dialoog
Alles wat u altijd al wilde weten over Surplus, maar nooit durfde te vragen…
een
lesje
over
c o m m u n i c at i e
uw
vragen antwoorden onze
Walvissen communiceren anders dan mensen. Wat doen mensen anders? Die praten. Waarom praat je met elkaar?
Voor u ligt een brochure van Stichting Surplus met de hoogdravende titel ‘Dialoog’. Een dialoog op papier, dat kan natuurlijk
Om af te spreken dat je bij iemand
niet. Het begin van een dialoog misschien wel. U kon deze keer
gaat spelen.
immers zelf bepalen waarover het in deze folder gaat. Voor deze
En wat gebeurt er als je niet met elkaar praat?
uitgave hebben ouders en leerkrachten namelijk in groten getale vragen ingeleverd bij ons stafbureau. Vragen over wat Surplus de
Dan wordt het knokken.
afgelopen jaren heeft bereikt en over onze plannen voor de toekomst. Alles eigenlijk wat u altijd al had willen weten over Surplus
Obs De Springschans, Petten
maar nooit kon, wilde of durfde te vragen.
Wij zijn binnen Surplus op zoek gegaan naar mensen om de meest
Met dank aan alle leerkrachten
gestelde vragen te beantwoorden. Dit doen zij vanuit hun functie,
en ouders verbonden aan
hun visie op Surplus, maar vooral op basis van hun eigen ervaringen
Surplus voor het formuleren
met de organisatie.
van de vragen.
Misschien wilt u op deze publicatie reageren. Natuurlijk kan dat,
Wij hopen dat zij de antwoorden
en wel via onze stafmedewerker Eva Groslot op 0224-274555 of
helder vinden ...
via
[email protected].
Reageert u vooral wel! Dan is de dialoog begonnen.
Colofon: Tekstproductie: Ooms Communicatie
Ron Bruijn
Eindredactie: Eva Groslot, Stichting Surplus Vormgeving: Studio Brouwer
algemeen directeur
Tekeningen/schilderijen: obs De Springschans, Petten
Juni 2007
707
Drukwerk: Meco Offset
Waarom moest Surplus er komen? wat
ouders
Ron Bruijn, algemeen directeur
willen
weten
“Door een andere financiering van het onderwijs zagen de kleine gemeenten in onze regio grote financiële risico’s op zich afkomen. Een kleine gemeente heeft onvoldoende kracht om die risico’s te dragen. Ook heeft
verschil
zo’n gemeente onvoldoende kennis en menskracht om scholen te steunen in hun ontwikkeling. Stichting Surplus bundelt de financiën voor bijna dertig scholen waardoor wij de risico’s wel aankunnen. Bovendien
worden de scholen nu ondersteund door een stafbureau dat zich volledig richt op de ontwikkeling van het onderwijs, de leerkrachten en de directies. Dat komt de kwaliteit van de scholen ten goede.”
Wat is het verschil tussen Surplus en andere stichtingen voor basisonderwijs? Ron Bruijn, algemeen directeur
ambitie/visie Wat ziet Surplus als haar opdracht
“Wij zijn algemeen toegankelijk. Op onze scholen ontmoeten verschillende levensbeschouwingen, stromingen en religies elkaar. Net zoals in onze samenleving. In onze ‘kernopdracht’ staat hoe Surplus zich nog wil onderscheiden van andere stichtingen door een bepaalde werkcultuur en kwaliteiten.” (meer hierover leest u links hiernaast bij ambitie/visie)
en wat is haar ambitie/visie? Eva Groslot, stafmedewerker communicatie “De 350 medewerkers van Surplus zijn het in 2006 grotendeels eens geworden over de kernopdracht en collectieve ambitie van Surplus. Binnenkort staan deze op onze website. Ik kan er al wel wat over vertellen. Het ontplooien van talenten, respect, veiligheid en verantwoordelijkheid voor jezelf, voor elkaar en voor de samenleving, dat zijn speerpunten. Daarmee bereiden we kinderen voor op hun rol in de veranderende samenleving, vanuit een positief mensbeeld. We leren ze verschillen te waar-
deren en doen dat uitdrukkelijk zelf ook. We streven naar een eigen expertisecentrum voor speciaal onderwijs en eigen opleidingen voor onze medewerkers. In ons onderwijs staat afstemming met ouders en verzorgers centraal. We laten ons er ook door inspireren. Onze scholen zijn onderdeel van de gemeenschap. We streven zo veel mogelijk naar brede scholen. En we leggen de lat hoog: onze ambitie is om ooit tot de landelijke top te behoren.”
beloftes Surplus Als Surplus een project of nieuw beleid aankondigt, duurt het soms erg lang voor dit wordt uitgevoerd. Belooft Surplus niet teveel? Ron Bruijn, algemeen directeur “Wij vinden dat er veel moet gebeuren en we willen wel eens teveel dingen tegelijk oppakken. We beginnen aan iets nieuws terwijl eerdere projecten nog niet zijn afgerond. Dat is niet goed. De oplossing is simpel: we moeten gas terugnemen. Dat betekent niet dat we onze ambities naar beneden gaan bijstellen. We blijven vasthouden aan onze dromen. Die dromen geven namelijk richting én de energie die we nodig hebben om alles wat we willen bereiken daadwerkelijk te realiseren.”
Komt er bij Surplus een ‘loket’ voor ouders? Martin Schouten, zorgcoördinator “Ja, dat komt er. In 2013 moet elk schoolbestuur aan ieder kind passend onderwijs kunnen bieden. Het stelsel van speciaal onderwijs zoals dat nu bestaat, gaat verdwijnen. Ouders kunnen namelijk door de ingewikkelde regels niet altijd de nodige hulp vinden. Soms moeten hun kinde-
ren ver van huis naar school. Dat gaat veranderen. Wij bereiden ons nu al voor op deze grote verandering. Over twee jaar kunnen ouders met kinderen die een speciale onderwijsbehoefte hebben op één centrale plaats bij Surplus terecht met de vraag: hoe kan Surplus mijn kind helpen?” wat
leerkrachten
weten vragen
willen
Met welke vragen kunnen ouders nu al rechtstreeks bij Surplus aankloppen? Ron Bruijn, algemeen directeur “Als de eigen school een vraag van een ouder niet naar tevredenheid kan beantwoorden, kunnen ouders altijd aankloppen bij het stafbureau van Surplus. Voor de behandeling van klachten hebben we een speciaal loket: de vertrouwenspersoon.”
inspraak Hoe hebben leerkrachten inspraak in het gevoerde beleid en de organisatieontwikkeling? Uiteraard kun je in de (G)MR plaatsnemen. Maar leerkrachten kunnen ook op andere manieren invloed ‘pakken’ bij Surplus, zo blijkt. Ron Alberts, leerkracht De Springschans, Petten
toekomst Wat doet een leerkracht bij Surplus over vijf jaar?
“Ik ben lid geworden van de werkgroep Surplusdag. Ik kon meedenken en meebeslissen over de invulling van de dag. Alle werkgroepleden nemen een aantal taken op zich. Ik kijk er met plezier op terug en verheug me op de volgende voorbereidingsperiode.”
Tineke Tjalma, directeur De Tweewegen, Wieringerwaard
Carla Eppinga, leerkracht ‘t Zwanenest, Schagerbrug
“Wij krijgen binnenkort een nieuw schoolgebouw, een brede school. Daarin willen we op een nog betere manier tegemoetkomen aan de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen. Zo worden bijvoorbeeld meerdere leerkrachten gezamenlijk verantwoordelijk voor een grotere groep kinderen. Teamleden kunnen dan door-
“Ik vind het heerlijk om aan de slag te gaan met dramatische expressie, musicals en dergelijke en dit te koppelen aan sociaal-emotionele ontwikkeling. Het liefst zou ik me daar fulltime mee bezighouden, als het kan bovenschools. Dus heb ik een plan gemaakt en dat bij Ron Bruijn neergelegd. Hij reageerde hier zeer positief op. Er wordt gezocht naar mogelijkheden en een financiële oplossing.”
lopend gebruik maken van elkaars kennis en kwaliteiten. Zo kunnen ze elke individuele leerling beter helpen. Daarnaast gaan we inhoudelijk samenwerken met de peuterspeelzaal, de kinderopvang, de bibliotheek en professionals als logopedisten en fysiotherapeuten. Het gebouw zal er helemaal op ingericht zijn.”
Mia Lenferink, intern begeleider De Kolk, Lutjewinkel “Ik heb voorgesteld dat er voor IB’ers een netwerk wordt opgezet waarbinnen wij informatie kunnen uitwisselen op verschillende onderwijsvlakken. Dat idee wordt nu binnen Weer Samen Naar School (WSNS) uitgewerkt. Surplus biedt veel ruimte; het is aan jou om daar iets mee te doen.”
Surplus-directeuren voelen een zekere saamhorigheid, maar de leerkrachten nog
wet BIO
n i e t z o z e e r. I n h o e v e r r e i s h e t w i j - g e v o e l
Wat vindt Surplus eigenlijk van de wet BIO?
belangrijk voor Surplus?
Goede zaak of doorgeslagen?
Wies van Erp, directeur De Boet, ’t Veld “Als we succesvol willen kennisdelen en een mobiliteitsbeleid willen voeren, dan is het nodig dat we ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor alle Surpluskinderen. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid is wat mij betreft het wij-gevoel, dat kan
manager
ons verbinden. Wie zichzelf verbonden voelt met iets of iemand, draagt er ook zorg voor. Dus moeten we ervoor zorgen dat er een gevoel van verbondenheid ontstaat. Bijvoorbeeld door ontmoetingen te organiseren. Als je openstaat voor elkaar
Ron Bruijn, algemeen directeur en bereid bent om over grenzen heen te kijken, kun je veel van elkaar leren. Dat komt de kwaliteit van ons onderwijs ten goede. Bovendien neemt het onwetendheid weg en brengt het ons dichter bij elkaar; dan ontstaat dat wij-gevoel vanzelf.”
In hoeverre wil Surplus dat directeuren steeds meer manager worden? En is het aannemelijk dat ze vaak niet op school zijn wegens bovenschoolse activiteiten en cursussen?
Henk van Doorn, directeur De Peppel, Middenmeer en De Marske, Hippolytushoef “Het is uitermate ongewenst dat directeuren weinig op school zijn; dat is vooral een kenmerk van een jonge organisatie waarbinnen nog veel moet gebeuren. Directeuren doen bovenschools veel voor de school, alleen niet altijd óp die school. De rol van de directeur is veranderd; hij wordt een schoolleider die vanuit een duidelijke visie zijn leerkrachten enthousiasmeert, aanstuurt en in hun ontwikkeling stimuleert. De nadruk ligt dus wel op het leidinggeven maar juist niet op het managen: veel van de beheerstaken zijn uitbesteed aan bijvoorbeeld OSG en het stafbureau.”
“Daar heeft Surplus geen oordeel over; wij pikken er alleen uit wat wij belangrijk vinden en proberen het papierwerk zo veel mogelijk buiten de deur te houden. Zo hebben wij met elkaar uitdrukkelijk de wens uitgesproken dat we de professionele ontwikkeling van onze medewerkers ter hand willen nemen. En dat doen wij op een manier die bij ons past: bij Surplus is elke medewerker eigenaar van zijn eigen persoonlijke ontwikkeling.”
Wat doet een intern begeleider over vijf jaar bij Surplus? Welke kwaliteiten heeft zij dan? Wat moet er veranderen/verbeteren op IB-gebied? Mia Lenferink, intern begeleider De Kolk, Lutjewinkel “De IB’er komt steeds meer naast collega’s te staan, als een coach. Zij moet dus kunnen coachen. Door te werken met zorgteams – waarin ook de directeur, de OBD en de betrok-
ken leerkracht zitting hebben – creëer je een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bovendien ontstaat er zo een doorgaande lijn van de zorg. Dat verbetert de kwaliteit van de school.”
Lia Kamp, intern begeleider Zandhope, ’t Zand “Het IB-werk vergt veel tijd en energie, dit zou een aparte functie moeten zijn. Verder is er veel behoefte aan kennisuitwisse-
ling. Een Surplus-IB-coördinator zou met groepjes IB’ers om tafel moeten om de mogelijkheden daarvoor te inventariseren.”
Hoe groot wordt Surplus? Welke criteria worden gehanteerd bij het bepalen of een school kan toetreden tot Surplus? Ron Bruijn, algemeen directeur “Surplus moet groot genoeg zijn om financieel zelfstandig te kunnen zijn en risico’s te kunnen dragen, maar klein genoeg voor onderlinge samenhang en betrokkenheid. Wij stellen hiervoor onze eigen grenzen. Nu hebben wij zo’n vierduizend leerlingen; bij de oprichting van Surplus leek een leerlingaantal van vijfduizend realistisch om naartoe te groeien. Als een mogelijke partner zich bij
ons meldt, zullen we onderzoeken wat samenwerking de beide partijen zal opleveren. Belangrijk daarbij is dat die scholen ook het principe van algemene toegankelijkheid hanteren en achter onze kernopdracht kunnen staan. Dit speelt nu concreet doordat de gemeente Schagen Surplus heeft gekozen als partner bij het verzelfstandigen van de Schager basisscholen.”
locatiecoördinator Wat is goed en niet goed geregeld bij Surplus als je locatiecoördinator bent? Thomas Bakker, locatiecoördinator De Sluis, Anna Paulowna “Wat niet goed is geregeld, vind ik tegelijkertijd wél goed geregeld: er is geen functieomschrijving voor de locatiecoör-
dinator. Deze functie wordt dan ook heel verschillend ingevuld. Dat vind ik prima: nu kun je kiezen voor een werkwijze die
past bij de school. Ik hoop dat het kader dat er komt ruimte blijft geven voor een eigen invulling.”
Karin Arends, locatiecoördinator De Tweewegen, Wieringerwaard “Als één van de grotere scholen binnen Surplus hebben wij een ‘eenschoolse’ directeur én een locatiecoördinator. Deze structuur maakt goede communicatie en afstemming over onderwijsinhoudelijke zaken
mogelijk; daardoor kunnen wij effectief vorm geven aan onze schoolontwikkeling. Een locatiecoördinator die samenwerkt met een directeur die meerdere scholen aanstuurt, moet vaak zelfstandiger functioneren
en heeft een breder takenpakket. Goede communicatie is dan een extra aandachtspunt. Voor het kader dat nu wordt beschreven, moeten we over die verschillen maar eens discussiëren.”
overzicht
van
de
scholen
Hoe ziet ons onderwijs er over vijf tot tien jaar uit? Cees Langedijk, bovenschools ICT-coördinator “Via internet en het digitale schoolbord kunnen we de wereld in de klas halen. Uitgevers zullen hierop inspelen door de lesstof via internet te gaan aanbieden; er zal minder theorie in boeken worden aangeboden. Het digitale schoolbord is een combinatie van beeld en geluid
én het is interactief; kinderen kunnen er dus zelf mee werken. Dat is dan ook de kracht ervan. Voor leerkrachten is het een mooi instrument om de lessen levendiger te maken en de betrokkenheid van kinderen te vergroten.”
Suzanne Witteveen, directeur Zandhope, ’t Zand “Een grote ontwikkeling in het onderwijs voor mij is het samenwerkend leren. Daarbij pakken kinderen hun verantwoordelijkheid binnen de groep in plaats van zich achter de groep te verschuilen. Ze gaan zich net zo verantwoordelijk voelen voor het resultaat van ‘hun groepje’ als voor het eigen resultaat. Dit soort leren neemt nu een vlucht.”
verschil
Waarin verschilt Surplus als schoolbestuur van het vroegere schoolbestuur, de gemeente? Is Surplus niet gewoon een administratiekantoor?
Ron Bruijn, algemeen directeur “Nee, wij zijn geen administratiekantoor. Surplus brengt bijna dertig scholen bij elkaar. Samen denken we na over onderwijs. Zo hebben we een innovatiefonds opgericht om vernieuwing te stimuleren. Surplus vangt ook problemen op zoals vervanging bij ziekte. Dat deed de gemeente allemaal niet. Die moest haar aandacht over (te)veel verschillende terreinen verdelen. Papierwerk houden wij zo veel mogelijk weg van scholen; een deel daarvan doet het stafbureau maar het grootste aandeel is uitbesteed aan … een administratiekantoor!”
identiteit Zullen kleine dorpsscholen hun identiteit behouden? Ron Bruijn, algemeen directeur “Dorpsscholen moeten passen bij hun omgeving. Ze zetten samen met de ouders en de gemeenschap de koers van de school uit. In het ene dorp is veel aandacht nodig voor leesonderwijs, elders krijgt culturele vorming het accent, nog ergens anders staan sociale vaardigheden op de eerste plaats. Dat bepaalt nu grotendeels de identiteit van de school en dat moet zo blijven. Echter, door de samenwerking met 29 andere scholen zal de identiteit van elk van onze scholen onvermijdelijk veranderen. Als scholen elkaar ontmoeten, nemen ze immers dingen van elkaar over. Dat hun identiteit verandert, is dus geen verplichting, het is een vanzelfsprekende ontwikkeling. En stelt Surplus grenzen aan de vrijheid van identiteit? Ja, een Surplusschool kan niet in strijd handelen met onze kernopdracht. Dat betekent dus dat er zeer veel ruimte is.”
Kost deze folder niet ontzettend veel geld? De ‘slanke’ uitgave van deze folder (voor ouders) kost 1,10 euro per exemplaar. De ‘mollige’ uitgave (voor leerkrachten en GMRleden) kost 1,70 euro per exemplaar. Goedkoper kunnen we het niet maken, transparant wel. Leest u graag ons jaarverslag 2006? Dan kunt u dat aanvragen via 0224 - 27 45 55.
activiteiten e va l u at i e k a a r t
Wat leveren de activiteiten van Surplus concreet op voor een individuele school? Nellie Beers, waarnemend directeur De Meerkoet, Dirkshorn “Mede dankzij de inzet van het stafbureau van Surplus hebben wij samen met Peuterspeelzaal Dreumesland in 2006 nieuwe lokalen kunnen betrekken en
een samenwerkingsovereenkomst getekend. Zonder Surplus’ tussenkomst zou dit traject langer hebben geduurd. Door de samenwerking met
de peuterspeelzaal kunnen we kinderen nu vanaf zeer jonge leeftijd gaan volgen; dit is een belangrijk onderdeel van de brede school.”
Erzsébet Thomasse, lid dagelijks bestuur Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad “Vóór Surplus waren scholen individueel bezig, met de inspectie als de enige controle. Mijn kinderen zitten op de Oosterlanderschool en daar zie ik veel verbetering sinds de komst van Surplus. Zorgleer-
lingen worden gestructureerd begeleid, de communicatie is sterk verbeterd en er is geld vrijgemaakt voor een tijdelijke extra bezetting. De zaak staat weer op de rails. Veel ouders zijn daar blij mee.”
Zijn uw vragen beantwoord?
B e s t e l e z e r, w i j h o r e n g r a a g w a t u v a n d e z e brochure vindt. Daarom vragen wij u om de korte evaluatiekaart hieronder in te vullen en uiterlijk 6 juli in te leveren bij de directeur van uw school. 1. Ik ben een: q ouder van een kind op een Surplusschool q leerkracht op een Surplusschool q anders, namelijk …
2. Deze folder stelt mijn meest dringende vragen aan Surplus. q helemaal mee eens q mee eens q enigszins mee eens q oneens q anders, namelijk …
3. Deze folder geeft duidelijke antwoorden. q helemaal mee eens q mee eens q enigszins mee eens q oneens q anders, namelijk …
4. Ik waardeer het dat Surplus mij op deze manier informeert. q helemaal mee eens q mee eens q enigszins mee eens q oneens q anders, namelijk …
Hartelijk dank voor uw medewerking!
Stichting Surplus Grotewallerweg 3-12 1742 NM Schagen Postbus 394 1740 AJ Schagen T 0224 - 27 45 55 F 0224 - 27 45 59
[email protected] www.stichtingsurplus.nl