*D14.006035* D14.006035 ZAAKNUMMER:
Technische toelichting Collegeadvies Onderwerp: Gemeentelijke belastingverordeningen 2015 Ambtenaar: Rob van den Heuvel
Ieder jaar stelt de raad de “Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten” (hierna: de verordeningen) vast. De belastingtarieven maken onderdeel uit van deze verordeningen. Aan de hand van deze tarieven worden de aanslagen gemeentelijke belastingen en rechten opgelegd. Het betreft de navolgende verordeningen: o o o o o o
onroerende zaakbelastingen; rioolheffing; forensenbelasting; hondenbelasting; lijkbezorgingsrechten; leges.
Algemeen Naast de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de gemeentelijke belastingen en de retributies de belangrijkste inkomstenbronnen. Belastingen zijn gedwongen betalingen aan de gemeente waar geen individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De belastingopbrengst is vrij besteedbaar. Voorbeeld van belastingen is de OZB-belasting. Bij belastingen is er in principe geen opbrengstlimiet. De opbrengst wordt bepaald door de gemeenteraad. Uitzondering is de OZB. Vanaf 2008 is de limitering van de OZB tarieven vervangen door de macronorm. Daarbij kijkt het Rijk naar de stijging van de totale landelijke OZB-opbrengsten. Voor individuele gemeenten geldt geen opbrengstlimiet, maar gemeenten zouden bij het bepalen van opbrengst wel rekening met de macronorm moeten houden. Op overschrijding van deze norm geldt geen sanctie. Retributies zijn betalingen aan de gemeente waar wel een individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. Voorbeelden van retributies zijn rioolheffing en leges omgevingsvergunning. Bij retributies is bepaald in artikel 229b van de Gemeentewet dat de gemeente op begrotingsbasis geen winst mag maken. De opbrengst mag dus niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente maakt. In de programmabegrotingen van de afgelopen jaren is steeds het uitgangspunt geweest om de belastingdruk in de gemeente zo laag mogelijk te houden. De tarieven worden zoveel mogelijk aangepast met een correctie voor de inflatie. Bij de OZB houden we eveneens rekening met de gemiddelde waardeontwikkeling van de objecten: woningen en bedrijfsgebouwen. Onroerende zaakbelastingen Algemeen De waarde als gevolg van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) dient als grondslag voor de aanslag OZB. De OZB-tarieven bedragen een percentage van de WOZwaarde. Volgens de Wet WOZ dient de waarde jaarlijks te worden vastgesteld door de
gemeente. Voor het belastingjaar 2015 gaat het daarbij om de waarde naar peildatum 1 januari 2014. Uit de voorlopige marktanalyse van verkochte objecten binnen de gemeente Koggenland blijkt dat de waarde van woningen en niet-woningen over de periode 1 januari 2013 tot 1 januari 2014 gemiddeld met 2,5% is gedaald. Het tariefsvoorstel is gebaseerd op de thans best beschikbare kennis. Dat wil zeggen dat op basis van de huidige beschikbare gegevens inschattingen zijn gemaakt over bijvoorbeeld de gemiddelde waardestijgingen, de omvang van de leegstand en de omvang van de verminderingen als gevolg van toegekende bezwaar- en beroepsprocedures. Na afronding van de herwaardering van alle onroerende zaken en de afwikkeling van de bezwaar- en beroepsprocedures kan blijken dat de inschattingen enigszins afwijken van de werkelijke cijfers. Uitgangspunt Uitgangspunt voor de bepaling van de tarieven is dat de OZB aanslagen (waarde x tarieven) jaarlijks niet meer stijgen dan de correctie voor de inflatie. Voor 2014 zijn de OZB-tarieven fors verhoogd. Deze verhoging werd echter gecompenseerd met een verlaging van de rioolheffing. Gemiddeld gezien steeg de lastendruk per huishouden in de gemeente niet. Individueel hadden de belastingplichtigen een voor- of nadeel. Dit was afhankelijk van de waarde van het object. Voorgestelde aanpassingen Bij de behandeling van de kadernota 2015 heeft u ons meegegeven om de OZB in 2015 te verhogen met gemiddeld € 12 per woning. Dit als onderdeel van een pakket aan maatregelen om de begroting sluitend te maken. Daarnaast wordt voorgesteld om, in navolging op 2014, de opbrengst OZB te verhogen € 200.000 via de zogenaamde uitruil rioolheffing – OZB. Hier tegenover staat een verlaging van de opbrengst rioolheffing met €200.000. 1.
Uitruil rioolheffing – OZB In de Kadernota 2015 wordt voorgesteld om via een uitruil Rioolheffing – OZB de tarieven Rioolheffing 2015 te laten dalen van € 157,-- naar € 137,--. De besparing ontstaat doordat toepassing nieuwe technieken en lagere onderhoudskosten. Dit leidt tot een opbrengstvermindering van € 200.000,-- . Deze opbrengstvermindering wordt “uitgeruild” door een opbrengstverhoging OZB van € 200.000,--
2.
€12,-- per object Naar aanleiding van de “Zomernotitie 2014 en Kadernota 2015” is een amendement aangenomen om de OZB voor 2015 met €12 per woning te verhogen en daarna per jaar beoordelen. De voorgestelde aanpassing is gebaseerd op alle belastingobjecten, dus €12,-verhoging voor woningen maar ook voor niet-woningen (bedrijven). Woningen zijn vrijgesteld van de aanslag OZB-gebruikers, maar niet-woningen worden aangeslagen voor OZB-eigenaren en OZB-gebruikers. Na toepassing van deze optie wordt een opbrengstverhoging van € 128.000,-- verwacht.
Blad 2 van 7
Overzicht Hieronder treft u twee overzichten. De een geeft inzicht in de ontwikkeling van de WOZwaarde, de andere twee tonen de berekening opbrengst en berekening tarieven OZB
WOZ-waarde Woningen eigendom Niet-woningen eigendom Totaal eigendom
2014
2015
Perc.
€ 2.035.105.000
€ 1.984.207.000
-2,50%
€ 468.657.000
€ 456.940.000
-2,50%
€ 2.503.762.000
€ 2.489.776.040
-2,50%
Opbrengstberekening Opbrengst 2014 OZB eig. 2014
€ 1.553.000
OZB gebr 2014
€
191.000
€ 1.744.000
Bij: Compensatie waardedaling na bezwaar
0,3%
€
5.000
Bij: Inflatie
1,0%
€
17.000
€
22.000
Opbrengst 2015
€ 1.766.000
Bij: areaaluitbreiding
€
3.000
€ 1.769.000 Bij: uitruil Riool - OZB
€
200.000
Bij: € 12 / object
€
128.000
Voorgestelde opbrengst
€ 2.094.000
Tariefberekening Opbrengst WOZ-waarde daling
€ 2.094.000 2,5%
Verschil opbrengst 2014 – 2015
19,9%
Tariefstijging (gemiddeld)
22,4%
Als de voorgestelde verhogingen van de OZB-tarieven worden vastgesteld, dan heeft dit een extra effect op de niet-woningen (bedrijven). Zij ontvangen twee hogere OZB-aanslagen (OZBeigendom en OZB- gebruikers) en één lagere aanslag rioolheffing. Om de belastingdruk eerlijk te verdelen tussen woningen en niet-woningen (bedrijven), wordt voorgesteld de OZB-tarieven te splitsen naar woningen en niet-woningen. De tarieven voor niet-woningen stijgen minder dan de tarieven van woningen, omdat de opbrengstverhoging OZB met gemiddeld € 12 per jaar per object is verwerkt in het tarief eigenarenbelasting woningen.
Blad 3 van 7
De volgende OZB-percentages worden u voorgesteld: 1. de gebruikersbelasting: 0,0537% (was 0,0489%); 2. bij de eigenarenbelasting: voor woningen: 0,0800% (was 0,0623%) voor niet-woningen: 0,0684% (was 0,0623%) In de begroting 2015 is een opbrengst van € 1.768.000,-- geraamd. Met de voorgestelde tarieven wordt een opbrengst van € 2.100.000,-- geraamd. Macronorm Gemeenten zijn vrij in het vaststellen van de tarieven. Met ingang van 2008 zijn de limieten voor tarieven en tariefstijgingen afgeschaft. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is wel sprake van een zogenoemde "macronorm". Deze norm stelt een grens aan de totale jaaropbrengst van de OZB, dus die van alle gemeenten bij elkaar. Overschrijding van de macronorm leidt een lagere macronorm het jaar opvolgend. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding van de macronorm OZB in 2014 met €11 miljoen niet in mindering wordt gebracht op de macronorm voor 2015.Voor 2015 is deze macronorm vastgesteld op 3%. Lokale lastendruk Als wij het over de lastendruk voor huishoudens hebben dan spreken wij over de aanslagen onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit zijn de belastingen die bij iedere huishouding worden geheven. Uitgaande van een woning met een economische waarde van €200.000 is de belastingdruk voor een huishouden als volgt: U kunt in de matrix zien wat de lasten is per waardeklasse: 2014 Woning
OZB eig
2015 OZB gebr riool
afval
Totaal
Woning OZB eig
OZB gebr riool
afval
Totaal
100000 € 63,86
€
157,00
€ 287,35
€ 508
100000 €
80,00
€ 137,00
€ 287,35
€ 504
200000 € 127,72
€
157,00
€ 287,35
€ 572
200000 €
160,00
€ 137,00
€ 287,35
€ 584
300000 € 191,57
€
157,00
€ 287,35
€ 636
300000 €
240,00
€ 137,00
€ 287,35
€ 664
500000 € 319,29
€
157,00
€ 287,35
€ 764
500000 €
400,00
€ 137,00
€ 287,35
€ 824
€ 2.015,00
2014 Bedrijf
OZB eig
OZB gebr riool
afval
Totaal
Bedrijf
OZB eig
OZB gebr riool
afval
Totaal
100000 € 63,86
€ 48,90
€
157,00
€ 270
100000 €
68,40
€ 53,70
€ 137,00
€ 259
200000 € 127,72
€ 97,80
€
157,00
€ 383
200000 €
136,80
€ 107,40
€ 137,00
€ 381
300000 € 191,57
€ 146,70
€
157,00
€ 495
300000 €
205,20
€ 161,10
€ 137,00
€ 503
500000 € 319,29
€ 244,50
€
157,00
€ 721
500000 €
342,00
€ 268,50
€ 137,00
€ 748
De lokale lastendruk gaat uit van een gemiddeld huishouden. Huishoudens betalen geen aanslag OZB-gebruikers, omdat het heffen van OZB-gebruikers voor woningen vanaf 2006 door de regering is afgeschaft. Een belastingplichtige die in een in verhouding duurdere woning woont, gaat meer betalen dan op dit moment, de lastendruk neemt bij deze categorie toe. Een belastingplichtige die een woning huurt, zal minder gaan betalen dan op dit moment, omdat niet is te verwachten dat de eigenaar van de huurwoning de extra tariefsverhoging volledig gaat/mag doorrekenen in de huurprijs. Een eigenaar/gebruiker van een bedrijfspand betaalt de aanslag OZB-eigenaren én de aanslag OZB-gebruikers. Hij zal minder baat hebben bij de uitruil rioolheffing – OZB.
Blad 4 van 7
Door de OZB-tarieven te splitsen in woningen en niet-woningen en het tarief OZB nietwoningen minder laat stijgen dan de woningen, dan vervallen de nadelen van de extra tariefsverhogingen voor de niet-woningen. Uit de tabellen blijkt dat voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde de lastendruk na de normale stijging (prijsindex) én na de uitruil riool – OZB nagenoeg gelijk is. Als de extra toeslag van gemiddeld € 12 / per object wordt toegepast, dan stijgt de belastingdruk met € 12,--. Voor een bedrijf met dezelfde WOZ-waarde als de gemiddelde woning zal de lastendruk na de normale stijging én na de uitruil riool – OZB gelijk blijven. De extra toeslag van gemiddeld € 12 / per object wordt niet bij de bedrijven toegepast. Advies verhoging OZB-tarief Koggenland had lange tijd de laagste tarieven voor de heffing van de OZB in het land. Dit komt klantvriendelijk over, maar dit kent ook zijn nadelen. Bij het bepalen van de uitkering uit het Gemeentefonds wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van een gemeente om OZB te innen, oftewel met de (rekenkundige) belastingcapaciteit van de gemeente. Verevening vindt plaats op basis van het totale WOZ-waardebedrag in de gemeente in relatie tot, de waarde van het totale onroerend goed dat aan heffing van OZB kan worden onderworpen. De gemeente Koggenland heft ruim € 810.000 minder OZB dan het bedrag dat in mindering wordt gebracht op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. In deze tijd lijkt het ons noodzakelijk deze korting op de uitkering uit het Gemeentefonds zoveel mogelijk terug te dringen. We adviseren om naast de voorgestelde opbrengstverhoging 2015, de volgende jaren de opbrengst OZB gefaseerd te verhogen om de aftrek in de algemene uitkering uit het Gemeentefonds verder te compenseren.
Rioolheffing Van alle percelen in de gemeente die direct of indirect op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten, leggen we een rioolheffing op. De wethouder heeft in de commissie Middelen van 26 augustus jl. toegezegd de mogelijkheden voor een verdere uitruil rioolheffing - OZB voor het jaar 2015 te onderzoeken. Ook voor het jaar 2015 is het mogelijk de tarieven van de rioolheffing verder te laten dalen. Dit is mogelijk enerzijds door de omvang van de onderhoudsreserve en anderzijds door de daling in de onderhoudskosten. Het tarief wordt in 2015 verlaagd met € 20 naar € 137 per woonruimte. De opbrengst daalt met € 200.000 naar € 1.362.000. De volgende tarieven worden u voorgesteld: 2014 Woningen Niet-woningen (derden/ > 5 pers.) Niet-woningen Niet-woningen (< 3 m³) Extra aansluiting Kamers verz.tehuis Vaste standplaats op camping Passantenplaats op camping
Blad 5 van 7
2015 € 157,00 € 314,00 € 157,00 € 40,00 € 40,00 € 40,00 € 114,00 € 16,00
€ 137,00 € 274,00 € 137,00 € 35,00 € 35,00 € 35,00 € 100,00 € 14,00
In de begroting 2015 is een opbrengst van € 1.562.000,-- geraamd. Met de voorgestelde tarieven wordt een opbrengst van € 1.362.000,-- geraamd.
Forensenbelasting Personen die, zonder dat ze hun hoofdverblijf in de gemeente hebben, meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben voor zichzelf of voor hun gezin, betalen forensenbelasting. De aanslag wordt opgelegd aan degene die de gemeubileerde woning tot zijn beschikking heeft. Het aantal aanslagen en de opbrengst neemt de laatste jaren af vanwege het verwijderen/sloop van stacaravans van de camping. Voor de verordening forensenbelasting zijn er geen wijzigingen. De tarieven zijn conform de prijsindex met 1% verhoogd.
De volgende tarieven worden u voorgesteld: Stacaravan of chalet Gemeubileerde woning
€ 58,55 (was € 57,95) € 116,05 (was € 114,90)
In de begroting 2015 is een opbrengst van € 26.500,-- geraamd.
Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting kan in Nederland door de gemeente een belasting worden geheven ter zake van het houden van een hond. De belasting wordt geheven van de houder van een hond en naar het aantal honden dat wordt gehouden. De opbrengst vloeit deels naar het bestrijden van de overlast van honden ( o.a. legen hondenpoepbakken, handhaving van de regels) en naar de algemene middelen. De gemeente heeft naast het heffen van hondenbelasting óók de plicht opgelegd dat burger zelf de poep van hun hond opruimt. De verordening is aangepast, vanwege een wijziging in artikel 3 – vrijstellingen. De wijziging houdt verband met het vervallen van het Honden- en kattenbesluit 1999 per 1 juli 2014. De tarieven zijn conform de prijsindex met 1% verhoogd. De volgende tarieven worden u voorgesteld: Eerste hond Tweede hond Derde hond Meer dan drie honden Kennel
€ € € € €
27,35 (was € 27,10) 68,30 (was € 67,60) 81,90 (was € 81,10) 205,30 (was € 203,25) 273,55 (was € 270,85)
In de begroting 2015 is een opbrengst van € 56.400,-- geraamd.
Lijkbezorgingsrechten (grafrechten) Voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en de diensten die de gemeente hiervoor verleend wordt grafrecht geheven. Voor de verordening lijkbezorgingsrechten zijn er geen wijzigingen. De tarieven zijn conform de prijsindex met 1% verhoogd. In de begroting 2015 is een opbrengst van € 35.000,-- geraamd.
Blad 6 van 7
Er wordt op dit moment een onderzoek “kostendekkendheid tarieven lijkbezorgingsrechten” uitgevoerd. Het resultaat hiervan wordt betrokken bij de kerntakendiscussie.
Leges De tarieven zijn (indien wettelijk mogelijk) aangepast om meer kostendekkend te zijn. De Gemeentewet schrijft voor dat tarieven in de gemeentelijke legesverordening zodanig moeten zijn vastgesteld, dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde kosten. De gemeente mag geen winst maken. Vorig jaar is onderzocht in hoeverre de leges kostendekkend zijn. Uitgaande van begroting van 2013: Titel Omschrijving 1 Paspoort, rijbewijzen, enz 2 Omgevingsvergunning 3 Horeca Totaal
Kostendekking 99% 72% 39%
Hieruit blijkt dat de tarieven voor titel 2 (omgevingsvergunningen) en vooral titel 3 (vergunningen) de tarieven omhoog kunnen. Voor de nieuwe legesverordening 2015 worden de volgende wijzigingen voorgesteld: Titel 1: onderdelen 1.1.3 en 1.1.4 zijn aangepast naar een reëel bedrag, uitgaande van een uurprijs van € 70,00 Titel 2: lastenverschuiving van leges hoge bouwkosten naar de lage bouwkosten (onderdelen 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.3); verlaging leges conceptaanvraag (onderdeel 2.2.1) verlaging leges beoordeling aanvullende gegevens (onderdeel 2.3.1.6); leges verlaagd indien Planologisch strijdig gebruik (onderdelen 2.3.3.4 t/m 2.3.4.8); leges voor “het niet in behandeling nemen van een omgevingsvergunning” worden sterk verlaagd; vermindering < € 300,-- wordt nu wel teruggegeven (onderdeel 2.5.4 vervallen); voor kapvergunningen worden kosten in rekening gebracht (onderdeel 2.3.10); advies van een ervenconsulent worden kosten in rekening gebracht (onderdeel 2.3.16.3); afgeven verklaring van geen bedenkingen verhoogd (onderdeel 2.3.17.1.2); hogere teruggaaf bij niet in behandeling nemen van een specifieke omgevingsvergunning (onderdeel 2.5.3.3); aanpassing leges bestemmingswijzigingen zonder activiteiten (onderdelen 2.8.1 en 2.8.2) Titel 3: alleen marktstandplaatsvergunning per jaar (onderdeel 1.14.1) leges kansspelen sterk verhoogd (onderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2) leges voor reclameborden bij de weg (onderdelen 1.20.1.2) leges horeca en evenementen sterk verhoogd (onderdelen 3.1.1 t/m 3.2.1.6)
Blad 7 van 7