NIEUWEMATEN IN DE INFRA gratis magazine voor weg- en waterbouw
DAMESMATEN
vrouwen in de weg- en
waterbouw
kostbare kennis is goud
waard
GOLDEN OLDIE
IN BEELD
mensen en hun werk
PERSONEELSBELEID?
MODERN
8 Interviews De bedrijfsvisie van Maarten Reijgersberg en Harm van der Wiel
10
4 Nieuwe maten
5
De branche loopt leeg, maar bedrijven merken er nog weinig van
Koffietafel Vaklieden in gesprek over actuele zaken
Drie portretten van mensen die werkzaam zijn binnen de weg- en waterbouw.
en verder...
6
Damesmaten Vrouwelijke vaklieden in de weg- en waterbouw sector zijn een zeldzaamheid.
15
In beeld
Pop
5
Deeltijd
5
Mantelzorg
5
Golden oldie
13
Oude maten
14
Docking station
14
Meisjes en techniek
14
1+1=2
14
Colofon
15
Column De stelling van Paul en Dirk
NIEUWE MATEN De samenleving vergrijst. Er zijn steeds meer ouderen en de jongere generatie dunt uit. Ook in het personeelsbestand van de grond-, weg- en waterbouwbedrijven is dat te merken. Werknemers worden ouder, terwijl de aanwas van jong personeel minder wordt. Daar komt bij dat interesse voor techniek sterk afneemt onder jongeren. De uitstroom neemt toe en de instroom neemt af. Tot op heden is de nood in de bedrijven nog niet erg voelbaar. Men lost het onderling op, met tijdelijke contracten of via uitzendbureaus. Over vijf jaar echter zal dit probleem op alle niveaus effecten hebben. En hoewel veel bedrijven gewend zijn bij de dag te leven, is het toch belangrijk deze trend in de gaten te houden. Want wie nu maatregelen treft, zal daar straks de vruchten van plukken. In dit magazine schenken we aandacht aan het probleem. Dus de vergrijzing in de sector, en de afnemende instroom van nieuwe vaklieden. Maar meer nog schenken we aandacht aan mogelijke oplossingen. Hoe kan de sector de kennis en ervaring van de oudere werknemer benutten? Hem op een andere manier inzetten, zodat hij behouden blijft voor het bedrijf? En op welke manier kunnen we toch nieuw personeel aantrekken? Zouden vrouwen een optie zijn? Of allochtonen, langdurig werklozen, vroegtijdig schoolverlaters, jongens die het vak nog moeten leren? En kan die oudere werknemer daar dan een rol in spelen?
Het helpt als bedrijven aansluiten bij de eisen van deze tijd, meebewegen met tendensen in de samenleving. In een modern personeelsbeleid past het om rekening te houden met leeftijdgebonden wensen. Jongeren denken na over hun toekomst, en hebben belang bij perspectief op scholing en groei. Jongeren willen een deel van de zorgtaken thuis op zich nemen. Wellicht stellen ze prijs op de mogelijkheid in deeltijd te werken. Maar ook de specifieke wensen en behoeften van ouderen vragen om aandacht. Door een sociaal gezicht te tonen zowel naar werknemers als naar opdrachtgevers, ontstaat er binding met het bedrijf. Zodoende beperk je de uitstroom van gekwalificeerd personeel, en kun je je opdrachtgevers tevreden stellen.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Europees Sociaal Fonds.
4
AAN DE KOFFIETAFEL
Pop Een persoonlijk ontwikkelingsplan helpt om werknemers toe te rusten met competenties die het bedrijf (op termijn) nodig heeft. Tevens is het aantrekkelijk voor de werknemer om perspectief te hebben op groei en ontwikkeling in zijn vakgebied. Vooral de jongere generatie heeft hier behoefte aan. Hierdoor zal hij zich gemakkelijker binden aan het bedrijf. Met behulp van een POP kunnen werknemers een bijdrage leveren aan veranderings- en groeiprocessen van het bedrijf. Deze veranderingen zullen eenvoudiger tot stand komen doordat het potentieel wordt benut en loyaliteit van werknemers waarschijnlijker is. De GOA Infra Groep heeft standaard formulieren die u kunt gebruiken. www.goa-infra.nl
Met een paar vaklieden van verschillende bedrijven spreken we in Groningen informeel over jongeren, vrouwen, ouderen en deeltijd in de sector. Op dit moment zijn er veel werknemers in bedrijven die op het punt staan met de VUT te gaan, volgens Leo, Johan en Klaas. De mannen aan tafel vinden het een slechte zaak dat er steeds minder vast personeel wordt aangenomen. Als er extra personeel nodig is wordt dat extern ingehuurd. De overheid maakt het met wet- en regelgeving steeds lastiger en riskanter om mensen in vaste dienst te nemen. Jonge vaklieden krijgen daardoor niet gemakkelijk een binding met het bedrijf. Daarmee gaan vaklieden verloren voor de branche en dat is jammer. Over deeltijd: “Ik zou wel een dag minder willen werken, om eerlijk te zijn” zegt Leo. “Maar dat is niet aan de orde. De baas zoekt wel een ander voor mij die wel fulltime wil werken.” Klaas: “Ik heb best spijt dat ik mijn kinderen nauwelijks heb zien opgroeien, omdat ik altijd aan het werk was. Nu, voor mijn jongste probeer ik het beter te doen door in elk geval niet meer laat, of in het weekend te werken. Mijn vrouw zou ook wel weer wat willen gaan werken, maar dat gaat echt niet nu er nog kleine kinderen zijn. Van mij moet ze het niet hebben.” Volgens de mannen is het nogal taboe om op het werk te vertellen dat je graag meer bij je kinderen zou willen zijn. Ouderen krijgen wel steeds meer de kans om in deeltijd te werken. Bovendien ligt het erg aan de soort functie of deeltijd mogelijk is, denken ze. Vrouwen zie je nog wel eens op een wals of een vrachtwagen. Johan: “Ik ben wel eens op zoek gegaan naar een chauffeur. Bleek het de vrouw te zijn aan wie ik het vroeg!” Fluiten naar vrouwelijke passanten mag niet meer. En ook de kledingvoorschriften zijn veranderd. Leo: “Je zult niet zo vaak meer een bilnaad tegenkomen op straat.” Namen zijn op verzoek gefingeerd.
Mantelzorg
Deeltijd De één zegt dat het niet op alle functies mogelijk is, de ander zegt dat het met de cultuur van de branche te maken heeft. Werknemers durven er niet om te vragen en bazen denken dat werknemers er geen belang bij hebben. We hebben het over deeltijdwerk. Ook in de bouwsector liep men tegen dit fenomeen aan. Daar constateerde men dat deeltijdbanen een belangrijke rol kunnen vervullen in het aansluiten bij de tijdgeest. Zo wordt de sector aantrekkelijk voor nieuwe instroom. De ombudsvrouw in Drenthe kreeg een telefoontje van de echtgenote van een bouwvakker.
Door veranderende wetgeving wordt in toenemende mate verwacht dat burgers zoveel mogelijk zelf zorg verlenen aan zieke familieleden. In de weg- en waterbouw vindt een vergrijzing plaats, waardoor het waarschijnlijk is dat werknemers sneller te maken krijgen met een zieke ouder of partner. Werkgevers kunnen een bijdrage leveren door hierover beleid te ontwikkelen en afspraken te maken, mocht een werknemer in de knel komen. De CAO biedt diverse mogelijkheden op het gebied van verlof voor privétaken, zoals zorgverlof. Daarnaast is het belangrijk om in overleg tussen werkgever en werknemer te zoeken naar flexibele maatoplossingen. www.mezzo.nl “Waarom mag mijn man niet in deeltijd werken?” Zij was daardoor genoodzaakt om alleen voor haar kinderen te zorgen en kon niet gaan werken, al wilde ze dat graag. Zo ontstond ProFlex Bouw, een soort uitzendbureau waar werknemers en werkgevers met een belang bij deeltijd elkaar vinden. www.proflexbouw.nl
5
DAMESMATEN IN DE WEG- EN WATERBOUW
EEN ZELDZAAMHEID IN NEDERLAND Vrouwelijke vaklieden in de weg- en waterbouw zijn een zeldzaamheid in Nederland. Men denkt dat het vak te zwaar is voor vrouwen, dat de cultuur van de sector alleen geschikt is voor mannen. En dat terwijl het in Oost-Europese landen de gewoonste zaak van de wereld is om als vrouw een technisch beroep te kiezen. Kunnen vrouwen een oplossing zijn voor het gebrek aan instroom van vaklieden? De bedrijfstak brengt over het algemeen zware lichamelijke arbeid met zich mee. Daarnaast staat de branche erom bekend niet al te vrouwvriendelijk te zijn. Toch is dat heel erg veranderd de laatste jaren. Tien jaar geleden stonden de kratten bier nog naast de keet. En ieder vrouw die langsliep werd nagefloten. Maar opdrachtgevers waren daar niet blij mee. En ook de bedrijven zelf vonden dat het hun bedrijfsnaam geen goed deed. Kortom, die machocultuur is veranderd. Bij de kantoorfuncties, ook de technische, kom je soms vrouwen tegen. Maar bij het lagere niveau houdt het ineens op. En ook al stellen bedrijven zich er voor open, er wordt nauwelijks aangeklopt door vrouwen voor die banen. Ook is op werklocaties meestal geen apart vrouwentoilet. Voor één vrouw is het moeilijk zich te handhaven in de mannenwereld. Maar er twee tegelijk aanstellen is al helemaal ondenkbaar, omdat er te weinig zijn. Om vrouwen te interesseren voor het vak, en om bedrijven te interesseren voor vrouwelijke vaklieden is een cultuuromslag nodig. Zowel in de maatschappij als in de branche.
Jacoba Kaspers (straatmaker, 18 jaar): “Ik wilde eigenlijk het leger in. Dus om me een beetje voor te bereiden op de mannenwereld en wat spierballen te ontwikkelen, leek het me goed om tijdelijk bij mijn vaders bedrijf als straatmaker aan de slag te gaan. Maar ik vond het zo leuk, dat ik besloot te blijven. Het leuke is dat je de hele dag alles uit jezelf haalt wat erin zit. Je kunt de hele dag door knallen, je afreageren als je chagrijnig bent. Dat het zwaar is, daar wen je aan. In het begin kon ik niet met een volle kruiwagen uit de voeten. Als je gemotiveerd bent, je tegen die mannen wilt opboksen, beter wilt worden dan hen, dan lukt dat wel. Wat zwaarder is, is het weer. In de zomer te warm, in de winter te koud…
DAT HET ZWAAR IS, DAAR WEN JE AAN In het begin denken de mannen wel van, ach meisje. Dan proberen ze je alles uit handen te nemen. Maar dat duurt niet lang. Dan zeg ik, dat kan ik zelf ook wel hoor. En dan is het klaar. Mijn vader is zo trots als een pauw. Hij had niet verwacht dat ik bij hem aan het werk bleef. Hij heeft veel energie gestoken in mij dingen leren. Ik merkte in het begin dat de jongens zich inhielden. Waar zijn jullie vieze praatjes, zei ik dan. Toen kwam het op tafel, en hield het niet meer op. Ze hadden in de gaten dat ik daar om lachen kan. Ik maak elke dag grappige dingen mee. Je moet bijvoorbeeld geen boeren laten. Dat vinden ze heel vies voor een meisje. Daar knappen ze op af.
Er is geen apart vrouwentoilet. Ik zit gewoon op de dixi. Ik leg er allemaal wc papier overheen en ik zet spuitbussen neer. Het kan soms ook wel een beetje botsen hoor. Als ik met iemand van 27 moet werken die dat nog nooit heeft meegemaakt. Dan ben ik een snotneus van 18 en ook nog een meisje. Als ik hen dingen probeer te leren willen ze het niet van me aannemen. Je moet wel iets hards hebben, anders red je het niet. Ik heb best wel eens op het werk gestaan met tranen in m’n ogen. Voorbijgangers vinden het vaak leuk. Soms schrikken ze en staan ze met open mond te kijken. Laatst werkte ik langs de snelweg. Auto’s reden wel drie keer langs. Je zag ze kijken. Dat is wel grappig, die reacties.” En wat vinden de mannen ervan? Een leermeester: “De mannenwereld is een machowereld. Ze fluiten graag naar vrouwen. Maar als er eentje naast ze komt zitten weten ze zich geen houding te geven. Ik zelf ook niet hoor!” Een directeur: “Op het moment dat er een vrouw in de keet kwam zitten werd de stemming heel anders. Ik vond het wel prettig. De mannen liepen wat harder en gedroegen zich beter. De fatsoensnormen veranderden. Het heeft iets ontwapenends, zo’n vrouw.” Een straatmaker: “Het is zwaar werk. Ik zie een vrouw niet tot haar 55e met haar knieën op straat zitten. Een vrouw als opzichter is wel heel goed mogelijk.”
7
MAARTEN REIJGERSBERG Algemeen directeur De Boer & De Groot, Schuurmans Betonbouw, Adonin en Gebroeders Dekker
Volgens Reijgersberg is er een groot gat tussen de vraag van het
in deeltijd uit te oefenen.” Bij de vaklieden zou het wel mogelijk zijn, denkt hij, maar die vraag
bedrijfsleven en het aanbod van het onderwijs. “Alles bij elkaar
is nooit gekomen. “Ik denk dat het straks mede een oplossing is voor gebrek aan technisch
heb ik zo’n 80 werknemers. Instroom van geschoold personeel
personeel. Want het wordt aantrekkelijker, het biedt werknemers meer mogelijkheden om te
is een groot probleem. Dat ontstaat bij het vmbo. Die opleiding
kiezen in hoeverre je wilt werken.” Een dilemma is altijd de spanning tussen het korte termijn
is zo breed dat mensen die de opleiding afgerond hebben,
denken en het investeren in de toekomst. “Dat is überhaupt met ondernemen zo”.
eigenlijk opnieuw moeten beginnen. Die zijn niet toegespitst op
Een andere oplossing voor instroom ziet Reijgersberg in vrouwen. “Ik zie ze graag komen!
ons vakgebied. Met andere woorden, je moet ze zelf opleiden.”
Op een aantal punten kunnen mannen en vrouwen elkaar prachtig versterken. Misschien
Om deze leerlingen te begeleiden worden over het algemeen de
vinden bedrijven het lastig om er zelf mee te beginnen. In de samenleving zou de sector
ervaren, wat oudere vaklieden ingezet. Twee van hen werken via
toegankelijker gemaakt moeten worden.”
het Golden Oldies project.
Ook vindt hij dat de belangstelling voor techniek al op de basisschool zou moeten worden
We zoeken ook mensen die parttime willen werken
gewekt. Reijgersberg mist in de instroom-discussie het aspect van vasthouden van mensen. “Wat is er logischer dan dat je er allereerst voor zorgt dat je de mensen die je hebt niet verloren laat gaan voor de branche? Dat betekent dat de branche aantrekkelijk moet zijn voor
“55-Plussers hebben vanuit de CAO automatisch een
je medewerkers. Dus ontplooiingskansen, parttime functies, carrièremogelijkheden. Vooral
deeltijdfunctie. We zoeken ook mensen met vroeg pensioen die
de jongere generatie denkt heel erg over hun toekomst na.”
er parttime wat bij willen werken. Maar met name in de functies van werkvoorbereider of uitvoerder is het onmogelijk om dit vak
8
HARM VAN DER WIEL Algemeen directeur Cnossen Infra bv
Het bedrijf heeft 40 werknemers in dienst, waarvan een redelijk
een route uitstippelt blijven mensen perspectief zien in hun loopbaan. Ook stem je zo je
aantal wat ouder is. “Het fitte en vitale gaat er wat vanaf, dus
personeelsbeleid af op de behoefte van het bedrijf. Als ik zie dat ik op termijn een hoofd
moeten ze op een andere manier ingezet worden.” Die mensen
bedrijfsbureau nodig heb, vanwege groei, zoek ik onder mijn eigen personeel naar mensen
groeien door naar bijvoorbeeld een functie als leermeester. De
met potentie, en dan investeer ik daarin.” Op deze manier binden mensen zich aan het bedrijf.
instroom van nieuwe vaklieden houdt echter niet over.
Er zijn dan ook weinig mutaties onder het personeel. Hij sluit de mogelijkheid voor parttime
“We kunnen niet putten uit een vijver van mensen die
werken niet uit, al heeft hij nooit een verzoek hiertoe gekregen van de jongere generatie.
geïnteresseerd zijn. Daarom moet je de drempel zo laag mogelijk houden. Als je vakbekwame mensen in huis hebt die kunnen begeleiden, kun je gemakkelijker jonge mensen die nog moeten
Als je je star opstelt, verlies je werknemers
leren in huis nemen. Vorig jaar ging een werknemer met de VUT.
Ook kunnen zijn werknemers vakantie opnemen buiten de bouwvak. Zijn bedrijf is één van de
Hij zei, je laat me toch niet achter de geraniums zitten? Nu is hij
eerste dat geen gesloten bouwvak meer heeft. Hij wil flexibel zijn want “als je je star opstelt,
weer parttime aan het werk.”
verlies je je werknemers.” En dat voorkomen is erg belangrijk, nu vakbekwame mensen steeds
Van der Wiel vindt het belangrijk dat mensen op hun plek zitten
schaarser worden.
in zijn bedrijf. “Ik heb veel liever dat de mensen iets doen wat ze willen, dan dat je ze zo maar ergens heen stuurt. Op die manier ontwikkel je met weinig inzet gemotiveerde vakmensen.” Daarom heeft elke werknemer een Persoonlijk Opleidings Plan. “Als je
9
naam Stephanie van Kessel leeftijd 31 werk Milieutechnicus bedrijf MUG Ingenieursbureau waarom heb je gekozen voor dit vak? Ik vond milieu interessant. Mijn eerste stage bij een ingenieursbureau vond ik helemaal geweldig. Het is een breed vak. Je bent technisch bezig, probleemoplossend en je hebt veel contact met uiteenlopende opdrachtgevers. wat
zou je over vijf jaar willen doen? Hetzelfde maar dan op een hoger niveau. Dus grotere projecten, complexere situaties en nieuwe uitdagingen.
naam Carel Mauwa leeftijd 60 werk Betontimmerman en leermeester in opleiding bedrijf Gebroeders Dekker Infra b.v. waarom heb je gekozen voor dit vak? Ik deed de technische school, richting timmeren. Destijds woonde ik in het Molukse woonoord Schattenberg. Toen daar in de buurt de telescopen werden gebouwd kon ik gelijk aan de slag met de fundering. Zodoende kwam ik in aanraking met beton. wat
zou je over vijf jaar willen doen? In april ga ik met vervroegd pensioen. Ik verwacht dat ik daarna 88
in deeltijd als leermeester kan blijven werken. Hierover ben ik in overleg met mijn baas.
naam Ismael Boudar leeftijd 21 werk Leerling straatmaker bedrijf SPG Amstelland waarom heb je gekozen voor dit vak? Het is leuk werk. Wel een beetje zwaar. Het is fijn om buiten te werken. Een vriend van mij is ook stratenmaker. Toen ik de advertentie zag ben ik gelijk gaan solliciteren. wat zou je over vijf jaar willen doen? Dan werk ik voor mezelf. Bestraten, of als hovenier.
GOLDEN OLDIE
‘Gouwe ouwe’ Bert Sluiman coacht jongeren zonder startkwalificatie
Het project ‘Gateway to the technics, subway to the infra’ richt zich op de toeleiding van kandidaten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zoals langdurig werklozen en jongeren zonder startkwalificatie. Het project ‘Golden oldies in the infra’ is erop gericht om de kennis en ervaring van oudere werknemers te benutten voor de bedrijfstak. Dit interview laat zien hoe een oudere werknemer een belangrijke rol speelt in de begeleiding van leerlingen. Golden Oldie Bert Sluiman wordt binnenkort 60 jaar en werkt bij Broekema Wegenbouw. Hij wordt door zijn werkgever ingezet om de jongeren binnen zijn bedrijf te begeleiden. Hij zorgt dat ze scholing krijgen, maar ook sociale vaardigheden leren.
“Het is niet alleen het vak wat je moet leren, ook de omgang met mensen, hoe presenteer je je op straat.” Hij kent oudere vakgenoten, die dragen boeken vol met kennis met zich mee. Daar wordt eigenlijk te weinig gebruik van gemaakt. Die moeten nog steeds vijf dagen op de knieën, terwijl je ze ook op een andere manier in zou kunnen zetten. “Als een jongeman zijn vakdiploma heeft, wil dat niet zeggen dat hij een volledig vakman is. Soms heeft hij angst voor een opdracht, of ziet niet de juiste oplossing. Daar kan een ervaren iemand hem dan mee helpen.” Bert ziet zichzelf soms als een surrogaatvader voor zijn leerlingen. Neem nou Tony, een Antilliaanse jongen, die dreigde het verkeerde pad op te gaan. Bert ontfermde zich over hem, hij zat als stagiaire in de leerlingenploeg op het bedrijf. “Hij was te jong voor de opleiding, dus toen ik in de winter met de leerlingen naar de GOA loods ging bleef hij achter op het bedrijf. Vanaf dat moment ging het mis.” Tony kwam in een jeugdinrichting terecht, alwaar Bert hem meerdere malen opzocht. “Hij verdient nog wel twee of drie kansen. Als hij straks uit die instelling komt, probeer ik de trein nog een keer op de rails te zetten. Soms lukt het en soms lukt het niet.” Tony denkt zelf ook dat Bert hem als wat oudere strenge doch rechtvaardige man goed kan helpen weer discipline op te bouwen. Marcel is een ex-verslaafde uit Amsterdam, die in een afkickprogramma in Groningen zit. Hij heeft zijn eerder verworven competenties meegenomen naar de opleiding van de GOA. Ook over hem heeft Bert zich ontfermd. Bert: “Hij heeft een ongelooflijk doorzettingsvermogen. Ondanks zijn problemen is hij altijd blijven werken.” Marcel: “Ik vind het prettig dat Bert ouder is want dan kan ik beter naar hem luisteren, vanwege zijn levenservaring. Hij is niet autoritair, maar hij is sociaal. Hij behandelt mij gelijkwaardig. Op het moment dat ik iets fout doe heb ik best kans dat ik een goeie uitbrander krijg, maar dan is het ook terecht. Bert weet waar hij over praat, hij heeft er verstand van. Hij is immers jarenlang zelf straatmaker geweest.” www.goldenoldiesinfra.nl www.gatewayinfra.nl
De namen van de jongeren zijn op hun verzoek gefingeerd.
13
Zoekt u een nieuwe rol voor uw oudere werknemers? dit zijn de mogelijkheden: • Het overnemen van werk van de uitvoerder, als deze in deeltijd werkt bijvoorbeeld. • Het begeleiden en scholen van jonge vaklieden, langdurig werklozen of ongeschoold personeel. • Het bespreekbaar maken of oplossen van knelpunten in het bedrijf. • Het leiden van toolboxmeetings en geven van voorlichting op het bedrijf. • Het bemiddelen tussen werkgever en werknemers. • Het uitvoeren van administratieve werkzaamheden. • Het opvolgen van naleving van de ARBO wet.
Inzet langdurig werklozen
1+1=2
OUDE MATEN
‘Docking Station’ is een project dat gericht is op het inzetbaar maken van langdurig werklozen. Het Platform Samenwerkingsverbanden BBL opleidingsbedrijven Bouwgerelateerde Beroepen heeft hiervoor samenwerking gezocht met het CWI, het UWV en gemeenten. Uitkeringsgerechtigde werkzoekenden worden via een voortraject op het benodigde instroomniveau gebracht. Daarna wordt door middel van een leerwerktraject werkervaring en scholing opgedaan. In een assessment wordt samen met de deelnemer vastgesteld welke branche en welk vak het best bij de persoon past. Het traject wordt dus samen met het bedrijf doorlopen. Met dit project wordt beoogd bedrijven structureel te voorzien van voldoende gekwalificeerd personeel. www.goa-infra.nl
De overheid is de grootste opdrachtgever van de branche. Ook heeft de overheid een belang bij het vinden van banen voor langdurig werklozen. Eén en één is twee: het ligt voor de hand dat hierover overeenkomsten tussen gemeenten en bedrijven worden gesloten. Ervaring leert dat het niet altijd eenvoudig is om met jongens te werken die niet gewend zijn aan een werkomgeving. Na afronding van het project zie je ze dan ook vaak niet meer terug. Als bedrijf wil je natuurlijk echt het sociale gezicht laten zien, en als zodanig interessant zijn voor opdrachtgevers. Het mooiste is dan als je op langere termijn iets te bieden hebt voor die jongens. Wanneer je aan de slag gaat met langdurig werklozen, verdient het dan ook aanbeveling er goed over na te denken. Je krijgt te maken met een club werknemers die meer begeleiding nodig heeft. Daarin moet je investeren, dat gaat niet vanzelf. Oudere vakmensen zijn daar vaak goed in. Die hebben al heel wat jongens voorbij zien komen. Ze zijn wat socialer, kunnen goed relativeren en de scherpe kantjes zijn ervan af. Zo sla je als bedrijf twee vliegen in één klap.
Meisjes en techniek
14
Vrouwen zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de technische beroepen. Uit cijfers blijkt dat het met de weg- en waterbouw nog ernstiger is gesteld dan in de overige technische sectoren. Een percentage van minder dan 1% is vrouw. bron: www.vhto.nl
Oorzaken die hiervoor kunnen worden genoemd zijn dat meisjes minder experimenteren met techniek, het technische onderwijs niet op hen is afgestemd en er weinig voorbeeldfuncties zijn te vinden in de praktijk. bron: www.technika10.nl
Redactie Irene Zwaan (enova) Vormgeving Buro voor beeld Fotografie Albert Raven Drukwerk Koninklijke Van Gorcum
Paul de Haas Projectleider ‘Golden Oldies in the infra’
Dirk Lont Projectleider ‘Gateway to the technics, subway to the infra’
Misschien denkt men in bedrijven dat het zo’n vaart niet zal lopen. Er komen wel weer andere tijden. Toch roep ik bedrijven op: Zorg dat je de kennis die je in huis hebt vasthoudt! Zodat je die over kan dragen aan een volgende generatie. Door goed mee te bewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij sluit je beter aan bij de markt. Soms is daarvoor een lange termijn planning nodig. En moet je stappen zetten waar je nog niet helemaal in gelooft. Door uit te proberen, en te merken dat iets werkt zul je overtuigd worden dat verandering ook vooruitgang kan betekenen.
Hoewel het waarschijnlijk in de praktijk nog niet echt voelbaar is, zal toch tussen nu en vijf jaar het gebrek aan instroom te merken zijn voor de infrabedrijven. Met dit magazine willen we een aantal zaken onder de aandacht brengen en er een discussie over op gang brengen. En misschien dat één en ander zelfs voordelen kan opleveren. Het is belangrijk dat we deze mooie bedrijfstak verder blijven ontwikkelen.
Dit magazine is een onderdeel van de projecten ‘Gateway to the technics, subway to the infra’ en ‘Golden Oldies in the infra’. Beide projecten zijn aangevraagd door de GOA Infra Groep, en worden uitgevoerd in samenwerking met de ontwikkelingspartners: Infra Opleidingscentrum SBW ROC Friese Poort Opleiding &Training MKB-Noord Gemeente Assen VESIN (Vereniging van Samenwerkingsverbanden Infrastructuur Nederland) Provincie Groningen Provincie Friesland Provincie Drenthe Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd zonder voorafgaande toestemming van GOA Infra Groep en andere auteursrechthebbenden. GOA Infra Groep Leonard Springerlaan 5a 9727 KB Groningen Postbus 950 9700 AZ Groningen Telefoon: 050 - 5258622 Fax: 050 - 5275208 E-mail:
[email protected]
Dit project is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Europees Sociaal Fonds.
15
DE NIEUWE MAAT parttime werken • vrouwen in de technische sector • vakantie buiten de bouwvak • opleidingen
GOA Infra Groep • 050 - 525 86 22 www.goa-infra.nl