D.A.S. SPECIAAL - Schade aan de woning: voor de verdediging van Kevin en Marie betaalde D.A.S. verbazend veel. Een nieuwe waterzuiveringsinstallatie naast je deur. Maar de stabiliteit van je woning komt in gevaar. Het aartsmoeilijke traject om de schade te laten vergoeden. D.A.S. Rechtsbijstand vecht voor de schadelijder. En hoe zijn uw klanten verzekerd voor hun woning?
Ons dossier 98564322: Kevin en Marie Dewit zijn de gelukkige eigenaren van een mooie woning in WaalsBrabant. Vlak bij hun woning bouwt men echter een nieuwe waterzuiveringsinstallatie. Het duurt niet lang voordat de eerste scheuren in de gevel opduiken. Kevin en Marie trekken bij hun makelaar en bij D.A.S. aan de bel… Snelheid is geboden om te verhinderen dat de situatie zich verergert. D.A.S. stelt onmiddellijk een expert aan om ter plaatse een diagnose te stellen. De expert constateert dat de stabiliteit van het hele gebouw in gevaar zou kunnen komen. Met deze conclusies besluit D.A.S. onmiddellijk een procedure in te leiden. De makelaar mag Kevin en Marie melden dat D.A.S. de opdracht van de advocaat bekrachtigt. Hun advocaat overtuigt de rechtbank om een gerechtsexpert aan te stellen die als opdracht krijgt de oorzaak van de barsten te achterhalen en de hoogte van de al geleden schade vast te stellen.
Dit is absoluut geen eenvoudige zaak, want om natuurlijke oorzaken uit te sluiten moet men bodemstalen nemen en onderzoeken. Dit is een zeer technische en complexe missie, waarvoor enkel zeer gespecialiseerde diensten bevoegd zijn. De gerechtsexpert doet hiervoor beroep op de universiteit van Luik. Kostprijs: 27.730 EUR zonder B.T.W… Maar Kevin en Marie hoeven dit astronomisch hoge bedrag gelukkig niet zelf uit te geven. De betaling van de gerechtskosten valt onder de gewaarborgde prestaties van D.A.S.! En uiteraard wordt de discussie nog moeilijker, want de bouwheer, de intercommunale en de aannemer zijn uiteraard niet van plan zich te laten doen. De aannemer laat zich bijstaan door zijn ABR-verzekeraar, de intercommunale schuift de aansprakelijkheid door naar twee potentiële aansprakelijken: het studiebureau plus een bureau dat instond voor de technische controle. We zitten dus met zes partijen… Ondertussen heeft de technische expert van onze verzekerden berekend dat de kostprijs voor de herstelling van de woning 268.000 EUR bedraagt. De financiële inzet is dus heel belangrijk. Vandaag staan we met dit zeer complexe dossier vier jaar later. Het einde is in zicht. En, ja, de kostprijs voor de juridische verdediging is aanzienlijk. De behartiging van deze zeer technische en juridische belangen is ondertussen opgelopen tot … 87.706,44 EUR. De samenstelling? · 53.263,94 EUR aan gerechtskosten · 30.627,29 EUR aan advocaatkosten · 3.500,21 EUR aan kosten van technisch experts · 315 EUR aan de gerechtsdeurwaarder Heel speciaal aan deze bijzonder kostbare verdediging is dat Kevin en Marie zich dit kunnen veroorloven in ruil voor een jaarlijkse investering van 46 EUR, aangezien dit de premie is voor de dekking Privéleven met de waarborg Burgerlijk verhaal die ze op advies van hun makelaar onderschreven. Mede dankzij de hoge maximale tussenkomsten van D.A.S. en optimale dekkingen staan Kevin en Marie niet in de kou. Want rechtsbijstand D.A.S. staat aan de kant van de klant, vooral als het er écht om gaat
HOOFDARTIKEL - Meer over de bewijslast Bij zakenverzekeringen is de bewijslast een van de grootste moeilijkheden. Is het de verzekerde die voor zijn schadeherstel moet bewijzen dat het uitsluitingsbeding in zijn contract niet van toepassing is (negatief bewijs) of moet de verzekeraar die de schadevergoeding weigert, bewijzen dat het schadegeval niet is gedekt wegens het bestaan van het uitsluitingsbeding en zijn weerslag op dit schadegeval? De ‘Commissie voor Onrechtmatige Bedingen’ heeft een belangrijk advies verstrekt inzake de bewijslast in bedingen van de Omniumverzekeringen.
Commissie voor Onrechtmatige Bedingen Dit adviesorgaan is opgericht in de schoot van de Raad van de Commissie (die afhangt van de FOD Economie). Het heeft als opdracht het geven van adviezen en aanbevelingen over clausules en voorwaarden in overeenkomsten tussen verkopers en consumenten. Op de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen kan een beroep gedaan worden door de minister, de consumentenorganisaties en de betrokken (inter)professionele groeperingen. Zij kan ook van ambtswege optreden. Haar hoofdopdracht is erop toe te zien dat de partijen geen contractuele bepalingen opnemen die het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en de verplichtingen verstoren. Zij kan eveneens, in verband met de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, adviezen en aanbevelingen geven over de clausules en voorwaarden inzake overeenkomsten tussen titularissen van vrije beroepen en hun cliënten.
Beroep doen op de Commissie De consumentenvereniging Test-Aankoop heeft aan deze commissie gevraagd een advies uit te brengen over de clausules met betrekking tot de bewijslast in omniumverzekeringen.
Een groot aantal omniumcontracten bepaalt immers dat de verzekeraar de verzekerde niet zal schadeloosstellen wanneer op het ogenblik van het schadegeval: - het voertuig niet in orde is met de technische controle; - het verzekerd voertuig een abnormaal ernstig gebrek of een slijtage vertoont waardoor zijn werking gebrekkig is; - het antidiefstal-systeem van het voertuig niet geactiveerd is; - de bestuurder zich bevindt in staat van alcoholvergiftiging of gelijkaardige toestand door het gebruik van andere producten. Deze contracten bepalen niettemin dat de verzekeraar zal tussenkomen als de verzekerde de afwezigheid van oorzakelijk verband tussen de nalatigheid en de schade bewijst. Test-Aankoop heeft aan de Commissie gevraagd of contractuele clausules als onrechtmatige bedingen kunnen beschouwd worden als zij de bewijslast van de afwezigheid van oorzakelijk verband tussen de gevallen van grove fout en het schadegeval bij de consument (de verzekerde) leggen.
Het advies van de Commissie van 20 november 2013 Voor haar advies doet de Commissie beroep op drie rechtsbronnen: Ø de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (wet die ondertussen werd vervangen door Boek VI van het nieuwe Wetboek van economisch recht, ingevoerd door de wet van 21.12.2013) waarvan art.74, punt 21° bepaalt : ‘Zijn onrechtmatig, de bedingen die ertoe strekken de bewijsmiddelen waarop de consument een beroep kan doen op ongeoorloofde wijze te beperken of hem een bewijslast op te leggen die normaliter op een andere partij bij de overeenkomst rust’. Zijn bijgevolg per definitie onrechtmatig de bedingen die ertoe strekken de bewijslast bij de verzekerde te leggen terwijl zij normaliter op de verzekeraar moeten rusten. Ø de rechtspraak van het Hof van Cassatie. Deze oordeelt dat om zijn dekking te weigeren, de verzekeraar verplicht is te bewijzen dat het uitsluitingsbeding in oorzakelijk verband staat met het schadegeval; Ø de bewijslast in het stelsel van gemeen recht. Volgens art.1315 alinea 1 van het Burgerlijk Wetboek moet de verzekerde bewijzen dat het schadegeval in het toepassingsgebied van het contract valt (met het verzekerde risico overeenstemt), maar art.1315 alinea 2 bepaalt dat de verzekeraar die beweert bevrijd te zijn van zijn verplichtingen, moet bewijzen dat de verzekerde een grove fout (bepaald in het verzekeringscontract) in verband met het schadegeval heeft begaan. Na zich op deze drie rechtsbronnen te hebben gesteund, komt de Commissie tot de conclusie dat wanneer een contract een uitdrukkelijk uitsluitingsbeding bevat, het niet de verzekerde is die het bewijs moet leveren dat er geen enkel oorzakelijk verband bestaat tussen de grove fout en het schadegeval maar dat het de verzekeraar is die een oorzakelijk verband tussen deze grove fout en het schadegeval moet aantonen. Met andere woorden, de verzekeraar moet altijd kunnen bewijzen dat de contractuele nalatigheid de oorzaak was van het schadegeval.
Conclusie Elke zakenverzekeraar die een uitsluitingsbeding in zijn contract aanvoert, zal voortaan zelf moeten aantonen dat dit uitsluitingsbeding in oorzakelijk verband staat met het schadegeval. Het advies van de Commissie betreft de omnium autoverzekering. Maar men zou gemakkelijk het toepassingsgebied van dit advies kunnen uitbreiden. Zo zou de verzekeraar (diefstal inboedel) die dekking weigert omdat de verzekerde deuren en vensters niet gesloten heeft, verplicht zijn tussen te komen als hij niet bewijst dat de verzekerde zijn deur of zijn venster openliet. Hetzelfde geldt voor de bewijslast wat de afwezigheid en het oorzakelijk verband met de diefstal betreft: het is de verzekeraar die zal moeten bewijzen dat werd voldaan aan de toepassingsvoorwaarden van het uitsluitingsbeding (niet gedekte diefstal wanneer de woning een lange tijd onbewoond is).
RECHTSPRAAK - Verzekering B.A. - Begrip 'bewaarder' Cassatie 13 september 2012 Het gaat hier om een klassiek debat. Een minderjarige dringt stiekem binnen in een auto geparkeerd op een hellend terrein en maakt de handrem los. Wat gebeurt er met de schade die aan dit voertuig wordt veroorzaakt? De ouders zullen hun verzekeraar B.A.-Gezin (BAF) aanspreken, die zal antwoorden dat de polis de dekking uitsluit van elke schade veroorzaakt aan het roerend goed dat een verzekerde onder zijn bewaring heeft. Kan men de stelling van de BAF verzekeraar betwisten? Zonder enige twijfel, na het cassatiearrest dat het beroep vernietigde van een BAF verzekeraar tegen een arrest van de rechtbank van 1ste aanleg van Luik. De feiten Een 16-jarige jongeman (G) leeft bij zijn moeder. Samen met zijn vader brengt hij een bezoek aan een vriend van laatstgenoemde. Buiten medeweten van zijn vader en diens vriend, stapt G in de Ferrari van de vriend en maakt de handrem los. De Ferrari rijdt van de helling en komt terecht beneden in de gracht. De schade bedraagt 26.900 EUR. De vader van G doet beroep op zijn BAF verzekering voor de schade aan de Ferrari. De BAF verzekeraar weigert tussen te komen om reden dat schade aan een roerend goed dat een verzekerde onder zijn bewaring heeft, altijd van de verzekering wordt uitgesloten. Beslissing van de rechtbank van Luik De rechtbank oordeelt dat de bewaarder van een goed moet beschikken over de ‘intellectuele leiding’ die toelaat het gebruik ervan te controleren. De rechtbank oordeelt dat dit hier niet het geval is, en aangezien G niet de ‘intellectuele’ bewaring had van de Ferrari, is de BAF verzekeraar verplicht de veroorzaakte schade te dekken. Voorziening van de verzekeraar en beslissing van het Hof van Cassatie Het Hof van Cassatie verwerpt het beroep van de verzekeraar en oordeelt dat de rechter ten gronde terecht besliste dat G, zonder erbij na te denken, de handrem van de Ferrari had losgemaakt en derhalve niet beschikte over de ‘intellectuele’ leiding van het voertuig, die toelaat de werking en het gebruik ervan te controleren. Wat moet men uit deze rechtspraak onthouden? De beslissing van het Hof van Cassatie is gegrond want de ‘bewaarder’ moet voor eigen rekening de leiding en de controle over een goed kunnen uitoefenen. Welnu, wanneer een minderjarige, buiten medeweten van zijn ouders, binnendringt in het voertuig van een derde en per vergissing de handrem losmaakt, kan hij niet als ‘bewaarder’ van dit voertuig beschouwd worden aangezien hij niet beschikt over de leiding voor zijn eigen rekening. In deze omstandigheden, is de BAF verzekeraar verplicht de schade aan het voertuig te dekken. Zijn argument dat hij op basis van de uitsluiting bepaald in zijn polis geen dekking hoeft te verlenen, kan niet worden gevolgd.
VRAAG & ANTWOORD 1 Verzekering B.A. Auto en Omnium Verzwaring van het risico Twee jaar geleden liet mijn cliënt X zijn nieuwe auto verzekeren zowel in B.A. als in Omnium. Bij het afsluiten van deze contracten was X de enige bestuurder aangezien zijn zoon toen slechts 16 jaar was. In februari van dit jaar behaalde de 18-jarige zoon zijn rijbewijs en rijdt hij regelmatig met het voertuig van zijn vader om naar de universiteit te gaan. Onlangs veroorzaakte hij een ongeval dat aan de verzekeraar werd aangegeven. Mijn vraag is de volgende: kan de verzekeraar zijn prestatie in omnium weigeren en kan hij na schadevergoeding van de derde, verhaal uitoefenen op mijn cliënt? Wil de verzekeraar zijn tussenkomst in omnium weigeren en verhaal uitoefenen dan moet men hem wel eerst op de hoogte hebben gebracht dat het voertuig op de dag van het schadegeval door de zoon van uw cliënt werd bestuurd. Als dit zou blijken uit het onderzoek van een inspecteur, kan de verzekeraar zijn prestatie verminderen en zelfs weigeren. Bovendien zou hij verhaal kunnen uitoefenen voor de vergoedingen uitbetaald aan het slachtoffer van het ongeval. De verzekeraar kan in geen geval proberen de overeenkomst nietig te verklaren aangezien er, op het ogenblik van de ondertekening, geen sprake was van enige opzettelijke verzwijging vanwege de verzekeringnemer. De zoon van uw cliënt was immers op dat ogenblik niet oud genoeg om het voertuig van zijn vader te besturen. De verzekeraar kan alleen ‘verzwaring van het risico tijdens het contract’ aanvoeren. Uit statistieken blijkt immers dat jongeren meer ongevallen veroorzaken, reden waarom de verzekeraars hogere premies aanrekenen. Wat de omnium verzekering betreft De omnium voorwaarden verwijzen naar de voorwaarden van de B.A.-verzekering. De verzekeraar kan bijgevolg artikel 26 §3 van de wet op de verzekeringen aanvoeren. Dit artikel bepaalt dat als de verzekeringnemer in de loop van de overeenkomst de verzekeraar niet informeerde van een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico, de verzekeraar slechts verplicht is de prestatie te leveren naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekeringnemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen. De verzekeraar kan zijn prestatie in dezelfde mate verminderen. Dit artikel 26 §3 preciseert bovendien dat indien de verzekeraar het bewijs brengt dat hij het verzwaarde risico nooit zou verzekerd hebben, zijn prestatie bij schadegeval beperkt is tot de terugbetaling van alle betaalde premies. Wat betreft de B.A.-verzekering Art.10 van de modelovereenkomst verplicht de verzekeringnemer om in de loop van de overeenkomst elke blijvende verzwaring van het risico aan te geven (voorbijgaande
verzwaring is niet van toepassing). Als de verzwijging opzettelijk blijkt, heeft het verhaal van de verzekeraar betrekking op alle vergoedingen betaald aan derden. Bij niet opzettelijke verzwijging, wordt het verhaal beperkt tot 248 EUR. Het is duidelijk dat uw cliënt niet ‘opzettelijk’ heeft verzwegen dat zijn zoon sinds kort zijn voertuig bestuurde. Het verhaal van de verzekeraar beperkt zich dus tot 248 EUR. Maar de verzekeraar kan het contract (binnen de maand dat hij kennis heeft genomen van de verzwaring) opzeggen als hij bewijst dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou verzekerd hebben!
VRAAG & ANTWOORD 2 Verzekering - B.A. Auto - Ongeval in het buitenland - Niet verzekerd voertuig Mijn cliënt veroorzaakte een zwaar ongeval in Spanje. Zijn voertuig was niet verzekerd (niet betaling van premie). Het Belgisch Bureau heeft de uitgaven (24.230 EUR) van het Spaans Bureau betaald en vordert nu terugbetaling van mijn cliënt. Moet de regresvordering van het Belgisch Bureau zich niet beperken tot de helft van 24.230 EUR, zoals bepaald in art.24 van de modelovereenkomst? Art.24 bepaalt inderdaad dat het verhaal van de Belgische B.A.-Autoverzekeraar integraal is indien de vergoedingen aan derden niet hoger zijn dan 10.411 EUR. Indien de bedragen hoger zijn dan 10.411 EUR kan het verhaal maar uitgeoefend worden voor de helft, met een minimum van 10.411 EUR en een maximum van 30.986 EUR. Conform dit art.24 zou uw cliënt slechts 12.115 EUR (helft van 24.230 EUR) moeten terugbetalen. Het Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars wordt slechts met een verzekeraar gelijkgesteld voor de slachtoffers van schade die zich voordeed op Belgisch grondgebied en veroorzaakt door voertuigen gestald in het buitenland. Wanneer het Belgisch Bureau tussenkomt voor een buitenlands Bureau is zijn vordering in België tegen een Belgische onderdaan niet beperkt door art.24. Zo oordeelde het Hof van Cassatie in haar arrest van 25.4.2013. Helaas voor uw cliënt, heeft het Belgisch Bureau dus recht op het bedrag van 24.230 EUR.
VRAAG & ANTWOORD 3 Verzekering - B.A. Auto Schadevergoeding van gewonde passagier - Verhaal van verzekeraar Een van mijn cliënten heeft door zijn fout een verkeersongeval veroorzaakt waarbij zijn passagier gewond raakte (kleine kneuzingen aan het lichaam en littekens in het gezicht). Zijn verzekeraar heeft de passagier schadeloosgesteld. Aangezien de verzekering van mijn cliënt wegens niet-betaling van premie was opgeschort, vordert de verzekeraar terugbetaling van zijn uitgaven ten bedrage van 9.350 EUR. Uit het strafdossier blijkt dat de passagier op het ogenblik van het ongeval geen veiligheidsgordel droeg. De afwezigheid van veiligheidsgordel heeft haar verwondingen verergerd, met name aan het gezicht. Zij draagt bijgevolg een deel van de aansprakelijkheid. Mijn vraag is de volgende: kan mijn cliënt het deel van de aansprakelijkheid van de passagier aftrekken van de 9.350 EUR ? In een arrest van 7.2.2011, oordeelde het Hof van Cassatie als volgt: de B.A.Autoverzekeraar die schadevergoeding betaalt aan een zwakke weggebruiker (in dit geval passagier), is toegelaten een contractueel recht van verhaal uit te oefenen op de verzekerde of de verzekeringnemer. Dit is echter beperkt tot het bedrag dat de verzekeraar op grond van de aansprakelijkheid van zijn verzekerde zou moeten betalen. Men kan uit dit arrest afleiden dat de verzekerde tegen wie de verzekeraar verhaal uitoefent niet meer moet terugbetalen dan de bedragen die hij verschuldigd is in functie van zijn aansprakelijkheid in het ongeval. Als de verzekerde (uw cliënt) zelf de passagier had moeten schadeloosstellen, had hij de vergoeding kunnen verminderen, rekening houdend met de fout van laatstgenoemde, met name de afwezigheid van veiligheidsgordel die haar verwondingen heeft verergerd. Uw cliënt zou dus de door de verzekeraar gevorderde 9.350 EUR kunnen verminderen met een (te bepalen) percentage gelijk aan de fout begaan door de passagier. In een vonnis van 11.1.2012, volgde de rechtbank van Bergen deze redenering met betrekking tot een verzekerde die een ongeval veroorzaakte in staat van dronkenschap. Het slachtoffer had als passagier plaatsgenomen hoewel zij wist dat de bestuurder alcohol en cannabis gebruikt had. Bovendien droeg zij geen veiligheidsgordel. De rechtbank oordeelde dat het recht op verhaal van de verzekeraar beperkt blijft tot 2/3 van de aansprakelijkheid van de verzekerde en dat het slachtoffer 1/3 moet dragen.
VRAAG & ANTWOORD 4 Verzekering - B.A. Auto - Diefstal gepleegd door zoon van verzekerde - Verhaal van verzekeraar Om indruk te maken op zijn vrienden nam de 17-jarige zoon van mijn cliënten de reserve autosleutels van zijn moeder. Samen met zijn vrienden maakte hij een ritje in de buurt. Hij veroorzaakte een ongeval waarvoor hij aansprakelijk is. De verzekeraar werd op de hoogte gebracht van de omstandigheden van het ongeval. Hij liet aan de zoon van mijn cliënten weten dat hij op hem verhaal zou uitoefenen voor de vergoedingen betaald aan het slachtoffer van het ongeval. Ik verneem van een collega dat de B.A. -Autoverzekeraar geen recht heeft op dit verhaal. Is dit juist? Uw collega heeft gelijk! In haar arrest van 7.6.2012, verwierp het Hof van Cassatie de voorziening van een B.A.Auto verzekeraar tegen een beslissing van de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde. De rechter van Dendermonde moest oordelen over een identiek geval. Een minderjarige had buiten hun medeweten het voertuig van zijn ouders ontvreemde (gebruiksdiefstal) en een ongeval veroorzaakt. De B.A.-Autoverzekeraar wilde een regresvordering instellen tegen de zoon. In zijn vonnis benadrukt de rechter van Dendermonde eerst dat krachtens de wet (artikel 3, §1 van de wet van 21.11.1989 op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en art. 3, 1° van de modelovereenkomst), de B.A.- Autoverzekeraar de aansprakelijkheid niet dekt van hen die zich door diefstal de macht over het rijtuig hebben verschaft. De zoon van de verzekeringnemer was bijgevolg op het ogenblik van het ongeval geen ‘verzekerde’. Maar aangezien de verzekeraar de aansprakelijkheid van de ouders (verzekeringnemers) dekte, is hij verplicht het slachtoffer van het ongeval schadeloos te stellen. De rechter van Dendermonde oordeelt dat dit tot gevolg heeft dat de B.A.-Autoverzekeraar geen contractueel verhaal kan uitoefenen (regresvordering) tegen de dief (zoon) wegens gebrek aan rijbewijs (art.25.3°.b modelovereenkomst) aangezien deze laatste niet als ‘verzekerde’ kan beschouwd worden. Tegen de ouders die de verzekeringsovereenkomst hebben aangegaan, kan geen verhaal ingesteld worden omdat de diefstal buiten hun medeweten werd gepleegd. Het Hof van Cassatie heeft deze redenering aanvaard. Op grond van dit cassatiearrest kunnen uw cliënten ontsnappen aan het verhaal van de B.A.-Autoverzekeraar.
VRAAG & ANTWOORD 5 Verzekering - Algemeen - Niet betaling van premie - Opschorting van dekking Verplichting van verzekeraar Moet de verzekeraar bij schorsing van dekking wegens niet-betaling van premie de verzekeringnemer niet uitdrukkelijk informeren over de gevolgen van deze opschorting? Mijn cliënt kreeg van zijn verzekeraar een aangetekend schrijven in verband met de betaling van zijn verzekeringspremie zonder enige andere uitleg. Mijn cliënt besteedde hier niet veel aandacht aan en reageerde niet. Pas toen twee maanden later een schadegeval aangegeven werd bij de verzekeraar, informeerde de maatschappij mijn cliënt dat zijn dekking opgeschort was wegens niet betaling van premie. In geval van niet betaling van de verzekeringspremie is de verzekeraar verplicht aan de verzekeringnemer per aangetekend schrijven een ingebrekestelling te sturen. Artikel 15 alinea 3 van de wet van 25.6.1992 op de landverzekeringsovereenkomst bepaalt dat de ingebrekestelling moet herinneren aan de vervaldag van de premie en aan de gevolgen van niet betaling binnen de gestelde termijn (15 dagen). Zoals benadrukt door de rechtspraak is het ook absoluut noodzakelijk dat de verzekeraar ook het bedrag vermeldt van de premie of het deel van de premie dat nog openstaat. Het hof van beroep van Gent (VKJ/DCJ 2001, p.337) oordeelde op 9.3.2001 dat een verzekeraar rechtsmisbruik pleegt als hij in zijn ingebrekestelling niet de aandacht van zijn verzekerde vestigt op de betekenis en het belang van de opschorting. In haar arrest van 29.6.2011 (TBH/RDC 2012, p.305) oordeelde het hof van beroep van Brussel dat de standaardbrief waarin alle mogelijke gevolgen van niet-betaling van de premie worden opgesomd, zonder vermelding van de concrete gevolgen voor het betrokken contract, niet beantwoordt aan art.13 §2 van het koninklijk besluit van 14.11.2003 op de levensverzekeringsactiviteit. De verzekeraar moet zijn verzekerde op duidelijke en nauwkeurige wijze (geen juridisch jargon!), informeren over de concrete gevolgen van niet-betaling van de premie, door bijvoorbeeld aan te geven dat geen enkel schadegeval nog zal gedekt zijn. Als de verzekeraar deze verplichting niet naleeft, wordt volgens de rechtspraak de dekking gehandhaafd. Laten we ook niet vergeten dat de betaling door de verzekeringnemer slechts geldig is op de dag dat de rekening van de verzekeraar werkelijk wordt gecrediteerd. Als de overschrijving aan het schadegeval voorafgaat maar dat de verzekeraar slechts daarna werd gecrediteerd, is de verzekeraar gegrond om zijn dekking te weigeren wegens laattijdige betaling van de premie (Politie Charleroi 23.10.2009, CRA/VAV 2010, 8).
VRAAG & ANTWOORD 6 Aansprakelijkheid van overheid Slechte staat van wegennet - Schade aan voertuig - Fout van slachtoffer Mijn cliënt leed schade aan zijn auto door de slechte staat van de rijweg waarop hij reed. Hij kon het gat in de rijweg veroorzaakt door slechte weersomstandigheden en door een gebrek aan onderhoud van het wegennet niet vermijden. Mijn cliënt had het verstand om foto's te nemen zowel van de toestand van de weg als van de schade aan zijn voertuig. Wij stuurden een aangifte van schade samen met de foto’s naar de verzekeraar, die de aansprakelijkheid dekt van de gemeente waar de schade plaatsvond. Deze verzekeraar is van mening dat mijn cliënt voorzichtig had moeten zijn bij het zien van de gaten in het wegdek en ze had moeten vermijden. Hij weigert elke tussenkomst. Wat kan men hierop antwoorden? Het antwoord van de B.A.-verzekeraar verbaast ons niet. Het is een gebruikelijk standpunt bij dit soort schade. Dit standpunt van de B.A.-verzekeraar kan niettemin betwist worden maar alles hangt af van de omstandigheden waarin de schade heeft plaatsgevonden. Het is duidelijk dat men de automobilist die vrij snel rijdt en plots in een gat belandt geen fout kan verwijten. De gemeente is dan volledig aansprakelijk op basis van art.1384 al.1 van het Burgerlijk Wetboek (bewaker van een gebrekkige rijweg). Als verschillende gaten op de rijweg echter vanop afstand zichtbaar zijn, vormen deze gaten voorzienbare hindernissen en moet de chauffeur zich voorzichtig gedragen door te vertragen en door te proberen deze te vermijden. Er kan hem anders verweten worden dat hij zijn schade niet heeft beperkt. Een recent vonnis van de politierechter van Brussel van 13.5.2013 (CRA/VAV 2013, p.36) bevestigt dit. In dit geval reed een automobilist op de viaduct die naar de autoweg E411 leidt. De weersomstandigheden van vorige winter hadden hun sporen nagelaten. Bij het vermijden van een gat reed de bestuurster in een ander gat waardoor zij de controle over haar voertuig verloor en tegen de rechter borstwering reed. De rechtbank is van oordeel dat de gemeente aansprakelijk is op basis van voornoemd art.1384 al.1 (bewaakster van een gebrekkige rijweg, die een ‘abnormaal kenmerk’ vertoont). De rechtbank oordeelt eveneens dat de bestuurster klaarblijkelijk een fout beging die haar schade aanzienlijk verzwaarde. De rechtbank stelt immers vast dat de bestuurster bleef rijden tegen 70km/u terwijl zij wist dat er talrijke gaten waren in de rijweg, dat zij vervolgens naar links uitweek terwijl zij de gaten had kunnen vermijden door uiterst rechts te rijden en dat zij ten slotte plots naar rechts uitweek en tegen de borstwering aanreed. Volgens de rechtbank is de bestuurster aansprakelijk voor de helft van de schade.
© D.A.S. Journaal, juni 2014