenmerk ---Uw brief ----
Het bezoek was een vervolg op het onaangekondigde bezoek dat de inspectie bracht aan Zorgbruurs op 5 juni 2014. Het rapport van dat bezoek, met kenmerk V1002002, heeft u op 11 augustus 2014 ontvangen. De inspectie constateerde toen ernstige tekortkomingen in de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening. Op basis van deze bevindingen heeft de inspectie de Minister van VWS geadviseerd Zorgbruurs een aanwijzing te geven conform artikel 8, eerste lid van de Kwaliteitswet zorginstellingen (Kwz). Op 22 augustus 2014 heeft u het voornemen aanwijzing op grond van artikel 8, eerste lid, va n de (Kwz) van de Staatssecretaris van WVS ontvangen. Na het zienswijzegesprek van 26 augustus 2014 heeft de Staatssecretaris van VWS op 19 september 2014 besloten Zorgbruurs een aanwijzing te geven. Op 1 oktober 2014 heeft u bezwaar gemaakt tegen de aanwijzing en de openbaarmaking daarvan. Op 18 november 2014 heeft de voorzieningenrechter uw verzoeken tot voorlopige voorziening toegewezen en u de gelegenheid geboden om – lopende de bezwaarprocedure – alsnog aan te tonen dat u uw cliënten daadwerkelijk verantwoorde zorg aanbiedt. Het inspectiebezoek op 21 januari 2015 was erop gericht om te beoordelen of de implementatie van de door u voorgenomen verbeteringen geleid heeft tot verantwoorde zorg. De inspectie heeft teneinde de implementatie van de door u genomen maatregelen te toetsen gesproken met de volgende aanwezigen: Medewerkers: xxx (directeur), xxx (begeleider dagbesteding), xxx (vrijwilliger, ‘huisvader’) en kort met xxx (functie onbekend). Cliënten: xxx, xxx, xxx en xxx (achternaam onbekend, woont sinds twee weken bij Zorgbruurs). Medewerker van kringloopwinkel in Lunteren (betrokken vanuit dagbesteding voor cliënt(en)).
Pagina 1 van 6
Verder heeft de inspectie met toestemming van de cliënt xxx het cliëntendossier van cliënt xxx ingezien. Op basis van de gesprekken met medewerkers en cliënten en op basis van inzage in het cliëntendossier concludeert de inspectie dat Zorgbruurs nog steeds niet voldoet aan de artikelen 2, 3 en 4 van de Kwz. Deze conclusie wordt hieronder nader gespecificeerd.
Zorgbruurs biedt haar cliënten niet de zorg die nodig is op grond van de zorgprofielen zoals omschreven in de Regeling langdurige zorg. Bij Zorgbruurs wonen cliënten met AWBZ-indicaties variërend van ZZP GGZ04c tot ZZP VG06 en ZZP VG07. Met ingang van 1 januari 2015 zijn de ZZP’s van de AWBZ-indicaties in de Regeling langdurige zorg vertaald naar zorgprofielen. In bijlage A horende bij artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg is een conversietabel opgenomen, waaruit blijkt dat ZZP VG06 in de Regeling langdurige zorg wordt aangeduid als ‘VG wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering’. ZZP VG07 wordt in de Regeling langdurige zorg aangeduid als ‘VG (besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering’. In de omschrijving van deze zorgprofielen staat bij: ‘VG wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering (ZZP VG06)’: ‘De cliënten functioneren sociaal (zeer) beperkt zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig, vanwege een verstandelijke handicap, (functiestoornis) gecombineerd met gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek. Op het gebied van sociale redzaamheid hebben de cliënten ten aanzien van de meeste aspecten hulp of overname van taken nodig. Er is sprake van structurele, vaak cumulatieve gedragsproblematiek. De cliënten hebben hierdoor vaak of continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing.’‘VG (besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering (ZZP VG07)’: ‘Cliënten zijn sterk gedragsgestoord en licht of ernstig verstandelijk gehandicapt. Beide cliëntgroepen functioneren sociaal beperkt of nauwelijks zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig. De cliënten hebben permanent structuur, veiligheid en bescherming nodig, vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis) gecombineerd met gedrags- en/of psychiatrische problematiek. Wat betreft sociale redzaamheid hebben cliënten hulp of overname van taken nodig, mede vanwege een combinatie van op elkaar ingrijpende problematiek. Deelname aan het sociale leven is alleen mogelijk met individuele begeleiding. De cliënten vragen van hun omgeving continu grote alertheid’.
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
Uw kenmerk ---Uw brief ---Datum 23 januari 2015
Deze cliënten hebben derhalve dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is. De inspectie heeft echter vastgesteld dat de cliënten van Zorgbruurs deze zorg, zoals omschreven in de zorgprofielen, niet krijgen. Zo woont één van de cliënten met zorgprofiel ‘VG (besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering (ZZP VG07) ’, (nog steeds) op de camping in een caravan. De directeur van Zorgbruurs geeft als reden hiervoor aan dat deze cliënt daar niet weg wil. Verder woont er ook nog een cliënt (ZZP VG03) met haar kind (ongeveer 3 jaar oud) op de camping in een caravan. Over het ontbreken van een actueel ondersteuningsplan voor Pagina 2 van 6
deze cliënte met haar jonge kind heeft de inspectie in haar rapportage naar aanleiding van eerdere inspecties (op 21-08-2013 en op 5-06-2014) reeds herhaaldelijk haar ernstige zorgen uitgesproken. Op de nieuwe locatie in Lunteren wonen momenteel acht cliënten. De zorgprofielen variëren tot en met ‘VG wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering (ZZP VG06)’. Bovendien heeft de inspectie gesproken met een cliënt xxx (achternaam onbekend). Deze cliënt woonde sinds twee weken bij Zorgbruurs en kwam bij de inspectie erg versuft en afwezig over en leek onder invloed van middelen of medicatie. Op de locatie in Lunteren is ’s nachts geen begeleiding of slaapwacht aanwezig. Medewerkers zijn in geval van nood alleen telefonisch bereikbaar. Hiermee wordt niet voldaan aan de in de zorgprofielen beschreven eis van continu toezicht.
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
Uw kenmerk ---Uw brief ---Datum 23 januari 2015
Zorgbruurs beschikt niet over voldoende deskundigheid om aan cliënten met complexe zorgprofielen verantwoorde zorg te kunnen bieden. De professionele deskundigheid van de medewerkers is niet afgestemd op de cliëntenpopulatie met soms zeer complexe zorgprofielen. Voldoende psychiatrische deskundigheid is niet alleen ten behoeve van de begeleiding zelf noodzakelijk, maar is ook van belang bij de intake en bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van de zorgplannen, bijvoorbeeld in een multidisciplinair overleg. Zorgbruurs heeft niet aangetoond te beschikken over psychiatrische deskundigheid, noch zijn er voorzieningen getroffen om er over te kunnen beschikken. Ook uit het zorgplan dat de inspectie heeft ingezien blijkt (nog steeds) niet dat de zorg voor de cliënten is geborgd met voldoende professionele deskundigheid.
Zorgbruurs heeft de zorgverlening niet zodanig georganiseerd dat de kwaliteit van zorg op systematisch wijze wordt bewaakt, beheerst en verbeterd, zoals bedoeld in artikel 3 en 4 van de Kwz. De voorzieningenrechter schrijft in haar uitspraak van 18 november 2014 bij punt 6: ‘Verzoekster heeft het bestreden besluit gemotiveerd betwist en aangevoerd dat zij doende is de geconstateerde gebreken te herstellen. Hiertoe heeft zij Bureau xxx in de arm genomen, teneinde onder meer: 'een kwaliteitshandboek en protocollen op te stellen (…), een HKZ-certificeringstraject te doorlopen en een controlesysteem op te zetten’. De inspectie stelt echter vast dat een geïmplementeerd kwaliteitshandboek en protocollen op het moment van het inspectiebezoek niet voorhanden waren. De documenten waren volgens Zorgbruurs nog in ontwikkeling en lagen ter beoordeling bij het adviesbureau. Zorgbruurs heeft met KIWA Nederland B.V. op 28 januari 2015 een afspraak voor een 1 e audit in het kader van HKZcertificering.
Ondersteuningsplannen zijn niet compleet, zijn niet ondertekend en voldoen niet aan de gestelde eisen zoals omschreven in hoofdstuk 8 van de Wet langdurige zorg (Wlz). De voorzieningenrechter schrijft in haar uitspraak van 18 november 2014 bij punt 7: ‘De voorzieningenrechter overweegt dat verzoekster na de schriftelijke aanwijzing de urgentie van verandering lijkt te hebben gezien, en in samenwerking met Bureau xxx in korte tijd de nodige stappen heeft gezet in de richting van de door de Staatssecretaris vereiste voorwaarden Pagina 3 van 6
(kwaliteitshandboek, protocollen,en werkinstructies, rapportages en samenwerkingsovereenkomst met psychologenpraktijk) voor verantwoorde zorgverlening. Evenwel wordt nog niet aan alle voorwaarden voldaan. Zo zijn de (bijgestelde) begeleidingsplannen voor de cliënten nog niet vastgesteld en wordt er ook nog niet conform deze plannen gewerkt.’ De inspectie stelt echter vast dat begeleidingsplannen bijna drie maanden na de zitting op 4 november 2014 bij de voorzieningenrechter nog steeds niet vastgesteld zijn en ook wordt er niet conform de daarvoor geldende eisen gewerkt. De directeur van Zorgbruurs gaf aan dat de zorgplannen van alle cliënten op het moment van het inspectiebezoek van 21 januari bij de psychologenpraktijk ter goedkeuring lagen. De directeur gaf aan dat de afgelopen maanden medewerkers van de psychologenpraktijk (een orthopedagoog en een maatschappelijk werker) één of twee keer ter plaatse geweest zijn om met de directeur en een begeleider van Zorgbruurs te spreken. Daarna zijn de begeleidingsplannen in overleg met de cliënten door medewerkers van Zorgbruurs opgesteld en vervolgens ter accordering naar de psychologenpraktijk gestuurd. Ook gaf men aan dat slechts één cliënt de afgelopen periode, vanwege een indicatieaanvraag, persoonlijk contact heeft gehad met een medewerker van de psychologenpraktijk. De overige cliënten hebben geen persoonlijk contact met de psychologenpraktijk gehad. Verder was het bij de directeur niet bekend of de psychologenpraktijk voor cliënten met psychiatrische problematiek beschikt over psychiatrische deskundigheid. Ook waren er geen rapportages in relatie tot de doelen van de cliënten beschikbaar. De inspectie heeft het cliëntendossier van xxx met toestemming van cliënt xxx en in aanwezigheid van een medewerker ingezien. Het dossier bleek een verzameling van oude en niet actuele documenten, zoals: incassodocumenten, een verhuisbericht naar de gemeente, diverse correspondentie met zorgverzekeraar Menzis, een contract met voedselbank, een getekend huisreglement, de CIZ-indicatie, een psychodiagnostisch onderzoek door xxx uit 2011, oude ondersteuningsplannen van xxx uit 2013 en van xxx uit 2011, enkele onderdelen van een niet ondertekend en ongedateerd ondersteuningsplan en een document met de titel ‘zorgbeschrijving bij zorgovereenkomst’, maar een actueel en ondertekend ondersteuningsplan ontbrak. Cliënt xxx (ZZP VG06) gaf aan dat hij er behoorlijk slecht aan toe is geweest, maar dat hij onlangs in overleg met zijn huisarts zijn antidepressiva heeft afgebouwd tot nul. Over de psychiatrische medicatie, het contact met zijn huisarts en de afspraken over het afbouwen van medicatie en over zijn slechte toestand heeft de inspectie niets in het cliëntendossier aangetroffen.
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
Uw kenmerk ---Uw brief ---Datum 23 januari 2015
Zorgbruurs biedt haar cliënten niet de zorg die nodig is op grond van de zorgvraag zoals aangegeven door cliënten. De inspectie heeft het cliëntendossier van cliënt xxx ingezien en daarbij het document ‘zorgbeschrijving bij zorgovereenkomst’ aangetroffen. In het document was onder meer de volgende zorgvraag omschreven: ‘Dagelijks zorg ik voor een goed dag en nachtritme en neem ik deel aan de dagbesteding’ (…). ‘Ik moet gestimuleerd worden om mijn dag en nachtritme niet om te draaien. Bij onvoldoende stimulatie raak ik uit balans en komt mijn gezondheid in gevaar en voel ik mij slap en vermoeid. Deelname aan de dagbesteding geeft mij de structuur die voor mij belangrijk is’. Dit document was op 27-11-2014 door cliënt xxx ondertekend. Pagina 4 van 6
De inspectie heeft vastgesteld dat cliënt xxx niet deelneemt aan de dagbesteding (niet alleen op de dag van het inspectiebezoek, maar volgens cliënt xxx ook niet op andere dagen). Verder lag deze cliënt, evenals alle andere cliënten, om 11.30 uur nog in bed. Cliënt xxx werd door op zijn deur te kloppen om 12.30 uur door de inspectie gewekt. De directeur gaf in het gesprek met de inspectie aan het geen probleem te vinden dat cliënten ni et deelnemen aan dagbesteding. Ook gaf hij aan het geen probleem te vinden dat cliënten in plaats van dagbesteding tot de middag in bed blijven liggen, omdat dat hun eigen keuze is. Voorts gaf de directeur desgevraagd aan, dat cliënten sinds twee weken dagactiviteiten zouden hebben bij een kringloopwinkel in de buurt. Bij navraag bij de betreffende kringloopwinkel heeft de medewerkster aangegeven dat er één cliënte op 19 januari 2015 een uurtje aanwezig is geweest.
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
Uw kenmerk ---Uw brief ---Datum 23 januari 2015
Governance: integriteit en belangenverstrengeling bestuur De inspectie acht goed bestuur en een goed functionerend intern toezicht op het bestuur belangrijke randvoorwaarden voor het leveren van verantwoorde zorg. De wijze waarop dit vormgegeven kan worden, wordt beschreven in de Zorgbrede Governancecode 2010. Hierin staat ondermeer dat de raad van bestuur integer is en zich toetsbaar opstelt ten aanzien van het eigen functioneren. Tevens wordt beschreven dat elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de raad van bestuur en de zorgorganisatie vermeden dient te worden. De inspectie sluit zich in het Toezichtskader bestuurlijke verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid(Januari 2010, Brancheorganisaties zorg) bij deze branchecode aan. De inspectie stelt vast dat de directeur van Zorgbruurs tevens directeur is van xxx. xxx verhuurt kamers onder de voorwaarde dat huurders een zorgovereenkomst met Zorgbruurs hebben. Dus zonder zorgovereenkomst bij Zorgbruurs hebben de cliënten geen recht op een huurwoning bij xxx. De inspectie is van oordeel dat hier sprake is van minstens een schijn van belangenverstrengeling. Verder heeft de inspectie vastgesteld dat cliënten structureel niet deelnemen aan dagbestedingsactiviteiten en dat cliënten tot de middag in bed bl ijven liggen. De directeur gaf hierover desgevraagd aan dat het niet afnemen van dagbesteding geen reden is om het vaste tarief in de zorgovereenkomst, bestaande uit begeleiding en dagbesteding, aan te passen. Cliënten krijgen bij het niet deelnemen aan dagbestedingsactiviteiten meer begeleidingsuren. Het feit dat cliënten tot de middag in bed liggen kan volgens de inspectie niet worden gezien als dagbesteding en ook niet als begeleiding. Toch is dit voor de directeur geen reden om af te wijken van het vaste tarief, omdat zijn medewerker voor de dagbesteding ook betaald moet worden; ook als cliënten daar geen gebruik van maken.
De inspectie concludeert op grond van bovenstaande bevindingen dat Zorgbruurs nog steeds niet voldoet aan de artikelen 2, 3 en 4 van de Kwz en dat het advies tot aanwijzing aan de Staatssecretaris van VWS terecht gegeven is. Hoogachtend,
Pagina 5 van 6
Ons kenmerk 2015-1150645/ V1003638/TH/md
xxx, senior-inspecteur
Uw kenmerk ---Uw brief ---Datum 23 januari 2015
cc. VWS-commissie bezwaarschriften Awb
Pagina 6 van 6