DANKWOORD
Dankwoord. Dit is het jubeleumnummer van het Abeek jaarboek. Zoals ieder jaar proberen we zo veel gegevens, die dit jaar in verband met de Abeekvallei te melden zijn, te verzamelen. De 5 jaarboeken samen vormen een nuttig naslagwerk voor iedereen die met beheer van de Abeekvallei te maken heeft. Ieder jaar worden de recente ontwikkelingen bijgevoegd. Het jaarboek dat nu voor u ligt kwam tot stand dank zij de bereidwillige medewerking van: Michel Broeckmans Freddy Janssens, , Willy Lipkens, Bart Paesen en Virginie Van Baelen voor het leveren van de teksten, kaarten, foto`s, grafieken en tabellen. Voor de zinvolle verbeteringen aan de Vlaamse taal danken we Dominique Vandewal. Ook een woord van dank aan het stadsbestuur van Peer, dat instond voor het drukken van dit boek en Miel voor het drukken van de omslag. Het is ongetwijfeld beter dankzij hun zorgen, hun ideeën en inzichten. Bewaar het als een verkenning door onze natuur.
De samensteller, Paul Capals
V.U. Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 Grote Brogel.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 1
VOORWOORD Voor u ligt het Abeek-Jaarboek ‘99, het laatste van de 20° eeuw. We kunnen terugkijken op vijf gevulde jaren we willen met dezelfde ijver en inzet verder gaan op de ingeslagen weg om ook in de 21°eeuw de natuur in de Abeekvallei veilig te stellen. Kort geleden zag het er nog zeer slecht uit voor de natuur. Gelukkig is er tegen het einde van het laatste decennium een mentaliteitsverandering waar te nemen. Maar of daar de vernietigende werking van het vervuilproces dat al jaren aan de gang is, gestopt zal worden, is maar de vraag. We kunnen alleen maar hopen dat de aarde nog wat buffercapaciteit heeft om de vuilvracht te verwerken. Denken dat die buffercapaciteit onbeperkt is dient enkel om kortzichtig gewin goed te praten. Natuurbehoud moet defacto gebaseerd zijn op langetermijn denken. Dat blijft onze opdracht voor de volgende eeuw. Een markant voorbeeld is het Smeetshof in Bocholt. Na 25 jaar verloedering kan. door de samenwerking van Natuurreservaten vzw en Stichting Natuurmonumenten met Aminal en de Vlaamse Landmaatschappij aan een herstel gewerkt worden. Ook nog in de Abeekvallei is het natuurreservaat “De Luysen” onder de hoede van onze vrienden van de Wielewaal opengesteld .Hier zijn de inrichtingsplannen uitgevoerd en kan de natuur tot verdere bloei komen. Weer een parel aan de kroon van de Abeekvallei. In onze eigen Afdeling hebben we ook niet stilgezeten. In de geest van het vorige hebben we ook enkele natuurherstellingen doorgevoerd of zijn ermee bezig. In een gebied met illegale weekend verblijven in Reppel hebben we samen met de vorige eigenaars een chalet afgebrokenNa het verkrijgen van de nodige vergunningen wer de kelder van deze chalet ingericht als overwinteringsplaats voor vleermuizen. In een bosgebied te Grote Brogel hebben we eveneens een buitenverblijf verwijderd. Het dossier van de Abeekvallei, ter erkenning als natuurreservaat is eind vorig jaar ingediend bij Aminal en we wachten af. Intussen gaat het beheer van de hooilanden verder en is het te maaien gebied uitgebreid. Hiervoor hebben we waardevolle steun gekregen van het Jeugdhuis “de Scherpe Steen” en de Wildbeheereenheid “De Korhaan”, die beiden een subsidie van de stad Peer mochten ontvangen. De jongeren van JNM “Abeekvallei” hebben een provinciaal beheerskamp ingericht. Zij hebben een week gewerkt en geï nventariseerd langsheen de Abeek van Meeuwen tot Bree. Puik werk leveren die mannen. Inventarisaties zullen in de toekomst nog belangrijker worden. Via de zogenaamde monitoring, uitgevoerd door de beheersverenigingen, krijgt de Vlaamse regering, via het Instituut voor Natuurbehoud, een zicht op de evolutie van de natuur in en rond de reservaten. Op acht plaatsen in de vallei zijn er peilbuizen geplaatst om het verloop van de waterstand te kunnen opvolgen. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 2
VOORWOOORD De actie “minder afval voor MEER NATUUR”, die samen met de inrichters en weer met steun van de stad Peer tijdens het Belgian Rithm en Blues Festival 99 werd opgezet rond het Groene Café verdiend navolvolging. Tijdens de actie Vlaanderen proper heeft onze afdeling zeer goed meegewerkt. Deze actie ging zowel in Peer als in Meeuwen door.. Via deelname aan het Milieu Ontmoetings Project hebben we de jongeren kunnen bereiken om hen de waarde van de natuur te doen inzien. .
Dit vijfde jaarboek vertelt U uitvoerig wat er dit jaar gebeurd is rond de Abeek. .
We wensen iedereen een vreugdevol en gezond nieuw jaar. De Voorzitter, P. Capals
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 3
ONZE AFDELING • MEDEWERKERS 1. Bestuursleden Voorzitter: Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 GROTE BROGEL Tel: 011/63.12.89 Secretaris: Michel Broeckmans, Weg op Bree 28, 3670 MEEUWEN Tel: 011/79.39.64 Penningmeester: Jan Hendrikx, Laarderweg 57, 3990 GROTE BROGEL Tel. 011/63.38.54 Bestuur: Alex Ballet, Hoogveldstraat 6, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.31.78 Piet Coninx, Lijsterbessenlaan 10, 3990 WIJCHMAAL Tel. 011/73.47.38 Ivo Cuypers, Kerkstraat 21, 3990 PEER Tel. 011/63.19.49 Frans Damiaens, Soetebeek 7, 3670 WIJSHAGEN Tel. 089/46.24.12 Mathieu Geelen, Weg n.Opoeteren 54, 3670 NEERGLABBEEK Tel 089/85.71.87 Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.37.27 Willy Lipkens, Tienderstraat 31, 3670.NEERGLABBEEK Tel 089/85.54.94 Jean Moris, Kapellekestraat 8, 3990 PEER Tel 011/79.12.76 Bart Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64 Jan Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64 Mathieu Paesen, Gestelstraat 32, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.29.05 Jaak Ramaekers, Gagelstraat 6, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.36.52 2. Beheersploeg Conservator: Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.37.27 Adjunct-conservators: Michel Broeckmans, Weg op Bree 28, 3670 MEEUWEN Tel: 011/79.39.64 Jean Moris, Kapellekestraat 8, 3990 PEER Tel 011/79.12.76 Een 10-tal mensen komt regelmatig helpen bij de beheerswerken. 3. Aankoopcel Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.12.89 Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.37.27
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 4
ONZE AFDELING
4. Inventarisatie Michel Broeckmans, Weg op Bree 28, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.39.64 Mathieu Geelen, Weg n.Opoeteren 54, 3670 NEERGLABBEEK Tel 089/85.71.87 Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.12.89 Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.37.27 Willy Lipkens, Tienderstraat 31, 3670.NEERGLABBEEK Tel 089/85.54.94 Bart Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64 Jan Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64
5. Natuurgidsen / wandelingen Alex Ballet, Hoogveldstraat 6, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.31.78 Michel Broeckmans, Weg op Bree 28, 3670 MEEUWEN Tel .011/79.39.64 Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 GROTE BROGEL Tel 011/63.12.89 Mathieu Geelen, Weg n.Opoeteren 54, 3670 NEERGLABBEEK Tel 089/85.71.87 Willy Lipkens, Tienderstraat 31, 3670.NEERGLABBEEK Tel 089/85.54.94 Bart Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64 Jan Paesen, Salviastraat 15, 3670 MEEUWEN Tel 011/79.25.64 Herman Vandewal, Torenstraat 19, 3670 MEEUWEN Tel:011/79.25.34
• LEDEN Aantal leden dec. 1994 okt. 1995 okt. 1996 okt. 1997 Okt. 1998 Okt. 1999
Meeuwen-Gruitrode 28 36 45 57 56 69
Peer 36 52 88 103 106 121
Totaal 64 88 133 160 162 190
In 2000 op naar de 200 leden !
• WERKINGSGEBIED JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 5
ONZE AFDELING
-
-js$
NATUUR LRESERVATENS V--
JAARBOEK AFDELING 6
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
aktes
$999
- .^_ .__-
Evolutie
oppervlakte
in beheer
1
HUUR
Totaal
huur
I
~Meeuwen-GNltmde
I
3OWW~]
1 40 94
fr5ochon
t
t
1
t
ALGEMEEN
t-
IPt3%i *
i TOTAAL
TOTAAL
I
tl I, t
IPEER MEWEN-GR~IITRODE [k%OCHOLT [ TOTAAL l
1192llj
1
i
i r’
I
f 1
I 150724 3903ld
/
z r
1 58
27
991
L
o!
E
o!
ONZE AFDELING MONITORING Met dit artikel willen we een oproep doen met de vraag voor vrijwilligers die ons willen helpen bij het inventariseren van onze gebieden of percelen. Je hoeft echt geen specialist te zijn om mee te helpen aan de inventarisatie de gewone soorten zijn ook belangrijk in de natuur. Een beperkte uitleg over het doel van deze basisinventarisatie kan je vinden in onderstaande tekst. Indien je er meer over wil weten of indien je actief mee wil inventariseren ben je welkom op 14 januari 2000 om 20u00 in het buurthuis te Ellikom. We houden dan een vergadering met uitleg over hoe, hoeveel en wanneer inventariseren. Door het Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies zijn we verplicht om de door ons beheerde terreinen te inventariseren. Volgens het besluit zullen we ons vooral moeten toeleggen op de monitoring van bepaalde soorten. Voor vogels zijn dit de bruine kiekendief, de korhoen, de kerkuil, de nachtzwaluw, de ijsvogel, de boomleeuwerik, de blauwborst, de rietzanger, de klapekster, de geelgors en de ortolaan. Bij de zoogdieren zullen we vooral aandacht moeten hebben voor de dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis, de rosse vleermuis, de laatvlieger, de gewone grootoorvleermuis en de grijze grootoorvleermuis. Voor de amfibieën zijn dat de rugstreeppad en de heikikker en bij de reptielen is dat de gladde slang. Tenslotte staan er voor de vlinders nog de volgende soorten op de lijst: het bont dikkopje, het gentiaanblauwtje, het groentje, het heideblauwtje, het veenhooibeestje en de zilveren maan. 1. Inleiding Natuurstudie is een manier van vrijetijdsbesteding die ongetwijfeld veel voldoening kan schenken aan de waarnemer. In het veld gaan en nieuwe dingen ontdekken is sowieso leuk. Het noteren van deze gegevens op een systematische manier laat ook toe om deze informatie een meerwaarde te geven door ze te gebruiken bij het beheer of de bescherming van het bezochte gebied. Moderne technieken zoals elektronische databanken en kaartsystemen laten toe om verschillende gegevenssets met elkaar te verbinden en de rapportage duidelijker en mooier te analyseren en voor te stellen. Van een gebied wordt veel informatie verzameld om een administratief en ecologisch beheer en rapportage mogelijk te maken. Al deze gegevens samengebracht vormen het kennis-systeem reservaten. De opbouw van dit kennissysteem is weergegeven in onderstaande tabel.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 8
ONZE AFDELING Met het uitvoeren van de basisinventarisatie en het gestructureerd opslaan van deze gegevens vullen we het eerste luik van dit kennissysteem in. Met behulp van dit kennissysteem willen we de biodiversiteit van het gebied beschrijven en evalueren, het beheer plannen en opvolgen en de administratieve dossiers opvolgen. Wie kan inventariseren ? Iedereen die gegevens verzamelt over een bepaald gebied kan zijn notities via dit elektronisch notaboek aan Natuurreservaten vzw doorgeven. Niemand kan alle planten diersoorten in een bepaald gebied inventariseren, dus zijn alle gedeeltelijke inventarisaties van groot belang. Een waarnemer kan zijn gegevens doorgeven aan de verantwoordelijke natuurstudie in de afdeling van Natuurreservaten vzw of het nationaal secretariaat. Waar gaan inventariseren ? Hoofddoel van het project basisinventarisatie is een inventaris op te maken van de soorten en hun aantallen die in door Natuurreservaten vzw beheerde reservaten voorkomen. Gegevens uit andere gebieden kunnen in de database worden ingevoerd en worden doorgegeven naar de databank van het Instituut voor Natuurbehoud en Likona. Wat gaan inventariseren ? In principe zijn gegevens van alle soorten belangrijk. Voor erkende reservaten is het wettelijk verplicht om de aanwezigheid en de aantallen van een aantal bedreigde soorten op te volgen en te rapporteren. Aan de waarnemer wordt gevraagd om extra aandacht aan deze soorten te besteden. 2. Gebiedsomschrijving Wij vragen onze medewerkers om bij voorkeur terreinen in beheer door Natuurreservaten vzw te inventariseren. Het is bij elke inventarisatie van uitermate groot belang om duidelijk aan te geven welk gebied werd geteld. Deze aanduiding moet zo nauwkeurig mogelijk zijn omdat we voor de aantalschattingen en soortenlijst relaties willen leggen met oppervlaktes en rasters. Enkel een gebiedsnaam is onvoldoende om een vondst juist te situeren. Werk met de kaarten van de gebieden die opgevraagd kunnen worden op het secretariaat of met een éénduidig systeem zoals kadasterperceel, UTM-code, FITPcode of coördinaat. Het opvragen van de kaarten kan ook gebeuren bij de plaatselijke verantwoordelijke. (1) Erkende reservaten van Natuurreservaten vzw
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 9
ONZE AFDELING Als inventarisatieeenheid nemen we bij voorkeur natuurdoeltypen zoals opgegeven in het beheersplan. Er kan natuurlijk ook met kleinere eenheden, kadasterpercelen, gewerkt worden. (2) Niet erkende reservaten van Natuurreservaten vzw Als inventarisatieeenheid nemen we bij voorkeur kadasterpercelen. Wanneer verschillende percelen worden samengenomen moet dit duidelijk vermeld worden. (3) Andere gebieden Als inventarisatie-eenheid kan een waarnemer werken met kadasterpercelen, UTM-hok, FITP-hok of een coördinaat. 3. Doorstroom van gegevens In de gegevensstroom zijn drie categorieën afdelingsverantwoordelijke en secretariaat.
te
onderscheiden waarnemer,
Het secretariaat houdt contact met de afdelingsverantwoordelijken natuurstudie door middel van een nieuwsbrief en verzorgt een handboek over basisinventarisatie. Het secretariaat levert het benodigde kaartmateriaal aan de afdelingsverantwoordelijke. Het secretariaat krijgt de gegevens digitaal aangeleverd door de afdelingsverantwoordelijken en verzorgt de verdere doorstroming naar databanken van het Instituut. voor Natuurbehoud en Likona en de rapportering aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Natuur. De afdelingsverantwoordelijke natuurstudie beschikt over het nodige kaartmateriaal en andere gegevens om een volledige inventarisatie van de reservaten te kunnen coördineren. Hij/zij houdt contact met de conservators en zoekt naar vrijwilligers die aan de inventarisatie willen meewerken. De afdelingsverantwoordelijke verzamelt de gegevens van de waarnemers, vult het digitaal bestand aan en rapporteert aan het secretariaat in januari van elk kalenderjaar. De waarnemer krijgt lijsten en kaarten van de afdelingsverantwoordelijke en amuseert zich beestig met de inventarisatie. De waarnemer stuurt zijn lijsten naar de afdelingsverantwoordelijke die de gegevens per inventarisatie-eenheid samenbrengt en naar het secretariaat doorstuurt. 4. Inventarisatie van soorten Voor een aantal soortgroepen is reeds veel ervaring opgedaan over hoe en wanneer je het beste inventariseert. Deze methoden zijn voor een aantal groepen samengevat. Je kan ze bekomen op een vergadering over basisinventarisatie op 14 januari in het Buurthuis te Ellikom om 20u00. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 10
ONZE AFDELING 5. Varia Eigendom van gegevens De gegevens worden gestockeerd in de centrale databank van Natuurreservaten vzw. Iedere waarnemer kan uiteraard steeds vrij over zijn eigen waarnemingen beschikken maar verklaart zich akkoord dat Natuurreservaten vzw zijn gegevens beheert en verwerkt. De relevante gegevens worden doorgegeven aan het Instituut voor Natuurbehoud en Likona. Andere geï nteresseerde personen, instellingen of bedrijven die van de gegevens gebruik willen maken dienen een schriftelijk verzoek in te dienen bij de directie van Natuurreservaten vzw. Respect voor de natuur In alle gevallen staat het belang van het dier of plant datje bestudeert voorop! Tracht verstoring en betreding van kwetsbare soorten en biotopen te vermijden. Zeldzaamheden zijn gegeerd door allerlei categorieën 'jagers'. Hoewel de gegevens niet zomaar aan iedereen worden doorgegeven moet de waarnemer voor zichzelf afwegen of hij/zij de aanwezigheid van een zeer zeldzame soort meedeelt of niet.
Toegankelijkheid van gebieden Niet alle reservaten zijn het ganse jaar toegankelijk. Bezoekje een bepaald gebied regelmatig dan breng je de conservator van het reservaat op de hoogte van je onderzoek. De conservator beslist of je al of niet in voor het publiek gesloten gedeelten kan komen. Veiligheid Het inventariseren mag natuurlijk niet eindigen met het ziek worden van de inventariseerder. Wees alert voor het gevaar van tetanus, ziekte van Lyme, Leptospirosis (nabij water en vee) en botulisme. Voorkomen is beter dan genezen. Wordt je op je tochten in de natuur geconfronteerd met overtredingen zoals stroperij, illegale vogelvangst, ... waarschuw dan de locale natuurwachter, politie of rijkswacht. Niet vergeten Natuurstudie is op de eerste plaats je amuseren, succes. Broeckmans Michel. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 11
ONZE AFDELING JEUGDBOND VOOR NATUURSTUDIE EN MILIEUBESCHERMING De meesten zullen ons stilaan wel leren kennen : een bende enthousiaste jongeren met interesse voor de natuur en het milieu. Jawel : JNM A-beek bestaat nu al twee jaar ! En om dat te vieren hebben wij besloten aan uitbreiding te doen ! Vanaf nu kunnen ook de allerjongsten (van 8 tot 12 jaar), die toch al oud genoeg zijn om interesse te vertonen voor alles wat groeit en bloeit, zweeft en zeilt, fladdert en fluit bij ons terecht. 'PIEPERS', zoals zij bij JNM genoemd worden. Oudere jeugdbonders begeleiden de 'Piepers' op hun avontuur door de natuur : leuke tochtjes door het bos, een kriewelende salamander in een kinderhand, lekker zoete bosbessen, de geur van Robertskruid, het krassen van een kraai… Natuurstudie en natuurbeleving zijn 'n vervlochten geheel in de kinderwereld. En daarin mag het speelse element natuurlijk niet vergeten worden. Dennenappelgevechten en ploeterpartijtjes, knutselen met de gevonden spulletjes op kamp al eens een broodje bakken of een koe melken ! De kunst van de 'piep' bestaat erin doorheen die heerlijke uren een dosis natuurbesef en eenvoudige kennis te verwerven. Geen gemakkelijke kunst, daar kunnen piepbegeleiders van meespreken ! Speciaal voor hen proberen wij geregeld speciale aktiviteiten te organiseren, zoals sporen zoeken, een ecxursie naar de Zoo, een bezoek aan het Natuurhulpcentrum, een piepaktiviteit gedurende het kamp,…
Voorlopige aktiviteitenkalender 2000 : Dinsdag 4 januari : Nestkasten maken - (verantwoordelijke : Hervé Van Baelen) 15 januari : Winterwandeling aan de Luysen - (Verantwoordelijke : Bart Mulkens) 12 februari : zeelandreis - (Informatie : Hervé en Hilde) 19 februari : opzetten paddenoverzet - (Bart Paesen) 11 maart : determineren amfibieën - (Bart Paesen) ?? april : excursie planckendael - (Hilde Paesen) 30 april ?: dag van de aarde - fietstocht + voorjaarsflora (Philippe Plessers) 6 mei : bezoek natuurhulpcentrum (Philippe Plessers) 15 tot 23 juli : kamp (Virginie Van Baelen) 16 tot 17 juli : pieptweedaagse + mestspel (Hilde Paesen) 20 augustus : libellen (Virginie Van Baelen) 7 oktober : wervingsdag piep en initiatie (Hilde + Virginie) 21 oktober : paddestoelenwandeling (Hervé) 19 ? november : dag van de natuur (Bart Paesen)
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 12
ONZE AFDELING Lid worden
van J.N.M. Afdeling
Abeek ?
Dit kan eenvoudig door : 450 fr.- als je tussen 8 en 12 jaar bent 500 fr.- als je tussen 12 en 25 jaar bent 650 fr.- al je ouder bent dan 25 jaar en dus steunlid wordt 250 f.r- voor elk van je zus(sen) of broer(s) die ook lid willen worden, te storten op rekeningnummer 001-2280592-04 (van JNM, Kortrijksepoortstraat 140, 9000 Gent) Wie lid wil worden van de J.N.M. krijgt in zijn loopbaan heel wat te lezen! Niet te versmaden is uiteraard het lijfblad van de Jeugdbonder, Euglena. Zes keer per jaar valt deze vette brok leesvoer in je brievenbus. Naast gewone informatieve nummers verschijnen er ook af en toe themanummers (natuurbeheer, ecologie van de Noordzee, libellen,. . . .) B ovendien is er voor de piepers het analoge Kikkertje, waarin zij allerlei leuke artikels en verslagen van activiteiten aantreffen. Een tweede brok lectuur die je met je lidmaatschap koopt, is het afdelingsblad. Daarin krijg je de plaatselijke activiteitenkalender voorgeschoteld, naast heel wat wetenswaardigheden, kleinere artikels, enz.. . . Voor jeugdbonders die hun vinger aan de pols van het bestuursleven willen houden is er (gratis) het mededelingsblad ‘bestuursberichten’. Hierin vind je naast bestuurlijke aangelegenheden ook allerlei aankondigingen en dringende berichtjes. En dan zijn er nog de werkgroeptijdschriften die je voor een prikje in de bus krijgt. Bovendien ben je als lid verzekerd op al onze activiteiten en krijg je een forse korting op een aantal interessante werken in het infocentrum.. . . Voor meer informatie kan je terecht bij : Voorzitter :
Secretaris
Virginie Van Baelen Snepstraat 21 3670 Gruitrode 089185.48.47
[email protected]
Philippe Plessers Weg naar Ellikom 100 3670 Meeuwen 011/79.19.02
[email protected]
Piepverantwoordelijke Hilde Paesen Genitsstraat 49 3670 Meeuwen 011/79.21.50 016l20.88.18
:
:
Penningmeester
:
Bart Paesen Salviastraat 15 3670 Meeuwen 011179.25.64
Redactie Hervé Van Baelen Snepstraat 2 1 3670 Gruitrode 089185x48.47
JAARBOEK AFDELING 13
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
ONZE AFDELING GEMEENTELIJK NATUUR- EN NATUURONTWIKKELINGSBELEID Gemeentelijk NatuurOntwikkelingPlannen Meeuwen-Gruitrode en Peer In het kader van het gemeentelijk milieuconvenant werd door gemeente MeeuwenGruitrode en de stad Peer een Gemeentelijk NatuurOntwikkelingPlan (GNOP) opgemaakt. Het GNOP dient niet alleen te streven naar het tegengaan van de achteruitgang en naar het behoud van de aanwezige natuurwaarden, maar dient deze ook te herstellen, te ontwikkelen en uit te breiden. Zo ook in de gemeente Meeuwen-Gruitrode en Peer, waar het Regionaal Landschap Kempen en Maasland, het GNOP opmaakte, samen met een begeleidingscommissie, waarin betrokken belangengroepen en socio-culturele organisaties zetelden. Na bepaling van algemene doelstellingen (streefbeeld landschappelijke componenten, ruimtelijk streefbeeld) werden relevante doelstellingen en aandachtspunten weerhouden voor de twee gemeenten. Gemeente Meeuwen-Gruitrode ... Stad Peer Gezien het feit dat de landbouwsector haar eigen verantwoordelijkheid wilt opnemen voor het realiseren van een basislandschaps- en natuurkwaliteit in het landbouwgebied, werd door deze sector een GLOP (Gemeentelijk LandbouwOntwikkelingsPlan) ontwikkeld. Hierin werden maatregelen geformuleerd inzake beheer van landschapselementen, erfbeplanting en voorstellen inzake sensibilisering en informatieverstrekking naar landbouwers toe. Deze voorstellen werden in het GNOP hernomen, zodat uiteindelijk een twintigtal acties voor uitvoering op korte termijn door de begeleidingscommissie werden weerhouden en voorgesteld werden aan de gemeenteraad voor uitvoering. In 1999 kwamen volgende acties aanbod: - rotatiebeheer (kappen) houtkanten (4 subsidieaanvragen in 1999); - opmaak van een wegbermbeheersplan; - gemeentelijke subsidies aan derden voor beheer van natuurgebieden; - uitbouw natuur- en milieuleerpad Mullemerbemden; - onderhoud van de vlasroten Kruisakker en Vlasrootweg (Grote-Brogel). Ook een subsidiereglement voor de aanleg van hoogstamboomgaarden op percelen met agrarisch gebruik (weide) werd goedgekeurd. f.j.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 14
ONZE AFDELING - Uitbouw ecologische infrastructuur door herstel en/of behoud openbaar domein; - Behoud van houtkant in de Broekkantstraat; - Subsidiëring aanleg en onderhoud van hagen en hoogstamboomgaarden; - Informatievergadering m.b.t. vergunningsplicht kappen van bomen; - Beheersplan waardevolle bermen; - Bemestingsvrije zone langs beeklopen en grachten; - Kerkuilenproject; - Afbouwscenario illegale weekendverblijven; - Creatie “verkeersluwe” gebieden; Stad Peer Gezien het feit dat de landbouwsector haar eigen verantwoordelijkheid wilt opnemen voor het realiseren van een basislandschapsen natuurkwaliteit in het landbouwgebied, werd door deze sector een GLOP (Gemeentelijk LandbouwOntwikkelingsPlan) ontwikkeld. Hierin werden maatregelen geformuleerd inzake beheer van landschapselementen, erfbeplanting en voorstellen inzake sensibilisering en informatieverstrekking naar landbouwers toe. Deze voorstellen werden in het GNOP hernomen, zodat uiteindelijk een twintigtal acties voor uitvoering op korte termijn door de begeleidingscommissie werden weerhouden en voorgesteld werden aan de gemeenteraad voor uitvoering. In 1999 kwamen volgende acties aan bod: - rotatiebeheer (kappen) houtkanten (4 subsidieaanvragen in 1999); - opmaak van een wegbermbeheersplan; - gemeentelijke subsidies aan derden voor beheer van natuurgebieden; - gemeentelijke subsidies voor aankoop van natuurgebieden aan verenigingen; - uitbouw natuur- en milieuleerpad Mullemerbemden; - onderhoud van de vlasroten Kruisakker en Vlasrootweg (Grote-Brogel). Ook een subsidiereglement voor de aanleg van hoogstamboomgaarden op percelen met agrarisch gebruik (weide) werd goedgekeurd. f.j.
m
-4 NATUUR ~-RESERVATEN:
JAARBOEK AFDELING 15
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
VALLEI
VAN DE ABEEK
Dit jaar is de werkgroep Abeekvallei enkele malen bij elkaar geweest. Al snel was de werkgroep, die aanvankelijk uit vertegenwoordigers van Stichting Limburgs Landschap vzw, Natuurreservaten vzw en De Wielewaal vzw bestond, uitgebreid met de afgevaardigden van Aminal dienst Natuur, dienst Bos en Groen en dienst Water. Ook de plaatselijke wateringen de Vreenebeek en het Grootbroek zijn betrokken bij het overleg, dat in de toekomst door het Regionaal Landschap Kempen en Maasland logistiek zal ondersteund worden. Zo worden alle beheerders van de Abeekvallei in een vergadering bij elkaar gebracht om op de eerste plaats het belang van de ganse Abeekvallei te onderstrepen en alle beheersactiviteiten op elkaar af te stemmen. Er zal een boek gemaakt zullen belicht worden.
worden
waar alle facetten
van de waardevolle
Ook door gezamenlijke activiteiten zal die samenwerkingswil worden. Duurzame natuur in de Abeekvallei is het centrale motto.
vallei
uitgedragen
Vanaf dit jaar kan de natuur in de Abeek sterk gaan toenemen. Door de aankoop van het Smeetshof door Natuurreservaten vzw en de voorbeeldige samenwerking van de Vlaamse Landmaatschappij, Aminal dienst Natuur, de gemeente Bocholt, onze Nederlandse zusterorganisatie Natuurmonumenten wordt de toekomst voor de Abeekvallei weer rooskleuriger. Een vroeger waardevol natuurgebied, gedegradeerd werd door een grootschalige hersteld worden.
dat midden 70’er jaren grondig landbouwinrichting, zal terug in ere
Hierdoor worden tevens de hogerliggende natuurgebieden in het BelgischNederlands grensgebied, via de Lossing ontsloten naar bestaande natuurkernen aan de Abeek, nl. De Luysen, beheerd door de Wielewaal en het Stamprooierbroek, beheerd door de Stichting Limburgs landschap. In een aparte bijdrage worden het Smeetshof en de Luysen uitvoeriger belicht.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 16
vzw / PEER
VALLEI
VAN DE ABEEK
.
Dat het goed toeven is in de Abeek-vallei werd eind vorig jaar andermaal bewezen door de waarneming van een Europese Oehoe (Bubo bubo) in Erpekom. Spijtig genoeg verkeerde deze prachtige nachtroofvogel in een penibele situatie toen hij door een plaatselijke jager ontdekt werd, hij had zich namelijk vastgevlogen in de prikkeldraadomheining van een weide. Ivo Cuypers, jachtwachter en lid van onze afdeling werd gecontacteerd en bracht het dier met prikkeldraad en al naar het natuurhulpcentrum van Heusden-Zolder. Ondanks de toewijding en ondanks het feit dat de wonden op zich na enige tijd voorspoedig leken te genezen is het dier uiteindelijk ten onder gegaan aan koudvuur. Voor België beperkt het natuurlijk verspreidingsgebied van de oehoe zich vooralsnog tot de Ardennen aangezien hij houdt van bergachtige streken en uitgestrekte wouden maar zelfs daar was deze reusachtige vogel (met zijn vleugelspanwijdte van ca. 170 cm is hij de grootste uilensoort van Europa) aan het begin van deze eeuw uitgestorven. Door het herintroduceren van de soort in de jaren ‘60 en ‘70 in Duitsland, gekoppeld aan een betere bescherming is hij echter ook in ons land sedert een paar decennia terug van weggeweest. Zo zouden er intussen in de provincies Luxemburg, Luik en Namen weer een dertigtal koppels voorkomen en in de mergelgroeve van de firma ENCI in Maastricht was er ook dit jaar, voor het derde jaar op rij, weer een broedgeval. Aangezien oehoes, net als de andere uilensoorten, territoriale dieren zijn worden de jongen in het najaar uit het ouderlijk territorium verdreven. Vaak zijn het deze jonge, onervaren dieren die tijdens hun omzwervingen voor opmerkelijke waarnemingen zorgen en eventueel ook letterlijk de ‘pech-vogel’ worden.
-
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 17
vzw / PEER
VALLEI
VAN DE ABEEK
In de zestiende eeuw werden op rivieren als de Abeek (ook Molenbeek en Uffelsebeek genoemd), de Itterbeek en de Bosbeek stuwen aangebracht en werd een reeks van watermolens opgericht. Dit had tot gevolg dat op de plaatsen waar het riviertje dat over grote afstanden door vlak terrein, en zeker door depressies, liep als regenperiodes uitgestrekte bv. de “Breuk van Bocholt - Rotem er gedurende Daardoor ontstonden turfveengebieden doch ook gebieden overstroomden. vruchtbare alluviale dalgronden.
De Abeek
of Neer stroomt te Neer in de Maas ( rond 1830)
De toenmalige grens tussen de Heerlijkheid Thorn (principauté de Thorn) en het Graafschap Loon, onderdeel van het Prinsbisdom Luik, is nog bekend dank zij de grensstenen. Deze grens liep dwars door het “Broek” en vinden we terug op de bovenstaande kaart uit de “Nederlandse periode” waarop het tracé van de Zuid-Willemsvaart (Canal Guilaume) reeds voorkomt. De benedenloop van de Abeek is na het graven van de Lossing grondig veranderd. Dit kaartje geeft een beeld van vóór deze ingrijpende wijzigingen die in 1847 aanvingen
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 18
vzw / PEER
VALLEI
VAN DE ABEEK
NEDERLAND
WIJSHAGEN
9
Deze kaart geeft een beeld van het stroomgebied van de Abeek. De Itterbeek die door Opitter stroomt hoort niet bij het stroomgebied van de Abeek, maar kruist wel de Lossing / Abeek die ter hoogte van Ophoven in de Maas vloeit.
NATUUR ~RESERVATEN4
JAARBOEK AFDELING 19
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
VALLEI VAN DE ABEEK In het jaar 1865 heeft de Belgische Regering, deels om gezondheidsredenen, deels omwille van het openbaar nut, aan de gemeente Bocholt en andere Noordlimburgse gemeenten opdracht gegeven, om de moerassen, eigendom dezer gemeenten te verkopen. De kopers waren verplicht deze te ontginnen en voor land- of bosbouw geschikt te maken ( ontginningswet 24 maart 1847). Zo kocht de “Banque Generale pour favoriser I’Agriculture de moerassen gelegen langs de Nederlandse grens.
De Abeek werd Lossing, Emissaire of Molenbeek
et les Traveaux
Publics”,
genoemden.
Aangezien de Nederlandse Overheid weigerde het Belgische water over het natuurlijk lager gelegen Nederlands grondgebied te ontvangen en af te voeren, werden de droogleggingswerken zo opgevat dat het overtollige water van de moerassen van Bocholt en Molenbeersel volledig over Belgisch grondgebied afgevoerd werd naar de Maas te Ophoven langs een nieuw te graven waterloop van 18 km, Emissaire genaamd. Dit was een enorm werk voor die tijd, en de hieruit voortvloeiende zware financiële inspanning had tot gevolg dat de bank tot liquidatie moest overgaan. De eigendommen van de maatschappij werden onder de vennoten verdeeld evenredig met hun inbreng. Zo ontstonden er in dit gebied verschillende grote eigendommen, die men, ieder afzonderlijk, trachtte winstgevend te maken.
--i+
NATUUR =RESERVATEN$
JAARBOEK ia99 NATUURRESERVATEN AFDELING 20
MEEUWEN-GRUITRODE
VZW
/ PEER
VALLEI
VAN DE ABEEK
NEDERLAND.
De Luysen 10
Sj.nt Maartensheide . . . . . . Rijksgrens. kruisingen 4-7-8 : Ondergrondse Aa-beek en Lossing. : Rijksgrenspalem ti5 6 : Woutersgoed. 9 : Broekmolen. 11 : Unjerhorst. 12 : De Kirkel. 10 : De Luysen.
van
Door de inrichting van de Luysen en de inrichtingsplannen in het Smeetshof zal de natuur in de Abeekvallei optimale groeikansen krijgen. De Stichting Limburgs Landschap vzw, de Wielewaal vzw en Natuureservaten vzw werken hier samen met VLM en Aminal om het beheer op elkaar af te stemmen.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 21
VALLEI VAN DE ABEEK
Bewogen verleden groene toekomst Natuurliefhebbers die op de drempel van het nieuwe millennium een bezoek brengen aan deze bijna verlaten uithoek van Bocholt zullen zich ongetwijfeld afvragen waarom uitgerekend het Smeetshof de recentste grote aanwinst van Natuurreservaten vzw is geworden. Want dit 160 hectare grote domein, dat over een afstand van enkele kilometers de grens vormt met Nederland onderscheidt zich ogenschijnlijk weinig van de aangrenzende landbouwgebieden. Uitgestrekte, zwaar bemeste maïsakkers met hier en daar een zieltogende boerderij of houtkant naast kaarsrechte afwateringsgrachten laten nauwelijks vermoeden dat het Smeetshof op het gewestplan ingekleurd staat als “natuurgebied”. Of dat het domein bij de Europese overheid werd aangemeld als vogelrichtlijngebied waarin speciale maatregelen worden genomen om soorten als roerdomp, boomleeuwerik en nachtzwaluw te beschemlen.
Met de aankoop van het Smeetshof door Natuurreservaten kan de bestaande “papieren” bescherming eindelijk in praktijk worden omgezet. Samen met ruim 15 hectare aangrenzende gronden van de gemeente Bocholt is het Smeetshof de komende jaren het toneel van een natuurinrichtingsproject, uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en Afdeling Natuur van AMINAL. JAARBOEK AFDELING 22
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
YZW I PEER
Dit zal resulteren in een gevarieerd natuurgebied, waarin open moeras- en heidegebieden worden afgewisseld met natuurlijke bossen en halfopen ruigtes. Zo wordt het Smeetshof opnieuw een belangrijke schakel in het Kempenbroek, een grens-overschrijdende keten van natuurgebieden die Belgisch- en Nederlands Limburg met elkaar verbindt.
Een symbooldossier De historiek van het Smeetshof is symbolisch voor het verlies van natuurwaarden in Vlaanderen door een steeds intensievere landbouwuitbating. Van oorsprong was het Smeetshof onderdeel van een grensoverschrijdend moerasgebied. In 1770 werd het nog in kaart gebracht als een onbegaanbaar moeras, omgeven door bos en kreupelhout. Maar een eeuw later was naast de grens met Nederland al de Lossing gegraven, een kunstmatig afwateringskanaal, waarna het steeds droger wordende gebied geleidelijk in cultuur werd gebracht. Het resultaat was een kleinschalig landbouwgebied, waarbij wei- en hooilanden afwisselden met bosjes, stukjes heide en ruigten. Ideaal voor vogels als de nachtegaal, de geelgors en de grauwe klauwier, terwijl de resterende nattere gedeelten onderdak boden aan tal van moeras- en rietvogels. Aan die kleinschaligheid kwam een abrupt einde toen het gehele gebied in 1974 werd verkocht en in snel tempo werd omgevormd tot een grootschalig, geëgaliseerd en gedraineerd landbouwdomein. In 1984 bleven van de oorspronkelijke 56 hectare bos nog nauwelijks tien hectare over. In totaal acht kilometer houtkanten werden gerooid, en bijna dertien kilometer bomenrijen verdwenen. Fel protest vanwege lokale natuur- en milieuverenigingen oogstte uitgebreide media-aandacht, maar het resultaat was pover. Ondanks de goed gedocumenteerde waslijst van overtredingen en processen-verbaal werd het merendeel van de flagrante overtredingen geregulariseerd. Zo kreeg het Smeetshof zijn huidige uitzicht: een voor het publiek afgesloten landgoed, beheerd als intensief landbouwgebied en privé-jachtdomein.
Een groen grensgeval De huidige en toekomstige natuurwaarden van het Smeetshof worden nog versterkt door zijn inbedding in het grensoverschrijdend natuurgebied Kempenbroek. Zo wordt het Smeetshof alleen door de Lossing gescheiden van het Nederlandse moerasgebied Wijffelterbroek. Dit gerenommeerde elzenbroekbos met aangrenzende weilanden wordt beheerd door de vereniging Natuurmonumenten, de Nederlandse partner van Natuurreservaten vzw. Een verhoogde grondwaterstand en een betere waterkwaliteit in het Smeetshof komen ook de natuurwaarden in het gerenommeerde Wijffelterbroek ten goede. Naast het Wijffelterbroek vormen ook de Kettingdijk en de Natuurbossen - met een mooie populatie nachtzwaluweneen natuurlijk Nederlands verlengstuk voor het Smeetshof.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 23
vzw / PEER
VALLEI VAN DE ABEEK Uiteraard mogen we ten noorden van de Zuid-Willemsvaart en vennengebieden Ringselven en de Hoort niet vergeten.
ook de unieke moeras-
Aan de Belgische kant van de Zuid-Willemsvaart sluit het Smeetshof achtereenvolgens aan bij de Lozerbeemden, eigendom van Natuurreservaten vzw bij het weidevogelgebied van Veldhoven, en bij het eigen natuurreservaa; Kreielerbos. Nog verder naar het zuiden, aan de andere oever van de Abeek is de Wielewaal actief met het moeras- en vijvercomplex de Luysen, en pronkt de Stichting Limburgs Landschap met het Stamprooierbroek. Beide natuurverenigingen zijn samen met de Vlaamse overheid ook actief in de weidevogelgebieden gelegen tussen de Abeekvallei en de verbindingsweg tussen Bree en Kinrooi. Grote Natuurwinst De aankoop van het Smeetshof is het startschot om op korte termijn zeer veel natuurrijkdom terug te winnen. Met het natuurinrichtingsproject van de VLM en de Afdeling Natuur moet de natuur in het Smeetshof weer alle kansen krijgen. Rond een centrale moeraszone komt een halfopen tot open landschap, waarin bosgebieden afwisselen met meer open gedeelten die actief beheerd worden. Belangrijk is een drastische vernatting van het gebied, zodat het van oudsher aanwezige laagveen mogelijkheden krijgt tot herstel. Drainageleidingen worden verwijderd en een deel van de zwaar bemeste bouwvoor wordt afgegraven. Rechte beken krijgen opnieuw de kans om te meanderen, en aflopende oevers moeten zorgen voor ecologische waardevolle overgangszones. Aanplantingen van populieren en fijnsparren zullen vervangen worden door meer streekeigen bossen, gaande van elzenbroekbos in de natste gedeelten tot eiken-berkenbos op de hogergelegen zandgronden.
,-
JAARBOEK
1999 NATUURRESERVATEN
AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE
\ 24
vzw I PEER
VALLEI VAN DE ABEEK
Het natuurreservaat de Luysen ligt op een sleutelpositie in het grootste grensoverschrijdende natuurcomplex Stamprooierbroek -Wijffelterbroek. De vallei van de Abeek vormt aan de Belgische zijde de ruggegraat van dit ecologisch en landschappelijk belangrijke gebied. De Luysen maakt naadloos de overgang van de hogere gronden van het natuurgebied St.-Maartensheide naar de moeraszone van Stamprooierbroek en Wijffelterbroek. De Luysen neemt bovendien een bijzondere plaats in dit gebied in, vermits dit natuurreservaat samen met het aanliggende Mariahof binnen het grensoverschrijdende natuurcomplex het enige openwatergebied vormt
NATUURONTWIKKELINGSPLAN De LUYSEN Het natuurontwikkelingsplan de Luysen hervormde het gebied vrij drastisch. Als eerste stap werden alle illegale bouwwerken afgebroken en uit het gebied verwijderd. De vijvers werden aangepast aan de ecologische noden: oevers werden in helling gezet, een moeraszone en een slikplaat werden aangelegd . De aanliggende weilanden kregen er poelen bij. De weiden werden verder ontwikkeld tot (riet)moerassen.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 25
VALLEI VAN DE ABEEK
Ten slotte legde de Wielewaal een natuureducatief wandelpad aan met twee vogelkijkhutten. Op deze manier zocht men een evenwicht tussen het behoud van bedreigde moerasvogels en de openstelling voor het publiek Vijvers De vijvers vormen het kloppende hart van het gebied. Het is hier dat vaak zeldzame broedvogelsoorten Zomertaling, Geoorde fuut, Dodaars en Blauwborst tot broeden komen. Rond en in de vijvers komen rietmoerassen voor. Het zijn ideale biotopen voor o.a Roerdomp, Waterral, Kleine karekiet en Snor. De grote vijver is om ecologische redenen voor het publiek gesloten. Wel kan de wandelaar het gebied observeren vanuit een vogelkijkhut. Moerassen Een groot deel van het gebied wordt ingenomen door natte ruigten en moerassen. Op verschillende plaatsen en in deze open percelen werden poelen gegraven. De poelen zijn onafhankelijk van het water van de vijvers waardoor ze bijzonder geschikt zijn voor diverse ruigtekruiden. Als broedbiotoop zijn ze in trek bij o.a. zeggesoorten, Veenwortel, Pijptorkruid en verschillende ruigtekruiden. Als broedbiotoop zij ze in trek bij oa.Kleine karekiet, Watersnip, Roodborsttapuit en Bruine kiekendief SlikpIaat Het zal u allicht niet verwonderen dat het vijvercomplex"de Luysen" een bijzondere aantrekking uitoefent op de trekvogels. Jaarlijks zorgt dit gebied voor een veilige rustpauze in hun trek naar het verre zuiden of naar het koude noorden. Om deze vogels nog betere omstandigheden aan te bieden is de mogelijkheid geschapen om in de grote vijver door een kleine daling van de waterstand een slikplaat vrij te maken. Deze slikplaat is een rijk gedekte tafel voor vele waadvogels zoals o.a. Groenpootruiter, Kemphaan, Kleine plevier, Bosruiter en Bokje. Andere jaarlijkse doortrekkers zijn o.a. Visarend, Blauwe kiekendief en Zwarte stern. De slikplaat is dusdanig ingericht dat ze vanuit de kijkhut prachtig waarneembaar is.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 26
VALLEI VAN DE ABEEK
Het visbestand van de Abeek 1998 Door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW) werden in samenwerking met de Provinciale Visserijcommissie van Limburg en de Afdeling Bos en Groen van AMINAL (de houtvesterijen Bree en Hasselt) in april 1998 visbestandopnames uitgevoerd op de Abeek en enkele zijbeken. De visbestandopnames werden uitgevoerd door middel van elektrovisserij. Op de Abeek werden 21 vissoorten aangetroffen nl. beekprik, paling, kolblei, giebel, karper, riviergrondel, serpeling, bittervoorn, blankvoorn, rietvoorn, zeelt, bermpje, bruine Amerikaanse dwergmeerval, snoek, Amerikaanse hondsvis, regenboogforel, beekforel, driedoornige stekelbaars, tiendoornige stekelbaars, zonnebaars en baars. De aanwezigheid van beekprik in de bovenloop van de Abeek is een zeer positief teken. Beekprik is een pollutiegevoelige soort en zijn aanwezigheid duidt op een goede waterkwaliteit. Het aantal soorten neemt stroomafwaarts toe. De meest verspreide soort is het bermpje. We zien een negatieve evolutie in het visbestand ten opzichte van vroegere gegevens. Sommige soorten zoals alver en barbeel zijn totaal verdwenen terwijl andere soorten waaronder pollutieresistente exoten (Amerikaanse dwergmeerval en Amerikaanse hondsvis) deel uitmaken van het huidige visbestand. De verschuiving van soortenabundantie over het verloop van de Abeek hangt samen met de beekmorfologie en de aan- of afwezigheid van specifieke habitats. Het actuele visbestand is goed gediversifieerd en mag zeker bij de "goede" viswaters gerekend worden onder meer door het voorkomen van serpeling en beekprik. Opvallend is het zeer povere visbestand in de bemonsterde zijbeken. In de Gielisbeek treft men enkel tiendoornige stekelbaars en Amerikaanse hondsvis aan en in de Breeërstadsbeek wordt geen vis aangetroffen. De waterkwaliteit is er minder goed dan in de Abeek zelf. De zijbeken verdienen dan ook saneringprioriteiten. In de Zuurbeek worden 6 soorten aangetroffen waaronder zelfs het bermpje. Bron: Breine J.J., Van Thuyne G., Belpaire C. en Beyens J. 1999. Visbestandopnames op de Abeek (1998) IVW.Wbv.IR.99.76
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 27
VALLEI VAN DE ABEEK
JAARBOEK AFDELING 28
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
VALLEI VAN DE ABEEK Wildakkers en kleine landschapselementen.
W.B.E. DE KORHAAN v.z.w. kloosterstraat 14 3990 PEER Rek.nr.-735-2312321-23 Fax: 011/636188 tel.: 011/633584. Als wildbeheereenheid is een van onze grootste taken het in stand houden van een zo natuurlijk mogelijk en evenwichtige wildstand. Het verdwijnen van houtkanten, braakliggende gronden maar ook het verdwijnen van kleine percelen graanakkers die plaats moeten maken voor de grote eenzijdige monoculturen waar weinig of geen ruim+e meer over is voor diversiteiten zoals wilde kruiden, wilde zaden en wilde- bloemen zijn mede oorzaak van het verdwijnen en of steeds zeldzamer wordend van bepaalde insecten, amfibieën, vogelsoorten en zoogdieren. De korhaan is hier een duidelijk voorbeeld van, maar ook de Patrijs die niet door bejaging zoals wel eens beweerd wordt maar juist door het verdwijnen van een geschikt biotoop, plaatselijk dreigt te verdwijnen. Door het aanleggen van meerjarige wildakkers, bestaande uit streekeigen granen, kruiden, bloemen en grassen, kleinschalig maar met een grote diversiteit aan soorten, indien mogelijk aangeplant door een aangrenzende houtkant trachten wij een beetje de natuur te herstellen, zeg maar de klok terug te draaien, overigens niet zonder resultaat. Waar reeds meer dan vijfentwintig jaar de patrijs is verdwenen zien we ze nu daar terug, maar ook andere soorten profiteren van dit aantrekkelijk aanbod, stootvogels zoals de sperwer, buizerds maar ook uilen en bunzing worden weer regelmatig waargenomen,om ook nog maar te zwijgen over de honderden zangvogels die op hun trektochten neerstrijken om even bij te komen. Het probleem is echter het vinden van gronden om deze wildakkers en of houtkanten aan te planten. Hier en daar hebben enkele privé personen, lid van onze vereniging stukje kunnen aankopen, of krijgen we tijdelijk een klein hoekje van een bevriende eigenaar of landbouwer. Sedert enkele jaren lukt het ons ook om na de graanoogst op enkele percelen tijdelijke wildakkers in te zaaien, deze zorgen tenminste in het koudste seizoen voor een natuurlijk voedselaanbod en dekking. Zouden wij de gelegenheid krijgen om ondanks de hoge kosten dergelijke initiatieven te kunnen uitbreiden dan kan de natuur hier alleen maar beter van worden, en ja wij zijn uiteindelijk wel jagers maar een goede beheersjacht moet kunnen, en wie zaait mag toch ook oogsten of niet? Namens W.B.E. De Korhaan v.z.w. , de Voorzitter. Johan Ramaekers
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 29
VALLEI VAN DE ABEEK
DE VIER SEIZOENEN VAN DE HONINGBIJ. Wie afgelopen zomer in de buurt van het brongebied van de Abeek rondwandelde zal gezien hebben dat ter hoogte van het eerste broek een voormalig braakliggend perceeltje al voor het tweede jaar terug in gebruik is en ingezaaid werd met veldbloemen. Het betreft een initiatief van de lokale irnkers, die het perceel in bruikleen gekregen hebben van de gemeente Meeuwen-Gruitrode. (Ter hoogte van de Anjerstraat werd er trouwens nog een tweede perceel, van een particuliere eigenaar, op gelijkaardige manier bewerkt.) In de zone buiten de eerste brandgang worden er, op diverse plaatsen rondom het militaire domein, vanaf begin augustus tot half september, immers ieder jaar weer een aantal bijenkasten neergezet niet het oog op het oogsten van de heidehoning. Door het inzaaien van bloemenakkertjes tracht men niet alleen voor variatie in het nectaraanbod te zorgen maar bovendien krijgt men op die manier een extra dracht buiten de bloeiperiode van de heide. Het spreekt voor zich dat dit niet alleen de tamme bijen ten goede komt maar dat de bloemenweide ook druk bezocht wordt door een grote verscheidenheid aan wilde insecten en bovendien vormen de rijpe zaden een welgekome aanvulling op het menu van talrijke zangvogels en muizen. Heden ten dage springen dergelijke initiatieven in het oog, vroeger daarentegen stonden op vrijwel iedere boerderij, op een wat afgelegen uithoek van het erf, een aantal bijenkorven onder een afdak. Honingbijen waren immers een gewaardeerde leverancier van honing en bijenwas en de mensen waren in die tijd nog in hoge mate afhankelijk van wat de natuur rondom heil te bieden had (zo werden de bijenkorven bijvoorbeeld gevlochten van bundels pijpenstrootjes of stro die niet repen van de stengels van bramen ui elkaar gevlochten werden). Intussen zijn er voldoende goedkope alternatieven voor honing als zoetstof en bijenwas als grondstof voor kaarsen voorhanden zodat het houden van bijen in onbruik raakte en nu nog slechts beoefend wordt door een begeesterde enkeling. Gelukkig begint in tuinbouw- en fruitmiddens het besef te groeien dat bijen en hommels een niet te onderschatten rol spelen bij een volwaardige bevruchting van de bloesems en dus ook bij de kwaliteit van de vruchten. Daarnaast leveren de lokale afdelingen van de bijenbonden via lessenreeksen en voordrachten sinds een paar decennia belangrijke inspanningen om de tanende belangstelling voor de imkerij een halt toe te roepen en nieuwe paden te bewandelen. De nadruk ligt tegenwoordig niet enkel meer op het houden van bijen voor de honing en was, indien je dit wenst kan je je ook concentreren op het kweken van jonge koninginnen, het oogsten van propolis, koninginnebrij of stuifmeel en tegenwoordig worden ook hommels in kasten gehouden en als bestuivers verhuurd aan de telers van kleinfruit (hun lichaamsbouw is immers beter geschikt voor de bestuiving van bepaalde teelten).
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 30
VALLEI VAN DE ABEEK Voorjaar: bevolkingsexplosie Zodra de zon iets hoger aan de horizon staat en de temperatuur in de richting van de 15° C neigt komt het leven in de kolonie terug op gang. De afgelopen maanden hebben de werksters en de koningin dicht op elkaar en vrijwel roerloos het einde van de winter afgewacht. De werksters maken van de eerste zonnestralen dankbaar gebruik om even de vleugels te strekken en zich te ontlasten. Zij hebben de kast immers al enkele maanden niet meer kunnen verlaten en hebben gedurende al die tijd hun uitwerpselen moeten ophouden. Al snel merk je dat de vliegbijen bij hun terugkomst zwaar beladen zijn met stuifmeel van de eerste voorjaarsbloeiers. Dit stuifmeel hangt in 2 klompjes aan de achterpoten die speciaal voor dit doel van kleine inkepingen voorzien zijn, zodat bij ieder bezoek aan een bloem automatisch een hoeveelheid stuifmeel meegenomen wordt. In dit nog zeer bloemenarme seizoen spelen naast de wilg (de alom bekende mannelijke wilgen met hun heldergele katjes kunnen op een zonnige middag gonzen van de bijen alsof een dieselmotor staat de draaien) de vele particuliere tuintjes met vroege bloeiers zoals bijvoorbeeld de krokus een niet te onderschatten rol als leverancier van het voor het bijenbroed levensnoodzakelijke stuifmeel.
DAR WERKSTER KONINGIN Bij een kolonie die gezond en wel de winter doorstaan heeft komt de koningin al in de winter langzaam maar zeker aan de leg. De minuscuul kleine eitjes worden één voor één in afzonderlijke cellen van de raat afgezet en door de werksters warm gehouden. Na drie dagen komt er uit ieder eitje een larfje tevoorschijn dat gedurende 6 dagen door de werksters gevoed en verzorgd wordt. Daarna wordt de cel met een waslaagje afgesloten en dan heeft het larfje nog 12 dagen nodig om de metamorfose tot bij te ondergaan. Vanaf februari kan aldus het eerste gesloten broed aangetroffen worden. Nadat de oude werksters, die samen met de koningin overwinterden, de zorg voor dit eerste broed van het nieuwe seizoen tot een goed einde brachten zullen ze al snel sterven en plaats ruimen voor een nieuwe generatie. Naarmate de dagen lengen, de temperatuur stijgt en het voedselaanbod toeneemt komt de koningin goed op dreef en kan het aantal eieren dat zij iedere dag legt toenemen tot om en nabij de 2000 stuks. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de kast al snel uit haar voegen dreigt te barsten temeer daar de raten niet enkel gebruikt kunnen worden voor het broed maar bovendien ook nog dienst doen als opslagplaats voor de verzamelde nectar. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 31
VALLEI VAN DE ABEEK Ondertussen hebben de bijen ook een aantal extra grote cellen gebouwd die gebruikt worden voor het darrenbroed. De bijenkolonie is in wezen een echte matriarchiale maatschappij die volledig om de koningin en haar vrouwelijke werksters draait. Tegen de tijd echter dat er jonge koninginnen geboren zullen worden ontstaat de noodzaak om ook een beperkt aantal mannelijke nazaten (darren) voort te brengen. Zij worden geboren uit onbevruchte eitjes die de koningin in de daarvoor voorziene cellen afzet (werksters en koninginnen daarentegen komen altijd voort uit bevruchte eitjes), zij leven volledig bij de gratie van hun vrouwelijke zusters (de werksters), worden door hen verzorgd en gevoed en hun aanwezigheid wordt slechts getolereerd in het seizoen dat er jonge koninginnen geboren kunnen worden, die voor hun bevruchting nu eenmaal op mannelijke individuen aangewezen zijn. In de periode rnei-juni bereikt de kolonie een echte climax. Het aantal werksters bereikt een plek, darren zijn er nu in overvloed en de werksters gaan nu over tot het opkweken van een aantal jonge koninginnen. Daartoe bouwen ze een beperkt aantal reuzegrote cellen. Het larfje dat in deze zogenaamde koninginnedoppen geboren wordt, wordt door de werksters extra in de watten gelegd en volledig gevoed met de vermaarde koninginnebrij. Door deze speciale broedzorg zal dit larfje slechts 7 dagen in het stadium van pop verkeren. Twee koninginnen kunnen echter nooit in 1 volk samenleven (de sterkste zal de zwakste doodsteken). Daarom zal de oude koningin zich samen met de helft van de werksters onder de voeten uit maken en een nieuw onderkomen zoeken vóór dat de eerste nieuwe koningin geboren wordt. Als nieuwe thuishaven komt overigens vrijwel iedere holte of spleet in aanmerking en meestal werd deze nieuwe locatie al geruime tijd op voorhand uitgekozen en gekeurd door een voorhoede van werksters. Indien de kolonie nog groot genoeg is zal de eerste nieuwgeboren koningin op haar beurt uitzwermen met een deel van het resterende volk. Is het volk daarentegen te klein geworden om nog verder gesplitst te worden dan doodt ze de overige ongeboren koninginnen en keert de rust terug. De jonge koningin zal nu eerstdaags uitvliegen voor haar bruidsvlucht, waarbij ze, hoog in de lucht, met meerdere darren paart. De hoeveelheid sperma die ze hierbij ontvangt zal moeten volstaan om de vele tienduizenden eitjes die ze in haar verdere leven gaat leggen te bevruchten. Na de bruidsvlucht keert ze terug naar haar kolonie. Binnen een paar weken zal ze beginnen leggen en wordt ze een volwaardige vervangster van haar moeder, de vorige koningin. Zomer: voorbereiding op de winter Door het uitzwermen van één of meerdere koninginnen en een groot deel van de werksters heeft de kolonie zich weliswaar voortgeplant maar heeft ze anderzijds ook veel van haar slagkracht verloren. Er resten nu nog slechts twee taken vóór de winter en dat is het zorgen voor nakomelingen zodat met een voldoende getalsterkte overwinterd kan worden en het verder aanleggen van een voedselvoorraad. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 32
VALLEI VAN DE ABEEK De werksters die samen niet de nieuwe, jonge koningin in de oude kast achterbleven hebben in zekere zin 'thuisvoordeel' aangezien ze een volwaardig nest erven. Degenen die naar een nieuwe locatie emigreerden daarentegen zullen volledig nieuwe raten moeten bouwen. Het 'bouwmateriaal' (was) wat de bijen hiervoor nodig hebben wordt uitgescheiden door 8 klieren aan het achterlijf van jonge bijen. Voor het dichten van kieren en het vastzetten van loszittende delen wordt propolis gebruikt. Dit is een soort harsachtige substantie die verzameld wordt van de knoppen en schors van verschillende bomen en planten. In verband met het aanleggen van een voorraad honing dient verder opgemerkt te worden dat honing niet zomaar zonder meer kant en klaar ingezameld kan worden. Aangezien het bijenlichaam uitsluitend enkelvoudige suikers kan opnemen, wordt de nectar die door de vliegbijen mee naar de kolonie gebracht wordt, door de werking van bepaalde enzymen in hun maag afgebroken tot dergelijke enkelvoudige structuren vóór dat hij opnieuw uitgebraakt en in de raten opgeslagen wordt. Bovendien wordt hij van zijn overtollig vocht ontdaan door het zogenaamde ventileren. De huisbijen gaan door snelle vleugelslagen voor een constante luchtstroom in de kast zorgen zodat verdamping optreedt en het waterpercentage in de gestockeerde honing daalt tot minder dan 20%. Wanneer een bij een goede dracht ontdekt heeft zal zij deze informatie meedelen aan haar nestgenoten door het uitvoeren van de zogenaamde bijendans op de raat. Uit het patroon van deze dans en de snelheid waarmee hij uitgevoerd wordt kan de richting van en de afstand tot de vindplaats afgeleid worden. Door uitwisseling van voedsel kunnen de bijen tevens de geur, de smaak en de suikerconcentratie proeven. Op die manier slagen zij erin om steeds de meest energierijke nectar eerst en op een efficiënte wijze in te zamelen. Aangezien al deze werkzaamheden tegelijk en in harmonie met elkaar uitgevoerd moeten worden heerst er in de ogenschijnlijk chaotische bijenmassa toch een strikte en gedisciplineerde taakverdeling. De werksters hebben namelijk, afhankelijk van hun leeftijd, een eigen verantwoordelijkheid: de eerste drie weken van hun leven blijven ze in de kast waarbij ze achtereenvolgens ingeschakeld worden om cellen te poetsen, het broed te verzorgen, nectar te inverteren en de vliegopening van de kast te verdedigen. Nadien worden ze ingezet als haalbijen en overleven ze, afhankelijk van de omstandigheden, gemiddeld nog een drie- á viertal weken. Bovendien is het zo dat de individuele bijen steeds maximaal ten dienste staan van de kolonie. Hiertoe hebben zij de mogelijkheid de biologische klok in zekere zin naar hun hand te zetten. Indien dit wenselijk is kunnen bepaalde stadia in hun evolutie overgeslagen worden of desnoods kunnen bepaalde functies uit hun verleden terug geactiveerd worden.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 33
VALLEI VAN DE ABEEK Najaar: profiteren van de laatste zonnige dagen van het jaar. Naarmate de dagen korter worden en het gure herfstweer zijn intrede doet daalt de activiteit in het bijenvolk. De koningin gaat steeds minder leggen en de darren worden verdreven en aan hun lot overgelaten. Het is in dit seizoen dat je velen van hen dan ook dood of stervende kan aantreffen op de vensterbanken in garages of tuinhuisjes. In een krampachtige poging om te overleven trachten ze immers alsnog een ander onderkomen te vinden en kruipen ze aldus door eventuele kieren naar buiten maar aangezien ze zelfs niet in staat zijn zelfstandig eten te zoeken zijn ze gedoemd om aan ontbering ten onder te gaan. Zij zijn overigens vrij eenvoudig te herkennen aan hun extreem grote ogen (scherp zicht is immers noodzakelijk voor het efficiënt opsporen van jonge koninginnen op bruidsvlucht) en bovendien absoluut ongevaarlijk aangezien ze niet over een angel beschikken (en dit overigens in tegenstelling tot de werksters van de wespen, die in de nazomer eveneens verdreven worden maar die wel een angel bezitten en in dat seizoen behoorlijk agressief uit de hoek kunnen komen). Indien de klimatologische omstandigheden het toelaten wordt er nog druk gevlogen op de laatste drachten van het jaar (o.a. spork en klimop), in het andere geval beperkt men zich tot het schuilen voor koude, wind en regen.
Winter: absolute rust De winterperiode is voor de bijen de periode van de absolute inactiviteit. Om energieverlies en energieverbruik tot een strikt minimum te beperken troepen zij dan ook samen in een dikke bolvormige kluit om in die toestand te teren op hun honingvoorraad. De warmte die bij het eten van honing door de stofwisseling geproduceerd wordt volstaat om de temperatuur in het centrum van de tros op een 20 á 30° C te stabiliseren, aan de buitenzijde daalt de temperatuur tot een tiental graden. Het spreekt voor zich dat kolonies die slecht voorbereid de winter ingingen het nu hard te verduren krijgen. Sommige koolmezen maken handig gebruik van de kwetsbare positie waarin de bijen zich nu bevinden om een extra hapje te verschalken: zij gaan op de vliegplank van de kast zitten, tikken herhaaldelijk met hun bek tegen de kast en wachten geduldig tot een slachtoffer, verstijfd van de kou en dus kansloos tegen de schalkse mees, buiten komt zien wat er aan de hand is. Uiteraard houden deze 'winterbijen' het veel langer uit dan hun zusters die in het hoogseizoen geboren worden. Hun taak is immers pas beëindigd nadat ze de fakkel hebben overgedragen aan de eerste voorjaarsgeneratie, waarna de hele cyclus weer van voren af aan aanvangt. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 34
VALLEI VAN DE ABEEK
De kennis die veel mensen van bijen hebben beperkt zich meestal tot het loutere feit dat ze weliswaar honing voortbrengen maar bovenal ook vervaarlijk uit de hoek kunnen komen met hun angel. Wie zich de moeite getroost ook eens verder te kijken en zijn vooroordelen even te onderdrukken zal ontdekken dat er een veel complexere en vooral boeiendere wereld schuilgaat achter deze naarstige insecten dan men op het eerste zicht zou kunnen vermoeden.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 35
RESERVATENWERKING
Na een jaar van zeer veel aankopen, ging het er in 1999 op vlak van aankopen een stuk rustiger aan toe. Toch werd nog in de laatste maanden voor het millennium nog voor enkele mooie percelen een verkoopsovereenkomst afgesloten. In 1999 werden voor 1,15 ha notariële akten verleden. Voor 2000 staan op dit moment (begin december) 4,15 ha in het vooruitzicht: 3,15 ha ter hoogte van het Kraaikenshof op de grens van Reppel met Grote-Brogel en een dennenbos van 1 ha langs de Reppelerweg in Ellikom op de grens met Reppel. Voor nog 2 andere ha, ook in Reppel, lopen er onderhandelingen. Voor een overzicht van laatst aangekochte percelen wordt verwezen naar bijgaande tabel. Voor de situering van de terreinen in beheer wordt verwezen naar de kaarten. Een IO-tal beheerswerken (zondagvoormiddagen) werden georganiseerd. .Ook werd er een vleermuizenkelder ‘gebouwd’. Twee jeugdkampen grepen plaats (zie elders in dit jaarboek). Een 20-tal leden van de Wildbeheerseenheid van Peer waren net als vorig jaar op een zondagvoormiddag op de afspraak om te maaien. Ook niet te vergeten het werk van menig vrijwilliger, die buiten de zondagvoormiddagen werk verrichten in het reservaat. Waarvoor dank. Het erkenningsdossier, met het beheersplan, werd eind vorig jaar (1999) ingediend bij de AMINAL (Administratie Milieu-, Natuur -, Land en Waterbeheer). De erkenning van bijna 54 ha (53,996O ha: 42,0749 ha in eigendom en 11,921l ha in huur) wordt voor volgend jaar (2000) verwacht. Deze erkenning door de Vlaamse Overheid van het Reservaat Abeekvallei als natuurreservaat, houdt in dat het gevoerde beheer ook betoelaagd kan worden. Afhankelijk van de natuurtypes, die dienen te passen in de vooropgestelde natuurstreefbeelden, en de mate van openstelling (aard en lengte wandelpaden, aanwezigheid van vogelkijkhutten) en de monitoring (opvolging), wordt voor het beheer en het toezicht subsidies door het Vlaams Gewest verleend. Ook voor de eerste inrichting van het reservaat kunnen subsidies verleend worden. Dit houdt ook in, dat naast een openstellingsplan, drie vegetatiejaren na erkenning, en vervolgens om de 5 jaar een uitgebreid monitoringrapport, dient opgemaakt te worden. Dit rapport dient een uitgebreide beschrijving te bevatten van de evolutie van flora en fauna onder invloed van het beheer, de evolutie van een aantal aandachtssoorten, een kaart met de initiële en actuele natuurtypes, de natuurstreefbeelden, een overzicht van gegevens inzake grondwaterstanden. Erkenning houdt ook in dat een aantal werkzaamheden, die normaal een stedenbouwkundige vergunning of machtiging van het Vlaams Gewest (afdeling Bos en Groen) nodig hebben, indien zij voorzien zijn in het goedgekeurde beheersplan, niet meer noodzakelijk zijn.
-
4. NATUUR i”
JAARBOEK AFDELING 36
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE!
vzw PEER
RESERVATENWERKING Er zal verder gewerkt worden aan een planning van het onderhouds- maar zeker ook van het in het beheersplan voorzien omvormingsbeheer. De oprichting door Natuurreservaten van de vzw Sociale Werkplaatsen Natuur en Landschap, kan ons hierbij helpen. Dit initiatief, dat op 1 december ll. startte bestaat voor Limburg (Noord-, Midden- en Oost- Limburg) uit 2 ploegen van telkens 5 langdurig werklozen onder leiding van 2 ploegbazen. Deze ploegen hebben hun standplaats in Maasmechelen en Genk. Een 6-tal publieke wandelingen waarbij het reservaat werd aangedaan, enkele wandelingen op aanvraag, de Open Natuurdag (6 juni) en de Dag van de Natuur (20 november) dienen nog vermeld te worden. De uitvoering van het bewegwijzerde wandelcircuit Ellikom -Erpekom blijft nog op ieders verlanglijstje staan. Natuur is er voor iedereen.
-
JAARBOEK AFDELING 37
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
ww / PEER
In het gemeentelijk heideterrein werd de Amerikaanse vogelkers verder bestreden. Een 12-tal mandagen werd midden oktober geleverd door het OCMW-project Opleiding Kansarmen (TOK). Een verdere dunning van berken en eiken dient opgenomen te worden in het inrichtingsbeheer en kan uitgevoerd worden nadat de erkenning van het reservaat rond is. Een infobord ‘Natuurontwikkelingsproject Heideherstel’, werd door de gemeente geplaatst. Acties: Overzetactie amfibieën ter hoogte van Den Damp (Het Broek); zie hiervoor elders.
-
JAARBOEK AFDELING 39
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
RESERVATENWERKING
-
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 40
vnv / PEER
RESERVATENWERKING 70NF Gemeente: Meeuwen-Gruitrode
7 : ‘MFFUWFN’
(Meeuwen en Wijshagen)
Locatie: Valleigebied tussen Den Damp (Het Broek) en de weg Peer - Helchteren Veiligstelling: In deze zone werden geen bijkomende percelen in beheer genomen. op 7,5 ha.
Het totaal blijft
Beheer: Voor de broekbossen: spontane natuurontwikkeling en dus als beheer: ‘niets doen’. Voor het perceel Donderslagbemden, waarop de populieren gekapt werden in het voorjaar 1998, wordt een extensieve begrazing voorzien. Hiervoor dient het perceel van 5 ha eerst omrasterd te worden. Doordat dit perceel valt onder het bosdecreet, kan door Bos en Groen geen machtiging voor het plaatsen van een afrastering gegeven worden. Doordat ook begrazing door het bosdecreet verboden is, is het wachten met begrazing tot het beheersplan goedgekeurd wordt. Eind december 98 werd nog takhout geruimd, terwijl op 1 april tijdens de inleefdag van de 5de jaars van Agnetendal Peer, het hout uit de Abeek getrokken werd.
RESERVATENWERKING
Gemeente: Meeuwen-Gruitrode
(Ellikom, Meeuwen),
Peer (Grote-BrogeIErpekom)
Locatie: Valleigebied gelegen tussen weg Peer - Helchteren en de weg Peer - Bree (omgeving Dorpermolen, stroomafwaartse deel van de Gielisbeek, Luythegge, Oude Berenheidemolen, Hoogmolen en Oude Neermolen) Veiligstelling: In dit gebied werd drie maal gekocht: een oppervlakte van 0,8 ha elzenbos komt bij de 21 ha die in dit gebied al in beheer waren. De percelen zijn gelegen in de Kinkelbeemden (langsheen de Hommelbeek), Klokbemden en Meeuwerkant. Een dennenbos (oppervlakte 0,29 ha) gelegen op de Stiktheide (ter hoogte van de Vaeshofweg) in Grote-Brogel werd ons geschonken, waarvoor dank. Beheer: Broekbossen: spontane natuurontwikkeling en dus als beheer: ‘niets doen’ . Hooilanden: twee hooilanden (oppervlakte 20 are) achter Erperheide Ellicommerbemden werden twee maal gemaaid: een eerste maal tijdens het jongerenkamp van JNM in juli en een tweede maal bij de beheerswerken van 17 oktober. Een eerste aanzet tot een gedeeltelijke omvorming van het rietland naar hooiland, zoals voorzien in het beheersplan, werd gegeven bij de Dag van de Natuur op zaterdag 20 november. Een oppervlakte van 20 are rietland werd gemaaid door een 1%tal vrijwilligers. Ook een aantal paden werden 2 maal gemaaid. Een deel van het rietland op Luythegge werd half februari gemaaid. Door de 5de jaars van Agnetendal Peer werd op 1 april een draadomheining van 150 m geplaatst, waardoor een deel van het hooiland en rietland (20 are) kan (na)begraasd worden. In oktober graasden de koeien van de buurman het omheinde perceel kaal.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 43
vzw I PEER
RESERVATENWERKING
Gemeente: Meeuwen-Gruitrode Locatie: Valleigebied
(Ellikom),
Peer (Grote-Brogel),
Bocholt (Reppel)
tussen de Baan Peer - Bree en de molen van Reppel
Veiligstelling: In deze zone konden we een perceel met weekendverblijf (oppervlakte 0,32 ha) en in november nog een oppervlakte van liefst 3,15 ha toevoegen aan het natuurreservaat. Deze laatste oppervlakte (9 kadastrale percelen), gelegen achter het Kraaikenshof, bestaat uit 1,2 ha weide, twee vijvers-samen40 are groot, een rietland van 50 are, een sparren- en populierenaanplant van 1 ha groot. Ook voor een 1 ha groot dennenbos, gelegen langs de Reppelerweg in Ellikom op de grens met Reppel, werd nog een verkoopsovereenkomst afgesloten. Beheer: Het 1 ha grote dennenbos Aen den Slagmolen werd in de winter gekapt (de dennen waren niet in de koop inbegrepen). Het takhout werd in de zomermaanden door vrijwilligers gedeeltelijk opgeruimd. Het perceel Kwanten werd door de vrijwilligers van het Jeugdhuis Scherpe Steen begin augustus voor een deel gemaaid. De percelen Hendrix werd voor een groot deel 1 maal gemaaid, deels in begin juli door vrijwilligers, deels begin augustus door het jeugdhuis Scherpe Steen. De structuurvariatie en plantenrijkdom nemen toe, wat ook de Plantenwerkgroep van Likona kon waarnemen bij haar excursie van 31 mei. Het hooiland Opdeweegh kon door het voorbije natte weer met de tractor slechts gedeeltelijk gemaaid worden begin juni en half augustus. Hierdoor bleef nog een aanzienlijke oppervlakte over die met de maaibalken (éénmaal) gemaaid en gehooid werd. De percelen Vandekerkhof werden deels gemaaid en gehooid door het werkkamp van Scherpe Steen. Het beheer van het hooiland Vanderhoydonks (75 are) werd tweemaal gemaaid: samen met het jongerenkamp van JNM eind juli en op een zondagvoormiddag 19 september met een 20-tal leden van de wildbeheerseenheid De Korhaan van Peer. Acties: Overzetactie aan de Reppelerweg: ongeveer evenveel (even weinig) amfibieën werden overgezet als het jaar ervoor. Voor een verslag van de amfibieënpopulatie zie elders in dit jaarboek. Voor de ombouw van het weekendverblijf in Reppel tot een vleermuizenoverwinteringskelder, zie ook elders in dit jaarboek. f.j. JAARBOEK AFDELING 45
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
PROJECTEN
JNM ABEEKKAMP 1999 Voor mij begon het mega-fantastische JNM-kamp-avontuur op maandag 24 juli rond 19.00 u. Toen ik op de kampplaats kwam moest ik al direct de proef op de som nemen. Ik kreeg een bord spaghetti – er was nog zeer veel over - voorgeschoteld terwijl Hilde en Hervé die dag corvee hadden! Het was wel gezellig daar in die keukentent en ik voelde mij al direct thuis. Ik merkte ook al direct dat de anderen al goed gepresteerd hadden ( het kamp was al van zaterdag bezig ). Die zaterdag was er al lustig gedetermineerd en zondag en maandag beheerswerken op den Duits gedaan. Ik kreeg ook een rondleiding tussen de prachtige infrastructuur: een drieledige frigo bestaande uit een zwembadje, een put voor groenten en een drankput; een put voor groen afval; een put voor nog ander afval; twee heel ferm tenten die de rest ruimschoots compenseerden. Dinsdag kon ik ook iets presteren. Dat begon al vroeg want ik had corvee samen met Nobby. Na het ontbijt vertrokken we naar het Turfven met z’n achten: Bart, Hilde, Nobby, Virginie, Hervé, Martine, ik en Tom, een libellenspecialist. Handig , zo iemand als Tom in de buurt als je libellen gaat determineren. Toen we elke libel en waterjuffer op het Turfsven een paar keer hadden lastiggevallen zijn we hun soortgenoten gaan bestuderen in de buurt van het broek. Nobby en ik vertrokken daar iets eerder om het Mexicaanse eten klaar te maken. Iedereen was het er over eens, dit was een culinair hoogstandje! Na de afwas zijn we nog een ijsje gaan eten bij Loe Loe. ‘s Anderendaags, de woensdag, zijn we naar Bree gefietst. Daar hebben we de groep in twee gedeeld. Bart P., Hilde, Nobby en Martine hebben beheerswerken gedaan langs de Vranckenvijver. Hervé, Bart M., Bjorn en ik hebben weipalen helpen zetten op een stuk van de Wielewaal. ’s Namiddags hebben we plantjes, vlinders en sprinkhanen gedetermineerd langs de Vranckenvijver. Virginie en Martine waren van corvee. Zij hadden een Frans gerecht klaargemaakt et c’ était très délicieux. ’s Avonds zijn Wendy, Katrien en Rob, enkele vrienden van de Mallemolen, langsgekomen. Wat we dachten dat een rustig avondje rond het kampvuur zou worden, werd eigenlijk een zeer hevige discussie tot een koot in de nacht. De gemoederen laaiden soms zeer hoog op. En toen werd het donderdag. Virginie ging samen met Wim pijlbuizen steken voor haar thesis. Bart P., Hilde en haar neefje Brecht, Hervé, Nobby, Bart M. en ik zijn gaan determineren in de buurt van het Broek. ’s Avonds hebben we allemaal samen een Duits gerecht klaargemaakt en opgegeten natuurlijk. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 46
PROJECTEN Toen het eenmaal donker was – zo donker was het eigenlijk niet want het was volle maan – zijn we, gewapend met kaarsjes, de vochtige beemden ingetrokken en hebben we ons volledig overgeleverd aan de machtige verschijning van de maan zodat een diepe trance niet ver om de hoek was!
Zo werd het vrijdag. ’s Voormiddags zijn Bart P., Virginie, Hervé en ik gaan maaien op het stuk van Opdeweegh. Na een stevige picknick trokken we met z’n allen – Hilde en Nobby hadden ons ondertussen vergezeld samen met een paar jonge knapen – naar een weekendvijver. Daar mochten we onze destructieve kantjes volledig tot uitwerking laten komen op enkele boompjes en vooral op de betonnen oever. Het was net als de voorbije dagen een heel warme dag en een frisse duik in de vijver konden we natuurlijk niet laten. ‘sAvonds was het Zuidamerikaanse kost, maar vooral boekweitkoeken eten. Die smaakten goed. We hadden namelijk enkele ouders en grootouders uitgenodigd en daar zaten verschillende specialisten op dit gebied tussen. Zaterdagmorgen aten we nog boekweitkoeken. Daarna was het opruimen geblazen. We kregen gelukkig hulp van enkele mensen van Natuurreservaten. Zo kwam er jammer genoeg een einde aan het mega-fantastische JNM-kamp-avontuur. Philippe Provinciaal J.N.M.-kamp Meeuwen-Gruitrode 13 t.e.m. 18 juli 1998: Verslag van de ongewervelden. Dit verslag bestaat uit een tekstgedeelte en een overzichtstabel en behandelt de 142 soorten ongewervelden die tijdens dit zomerkamp onder de (binoculaire) loupe werden genomen. Het tekstgedeelte bevat per vangplaats het U.T.M.-hok (km2), de gemeente, ev. een nauwkeurigere plaatsbeschrijving en een datum met daaronder de waarnemingen per familie. Soms wordt het geslacht (m: mannetje; v: vrouwtje), de overeenkomstige kolom in de tabel of andere informatie vermeldt. Enkele soorten werden door een specialist gecontroleerd/gedetermineerd (zie dankwoord). De eerder bijzondere soorten worden vet gedrukt en besproken in het desbetreffende hoofdstuk. Het eerste deel betreft hand, zeef- en netvangsten, het tweede deel bodemvalvangsten. Bodemvallen zijn gedeeltelijk met verdunde formol (=fixeermiddel) gevulde glazen potten (met een bovendoorsnede van ca. 7,5 cm) die tot aan de rand in de bodem gegraven zijn. Op deze manier is een continue (waarnemersonaf-hankelijke) bemonstering van de bodem-actieve invertebratenfauna mogelijk. Hierdoor kan een vrij goed kwalitatief (soortendiversiteit) en kwantitatief beeld van de bodem-actieve ongewervelden verkregen worden. JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 47
PROJECTEN Mede door de korte duur van het onderzoek, de lage ledigingsfrequentie, de afwezigheid van dakjes boven de vallen en het soms kleine aantal vallen zijn de met de bodemvallen gevangen aantallen exemplaren en soorten relatief klein. De bijgevoegde tabel geeft een overzicht van de waarnemingen per familie (in dezelfde volgorde als in de tekst) per vangplaats met meestal een indicatie van het habitat en/of levenswijze van de larven en/of imago's en het voorkomen (zeldzaamheid). Onderaan volgende waarnemingenlijst bevindt zich een verklarende tekst bij de tabel én een korte bespreking van een aantal bijzondere soorten. Een bespreking van de afzonderlijke onderzoeksgebieden is niet opgenomen omdat de waarnemingen te beperkt in tijd en aantal zijn. Toch bracht dit onderzoek aan het licht dat er in de A-beekomgeving nog een aantal bijzondere soorten voorkomen. Verder onderzoek naar de verspreiding van ongewervelden in de regio en hun beheer is wenselijk.
HAND-, ZEEF- EN NETVANGSTEN
* FS7566
Peer
perceel 2 weien langs kampplaats
13/07
Loopkevers (a): Agonum obscurum v Agonum fuliginosum m&v Bembidion mannerheimi v (gecontroleerd) Panagaeus bipustulatus v Pterostichus diligens v Trichocellus placidus m Sprinkhanen:
Krasser
Wapenvliegen: afval)
Microchrysa polita (tussen A-beek en 'dit' weiland op een hoop organisch
* FS7566
Peer bos met Waterdrieblad 13/07
Pissebedden:
Ligidium hypnorum Oniscus asellus Philoscia muscorum Trichoniscus pusillus
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 48
PROJECTEN * FS7566
Peer oever A-beek 13/07
Loopkevers (b): Agonum albipes 2v Bembidion bruxellense m Bembidion tetracolum m Elaphrus cupreus m Loricera pilicomis v
* FS7667
Peer hoop populiereschors 13/07
Loopkevers (g): Nebria brevicollis 1 m Pissebedden: Ligidium hypnorum (Salamander: Alpenwatersalamander)
* FS7666
Peer kampplaats 13/07 (t.e.m. 17/07?)
Pissebedden:
Ligidium hypnorum Philoscia muscorum Trichoniscus pusillus
Boom- en bodemwantsen: Graphosorna lineatum (Pyamawants).
Zweefvliegen (A): Episyrphus balteatus Melanostoma mellinum Tropidia scita Helophilus trivittatus Wapenvliegen:
Chloromyia formosa Chorisops tibialis (gecontroleerd) Pachygaster atra
Slakkendodende vliegen: Pherbellia schoenherri Snavelvliegen:
Rhagio lineola Rhagio tringarius
Bromvliegen:
Bellardia pusilla (syn.: B. varium)
Boorvliegen: Xyphosia miliaria (op rozen gevangen)
* FS7659
Meeuwen 14/07
10
ha
(tussen
Den
damp
en
Donderslagheide)
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 49
PROJECTEN Pissebedden:
Porcellio scaber
Sprinkhanen:
Bruine sprinkhaan Knopsprietje Krasser
Op 27/09/1998 werden ook nog de zeer zeldzame Zadelsprinkhaan (slechts een 4-tal U.T.M.-hokken in België), de Snortikker en de Noordse kakkerlak (Ectobius lapponicus) waargenomen. Mogelijk komt de warmteminnende (zeldzame) Sikkelsprinkhaan hier ook voor (mond. med. Frans Verstraeten).
Oorwormen:
Gewone oorworm
Boom- en bodemwantsen: Elasmosthetus interstinctus Zweefvliegen (B): Cheilosia vernalis-groep Episyrphus balteatus Eristalis sepulchralis Eristalis tenax Melanostoma mellinum Platycheirus clypeatus Scaeva selenitica Sphaerophoria batava (gecontroleerd) Sphaerophoria scripta Viltvliegen:
Thereva nobilitata
Bromvliegen:
Lucilia caesar
Roofvliegen:
Dioctria hyalipennis 2m Machimus atricapillus Iv
* FS 7769
Peer perceel Henderickx (Moerasviooltje) 14/07
Loopkevers (c): Acupalpus dubius Im Badister lacertosus Iv Bembidion mannerheimi Im (gecontroleerd) Bradyeellus harpalinus 1 m & 1 v Carabus granulatus Iv Panagaeus cruxmajor Iv Pterostichus strenuus Iv Trechus obtusus Iv
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 50
PROJECTEN Boom- en bodemwantsen: Podops inuncta Miljoenpoot: Glomeris marginata ('oproller') Nachtvlinders: Avondrood (voorvleugels met rode schuine banden en witgezoomde binnenrand; rups leeft op wilgeroosje, walstro, Eglantier en in tuinen op Fuchsia; verpopt in een los spinsel op de grond) Zweefvliegen (C): Episyrphus balteatus Helophilus trivittatus Slakkendodende vliegen: Limnia unguicomis Tetanocera elata Snavelvliegen:
Chrysopilus auratus
Bromvliegen:
Lucilia caesar
* FS7565
Meeuwen
A-beekvallei 15/07
Loopkever (d): Harpalus affinis 1 m (gecontroleerd)
* FS8473
Bree A-beek (Wielewaal)15/07
Loopkevers (e): Agonum obscur-um I v Carabus granulatus Dromius linearis Im Leistus terminatus 1 men 2v Pterostichus niger Pterostichus strenuus Iv Overige kevers (Endomychidae): Endomycbus coccineus Pissebedden:
Oniscus asellus Philoscia muscorum
Sprinkhanen:
Grote groene sabelsprinkhaan (zeer algemeen)
Dagvlinders:
Atalanta Bruin zandoogje Kleine vuurvlinder Gehakkelde aurelia Koevinkje Koolwitje Landkaartj . e Oranje zandoogje
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 51
PROJECTEN Zweefvliegen (D): Baccha elongata Episyrphus auricollis Episyrphus balteatus Eristalis horticola Helophilus hybridus Helophilus pendulus Helophilus trivittatus Melanostoma sp. Myathropa florea Platycheir-us clypeatus Platycheirus sp. (albimanus ?, niet kunnen vangen) Pyrophaena rosarum P,hingia campestris Syritta pipiens Syrphus ribesii Xylota meigeniana (gecontroleerd) Xylota segnis Xylota sylvarum of xanthocnema (niet kunnen vangen) Xylota tarda (gecontroleerd) Wapenvliegen:
Beris vallata Chloromyia formosa
Slakkendodende vliegen: Tetanocera elata Pherbellia cinerella Boorvliegen: Gewone vliegen:
* FS8573
Myoleia caesio Mesenibrina meridiana
Bree De Luysen 15/07
Loopkevers (f): OEVER + BERM Acupalpus parvulus Im Agonum marginatum 1 v Agonum muelleri 1 m Agonum viduum I m (gecontroleerd op genitaliën) en 1 v? Cicindela campestris lm Elaphrus cupreus I v Loricera pilicomis 1 v Pterostichus versicolor Iv & 2m Stenolophus teutonus 2m LUYSEN ALGEMEEN Agonum muelleri 1 m & 1 v Amara familiaris Iv Amara plebeja 2m JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 52
PROJECTEN Anisodactylus binotatus 1 v Calathus fuscipes Im Calathus melanocephalus 1 m& 1 v Cicindela hybrida Im Notiophilus rufipes Iv Boom- en bodemwantsen: Aelia acuminata Zweefvliegen (E): Eristalis horticola Eristalis tenax Helophilus pendulus Helophilus trivittatus Metasyrphus latifasciatus Platycheirus clypeatus Pyrophaena granditarsa Rhingia campestris Sphaerophoria scripta Xylota nemorum Slakkendodende vliegen: Sepedon sphegea Blaaskopvliegen: Sicus ferrugineus Roofvliegen:
Leptogaster eylindrica Machimus cingulatus Iv* FS7869
Pissebedden:
Porcellio scaber
Zweefvliegen (F):
Cheilosia illustrata (5 ex.) Cheilosia pagana Chrysogaster solstitialis (15 ex.) Eristalis horticola Eristalis nemorum Eristalis pertinax Helophilus pendulus Helophilus trivittatus Melanostoma mellinum Myathropa florea Necoascia podagrica Syritta pipiens Syrphus sp.
Wapenvliegen:
Chloromyia formosa Solva marginata Oxycera leonina
Peer AA-beernden
17/07
Slakkendodende vliegen: Coremacera marginata Lininia unguicornis Tetanocera ferruginea JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 53
PROJECTEN Snavelvliegen:
Chrysopilus auratus (gecontroleerd)
Bromvliegen:
Lucifia bufonivora
Sluipvliegen:
Gymnosoma rotundatum
BODEMVALLEN (m: mannetje; v: vrouwtje, ex: exemplaar) *’Culisbergen heide + grove den' Meeuwen-Gruitrode (Lim), FS7660, 11 tot 25 iuli 1998, 3 bodemvallen Loopkever: Pissebed: Krekel:
Carabus violaceus Im Porcellio scaber 6 ex Boskrekel 3m & 3v
'Donderslagse beemden gekapt populierenbos' Meeuwen-Gruitrode (Lim), FS7660, 11 Juli tot 26 september 1998, 3 bodemvallen Loopkevers:
Abax parallelepipedus (- ater) 2v & 1 m Agonum assimile 4v & 2m Carabus violaccus 1 v Carabus granulatus 2v Pterostichus melanarius 3v & 10m
Pissebedden:
Ligidium hypnorum 13 ex Oniscus asellus'? (sprieten afgebrokeii) 3 ex Philoscia muscorum 4 ex
'Elperkommer bemden (2 percelen langs kampplaats)' Peer (Lim), FS7566, 11 juli tot 26 septeniber 1998, 6 bodemvallen in houtkant, rietland Loopkevers:
Agonum fuliginosum Iv Carabus granulatus Im Pterostichus niger 2m Pterostichus strenuus Im
Pissebedden:
Ligidium hypnorum 53 ex Oniscus asellus 1 ex Philoscia muscorum 9 ex Porcellio scaber 5 ex juvenielen (nog niet te deten-nineren) 16 ex
Sprinkhanen:
juveniele Boomsprinkhaan Iv
Bastaardschorpioenen:
Neobisium carcinoides (det.: Henderickx Hans) JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 54
PROJECTEN Snavelvlieg:
Rhagio lineola 1 ex.
Maartse vlieg:
Dilophus fébrilis 1 m & 1 v
Steltvlieg:
Calobata cibaria I v (of mogelijk Calobata femoralis (zeldzaam), de vrouwtjes zijn niet te onderscheiden).
Wappervliegen: Sepsidae sp. Verklarende tekst bij de tabel Legende vindplaatsen A: 'kampplaats' FS7666 Peer hooiland omzoomd met ruigte (o.a. roos, Grote brandnetel) B: '10 ha' (tussen Den damp en Donderslagheide) FS7659 Meeuwen droge heide met struikopslag C: 'Henderickx' FS7769 Peer vochtig gevarieerd hooiland met o.a. Moerasviooltje en zeggepollen (=c) D: 'A-beekvallei (wielewaal)' FS8473 Bree vochtig hooiland (=e) E: 'De Luysen' FS8573 Bree vijverranden,... F: 'AA-beemden' FS7869 Peer vochtig hooiland a: 'perceel 2 weien langs de kampplaats' FS7566 Peer vochtig hooiland a': 'bos met Waterdrieblad' FS7566 Peer b: 'oever A-beek' FS7566 Peer c: = C d: 'A-beekvallei' FS7565 Peer e: = D f:: 'De Luysen' FS8573 Bree oever + berm g: 'hoop populiereschors' FS7667 Peer Culis(bergen): FS7660 Meeuwen-Gr-uitrode 11 tot 25 juli 1998, 3 bodemvallen (heide + Grove den) Donder(slagse beemden): FS7660 Meeuwen-Gruitrode 11 juli tot 26 september 1998, 3 bodemvallen (gerooide populierenaanplant) Er(pekom): FS7566 Peer 11 juli tot 26 september 1998, 6 bodemvallen (houtkant en rietland)
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 55
PROJECTEN Tabel 1 Deze tabel bevat informatie over het habitat/levenswijze en het voorkomen (zeldzaamheid) van alle waargenomen ongewervelden met uitzondering van de vliegen. Loopkevers en zandloopkevers Van iedere (zand)loopkever wordt het habitat en de Rode lijst-categorie weergegeven volgens: Desender, K., Maes, D., Maelfait, J.-P. & Van Kerckvoorde, M., 1995. Een gedocumenteerde Rode lijst van de zandloopkevers en loopkevers van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 1995 (1): l-208. De namen van de (zand)loopkevers die niet in de categorie '(Momenteel) niet bedreigd' staan worden vet gedrukt. Legende habitat: Eurytope soorten zijn soorten die weinig kieskeurig zijn en dus in meerdere habitattypen kunnen voorkomen. Stenotope soorten zijn soorten die strikte ecologische eisen aan hun omgeving stellen en daardoor in hun voorkomen beperkt zijn tot één of enkele habitattypen. BO(E): overige bossen (eurytope soorten) BO(S): halfnatuurlijke bossen (stenotope soorten) DFI(E): overige droge habitaten (eurytope soorten) DH(S): droge habitaten (stenotope soorten) HH: heide en hoogveen MO: moerassen OSW: oevers van stromend water RA: ruigten en akkers SW(E): oevers van stilstaand, eutroof (voedselrijk) water SW(O): oevers van stilstaand, oligotroof (voedselarm) water VG: vochtige graslanden VH(E): overige vochtige habitaten (eurytope soorten)
Sprinkhanen en krekels De inforrnatie over het voorkomen (zeldzaamheid) komt uit Nederland, waar de toekomst voor sprinkhanen en krekels er over het algemeen beter uitziet dan in Vlaanderen omdat de natuurreservaten in Nederland doorgaans groter en minder versnipperd zijn en omdat er meer aandacht is voor insecten(beheer).
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 56
PROJECTEN
-
NATUUR -~RESERVATENI
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN VZW AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE I PEER
4 ? i
4
JAARBOEK AFDELING 58
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
PROJECTEN Tabel 2 Deze tabel bevat informatie over het habitat en/of de levenswijze van larven en imago's van vliegen (en muggen) en over het voorkomen (zeldzaamheid) van de volwassen vliegen.
Zweefvliegen Het habitattype van de larven en het habitat van de volwassen zweefvliegen wordt weergegeven volgens: Verlinden, L. & Decleer, K., 1987. The hoverflies (Diptera, Syrphidae) of Belgium and their faunistics: Frequency, distribution, phenology. Studiedocumenten van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Nr. 39. 18-23. Eurytope soorten zijn soorten die in een breed scala van habitattypen kunnen voorkomen. Ubiquisten zijn soorten die in bijna alle habitaten kunnen voorkomen. In de verspreidingtabellen van Deeleer & Verlinden (Decleer, K. & Verlinden, L., 1992. A standard method for site evaluation and indication of "Red Data Book"-species, using distribution data of invertebrates. An example based on the Hoverfly fauna (Diptera, Syrphidae) of Belgium. In: Faunal inventories of sites for cartography and nature conservation. Proceedings of the 8th international colloquium of the European Invertebrate Survey, Brussels, 9-10 september 1991. Uitgave van het K.B.I.N.) worden de zweefvliegen onderverdeeld in tien categoriën waarbij categorie één de zeer algemene soorten bevat en categorie tien de zeer zeldzame. In afwachting van de Vlaamse Rode lijst gebruiken we deze gegevens voor het oosten van Vlaanderen.
Overige vliegen Verspreidingsgegevens van deze vliegen in België zijn dikwijls onbestaande, verouderd of onvoldoende volledig. De weergegeven indicaties zijn richtlijnen, een aantal vliegen die nu nog zeldzaam genoemd worden kunnen na uitgebreider onderzoek toch meer voorkomen dan verwacht (of omgekeerd). Soms wordt het aantal voorlopige vindplaatsen in België en/of Nederland weergegeven. De meeste gegevens over de verspreiding, het habitat en de levenswijze zijn afkomstig uit de Nederlandse determinatietabellen van de K.N.N.V.-uitgeverij omdat in Nederland veel meer gegevens beschikbaar zijn dan bij ons en omdat de Nederlandse soorten het best overeenkomen met Vlaanderen (maar waarschijnlijk optimistischer zijn dan de Vlaamse realiteit). Enkele gegevens komen uit de reeks 'Handbooks for the Identification of Britisch Insects' van de Royal Entomological Society of London of uit het deel 13 (Diptères (Brachycères» van Faune de France.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 59
PROJECTEN
-
NATUUR =RESERVATENS
JAARBOEK AFDELING 61
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
“zw I PEER
PROJECTEN Soortenbespreking Hier wordt meer aandacht besteedt aan enkele families met speciale aandacht voor enkele bijzondere vertegenwoordigers. Loopkevers Hand-, zeef- en bodemvalvangsten samen leverden 41 (= 1 2'/<,) van de 3 5 2 Vlaamse (zand)loopkevers op waaronder 3 achteruitgaande soorten. Dit zijn soorten die momenteel nog niet bedreigd zijn, maar het risico lopen om op korte tennijn in de categorie 'Kwetsbaar' terecht te komen als de negatieve factoren verantwoordelijk voor de achteruitgang - blijven voortduren en beschermingsmaatregelen uitblijven. De kale, open zandstroken aan De Luysen zijn belangrijk voor beide achteruitgaande zandloopkevers (Cicindela). Panagaeus eruxmajor ('Zomp-kruisloopkever') is een ca 8 cm grote loopkever met uitpuilende ogen en een dekschild waarop een zwart kruis op een oranje achtergrond afgebeeld staat. Deze stenotope (aan één of enkele habitattypen gebonden), hygrofiele (vochtminnende) imago-overwinteraar werd gevangen op het perceel Henderickx in de Abeekvallei te Peer. Overige kevers Zowel de larve als de volwassen individuen van Endomychus coccineus leven van (vnl. stuif- en schimmel)zwammen. Deze soort werd onder een takkenhoop midden in een vochtig hooiland van de wielewaal in de A-beekvallei te Bree gevangen. Deze soort wordt in Nederland zeer zeldzaam genoemd en bij LIKONA zijn ook slechts een 4-tal vindplaatsen bekend in (Belgisch) Limburg. De soort lijkt een voorkeur te hebben voor vochtige terreinen. Sprinkhanen De meeste sprinkhanen waren echter nog niet volwassen (en dus niet met zekerheid te determineren) tijdens het kamp. De waarnemingen van de J.N.M.-sprinkhanendag op 27/09/1998 op de '10 ha' in Meeuwen worden in dit verslag ook opgenomen. Toen werd de Zadelsprinkhaan (Ephigger ephigger) waargenomen. Deze sabelsprinkhaan werd volgens de voorlopige verspreidingsatlas van de sprinkhanen en krekels van België (Devriese, K.B.I.N. 1988) na 1950 slechts op 2 plaatsen in België waargenomen nl. te As en te Maasmechelen. Volgens Dhr. F. Verstracten is de soort in Limburg beperkt tot een 4tal aangrenzende U.T.M.-hokken binnen de vierhoek Lanaken-DilsenMeeuwen-Genk waarbinnen wel meerdere vindplaatsen aanwezig zijn. In Nederland staat de Zadelsprinkhaan op de Rode lijst als 'bedreigd' aangeduid. In het boek 'De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera)' van Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden (Nederlandse Fauna 1, K.N.N.V.-uitgeverij & E.I.S.-Nederland, 1997) wordt gesteld dat gezien de gestage achteruitgang van deze soort in deze eeuw de kans groot is dat de Zadelsprinkhaan binnen
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 62
PROJECTEN enkele decennia uit Nederland zal verdwijnen. In gans Noordwest-Europa is deze soort sterk bedreigd. Vandaar dat een woordje over de ecologie en daarna over de bescherming van deze soort hier wel op zijn plaats is. Deze informatie komt eveneens uit 'De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera)'. De eieren van de Zadelsprinkhaan worden één voor één in de grond, plantestengels, schors of moskussens gelegd. Na twee of drie overwinteringen komen de eieren uit en ontwikkelen de nymfen zich in vijf tot zes stadia tot imago. Imago's worden voornamelijk aangetroffen van augustus tot begin november. De Zadelsprinkhaan is omnivoor. De dieren voeden zich met blad van diverse struiken en jonge bomen zoals eik en sporkehout. Daarnaast worden allerlei kruiden en zachte insecten gegeten. De dieren zijn niet in staat om te vliegen en ook liet spring- en loopvermogen is slecht ontwikkeld. Het verbreidingsvermogen is dus slecht hoewel blijkt dat de imago's al lopend toch flinke afstanden kunnen afleggen. Het biotoop bestaat uit droge heideterreinen met opslag van struiken als braam of brem en jonge loofbomen zoals berk of den. De plekken waar de Zadelsprinkhaan voorkomt worden vaak begrensd door bos en warmen daardoor snel op. De nymfen bevinden zich in lagere, kruidachtige vegetaties en in struiken. Noodzakelijke beschermingsmaatregelen voor het behoud van de Zadelsprinkhaan zijn het behoud en de uitbreiding van de bestaande leefgebieden en een extensief heidebeheer. Daarbij verdienen overgangen van 'warme' heide naar struweel of licht bos extra aandacht. Mogelijk komt de Sikkelsprinkhaan (Phaneroptera faicata) ook voor op de 10 ha of alleszins toch in de omgeving (mond.med. F. Verstraeten). Deze soort komt (recent) op een 3-tal plaatsen in Limburg voor en staat in Nederland op de Rode lijst aangeduid als 'gevoelig'. Het voornaamste kenmerk waaraan deze Sabelsprinkhaan (- sprieten langer dan het lichaam) te herkennen is zijn de achtervleugels die veel langer zijn dan de voorvleugels. Hij lijkt van ver wel op een klein, teer exemplaar van de overal algemene Grote groene sabelsprinkhaan. Uitkijken dus!! Het biotoop van de Sikkelsprinkhaan komt vrij goed overeen met dat van de Zadelsprinkhaan. Hieronder toch een korte bespreking van de ecologie en het biotoop. De eieren van de Sikkelsprinkhaan worden gelegd in grotere bladeren van sleedoorn, appel en braam, maar soms ook in verdroogde plantestengels. Imago's worden waargenomen van augustus tot begin september en voeden zich vnl. met plantaardig materiaal zoals brameblad. De Sikkelsprinkhaan is één van de best vliegende sprinkhanen en kan zich gemakkelijk verbreiden. De soort voelt zich thuis in brede, zonnige bosranden met een rijk gestructureerde kruid- en struiklaag. De beheersintensiteit moet dan ook daarop worden
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 63
PROJECTEN afgestemd. Opslag moet regelmatig (maar nooit helemaal) worden verwijderd, zodat de terreinen niet dicht groeien en het xerotherme karakter behouden blijft. Krekels De Boskrekel (Nemobius sylvestris) is in Nederland vrij gewoon op de zandgronden in Midden- en Zuid-oost-Nederland. In België zou de Boskrekel vrijwel uitsluitend in Wallonië voorkomen (o.a. Devriese, 1988). Volgens Dhr. F. Verstraeten (Sprinkhanen in Limburg vroeger en nu, Likona jaarboek '92) is de Boskrekel in de bekende 'ortolanengebieden' van Peer en Meeuwen-Gruitrode zeer algemeen, maar zijn er in gans Limburg slechts 10 tot 20 waarnemingen bekend. In de regio West-Limburg werd de aanwezigheid van deze soort tussen eind juli '95 en half september '96 in 10 verschillende U.T.M.(kmI)-hokken verspreid over de gemeenten Leopoldsburg, Beringen, Tessenderlo, Ham en Zolder vastgesteld (Thijs N., Kafantjg. 1 (1996) nr. 4. Natuurhistorisch verslag: excursie te Leopoldsburg op 03/08/'96). Deze soort is dus mogelijk minder zeldzaam (in Limburg) dan tot nog toe werd aangenomen. De Boskrekel is sterk gebonden aan droge, open bossen en houtwallen op arme tot matig voedselrijke zandgronden. De soort zou warmteminnend zijn, maar direct zonlicht vennijden. Kakkerlakken Over de verspreiding (en het habitat) van kakkerlakken in Vlaanderen (en Nederland) zijn nog onvoldoende gegevens beschikbaar. Vermoedelijk is de Noordse kakkerlak een gewone soort in Limburg. Boom- en bodemwantsen Aan de rand van onze kampplaats werd Graphosorna fineatum (Pyamawants) waargenomen op een schermbloem van Zevenblad. Deze soort kwam een tiental jaren geleden uitsluitend in Wallonië voor, maar is zich naar het noorden toe aan het verbreiden. Tot nog toe zijn een 6-tal vindplaatsen in Limburg bekend (Likona nieuwsbrieven 98/2 en 98/3). Miljoenpoten Er zijn bij mijn weten geen verspreidingsgegevens over miljoenpoten in Vlaanderen gepubliceerd. Dagvlinders Enkel op het vochtig hooiland van de wielewaal in de A-beekvallei werden de dagvlinders aandachtig bestudeerd, wat 8 algemene soorten opleverde. Zweefvliegen Tijdens het kamp werden 37 (= 12%) van de 317 in België voorkomende zweevliegen gedetermineerd. In de omgeving van het vochtig hooiland van de wielewaal in de AJAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 64
PROJECTEN beekvallei komen minstens 19 soorten voor waaronder 2 zeldzame Xylota-soorten nl. X. meigeniana en X. tarda. De larven leven in rottend hout en onder schors. De volwassen dieren leven in een beboste omgeving waar ze zelden foeragerend op bloemen aangetroffen worden. Ze voeden zich met stuifmeel (dat door andere foeragerende insecten gemorst wordt) op bladoppervlakten. X. tarda komt voor aan bosranden op eerder voedselrijke en vochtige bodems. De soort wordt mogelijk dikwijls over het hoofd gezien (omdat ze fel gelijkt op de algemene X. segnis). Het voorkomen van X. meigeniana is waarschijnlijk beperkt tot vochtig loofbos. De zeldzaamheid van Episyrpbus auricollis moet waarschijnlijk gerelativeerd worden doordat deze soort waarschijnlijk veel over het hoofd gezien wordt (en niet opgenomen is in de jeugdbondstabel van A. Barendregt (JBU, 1982». Overige vliegen Zoals uitgelegd bij de verklarende tekst bij tabel 2 is de verspreiding van de meeste (overige) vliegen onvoldoende gekend. De waarnemingen betreffen slechts steeds 6 of minder soorten uit families waarvan er toch minstens 20, maar meestal een 50-tal of meer soorten in België leven. Bij deze bespreking beperken we ons tot het vestigen van de aandacht op enkele soorten waarvan (voorlopig) wordt aangenomen dat ze zeldzaam zijn. Het betreft de bromvlieg Lucilia bufonivora, de slakkendodende vlieg Pherbellia schoenherri, de sluipvlieg Gymnosoma rotundatum en de wapenvlieg Oxycera leonina. Lucilia bufónivora is zeldzaam in Nederland (Kabos W.J., 1974. Nederlandse parasiet- en bromvliegen (Tachinidae» evenals in Denemarken en het zuiden van Noorwegen, Zweden en Finland (Rognes K., 1991. Blowflies (Diptera, Calliphoridae) of Fennoscandia and Denmark). Gymnosoma rotundatum is volgens Kabos (Kabos W.J., 1974. Nederlandse parasiet- en bromvliegen (Tachinidae» zeldzaam op schermbloemen in het Nederlandse Zuid-Limburg. Van de slakkendodende vlieg Pherbellia schoenherri en de wapenvlieg Oxycera leonina zijn weinig gegevens bekend. Dankwoord Dank aan de kampdeelnemers voor de hulp bij het vangen en het begrip voor de chronische vangmanieaanvallen en in het bijzonder aan kampvoorzitter Bart Paesen voor de benodigde voorzieningen (stereomicroscopen, ... ), aan natuurreservaten v.z.w. voor de toestemming en aan Dr. K. Desender (K.B.I.N. dpt. entomologie) voor de controle van enkele loopkevers, aan Dhr. J. Lambrechts voor de controle van een pissebed en aan Dhr. G. van de Weyer (en Dhr. L. Crèvecoeur) voor de controle van enkele vliegen. Voor meer informatie kan je terecht bij: Nobby Thijs, Oude Baan 1, 3945 Ham (013/66.36.14).
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 65
PROJECTEN
BEHEERSKAMP VAN JEUGDHUIS DE SCHERPE STEEN Op kamp aan de Abeek, en doa stiet wa vocht op... Na het succesvolle kamp van vorig jaar zijn we dit jaar ook weer op beheerswerkenkamp geweest aan de Abeek Normaal zou het kamp de laatste week van juli doorgaan, maar aangezien er voor die periode maar vier inschrijvingen waren hebben we het maar een week verschoven: van zondag 1 tot en met donderdag 5 augustus. Daardoor waren er dan toch 9 inschrijvingen (holes!). Jan, David, Pieter Guy, Andries, Ward, Nicolas, Wouter en diens deerne Claire. Doel van het kamp was overdag te werken en 's avonds gezellig bij het vuur te zitten, een pintje of een cola in de hand. Het JH (Jeugdhuis de Scherpe Steen) krijgt van de gemeente subsidies voor de uitgevoerde werken, waarmee we de kosten van het kamp kunnen drukken. Zaterdag zijn we begonnen niet de tenten recht te zetten en het kook- en ander materiaal te installeren. Ward 'Haaaiiiee' Maesen heeft zich toen blijkbaar teveel ingespannen, want de rest van de week hield hij opvallend veel platte rust. De brouwer heeft die dag ook het nodige vocht gedropt. Jan en Pieter waren die nacht van wacht en David is hen nog komen versterken. Zo waren de stoelen al ingezeten (lees: ingezakt in de grond)) en het kampvuur ingewijd. En jawel, we blijven erbij, frikadellen geroosterd boven een kampvuur smaken niet slecht. Zondagmiddag maakten ze met hun drieën een brug om gemakkelijker aan onze frigo (de beek) te kunnen en rond de middag arriveerden Guy en Ward. Iedereen installeerde zich op zijn gemak en 's avonds zijn Wouter (die nog moest uitslapen van zijn Chirokamp) en Claire aangekomen. Na een lekkere portie stoemp met worst (dank u Mama Pieter is er nog wat gehooid. Het kampvuur liet ook deze avond (evenals de rest van de avonden van die week) niet lang op zich wachten. Die avond hebben we de 'port-a-potti' gedoopt tot C - WC naar Claire, het enige meisje van de groep. Alhoewel de C - WC eigenlijk voorbehouden was voor vrouwelijk schoon, kon Ward het niet laten om er zijn grote boodschap op achter te laten. Maar ja, Ward was die week niet in zijn normale doen, of wel???? Maandagvoormiddag zijn David en Pieter met Abeek-Goeroe-Paul (alias Papa Guy) wat gaan maaien. Guy, Jan, Claire en Wouter waren verantwoordelijk voor de opruim en het middagmaal: patatten, kotelet en wortelen, voorafgegaan door soep van Mama Guy. In het verslag van verleden jaar hebben we een beetje gelachen met het inschattingsvermogen van Dries en Niels (de toenmalige koks van dienst). Dit jaar hebben we zelf kunnen ervaren dat het niet eenvoudig is de juiste hoeveelheid eten klaar te maken. Sorry Dries en Niels, we wisten niet wat we deden.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 67
PROJECTEN
Tijdens de siësta hebben we pootje gebaad in de Abeek (zuiverste beek van heel Vlaanderen), wat voor een welkome afkoeling zorgde, 's Namiddags zijn we terug gaan maaien en toen we 's avonds op de kampplaats aankwamen, waren Andries, Nicolas, Martien en Weneke ook al aangekomen. Martien en Wencke waren onze koks van dienst en de lekkere spaghetti moest er aan geloven. Met de bezoekers bijgeteld zaten we uiteindelijk met een man of 15 rond het kampvuur, het nachtelijk bezoek van Lindsey en Loore incluis. De eerste discussies zijn die nacht ook op gang gekomen en er zijn er nog veel gevolgd. We probeerden Claire, alias Liksem, ook bij de gesprekken te betrekken, want ze zat er zo stil bij. Zo bedacht Wouter (en hij kent zijn lief) “visvijvers met eventuele uitlopen in kanalen” als onderwerp. Misschien ligt het aan de beeklucht, maar dinsdagmorgen was iedereen weer fit en monter (hé David?) om aan de slag te gaan. Martien, Weneke, David, Claire en Guy zijn die voormiddag achtergebleven in het kamp om de afwas en dergelijke te doen van de dag voordien. De rijst met zoetzure saus die middag van Mama David smaakte voortreffelijk. Vraag het maar aan de hond van Jo. 's Namiddags zijn Jan, David, Wouter ('t is een echte biejest, aldus Claire) en Nicolas samen met Paul gaan maaien. Andries en Ward (of moeten we zeggen: Mama en Papa Ward???) bleven achter om op te ruimen en de 'frigo' te herstellen, terwijl Pieter, Claire en Guy half Noord-Limburg hebben rondgereden om piccolo's te vinden voor de hot-dog 's avonds. Claire stapte alleen uit als de winkel groot genoeg was en moest altijd eerst de parkeerplaats goedkeuren. Piccolo's waren overal op, dus zijn het maar sandwiches geworden, maar het was evenzeer lekker. Dinsdagavond kregen we bezoek van de thuisblijvers, die het niet konden laten om ook eens de handen uit de mouwen te steken. Ellen begon al snel te janken (ook al was het dan van ajuin te snijden en Liesbet zaagde de ganse avond door (hout wet te verstaan). Voor sommigen werd het te snel licht, ofwel kropen ze te laat hun bed in. Woensdag zou een drukke dag worden. Er moest gewerkt worden, er was een persconferentie, en de barbe-knoei moest voorbereid worden. Die ganse dag zijn we achtervolgd geweest door de pers: TV-Limburg, de Weekkrant, het Belangske, het Nieuwsblad en het gazetje van Peer. We kunnen dus bewijzen dat we wel degelijk gewerkt hebben. Op de persconferentie was burgemeester Kelchtermans ook aanwezig. Ward, die we die dag opvallend weinig hebben gezien, maar wel gehoord (haaaiiiec!!), beval Thei Mik ook maar een riek te pakken. Claire daarentegen vond het niet zo plezant dat ze nu opeens boerinneke werd genoemd (ze vèègt em). De inkopen voor de BBQ gebeurde 's namiddags door ons vast winkelteam, aangevuld met Andries, die de beschaafde wereld nog eens graag gezien had. Jos, de slachter van de Colruyt, en sinds kort nieuwe bekende voor Claire, was heel vriendelijk zodat we toch een fatsoenlijk BBQ-pakket meenamen.
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 68
PROJECTEN
De winkelploeg is dan de rest nog wat gaan helpen, zodat iedereen tegen 9 uur kon beginnen eten. Ward stond voor de BBQ en deed zo uiteindelijk toch nog iets. De barbeque was lekker, waarvoor we hem en Wouter dan ook danken. Dit jaar hebben we ook een evaluatiemoment gehouden. Claire was aangesteld als moderator en moest alles in goede banen leiden. Middels een strenge 'ad rem' van tijd tot tijd is dat uitstekend gelukt. Iedereen was heel tevreden over het kamp: de groepssfeer was uitermate goed en we hebben veel werk verzet. Die nacht heeft het nog hennig aan ongeweerd, maar het vuur heeft ondanks toch stand gehouden. Pieter en Andries hebben het dan ook heet genoeg gestookt. Donderdag stond in het teken van de afbraak. De vrachtwagen van Daelemans is nog vast komen te zitten in de modder, maar dankzij de hulp van een vriendelijke boer is hij toch nog kunnen vertrekken. En dan te weten dat we nog zo ons best gedaan hadden om de bakken zo leeg mogelijk te krijgen. Ech waar eh. Jajaa. ’s Namiddags zijn we gaan afwassen ten huize Capals, na de afwas smaakte de kebab voortreffelijk. We willen tenslotte iedereen, zowel kampeerders als bezoekers als Mama's en Papa's van harte bedanken voor het toffe kamp. We hopen dat veel bezoekers goesting hebben gekregen om volgend jaar deel te nemen. Hennig oan zelfs....
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE / PEER 69
PROJECTEN
Paddenoverzetactie
- de grote trek van de kleine beestjes
leder jaar tussen februari en april, net wanneer er een einde lijkt te komen aan de lange koude winter, doet zich in onze streken een jaarlijks terugkerend, raadselachtig fenomeen voor. Op heel wat plaatsen, die ontsloten zijn door fraaie, brede asfaltwegen, worden we ‘s avonds plots geconfronteerd met de voorjaarstrek van amfibieën. Onbekend? De meesten onder ons kennen amfibieën als gezellige groene kwakers die op vroege zomeravonden fotogeniek op een waterlelieblad zitten. Tijdens de trek echter krijgen we een heel ander beeld van deze dieren. Schijnbaar zonder enige reden kruisen zij plots massaal de wegen, uiteraard zonder rekening te houden met het autoverkeer. Voor vele dieren eindigt die trek dan ook als een miezerig hoopje moes en velletjes op het grijze asfalt. Wat bezielt deze beestjes om aan die ‘waanzinige’ reis te beginnen? Waar komen zij vandaan en waar gaan ze naartoe? En vooral (en dit is een verzuchting waar vele paddenoverzetters mee zitten), kan dat niet op een zonnige zondagmorgen, zo tussen 10 en 12 u? In Vlaanderen tellen we vijf soorten salamanders en 9 soorten kikkers en padden. Daarvan zijn er slechts vijf nog algemeen: alpenwatersalamander (l),kleine watersalamander (2) gewone pad (5), bruine kikker (4) en groene kikker (3). Behalve de laatste soort, vertonen ze allemaal een grote neiging tot trekken.
De naam ‘amfibieën’ betekent zoveel als tweeslachtige dieren’. In tegenstelling tot vissen hebben zij zich aangepast aan het landleven, maar voor hun voortplanting zijn zij nog steeds gebonden aan het water. De eieren hebben een geleiachtig omhulsel, en ook de larven lijken sterk op een vis, inclusief staart en kieuwen. Dat verklaart de ‘tweeslachtigheid’. De volwassen dieren hebben een waterdoorlaatbare huid, zodat ze hun activiteit beperken tot plaatsen en tijdstippen met een hoge luchtvochtigheid. Vele amfibieën zijn ook meestal ‘s nachts actief, wanneer zij minder van uitdroging te lijden hebben. Verschillende
leefaebieden
De volwassen dieren van de meeste soorten brengen het grootste deel van de zomer op het land door, op jacht naar lekkernijen zoals wormen, slakken en insecten. Elke JAARBOEK AFDELING 70
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
“zw / PEER
PROJECTEN soort heeft zijn voorkeuren voor dit ‘zomerbiotoop’. Voor de gewone pad en de bruine kikker kan dat van een eenzame heide tot een groentenserre zijn, ver weg van het water. Groene kikkers en watersalamanders daarentegen brengen de zomer liever door in en rond hun voortplantingsplas. Tegen het einde van bruine kikkers trekken verlaten muizen- en sliblaag op de bodem
de zomer zoeken de dieren hun ‘winterbiotoop’ op. Padden en het bos in en graven zelf een holletje of verstoppen zich in een konijnenhol. Groene kikkers overwinteren meestal in de dikke van hun plas.
De voorjaarstrek wordt in gang gezet door temperatuur. Zodra die gedurende enkele dagen boven 7” C stijgt, komen de dieren massaal in beweging. Zacht weer en regen worden zeer op prijs gesteld. Op gunstige dagen verloopt de trek van valavond tot het eerste ochtendkrieken. Wordt het weer slechter, dan kan de trek plots stilvallen, om enkele dagen later, als het weer opnieuw gunstiger is, des te heviger door te gaan. Van het winterverblijf gaat het via de kortste weg terug naar het ‘voortplantingsbiotoop’. Daarbij worden grote afstanden niet geschuwd. Zo zouden padden tot twee kilometer afleggen om terug in hun favoriete poel te kunnen paaien. De teruakeer Reeds tijdens de trek proberen de mannetjes een wijfje te vinden. De mannetjes van padden en bruine kikkers zitten op wacht in een open vlakte (die prachtige asfaltwegen lijken ervoor gemaakt!), in een typische uitkijkhouding hoog op de gestrekte poten. Passerende wijfjes worden weinig subtiel onder de oksels vastgegrepen. In deze ‘amplexus-houding laat het mannetje zich gewoon op haar rug naar de voortplantingspoel slepen. Bij gebrek aan vrouwtjes worden net zo goed andere mannetjes, andere soorten en ook al eens een paddenoverzetter aangeklampt. Het belaagde mannetje maakt dan een voor de soort typische afweerroep, een piepend of knorrend geluid. Desondanks worden er regelmatig trio’tjes en grotere groepjes aaneengeklitte amfibieën gevonden, Van padden wordt wel eens beweerd dat zij steeds terugkeren naar de poel waar zij het daglicht zagen. Dat is niet helemaal juist, maar toch keren de meeste dieren steeds naar dezelfde poelen terug om te paren. Hoe ze precies de weg terugvinden, is nog steeds een raadsel. Zonder morren nemen zij de meeste hindernissen die de mens op hun weg aanlegt: wegen, grachten... Enkel wanneer hun poel verdwenen is, komen ze in problemen, Nieuw aangelegde poelen op de trekroute van de dieren kunnen echter snel gekoloniseerd worden.
JAARBOEK AFDELING 71
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
PROJECTEN ODnieuw
OD
Dad
Na de eileg en de bevruchting gaan de dieren uiteen en trekken naar hun zomerbiotoop, waarna de cyclus herbegint. De jonge padden en bruine kikkers verlaten het water zodra ze 1 à 1.5 cm groot zijn, meestal in juni-juli. Deze ‘jongeren’trek kan zo massaal zijn dat men vroeger zelfs sprak van een paddenof kikkerregen! .
UI TATFN
BROFK
-lVlFFUWF~
-
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 72
vzw / PEER
PROJECTEN
-
JAARBOEK AFDELING 73
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
“zw I PEER
OVFRWINTFRINGSPI
.
AAT3
Dit jaar hebben we een perceel verworven waarop een chalet stond die afgebroken diende te worden, Na de afbraak bleef nog een kelder over, die aan een zijde boven de grond uitstak. Hij zou kunnen dienen als vleermuizenoverwinteringsplaats. Dit werd bevestigd door Ghis Palmans van de vleermuizenwerkgroep, die de constructie was komen onderzoeken. Na het verkrijgen van de nodige vergunningen werden de werken uitgevoerd. We laten Ghis aan het woord. “De inrichting van de kelder was afhankelijk van de bestaande muren van het voormalige buitenverblijf. Er werd geopteerd om de bestaande constructie zoveel mogelijk te behouden, om zowel kosten als arbeidsuren te beperken. De bestaande muren zijn opgetrokken uit snelbouwblokken van beton. Het dek is voorzien van betonnen welfsels. Boven het dek is een aarden laag van minstens 50cm. om de kelder gegarandeerd vorstvrij te houden. Tussen dek en aarden laag is een plastic folie voorzien om doorsijpeling van hemelvocht te voorkomen. De ruwe muren bieden voldoende mogelijkheden om vleermuizen te laten hangen. Omdat verschillende soorten een voorliefde hebben voor “liggen”, is één muur voorzien van betonblokken die gekanteld in de muur zijn gemetseld, zodat de openingen dienst kunnen doen als slaapgat. Op de vloer liggen takken en droge bladeren om eventuele amfibieën te beschermen tijdens hun winterrust. De ingang is voorzien van een stalen plaat, met aan de bovenzijde een invliegopening voor de vleermuizen en aan de onderzijde een inkruipopening voor de amfibieën. Om de kelder heeft de vegetatie opzettelijk een open karakter om het invliegen van de vleermuizen te bevorderen. Op het aarden dek worden in de toekomst lage struiken aangeplant. Uiteraard is het wenselijk dat in de onmiddellijke omgeving kruiden groeien die insecten aantrekken die vooral ‘s nachts actief zijn en als voedselbron dienen voor de vleermuizen. Tijdens de zomerinventarisatie van 1999, zijn Watervleermuis, Gewone en Ruige dwergvleermuis in de onmiddellijke omgeving waargenomen. Op de kerktoren van Reppel zijn uitwerpselen van een niet gedetermineerde soort gevonden (maar vermoedelijk grootoorvleermuis spet.). Omdat de kelder van het “koude” type is zal de kans op grootoorvleermuis zeer reëel zijn. Gelijkaardige kelders hebben ook al onderdak verschaft aan watervleermuis en franjestaart. Het controleren van de kelder omstreeks half december, de plaats waar eventuele dieren zeer honkvast zijn betreffende
-
4
gebeurt het best twee maal per jaar. Een eerste maal tweede maal einde februari. Interessant is ook dat de zich hangen worden genoteerd, omdat vleermuizen hun hangplaats tijdens de winterslaap.” Ghis Palmans Provinciaal coordinator Vleermuizenwerkgroep
NATUUR ~RESERVATEN~
JAARBOEK AFDELING 74
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
-
JAARBOEK AFDELING 75
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vm / PEER
PROJECTEN .
FRKUII
FNPROJFCT
MFFUWFN
- GRUITWDF
FN PFFR
Resultaten 1999 Officieuze achterklap binnen kerkuilminnend Vlaanderen gewaagt voorzichtig van een zeer vruchtbaar uilenjaar na de watersnood en de harde vrieskou van respectievelijk 1998 en 1996. Eigenaardig genoeg wordt het succes van dit jaar precies toegeschreven aan het voorbije Noah-jaar. Door de ondergelopen graslanden en akkers zijn de knaagdieren, onder het motto pompen of verzuipen, massaal hun heil buiten de beschutting van struwelen en houtkanten gaan zoeken, waardoor ze een makkelijker prooi werden voor hun predatoren. Het voedselaanbod voor o.a. de kerkuil is dus plotsklaps gestegen. Uilemans en uilevrouw zijn daar enorm lyrisch van geworden wat resulteerde in meer kindjes. Dat uitte zich dan ook in onze regio. Mooie illustratie van het bovenstaande is de quasi onmiddellijke bezetting van de recent geplaatste kast in de kerk van Wijshagen. Amper enkele maanden na plaatsing mochten we reeds 3 jonge uilen begroeten die dan ook prompt geringd werden door dhr. Hubert Lehaen. Evenzo in de kerk van Neerglabbeek: voor de tweede maal 4 jongen, de vijfde (de jongste) heeft er spijtig genoeg het loodje bij gelegd. In de kerken van Meeuwen en Gruitrode hadden we minder succes. Meeuwen was bewoond door duiven en Gruitrode door een duivenvanger... t.t.z. de kast was “te goei gezet” door de plaatselijke duivenvanger die van dezelfde zolder gebruik maakt. Kast dus gerepareerd en duivenier even op zijn plaats gezet. Indien dergelijke foliekes nog plaats vinden dan moeten we -hogerop- in de kerkelijke overheid ons heil zoeken. Elke kerk heeft immers recht op zijn uil. Evenwel niet zo in de kerk van Ellikom: de kerkfabriek ziet een kerkuil en het af en aan geloop van ondergetekende (uil) niet zo zitten en weigerde haar medewerking aan ons project. Volgens ons volledig onterecht vem7its Ben en dezelfde persoon tweemaal jaarlijks de broedgevallen gaat controleren en indien mogelijk de jongen ringen. We kunnen dus in Meeuwen nog 1 kast plaatsen. Hierbij dus een warme oproep naar geschikte lokaties, openbare of private, om nog een kast te plaatsen. Gelukkig is de gewone burger niet zo afkerig van onze favoriet. Op niet minder dan 3 plaatsen in Meeuwen (Gestel, Wijshagen en Meeuwen) noteerden we waarnemingen in woningen. Hierbij twee broedgevallen met respectievelijk vijf en één jong. De vijf jongen (waarvan een omgekomen en één naar het opvangcentrum van Opglabbeek door onvoldoende vliegvermogen) kwamen eveneens uit een nestkast door de eigenaar geplaatst. Het enig kind werd geboren in een schouw. Verdere controle op evt. dode vogels was hier niet mogelijk. Vooruitzichten In Peer worden eerstdaags nog vier nestkasten geplaatst. Eerst dient er toestemming van de kerkfabrieken van de respectievelijke kerken te zijn, maar we richten ons op het eindejaar om de laatste kast te hebben gehangen. Kwestie van nog een beschutting tegen de barre winterkou te kunnen bieden. Alex Ballet. -+wÈ%% JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN vzw P3 AFDELING
76
MEEUWEN-GRUITRODE
/ PEER
PROJECTEN KERKUILENPROJECT
99
Aantal waarnemingen
broedgevallen
stal broedaevallen kaart 18-5 JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE
77
vzw / PEER
PROJECTEN
Volgend jaar zullen we uitgebreider op het peilbuisproject terugkomen. Hier zijn de eerste resultaten .De peilbuizen boven staan ongeveer 100 m van de beek, de andere staan ongeveer 10 m van de beek.
*‘Den Damp’ +‘Kwanten’ *‘Hendrikx’ *‘Kampplaats’
Datum
L
Peilbuizen
- beneden
60
ti 40 ! 20 z2 0 P -20
+‘Kwanten’
PROJECTEN
De stad Peer nam ook dit jaar, voor de tweede maal deel aan het scholenproject rond milieu, het zogenaamde Milieu Ontmoetings Programma, afgekort tot MOP. Dit project is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting en de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer(AMINAL),in samenwerking met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM), de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), en de Vlaamse provincies, met de steun van de Nationale Loterij. Iedere vereniging of bedrijf die met milieu te maken heeft, werd aangeschreven om met dit project mee te werken. Natuurreservaten vzw afdeling Meeuwen-Gruitrode/Peer reageerde positief en was daarmee bereid de kinderen tussen 5 en 12 jaar van de basisscholen van Peer binnen te leiden in de wereld van de volwassenen, meer bepaald dat stukie volwassenenwereld waar milieu een voorname rol soeelt, wat de belangrijkste doelstelling van het MOP project is. Voorwaarde was dat er een MOP-schakel was tussen onze vereniging en de klassen. Jan Hendrikx werd bereid gevonden om die taak op zich te nemen, wat concreet inhield dat hij de MOP-klassen te velde, in dit geval aan de AAbemden in de Abeekvallei ontvangt. Met tekeningen en gegevens van Freddy Janssens en de fauna- en florakennis van Michel Broeckmans werd een draaiboek gemaakt waarmee Jan de kinderen kon gidsen. Hier is het verslag van Jan: “Ik heb die dagen erg positief ervaren, en aan de reacties van de kinderen en de leerkrachten te horen en te zien mag ik zeggen dat die MOP-klassen een succes waren, en zo ‘n Milieu Ontmoetings Programma voor de kinderen en Natuurreservaten zeker de volgende jaren mag herhaald worden. Dit Milieu Ontmoetings Programma werd in aanwezigheid van alle MOP-schakels en verantwoordelijke bedienden van de Stad Peer in het Poorthuis afgesloten, waar al die schakels een MOP-Charter kregen. Welke klassen met de respectievelijke leerkrachten de AAbemden bezocht en ontdekt hebben en hoe het draaiboek voor zo’n namiddag er uitzag kan u op de volgende bladzijden lezen,
-
NATUUR
LRESERVAIENS
JAARBOEK AFDELING 79
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
PROJECTEN Omschrijving van deze MOP-dagen Ex loratietocht doorheen de Abeekvallei in Grote-Brogel met aandacht ;.raemden met qn bodemstructuur, de beheerde hoorlanden, amfrbrepoel, rl
Plaats : AAbemden
voor de fauna en
Grote-Brogel.
Vertrek: infobord AAbemden en we gaan kijken op verschillende in beheer en ontwikkeling met ieder zijn specifieke fauna hoofdaccent ligt op de hooilanden.
percelen al dan niet en flora, maar het
Voorstelling Natuurreservaten V.L.W. en haar doestellingen; Behoud en ontwikkeling van de unieke natuurwaarden van de Abeekvallei, deze vallei was vroeger, in de tijd van jullie grootvader een lang lint van open ruimten met hooilanden. Waar we hier nu staan, een hooiland, is een relict, een overblijfsel van hoe het vroeger was, het gras van de hooilanden werd gemaaid, gehooid en opgeslagen en diende als wintewoeder voor de dieren. Door nu hetzelfde te doen zorgen we voor het behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. Betekenis van bemd of beemd Dit hooiland is wat men noemt een nat en bloemrijk hooiland met een hoge ecologische waarde (verband en wisselwerking tussen organismen en hun omgeving) en natuurwaarde (landschappelijk). Ontstaan Door de natte ondergrond waren deze percelen niet geschikt voor akkerbouw, moeilijk tot onmogelijk te bewerken en de boeren gebruikten ze dan als hooiland. In droge zomers was hier het gras nog groen. Het gras werd hier met de hand gemaaid, als het droog was werd het op een berrie weggedragen en op hooimijten getast of binnen gehaald. Door deze handmatige bewerkin en het niet toevoegen van meststoffen groeiden er allerlei soorten bloemen en hooilanden en creëerden die boeren een prachtig en ecologisch waar evol natuurlandschap. Verdwijning Doordat de landbouw eind jaren 50 en begin ‘aren 60 machinaal beoefend werd bleven deze stukken onbewerkt li e machines niet op deze gronden met een natte onder Hetgeen tot gevolg en verruigden, of als houtakker (productie bos) en in het slechtste geval als buitenverblijf, met chalet en vijver, gebruikt werden.
-
JAARBOEK AFDELING 80
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw f PEER
PROJECTEN Hooiland Ecologisch nut van natuurlijke natte bloemriike hooilanden: Door de vele soorten bloemen, is er veel variatie in dit van oudsher hooiland, leven er veel insecten die dan op hun beurt als voedsel dienen voor trekvogels enandere vogels, leven er bepaalde vlindersoorten die gebonden zijn aan bloemen in hooilanden, leven er ook kikkers. Kortom : een verrijking van de fauna en flora. Bemerk ook de zachte glooiing, dit gedeelte is de uitloper van de vrij steile hellingen van het Kempisch plateau naar de vlakte van Bocholt. Abeek Er zijn 16 soorten vis waargenomen in de Abeek. De Abeek heeft gelukkig nog een natuurlijke loop, ze meandert, dit is ideaal voor de vlssen die in de minder snel stromende delen hun eitjes afzetten, bij een rechte beek is de stroming te snel. Deelnemende
klassen
B.S.G. “Aan den Bogaerd” Peer 15 Lln Dhr Roger Vanhove G.V. Basisschool Erpekom 8 Lln Dhr Hugo Swennen G.V. Basischool Per-centrum 27 Lln Mevr Miet Loenders
van G.V. Basis school Peer-centrum.
KLAS VAN Miet Loenders
We danken Jan evenals de leerlingen en leraars voor hun medewerking.
JAARBOEK AFDELING
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
PROJECTEN
.
DFR AFVAI
VOOR MFFR
NATUUR
De organisatoren van het Belgium Rithm and Blues Festival en de stad Peer waren op zoek naar een formule om het festival een milieuvriendelijker imago te geven. Na enkele voorbereidende gesprekken werd een project rond herbruikbare bekers weerhouden. Onder het motto “minder afval voor MEER NATUUR” zou een Groen Café ingericht worden om deze bekers aan de man te brengen. Terzelfder tijd zouden medewerkers van Natuurreservaten vzw selectief slingervuil inzamelen Het BRBF greep plaats op 17, 18 en 19 juli 1999. De evaluatie van het gebeuren rond het Groen Café, leert ons dat er van een succes kan gesproken worden. In totaal werden er 1500 herbruikbare bekers aan de man gebracht. In het licht van de omstandigheden kan dit een goed resultaat genoemd worden. Meer dan 10% van de festivalgangers schaften zich een herbruikbare pint aan. Zij betaalden hier 50fr voor. Na afloop zijn er een 200 tal bekers terug ingeleverd al dan niet mits terugbetaling van 20 bfr. Het initiatief startte met een aantal al dan niet bewuste handicaps. Het Groen Café lag in een traditioneel minder aantrekkelijke plaats op het festivalterrein. Alleen op die plaats konden de pinten gespoeld worden. De kostprijs, 50 of 30 fr, afhankelijk van het al dan niet terug inleveren was voor de meeste mensen geen probleem. Blijft natuurlijk dat de milieuvriendelijke festivalganger moet betalen voor zijn goede wil, terwijl de anderen hun zogezegd gratis bekertje over de schouder kunnen kieperen. Om de gevolgen hiervan te beperken was er het bijkomend initiatief van de stad Peer om tijdens het festival de gewone bekers te laten opruimen, zodat iedereen toch in een behoorlijke omgeving van de muziek kon genieten. Dagelijks liepen 10 mensen van Natuurreservaten 10 uur in T-shirt en met pet van onze vereniging rond om het terrein zuiver te houden. Dit kwam goed over bij het publiek en onze mensen kregen herhaaldelijk bemoedigende felicitaties van de toeschouwers voor deze actie. Tot ongeveer 22 uur kon een groot deel van de festivalweide relatief zuiver gehouden worden. De stad Peer steunde deze actie door 200fr/uur/man toe te kennen aan het natuurreservaat van de Abeekvallei. Alleszins is een deel van de milieukost omgezet in een voordeel voor de natuur, het uitgangspunt van het idee rond het Groen Café. Ook de sensibilisering voor minder afval kwam goed over en deze actie zal zeker een uitstraling hebben naar andere festivals. De pers, radio en tv hebben bijgedragen tot de bekendmaking van dit initiatief. De meisjes van het promotieteam van Natuurreservaten vzw slaagden erin om tijdens hun 2 daagse actie 31 nieuwe leden te verwerven. Tot slot wensen we de stad Peer, die alles gefinancieerd heeft, en de organisatoren van het BRBF te danken voor hun aandeel in dit project.
-
JAARBOEK AFDELING 02
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw / PEER
PROJECTEN
Zondag 16 januari 2000 Winterwandeling op de Luysen met speciale aandacht voor overwinterende watervogels. Verrekijker en laatzen meebrengen. Samenkomst: Fontein stadsplein Bree om 13~45. Info: Michel Broeckmans 01 lI79.39.64 Zaterdagen, 19 en 26 Februari, 4,11,16 en 25 Maart 2000 Paddenoverzetactie. Afhankelijk van de weersomstandigheden einddatum veranderen. Zaklamp meebrengen. Samenkomst: ‘t Broek Gestelstraat te Meeuwen om 20~00. Info: Jan Paesen 011/79.25.64 Zondag 20 februari 2000 Cultuur in onze reservaten Cultuur-historische wandeling rond het “OOIEVAARSNEST” Laarzen meebrengen. Samenkomst: Kerk Grote Brogel om 14~00 Info: Paul Capals 011/63.12.89
kan de begin en
te Grote Brogel.
Zondag 16 april 2000 Dag van de aarde Voorjaarswandeling. Laarzen en verrekijker meebrengen. Samenkomst: Buurthuis Ellikom, weg naar Ellikom 243 Meeuwen om 9uOO Info: Michel Broeckmans 01 lI79.39.64 Zondag 21 mei 2000 Open Natuurdagen Bloemrijke hooilanden in de vlakte van Grote Brogel. Laarzen meebrengen. Samenkomst: Knooppunt 06 van fietsroutenetwerk RLKM te Grote Brogel om 14uoo. Info: Paul Capals 01 U63.12.89 Zaterdag 24 juni 2000 Nachtzwaluw op de Oudsberg. Samenkomst: CC Gruitrode, Royerplein Gruitrode om 21~00. Info: Willy Lipkens 089/ 8554.94
- -P4wJYN~
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 94
“zw /PEER
PUBLIEKE
ACTIVITEITEN
Zondag27augustus2000 Heide en vennen. Herinneringswandeling Pol Vandewal. Samenkomst: Parking RLKM Weg naar Zwartberg, Plockroy te Meeuwen om 9uoo. Info: Herman Vandewal 01 lI79.25.34 Zondag 24 september 2000 Trekvogeltellingen in Eksel. Samenkomst Kerkplein Peer om 8~00. Info: Jean Moris 011/79.12.76 Zondag 22 oktober 2000 Paddestoelenwandeling Kastanjedreef Neerglabbeek. Samenkomst: Kerk Neerglabeek om 14~00. Info: Willy Lipkens 089185.5494 Zaterdag 18 november 2000 Dag van de Natuur Beheerswerken in onze reservaten. Samenkomst: Buurthuis Ellikom, weg naar Ellikom Meeuwen om 9uOO. Info: Freddy Janssens 011/63.37.27 Zondag 3 december 2000 Landschapswandeling in de omgeving van de Warmbeek Samenkomst: Breugelhoeve Grote Brogel om 14~00. Info: Paul Capals 011/63.12.89
.
US VOCFI
S VOORJAAR
2004
In 2000 organiseren we een basiscursus vogels. Tijdens deze Basiscursus zullen we vooral de zogenaamde huis, tuin en keukenvogels leren kennen zowel visueel als op zang. De cursus bestaat uit 3 theoretische lessen en 4 excursies. Zowel de theoretische lessen als de excursies zullen gegeven worden door Koen Leysen. Theoretische lessen : op 16,23 en 30 maart. Deze zullen doorgaan in ‘t Buurthuis te Ellikom, weg naar Ellikom 243 3670 Meeuwen en beginnen om 20~00 en zullen duren tot 23~15. De excursies vinden plaats op : 26 maart op de Berenheide te Meeuwen van 7~00 tot 10~15 9 april op de Berenheide te Meeuwen van 6~00 tot 9u15 30 april op het militair domein te Meeuwen van 5~30 tot 81.145 7 mei op het Siberië te Peer van 9uOO tot 12~15 le plaats van afspraak voor de excursies zal later worden meegedeeld. 4TUUk -RESERVATENS JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATENvzw AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE/ PEER 85
PUBLIEKE
ACTIVITEITEN
De prijs voor de cursus bedraagt voor leden 700 fr. en voor niet-leden 900 fr. Voor meer informatie en folder kan je steeds terecht bij : Michel Broeckmans Weg op Bree 28 3670 Meeuwen Tel: 011/79.39.64 E-mail:
[email protected]
Op de derde zondag van de maand, behalve in het broedseizoen, vinden de vaste beheerswerken plaats. Het broedseizoen loopt van maart, tot 15 juni. De samenkomst is aan het buurthuis te Ellikom en aan knooppunt 06 van het fietsroutenetwerk van RLKM, telkens om 09.00.
De volgende bestuursvergaderingen plaatsgevonden. 9 januari ‘99 6 februari ‘99 5 maart ‘99 16 april ‘99 21 mei ‘99 25 juni ‘99 26 augustus.‘99 1 oktober ‘99 5 november ‘99 3 december ‘99
Buurthuis Watersnip Buurthuis Brueghelheem Brueghelheem Buurthuis Buurthuis Brueghelheem Buurthuis Brueghelheem
hebben
in
het
voorbije
werkjaar
Koersel Ellikom Grote Brogel Grote Brogel Ellikom Ellikom Grote Brogel Ellikom Grote Brogel
Op onze bestuursvergaderingen waren gemiddeld 10 mensen aanwezig. Tijdens deze bijeenkomsten worden beslissingen genomen, activiteiten gepland en achteraf geëvalueerd. De bestuursvergaderingen vormen een belangrijk element in de werking van de vereniging. Iedereen die de vergaderingen wil bijwonen, is welkom. Zo ben je optimaal geïnformeerd en kun je mee beslissingen nemen. Wekelijks en soms vaker werden er werkvergaderingen gehouden in verband met de grote activiteiten van onze vereniging (beheerswerken, aankopen, wandelingen voorbereiden). Regelmatig wordt overleg gepleegd met de gemeentelijke overheden. JAARBOEK AFDELING 88
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
AFVAARDIGINGEN Onze afdeling is vertegenwoordigd ALGEMENE
l
VERGADERING
in verschillende overleggroepen
NR-BRUSSEL
8 LIMBURG.
Voor de Algemene vergadering van Natuurreservaten vzw in Brussel kunnen we twee personen afvaardigen. Deze personen zijn ook stemgerechtigd op de algemene vergadering van Natuurresevaten Limburg. - Paul Capals, -Jan Paesen, .
PROVINCIAAL
Kaulillerweg 35, Salviastraat 15,
3990 Grote Brogel 3670 Meeuwen
OVERLEG NR-LIMBURG-HASSELT
Op het provinciaal overleg van Natuurreservaten punten aangepakt. -Jan Hendrikx, - Mathieu Geelen, l
REGIONAAL
Limburg worden de Limburgse
Laardenveg 57, Weg n. Opoeteren 54,
3990 Grote-Brogel 3670 Neerglabbeek
OVERLEG DIEST
Als er op Vlaams niveau dringend belangrijke zaken moeten besproken worden, gebeurt dat in een regionaal overleg van Natuurreservaten vzw in Diest. - Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2, 3990 Grote Brogel - Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 Grote Brogel
l
CONSERVATORDAGEN Op de samenkomsten van de conservators natuurbeheer behandeld. - Freddy Janssens, -Jean Mons, - Michel Broeckmans,
.
MONITORING
worden de problemen van het
Spinnerijstraat 2, Kapellekesstraat 8, Weg op Bree 28,
3990 Grote Brogel 3990 Peer 3670 Meeuwen
WERKGROEP
Deze werkgroep staat in voor het verzamelen en verwerken van alle inventarisatiegegevens. In onze afdeling worden de gegevens samengebracht door: Michel Broeckmans, -
Weg op Bree 28,
--@ P- i%vAY$ 3
JAARBOEK AFDELING 87
3670 Meeuwen 1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
YZW / PEER
AFVAARDIGINGEN
In de cultuurraden zijn we vertegenwoordigd door: voor Peer
- Piet Coninx, voor
Lijsterbessenlaan
10,
3990 Wijchmaal
Meeuwen-Gruitrode
- Willy Lipkens,
Tienderstraat 31,
3670 Neerglabbeek
JKF
.
In de Milieuraad
van Meeuwen-Gruitrode
ORDENING
zijn we vertegenwoordigd door
- Willy Lipkens, -Jan Paesen,
Tienderstraat 31, Salviastraat 15,
3670 Neerglabbeek 3670 Meeuwen
- Paul Capals, -Jan Hendrikx,
Kaulilletweg 35, Laarderweg 57,
3990 Grote Brogel 3990 Grote-Brogel
.
Werkgroep
Ruimtelijke
-Jan Hendrikx,
Ordening
- Peer
Laarderweg 57,
3990 Grote-Brogel
l IQK Dank zij T.O.K. ( Tewerkstelling en Opleiding Kansarmen) , kunnen we regelmatig beroep doen op enkele milieuarbeiders. - Paul Capals, Kaulillerweg 35, 3990 Grote Brogel
-
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE
88
vzw / PEER
AFVAARDIGINGEN
In LIKONA (Limburgse koepel voor natuurstudie) zijn meerdere van onze leden echt actief betrokken. Likona ís verdeeld in verschillende werkgroepen. Eén van deze is de vogelwerkgroep. Als onderdeel van deze vogelwerkgroep is er een kerkuilenwerkgroep actief. Het bestand en de nestkasten van de regio worden bijgehouden door: - Alex Ballet, Hoogveldstraat 6, 3670 Meeuwen Inventarisatie van de vogels gebeurt door: - Michel Broeckmans, Weg op Bree 28, 3670 Meeuwen Voor de herpitologische werkgroep worden we vertegenwoordigd door: - Bart Paesen, Salviastraat 15, 3670 Meeuwen LIMNET
l
We werken samen met de Limburgse Natuurgidsen via Limnet. .
WATERING
“DE VREENEBEEK”
We zijn ook vertegenwoordigd in de Watering “De Vreenebeek”, waarvan het ambtsgebied overeenkomt met de zone waarin onze afdeling actief is. - Paul Capals, WERKGROEP
l
Kaulilletweg 35,
3990 Grote Brogel
ABEEK
De werkgroep Abeek brengt de verschillende Abeekvallei regelmatig bij elkaar. Onze afdeling wordt vertegenwoordigd door: Paul Capals, Jean Moris, l
Kaulilletweg 35, Kapellekesstraat 8,
in de ganse
3990 Grote Brogel 3990 Peer
WBE - Peer f Wildbeheerseenheid) - Freddy Janssens, Spinnerijstraat 2,
l
terreinbeheerders
3990 Grote Brogel
J.N.M. - afaevaardiade
We hebben een zeer nauwe samenwerking met de lokale afdeling van J.N.M. en we worden door een bestuurslid vertegenwoordigd in hun werking - Bart Paesen, Salviastraat 15, 3670 Meeuwen JAARBOEK AFDELING 89
1999 NATUURRESERVATEN MEEUWEN-GRUITRODE
vzw I PEER
INHOUDSTABEL
l INHOUDSTAFEL DANKWOORD.. . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . .. . .. .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . .l VOORWOORD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . ... . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . .. . . . . . . . .. . .2 ONZE AFDELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . .. . .. . .4 - MEDEWERKERS . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .4 - LEDEN.. . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . ., . . . . . . . . . . . . . . . . 5 - WERKINGSGEBIED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . .6 - AANKOPEN 1998 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . ..7 - MONITORING.. . . . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..8 - J.N.M . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 - GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSBELEID.. . . . . . . . . . . . . . . .14 VALLEI VAN DE ABEEK . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . 16 - WERKGROEP ABEEKVALLEI.. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ,. ,... . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..16 - EUROPESE OEHOE IN DE ABEEKVALLEI . .. . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .17 - EEN BEETJE GESCHIEDENIS van de ABEEK . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 - HET SMEETSHOF . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .22 - DE LUYSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....25 - VISBESTAND IN DE ABEEK 1998 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .27 - EVOLUTIE WATERKWALITEIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 - WILDAKKERS EN KLEINE LANSSCHAPSELEMENTEN . . . . . . .. . . . .. .29 - DE VIER SEIZOENEN VAN DE HONINGBIJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .30 RESERVATENWERKING . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .... . . . . . . . . . . . . ..36 - RESERVATENWERKING . . . . . . . . . . . . . . . .. . . .. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 - ZONE 1. . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ...39 - ZONE 2 . .. . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...41 - ZONE 3,............................................................................ 43 - ZONE 4 .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . .45 PROJECTEN . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .46 - JNM ABEEKKAMP 1999 . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..46 - VERSLAG PROVINCIAAL JNM KAMP 1998 . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .47 - BEHEERSKAMP VAN JEUGDHUIS DE SCHERPE STEEN . . . . . . . . . ..67 AMFIBIEËN TE MEEUWEN EN PEER . . . . . . . . . ..70 - OVERZETACTIES - VLEERMUIZENOVERWINTERINGSPLAATS . . . .. . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. .74 - KERKUILPROJECT.. .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .. . . . . . . . ..76 - PEILBUISPROJECT . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .. . . . . . . . . .78 - MILIEU ONTMOETINGSPROGRAMMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . .. . . . . ..79 - MINDER AFVAL VOOR MEER NATUUR . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .82 - WERKINGS’PROGRAMMA 2000 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...83 PUBLIEKE ACTIVITEITEN . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. .. . . . ...64 - WANDELKALENDER 2000 . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . ...64 - BASISCURSUS VOGELS . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 - BEHEERSWERKEN . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .66 VERGADERINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . ...66 AFVAARDIGINGEN . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... . . . ...67 -
NATUUR RESERVATEN1
JAARBOEK 1999 NATUURRESERVATEN AFDELING MEEUWEN-GRUITRODE 90
vzw / PEER