CRD IV alert eind 2013
zzzz
INHOUD CRD IV: laatste loodjes voor de deadline Waivers vervallen en opnieuw beoordelen Doe mee aan Onderzoek UITDAGINGEN CRD IV rapportage Validatieregels CRD IV/CRR COREP/FINREP Overgangssituatie Parallele Rapportages aanleveren Toezichthouderregelingen in voorbereiding E-Line DNB: simulatieomgeving gereed half november Certificering prudentiële rapportages EBA Q&A proces Bazel III/CRD IV Academy seminar op 29 november Afronding discussie status kredietinstellingen Toetsing kapitaalinstrumenten onder CRD IV Colofon: CRD IV implementatie project Redactie: Eleonora van Erp, Jesse Kaijser Contact algemeen:
[email protected] Contact waivers:
[email protected] Contact rapportages:
[email protected] Referenties: EBA website: www.eba.europa.eu EBA Single Rulebook Q&A tool: www.eba.europa.eu/single-rule-book-qa#search Open Boek Toezicht www.toezicht.dnb.nl Inschrijven Bazel III / CRD IV seminar 291113: www.toezicht.dnb.nl/7/50-228920.jsp Vragenformulier toezichtrapportages: www.toezicht.dnb.nl/system/Vragen_mbt_Toezichtrapportages.jsp CRD IV Academy – Quick reference cards www.toezicht.dnb.nl/4/1/50-228882.jsp: CRD IV Academy disclaimer: www.toezicht.dnb.nl/system/disclaimer.jsp
CRD IV: LAATSTE LOODJES VOOR DE DEADLINE Op 1 januari 2014 wordt de CRD IV van toepassing op banken. DNB vraagt via deze sectorbrief uw aandacht voor de belangrijkste onderwerpen die door u en DNB in de komende maanden in het kader van de CRD IV aangepakt moeten worden. Banken zijn bezig aan alle kapitaal -en liquiditeitsregels en infasering van Bazel III / CRD IV te voldoen. Ook moeten interne processen en rapportagesystemen aangepast worden. De komende twee maanden en de eerste helft van 2014 moeten gebruikt worden om de implementatie van de CRD IV volledig af te ronden. In de komende periode is rapportage een van de belangrijkste aandachtsgebieden. In deze sectorbrief belichten we de belangrijkste thema´s op het gebied van rapportage. Ook vraagt DNB aandacht voor de hernieuwde aanvraag van waivers. De aanvraag en beoordeling daarvan zullen zowel DNB als de sector de komende maanden veel tijd kosten.
WAIVERS VERVALLEN EN OPNIEUW BEOORDELEN Banken hebben een brief van DNB ontvangen waarin wordt uitgelegd dat veel van de bestaande waivers (ontheffingen) komen te vervallen. Dit is een gevolg van de inwerkingtreding van de CRR die door rechtstreekse werking de nationale regelgeving overstijgt. De CRR biedt wel opnieuw mogelijkheden om waivers aan te vragen, maar deze zijn niet één op één te vertalen naar bestaande waivers. Ook de bekende ‘solo-waiver’ vervalt. Hoewel we verwachten dat het leeuwendeel van de bestaande waivers opnieuw verleend kan worden, kunnen we er niet om heen dat we ook een aantal lastige discussies met banken verwachten. DNB zal nieuwe aanvragen beoordelen conform de voorwaarden die daarvoor in de CRR opgenomen. Deze voorwaarden zijn op Open Boek Toezicht nader toegelicht. Daar is ook informatie te vinden over de aanvraagprocedure. Achtergrond van het vervallen van waivers De achtergrond van de discussie over vervallen waivers is een lastige complicatie van de CRD IV. Door de komst van een Regulation (CRR), vervalt alle Nederlandse regelgeving op onderdelen die in de CRR staan. Zo vervallen ook de reeds verstrekte waivers. Veruit de bekendste waiver is de solo-waiver. Op grond van de solo-waiver worden (dochter)banken binnen de bancaire groepen ontheven van zowel het toezicht op de individuele bank als van rapportage op individueel niveau. Verstrekking nieuwe ‘solo-waiver’ De solo-waiver betreft een ontheffing van prudentiële voorschriften als de groep op geconsolideerd niveau voldoet. DNB heeft de afgelopen jaren sterk vertrouwd op het geconsolideerde toezicht op moeder van de groep. Het verlenen van de solo-waiver paste in die context. Op termijn willen we het aantal solo-waivers reduceren, omdat er ook nadelen zitten aan volledig vertrouwen op geconsolideerd toezicht. Zo ondermijnt dit de decentrale kapitalisatie en kleven er nadelen aan de garanties waarop de solo-waiver is gebaseerd. Verder wil DNB over meer cijfers van de dochter-instellingen kunnen beschikken om een beter beeld te krijgen van de verdeling van risico’s binnen de groepen. De tijdslijnen voor de inwerkingtreding van de CRD IV en de impact die het niet opnieuw verstrekken van de solo-waiver zouden kunnen hebben, vragen echter om een balans tussen verschillende belangen.
DOE MEE AAN ONDERZOEK UITDAGINGEN CRD IV RAPPORTAGE DNB en de NVB hebben u eerder uitgenodigd deel te nemen aan het online onderzoek CRD IV reporting challenges. DNB heeft KPMG Risk Consultancy opdracht gegeven dit onderzoek uit te voeren. We zijn nieuwsgierig naar de uitdagingen waarmee u wordt geconfronteerd bij de implementatie van CRD IV rapportages. Het onderzoek is vrijdag 8 november afgesloten. Terugkoppeling van de resultaten Als u heeft deelgenomen aan het onderzoek ontvangt u een (veralgemeniseerde) schriftelijke terugkoppeling. Daarnaast organiseren we op maandag 2 december een bijeenkomst voor geïnteresseerde deelnemers om te discussiëren over de resultaten. Een uitnodiging hiervoor ontvangt u per email. Informatie op Open Boek Toezicht en link naar onderzoek: www.toezicht.dnb.nl/7/50-229108.jsp
VALIDATIEREGELS CRD IV/CRR COREP/FINREP De validatieregels zoals vastgelegd in de draft Implementing Technical Standard (ITS) door de EBA zijn bindend voor banken. Dit betekent dat banken zelf hun rapportage voor het insturen via e-Line moeten valideren. Er wordt pas aan de rapportageplicht voldaan als de ingezonden rapportages aan de validatieregels voldoet. Technisch gezien zijn de validatieregels niet langer een onderdeel van het rapportageformulier. Alle EBA-validaties zijn echter wel onderdeel van het rapportageproces. DNB zal dezelfde EBA-validaties uitvoeren na ontvangst van uw rapportages. U ontvangt echter geen directe terugkoppeling via e-Line DNB. Meer informatie Via de informatiepagina van e-Line DNB kunt u informatie vinden over de oplevering en specificaties van verschillende formulierensets in de productieomgeving.
OVERGANGSSITUATIE PARALLELE RAPPORTAGES AANLEVEREN De overgang van bestaande (CRD III) naar de nieuwe (CRD IV) rapportages heeft consequenties voor de manier waarop banken rapportages aan DNB leveren. Wij vragen banken bij de eerste rapportage onder CRD IV, nog één keer de ‘oude’ rapportage onder CRD III aan te leveren. Daarbij is de inzending solo en/of geconsolideerd afhankelijk van de bestaande specifieke situatie. We hebben gesproken met de NVB-commissie Rapportages (CRAP) en begrijpen dat dergelijke parallelle rapportages operationeel en systeemtechnisch lastig zijn. Bij het vaststellen van de uitgestelde inzendtermijnen voor de parallelle rapportages hebben is hiermee rekening gehouden. Tijdslijnen indienen parallelle rapportages De eerste COREP-rapportage onder CRD IV per 31 maart 2014 dient uiterlijk op 30 mei 2014 voor solorapportages en 30 juni 2014 voor geconsolideerde rapportages ingezonden te zijn. Over dezelfde rapportagedatum vragen we ook een COREP CRD III rapportage. U krijgt voor de CRD III rapportage een verlengde inzendtermijn: 3 maanden in plaats van 1 maand. Dit betekent dat de uiterlijke inzenddatum 30 juni 2014 is. Eerste indiening rapportages De eerste FINREP IFRS rapportage onder CRD IV per 30 september 2014 dient per 11 november 2014 ingezonden te zijn. DNB gaat er op dit moment vanuit dat onder IFRS rapporterende banken een CRD III FINREP parallel run rapportage over dezelfde periode moeten indienen. Daarvoor zal een uitgestelde inzendtermijn van 2 maanden (i.p.v. 1) gelden. Voor de parallel run rapportage is de uiterlijke inzenddatum 25 november 2014. •
De eerste indiening van de local GAAP (BW2T9) versie van FINREP moet nog worden vastgesteld. Hierover wordt op een later tijdstip gecommuniceerd.
•
Voor de eerste CRD IV liquiditeitsrapportagetemplates per 31 maart 2014 (uiterste inzenddatum 30 april 2014) is geen parallelle rapportage vereist.
Achtergrondinformatie rapportage tijdens overgangsperiode De rapportage-eisen die onder CRD IV en CRR door de EBA zijn uitgevaardigd zorgen voor een significante verandering ten opzichte van de CRD III rapportages. Naast de omvangrijke uitbreiding van gevraagde informatie zijn belangrijke stelselwijzigingen opgenomen in de nieuwe rapportages. Ook zijn vereisten over validatie en aanlevering wezenlijk verschillend.
Vergelijking tussen CRD III en CRD IV cijfers Om relevante stuurinformatie en betrouwbare toezichtrapportages te waarborgen, verwacht DNB dat banken in staat zijn om een goede vergelijking tussen CRD III en CRD IV rapportages mogelijk te maken. Hierbij vragen wij om parallelle rapportages en maken we gebruik van de reeds aangeleverde Bazel III monitoring templates. DNB verwacht dat met parallelle rapportages wordt voorkomen dat we achteraf moeten vragen de overgangssituatie te reconstrueren. Wel kan in specifieke gevallen om een aanvullende toelichting op de overgang worden gevraagd. Link naar vragenformulier op Open Boek Toezicht U kunt uw vragen over de parallelle rapportages stellen door het vragenformulier over toezichtrapportages op onze website in te vullen: www.toezicht.dnb.nl/system/Vragen_mbt_Toezichtrapportages.jsp
TOEZICHTHOUDERREGELINGEN IN VOORBEREIDING DNB wil u graag informeren over het opstellen van een nieuwe toezichthouderregeling. Omdat straks het CRD IV-pakket volledig wordt geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving, moet DNB een groot deel van de bestaande toezichthouderregelingen intrekken. Immers, de meeste bestaande toezichthouderregelingen van DNB zijn feitelijk de weergave van de annexen bij de bestaande CRD, die straks integraal onderdeel vormen van de CRR (en die werkt rechtstreeks). DNB wil daar waar de CRD IV / CRR nog ruimte biedt voor het opstellen van nadere regels, één ‘Regeling specifieke bepalingen CRD IV’ opstellen. Deze regeling zal formeel inwerkingtreden per 31 december 2013 en voor het eerst worden toegepast vanaf 1 januari 2014. De toezichthouderregeling wordt geconsulteerd aan de markt en na consultatie worden gepubliceerd in de Staatscourant. Bestaande regelingen worden ingetrokken Uitgangspunt is dat alle betreffende regelingen geheel worden ingetrokken en eventueel te behouden individuele bepalingen daaruit, waar relevant in één nieuwe regeling worden geplaatst. Belangrijkste onderdelen van de toezichthouderregeling zullen zijn: een transitieregeling voor de definitie van op
kapitaal en de invulling van toezichthouderoptiesen -discreties. Uitgangspunt is een beleidsarme omzetting van opties van de bestaande (CRD III) situatie naar de nieuwe constellatie (CRD IV) waar dit kan. De op dit moment gehanteerde verdeling van separate toezichthouderregelingen per onderwerp of risico houdt te bestaan. Bestaande toezichthouderregelingen die inhoudelijk worden gecontinueerd blijven in hun huidige vorm bestaan. Nieuwe toezichthouderregelingen De nieuwe toezichthouderregeling specifieke bepalingen CRD IV wordt van toepassing op kredietinstellingen in de zin van de CRR, beleggingsondernemingen in de zin van de CRR, en instellingen die voor de betreffende onderdelen van het prudentiële kader onder nationaal recht aan hetzelfde toezicht zijn onderworpen. De additionele financiële entiteiten die onder de regeling vallen zijn clearinginstellingen, opt-in banken en financiële holdings. Tijdslijnen regeling ’specifieke bepalingen CRD IV’ 4 november 2013
Start consultatie
20 november 2013
Einde consultatie
december 2013
Publicatie toezichthouderregeling
1 januari 2014
Inwerkingtreding CRD IV en CRR
1 januari 2014
Inwerkingtreding toezichthouderregeling
PM
Implementatiewet Richtlijn kapitaalvereisten
Beleidsregels, Q&A en nieuwe beleidsregel SREP/ICAAP Naast de toezichthouderregelingen zal DNB ook haar bestaande beleidsregels intrekken. Het betreft alle beleidsregels die in de CRR zijn opgenomen. Dit geldt ook voor een aanzienlijk deel van de Q&A’s die gepubliceerd zijn op Open Boek Toezicht. Er zal voorlopig slechts op één onderdeel een nieuwe beleidsregel worden opgesteld, namelijk een beleidsregel SREP/ICAAP waarin ook een aantal technische aspecten van geconsolideerd toezicht worden opgenomen. De verwachting is dat dit een tijdelijke beleidsregel wordt die te zijner tijd wordt vervangen als de ECB nadere instructies voor het pilaar 2 toezicht heeft uitgewerkt.
E-LINE DNB: SIMULATIEOMGEVING HALF NOVEMBER GEREED DNB biedt u de mogelijkheid in de simulatieomgeving van e-Line CRD IV rapportagesets in te vullen. Zo kunt u nieuwe of aangepaste systemen vooraf testen. De simulatieomgeving is vanaf half november beschikbaar. Vanaf dat moment is de nieuwe rapportageverplichting CRD IV te testen. In deze omgeving worden zowel de COREP als de FINREP rapportagesets stapsgewijs toegankelijk gemaakt. Toegang simulatieomgeving De inloggegevens zijn de reeds bestaande standaard toegangscodes voor de simulatieomgeving en dus niet de gebruikelijke e-Line productiecodes. De rapportagesets die in de simulatieomgeving worden aangeboden bevatten alle templates. De simulatieomgeving toont geen indieningstermijnen, frequenties en consolidatieniveaus. De nieuwe en aangepaste formulierensets worden eind 2013 definitief door DNB vastgesteld. Dit geldt ook voor de oplevering van de waarmerkformulieren in het kader van certificering. Geen terugkoppeling in simulatieomgeving Met de oplevering van de rapportagesets in november, stellen we de voorbeelden van XML-specificaties beschikbaar. Met de oplevering van de formulieren en XMLvoorbeeldspecificaties kan u via uw simulatie-user-id de nieuwe rapportages invullen en bekijken. De simulatieomgeving maakt het niet mogelijk de rapportageformulieren door DNB te laten beoordelen. Evenals in de productieomgeving zijn in de simulatieomgeving geen validatieregels opgenomen. U ontvangt dus geen terugkoppeling op een verzonden rapportage. E-line blijft voorlopig het ontvangstportaal E-Line DNB zal voorlopig als ontvangstportaal dienen voor het insturen van rapportages aan DNB. Op dit moment zijn we bezig de nieuwe formulieren te realiseren in e-Line DNB conform de door de EBA vastgestelde rapportagetemplates en instructies (inclusief de notatiewijze). Zoals in de huidige situatie het geval is kunt u straks handmatig rapportages vullen en/of via XMLcodering geautomatiseerd inlezen.
CERTIFICERING PRUDENTIËLE RAPPORTAGES DNB wijst banken en hun accountants erop dat certificering van bepaalde staten vanaf 1 januari 2014 vereist zal zijn. Met de komst van de nieuwe verordening (CRR) en daarbij behorende nieuwe of gewijzigde rapportages zijn ook de bepalingen rondom certificering van de rapportages tegen het licht gehouden. Met certificering bedoelen we de controle van de staten door de externe accountant. Certificering blijft van belang voor de kwaliteit van de data De staten worden voorgeschreven via de CRR of via doorlopende nationale regelgeving. De controleplicht blijft gehandhaafd in nationale regelgeving. Daarnaast speelt een rol dat de informatie vanuit de staten een sterkere rol vervult in het toezichtmodel van DNB, terwijl tegelijkertijd de databehoefte van internationale instanties, zoals de EBA, de ESRB (European Systemic Risk Board) en de ECB is toegenomen. In de Regeling staten financiële ondernemingen (een toezichthouderregeling van DNB) wordt aangegeven welke staten onder de certificering vallen. Als gevolg van de wijzigingen in regelgeving zal deze regeling worden aangepast. Voorzien wordt rapportages na 1 januari 2014 onder de nieuwe certificeringsregels te plaatsen. Wat valt vanaf 1 januari 2014 onder de certificering? Op hoofdlijnen betekent dit dat alle staten die onder FINREP en COREP vallen, solo en geconsolideerd, onder de certificering gaan vallen, met uitzondering van staten waarvan de CRD IV / CRR geen bindende prudentiële voorschriften bevatten. Bijvoorbeeld de LCR en NSFR rapportages vallen niet onder de certificering. Daar staat tegenover dat de bestaande liquiditeitsrapportage (staat 8028) blijft gehandhaafd en onder de certificering zal worden gebracht. Staten waarbij bijzondere bepalingen gelden, zoals de renterisicorapportage en de landenrisicorapportage, blijven onder huidige bepalingen vallen. Voor deze staten moeten banken een andere opdracht aan de accountant verlenen, namelijk een Specifiek Overeengekomen Werkzaamheden opdracht (Agreed Upon Procedures).
EBA Q&A PROCES De EBA biedt op haar website een Q&A-service aan. Banken, toezichthouders en andere belanghebbenden kunnen hier gebruik van maken. In deze Single Rulebook Q&A beantwoordt de EBA vragen over: •
de CRD IV (2013/36/EU) en CRR (575/2013)
•
EBA BTS; aan de CRD gerelateerde technische standaarden die door de EBA zijn voorgelegd aan de Europese Commissie (pas nadat de BTS is gepubliceerd in het official Journal of the European Union)
•
EBA guidelines; aan de CRD gerelateerde guidelines (richtsnoeren) die door de EBA zijn gepubliceerd.
Hoe werkt het Q&A proces? U kunt uw vraag stellen onder de Single Rulebook Q&A tab op de EBA-website. Hier vindt u ook de antwoorden op eerder gestelde vragen. EBA categoriseert alle ontvangen vragen: Questions under review: de vraag wordt in behandeling genomen door EBA. Het streven is de vraag in 2 maanden te beantwoorden Rejected questions: de vraag heeft geen betrekking op de CRD, de CRR, EBA BTS of EBA guidelines of de vraag is eerder gesteld Final Q&A: de vraag is beantwoord en te vinden op de EBA-website. Q&A’s zorgen voor consistente toepassing van nieuwe regels Het doel van de Q&A’s is een consistente toepassing van het nieuwe regelraamwerk te bereiken binnen de Europese Unie. De Q&A’s zijn niet juridisch bindend, noch zijn zij onderworpen aan het beginsel van ‘pas toe of leg uit’. Maar de toepassing ervan wordt nauw in de gaten gehouden door de EBA en zij zal het niet nalaten toezichthouders aan te spreken indien zij anders handelen dan in de Q&A’s wordt voorgeschreven. Bovendien verwacht de EBA dat peer pressure en de markt een disciplinerende werking hebben op de consistente toepassing van de in de Q&A’s gegeven uitleg. Reikwijdte van de antwoorden De reikwijdte van wat EBA kan beantwoorden, is beperkt tot uitleg over consistente en effectieve toepassing van de CRD IV en CRR. Vragen die buiten deze reikwijdte vallen (bijvoorbeeld definitiekwesties of interpretatievragen), moeten worden beantwoord door het Directoraat-generaal Interne Markt van de Europese Commissie (want de EBA is geen regelgever), al heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie het laatste woord.
De rol van DNB De rol van DNB, net als die van alle EU-toezichthouders in dit proces, is het verstrekken van de eigen inzichten aan EBA. De invloed van DNB op de uitkomsten is beperkt. Wij zien de Q&A-tool van de EBA als een nuttig instrument. Wij zullen de komende periode daarom meer verwijzen naar de EBA-website als er bij DNB vragen binnen komen over de toepassing van CRD IV en CRR. Links naar EBA website en EBA Single Rulebook Q&A tool: www.eba.europa.eu www.eba.europa.eu/single-rule-book-qa#search
BAZEL III/CRD IV ACADEMY SEMINAR OP 29 NOVEMBER Na het grote succes van twee seminars in september en oktober, organiseren we op vrijdag 29 november 2013 wederom een seminar over Bazel III en de CRD IV. Heeft u interesse, dan kunt u zich inschrijven via Open Boek Toezicht. www.toezicht.dnb.nl/7/50-228920.jsp Informatie op Open Boek beschikbaar U vindt een groot deel van de informatie die tijdens de seminars is besproken op Open Boek. Er staan een aantal quick reference cards en u kunt ook een poster over CRD IV downloaden. De informatie staat op www.toezicht.dnb.nl/4/1/50228882.jsp Disclaimer We kunnen er niet om heen hierbij wel de disclaimer te plaatsen dat de CRD IV Academy een handreiking is aan de sector om de CRD IV toegankelijker te maken, maar dat deze documenten niet als een allesomvattende interpretatie van de CRD IV opgevat kunnen worden. http://www.toezicht.dnb.nl/system/disclaimer.jsp
AFRONDING DISCUSSIE STATUS KREDIETINSTELLINGEN In juli heeft DNB alle banken gevraagd of zij deposito’s van het publiek aantrekken en dus kredietinstelling zijn. Daarbij is ook de mogelijkheid geschetst een opt-in bank vergunning te krijgen. Deze discussie is procedureel voor alle entiteiten afgerond. Opvolging voor entiteiten waar aanpassing of intrekking van de vergunning aan de orde is, vindt in het reguliere toezichtproces plaats. Er is aanleiding tot wijziging van een aantal van de huidige 73 vergunningen. Alle banken ontvangen een brief over hun status en vergunning. Aanleiding voor het vraagstuk Aanleiding voor dit verzoek is zowel de CRD IV implementatie in de Wft als de voorbereiding op het SSM. Zowel CRD als het SSM zijn immers slechts van toepassing op entiteiten die aan de definitie van kredietinstelling voldoen. Het ingewikkelde overgangsrecht van oude Nederlandse regelgeving heeft er echter toe geleid dat een bank in ons nationale register niet noodzakelijkerwijs een kredietinstelling is in de zin van het Europees recht. Daaruit volgt ook dat in nationaal recht geregeld moet worden dat er toezicht plaats vindt op nietkredietinstellingen met een opt-in vergunning. Gegevens van banken nodig Voorafgaand aan het verzoek aan banken om aan te geven of zij aan de definitie voldoen, was dat voor DNB nog niet in alle gevallen duidelijk. De standaardrapportages die DNB binnen krijgt, bieden hierover in enkele gevallen geen eenduidig beeld van de banken. Door het effect van consolidatie van dochterbanken en rapportages die slecht aansluiten op wettelijke terminologie, stuurde DNB deze zomer het bewuste verzoek naar alle bancaire entiteiten. Voor DNB waren die gegevens tot nog toe minder relevant omdat het onderscheid tussen ‘echte’ banken en vrijwillige opt-in banken er onder Nederlands recht niet toe deed. Aanpassing register Om het onderscheid tussen rechtstreeks (kredietinstellingen) versus indirect (opt-in banken) wettelijk geregeld toezicht en daaraan verbonden rechten publiek kenbaar te maken, moet dit onderscheid ook in het openbare register van DNB zichtbaar zijn. Het tijdstip van de formele omzetting of intrekking van vergunningen is echter afhankelijk van de inwerkingtreding van de aanpassingen op de Wft ter implementatie van de CRD IV.
TOETSING KAPITAALINSTRUMENTEN ONDER CRD IV Op 1 januari 2014 gelden de nieuwe kapitaaldefinities van de CRD IV en gaan banken hun uitstaande kapitaalinstrumenten volgens die definities classificeren. Daarmee wordt ook het onderscheid relevant tussen instrumenten die volledig voldoen aan alle eisen (eligible zijn) en instrumenten die vanwege grandfathering nog in het kapitaal mee mogen tellen. Bijvoorbeeld: een instrument dat gegrandfathered wordt, kan meetellen in het Tier 2 kapitaal, maar mag niet aangemerkt worden als Tier 2 instrument. DNB dringt erop aan dat banken zelf nauwgezet ieder instrument controleren om het op de juiste manier te classificeren en rapporteren. Toetsingsproces De toezichthouderregeling ‘specifieke bepalingen CRD IV’ (in consultatie) beschrijft op welke wijze banken kapitaaltransacties aan DNB ter toetsing moeten voorleggen. Deze bepaling richt zich uitsluitend op de procedurele aspecten van de toetsing. DNB heeft al eerder op Open Boek bekend gemaakt welke documentatie voor toetsing benodigd is. De toetsing en classificatie zelf vindt plaats op basis van de CRR-tekst. Self-assessment en DNB-beoordeling Enkele banken hebben DNB recent om een nieuw oordeel gevraagd over een uitstaand instrument. We willen dit verzoek uitvoeren, maar zoeken nog naar een haalbare planning daarvoor. Naar aanleiding hiervan overwegen wij in het eerste kwartaal van 2014 een sectorbrede controle uit te voeren op de classificatie van kapitaalinstrumenten. Onze aandacht zal daarbij vooral uitgaan naar (innovatief) hybride instrumenten. Banken kunnen een self-assessment uitvoeren en zich voorbereiden op nader onderzoek door DNB. Een systematische vergelijking tussen de eigenschappen van de instrumenten en voorschriften in de CRR zal daarvan de kern zijn. Hierbij is verder relevant dat ook andere nieterkende kapitaaltransacties invloed kunnen hebben op de eligibility. EBA kijkt mee De EBA heeft toenemende aandacht voor de beoordeling van kapitaalinstrumenten. De lijst die de EBA opstelt voor CET1 instrumenten zal eind 2013 gepubliceerd worden op haar website. De EBA zal vanaf 2014 leidend worden in de beoordeling van CET1 transacties. Ook de toetsing van instrumenten in de lagere tiers krijgt steeds meer aandacht van de EBA.