Dag van de Eerstelijn ‘Van 0 tot 18 in 1 dag: Van baby tot puber!’
woensdag 21 januari 2015
DOK h
Dag van de Eerstelijn!
De Dag van de Eerstelijn, op woensdag 21 januari 2015, heeft dit jaar het thema “van 0 tot 18 in 1 dag!”: van baby tot puber. Kinderen? Doe een Wens!.............................................................................. Mijn wens is dat de zorg voor het kind goed genoeg is. Dat zieke en gezonde kinderen zich kunnen ontwikkelen en bij problemen geholpen worden op een manier die goed genoeg is. Het feit dat kinderen zich ontwikkelen is al een wonder om mee te maken en belemmeringen roepen dan ook veel emoties op. Over een aantal belemmeringen brengt de Dag van de Eerste Lijn 2015 een programma. DOKh richt zich daarbij op diversiteit, dus een aanbod op meerdere gebieden: somatisch, psychisch, relationeel en sociaal. Het is tevens een aanbod dat past bij de diversiteit van al die beroepen die op de Dag aanwezig zijn. Een aanbod waarin ruimte is voor verbetering van kennis, vaardigheden, attitudes en het ontwikkelen van een plezierig gevoel van: deze zorg voor het kind doen wij gezamenlijk!
Mede namens alle medewerkers en docenten,
Ad Bolhuis, oud-directeur DOKh José Lentz-Peters, algemeen directeur Hetty Cox, medisch directeur
2
Dag van de Eerstelijn Noord-Holland
Van 0 tot 18 in 1 dag: 'Van baby tot puber!' Datum woensdag 21 januari 2015 Programma 12.00 – 13.00 13.00 – 14.00 14.10 – 15.10 15.10 – 15.40 15.40 – 16.40 16.50 – 17.50 17.50 – 19.00 19.00 – 20.00 20.10 – 21.10 21.10 – 22.00
uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur
inschrijving & ontvangst met koffie, thee en een broodje Ronde 1 Ronde 2 theepauze met een koekje Ronde 3 Ronde 4 dinerbuffet Ronde 5 Ronde 6 netwerk borrel
Locatie Hotel Zuiderduin, Zeeweg 52, 1931 VL Egmond aan Zee Kosten Ongeacht het aantal te volgen lezingen: € 110,00 indien u inschrijft vóór maandag 15 december 2014 € 125,00 indien u inschrijft na zondag 14 december 2014 Bij het afgeven van een automatische incasso krijgt u € 5,00 korting op bovengenoemd tarief. Inschrijving geschiedt via de DOKh-website. De datum van binnenkomst inschrijving via de website is leidend. Annuleren en annuleringsvoorwaarden Tot en met zondag 14 december 2014 kunt u kosteloos annuleren. Dit kan uitsluitend aan emailadres:
[email protected] Bij annulering na zondag 14 december 2014 vindt geen restitutie van het cursusgeld meer plaats! Bij inschrijving gaat u automatisch akkoord met deze annuleringsvoorwaarden. Vakbeurs Gedurende de gehele dag is er een vakbeurs met marktkramen. Zie achterzijde van dit boekje voor de bedrijfslogo’s van de aanwezige standhouders. Elke deelnemer volgt 1 netwerkronde (in ronde 2, 3 of 4).
3
Voor wie is deze nascholing bedoeld? ł Apothekers ł Manueel therapeuten ł Diëtisten ł Oefentherapeuten ł Eerstelijns psychologen ł Praktijkassistenten ł Ergotherapeuten ł Praktijkondersteuners (POH) ł Fysiotherapeuten ł Specialist ouderengeneeskunde ł Huisartsen ł Triagisten ł Jeugdartsen ł Verloskundigen ł Kraamverzorgenden ł Overige geïnteresseerden/werkenden ł Logopedisten 1elijn Accreditering Elke lezing/workshop is voor 1 uur geaccrediteerd voor de hieronder genoemde doelgroepen in de genoemde registers. U kunt dus maximaal 6 punten krijgen. Voor alle doelgroepen geldt dat de uren bij het algemene deel vermeld staan. Accreditering wordt aangevraagd in de volgende registers: ł St. ADAP (Diëtisten, Ergotherapeuten, Logopedisten, Oefentherapeuten) ł NVDA (Doktersassistenten, Triagisten) ł Cluster (Huisartsen, Specialisten ouderengeneeskunde, Artsen voor Bureau1 verstandelijk gehandicapten) ł Kenniscentrum Kraamzorg (kraamverzorgenden) ł KNGF (Fysiotherapeuten) ł KNMP (Apothekers) ł KNOV (Verloskundigen) ł NIP (Eerstelijns psychologen) Wij kunnen u alleen registreren in één van bovengenoemde registers als wij in het bezit zijn van uw juiste registratienummer. Bent u NIET geregistreerd in één van bovengenoemde registers, dan zult u van ons uiterlijk medio maart 2015 een ‘bewijs van deelname’ ontvangen met daarop vermeld de door u gevolgde workshops/lezingen. Kinderopvang DOKh biedt dit jaar voor het eerst aan alle deelnemers van de Dag van de Eerstelijn kinderopvang voor kinderen t/m 12 jaar aan. DOKh heeft afspraken gemaakt met Kinderdagverblijf & BSO ’t Herdertje te Zwaag.
U kunt kiezen uit 3 mogelijkheden voor kinderopvang, te weten: 1.
de hele dag van 12.30-21.30 uur. Zo hoeft u niets van het volledige programma te missen. U brengt uw kind bij aanvang en haalt uw kind op na het einde van het programma. Kosten: € 65,00 per kind (voor max. 9 uur). de hele middag tot einde diner van 12.30-19.00 uur. U kunt overdag nascholen (max. 4 uur), tijdens het lopend buffet nog met collega’s
2. 4
kletsen en voor aanvang van het avondprogramma haalt u uw kind op. Kosten: € 48,00 per kind (voor max. 6,5 uur). 3. Alleen de avond van 18.00-21.30 uur incl. het lopend buffet waarin u nog de gelegenheid heeft collega’s te ontmoeten. U haalt uw kind op na het einde van het programma. Kosten: € 26,00 per kind (voor max. 3,5 uur). Voor de voorwaarden verwijzen wij u naar de website. Indien u interesse heeft om gebruik te maken van kinderopvang op de Dag, kunt u dit aangeven op het inschrijfformulier. U zult dan van het secretariaat een inschrijfformulier hiervoor ontvangen. Inschrijving Voor inschrijving voor de Dag van de Eerstelijn verwijzen wij u naar onze website: www.dokh.nl of scan: Na ontvangst van uw inschrijving ontvangt u van ons een bevestiging met daarin vermeld de lezingen waarop u bent ingedeeld. Heeft u deze niet binnen 10 dagen na uw inschrijving ontvangen? Bel dan even met DOKh! Coördinatie vanuit DOKh Programma/organisatie:
072 – 527 91 00 Brigitte Dolderman, Hoofd Afdeling Deskundigheidsbevordering
[email protected]
Inschrijvingen/bevestigingen:
coördinatoren scholingsprojecten: Melisa Jongkind Irmgard Rietbroek
[email protected] Sabrina Stap
Schrijft u zich in vóór maandag 15 december 2014, dan maakt u tevens kans op gratis deelname! Op 15 december zullen willekeurig 3 deelnemers uit de binnengekomen inschrijvingen getrokken worden. Zij zullen persoonlijk op de hoogte gebracht worden en hun namen zullen op de website gepubliceerd worden.
5
Schema lezingen en workshops 13.0014.00
14.1015.10
1. Forum
2. Het kind, de huid, de mishandeling
3. 'Je kunt de golven niet tegenhouden, maar je kunt wel leren surfen'
4. ³$DQGDFKW ZHUNW´ mindfulness voor kinderen in de praktijk
5. Kinderen en Medicijnen
6. Opgroeien met ziekte en (mantel)zorg
1
2
15.1015.40
15.4016.40
16.5017.50
20.1021.10
6
8. Kinderen en Diabetes
9. ENDOmetriose bij meisjes en adolescenten: WAT?
pauze
3
4
18. Autisme spectrum stoornis
30. Weerbaarheidstraining
19. Allergie geneesmiddelen en kinderen
31. Bloedonderzoek bij verdenking voedselallergie: interpretatie van allergeenspecifieke IgE uitslagen
17.5019.00
19.0020.00
7. Kinderallergie in vogelvlucht
20. Hoe kunnen we rouwende kinderen helpen?
32. Social media: leuk en onmisbaar!
21. Forensische aspecten bij een kind met letsel, gepresenteerd vanuit een radiologische casus 33. Door Dik en Dun: multidisciplinair behandelprogramma voor kinderen en ouders
23. Zorgcoördinatie in het CJG
22. NHG StiP scholing ADHD (blok van 2 uur)
34. Kind in/uit de knel; kinderbeschermingsmaatregelen in relatie tot vechtscheiding
dinerbuffet
5
6
40. Motiveren van kinderen in verschillende levensfasen (blok van 2 uur)
41. Social media & gamen: zegen of zorg?
42. Kind en hoofdpijn
43. Multidisciplinaire aanpak van overgewicht en obesitas
44. Dyslexiebehandeling: zorg of onderwijs?
45. Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
52. Research chemicals; nieuwe drugs
53. Het puberbrein: de grote verbouwing; wat kan er mis gaan
54. Help, strijd aan tafel!
55. Kinderoncologie
56. Doktersassistenten Kwalificeren Tot Professionals
Netwerkronde
Dag van de Eerstelijn op wo. 21 januari 2015
10. Seksuele voorlichting aan jongeren
11. Brandwonden kinderen voor huisarts
12. Nazorg door de huisarts bij jeugdigen met ADHD
13. Acute kindergeneeskunde (blok van 3 uur)
pauze 24. "O gaat dat kind naar de kinderfysiotherapeut"
35. KICK, een optimale samenwerking in de eerste lijn met specialistische zorg
25. 'R¶VDQG'RQ¶WV bij brandwonden
36. Eetproblemen en afvallen bij pubers
26. Genderdysforie bij kinderen gaat meestal over
14. Elementen van een succesvol advies aan tieners en adolescenten. Een pedagogische insteek.
15. Kindermishandeling en kindcheck
16. Kinder- en baby reanimatietraining
pauze 27. Voorkeursligging baby's
29
37. Kinderziekten met vlekjes
38. Lactatie en spruw
28. Steriel waterinjecties (SWI) voor wie en door wie! (blok van 2 uur)
39
dinerbuffet 46. Problemen met de verwerking van de sensorische informatie. Wat kan de kinderfysiotherapeut hiermee?
47. Enuresis nocturna
57. Zindelijk worden gaat toch vanzelf?
58. Anticonceptie spreekuur voor doktersassistentes
17
48. µ.LQGHUDVWPD of kinderen PHWDVWPD"¶
59. Kinderen met astma
49. Spaak-, valen schaafwonden
60. Kinderen met koorts, het blijft opletten
50. Excessief huilen en ontroostbaar huilen van een baby
61. De doktersassistent, het gezin en het plan
51. Newborn Life Support! (blok van 2uur)
7
W Ronde 1a & b: 13.00 - 14.00 uur O 1. Forum Het is van belang dat gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars onderling maken over de randvoorwaarden waarbinnen en de wijze waarop R afspraken de huisarts de jeugdhulp kan inzetten.……………………………………………………….. het debat zullen de gevolgen van het nieuwe beleid verkend worden. Grenzen K Inworden opgezocht, samenwerking gekozen en de scherpe kantjes benoemd. Financiering, mogelijkheden en onmogelijkheden worden besproken. ……………. deze lezing kunnen maximaal 250 personen deelnemen.……………………… S Aan Door: Lucy Smit, jeugdarts Jeroen van der Noordaa, directeur ZONH (forumleider) H Nelleke de Koning, kinderpsychiater Elly Deutekom-Muntjewerff, wethouder Gemeente Opmeer O Carine den Boer, huisarts gezondheidscentrum Kersenboogerd, kaderarts GGZ in opleiding P 2. Het kind, de huid, de mishandeling huid is het meest toegankelijke orgaan van het lichaam. [Bilo, Oranje 1998] S De Het wordt daarom ook het makkelijkst beschadigd bij verschillende vormen van trauma zoals ook bij kindermishandeling. Huidafwijkingen zijn zichtbaar voor een ieder die er naar kijkt. Echter om de waarde in te schatten van de afwijking en te benoemen, is training in de dermatologie noodzakelijk. Diagnostische vergissingen kunnen voorkomen worden door nauwe samenwerking tussen de forensisch kinderarts en de kinderdermatoloog. Ook andere specialisten moeten geraadpleegd worden in moeilijke problematische klinische gevallen.………….... Verschillende huidaandoeningen kunnen op kindermishandeling lijken. Het werk van de forensisch kinderarts focust niet op de diagnostiek en de behandeling van een specifieke aandoening, maar op de forensische interpretatie van de fysieke bevindingen en in het geval van de huid op de interpretatie van de huidafwijkingen. [Oranje en Bilo 2011] De huid heeft een vroeg signaliserende functie bij kindermishandeling. Het huid orgaan is makkelijk toegankelijk bij fysisch geweld en afwijkingen kunnen derhalve kritisch zijn in vroegdiagnostiek. Huidbeschadigingen treden op bij bijna elke vorm van kindermishandeling. Aan de hand van voorbeelden wordt een systematische aanpak volgens het Kipling principe (“ 5 W and 1 H “) geïllustreerd. Referentie: Oranje AP, Affourtit MJ, Teeuw AH, Bilo RAC. De huid in de differentiaaldiagnose van kindermishandeling. Hoofdstuk 5 in: Medisch Handboek Kindermishandeling. Bohn Stafleu van Loghum, 2013. Aan deze lezing kunnen maximaal 250 personen deelnemen. Door: Arnold P. Oranje, Dermicis Huidkliniek, Alkmaar
W O R K S H O P S 8
3. ‘Je kunt de golven niet tegenhouden, maar je kunt wel leren surfen’ In het leven van ieder kind spelen stress, onzekerheid en een hoofd vol piekergedachten een grote rol. Ze hebben het druk. Vaak te druk. Net zoals wij. Er is onrust. Er zijn fikse concentratieproblemen. Ze kunnen niet slapen. De “aan- knop” doet het wel, maar waar zit de ”stopknop’ ? Door kinderen al jong in contact te brengen met aandachttraining, ofwel mindfulness, leren ze beter observeren en concentreren. De piekerfabriek tot rust te brengen en in contact te komen met hun lijf. Door zelf invloed uit te oefenen op de rust in je hoofd en je lijf neemt het innerlijk gevoel van welzijn toe, en gevoelens van faalangst en onrust af. Ze leren beter om te gaan met korte en langduriger spanning. Worden vriendelijker voor zichzelf en voor anderen. Maar bovenal: ze leren surfen, op de golven die er nu eenmaal altijd zullen zijn. Onderzoek wijst uit : x Executieve functies worden versterkt. x Bewuste concentratie neemt toe en onbewuste onrust neemt af (evenals andere ADHD gerelateerde klachten). x Het gevoel van welzijn neemt toe (angst- en stemmingswisselingen verminderen, veerkracht en zelfvertrouwen nemen toe (Ik ben goed zoals ik ben!). x (Zelf)compassie als kwaliteit wordt bewust ervaren, waardoor pestgedrag afneemt. Aan deze lezing kunnen maximaal 250 personen deelnemen. Door: Eline Snel, auteur van o.a. het boekje ‘Stilzitten als een kikker’, mindfulness trainer en oprichter van de Academie voor Mindful teaching
W O R K S H O P S
W Ronde 2: 14.10 - 15.10 uur O 4. “Aandacht werkt!”, mindfulness voor kinderen in de praktijk Aandacht werkt is een effectieve, 8-10 weekse mindfulness methode, R ontwikkeld door Eline Snel voor kinderen van 4-19 jaar. De training wordt internationaal gegeven in scholen, ziekenhuizen, particuliere praktijk van de K psycholoog of orthopedagoog en in revalidatiecentra. Door kinderen al jong te leren hoe ze om kunnen gaan met “stormen of regenbuien” in hun binnenwereld, kunnen ze het in de buitenwereld ook beter S aan. Nieuwsgierig leren ze gevoelens en gedachten en lichaamssignalen te observeren, zodra ze er zijn en zolang ze er zijn. Door niets buiten te sluiten, H weg te drukken of er helemaal door meegesleept te worden komen kinderen en jongeren veel te weten over hun binnenwereld. Hierdoor houden ze zich ook beter staande in de buitenwereld. Minder reactief. Aanwezig. Vriendelijk. Zonder O te hoeven oordelen over zichzelf of anderen. Het begint allemaal met oefenen. Oefenen in bewust, niet oordelende aandacht voor dit moment. Dat is waar het P om gaat. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. S 9
Eline Snel, auteur van o.a. het boekje ‘Stilzitten als een kikker’, W Door: mindfulness trainer en oprichter van de Academie voor Mindful teaching O 5.Kinderen en Medicijnen………………………………………………………… Deze presentatie zal enerzijds gaan over welke aandachtspunten nodig zijn bij van geneesmiddelen bij kinderen en de afstemming die huisartsen R doseringen en apothekers daarover zouden moeten hebben, anderzijds zal de docent als van de stichting NKFK (Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie K voorzitter bij Kinderen) ingaan op de totstandkoming van de adviezen van het kinderformularium en de rol die het kinderformularium kan spelen in de te keuzes als het gaat om de toepassing van geneesmiddelen bij kinderen. S maken Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. H Door: Mariëtte van de Lustgraaf-Wielens, apotheker 6. Opgroeien met ziekte en (mantel)zorg laat zien dat tien tot vijfentwintig procent van de kinderen en O Onderzoek jongeren in Nederland opgroeit in een thuissituatie met een chronisch ziek Deze jonge mantelzorgers nemen zorgtaken op zich, maken zich P familielid. zorgen en komen niet zelden zelf zorg tekort. Wie zijn het? Welke risico’s lopen en hoe kunt u in uw werksetting effectieve ondersteuning bieden om S zenegatieve gevolgen te beperken? Zelf trekken deze kinderen meestal niet aan de bel, hoe kunt u ze herkennen? In deze interactieve workshop maakt u nader kennis met (onderzoek over) jonge mantelzorgers, hun dagelijkse realiteit, hun zorgen en de gevolgen van het jong-zorgen. U leert over mogelijkheden hen te herkennen en over digitale en lokale steun en hulp. Met elkaar maken we een plan de campagne om in eigen werksetting systematisch aandacht te besteden aan opgroeien met ziekte en (mantel)zorg. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Els Jonker, arts M&G, ambassadeur Jonge MantelZorg van Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland Truus Oud, directeur Mantelzorgcentrum Heiloo…………………………………
W O R K 7. Kinderallergie in vogelvlucht…………………………………………………. Allergische aandoeningen op de kinderleeftijd komen vaak voor. Het is echter moeilijk om de diagnose te stellen, dit door het aspecifieke karakter van S dikwijls de klachten en de beperkingen van de diagnostische mogelijkheden. Met name voorkomen van huidklachten en buikklachten doet bij 20 tot 25% van de H het ouders het vermoeden rijzen dat er bij hun kind sprake is van een Bij 1 tot 5% van de kinderen is er daadwerkelijk sprake van een O voedselallergie. voedselallergie. In deze interactieve workshop leert u hoe u een gerichte anamnese kunt afnemen, of en welke diagnostiek u kunt doen, hoe de te interpreteren en wanneer u een patiënt moet doorverwijzen. P resultaten Tevens komt aanbod wat er vervolgens in de tweede en derde lijn qua en behandeling wordt gedaan.…………………………………………………. S diagnostiek 10
W O 8. Kinderen en Diabetes Wat is de rol van de huisarts bij kinderen met diabetes? Volgens de NDFR zorgstandaard moeten kinderen met een éénmalige verhoogde bloedsuiker direct en met spoed verwezen te worden naar een kinderarts. Is dit ook echt noodzakelijk? Tijdens een interactieve sessie zal op verschillende aspecten van K het ziektebeeld en de begeleiding ervan worden ingegaan. Deze workshop wordt mede mogelijk gemaakt door NovoNordisk B.V. S Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Krijn Haasnoot, kinderarts Medisch Centrum Alkmaar H 9. ENDOmetriose bij meisjes en adolescenten: WAT? Tieners en pubers met endometriose? Jazeker! Vaak wordt aangenomen dat O endometriose ontstaat rond het 30 levensjaar of nog later. Uit de nieuwste cijfers blijkt echter dat endometriose veelal in de pubertijd ontstaat. Deze chronische aandoening, waarbij baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder P voorkomt en zich nestelt op omliggende organen, komt bij ongeveer 1 op de 8 vrouwen voor en veroorzaakt cyclische pijnklachten en verminderde of onvrucht- S baarheid. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.………………………… Door: Niels Rutjes, kinder-pulmonoloog, Kinder Allergie Centrum AMC,……… … Afdeling Kinderlongziekten & Allergie………………………………………………..
.
e
Niet alle menstruatieklachten zijn endometriose, maar evenmin zijn menstruatieklachten normaal! Voor u als eerstelijns zorgverlener ligt hier een grote signaleringstaak. Wanneer moet er nu bij jonge meisjes al gedacht worden aan endometriose, wat is endometriose en wat zijn gewone menstruatieklachten? In deze interactieve workshop gaan we gezamenlijk op zoek naar deze grens, de overeenkomsten en de verschillen. Als jonge meiden iedere maand opnieuw een dag school moeten verzuimen en door menstruatieklachten niet kunnen deelnemen aan sport en het sociale leven, is het tijd voor actie! Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Bianca de Bie, projectleider en voorzitter Endometriose Stichting Dr. Arnold Simons, gepensioneerd gynaecoloog UMCG
W O R K 10. Seksuele voorlichting aan jongeren Tijdens deze interactieve presentatie maakt u kennis met manieren om te praten S over seksualiteit met jongeren met diverse achtergronden (cultureel en religieus). x U leert meer over de seksuele moraal van jongeren in Nederland en H eventueel riskant gedrag. U krijgt praktische tips van een ervaren seksuoloog en leert hoe u kunt bijdragen aan de seksuele en relationele O vorming van jongens en meisjes ook al is uw tijd daarvoor beperkt. x U leert hoe u het best kunt aansluiten bij de belevingswereld van P jongeren, terwijl u daarbij wel rekening houdt met uw eigen opvattingen en grenzen. S 11
workshop biedt veel ruimte voor het inbrengen en oplossen van eigen W Depraktijksituaties. Er is ook volop gelegenheid voor het uitwisselen van ervaringen. O Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Yuri Ohlrichs, seksuoloog NVVS R 11. Brandwonden kinderen voor de huisarts workshop zal u in het eerste deel handvatten krijgen hoe u de grootte K Inen deze de diepte van een brandwond kan inschatten. Bij oppervlakte berekening wordt gebruik gemaakt van de handpalm regel en de regel van negen, voor de wordt gebruik gemaakt van een vijfpunts anamnese en een S dieptebeoordeling vijfpunts klinisch onderzoek. Na de theorie hierover zal u aan de hand van foto’s scherm dit zelf gaan oefenen. H opHethettweede deel van de lezing zal handelen over kindermishandeling met brandwonden. In dit deel van de lezing zal u de ernst van de verdenking op leren inschatten aan de hand van epidemiologie van de O kindermishandeling brandwonden bij kinderen, demografie van de mishandelde groep en brandkarakteristieken. P wond Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Fenike Tempelman, brandwondenarts Brandwondencentrum Beverwijk S Door: 12. Nazorg door de huisarts bij jeugdigen met ADHD Vooruitlopend op de NHG standaard voor huisartsen is in de regio Westfriesland gestart met een samenwerking tussen kinderpsychiater en huisarts waar het de nazorg betreft van jeugdigen met ADHD die ingesteld zijn op medicatie. Deze groep heeft vaak uitgebreide kinderpsychiatrische behandeling gehad, ouderbegeleiding is vaak afgerond, maar medicatie wordt nog gebruikt. Om deze kinderen niet nodeloos binnen een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te blijven behandelen is een nazorg traject bedacht in samenwerking met de huisartsen. De werkwijze is gebaseerd op het zorgprogramma ADHD voor kinderen dat de samenwerkende zorgaanbieders in de regio Utrecht al een tijd gebruiken. Tijdens deze workshop zal worden ingegaan op deze werkwijze, een aantal casussen zal worden besproken met als doel de kennis over jongeren met ADHD en medicatie die een stabiel beeld vertonen in de huisartsenpraktijk te vergroten. Deze lezing is hoofdzakelijk bedoeld voor huisartsen, poh-ggz en psychologen. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Carine den Boer, huisarts gezondheidscentrum Kersenboogerd, kaderarts GGZ in opleiding Marinda Koopmans, kinder- en jeugdpsychiater Centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie, GGZ Noord Holland Noord, locatie Hoorn
W O R K S H O Acute kindergeneeskunde (blok van 3 uur) P 13. Een acuut ziek kind… hoe reageert u daarop? Voelt u zich op dit moment capabel om adequaat te handelen bij een spoedgeval bij kinderen? S voldoende 12
W O R K S H O De beoordeling en stabilisatie worden uitgevoerd voordat er enige ziekte specifieke diagnostiek of behandeling plaatsvindt. Na ondersteuning van de P vitale functies beginnen pas de secondary survey en de spoedeisende behandeling. Tijdens deze workshop komt het herkennen van het acuut zieke kind aan de S
Kinderen zijn geen kleine volwassenen. De kindergeneeskunde kenmerkt zich door andere en anders verlopende ziektebeelden en de reactie van kinderen op ziekten en verwondingen kan zowel fysiek als psychisch verschillen van die van volwassenen. De behandeling is daarom ook anders dan bij volwassenen. In een acute situatie moet daar rekening mee worden gehouden. Maar nog belangrijker, hoe herken je het acuut zieke kind? Waar moet op gelet worden? Een gestructureerde benadering kan daarbij helpen. In acute situaties vergt de behandeling van kinderen een snelle beoordeling en directe interventie. U zult in deze workshop zelf gaan oefenen met de opvang van het acuut zieke kind volgens deze gestructureerde benadering. De opvang van het acuut zieke kind bestaat uit: Ͳ Primary survey (eerste beoordeling volgens ABCD) en resuscitatie Ͳ Secondary survey (tweede beoordeling) Ͳ Spoedeisende behandeling Ͳ Definitieve behandeling
orde, daarnaast zullen een aantal veelvoorkomende bedreigende ziektebeelden bij kinderen worden besproken en zal er uitvoerig geoefend worden volgens het ABC-principe. Daar tijdens de ABCD methode het kind ook in een reanimatiesetting kan komen zal een onderdeel van de carrousel ook bestaan uit het reanimeren van baby’s en kinderen met gebruik van de AED. Dit volgens de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatieraad. 1e uur: plenair algemeen acute kindergeneeskunde 2e uur: kinderreanimatie (18 deelnemers) & carrousel kinder ABCDE (18 deelnemers: 3 groepen van 6 deelnemers) 3e uur: wisseling groep van 2e uur Doelgroep: huisartsen. Let op: deze 3 uur durende blokcursus loopt van 14.10-17.50 uur. Aan deze workshop kunnen in totaal maximaal 36 personen deelnemen. Door: Jels Fongers, SEH-arts en huisarts in opleiding Jeroen de Vries, huisarts & docent ABCDE-training Dirk-Jan van Zuidam, kinderarts RKZ Mark Schelvis, docent AED/BLS (laatste 2 uur)
W O R K S H 14. Elementen van een succesvol advies aan (ouders van) tieners en O adolescenten. Een pedagogische insteek. In de eerstelijnszorg krijgt u vast te maken met tieners/adolescenten die gedrag P vertonen dat voor henzelf problemen oplevert en/of voor hun ouders aanleiding tot bezorgdheid geeft. Indien u de aanzet wilt geven tot een gewenste S 13
vraagt dit om een aanpak die rekening houdt met de W gedragsverandering, cognities, belangen en behoeften van de betrokken partijen. In deze workshop staan we stil bij deze zaken en schets ik kort een aantal belangrijke elementen u mee kunt wegen bij het formuleren van een succesvol advies. Zoals: O die kenmerken van de leeftijdsfase tiener/adolescent, ouderschap en opvoederrelatie tussen ouder en tiener en de invloeden van peers en school op R schap, de leefstijl van de tiener/jongere.……………………………………….………………………. de hand van casuïstiek bespreken we vervolgens een paar dilemma’s uit de K Aan praktijk: Hoever gaat het zelfbeschikkingsrecht van de tiener/jongere? Waar mag je je als volwassene mee bemoeien? Wanneer roep je de hulp van een in? Welke rechten hebben ouders van adolescenten eigenlijk nog, gaan S ouder zij in één klap van volledig verantwoordelijk naar toekijkend derde? deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. H Aan Door: drs. Mieke van Heerebeek, pedagoog en docent-onderzoeker ……………. Hogeschool Inholland O 15. Kindermishandeling en kindcheck Sinds 1 juli 2013 geldt de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en P kindermishandeling. Nieuw daarin is de standaard ‘kindcheck’. Ook is een meldrecht voor huiselijk geweld in werking getreden. Wat betekent dit voor uw S praktijk? Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door:
dr. mr. Yvonne Drewes, arts maatschappij en gezondheid
16. Kinder- en baby reanimatietraining Een reanimatiesetting bij kinderen of baby’s, je moet er niet aan denken om het mee te maken en helemaal niet om dan ook nog niet de vaardigheden te beheersen. Het reanimeren van en het gebruik van de AED bij baby’s en kinderen neemt een aparte plaats in. Dit komt door verschil in oorzaak, anatomie en het verschil in de uitvoering van de reanimatie. De reanimatie van baby’s en kinderen vergt een speciale training. In deze workshop leert u volgens een 4-stappenmethode baby’s en kinderen te reanimeren volgens de richtlijnen van de Nederlandse reanimatieraad. Aan deze lezing kunnen maximaal 24 personen deelnemen. Door: Mark Schelvis, docent AED/BLS
W O R K S 17. Netwerkronde lezingrondes 2 t/m 4 kunnen de cursisten een rondgang maken om te H Innetwerken bij de standhouders op de nascholingsmarkt. Iedere cursist dient zich voor in ieder geval één netwerkronde op te geven. Als u op het inschrijfformulier geen netwerkronde heeft O Let wel: aangegeven, dan delen wij u zelf op een netwerkronde in! P Mede door de standhouders op de beurs kunnen we deze Dag van de Eerstelijn voor een aantrekkelijke cursusprijs aanbieden! S 14
W O Netwerkronde in ronde 2 (nr. 17): regio Amstelland en de Meerlanden, R Haarlemmermeer e.o. & ZuidKennemerland Netwerkronde in ronde 3 (nr. 29) : regio Midden-Kennemerland, Waterland K en Zaanstreek Netwerkronde in ronde 4 (nr. 39): regio Noord-Kennemerland, WestS Friesland en Kop van Noord-Holland H Ronde 3: 15.40 - 16.40 uur O 18. Autisme spectrum stoornis In dit uur zou ik u graag iets bijbrengen over autisme. Het betreft een stoornis P die de laatste jaren veel in de media is en waarbij een ieder vaak wel een beeld heeft. Graag zou ik u enerzijds mee terug nemen naar de basis; hoe kan je op brein- en functieniveau begrijpen dat kinderen en jongeren met autisme met S Om te proberen zoveel mogelijk zorgverleners uit dezelfde regio in dezelfde netwerkronde samen te laten komen, is gekozen om deze 3 netwerkrondes op te delen in regio’s/postcodes. Het is niet verplicht u aan deze regio-indeling te houden.
allerhande problemen kampen. Anderzijds ga ik in op hoe autisme mogelijk te herkennen is voor degene die er niet elke dag mee werken. Wanneer verwijs je door? Wat houdt behandeling in? Verder hoop ik antwoord te kunnen geven op de vragen die tijdens deze interactieve presentatie naar voren komen. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Willemijn Veenboer, kinder- en jeugdpsychiater Jeugd behandelkliniek Triversum te Alkmaar
W O 19. Allergie geneesmiddelen en kinderen Onderzoek wijst uit dat ongeveer 15% van de ouders denkt dat hun kind een R geneesmiddelallergie heeft. Bij een work up volgens de richtlijnen blijkt echter bij veel minder kinderen sprake te zijn van een reactie, nl zo'n 2-4%. Het gevolg is dat ten onrechte medicatie vermeden wordt waardoor het bestrijden van K bijvoorbeeld een infectie niet alleen lastiger wordt maar ook veel duurder. Daarnaast hoeft een ernstige reactie niet altijd te leiden tot totale vermijding; S vaak is een desensitisatieprocedure mogelijk waardoor de aandoening toch met optimale medicatie bestreden kan worden. H Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Dr. Ingrid Terreehorst, internist-allergoloog AMC O 20. Hoe kunnen we rouwende kinderen helpen? Als een kind wordt geconfronteerd met een overlijden binnen het gezin, kan het P kind zich alleen voelen staan. Alle aandacht gaat vaak naar de volwassene(n). Bovendien wordt het verdriet van het kind niet altijd (h)erkend, maar kinderen S 15
ook niet altijd hun verdriet zien. Liever beschermen zij de ouders zoals ook W laten de ouders vaak de kinderen willen beschermen.………………………………………….. Sommige kinderen tonen hun reacties niet totdat ze zien dat papa of mama het redden, ze gaan vaak later rouwen.……………………………………………………... O zelf Kinderen lijken al gauw over te gaan tot de orde van de dag en met reacties als “gaan we nu nog wel naar de McDonald’s?” of tikkertje spelen op de R begraafplaats zetten kinderen volwassenen op het verkeerde been en wekken de indruk dat ze niet rouwen.……………………………………………………………………. K Maar hoe rouwen kinderen dan wel? Wat is normaal (rouw)gedrag en wat is afwijkend (rouw)gedrag? En hoe kunnen wij kinderen daarbij begeleiden? Wat doodsbegrip van kinderen gerelateerd aan de leeftijd? Doen we er goed S isaanhetkinderen te betrekken bij het overlijden en de uitvaart? …………………………… Aan de hand van praktijkvoorbeelden van kinderen, proberen we meer inzicht H te krijgen in deze en andere vragen.………………………………………………………….. Er zal ook gelegenheid zijn tot het stellen van vragen.…………………………………. O Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.………………………… Door: Leoniek van der Maarel is orthopedagoog en begeleidt kinderen en (jong) volwassenen rondom een verlies. Zij is verbonden aan de P Maatschap van Rouwtherapeuten, Stichting Achter de Regenboog en Stichting Jonge Helden en heeft haar eigen praktijk Emoties Enzo. S 21. Forensische aspecten bij een kind met letsel, gepresenteerd vanuit een radiologische casus Als medewerker in de eerste lijn kunt u geconfronteerd worden met kinderen met een letsel, hierbij kan de vraag ontstaan of er sprake is van toegebracht letsel. Een belangrijke vraag is dan vaak: komt wat ik bij een kind zie wel door wat er door de ouders aan mij verteld wordt? En als je denkt dat dit niet zo is, wat dan? Tijdens deze lezing wordt er aan de hand van één of meerdere radiologische casus inzicht geboden in het forensisch denken in de dagelijkse klinische praktijk. Aandacht zal worden besteed aan het goed beschrijven, documenteren en interpreteren van een letsel. De waarde van een mening van een expert ‘where is the evidence?’ en de mogelijkheden voor de eerste lijn om forensische expertise ondersteuning te krijgen. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Rick van Rijn, kinderradioloog Emma Kinderziekenhuis AMC
W O R K S 22. NHG StiP scholing ADHD (blok van 2 uur) huisarts wordt vaak geconfronteerd met vragen rondom gedragingen van H Dekinderen in verband met ADHD: ouders, leerkrachten of kinderen zelf vragen om diagnostiek en behandeling, (ortho)pedagogen of psychologen verzoeken te initiëren, psychiaters en kinderartsen verzoeken deze O ADHD-medicatie medicatie te continueren. Er is veel maatschappelijke aandacht voor ADHD, omdat er zorgen zijn over mogelijke overdiagnostiek en overbehandeling P vooral van ADHD bij kinderen en over de mogelijke schade (op lange termijn) van Anderzijds zijn er ook zorgen dat huisartsen ADHD niet (tijdig) S 16medicatie.
W O R K S 23. Zorgcoördinatie in het CJG………………………………………………… H Binnen het CJG wordt gewerkt met het principe van Een gezin, Een plan. De zorgcoördinator speelt een cruciale rol bij het opstellen. Echter; een plan O opstellen bij complexe gezinsproblematiek is niet zo makkelijk. Met behulp van voorbeelden uit de praktijk en met elkaar oefenen, wordt het wellicht een stuk P gemakkelijker! Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. S Door: Yvonne Zoetigheid, accountmanager Inholland Academy herkennen, waardoor kinderen onnodig lijden en hun functioneren negatief wordt beïnvloed. De NHG-Standaard ADHD bij kinderen verschijnt binnenkort. De standaard geeft richtlijnen voor de herkenning, diagnostiek en behandeling van de aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (‘attention-deficit/hyperactivity disorder’, ADHD) bij kinderen tot 18 jaar. In de workshop wordt de thematiek besproken aan de hand van casuïstiek; naast diagnostiek en behandeling komt ook de voorlichting aan ouders en kinderen ter sprake. Let op: deze 2 uur durende blokcursus loopt van 15.40-17.50 uur. Aan deze workshop kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Dhr. Martin Beeres, kaderhuisarts GGZ, lid expertgroep PsyHag
24. "O gaat dat kind naar de kinderfysiotherapeut" De deelnemers kunnen verwachten dat ze na deze lezing weten wanneer een kind tussen 0 en 18 jaar baat kan hebben bij kinderfysiotherapie. De docenten vertellen over de kennis en vaardigheden die we hebben, welke behandelmethodes en meetinstrumenten we kunnen gebruiken. Bij welke diagnose of beperking kunt u denken aan ondersteuning door een kinderfysiotherapeut. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Yvonne Dieleman, kinderfysiotherapeut Karin Wuijster, kinderfysiotherapeut
W O R 25. Do’s and Don’ts bij brandwonden………………………………………….. K Per jaar melden zich ongeveer 35.000 patiënten, waaronder veel kinderen, zich bij de huisarts met brandwonden en ongeveer 15.000 op een spoedeisende hulp S of polikliniek. Niet elke patiënt hoeft te worden opgenomen of te worden behandeld in een van de drie brandwondencentra. In dat geval moet men er voor zorgen dat de wondbehandeling optimaal plaats vindt in het algemeen H ziekenhuis, poliklinisch of door de huisarts. Wat moet men als hulpverlener doen en wat moet men laten? Wat is goed en O wat is fout? De blaren laten zitten of er af halen? Is dit nou een tweede- of een derde graads brandwond? Een gelaatsverbranding mag niet worden behandeld P met een zalf: waar of niet waar? S 17
interactieve presentatie geven wij veel voorbeelden uit de praktijk, tips W Inen deze trics en de “do’s and don’ts” bij brandwonden.………………………………………… deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. O Aan Door: Jacoline Prudhomme van Reine, IC brandwonden verpleegkundige Karin Rozemeijer, MC brandwonden verpleegkundige R 26. Genderdysforie bij kinderen gaat meestal over die lijden onder de discrepantie tussen hun geboortegeslacht en hun K Kinderen genderidentiteit worden genderdysfoor genoemd. In deze workshop zal aan de hand van up-to-date wetenschappelijke kennis en gebruik van klinische voorbeelden een beeld worden geschetst van de S met gedragskenmerken en psychologische en sociale problematiek waar kinderen genderdysforie, onder de 12 jaar, aan zijn te herkennen. H met Daaropvolgend zal worden ingegaan op de diagnostiek en begeleiding die binnen het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie aan het VUmc wordt De huidige kennis die voorhanden is aangaande de toekomstige O geboden. ontwikkeling van kinderen met genderdysforie staat daarbij centraal. Onderzoek namelijk zien dat voor het overgrote deel van de kinderen de gevoelens van P laat genderdysforie rond de adolescentie afnemen of verdwijnen. Bij een klein deel de kinderen nemen deze gevoelens echter toe en melden zich opnieuw aan S van bij een genderidentiteitskliniek met de vraag om geslachtsaanpassende behandeling. De signalen en de ervaringen in de kindertijd die voorspellend zijn of duidelijkheid kunnen geven voor het aanblijven of toenemen van de genderdysforie zullen worden besproken, evenals de dilemma’s die hierbij naar voren komen voor de advisering en begeleiding van de kinderen en ouders in de vroege kindertijd. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: dr. Thomas D. Steensma, Gz-Psycholoog en onderzoeker Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie VU Medisch Centrum Amsterdam
W O 27. Voorkeursligging baby's……………………………………………………… R Sinds de eeuwwisseling wordt geadviseerd pasgeborenen uitsluitend op de rug te laten slapen. Dit kan tot een voorkeursligging leiden, met schedeldeformatie K als plagiocephalie of brachycephalie tot gevolg. De artsen op het consultatiebureau signaleren dit en verwijzen zo nodig door naar kinderfysio/ oefentherapie. deze lezing wordt antwoord geven op vragen als: Wanneer is begeleiding S Invanuit de kinderoefentherapie gewenst en waaruit bestaat deze? Hoe wordt een schedelmeting ( PCM) gedaan en welke uitslagen en adviezen komen eruit? Hoe H moeten we aankijken tegen helmtherapie? deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. O Aan Door: Marijke Stuiver, kinderoefentherapeut Mensendieck, werkzaam bij Kinderoefentherapie Zaanstreek-Noord te Wormerveer P S 20
28. Steriel waterinjecties (SWI) voor wie en door wie! (blok van 2 uur) (1 uur theorie, 1 uur praktijk) Deze lezing/workshop is interactief van opzet en bevat theoretische en praktische informatie ter ondersteuning van de instructie van het gebruik van de SWI in de praktijk. SWI is een eenvoudige vaardigheid, maar het is belangrijk dat de professional die de SWI zet, weet bij welke indicatie SWI aangeboden wordt en kennis heeft van de onderliggende evidence, fysiologie/anatomie en vaardigheden om hun handelen/beleid te onderbouwen en om de juiste informatie te verstrekken aan de vrouwen (en omgeving) over SWI zodat de vrouw een geïnformeerde keuze kan maken als het gaat om pijnbehandeling. Hoofddoelstellingen: • Aanleveren van kennis voor de verloskundige in Nederland om competent te worden in het uitvoeren van SWI • Zorgen voor het veilig en efficiënt uitvoeren van SWI door de verloskundige in Nederland. Subdoelstellingen: • Verloskundige heeft kennis van de relevante anatomie en fysiologie voor het zetten van SWI • Verloskundige heeft kennis van de onderzoeken die er zijn op het gebied van SWI • Verloskundige weet de indicatie voor SWI • Verloskundige kan subcutaan/intracutaan injecteren • Verloskundige kan de doelgroep informeren over SWI • Verloskundige heeft kennis van de verslaglegging Let op: deze 2 uur durende blokcursus loopt van 15.40-17.50 uur. Aan deze lezing kunnen maximaal 22 personen deelnemen. Door: Yvonne Strengers, verloskundige
W O R K S H O P S
W O 29. Netwerkronde Zie toelichting bij netwerkronde nr. 17. R In deze netwerkronde zullen zoveel mogelijk zorgverleners geplaatst worden uit de regio’s Midden-Kennemerland, Waterland en Zaanstreek. K S H O
21
Ronde 4: 16.50 - 17.50 uur W Weerbaarheidstraining………………………………………………………. O 30. In deze workshop maak je kennis met een weerbaarheidstraining die gevolgd worden door kinderen/jongeren. Ervaar zelf wat een dergelijke training met R kan je doet. In een weerbaarheidstraining leer je voor je zelf op te komen en daarbij te houden met een ander. Thema’s in de training zijn: K ook xrekening stevig staan x omgaan met emoties zeggen/grenzen aangeven S xx nee zeggen wat jij wel en niet leuk vindt vragen H xx iets samenwerken x omgaan met pesten met onbekenden O xx omgaan ontspannen oplossen P xx problemen eigen kracht ervaren seksueel misbruik S Dezexthema's oefenen we door middel van bewegingsoefeningen, spelletjes en rollenspelen. Aan deze lezing kunnen maximaal 25 personen deelnemen. Door: Monique Doppenberg Bakker, consulent MEE Noordwest-Holland Miriam Lanting, consulent MEE Noordwest-Holland
W 31. Bloedonderzoek bij verdenking voedselallergie: interpretatie van allergeenspecifieke IgE uitslagen O Voedselallergie komt relatief vaak voor op de kinderleeftijd, met name bij kinderen jonger dan 4 jaar. In de eerstelijn wordt daarbij regelmatig, al dan niet bloedonderzoek naar aanwezigheid van allergeenspecifiek IgE aanR terecht, gevraagd. Vaak wordt een positieve IgE respons, ofwel sensibilisatie, tegen allergenen aangetoond zonder dat klinisch sprake is van een allergie K meerdere voor deze allergenen. In deze workshop zal worden ingegaan op de valkuilen bij de interpretatie van met betrekking tot voedselallergie. Aandacht zal worden S bloedonderzoek besteed aan klinisch relevante versus klinisch niet-relevante kruisreactiviteit, de van veel gebruikte allergeenmengsels en het gebruik van H samenstelling allergeenextracten versus allergeencomponenten. Het tweede gedeelte van de workshop (de laatste 10 minuten) geeft praktische O informatie over het prikken van bloed bij kinderen. Wat kan je als zorgverlener doen om de patiënt hier goed op voor te bereiden. ………………………………………. Aan P deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. S 22
W O 32. Social media: leuk en onmisbaar!..................................................... R In deze workshop maak je kennis met de diverse mogelijkheden om als medisch professional het internet en social media in te zetten. Want social media, zijn dat niet dé manier om te communiceren met de jongere generatie? Hoe blijf je K zelf eigenlijk up to date. En wat zijn de do’s en don’ts als assistente, praktijkondersteuner of arts. Hoe presenteer je jezelf en je praktijk? Maak kennis met S manieren waarmee je jongeren kunt bereiken, zoals social media, websites en apps. H Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Katinka van Doorn, huisarts O 33. Door Dik en Dun: multidisciplinair behandelprogramma voor kinderen en ouders Door Dik en Dun (DDD) is een leefstijlinterventie voor kinderen met overgewicht P en obesitas van 6-12 jaar en hun ouders. Het programma is ontwikkeld door diëtist Berdien van Wezel en door TNO geëvalueerd, de resultaten zijn positief. S De diëtist, orthopedagoog/ psycholoog, sportinstructeur en fysiotherapeut Door:
Dr. Walentina Slieker, medisch immunoloog, Laboratorium voor Klinische Chemie, Hematologie en Immunologie, Medisch Centrum Alkmaar Mike Blok, medewerker bloedafname, Starlet DC
vormen samen het behandelteam. In wisselende samenstellingen zijn zij in de groepsbijeenkomsten aan het werk, om de kinderen en het gezin te leren hoe ze hun gedrag kunnen veranderen en bestendigen wat betreft sporten, eten en de verleiding om te eten. De totale duur van de behandeling is 60 weken. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Natasja Groothuismink, stafpedagoog GGD Zaanstreek-Waterland Ineke Zekveld, gezondheidswetenschapper/projectmanager ZONH
W O 34. Kind in/uit de knel; kinderbeschermingsmaatregelen in relatie tot R vechtscheiding In Nederland maken per jaar circa 70.000 kinderen het uit elkaar gaan van hun ouders mee, waarbij de meeste scheidingen (rond de 70%) redelijk tot goed K verlopen. In 30% van de gevallen is sprake van bijkomende problemen en een gedeelte daarvan is dermate problematisch, dat sprake is van een zogeheten S “vechtscheiding”. De scheiding wordt een jarenlang slepend proces vol destructie, wraakzucht, achterdocht en demonisering waarin kinderen gevangen en beschadigd raken. In enkele gevallen op een dusdanige wijze, dat er geen H andere mogelijkheid meer is dan het inzetten van kinderbeschermingsmaatregelen als een ondertoezichtstelling of zelfs een uithuisplaatsing. Het kind is de O dupe; die wil alleen maar ouders die “normaal” met hun kind omgaan. Op welke wijze wordt een en ander gesignaleerd en hoe gaat de kinderrechter om met P deze situatie? Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. S 23
W Door: mevr. Mr. W.C. (Wanda) Oosterbroek, senior rechter 35. KICK (Kennemer Interdisciplinair Centrum voor Kinderen) een samenwerking in de eerste lijn met specialistische zorg O optimale KICK is een samenwerking van en tussen 3 eerste lijns kinderpraktijken in Kinderfysiotherapie, logopedie en kinderpsychologie. Kinderen tussen R Haarlem. 0-4 jaar met complexe problematiek worden samen behandeld vanuit de disciplines. Door de problematiek vroegtijdig te signaleren en zo K verschillende nodig samen te behandelen kunnen we in korte tijd effectief en efficiënt hulpverlenen. Ouders spelen een centrale rol binnen het hele proces. Uit merken we dat deze laagdrempelige benadering door ouders als zeer S ervaring positief wordt ervaren. Vanuit het KICK zijn daarnaast veel netwerken en lijnen de specialistische zorg en externe deskundigen die we direct, maar ook op H met afstand kunnen inschakelen. In deze workshop wordt naast onze visie ook onze werkwijze aan de hand van casuïstiek geïllustreerd. deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. O Aan Door: Anita Hout, kinderfysiotherapeut Arianne van der Kooij, logopedist P 36. Eetproblemen en afvallen bij pubers de puberteit zijn veel meisjes bezig met uiterlijk en gewicht. Sommigen slaan S Indaarin door, waardoor ze eetbuien krijgen, gaan laxeren, ondergewicht hebben of overmatig gaan bewegen. Wat zijn de alarmsignalen, wat zijn de kenmerken van anorexia nervosa en boulimia nervosa? Wat moet je nagaan, wanneer moet je hulp inschakelen, wat is de rol van ouders? Binnen het centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie wordt deze doelgroep behandeld vanuit een multidisciplinair team in samenwerking met de kinderartsen en met diëtisten. Hoe ziet zo een behandeling eruit? Welke onderliggende problemen dragen bij aan het ontwikkelen van een eetstoornis? Deze onderwerpen komen aan bod in deze workshop waarbij het doel is om de kennis over eetproblematiek bij jongeren te vergroten, signalen te herkennen en kennis te hebben van de multidisciplinaire aanpak die geboden kan worden. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Marinda Koopmans, kinder- en jeugdpsychiater Centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie, GGZ Noord Holland Noord, locatie Hoorn
W O R K S 37. kinderziekten met vlekjes…………………………………………………… ’t kleine niet eert.………………………………………………………………………………. H Wie Mazelen, roodvonk, rodehond, vijfde ziekte en zesde ziekte. Hoe zat ‘t ook al weer. Wel of niet naar de crèche? Vlekjes bij meningitis? Kleine kinderen, grote Wat is wat? Waarop letten? Echte eerstelijns vragen. Vijfde en zesde O gevolgen. ziekte; wat waren dan de eerste, tweede en derde ziekte? Ze staan hierboven in de juiste volgorde. De vierde ziekte is een apart verhaal. En hoe zit dat met P alvaccinaties? In deze bijscholing frissen we in een uurtje de kennis weer even op, zodat het je helder voor de geest staat. …………………………………………………. S 24
W O 38. Lactatie en spruw Niet alles wat pijn doet is candida. Pijnlijke tepels bij borstvoeding zijn voor veel vrouwen een reden om eerder te R stoppen met voeden dan zij zelf gewild hadden. Het kan een rol spelen bij het ontstaan van een postnatale depressie. Een klacht om serieus te nemen dus. Vaak is er een directe relatie met de manier van voeden, de aanlegtechniek. K Maar ook een (huid)infectie kan een rol spelen. In dat geval zal de moeder terecht komen bij de huisarts. En in de praktijk wordt dan meestal een S candidainfectie behandeld. Maar is dat terecht? Hoe maakt u onderscheid tussen een aanlegprobleem en H een infectie? En wat zijn mogelijke andere oorzaken van pijn bij borstvoeding? Hoe kunnen we moeders met pijnklachten optimaal begeleiden zodat zij hun O eigen wens met betrekking tot borstvoeding vorm kunnen geven? Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Myrte van Lonkhuijsen, vrijgevestigd lactatiekundige IBCLC, P voorzitter Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen S 39. Netwerkronde Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. Door: Dr. Hans Schilder, SEH-arts
Zie toelichting bij netwerkronde nr. 17. In deze netwerkronde zullen zoveel mogelijk zorgverleners geplaatst worden uit de regio’s Noord-Kennemerland, West-Friesland en Kop van Noord-Holland.
W O 40. Motiveren van kinderen in verschillende levensfasen (blok van 2 uur) In deze 2 uur durende workshop krijgt u na een inleiding over motivatie bij R kinderen de gelegenheid om actief te oefenen met motiverende gesprekken. In deze workshop zullen methodieken uit NLP, oplossingsgericht werken en motiverende gespreksvoering aan de orde komen als hulpmiddel om in contact K te komen met kinderen, pubers en jongeren.………………………………………………. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. S Let op: deze 2 uur durende blokcursus loopt van 19.00-21.10 uur. Door: Alex Vaassen, spirit2move H 41. Social media & gamen: zegen of zorg?.............................................. Door de komst van computers is de vrijetijdsbesteding van veel jongeren O veranderd: van passief tv kijken naar actief gamen en het gebruik van internet. Veel ouders hebben zorgen over het gamegedrag van hun kind. Inmiddels P weten wij dat gamen geen trend is maar blijft. Dat betekent dat het aantal S 25 Ronde 5: 19.00 – 20.00 uur
eerder zal toenemen dan afnemen en dat ook het aantal mensen dat W gamers overmatig gamet, toeneemt. Bij Brijder Jeugd zien wij een toename van het aantal jongeren dat in behandeO ling komt voor overmatig gamen. Vaak hebben ouders eerder last van het overmatig gamen van hun kind dan de zelf. Zorgen die ouders hebben over hun kind t.a.v. gamen kunnen zijn: R jongere - slechte verzorging;………………………………………………………………………………….. of juist toename;………………………………………………………………. K -- gewichtsverlies omkerend dag- nachtritme;……………………………………………………………………… - het niet kunnen komen tot het maken van keuzes m.b.t. studie of werk;……..... of slechte schoolprestaties;…………………………………………………………. S -- spijbelen het niet aangaan van face-to-face relaties………………………………………………….. ‘social media & gamen: zegen of zorg?’ zullen wij u meenemen H Inin dede workshop online wereld van jongeren. Daarbij zullen wij aandacht besteden aan opvoedtips voor ouders. Een belangrijk thema daarin is het geven van grenzen. O Tenslotte zullen wij u een aantal tips geven t.a.v. gespreksvoering met de jongere zelf. De workshop zal interactief zijn en er is voldoende gelegenheid het stellen van vragen. Uw eigen casuïstiek kan binnen de workshop P voor besproken worden.………………………………………………………………………………….. deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. S Aan Door: Andrea Breebaart, preventiewerker Brijder Jeugd Ester Teunen, preventiewerker Brijder Jeugd 42. Kind en hoofdpijn……………………………………………………………… Hoofdpijn bij kinderen komt vaker voor dan soms gedacht. Aan de hand van een goede anamnese is vaak al een duidelijke classificatie te maken. Er zijn veel factoren die bijdragen aan het ontstaan van hoofdpijnklachten bij kinderen en jeugdigen. Tijdens deze workshop leert u onderscheid maken tussen verschillende typen hoofdpijn en krijgt u een overzicht over de behandelingsmogelijkheden. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: C.D. (Nienke) Scheurer, kinderarts-kinderneuroloog Kennemer Gasthuis Haarlem
W O R K 43. Multidisciplinaire aanpak van overgewicht en obesitas en obesitas bij jeugdigen zijn belangrijke public-health problemen S Overgewicht voor nu en de toekomst. De afgelopen jaren is het aantal kinderen met fors toegenomen. Tevens valt op dat kinderen met overgewicht H overgewicht relatief nog zwaarder worden. Twee kinderdiëtisten delen hun ervaringen en willen met u in gesprek over de multidisciplinaire samenwerking: wat doen zij wat doet u? O en“Welke rol kunt u spelen bij de diagnostiek en behandeling van overgewicht bij kinderen adolescenten?” P “Wat is deenmeerwaarde van de kinderdiëtist?” S 26
W Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. O Door: Ellen Blom, Kinderdiëtist Voeding op Maat Esther Konijn, Kinderdiëtist De Bloei, Diëtistenpraktijk voor Jeugd en Gezin R 44. Dyslexiebehandeling: zorg of onderwijs?......................................... Sinds 2009 bestaat de vergoedingsregeling voor ernstige, enkelvoudige K dyslexie. De verwachting was dat ongeveer 3,6 % van de bassischoolpopulatie hier een beroep op zou doen. Nu blijkt dat het macrobudget fors is S overschreden. Er zijn dus veel meer kinderen in het behandeltraject gekomen. Wat zegt dit over het beleid, het voortraject, de diagnostische procedures en de H zorgaanbieders? Hoe kunnen we weer terug naar een betaalbaar product? In 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, ook voor de dyslexiezorg. Onlangs is Passend Onderwijs van start gegaan waarbij alle O samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor onderwijs dat aansluit bij de onderwijsbehoeften, ook die van leerlingen met (ernstige) lees- en P spellingsproblemen, al dan niet in combinatie met andere problemen. Hoe zal het gaan met de vergoede dyslexiezorg, wat kan er vanuit de jeugdzorg verwacht worden en wat valt onder de verantwoordelijkheid van het onderwijs? S “Wat is de (multidisciplinaire) behandelstrategie bij kinderen en adolescenten met overgewicht/obesitas en wie voert deze uit?”
Verbetering van het voor- en natraject in het basisonderwijs, meer zicht op ‘response to instruction’ en constructievere samenwerking met de GGZ zijn mogelijkheden om de vergoede dyslexiezorg effectiever in te zetten en betaalbaar te houden. Deze punten komen aan bod in de workshop. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. Door: Ria Balm gz-psycholoog, hoofdbehandelaar, Pedagogenpraktijk …………. Dyslexie Collectief Haarlem…………………………………………………………….. samen met een medebehandelaar in de dyslexiezorg
W O 45. Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling R Ruim 119.000 kinderen worden per jaar mishandeld. Dat is ongeveer 1 op de 30 kinderen. Zeker 40 kinderen overlijden per jaar aan mishandeling of K verwaarlozing. Sinds 1 juli 2013 is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht voor alle beroepsgroepen die met kinderen en/of hun ouders werken. ………………………………………………………………………………….. S Signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling is niet makkelijk; Het gaat om het kunnen zien, willen zien en durven zien. Het is dus niet alleen H belangrijk een meldcode te hebben geïmplementeerd binnen de eigen organisatie of praktijk, maar het is evenzo belangrijk dat men vaardig genoeg is om signalen van zorg op te vangen en alle stappen uit de meldcode goed te O doorlopen zodat men zorgvuldig handelt.…………………………………………………… In deze workshop staan we stil bij de verschillende vormen van kinder- P mishandeling, de prevalentie en de mogelijke risicofactoren. De verschillende stappen in de meldcode worden besproken. Tevens staan we stil bij de S 27
van de meldcode in de eigen organisatie of praktijk en de rol die W implementatie de Aandachtsfunctionaris daarin kan hebben. ……………………………………………… deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…… …………………… O Aan Door: Marleen Blokker, pedagoog en eigenaar van trainingsbureau Apanto Problemen met de verwerking van de sensorische informatie. Wat R 46. kan de kinderfysiotherapeut hiermee? Wanneer je niet stil kan zitten kan dit komen doordat je op zoek bent naar K prikkels. Wanneer een kind met de handen op de oren zit, kan het zijn dat het geluid niet kan verdragen. Wanneer je ongeïnteresseerd lijkt, kan het zijn dat te weinig prikkels krijgt. Dat en nog veel meer heeft te maken met hoe je de S jedingen om je heen ervaart en hoe je reactie hierop is. Dit is sensorische informatie verwerking. Alle mensen doen dit op verschillende manieren en laten H hierdoor verschil in gedrag zien. De kinderfysiotherapeut met een specialisatie op het gebied van sensorische informatieverwerking kan hier meer duidelijkheid geven en adviezen geven wanneer de prikkelverwerking en het gedrag je O over belemmert. van deze workshop is informatie te geven over de mogelijkheden die de P Doel kinderfysiotherapeut heeft bij kinderen met problemen in de sensorische S informatieverwerking. ¾ Motoriek en de zintuigen: sensomotorische integratie. ¾ Wat kan er mis gaan met de verwerking van de informatie via de zintuigen? ¾ Wat voor invloed heeft dat op de motoriek en het gedrag? ¾ Hoe kan dat herkend worden? ¾ Wat kan er door de kinderfysiotherapeut aan gedaan worden? Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Marianne Schoorl, kinderfysiotherapeute en lid van De Reus, uit Zwaag Caro Bobeldijk, kinderfysiotherapeute in Gezondheidscentrum Hoep Zuid in Schagen
W O R 47. Enuresis nocturna huisarts ziet niet vaak kinderen met enuresis. Daardoor bouwt hij beperkte K De expertise op. Jeugdartsen en -verpleegkundigen hebben regelmatig te maken met kinderen met plasproblemen. Aan de huisarts de taak om een diagnose te en eventueel te verwijzen naar de jeugdgezondheidszorg. Bij die S stellen verwijzing kan de huisarts teruggrijpen op de Landelijke Eerstelijns Afspraak (LESA) Enuresis nocturna, die is opgesteld door H Samenwerkings huisartsen, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen over samenwerking bij diagnostiek, begeleiding en behandeling van kinderen met enuresis nocturna. de LESA staan richtlijnen voor samenwerking bij het verlenen van zorg aan O Inkinderen met enuresis nocturna en hun ouders, rekening houdend met de verschillen tussen de beroepsgroepen in taken en verantwoordelijkheden P Deze LESA geeft richtlijnen die een overleg op regionaal of lokaal niveau kunnen en vormt een uitnodiging voor huisartsen en het JeugdgezondS structureren 28
W O R K 48. ‘Kinderastma of kinderen met astma?’ Niet alles wat piept is astma! Meer vragen dan antwoorden.... S Heeft het kind wel astma? Wat doe je dan? Welke adviezen geeft u? Alles saneren? Alle knuffels en huisdieren weg? Alleen nog roken onder de afzuigkap? Stress vermijden? Hoe te begeleiden? Wat te adviseren bij een aanval? Wanneer H verwijzen? Groeit het kind ‘er overheen?’ In een uiterst interactieve presentatie wordt u gevraagd actief mee te denken. O U verzamelt bijna vanzelf antwoorden die u in de dagelijkse praktijk meteen kunt gebruiken. P Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Gavin ten Tusscher, longarts Westfries Gasthuis S Martien van Soestbergen, huisarts heidszorg (JGZ-)team om samen regionaal werkafspraken te maken. Het doel van deze workshop is een aanzet te geven tot regionale werkafspraken middels casuïstiek en een stappenplan. Kinderen met enuresis nocturna en hun ouders vragen om eenduidige heldere informatie en afstemming van de zorg. Aan deze workshop kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Louwrens Boomsma, huisarts, beleidsmedewerker LHV, docent NHG
49. Spaak-, val- en schaafwonden Spaak- val en schaafwonden zijn acute wonden. Veelal wordt deze zorg door familie, vrienden, mantelzorgers of vrijwilligers verleend (Nuldelijnszorg). Daarnaast is de behandeling van acute wonden een belangrijk onderdeel van de dagelijkse praktijk voor alle zorgprofessionals in de eerste, tweede en derde lijn. Wonden beginnen altijd als een acute (verse) wond en kunnen vanzelf genezen, maar er kunnen ook factoren zijn die de genezing belemmeren. Daardoor kunnen wonden in hun genezing (ernstige) vertraging oplopen of zelfs stagneren. Op zo’n moment zou zo'n acute wond gecompliceerd/ chronisch worden. Wanneer is er sprake van een acute of een chronische wond? Wat betekent dit voor de vergoeding van de verbandmiddelen die worden toegepast bij de wondzorg? En kan een wond met kraanwater worden gereinigd? Hoe bereik je met wondverzorging de meest optimale toestand waardoor een wond zo snel mogelijk geneest? Dat en meer komt aan bod in deze workshop. Het is van essentieel belang dat er vanaf het begin van de zorg een goede afweging plaats vindt over een eventuele inzet van behandeling. Bij de keuze van de inzet moet het kind voorop gesteld worden en de behandeling in samenspraak met het kind en zijn/haar ouders. Het is dan ook belangrijk om het te verwachte beloop vooraf kenbaar te maken. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.
W O R K S H O P S 29
W Door: Jolanda Alblas, Lohmann & Rauscher BV 50. Excessief huilen en ontroostbaar huilen van een baby die werken en ouders helpen. O Oplossingen Herder in Shakespeare’s Winter’s Tale: “de jeugdperiode kan beter overgeslagen worden. Sliepen ze er maar doorheen”. R Baby's gedijen het beste in een omgeving waar veiligheid, liefde en zorg wordt geboden, waarbij de ouders en het kind op elkaar reageren in het fijnmazige van contact maken en laten vieren. Dat gaat in de meeste gezinnen K spel goed. De wisselwerking tussen ouders en kind kan worden verstoord omdat de uren achter elkaar huilt. Excessief huilen kan een negatieve invloed S baby hebben op de interactie tussen ouder en kind, grote spanning bij de ouders en bijdragen tot het ontwikkelen van gedrags- en opvoedingsH veroorzaken problemen. Het lastige bij excessief huilen is dat er een natuurlijk beloop is. Veel hulpdienen zich aan bij ouders als hun kind tussen 6 en 8 weken oud is en O verleners hebben dan wonderbaarlijk effect met hun interventie, wat dit ook is. Van (2008) heeft met financiering van ZonMw een gerandomiseerde trial P Sleuwen met 398 excessief huilende baby’s uitgevoerd. De helft kreeg na randomisatie adviezen van regelmaat, voorspelbaarheid en prikkelreductie en de andere helft deze zelfde adviezen aangevuld met inbakeren tijdens iedere slaap. S kreeg Indrukwekkend zijn de resultaten in beide groepen; het aantal uur huilen neemt af met 42% al voor het eind van de eerste week en na de tweede week is het huilen met 50% afgenomen. In beide interventiegroepen zien we deze spectaculaire afname, die niet parallel loopt aan het normale beloop, maar op alle tijdstippen waarop de baby’s in het onderzoek instroomden wordt hetzelfde effect gezien. In landelijk beleid staat beschreven dat eerst gestart wordt met advies over regelmaat, voorspelbaarheid en prikkelreductie; wanneer deze aanpak onvoldoende effect sorteert bij de baby of als dit ouders niet lukt, dan kan inbakeren worden toegevoegd. Dit laatste slechts tijdelijk en pas na zorgvuldige anamnese van de jeugdarts of kinderarts, ter uitsluiting van mogelijke contra-indicaties. In de multidisciplinaire richtlijn Preventie,
W O R signalering, diagnostiek en behandeling van excessief huilen bij zuigelingen K staat dit aanbod uitgebreid beschreven, naast eventueel aanvullend aanbod bij excessief huilen. voordracht komt de evidentie die er is rond huilen, de waarde van rust S Inen deze regelmaat (ook voor overgewicht preventie), de 5 Ss-methodiek van Karp happiest baby on the block), de Dunstan methode, de prevalentie van H (The inbakeren in Nederland, gehechtheid, “ontroostbaar” huilen en de begeleiding aan de soms wanhopige ouders. O Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Monique L’Hoir, klinisch pedagoog, psychotherapeut, senior onderzoeker bij Child Health, TNO, Leiden P S 30
51. Newborn Life Support! (blok van 2uur)……………………………………………… Het is voor iedere hulpverlener die betrokken is bij acute verloskunde altijd spannend wanneer er onverwachte dingen gebeuren, of je nu in het ziekenhuis werkt of daarbuiten als verloskundige thuis bijvoorbeeld. Daar sta je dan met een kind met onverwacht een slechte start! Het gebeurt bijna nooit, maar wanneer het dan toch zo is....! Rustig blijven is dan makkelijker gezegd dan gedaan en toch is het belangrijk om je eigen hartslag onder controle te houden....voor jezelf, het kind en de ouders. Daarbij is de belangrijkste kapstok de kennis verworven tijdens de opleiding en in de praktijk, maar die is helaas aan slijtage onderhevig. Herhalen is het adagium dus! Wij kunnen je helpen weer extra vertrouwen te verkrijgen door die kennis en vaardigheden met betrekking tot NLS in een veilige omgeving de revue te laten passeren. Dit alles in een 2 uur durende zeer interactieve sessie. Daarbij zal ook de praktijk aan bod komen en er kan geoefend worden. Wij hopen jullie allemaal te begroeten op 21 januari aanstaande. ………………………………………………………….. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.………………………… Let op: deze 2 uur durende blokcursus duurt van 19.00-21.10 uur.………………. Door: Dirk-jan van Zuidam kinderarts RKZ Beverwijk …………………………………. Mark Schelvis, docent AED/BLS/PBLS
Ronde 6: 20.10 – 21.10 uur 52. Research chemicals; nieuwe drugs……………………………………….. Regelmatig komen er nieuwe partydrugs op de markt. Deze drugs worden vaak designer drugs of “Research Chemicals” (RC) genoemd. De drugs hebben deze naam om te verbergen dat het eigenlijk om verboden partydrugs gaat (of vervangers daarvan). Met deze Research Chemicals probeert men het effect van partydrugs (XTC, coke, amfetamine) en cannabis na te doen. Research chemicals zijn in te delen in: • Opwekkende Research Chemicals ° XTC vervangers: • Benzofury • 4 FMP:4-fluoramfetamine • Mephedrone • Methylone • Cocaïne vervanger: • MDPV • Tripmiddelen en verdovende stoffen: • Vooral Arylcyclohexylamines • Methoxetamine / MXE • Methoxydine • Synthetische cannabinoïden Klachten waarmee mensen naar de huisarts of praktijkondersteuner kunnen komen zijn HPPD (Hallucinogen persisting perception disorder) of gevoelens
W O R K S H O P S
W O R K S H O P S 31
derealisatie. W van In deze workshop zullen wij uitleg geven over bovenstaande middelen. Daarbij de werking en risico’s besproken worden. Daarnaast zullen wij stil staan O zullen bij HPPD. Brijder Jeugd heeft een medisch spreekuur waar mensen met hppd klachten naar kunnen worden doorverwezen. De workshop zal interactief zijn er is voldoende gelegenheid voor het stellen van vragen. Uw eigen R encasuïstiek kan binnen de workshop besproken worden. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. K Door: Marion Kooij, preventiewerker Brijder Jeugd Ronald Grin, preventiewerker Brijder Jeugd S 53. Het puberbrein: de grote verbouwing; wat kan er mis gaan puberteit is een zeer belangrijke periode in de ontwikkeling tot gezonde H Devolwassene. De veranderingen in het puberbrein zijn te vergelijken met een zeer grote verbouwing. Iedere verbouwing biedt kansen en gevaren. O In deze workshop wordt ingegaan op de gevaren die er op de loer liggen op GGZ gebied. psychische en psychiatrische problemen ontwikkelen zich in de puberteit: P Veel de eerste psychose in het kader van schizofrenie. Depressieve klachten die bij te vaak uitmonden in zelfmoord, omdat ze niet tijdig hulp zoeken en S jongeren impulsief zijn. Angstklachten en hierdoor schoolverzuim en isolement.…………... Experimenteren met alcohol en drugs met als gevolg verslaving of schade door teveel pillen of ghb. Verslaving aan sociale media, bij jongens vaak internetgames, bij meisjes meer chatten of het aantal likes op facebook. Kinderen met autisme die zich buitengesloten voelen. Hoe herken je deze problemen bij pubers? Een puber zal niet zo snel uit zichzelf hulp zoeken, GGZ is niet cool. En hoe biedt je laagdrempelig hulp? Wat is de rol van e-health en internet? In deze workshop krijg je meer informatie over hoe het puberbrein werkt, welke problemen er spelen in de puberteit en hoe je die kunt opsporen en aanpakken. Hierbij zal ook zeker gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van de aanwezigen om tips en ervaringen te delen. Deze lezing is hoofdzakelijk bedoeld voor huisartsen, poh-ggz en psychologen.………………………………………………….. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Carine den Boer, huisarts gezondheidscentrum Kersenboogerd, kaderarts GGZ in opleiding Marinda Koopmans, kinder- en jeugdpsychiater Centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie, GGZ Noord Holland Noord, locatie Hoorn
W O R K S H Help, strijd aan tafel! O 54. Lichte tot matige eetproblemen komen voor bij 25% tot 45% van de gezonde, normaal ontwikkelende jonge kinderen. ……………………………………………………… P Ouders kunnen het gevoel hebben dat de maaltijd een ‘strijd’ is als kinderen niet willen eten of lastig gedrag vertonen. Sommige kinderen weigeren aan te komen of lopen tijdens het eten weg. Anderen eten weer heel langzaam, S tafel 32
W O R Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen.…………………………. K Door: Ellen Blom, Kinderdiëtist Voeding op Maat………………………………………… Esther Konijn, Kinderdiëtist De Bloei, Diëtistenpraktijk voor Jeugd en S Gezin H 55. Kinderoncologie 1. Kinderoncologie – ziektebeelden, behandeling en nieuwe ontwikkelingen. 2. Langetermijneffecten na kinderkanker – samenwerken met de eerste lijn. O Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Martine Raphael, kinderarts - oncoloog VU Medisch Centrum P 56. Doktertersassistenten S Kwalificeren knoeien veel of klagen dat ze het niet lusten. ………………………………………………
Hoe kun je goede eetgewoontes stimuleren en wanneer is het echt een “eetprobleem”? Wat is eigenlijk het verschil tussen een voedingsprobleem, eetprobleem en eetstoornis? Wat zijn de mogelijke oorzaken, hoe te signaleren en hoe te handelen? Is een verwijzing naar de kinderdiëtist op z’n plaats; wanneer wel of niet? Wat kan de kinderdiëtist betekenen voor ouders en verwijzer?
Tot Professionals Hoe kunnen wij het u makkelijker maken om een stageplaats te verlenen aan een leerling doktersassistent? Daarnaast wordt ingegaan over de “lusten en lasten” in de begeleiding van stagiaires. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Jacqueline van Son, docent, mentor Horizon College
W O 57. Zindelijk worden gaat toch vanzelf? Zijn apen zindelijk? Zijn vogels zindelijk? Zijn alle kinderen zindelijk? Zindelijk R worden hoort vanzelf te gaan. Maar helaas is het bij kinderen toch vaak een groot probleem. Sommige kinderen moeten heel vaak plassen, anderen plassen K weer bijna niet. Het ene kind heeft last van steeds terugkerende blaasontstekingen en het andere kind heeft voortdurend natte broeken. In deze lezing vertellen we u hoe dit nou eigenlijk in elkaar zit en wat de S kinderbekkenfysiotherapeut kan betekenen voor deze kinderen. Praktische tips en leuke kleine weetjes komen zeker aan de orde! H Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Marleen Ramler, kinderbekkenfysiotherapeut O Jolanda ter Woorst, kinderbekkenfysiotherapeut P S 33
Anticonceptie spreekuur voor doktersassistentes W 58. Als doktersassistent krijgt u misschien wel dagelijks vragen over anticonceptie. hoe zat het ook al weer? Wat is er aan nieuwe anticonceptie? Wat kan ik O Maar zelf en wat is er voor de huisarts? In deze workshop gaan we antwoorden proberen te vinden op deze vragen. deze lezing kunnen maximaal 40 personen deelnemen. R Aan Door: Pieter Barnhoorn, huisarts, seksuoloog, docent LUMC K 59. Kinderen met astma Tijdens deze workshop willen wij het met jullie hebben over de begeleiding van met astma. Wij gaan kort in op de nieuwe standaard kinderen met S kinderen astma. wij het vooral met jullie over willen hebben is: H Maar waar- hoe begeleid je kinderen met astma? - hoe begeleid je de ouders van deze kinderen? O - medicatie: wanneer/welke vorm/kun je stoppen? - welke adviezen geef je bij een astma-aanval? - welke adviezen geef je de kinderen/ouders over sporten met astma P - allergie: welke plek heeft dit bij de behandeling van kinderen met s.sastma? S - wat doen wij met de neus? - saneren: hoe en wat ga je doen? Wat wordt er vergoed? - heb je het met kinderen over de schoolkeuzes? - bespreek je het roken? Wij hopen op een goede, interactieve en praktische workshop. Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Jose Brummelhuis, Gespecialiseerd verpleegkundige longen/ Constitutioneel Eczeem, Evean Erna Moerman, Praktijkverpleegkundige Huisartsenpraktijk Overwhere, Purmerend
W O R 60. Kinderen met koorts, het blijft opletten is een van de meest voorkomende symptomen van ziekte. Koorts wordt K Koorts vrijwel altijd veroorzaakt door infectieziekten. De overgrote meerderheid van infecties wordt veroorzaakt door onschuldige virale infecties. Koorts kan S deze echter ook op een ernstig ziektebeeld wijzen. Koorts is één van de belangrijkste redenen om de huisartspraktijk of de huisartsenpost te raadplegen. standaard Kinderen met koorts wordt momenteel herzien. Aan de hand H DevanNHGeen aantal casus zullen belangrijke aandachtpunten bij kinderen met koorts u worden besproken. O met Daarbij komen zaken aan de orde als de betrouwbaarheid van de oorthermometer of wat zegt de hoogte van de koorts over de ernst van het ziekzijn. wordt aandacht besteed aan de advisering en voorlichting aan P Tevens ouders/verzorgers van kinderen met koorts. S 34
W 61. De doktersassistent, het gezin en het plan………………………………. O Er verandert veel in de zorg voor de jeugd. De belangrijkste verandering is dat de gemeente sturing over de zorg krijgt. Haar streven is gericht op verbetering R van de afstemming in de hulpverlening: 1 gezin, 1 plan en minder bureaucratie. De doktersassistent kan hierin een belangrijke rol spelen. Hoe kan haar K deskundigheid worden benut en hoe kan de NVDA daaraan bijdragen? Aan deze lezing kunnen maximaal 60 personen deelnemen. Door: Jan Sax van der Weijden, NVDA S Yvonne van Straten, doktersassistent in de jeugdgezondheidszorg H O P S Door:
Wietze Eizenga, huisarts en staflid Nederlands Huisartsen Genootschap, afdeling richtlijnontwikkeling
W O R K S H O P S 35
De Dag van de Eerstelijn Noord-Holland wordt mede mogelijk gemaakt door:
deDENK