DARES Regio 25 Flevoland

DARES Regio 25 Flevoland

Opleiding ter certificering van de leden DARES Flevoland

De opstellers: PA3FNT, Foeke en PD0JEW, Gerard

DARES REGIO 25 FLEVOLAND © 2009 Versie 2.1

Pagina 1 van 18

Inhoud:

• Algemene informatie omtrent DARES en de doelstellingen. • Inzicht verkrijgen in de werkwijze van de O.O.V.-diensten ( Openbare Orde en Veiligheidsdiensten). • Herkenbaarheid van leidinggevende in het veld. • GRIP Procedure Flevoland. • Enkele kreten uit de OOV wereld. • Alarmering DARES Flevoland. • Verbindingsmiddelen en standaard middelen. • D.R.C.C. (DARES Regionaal Coördinatie Centrum). • Veldposten. • Operating Practice DARES - Leden. • Berichtenformulieren • Oefeningen. • Paraatheid. • Veiligheid. • Slot.


Pagina 2 van 18

Inleiding Algemene informatie omtrent DARES. Stichting DARES, oftewel Stichting DARES, Radiocommunicatie bij Calamiteiten en Noodsituaties is op Woensdag 28 april 2004 officieel opgericht. De Stichting is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel Rijnland onder nummer 28101264. Wat doet DARES De toegevoegde waarde van DARES is vooral gelegen in het verzorgen van communicatie ten behoeve van gemeentelijke en andere civiele organisaties. Daar waar brandweer, politie en ambulancediensten/CPA beschikken over hun eigen communicatienetten en procedures, zal bij grootschalige incidenten en rampen een gemiddelde gemeente als snel in de knel komen met zijn communicatie mogelijkheden. Te denken valt daarbij aan afdelingen burgerzaken en sociale diensten die verantwoordelijk zijn voor de evacuatie, registratie opvang en verzorging van grote groepen mensen. Het DARES bestuur heeft geconcludeerd dat de (in goed Nederlands) "welfare" communicatie van getroffen burgers naar hun naasten elders, een belangrijk "product" van DARES is. Procedures, technieken en frequentieverdeling zullen op landelijk niveau vastgesteld worden. Deze kunnen vervolgens toegepast worden door de DARES-deelnemers én andere zendamateurs. Doelstellingen DARES stelt zich ten doel de kennis en kunde van gelicenseerde radio zendamateurs en geregistreerde luisteramateurs inzetbaar te maken en te houden voor het ondersteunen van professionele hulpverleningsdiensten bij de bestrijding van rampen en grootschalige incidenten.

Daarbij spant DARES zich in om alternatieven te bieden voor communicatie bij de grootschalige en/of langdurige uitval van telefoon, GSM netwerken of internet. DARES REGIO 25 FLEVOLAND © 2009 Versie 2.1

Pagina 3 van 18

Dit doel wordt bereikt door het organiseren van gemotiveerde, deskundige en van de noodzakelijke technische middelen voorziene radio zendamateurs en door het organiseren van de benodigde randvoorwaarden. Indeling Regio’s DARES is opgedeeld in 25 regio's. Deze indeling is gelijk aan die van de veiligheidsregio's. Iedere DARES-regio heeft een regiocoördinator (één persoon of als gedeelde functie) die erkend is door het landelijke bestuur van DARES. Van de DARES-leden wordt verwacht dat zij de missie, doelstellingen en uitgangspunten van DARES onderschrijven. In een regio kunnen één of meerdere DARES-groepen worden geformeerd. Regio - Coördinatoren / Plv.- Regio Coördinatoren. De regiocoördinator (één persoon of als gedeelde functie) is het eerste aanspreekpunt voor de zendamateurs in de regio. Ook onderhoudt de regiocoördinator de contacten met de landelijke organisatie. Tevens zorgt de regiocoördinator voor het inrichten en in stand houden van het regionale DARES-station en de certificering van de leden. Landelijke Coördinatie. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door het landelijk bestuur van de stichting DARES. Zij sturen de regiocoördinatoren aan die vervolgens weer de leden van zijn regio aanstuurt.


Pagina 4 van 18

Globaal inzicht krijgen in de werkwijze van de O.O.V. Diensten Wat zijn O.O.V. diensten. Dat zijn diensten voor Openbare Orde en Veiligheid, dus primair Brandweer, Ambulance / GHOR en Politie. Elke discipline heeft zijn eigen specifieke werkzaamheden. Zij communiceren met hun eigen discipline meldkamer en geven de bijzonderheden van een incident door aan die meldkamer. Of het nu een buitenbrandje is, een container brandje; een burenruzie of een geluidsoverlast is of een gevallen kind met een beenbreuk of een onwel wording in een woning, dat wordt allemaal mono disciplinair afgehandeld. Maar ook gebeurt het regelmatig van 2 of meer hulpverleningsdiensten samenwerken bij een incident. We kennen allemaal wel het volgende beeld: Een auto-ongeluk. Twee auto’s op elkaar geklapt, twee bestuurders zijn bekneld in hun voertuig. Wat komt er ter plaatse bij het incident? Wel daar kunnen we allemaal zeggen: Brandweer, Ambulance en Politie. Wat doen die mensen nu eigenlijk en wie praat met wie? Bij de brandweer praat de bevelvoerder van de Tankautospuit, of volgens de gemeentelijke procedure een OvD-B, met de verpleegkundige van de ambulance en zij bepalen hoe de bevrijding zal gaan verlopen en welke prioriteiten gesteld zijn. De Politie zal uiteraard ook daarbij betrokken worden om de veiligheid te waarborgen zodat de Brandweer en ambulance personeel veilig kunnen werken en niet om het maar plat te zeggen, de vouwen uit de broek gereden worden door andere weggebruikers. Is het nu een iets ernstiger ongeval, waarbij ernstig dan wel dodelijk letsel is, zal er vanuit de politie ook een OVD gestuurd worden, oftewel een OVD-P. In de huidige tijd met Trauma helikopters, zal de ambulance ook ondersteund worden door een OVD-G. Deze 3 OVD’s zullen ten tijde van het ongeval regelmatig contact met elkaar hebben en het incident “bestrijden”. Dit voorbeeld is een Multi – disciplinair incident dat als routinematig beschouwd wordt. Dit wordt GRIP 0 genoemd. DARES REGIO 25 FLEVOLAND © 2009 Versie 2.1

Pagina 5 van 18

Onderling is er alleen mondeling verkeer als toevallig de diensten samen bij een incident zijn. Uiteraard zal bij een groter incident de communicatie ook mondeling, dan wel met portofoons in het C2000 netwerk plaats vinden op speciale gespreksgroepen. Bij een mono disciplinair incident kan er uiteraard ook opgeschaald worden. Denk hierbij maar aan een overval of iets dergelijks; een brand, waarbij een extra tankautospuit moet komen of een onwel wording waarbij ter ondersteuning een tweede ambulance komt. Verdere opschaling en met name Multi disciplinair zal in de GRIP Procedures naar voren komen. De gemeente kan in bepaalde gevallen ook hierbij betrokken raken, als er bijvoorbeeld tijdelijk woonruimte gezocht moeten worden. De Provincie en Rijk zullen in dergelijke gevallen nog niet voorkomen. Maar er zijn uitzonderingen !! Denk hierbij aan zaken die wettelijk vast gelegd zijn zoals bijstand aanvragen. Dat gaat via de Provincie en/of Rijk.


Pagina 6 van 18

Herkenbaarheid leidinggevenden in het “veld” De leidinggevenden zijn te herkennen aan de hesjes die zij aan hebben. Op de rugzijde staat hun functie. Voor de Brandweer: OVD-B; Voor de Ambulance / GHOR: OVD-G; Voor de Politie: OVD-P Deze drie personen zullen vanaf GRIP 1 op gezette momenten samenkomen op Plaats Incident en zij voren het Coördinatieteam Plaats Incident (CoPi). Zij zullen samen de strategie bepalen om het incident te bestrijden. Maar er zijn nog meer mensen met hesje cq jassen met opschrift, zoals HOvD-B; CVD; Voorlichting; Logistiek.


Pagina 7 van 18

De GRIP Procedure van de Veiligheidsregio Flevoland. Deze procedure bestaat uit een vijftal stadia. Dit zijn GRIP 0, 1, 2, 3 en 4

GRIP 0 is al besproken. Routinematige situaties

GRIP 1: Bronbestrijding. Incidenten met effecten tot maximaal in de directe omgeving. Onderlinge coördinatie m.b.t. multidisciplinair optreden. (Staven: CoPi)

GRIP 2: Bron- en effectbestrijding Grootschalig incident met uitstraling naar de omgeving Behoefte aan eenhoofdige operationele leiding. (Staven: CoPi + ROT)

GRIP 3: Bedreiging voor welzijn van –grote groepen– van de bevolking Ramp, zwaar ongeval of crisis van meer dan plaatselijke betekenis ( 1 of meer gemeentes) Behoefte aan gecoördineerde bestuurlijke leiding. (Staven: CoPI + ROT + RBT)

GRIP 4: Gemeenteoverschrijdend, eventueel schaarste. Ramp, zwaar ongeval of crisis van meer dan plaatselijke betekenis ( 1 of meer gemeentes) Behoefte aan gecoördineerde bestuurlijke leiding. Staven: (CoPI + ROT + RBT)


Pagina 8 van 18

Vanaf GRIP 4 worden ook extra centra’s ingericht, namelijk Gemeente; Brandweer; GHOR (Geneeskundig) en SGBO (Politie). Deze centras leveren ondersteuning aan en bereiden processen voor. Voor DARES kan het mogelijk zijn dat vanaf GRIP 2 een beroep op DARES inzet gedaan wordt.


Pagina 9 van 18

Enkele kreten uit de O.O.V. wereld. We hebben inmiddels al wat kreten gehoord. CoPi zijn we al tegen gekomen. R.O.T. is een team dat op afstand aansturing geeft bij het incident. Het R.O.T. staat voor Regionaal Operationeel Team. Dat bestaat uit Leidinggevenden van Politie, Brandweer en GHOR en Gemeentelijke Diensten met daarbij ondersteuning van discipline specifieke diensten. Zij geven beleidsmatige invulling aan het incident, waarbij het verder vooruit kijken en plannen van zaken een rol speelt. R.B.T. is een Regionaal Beleids Team, dat op beleidsniveau met gemeente, eventueel aangevuld met vertegenwoordigers van de Provincie en Rijk. Zij zullen hoofdzakelijk zaken uitvoeren die de bevoegdheid van het R.O.T. te boven stijgen en op grond van wettelijke bepalingen bepaalde verorderningen afkondigen. Actiecentra In deze actiecentra worden discipline afhankelijke zaken geregeld. Denk hierbij aan logistieke invulling, zoals brandstof; voeding voor hulpverleners, vervoersmiddelen, voorlichting en personeel. Enkele zaken worden vaak samen gedaan zoals voorlichting en voeding.


Pagina 10 van 18

Alarmering DARES Flevoland De regio coördinator en bij afwezigheid, de plaatsvervangend regio coördinator van DARES Flevoland, zal gealarmeerd worden door het DLCC middels P2000 vanuit het LMAZ in Driebergen. De regio coördinator zal doormiddel van de telefoonketen de alarmering van de leden starten, volgens het vastgestelde schema. Zie hiervoor de Nieuwsbrief van DARES Flevoland voor de laatste update. De opgeroepen leden krijgen van de regio coördinator hun taak te horen en waar zij zich naartoe moeten begeven. De regio coördinator zal ook aangeven wie plaats nemen in het DRCC en waar dat gevestigd gaat worden. De doelstelling is wel dat elk lid het DRCC kan bemannen. Dit zal doormiddel van oefeningen gerealiseerd worden. De DARES Regio Flevoland is operationeel inzetbaar als aan de minimum eisen van DARES NL voldaan wordt. Dit houdt in dat er minimaal 12 deelnemers moeten zijn.


Pagina 11 van 18

Verbindingsmiddelen en standaard middelen.

Het DRCC bestaat uit een transciever voor 2 meter en 70 centimeter en een HF transciever. Op de DARES frequentie wordt daarop uitgeluisterd en de DARES aanroepen beantwoord, alsmede DARES oproepen verzonden. Het station is voorzien van de benodigde antennes en aanpassingapparatuur.Het station moet binnen 2 uur na alarmering operationeel zijn. Iedere deelnemer is paraat als hij aansluitend bij zijn rol, de persoonlijke uitrusting op orde heeft en voldoende geoefend is en blijft. Elke deelnemer beschikt over radio- zendapparatuur, waarvoor hij/zij de vergunning heeft en mag gebruiken. De deelnemer is in het bezit van een vergunning afgegeven door en vanwege de Minister van Economische Zaken. De persoonlijke uitrusting bestaat onder andere uit: Een Dual-band transciever voor 2 en 70 cm, dan wel een transciever voor 2 meter en een transciever voor 70 cm. De benodigde antennes voor genoemde frequentie banden; voedingsbronnen, -zowel voor 230 V netwerk als voor 13,8 Volt accu spanning -, alsmede benodigd gereedschap om antennes te plaatsen; storingen op te heffen en andere opkomende problemen het hoofd te kunnen bieden. Overmacht daar gelaten. Verder voorzien is van voldoende berichtenformulieren en andere zaken genoemd in het DARES Landelijk Handboek. Door DARES Nederland is aan de Regio’s info gegeven om een standaard koppeling van voedingsbronnen te realiseren. M.a.w. de leden moeten landelijk op die manier op elkaar aangesloten kunnen worden. De Regio Coördinator zal dit punt verzamelen en gemeenschappelijke bestelling doen, zodat dit item uitgevoerd kan worden. Het betreft hier de Neutriks NL4FX-2. De rode uitvoering.


Pagina 12 van 18

De DARES frequenties zijn: 3.760 Mhz (80 Meter); 7.060 Mhz (40 Meter); 145.500 Mhz (2 Meter) en 433.225 Mhz (70 centimeter). Daarnaast zijn er in Regio 1 van de ITU ook beschikbaar 14.300 Mhz ( 20 Meter); 18.160 Mhz (17 Meter) en 21.360 Mhz (21 Meter).

Regio frequenties De regio frequentie wordt bepaalt door de QSY methode. Een vrije frequentie binnen de QSY methode van 25 Kc is bepalend. Dit houdt in dat het DRCC ook de inmeld frequentie (145.500 Mhz en 433.225 Mhz) beluisterd en de inmelders verwijst naar de QSY frequentie. Daarnaast kan een regio besluiten een lokale repeater op te stellen, zodat veldstations onderling kunnen communiceren en het DRCC kunnen bereiken.


Pagina 13 van 18

Veldposten. Veldposten worden uitgezet door het DRCC. Het DRCC heeft bij alarmering de opdracht gekregen om bepaalde locaties te bemannen. Het DRCC zal dus de velposten op strategische plaatsen opstellen. Een veldpost zal zijn/haar station zodanig opstellen, dat het bereikbaar is voor de O.O.V. diensten; bevolking en uiteraard voor het DRCC. Als een veldpost operationeel is, geeft hj zijn status door aan het DRCC, eventueel met de exacte locatie doormiddel van GPS. Een veldpost is voorzien van het DARES Logo; berichtenformulieren en uiteraard radio zend- en ontvangapparatuur om de communicatie met het DRCC te kunnen onderhouden. Bij voorkeur bestaat een veldpost uit 2 of meer personen. Een gecertificeerd amateur zal de communicatie tussen hem en het DRCC onderhouden ( Noodverkeer)


Pagina 14 van 18

Operating Practice Voor DARES Flevoland wordt het DARES Landelijk Handboek versie 1.0 gevolgd voor wat betreft de Operating Practice ( Hoofdstuk 9). We gaan er vanuit dat een ieder dit hoofdstuk gelezen heeft en de inhoud eigen gemaakt heeft. Een paar iets zal ik nader belichten. Uitwisselen van berichten is bedoeld om het DRCC en het DLCC en de overheid te voorzien van berichten uit het veld. Als veldpost komt men inj aanraking met de bevolking maar ook met leden van de OOV die hun berichten kwijt willen. Tussen veldpost en DRCC zullen strakke methodes toegepast worden om aan te geven of het bericht goed over gekomen is. Het DRCC zal bij aanroepen aan het einde van de aanroep cq bericht de term OVER gebruiken, zodat het tegen station weet dat hij/zij mag gaan uitzenden. De veldpost beëindigd zijn bericht ook met het term OVER. Als alle informatie gewisseld is zal het DRCC de communicatie beëindigen met de term UIT. Communicatie tussen veldstations onderling worden deze termen ook gebruikt en zal het aanroepende station de communicatie beëindigen met de term UIT. Binnen de communicatie zijn een aantal prioriteiten qua berichten, te weten: Dringend / Spoedeisend (Letter E op berichten formulier) Prioriteit. Binnen 1 uur afhandelen ( Letter P op berichten formulier) Welfare. Dit betreft berichten over welzijn van personen. ( Letter W op erichten formulier) Routine. Dit zijn berichten die indien het kan, afgehandeld worden. Wanneer er geen calamiteit is zijn alle berichten van dit formaat. ( Letter R op berichten formulier)


Pagina 15 van 18

Berichtenformulieren In het Handboek zijn een aantal formulieren bijgevoed. Een daarvan is het berichten formulier. Het volgen van dit formulier is leidend. Hierin staat vermeld de 5 Gouden W’s, (eigenlijk zijn het er 7) oftewel: 1. Wie : van wie is het bericht afkomstig. 2. Wat: is het onderwerp van het bericht 3. Wanneer: Wanneer speelt het onderwerp en op welk moment moet er actie ondernomen worden. 4. Waarom: om wat gaat het precies. 5. Waar: waar is het probleem of zijn betrokkenen die hulp of informatie vragen. Dan nog twee items die van belang kunnen zijn: 6. Waarom: Hierbij kan (let wel dit is niet juist te bepalen door DARES) een prioriteit bepaald worden. Denk hierbij aan overlijden van een persoon waarbij familie gewaarschuwd moet worden. 7. Op welke wijze: Het kan zijn dat tijdens het gebeuren informatie komt, waarbij andere in gevaar kunnen komen. Niet ondenkbeeldig is een aanslag. Let wel deze laatste 2 zijn niet conform DARES, maar kunnen wel bij een opsporingsonderzoek van belang zijn. U bent geen opsporingsambtenaar, maar leg wel elke opmerking, vraag en omstandigheid omtrent het bericht vast.


Pagina 16 van 18

Oefeningen DARES Flevoland stelt zich onder andere ten doel alle leden, dus ook de R.C. en Plv. RC geoefend te houden en zal daarvoor minimaal 2x per jaar een oefening houden, al dan niet in samenwerking met een andere regio. Dit ook om de certificering te behouden. Tussen deze oefeningen kan en moet er ruimte zijn om klassikaal informatie te vergaren, hetzij door een lezing vanuit het Landelijk Bestuur, dan wel door mensen uit de O.O.V. wereld, of door de leden zelf.

Paraatheid Uiteraard stelt DARES een paraatheid voor van de leden. We moeten hierbij kijken of we wel daaraan voldoen. Landelijk is gesteld dat een regio minimaal uit 12 deelnemers bestaat om paraat te kunnen zijn, maar ik denk dat wij als Regio Flevoland daar niet ver van af zijn. Het is dan wel van belang dat we onze spullen, de apparatuur en dergelijke, op orde hebben voor een inzet. Dit zal ook 1 van de oefendoelen zijn.

Veiligheid. Van het grootste belang is wel de veiligheid van de leden die zijn ingezet. Laat u niet verleiden tot handelingen die uw veiligheid in gevaar brengen, anders dan u als mens ook zou doen. Nee zeggen bij een opdracht is geen schande als u vindt dat het gevaar oplevert. Zorg ook er voor dat anderen geen gevaar op lopen door het veldstation of DRCC. Let dus op hoe u antennes (inclusief tuidraden) plaatst; hoe u voedingenkabels laat lopen/liggen. Draag het DARES-hesje zodat duidelijk is dat u als “hulpverlener” herkenbaar bent. Wees terughoudend in uitspraken die u niet kunt staven


Pagina 17 van 18

Tot slot.

Wij hopen door deze klassikale bijeenkomst u een inzicht te hebben gegeven over het werken van de O.O.V. diensten en wat er zoal bij komt kijken. Door met name als radio- zendamateur de Operating Practice goed toe te passen, kunnen de berichten duidelijk en uniform doorgegeven worden aan de hulpverleners. We zijn ons er ook van bewust, dat elk incident op zich staat en daardoor een andere aanpak vereist. Doormiddel van deze klassikale bijeenkomst, maar vooral door te oefenen, kan flexibel met de situaties omgegaan worden.

14 maart 2009.

Emmeloord

Soest

Foeke,

Gerard,

PA3FNT

PDØJEW


Pagina 18 van 18

DARES Regio 25 Flevoland

Recommend Documents