J.Dommerholt Vakgroep Veefokkerij
3
Landbouwhogeschool,
Wageningen
Correctie van de melkgift van koeien voor verschillen in leeftijd, seizoen en lactatiestadium
Withsummary Correctionofcowsmilkyieldfordifferences inage,seasonandstageoflactation
Centrum voor Landbouwpublikaties
en
Landbouwdoaumentatie
Wageningen - 1975
Zoé ^ 5 ^
ISBN 90 220 05879 De auteur promoveerde op 12september 1975 aan deLandbouwhogeschool te Wageningen op een gelijkluidend proefschrift tot doctor in de landbouwwetenschappen.(C)Centrum voor Landbouwpublikaties enLandbouwdocumentatie,Wageningen,1975. Niets uit deze uitgavemag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,fotocopie,microfilm of opwelke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced or published in any form by print, photoprint,microfilm or any othermeans without written permission from thepublishers.
Abstract
Dommerholt,J. (1975)Correctie van demelkgiftvankoeienvoorverschillen in leeftijd, seizoen en lactatiestadium (Correction of cowsmilk yield fordifferences inage,season and stage of lactation). Versl. landbouwk.Onderz. (Agric. Res. Rep.)844,ISBN 902200587 9, (x)+ 152p.,8 figs,51 tbs,113 refs, Eng. and Dutch summaries. Also: Doctoral thesis,Wageningen. To correctmilk records for differences due toage and season of calving, themilk records of 4000 cows,with lactation length of 290-320 days,were analysed. Themagnitude of the influences of age,season and herd on test-day, cumulative and lactationyieldwere determined. Therewasno interaction between age and season.The age effect on test-day yield explained 47%of the total sum of squares at30days and decreased to 5%at 270days. The effect of age on lactationyield was 39%.The influence of seasonwas about 0.5% at 30days and 8.5% at270days.Herd effectwas 25%on lactationyield and increased from 15 to31%on test-day yield. To standardize lactation and test-day yield,correction factors for age and seasonwere tested with an independent sample of 2000records.Therewere no differences whether lactationyield was corrected for seasonby additive or multiplication factors.For test-day yield additive factorshad some advantage. Age differences canbe corrected withmultiplication factors overherd levels (inspite of a interactionbetween age and herd level). Test-day yields have tobe standardized for stage of lactationbymultiplicationfactorswithinherd level. Factors tobe used for extrapolation of current lactationswere calculated within subclass of age and season; threemethods of extrapolationwere tested insample of 2000records.Themethod with regression of remainder of lactation on last test-day yield had the smallest absolute difference and the highest correlation coefficient between estimated and calculated lactationyield. In practice theextrapolationparameters have tobe calculated within subclass of age, season and herd level. Data of incomplete recordswere analysed. The length of therecordswas related to the season of calving.The peakyield was positively related to the length of therecords and the test-day yield for recordswith less than about 200days decreased faster thanfor completerecords.
Inhoud
Termen ensymbolen 1 Inleiding en probleemstelling
1
2 Literatuur 2.1
4
Invloedenop de melkhoeveelheid
4
Leeftijd4/Seizoen7/Bedrijf8/Gustperiodeen voorafgaande droogstand9/Ras10 2.2
Standaardisatie vandeproduktie
2.2.1
Corrigeerbare invloeden
11 11
Leeftijd 12/Seizoen13/Bedrijf13 2.2.2
Methoden
14
Lactatieproduktie 14/Dagproduktie16 2.3
Methodenvoor extrapolatie vande deellijsten
2.4
Afgebroken lijsten
S Gebruikte melkaontrolegegevens 4 Oorzaken van variantie in melkproduktie
17 18 20 22
4.1
Materiaal
22
4.2
Methoden
23
4.3
Resultaten
30
Interactie tussen leeftijdenseizoen30/ Leeftijd30/Seizoen32/Bedrijf34/Bedrijfsniveau36/Samenhang leeftijd, seizoen enbedrijf36/Relatie tussen dagprodukties en/of cumulatieve produkties38 5 Standaardisatie en extrapolatie Vande melkproduktie 5.1
Materiaal
5.2
Methoden
42 42
5.2.1
Correctiefactoren
45
"Gross"versus"pairedcomparison"47/Vergelijkingvanadditieveenvermenigvuldigingsfactoren 48 5.2.1.1 Lactatieproduktie
49
5.2.1.2 Dagproduktie
50
5.2.2
51
Extrapolatiefactoren Verhoudingsgetallen51/Regressiecoëfficiënten52/ Verhoudingsgetallenversusregressiecoëfficiënten54/ Regressiemodel55
5.2.3
Nauwkeurigheidvanmethoden
5.3
Resultaten
57 59
5.3.1
Factoren
59
Lactatieproduktie59/Dagproduktie62/Deellijstprodukties69 5.3.2
Nauwkeurigheid
72
Lactatieproduktie72/Dagproduktie80/Deellijstprodukties87 6 Disaussie over de resultaten van hoofdstuk 4 en S 6.1
Materiaalstructuurenresultaten
6.2
Berekendelactatiecurve
6.2.1
Niveauenvorm
6.2.2
Invloedvanleeftijd,seizoenenbedrijfopdag-en
93 93 94 94
cumulatieveproduktie 6.3
95
Standaardisatie
98
6.3.1
Lactatieproduktie
100
6.3.2
Dagproduktie
103
6.4
Extrapolatievandeellijstprodukties
7 Afgebroken vaarzenlij sten
107 111
7.1
Materiaal
7.2
Methoden
112 113
7.3
Resultaten
114
7.3.1
Afgebrokenlijstenperklasse
7.3.2
Dagproduktie
7.3.3
Cumulatieveproduktie
114 118 121
Samenvatting
123
Summary
'3<-
Literatuur
140
Bijlagen
'47
Termenensymbolen
Bijhetbeschrijvenvanderesultatenuitdekleinste-kwadratenanalyse ("leastsquaresanalysis"]wordtinditproefschriftuitgegaanvandegangbare Engelsenomenclatuur.Waarmogelijk,zijndezeEngelsebegrippeninhetNederlands vertaald.HierondervolgteenlijstvanNederlandsebenamingen,metdeEngelse termerachter. gewogengemiddelde
overallmean(y)
kleinste-kwadraten-gemiddelde,
leastsquaresconstant,
(k.k.-gemiddelde)
(l.s.mean)
kleinste-kwadraten-constante,
leastsquaresconstant,
(k.k.-constante)
(l.s.constant)
Degestandaardiseerdeproduktiesworden
alsvolgtaangeduid:
L:gecorrigeerdelactatieproduktie
adjustedlactationyield
D: gecorrigeerdedagproduktie
adjusted test-day yield
S: gecorrigeerdvoorseizoen
adjustedforseason
A: gecorrigeerdvoorleeftijd m: vermenigvuldigingsfactoren
multiplicationfactors
a: additievefactoren h: vermenigvuldigingsfactoren
multiplicationfactorswithinherd
adjustedforage additivefactors
binnenbedrijfsniveaus
level
vermenigvuldigingsfactoren
multiplicationfactorsover
overbedrijfsniveaus
herdlevel
1.Indexbij Lof D. Voorbeeld: SaAo
gestandaardiseerde lactatieproduktie met additieve correctiefactor voor seizoen envermenigvuldigingsfactor over bedrijfsniveaus voor leeftijd/adjusted lactationyield with additive correction factor for season and multiplication factor over herd levels forage.
1 Inleiding en probleemstelling
InNederlandwordtvanruim1,3miljoenkoeiendemelkproduktiegecontroleerd.Vanallekoeienwordtnaastdehoeveelheidmelkhetvetgehalteperproefmelkinggeregistreerdendaaruitdevolledigelactatieproduktieen,indienaanwezig,ookde305-dagenproduktieberekend.Vooreerste-kalfskoeienwordteenopgavevandeproduktieoverdeeerste100dagenverstrekt.Daarnaastwordtdemelk vanhetgrootstedeelvandekoeienopeiwitgehalteonderzocht.Perbedrijfwordt bijiedereproefmelkingdegemiddeldeproduktieperlacterendekoegegeven,alsmededieproduktienacorrectievoorafkalfleeftijdenlactatiestadium. Degegevensdieverkregenwordendoordeproduktiecontrolevormendebasis vooreenvoortgaandegenetischeverbeteringindemelkveepopulatie.Daarnaast kunnendezegegevensvanwaardezijnvoordebedrijfsvoeringvanwegederelatie tussenvoedingenproduktie. Genetischeverbeteringindemelkveepopulatiekomttotstanddoorselectie indepotentiëleoudersvandevolgendegeneratie.Directwordendecontrolegegevensvoorfoktechnischemaatregelengebruiktombeslissingentenemenover dekoeienwaarmenkalverenvanzalaanhoudenomdeveestapeltevervangen. Eenschattingvandefokwaardewordtgemaaktopgrondvandelopendelijst,eventueelreedsafgeslotenlijstenendeafstamming.Bijdeselectievanstiermoeders wordtdezelfdeinformatiegebruikt.Terevaluatievandefokwaardevanpotentiële vaderdiereniseensnelleinformatiegewenst.Omstierenaantewijzenomdevolgendegeneratiekoeienvoorttebrengen,kunnennaastafgeslotenlijstengegevens vanlopendelactatiesgebruiktworden.Stiervaderswordenaangewezenwanneervoldoendevolledigelijstenbekendzijn. Voordebedrijfsvoeringwordendemelkproduktiegegevensopverschillende momentengebruikt.Directwordenzeaangewendomdekoeientevoedereninovereenstemmingmetdeteverwachtenproduktie.Ookzijnzeeenmiddelomhetverloop vandeproduktieoverdelactatietebeoordelen.Opwatlangeretermijngevenze eenindicatieoverhetverloopvandegemiddeldebedrijfsproduktie.Bijdevervangingvaneendeelvandeveestapeldoorvaarzen,zalmendiekoeienopruimen waarvanverwachtwordtdathettoekomstigrendementlagerisdandatvande vaarzen. 1
Bijdebeslissingen indefokkerij envoordebedrijfsvoeringworden produktiesvankoeienmet elkaarvergeleken.Daarbijmoet rekening gehouden wordenmetsystematischeverschillen.Hetmetelkaarvergelijkenvanprodukties uitverschillende lactatiestadiawordtbemoeilijktdoordathet produktieniveau gedurendede lactatienietconstant is.Naeenstijging totca.5-7wekendaalt demelkgiftmeerofminder snel totheteindvande lactatie.Ookde leeftijd vandekoeheeft invloed ophetniveauvandeproduktie.Demelkhoeveelheidvan degehele lactatiestijgtvandeeerste,tweedeenderdekeerafkalvennogaanzienlijk,enbereikt indevijfde-zesde lactatieop 7-8-jarige leeftijd detop. Het seizoenvanafkalvenbepaaltmededehoogtevande lactatieproduktie enhet lactatieverloop.Ookhettijdstipwaaropdekoedrachtigwordtblijktvaninvloedophetverloopvandelactatiecurve.Hetproduktieniveauvandekoeien is sterkafhankelijkvanverschillende factoren indebedrijfsvoering.Eenindicatiedaarvoor ishetnauweverbandmethet algeheleproduktieniveauvanhetbedrijfwaardeproduktieplaatsvindt. Hetnemenvanbeslissingen inderundveehouderij opgrondvande informatie vanactueleproduktiegegevenswordt dusbemoeilijkt doordezesystematischeinvloedenopdeproduktie.Ditonderzoek isondernomen omde invloedentekwantificerenennategaanopwelkewijzeactueleproduktiegegevens ontdaankunnenwordenvandesystematischeverschillen, zodatdewezenlijkeverschillen tussen koeienengroepenkoeienvoorde fokkerij enbedrijfsvoeringduidelijkerworden. Deafgeleverdemelkwordt onderNederlandse omstandighedenuitbetaaldnaar dehoeveelheidmelk endegehaltes aanvet eneiwit.Hetgewichtdatopdeverschillendecomponentengelegdwordt isafhankelijk vandeverwerkende industrie. Vandezedrie isdemelkhoeveelheid hetkenmerkmetdegrootstevariatie. Veranderingen indebedrijfsvoering zullenhetgrootste effecthebbenopde melkhoeveelheid. Indefokkerij spelendegehaltes,ofcombinatiesvandehoeveelheid engehaltes,namelijkdehoeveelhedenveteneiwit,eenbelangrijkerol. Wismans (1973)berekendedatderangordevanvaderdierenopgrondvandehoeveelhedenmelkvetenmelkeiwitmeer dan 96%vanhetgeldelijk resultaat oplevert vandatverkregendoorgebruik temakenvande rangordeopgrondvandeindex, metdaarindemelkhoeveelheidendegehaltes aanvet eneiwitonderdeverschillendeNederlandseuitbetalingssystemen. Voordefokkerij endebedrijfsvoering ishetgrootste effectvanvooruitgangtebehalenviademelkhoeveelheid. Devariatie indehoeveelhedenveten eiwit looptvoorhetgrootstegedeelteviadevariatie indemelkhoeveelheid. Bij ditonderzoek zullenweonsdaarombeperken totdemelkhoeveelheid. Inditonderzoek zalgekekenwordennaardemelkhoeveelheid perproefmelking,deproduktie
overdeellijstenenvandegehelelactatie. Inhoofdstuk4wordtnagegaanwatdebelangrijkste invloedenopdezekengetallenvandemelkhoeveelheidzijn.Hoofdstuk 5behandeltdemethodenvan standaardisatievandag-enlactatieproduktiedoorcorrectievoorleeftijdbij enseizoenvanafkalven.Ookwordendemethodenonderzochtomtecorrigeren voorhetverschilinproduktieniveaugedurendedelactatie. Koeienkunnenonderlingvergelekenwordenopgrondvandeproduktieover lopendelijstenvanverschillende lengtes.Ookkunnennaastdeellijstprodukties reedsafgeslotenlijstenaanwezig zijn.Omde informatievanlopendelactaties opdejuistewijzetebeoordelenmoetheteffectvanvariatie inlengtevande lijstopdemelkhoeveelheiduitgeschakeldworden.Daartoewordeninhoofdstuk5 tevensmethodentotextrapolatievandeellijstenonderzocht.Indediscussie wordt ingegaanopdemeritesenmogelijkgebruikvanstandaardisatievandagenlactatieproduktiesenextrapolatievandeellijsten. Eenspecialecategorievandeellijsten,afgebrokenvaarzenlijsten,wordt in hoofdstuk7geanalyseerdophetverloopenniveauvandeproduktie,omdewaarde vandezelijstenvoordefokwaardeschattingvanstierenaantegeven.
2 Literatuur
Inhetliteratuuroverzichtwordendemeestrelevanteinvloedenopdemelkproduktiebesproken.Voorhetontwikkelenvancorrectiefactorenvoorsystematische invloedenopdemelkproduktiegaanwena,welkdeelvandetotalevariantiedoor dezeinvloedenverklaardwordt.Daarnavolgteenoverzichtvanmethodentotstandaardisatievandeproduktie doorcorrectievoorsystematischeinvloeden,en vanmethodentotextrapolatievandeellijsten. 2.1 INVLOEDENOPDEMELKHOEVEELHEID Veleauteurstonenaandatverschillendeniet-genetischeoorzakendemelkhoeveelheidgedurendedelactatieperiode,endaarmeeookdetotalelactatieproduktie,beïnvloeden. Deleeftijdbijafkalvenheeft,evenalshetseizoenvanafkalven,invloed opdehoogtevandelactatieproduktieenhetverloopvandelactatiecurve.Het verloopvandelactatiecurvewordtbeïnvloeddoorverschilleninbedrijfsomstandigheden.Eenmaatvoordezeverschillenisdegemiddeldebedrijfsproduktie.Het tijdstipvanhetbeginvandenieuwedrachtendedaarmeesamenhangendelengte vandelactatieverklareneendeelvandevariantieinhetverloopvandeproduktietijdensdelactatie.Ditgeldteveneensvoordelengtevandevoorafgaande droogstandperiode.Datdevormvandelactatiecurvemedebepaaldwordtdoorhet raswaartoededierenbehoren,isaangetoond.Daarnaastkunnenstreek-enjaarverschillenverschilleninproduktiebewerkstelligen.Eenoverzichtvandeze invloeden,metmogelijkewisselwerkingen,ophetverloopvandelactatieproduktie isschematischweergegeveninfiguur1. Inhetliteratuuroverzichtvandeinvloedenopdemelkhoeveelheidzullende verschillendieveroorzaaktwordendoorleeftijd,seizoen,bedrijf,gust-en droogstandperiodeenrasaandachtkrijgen.Tabel1geefteenoverzichtvandeze invloedendiedoordeverschillendeauteurszijnonderzocht. Leeftijd
Deleeftijdzelfkannauwelijksgezienwordenalseeneigenschapvan
hetindividuenwordtnietbeïnvloeddoorgenetischeenmilieuverschillen.
Fig.1. Invloedenenmogelijkewisselwerkingen tussendeinvloedenop demelkhoeveelheid gedurendedelactatie. -d r o o g s t o n d / d a y s d r y . u it w e n d i g e omstandigheden environmental circumstancee
.jaar / year -b e d r i j f a n i v e a u / h e r d l e v e l . — . s e i z o e n v e n a f k a l v e n /„ seaaon a t calving
genetische verschillen genetic differences
PRODUKTIE YIELD
— - g u a t p e r i o d e / d a y s open.—<
•l e e f t i j d / a g e —
idividu /
cow
-r a s / b r e e d
lactatie stadium / lactation atage
Fig.1. Factorsinmilkyieldduringlactationandtheirpotential relationships. Leeftijdisslechtsdetijdwelkenodigisomeenzekerstadiumvanontwikkeling tebereiken.Omdatereenhogecorrelatieistussendeleeftijdendefysiologischeontwikkelingwordtdeleeftijdbijafkalvenveelalgebruiktalsmaatvoor deontwikkelingbijmelkvee. Deproduktieneemtinafnemendematetoemetdeleeftijdenbereikt een maximumwanneerdedieren6tot8jaarzijn.Deproduktiedaaltweerwanneerde koeiennogouderworden.Lush&Shrode(1950)steldendatvoordeaardvandeze kromminggeenalgemenefysiologischetheoriebestaatendatdecurveempirisch ontwikkeldmoetworden. Dematevanontwikkelingisafhankelijkvaneencomplexvanfysiologische enmilieufactoren.Deleeftijd-produktiecurveverschiltdaaromvandier tot dier.Sanders (1928a)enJohansson&Hansson(1940)hebbenverschillendeleeftijdproduktiecurvesgevondenbinnenéénras,afhankelijkvanhetproduktieniveau. Sanders (1928a),Lamb&McGilliard (1960,1967a)enGaculaetal.(1968a)vonden verschillendeleeftijd-produktiecurvesvoorverschillenderassen.Erzijnleeftijd-produktieverschillentussenrassenbinnenhetzelfdebedrijf.Hickman(1957) toondeditaanbijdierenvanderassenHolsteinenJersey. Demeesteonderzoekersophetgebiedvandeleeftijd-produktierelatie hebbenhetleeftijdseffectbekekenzonderaandachtteschenkenaanhetlactatienummer,ofheteffectvanhetlactatienummerzonderdevariatieinleeftijd
Tabel 1.Overzicht van de onderzochte invloeden ophet verloop van de lactatiecurve. Auteur
Leeftijd Lactatie- Seizoen Bedrijf Gustperiode Droog- Ras bij nummer afkalven en lactastandafkalven tielengte periode
X
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
2
X
X
X
2 X
i
Author 1. 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10:
X
X
X
X
X
2 2
2
X
2
X
X
X
X
X
Herd
Days open and lactDry ation length period
X
X
X
X
X
X
Age of cal ving
Laction number
Season of calving
Doeksen & Heyb oer, 1952 Fritz et al • j 1960 Lamb &McGi Lliard, 1960 VanVleck &.Henderson, 1961b Van Vleck & Henderson, 1961c,e Smith & L eg ates, 1962 Syrstad, 1965 Lampo et al 1966 Lamb & McGi „liard, 1967 a McDaniel et al ., 1967a • »
11: 12: 13: 14: 15: 16: 17: 18: 19: 20:
2 X
Breed
Spik =&Freeman, 1967 Gacula et al., 1968a Appl 2manet al., 1969 Mill sr&Hoover, 1969 Witt et al., 1969 Schaeffer &Henderson, 1972 Schlote, 1972 Baptist, 1972 Auran, 1973 Keown &VanVleck, 1973.
Eerste,.lactatie/First lactation. Table 1.Review factors in the lactation curve investigated.
binnen lactaties tebekijken. Sommige onderzoekers hebben zowel aan leeftijd als lactatienummeraandacht geschonken. Johansson &Hansson (1940)vondenbij voor het eerst lacterende dieren eenproduktiestijging tot 34maanden,waarna een
dalinggeconstateerdwerd.Auran (1973)vonddatdepersistentievankoeienin detweedelactatiesignificantkleinerisdanvankoeienindeeerstelactatie bijdezelfde leeftijd. Hetaantalvoorafgaandelactatiesblijktinvloedtehebbenopdeproduktie. Johansson&Hansson (1940) wezen eropdatdeontwikkelingvandeuierplaatsvindtgedurendedeeerste2of3drachtenendatvoorhetaangevenvandemate vanontwikkelingrekeninggehoudenmoetwordenmet zowelleeftijdalslactatienummer,tenminstebijdeeerste lactaties.Maoetal. (1974)onderzochtende interactietussenleeftijdenlactatienummervandierenindeleeftijdvan31 tot38maanden.Dezeinteractiewassignificant inhetmodelwaarinleeftijd, lactatienummer ende interactiealsvasteeffectenwarenopgenomen.Bijhet modelwaarinookhetbedrijf-jaar-seizoenalseffectwerdopgenomenwasdie interactienietsignificant. Auran (1973)vonddatde leeftijdsinvloed opdemaandelijkseproefmelkingen afneemtmethetvoortschrijdenvande lactatie.Indeeerstemaand isdeze411 vandetotalekwadraatsomennogslechts 2%inde8e,9een10emaand.Bijde produTctieoverdeeerste90dagenverklaardedeleeftijd 45%vandetotale kwadraatsomenbijdeproduktieover 10maanden 231.Syrstad (1965)vonddatde gemiddeldekwadraatsomvoordéleeftijd 121wasvandegemiddelde totalekwadraatsomvanjaarprodukties.Gaculaetal. (1968a)berekenden ineenonderzoekwaarin 5rassenbetrokkenwerden,eenleeftijdsinvloedoplactatie-opbrengstenvan 12,41vandetotalevariantiebijGuernsey,tot25,11bijHolsteindieren.Auran (1973)merktopdatdegroteverschilleninleeftijdsinvloedvooreendeel verklaardkunnenwordendoordeverschilleninindeling inleeftijdsklassenen geanalyseerdemodellen. Seizoen Auran (1973)vonddatheteffectvandemaandvanafkalvenopde maandelijkseproefmelkingencumulatieveproduktiemindergrootisdanhet leeftijdseffect.Deinvloedvandeafkalfmaandwordtgroternaarheteindvande lactatie. Indeeerstelactatiemaandwerd 1,81vandetotalekwadraatsomvande produktieverklaarden7,8% inde zevendeenachtstemaand. Gedurendede lactatievarieertdehoeveelheidmelkdoordeuitwendige omstandigheden,behorendbijdatmoment.Seizoensverschillenkunnenvanwisselendegroottezijnendeellactatieswordendaardoorminderbeïnvloeddoorschommelingenindeuitwendigeomstandighedendandegehelelactatie.Overdegehele lactatiekunnenseizoensinvloedenelkaardaaromgeheeloftendeleopheffen. Auran (1973)vonddatdierenwelke inmaandenmetdehoogstebeginproduktie afkalvenindeeindmaandenvande lactatiedelaagsteproduktiehebben.Hiermee
wordtderelatiefgeringeinvloedvandekalfmaandopdecumulatieveproduktie vanlijstenlangerdan5maanden,verklaard.OokaandehandvanmelkproduktiegegevensvanIsraëlischevaarzen (Fimlandetal.,1972)werdditgevonden.De variantieinproduktieoverdeeerste122dagenwerdvoor2,2%verklaarddoor hetseizoenvanafkalven.OverdevolledigelactatiewasditU . Hickman& Henderson(1955)vondendathetseizoenvanafkalvenverantwoordelijkwasvoor ca.4%vandegemiddeldekwadraatsomvandeproduktieoverdelactatie. OnderzoekmetNederlandsmateriaal (MRY-ras)naardeinvloedvandemaand vanafkalvenopdeeerstelactatieproduktie lietziendatdeproduktiehet hoogstwasvoordeafkalfmaandennovembertotapril,enhetlaagstvoorjuni totseptember.Hetverloopvandeproduktiewordtookduidelijkbeïnvloeddoor demaandvanafkalven.Dekalfmaandenmeitotjulilatenziendatdeproduktie relatiefhoogbegintenlaageindigt.Delactatiesdieindewinterbeginnen vertoneneenvlakkerverloop (Hilbrands,1961). Wood (1970)enAuran (1973)gingendeinvloedvanhetseizoenvanafkalven nadooreenindelinginklassennaarkalendermaandtemaken.Andereauteurs voegdenmaandensamennaargemiddeldeproduktieendespreidingvandeproduktie tussenenbinnengroepenvanmaanden.Fritzetal.(1960)vatten2opeenvolgende maandensamen.Fimlandetal.(1972)gebruikten3seizoenenvanverschillende lengte.Vierperiodenvan3maandenwerdendoorGaculaetal.(1968a)enMcDaniel etal.(1967a)gevormd.Anderenvondeneenindelingin2seizoenen,metgelijke lengte(Sargentetal.,1967),ofverschillendelengte (Lamb&McGilliard, 1967a;Miller&Henderson,1968)voldoende.Eenseizoensindeling zaldanook afhankelijkzijnvanklimatologischefactorenendebedrijfsvoeringwaaronderde produktietotstandkomt.Wood (1972)toondeaandatonderuniformeomstandighedenwaarbijgedurendehetgehelejaarsilagevoederingtoegepastwerd,de seizoensvariantieaanmerkelijkgereduceerdwerd,vergelekenmetdetraditionele wijzevanvoedingenhuisvesting.
Bedrijf
Hickman&Henderson (1955),VanVlecketal.(1961)enPirchner (1970)
berekendendevariantieinlactatieproduktieveroorzaaktdoorbedrijfsverschillenalspercentagevandetotalevariantie.Pirchner (1970)verklaarde36%van devariantiedoorbedrijf sverschillen,Hickman&Henderson(1955)30%enVan Vlecketal.(1961)vondenvooreerstelactaties29,1%envoortweedelactaties 28,2%.Auran (1973)vonddat28%vandegemiddeldekwadraatsomvandelactatieproduktiesvankoeienvanalleleeftijdenverklaardwerddoordebedrijvenwaar deproduktieplaatsvond.Opdemaandelijkseproduktieswasdebedrijfsinvloed hetgrootstegedurendede4e,Se,en6elactatiemaand (ca.24%).Naarheteind
vandelactatienamdebedrijfsinvloedaf(10elactatiemaand 9,5%). Opdecumulatieveproduktiewasdebedrijfsinvloedhetkleinstopdeproduktieovereen maandennamlangzaamtoemethetvoortschrijdenvandelactatie (16,81-27,8%). Naastdemethodevanhetopnemenvandebedrijvenalseffectindevariantie-analysewerddoorAuran(1973)gewerktmetmodellenwaarinderegressieop hetbedrijfsgemiddeldewasopgenomen.Indezeanalysemetderegressieophet bedrijfsgemiddeldealsverklarendewerd51tot231vandetotalekwadraatsonvan demaandelijkseproduktiesverklaard.Ookindezeanalysewerdgevondendatde hoogtevandeproduktieindemiddelstemaandenvandelactatiehetmeestbeïnvloedwerddoorhetgemiddeldebedrijfsniveau.Opdecumulatieveproduktienam deinvloedtoegedurendedegehelelactatie. Gustperiode
en voorafgaande
droogstond
Gavin (1913)enSanders (1928b)vonden
datdeproduktiegedurendedelactatie16tot20wekennahetmomentvanconceptiesnellergaatdalen.Eenvandeeerstetheorieënwasdatdeversneldedaling inproduktieverklaardmoestwordenuitdeaanspraakvandezichontwikkelende vrucht.VolgensSmith&Legates (1962)isdittwijfelachtigdaarmeerdande helftvandefoetalegroeiplaatsvindtgedurendedelaatste60dagenvande dracht.UiteenoverzichtdoorReece(1958)blijktdatgeenvandegangbare theorieëndeversneldeproduktiedalingdiesamengaatmetdedrachtvolledig kunnenverklaren. Onderzoeknaardegroottevandeinvloedvandelengtevandegustperiode, waarmeewedeperiodetussenkalvenenconceptieaanduiden,opdemelkproduktie isgedaandoorSmith&Legates (1962),Lampoetal.(1966),Wiltonetal.(1967), Miller&Hoover (1969),Wittetal.(1969)enSchaeffer&Henderson (1972). Schaeffer&Henderson (1972)onderzochtennaastdeinvloedvanleeftijden seizoen,deinvloedvandelengtevandegustperiodeopdeproduktieover10 maanden.Conceptieindeeerste3maandenvandelactatiegafgeringeverschilleninproduktietezien.Nadederdelactatiemaandnamhetverschiltussende groependietussen20-29endietussen200-209dagendrachtigwerdentoevan 300kgoverdrietot1600kgovertienmaanden Deinvloedvanhetmomentvanconceptieisgeringwanneervoordevariatie inlengtevandelactatiegecorrigeerdwordt (Wittetal.,1969).ZondercorrectievoordelengtevandelactatievondenWittetal.(1969)datdierendiein deeersteoftweedelactatiemaanddrachtigworden167,147,446en742kgmelk minderproducerendandierendieinde6elactatiemaanddrachtigworden,over resp.1-100,101-200,201-305en1-305dagen.Delengtevandegustperiode verklaarde6,51,4,3%en4,21vandevariantiein305-dagenproduktievoorrespec-
tievelijkdeeerste,tweedeenderdelactatie (Smith&Legates,1962).Inhet onderzoekvanLampoetal.(1966)werddemelkproduktievankoeientotdevijfde lactatiemaandnietbeïnvloeddoordelengtevandegustperiode.Daarnadaaldede dagelijksemelkgiftvankoeiendiedrachtigwerdentussen0-90dagensterkerdan vandierenwaarbijdeconceptielaterplaatsvindt.Dezedalinginproduktie wordtookgevondenindezevendeenachtstelactatiemaandbijkoeiendiedrachtig wordentussen91en180dagen. Eenvoorafgaandedroogstandvan1maandgafinhetonderzoekvanWittet al. (1969)overdeeerste100dagen213kgmindermelkproduktieteziendan gemiddeld.Over305dagenwasdit244kgbijeengemiddeldeproduktievan4446 kg.Smith&Legates (1962)enSchaeffer&Henderson (1972)vondendatdelengte vandevoorafgaandedroogstandweiniginvloedheeftopdeproduktie.Inhet onderzoekvanSmith&Legates (1962)werdover90-en305-dagenproduktie0,6°sen 0,3°Óvandetotalevariantieverklaarddoordelengtevandedoorgstandperiode. Johansson (1961)concludeerdedatdeoptimalelengtevandedroogstandperiode 35-40dagenis. Ras
Verschilleninmelkproduktiehoeveelheiddiewekunnentoeschrijvenaanhet
raswaardedierendeelvanuitmaken,zijnbekend.Verschilleninproduktieniveauzijninhetkadervanstandaardisatieenextrapolatievandeproduktieniet belangrijk.Tenaanzienvanstandaardisatievoorsystematischeverschillenen extrapolatievandeellijsten,zijnwijgeïnteresseerdinhetaldannietaanwezigzijnvaneeninteractietussenrasenandereinvloedenopdeproduktie. Lamb&McGilliard (1960,1967a),McDanieletal.(1967a)enGaculaetal. (1968a)gingennaofvoorverschillenderassendeverhoudingtussenproduktie overdeellijstenovervolledigelijstidentiekis.Gaculaetal.(1968a)kwamen ineenonderzoeknaardeinvloedvanbedrijf,jaar,seizoenenleeftijdopde melkproduktievanderassenAyrshire,BrownSwiss,Guernsey,Holstein,enJersey totdeconclusiedatdeverschilleninvormvandelactatiecurvetussenrassen toegeschrevenmoetenwordenaanonderscheidenseizoensinvloedenindegebieden vanherkomst.IndeonderzoekingenvanLamb&McGilliard (1960,1967a)zijnde verhoudingentussendeel-envolledigelijstvoorderassen,welkeookGaculaet al. (1968a)analyseerden,onderscheiden.DeverhoudingenvoorHolsteinenBrownSwissdierenlijkendezelfdetezijn,terwijldievoorhetGuernsey-rasovereenkomenmetdievandeJersey.Holsteindierenvertoneneenvlakkerelactatiecurve dandierenwelketotderassenGuernseyenJerseybehoren.OokMcDanieletal. (1967a)kwamentotdeconclusiedatdevormvandelactatiecurvebeïnvloedwordt doorhetras.Berge (1949)vonddateveneens. 10
2.2 STANDAARDISATIEVANDEPRODUKTIE Hetdoelvanhetstandaardiserenvandeproduktieis:corrigerenvoordie omstandighedenwelkeafwijkenvandetekiezenreferentie.Destandaardisatie maggeenvariantiewegnemenwelkevanbelangisvoorhetschattenvandeproduktie-aanlegvaneenkoe.Datditmoeilijkhedenkangeventoontderegressie vanproduktieopleeftijd.Bijlagereleeftijdsklassenzijnminderdierenvanwegegeringeproduktieopgeruimddaninhogereklassen.Destijginginproduktie metdeleeftijdzal kleinerzijndanderegressieaangeeft.Eenvoorstelbare verstrengelingvaneffectenkrijgenwebijeenseizoensgebondenafkalfpatroon, waarbijdetussenkalftijd langerofkorterisdaneenjaar. 2.2.1
Corrigeerbare
invloeden
Zoalswegezienhebbeninhetliteratuuroverzichtvandenietgenetische verschilleninmelkproduktie,isdeleeftijdeenbelangrijkeverklarendefactor. Het leeftijdseffectiszeergrondigonderzocht (tabel 1).Deauteurskwamentot deconclusiedatproduktiestatengecorrigeerdmoetenwordenvoordeverschillen inleeftijdbijafkalvenomdezevergelijkbaartemaken. Heteffectvanhetseizoenvanafkalvenopdeproduktieisveelonderzocht. Deeenduidigeaanbevelingomproduktiegegevenstecorrigerenvoordeleeftijd ontbreektvoorhetseizoenseffect.Verklaarbaarisdit,doordathetseizoenvan afkalvenminderaanhetdiergebondenis.Verschilleninklimatologischeomstandighedenenbedrijfsvoering spelenhierbijeenrol. Milleretal.(1970a)vondendatereeninteractiebestaattussendeleeftijdenhetseizoen.Jongekoeienzoudenmindergeremdwordeninproduktiedoor hetseizoenvanafkalvendanouderedieren.Dezeinteractiewerdookaangetoond doorVanVleck&Henderson (1961c),Gravir&Hickman (1966)enMcDanieletal. (1967a).Gravir&Hickman (1967)vondeneenuniformererelatietussenproduktie enleeftijdoverdeseizoenenvanafkalvenwanneereveneenshetbedrijfsniveau alsoorzaakvanvariantiewerdbeschouwd. Zoalsintabel1isaangegevenzijnverschillendeanderemilieu-effecten onderzochtophuninvloedopdemelkproduktietijdensdeJactatie.Overeenstemmingoverdegroottevandeinvloedvandezefactorenisuitdeliteratuurniet tehalen.Bijdeanalysevanindeliteratuurvermelderesultaten zaldanook slechtsaandachtgeschonkenwordenaandeeffectenvanleeftijdbijenseizoen vanafkalven,enaandeverschillentussenbedrijven.
11
Leeftijd
Hetdoelvaneen leeftijdscorrectie opdeproduktieisalleente
corrigerenvoorde leeftijd,onderdeveronderstelling datalleandere invloeden gelijkblijven.Degecorrigeerdeproduktie isdaneenweergavevanwat dekoe geproduceerd zouhebbenopeenreferentieleeftijd (Searle&Henderson, 1960). Dereferentieleeftijd istotnu toeveelaldie leeftijd geweest,waarbijde koedemaximale lactatieproduktiebereikt.De leeftijdscorrectiefactorendiede DairyHerd ImprovementAssociationvanhetUnited States Department ofAgriculture (USDA-DHIA)gebruiktvoorfokwaardeschattingenvanstierenenkoeiencorrigerende lactatieproduktie tot"matureequivalent" (Kendrick, 1953;McDaniel et al., 1967b). Bijdecentraal geregeldemelkcontroleinNederlandwordtper proefmelkingeenbedrijfsgemiddeldeberekend,dat gecorrigeerd isvoorhet lactatiestadiumende leeftijdvandekoeien (Doeksen&Heyboer,1952;Sybrandy, 1970a). Ookhierbijwordt alsreferentievoorde leeftijddeproduktievan8jarigekoeiengebruikt. McDaniel (1973)gafeenoverzichtvanalternatieve referentieleeftijden. AandeCornellUniversiteitheeftmen,insamenwerkingmetdeUSDA,4refcrentieleeftijdenonderzocht: 1. Degemiddelde enmediane leeftijdbijde eerstemaalafkalven (27maanden). 2.
Leeftijdwaarbij deproduktieovereenkomtmethetniet gecorrigeerdepopu-
3.
Gemiddelde leeftijd (+54maanden).
4.
Leeftijdwaarbijmaximaleproduktiebereiktwordt (6-7 jaar).
latiegemiddelde (+43maanden).
Demeestebeslissingen indefokkerijwordengenomenopgrondvangegevensuit deeerste lactatie.McDaniel (1973)steltvoordegemiddelde leeftijdbij eerste maal afkalvenalsreferentie tekiezen.Decorrectienaardegemiddelde leeftijd bijeerstemaalafkalvengeeftvoordegrootste leeftijdsklassedekleinste afwijkingen. Regionaleverschillen inde leeftijdsfactorenblijkenveelgeringer tezijn bij factorenmet alsreferentiede leeftijdvan 27maanden,danbijde leeftijd metmaximaleproduktie.Dereferenties opgemiddelde leeftijdenleeftijdbij gemiddeldeproduktiewarenintermediair (McDaniel, 1973). Onder Nederlandse omstandigheden kunnendecorrectiefactorenvoor leeftijd en lactatiestadium betergebaseerdwordenopdeproduktievanvaarzendanvan8-jarigekoeien. Achtjarigenalsreferentie geeftgrotereover-enonderschattingenbijverschillendebedrijfsniveaus.Deafwijkingen zijnookminder regelmatig danbijfactorenmetdereferentieop 2jaar (Hövels, 1973). Eenvoordcelvandevaarzenleeftijd alsreferentie isdatdevariantievan gecorrigeerdeproduktiesovereenkomtmetdeactuele.Anderereferenties gaven 12
groterevariantiestezien;deleeftijdbijmaximaleproduktiedegrootste (McDaniel,1973). Selectiebijdeovergangvandeenenaarvolgendelactatieheeftgeen invloedopcorrectiefactorenwelkegebaseerdzijnopdevaarzenleeftijdals referentie (Gravir&Hickman,1966;Hickman&Gravir,1968). Seizoen
Deinvloedvanhetseizoenvanafkalvenopdeproduktieissteeds
onderzochtsamenmetdeleeftijdsinvloed,ofookmetdeeffectenvanandere factoren.Eeninteractietussenleeftijdenseizoenvanafkalvenopdelactatieproduktieisinverschillendeonderzoekenaangetoond (VanVleck&Henderson, 1961c;Gravir&Hickman,1966;Wunder&McGilliard,1967;Milleretal.1970a; Keown&VanVleck,1973;Miller,1973). Derelatietussenleeftijdenlactatieproduktieisvoordeseizoenen(voorennajaar)verschillend (Gravir&Hickman,1966).Deadditievetoenameinproduktievan2jaartotvolwassenleeftijdiskleinerbijzomer-(1463kg)danbij herfst-enwinterkalvende (1881kg)dieren(Milleretal.,1970a).Degrootte vandetoenameisafhankelijkvanhetbedrijfsniveau (Miller,1973). Deprocentueleverschilleninproduktietussendeseizoenenvanafkalven zijnconstantvoor3niveauklassenvanbedrijfsproduktie (Syrstad,1965;Miller, 1973). Bijextrapolatievandeellijstenishetbelangrijkomnaastleeftijden lactatiestadiumhetseizoenvanafkalveninbeschouwingtenemen.Deverschillen indeextrapolatiefactorendoorhetseizoenvanafkalvenzijnvooralbelangrijk inhetbeginvandelactatie (Keown&VanVleck,1973). Bedrijf
Verschilleninproduktiekunnenvooreengrootdeel (ca.30-35%)
verklaardwordendoorverschilleninniveauvangemiddeldebedrijfsproduktie. Hetschattenvandeerfelijkeaanlegvankoeiengeschiedtdoorzoveelmogelijk niet-genetischeoorzakenvanverschilleninproduktieuitteschakelen.Voor verschillendoorhetbedrijfwordtgecorrigeerddoordeproduktievandedieren weertegevenalsafwijkingvanhetbedrijfsgemiddelde,oftecorrigerenmetde regressieophetbedrijfsgemiddelde(Heidhuesetal.,1961;Rittleretal., 1967;Pirchner,1970;Dommerholt,1972). Bijstandaardisatievanproduktieenextrapolatievandeellijstenmoet rekeninggehoudenwordenmetdeverschilleningemiddeldebedrijfsproduktie wanneferinteractiesbestaantussenhetniveauvanbedrijfsproduktieenandere invloedenopdeproduktie. Interactietussenleeftijdenbedrijfsniveauopdelactatieproduktieis 13
beschrevendoorSyrstad (1965)enMiller (1973).Wanneerdeproduktiesper leeftijdsklasseuitgedruktwordenalspercentagevaneenreferentieklassezijn deverschillentussendebedrijfsniveausafwezig (Syrstad,1965;.Miller,1973). OokSearle&Henderson (1959)enHickman(1962)vondendatereeninteractie bestaattussendeleeftijdenhetbedrijfsniveauopdelactatieproduktie. Milleretal.(1970a)enMiller (1973)wezenopdeinteractietussenseizoen enbedrijfsniveau. 2.2.2
Methoden Hetindeliteratuurbeschrevenonderzoeknaardestandaardisatievan
produktiehandeltvoornamelijkovervolledigelijsten.Onderzoeknaardemogelijkhedenomtekomentotstandaardisatievandemelkhoeveelheidperproefmelking,hierna dagproduktie
tenoemen,isweiniggedaan.Hiernazalbekekenworden
watdegebruiktemethodiekenzijnbijhetopstellenvanstandaardisatiefactoren voordelactatie-endagproduktie.
Lactatieproduktie
Bijhetontwikkelenvancorrectiefactorenvoordeleeftijd
bijafkalvenkomendevolgendemethodeninaanmerking. 1. De"grosscomparisonmethod"waarbijproduktiesperleeftijdsklasseworden samengevoegd.Uitdegemiddeldeproduktievandeleeftijdsklassenwordthet leeftijdseffectberekend. 2. De"pairedcomparisonmethod",waarbijproduktiesvandezelfdekoein opeenvolgendejarenmetelkaarwordenvergeleken.Hetleeftijdseffectwordt berekenduitdeveranderinginproduktieinopeenvolgendejaren. Aanderelatievewaardevandezetweemethodenisveelaandachtgeschonken. Deresultatenuitde"grosscomparison"zijnnietzuiverdoordevoortgaande selectieopmelkproduktie (Sanders,1928a).Degroottevandeafwijkingis afhankelijkvandeintensiteitvanselectie.Ookde"pairedcomparisonmethod" staatonderinvloedvandeselectie.Wordenallekoeiengeselecteerdopeigen produktie,danzaldeverhoudingvandeafwijkingenvande2methoden("gross" versus"paired")-t/(1-t)zijn,waarbijtdeherhaalbaarheidtussenlijstenis (Lush&Shrode,1950).Degroottevanhetverschiltussendeafwijkingenvan "gross"en"paired"isafhankelijkvandeinformatiewaaropdeselectiegebaseerdwordt.Devoorspeldetoenameinproduktievaneerste-kalfsdierennaar volwassenleeftijdwordtovergewaardeerdmetde"grosscomparisonmethod"en onderschatmetde"pairedcomparisonmethod". Hetverschiltussenhetgemiddeldevanallevolledigelijstenbijeen 14
bepaaldeleeftijdenhetgemiddeldevankoeiendietenminste2opvolgende lijstenhebben,was1,5-21(Johansson&Hansson,1940;Syrstad,1960).Deafwijkingdoorselectiezalindemeestegevallennietgroterzijndan Mper jaar,ongeachtdemethodevanleeftijdscorrectie (Syrstad,1960).Miller(1964) vondtotdeleeftijdwaaropdemaximalelactatieproduktiebereiktwordtgeen verschillentussen"paired"en"grosscomparison"factoren.Nadezeleeftijd tradenduidelijkeverschillenop.Metbehulpvan"maximumlikelihood"techniekenbepaaldenMilleretal.(1966)hetwerkelijkeleeftijdseffect.Inhetonderzochtemodelwerdenbedrijf,koe,jaarenleeftijdalseffectopgenomen.De "grosscomparison"factorenlekenmeeropde"maximumlikelihood"factorendan factorengevondenmetde"pairedcomparison",speciaalopoudereleeftijd.Bij Miller&Henderson (1968)lagende"maximumlikelihood"factorenintermediair tussen"gross"en"paired"factoren. Genetischevooruitgangindepopulatieheeft,opdefactorenberekendmet de"grosscomparisonmethod",eeneffecttegengesteldaandatvanselectie(Lush &Shrode,1950).Degenetischevooruitgangheeftgeeninvloedopderesultaten vande"pairedcomparisonmethod".Veranderingeninuitwendigeomstandigheden overdejarenwaarindelijstentotstandzijngekomenhebbenwelinvloedopde "pairedcomparisonmethod". Miller&Henderson (1968)enMilleretal.(1970b)gavenaandatleeftijdscorrectiefactorenwelkeberekendzijnmiddelsde"grosscomparisonmethod" afwijkingenvertonenwanneerleeftijdenseizoenverstrengeldzijnmetdebedrijfsproduktie. Hetgebruikvanvermenigvuldigingsfactorenverondersteltdatdeproduktie vankoeienvangelijkeleeftijdbinnenbedrijvenmetverschillendniveauvan produktieevenredigmetdegeproduceerdelactatie-opbrengsttoeneemt.Deze toenameisonafhankelijkvandebedrijfsverschillen;alleendereedsgeproduceerdehoeveelheidisbeïnvloeddoorhetbedrijf.Searle&Henderson(1959) introduceerdeneenmethodewaarbijdestijginginproduktiemetdeleeftijd gedeeltelijkafhankelijkisvandegemiddeldebedrijfsproduktie.Deleeftijdsfactorenzijnopgebouwduiteenadditiefenvermenigvuldigingsdeel,ni.de lineaireregressiecoëfficiëntvanhetverschilinproduktietussendebetreffendeleeftijdsklasseenvolwassenkoeienophetvoordeleeftijdgecorrigeerde bedrijfsgemiddelde.Deregressiecoëfficiëntenwerdenverkregenmiddelsiteratie. Zijnoemdendemethode"within-herdadditivegrosscomparisonfactors".Alle bedrijfsgenotenvandezelfdeleeftijdkrijgendezelfdecorrectieopdelactatieproduktie.Ditverondersteltdatvankoeienmetverschillendegenetische aanlegdeproduktiemetdezelfdehoeveelheidtoeneemtbijhetouderworden.De 15
"within-herdcomparisonfactors"werdendoorSearle (1962)vergelekenmetvermenigvuldigingsfactoren.Hijconcludeerdedatdeinteractietussenleeftijden bedrijfsproduktiewatgroterisbijproduktiesgecorrigeerddoormiddelvan vermenigvuldigingsfactoren,danbijdewerkelijkeprodukties.Voordemet "within-herdadditivefactors"gecorrigeerdeproduktieswasdezeinteractie ongeveergelijkmetdievoordewerkelijkeprodukties. Wanneererduidelijkeverschillenzijningemiddeldebedrijfsproduktie, moetenlactatieproduktiesgecorrigeerdwordenmetvermenigvuldigingsfactorenen nietmetadditievefactoren (Syrstad,1965;Miller,1973). Dagproduktie
Doeksen&Heyboer (1952)ontwikkelden"grosscomparison"factoren
voordeleeftijdbijafkalvenenhetstadiumvanlactatievoordedagproduktie. Alsreferentieleeftijdgebruiktenzijdebijafkalven8-jarigekoeenalsreferentieniveauvanproduktiedemaximaledagproduktie.DebedoelingvanDoeksen& Heyboer (1952)wasommetdezefactorendebedrijfsproduktieopiedermomentte volgen,onafhankelijkvandeleeftijdsopbouwvanhetbedrijfenhetlactatiestadiumwaarindeinproduktiezijndedierenverkeren.Permaandvanafkalven werddeproduktievan40koeienmetdeleeftijden2,3,'4,5,6,7+8en9+10 jaargevolgd.Deproefmelkgegevensvandezedieren,aangevuldmetdegegevens van6712-jarigeen3813-+14-jarigedieren,werdenperleeftijdsklasseoverde afkalfmaandensamengevoegd.Aandehandvandegemiddeldelactatiecurveper leeftijdsklassewerdendoorinterpolatiedevermenigvuldigingsfactorenontwikkeldpervijfdaagseperiode.Ookontwikkeldenzijvermenigvuldigingsfactoren voorleeftijdenlactatiestadiumvooreenafwijkendlactatieverloopdooreen verlaattijdstipvanconceptie.Vandeachtstetotdezestiendecontrole(15daagseperioden)wasdeprocentueleterugganginproduktievrijwelconstant, waarnaeensterkeredalinginproduktieoptrad.Nadezestiendecontroleverlengdenzijdevermenigvuldigingsfactorenmetresp.1,2,3en4maanden,doorde gemiddeldeprocentueledalingvandevorige4maandennogresp.1,2,3en4 maandentelatenvoortduren.Daarnavolgtdeprocentueleteruggangvandeproduktie,zoalsdieindelactatiemetmedianelengteoptreedtnade16e(32weken) controletotheteindvandelactatie. iNaastDoeksen&Heyboer (1952)hebbenVanVleck&Henderson (1961c)verhoudingsgetallenberekendomdagproduktiestestandaardiserenvoordeleeftijdbii enseizoenvanafkalven.Dezeverhoudingsgetallenwerdenberekenddoordegemiddeldeproduktieperlactatiemaandvandereferentie (dierenvan72-77maandenbij afkalveninéénseizoen)tedelendoorhetgemiddeldevandeovereenkomende proefmelkingvandelactatiesinanderesubklassenvanleeftijdenseizoen. 16
2.3 METHODENVOOREXTRAPOLATIEVANDEDEELLIJSTEN Demethodenvanextrapolatievandeel-totvolledigelijstenlatenzich naardeaardvandegehanteerdeberekeningswijzevoordeextrapolatiefactoren indeleninverhoudingsgetallenenregressiecoëfficiënten.Verhoudingsgetallen voordeextrapolatievandeellijstenwerdenontwikkelddoorCannonetal.(1942), Lamb&McGilliard (1960,1967a);VanVleck&Henderson (1961c);Syrstad (1964); McDanieletal.(1967a);Applemanetal.(1969).Demeesteauteursberekenende factorenalsdeverhoudingtussendegemiddeldelactatieproduktieengemiddelde deellijst.Lamb&McGilliard (1967a)enApplemanetal.(1969)berekendenvoor iederdierdeverhoudingvanlactatie-totdeellijstproduktieenmiddeldendeze verhoudingenoverdedieren. Extrapolatiefactorendiemetregressie-analysezijnontwikkeld,kunnenals volgtwordengegroepeerd: 1. Delactatieproduktiewordtdoormiddelvanlineaireregressievanlactatieopdeellijstproduktiegeschatendaarnagestandaardiseerdalswarenhetvolledigelijsten(Cannonetal.,1942,Schlote,1972). 2. VanVleck&Henderson (1961b,1961e)standaardiseerdendeellijstenvoor leeftijdenseizoenenschattendaaruitdelactatieproduktiemetbehulpvan lineaireregressiecoëfficiëntvangemiddeldegestandaardiseerdelactatie-op deellijstproduktie.Deregressie-analysewerdgedaan,binnenbedrijf (VanVleck &Henderson,1961b)enzonderrekeningtehoudenmethetbedrijfseffect(Van Vleck&Henderson,1961e). 3. Eenvereenvoudigingvandelineaireregressievanlactatie-opdeellijstproduktiewerddoorHarvey (1959,geciteerddoorMilleretal.,1972a)aanbevolen.Onderdeveronderstellingdatdeel-enlactatieproduktiesdezelfdevariatiecoëfficiënthebben,kaninplaatsvanderegressiecoëfficiëntvanlactatieopdeellijstdecorrelatietussendezegroothedengehanteerdwordenbijde extrapolatie.Hetpopulatiegemiddeldevoordeel-lactatieproduktiesishierbij nietnoodzakelijk. 4. VanVleck&Henderson (1961b,1961e)enMilleretal.(1972b)schattende 305-dagenproduktieaandehandvandemultipeleregressiecoëfficiëntenvande lactatieproduktieopdeproefmelkingenbehorendbijdelactatietotdatmoment. 5. Milleretal.(1972b)komentoteenregressievergelijkingwaarbijaandete extrapolerendeellijsthetgemiddeldevanbetreffendesubklassevoorhetresterenddeelvandelactatiewordttoegevoegd,samenmetdelineaireregressievan hetresterenddeelvandelactatieopdelaatsteofmeerderevoorafgaandeproefmelkingen. 17
2.4 AFGEBROKEN LIJSTEN
Defokwaardeschatting vanstierenvoordemelkproduktiekenmerken isin Nederland gebaseerd opdeproduktievandedochters indeeerste lactatie (Dommerholt, 1972). Lijsten langerdan 260dagenwordenalsvolledig beschouwd. Van lijstendieafgeslotenwordenna 305dagenwordt deproduktie overde eerste 305dagen indefokwaardeschatting betrokken.Vanallevaarzenlijstenwordtca. 15-20%voorde 260edag afgesloten.Eengrootdeelvandebeschikbare informatie voordefokwaardeschatting wordtnietgebruikt.Doorextrapolatievandeze voortijdigafgebroken lijstenkunnenzeinde fokwaardeschattingwordenopgenomen. Wanneerhetverloopvandeproduktie gedurendede lactatievan afgebroken lijstendezelfde isalsbijvolledige lijstenkunnenextrapolatiefactoren gebruikt wordenvoorvolledige lijsten.Omditna tegaanmoeteenonderscheid gemaakt wordentussen lijstenwelkeopzettelijk afgebrokenwordenen lijstenwelkeniet opzettelijkvroegtijdig beëindigdworden.Denietopzettelijk afgebroken lijsten zullengeenverschil inproduktieverloopvertonenmetdevolledige lijsten (Aulerich &McGilliard, 1966). Deopzettelijk afgebroken lijstenhebben een lagerebeginproduktie eneensnelleredalingdanvolledige lijsten (Aulerich& McGilliard, 1966). Ook Baptist (1972)vonddatvaarzenwaarvande lactatie beëindigdwasomproduktieredeneneensnelleredaling inproduktiehebbendan dierendieomandereredenvoortijdigwordendrooggezet. Alshetpercentagevandedochterlijstendatafgebrokenwordtomproduktieredenennietvanstier totstierverschilt,zalhetextrapolerenvanafgebrokenlijstenslechtsbijdragen indenauwkeurigheid vande fokwaardeschatting.Het zalgeen invloedhebbenopderangordevande stieren.VanVleck (1962)vonddat slechts 5-7B vandevaarzenlijstenvoortijdigwerdafgebroken. Hetopnemenvandeze lijsten indefokwaardeschatting had geen invloed opde produktievererving vande stieren.Powell etal. (1973)vondendatvanalle afgebrokenvaarzenlijsten82,41opzettelijkwerd beëindigdmeteenrangevan 68,3% tot 92,9%per individuele stier.Hetpercentage afgebroken lijstenper stiervarieerdevan 10,3tot 26,21. Eensamenhang tussendeverervingvandestier enhetpercentage afgebroken lijsten isaangetoond (Carter,1968;Rauschetal.,1968;Powell etal., 1973). Tussengepubliceerde fokwaardeschattingen voordemelkhoeveelheidenpercentage onvolledigevaarzenlijstenvondenPowell etal. (1973)een correlatiecoëfficiënt van -0,79.Rausch etal. (1968)vondeneenkleinere correlatie (r= -0,46). Carter (1968)vond eencorrelatiecoëfficiënt van0,41 tussendeproduktievande dochters enhetpercentagevandedochtersdateentweede lactatiehad.Bij
Nederlandsmateriaal isookopeenduidelijkverband tussendeproduktieverervingvandestierenhetpercentageafgebrokenlijstengewezen (Sybrandy,1965). Scheer (1965)berekendeeencorrelatiecoëfficiëntvan -0,64.
19
3 Gebruikte melkcontrolegegevens
DeuitvoeringvanenhettoezichtopdemelkcontroleinNederland isin handenvande"Stichting CentraleMelkcontroleDienst".Deverzamelingenanalysevandemonstersgeschiedtonder leidingvanregionaleorganisaties.De gegevenswordenmeteencentraal geplaatste computerverwerkt.In1973werdvan ca. 1,25miljoenkoeien (59,31),afkomstigvan45419bedrijvendeproduktie gecontroleerd.Allekoeienwerdengecontroleerdopdemelkhoeveelheidenhet vetgehalteen99,0%ookopheteiwitgehalte.Demelkcontrole geschiedt eensper twee,drieofvierweken,inresp.0,2%,84,4% en15,4%vandegevallen (StichtingCentraleMelkcontrole Dienst, 1973). Vandelactatiesdiebegonnen zijntussen 1-7-1970en30-6-1972werdende proefmelkgegevenstenbehoevevanditonderzoekbeschikbaar gesteld. Perdier zijndevolgendegegevensbekend: -koeregistratie,provincie-,vereniging-enlidnummer -geboortedatum -ras - indienaanwezig,hetregistratienummervandevader -kalfdatum - lactatiegegevens:melkhoeveelheid vetgehalte eiwitgehalte lactatielengte indagen -305-dagenlijst (lijsten>^305 dagen):melkhoeveelheid vetgehalte eiwitgehalte -cöntrolefrequentie (2-,3-of4-wekelijks) -gegevensperproefmelking: melkhoeveelheid vetgehalte eiwitgehalte aantaldagensindsdevoorafgaande proefmelking ofkalfdaturn
20
Tenbehoevevanhetonderzoekwerdaanallelactatieshetbedrijfsgemiddeldetoegevoegd.Ditbedrijfsgemiddeldewerdberekenddoorgedurendeeenjaar (van1novembertotenmet31oktober)perproefmelkinghetaantalmelkgevende koeienendetotalemelk-,vet-eneiwithoeveelheidtevermenigvuldigenmethet aantaldagentussendeproefmelkingendevoorafgaande (Sybrandy,1970b).Per1 novemberwerddegemiddeldebedrijfsproduktieberekendenmeegegevenaande jaarganglijstendiebegonnenwarentussen1julivanhetvoorgaandejaaren30 junivanhetzelfdejaar.Indemaandenaugustustotenmetdecemberwerdslechts 16°êvandejaarlijkseinseminatiesverricht (JaarverslagK.I.,1971).Doordit seizoengebondenafkalf patroon:hetgrootstedeelvandegeboortesindewinter envroegevoorjaarsmaanden,heeftdeperiodewaaroverhetbedrijfsgemiddelde berekendwordtdegrootsteoverlappingmetdeperiodewaarindelactatieproduktiestotstandkomen. Uitdeproef melkgegevenswordendevoortschrijdendetotalen,305-dagenproduktieenlactatieproduktieberekendvolgensrichtlijnenvanhetEuropese ComitévoordeMelkcontrole (1964).
21
4 Oorzaken van variantie in melkproduktie
Zoalswegezienhebbeninhetliteratuuroverzicht,hebbenvele factoren invloedophetverloopvandemelkhoeveelheid gedurendedelactatie.Devolgende oorzakenvanvariantie zijngekwantificeerd:deleeftijdbijafkalven,seizoen vanafkalvenenhetbedrijfseffeet.
4.1 MATERIAAL VanhetdoordeCentraleMelkcontrole Diensttenbehoevevanditonderzoek opgebouwdebestandwerdendegegevensvan4000 lactatiesuitdeprovincieUtrecht gekozenvoorhetkwantificerenvandeeffecten. Per lactatiewarendevolgendegegevensbeschikbaar: -volgnummerbedrijf - leeftijdbijafkalven (inmaanden) -afkalfmaand -melkhoeveelheid overdelactatie - lactatielengte -perproefmelking:aantaldagentotvoorafgaandeproefmelkingof lactatiebegin melkhoeveelheid (0,2kgnauwkeurig). Omeventuele invloedenvanverschillen instreek,jaarvanproduktieenras ophetverloopvandemelkhoeveelheiduittesluitenwarendezegegevensafkomstigvankoeienuitéénprovinciemetafkalfperiode 1-7-1970totenmet 30-61971,diebehoordentothetFH-ras.Erisgetrachtdeinvloedvanverschillenin momentvanconceptieteontgaan,dooralleen lijstentenemenmeteenlactatielengtevan290tot320dagen. Voorhetonderzoekwashetnoodzakelijkomdewaarnemingenopgelijke momententijdensdelactatietehebben.Door lineaire interpolatie tussende melkhoeveelheidperproefmelkingwerdendedagproduktiesberekendop 10,30, ...,290dagen (figuur 2). Indiennade290edaggeenproefmelking plaatsvond werddemelkhoeveelheid op290dagengelijkverondersteldaandiebijdevoorgaandeproefmelking.Dedagproduktieop290dagenisniet indeanalysedjfers 22
F i g . 2.
Lactatiecurvedoorde gemetenmelkhoeveelheid bij 12proefmelkingen ende lactatiecurve door degeïnterpoleerde hoeveelheid op de 10e, 30e,....290e dagvoor een individuele koe.
melk milk (kB) 2 0
15
10
SO
1 0 0
150
2 0 0
S50 dagen days
Fig. 2. Course ofmilkyield on 12testdays and as interpolated fromyield onDay 10,30,.... 290of the cow's lactation.
opgenomendaarhetgedeeltelijkgeëxtrapoleerde cijfers zijndiemoeilijkvergelijkbaar zijn. Uitdezedagproduktieswerdendecumulatieveproduktiesberekendop20, 40, ...,300dagenvolgens richtlijnenvanhetEuropeseComitévoordeMelkcontrole (1964).Bijdeeersteproefmelkingwordtdemelkhoeveelheid vermenigvuldigd met hetaantaldagennaafkalvenplus10(3-weekse controle).Bijdeze hoeveelheid wordtperproefmelkingdehoeveelheidmelkmaalhetaantaldagentotvoorgaande proefmelking geteld.Degemiddeldeproduktievandeberekende 300-dagenlijsten was 4799kg(standaardafwijkings=1035kg)enhetgemiddeldevandeactuele lactatieprodukties 4808kg(s=1039 kg).Decorrelatiecoëfficiënt tussendeze tweegroothedenwas 0,9969. Intabel2zijndegemiddeldedag-encumulatieveprodukties gegevenmetde standaardafwijkingendevariatiecoëfficiënt(v). 4.2 METHODEN Debelangrijkste oorzaakvanvariantieindemelkhoeveelheidisdeleeftijd bijafkalven.Leeftijdwordtmeestal gemetenalswerkelijke leeftijdofals
23
Tabel 2.Gemiddelden, standaardafwijkingen (s)envariatiecoëfficiënten (v) van dag-en cumulatieve produkties. Lactatiedag
Dagproduktie gem.
10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 210 230 250 270
22,4 22,9 22,4 21,0 19,6 18,3 17,1 16,0 14,9 13,8 12,6 11,4 10,2 9,0
s
5,3 5,3 5,2 4,9 4,6 4,3 4,1 3,9 3,8 3,6 3,5 3,3 3,1 2,9
Dagen Cumulatieve produktie lactatie gem.
v
23,7 23,1 23,2 23,3 23,5 23,5 24,0 24,4 25,5 26,1 27,7 28,9 30,4 32,2
260 280
Test day
Test-day yield
106 208 307 399 484 563 637 706 770 829 883 931
1353 1774 2166 2532 2874 3195 3493 3769 4021 4249 4454 4635
lact.
CV.
448 906
20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240
972 1005 4808
21,8 21,7 1039 21,6
Time in mean s lactation •—• (day) Cumulative yield
C.V.
Tabel 2.Means,standard deviations (s)and coefficients of variation (C.V.) for test-day yields and cumulative yield.
lactatienummer.Johansson&Hansson(1940)wezeneropdatmenvoordematevan ontwikkelingvankoeiennaastdeactueleleeftijdookhetaantalvoorafgaande lactatiesinogenschouwmoetnemen.Deleeftijdbijafkalvenvan9650koeien tussen18en168maandenwerdnagegaan.DezedierenbehoordentothetFH-ras, haddeneenlactatielcngtevan290-320dagenenwarenafkomstiguitdeprovincie Utrecht.Infiguur3zijndeaantallentotdeleeftijdvan137maandeninklassenvantweemaandenweergegevenomtelatenzienwelkaantaldierenopwelke leeftijddelactatieaanvangt.Nietdirectisaftelezendatdierenmetdezelfdeleeftijdeenverschillendaantallactatiesvolbrachthebben.Degrootste groepvanvoorheteerstkalvendedierenwordtgevondenbijeenleeftijdvan23 tot27maanden.Verschillendlactatienummerbijdezelfdeleeftijdzalvooral voorkomenbijhogereleeftijdscategorieën. Daarinonsmateriaalgeencoderingnaarhetlactatienummerbeschikbaaris, werdeenklasse-indelingnaaractueleleeftijdgekozen.Ineenvooronderzoek werden14leeftijdsklassengehanteerd;éênklassevoordierenvan1j.10mnden
24
23,7 23,0 22,7 22,5 22,3 22,2 22,2 22,1 22,0 22,0 22,0 21,9
Fig. 3. Het aantal afkalvingen (n=9650)per afkalf-leeftijdsklassevan 2maanden. aa n t a l d i e r e n number
of
animals
lOOO
7 B O
soa
•sa -
84
36
4B
SO
78
B4
9B
1 0 S ISO 133
l e e f t i j d in m a a n d e n a g e in
months
Fig. 3. Number of calvings (n=9650)according tocow's age class in intervals of 2months.
1j.11mnd,4klassenvan3maandenvoordetweejarigen,4klassenvan6maandentot5jaar,4klassenvanéénjaarende14eklassevoordierenvan9en10 jaar.Hetaantaldierenperklasseendegemiddeldeproduktiehebbengeleidtot deleeftijdsklassen zoalsintabel3zijnweergegeven.Leeftijdsklasse7bevat naastdedierendie5j.0mndtotenmet6j.11mnd,ookdiegroeptussende
25
Tabel 3.Verdeling van hetmateriaal over 8 leeftijdsklassen. Leefti d (jaren maanden)
1.102.01 2.05 3.00 3.06 4.00 5.00 7.00 9.00 -
Klasse
Aantal dieren
426
2.01 2.05 3.00 3.06 4.00 5.00 7.00 9.00 11.00
494 230 597 196 625 878 388 166
Age (years months)
Number of animals
Class
Table 3.Distribution of cowsbetween 8ageclasses.
Tabel 4.Verdeling vanhetmateriaal in seizoensklassen naar afkalfmaand. Afkalfmaand
juli, augustus september 1970 oktober,november 1970 december 1970,januari 1971 februari,maart 1971 april,mei,juni 1971
Month of calving
Klasse
Aantal dieren
270 2 3 4 5
306 621 1618 1185 Class
Number of animals
Tabel 4.Distribution of the cows according tomonth of calving.
9en11jaarbijafkalven.Inverloopenniveauvandeproduktietijdensde lactatiebestondtussendezetweegroependierengeensignificantverschil (getoetstmet"Duncan'smultiplerangetest";Harvey,1960). Hetafkalfpatroonissterkseizoengebonden (figuur 4),metzeerweiniggeboortesindemaandenjunitotnovemberenca.75°&indemaandenjanuaritotmei.Dierenvan4j.10mndtot5j.4mndkalvenrelatiefminderindemaandenjulit/m januarienmeerinfebruaridandegroepvan1j.0mndtot2j.4mnd.Opgrond vanhetaantalafkalvingenpermaandenhetverloopvandemelkhoeveelheidgedurendedelactatieisgekozenvoorseizoensklassenzoalsintabel4isaangegeven.
26
Fig. 4. Procentueleverdeling vanhet aantal afkalvingen naarkalendermaand voor twee leeftijdsgroepen koeien. afkalvingen cal vings
% 30 S S V m 8 7 ] ma a n d a n b i j a f k a l v a 5 8 V m B3 j m o n t n a a t c a l v i n g
SO
10
_r 3
4
7
8
9
IO
Tl
13
kalendermaand m o n t h of t h e y e a r
Fig. 4. Proportion of calvings indifferentmonths for cows of two ageclasses.
Deaantallenpersubklassezijnnietgelijk.Deadditieveeffectenzijn geschatdoormiddelvandemethodevandekleinstekwadraten (Harvey,1960). Indeliteratuurkomtdeinteractietussenleeftijdbijenseizoenvan afkalvennaarvoren.Ominonsmateriaaldeze interactietekwantificeren,werd dedagproduktiegeanalyseerdvolgensdestatistischemodellen1en2. model1: y..,= y+a.+s-+e.., 'ijk 1 model 2: y. waarin
ijk
j
ijk
u+a.+s-+ (as)..+e.-, 1
J
ij
ijk
y i - k=dagproduktieop10,30,...,270dagenvoordek koe inleeftijdsklasseienseizoensklassej de a- =effectvani leeftijdsklasse (i=1,..., 8) de s. =effectvandej seizoensklasse (j=1,..., 5)
27
(as)•.=effectvandeinteractietusseni leeftijds-enj seizoensklasse e--,=restterm. ijk
Derandvoorwaardenwerdengesteld: ia-=Is-=l(as)-.=>:fas)..=0. -ï
ï
.j
J
-
i
il
•'
]
in
Decumulatieveproduktiewerdookgeanalyseerdvolgensmodel1.Deoorzaken vanvariantieindag-encumulatieveproduktiewerdentevensberekendvolgens: model3: y ijk=y + at• s. +b(X ijk -X)+ e i j k
m o d e l4: y
ijmk=
v +a + s + h
i j m+eijmk
model5: y., =y+a.+h + e - , 'imk ï m
imk
model6: y., =y+s.+h + e - , imk j m
jmk
waarin : b =lineaireregressievany..,ophetbedrijf sgemiddeldeX.., 1J de h =effectvanhetm bedrijf. J m Deoverigeeffectenzijndezelfdealsinmodel1.
l;>
Omdevraagtebeantwoordenofdegroottevanhetleeftijdseffectafhankelijkisvanhetniveauvandegemiddeldebedrijfsproduktie,isdeinteractie tussenleeftijdbijafkalvenenbedrijfsniveaunagegaan.Hiertoewerdende4000 lactatiesingedeeldin3groepennaarproduktieniveau (tabel5).Metdezeindelingvanhetmateriaalnaar3bedrijfsniveauswerdvoordedag-encumulatieve produktiehetstatistischmodel7geanalyseerd.
model 7: y . j k l = y + a±
+ Sj +
nk
+
(an)ik + e i j k l
de waarin :n=effectvanhetk bedrijfsniveau (k=1,2,3) (an)., =effectvandeinteractietussenleeftijdienbedrijfsniveauk. Deoverigeeffectenzijndezelfdealsinmodel1. Tussendedagproduktiesop10,30,...,270dagenonderling,tussende cumulatieveproduktiesop20,40,...,300dagenonderlingentussendedag-en cumulatieveproduktieszijndebinnen-subklassecorrelatiecoëfficiëntenberekend uitderestkwadraatsomendesomvandekruisproduktenuitmodel4.
28
Tabel 5.Aantal dierenperbedrijfsniveau en leeftijdsklasse.Tussenhaakjes het aantalbedrijven inhetbetrokken bedrijfsniveau. Niveau en bedrijfsproduktie
Leeftijdsklasse
midden 4700-5400 kg (255)
hoog > 5400kg (68)
145 150 88 198 70 207 329
208 253 105 291 100 296 513
78 91 37 108 26 122 202
111
199
78
low
medium
laag < 4700 (180)
1 2 3 4 5 6 7 8
Age class
kg
high
Level andherd yield
1.Zie tabel3/seeTable3. Table 5.Number of animals perherd level and age class. Inbrackets the number ofherdsperherd level.
Voorhetweergevenvandegroottevandeadditieveeffectenvanleeftijd, seizoen,bedrijfendeinteractieswordtdeterminologievanSearle(1971) gehanteerd.HierinbetekentR(y,a,b)deafname("reduction")indekwadraatsom vanhetvolledigemodelmetparametersy,aenb.Deafnameindekwadraatsom wordtweergegevenalsdeelvandetotalekwadraatsomnacorrectievoory.Deze 2 parameterwordtaangeduidalsdeterminatiecoëfficiënt (R ). Indetegebruiken notatiegeeftdat: R (y,a,b)=
R(u,a,b) R(y,a,b) = ^ x 10° y'y-R(y) y'y-ny
R(a|u,b)geeftdeafnameindekwadraatsomvanhetmodelweervoora,nacorrectievooryenb.Ookdezeafnameinkwadraatsomzalalsdeterminatiecoëfficiënt 2 2 wordenweergegevennavermenigvuldigingmet100,ni.R (a|y,b).R (a|y,b)isdus niethetkwadraatvandeafnamevandekwadraatsomvoorheteffectanacorrectievooryenb.R isdedeterminatiecoëfficiënt inprocentenen (a|y,b)geeft aandathetdedeterminatiecoëfficiëntbetreftvooreffectainhetmodelwaarin y,aenbzijnopgenomen. 29
4.3 RESULTATEN Interactie
tussen
leeftijd
en seizoen
Deinteractietussenleeftijdbijen
seizoenvanafkalvenis,naastdeeffectenvanleeftijdenseizoen (model1), geringeningeenenkellactatiestadiumvoordedagproduktiesignificant(tabel 6).Dedeterminatiecoëfficiëntiskleinerdan11metdehoogstewaardeop270 dagen (0,62°Ó)endelaagste (0,32°s)bij70dagen.Indeverdereanalysewordt ditinteractie-effectbuitenbeschouwinggelaten.
Leeftijd
Deinvloedvandeleeftijdbijafkalvenopdedag-encumulatieve
produktie,berekendvolgensmodel4,isweergegevenintabel7. Hetvolledigemodelvoordedagproduktieverklaartmaximaalca.691vande variantie.Ditishetgevalop50-70dagen.Bijhetvoortschrijdenvandelactatiedaalthetverklaardedeeltotca.49°&.Hetdeeldatdoorhetleeftijdseffect verklaardwordtisaanhetbeginvandelactatieca.46°sendaaltsnellerdan hetdeeldatverklaardwordtdoorleeftijd,seizoenenbedrijfsamen.Op270 ...... 2 Tabel 6. Determinatiecoefficienten (R x 100) en F-waardevoor het interactieeffect tussen leeftijd en seizoen op de dagproduktie. Lactatiedag
R (a,s,as|\ )
R (as|u,a ,s)
F1 as
10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 210 230 250 270 Lact.
52,00 51,74 51,24 49,98 47,41 45, 1 1 44,03 42,50 40,28 37,16 32,32 27,36 23,45 18,23 44,27
0,48 0,37 0,36 0,32 0,34 0,37 0,46 0,55 0,48 0,38 0,38 0,60 0,55 0,62 0,27
1,40 1 , 10 1,03 0,90 0,90 0,96 1 , 16 1 ,36 1, 14 0,86 0,79 1, 16 1 ,01 1,07 0,68
Test day
1.F œ > 1,69
P < 0,05.
__ . . , 2 Table 6. Coefficients of determination (R x 100) and Fvalue for the effect of interactionbetween age and season on test-day yield,
30
Ol
•o o. o
inmp^voc4
.a\ — cd Pu
3 73 O U (X 00 cd •o
ni
4
v^ CM
3 T) O h P.
o> TJ
o. o
r^vDsDiOO^\Dr^.\DroOinooo ——
cd
T3
^ c o c o o o c o N N O i A i n - s i T n - o x
m
01
y
> 01
•l-l 4-1
cd
C
^
3.
O
43
w n)
i-l
M-l dl
r n ^ - i r i o \ v o o o n o < t c o v O f n a > o o r ^ c n v o r ^ r - ^ o m c o — oo m CM oo M ^Oh.C00000C0000000WMs'r>*û'X)
3
1
u
o
01 M-l M-4 01
C o c -H
01 4=
>
4-1
• H 4-1
C a Ol 4J oo u cd a a ^
o o
01
4=
o o o o o o o o o o o o o o
o
N ^ \ O O O O N - J v O « ) O N > H O a ! n) - - - - - N M N W N i - l
U O
01 -u >, e o c« •H H
M-l
CO - o i-l ^
CU
3 cn
f-4
c
>
01 TJ
tu
td cd
-0 C cd
s
/•^ o o
o o
—
cd
Pu
— X
fOCMrO(N-00-1^Or>.--\Ovß o o i o n ^ c i i n O f O N ^ N i n a s s j vOrsr^^ûvûiriin^fONCMt-
N4
BS
^
C
ai r-i ^-/ 0) Tl ö O 31 E 4-1 w
O
•H 4J
e •H
•Noc>LO-r^O"ONC^ooroin < y » c o m o c n m c N r ^ < î - o o v O * — r-
C
•H -H
O u o a 01 •H 4-1 ra C •H
01 > oi -H 4J
S3 01 3
CU 0
^t^-^t<j-
o u
4-4 Cl) •a
T3
01 •r-l
CU •H >Ï
4-1
4<S 3 T3 O U
R
T) M-l t—(
n
>>
CA 4J
cd T3
a, on cd
r-l
Ê T01l
:oi ai
• H 4
•
^-N
cd v-r
01 •rl
^ >
C O) 01
^ooa*o\oo\oin
o
4J g 01 3 O O cd
T3 01 43 CO H
r^ 8
•u
o no cd
cd
•J T j
oooooooooooooo
43 cd H
31
dagenwordtnogslechtsca. SI verklaarddoordeleeftijd. Bijdecumulatieveproduktiezienwedathetdeeldatdoorhetvolledige modelverklaardwordtbijdeproduktieover20dagenca.66%is,toeneemtmetde lactatietotca.100dagen,daarnaconstantblijfttotca.200dagenendan langzaamdaalt.Hetleeftijdseffectdaaltna50-70dagenproduktie,zijhet slechtsgering.Bijeencumulatieveproduktievan280dagenwordtnogsteedsca. 40%vandevariantieverklaarddoordeleeftijdbijafkalven. Seizoen
Deinvloedvanhetseizoenvanafkalven (tabel8)opdedag-encumu-
latieveproduktie (model4)isveelgeringerdandievoordeleeftijdbijafkalven.Tot110dagenisdeseizoensinvloedopdedagproduktiekleinerdan31.Tot heteindvandelactatieblijftdeseizoensinvloedopdedagproduktiestijgenen wordtop270dagenca.8,51. Deseizoensinvloedopdecumulatieveproduktieissignificant.Inhetbegin 2 Tabel 8.Determinatiecoefficienten (R x 100)enF-waardenvoor het seizoenseffectop de dagproduktie enop de cumulatieve produktie (model4 ) . Lactatie-
Dagproduktie
dag R 2 (s y,a ,h)
F
1 1
Dagen lactatie
Cumulatieve produktie F1 s
280 lact.
0,51 0,57 0,74 1,01 1,19 1,32 1,44 1,57 1,72 1,82 1,86 1,78 1,63 1,49 1,32
13,2 16,1 22,0 31,3 37,7 42,1 46,2 50,3 54,8 57,7 58,0 54,6 49,3 44,0 37,3
Time in lactation (day)
Cumulative y ield
s
10 30 50 70 90
0,51 0,64 1,42 2,40 2,30 2,80 3,90 5,27 6,62 7,41 7,19 7,07 8,22 8,49
110
130 150 170 190 210 230 250 270
Test- day yield
Test day 1.
t>2
13,2 18,1 40,2 68,2 63,4 73,3 99,1 129,1 154,7 164,4 147,6 136,6 152,8 144,0
37
P
20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260
<0 ,05.
2 Table 8.Determination coefficients (R x 100)and Fvalues for the effectof season on test-day yield and cumulative yield (model4 ) .
32
i
R2(sjy a,h)
o o N O m t n - ' ï ' j f o - a ^ o o a x T « o t n o f n \ c c o o \ o - M N n > j i n
CM NO
t n { n * * s j » j ^ s r i n i n L O i o i A i n i o
IA
n O f ^ - * - î ' - c o - i n n O ' - \ û v o v o o o O N O c o o N c o c o c M r * - c o o o o r -
ON o
- 3 - v O N 0 r - ~ 0 0 0 0 O N O N O O — CM CM CO - - - „ « « - „ M ( s l C s l C s | ( v J N
m CNI
— 42 |X4
4
01
G to
> .-i
0) ai •H
73
•u o
«e
71 i-H H Ol •l-l >-,73 r-4 01 01 • H 73
>—
1
oi
^
o 0) 7 3 O I M
oo & T3 OI
>
01
CM
4« 3
IX — 43
•a o
ta
ON 0Ü vl>
r^
_—
——
•j-
r^
00
tN
o
-.T
— .
>> >
—
ON
4J Ol to 01 • H 4-1 4-1 tO U-l 1 - 4
73 .—I 01 •H
VJ
a.
O 3 H G 3 O O
01 C tfl to t-H
> <1) • H
tn o) 0)
I
r-4 01 71 O
01
>
•H to 7 1 to G til tu l-l 6(1 >N 01 to U 73
>
01
3 O
IX 4=
G 01
m o o — o - N O - '
— - T v o o o N O O o o - d - r ^ o ^ o - C M O ^ i n o i O ' - ^ - -
N C O O - M M t n > J « J i n i A v D ^ C O X
1
60
I 60 « 73
01 73 •H
G to O O
>
01 4-1
u 0) U-l
oo u to to o <-<
oooooooooooooo M ^ \ O C O O N ^ \ D C O O t s m r > D O O
O G O
4-1
U-l
te oi -u >•> B o to •H
tn 01
0) CO U-l »r-ï 'H
I
73
ta
Ol
> ta
o o
S M
C
—
71 l-l 71 01 Ö 43 tO tl) /—N 4 3 C J 4-1
— < r r s f f i c o i O N N t N i o o i o ^ r s O N — < f N D i / N < r c o c M c M — c o -d- —
4=
ta
c o c o > d - « d - < r < ï - < r < r - d - < 3 - > d - - 3 ' < r - d -
o
^
X
-1
tO
c c
•st" r-. 0 0 ON — t T M C M C M C M C O L T I O O O O — — — — CMCMCMCMCMCMCMCMCOCO
X > M C oä oi e Ol Ol -o
o
•l-l 4J tO CM
•M i - l C Ol :o> 7 3 • H 73
IX —
•H e I M Ol M-l 0 0 : 0 > to O M-l
43
ta
m
CM
O
ON CM ON 0 0 0 0 co CM O CM < f NO o
ON NO NO
O o m m LO m
_
r~.
CM ON ON
r^ o o co
u-i ON < f co
O
in
•H
00
a
CM CM CM CM o O O vO o CM O ON 0 0
tl) 4-J 01 71
——
O O
01 45
•U
3 73 O U CU 00 tö
IX 43
i n o r - * ^ f c M o o N O P " ~ — u o m — ON — — o tn — t D - J O O c O N N h f l i N r ^ o
—
r N - j i n i n i n ^ - ï ^ - j - J t n
o
to Ol
Fi
G 71
0 -I-I
4J 01
71
« G "-'
c o ~ o - r ^ c o i n o O N v o i n L n o c o c M O N £ > u o c o r - . c o o o - d - O N O N v £ > c M C M O N
— o o
-H U 73 01 43
U O 4-1
—
Ol 4-1 Ol - - - 4= O O U
01 •rf 4-1 tO c •rH S U
ü
01 14-1 tO M-l 01
I-I
e in 01 73 U tU tl)
4J
3
tO 7 3
H *-*—
to 73 I
M 01 43
a o
71 t u —1 O 01 •H to >N 4J C 01 01
>
01
H
ai a,
O o 0) 43 tO
H
•U
ü 00 to to •J ~a
o o o o o o o o o o o o o o — co u~i f» ON— c o i n r - v O N — c o u o r - -
— . ^ „ ^ ^ C M C S j c M C M
to > i oi to H 73
43 tO
H
33
vandelactatieisdezekleinenstijgtlangzaamtotca.200dagenwaarde maximalewaardevanca.1,8°&gevondenwordt.Daarnadaaltdezeweer. Bedrijf
Deinvloedvanhetbedrijfopdedag-encumulatieveproduktieis
onderzochtdoorinmodel4hetbedrijfalsvasteffectoptenemen,endoorde regressievandag-encumulatieveproduktieophetbedrijfsgemiddelde(model 3). Intabel9isdedeterminatiecoëfficiëntvoorderegressieophetbedrijfsgemiddeldeenvoorhetbedrijfseffectgegeven.DaarnaastzijndeF-waardenvermeld. Deregressievandedagproduktieophetbedrijfsgemiddeldeisverantwoordelijkvoorca.7»»vandekwadraatsomop10dagenenstijgttotca.151op100 dagen,waarnadedeterminatiecoëfficiëntgelijkblijft.Opdecumulatieveproduk2 , tieisdestijgingvanR (bX|u,a,s)kleinermaarzetdoortotheteindvande lactatie.Over280dagenproduktiewordtca.18°6vandekwadraatsomvande
Tabel 10.Percentage van totale gemiddelde kwadraatsom voor hetbedrijfseffect (a),endeverhouding tussende determinatiecoëfficiënt van de regressie van dag- en cumulatieve produktie opbedrijfsgemiddelde, (b),en(a). Lactatiedag
Dagproduktie
Lactatiedagen
b/a
10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 210 230 250 270
Test day
9,77 13,09 13,97 15,36 16,85 17,25 17,28 17,37 17,63 18,33 19,53 21,80 23,52 23,55
Test-day yield
0,73 0,72 0,83 0,86 0,88 0,90 0,88 0,87 0,84 0,80 0,76 0,67 0,64 0,58
Cumulatieve produktie a
20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280
0,73 0,76 0,79 0,81 0,84 0,86 0,85 0,86 0,87 0,87 0,87 0,86 0,87 0,89 0,88
lact.
9,77 11,62 12,69 13,62 14,42 15,03 15,93 16,35 16,80 17,33 17,97 18,75 19,57 20,45 20,69
Time in lactation (day)
Cumulative yield
Table 10.Percentage of themean squares forherd (a),and the ratio of the coefficient of determination (b)for the regression of test-day yield and cumulative yield onherd mean,and (a)
34
b/a
cumulatieveproduktiedoorderegressieophetbedrijfsgemiddeldeverklaard. Hetbedrijfseffectneemtop10dagenca.14%vandekwadraatsomvande dagproduktiewegenditpercentagestijgtgedurendedelactatietotca.311op 270dagen.Opdecumulatieveproduktieiserookeengeleidelijke stijgingtot 280dagen (23,8%). Deregressieophetbedrijfsgemiddeldeisverantwoordelijkvooreenkleiner gedeeltevandekwadraatsominzoweldag-alscumulatieveproduktiedande kwadraatsomvanhetbedrijfseffect.Ditverschilinafnamevandekwadraatsomis afhankelijkvanhetrelatiefgroteverschil invrijheidsgraden. Indezeanalyse zijndedierenafkomstigvan504bedrijven.Omeenvergelijking tussenhet bedrijfalseffectenderegressieophetbedrijfsgemiddeldebetermogelijkte makenisintabel 10deafnameingemiddeldekwadraatsomvoorhetbedrijfseffect alspercentagevandetotalegemiddeldekwadraatsomopgenomen.Bijderegressie zijndedeterminatiecoëfficiëntendegemiddeldekwadraatsomuitgedruktals percentagevandetotalegemiddeldekwadraatsomdezelfde.Tevensisintabel10 deverhoudingweergegeventussendedeterminatiecoëfficiëntvanderegressieen Tabel 11.Regressiecoëfficientenb"metstandaardafwijkings,vandag-en cumulatieveproduktieophetbedrijfsgemiddelde. Lactatie-
Dagprodukt .e
Dagen lactatie
dag
10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 210 230 250 270
Testday
6
S
0,0027 0,0032 0,0034 0,0034 0,0033 0,0033 0,0031 0,0029 0,0028 0,0027 0,0026 0,0024 0,0023 0,0021
0,00010 0,00010 0,00009 0,00009 0,00009 0,00008 0,00008 0,00008 0,00008 0,00008 0,00008 0,00008 0,00007 0,00007
6
s
lact.
0,054 0,119 0,187 0,256 0,325 0,391 0,452 0,511 0,567 0,621 0,672 0,721 0,767 0,809 0,854
0,00208 0,00394 0,00563 0,00716 0,00858 0,00991 0,01117 0,01237 0,01350 0,01459 0,01564 0,01663 0,01754 0,01836 0,01952
Timein lactation (day)
Cumulative yield
b
Test-dayyi Leid
Cumulatieveproduktie
20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280
b
Table 11.Regressioncoefficients6withstandarddeviations, oftest-day yield andcumulativeyieldonherdmean.
35
deafnameingemiddeldekwadraatsomvanhetbedrijfseffeet.Deverhoudinggedurendedelactatieisnietconstant.Bijdedagproduktieop10dagenisdekwadraatsomvanderegressie27e»lagerdandegemiddeldekwadraatsomvanhetbedrijfseffect.Hetprocentueleverschildaalttot10op110dagenenstijgtdaarnatot 42op270dagen.Bijdecumulatieveproduktiedaalthetverschilcontinutot111 bijde280-dagenproduktie. Intabel11wordendelineaireregressiecoëfficiëntenvandag-encumulatieveproduktieophetbedrijfsgemiddelde(model3)vermeld.Dewaardevande regressiecoëfficiëntvandecumulatieveproduktieopbedrijfsgemiddeldeisop 100dagen0,325enstijgttot0,854voordelactatieproduktie. Bedrijfsniveau
Deresultatenvandevariantie-analysevolgensmodel7waarin
debedrijven,ingedeeldnaar3niveausvanproduktieendeinteractietussen dezebedrijfsniveausendeleeftijdwarenopgenomen,zijnweergegevenintabel 12.IndezetabelzijndeF-waardenopgenomenvoorheteffectvanhetbedrijfsniveauenhetinteractie-effectmetdaarbijdedeterminatiecoëfficiënten. Deinteractietussenhetbedrijfsniveauendeleeftijdiszowelvoorde dagproduktiealsvoordecumulatieveproduktieinallelactatiestadiasignificant.DehoogsteF-waardeheeftdedagproduktieop110dagenendecumulatieve produktieover200dagen.Ondankshetsignificantzijnvandeinteractieisin allegevallendedeterminatiecoëfficiëntklein (ca.0,5!). HetbedrijfsniveauheefteenduidelijksignificanteF-waarde.Dedeterminatiecoëfficiëntervanisechterzowelbijdedag-,cumulatieve,alslactatieproduktiekleinerdandedeterminatiecoëfficiëntvoorderegressieophetbedrijfsgemiddelde (tabel9)enookkleinerdanhetdeelvandegemiddeldetotale kwadraatsomwatweggenomenwordtdoorhetbedrijfseffeet (tabel10). Samenhang leeftijd,
seizoen
en bedrijf
Indetabellen13en14zijnvoorresp.
dedagproduktieop30,70,...,270dagenendecumulatieveproduktieover40, 80,...,280dagendeterminatiecoëfficiëntenweergegeven,dienoodzakelijkzijn voorhetinzichtindesamenhangvandeverschillendeeffecten. Hetleeftijdseffectopdedagproduktiegeeftnacorrectievoorhetseizoensenbedrijf sef f eeteendeterminatiecoëfficiënt tezienvanca.47!op30dagen, welkedaalttotca.5%op270dagen.Hetleeftijdseffect,zonderrekeningte 2 houdenmetseizoenenbedrijfheefteenR vanca.51 % aanhetbeginvande lactatie,welkeookgeleidelijkafneemttotca.5!aanheteind.R (a|y,s)en R (a|y,h)latenziendatcorrectievanhetleeftijdseffectvooralleenhet seizoenvanafkalven,datdeelwattoegeschrevenwordtaanhetleeftijdseffect 36
(3 — CO
c s i o > - r ^ o o v o o — o o r ^ e - o o o r - * —•en M L O O ' - C O l O r ^ C O C O O > ^ C O C O C O N f j N c o i * i r o ^ n f o c * i c n n n r o c o n
Pu
c O ( u o - f n < t ^ w c o o - « f J c N i n cotri^*j-j>ct,'^^»*iounLniniALn
ooooooooooooooo N O C l N O O - ï v O - C O O V I J i O O L n o l 4-1
•ri U •d d) 43
P~ — £3
rH ai -O
•O O
cO - - '
CU
>
(U (3 • * CD 4J •U 4«! O 3 d) T J d) tJ - H O -u O ni
>
'3
Ö H eu 3 73 Ü
v o r ^ L n m o o ^ o o o c N u i r ^ c ^ o o o v o c o > ï o > n N f f > N M i n v O M a o o o ' - N c s m f n f O » j < ' ^ - ï > t - ï i n i n L n
p.
TJ
T3 r »
CU •H >i
dl r-l 4 3 CU TJ 4-1 O
0)
t>
° v5
>
CU
co
CM BS
< ^ m - \ D * û N r ^ O 0 N C T » c n — Ncoiri o> o> ^o — >£> — - j c o o r o r ^ — L D C ^ - 3 -
m dl
>»
CU dl 43 •i-I 4J 4-> co u f-) o 3 M-l R 3 CO Cl 01 3 Tl i-H (3 ca ca
c n * ï i n ^ v o r s h . r s c o c o c o o ^ c ^ ( ^ o
>
CS cO dl u 60 O tO cO £3 - i
ca O O O O O . O O O O O O O O O Ü C N - J - v O O O O C N - d - v O O O O C N - d - ^ O O O CO — —— — — ( N C N C N C N C N i - l
m c cO dl
f.
(3 — ca Pu
pu oo M C TJ 0)
^
O CO ca T J
c N ^ D * c r r ^ t n w - ^ ^ i o c n c o ^ ^ o C N N - ^ o i i o i n i n c n o c f t - r o - ï c o Tj -H CNCNC-)CNf""lrOc*->CMCMCNCN cO / - ^ CO O TJ O I — 4J CO
o ja o — TJ ca 3.
w
PS
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
e
r^-j-^Dcyivor^^-oOLom-d-mooo
•M C :d> o o t-i U -i-i d) »H •H h 4J TJ « d) C 43 •H
Sm dl CU
o
CO
— C! Pu
^ o o o r ^ ^ o v o ^ o o — cï^mc^a>cTiLn c t ) M N i n c o m c o i ^ - J f l - C M » M -cNconcnncncocorocncsiNcN
1W r - 4 CU <1l 0 O 0) o o
4<S 3
TJ O R; oo ca o
o
en CU •u rifl CO CU •rH T> O (3 •rH CO
fOfiȔNTinininioinLO-*ifiifl
c
CO
TJ I c^
dl H
o ooooooooooooo — n m N d - ro m N o>- roiri s — ——— — C N C N C N C N
co >, dl CO H -O
> —)
(3 O T) •H U •U OJ cO 43
o
•H R IJ dl 4J CU
a
e cu
tu i* 4-1 01 43
i eu dl 43 CO H
— 8 Pu o oo co co 1-) T J
43 cO H
37
2 Tabel 13.Determinatiecoefficienten (R x 100)voor de effecten leeftijd, seizoen enbedrijf op dedagproduktie. Determinatiecoëfficiënt
Lactatiedag • 30 70
— 110
150
190
230
270
Leeftijd/Age 50,63 50,43 47,46 46,97
45,76 46,08 42,66 42,59
39,93 40,68 36,94 37,31
33,28 34,33 30,45 31,20
25,11 25,94 22,82 23,49
15,03 15,29 13,48 13,68
5,03 5,01 4,72 A,75
0,94 1,14
3,59 2,47
4,06 2,43
7,62 4,53
10,84 6,75
11,47 6,86
12,69 8,46
R 2 (h|y)
20,81
24,34
26,99
28,67
30,48
34,45
35,38
Coefficient of determination
Test day
R^aly) R„(aly,s) R^Calu.h) R (a|y,s,h)
Seizoen/'Season R„(slu) R (s|y,h)
Bedrij
f/Hevd
. . 2 Table 13.Coefficients of determination (R x 100)for the effects of age, season and herd on test-day yield.
doetstijgen,zijhetingeringemate.Alleencorrectievoorhetbedrijfseffeet 2 doetdeR voorhetleeftijdseffectdalen.Dezedalingisaanhetbeginvande lactatieca.31enneemtmethetvoortschrijdenvandelactatieaftotminder dan0,51.Ookhetseizoenseffectwordtkleinernacorrectievooralleenhet 2 bedrijfseffeetinvergelijkingmetR (s|y).Eenuitzonderinghieropvormtde 2 produktieop30dagen.HetverschiltussenR (s|y,h)isop270dagenzelfs4,2%. Desamenhangtussendeeffectenvanleeftijd,seizoenenbedrijfopde cumulatieveproduktiegeefthetzelfdebeeldtezienalsdieopdedagproduktie. 2 2 HetverschiltussenR (ajy)enR(a|y,h)blijftgedurendedegehelelactatieop hetzelfdeniveau (ca.3,5%).Doorhetgeringeseizoenseffectopdecumulatieve 2 2 produktieishetverschiltussenR(s|y)enR (s|y,h)kleinerdanopdedagproduktie.Hetseizoenseffect,berekendnacorrectievoorhetbedrijfseffectneemt na120dagenproduktieweeraf. Relatie
tussen dagprodukties
en/of cumulatieve
produkties
Tabel15geeftde
correlatiecoëfficiëntentussendedagproduktiesop30,70, ...,270dagenonder-
38
2 Tabel14.Determinatiecoefficienten(R x100)voordeeffectenleeftijd, seizoenenbedrijfopdecumulatieveproduktie. Determinatie- Dagenlactatie coëfficiënt 40 80
120
160
200
240
280
Leeftijd/Age R^(a|y) R,(a|y,s) R,(aly,h) R(a|y,s,h)
52,41 52,08 48,81 48,16
52,80 51,69 50,13 48,28 46,10 43,59 52,75 51,93 50,66 49,06 46,98 44,54 49,26 48,11 46,55 44,72 42,59 40,29 48,85 47,96 46,66 45,10 43,10 40,81
Seizoen/'Season R^(slu) R(s|y,h)
0,91 1,22
1,51 1,42
1,91 1,47
2,31 1,46
2,66 1,44
2,66 1,27
2,33 0,96
Bedrijf/Herd R2(h|y)
19,65
21,62
23,32
24,64
25,90
27,26
28,75
Coefficient Timein of lactation determination (day) 2 Table14.Coefficientsofdetermination (R x100)fortheeffectsofage, seasonandherdoncumulativeyield.
Tabel15.Correlatiecoëfficiëntentussendagproduktiesentussendagprodukties enlactatieproduktie. Lactatiedag
Lactatiedag 70
30 70 110 150 190 230 270
0,719
Testday
Testday
110 0,621 0,750
Lactatie 150 0,537 0,652 0,765
190
230 0,414 0,555 0,651 0,761
270 0,321 0,435 0,533 0,612 0,758
0,212 0,288 0,366 0,439 0,572 0,732
0,735 0,817 0,852 0,853 0,830 0,765 0,627 Lactation
Table 15.Correlationcoefficientsbetweentest-dayyieldsandbetween test-dayyieldsandlactationyield.
39
lingentabel16dietussendecumulatieveproduktiesover40,80,...,280 dagenonderling.Intabel17zijndecorrelatiecoëfficiëntenvermeldtussende dag- encumulatieveprodukties.Indezetabellenzijnookdecorrelatiecoëfficiëntenopgenomentussendag-resp.cumulatieveproduktieendelactatieproduktie.
Tabel 16.Correlatiecoëfficiënten tussencumulatieveprodukties. Dagen lactatie
40 80 120 160 200 240 280
Timein lactation (day)
Dagenlactatie
80
120
160
200
240
280
lact.
0,947
0,895 0,977
0,853 0,945 0,986
0,811 0,909 0,961 0,990
0,771 0,872 0,931 0,968 0,991
0,738 0,838 0,900 0,941 0,972 0,998
0,722 0,822 0,884 0,927 0,960 0,993 0,998
Timeinlactation(day)
Table 16.Correlationcoefficientsbetweencumulativeyields.
Tabel 17. Correlatiecoëfficiëntentussendag-encumulatieveprodukties. Lactatiedag
Dagenlactatie 40
30 70 110 150 190 230 270
Testday
0,960 0,691 0,599 0,516 0,402 0,310 0,209
80
0,946 0,872 0 , 7 11 0,614 0,496 0,385 0,259
120
0,902 0,908 0,835 0,697 0,575 0,454 0,306
160
0,864 0,899 0,878 0,799 0,648 0,516 0,354
200
0,824 0,882 0,886 0,849 0,745 0,587 0,412
240
280
0,785 0,859 0,880 0,863 0,802 0,685 0,486
Timein lactation(day)
Table 17.Correlationcoefficientsbetweentest-dayyieldsandcumulative yields.
40
lact.
0,751 0,831 0,863 0,859 0,825 0,747 0,586
0,735 0,817 0,852 0,853 0,830 0,765 0,627
Hetverbandtussendedagproduktiesisgroternaarmatede lactatiedagen dichterbijelkaarliggen.Decorrelatietussen2opeenvolgendedagprodukties bereiktdehoogstewaardeinhetmiddenvandelactatie.Delaagstewaarden wordenaanhetbeginvandelactatiegevonden.Voorde 150edag zijndecorrelatiesmetvoorafgaandedagproduktiesgroterdandiemetdagproduktiesopgelijke afstanderna.Nade 150edagwordendecorrelatiesmetvoorafgaandeproefmelkingenkleiner. Hetverbandtussencumulatieveproduktiesneemttoemetde lengtevande lactatieperiode.Hetniveauvandecorrelatiecoëfficiënt ishoogdoorautocorrelatie. Decorrelatiecoëfficiënten tussendagproduktiesende lactatieproduktie variërenvan0,627tot0,853.Dehoogstewaardenwordengevondenvoordedagprodukties inhetmiddenvandelactatieende laagsteopheteind. Dehogevoorspellendewaardevandedagproduktiesopca.100-150dagen wordtookweergegeven intabel 17.Demaximalewaardevandecorrelatie-coëfficiënttussendag-encumulatieveproduktiewordtbereiktvoorcumulatieveproduktiesoverperiodenlangerdantothetmomentwaaropdedagproduktiebetrekkingheeft.
41
5 Standaardisatie en extrapolatie van de melkproduktie
Inhetliteratuuroverzicht hebbenwegeziendatmethoden bekend zijnom dag-enlactatieprodukties testandaardiseren doortecorrigerenvoor niet genetische factoren.Daarnaast isveel onderzoek verricht omtekomentotextrapolatievandeellactaties.Deuitdeliteratuur bekende methodenworden besproken en onderzocht opdenauwkeurigheid. 5.1 MATERIAAL De ontwikkelingvanstandaardisatie- enextrapolatiefactoren enhettesten vandemethodenvanextrapolatie enstandaardisatie zijngedaanmetbehulpvan devolgende tweematerialen. Materiaal
A Hetin4.1beschrevenmateriaal heeft gediend omdestandaardi-
satie-enextrapolatiefactoren teberekenen. Dezelfde indeling naar leeftijd(8 klassen)bijenseizoenvanafkalven (5klassen)isgehanteerd (tabellen 3en 4). Deindelingvanhetmateriaal naarniveauvangemiddelde bedrijfsproduktie staat intabel5. Materiaal
B Bijpraktische aanwendingvanstandaardisatie enextrapolatie
worden factoren gebruiktdieberekend zijnuit,indetijd gezien,daaraan voorafgaand materiaal.Wijzijndanookminder geïnteresseerd indenauwkeurigheidvandemethodenvanstandaardisatie enextrapolatie voorhetmateriaal waaruitdefactorenberekend zijn.Denauwkeurigheid bijtoekomstig gebruikis relevant. Als testmateriaalwerden gegevens gebruiktvan2000 lactatiesuitdeprovincieUtrechtdietussen 1-7-1971en1-7-1972warenbegonnen.Alle dieren behoorden tothetFH-ras.Delactatielengtewas290tot320dagen.Perlactatie warendegegevens beschikbaar zoalsin4.1vermeld.Opgelijkewijze alsin4.1 beschreven voormateriaalAzijndoor lineaire interpolatie tussendemelkhoeveelhedenvanopeenvolgende proefmelkingendedagprodukties berekendop 10,30,— , 290dagenmetdebijbehorende cumulatieveproduktiesover20, 42
40,— , 300dagen.Degemiddelde300-dagenproduktiewas4976kg (s=1063kg) endegemiddeldeactuelemelkhoeveelheidoverdelactatie4989kg (s=1071kg). Dewaardevandecorrelatiecoëfficiënttussen300-dagen-enactuelelactatieproduktiewas0,9973. Hetaantaldierenperleeftijds-enperseizoensklasseisvermeldintabel 18.Tabel19geeftdegemiddeldedag-encumulatieveproduktiesmetdestandaardafwijkingen (s)endevariatiecoëfficiënten(v).
5.2 METHODEN Bijdemethodenmakenweonderscheidtussenhetberekenenvanstandaardisatieenextrapolatiefactorenenhettestenvandenauwkeurigheidvandezemethoden. Uithetliteratuuroverzichtkomtnaarvorendatdeleeftijdbijafkalvenals maatvoordeontwikkelingvandedierenhetbelangrijksteeffectisdathet vergelijkenvandemelkhoeveelheidbinnenentussendierenbemoeilijkt.Ookin onsmateriaalvindenwedatdeleeftijdsinvloedopdemelkhoeveelheiddegrootste verklarendefactoris. Deverschilleninmelkhoeveelheid,veroorzaaktdoorhetseizoenvanafkalven zijnsignificant,maargeringerdandieveroorzaaktdoorhetleeftijdseffect. Wunder&McGilliard (1967)enMilleretal.(1970a)wezeneropdatde doorhengevondeninteractietussenleeftijdbijenseizoenvanafkalvenhet werkenmetsubklasgemiddeldennoodzakelijkmaakt.Inonsmateriaalisdeze Tabel 18.Verdeling vanmateriaal Bover 8 leeftijdsklassenenover5seizoensklassen. Leeftijdsklasse/Age class
1
2
3
4
5
6
7
8
245
210
127
306
120
291
501
200
2 Seizoensklasse/Season class 1
2
3
4
5
84
211
391
751
563
1.Zie tabel 3/SeeTable 3. 2. Zie tabel4/SeeTable 4 . Table 18.Distribution of the cows inMaterial Bbetween 8 age classes and between 5seasonclasses.
43
Tabel 19.Gemiddelden,standaardafwijkingen (s)envariatiecoëfficiënten (v) van dag-en cumulatieve produkties inmateriaal B. Lactatiedag
Dagproduktie gem.
22,7 23,3 22,9 21,6 20,3 19,0 17,8 16,7 15,7 14,5 13,3 12,1 10,9
10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 210 230 250 270
9,6
s
5,3 5,4 5,4 5,1 4,8 4,4 4,2 4,0 3,8 3,6 3,6 3,4 3,2 3,0
Dagen Cumulatieve produktie lactatie gem.
v
23,5 23,2 23,6 23,8 23,5 23,3 23,7 24,0 24,2 25,0 26,7 28,0 29,6 31,5
20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 lact.
CV. Test day
Test-day yield
455 921 1379 1813 2219 2598 2955 3290 3603 3894 4160 4402 4620 4811 4989
107 211 314 410 498 579 654 724 790 850 905 956
23,5 22,9 22,8 22,6 22,5 22,3 22,1 22,0 21,9 21,8 21,8 21,7 21,7 1000 21,6 1037 1071 21,5
Time in mean s lactation (day) Cumulative yield
C.V.
Table 19.Means,standard deviations (s)and coeffcients ofvariation (C.V.) for test-day yield and cumulative yield inMaterial B.
interactie niet significant aangetoond. Tabel 18laat ziendatereenverstrengelingvanaantallen inleeftijds-enseizoensklassen iswaartenemen. Zoalswe in4.3zienverklaarthetbedrijfeenbelangrijk deelvandevariantie inde melkhoeveelheid.Hetvergelijkenvandemelkhoeveelheidvande individuele dierenbinnenbedrijven levert geenbezwaren. Overbedrijvenmoetmetdeze bedrijfsinvloed rekening gehoudenworden.Naastdemogelijkheid de individuele produkties weertegevenalsafwijkingvanhetbedrijfsgemiddeldewordenbijde fokwaardeschatting vanstierendedochterprodukties gecorrigeerdmetbehulpvan de regressie ophetbedrijfsgemiddelde. Interacties tussenhetniveauvandebedrijfsproduktieenandere oorzaken vanvariantie inproduktiemoeten aandachthebbenbijdestandaardisatie vande melkhoeveelheid. Searle&Henderson (1959), Hickman (1962), Syrstad (1965)en Miller (1973)wezenopdeinteractie tussen leeftijdenbedrijfsniveau.Ookin onsmateriaal (4.3),waarbijdebedrijven ingedeeld warennaar drieniveausvan produktie,iszowelvoordedagproduktie alsvoordecumulatieve produktiein
44
allelactatiestadiaeensignificanteinteractietussenleeftijdenbedrijfsniveaugevonden. Relevanteinvloedenbijhetontwikkelenvanstandaardisatie-enextrapolatiefactorenzijndusdeleeftijdbijafkalven,hetseizoenvanafkalvenen hetbedrijfsniveauinverbandmetdeinteractietussenbedrijfsniveauende leeftijdbijafkalven. 5.2.1
Correctiefactoren Bijhetberekenenvancorrectiefactorenmoetenweonderscheidmakentussen
demethodenvanschattingvandemelkhoeveelheid,zoalshetsubklasgemiddelde, schattingenvolgensdekleinste-kwadraten-en"maximumlikelihood"methode,ende methodenwaarmeeweuitdegeschatteproduktiesperklassedecorrectiefactoren berekenen.Uitdegeschatteproduktieskunnennamelijkzoweladditieveals vermeningsvuldigingsfactorenberekendworden.Deproduktiesperklassevan corrigeerbareinvloedenzijnalsvolgtteschatten: Subklasgemiddelde
Vooreffectendienietadditiefzijnmaareeninteractie
vertonenkomthetschattenvanhetsubklasgemiddeldeinaanmerking.Inonze situatiezullendestandaardisatiefactorenvoordeleeftijdafhankelijkzijnvan hetniveauvandegemiddeldebedrijfsproduktieenberekendmoetenwordenbinnen klassenvanbedrijfsniveau. Kleinste-kwadraten
Deproduktiesbehorendbijdeklassenvandeinvloedendie
additiefvanaardzijn,kunnengeschatwordenmetdemethodevandekleinstekwadraten.Inhetstatistischmodel: y=Xb+e waarinb'devectorismetuendeklassenvandeeffectenenedevectormet "errorterms".HierbijzijndeveronderstellingengemaaktdatE(y)=XbenE(e) =0endevariantie-covariantiematrixvaneisvar(e)=V.Deschattingvanb wordtdan: b=(X'V"1X)"1XV"1y
45
2 eninhetgevalV=oIwordtdeschatting b= (X'X)~1X'y Eenzuivereschattingperklassewordtverkregenmiddelsu+a.,("leastsquares de x mean")waarbija-de"leastsquaresconstant"isvoordei klassevanhet effecta.Desomvanhetgekwadrateerdeverschiltusseny.enE(y.)isdanzo kleinmogelijk (i=1,...,N). "Maximum likelihood"
Hendersonetal.(1959)wezenopdeovereenkomsttussen
kleinste-kwadraten-schattingenendeschattingenvoorhetleeftijdseffectmiddels de"pairedcomparison"procedure.Beschouwbijvoorbeeldhetvolgendestatistische modelmetleeftijd (a)enkoe (c)alsadditieveeffecten: y..,=y+a. +c.+e..-, 'ijk M ï J
ijk
Bijdekleinste-kwadraten-procedurewordtaangenomendathetkoe-effect constantis.Ditverondersteltduseenvolledigeherhaalbaarheidtussenopeenvolgendelijstenvankoeien.Henderson (1949)zegtdat"maximumlikelihood" techniekengeschiktzijnomschattingentedoendaarwaarherhaaldewaarnemingen beschikbaarzijnenselectiegepleegdisopvoorafgaandeprestaties.Wanneerde gegevensvolledigongeselecteerdzijn (wanneerhetaantallactatiesperkoeonafhankelijkisvandefokwaarde)heeftde"maximumlikelihood"schattingvanvaste effectenookvoordelenbovendekleinste-kwadraten-schatting omdatzowelvan binnen-alstussenkoe-variantiegebruikgemaaktwordt. Inhetstatistischmodel y=Xb+e geeftde"maximumlikelihood"procedureandereschattingenvoorbwanneerde 2 variantie-covariantiematrixvane:V f o I (Searle,1971). "Within-herd
factors"
Dezemethodevanschattingvanstandaardisatiefacoren
voorhetleeftijdseffectopdelactatieproduktiewerdgeïntroduceerddoorSearle enHenderson (1959). Inhunberekeningenwasdeverwachtingvandelactatieproduktie,E,j
(zitr E, .,..=a.+ß.h. (zit) t tl
46
waarin:
h.=bedrijfsgemiddeldevanbedrijfigecorrigeerdvoordeleeftijd a =additieveleeftijdsfactorvoorleeftijdsklasset ß =lineaireregressievanlactatieproduktieopgecorrigeerdbedrijfsgemiddeldevoorleeftijdsklasset.
Eenschattingvoordeleeftijd-gecorrigeerdebedrijfsproduktieis:
N x+ n
i i l itat hi =N i- fit B t waarin:
de N-totaalaantaldierenvani bedrijf 1
de
x-gemiddeldebedrijfsproduktievani bedrijf n. aantalkoeienvani bedrijfent leeftijdsklasse. Daarh.,a.enß onbekendenzijn,werdendoormiddelvaniteratieschattingen voora enß.verkregen.Destartwaardenvoordeiteratiewarenschattingenvoor aenßuiteenkleinste-kwadraten-analysewaarbijvoorh.degemiddeldebedrijfsproduktiegesubstitueerdwerd. "Within-herdfactors"komenvoordestandaardisatievandedagproduktieniet inaanmerkingvanwegedeenormeaanspraakopcomputertijd.Vooriedergekozen lactatiestadiumzoueeniteratieveanalyseplaatsmoetenvinden.Beperkingenaan hetmateriaal,metnamedeeisdatdelactatiesafgeslotenmoetenzijntussen290 en320dagen,maaktinonsgevaldathetbedrijfsgemiddeldegebaseerdzouworden opeenzeergeringaantaldieren.Searle&Henderson (1960)gavenaandatde "within-herdfactors"gevoeligzijnvoordegroottevandebedrijven.Destandaardfoutvanderegressiecoëfficiëntenisbijoverwegendkleinebedrijvengroot.Bij hetgebruikvandezefactorenisdenauwkeurigheidvanstandaardisatiedoorcorrectievoorhetleeftijdsverschilafhankelijkvandenauwkeurigheidwaarmeehetbedrijfsgemiddeldegeschatwordt.Searle&Henderson (1960)gavenaandatinhunanalysede"within-herdfactors"geennauwkeurigerstandaardisatievoordeleeftijdsinvloedgevendan"grosscomparison"vermenigvuldigingsfactoren.Volgenshenkan eengedeeltevandeverklaringliggenindevariatieindebedrijfsgrootte. Hetonsterbeschikkingstaandemateriaalbestonduitlijstendiebegonnen zijnin12opeenvolgendemaandenenbevattedusgeenherhaaldewaarnemingenper koe.'Dekleinste-kwadraten-methodeendemethodemetdegemiddeldenpersubklasse resterenvoordeberekeningvandestandaardisatiefactoren. "Gross versus paired comparison"
Deverschillentussenfactorendieontwikkeld
zijnmiddels"gross"en"pairedcomparison"voorhetleeftijdseffectzijnbeschrevenin2.2.2.GeziendebevindingenvanMilleretal.(1966)zouhetleeftijds47
effecthetbeste geschat kunnenwordenmiddels de"paired comparison".Omgeen verstrengeling vanleeftijdmetdeveranderingvandeproduktie indetijdte krijgenzoueenmateriaal gekozenmoetenworden overeengroot aantal jaren (Searle&Henderson, 1960). Bijhetschattenvanstandaardisatiefactoren voorhetseizoenseffect middels de "paired comparison"methode doen zichookcomplicaties voor.Beginteendier opeenvolgende lactaties inverschillende seizoenen,danhebbenwetemakenmet het feitdathetouder geworden is.Hetafkalven ineenander seizoen gaat gepaard meteenafwijkende tussenkalftijd.Deinvloedvaneenuitgestelde conceptie leidt tot onzuivere schattingenvandeeffectenvanleeftijd enseizoenopdeproduktie. Geziendemateriaalstructuur hebbenwebijhetontwikkelenvandestandaardisatiefactoren gekozenvoorde"gross comparison"methode. Vergelijking
van additieve
en vermenigvuldigingsfactoren
Demetbehulpvande
"gross comparison"methode geschatteproduktieperklassekangebruikt worden voorhetberekenenvanzowel additieve alsvermenigvuldigingsfactoren. Decriteriadiegesteldwordenaandegestandaardiseerde produktie bepalendekeusvan hetwerkenmetadditievedanwelvermenigvuldigingsfactoren. Bijdestandaardisatie door correctie voor leeftijds-enseizoensverschillen moetdevariantie vandegestandaardiseerde produktie gelijk zijnaandiebijdereferentiegroep. De leeftijdsgroepen moetendezelfde gemiddeldeproduktie krijgenenbijhetaanwezig zijnvaninteracties (bijvoorbeeld tussen leeftijdenbedrijfsniveau)moetendeze interactiesnastandaardisatie verdwenen zijn (R^nningen&Gjedrem,1966; Cundiffetal., 1967). Zowel additieve alsvermenigvuldigingsfactoren kunnen gemiddelde gestandaardiseerde produkties gevendieperindelingsklasse gelijk zijn.Devariantie binnen groepenkanverschillend zijn.Additieve factorenveranderendevariantie binnen groepenniet.Vermenigvuldigingsfactoren veranderendevariantieproportioneelmethetkwadraatvandefactor. Demelkhoeveelheid overdelactatiewordt voorhetleeftijdseffectgecorrigeerd,overwegendmetvermenigvuldigingsfactoren. Syrstad (1965)en Miller (1973)baseerden dezekeusophetfeitdatvermenigvuldigingsfactoren corrigerenvoordeinteractie tussen leeftijd enbedrijfsniveau.Ruimingen& Gjedrem (1966)kwameninhunonderzoek naardeleeftijds-enseizoensinvloedop demelkhoeveelheid bijgeitentotdeconclusiedatvoor leeftijdsverschillenhet best gecorrigeerd konwordenmetvermenigvuldigingsfactoren envoordeseizoensverschillenmetadditieve factoren.OokCundiffetal.(1967)vondendatvermenigvuldigingsfactoren niet altijd beter zijndanadditieve.Zijontwikkelden correc-
48
tiefactorenvoorde invloedvan leeftijdvandemoeder,sexe,seizoenvan geboorte ensysteemvanbedrijfsvoeringophetspeengewichtbijvleesstieren.Huncriteria omtekomentotdebestewijzevancorrectiewasdeovereenstemming ingemiddelden vanenvariantiebinnensubklassen.Additieve factorenwarenhetgeschiktstvoor leeftijdvandemoeder,seizoenvangeboorteensysteemvanbedrijfsvoering.Voor hetgeslachtseffectkonhetbestwordengecorrigeerdmet vermenigvuldigingsfactoren. Inonsmateriaal zullenwenagaan inhoeverredeverschillende oorzakenvan variantie opdemelkhoeveelheidgedurende enoverde lactatiewordenweggenomen door zoweladditieve als vermenigvuldigingsfactoren. 5.2.1.1 Lactatieproduktie Standaardisatiefactoren voorseizoenenleeftijd zijnberekenduitdekleinste-kwadraten-gemiddeldenenkleinste-kwadraten-constanten,aanteduidenmet k.k.-gemiddeldeenk.k.-constante,voordesubklassenuit statistischmodel 7, waarinnaastdehoofdeffecten leeftijd,seizoenenbedrijfsniveaude interactie tussenleeftijd enbedrijfsniveauisopgenomen.Voorde leeftijd zowel alshet seizoenzijnadditieve envermenigvuldigingsfactoren berekend.Devermenigvuldiginsfactoren zijndeverhoudingen tussenhetk.k.-gemiddelde persubklasse enhet gewogengemiddelde (yinhetstatistisch model).Als additieve factorenzijnde k.k.-constantengebruikt.Gekozenisvoorhetgewogengemiddelde alsreferentieniveau. De lactatieprodukties uitmateriaal Bzijnopverschillendemanierengestandaardiseerd voorde leeftijds-enseizoenverschillen.Voorhetseizoen iszowel met additieve alsvermenigvuldigingsfactoren gecorrigeerd;voorde leeftijdmet vermenigvuldigingsfactoren,binnenenoverbedrijfsniveaus.Dezecorrectiefactorenoverbedrijfsniveaus zulleninhetvervolg aangeduidwordenmet"overall". InmateriaalA isnagegaandathet testenvandenauwkeurigheidvanstandaardisatiedoorcorrectievoor leeftijdmetadditieve factorennietadequaat isin verbandmetde interactie tussen leeftijdenbedrijfsniveau (zie 5.3.1). Degestandaardiseerde lactatieprodukties vanmateriaal Bkunnenwe alsvolgt omschrijven (ziede lijstmet symbolen): L
L
SmAh= (Yijk / sj^
a
ik
SaAh= (Yijk-c j } / a ik
49
L c . = (Y../s.)/ a. SmAo ij J i
LSaAo -c l /j"a. î c . = (Y.v.ij
waarin:
Ydeberekende lactatieproduktie; ide leeftijds-,jdeseizoensenkdebedrijfsniveauklasse;ade vermenigvuldigingsfactor voorde leeftijdensvoorhet seizoen;cdeadditieve correctiefactorvoorhetseizoen.
5.2.1.2 Dagproduktie Omdedagproduktie vergelijkbaar temaken,moetendezeniet alleengecorrigeerdwordenvoorde invloedenbinnende lactatiestadia zoalsde leeftijd, het seizoenende interactietussen leeftijd enbedrijfsniveau,maarmogelijk ookvoordedrieweginteractievan leeftijdx lactatiestadiumxbedrijfsniveau. Voor deeffectenvan leeftijdenseizoenopdedagproduktie zijnstandaardisatiefactorenberekenduitdek.k.-gemiddelden enk.k.-constanten uit model 7voordeprodukties op 10,30,....,270dagen.Voorhet seizoen zijndat zowel additieve alsvermenigvuldigingsfactoren.Voorde leeftijd zijn,gezien de interactie tussende leeftijd enhetbedrijfsniveau,slechtsvermenigvuldigingsfactoren gebruiktbijhet testenvandenauwkeurigheid. InmateriaalAis nagegaanofde interactievan leeftijdx lactatiestadium xbedrijfsniveauaanwezig isenmetwelke standaardisatiemethode deze interactieuitgeschakeld kan worden (zie5.3.1) Devermenigvuldigingsfactoren voorde leeftijd zijnberekendperbedrijfsniveauenoverbedrijfsniveaus.Voordestandaardisatievandedagproduktie doorcorrectievoorverschillen in lactatiestadium,zijnvermenigvuldigingsfactorenberekend alsdeverhouding tussenhetk.k.-gemiddelde voordebedrijfsniveauklasse indeverschillende lactatiestadia enhetk.k.-gemiddelde voorde bedrijfsniveausop30dagen.Daarnaast zijndezelfde factorenberekend alsde verhouding tussenhetgewogengemiddeldevandedagproduktie indeverschillende lactatiestadiaenhet gewogengemiddelde op 30dagen. Degestandaardiseerde dagprodukties (D)vanmateriaal Bkunnenwenuals volgt omschrijven (ziede lijstmet symbolen):
50
D
SmAo = l ( Y i j k m / s j m ) / a i m l ' Pkm
D
=
{ (Y ijkn- c jm )/a im)
D
=
(CYijkm f
SaAo
f
a
SmAo* = {^Yijm < s jm } /
a
SmAh
D
D
Ao
waarin:
=
(Y
s
^
f
^
ikm] / pkm
iml > ^
ikm / a im } / Pkn
Ydedagproduktie;ideleeftijds-,jdeseizoens-,kdebedrijfsniveauklasse,enmhetlactatiestadium;a,senpdevermenigvuldigingsfactorenvoorrespectievelijkleeftijd,seizoenen lactatiestadium;cdeadditievecorrectiefactorvoorhetseizoen.
5.2.2
Extrapolatiefactoren Zoalsweinhetliteratuuroverzicht zien,kunnenextrapolatiefactorenonder-
scheidenwordeninverhoudingsgetallenenregressiecoëfficiënten. Verhoudingsgetallen
Binnendeklassenvandeeffectendieinvloedhebbenophet
verloopvandeproduktiegedurendedelactatieendaardoorookopdeverhouding vanvolledigelactatieendeellijstwordendeextrapolatiefactorenberekend.Het verbandtussenlactatie-endeellijstproduktieisweertegeveninhetstatistischmodel: Y =ai+biXi
waarin:
Y =geschattelactatieproduktie X.=deellactatieproduktie b.=regressievanlactatieopdeellijstproduktiebinnende ieklasse.
51
Snedecor&Cochran (1967)gavenaandatwanneerYeenlineaireverhouding heefttotX,erdriezuivereschatterszijnvoordezeverhouding.Degrootheden 2 ZXY/EX,ZY/EXenz(Y/X)/nzijnallezuivereschattingenvoordeverhoudingvan YenXindepopulatie.Denauwkeurigheidhangtafvandevariantievandewaarnemingen. Demeestgebruiktemethodevanschattingvandeverhoudingsgetallenisdie metdegrootheidEY/zX.Lamb&McGilliard (1967a)enApplemanetal.(1969)gebruiktendaarentegenz(Y/X)/n.Bijdezevormenvanschattingvandeverhoudingsgetallenisdeinformatieoverlactatieendeellijstafkomstigvandezelfdedieren indezelfdelactatie.Syrstad (1964)berekendedeverhoudingtussenlactatieen deellijstuitjaarlijsten.Hijdeeldedegemiddeldeproduktievandierenmeteen lactatievanmeerdan300dagendoordegemiddeldedeellijstvandierendieop datmomentdegewenstedeellijstlengtehadden. Regressieooëffioiënten
Demethodenvanextrapolatievandeellijstenmetbehulp
vanparametersuitregressie-analysekunnenweweergevenvolgensdeindelingin 2.3.1. 1. Delactatieproduktie (Y-)wordtdoormiddelvanlineaireregressievan lactatie-opdeellijstproduktie (X..)geschat.Deregressiecoëfficiënten (b.-) de wordenperlactatiestadium (i)enbinnendej klassevandeeffectendiehet verloopvandeproduktiebeïnvloeden,berekend.Deregressievergelijkingluidt dan: Y.=y+b..(X..-X..) J
ij
ij
(1) ij
Degeëxtrapoleerde lijstenwordendaarnagestandaardiseerdmetbehulpvanfactorenvoordelactatieproduktie. 2. Demethodewaarbijdedeellijsteerstgestandaardiseerdwordtvoornietgenetischeinvloedenendangeëxtrapoleerdkanalsvolgtomschrevenworden:
Y = y +b
waarin:
i (Xi"*i }
(2)
Y =geschattelactatieproduktie,gecorrigeerdvoorniet-genetische invloeden; b- =lineaireregressiecoëfficiënt,behorendebijdeellijstlengtei; X.=devoor niet-genetische invloedengecorrigeerdeproduktie devoor n: overeendeellijstmetlengtei.
52
VanVleck&Henderson (1961e)gebruiktendezemethodewaarbijvoordeschatting vandelactatieproduktiegebruikgemaaktwerdvanpopulatiegemiddeldenvoorde deellijstprodukties.Daarnaastonderzochtenzijdenauwkeurigheidvanextrapolatie,rekeninghoudendmethetbedrijfseffeet (VanVleck&Henderson,1961b). Hierbijwordenvoordeextrapolatiedebinnen-bedrijf-regressieb.enhetbedrijfsgemiddeldevangestandaardiseerdedeellijstproduktiesgebruikt. 3. Hetbezwaarvandeextrapolatiemethodemetdelineaireregressievanlactatieproduktieopdeellijstisdatdegemiddeldedeellijstproduktiebekendmoet zijn.Hetzij indepopulatie,hetzijvandeindividuelebedrijven.Harvey (1959,geciteerddoorMilleretal.,1972a)bevaleenmethodeaandiebijgebruikindepraktijkslechtsdegemiddelde lactatieproduktiebekendveronderstelt. Eenvoorwaardehierbij isdatdevariatiecoëfficiëntvoorcumulatieveprodukties constantis.Deregressievergelijkingkanookgeschrevenwordenals:
Ç = lJ+r
xyë (X-V
&
A
Bijconstantevariatiecoëfficiëntvoorvolledige-endeellijstwordt:
!*=!X en ^ = 'Î X
Y
a
Y X
Vergelijking (3)wordtdanherschreventot: Y = (1-r ff )Y+r x yïX 4. VanVleck&Henderson (1961b,e)enMilleretal.(1972b)schattendelactatieproduktiemiddelseenmultipeleregressieuitalleproefmelkingenvanbetreffendedeellijst.Deregressievergelijking isvandevorm: m Y =y+ ï. b. (X- -X.) i=1 1
1
waarinmhetaantalproefmelkingenis. 5. Milleretal.(1972b)vondendatdelaatsteproefmelkingdegrootstewaarde had inhetvoorspellenvande lactatiedoormiddelvanmultipeleregressie.Met dezekennisontwikkelden zijeenlineaireregressievergelijkingwelkedevoorspeldelactatieproduktie in2delenscheidt.Dezeregressievergelijking zieterals volgtuit:
53
YT =
waarin:
Y
N
VN+b(T-N)X(X"^
YYT =geschatte lactatieproduktie = T = deellijst produktieoverNmaanden Y N Y"T_M=populatiegemiddeldevoorhetnietbekendedeelvande lactatie X
=eenfunctievandeNbekendemaandprodukties
X
=populatiegemiddeldevanX
W T - N Ï Y = r e S r e s s i e v a n deproduktievanhetonbekendedeel vandelactatieopX. VerschillendesommenvanNwerdenopnauwkeurigheidvanvoorspellingonderzochtzoals (1,2— , N), (2,3,— , N), — , (N-1,N),enN N VoorX= ï. Y-gaatdevergelijkingoverindelineaireregressievanlactatiei=1 produktieopdedeellijst. Verhoudingsgetallen
versus regressieaoëfficiënten
Dekeuzetussendemethoden
(verhoudingversusregressie)moetgebaseerdwordenopdenauwkeurigheidvanexti polatie.Daarnaastspelendeberekeningswijzeenhanteerbaarheidmee. Metverhoudingsgetallengeëxtrapoleerdeproduktieshebbeneenvariatie dieovereenkomtmetdievanvolledigelactatieprodukties.Bijdeveronderstellingdatdevariatiecoëfficiëntenvandeellijstenmetverschillende lengtengelijkis,krijgenwenamelijk: X. a., 1 Y - — =— en X. Y
X. i
a Y=
X.
1
waarin:
i
X-=deellijstproduktie metlactatielengtei Y =lactatieproduktie.
isdeverhoudingtussenlactatie-endeellijstproduktiepengevenwedegeëxtrapoleerdelactatieproduktieweermetY ,dangeeftdat: a a X. X. a =pX i— =Y — =a y p X. X.
1
54
1
r
p
^
Devariatieinlijstendiemetregressiecoëfficiënten (b)zijngeëxtrapoleerd iskleinerdandevariatieindeactuelelijsten.Devariantievangeëxtrapoleerdelijstenis: a Y =a vr Y Y b waarinrdecorrelatietussendeellijstenvolledigelactatieproduktieis. Lush&Shrode(1950)stelden:"Theratio-methodmayunderestimatetotal productionoflowproducingcowsandoverestimatetotalproductionofhighproducingcowssincetheratio-methodcorrectsonlyfortheincompleteness ofthelactationanddoesnottakeintoaccounttheincompleterepeatability ofthepartsofthelactationwhichisincludedintheregression-model". Harvey (1956,geciteerddoorMaddenetal.,1959enMilleretal.,1972a) lietziendatdeschattingenmetbehulpvanverhoudingsgetalleneenverwachteafwijkinghebbenvanregressieschattingenvan (b-c)(X-X),waarinbderegressie vantotaleproduktieopdeellijst,cdeovereenkomstigeverhoudingtussen totaleendeelproduktieindepopulatie,Xdecumulatievedeelproduktievan dekoeenXhetovereenkomstigegemiddeldeindepopulatieis.Maddenetal. (1959)toondenempirischaandathetverschil (b-c)negatiefenhetgrootstis gedurendedeeerstedrielactatiemaanden,mindergedurendedemiddelstemaanden (3-4),enpositiefenkleininhetlaatstedeelvandelactatie. Devariantievanhetverschiltussengeschatteenwerkelijkelactatieproduktieisgroterbijdevermenigvuldigingsfactorendanbijderegressie vantotaleopdeellijstproduktie.IndenotatievanHarvey (1956)isde 2 2 variantievanditverschil (b-c) a v. 2 Applemanetal.(1969)vondendatdeR tussenwerkelijkeengeëxtrapoleerdeproduktievoorderegressiemethodemaximaal 1%hogerwasdandievoorde methodevanverhoudingsgetallen.Deonder-enoverschattingvandeproduktiebij extrapolatiedoormiddelvanverhoudingsgetallenheeftgeeninvloedopderangorde vandierenwanneerdedeellijstenvangelijkelengtezijn.Hetdoelvanextrapolatieoppraktijkschaalis,dielijstendieeenongelijkaantalmelkdagenhebbengemakkelijkervergelijkbaartemaken.Degroottevandeonder-ofoverschattinghangt samenmetdelengtevandeteextrapolerendeellijstendehoogtevandeproduktie. Inonzeanalysewordtdaaromdemethodevanverhoudingsgetallenbuitenbeschouwing gelatenenwordtdekeuzegemaaktbinnendealternatievenvanderegressieanalyse. Regressiemodel
Onsonderzoekiseropgerichtdemelkhoeveelheidonafhanke-
lijkvanniet-genetischeinvloedenvergelijkbaartemaken.Omooklopende
55
lijsten indezevergelijking tebetrekkenwordendezedaartoe eerst geëxtrapoleerd tot lactatieprodukties. De testopnauwkeurigheid vanextrapolatie van gestandaardiseerde deellijstengeeftmoeilijkheden daar gerelateerd moetworden, niet aande actuele lactatieproduktie maar aandegestandaardiseerde. Dezemethode van extrapolatie,gebruikt doorVanVleck &Henderson (1961b,e)blijft inonze analyse verder buiten beschouwing. Baptist (1972)toonde aandatdemethode 1,waarbij als extrapolatieparameters de lineaire regressiecoëfficicnten van lactatie- op deellijstproduktic gebruiktworden,endemethode 3,waaruitgegaanwordt van gewogen vermenigvuldigingsgetallen, niet onderscheiden zijn innauwkeurigheid wanneer devariatiecoëfficiënten voor lijstenvanverschillende lengte gelijk zijn. Om inonsmateriaal nategaanofmethode 3eengelijke nauwkeurigheid van extrapolatie geeft,zijnvoormethode 1en3parameters berekend. Deextrapolatie middels demultipele regressie leverdebijVanVleck & Henderson (1961b,e)enige toename innauwkeurigheid van schatting vande lactatieproduktie tenopzichtevanhetgebruikvande lineaire regressie. VanVleck &Henderson (1961e)steldendatdewinst innauwkeurigheid niet opweegt tegendepraktischemoeilijkheden doorhet aantalnoodzakelijke factoren. Miller et al. (1972b)berekendenpartiële regressiecoëfficiënten vande lactatieproduktieopdemaandelijkse proefmelkingen.Det-waarden voor de partiële regressiecoëfficicnten waren steedshethoogst voor de laatste proefmelking behalve voordenegende lactatiemaand.Hieropen ophet feitdat de correlatie tussen decumulatieve en lactatieproduktie inde beginmaanden lager isdandecorrelatie tussenproefmelkproduktie van tweede of derde lactatiemaand ende lactatieproduktie,gronden zijhun theorie datde laatst genomen proefmelking degrootstewaarde heeftbijhetvoorspellen vanhet resterend deelvande lactatie.Het absolute verschil tussen actuele envoorspeldeproduktiewashet kleinstwanneer alleenderegressie vanhetresterenddeelvande lactatie opde laatsteproefmelking als extrapolatiefactor gehanteerdwerd. Inonzeanalyse zullenwe daarom slechts dat alternatief op nauwkeurigheid testendatgebruikmaaktvande lineaire regressie vanhet resterend deelvande lactatie opde laatste proefmelking. Bij de schatting vandenauwkeurigheid van extrapolatie komendaarom in aanmerking demethodemetde lineaireregressiecoëfficiënt van lactatieopdeellijstproduktie,demodificatie hiervanwaar gewerktwordtmet de correlatie tussendeel- envolledige lactatieproduktie, endiemet de lineaire regressiecoëfficiënten van resterend deelvande lactatie opde laatsteproefmelking. 56
5.2.3
Nauwkeurigheid van methoden Bijextrapolatievandeellijstenkandegeschattelactatieproduktie
gerelateerdwordenaandewerkelijke.Alsmaatvoordenauwkeurigheidvan extrapolatiewordtveelalgewerktmetdewaardevandecorrelatiecoëfficiënt (aldannietgekwadrateerd)tussengeschatteenwerkelijkelactatieproduktie (Maddenetal.,1955,1959;VanVleck&Henderson,1961b,e;Miller,1964; Applemanetal.,1969;Schlote,1972).Daarnaastwordtalscriteriumvoorde nauwkeurigheidhetgemiddeldeabsoluteverschiltussengeschatteenwerkelijkeproduktiegebruikt (Applemanetal.,1969;Baptist,1972;Milleret al., 1972a,b).Despreidingindeafwijkingvangeschatteenwerkelijke lactatie-opbrengstwordtgehanteerddoorBaptist(1972)enMilleretal. (1972b). Deovereenkomstingemiddeldegecorrigeerdeproduktieperleeftijdsklasse wasvoorSearle&Henderson (1960)eenmaatvoordenauwkeurigheidvande standaardisatievoorhetleeftijdseffect.Hetgebruikvandevariatiecoëfficiënt vangestandaardiseerdeproduktiesberustophetfeitdatdezevoordemelkhoeveelheidoveralleleeftijdenongeveerconstantis(Gowen,1920). Searle&Henderson (1960)enMilleretal.(1968a)gebruiktendezestatistische parameter.Henderson (1958)steldedateenconstantevariatiecoëfficiëntniet inallegevallenhetdoelvandestandaardisatiemagzijn.Deafnamevande variantiecomponentvoordeleeftijdinhetgestandaardiseerdemateriaalis alstestcriteriumdoorLush&Shrode (1950),Searle&Henderson (1960)en Milleretal.(1968a)gebruikt.Eenbezwaarhiervanisdatdevariantieook volledigweggenomenwordtwanneerallelijsteneengelijkeproduktiekrijgen (Searle&Henderson,1960).Eenmethodezonderditbezwaarisderegressievan gestandaardiseerdeproduktieopdeleeftijd (Searle&Henderson,1960).Het verschiltussende"overall"ende"within-herd-year-season"-regressie geeft eenaanwijzingoverdeinteractietussenleeftijdenbedrijfseffeet.Inhun onderzoekwerdendoordegrotestandaardafwijkingvande"within"regressiecoëfficiëntdoorhetgemiddeldkleineaantalkoeienperbedrijfgeenverschillen aangetoond.Milleretal.(1968a)vondendatdelineaireenkwadratischeregressievangestandaardiseerdeproduktieopdeleeftijdeensignificanteafname indeleeftijdsvariantiegaven.OokLee&Hickman(1970)gebruiktenderegressie opdeleeftijdalstestparameter.Milleretal.(1968b)berekendendefokwaarde vanstierenvoordemelkhoeveelheidaandehandvangestandaardiseerdeprodukties vandeeerstelactatiesvandedochters.Derangordevandestierenopgrondvan dedochterproduktiesdiemetverschillendefactorenvoordeleeftijdgecorrigeerd waren,diendedaarbijalscriteriumvoordenauwkeurigheidvanstandaardisatie.
57
Denauwkeurigheid vandestandaardisatie vanlactatie-endagproduktie envandeextrapolatievandcellijsten zijnalsvolgt getest: Dek.k.-gemiddelden vandelactatieproduktie (materiaalA)perleeftijdsklassebinnenbedrijfsniveausuitmodel 7 (waarinopgenomendehoofdeffecten leeftijd,seizoenenbedrijfsniveauendeinteractie tussen leeftijdenbedrijfsniveau)zijnmet"overall"additieveenvermenigvuldigingsfactoren voorhetleeftijdseffect gestandaardiseerd.Metbehulp vanderangcorrelatiecoëfficiëntvanSpearman isnagegaanofsystematische verschillen indegestandaardiseerde produktiebinnenbedrijfsniveau blevenbestaan tussendeleeftijdsklassen. Vandegestandaardiseerde lactatieprodukties uitmateriaal Bzijngemiddelden,spreidingenenvariatiecoëfficiënten berekend. Dek.k.-constantenvandegestandaardiseerde lactatieprodukties perleeftijds-,perseizoens-enperbedrijfsniveauklasse (model7)endek.k.-gemiddeldenvandeproduktieperleeftijdsklasse binnenbedrijfsniveauworden vermeld ominzichttegevenindematevanstandaardisatie. De gestandaardiseerde dagprodukties op70,150en230dagen zijn geanalyseerd volgensmodel 7,waarvandeF-waarden gegevenworden voordetoets opdeeffectenuitgenoemdmodel. De gestandaardiseerdedagprodukties op30,70,...., 270dagen zijn tevens geanalyseerd volgenshetstatistisch model 8,omhetuitschakelenvande verschillen inproduktie doorhetstadiumvanlactatietekwantificeren. model 8:
y--,-, = y + a . + s . + n , + l + (si) . + e . . 1 r ^ïjklmn ï j k m jm ïjklmn
waarin:
a,senn respectievelijk deeffectenvandeleeftijd,het
seizoenenhetbedrijfsniveau de 1 =heteffectvanhetm lactatiestadium (m=1,..., 7 ) . m de (si). vandeinteractie tussendei seizoensklasseen 'jm =heteffect de hetm lactatiestadium. Inditmodel isdeinteractie tussen leeftijd enbedrijfsniveauniet opgenomen vanwegedebeperking aanhetaantal vrijheidsgraden doordebeperkte geheugenruimtevandegebruikte computer. Voordegeëxtrapoleerde deellijstenisdeberekende 300-dagenproduktieals referentie gebruikt.Gemiddeldenenvariatiecoëfficiënten vandegeëxtrapoleerde lijstennaar lengtevandeellijstworden vermeld. De F-waarden voordetoetsopdeeffectenenk.k.-constantenvoordeklas-
58
senvandeeffectenuitmodel7opdegeëxtrapoleerdeproduktiesgevenaan inhoeverreindeberekende 300-dagenproduktiesdezelfdevariantievoorkomt alsindegeëxtrapoleerdelijsten. Dewaardevandecorrelatiecoëfficiënten tussenberekendeengeëxtrapoleerde 300-dagenprodukties,despreidingindeverschillenenhetgemiddelde absoluteverschiltussengeëxtrapoleerdeenberekendeproduktie zijndaarnaastalstesteriteriumgehanteerd. 5.3 RESULTATEN 5.3.1
Factoren
Laotatieproduktie Intabel20zijndek.k.-gemiddelden voordeleeftijdsklassenuitmodel7weergegeven.Tevens zijndek.k.-gemiddeldenvoordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveausvermeld.Tussendemelkhoeveelhedenvandeeerste entweedeleeftijdsklassebinnendebedrijfsniveausIenIIisnauwelijksverschil.Bijhetlaagstebedrijfsniveauproducerendierenuitdetweedeleeftijdsklasse zelfsminderdandieuitdeeerste.Bijhetderdeniveauisditverschiltoegenomentot ca.200kgtengunstevandetweedeleeftijdsklasse. Tabel 20.K.k.-gemiddelden voor de leeftijdsklassen enk.k.-gemiddelden voor de leeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveausvande lactatieproduktie inmateriaal A (model7 ) . j Leeftijdsklasse
2 K.k.-gemiddelde
Bedrijfsniveau
I
II
III
3884 3948 4452 4684 4977 5321 5571 5649
4178 4376 4895 5242 5831 5920 6247 6386
1 2 3 4 5 6 7 8
3847 3925 4402 4704 5072 5312 5569 5728
3479 3449 3858 4185 4405 4695 4891 5148
Age class
L.s.
Herd level
2
1.Zie tabel3/SeeTable3. 2. Zie tabel5/SeeTable 5. Table 20.L.s.means for age classes and l.s.means for age classes within herd level of the lactationyield inMaterial A (model7 ) .
59
Tabel 21geeftdek.k.-constantenvoorde leeftijdsklassenenvoordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveaus.Hetcontrast tussenvierdeenvijfdeleeftijdsklassebijhethoogstebedrijfsniveauisonevenredig grootvergelekenmethet overeenkomstigecontrastbijdeandereniveausvanbedrijfsproduktie.Deschattingvanhetk.k.-gemiddeldevoordeachtste leeftijdsklassebinnenniveauII lijkt laag.Bijtoenemendbedrijfsniveauwordthetcontrast tussendeleeftijdsklassengroter.Hetverschil tussendecontrastenvantweedeenachtste leeftijdsklassebijdebedrijfsniveausIenIIIisca.300kg.Bijhetuitdrukken vandeproduktie indeverschillende leeftijdsklassenalsverhoudingtothet gewogengemiddelde (tabel21)zienwedatdeverschillenbinnenleeftijdsklassenoverbedrijfsniveauszeerkleinzijn.Deeerste leeftijdsklasse geefteen enigszins afwijkendbeeldteziendooreenrelatiefgrotere stijginginpro-
Tabel 21.K.k.-constantenvoor de leeftijdsklassen envoor de leeftijdsklassen binnen bedrijfsniveausvan de lactatieproduktie inmateriaal A (model 7 ) .Deverhoudingen (ratio) tussen k.k.-gemiddelde voor de leeftijdsklasse enhet gewogen gemiddelde (u)ende verhoudingen (ratio) tussenk.k.-gemiddelde voor de leeftijdsklassebinnenbedrijfsniveau enk.k.-gemiddelde voor het bedrijfsniveau. Leef- Constant(e)Ratio Bedrijfsniveau tijdsklasse I
2 II
III
:onstant(e)ratio constant(e) ratio constant(e) ratio
1 2 3 4 5 6 7 8
-973 -895 -418 -116
252 492 750 908
0,798 0,814 0,913 0,976 1,052 1,102 1,155 1,188
Age ] class
0,816 0,809 0,905 0,981 1,033 1,101 1,147 1,207
-785 -815 -406 - 79
141 431 627 884
Herd
1
-927 -863 -359 -127
166 510 760 838
0,807 0,821 0,925 0,974 1,035 1,106 1,158 1,174
-1206 -1008 -495 - 142
399 536 863 1002
I2
level 1.Zie tabel 3/SeeTable3. 2. Zie tabel 5/SeeTable5Table 21.L.s. constants for age classes and for age classeswithin herd level of the lactation yield inmaterial A (model7 ) . The ratios between l.s.mean for age class and the overall mean and theratiobetween l.s.mean for age classwithin herd level and the l.s.mean forherd level.
60
0,776 0,813 0,909 0,974 1,083 1,100 1,160 1,183
duktievaneerstenaartweedeleeftijdsklassebijhogerebedrijfsniveaus.In figuur5zijndeverhoudingsgetallenperleeftijdsklassegrafischweergegeven. Bijdeleeftijdsklassen1en2heeftdeverhoudingonregelmatigewaarden. OokgezienderesultatenvanDommerholt (1972),datervrijwellineairestijging vandemelkhoeveelheidismetdeleeftijdbinnendeeerstelactatie,zullenwe voorhettestenvandenauwkeurigheidvanstandaardisatievanverschillenin produktiealsgevolgvandeleeftijduitgaanvandegeïnterpoleerdewaarde voordetweedeleeftijdsklasseoveralleniveaus (0,83).Devijfdeleeftijdsklasseheeftvoorhethoogstebedrijfsniveaueenuitspringendewaarde.Ofdit systematischisofeenafwijkingindemateriaalopbouwzullenwenagaanbijhet testenvandenauwkeurigheid. Intabel22zijndek.k.-gemiddeldenenk.k.-constantenweergegevenvoor deseizoensklassenuitmodel7.Delaagstelactatieproduktievindenwebijdieren
Fig. 5.Verhouding tussenkleinste-kwadraten-gemiddelde van de lactatieproduktie voor de leeftijdsklassen enhet gewogen gemiddelde (y)inmodel 7, met deverhouding tussenk.k.-gemiddelde voor de leeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveaus en k.k.gemiddelde van debedrijfsniveaus. o bedrijfsniveau I/herd level I * bedrijfsniveau II/herd level II • bedrijfsniveau Ill/herd level III verhouding ratio
1,25
1,00
O,75 1s 3 4 s
e
7
a leeftijdsklasse age c lass
Fig. 5.Ratio of least squares mean for age classes of lactation yield to the overall mean (v) inModel 7with the ratio of l.s.mean for age classes within herd levels to l.s.mean forherd level.
61
Tabel 22.K.k.-gemiddelden enk.k.-constantenvoor de seizoensklassen vande lactatieproduktie inmateriaal A (model 7) endeverhoudingen (ratio) tussenk.k.-gemiddelde per seizoensklasse enhet gewogen gemiddelde. Seizoensklasse
K.k.-gemiddelde/l.s.mean K.k.-constante/l.s. constant Ratio
4689 -131 0,973
5048 229 1,047
4981
4770
161
-49
1,033
0,990
Class of season 1.Zie tabel 4/SeeTable4. Table 22.L.s.means and l.s. constants for classes of season of the lactation yield inMaterial A (Model 7)and the ratios between l.s.mean for season class and the overallmean.
diedelactatiebeginneninhetvijfdeseizoen.Dehoogsteproduktiegaatsamen metdetweedeseizoensklasse.Dek.k.-constanten latenziendattussenhetseizoenmetdehoogsteenlaagstelactatieproduktieeenverschilvanca.440kg is.Ooklaattabel22deverhoudingtussenhetk.k.-gemiddeldeperseizoensklasseenhetgewogengemiddeldezien.Dierendieafkalveninhettweedeseizoenproducerenca.5°*meerdangemiddeld.Inhetvijfdeseizoenca.4%minder. Dagproduktie
Intabel23zijndek.k.-gemiddeldenweergegevenvoordeleef-
tijdsklassenvandedagproduktieinmateriaalA (model7).Slechtsdek.k.-gemiddeldenvandedagproduktiesop30,70,....,270dagenzijnvermeld.Bijeen gewogengemiddeldevan22,2kgop30dagenishetverschilinproduktietussen deuitersteleeftijdsklassenca.10,3kg.Op270dagenisditverschilbijeen gewogengemiddeldevanca.9,9kggereduceerdtotca.1,8kg.Hetverschilin produktietengevolgevandeleeftijdwordtgedurendedelactatiecontinu kleiner.Eenvolledigenivelleringvanhetleeftijdseffectzoalsindeliteratuur-gemeldwordttreedtop270dagennognietop.Hetkleinsteverschilin produktiebestaattussendeleeftijdsklassen 1en2entussen7en8. Dek.k.-gemiddeldenvoordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveauvande dagproduktie (model7)zijnintabel23tevensweergegeven.Figuur6geeftde lactatiecurveperbedrijfsniveaudiegevormdwordtdoorverbindingvande k.k.-gemiddeldenvandedagproduktiesop10,30,....,270dagenvoorde3 bedrijfsniveauklassen.Tijdensdegehelelactatieisereenverschilinpro62
4609 -210 0,956
Tabel 23.K.k.-gemiddeldenvoor de leeftijdsklassen envoor de leeftijdsklassen binnenbedrijfsniveau vandedagproduktie inmateriaal A (model7 ) . Lactatie- Leeftijdsklassen dag 1 2
"Overall" 30 70 110 150 190 230 270
16,59 15,44 13,91 12,67 11,51 10,47 9,00
Bedrijfsniveau 30 70 110 150 190 230 270
17,04 15,81 14,04 12,92 11,84 10,52 9,15
I/Herd level
15,20 13,91 12,62 11,48 10,36 9,41 7,95
15,41 13,96 12,21 11,16 10,33 9,13 7,91
Bedrijfsni veau II/üerd 30 70 110 150 190 230 270
Bedrijfsni 30 70 110 150 190 230 270
Test day
16,57 15,50 14,07 12,90 11,69 10,57 9,25
level 17,04 15,89 14,08 13,06 11,92 10,68 9,18
19,66 18,12 16,17 14,65 13,11 11,42 9,50
22,18 19,76 17,35 15,48 13,65 11,78 9,61
23,64 21,48 18,90 16,64 14,89 12,62 10,16
25,15 22,61 19,79 17,57 15,43 13,03 10,43
26,36 24,06 20,93 18,58 16,31 13,61 10,58
26,90 24,79 21,64 19,26 16,82 13,96 10,76
20,37 17,72 15,22 13,71 11,98 10,17 8,33
21,19 19,06 16,56 14,22 12,76 10,42 8,52
22,90 20,13 17,55 15,60 13,56 11,30 8,74
23,88 21,33 18,26 16,20 14,07 11,66 8,95
24,49 22,49 19,28 17,33 15,00 12,23 9,54
22,08 19,73 17,24 15,41 13,65 11,69 9,53
23,74 21,25 18,64 16,54 14,53 12,18 9,68
24,99 22,65 19,81 17,68 15,53 13,13 10,56
25,98 23,82 20,88 18,55 16,35 13,92 10,84
26,42 24,48 21,33 18,90 16,55 14,02 10,71
24,11 21,84 19,60 17,31 15,33 13,47 10,96
25,98 24,13 21,52 19,16 17,38 15,26 12,28
27,55 25,06 22,01 19,44 17,19 14,67 12,00
29,23 27,03 23,64 20,99 18,51 15,26 11,96
29,79 27,39 24,31 21,56 18,93 15,63 12,02
I2 17,60 16,11 14,31 12,74 11,41 9,78 8,01
II2 19,79 18,26 16,27 14,80 13,19 11,58 9,59 2
veau Ill/Herd 17,98 16,90 15,04 13,64 12,49 11,42 9,80
level
18,68 17,58 15,81 14,54 13,28 11,75 10,34
III 21,60 19,97 17,91 16,40 14,72 12,90 10,90
Age classes
1.Zie tabel 3/SeeTable3. 2.Zie tabel 5/SeeTable 5. Table 23.L.s.means for age classes and for age classeswithinherd levelof the test-day yield inMaterial A (Model7 ) .
63
Fig. 6. Gemiddelde lactatiecurve per bedrijfsniveau (zie tabel 5)door dekleinste-kwadraten-gemiddelden van de dagprodukties op de 10e,30e, ...,270e dagvoor debedrijfsniveaus. melk milk kg 2 S -,
n -i
O
50
1O0
ISO
SOO
250 dagen days
Fig. 6. Average course ofmilk yield within herd level (seeTable 5) through least squares means for the herd levels of test-day yields onDay 10, 30 ...,270.
duktieniveau.Tussenhethoogsteenhetlaagsteniveauisditverschilmaximaal4,44kgop50dagenenhetkleinst (2,79kg)op270dagen,op10dagen isditverschil 3,54kg.Binnenbedrijfsniveaus (tabel23)ishetverschil inproduktie tussendeleeftijdsklassenvanverschillende grootte.Demelkhoeveelhedenvandeleeftijdsklassen 1en2verschillenbinnendebedrijfsniveaus IenIInauwelijks.Bijniveau Iismelkhoeveelheidvanklasse1 vanaf 110dagen zelfshoger.Weleenduidelijk verschil inproduktie vinden we tus.sendeleeftijdsklassen 1en2bijproduktieniveauIII. De interactietussendeleeftijdenbedrijfsniveauwordtweerspiegeld doordecontrasten tussendeleeftijdsklassen.Voordemelkhoeveelheid op30 dagenishetcontrasttussentweedeenachtste leeftijdsklasse voorde 3niveausresp.:9,1,9,4en11,1kg.Op110dagenisdat7,1,7,3en8,5kgenop 270dagen 1,6,1,5en1,7kg.Standaardisatievoordeleeftijdvandedagproduktie met additieve factorenmoetdusgeschiedenmetfactorenbinnenbedrijfsniveaus.
64
Tabel24.Verhoudingentussenk.k.-gemiddeldevoordeleeftijdsklassenenhet gewogengemiddelde ("overall")enverhoudingentussenk.k.gemiddelde voordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveauenhetk.k.gemiddelde voorhetbedrijfsniveau(dagproduktie,materiaalA). Lactatiedag
Leeftijdsklasse 1
2
3
4
5
6
7
8
0,748 0,762 0,780 0,793 0,811 0,860 0,909
0,768 0,780 0,787 0,809 0,834 0,864 0,924
0,886 0,894 0,906 0,917 0,923 0,938 0,960
1,000 0,975 0,973 0,969 0,961 0,967 0,971
1,065 1,060 1,059 1,042 1,049 1,036 1,026
1,133 1,116 1,109 1,100 1,087 1,070 1,054
1,188 1,188 1,173 1,163 1,149 1,117 1,069
1,212 1,224 1,213 1,206 1,185 1,146 1,087
1,012 0,980 0,966 0,975 0,964 0,968 0,981
1,053 1,054 1,051 1,011 1,027 0,991 1,004
1,138 1,113 1,114 1,110 1,091 1,075 1,029
1,186 1,179 1,159 1,152 1,132 1,109 1,054
1,217 1,243 1,223 1,233 1,207 1,164 1,124
1,000 0,977 0,969 0,964 0,963 0,957 0,961
1,075 1,052 1,048 1,035 1,025 0,997 0,976
1,132 1,121 1,113 1,106 1,095 1,074 1,065
1,177 1,179 1,174 1,161 1,153 1,139 1,093
1,197 1,212 1,199 1,183 1,167 1,147 1,080
0,990 0,971 0,981 0,968 0,959 0,976 0,972
1,067 1,073 1,077 1,072 1,088 1,106 1,089
1,131 1,114 1,102 1,087 1,076 1,063 1,064
1,200 1,202 1,183 1,174 1,158 1,106 1,060
1,223 1,218 1,217 1,206 1,185 1,133 1,066
"Overall" 30 70 110 150 190 230 270
Bedrijfsniveau 30 70 110 150 190 230 270
0,755 0,769 0,801 0,817 0,833 0,895 0,936
Bedrijfsniveau 30 70 110 150 190 230 270
I/Herd level 0,766 0,772 0,775 0,794 0,831 0,869 0,932
II/Herd
0,750 0,767 0,791 0,807 0,824 0,865 0,932
level
0,772 0,787 0,791 0,817 0,841 0,874 0,925
I2 0,874 0,891 0,909 0,906 0,918 0,931 0,943 2
II 0,896 0,904 0,915 0,926 0,930 0,948 0,967 2
Bedrijfsniveau
Ill/Herd level
30 70 110 150 190 230 270
0,738 0,751 0,753 0,763 0,782 0,828 0,869
Testday
Ageclass
1.Zietab 2.Zietab
el3/See el5/See
0,767 0,782 0,791 0,813 0,831 0,851 0,918
III 0,887 0,888 0,896 0,917 0,921 0,935 0,966
Table3 Table5
Table24.Ratiobetweenl.s.meanforageclassandtheoverallmean("overall") andratiosbetweenl.s.meanforageclasswithinherdlevelandthe l.s.meanforherd level(test-dayyield,MaterialA).
65
Intabel24zijndeverhoudingenweergegeven tussenhetk.k.-gemiddeldeper leeftijdsklasse enhetgewogengemiddeldeperlactatiestadiumvandedagproduktie. Deverhoudingen overdelactatiestadia zijnniet constant.Jonge dieren gaanbij hetvoortschrijdenvandelactatie relatief meerproducerendanoudere dieren. Binnendebedrijfsniveaus latendeverhoudingenperleeftijdsklasseenover lactatiestadia eenzelfde ontwikkeling zienalsdeverhoudingen overbedrijfsniveaus.Bijdeeerste leeftijdsklasse iseentrendmatig verschil tussendedrie niveaus aanwezig.Dehoogtevandeverhoudingen neemtafmethetbedrijfsniveau, al zijndeverschillen tussendeniveaus IenIIgering.Deleeftijdsklassen2 totenmet4vertonen geenverschillen tussendeniveaus.Leeftijdsklasse5 laatophetderdebedrijfsniveau,metnamebijdagprodukties inhettweede deel vandelactatie,hogere verhoudingen zien.Bijdeleeftijdsklassen 6totenmet 8 zijnerwelverschillen indeverhoudingen,maar deze latengeen trendmatige ontwikkeling zien.Opgrondvandezeverhoudingen kunnenweaannemendatbij standaardisatie door correctievoorhetleeftijdseffect metvermenigvuldigingsfactorendeinteractie tussen leeftijdenlactatiestadium verdwenenis. Methetvoortschrijdenvandelactatie isdedalingvanhet k.k.-gemiddelde vandedagproduktie voorhetlaagstebedrijfsniveau (fig.6)hetkleinst envoor hethoogste niveauhetgrootst. Standaardisatie voorhetlactatiestadium vraagt dusvoorelkbedrijfsniveauonderscheiden additieve factoren.Deverhoudingen Tabel 25.Verhoudingen tussenk.k.-gemiddelde voor debedrijfsniveaus per lactatiestadium enk.k.-gemiddelde voor debedrijfsniveaus op 30dagen (dagproduktie,materiaalA ) . Lactatiedag
Bedrijfsniveau I
30 70 110 150 190 230 270
Test day
1,000 0,899 0,782 0,698 0,617 0,522 0,422
II
III
1,000 0,915 0,806 0,724 0,642 0,553 0,449
1,000 0,923 0,820 0,734 0,656 0,567 0,463
Herd level
1.Zie tabel 5/SeeTable5. Table 25.Ratios of l.s.mean for herd levelwithin stage of lactation to l.s.mean forherd level at 30days (test-day yield,MaterialA ) .
66
tussenhetk.k.-gemiddelde voordebedrijfsniveausperlactatiestadiumenhet k.k.-gemiddelde voordebedrijfsniveausop30dagen (tabel25)zijnnietidentiek.Delactatiecurvewordtvlakkerbijhetdalenvandegemiddeldebedrijfsproduktie. Intabel26zijndek.k.-gemiddelden voordeseizoensklassenuitmodel7 gegeven.Hetverloopvandelactatiecurveisduidelijkafhankelijkvanhet seizoenwaarindelactatiebegint.Tot150dagenheeftheteersteseizoendelaagste dagproduktieenop270dagendehoogste.Deseizoenen3,4en5hebbenaanhet beginvandelactatiedehoogsteproduktie.Op150dagenheefthetvijfdeseizoen echteraldelaagstedagproduktie.Duidelijkerdandek.k- gemiddeldengevende afgeleideparametersintabel26deverschillenindehoogtevandedagproduktie Tabel26.K.k.-gemiddeldenvoordeseizoensklassenendeverhoudingen (ratio)tussenhetk.k.-gemiddeldevoorde seizoensklassenenhetk.k.-gemiddeldevoordevierde seizoensklasse (dagproduktie,materiaalA). Lactatiedag
Seizoensklasse
K.k.-gemidde Ide/L. s. mean 21,20 18,38 15,73 14,67 13,86 13,06 11,59
21,87 20,00 18,22 16,95 15,96 13,73 11,16
22,35 21,02 19,16 17,33 15,15 12,70 9,43
22,76 21,60 18,47 16,34 13,82 10,66 8,15
22,78 20,30 17,62 14,58 12,20 10,72 9,16
30 70 110 150 190 230 270
0,931 0,851 0,852 0,898 1,003 1,225 1,422
0,960 0,926 0,986 1,037 1,155 1,288 1,369
0,982 0,973 1,037 1,061 1,096 1,191 1,157
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000
1,001 0,940 0,954 0,892 0,883 1,006 1,124
Testday
Seasoncl ass
30 70 110 150 190 230 270 Ratio
1.Zie
tabel 4/SeeTable
1
4.
Table26.L.s.meansforseasonclassesandratiosbetweenl.s. meanforseasonclassesandl.s.meanforthefourth seasonclass (test-dayyield,MaterialA).
67
indeverschillende seizoenenweer.Hier zijndek.k.-gemiddelden voordeseizoensklassenweergegevenalsverhoudingtothetk.k.-gemiddelde inhetvierde seizoenbijovereenkomstige lactatielengte.Op30dagen zijndeverschillen tussendeseizoensklassen relatiefgering.Op270dagenheeftheteerste seizoeneendagproduktiedie1,4maal zohoogisalsinhetvierdeseizoen. InBijlage 1zijndegemiddeldedagprodukties opgenomenperleeftijdsenseizoenssubklasse.Subklassenmeteenkleinaantalwaarnemingen geven afwijkende gemiddeldentezien,bijv. leeftijdsklasse 1binnenheteerste
Tabel 27.K.k.-constanten voor de leeftijdsklassen enhet gewogen gemiddelde van de cumulatieve produkties;verhoudingen (ratio) tussen k.k.-gemiddeldevoor de leeftijdsklassenvan de 300-dagenproduktie en k.k.gemiddelde voor de leeftijdsklassenvan de cumulatieve produkties (model 7,materiaalA ) . Gewogen gemiddelde
Dagen Leeftijdsklasse lactatie —
X. k.-eens conte/L . s . sons tant 40 -226 -205 -100 -390 -190 80 -430 120 -594 -549 -261 -678 160 -732 -318 200 -846 -779 -365 -852 240 -924 -399 -892 280 -968 -418 -902 300 -982 -432
- 14 - 34 - 53 - 75 - 93 -107 -114
56 106 149 179 208 228 243 249
122 223 304 371 425 463 487 496
166 323 454 563 651 715 750 759
185 372 532 668 780 861 905 917
5,322 2,872 1,940 1,535 1,296 1,141 1,039
5,409 2,757 1,942 1,537 1,295 1,140 1,039
5,299 2,776 1,923 1,523 1,286 1,136 1,037
5,328 2,743 1,915 1,516 1,280 1,131 1,035
5,381 2,729 1,918 1,515 1,278 1,130 1,035
3
878 1715 2452 3108 3694 4201 4622 4803
Ratio 40 80 120 160 200 240 280
5,860 2,974 2,058 1,608 1,342 1,166 1,046
5,796 2,944 2,051 1,605 1,338 1,165 1,046
5,630 2,872 2,000 1,570 1,316 1,152 1,042
Time in lactation i (day) Age cl ass 1.Zie tat
el 3/S 2eTable
Overall mean
3.
Table 27.L.s. constants for age classes and the overall mean of the cumulative yields; ratios of l.s.mean for age classes of 300-day yield to l.s.mean for age classes of the cumulative yields (Model 7,MaterialA ) .
68
seizoen.Hetverloopvandeproduktiewordtgekenmerktdooreenrelatief lageproduktieinheteersteseizoenmeteenlangzamedalinggedurendede lactatie.Seizoenvierheeftbijdemeesteleeftijdsklassendehoogsteproduktieop30dageneninallegevallendelaagsteop270dagen. Deellijstpvodukties
Dek.k.-constantenvoordeleeftijdsklassenuitmodel7
zijnintabel27weergegevenvandecumulatieproduktiesover40,80,..., 280,300dagen.Deverhoudingentussendeproduktieover300dagenende deellijstprodukties (tabel27)latenziendathetverloopvandecumulatieveproduktieafhankelijkisvandeleeftijdbijafkalven.Degrootsteverschillenwordengevondenbijdeleeftijdentotdevijfdeklasse.Tussendezesde, zevendeenachtsteklassezijndeverschillengering.Dek.k.-constanten laten ziendatbijdeproduktieover120dagendeverschillendoordeleeftijdbij afkalvenopde300-dagenproduktiealvoormeerdan501aanwezigzijn.Hoge vermenigvuldigingsfactorenbinnendezelfdedeellijstlengtegevenaandateen relatiefgrootdeelvandeproduktieinhetresterenddeelvandelactatie plaatsvindt,watgepaardgaatmeteenvlakkelactatiecurve.Deeerstleeftijdsklasseblijftgedurendedegehelelactatieeenrelatiefhogevermenigvuldigingsfactorhouden.Defactorentenderenbinnenklassennaardeellijstlengtebij toenemendeleeftijdnaarlagerewaarden. Tabel28geeftdek.k.-constantenuitmodel7voordeseizoensklassen vandecumulatieveproduktie.Overzeerkortedeellijstenhebbendeseizoenen3,4en5dehoogsteproduktie.Overbijnavolledigelactatiesis datveranderdtengunstevandeseizoenen2en3.Devijfdeseizoensklasse heeftdandelaagstecumulatieveproduktie.Hetverloopvandelactatieproduktieperseizoensklassekomttotuitdrukkinguitdeverhoudingentussende 300-dagen-endeellijstproduktie(tabel 28).Hettweedeseizoenvertoonteen relatiefvlakverloopvandelactatiecurve.Seizoen4heeftdekleinstestijging inproduktiebijhetvoortschrijdenvandelactatie. Deverhoudingtussendeproduktieover300dagenendievandeellijsten isafhankelijkvandeleeftijdenhetseizoen.Demethodenvanextrapolatie diein5.2gekozenzijnmakenhetnoodzakelijkdeverhoudingenbinnensubklassevanleeftijdenseizoentegebruiken.InBijlage2zijndezeverhoudingengegeven. Dek.k.-constanten (model7)voordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveau(tabel29)vandecumulatieveproduktielatenziendatdecontrasten tussenovereenkomstigeleeftijdsklassenendeellijstlengtentoenemenmethet bedrijfsniveau.Devermenigvuldigingsfactoren,perdeellijstlengteberekend 69
Tabel 28.K.k.-constantenvoor de seizoensklassen van decumulatieve produkties;verhoudingen (ratio) tussen k.k.-gemiddelde voor de seizoensklassen van de300dagenproduktie enk.k.-gemiddelde voor deseizoensklassenvan de cumulatieve produkties (model 7, materiaalA ) . Dagen lactatie
Seizoensklasse
K. k.-aons tante/l. s 40 80 120 160 200 240 280 300
constant
- 31 - 99 -181 -242 -268 -246 -185 -145
- 17 - 28 - 19
13 77 141 195 212
4 28 74 131 172 201 193 179
5,499 2,882 2,051 1,625 1,360 1,117 1,050
5,825 2,974 2,062 1,607 1,330 1,155 1,041
5,649 2,858 ,972 ,538 ,289 ,132 ,035
18 68 100
25 31 26
117
- 18 - 93 -158 -194 -205
112 62 - 10 - 42
Ratio 40 80 120 160 200 240 280
5,314 2,670 1,866 1,476 1,251 1,117 1,032
5,092 2,633 ,856 ,488 ,277 ,137 ,038
Time in lactation i (day) Seasonc lass 1.Zie tabel4/See
Table4.
Table 28.L.s.constants for season classes of the cumulative yields; ratios between l.s.mean for season classes of 300-day yield and l.s.mean for season classes of the cumulative yields (Model 7,MaterialA ) .
uithet k.k.-gemiddelde per leeftijdsklasse binnenbedrijfsniveauenhet k.k.-gemiddelde vande 300-dagenproduktieperbedrijfsniveau, zijn inBijlage 3 tevinden.Deverhoudingen zijnhet laagstvoor het laagstebedrijfsniveauen voor dehoogste categorievan gemiddeldebedrijfsproduktiehethoogst. Een uitzondering hierop vormtde eerste leeftijdsklasse.Dezeheeft dehoogste factorenbij het tweedeniveau.Tussendebedrijfsniveaus IIen IIIbestaan slechts geringeverschillen tenaanzienvan deverhouding van 300dagen en
70
Tabel29.K.k.-constantenvandecumulatieveproduktievoordeleeftijdsklassen binnenbedrijfsniveaus (model7,materiaalA ) . Dagen Leeftijdsklassen lactatie
Bedrijfsniveau 40 80 120 160 200 240 280
I/Herd level I
-202 -379 -514 -623 -711 -765 -791
-187 -358 -505 -627 -719 -782 -812
-103 -190 -248 -304 -349 -381 -403
11 2 -18 -32 -51 -65 -74
45 85 119 130 143 143 142
114 204 275 340 390 424 440
152 285 391 480 550 602 627
171 352 501 634 745 824 873
3 -13 -35 -59 -80 -99 -119
69 114 152 175 191 195 189
119 223 308 379 437 478 506
154 304 434 540 631 703 747
171 343 494 619 718 799 841
- 6 -31 -51 -70 -95 -113 -128
53 118 176 231 289 349 398
131 243 328 394 448 487 515
192 381 534 667 770 870 876
214 421 600 750 897 962 1000
2
Bedrijfsniveau 40 80 120 160 200 240 280
-226 -425 -582 -710 -816 -891 -929
Bedrijfsniveau 40 80 120 160 200 240 280
II/Herd level II -201 -382 -538 -662 -759 -827 -866
-86 -168 -235 -284 -326 -355 -371
III/Herd level
-250 -485 -688 -863 -1012 -1115 -1185
Timein lactation (day) Ageclasses 1.Zietabel3/See 2.Zietabel5/See
-227 -431 -607 -747 -859 -947 -997
III
-110 -213 -302 -366 -421 -461 -479
2
1
Table 3. Table 5.
Table29.L.s.constantsofthecumulativeyieldfortheageclasseswithin herdlevels (Model7,MaterialA).
deellijstproduktievoordeleeftijdsklassen zevenenacht.Bijhetstijgenvan hetproduktieniveau vandebedrijvenwordteenrelatief groterdeelvande lactatieproduktie aanhetbeginvandelactatie geproduceerd. Voordeextrapolatiemethoden zoalsbeschrevenin5.2.2 zijndeparametersbinnensubklassenvanleeftijdenseizoenberekend.Bijlage4vermeldt
71
dewaardenvandelineaireregressiecoëfficiëntenvandelactatie-opdeelJijstproduktie.Dewaardenvandecorrelatiecoëfficiënten tussendeellijsten lactatieproduktie vindenweinBijlage 5.Bijlage6geeftdelineaire regressiecoëfficiëntenvanhetresterenddeelvandelactatieproduktieopde laatstedagproduktieweer. 5.3.2
Nauwkeurigheid
Laotatiepvoduktie
Dek.k.-gemiddelden vandelactatieproduktievoordeleef-
tijdsklassenbinnenbedrijfsniveaugevendemogelijkheidnategaanofbij correctievoordeleeftijd gewerktmagwordenmet"overall"factoren.Worden dezek.k.-gemiddelden gecorrigeerdmetfactorendieookbinnenbedrijfsniveausberekend zijn,danzalditresultereningestandaardiseerde gemiddelden diealledewaardevandereferentiehebben.Zonder interactievoor leeftijd enbedrijfsniveauzalstandaardisatievandek.k.-gemiddeldenmet"overall" factorenprodukties gevendiegelijk zijnaandereferentiesbinnenbedrijfsniveau.Doorhettoenemenvandeverschilleninproduktie tussendeleeftijdsklassenmethetbedrijfsniveauisdeverwachtingdatbijadditievestandaardisatiedehogere leeftijdeninhetderdebedrijfsniveaunastandaardisatie dehoogsteproduktieblijvenhouden.Tabel 30laat ziendatbijhethoogste niveaudegestandaardiseerde produktievandevijfde leeftijdsklasseca. 430kghogerisdandievandeeerste klasse.Derangordevandeleeftijdsklassenopgrondvanwerkelijkeengestandaardiseerde produktieisdanook bijna identiek (r =0,833). Binnenhettweedebedrijfsniveauishetgrootsteabsoluteverschil tussendeleeftijdenca.140kgenbijhetlaagstebedrijfsniveauca.300kg,namelijk tussendeklassen 1en7.Derangordebij het laagstebedrijfsniveauisopgrondvandegestandaardiseerde produktie bijnaomgekeerdvandieopgrondvandewerkelijkeproduktie.Derangcorrelatiecoëfficiëntis-0,810. Derangordevandeleeftijdsklassenopgrondvandemetvermenigvuldigingsfactoren gestandaardiseerde k.k.-gemiddelden (tabel30)geeft geenaanleidingsystematischeverschilleningestandaardiseerde produktie samenhangend metdeleeftijd,teveronderstellen.Derangcorrelatiecoëfficiëntenvoorde driebedrijfsniveaus zijnrespectievelijk -0,095,-0,667en0,524.Degrootste verschilleninproduktietussendeleeftijdsklassenisvoordedriebedrijfsniveaus resp.173,145en370kg.Deverschillenbijdebedrijfsniveaus IenIII wordenvoornamelijkbepaalddoordegestandaardiseerdeproduktiesvandeleeftijdsklassen 1en5.
72
Tabel30.Voor leeftijd gecorrigeerde k.k.-gemiddeldenvandelactatieproduktie voordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveau,middels "overall" additieve (2)envermenigvuldigingsfactoren (1),enderangordevan dezegecorrigeerde gemiddeldenbinnenbedrijfsniveau. Leeftijdsklasse
Bedrijfsniveau
III
II
1 2 3 4 5 6 7 8
4360 4237 4226 4288 4187 4260 4235 4333
Ageclass
Herd level
1.Zietabel 2.Zietabel
8 4 2 6 1 5 3 7
4452 4344 4276 4301 4153 4203 4141 4240
8 7 5 6 2 3 1 4
4867 7 4850 6 4876 8 4799 3 4731 1 4828 5 4824 4 4755 2
4857 7 4843 6 4870 8 4800 3 4725 1 4829 5 4821 4 4741 2
5236 1 5376 6 5361 2 5371 3 5543 8 5372 4 5409 7 5375 5
5151 1 5271 2 5313 3 5358 4 5579 8 5428 5 5497 7 5478 6
3/SeeTable3. 5/SeeTable5.
Table30.Agecorrected l.s.meansofthelactationyield fortheageclasses withininherd level,with "overall"additivefactors (2)andmultiplication factors (1),andtherankingofthese corrected meanswithin herd level.
HetmateriaalBisgeanalyseerdvolgenshetstatistischmodelwaarin leeftijd,seizoenenbedrijfsniveaualshoofdeffecten,endeinteractie tussen leeftijdenbedrijfsniveauwarenopgenomen (model 7 ) .Hetrekenkundig gemiddeldevanditmateriaalwas4989kg.Dehoofdeffecten zijn significant (P<0,01).DeF-waarden voordetoetsopdeeffectenvanleeftijd,seizoen enbedrijfsniveauzijnrespectievelijk 243,24en437.Deinteractie tussen leeftijdenbedrijfsniveauis,integenstellingtotbijmateriaalAnetniet significant (P<0,05). Intabel31zijndek.k.-constanten opgenomenvoor deklassenvanleeftijd,seizoenenbedrijfsniveau.Hetcontrast tussende leeftijdsklassenmethoogsteenlaagsteproduktie,namelijkdeklassen1en8, isca.1860kg.DitisongeveergelijkaanhetcontrasttussendeovereenkomstigeklassenuitmateriaalA (ca.1880kg). Deconstantenvoordeseizoensklassenhebbendezelfde rangordealsinmateriaalA.Hetcontrast tussende klassen2en4indetweematerialenverschiltniet.Hetcontrast tussenhet laagsteenhoogstebedrijfsniveauisca.1400kgendaarmeeca.270kghogerdan
73
Tabel 31.K.k.-constantenvan de lactatieproduktie inmateriaal B, voor deklassenvan respectievelijk leeftijd, seizoen en bedrijfsniveau (model7 ) . Leeftijdsklasse/Age class 1
2
-976
-781
3
4
-519
-69
Seizoensklasse/Season class 1 -72
2 206
3
4
138
-33
5
6
7
8
283
425
749
887
2 5 -240
,3 îedrijfsniveau/Herd level" I
II
III
-700
6
694
1.Zie tabel 3/SeeTable 3. 2. Zie tabel 4/SeeTable 4. 3.Zie tabel 5/SeeTable 5Table 31.L.s. constants of the lactationyield inmaterial B,for theclasses of age,season and herd level,respectively (Model7 ) .
hetzelfde contrast inmateriaalA.Degemiddelden envariatiecoëfficiënten voor de gestandaardiseerde lactatieprodukties (L„ »^,L„ .,,L„ . en Lç. . )zijn gegeven intabel32,zowelvoorhetgehelemateriaal alsperindeling naar leeftijd,seizoenenbedrijfsniveau.Tevens zijndezelfdekengetallenweergegevenvoordeactuele lactatieproduktie. Devariatiecoëfficiënt vande2000 lactatieprodukties is21,5%.Destandaardisatie brengtdevariatie terugtot 16,2%à 16,8%.Devariatiecoëfficiënt vanL- . ishierbijhetlaagst.De variatie indeactuele lactatieproduktie binnen leeftijdsklassenwisseltvan 19,1% indetweede leeftijdsklasse tot16,2% indezevende klasse.Indegestandaardiseerde produkties isdegrootste variatie 18,3%bijdetweede leeftijdsklassevanLe . endelaagstebijdezevendeklassevanL„ ., (15,4%). Datdoor standaardisatiederangordevandeleeftijdsklassen opgrondvande variatiecoëfficiënt niet gelijkhoefttezijn,laatdeeerste leeftijdsklasse zien.Dealgemene tendens isdatdevariatiecoëfficiënt vandegestandaardiseerde produktie kleiner isdandievoordeactuele produktie.BijL« .,en L^ .,hebbendeprodukties binnendeeerste klasseeenrelatief groterespreidingdandeactueleproduktie.Devariatiebinnen leeftijdsklassenvande 74
Tabel32.Gemiddelde (gem)envariatiecoëfficiënt(v) vangestandaardiseerde enactuelelactatieproduktie (lactatie). Klasse
Method evans tandaardisatie L
L
SmAh
gem
SaAh
Lactat ie L
SmAo
SaAo
gem
V
V
gem
V
gem
v
gem
v
16,78
4902
16,71
4914
16,17
4912
16,63
4989
21,47
17,65 18,34 17,67 17,00 16,97 15,91 15,43 17,31
4992 4908 4799 4930 4970 4805 4907 4897
17,73 17.87 17,68 17,75 17,18 16,00 15,39 17,09
5010 4891 4818 4928 4933 4813 4913 4898
16,39 18,34 17,87 16,84 18,00 15,89 15,69 16,88
5005 4908 4813 4913 4936 4809 4906 4886
16,46 17,87 18,08 16,57 18,23 15,99 15,63 16,66
4024 4001 4432 4751 5254 5273 5628 5752
16,87 19,10 18,05 17,45 18,23 16,37 16,15 16,83
18,12 17,83 16,60 16,47 16,77
4977 4915 4981 4892 4844
17,64 18,68 17,15 16,27 16,06
4986 4920 4975 4895 4848
17,93 17,87 16,56 16,26 16,65
4979 4917 4980 4893 4843
17,47 18,67 17,07 16,10 15,92
5014 5096 5222 4985 4788
20,40 21,47 21,33 20,82 21,87
3 Bedrijfsniveau/Herd level I 4312 13,08 4314 II 5000 13,68 4995 13,33 III 5680 5679
12,96 13,55 13,31
4318 5003 5664
13,11 13,65 13,19
4320 4997 5663
12,99 13,55 13,28
4361 5085 5761
18,87 18,64 18,68
C.V.
mean
C.V.
mean
C.V.
mean
C.V.
Totaal
4904
Leeftijd/Age 1 2 3 4 5 6 7 8
4997 4891 4804 4928 4967 4808 4913 4910
Seizoen/Season 1 2 3 4 5
2
4984 4918 4977 4894 4849
mean Class
Method
C.V.
mean
ofstandardization
Lactation
1.Zietabel3/SeeTable3 2.Zietabel4/SeeTable4 3.Zietabel5/SeeTable5 Table32.Meanandcoefficientofvariation (C.V.)ofthestandardizedyields andactuallactationyield.
actueleproduktiewordtmedeveroorzaakt doorhetseizoenvanafkalven.Bij eenongelijkeverdelingvanafkalvingenvandedierenindeverschillende leeftijdsklassen overdeseizoenenenbedrijfsniveauskanditverschilinspreidingontstaan.Hetzelfde geldtvoorhetniveauvandegemiddelde lactatieproduktie.
75
De gemiddeldenvande gestandaardiseerde produktieswerdendaarentegennietbeïnvloed doorverschil inrelatievefrequentie van afkalven in deverschillende seizoenen en leeftijdsklassen.Wel speelt de verdeling overdebedrijfsniveausmee.Onderlingmogende gestandaardiseerde produkties vergelekenworden.Metverschil tussende leeftijdsklassenmetdehoogste en laagste gemiddelde gestandaardiseerde produktie isvoor devier methoden ca. 200kg. Bijdetweede leeftijdsklasse,waar devier standaardisatiemethodendezelfde leeftijdsfactor hebben,geeft eenadditieve factorvoorhet scizoensverschil eenenigszins hogere variatiecoëfficiënt. Devariatiecoëfficiëntenvande lactatieproduktie binnen deseizoensklassen liggen ophet niveauvande spreiding overhet gehelemateriaal.De reductie invariatiecoëfficiënt doordestandaardisatie isbinnenseizoensklassen groter danbinnen leeftijdsklassen. Deafnamevoorhet eerste seizoenvanafkalven ishetkleinst.Deadditieve correctie geeftvoordetweede enderde seizoensklasse hogerevariatiecoëfficiënten danbij correctie met vermenigvuldigingsfactoren voorhet seizoensverschil. Bijde andereklassen is het tegengestelde het geval.Het verschil tussendeseizoensklassen met de hoogste en laagste gestandaardiseerde produktie isvoordevier methoden ca. 140kg. De gemiddelde gestandaardiseerde produktie voordedriebedrijfsniveaus is inalle gevallen lagerdandeactuele lactatieproduktie. Door de correctie voorde leeftijd enhet seizoen isdevariatiecoëfficiënt metca.30°6verminderd.Was devariaticcoëfficiëntvande lactatieproduktie hethoogst voor het laagstebedrijfsniveau,vande gestandaardiseerde produktie isdezehet laagst. Tabel 33geeft de F-waarden voor de toets opde effectenvan leeftijd, seizoen,bedrijfsniveauende interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveau opde gestandaardiseerde produkties.De lactatieprodukties, gestandaardiseerd opviermanieren,vertonen geensignificante invloed van leeftijd en seizoen alsnaastdeze effectenhetbedrijfsniveauende interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveauindeanalyse betrokkenworden.De F-waarde voorde toets ophet leeftijdseffect opde lactatieproduktie was 242,7.Na correctie voor de leeftijd isdeze gereduceerd totminder dan 2.Deverschillen tussende bedrijfsniveaus zijnrelatief evengroot gebleven.De interactie tussende leeftijd enbedrijfsniveau iskleiner geworden.De F-waarde behorende bij deze interactie bijde gestandaardiseerde produktie isniet significant. Ookbij deactuele lactatieproduktie was deze interactie niet significant aantoonbaar.Vandeviermethodenvan standaardisatie geeft Lp . de laagste
76
Tabel33.F-waardenvoordetoetsenopdeeffecten(model7)opdegestandaardiseerdelactatieprodukties. Effect
Methodevanstandaardisatie L
SmAh
Leeftijd/Age Seizoen/Season Bedrijfsniveau/Herdlevel Leeftijdxbedrijfsniveau/ Agexherdlevel
L
L
SaAh
F(P<0,05)
L
SmAo
SaAo
1,50 1,79 1,47 1,76 0,68 0,62 0,66 0,61 465,07 468,58 458,97 462,48 1,25
1,23
0,96
1,03
2,01 2,37 2,99 1,69
Methodofstandardization Table33.Fvaluesforthetestsontheeffects (Model7)onstandardized lactationyields. F-waardenvoordetoetsophetleeftijds-enbedrijfsniveau-effectenvoor deinteractietussenleeftijdenbedrijfsniveau. Dek.k.-constantenvoordeklassenvanhetleeftijdseffect (tabel34) latenziendathetcontrasttussenhoogsteenlaagsteklassegereduceerdis vanca.1860kgbijdeactueleproduktietotca.160kgbijdegestandaardiseerdemelkhoeveelheid.Hetcontrasttussentweedeenderdeleeftijdsklasse isnetniet,dattussentweedeenzesdeklassenetwelsignificant(t-toets, P<0,05).Deklassenmetdehoogstelactatieproduktiekrijgendelaagste gestandaardiseerdeproduktie.Demethodenmetvermenigvuldigingsfactorenvoor hetseizoenseffect (L„.,enL„ .)latengeenverschilzieninconstanten voorhetleeftijdseffectdoorfactorenbinnenbedrijfsniveaus (L,-..,)enover bedrijfsniveaus (Lq-A-J•Voordeleeftijdsklassen2en8geeftdeseizoenscorrectiedoorvermenigvuldigingsfactorenkleinereconstantendandemethoden metadditieveseizoenscorrectie.Dek.k.-constantenvoordeseizoensklassen (tabel34)latenziendathetcontrasttussendeseizoensklassen2en5ca. 10kgis.Bijdelactatieproduktiewasdatca.450kg.Hetcontrasttussen deklassen1en3isslechtsgedaaldvanca.210kgtotca.90kg.Deverschillentussendek.k.-constantenvoordeseizoensklassenzijnbijdevierstandaardisatiemethodennietsignificant (P<0,05).Deseizoensklassen1en3hebben bijadditievestandaardisatievoorhetseizoenseffectwatkleinerek.k.-constanten.Dek.k.-constantenvoordebedrijfsniveauklassen(tabel34)zijnpermethode vanstandaardisatienietverschillend.Decontrastentussendeklassenzijneven grootalsinhetoorspronkelijkmateriaal (tabel31). Omeenindruktekrijgenoverdematevanuitschakelenvandeinterac77
Tabel34.K.k.-constantenvandegestandaardiseerde lactatieproduktiesvoorde klassenvanleeftijd,seizoenenbedrijfsniveau (model7). Klasse
Methodevan
standaardisatie
L
L
55 70 -84 54 18 -70 -15 -29
50 88 -89 58 24 -72 -19 -40
52 70 -83 54 20 -69 -14 -30
46 88 -88 58 27 -72 -18 -40
56 -19 -24 15 -28
60 -18 -32 14 -25
55 -18 -23 15 -28
-706 8 699
-704 10 694
-702 7 695
SmAh
SaAh
SmAo
L
SaAo
Leeftijd/Age 1 2 3 4 5 6 7 8
Seizoen/Season 1 2 3 4 5
2 62 -19 -33 14 -25 3
Bedrijfsniveau/Hevd I II III
Class
level
-709 11 698
Methodofstandardization
1.Zietabel3/SeeTable3. 2.Zietabel4/SeeTable4. 3.Zietabel5/SeeTable5. Table34.L.s.constantsofstandardized lactationyieldsfortheclassesof age, seasonandherdlevel(Model7).
tietussendeleeftijdenhetbedrijfsniveau zijnintabel35dek.k.-gemiddeldeldenvoordeleeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveausalsafwijkingvande k.k.-gemiddelden perbedrijfsniveauweergegeven.Deafwijkingenbinnenbedrijfsniveauenbijdezelfdemethodevanleeftijdscorrectie (L„.,enL„ .,, L„ . enL„,)gevenaandatadditieve standaardisatie enstandaardisatie metvermenigvuldigingsfactorenvoorhetseizoenseffectnietverschillend zijn. Standaardisatiemetfactorenbinnenbedrijfsniveausgeeftdeleeftijdsklassen geenconstantproduktieniveau.Bijhetlaagstebedrijfsniveauishetcontrast tussendevierdeenzevendeklasse 168kg.Bijhettweedeniveauwordthet 78
e CU CO 03 CO .-1 ^ CO 73
o i m i n - m o CM—
dj
O
T-I
4J CO 4J O •I - J CO • H i-l 4J t u CU CU 7 3 CU U i - i OJ CU CU CO 73 - H 73 VJ U
o
<
o
— e n CM
7TT
cyi t o i o r v v O O O - M
r^ — vx M O - c n
o o
v O O O O m O — CNCN M 3 l T I < f — \£> — u ~ t C M
00 C3>
O ey\ en r-* — oo p-* co
CJ\
CO
O co 0 co >
CM f ^ O
i ""7
73
Cl cu cd
73 i-H CU 73 73 •H
4-1 CO CU 00
o> N
rs co O
CM
o
o
CU
e -o CU
&o e 1 co
M•> • co Ai 3
• j o ^ n * o \ o M - ^
i
n
o cN
m
CU OO r - i CO CU 73
o en
u o o S
CO C CU CU > •H
U-4
1
co C 3 co ca u-i
v O \ O O M N \ O l O \ D
00
m - c n a v ^ D ' - ' T -
o
e
'H •H h
e xi
CO «-I •i-l •r-t Vrf 73 CU
• e
CU 43
•-H
CU T3
c
-^-u-io^mr^p^-^-o vO —
cO
O O C T i - ï o O - d - O
u LO CU i—l
>
CU 7 3
73
e
O O - v D i n i f i - i r ^
CU 73
- C O
-0 1
5 cfl
s -*<• oo ^ 1
A! co • 3
CO CU
a > CU ' H co C! co co
3 14-1 4J - i - i •i-I
C U
CU 7 3 i - l CU r-l X •H
X C o cu co C ^ c CU * H >
O
-
O
N
o o
CM
XI
7 3 -i-I (J 7 3
incnvo-JOcncocj CM v X CT» G> 0 0
00 • *
a
CU •i-I 4-1 CO
•
CU
.Ü
C
00
I-I
CU 73 CU 7 3 73 - H rH g CU CU 73 00 •H
cO n-l CU o
co
• *~\ r^ i—i 01 73 O
& CD CU •i-I •U .Ü
3
73 0 U Cu
•H 73 U CO CO 73
o o
- c o e o o c N v o - o i P ^ O O O O C N O O - J - 0 0
73 CO 73
(=. CO
00 — O O O — v O v t O O N 0 0 N O CM m
ö co
> CU 73
o
X! 4-1 CU
S
CU CO
H
u-i co CU CO CU i - l 1-1 M
C *0
u
C cd u co
73
1
o X
m — *x eno en CMr-* cN en p^ oo r~ er» en CM
s
• "ö - C N r i ' î l O v O N C O
co
. CB . fee! "13 i - ^
CU CU
en m CU CU i—I i—< X X CO CO H H CU CU CU CU C/J C/J
4J CU
E
X
O
73
X O o CU > M O O >
w
C5 co cfl 7 3 CU i—l
CU 00
<
IJ CU
3 4= CU XI
co CU
!-.
O u-l
CO
ü a e cO CU cl) u R CU
m co CU CU X X cO ro
•r-l Q
• iJ
X CO
H
79
grootstecontrastgevondentussendevijfde en zesdeklasse (227kg)enbij hethoogsteniveau tussendeeerste enzevendeklasse (312kg).Destandaardisatiemet factorenoverdebedrijfsniveaus (L„.)geefteenverkleiningvan deconstantevoordeeerste leeftijdsklasse binnenhethoogstebedrijfsniveau tezienvan 171 kgtenopzichtevanL„ .,.Voorheteersteniveau isdeze 79kggroter.Groteverschillentredenookopbij devijfde leeftijdsklasse. Bij L<,.,isde constante bijhetderdeniveau 22kgenhij stijgt tot 181bij L„ ..De constantenvoorhet laagste enmiddelste niveaudalenmetresp.92 & SmAo en96kgvan met L„ .. 6 L c .,vergeleken ö SmAh SmAo Dagproduktie
'
Dedagprodukties op 30,70, ...., 270dagen zijngestandaardi-
seerdvolgensdemethoden zoalsbeschreven in5.2.1.2.Bijeenstandaardisatiewaarbijdeeffectenvan leeftijd,seizoen,lactatiestadiumendeinteractie tussen leeftijd enbedrijfsniveauvolledigwordenuitgeschakeld, isde verwachting vandegemiddelde gestandaardiseerdeproduktie afhankelijk van deverdelingvandedierenoverdebedrijfsniveaus.Voorhetverschil in niveautussenbedrijvenwordtniet gecorrigeerd. Intabel 36 zijndegemiddeldenenvariatiecoëfficiënten vanD c .,D c ., ,D c .:D c .x,D. ende SmAo' SmAh' SaAo' SmAo ' Ao actueledagproduktie (DGP)weergegevenperbedrijfsniveauen lactatiestadium. De gemiddeldedagproduktiebijdedrieklassenvangemiddeldebedrijfsproduktie verschiltsignificantbinnen lactaticstadia.Despreidingvande dagproduktieheeftaanhetbeginvande lactatie eenvrij constanteverhouding totde gemiddeldedagproduktie.Bijhetvoortschrijdenvande lactatie neemtdevariatiecoëfficiënt toe.Binnenhet laagstebedrijfsniveauneemtde variatiecoëfficiënt sneller toedanbinnendeandereniveaus.Bijhethoge bedrijfsniveauzijndewaardenvoordevariatiecoëfficiënten vandedagproduktie geringerdanbijde lagereniveaus. Perbedrijfsniveauverschillendegemiddeldenvande gestandaardiseerde dagprodukties.De gestandaardiseerde dagproduktie op 30dagen laatgeen significanteverschillen zientussendemethoden,behalve tussenD. ende " ' Ao anderemethodenbinnendebedrijfsniveaus Ien II (t-toets,P <0,05). Binnenbedrijfsniveauenmethodevanstandaardisatie verschillendehoogste en laagste gemiddelde gestandaardiseerde dagproduktie (t-toets,P<0,05), behalveD<-,.Xbinnenhet laagsteniveau.DemethodenD^ .,D- .,enD-. lateneengemiddeldedagproduktie ziendietoeneemtmethetvoortschrijden vande lactatie,waarbijdehoogstegemiddeldengevondenwordenop 230of 270dagen.D^..xvormthierop eenuitzondering. Binnenhet laagsteniveau isgeensignificanteverandering ingemiddelde gestandaardiseerde dagproduk-
Tabel 36.Gemiddelden (gem)envariatiecoëfficiënten (v)van gestandaardiseerde enactueledagprodukties (DGP)naarbedrijfsniveau.
DGP
Lacta-Methodevan standaardisatie tiedag SmAo
SmAh
gem
Bedrijfsniveau 30 70 110 150 190 230 270
30 70 110 150 190 230 270
gem
gem
19,99 14,01 20,29 15,08 20,51 15,21 20,43 16,64 20,69 19,19 20,75 23,61 20,86 27,76
19,99 20,20 20,43 20,44 20,76 20,95 20,99
14,26 15,54 15,47 16,54 18,50 21,91 25,49
20,03 19,95 19,93 19,83 19,97 19,80 19,72
14,03 15,04 15,15 16,64 19,18 23,69 27,79
20,35 20,84 20,88 20,42 20,04 19,46 19,10
14,31 15,40 15,61 17,68 20,61 24,77 28,53
20,84 19,12 16,64 14,52 12,57 10,29 8,13
21,50 21,60 21,27 22,11 24,18 26,92 29,77
22,83 22,84 22,92 22,95 23,17 23,22 23,20
14,63 15,67 15,66 16,38 17,09 20,20 24,91
22,81 22,89 22,89 23,14 23,34 23,56 23,48
14,47 15,42 15,55 16,51 17,65 21,69 26,96
23,16 23,45 23,39 23,03 22,60 21,98 21,51
14,55 15,27 15,56 16,76 18,94 22,88 29,06
23,90 22,09 19,34 17,09 14,82 12,39 9,77
21,38 21,46 20,42 21,02 21,86 24,94 29,79
II/Herd level II
22,81 14,47 22,84 15,41 22,93 15,48 23,01 16,47 23,26 17,63 23,36 21,66 23,32 26,93
Bedrijfsniveau
gem
v
I/Berd level I
20,03 14,03 20,27 15,05 20,48 15,14 20,49 16,63 20,70 19,18 20,82 23,68 20,86 27,80
Bedrijfsniveau 30 70 110 150 190 230 270
gem
gem
Ao
SmAo
SaAo
22,85 14,40 22,85 15,38 22,91 15,45 22,99 16,49 23,20 17,63 23,27 21,66 23,20 27,03
Ill/Herd level
III
25,16 14,67 25,68 14,88 25,68 15,11 25,89 15,87 25,93 16,20 26,24 20,12 25,91 23,89
25,17 14,74 25,69 14,95 25,73 15,20 25,99 15,97 26,03 16,33 26,42 20,17 26,08 24,08
25,21 25,78 25,77 25,91 25,83 25,99 25,56
14,80 15,24 15,52 16,09 16,11 19,20 22,46
25,16 25,97 26,19 26,40 26,58 27,08 26,89
14,67 14,86 15,12 15,83 16,18 20,13 23,88
25,49 26,38 26,35 26,26 25,68 25,19 24,20
14,87 15,54 15,67 16,79 17,87 21,36 25,58
26,11 24,90 22,05 19,60 17,09 14,46 11,29
21,95 21,93 21,09 20,66 20,89 23,31 26,40
mean C.V.
mean C.V.
mean
C.V.
mean
C.V.
mean
C.V.
mean
C.V.
Test
day
Method of standardization
1.Zie
tabel5/See
DGP
Table5.
Table 36.Mean and coefficient ofvariation (C.V.)of standardized and actual test-day yield (DGP')within herd level.
tie gedurende de lactatie.Bijdeoverigeniveaus daaltde gemiddelde gestandaardiseerdeproduktiemetde lactatie.D. geeft dehoogstegestandaardiseerdedagproduktie op 70en 110dagenbij allebedrijfsniveaus.Daarna daalt de gestandaardiseerde produktie continu.
81
Devariatiecoëfficiënt vandegestandaardiseerde dagproduktie stijgtmet hetvoortschrijden vande lactatie;voorhethoogstebedrijfsniveauisdeze stijging hetkleinst. Invergelijking met de andere standaardisatiemethoden stijgtdevariatiecocfficiëntvanD- .,demethodewaarbij voor seizoensverschillen additief gecorrigeerd wordt,binnen alleniveaus van gemiddelde bedrijfsproduktiehetminst snel. Op 30dagen zijnvariatiecoëfficiënten vande gestandaardiseerde produkties ca. 30% lagerdandievandeactuele produktie.Methetvoortschrijden vande lactatiewordendezeverschillen continu kleiner doordat devariatiecoëfficiënt vande gestandaardiseerde produktie sneller stijgtdandievan de actuele produktie.DeF-waarden voorde toets opde effecten uitmodel 7 (leeftijd, seizoen,bedrijfsniveauen interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveau)opde gestandaardiseerde enactuele dagproduktie op 70,150en 230 dagen zijnvermeld intabel 37.Dehoofdeffecten zijnsignificant bij alle gestandaardiseerde produkties indedrie lactatiestadia,met uitzondering vanhet leeftijdseffect op 70dagenbijD„ ..Een aanzienlijk deelvande leeftijdsvariantie isdoor standaardisatieverdwenen.Vanhet seizoenseffect iseengeringer deelverdwenen. De F-waarde voorde toets ophet seizoenseffectbijD. heeftdezelfde ordevan grootte alsdievoor de actuele dagproduktie.De F-waarden behorend bij de toets ophet effectvanhetbedrijfsniveau liggenbijD„ .xophetzelfde niveau alsdiebij deactueleproduktie. VoorD„ .,D„ .,enD„ . liggendeze inde drie lactatiestadia lager.De b SmAo' SmAh SaAo 6 6 interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveauklasse is inalle gevallen ofniet significant ofnetwel (DGPop 70dagen enD„ .,op 150 dagen). D„ .,IX,„uenD„ ,*hebbendezelfde F-waarde voorhet leeftijdseffect SmAo' SmAh SmAo op 70,150en 230dagen;respectievelijk ca.2,6,ca.3,9 en ca.2,9.De
J
k.k.-constantenvoor de leeftijdsklassenvandeze afhankelijke variabelenkomen binnen lactatiestadia nagenoeg overeen. De schattingen voorde leeftijdsklassen (tabel 38)verschillen op 70dagenniet significant vanhet gewogen gemiddelde (t-toets,P <0,05). Hetzelfde geldt voor de schattingen voor de leeftijdsklassen vanD- . op 70dagen. Significant verschillend vanhetgewogen gemiddelde zijnde schattingen voor de tweede leeftijdsklasse bij alle standaardisatiemethoden op 150en 230dagen.Daarnaast geeftD- . op 150dagen voor de achtste,enop 230dagenvoor de zesde klasse significante verschillen (t-toets,P <0,05). Deoverschatting van deproduktie vande tweede leeftijdsklassewordt groter met de toename vande lactatie.Voor devierde leeftijdsklasse daaltdeze overschatting. Dek.k.-constanten voorde seizoensklassen uitmodel 7vande gestandaar82
Tabel 37.F-waardenvoor de effectenvan leeftijd, seizoen,bedrijfsniveau en de interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveau,metdaarbij derestvariatievan gestandaardiseerde enactuele (DGP)dagproduktie,op70, 150en 230dagen lactatie (model7 ) . Restvariatie (kg) öLctllUclcl
lUlädLlt:
leeftijd
seizoen
bedrijfsniveau
leeftijd x bedrijfsniveau
264,51
0,61
3,41
70 dagen/day s SmAo D
SmAh
D
SaAo SmAo
D
Ao DGP
2,62
4,99
2,59
4,96
264,80
1,21
3,41
1,64
4,79
267,96
0,63
3,50
2,62
5,01
328,02
0,61
3,41
2,63
20,51
265,90
0,62
3,50
260,64
19,03
309,17
1,71
3,29
3,53
4,66
241,30
1,00
3,70
3,56
4,71.
242,35
1,78
3,70
3,78
3,55
245,87
1,08
3,69
3,57
150 dagen/'days D„SmAo . D
SmAh
D
SaAo
D
C A *
D
SmAo
Ao DGP
4,78
349,69
1,03
3,70
3,81
49,79
247,18
1,10
3,69
163,87
48,33
334,77
1,52
2,72
2,91
6,15
131,11
1,25
5,02
2,93
6,18
134,50
1,34
5,01
3,95
5,22
132,31
1,38
4,67
2,95
6,23
236,49
1,25
4,99
3,11
77,86
138,27
1,37
4,67
57,32
75,99
233,19
1,48
2,62
2,01
2,37
2,99
1,69
230 dag en/days SmAo D„ .,_ SmAh D
SaAo
D
D
c A *
SmAo
Ao DGP F (P<
0,05)
cov
age Method of standardization
Effect
herd level agexherd level
Residual variation
Table 37.Fvalues for theeffects of age,season,herd level and the interaction between age and herd levelwith involved also the residual variation of standardized and actual (DGP)test-day yield on 70, 150and 230days (Model7 ) .
83
Tabel 38.K.k.-constantenvan de gestandaardiseerde enactuele (DGP)dagproduktie op 70, 150en 230dagenvoor de leeftijdsklassen (model7 ) . Methode van standaardisatie
70
Leefti jdsklasse
1
D
SmAh
D
SaAo
5
6
7
8
0,39
-0,26
0,44
0,27
-0,21
-0,34
-0,52
0,24
0,39
-0,26
0,44
0,27
-0,22
-0,34
-0,51
0,01
0,25
-0,24
0,45
0,32
-0,14
-0,25
-0,40
0,23
0,39
-0,26
0,44
0,28
-0,21
-0,34
-0,52
0,24
0,38
-0,23
0,45
0,29
-0,23
-0,37
-0,53
-4,96
-4,41
-2,39
-0,10
1,63
2,31
3,68
4,25
0,81
-0,56
0,29
0,08
-0,25
-0,28
-0,59
0,52
0,81
-0,56
0,29
0,08
-0,26
-0,28
-0,60
0,36
0,92
-0,62
0,33
0,14
-0,23
-0,29
-0,63
0,50
0,81
-0,56
0,29
0,09
-0,25
-0,29
-0,60
D
Ao DGP ISO
dagen/days 0,51
SmAo SmAh SaAo SmAo
0,52
0,83
-0,56
0,31
0,10
'-0,24
-0,30
-0,62
-3,19
-2,61
-1,75
-0,25
0,85
1,52
2,51
2,91
-0,01
1,24
-0,76
0,11
-0,50
-0,71
0,16
0,48
0,00
1,25
-0,76
0,11
-0,49
-0,72
0,15
0,46
0,11
1,48
-0,78
0,22
-0,50
-0,74
0,02
0,19
-0,01
1,25
-0,79
0,11
-0,45
-0,71
0,15
0,46
-0,02
1,21
-0,77
0,16
-0,51
-0,65
0,18
0,40
-1,74
-1,01
-1,20
-0,28
0,21
0,48
1,54
2,01
D
Ao DGP 230
dagen/days
SmAo D
SmAh
D
SaAo
D
C A *
D
4
0,23
SmAo
D
3
dagen/days
SmAo
D
2
SmAo
Ao DGP
Method of standardization
Agecl ass
1.Zie tabel
3/See Table3
j
Table 38.L.s.constants of standardized and actual (DGP) test-day yield on70, 150and 230days for theage classes (Model7 ) .
diseerde enactuele dagproduktie zijngegeven intabel 39.Ookhier geven Dr- A ,Dr- AU, Dt,. enD 0 . %dezelfde k.k.-constanten voor de seizoensklas SmAo' SmAh' SaAo SmAo binnen lactatiestadia. Significant verschillend vanhet gewogen gemiddelde
84
Tabel39.K.k.-constantenvandegestandaardiseerdeenactuele (DGP)dagproduktie op70,150en230dagenvoordeseizoensklassen (model7). Methodevan standaardisatie
70
Seizoensklasse
dagen/days
SmAo D
SmAh
-0,04
0,78
-0,13
-0,44
-0,17
-0,03
0,77
-0,13
-0,44
-0,17
-0,14
0,80
-0,09
-0,42
-0,15
-0,04
0,78
-0,13
-0,44
-0,17
-2,15
0,47
0,73
1,04
-0,11
-1,93
0,36
0,67
0,97
-0,07
0,56
0,05
-0,69
-0,20
0,28
D
0,57
0,04
-0,69
-0,20
0,28
D
0,45
0,10
-0,62
-0,16
0,23
0,56
0,06
-0,70
-0,21
0,29
D
SaAo SmAo
D
Ao DGP 150
dagen/days
SmAo SmAh SaAo SmAo
-1,33
1,47
1,24
0,33
-1,71
-0,99
1,02
0,92
0,28
-1,23
0,13
-0,40
-0,29
0,86
-0,30
D
SmAh
0,13
-0,40
-0,29
0,85
-0,30
D
SaAo
0,25
-0,41
-0,19
0,68
-0,34
0,14
-0,40
-0,29
0,85
-0,30
1,82
2,51
0,75
-2,08
-3,00
1,02
1,36
0,44
-1,14
-1,68
D
Ao DGP 230
dagen/days
SmAo
SmAo D
Ao DGP Methodof standardization
i
Season class
1.Zietabel4/SeeTable4 Table39.L.s.constantsofstandardizedandactual (DGP)test-dayyieldon70, 150and230daysfortheseasonclasses (Model7).
zijnbijdezestandaardisatiemethodendeschattingenvoordetweedeenvierde seizoensklasseop70dagen,hetderdeseizoenop150dagenenhetvierdeop 230dagen.Op70dagenwordtdegestandaardiseerdeproduktieoverschat,terwijl
85
op230dagendezebenedenhetgemiddelde ligt.Voordevierde seizoensklasse zienwehettegenovergestelde;op70dageneentelageproduktie,terwijlop 230dageneenoverschattingvanca.0,8kggevondenwordt.Dek.k.-constanten voordeseizoensklassenvanD. hebbendezelfde rangordealsbijdedagproduktie.Methetvoortschrijdenvandelactatiewordendecontrasten tussende seizoensklassenvanD. echter groterdandievandeactueledagproduktie. Dek.k.-constantenvoordebedrijfsniveauklassen (tabel 40)gevenvoor ü~ . enD„ .,aandatdeverschillen tussendebedrijfsniveausingestandaardiseerdeproduktie gedurendedelactatievanconstante grootte zijn.Bij D„ .xwordendeverschillen grotermethetdalenvandedagproduktie. Denauwkeurigheidvancorrectievoordeinvloedvanhetstadiuminlactatieopdedagproduktie isnagegaanaandehandvandeschattingenvande gestandaardiseerde dagproduktiesvolgensmodel 8,waarinopgenomendeinvloeden van leeftijd,seizoen,bedrijfsniveau,lactatiestadiumendeinteractie tussen seizoenenlactatiestadium.Dek.k.-constanten voordelactatiestadia zijn
Tabel 40.K.k.-constanten van de gestandaardiseerde en actuele dagproduktie (DGP)op 70, 150en 230dagen voor debedrijfsniveauklassen (model7 ) . Bedrijfsniveau'
Methode van standaardisatie SmAo
SmAh
SaAo
DGP SmAo
Ao
70 dagen/day s I II III
-2,73 -0,06 2,80
-2,73 -0,09 2,81
-2,82 -0,07 2,89
-3,06 -0,02 3,08
-2,80 -0,08 2,88
-2,86 -0,04 2,90
-2,81 -0,14 2,95
-2,80 -0,18 2,98
-2,81 -0,18 2,99
-3,42 -0,03 3,45
-2,82 -0,17 2,99
-2,46 -0,04 2,50
I II III
-2,81 -0,13 2,94
-2,84 -0,14 2,97
-2,61 -0,16 2,78
-3,82 0,05 3,77
-2,68 -0,14 2,81
-1,99 0,02 1,97
Herd level
Method of
150 dagen/day s I II III 230
dagen/days
1.Zie tabel 5/SeeTable
standardization
5
Table 40.L.s. constants of standardized and actual test-day yield (DGP)on70, 150and 230days for theherd level classes (Model7 ) .
86
weergegevenintabel41.Tussendemethodenvanstandaardisatiezijngeenverschillenwaarneembaar.Op30dagengevenallemethodensignificantlagere (t-toets,P<0,05)schattingenteziendanhetgewogengemiddelde.Indeanderelactatiestadiabestaangeenverschillenmethetgewogengemiddelde. Deellijstprodukties
Deextrapolatievandeellijstprodukties isuitgevoerdmet
drieregressietechniekendiein5.2.2beschrevenzijn.Degeëxtrapoleerde produktieswordennaardemethodevanextrapolatiealsvolgtaangeduid: Y,•:300-dagenproduktiegeschatdoormiddelvanlineaireregressiecoëfficiënten binnenleeftijds-enseizoensklassevan300-dagenproduktieopdeellijst. Y :300-dagenproduktiegeschatmetbehulpvandebinnenleeftijds-enseizoensklasseberekendecorrelatieenverhoudingtussen300-dagen-endeellijstproduktie. Y,f: 300-dagenproduktieuitdedeellijstgeëxtrapoleerdmiddelsdebinnenleeftijds-enseizoensklasseberekendelineaireregressievanhetresterend deelvandelactatieopdelaatstedagproduktie. Hetgemiddeldevandeberekende300-dagenprodukties is4976kgenheeft eenvariatiecoëfficiëntvan21,41.Hetgemiddeldevandegeëxtrapoleerde• produkties (tabel42)uitdeellijstentot240dagenisvoordedriemethoden lagerdandatvandeberekende300-dagenproduktie.Delaagstegeschatteproduktiewordtgevondenuitdeellijstenvan40dagen.Metdelengtevandedeellijst neemtdegemiddeldegeëxtrapoleerdeproduktietoe.Y,•enY, naderensneller Tabel41.K.k.-constantenvandegestandaardiseerdedagproduktievoorde lactatiestadia30,70 270dagen (model8). Methodevan standaardisatie
Lactat .edag 30
70
110
150
190
230
270
-0,47
-0,05
0,15
0,05
0,08
0,13
0,10
D
-0,47
-0,04
0,16
0,05
0,08
0,12
0,10
D
-0,42
-0,03
0,13
0,04
0,07
0,13
0,09
D
0 A *
-0,43
-0,03
0,14
0,06
0,07
0,11
0,07
SmAo D Ao
-0,44
-0,04
0,14
0,06
0,08
0,12
0,08
Methodof Standardization
Testday
SmAo SmAh
SaAo
Table41.L.s.constantsorstandardized test-dayyieldforthestages30,70, ...,270daysoflactation (Model 8).
87
Tabel 42.Gemiddelden (gem)envariatiecoëfficiënten (v)van 3typen geëxtrapoleerde deellijstprodukties envan deberekende 300-dagenproduktie (n= 2000). Deellij stlengte (dagen)
Y
gem
V
gem
V
gem
V
40 80 120 160 200 240 280
4896 4925 4950 4958 4975 4984 4993
18,9 20,1 20,7 20,9 21,1 21,3 21,4
4892 4912 4930 4944 4957 4972 4976
18,9 19,6 20,1 20,3 20,6 21,0 21,3
4894 4926 4945 4956 4974 4980 4983
19,3 20,6 20,6 21,0 21,1 21,4 21,5
300-dag enprodukt ie
4976
21,4
Part lactation length (days)
Mean
C.V.
Mean
C.V.
Mean
C.V.
Y
li
Y
co
lt
Table 42.Means and coefficients of variation (C.V.)of types of extrapolated part lactation yields and calculated 300-days yield (n= 2000).
de gemiddelde 300-dagenproduktie danY . Devariatiecoëfficiënten (tabel 42)nemen toemet de lengtevan teextrapoleren deel!ijst.Bij deellijstenvanrelatief korte lengte isdevariatiecoëfficiënt vanY,. hoger danvan detwee anderemethoden en stijgthij ook het snelst naarhetniveauvandievan de 300-dagenproduktie. Het gemiddelde absolute verschil tussen geschatte enberekende 300-dagenproduktie (tabel 43) isvoorY, bij alledeellijstlengtenkleiner danvoor de andere tweemethoden.TussenY,. enY bestaat geenverschil.Dewaarde van b li co de correlatiecoëfficiënten vande geschatte enberekende 300-dagenproduktie (tabel 43) zijnvoorY, significant hoger danvoor Y,. enY .DievoorY,enY
verschillen niet.De spreiding vanhetverschil tussen geschatte en
300-dagenproduktie geeft hetzelfde beeld te zien alsdievanhet absolute verschil tussen geschatte enberekende 300-dagenproduktie;voorY, lager danvoor Y,. enY li
en geenverschil tussenY.. enY ö co li
co
Intabel 44 zijnde F-waarden (model 7)opgenomen voor deeffecten van leeftijd, seizoen enbedrijfsniveau. DeF-waarde voor de toetsophet leeftijdseffect opde 300-dagenproduktie is 280,1. De F-waarden behorend bij de geschatte produktie geven aandathet leeftijdseffecthet grootst isbij de korte lijsten en afneemt methetvoortschrijden van de lactatie.Het leeftijdseffect vertoontweinigverschil ingrootte tussenY,.enY .Voor Y 88
is
Tabel43.Gemiddeldeabsoluteverschilvan,correlatietussenenspreidingvan hetverschiltussen,geëxtrapoleerdedeellijstproduktie (Y)enberekende300-dagenproduktie(Y). Deellijstlengte (dagen)
gem|Y-Y| ll
co
40 80 120 160 200 240 280
406 326 270 208 157 100 44
406 326 264 209 157 99 38
Ö
Y.Y Y
lt
391 302 229 177 119 64 22
Y
H
0,876 0,922 0,949 0,968 0,982 0,993 0,999
Y-Y
Y co
Y
0,877 0,922 0,950 0,969 0,982 0,993 0,999
0,886 0,933 0,961 0,977 0,986 0,997 1,000
lt
li
Y co
Y
513 412 352 265 202 128 56
512 411 334 266 200 126 50
493 384 294 226 153 82 33
Y
lt
Part lactation length (days) mean|Y-Y| Table43.Meanabsolutedifferenceof,correlationbetweenandvariationofthe differencebetweenextrapolatedpartlactationyield (Y)andcalculated 300-daysyield(Y). ditwatgroter.Ookhetseizoenseffectis,gemetenaandeF-waardengroter voorproduktiesgeschatuitkortedeellijstendanvoorde300-dagenproduktie (25,3).VoorY-, bereiktdeF-waardebijhetvoortschrijdenvandelactatie hetsnelsthetniveauvande300-dagenproduktie.Integenstellingtotde effectenvanleeftijdenseizoenisheteffectvanhetbedrijfsniveauhet kleinstbijdegeschatteproduktiesuitkortedeellijsten.HierisdeF-waardevoorY, tot240dagenhethoogstenbenaderthetsnelsthetniveauvan deF-waardevoorde300-dagenproduktie (535,0).TehogeoftelageF-waardenkunnenveroorzaaktwordendoordatdevariantievanbetreffendeffectte kleinoftegrootis.Ookkanditontstaandoordatderestvariantie,waartegengetoetstis,groterofkleinerisdanbijdeberekende300-dagenproduktie. Eencombinatievandezetweeoorzakenisookmogelijk.NaastdeF-waarden kunnendek.k.-constantenmeehelpenhiereenuitspraakovertedoen. F-waardenvangelijkegroottevoorgeschatteenberekendeprodukties kunnensamengaanmetgeheelverschillendek.k.-constantenpereffectsklasse. Intabel45zijndek.k.-constantenvoordeklassenvandeeffectenvan leeftijd,seizoenenbedrijfsniveauvandegeschatteenberekende 300-dagenproduktievermeld.Weergegevenzijnslechtsdeconstantenvande geschatteproduktiesuitdeellijstenvan80,160en240dagen.Dek.k.constantenvoordeleeftijdsklassenkomenbijdedriemethodenvrijwel
89
Tabel 44.F-waardenvoor de effectenvan leeftijd, seizoen enbedrijfsniveau op 3 typengeëxtrapoleerde deellijstprodukties (model7 ) . Methode
Deellijstlengte 40
80
120
160
200
240
280
Leeftijd/Age Yn.
418,84
11
Y
co
Y
341,44
314,34
295,74
281,68
270,70
267,18
442,85
385,30
363,69
340,32
320,95
303,62
286,34
419,34
329,64
320,11
294,42
283,41
276,41
279,06
63,04
45,80
39,46
32,23
26,79
25,65
24,89
63,70
52,57
47,59
38,06
31,27
27,41
26,64
56,36
42,32
38,06
25,89
22,75
25,37
25,46
430,20
493,34
514,72
532,20
534,49
Seizoen/'Season Y
Y Y
li co
lt
Bedrijfsniveau/Herd 295,22
li co lt Method
level 382,65
297,97
383,79
447,81
492,76
516,51
532,85
535,35
322,80
404,59
476,95
506,80
519,82
528,17
529,38
Part lactation length
Table 44.Fvalues for the effects of age,season and herd level on 3typesof extrapolated part lactation yields (Model7 ) .
overeenmetdeschattingenvoordeberekende 300-dagenproduktie.Voor de tweedeenderde leeftijdsklasseop80dagenisdeschatting lagerdanbij deberekende300dagenenvoordevijfdeklassewathoger.Dek.k.-constanten voordeseizoensklassenvandegeschatteproduktieswijkenmeerafvande constantenvoordeberekende 300-dagenproduktiesdandievoorhetleeftijdseffect.Bijde300-dagenproduktiebestaathetgrootste contrast tussende tweedeenvijfde klasse (ca.440kg).Deuitdeellijstenvan80dagengeschatteproduktiesvertonencontrastenvanca.550kgtussendeseizoensklassen 2en5.Schattingenvande300-dagenproduktieopgrondvankorte deellijsten geven eenonderschattingbijdierenkalvend indieseizoenenmetproduktiesbenedenhet gemiddeldeenoverschattingvandeprodukties indebetere seizoenen. Hetcontrast tussendehoogsteenlaagstebedrijfsniveauklasse isvoorde geschatteproduktiesuitdeellijstenvan80dagenkleinerdanovereenkomstig 90
44 3
CO
XI O H O-
s*. CO o
c O)
"fi 01
60 CO
60 co
•O 1
a o o
O
o co
co
i n o o m - c r c N N c o v o r N \ o o > r ^ ^ — m r s en N < csi < t r * oo 1 1 1 1
O l CO — 00 r^. — — en — CM — CN — CM 1 1 1
O - * ^o 00 h-
C O f O O N U I N - O
0 0
CT» r**
00^ M CNh.
m m o
1
•o c m 4
r-^r^o^r^^ocMinr-^ er»r^>j- C^J-^-r^co I I ll
i-H
>H
e co
> fi • 0> ^-s r-en
oi I - I • H 01 4J 13
•* 2 3 B •o
^
o h
co >1 co Q
^-e
O -3CN
•i-).H • H fi t*H CO t-H m (U • ! - ) 0) . H Tl M •o dl 01 XI 43
OC <x cu
CO O U N 4-1 . H * ! CU : c u co 01 60 » XI e -i-i 01 - H a -u > > eiH 4-1 CU CU C l r-l
r-.cico^r^.co^om o\ r^-3- CM
O -3- CO -sT CM — CM — CM I I I
C ^ N \ û O i O l N - ^ ^ p ^ r ^ r ^ ^ D c o ^ J ' ^ ON r-^ -
o'» n N co * J C^ VO o co co CM — CM 1 1 1
CM IT) \£> oo r-
tn^-ooin^or^oo
ON -tf CO C^ 0 0
m co CM
CU 60 CO O
3 o- 0) 4J 01 en >
SJ
O CJ i>H
•tH i—I (H
4-> r-l >H
cr\r*.*
>>
er» \o ~- m — CM ~
CM-*r-*co
I
M0o>~-uom»3"ooco
n)
Q
— C. CU 60 CO O
O vO
~-
O O
OOOvOOOOOvOCOuO
•<
I
en 00
•H rH >H
CM I I
l
l
l
• ^ O U I C l «O \ D N en CD f » co i n c i co r- -3 CM -o- r— oo
en r^ CM o m CM oo -3- vo -a— CM — CM l l 1
m m er« m 1
o ^ D en en ^ OCT>.— VO -3— CN — CM
1
l
4J
CJ\ C l 00 1
t-l
>>
Cl
1 1
l
>H
VO VJ3 r ^ r ^ CM - a »3 1 1
e n vO r-- o o
-3^^ r ^ CT\ CM
en
1
1 Cl
«>
co
>,
cfl Q
u-i - a - < r co C l m
O
00 - 3 CT» 1 l
o
> 1
fi 01
-a-a-
CO CTt -a 1^ r^ 0 0
CM
&
_
CM CM O vO e n CN CM 1 1
o o co
l
ca t-i
CU
_
o en 1
t-H
»o
vO 00
~~ -a-
CM r00
•iH t-H
>H
CS <3>
o CN
00 r-
-aCT> en 00 CM 0 0 -aCT\ 1 1 i
CM m
o
CJ1 vO 00
1
^ i> t j
o co
o \ co VO Cl 1
~-
—'
r-I--
VO ej3
^— 1
en en CN 1
\s
-301
Ci)
—
CN C l
m
VD
r-- 0 0
•ri Ci) eVj
eu
t-H
l-H
43 43 cO
43 cO
m
H H H 01
cu
«
o o o C l CN m
— •n e
1
eu eu eu 43 43 43 co CO cO
• ^ •tJ
o ^3
c»
CD
s s .w
m
«K
d)
«K
S 0 •ï-i
V)
,-M
1-5
S
ö ca
'<-S Ol
Cl
CU 01 (II 01 CO C/3
60 CO O O 00
•a-
CN 0\ 00 00 CM 1
•tJ
H
en en
a)
co M
•u M O •o
en
en 1
Cl 1
e ci
OXI 1
o o\ in
00 uO 00 u"l O
ce
fi O CU
l
CO
co co
01 CU 4-1 CO C co cfl CO 4-1 t - l
i
SH
"« Ci CM c o
—"
-o-
en
CQ
M I-H M
M H M
91
contrastbijdeberekende 300-dagenproduktie.Hetverschil tussendebetreffende contrasten ishetkleinstvoorY, .Dierenopbedrijvenmet een laagproduktieniveauwordenoverschat enophogeniveauskrijgendezeeente lage geschatte produktie.VooralbijY
treedtdeze eigenschap op.Om tetrachtendeonder-of
overschatting,samenhangend methetbedrijfsniveau,teverkleinen,iseen alternatiefvoorY, aanteduidenmetY,
onderzocht. Inplaatsvandege-
middeldedagproduktie enhet gemiddelde resterendedeel vande lactatiebinnen klassevan leeftijd enseizoen zijndeze kengetallenbinnen leeftijd- enbedrijfsniveauklassegenomen.Analyse toondeaandatde correlatiecoëfficiënten tussenY,
endeberekende 300-dagenproduktiebinnenklassennaardeellijst-
lengtenietsignificantverschillenvandecorrelatiecoëfficiënten tussenY. endeberekende 300-dagenproduktie.Het contrast tussenhoogsteen laagste bedrijfsniveauwasbijdegeschatteproduktieuitdeellijstenvan 80,160en 240dagenrespectievelijk 1351kg, 1358kgen 1375kg.Opdeberekende300dagenproduktiewashetcontrast 1356kg.Het contrast tussende seizoensklassen met hoogste en laagste schatting isvoorY, 'nauwelijks afwijkend vanovereenkomstige contrastenbijdedriebesprokenmethodenvanextrapolatie.Op80 dagen zijnde seizoenen 1en 2duidelijk onderschat endievan 4en 5overschat.
92
6 Discussieover deresultaten van hoofdstuk 4en5
Deexpressievandeproduktieaanlegwordtdoormilieuvariantievervaagd. Hickman&Henderson(1955)vondendatdevariantieindemelkhoeveelheidvan degehelelactatietussenkoeienvoorca.75%verklaardwordtdoormilieuvariantie.Milieu-effectenzijnteonderscheidenintweetypen:toevalligeeffecten binneneenverzamelingproduktiegegevens,eneffectendiedeverzamelinggemeenschappelijkheeft.Niet-toevalligemilieu-effectenkunnenuitgeschakeldworden doorbinnenhetzelfdemilieudeprestatiestevergelijken,ofdoorstandaardisatieopeenbasismilieumetbehulpvanzuivereschattingenvoordeverschillen tussenklassenvaneffecten. Demethodevanuitschakelingvanverschilleninproduktiealsgevolgvan niet-genetischeinvloeden,isafhankelijkvanhetdoelwaarvoordeproduktiegegevensgebruiktworden.Kennisvangrootteenonderlingesamenhangvande niet-genetischeinvloedenbepaaltmededekeuzevandestandaardisatiemethoden.
6.1 MATERIAALSTRUCTUURENRESULTATEN Degroottevandeinvloedenvanbijvoorbeeldleeftijd,seizoenenbedrijf opdelactatieproduktieiso.a.afhankelijkvandeaardvanendespreidingin hetmateriaal.Zoisdeinvloedvanhetleeftijdseffectopdeproduktiehet grootstbijjongedieren,methetgevolgdatdetotalevariantievoorhetleeftijdseffectgrootiswanneerdedierenopeenrelatiefjongeleeftijdheteerste kalfhebbengekregen.Variantietengevolgevanverschillendeseizoenenvanafkalvenismedeafhankelijkvanhetcontrasttussendekalfmaandenenvandekeuze vansamenvoegingvankalfmaandentotseizoenen.Deonder-enbovengrensvandein deberekeningtebetrekkenproduktiestatendragenbijtotdetotalespreiding: Amerikaanseonderzoekers (o.a.VanVleck&Henderson,1961a,b,c,d,e;Lamb& McGilliard,1967a;Applemanetal.,1969;Milleretal.,1970a)betrokkenslechts dierenindeanalyse,dieminstenstienmaandelijkseproefmelkingenhadden.De lactatieproduktiewerddanberekenddoordesomvandeeerstetienproefmelkingen tevermenigvuldigenmet30,5.Auran (1973)steldealseisdatdediereneenafgeslotenlijstmoestenhebben,metdaarbijeentussenkalftijdvan290-560dagen.
93
Degroottevandedoordeleeftijdverklaardevariantieindemelkhoeveelheid kanmedeafhankelijk zijnvandelengtevandelactatie.Tussen leeftijden lengtevandetussenkalftijdsperiode zoueennegatiefverbandbestaan (Johansson & Hansson,1940; 0degSrd, 1965;Auran, 1974). Ookhetmomentvandeeerstemonsternameendenauwkeurigheidvannotitie daarvanbeïnvloedendewaargenomen effecten. Sommigenhebbenproefmelkingenwel aangeduidmethetnummervandelactatiemaand,ongeachtdedatumvandemaand (VanVleck&Henderson,1961a,b,c,d,e;Applemanetal.,1969;Auran, 1973). Daarbijkandeeersteproefmelking,bijcontrole eenspermaand,vallen tussen de4eende62elactatiedag (Pearson, 1971).Deafwijkingvanhetgemiddeldemomentvaneerstecontroleherhaalt zichgedurendedelactatieenleidttotonzuivereschattingenvandelactatieproduktie (Pearson, 1971;Auran, 1973). Onsmateriaal,metoverwegend driewekelijkse controle,heefthetvoordeel dathetaantaldagentussendagvanafkalvenendedagvandeeersteproefmelking bekend is.Omdaterinbepaaldeperiodenvanhetjaarnietgecontroleerdwordt, zullendeintervallen tussendeproefmelkingen ongelijkvanlengte zijn.Omdathet vooronsdoelnoodzakelijk istebeschikkenoverproduktiegegevens opvastetijdstippenindelactatie,hebbenwij gekozenvoor lineaire interpolatie tussenopeenvolgendeproefmelkingen.Opdiemanierwordthetverloopvandefeitelijke lactatiecurvezogoedmogelijkbenaderd.
6.2 BEREKENDE LACTATIECURVE 6.2.1
Niveau en vorm Degemiddeldedagproduktie geeftnadetoptussen10en50dagen (tabel2)
eencontinuedalingtezien.Derelatiefhogewaardevandevariatiecoëfficiënt voordedagproduktieop10dagenkanveroorzaakt zijndoordatdeveranderingvan deproduktie aanvankelijk zeergrootis,endoordatbijlactatiesmetdeeerste proefmelkingnadetiendedagdemelkhoeveelheidvandezeproefmelkingaandetiendedagistoegekend.Devariatiecoëfficiënt loopt langzaamoptot190dagenen stijgtdaarnaenigszins sneller.Auran (1973)vond indemiddelste maandenvande lactatieeenvariatiecoëfficiëntdieca.20% lager isdaninditonderzoek. Inde negende lactatiemaand liepinzijnonderzoekdevariatiecoëfficiënt echteroptot ca. 50?o.Hetdoorhemgebruiktemateriaalbestonduitlactatiegegevensmeteen grotevariatie intussenkalftijd,hetgeendezerelatiefgrote stijgingwaarschijnlijkkanverklaren.Decumulatieveprodukties hebbeninonsmateriaal eenvariatiecoëfficiëntdiesteedsca.151hoger isdaninhetonderzoekvanAuran (1973).
94
Debinnen-subklascorrelatiecoëfficiëntenvoordedagproduktiesmetde totalemelkhoeveelheidvandelactatie (tabel15)hebbendehoogstewaardevoor deproduktiesindemiddelstemaandenvandelactatie (ca.0,85).Voordedagproduktiesindebeginmaandenvandelactatiezijndecorrelatiecoëfficiënten hogerdanvoordeeindmaanden.Hetniveauvandecorrelatiecoëfficiëntenkomt goedovereenmetdatgevondendoorVanVleck&Henderson (1961a).Maddenetal. (1959)vondenhogerewaarden. Dewaardevandecorrelatiecoëfficiëntentussencumulatieveenlactatieproduktie (tabel17)stijgtmetdelengtevandedeellijst(autocorrelatie). Voordeellijstenmeteenlengtevan80dagenisdezewaardelagerdandievande correlatiecoëfficiënttussenlactatieproduktieendagproduktieop70dagen.In hetonderzoekvanVanVleck&Henderson (1961a)ishetverbandtussendag-en lactatieproduktiegedurendedehelelijstkleinerdantussendecumulatieveproduktietothetzelfdelactatiestadiumendelactatieproduktie.Maddenetal. (1959)vondentotenmetdevierdelactatiemaanddezelfdewaardenvoordecorrelatiecoëfficiëntentussendag-enlactatieproduktiealstussencumulatieveenlactatieproduktie. Decumulatieveproduktiesoverdeellijstentot80dagenhebbenhetgrootste verbandmetdedagproduktieop30dagen(tabel 17).Dedagproduktieop70dagen ishetsterkstgecorreleerdmetdecumulatieveproduktiesover120en160dagen. Deellijstenvan200totenmet280dagenhebbenhetgrootsteverbandmetdeproduktieop110dagen.Deproduktiesineersteenlaatstelactatiemaandenstaan meeronderinvloedvantoevalligemilieu-invloedendandemiddelstemaanden. Deresultatenvanberekeningennaarhetverbandtussenproduktiegegevensvan opeenvolgendelijsten (VanVleck&Henderson,1961d)latenookdegrotevoorspellendewaardezienvanproefmelkprodukties indevierde,vijfdeenzesdelactatiemaand.Zijvondeneencorrelatiecoëfficiëntvan0,50.metdeopvolgendelactatie. Dewaardevandecorrelatiecoëfficiënttussentweeopeenvolgendelactatieproduktieswasmaarweinighoger (r=0,55).
6.2.2
Invloed van leeftijd,
seizoen en bedrijf op dag- en cumulatieve
produktie
Maximaalwordtca.471(op30dagen)vandetotalekwadraatsomvandedagproduktiedoorde leeftijd
verklaard (tabel 7).Op270dagenisheteffectvande
leeftijdnogsignificantenverklaartnogca.51vandetotalekwadraatsomvande dagproduktie.Dek.k.-gemiddeldenvoordeleeftijdklassenvandedagproduktie gevenaandatderangordevandeleeftijdsklassennaardagproduktiegedurendede gehelelactatiedezelfdeis(tabel23).Johansson (1961)enWood (1968)meldden 95
daarentegenkruisingvandolactatiecurvesopheteindvandelactatie.DeconclusievanAuran(1973)datdoordeinvloedvandevariatieinlengtevande tussenkalftijdsperiodedelactatiecurvesvoordeverschillendeleeftijdsgroepen gaankruisen,lijktdubieus.Deregressievandemelkhoeveelheidoverdegehele lactatieophetaantaldagentussenkalftijd,isgrotervoorouderekoeien(Alps etal.,1973;Auran,1974).Sikkes (1975)daarentegenvondgeenverschillenin regressie.Hieruitmaggeconcludeerdwordendatdoorcorrectievoordeinvloed vanverschillenintussenkalftijd,delactatiecurvesvoordeleeftijdsklassen gemakkelijkerkruisendaninmateriaalwaarbijaandeinvloedvandelengtevan detussenkalftijdwordtvoorbijgegaan. Demaximaleinvloedvandeleeftijdopdecumulatieveproduktiewordtbereiktbijlijstenvan60-80dagen.Daarnadaaltdeleeftijdsinvloedlangzaam.Over degehelelactatiewordtca.39%vandekwadraatsomverklaarddoorhetleeftijdseffect.Omdatbijhetvoortschrijdenvandelactatieeensteedskleinerdeelwordt toegevoegdaandecumulatieveproduktie,heeftdedalendeleeftijdsinvloedopde dagprodukticnauwelijksinvloedopdegroottevandeleeftijdsverschilleninde cumulatieveproduktie. Invergelijkingmetdegroottevandeinvloedvandeleeftijdopdedagproduktieisdievanhet seizoen vanafkalvengering (tabel 8).Methetvoortschrijdenvandelactatieneemtdeinvloedtoe.Op270dagenisdezeca.8,5°s.Opde 2 cumulatieveproduktieisdemaximaleR kleinerdan 2%.Ditgeringeniveauvande 2 R ishetgevolgvanveranderinginrangordevandeseizoensklassenopgrondvan dedagproduktiebijhetvoortschrijdenvandelactatie (tabel26).Gönuletal. (1966)vondendatdemaandvanafkalvenca. ^^%bijdraagtindetotalevariantie vandemclkproduktieoverdeeerstelactatieinmateriaalafkomstiguitdeprovincieFriesland.Eendeelvandezevariantievoordekalfmaandenmoetwaarschijnlijk toegeschrevenwordenaandeinvloedvandeleeftijddoordeverstrengelingvan leeftijdenseizoen.Spike&Freeman (1967)vondendaarentegendathetseizoenvan afkalven (6klassenvan2maanden)bij6rassen1,1 tot 3,7°Övandetotalevariantieverklaarde. Analysenaardeinvloedvanhet bedrijf
opdag-encumulatieveproduktieis
gedaanvolgensdriestatistischemodellen.Hetbedrijfseffeetisgeanalyseerd alshoofdeffect,waarbijdeklassendeindividuelebedrijvenrepresenteerden (model4). Inmodel3zijndeverschillentussenbedrijvengekwantificeerddoor deregressievanafhankelijkevariabeleopgemiddeldebedrijfsproduktie.Daarnaastzijndebedrijveningedeeldindrieklassennaarniveauvangemiddelde bedrijfsproduktie.Dezedrieklassenzijnalshoofdeffectopgenomeninmodel7. Hetopnemenvandebedrijvenalshoofdeffectheefttotgevolgdathetdeelvande 96
variantieinproduktiewordtweggenomendatdedierenbinnenbedrijvengemeenschappelijkhebben(o.a.lactatielengte290-320dagen).Bijdeanalysevolgens hetmodelwaarinderegressieophetbedrijfsgemiddeldeisopgenomen,wordtdié specifiekebedrijfsvariantieweggenomendietotuitdrukkingkomtindegemiddelde bedrijfsproduktievanalleopdebetreffendebedrijvenlacterendedieren.Deindelingnaardrieniveausvangemiddeldebedrijfsproduktieneemtslechtsdievariantieweg,specifiekperbedrijfsniveau.Dezeanalysemetindelingnaarniveauis nodigomeenkwantificeringtekrijgenvandeinteractievandeleeftijdmethet bedrijfseffeet. 2 Hetbedrijfseffeet(model4)heeftopdedagproduktieeenR vanca.151aan hetbeginvandelactatieenstijgtlangzaammethetvoortschrijdenvandelactatietot170dagen(R ca.231)endaarnasnellertot270dagen,waarbijdedeterminatiecoëfficiëntca.311wordt (tabel9).Hetdeelvandetotalekwadraatsom vandedagproduktieswatverklaardwordtdoorderegressieophetbedrijfsgemiddeldeisca. 1%op10dagen,stijgttot110dagen(R ca.151)endaaltdaarna (tabel9).Dekleinsteverhouding,datwilzeggenhetgrootsterelatieveverschil (tabel10)tussenbedrijfseffeetuitmodel4enderegressie (model 3),wordtgevondenaanheteindvandelactatie.Op110dagenvindenwedegrootsteverhouding. Dehogewaardenvandecorrelatiecoëfficiënttussendagproduktiesindemiddelste maandenvandelactatieendelactatieproduktiewijzenophetzelfdefenomeen.Produktiesindemiddelstelactatiemaandenwordenrelatiefweinigbeïnvloeddoortij2 delijkemilieuomstandigheden.DekleineverhoudingtussenR (model3)enhetpercentagevandegemiddeldekwadraatsomuitmodel4aanheteindvandelactatiekan vooreendeelookzijnoorzaakvindeninhetfeitdatdedierenaanheteindvan delactatieeengeringerevariatiehebbenindagproduktiedangemiddeldbinnenbedrijven,omdatonsmateriaalslechtsbestaatuitlactatiesmeteenlengtevan 290-320dagen.Auran (1973)vond,integenstellingtotdehiervermelderesultaten, dathetbedrijfseffeetopdedagproduktietoeneemttotdevijfdelactatiemaanden dansterkdaalt,totdelaagstewaardegevondenwordtbijdeproduktieinde10e maand.Zijnschattingenvoorhetleeftijdseffectzijnlagerenvoorhetbedrijfseffectgroterdaninditonderzoek.Eenoorzaakkanzijndekeuzevaneenmodel met12leeftijdsklassenengemiddeldslechts3,8lactatiesperbedrijf.Eenverstrengelingvanleeftijds-enbedrijfseffeetkandaarbijnauwelijksontgaanworden. Deafnameinkwadraatsomdoordriebedrijfsniveaus(model7)isslechtseenderdevandeafnameinmodel4.Destijgingaanheteindvandelactatievoorhet bedrijfseffeetuitmodel4zienweniet.Naeenaanvankelijkestijgingblijfthet verklaardedeelophetzelfdeniveau. 2 OpdecumulatieveproduktiestijgtdeR voorhetbedrijfseffeet(model4) 97
methetvoortschrijdenvandelactatie;zijhetinminderematedanopdedagproduktie (tabel9).Deregressieophetbedrijfsgemiddeldeverklaartgedurende delactatieeensteedsgroterdeel (model3). Invergelijkingmetresultatenuitdeliteratuur (Hickman&Henderson,1955; Pirchner,1960;VanVlecketal.,1961;Auran,1973)ishetdoordebedrijvenverklaardedeelvandetotalekwadraatsomklein (model 4). Samenmetdeanalysevandag-enlactatieproduktievolgensmodel4,gevende modellen1,5en6informatieoverdegroottevanheteffectvanleeftijd,seizoen enbedrijfwanneeréénoftweevandeeffectennietbetrokkenwordenindeanalyse. Slechtsinorthogonalemodellenzaldekwadraatsomvaneeneffectonafhankelijk zijnvanhetgekozenmodel,entevenshetpercentagevantotalekwadraatsom (R) . Dedeterminatiecoëfficiënt isafhankelijkvanhetaantaleffectendatindeanalysebetrokkenwordt.Hetopnemenvaneenadditioneeleffectgeeftinhetalgemeen 2 2 eendalingvandeR .VoordedagproduktieisR (a|y)maximaalca.5(H (op30dagen)endaalttotca. 5%(op270dagen).Wordennaastdeleeftijdookseizoenen ?
bedrijfindeanalysebetrokkendanisR maximaal47% (tabel13). VoordecumulatieveproduktieisR (a|u,s,h)ca.3à41lagerdanR(a|p) 2 (tabel14).R(a|u,s)isvoordedagproduktiesvan70totenmet270dagengroter 7
danR (aju).Voordecumulatieveproduktiesoverperiodenlangerdan80dagenis 2 2 R (a|y,s)groterdanR (a|vi).Dezelfdeverschillenzijnwaarneembaarvoorhet seizoenseffect.Ditwijstopeennegatiefverbandtussenleeftijdenseizoen.In dekalfmaandenmetrelatiefhogedagproduktieskalfteenovermaatvandierenuit leeftijdsklassenmetlageprodukties,enomgekeerd. 2 DegrotedalinginR voorhetbedrijfseffeetwanneertevenshetleeftijdseffectindeanalysebetrokkenwordt,kunnenweverklarenuithetfeitdatopalle bedrijvennietalleleeftijdsklassenvertegenwoordigd zijn.Dooraanhetleeftijdseffectvoorbijtegaan,wordenverschilleninproduktieniveaudiesamengaan metdeleeftijd,toegerekendaanhetbedrijfseffeet.Opdedagproduktieop270 dagenisdeleeftijdsinvloedklein,endaarmeeookhetverschiltussenR(h|u) enR (h[y,a).Voordecumulatieveproduktieblijfthetverschilca.3,5°ê. 6.3 STANDAARDISATIE Koeien,metfenotypischeverschilleninproduktiekunnenbinnenclassifiseerbaarfenotypemetelkaarvergelekenworden.Hetbedrijfomvateengroep dierendieondergelijkeomstandighedenproduceren.Deproduktiesvandedieren binneneenbedrijfkomenechtertotstandbijverschillendeleeftijdenenseizoe-
98
nenvanafkalven.Alsernietgecorrigeerdwordtvoorverschilleninleeftijden seizoen,moetendierenbinnenbedrijveningedeeldwordennaargroepenvanleeftijdenseizoenomredelijkevergelijkingenmogelijktemaken.Doorderelatief geringegroottevandebedrijveninNederlandeneenseizoensgebondenafkalfpatroonontbrekenhiertoedemogelijkheden.Dit isookderedengeweestdatin 1936inhetDHIA-programmaindeVerenigdeStatengestart is,moeder-endochterprodukties tenbehoevevandeschattingvandeproduktieaanlegvanstierente standaardiserenopdiebijvolwassenleeftijd.OnderNederlandseomstandigheden isgekozenvoorhetvergelijkenbinnenklassenvanleeftijden.Moeder-endochterproduktiewerdenvergelijkbaarverondersteldwanneerdezebijafkalvennietmeer danzesmaandenverschilden. Bijstandaardisatievandemelkhoeveelheidmoetenzuivereschattingenvan deproduktievoordeklassenvancorrigeerbare invloedenbekend zijn.Deresultatenvandeanalysenaardeinvloedenopdemelkhoeveelheid latenzien,datin onsmateriaaldeleeftijdbijafkalveneengroteverklarendefactorisvoorverschillenindag-enlactatieproduktie.Naastverschillendoorhetbedrijfseffeet, dateengrootdeelvandevariantie indedag-enlactatieproduktieverklaart, zijnverschillendoorhetseizoenvanafkalvensignificantaanwezig.Deinteractietussenleeftijdenseizoenisnietsignificant,inovereenstemmingmetde resultatenvanAuran (1973)voordagprodukties,maar integenstellingmetwat Wunder&McGilliard (1967)enMilleretal. (1970a)vondenvoordelactatieprodukties.Datdestijgingvandeproduktiemetde leeftijdafhankelijk isvanhet bedrijfsniveau,werd zowelbijdedag-alslactatieproduktiegevonden.Ditisin overeenstemmingmetbevindingenvanSearle&Henderson (1959)enSyrstad (1965) voordemelkhoeveelheidoverlactaties. Uitdeschattingenvandeproduktiesbehorendbijdeklassenvaneffecten, kunnenadditieveenvermenigvuldigingsfactorenontwikkeldworden.Additieve factorenhebbendeeigenschapdathetgemiddeldevandeklassengelijkwordtaan datvandereferentiegroependevariantiegelijkblijft.Vermenigvuldigingsfactorengevenookhetgemiddeldevandereferentiegroep,maarveranderendeoorspronkelijkevariantieevenredigmethetkwadraatvandefactor.Correctiemet additievefactorenheeftdusdevoorkeurwanneerdeprodukties indeverschillendeklasseneengelijkevariatiehebben,envermenigvuldigingsfactorenmoeten gebruiktwordenwanneerdevariatiecoëfficiëntgelijk isvoordeverschillende klassen.
99
6.3.1
Lactatieproduktie Dek.k.-gemiddelden stijgencontinumetdeleeftijd (tabel 20).Binnenbe-
drijfsniveausisdezetoenamenietzoregelmatig.Ophetlaagsteniveauproducerendierenuitdetweede leeftijdsklasseminderdandierenuitdeeersteklasse. Bijhethoogsteniveauishetverschil tusseneersteentweede leeftijdsklasse gestegentotca.200kgtengunstevandetweedeklasse. Bij inseminatievandevaarzennaargewicht,zullenverschilleninproduktie gemetenperleeftijdsklasse geringer zijndanbijinseminatie naar leeftijd, vanwegededanoptredendevariatie inontwikkelingbijeerstemaalafkalven. Wordenoplagebedrijfsniveausdedierennaarontwikkeling geïnsemineerd,enop hogerebedrijfsniveaus,vanwegeeenreedsvoldoendeontwikkeling,naar leeftijd, dankunnenverschillenoptredenalshiergevondentussendeeerste tweeleeftijdsklassen.Hickmanetal.(1971)vondendatgrotevaarzeneengrotere toenamein produktie lietenzienpermaand stijginginleeftijddankleinevaarzen.Bijinseminatienaarontwikkelingworden,bijhetgebruikvangemiddelde leeftijdsfactoren,jonge,grotedierenbevoordeeldenoude,kleinedierenbenadeeld (Hickman, 1973).VanVleck (1963)vond verschillen tussen stieren inderegressievan dochterproduktieopbedrijfsgemiddelde,wateenaanwijzingkanzijnvoorverschillende stadiavanontwikkelingbijeerstemaalafkalven. Hetverschil inproduktie tussendeleeftijdsklassen isgroterophogedan op lagebedrijfsniveaus (tabel 21).Bijgebruikvanadditieve correctiefactoren voordeleeftijd,berekend overbedrijfsniveaus,zullenbijstandaardisatieop hetniveauvanhetgewogengemiddeldebijbedrijvenvanhoogproduktieniveaude oudere koeiendehoogsteproduktiekrijgen.Bijlagebedrijfsniveaus zijndatde jongedieren.Deresultatenvandecorrectievandek.k.-gemiddelden voorde leeftijdsklassen (tabel30)metvermenigvuldigingsfactoren,berekend overbedrijfsniveaus,latenziendatinditmateriaalderangordeniet significantvan detoevalsrangorde afwijkt.Destijging inproduktiemetdeleeftijd isproportioneelmethetbedrijfsniveau.Dezelfdeaanwijzingenwerdengevondendoor Fritz etal.(1960), Syrstad (1965)enMilleretal. (1970a). Correctievandelactatieprodukties inmateriaalBmetleeftijdsfactoren overbedrijfsniveaus,gevenvoordeleeftijdsklassen 3en5grotere afwijkingen vandegemiddelde gecorrigeerdeproduktiesdanbijcorrectiemetfactorenbinnen bedrijfsniveaus.Ditkaneenaanwijzing zijndatdeleeftijdsklassen 3en5 onder specifieke omstandighedenproducerenbinnendebedrijfsniveaus.Hetgeringeaantaldierenindezeklassenkanookeenverklaring zijnvoorditafwijkendegedrag.Ondankshetfeitdatopdegecorrigeerde lactatieprodukties
100
(LSmAo'LSaAo'LSmAh'e n LSaAh)d e ieeftijdsinvloednietsignificantis(tabel 33),ishetcontrasttussendeleeftijdsklassen2en6datnetwel.Leeftijdsklasse2heeft,ondankshetfeitdatvoordecorrectieeenhogerewaardegebruikt isdanberekendinmateriaalA,eenpositieveafwijkingvanhetgemiddelde. Leeftijdsklasse3vormteenuitzonderingopderegel,datindehogereleeftijdsklasseneenlageregecorrigeerdeproduktiegevondenwordtdanbijdejongere dieren. Hetstrevenbijcorrectievoorleeftijdsverschillenis,perleeftijdscategorieeengelijkegemiddeldeproduktie.OokdoorSearle&Henderson (1960), Rjónningen&Gjedrem(1966)enCundiffetal.(1967)werdditaangegevenalseen criteriumwaaraanproduktiesnacorrectiemoetenvoldoen.Met"gross-comparison" factorenkanditbereiktworden.Inrundveepopulatieswaardedierenmeteengeringeproduktiewordenafgevoerdeneenjaarlijksegenetischevooruitgangplaats vindt,kanditalleendeeiszijnwanneerheteffectvanopruimenopdeproduktieonafhankelijkisvanhetlactatienummerenevengrootalsdegenetische vooruitgangperjaar.Insituatieswaarhetafvoerenvandierenomproduktieredenenvoornamelijkplaatsvindttijdensofnadeeerstelactatie,mogenwe nietstrevennaargelijkeproduktiesperleeftijdsklasse.DatinmateriaalBde ouderedierenrelatiefminderproducerendaninmateriaalA,mogenweechter nietaanditfenomeentoeschrijven,omdathethierlactatiesuittweeopeenvolgendejarenbetreft. Standaardisatievandemelkhoeveelheidvoorverschillendoorseizoenvan afkalven,laatgeensignificanteseizoensinvloedindegecorrigeerdeprodukties (tabel33).Dek.k.-gemiddeldenvoordeseizoensklassenvandegestandaardiseerdeproduktiesverschillennietvanhetgewogengemiddelde;evenminzijner significantecontrastentussendek.k.-gemiddeldenvoordeklassen.Standaardisatiemiddelsadditieveofvermenigvuldigingsfactorengevenschattingenvande produktieperseizoensklassedievoordeviermethodennietverschillendzijn. Deseizoensverschillenzijndusnietvolledigproportioneelmethetniveauvan produktie.Volledigonafhankelijkvanhetniveauzijnzeookniet,omdatindat gevaladditievefactorendebestestandaardisatiezoudengeven. Demateriaalkeuzekaninvloedhebbenopdematewaarinhetseizoenseffect opdeproduktiewordtuitgeschakeld.Degegevenswaaruitdecorrectiefactoren berekendzijn,komenuithetzelfdegebiedalsdegegevenswaarbijheteffectvan standaardisatieisnagegaan,methetverschildathetopeenvolgendejaargangen lijstenbetreft.Hetleeftijdseffectiseenfysiologischfenomeenenwordt bepaalddoorras,genotypeenmatevanontwikkelingvandedieren.Deinvloed vanhetseizoenopdemelkhoeveelheidisdaarentegenvanzuiverexterneaard,en
101
70dagenisdeF-waardevoordetoetsophetleeftijdseffectvoor D„. ook kleiner (ennietsignificant).Afwijkingenvanhetgewogengemiddeldedooronvollediguitschakelenvandeleeftijds-enseizoensverschilleninlactatiestadia voorenna30dagen,wordenbijstandaardisatievoorlactatiestadiummee-vermenigvuldigdendaardoorgroter,proportioneelmetdevermenigvuldigingsfactor.De grootsteafwijkingvanhetgewogengemiddeldewordtverkregenwanneernietgecorrigeerdwordtvoorseizoensverschillen (D.) .Degestandaardiseerdedagproduktieswordendaardoormeerafhankelijkvanhetseizoenvanafkalvendandeactuele dagprodukties.Hetalternatiefomvoorlactatiestadiumtecorrigerenmetadditievefactorenkomtnietinaanmerking. Bijdestandaardisatievandedagproduktiemoetvoorhet seizoen
van
afkal-
ven gecorrigeerdworden.Ditkangeschiedenmetadditieve,danwelmetvermenigvuldigingsfactoren.DegeringerevariatiecoëfficiëntenvanD„ .,dekleinere k.k.-constantenvoordeseizoensklassenendelagereF-waardenvoordetoetsop hetseizoenseffectgevenaanwijzingendatadditievecorrectiefactorendevoorkeurmoetenhebben. Leeftijdsverschillenbijdedagproduktiewordenuitgeschakelddoormiddel vanvermenigvuldigingsfactorenbinnenbedrijfsniveaus (D^.,)enoverbedrijfsniveaus.InmateriaalAzienweverschillentussenbedrijfsniveausindehoogte vandevermenigvuldigingsfactoren,zijhetdatdezeverschillennietregelmatig zijn.DeresultatenvandecorrectievanmateriaalBvoorleeftijdsverschillen vertonengeenverschilingroottevandek.k.-constantenvoordeleeftijdsklassen.DeF-waardevoordetoetsophetinteractie-effecttussenleeftijden bedrij sniveauisvoorD„ . zelfskleinerdanvoorD„ .,,zijhetdatgeenvan Jf SmAo SmAh' J detweesignificantis.Voorstandaardisatievandedagproduktieishetdusniet
6
noodzakelijkvoorhetleeftijdseffectcorrectiefactorenbinnenbedrijfsniveaus tegebruiken. Voorhetverschilin lactatiestadium zijncorrectiefactorengebruiktbinnen enoverbedrijfsniveaus (D^.x). Degemiddeldegestandaardiseerdedagprodukties (tabel36)voorD„ .*enD„ . verschillenopbedrijfsniveauIIniet.DegemiddeldenvanDç .*zijnkleinerdandievanD„ . bijhetlaagstebedrijfsniveau. Deverschillennementoemetdelengtevandelactatie.BijbedrijfsniveauIII stijgthetgemiddeldevanD„ .xenwordendeverschillenmetD„ . groternaarmatedelactatievoortgaat.DezeverschilleninniveautussenD„ . enD„ .X & SmAo SmAo vloeienvoortuithetverschilinverhoudingentussendedagproduktiesinde verschillendelactatiestadiaendeproduktieop30dagen,bijdedriebedrijfsniveaus.DeF-waardenvoordetoetsopverschillentussenbedrijfsniveausbijde gestandaardiseerdeproduktiesop70,150en230dagenzijnvoorD-.*hogerdan 104
voordeanderemethodenenkomenovereenmetdiebijdeberekendedagprodukties. Volledigeuitschakelingvandeeffectenvanleeftijd,seizoenenlactatiestadium,metdaarnaastinvloedendieslechtstoevalligzijn,zalresulterenin lactatiecurvesdieperbedrijfsniveauhorizontaalzijn.Deonderlingeafstand tussendecurveszalhetcontrastzijntussendebedrijfsniveausvandeberekendedagproduktiesop30dagen.DestandaardisatievolgensD„ .xdoethetcontrast tussendebedrijfsniveaustoenemenmetdelactatie.Op70dagenishetcontrast (ca.5,3kg)algroterdandatvoordeberekendedagproduktieop30dagen.De anderemethodenvanstandaardisatiehebbenookeengrotercontrasttussende bedrijfsniveausdandatvandeberekendedagproduktieop30dagen,maarkleiner danbijD„ .x.Decontrastenbijdemethodendievoorhetlactatiestadium corrigerenmetfactorenbinnenbedrijfsniveaus,blijvenconstantgedurendede lactatie.Standaardisatievoorhetverschilinlactatiestadiummoetdusgeschiedenmetvermenigvuldigingsfactorenbinnenniveausvanbedrijfsproduktie.Een interactietussenstadiumvanlactatieendehoogtevandegemiddeldebedrijfsproduktiewordthierdoorvermeden.
DegestandaardiseerdeproduktiesvanmateriaalBzijngeanalyseerdvolgens model8.Inditmodelzijndeeffectenopgenomenvanleeftijd,seizoen,bedrijfsniveauenlactatiestadium.Daarnaastisheteffectvandeinteractietussenseizoenenlactatiestadiumopgenomen,omdatdeseizoensverschillenindegestandaardiseerdedagproduktiesnoggedeeltelijkbestaan.Bijstandaardisatievoorhet momentinlactatiewordtdegroottevandezeverschillenafhankelijkvanhet lactatiestadium.Deinteractietussenleeftijdenlactatiestadiumzouomdezelfderedeneninhetmodelmoetenwordenopgenomen.Omdathetcomputergeheugen beperktwas,moesteenkeusgemaaktworden.Opgrondvandegrotereinvloedvan hetseizoendanvandeleeftijdbijdegestandaardiseerdeprodukties (tabel37), isgekozenvoordeinteractietussenseizoenenlactatiestadium.Deanalyse volgensmodel8isooknietgeheelzuiver,omdatnietvoldaanisaandevoorwaardevanonafhankelijkheidvandewaarnemingen.Vaniederdierzijndegestandaardiseerdeproduktiesinzevenlactatiestadiagebruikt.Vanaf70dagenis ergeenverbandtussendehoogtevandegestandaardiseerdeproduktieenhet lactatiestadiumenkomthetverloopvandedagproduktieinmateriaalAenBgoed overeen.Dedalinginproduktievan30naar70dagenisinmateriaalAkleiner daninmateriaalB.Datresulteertineenonderschattingvandegestandaardiseerdedagproduktieop30dagen,vergelekenmetdeproduktiesinlaterestadia. Dedagproduktiesindeverschillendestadiakunnengecorrigeerdwordenvoor leeftijdenseizoen.Deleeftijds-enseizoenscorrectiekunnenonafhankelijkvan 105
elkaarplaatsvinden.Voorde leeftijd isgebruik temakenvanvermenigvuldigingsfactoren,terwijl erzwakkeaanwijzingen zijndatdeseizoenscorrectie het besteadditiefkangeschieden.Deeigenschappenvanadditieve envermenigvuldigingsfactorenoverwegend,kunnenwe geenuitspraakdoenmetwelk soort factoren voorhet lactatiestadium gecorrigeerdmoetworden.Hetniveauvandedagproduktiedaaltmethetvoortschrijdenvande lactatie.Despreiding daaltook,maar nietevenredigmetdedalingvanhetniveau.Additieve factorenzullenduseen tekleine spreidingvandegestandaardiseerde produkties geven,envermenigvuldigingsfactoreneentegrote.Hierisgekozenvoorvermenigvuldigingsfactoren. Het gevolg zal zijndatseizoens-en leeftijdsverschillen dienietvolledig overeen komenmetdegemiddeldeverschillen,indegestandaardiseerde dagprodukties terugkomenmeteengroottedieafhankelijkvanhet lactatiestadium.Metname zalditoptredenbijdagprodukties inhet laatstedeelvande lactatie.Wanneer dezeverschillenbedrijfsgebondenzijn,zaleeninteractieoptreden tussen lactatiestadium enbedrijfbij degestandaardiseerde dagproduktie.Janmaat (1973)gafeenbeschrijvingvanderesultatenvanstandaardisatievandedagproduktiesmetfactorendiedoorDoeksen&Heyboer (1952)ontwikkeldwerden. Inhet najaar tradeendaling opvandegemiddelde gestandaardiseerde dagproduktieper bedrijf (Janmaat, 1973). Eenverklaringvoordezedaling zal liggen inhethier geschetste probleem,omdat Doeksen&Heyboer (1952)slechts gedeeltelijk rekeninghieldenmetdeverschillen inproduktiedoorhetseizoenvanafkalven.De daling inhetnajaar zalrelatief groot zijn,omdatdoorhet seizoensgebonden afkalfpatroonhetgrootstedeelvandedieren inhetnajaar inhet tweededeel vande lactatieverkeren.Absoluut isdedaling grootomdatdedagproduktie van achtjarige koeien indetweedemaandvan lactatiealsreferentie gebruiktwordt. Inditonderzoek isgewerktmet lijstendieafgeslotenwerden tussen 290en 320dagen,omdevariatie indemelkhoeveelheiddoorverschillend tijdstip van conceptie zoveelmogelijkuitteschakelen.Onderpraktijkomstandigheden isde variatie indedagprodukties na 200dagen lactatiegroter.Hierbij isuitgegaan vanhetdrachtigwordenvandeeerstedierenna60dagenproduktie eneenmerkbare invloedopdemelkhoeveelheid naca.20weken.Dezegroterevariatie leidt ertoedatstandaardisatievandagprodukties aanheteindvande lactatieookom dezeredenonnauwkeurigerwordt.Hetgebruikvancorrectiefactoren die rekening houdenmethetmomentvanconceptie (Doeksen &Heyboer, 1952)ondervangt dit slechts gedeeltelijk.
106
6.4 EXTRAPOLATIEVANDEELLIJSTPRODUKTIES Lopendeenreedsafgeslotenlactatieskunnenvergelijkbaargemaaktworden, doordenoglopendelijstenteextrapolerentoteenstandaard-lactatielengte,en dantecorrigerenvoordeinvloedenopdelactieproduktie.Demethodewaarbijde deellijstproduktieseerstgestandaardiseerdwordendoortecorrigerenvoornietgenetischeinvloeden(VanVleck&Henderson,1961b,e)endanwordengeëxtrapoleerd,ishierbuitenbeschouwinggelaten.Bijdelaatstemethodeishetvergelijkenbinnenklassenvaninvloedennamelijknietmogelijk.Eenandervoordeel vanextrapolatievanniet-gecorrigeerdedeellijstenis,datdevergelijkingvan geschatteenwerkelijkeproduktiemogelijkblijft. Hetverloopvandeproduktieisafhankelijkvande leeftijd
bijafkalven.
Deverhoudingtussen300-dagen-endeellijstproduktieisgrotervoorjongedan vooroudedieren.Totdevijfdeleeftijdsklasse (<3j. 6mnd),isereenduidelijkverschilinhellingvandelactatiecurve.Bijouderedierenverschilthet verloopnauwelijks.Deverschillentussendeleeftijdsklassenwordenkleinerbij groteredeellijstlengten.OokKeown&VanVleck (1973)vondendatbinnende eerstelactatierekeninggehoudenmoetwordenmetdeleeftijd.Lamb&McGilliard (1960,1967a)enMcDanieletal.(1967b)gebruiktenslechtstweeleeftijdscategorieën,namelijkdierendiedelactatievoorendiehemna36maandenbeginnen. Baptist (1972)vonddatbijvaarzendeinvloedvandeleeftijdopdeverhouding tussenvolledigelactatie-endeellijstproduktienietvanpraktischbelangis. Auran(1973)vondduidelijkeverschilleninhetverloopvandelactatiecurve voorleeftijdsklassenbinnendeeerstelactatie. Het seizoen vanafkalvenheeftinvloedophetverloopvandedagproduktie. Hettweedeseizoen(afkalfmaandenoktoberennovember)heeftdemeestvlakke lactatiecurvetotgevolg,terwijldedierendieindemaandenapril,meienjuni kalvendegrootstedalingvandeproduktiemethetvoortschrijdenvandelactatie latenzien.Datbijschattingvandelactatieproduktieuitdeellijstenrekening gehoudenmoetwordenmethetseizoenvanafkalvenisinovereenstemmingmetde bevindingenvanVanVleck&Henderson (1961b,e),Wood (1969),Baptist (1972), Schlote (1972),Keown&VanVleck (1973). Binnenleeftijdsklassenzijnerverschilleninhetverloopvandelactatiecurvebijdeinditonderzoekaangebrachte bedrijfsniveaus.
Detendensis,dat
bijhogerebedrijfsniveaus,doorderelatiefhogetopproduktieensnellere dalingvandedagproduktie,eenmindervlakkelactatiecurvegevondenwordtdan bijlagereniveaus.Dezealgemenetendenskomtbijdeleeftijdsklassen1,7en8 nietnaarvoren.Lamb&McGilliard (1960)vondendathetbedrijfseffeetzelf 107
geen,maarde interactie tussenbedrijfenseizoenwel invloedheeft opde verhoudingvan lactatie-totdeellijstproduktie.VanVleck &Henderson (1961e) steldendatde invloedvanhetbedrijfseffeetopdeverhoudingennietvanpraktischbelang is.Hetgebruikvan extrapolatiefactorenbinnenbedrijfsniveausgaf inhetonderzoekvanBaptist (1972)eensignificantkleinere schattingsfoutbij extrapolatievandeellijstenmet lengtestotca.15Cdagen,vergelekenmethet gebruikvanfactorenoverbedrijfsniveaus.OmdatdeomvangvanmateriaalA zich niet leendevoorhetberekenenvandevoorde extrapolatiebenodigdeparameters binnendesubklassenvan leeftijd,seizoenenbedrijfsniveau,zijndezeberekend binnensubklassenvan leeftijd enseizoen. Dedrieopnauwkeurigheid onderzochte extrapolatiemethoden (Y..,Y ,Y, ) gevengemiddeldegeschatte 300-dagenprodukties diegroterwordenmetde lengte vandedcellijstwaaruit deze geschat zijn.Gemiddeld isdegeëxtrapoleerde40dagenproduktie ca.80kg lagerdandeberekende 300-dagenproduktie.Deverklaring hiervoor isdatdegemiddeldedagproduktie op 30dagen relatief lager isbij materiaal BdanbijmateriaalA. DegemiddeldenvanY,-enY, stijgenmetde toenamevande lengtevandedeellijstsnellerdanhetgemiddeldevanY .De geschatteproduktiesuitdeellijstenvan 200dagenvolgensY,. enY, geven dezelfdegemiddelden te zienalsdeberekende 300-dagenprodukties.Datdespreiding indemetregressiecoëfficiënten geschatteproduktiekleiner isdandievan dewerkelijke 300-dagenproduktie,zoalsaangegevendoorMaddenetal. (1959), Baptist (1972)enMiller etal. (1972a),vindenwebij alledriemethoden.Y, heeft,vergelekenmetdeandere tweemethoden,degrootstespreiding indeuit kortedeellijstengeschatteprodukties.DespreidingmetY
issteeds kleiner
dandiemetY,.enY,..Hetgemiddelde absolute verschil,decorrelatie tussen 6 li It ' geschatteenberekende 300-dagenproduktie endespreiding inhetverschil tussen geschatte enberekendeproduktie gevenaan,datY,,enY
nietverschillenin
nauwkeurigheid (tabel43).Hetgemiddelde absoluteverschil isbijde schatting uitdeproduktie over40dagen 406kg,enuitdeproduktie over 280dagen 38kg. InhetonderzoekvanMiller etal. (1972a),waar deproduktiesberekend werden uitmaandelijkseproefmelkingen,varieerde ditverschilbijdemethodeY
van
624kgnatweeproefmelkingen tot 134kgnanegenproefmelkingen. Degrotere verschillen gevondendoorMiller etal. (1972a)kunnenverklaardwordenuitde doorhengebruiktebinnenbedrijf-jaar-seizoen-leeftijd correlatiecoëfficiënten enverhoudingen tussen lactatie-endeellijstproduktie. Inonsonderzoek zijn daarentegendezekengetallenberekendbinnensubklassenvan leeftijd enseizoen. Hetverschil inaantalproefmelkingenwaaruit dedeellijstenberekendwordenkan hetverschil innauwkeurigheid slechts gedeeltelijkverklaren,omdatookbijde 108
extrapolatievandeellijstendieberekendwerdenuitdagelijksemetingenvande melkhoeveelheid(Milleretal.,1972a)deverschillenmetdeberekendelactatieproduktiegroterzijndaninonsmateriaal. DedoorMilleretal.(1972b)geïntroduceerdemethode (Y,)geeft,voor iederedeellijstlengte,geschatte300-dagenproduktiesdiegemiddeldeenkleiner absoluutverschilmetdeberekende300-dagenproduktiehebbendanY .enY .Ook zijndecorrelatiecoëfficiëntentussengeschatteenberekendeproduktiehoger dandievoordemethodenY,.enY .VergelekenmetY wasinhetonderzoekvan & li co co Milleretal.(1972b)Y,.ca.9-101betervoordeellijstentot150dagen.Inons onderzoekisdatpositieveverschiloververgelijkbaredeellijstlengte4-151. Omdatweproduktiesschattenmethetdoelzetecorrigerenopdezelfde wijzealsvolledigelactatieprodukties,moetdoordeextrapolatiegeenvariantie voorleeftijdofseizoengecreëerdworden.DeF-waardenvoordetoetsopde effectenvanleeftijd,seizoenenbedrijfsniveaulerenonsdatdeinvloedenvan leeftijdenseizoenopdegeschatteproduktiesuitkortedeellijstenrelatief groterzijndanopdeberekende300-dagenproduktie.Deinvloedvanhetbedrijfsniveauisechterkleiner.Detotalespreidingindemetregressiecoëfficiënten geschatteproduktiesisechterkleinerdandieindeberekendeprodukties, zodat,bijgelijkegroottevandecontrastentussenklassenvancorrigeerbare invloeden,deF-waardenhogermoetenzijnbijgeschattedanbijberekendeprodukties.Dek.k.~constantenvoordeklassenvandeleeftijdvandeprodukties geëxtrapoleerdvolgensY,-,Y, enY
zijngelijkaandek.k.-constantenvande
berekendeprodukties.Ondankshetfeitdatdeextrapolatiefactorenzijnberekend binnensubklassenvanleeftijdenseizoen,zijndecontrastentussendeseizoensklassenvandegeschatteproduktiegroterdanvandeberekendeproduktie. Wanneerdelengtevandedeellijstentoeneemt,wordthetverschiltussende contrastenkleiner.Bijdierendiekalveninseizoensklassenmeteen300-dagenproduktiehogerdangemiddeld,wordtuitkortedeellijstendeproduktieoverschat,enbijdierendiekalveninrelatiefslechtemaanden,onderschat. Despreidingvandegeëxtrapoleerdelijstenmagkleinerzijnbinnenbedrijfsniveausdandespreidingvandeberekendeprodukties;selectiebinnen bedrijvenheeftalseisdathetgemiddeldeniveauvangeëxtrapoleerdelijsten gelijkmoetzijnaandatvanvolledigelactatieprodukties.Dek.k.-constanten voordebedrijfsniveausvangeschatteenberekendeproduktieslatenziendateen deelvanhetverschilinvariantietussenberekendeengeschatteproduktietot uitdrukkingkomtindecontrastentussendebedrijfsniveaus.MetnamedeextrapolatievolgensY heeftbijkortedeellijstenkleinerecontrasten. Y..',waarbijinplaatsvandegemiddeldedagproduktieenhetgemiddelde 109
Dehoogtevandedeellijstproduktieenhetverloopvandeproduktie worden,zoalsweinhoofdstukken4en5zien,medebepaalddoordeleeftijdenhetseizoenvanafkalvenenstaandaarnaastinrelatiemetdehoogte vandegemiddeldebedrijfsproduktie.Oferverschilleninfrequentievan beëindigingvanvaarzenlijstenbestaantussendeklassenvanrespectievelijk leeftijd,seizoenenbedrijfsniveau,zullenwenagaan.
7.1 MATERIAAL Bijafsluitingvandelactatiewordtgeeninformatieverzameldoverde redenvanbeëindigingvandecontrole;gegevensoverderedenvanhetbeëindigenvandelactatiezijndanooknietbeschikbaar.Demogelijkheidbestond slechtsdelijstenintedelennaaraantallactatiedagen. Devaarzenlijsten(leeftijdbijafkalven1j.10mndtotenmet 2j.9mnd]meteenlactatielengtetot320dagenuitdeprovincieFriesland vandeafkalfperiode 1juli1970totenmet30juni1972werdengekozen. Tabel 46.Verdeling over lactatielengteklassen van het gehele materiaal en van de geselecteerde fractie. Klasse
Aantal in
Klasse
gehele materiaal
nr.
lengte lactatie (dagen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
81-100 101-120 121-140 141-160 161-180 181-200 201-220 221-240 241-260 261-280 281-300 301-320
210 213 202 209 210 218 234 168 229 319 520 491
il-320
3223
nr.
lengte lactatie (dagen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
0-20 21-50 51-80 81-110 111-140 141-170 171-200 201-230 231-260 261-290 291-320
90 374 317 315 310 311 326 340 582 2860 7580
0-320
13405
11
11
12
length of lactation (days) Class
Number in whole material
Aantal in
length of lactation (days) Class
Table 46.Distribution of thewholematerial and of the selected subgroup between classes by length of lactation.
112
geselecteerde fractie
Number in selected subgroup
Erwasgeenbeperkingaandeondergrensvanhetaantallactatiedagen.Vanwegedeomvangkonniethetgehelemateriaalgebruiktwordenenomeenevenredigeverdelingoverdeprovincieendetweejarenvanafkalventekrijgen werdopvadernummergesorteerd.Alduswerdendeeerste13405lijstengeselecteerd.Intabel46zijndeaantallenperlactatielengteklassevan30dagen weergegeven.Opgrondvandezeaantallenis10,20en501vandedierenmet eenlactatielengtevanrespectievelijk290-320,260-289en230-259dagen indeberekeningenbetrokken.Ookdedierenmeteenlactatielengtevanminder dan80dagenzijnindezeanalysebuitenbeschouwinggelaten,omdatoverdie periodeslechtseenzeerkleinaantalproefmelkingenheeftplaatsgevonden. Vanderesterende3223lijstenwerddoorlineaireinterpolatie (zie3.2) tussendemelkhoeveelhedenvanopvolgendeproefmelkingendedagproduktieomde 20dagenbepaald;beginnendopde10edagengaandtotheteindvandelactatie.Uitdezedagproduktieszijndecumulatieveproduktiesberekend.
7.2 METHODEN De3223lactatieswerdeningedeeldnaarleeftijd,seizoen,lactatielengteenbedrijfsniveau.Deleeftijdsindelingwas1j.10mnd-2j.0mnd, 2 j. 1mnd-2j.4mnden2j. 5mnd-2j.9mnd.Deseizoensklassen werdengekozenzoalsaangegevenintabel4,waarbijdezelfdemaandeninde verschillendejarentotdezelfdeseizoensklassegerekendwerden.Deklassen voorhetbedrijfsniveaustaanintabel5.Naardelengtevandelactatie werden12klassengemaakt.Intabel46zijndegrenzenvandelactatielengtemetbijbehorendeaantallenbinnendeuiteindelijkgeselecteerde fractiegegeven. Nagegaanwerddefrequentievanafbrekenvandelactatieindeverschillendeklassenvanlactatielengte.Ookwerdgekekenoferverschillen zijnindefrequentietussenseizoenvanafkalven,leeftijdenenbedrijfsniveaus.Dezefrequentieszijnberekendinhettotalemateriaal. Hetverloopvandag-encumulatieveproduktiewordtbeschrevenaande handvandek.k.-gemiddeldenvandedag-encumulatieveproduktiesvoor delactatielengteklassenuithetvolgendstatistischmodel:
y. ., , = y + s. + n. + st, + a, . + e. .-,, 'îjklm
j
î
k
l:i
(9) îjklm
*• '
113
y..,, =dagproduktie op10,30, SO,70dagenencumulatieve produktie over 20,40,60,80dagenvoordem koe de inseizoensklasse j ,heti bedrijfsniveau,dek de lactatielengteklasse ende1 leeftijdbinnenhet i
n. 1
s. J st, a^ -
bedrijfsniveau. de =effectvanheti bedrijfsniveau (i=1,2,3) de =effectvanhetj seizoensklasse (j= 1,...,5) de =effectvanhetk lactatielengteklasse (k=1,...,12) de =effectvande1 leeftijdsklasse binnenhet d i bedrijfsniveau
ijkim=resttcrm. Dedagprodukties inendecumulatieve produkties overdeperiodentot 230dagenwerden geanalyseerd volgens hetzelfde statistischmodel (9), met het aantal klassenvanlactatielengte alsaangegeven intabel47.
7.3 RESULTATEN
7.3.1 Afgebroken lijsten
per klasse
Intabel 48zijndeaantallen afgebroken lijstenperklassevanlactatielengte enklassevanrespectievelijk leeftijd, seizoenenbedrijfsniveauweergegeven.Desubklassendie,vergelekenmetdeindelingvanhet totalemateriaal naar klassevan lactatielengte,eengrotere ofeenklei-
Tabel47.Produktie op lactatiedag 90,110...,230;geanalyseerd volgens model 9,waarbij aangegevendeinberekening betrokken klassen van lactatielengte vandegeselecteerde fractie.
Lactatiedag 90, 110 130, 150 170, 190 210, 230
Day of lactation
Klassenvanlactatielengte 3,4,...,12 5,6, ...,12 7,8, ...,12 9, 10,11,12
Classes by length oflactation
Aantal dieren 2800 2389 1961 1559
Number ofcows
1.Zie tabel 46/SeeTable46. Table 47.Yield onDay90,110,...,230,examined bymodel 9,withthe classes by length oftheselected subgroup, involved inthe calculations.
114
de de
cN — t n - « c M > O N c v i i n o CNl o o
XI H r-l CD
.*
cnco\csîom>ji^wino
3
<* o o i n v o r ^ v o r ^ ^ o o c n m ——————— enino — -cf
dt (Il
> eu
>
r-t 4-> O 01
•H
c
10
(0 UH •r-1 •H
ai h
h •a
e CO
m
a
Ol
ai
3
m o o o o a v - j - v o v c o o o o e n m C N — CT» — — C O C N v O C T * — — — — — — C S O ^ D — CN
(!)
4J 01 XI
c
>
o
3 X I I I I O v O - 3 - 0 0 —
M
c
XI (-H
+ + I I I r-^j-mvo^rr-- — cr»<joo
ai ai
T3
•H
I + + I I I I r J M C 0 0 1 0 > \ 0 O 0 1 N O O
„
CO
en co
•
Ai s~\ ai en u V»' OO
ai cd
4-1 U
co
>
CN
t—i
•H 4J
01 MH O •r-l 4-1 O X! • U Ol 00 D, CO
— inr^cN — m n n e o r o m —— m vc
C ai
C ai
CO CO r-* VO 0 0 CN CN - t f CN CN — — — CN O O
— en
ai 00 C
i—i
+ + + L O r O v O O O O
CN - j ( N c N > j » û \ o r s i n n O — oo en
ca m
3 cd ai
>
•r-(
e CO
eu co co cd
I I I + + vOvor^r^ocntocNoOLTiO
c eu
M - N v O O - * Î ^ N v O —— n CN
r-i
.ü co C eu o
rH
X
ai w
14-1 •r-) •r-l
œ
«—i H r-1
C (U
rH
IJ
ai
• H
XI
CO X I T3
+ + + + i ooocNcnvor^cn — cNmO c n c n - j - c n u - i v o v j o — VD-J— en oo
^^ >—^
M -O O C U
o o
l + eooMnoo\>j-NOO -3-OCTiCN — O C N i n — Oy — — — — — — cN en o>
c 01 o
N •H
—
r<
oi c
rH O P . CO
ai ai
F +
Xi Xi cd cd
c n o r ^ r - ~ i n c n m u - i — co m es — — — — — — CN — r~
— en
ai
o o o o o o o o
4J
O O O — cN
au
ëT
C ai CO rH > •H
C>0 OO
C cd ai -a
C N i n o O
—
I o
I
I
I
—
I
—
I
C N C N C N C N C n
I I I I — ——— CN m oo — - 3 - r ~ o c n ^ o c r » —
I
—
—
CN esl CN < N
rs ^ in
O O •H X 4J •M CO
dl r H
rH
ai eu ai c/> xi xi cd co
oo -u C cj ai co
- <
ai u
4J
U
01 01 0) • H - H -iH
e«
O eu ü co
e CN —«N —
CN -
u
en
eu ai ai ai c/i c/>
-H
to
^
m eu ^
CN
ai I
CO
eu
4-J
in-vOf>»jino^cocoino
co
ai
O
— -o
ai oo rH
i-t
—
•a ai
C
4->
^-v
co eu m >
— en
rH
— —
r4
>> >
+ + + I invüroinvoorN^coino — —— — N C O I O M ^ l O
N •i-l
eu
X
X
00 •H C •H Ol
rH Ol 01
3
>
•H
>, X
ri
en
eu X S 3 S3
eu oo cd
N^
ai XI
ce
H
cd ü rH M
Cd rH
—cNcn^j-irtvßr^ooejvO —
cd o rH O
Cd rH
115
nerefrequentiehebben,zijnaangegevenmetrespectievelijk een+ofeenBinnendeklassenvanseizoenvanafkalvenverschillende aantallen binnenklassenvan lactatielengtevandeverwachting opgrondvanhettotalemateriaal.Relatiefmeer lactatieswordenafgesloten tussen 230en 320dagen inseizoen 5,entussen 170en 260dagen indeeersteseizoensklasse.Bijde seizoensklasse 4,3en 2zienwe datmeer lactaties beëindigdwordendanverwacht inde lactatiestadia,dieduidelijksamenvallenmet eenbepaaldeperiode inhet jaar.Het lactatiestadiumdat samenvaltmetdeovergang stal -weide (ca.mei)geeftnamelijkvoor alle seizoensklassen eengroter aantal afgebroken lijstendangemiddeld. Zo loopteengrootdeelvandedierendiede lactatiebeginnen indemaandenfebruari enmaartdekans geen 100-dagenproduktie tekrijgen.Voor dekalfmaanden oktober ennovember,enapriltot juli zijnerdatrelatiefveel. Bijde fokwaardeschattingvanstierenvoordemelkproduktie-kenmerkenonderNederlandse omstandighedenwordtwaarde gehecht aanhet totaal aantal lijstenafgeslotenvoorde 260edag,uitgedrukt alspercentage vanhettotaal aantalbegonnen lijsten (Sybrandy, 1965). Hethiergebruiktemateriaalbiedtnietdemogelijkheid na tegaanoferverschillen zijninhetpercentage lijstenafgeslotenvoorde 260edagperseizoensklasse,omdathettotaalaantalbegonnen lijstennietbekend is.Om toch dezepercentagesper seizoensklasse tekunnenvergelijken zijndaaromop grondvanhet aantal lijsten indeklassen 10en 11van lactatielengte en opgrondvanbestaande overzichtenvanhet aantal afgesloten lijstennaar afkalfmaanden lactatielengte indeprovincie Friesland schattingengemaaktvoorhet aantal afgesloten lijstendat inonsmateriaal verwacht magworden tussen321 en360dagen. Intotaal zijndat 4420 lijsten,met eenverdeling vanrespectievelijk 270,1050,1050,1500en 550overde vijf seizoensklassen.Aangenomen isdathetaantal lijstendat afgesloten wordtna 360dagen (verminderdevruchtbaarheid)niet afhankelijk isvan het seizoenvanafkalven. Intabel 49 zijnper seizoensklasse het aantal lijsten,,afgeslotenvoorrespectievelijk de 110e,200een 260edag,weergegevenalspercentagevanhettotaal aldusberekende aantal lijstendat indeseizoensklassenvoorde 360edag isafgesloten.De frequentievan lijstenafgeslotenvoorde 260edag isgroterdan gemiddeldvoorde eerste seizoensklasse enkleinerdangemiddeldvoordetweedeseizoensklasse.Deverschillen infrequentie tussendeseizoensklassen inde lijstenafgeslotenvoorde 110edag zijngroter.Deklassen 2en5hebben
116
|>el49.Aantallijstenperseizoensklasse,afgeslotenbinnenrespectievelijk 110,200en260dagen,weergegevenalspercentagevanhettotaal aantallijstenindieklasseafgeslotenbinnen360dagen. ngte lactatie agen)
Seizoensklasse
1
2
3
4
5
110 200 260
4,86 12,09 25,17
2,47" 11,50 14,42
7,08 12,44 15,60
8,67 + 11,97 17,23
3,70~ 8,99 16,07
-ngth of station (days)
Alle seizoenen
6,15 11,46 16,63
i
Season class
All seasons
Zietabel4/SeeTable4 2 teweing (x,<6,63 ;P>0,01)/toofew teveel (x,<6,63 ;P>0,01)/toomany [Table49.Numberofrecordsforclassesbyseason,completedwithin110,200 and260days,respectively,aspercentageofthetotalnumberof completedrecordswithin360daysforthatclass.
minderafgeslotenlijstendangemiddeld,terwijldiebegonneninseizoen viervakerdangemiddeldwordenafgeslotenvoorde110edag.Voorafsluiting voorde200edagisslechtshetaantalafgeslotenlijstendiebegonnenzijn inseizoenvijfsignificantverschillendvanhetgemiddelde. Bijdeinterpretatievanhetaantalafgeslotenlijstenvoorde260e >dagalspercentagevanhettotaalaantalbegonnenlijstenperstier,moet voorzichtigheidbetrachtwordenwanneerregelmatigoverhetjaarnieuwe stierenwordeningezet.Dekalfmaandenjuli,augustusenseptembergeven relatiefmeerendemaandenoktoberennovemberminderafgeslotenlijsten •dangemiddeldoverhetjaar.Hetpercentagevandelijstendatvoorde 200edagwordtafgeslotenisminderafhankelijkvanhetseizoenvanafkalven. Hetaantalafgebrokenlijstenperklassevanlactatielengteheeft eenkleineresamenhangmetdeleeftijddanmethetseizoenvanafkalven. Slechtsbijdedierenmeteenleeftijdvan2j.5mnd-2j.9mnd (tabel48)vindenweeenafwijkendeverdelingoverdeklassenvanlactatielengte.Vandezeleeftijdscategoriewordenmeerlactatiesafgesloten tussende140een260edagdangemiddeld.Ditmoetverklaardwordenuit hetfeitdateenbelangrijkdeelvandezedierenindelatezomeren eersteherfstmaandenkalven.Hiermeeisditverschijnselterugtevoeren totdegeconstateerdeinvloedvandeovergangstal-weide.
117
Opvallend isdat tussenbedrijfsniveaus geenverschillenbestaan in hetmoment van lactatiewaarop devaarzenhetbedrijf verlaten (tabel48).
7.3.2
Dagproduktie
Er zijn twee categorieën lijsten,afgebroken envolledige.De verhouding tussende aantallen indeze categorieën isafhankelijk van de lactatielengtedie nog volledigwordt genoemd. Indit onderzoekwordtvoorbijgegaan aandevraagwaarwe deze grensmoeten leggen,door dedieren inte delen inklassennaar lactatielengte. Deproduktie vandedierenmet een lactatielengte van 301 - 320dagen isals referentie genomen omna te gaan oferverband bestaat tussende lengtevan lactatie endehoogtevan de dag- encumulatieveproduktie. Dek.k.-gemiddelden vandedagproduktie voor de lactatielengteklassen 1 - 1 2 zijnweergegeven intabel 50.Voor deeerste twee klassen alleen voor 30en 70dagen;voorde negende totde twaalfde klassevoor 30,70, ...,230dagen.Hetkleinste significante verschil (LSD)tussen de k.k.-
Tabel 50.Kleinste-kwadraten-gemiddelde van de dagproduktie op 6 lactatiedagen voor de lactatielengteklassen 1t/m 12 (model9 ) . Lactatiedag
Klas se nr.
lengte lactatie (dagen)
30
70
110
150
190
230
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
81-100 101-120 121-140 141-160 161-180 181-200 201-220 221-240 241-260 261-280 281-300 301-320
14,44 14,50 14,44 14,95 15,01 15,30 15,75 15,30 15,93 16,59 17,28 17,56
12,51 12,90 12,94 13,38 13,52 13,99 14,30 14,12 14,77 15,51 16,20 16,50
11,13 11,57 11,97 12,12 12,61 12,89 13,36 13,92 14,70 15,11
10,55 10,76 11,10 11,30 12,06 12,73 13,42 13,82
9,62 9,85 10,57 11,54 12,21 12,60
8,97 9,98 10,76 11,20
11
12
no. Class
length of lactation (days) Test day
Table 50.Least-squares means of the test-day yield on 6 test days for the classes by length of lactation 1-12 (model9 ) .
115
gemiddeldenvoordeklassenvan lactatielengtebinnen lactatiedagenis ca.0,5kg(P<0,05).Deschattingenvoorelkaaropvolgendelactatielengteklassenzijnbijnanooitverschillend.Welvalteenstijgingvande dagproduktiesamengaandmethetnummervandelactatielengteklasseafte lezen. Hetverloopvandedagproduktievoordelactatielengteklassen 3,5, 7,9,10,11en12isweergegeveninfiguur7.Alleklassenvanlactatielengtehebbendehoogstedagproduktieop30dagen.Dedrieklassenwaarbij de lactatietussen80en140dagenwordtafgeslotenhebbengeenverschilin produktieop30en70dagen.Dedagproduktieisindezestadialagerdan voor langerelijsten.Deproduktiedaaltvoordezedrieklassenook sneller. Metdetoenamevandelactatiestijgtdeaanvangsproduktie,waarbijdedie-
Fig. 7.Lactatiecurve door dekleinste-kwadraten-gemiddeldenvoor deklassenvan lactatielengte vande dagprodukties (model8 ) . melk milk
3 : Y r - 0 . O 4 S X * TS,BB
kg
S î Y ; - O . D 3 7 X * 1B.1B
7 : Y z-o . o a a x + - i e . s e
18,
S : Y =- 0 . 0 3 S X * 17,SO
-ie
14
12
io
10
SO
130
170
S10 dager days
Fig. 7.Course of lactation on the least squares means for classes of length of lactation of thetestday yields (Model8 ) .
119
renmet lijstenvan 301 tot 320dagendehoogste dagproduktie hebben.Ook Aulerich &McGilliard (1966)enBaptist (1972)vondendat dehoogtevande aanvangsproduktie toeneemtmethet stadium vanbeëindiging vande lactatie. Hetverloopvande dagproduktie wordtweergegeven door de lineaire regressievergelijkingen van dek.k.-gemiddelden (beginnend op 30 dagen) ophet aantal dagenvandedagproduktie (figuur 7 ) .Daarnaast zijndeverschillentussendedagprodukties vande lactatielengteklassen 3, 5,7, 9, 10en 11 endedagprodukties vande 12eklasseweergegeven in figuur 8. üeproduktiesvandedierenwaarvanvóór ca. 200dagende lactatiebeëindigdwordt dalen snellerdandeprodukties van dedierendie tussen 301 en 320dagenuitproduktie genomenworden.Voor de derdeklasse ishet verschil metklasse 12op 10dagen ca. 2,7 kg enop 110dagenca.4,0 kg.Voorde zevende klasse isdatop 10dagenca. 1,5 kg enop 190dagen ca.3,0 kg. Lijstenmet lengtes van 221 - 240dagenhebben tot 110dageneen lagere
Fig. 8.Verschillen tussen kleinste-kwadraten-gemiddelde voor klasse van lactatielengte enKlasse 12van de dagprodukties (model8 ) .
O,o 10
SO
SO
13 D
170
210 dagen days
Fis
120
i.Differences between least squares mean for class of length of lactation and Class 12of the test-day yields (Model8 ) .
produktiedandelijstenvan201-220dagen,maardalendaarnamindersnel. Lijstenlangerdan240dagenvertonenminimaleverschilleninverloopvan de lactatiecurve.Aulerich&McGilliard (1966)enookBaptist (1972)steldendatafgebroken lijstensnellerdalen.Voorhethiergebruiktemateriaal geldtditook,zijhetslechtsvoordielijstendievoorca.220dagen beëindigdworden. Hetcriteriumvanbeëindigingvandelactatie lijkttezijndatdedagproduktienietbenedeneenzekerehoeveelheidmagkomen,waarbijdezehoeveelheidafhankelijkisvanhetlactatiestadium.Inhetbeginvandelactatiewordteenhogerniveaualsgrensgehanteerddanlaterinlactatie. Deconstateringdatinhetverloopvandelijsten,afgeslotentussen 220en320dagengeenverschillenaantoonbaar zijn,maaktdat dezelijsten geëxtrapoleerdkunnenwordenalswarenhet lopendelijsten.Indefokwaardeschattingvanstierenkunnenzebetrokkenworden.Lijstenafgeslotenvoor de 220edaglateneensnelleredalingvandedagproduktie zien.Wanneerin defokwaardeschattingvanstierenooklopendelijstenbetrokkenworden,is hetnietmogelijkonderscheidtemakentussenlijstendievoorofnade 220edagbeëindigdwordenenzullenalle lijstenopdezelfdewijzegeëxtrapoleerdmoetenworden.Ookdanheeftdemethodediegebruikmaaktvande regressievanhetresterendedeelvandelactatieopdelaatsteproefmelking voordeelbovendeanderebehandeldemethoden.Doordezeregressiewordtrekeninggehoudenmethetniveauvandeproduktiebijhetafbrekenvandelactatie endaarmeemetdesnelleredalingvandeproduktie.Extrapolatiemiddels regressiecoëfficiëntendoetdespreidingtoenemenmetdelengtevandete extrapolerendeellijst.Hierdoorkunnendegeëxtrapoleerde lijstenzonder wegingindefokwaardeschattingvandestierenbetrokkenworden. 7.3.3
Cumulatieve produktie
Deverschillenindagproduktietussendeklassenvan lactatielengte zullenresultereninproduktieverschillenoverdeellijsten.Tabel51 geefteenindrukoverdegroottevandecumulerendeverschillen.Weergegevenzijndeverschillentussendek.k.-gemiddelden vande12eklasse vanlactatielengteendievandeandereklasseninzeslactatiestadia. Opvallendisdatdedrieeersteklassendezelfdeverschillenvertonenmet de 12eklassevoordecumulatieveproduktiestot80dagen.Binnendelactatielengteklassenwordendeverschillenmetklasse12grotermethetvoortschrijdenvandelactatie.Ookbinnendeellijstlengtenemendeverschillen 121
Tabel 51.Kleinste-kwadraten-gemiddeldevandecumulatieve produktie voor klassevanlactatielengte,weergegeven alshetverschilmethet kleinste-kwadraten-gemiddelde vandecumulatieve produktie over dezelfde lactatieperiode voor Klasse 12(300-320 dagen). Klasse
Dagen lactatie
nr. lengte lactatie (dagen)
40
80
120
160
200
240
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
116 116 116 99 95 83 66 87 62 37 11
266 255 254 219 213 181 151 179 130 75 22
409 359 337 298 249 272 200 123 40
467 420 357 371 274 169 57
474 478 355 233 73
439 257 89
81-100 101-120 121-140 141-160 161-180 181-200 201-220 221-240 241-260 261-280 281-300
lengthof no. lactation (days) Class
Time inlactation(day)
Table 51.Least-squares meansofcumulative yield, expressed asthedifference fromtheleast squares mean forthesame lactation period ofClass 12 (300-320 days).
continuafmetdetoenamevanhetnummervandelactatielengteklasse.Een uitzonderingvormtklasseacht;tot200dagenisdecumulatieveproduktie steedskleinerdandievoordezevendeklasse.Hetverschiltussendeproduktieover240dagenvoordedierenmetlactatielengtevan241-260dagen ende12eklasseisca.440kg.Voordelactatiesdieafgeslotenwordentussen 121en140dagenisdatverschilalca.410kgover 120dagen.
122
Samenvatting
Melkcontrolegegevenswordenverzameldomtegebruikenalsinformatiebijhet nemenvanbeslissingentenbehoevevanfokkerijenbedrijfsvoering.Hetnemenvan dezebeslissingenmaakthetvergelijkenvanproduktiegegevensvankoeien (ofgroepenkoeien)noodzakelijk.Doorhetbestaanvansystematischeinvloedenopdemelkhoeveelheidkanhetvergelijkenvandeactueleproduktienietaltijdevenzinvol geschieden.Dezestudieisondernomenomnategaanwatdegroottevandesystematischeinvloedenopdemelkhoeveelheid is,enomdemogelijkhedenteonderzoeken omdezeinvloedenuitteschakelen.
Literatuur
Inhoofdstuk2isbeschrevenwatdeinvloedenzijnophetniveauen
hetverloopvandeproduktiegedurendedelactatie.Deleeftijdbijenhetseizoen vanafkalvenzijndebelangrijksteoorzakenvanverschillenindemelkhoeveelheid. BedrijfsverschiH e nverklarentevenseengrootdeelvandevariantieindemelkhoeveelheidgedurendeenoverdelactatie.Daarnaastzijndeinvloedenophetverloopvandeproduktiebeschrevenvandeduurvandegustperiode,vandevoorafgaandedroogstandenhetraswaartoededierenbehoren. Materiaal
Inhoofdstuk3wordthetmateriaalbesprokendattengrondslagligtaan
ditonderzoek.Voordeanalysevandegroottevandeinvloedenopdeproduktie (hoofdstuk4)enhetberekenenvancorrectiefactorenvoordeverschilleninmelkhoeveelheidalsgevolgvandeleeftijdbijenhetseizoenvanafkalvenendefactorentenbehoevevanextrapolatievanlopendelijsten(hoofdstuk S),werdende lactatiegegevensvan4000FH-koeiengebruikt;aangeduidalsmateriaalA.DezedierenwarenafkomstiguitdeprovincieUtrechtmetafkalfperiode1-7-1970tot 1-7-1971.Omdeinvloedvanhettijdstipvanconceptieopdemelkhoeveelheidzoveel mogelijkteontgaanwarenalleenlijsteninhetmateriaalopgenomenmeteenlengte van290tot320dagen. Dagproduktiesop10,30...,290dagenwerdenberekenddoorlineaireinterpolatietussendemelkhoeveelhedenvanopeenvolgendeproef melkingen(figuur2). Uitdezedagproduktieswerdencumulatieveproduktiesberekendop20,40, ...,300 dagen.De4000lijstenzijningedeeldin8leeftijdsklassen (tabel3), 5seizoens-
123
klassen (tabel4)en3klassennaarbedrijfsniveau (tabel5). Invloeden
op de melkhoeveelheid
DegemiddeldelactatieproduktievanmateriaalA
is4808kg.Dedagproduktie (tabel2)heeftzijnmaximumtussen10en50dagen. Devariatiecoëfficiëntvandedagproduktiestijgtvanca. 27>% op30dagenlangzaamtotca.261op190dagenendaarnasnellertotca.32%op270dagen.De variatiecoëfficiëntvandecumulatieveproduktiedaaltvan 23°Èop40dagentot 21,69oop280dagen. Dedag-encumulatieveproduktieszijngeanalyseerdvolgensdestatistische modellenzoalsbeschrevenin4.2.Deadditieveeffectenzijngeschatdoormiddel vandemethodevandekleinste-kwadraten (Harvey,1960).DegroottevandeadditieveeffectenisweergegevenindeterminologievanSearle (1971).Dekwadraatsomvooreeneffectwordtweergegevenalsdeelvandetotalekwadraatsomna correctievoorhetgewogengemiddeldeinbetreffendmodel,u.Dezeparameter,de 2 determinatiecoëfficiënt (R)wordtweergegevennavermenigvuldigingmet100. Heteffectvandeinteractievanleeftijdenseizoenopdelactatie-en dagproduktiesisnietsignificant. Maximaalwordtca.47°6(op30dagen)vandetotalekwadraatsomvandedagproduktiedoordeleeftijdverklaard (tabel7).Metdetoenamevandelactatie wordthetleeftijdseffectopdedagproduktiekleiner.Op270dagenverklaart dezenogslechts51.Opdecumulatieveproduktieisdeleeftijdsinvloedmaximaal bijlijstenvan60-80dagenendaaltdaarnalangzaamtotca.41%op280dagen produktie. Hetseizoenseffectopdedagproduktie (tabel8)neemttoemethetvoortschrijdenvandelactatie.Op270dagenisdatca.8,51.Opdecumulatieve produktiewordtmaximaalslechtsca.1,9°vandekwadraatsomdoorhetseizoen verklaard (op220dagen). Analysenaardeinvloedvanhetbedrijfopdag-encumulatieveproduktieis gedaanvolgensdriestatistischemodellen.Hetbedrijfseffectisgeanalyseerd alshoofdeffect,waarbijdeindividuelebedrijvendeklassenvormden (model4). Inmodel3zijndeverschillentussenbedrijvengekwantificeerddoorderegressievandeafhankelijkevariabeleopdegemiddeldebedrijfsproduktie.Daarnaast zijndebedrijveningedeeldindrieklassennaargemiddeldebedrijfsproduktie. Dezedrieklassenzijnalshoofdeffectopgenomeninmodel7. Hetbedrijfseffect (model4)heeftopdedagproduktieeenR vanca.15% 2 aanhetbeginvandelactatie;dezeR stijgtlangzaammethetvoortschrijden 2 vandelactatietot170dagen (R ca.231)endaarnasnellertot270dagen, waarbijdedeterminatiecoëfficiëntca.31 %wordt (tabel9).Hetdeelvande 124
2
totalekwadraatsomvandedagproduktiesdatverklaardwordtdoorderegressieop hetbedrijfsgemiddeldeisca. 1%op10dagen,stijgttot110dagen (R ca.151) endaaltdaarna (tabel9 ) . Hetgrootsterelatieveverschiltussenbedrijfseffectuitmodel4enhet effectvanderegressie (model3)wordtgevondenaanheteindvandelactatie (tabel10).Op110dagenvindenwehetkleinsteverschil. Deafnameinkwadraatsomdoordriebedrijfsniveaus (model7)isslechts éénderdevandeafnameinmodel4 (tabel12).Destijgingaanheteindvande lactatievoorhetbedrijfseffectuitmodel4zienwebijmodel7niet.Naeen aanvankelijkestijgingblijftdaarbijhetverklaardedeelophetzelfdeniveau. 2 BijdecumulatieveproduktiestijgtdeR voorhetbedrijfseffect(model4) methetvoortschrijdenvandelactatie;zijhetinminderematedanbijde dagproduktie (tabel9).Deregressieophetbedrijfsgemiddeldeverklaartgedurendedelactatieeensteedsgroterdeel(tabellen9en10). Samenmetdeanalysevandag-enlactatieproduktievolgensmodel4,geeft analysemetbehulpvandemodellen1,5en6informatieoverdegroottevanhet effectvanleeftijd,seizoenenbedrijfwanneeréénoftweevandeeffectenniet indeanalysebetrokkenworden.Hetopnemenvaneenadditioneeleffectgeeftin 2 hetalgemeeneendalingvandeR voorbetreffendeffect. Bijdedagproduktieisdedeterminatiecoëfficiëntvanhetleeftijdseffect 2 inhetmodelmetalleeny,R (a|y),maximaal50% (op30dagen)endaalttotca. 51(op270dagen). Worden,naastdeleeftijd,ookhetseizoenenbedrijfinde 2 analysebetrokken,danisR maximaal471(tabel13).Opdecumulatieveproduk2 2 tieisR (a|y,s,h)ca.3à41lagerdanR (a|y)(tabel14).Demodellenmet 2 alleenleeftijdofseizoenalseffectenvormenuitzonderingen.R (a|y,s)isop 2 dedagproduktievan70tot270dagengroterdanR (a|y).Hetzelfdeistezien bijdecumulatieveproduktie. Debinnen-subklascorrelatiecoëfficiënten tussendedagproduktieendemelkhoeveelheidoverdelactatie (tabel15)hebbendehoogstewaardevoordeproduktiesindemiddelstemaandenvandelactatie (ca.0,85). Voordedagprodukties indebeginmaandenvandelactatiezijndezehogerdanvoordieindeeindmaanden. Dewaardevandecorrelatiecoëfficiëntentussencumulatieveenlactatieproduktie (tabel17)stijgtmetdelengtevandedeellijst.Voordeellijstenmet eenlengtevan80dagenisdezecorrelatiecoëfficiëntlagerdandietussen lactatie-endagproduktieop70dagen.Decumulatieveproduktiesoverdeellijstentot80dagenhebbenhetgrootsteverbandmetdedagproduktieop30dagen (tabel17).Dedagproduktieop70dagenishetsterkstgecorreleerdaande cumulatieveproduktiesover120en160dagen.Cumulatieveproduktiesover200
125
totenmet 280dagenhebbenhet grootsteverbandmetdedagproduktie op 110 dagen. Standaardisatie
Inhoofdstuk 5wordendemethodenvan standaardisatie vandag-
en lactatieproduktie beschreven.Voorstandaardisatie ishetnodig tebeschikken over zuivereschattingenvandeproduktievoordeklassenvan corrigeerbare invloeden.Uitdezeschattingenvandeproduktiekunnen zoweladditieve als vermenigvuldigingsfactoren berekendworden,waarmee gestandaardiseerd kanworden. Additieve factorenhebbendeeigenschap dathet gemiddeldevandeklassen gelijk wordt aandatvande referentiegroep endevariantie gelijkblijft.Vermenigvuldigingsfactoren gevenalsklassegemiddelde ookhet gemiddeldevandereferentiegroep,maarveranderende oorspronkelijkevariantiemeteenfactorgelijk aan hetkwadraat vande vermenigvuldigingsfactor. Lactatieproduktie
Correctiefactorenvoor seizoenvanen leeftijdbij afkalven
zijnberekenduitdekleinste-kwadraten-gemiddeldenvande lactatieproduktie (model 7 ) .Inmodel 7is,naastdehoofdeffecten leeftijd,seizoenenbedrijfsniveau,de interactie tussen leeftijd enbedrijfsniveauopgenomen.De k.k.gemiddeldenvoordeklassenvande leeftijd envoorde leeftijdsklassen binnen bedrijfsniveausstaan intabel 20endek.k.-gemiddeldenvoorde seizoensklassen intabel 22.lietgewogengemiddelde isalsreferentiebasis gebruikt. Doorde interactie tussen leeftijdenbedrijfsniveaukunnenvoorhetleeftijdseffect geenadditieve correctiefactoren gebruiktwordendieberekend zijn overbedrijfsniveaus.Deresultaten intabel 30gevendaarentegen aandat "overall"vermenigvuldigingsfactoren geensystematischeverschillen latenbestaan tussende leeftijdsklassenbinnenbedrijfsniveaus inde gestandaardiseerde produkties. Delactatiegegevensvan 2000 FH-koeien zijngestandaardiseerd volgensde methodenL,,., ,L„ ..,L,,. enL .,zoalsbeschreven in5.2.1.1 (voorverkla- v SmAh' SaAh' SmAo SaAo' ring,ziede lijstmet symbolen).Deze 2000 lactatieswaren afkomstig uitde provincie Utrecht,envandierenvandeafkalfperiode 1juli 1971 tot 1juli 1972.Ookditwaren lactatiesmeteen lengtevan 290-320dagen (aangeduid als materiaal B ) .Degemiddelde lactatieproduktiewas 4980kg (tabel19). Degecorrigeerde lactatieprodukties zijngeanalyseerd volgens model 7.In tabel33zijndeF-waarden gegevenvoorde toets ophet effectopdegestandaardiseerde lactatieprodukties vanrespectievelijk leeftijd,seizoen,bedrijfsniveauenleeftijd xbedrijfsniveau.Slechtsheteffectvanhetbedrijfsniveau issignificantna toepassing vanelkvandeviermethodenvanstandaardisatie. 126
Decorrectievoorverschilleninlactatieproduktiedoordeleeftijdmaggeschiedenmetvermenigvuldigingsfactorenoverbedrijfsniveaus.Seizoensverschillen kunnengecorrigeerdwordenzowelmetadditievealsvermenigvuldigingsfactoren. Verschillentussendezetweevormenvancorrectiekondennietaangetoondworden. Bijstandaardisatievanlactatieproduktiesoppraktijkschaalkunnenhet bestealsreferentiebasisgekozenworden:dieleeftijdwaarbij,endatseizoen waarin,demeestedierendelactatiebeginnen. Dagproduktie
Omdatergeeninteractiebestaattussenleeftijdenseizoenbijde
dagproduktie,kunnenbinnenlactatiestadialeeftijdenseizoenonafhankelijkvan elkaarwordengecorrigeerd.Dek.k.-gemiddeldenvandedagproduktie (materiaal A)voordeklassenvandeleeftijdenvandeleeftijdbinnenbedrijfsniveaus staanintabel23.Voordeseizoensklassenstaanzeintabel26.Voordeleeftijdsverschillenindedagproduktiewordtgecorrigeerdmetvermenigvuldigingsfactorenomdat,evenalsbijdelactatieproduktie,deverschillentussende leeftijdsklassentoenemenmethetbedrijfsniveau(tabel 24).Voorhetseizoen vanafkalvenzijnadditieveenvermenigvuldigingsfactorenberekend. Doorcorrectievoorleeftijdenseizoenwordendedagproduktiesgebrachtop hetniveauvanhetgewogengemiddeldeperlactatiestadium,dereferentiebasis. Dezegewogengemiddeldenwordengestandaardiseerdmetvermenigvuldigingsfactoren.Deveronderstellinghierbijisdatdeexpressievaneenbetereerfelijke aanlegvoordemelkhoeveelheidproportioneelismethetproduktieniveautijdens delactatie.Figuur6laatziendatdedalingvandeproduktiegedurendede lactatieafhankelijkisvanhetbedrijfsniveau.Ophetlagebedrijfsniveauwordt inverhoudingtotdeproduktieop30dagenmindergeproduceerddanophogere niveaus (tabel25).Gebruikvanfactorenbinnenbedrijfsniveausvoorhetstadium vandelactatielijktdaaromdeaangewezenweg. Demethoden,waarmeededagproduktiesvanmateriaalBgestandaardiseerd zijn,wordenaangeduidalsD S m A o ,D g a A o ,D ^ x , D A QenD ^ . Dezemethoden zijnin5.2.1.2beschreven (voorverklaring,ziedelijstmetsymbolen).De resultatenvandezestandaardisatiestaanindetabellen36totenmet41.De variatiecoëfficiënten (tabel36)vandegestandaardiseerdeproduktieszijnaan hetbeginvandelactatiehetkleinstenca.7procent-eenhedenlagerdandie voordeberekendedagproduktiesbinnenbedrijfsniveaus.Devariatiecoëfficiënten nementoemetdelengtevandelactatie.Demethodenmetadditievecorrectie voorseizoensverschillenleverendekleinstestijgingvandevariatiecoëfficiënt metdelactatielengte.MethodeD. geeftdegrootstestijging. DeF-waarden (tabel37)voordetoetsopheteffectvanrespectievelijk
127
leeftijd enseizoen latenzien,datbijdegestandaardiseerde dagproduktiesop 70, 150en 230dagendeze effectennietvolledigverdwenen zijn.Onvolledig uitgeschakelde leeftijds-enseizoensverschillen indedagprodukties,voorenna de30elactatiedag,wordenvermenigvuldigd bijcorrectievoorhet lactatiestadium endaardoorproportioneel grotermetdefactorvoor lactatiestadium. Degeringerevariatiecoëfficiënt nastandaardisatie volgens D„ . (tabel 36), dekleinerek.k.-constanten voordeseizoensklassen (tabel39)ende lagere F-waarde voorde toetsophetseizoenseffect (tabel 37)gevenaanwijzingen dat voorseizoensverschillen additieve correctiefactoren devoorkeurmoetenhebben. Leeftijdsverschillen indedagproduktie kunnenuitgeschakeldwordenmet vermenigvuldigingsfactoren overbedrijfsniveaus. Voorhetverschil inlactatiestadium zijncorrectiefactoren gebruiktbinnen enoverbedrijfsniveaus (D~ .x ) .Deresultatenvandestandaardisatie volgens De »XwordenvergelekenmetdievanD„ ..Opbedrijfsniveau IIverschillende gemiddeldegestandaardiseerdeprodukties niet (tabel 36).Ophet laagste niveau zijndegemiddeldenvanD„ .x lagerdandievan D p . ;opbedrijfsniveauIII hoger.Deverschillen stijgenmetde lengtevandelactatie. StandaardisatievolgensD„ .xdoethetcontrast tussendebedrijfsniveaus toenemenmetde lactatie,terwijldatvoor D„ . constant is (tabel40). Hetverschil inlactatiestadiummoetdusuitgeschakeldwordenmetvermenigvuldigingsfactorenbinnenniveauvangemiddeldebedrijfsproduktie.Eeninteractietussenstadiumvande lactatieenhoogtevandegemiddeldebedrijfsproduktie wordthierdoorvermeden. Degestandaardiseerdeproduktiesvanmateriaal B zijngeanalyseerd volgens model 8. Inditmodel zijndeeffectenopgenomenvan leeftijd,seizoen,bedrijfsniveauen lactatiestadium, samenmetde interactie tussenseizoenen lactatiestadium. Intabel41 zijndek.k.-constantenweergegevenvoor zevenlactatiestadia. Vanaf 70dagen isergeenverband tussendehoogtevande gestandaardiseerde produktie enhet lactatiestadium. Op30dagen zijndek.k.-constantenlager,dan hetgewogengemiddelde. Extrapolatie
Inhet literatuuroverzicht (2.3.1) zijnenigemogelijkemethoden
vanextrapolatie aangehaald. Inhoofdstuk 5isdenauwkeurigheid van extrapolatie onderzochtvandevolgendemethoden (zie 5.2.2): Y..: 300-dagenproduktie geschatdoormiddelvande lineaire regressiecoëfficiënt binnen leeftijd enseizoensklasse vande 300-dagenproduktie opdedeellijstproduktie.
128
Y :300-dagenproduktiegeschatmetbehulpvande,binnen leeftijdenseizoensklasseberekende,correlatieenverhoudingtussende300-dagen-endedeellijstproduktie. Y, :300-dagenproduktieuitdedeellijstgeëxtrapoleerdmiddelsde,binnenleeftijdenseizoensklasseberekende,lineaireregressievanhetresterend deelvande lactatieopde laatstedagproduktie. Deparametersvoordeextrapolatievandeellijstenzijninmateriaal A berekendbinnensubklassenvanleeftijdenseizoen,omdathetverloopvande lactatieproduktieafhankelijkisvandeleeftijdbij,enhetseizoenvanafkalven.Vanwegedebeperkteomvang leendehetmateriaal zichniettothetberekenen vandeparametersbinnensubklassenvanleeftijd,seizoenenbedrijfsniveau. DedeellijstenvanmateriaalB zijngeëxtrapoleerdvolgensY,.,Y enY,. Deresultatenvandezeextrapolatiestaanindetabellen42totenmet45. Dedrieextrapolatiemethodengevengemiddeldegeschatte 300-dagenprodukties diehogerwordenmetde lengtevandedeellijstwaaruit zegeschat zijn (tabel 42). DegemiddeldenvandegeëxtrapoleerdeproduktiesvolgensdemethodenY,- en Y, t stijgensnellermetdetoenamevande lengtevandedeellijstdandegemiddeldenvolgensY .Hetgemiddeldeabsoluteverschil,decorrelatietussen geschatteenberekende 300-dagenproduktie,endespreiding inhetverschil tussengeschatteenberekende300-dagenproduktie (tabel43)gevenaan,datY,enY nietverschilleninnauwkeurigheid.Hetgemiddeldeabsoluteverschil tussengeschatteenberekende 300-dagenproduktie isvoorY, echterkleiner.Ook zijndecorrelatiestussengeschatteenberekendeproduktieshogervoorY,. Dek.k.-constantenvoordeklassenvande leeftijdvande geëxtrapoleerde deellijsten zijngelijkaandek.k.-constanten vandeberekende lactatieprodukties (tabel 45). Decontrastentussendeseizoensklassenvandegeschatteprodukties zijngroterdanvandeberekendeprodukties (tabel45).Bijtoenamevan de lengtevandedeellijstwordthetverschiltussendecontrastenkleiner. Demetbehulpvanregressiecoëfficiëntengeëxtrapoleerdedeellijstenhebben eenkleinerespreidingdandeberekende300-dagenprodukties.Dek.k.-constanten voordebedrijfsniveausvangeschatteenberekendeprodukties latenzien,dat eendeelvanhetverschil invariantie terugtevindenisindecontrasten tussendebedrijfsniveaus.MetnameY geeftbijkorte lijstenkleinerecontrasten.Y,',waarbij inplaatsvandegemiddeldedagproduktieenhet gemiddelde resterendedeelvandelactatiebinnensubklassevanleeftijdenseizoen,de overeenkomendegemiddeldenbinnensubklassevan leeftijdenbedrijfsniveau gebruiktwerden,toontaandatdeverschillentussendebedrijfsniveaus in geëxtrapoleerde lijstenevengrootkunnenzijnals indevolledigelijsten. 129
Deparametersvoorextrapolatievandeellijstenmoetengeschatworden binnensubklassevanleeftijd,seizoenenbedrijfsniveau. Afgebroken
lijsten
Inhoofdstuk 7wordtnagegaanofereenverbandbestaat tus-
senhetmomentwaaropvaarzenlijstenwordenafgesloten,ende indeling inklassen vanrespectievelijk leeftijd,seizoenenbedrijfsniveau.Daarnaastwordt nagegaan ofhetverloopenhetniveauvandemelkhoeveelheid vanafgebrokenvaarzenlijsten verschillenvandievanvolledige lijsten.Tenbehoevevandeze berekeningen werdende lactatiegegevens van 13405vaarzen,afkomstig uitdeprovincie Friesland, met lactatielengtes tot320dagen,gebruikt.Ditmateriaalwerdverdeeld in11 klassenvan lactatielengtevan 30dagen (tabel46).Intabel 48 zijnde aantallen perklassevan lactatielengte enklassevanrespectievelijk leeftijd,seizoenen bedrijfsniveauweergegeven.Eenduidelijkesamenhangbestaat tussenhetmoment vanbeëindigingvande lactatie enhetseizoenvan afkalven.Het lactatiestadium dat samenvaltmetdeovergang stal-weide geeftvoor alleseizoensklassen een groteraantalafgesloten lijstendangemiddeld. InNederlandwordtwaarde gehecht aanhetaantal lijstenafgeslotenvoorde 260edag,uitgedrukt alspercentagevanhet totaal aantalbegonnen lijsten. Tabel 49geeftaandat indeeerste seizoensklasse (kalfmaandenjuli,augustus enseptember)meer lactatiesbeëindigdwordenvoor 260dagendangemiddeld over hetjaar,enminder inhet tweedeseizoen (oktoberennovember).Op 200dagenis slechtshetaantalafgesloten lijsten indemaandenapril,mei enjuni significant verschillend vanhetgemiddelde. Dedierenmeteen leeftijdvan 2j.5mnd -2j.9mnd (tabel 48)hebben meerafgebroken lijsten tussende 140een 260edagdangemiddeld. Tussenbedrijfsniveausbestaangeenverschillen inhetmomentvanafsluitenvandevaarzenlijsten (tabel48). Voordeanalysenaarhetverloopvandedagproduktiewerdvande lactaties met een lengtevan 230-259,260-289 en 290-320 dagenrespectievelijk 50,20en 10oindeberekeningbetrokken.Ook lactatiesmetminder dan 80dagenwerden uitgesloten.Dealdusverkregen 3223 lijstenwerden ingedeeld in 12klassenvan lactatielengte (tabel46,geselecteerde fractie). Dedagprodukties (geïnterpoleerdewaarden tussenproefmelkingen)ende cumulatieveprodukties zijngeanalyseerdvolgens model9 (7.2). Alleklassenvanlactatielengte hebbendehoogstedagproduktie op 30dagen. De lactaties,afgesloten tussen80en 140dagen zijnnietverschillend inhet niveauvandeproduktie op30en 70dagen (tabel 50).Worden lijsten afgesloten na 140dagen,danstijgtdeproduktie op 30dagenmetde lengtevande lijst
130
(tabel50,figuur7 ) . Vanlijstenafgeslotenvoorca.200dagen,daaltdedagproduktiesneller danbijvolledige lijsten.Hoekorterdelijst,hoegroterdedaling. Lactatiesvanca.200dagenenlangervertonengeenverschil inhellingvande lactatiecurve.Geconcludeerd isdatafgebrokenlijsteninde fokwaardeschatting vanstierenopgenomenkunnenwordendoordezeteextrapolerenvolgensdemethode Y
lf
131
Summary
Milkrecordsofcowsareusedtomakedecisionsaboutbreedingandmanagement.Beforeanydecisioncanbemadethemilkyieldofcows (orgroupsofcows) havetobecompared.Howevertherearesystematicinfluencesonmilkyieldand thereforetheactualmilkyieldisnotalwayssufficientforcomparison.We studiedthemagnitudeofsystematicinfluencesonmilkyieldandexaminedhow tocorrecttheseinfluences. Chapter2givesareviewoftheliteratureaboutinfluencesonlevelof milkproductionandoncurveoflactation.Ageandseasonofcalvingarethe mainfactorwhichdeterminedifferencesinmilkyield.Alsodifferencesbetween herdsmainlydeterminethevarianceinmilkyieldduringandoverthelactation. Influencesofthelengthofnon-pregnantperiod,precedingdry-periodandbreed oftheanimalswerealsoreviewed. Material
Chapter3describesthedatathatwereavailableforthisinvestiga-
tion.Themilkrecordsof4000cowswereusedtoanalysethemagnitudeofthe influencesonmilkyield (Chapter 4), tocalculatethecorrectionfactorsfor differencesinmilkyieldduetoageandseasonofcalvingandtocalculate factorstobeusedforextrapolationofcurrentlactations (Chapter 5);referredtoasMaterialA.ThecowswereallfromtheProvinceofUtrechtandcame intolactationintheperiod1-7-1970until 1-7-1971.Toavoidtheinfluenceof variationinmomentofconceptiononmilkyieldasfaraspossibleallmilk recorddatawerefromcowswhichhadbeendriedoffafter290to320days. Test-dayyieldsonday10,30,...,290afterparturationwerecalculatedbylinearinterpolationofmilkyieldbetweentwosuccessivetests (Figure 2).Fromthesemilkyielddatacumulativeyieldswerecalculatedover periodsof20,40,...,300daysafterparturation.The4000milkrecordshave beenscaledinto8classesofage (Table 3), 5classesofseason (Table4) and3classesaccordingtoherdlevel (Table5).
Influenaes
on milk yield
Themeanlactationyieldswas4808kg.Thehighest
test-dayyieldwasreachedbetween10and50daysaftercalving.Thecoefficient 132
ofvariation(inI)oftest-dayyieldswasabout231at30daysandincreased slowlytoabout261at190daysandthenrosemoreprogressivelytowards321 at270days.Thecoefficientofvariationofcumulativeyielddecreasedfrom 231at40daysto21.61at280days.Thedataontest-dayyieldandcumulative yieldwereanalysedaccordingtostatisticalmodelsgiveninsection4.2.The additiveeffectswereestimatedbythemethodofleastsquaresgivenbyHarvey (1960).Themagnitudeoftheadditiveeffectshasbeengivenasdescribedby Searle(1971).Thesumofsquaresofaneffecthasbeenmentionedaspartofthe totalsumofsquaresaftercorrectionfortheoverallmeaninthemodelgiven. 2 Inthisthesesthisparameter,thecoefficientofdetermination (R)ismultipliedby100. Fromthecalculationitcanbeconcludedthattheeffectofinteraction ofageandseasononlactationyieldandtest-dayyieldisnotsignificant. Amaximumofabout471(at30days)ofthesumofsquaresoftest-day yieldisexplainedbyage(Table 7).Theeffectofageontest-dayyielddecreasedprogressivelywithdaysafterparturation.At270daysthiseffectwas only 5%.Withcumulativeyieldtheinfluenceofagewasamaximumat60-80days anddecreasedslowlytoabout41%at280daysafterparturation. Theeffectofseasonontest-dayyieldincreasedaslactationprogressed (Table8).At270daysthisinfluencewasabout8.5%.At220daysthesmall effectofseasononcumulativeyieldwasatitsmaximumi.e.onlyabout1.91. Threestatisticalmodels (3,4and7)wereusedtoanalysetheinfluence ofherdontest-dayyieldandcumulativeyield.Theherdeffectwasanalysed asmaineffect,withindividualherdsasclasses(Model4).WithModel3 thedifferencebetweenherdswerecalculatedquantitivelybyregressionof thedependentvariablesonherdmean.Theherdswereputintooneofthree classesaccordingtolevelofherdmean.InModel7thesethreeclasseswere usedasmaineffect. 2 Theherdeffectontest-dayyield (Model4)hadaR ofabout151atthe beginningoflactationandthisR increasedwithprogressionoflactation 2 2 until170days(R about231).AfterthattheR increasedfasteruntil 270dayswhenR wasabout31%(Table9).Whenregressingtest-dayyieldon 2 2 herdmean,R wasfoundtobeabout 1%at10days.ThisR increasedto15% at110daysandthendecreased (seeTable9). FromacomparisonoftheherdeffectinModel4andtheherdeffectfrom theregression (Model 3),thelargestrelativedifferencewasattheendof lactation(Table10)andthesmallestdifferenceat110days. Reductioninsumofsquaresbythreeherdlevelswasonlyaboutonethird 133
ofthereductioninModel7(Table12).Thesewasnonoticableincreaseatthe 2
endoflactationforherdeffectinModel4.AfteraninitialincreasetheR wasaboutthesameduringtherestoflactation. Fortheeffectofherdleveloncumulativeyield (Model4)R increase
2
withprogressionoflactationbuttoasmallerextentthanfortheeffecton test-dayyield (Table9). Regressiononherdmeanexplainsmostofthevariance ofcumulativeyieldwithprogressionoflactation(Tables9and10). TogetherwiththeresultsofModel4,analysiswithModels1,5and6 providedinformationaboutthemagnitudeoftheeffectsofage,seasonandherd whenoneortwooftheeffectsareexcludedfromthemodel.Ifoneoftheeffects 2 isexcluded,R fortheothereffectsusuallyincreases.
2 2 For test-day yield the R (a|y,s,h) was about 3-4 % lower than R (a|p) (Table14).Ifonlytheeffectsofageandseasonaretestedinthemodel,the 2 Rsaredifferentfromthosementionedabove.From70to270daysR (a[y,s)was 2
2
largerthanR (a|y)fortest-dayyieldaswellasforcumulativeyield. Thevalueofthecoefficientofcorrelationcalculatedwithinsubclasses betweentest-dayyieldandtotallactationyield (Table15)werehighestinthe middleoflactation (risabout0.85)andthevalueswerehigherinthefirst monthsoflactationthanattheend. Thevalueofthecoefficientofcorrelationbetweencumulativeyieldand lactationproductionincreasedwithlengthofpartlactation (Table17).For partlactationof80daysthisvaluewaslowerthanfortest-dayyieldon 70thday.Cumulativeyieldfor80dayshadthehighestcorrelationwithtestdayyieldat30days (Table17)whilecumulativeyieldfor120and160days hadthehighestrelationshipwithtest-dayyieldat70days.Partlactations of200upto280days (cumulativeyield)weremostlyrelatedtotest-dayyield at110days. Standardization
InChapter5methodstostandardizetest-dayyieldandlactation
productionaredescribed.Forstandardizationunbiasedestimationsofthemilk yieldarenecessaryforthevariousclasses.Fromtheseestimationsofyield additiveandmultiplicativefactorscanbecalculated.Acharacteristicofthe additivefactorsisthatthemeanforeachclasswillbethesameasthatfor thereferencegroupandthevarianceofclasseswillnotchange.Multiplicative factors,ontheotherhand,alsogivethemeanofthereferencegroupbutchange thevariancewiththesquareofthemultiplicativefactor. Lactation 134
yield
Correctionfactorsforseasonandageatcalvinghavebeen
calculatedfromleastsquaresmeansoflactationyields (Model 7).Themain effectsage,seasonandherdlevel,andalsotheinteractionbetweenageand herdlevelareincludedinModel7.Table20givestheleastsquaresmeansfor theclassesofageandforageclasseswithinherdlevelandTable22givesthe leastsquaremeansfortheclassesofseason.Theoverallmeanisusedasbase ofreference. Becauseoftheinteractionbetweenageandherdlevel,noadditivecorrectionfactorscalculatedoverherdlevelscanbeusedfortheageeffect.Butthe resultsofTable30showthattherearenosystematicdifferencesofstandardizedyieldsbetweenclassesofagewithinherdlevelswithoverallmultiplicationfactors. Themilkrecorddataof2000FHcowswerestandardizedaccordingtothe methods (L S m A h , ^SaAh,
L S m A oand ^SaAo) whichhavebeendescribedinSection
5.2.1.1.(seethelistofsymbolsforexplanation).Thedatawerecollectedin theProvinceofUtrechtfromcowswhichcalvedintheperiod1-7-1971until 1-7-1972.Thelengthofthelactationwasbetween290and320days(referred toasMaterial B).Themeanlactationyieldwas4989kg (Table19). ThecorrectedlactationyieldswereanalysedaccordingtoModel7.Table33 givestheFvaluesabouttheeffectsofstandardizedlactationyieldsaccording toage,season,herdlevel,andagexherdlevel.Withthefourmethodsofstandardizationonlytheherdeffectissignificant.Differencesinlactationyield duetoagemaybecorrectedbymultiplicationfactorscalculatedoverherdlevels. Differencesduetoseasoncanbelevelledoutbyadditiveorbymultiplicative factorsandnosignificantdifferencesbetweenthesetwomethodscouldbefound. Inpracticethebestwaytostandardizelactationyieldsforageandseasonis touseasareferencethatageandseasonatwhichmostoftheanimalsstart lactation.
Test-day
yield
Becausethereexistsnointeractionbetweenageandseasonwith
respecttotest-dayyield,thetest-dayyieldswithinstageoflactationcan becorrectedindependentlyforageandseason.Theleastsquaresmeansof test-dayyield (materialA)forageclassesandforageclasseswithinherd levelsaregiveninTable23andthesemeansforclassesofseasoninTable26. Differencesintest-dayyieldduetoagedifferenceswerecorrectedwithmultiplicationfactorsbecausethedifferencesbetweenageclassesincreasedwith herdlevelinthesamewayaslactationyield (Table24).Forseasonofcalving additiveandmultiplicativefactorswerecalculated. Bycorrectingforageandseasonthetest-dayyieldswereputatthesame 135
levelastheoverallmeanperstageoflactation (baseofreference).These overallmeanswerecorrectedwithmultiplicativefactors.Itwasassumedthat theexpressionofabettergeneticmeritformilkyieldisproportionalto levelofproductionduringlactation.Figure6showsthatthedecreaseofproductionduringlactationdependsonherdlevel.Atthelowherdlevelthe relationoftest-dayyieldstotest-dayyieldat30daysaftercalvingisless thanatthehigherherdlevel (Table25).Thecorrectionfactorsforstageof lactationshouldbeusedwithinherdlevel.ThemethodsD„ .,D„ .,D„. x, SmAo' SaAo' SmAo' D„.,andD. wereusedforstandardizingtest-dayyieldsinMaterialB.These havebeendescribedinSection5.2.1.2.(forexplanationofsymbolsseelist). ResultsofstandardizationaregiveninTables36-41. Thecoefficientsofvariation (Table36)ofstandardizedproductionswere smallestatthebeginningoflactationandwereabout7percentageunitsless thanthoseforcalculatedtest-dayyieldwithinherdlevels.Thecoefficient ofvariationincreasedwithlengthoflactation.Themethodswithadditive correctionforseasondifferencesgivethesmallestincreaseofcoefficientof variation.MethodD. givesthelargestincrease. TheFvaluesinTable37showthattheeffectsof'ageandseasononthe standardizedtest-dayyieldat70,150and230daysdidnotdisappearcompletely. Thereforetheuncorrectedpartoftest-dayyield (forageandseasondifferences) beforeandafter30dayswillbemultipliedandthereforethedifferencewill increaseproportionallywiththefactorforstageoflactation. FromthesmallercoefficientofvariationofD„ . (Table36),thesmaller leastsquaresconstantsforclassesofseason (Table39)andthelowerFvalues ofthetestoneffectofseason (Table37),ithasbeenconcludedthatadditive correctionfactorsaretobepreferredforseasondifferences. Agedifferencesintest-dayyieldcanbeadjustedbymultiplicationfactors calculatedoverherdlevels.Toaccountfordifferencesinstageoflactation, correctionfactorswithinandoverherdlevels (D„.*)havebeenused.Results ofstandardizationaccordingtoD ^ A 0 *werecomparedwiththoseaccording toD„ ..Atthemediumherdlevel (II)themeanstandardizedyieldsdidnot differ"(Table36).Atthelowherdlevelthemeansofthetest-dayyieldscorrectedaccordingtoDr .îwerelowerthanthoseobtainedwithD„ . andatthe & SmAo SmAo highestherdleveltheywerehigher.Thedifferencesincreasedwithlengthof lactation. StandardizationaccordingtoD„,*willincreasethecontrastbetween herdlevelswithprogressionoflactation,butaccordingtoD~. thecontrast isconstant (Table40). 136
Thusthedifferenceduetostageoflactationhavetobecorrectedby multiplicationfactorswithinlevelofherdmean.Thusaninteractionbetween stageoflactationandmagnitudeofherdmeancanbeavoided.Thestandardized productionsinMaterialBwereanalysedaccordingtoModel8.Inthismodel theeffectsareage,season,herdlevelandstageoflactationandtheinteractionofseasonandstageoflactation.For7stagesoflactationtheleast squaresconstantshavebeengiveninTable41.After70daysnorelationship betweenstandardizedproductionandstageoflactationcouldbefound.At 30daystheleastsquaresconstantswerelowerthanintheotherstages.
Extrapolation
Inthereviewoftheliterature (2.3.1)somepossiblemethods
ofextrapolationhavebeendiscussedandinChapter5theaccuracyoftheextrapolationaccordingtothefollowingmethodswereexamined (see5.2.2): Y..:Estimationofyieldover300days (300-dayyield)bylinearregression coefficientof300-dayyieldwithinclassofageandseasononpart lactation. Y :Estimationof300-dayyieldbytheratioof300-dayyieldtopartlactation yieldandthecoefficientofcorrelationwithinclassesofageandseason. Y, :Estimationof300-dayyieldbyextrapolationwiththeregressioncoefficient oftheyieldoftheremainderoflactationonlasttest-dayyieldcalculatedwithinclassesofageandseason. TheparametersinMaterialAwerecalculatedwithinsubclassesofageand seasonbecausethecurveoflactationyieldisdependentonageandseasonat parturation.MaterialAwasnotsufficienttocomputetheparameterswithin subclassesofage,seasonandherdlevel. ForMaterialBthepartlactationswereextrapolatedaccordingtoY,-,Y , andY, andtheresultsaregiveninTables42-45.Withincreasinglengthof partlactationtheestimated300-dayyieldalsoincreasedwithallthreeestimationmethods (Table42).ThemeanofY,.andY, ,however,increasedmore thanthemeanofyieldsofextrapolatedpartlactationwithY .Fromtheabsolutedifferencesbetweenestimatedandcalculated300-dayyield,fromcoefficientsofcorrelationandfromthestandarddeviationsinTable43,itwas concludedthattheaccuracyofmethodsY,.andY donotdiffer.MethodY-,, however,gavesmallerdifferencesandhighercoefficientsofcorrelationbetween estimatedandcalculated300-dayyield.Theleastsquaresconstantsofextrapolated300-dayyieldsfortheclassesofagewereaboutthesameasthosefor calculatedproductionat300days (Table45).Againthedifferencebetweenthese contrastsdecreasedwithincreasinglengthofpartlactation. 137
Thestandarddeviationsoftheestimated300-dayyieldsweresmallerthan thoseofthecalculated300-dayyields.Partofthedecreaseinvariancecan befoundinthecontrastbetweenherd levelsasshownbytheleastsquares constantsfortheherdlevelsfromestimatedandcalculated300-dayyields. EspeciallyY
gaveasmallercontrastbetweenherdlevelswithdecreasein
legthofpartlactation.ButwiththemethodY, ' inwhichthemeantest-day yieldandremainingyieldofthelactationwereestimatedwithinsubclasses ofageandherdlevel,thedifferencesbetweenherdlevelswereofthesame magnitudeasbetweenthe300-dayyields. Thereforetheparametersfortheextrapolationofpartlactationhaveto becalculatedwithinsubclassofage,seasonandherdlevel. Incomplete
records
Weexaminedwhetherthereexistsarelationbetweenthe
timeinlactationatwhichmilkrecordsofheiferswerestoppedandtheclass ofage,seasonandherdlevel (Chapter7). Alsowecheckedwhetherthecurveandlevelofmilkyieldofincomplete milkrecordsofheifersdifferfromcompletemilkrecordsofheifers.Forthese calculationsmilkrecordsof13,405heiferswereused.Thesedatawerecollected intheProvinceofFrieslandforcowswithlengthoflactationupto320days. Thedataweredividedupinto11classeswithdifferencesof30daysbetween classes(Table46).Table48givesthenumbersperclassoflactationlength andclassofage,seasonandherdlevel.Thereisaclearrelationshipbetween theendoftherecordingandtheseasonofcalving.Thestageoflactationthat coincideswiththechangefrominsidetooutsidegivesmorecompletedmilk recordsforallseasonclassesthanthemean. IntheNetherlandsthereisparticularinterestinthenumberofincomplete milkrecords (before260days)expressedaspercentageoftotalrecordswhich havebeenstarted.Comparedwiththemeanoftheyearmorelactationrecords startedinthefirstseasonclass (heiferscalvedinJuly,AugustandSeptember) hadbeenstoppedbefore260daysandlessrecordsthanaverageinthesecond seasonclass (OctoberandNovember)(seeTable49).Milkrecordswhichhad beenstoppedbefore200daysandstartedinthemonthsApril,MayandJune differedsignificantlyfromthemean. Forcowsbetween2yearsand5monthsand2yearsand9months (Table48) thereweremoreincompleterecordswithlengthoflactationbetween140and 260daysthanthemean.Herdlevelhadnoinfluenceonthenumberofdaysofthe incompleterecords(Table48). Fromtheincompleterecordswithalengthof230-259,260-289and 138
290-320daysapercentage of50,20,10,respectivelywas takenintoaccount foranalysingthecurveoftest-dayyield. Incompleterecordsoflessthan 80dayswereexcluded.Theremaining3223recordswereputinto 12classes according tolengthoflactation (Table46,selected fraction). Test-dayyield (interpolatedvaluesbetweentwosuccessivetests)and cumulativeyieldwereanalysedaccording toModel9 (see7.2). Thepeakintest-dayyieldwasreachedat30days inallclasses.Incompleterecords,thatendedbetween80and 140days,didnotdiffer inlevelof productionat30daysandalsoat70days (Table 50). For lactationrecords whichwerestoppedafterabout 140days,thetest-dayyieldat30days increased withlengthoflactation (Table50,Figure 7). Incompleterecordsstopped before 200daysdecreasedmorerapidly intest-dayyield thancompleterecords. Thedecrease intest-dayyieldwas largerwhentheincompleterecordshad less days.The slopeofthecurveoflactationofmilkrecords longerthan200days didnotdiffer.Ithasbeenconcluded thatincompleterecordscanbeusedfor estimationofbreedingvalueofsiresbyextrapolatingthemaccordingto methodY l t .
139
Literatuurlijst
Alps,H., G. Averdunk &W.Kling, 1973.Zum Einfluss der Zwischenkalbezeit auf die Zuchtwertschätzung beim Rind. Bayerisches Landwirtschaftliches Jahrbuch 50:643-651. Appleman,R.D., S.D. Musgrave &R.D.Morrison, 1969.Extending incomplete lactationrecords of Holstein cowswith varying levels of production. J. Dairy Sei.52:360-368. Aulerich, C.C. &L.D. McGilliard, 1966.Characteristics of terminal incomplete lactations. (Abstr.). J. Dairy Sei. 49:748. Auran,T., 1973.Studies onmonthly and cumulativemonthly milk yield records. I. The effect of age,month of calving,herd and length of first test period. Acta agr. Scand.23:189-199. Auran,T., 1974.Studies onmonthly and cumulativemonthly milk yield records. II. The effect of calving interval and stage inpregnancy. Acta agr. Scand. 24:339-348. Baptist,R., 1972.Die Hochrechnung von Teillaktationen von Färzen. Diss. Kiel. Berge, S., 1949.Alder og avdrâtt. Norsk Landbruk 15:29-32,48-50. Cannon, C.Y., J.B. Frije Jr.&J.A. Sims, 1942.Predicting 305-day yields from shorttime records.J. Dairy Sei. 25:991-999. Carter,H.W., 1968.Percentage of asire's daughters having asecond, fourth, and sixth lactation. J. Dairy Sei. 51:312-313. Cundiff,L.V., R.L.Willham &C.A. Pratt, 1967.Additive versus multiplicative correction factors forweaningweight inbeef cattle.J. Anim. Sei. 19:983-987. Doeksen,J. &D.C. Heijboer, 1952.Het omrekenen vanmelkvee tot standaardkoeien. Versl. landbouwk. Onderz.58.7. Dommerholt,J., 1972.De produktievererving van stieren. C.M.D. Arnhem - afd. Veeteelt LHWageningen. European Committee onMilk-Butterfat Recording, 1964.Rome,no. 236/64. Fimland,E.A., R. Bar-Anan &W.R. Harvey, 1972. Studies on dairy records from Israeli-Friesian cattle. I. Influence of some environmental effects. Acta agr. Scand.22:34-48.
140
Fritz,G.R., L.D. McGilliard &D.E.Madden, 1960.Environmental influences on regression factors for estimating 305-day production frompart lactations. J. Dairy Sei. 43:1108-1117. Gacula,M.C.,Jr.,S.N. Gaunt &R.A. Damon,Jr., 1968a.Genetic and environmental parameters ofmilk constituents for fivebreeds. I.Effects ofherd,year, season,and age of the cow.J. Dairy Sei.51:428-437. Gacula,M.C.,Jr.,S.N. Gaunt &R.A. Damon,Jr., 1968b.Genetic and environmental parameters ofmilk constituents for fivebreeds. II.Some genetic parameters. J. Dairy Sei.51:438-444. Gavin,W., 1913.Studies inmilk records on theaccuracy of estimating a cow's milking ability byher first lactationyield. J. agr. Sei. 5:377. Gönül,T.,M.P.M. Vos & R.D. Politiek, 1966.Genetical and certain environmental influences on themilk yield and fat percentage of Friesian cows inFriesland. Neth.Milk Dairy J. 20:272-282. Gowen,J.W., 1920.Studies inMilk Secretion.V. On thevariations and correlations ofmilk secretionwith age.Genetics 5:111-188. Gravir,K. & C.G. Hickman, 1966.Importance of lactationnumber,age and season of calving fordairy cattlebreed improvement (Based on Canadianrecord of performance). CanadaDepartment of Agriculture,Publication No.1239. Gravir,K. &C.G. Hickman, 1967.Control of seasonal effect in the regressionof first lactationyield onage ofdairy cattle.Acta agr.Scand. 17:174-184. Harvey,W.R., 1956.Extension of incomplete records toa 10-monthbasis. Unpublished mimeograph. Harvey,W.R., 1959.Problems toconsider indetermining appropriate extension factors for incomplete records.Unpublished mimeograph. Harvey,W.R., 1960.Least-squares analysis ofdatawith unequal subclass numbers.U.S.D.A., ARS 20-8,157pp. Heidhues,T.,L.D. VanVleck &C R . Henderson, 1961.Actual and expected accuracy of sire proofs under theNew York system of samplingbulls. Z.Tierz. Ziichtbiol.75:323-330. Henderson,C.R., 1949.Estimation of changes inherd environment. J. Dairy Sei., 32:706 (Abstr.). Henderson,C.R., 1958.Estimation of environmental trends and biases resulting from errors inage factors and repeatability. J. Dairy Sei.41:747 (Abstr.). Henderson,C.R.,0.Kempthorne,S.R. Searle &C M . von Krosigk, 1959. The estimation of environmental and genetic trends fromrecords subject to culling. Biometrics 15:192-218.
141
Hickman, C G . &C R . Henderson, 1955.Components of the relationship between level of production and rate ofmaturity indairy cattle.J. Dairy Sei. 38:883-890. Hickman,C G . , 1957.Production studies on experimental farm dairyherds. I.Age correction of 180-daymilk yield. Can.J. Animal Sei. 37:123-129. Hickman,C G . , 1962.Effects of level of herd environment. I. Relationship betweenyield and age.J. Dairy Sei.45:861-864. Hickman,C G . &K. Gravir, 1968.Yield adjustment for differences inageat calving.Acta agr. Scand. 18:199-206. Hickman,C G . , A.J. Lee & S.B. Sien, 1971.Influence ofbody size during lactation on level ofmilk production. Can.J. Anim. Sei. 51:317-325. Hickman,C G . , 1973.Herd-level methods for age adjustment ofmilkyields. J. Dairy Sei.56:947-951. Hilbrands,W.J., 1961.Debeoordeling van deproduktievererving van stieren aandehand van lopendevaarzenlijsten. Scriptie afdeling Veeteelt. Landbouwhogeschool Wageningen. Hövels,J.H., 1973.De invloed vanbedrijfsniveau op de standaardkoefactoren. Scriptie afdeling Veeteelt. Landbouwhogeschool Wageningen. Jaarverslag K.I., 1971.Centrale Cie.K.I.;Utrecht. Janmaat, C.J., 1973.Twee en eenhalf jaar ervaring met de standaardkoe. Bedrijfsontwikkeling 4,449-451. Johansson, I.&A.Hansson, 1940.Causes of variation inmilk and butterfat yield of dairy cows. Kungl. Lantbr. akad. Tidskr. 79 (65):1-127. Johansson, I., 1961.Genetic aspects of dairy cattle breeding. University of Illinois press.Urbana. Kendrick,J.F., 1953.Standardizing Dairy-Herd-ImprovementAssociation records inproving sires.U.S.Dep.Agr.,Agr.Res.Serv.,BDI-INF. 162. Keown,J.F. &L.D. VanVleck, 1973.Extending lactation records in progress to 305-day equivalent. J. Dairy Sei. 56:1070-1079. Lamb,R.C. &L.D.McGilliard, 1960.Variables affecting ratio factors for estimating 305-day production frompart lactations.J. Dairy Sei.43:519-528. Lamb,R . C &L.D.McGilliard, 1967a.Ratio factors to estimate 305-day production from lactation records inprogress.J. Dairy Sei. 50:1101-1108. Lamb,R.C. &L.D. McGilliard, 1967b.Usefulness of part records to estimate thebreeding value of dairy cattle.J. Dairy Sei.50:1458-1467. Lampo,Ph.,A.Willems &F. Vanschoubroek, 1966.Effect of pregnancy and milk recording district onmilk yield and milk composition in thecow. Neth.Milk Dairy J. 20:256-271.
142
Lee,A.J. &C G . Hickman, 1970.Effectiveness of anageherd-level adjustment procedure formilk and fatyield.J. Dairy Sei.53:913-922. Lush,J.L. &R.R. Shrode, 1950.Changes inmilk productionwith ageand milking frequency.J. Dairy Sei.33:338-357. Madden,D.E.,J.L. Lush &L.D.McGilliard, 1955.Relations between partsof lactations and producing ability of Holsteincows.J. Dairy Sei., 38:1264-1271. Madden,D.E.,L.D.McGilliard &N.P.Ralston, 1959.Relations between test-day milk production of Holstein cows.J. Dairy Sei.42:319-326. Mao, I.L., J.W. Wilton &E.B.Burnside, 1974.Parity inage adjustment for milk and fatyield.J. Dairy Sei.57:100-104. McDaniel,B.T.,R.H.Miller &E.L. Corley, 1967a. Sources ofvariation in ratios of total topartyield. J. Dairy Sei.50:1917-1924. McDaniel,B.T.,R.H.Miller,E.L.Corley &R.D. Plowman, 1967b.DHIA age adjustment factors for standardization toamature basis.Dairy Herd Improvement Letter,ARS-44-188.U.S.Dep.Agr. McDaniel,B.T., 1973.Merits and problems of adjusting toother thanmature age.J. Dairy Sei.56:959-967. Miller,R.H., 1964.Biases in the estimation of the regression ofmilk production onage.J. Dairy Sei.47:855-860. Miller,R.H.,W.R. Harvey,K.A.Tabler,B.T.McDaniel &E.L.Corley, 1966. Maximum likelihood estimates of age effects.J. Dairy Sei.49:65-73. Miller,P.D. &C.R. Henderson, 1968.Seasonal age correction factorsby maximum likelihood. J. Dairy Sei. 51:958 (Abstr.). Miller,R.H.,B.T.McDaniel &R.D.Plowman, 1968a.Effects of errors in the age adjustment of first lactations.J. Dairy Sei.51:378-384. Miller,R.H.,B.T.McDaniel &R.D.Plowman, 1968b.Comparison of threemethods of sire evaluation.J. Dairy Sei.51:782-791. Miller,R.H. &N.W. Hooven,Jr., 1969.Factors affecting whole-andpartlactationmilk yield and fatpercentage inaherd of Holsteincattle. J. Dairy Sei.52:1588-1600. Miller,P.D., W.E.Lenz &C.R. Henderson, 1970a.Joint influence of month and ageof calving onmilk yield of Holstein cows in the Northeastern United States.J. Dairy Sei.53:351-357. Miller,R.H.,B.T.McDaniel &F.N. Dickinson, 1970b.Regression of mature equivalent production onage at calving.J. Dairy Sei. 53:453-459.
143
Miller, R.H.,N.W. Hooven,Jr.,J.W. Smith,W.R. Harvey &M.E. Creegan, 1972a. Modified regression for estimating total lactation from part-lactation yields. J. Dairy Sei. 55:208-213. Miller,R.H.,R.E.Pearson,M.H.Fohrman &M.E.Creegan, 1972b.Methods of projecting complete lactation production from part-lactation yield. J. Dairy Sei. 55:1602-1606. Miller,P.D., 1973.A recent study of age adjustment. J. Dairy Sei.56:952-958. Pearson,R.E.&A.E.Freeman, 1971.Standardization of part and completemilk andmilk fat production records.J. Dairy Sei.55:581-588. Pirchner,F., 1960.Anteilvon Erbgut und Umwelt an Betriebsunterschieden in Milchleistung. Z.Tierz.Züchtbiol.74:168-180. Pirchner,F., 1970.Eignung verschiedener Vergleichsdurchschnitte zur Nachkommenprüfung beimRind. Z. Tierz.Züchtbiol.87:20-41. Powell,R.L.,P.W. Spike & C E . Meadows, 1973.Characteristics of first lactations.J. Dairy Sei. 56:812-816. Rausch,W.H.,E.W. Brum &H.L. Barr, 1968.Relationships between predicted differences and percentage of incomplete records for artificial insemination sires.J. Dairy Sei. 51:976 (Abstr.). Reece,R.P., 1958.Mammary gland development and function.The endocrinology of reproduction (J.T.Velardo,ed.)pp.213-240.Oxford University Press, Inc.NewYork. Rittler,A.,H.Moser,D. Fewson &F. Werkmeister, 1967.Milchleistungsprüfungen beimRind als Grundlage für die Zuchtwertschätzung. I.Ausschaltung vonUmwelteinflüssenmit Hilfe der "Betriebzahl"und des Erstkalbealters.Z. Tierz.Züchtbiol.84:161-178. R«Snningen,K. &T.Gjedrem, 1966.Effect of age and season ofkidding on milk yields ingoat.Meld. Norges Landbruksh^gskole, 44.No.29. Sanders,H.G., 1927.Thevariations inmilk yields caused by season of theyear, service, age,and dry period, and their elimination. Part I. Season of the year. J. Agr. Sei. 17:339-359. Sanders,H.G., 1928a.Thevariations inmilk yields caused by season of the year, service,age,and dry period, and their elimination. Part III.Age. J. Agr. Sei.18:46-67. Sanders,H.G., 1928b.Thevariations inmilk yields caused by season of the year, service,age,and dry period,and their elimination. Part IV. Dry period, and standardization of yields.J. Agr. Sei. 18:209-251. Sargent,F.D., K.R.Butcher &J.E. Legates, 1967.Environmental influences on milk constituents.J. Dairy Sei. 50:177-184.
144
Schaeffer,L.R. &C R . Henderson, 1972.Effects ofdays dry and days openon Holsteinmilk production.J. Dairy Sei.55:107-112. Scheer,P.L., 1965.Onvolledigemelklijsten enhunbetekenis voor de fokwaardebeoordeling van stieren.DeKeurstamboeker 13:567-568. Schlote,W., 1972.DieAufrechnung und Verwendung unvollständiger Färsenkaitationen fürdie Zuchtwertschätzung von Bullen.Z.Tierr. Züchtbiol.89:265-279. Searle, S.R. &C R . Henderson, 1959.Establishing age-correction factors related to the level ofherd production.J. Dairy Sei.42:824-835. Searle, S.R. &C.R. Henderson, 1960.Judging the effectivenessof age-correction factors.J. Dairy Sei.43:966-974. Searle, S.R., 1962.Age andherd effects inNew Zealand dairy cowrecords. J. Dairy Sei.45:82-85. Searle, S.R., 1971.LinearModels.JohnWiley & Sons,Inc.,NewYork,532pp. Sikkes, S.J., 1975.Eenonderzoek naar de invloed van de tussenkalftijd op de melkproduktie per lactatie. Scriptie afdeling Veeteelt. Landbouwhogeschool Wageningen. Smith,J.W. &J.E.Legates, 1962.Relation of days open and days dry to lactationmilk and fatyields.J. Dairy Sei. 45:1192-1198. Snedecor,G.W. &W.G.Cochran, 1967.Statistical methods.The Iowa State University Press,Ames, Iowa,U.S.A., 593pp. Spike,P.W. &A.E.Freeman, 1967.Environmental influences onmonthly variation inmilk constituents.J. Dairy Sei.50:1897-1904. Stichting CentraleMelkcontrole Dienst, 1973.Jaarverslag 1973. 'Veeteelthuis',Arnhem. Sybrandy, S.R., 1965.Melkindexenvan stieren enaantallen afgebrokenmelklijsten vanhundochters.DeKeurstamboeker 13:449. Sybrandy,S.R., 1970a.Deberekeningvande standaardkoe inhetkadervan de melkproduktiecontrole. Bedrijfsontwikkeling 1 (editieVeehouderij):37-41. Sybrandy, S.R., 1970b.Deproduktie-vererving van stieren. Bedrijfsontwikkeling1 (editieVeehouderij):43-47. Syrstad,0., 1960.Avkomsgransking av okser.Eidraftingavnoen methodiske sprfrsmal. (Summary inEnglish).Meld.Norges Landbruksh^gskole39:1-35. Syrstad,0., 1964.Studies ondairy herd records.I.Evaluation of incomplete records.Acta agr.Scand. 14:129-149. Syrstad,0., 1965.Studies ondairy herd records.II.Effect of age and season of calving.Acta agr. Scand. 15:31-64. VanVleck,L.D. &C.R. Henderson, 1961a.Estimates of genetic parameters of some functions of part lactationmilk records.J. Dairy Sei.44:1073-1084.
145
VanVleck,L.D. &C.R. Henderson, 1961b.Regression factors for extending part lactationmilk records.J. Dairy Sei.44:1085-1092. VanVleck,L.D. &C.R. Henderson, 1961c.Ratio factors for adjusting monthly test-day data for age and season of calving and ratio factors for extending part lactation records.J. Dairy Sei. 44:1093-1102. VanVleck,L.D. &C.R. Henderson, 1961d.Regression factors forpredicting a succeeding complete lactationmilk record frompart lactation records. J. Dairy Sei. 44:1322-1327. VanVleck,L.D. &C.R. Henderson, 1961e. Extending part lactationmilk records by regression ignoring herd effects.J. Dairy Sei. 44:1519-1528. VanVleck,L.D.,L.H. Wadell &C.R. Henderson, 1961.Components of variance associated withmilk and fat records of artificially served Holstein daughters. J. Anim. Sei. 20:812-816. VanVleck,L.D., 1962.Effect of incomplete records on sire evaluation. J. Dairy Sei. 45:1511-1515. VanVleck,L.D., 1963.Regression of records onherd mateaverages. J. Dairy Sei.46:846-849. Wilton,J.W., E.B. Burnside &J.C. Rennie, 1967.The effects of days dry and days open on themilk and butterfat production of Holstein-Friesian cattle. Can. J. An. Sei.47:85-90. Wismans,W.M.G., 1973.De rangordebepaling van stieren op grond van nakomelingenonderzoek. Scriptie afdeling Veeteelt.Landbouwhogeschool Wageningen. Witt,M.,D. Flock &U.E.Pfleiderer, 1969.Untersuchungen über den Verlauf vonLaktationskurven auf der Grundlage täglicher Milch-und Fettkontrollen. I. Systematische Einflüsse.Z. Tierz. Züchtbiol.86:1-29. Wood,P.D.P., 1968.Factors affecting persistency of lactation incattle. Nature (Lond.)218:894. Wood,P.D.P., 1969.Factors affecting the shape of the lactation curve incattle. Anim.Prod. 11:307-316. Wood,P.D.P., 1970.The relationship between themonth of calving and milk production.Anim. Prod. 12:253-259. Wood,P.D.P., 1972.A note on seasonal fluctations inmilk production. Anim. Prod. 15:89-92. Wunder,W.W. &L.D.McGilliard, 1967.Seasons of calving and their interactions with age for lactational milk yield. J. Dairy Sei.50:986-987. 0degard,A.K., 1965.A study of some factors affecting reproductive efficiency inNorwegian red cattle.Acta agr. Scand. 15:204-212.
146
Bijlage 1.Gemiddeldedagproduktie naar leeftijdsklasseenseizoen (materiaal A ) . Leeftijdsklasse
Seizoensklasse
1
1 2 3 4 5
2
n
Lactatiedag 30
70
110
150
190
230
270
6 52 88 206 74
14,65 16,12 16,94 16,82 16,67
13,68 15,21 16,53 16,17 15,39
12,90 14,44 15,34 14,15 13,50
13,65 13,87 14,07 12,61 11,34
12,87 12,98 12,47 10,90 9,44
12,10 11,41 10,86 8,93 8,75
10,62 9,42 8,67 7,37 7,80
1 2 3 4 5
24 21 57 184 208
16,61 17,38 17,22 17,57 17,06
14,55 15,94 16,56 16,89 15,51
12,03 14,97 15,47 14,51 13,37
11,97 14,66 14,03 12,93 11,41
11,28 14,02 12,58 11,23 •9,73
10,67 12,13 10,92 8,97 8,94
10,74 11,30 9,88 8,17 8,54
3
1 2 3 4 5
34 53 57 62 24
15,93 18,64 19,82 21,18 19,21
14,50 17,37 18,59 19,99 17,16
13,39 16,15 17,15 16,92 14,61
12,31 15,24 16,05 14,83 12,33
12,14 14,59 13,89 12,32 10,70
12,05 12,40 11,74 9,43 10,27
11,01 10,56 8,64 7,22 8,85
4
1 2 3 4 5
50 22 58 253 214
21,02 21,00 22,39 22,36 22,49
17,82 19,33 20,43 20,77 19,37
14,69 17,06 18,58 17,78 16,60
13,67 15,55 16,55 15,78 13,65
13,05 14,52 14,24 13,09 11,42
12,12 12,62 12,00 10,07 10,08
10,85 9,82 8,76 7,72 8,74
5
1 2 3 4 5
19 33 • 55 71 18
22,54 22,73 23,44 23,68 23,04
19,47 20,62 21,42 22,36 20,23
17,58 18,60 19,66 18,75 17,09
15,76 16,98 17,66 16,25 13,66
14,95 15,77 15,19 13,92 11,77
13,96 13,64 12,42 10,04 10,86
11,61 11,11 9,21 7,47 9,47
6
1 2 3 4 5
43 43 83 260 196
24,22 24,95 25,07 25,36 25,16
20,08 22,50 23,42 23,72 22,01
16,81 20,40 21,10 20,24 18,98
15,68 18,81 18,52 17,83 15,82
14,87 17,60 16,34 14,84 12,97
14,15 15,10 13,34 11,30 11,14
12,19 12,16 9,68 8,53 9,28
7
1 2 3 4 5
67 63 166 437 311
24,98 25,60 26,54 26,47 26,36
21,83 22,81 24,97 25,05 23,44
18,51 20,52 22,36 21,17 20,29
16,89 18,76 20,40 18,67 16,56
15,27 17,66 17,55 15,71 13,83
13,78 15,40 14,52 12,00 11,71
11,71 11,93 10,50 8,67 9,58
8
1 2 3 4 5
27 19 57 145 140
25,04 25,74 26,99 27,06 27,23
21,51 23,91 25,51 26,03 24,49
17,62 20,92 23,33 22,07 21,17
16,59 19,29 20,71 19,59 17,50
15,36 18,22 18,32 16,46 14,21
14,28 14,72 15,35 12,23 12,24
12,33 11,49 10,70 8,75 9,89
Age j class 1.Zie 2.Zie
Season V cl ass tabel 3/see Table3 tabel 4/see Table4
Appendix1.Average
testday
Testday
yield forclassesbyageandseason(MaterialA ) .
147
Bijlage 2.Verhouding tussen 300-dagen- endeellijstprodukties naar leeftijdsklasse en seizoen (materiaalA ) . Leeftijdsklasse
Seizoensklasse2
Deell ijstlengte
(dagen)
40
70
120
60
200
240
1
1 2 3 4 5
6,61 6,33 6,07 5,63 5,39
3,39 3,17 3,03 2,81 2,75
2,32 2,16 2,06 1,94 1,92
,75 ,66 ,59 ,53 ,53
1,41 1,36 1,32 1,29 1,30
1 1 1 1 1
,20 ,17 ,15 ,14
2
1 2 3 4 5
5,68 6,19 6,00 5,54 5,31
2,96 3,15 3,00 2,76 2,73
2,12 2,17 2,05 1,92 1,92
,67 ,67 ,59 ,52 ,53
1,39 1,36 1,32 1,28 1,31
1 1 1 1 1
,20 ,18 ,15 ,13
3
1 2 3 4 5
6,17 6,04 5,73 5,21 5,24
3,18 3,09 2,91 2,62 2,71
2,20 2,12 2,01 1,84 1,92
,72 ,64 ,55 ,46 ,54
1,42 1,35 1,30 1,24 1,31
1 1 1 1 1
,21 ,16 ,14
1 2 3 4 5
5,27 5,61 5,40 5,19 4,90
2,79 2,88 2,78 2,63 2,58
2,01 2,01 1,93 1,85 1,83
,16 ,58 ,51 ,46 ,48
1,35 1,31 1,28 1,24 1,27
1 1 1 1 1
,17 ,15 ,13
1 2 3 4 5
5,54 5,67 5,45 5,11 5,00
2,91 2,91 2,80 2,58 2,60
2,05 2,02 1,94 1,82 1,84
,61 ,59 ,52 ,45 ,49
1,35 1,32 1,28 1,23 1,28
1 1 1 1 1
,17 ,15 ,13
1 2 3 4 5
5,17 5,65 5,49 5,17 4,93
2,77 2,91 2,78 2,62 2,57
2,00 2,03 1,93 1,84 1,82
,60 ,59 ,52 ,46 ,47
1,35 1,32 1,27 1,24 1,26
1 1 1 1 1
,17 ,15 ,12
1 2 3 4 5
5,27 5,60 5,57 5,20 4,98
2,76 2,88 2,81 2,62 2,58
1,97 2,02 1,95 1,84 1,82
,56 ,58 ,52 ,46 ,46
1,32 1,32 1,28 1,24 1,26
1 1 1 1 1
,16
1 2 3 4 5
5,30 5,68 5,61 5,27 5,03
2,77 2,87 2,84 2,64 2,59
2,00 2,01 1,95 1,84 1,82
,59 ,57 ,53 ,46 ,46
1,34 1,31 1,28 1,23 1,26
1 1 1 1 1
,17
Age j class
Season class
Part lactation length (de lys)
1. Zie tabel 2. Zie tabel
3/see Table 4/see Table
3 4
4
5
6
7
8
,15
,15
,11
,15
,11
,14
,11
,14
,11
,13 ,15
,13 ,11
,13 ,14 ,12
,10 ,13
Appendix 2.Ratio between 300-day yield and part lactation yields for classes by age and season (MaterialA ) .
148
280 1,06 1,04 1,04 1,04 1,04 1,06 1,05 1,04 1,04 1,04 1,06 1,04 1,04 1,03 1,04 1,05 1,04 1,03 1,03 1,04 1,05 1,04 1,03 1,03 1,04 1,05 1,04 1,03 1,03 1,04 1,04 1,04 1,03 1,03 1,03 1,05 1,04 1,03 1,03 1,03
Bijlage3.Verhoudingentussen300-dagen-endeellijstproduktieperleeftijdsklassebinnenbedrijfsniveau(materiaalA ) . Deellijst- Leeftijdsklasse lengte (dagen) 1 2
Bedrijsniveau 40 80 120 160 200 240 280 Bedrijfsniveau 40 80 120 160 200 240 280 Bedrijfsniveau 40 80 120 160 200 240 280
2 I /Herd level 5,752 2,942 2,042 1,598 1,335 1,161 1,044
2 I
5,581 2,874 2,020 1,592 1,331 1,161 1,045
2 II /Herd level 5,954 3,007 2,073 1,614 1,345 1,168 1,047
5,825 2,956 2,058 1,608 1,340 1,165 1,046
III /Herd level 5,866 2,969 2,055 1,610 1,345 1,167 1,047
5,952 2,994 2,070 1,614 1,342 1,167 1,047
5,495 2,820 1,964 1,549 1,303 1,145 1,040
5,134 2,686 1,909 1,517 1,286 1,137 1,038
5,190 2,685 1,892 1,509 1,278 1,130 1,037
5,124 2,673 1,894 1,503 1,273 1,128 1,035
5,117 2,658 1,881 1,496 1,269 1,125 1,033
5,284 2,700 1,901 1,505 1,272 1,127 1,034
5,324 2,755 1,939 1,536 1,295 1,141 1,039
5,277 2,731 1,918 1,517 1,284 1,134 1,036
5,351 2,751 1,932 1,527 1,289 1,138 1,038
5,407 2,762 1,932 1,527 1,288 1,135 1,037
5,406 2,754 1,932 1,519 1,283 1,132 1,035
5,487 2,819 1,965 1,549 1,304 1,145 1,040
5,720 2,889 2,005 1,574 1,318 1,151 1,042
5,408 2,769 1,939 1,535 1,295 1,141 1,039
5,431 2,758 1,926 1,520 1,283 1,133 1,036
5,433 2,763 1,924 1,519 1,279 1,130 1,035
2 II 5,615 2,873 2,004 1,571 1,317 1,153 1,043
III 5,748 2,917 2,025 1,585 1,325 1,157 1,043
Part lactation length (days) Ageclass 1.Zietabel3/seeTable3 2.Zietabel5/seeTable5 Appendix3.Ratiobetween300-dayyieldandpartlactationyieldforageclasses withinherdlevel(Material A).
149
Bijlage 4.Lineaire regressiecoëfficiëntenvan 300-dagenproduktie opdeellijstproduktie naar leeftijdsklasse en seizoen (materiaalA ) . Leeftijdsklasse
Age 1 class'
Seizoensklasse
Deellijstlengte (dagen) 40
120
80
160
200
240
1 2 3 4 5
6 52 88 206 74
7 4 3 3 4
188 454 586 764 392
3 2 2 2 2
481 831 080 334 559
,440 ,021 ,577 ,824 ,904
1,848 1,566 1,371 1,510 1,523
,500 ,306 ,221 ,319 ,283
1, 1, 1, 1, 1,
272 306 115 167 150
1,099 1,148 1,033 1,059 1,054
1 2 3 4 5
24 21 57 184 208
2 5 4 4 4
929 285 503 597 250
2 2 2 2 2
210 918 574 636 520
,713 ,135 ,839 ,974 ,864
1,584 1,686 1,512 1,577 1,507
,423 ,450 ,280 ,340 ,314
1, 1, 1, 1, 1,
251 259 129 175 174
1,102 1,128 1,042 1,063 1,064
1 2 3 4 5
34 53 57 62 24
3 4 4 4 3
950 102 293 023 310
2 2 2 2 2
586 510 281 467 066
,009 ,917 ,610 ,885 ,562
1,597 1,549 1,319 1,537 1,272
,328 ,322 ,167 ,323 ,191
1, 1, 1, 1, 1,
148 172 077 165 134
1,033 1,065 1,007 1,055 1,054
1 2 3 4 5
50 22 58 253 214
5 3 5 3 3
007 769 454 168 979
2 2 2 2 2
733 258 783 173 459
,001 ,653 ,907 ,727 ,826
1,608 1,449 1,544 1,452 1,492
,338 ,309 ,286 ,276 ,307
1, 1, 1, 1, 1,
152 193 129 146 173
1,044 1,075 1,030 1,054 1,069
1 2 3 4 5
19 33 55 71 18
3 4 4 4 4
657 487 260 402 021
2 2 2 2 2
657 272 436 643 462
,000 ,599 ,758 ,960 ,943
1,579 1,299 1,492 1,549 1,605
,291 ,138 ,320 ,319 ,425
1, 1, 1, 1, 1,
146 052 178 156 253
1,074 1,003 1,069 1,047 1,096
1 2 3 4 5
43 43 83 260 196
4 4 4 4 4
805 702 125 019 010
2 2 2 2 2
966 724 184 436 436
,185 ,977 ,643 ,879 ,773
1,750 1,580 1,412 1,550 1,452
,434 ,356 ,250 ,326 ,276
1, 1, 1, 1, 1,
204 213 126 166 156
1,075 1,089 1,031 1,057 1,059
1 2 3 4 5
67 63 166 437 311
4 5 4 3 4
449 275 397 873 097
2 2 2 2 2
648 835 424 343 480
,938 ,977 ,741 ,830 ,806
1,598 1,578 1,447 1,501 1,467
,345 ,310 ,266 ,286 ,276
1, 1, 1, 1, 1,
190 165 134 137 149
1,070 1,068 1,040 1,042 1,051
1 2 3 4 5
27 19 57 145 140
3 5 4 3 3
256 875 141 925 925
3 3 2 2 2
256 057 267 343 363
,334 ,020 ,685 ,780 ,761
1,763 1,564 1,463 1,473 1,452
,385 ,327 ,279 ,277 ,288
1, 1, 1, 1, 1,
170 167 145 128 173
1,041 1,049 1,040 1,041 1,073
Season class^
Part lactation length (days)
1.Zie tabel 3/seeTable3 2. Zie tabel 5/seeTable4 Appendix 4.Linear coefficient of regression of 300-day yield onpart lactation yield for classes by age and by season (MaterialA ) .
150
280
Bijlage5.Correlatiecoëfficiënt tussendeellijst-en300-dagenproduktienaar leeftijdsklasseenseizoen (materiaalA ) .
D e e l l i . s t l e n g t e (dagen)
Leeftijdsklasse'
Seizoensklasse2
40
80
120
160
200
240
280
1
1 2 3 4 5
0,924 0,739 0,749 0,734 0,754
0,932 0,864 0,826 0,829 0,847
0,961 0,916 0,866 0,895 0,899
0,979 0,953 0,910 0,934 0,936
0,988 0,972 0,942 0,962 0,956
0,990 0,985 0,971 0,981 0,977
0,992 0,993 0,989 0,992 0,992
2
1 2 3 4 5
0,435 0,836 0,789 0,818 0,731
0,610 0,894 0,885 0,884 0,824
0,736 0,933 0,915 0,9270,876
0,841 0,951 0,945 0,952 0,909
0,909 0,9.69 0,969 0,968 0,947
0,954 0,983 0,983 0,983 0,974
0,983 0,994 0,994 0,993 0,990
3
1 2 3 4 5
0,743 0,696 0,915 0,783 0,736
0,848 0,793 0,926 0,877 0,776
0,926 0,868 0,933 0,922 0,801
0,956 0,910 0,946 0,946 0,838
0,972 0,945 0,962 0,969 0,900
0,983 0,973 0,980 0,985 0,957
0,991 0,988 0,993 0,995 0,987
4
1 2 3 4 5
0,758 0,608 0,848 0,699 0,744
0,840 0,743 0,884 0,791 0,845
0,904 0,803 0,912 0,870 0,887
0,944 0,885 0,946 0,915 0,915
0,965 0,928 0,969 0,951 0,945
0,979 0,962 0,985 0,977 0,972
0,992 0,988 0,995 0,992 0,991
5
1 2 3 4 5
0,653 0,862 0,772 0,775 0,821
0,839 0,891 0,812 0,878 0,873
0,903 0,912 0,848 0,926 0,920
0,944 0,929 0,901 0,947 0,945
0,964 0,951 0,940 0,968 0,971
0,979 0,968 0,972 0,984 0,991
0,989 0,986 0,993 0,996 0,997
6
1 2 3 4 5
0,767 0,857 0,803 0,759 0,769
0,843 0,900 0,847 0,844 0,869
0,908 0,928 0,884 0,905 0,903
0,938 0,955 0,928 0,942 0,925
0,958 0,968 0,957 0,967 0,953
0,973 0,981 0,978 0,984 0,979
0,989 0,991 0,992 0,994 0,992
7
1 2 3 4 5
0,736 0,789 0,837 0,719 0,751
0,818 0,878 0,892 0,825 0,858
0,878 0,917 0,924 0,898 0,901
0,927 0,941 0,951 0,936 0,930
0,952 0,962 0,971 0,963 0,957
0,977 0,980 0,985 0,982 0,979
0,990 0,993 0,995 0,994 0,993
8
1 2 3 4 5
0,749 0,886 0,795 0,740 0,744
0,860 0,923 0,852 0,830 0,819
0,925 0,926 0,886 0,895 0,863
0,957 0,932 0,929 0,930 0,902
0,974 0,957 0,958 0,958 0,939
0,984 0,971 0,980 0,979 0,971
0,994 0,983 0,994 0,993 0,991
Age j Season class class^ 1. Zie t a b e l 3 / s e e Table 2. Zie tab« »1 4 / s e e Table
P a r t l a c t a t i o n length (days)
3 4 Appendix5.Coefficientof correlationbetween300-daysyield andpartlactation yield forclassesby ageandby season (MaterialA ) .
151
îijlage 6.Lineaire regressiecoëfficiëntenvan resterend deel van de Lactatie op laatste proefmelking naar leeftijdsklasse en seizoen (materiaalA ) . Leeftijdsklasse
Seizoensklasse
Deellijstlengte (dagen) 40
80
120
160
200
240
280
1 2 3 4 5
208 148 113 117 140
187 135 90 117 124
167 122 86 116 119
122 77 87 90 78
81 58 67 72 67
5 4 9 5 2
57,1 40,8 44,0 40,7 50,3
17,0 15,8 15,8 17,4 19,6
1 2 3 4 5
96 158 144 143 137
101 119 129 130 118
99 122 103 125 108 ,9
113 99 94 100 85
01 87 65 74 75
5 0 1 0 9
59,7 44,0 47,2 41,4 51,5
18,4 19,7 16,1 18,1 19,2
1 2 3 4 5
132 130 137 121 113
140 142 108 131 94
137 123 77 118 97
100 80 104 71
74 74 69 77 89
1 6 2 8 8
40,7 46,8 51,3 46,0 54,9
17,9 20,1 15,9 20,1 20,0
1 2 3 4 5
164 117 173 99 120
131 100 143 101 122
114 98 112 111 98
98 101 107 91 79
76 90 70 64 73
4 0 6 8 2
43,1 52,2 46,0 39,4 51,4
18,6 17,0 16,0 17,1 19,0
1 2 3 4 5
129 131 131 145 116
127 109 101 136 128
122 89 87 123 133
78 67 97
57 59 78 71 94
1 5 6 6 5
41,0 44,9 47,1 45,5 53,1
23,2 17,0 17,8 18,7 18,1
1 2 3 4 5
141 149 177 111 126
136 139 102 126 116
133 115 100 121 90
I11 91 96 99 79
75 81 74 68 74
6 2 8 2 0
42,4 49,3 50,3 43,7 49,1
17,7 17,7 18,2 16,4 17,6
1 2 3 4 5
138 156 139 112 128
120 132 116 114 123
114 111 100 114 104
105 100 97 91 83
76 64 71 65 73
1 0 1 3 2
47,2 48,2 48,2 40,4 50,3
18,6 17,3 18,3 16,9 18,0
1 2 3 4 5
204 172 125 110 113
159 150 104 113 100
I15 II1 94 90 91
111 87 105 91 77
68 76 73 60 75
3 9 0 6 3
47,8 44,9 51,9 38,2 51,6
19,0 17,5 17,0 17,5 18,7
1 0 2 8 3
Season Age class^ Part lactation length (days) class 1. Zietabel 3/see Table 3 2. Zie tabel 4/seeTable4 Appendix 6. Linear coefficient of regression of remainder of lactation on last test-day yield by classes ofageand season (MaterialA ) .
152