Convenant
Alcohol&Jongeren Provincie Groningen
2012-2016 Gemeenten Openbaar Ministerie Regiopolitie Groningen GGD Groningen 1
Convenant ‘Alcohol en Jongeren’ provincie Groningen Inleiding Dat de combinatie alcohol en jongeren voor problemen zorgt is bekend. Vaak worden deze problemen vooral geassocieerd met overlast en veiligheid, minder vaak met gezondheid – terwijl juist, zeker op de langere termijn, dáár de grootste persoonlijke en maatschappelijke risico’s liggen en winst is te behalen. Uit de Jeugdgezondheidsenquête 2008/2009 van de GGD Groningen blijkt dat jongeren op 12/13-jarige leeftijd soms al stevig drinken; 14% van hen zegt in de afgelopen 4 weken per keer minstens 5 glazen alcohol te hebben gedronken. Voor de 14/15jarigen is dat percentage al opgelopen tot 39%, bij de 16/17-jarigen ligt het rond de 60%. Er is een sterke correlatie met hun Sociaal Economische Status; zo liggen de percentages in ‘rijkere’ regio’s aanzienlijk lager dan in minder welvarende delen van de provincie. De cijfers geven een verontrustend beeld, maar lijken niet langer te stijgen. Opvallend is dat – mogelijk onder invloed van de uitgebreide media-aandacht – ouders kritischer lijken te zijn geworden op het alcoholgebruik van hun kind. De maatschappelijke en economische consequenties van overmatig alcoholgebruik manifesteren zich voor een deel zichtbaar (bijvoorbeeld in de vorm van vernielingen en geweldssituaties), voor een deel ook minder zichtbaar (bijvoorbeeld door schooluitval en arbeidsverzuim). Over de gevolgen van overmatig alcoholgebruik voor de jongeren zelf wordt steeds meer bekend. Naast lichamelijke schade is het vooral de stagnerende ontwikkeling van de hersenen en concentratieproblemen die zorgen baren. De genoemde cijfers zijn niet uitputtend maar wel indicatief: er is sprake van een omvangrijk fenomeen – alcohol is onlosmakelijk verbonden aan de jongeren(uitgaans)cultuur. Die speelt zich voor een belangrijk deel buiten de reguliere horeca af, bijvoorbeeld thuis (‘indrinken’), in hokken en keten, en in sportkantines. Hier ontbreekt doorgaans gerichte controle op het drankgebruik. Beleid Veruit de meeste gemeenten in de provincie Groningen rekenen het overmatig gebruik van alcohol door jongeren tot de prioriteiten van het lokale gezondheidsbeleid. Ook speelt deze problematiek een bealngrijke rol op andere beleidsterreinen zoals onderwijs- en jeugdbeleid. Veel gemeenten zijn op één of andere wijze bezig om hier interventies voor te plannen, of voeren deze al uit. De GGD Groningen ondersteunt de gemeenten hierbij. Voor Justitie en Politie betekent overmatig alcoholgebruik door jongeren een fors beslag op de beschikbare capaciteit. Genoemde organisaties werken samen met een aantal veldorganisaties waaronder Koninklijke Horeca Nederland, Verslavingszorg noor Nederland, Bureau HALT en enkele aanbieders van preventie en voorlichting. Deze zijn wél betrokken bij de beleidsvoorbereiding en -uitvoering, maar dragen geen directe beleidsverantwoordelijkheid en zijn derhalve geen convenantpartner. De gezamenlijke gemeenten in de provincie Groningen, het Openbaar Ministerie, de Regiopolitie Groningen en de GGD Groningen hebben, gezien het gezamenlijke belang, gekozen voor een eenduidige beleidsmatige benadering. Daarvoor zijn een aantal argumenten te formuleren: -
de problematiek is in alle gemeenten voelbaar, in mindere of meerdere mate, en zorgt behalve voor maatschappelijke, economische en persoonlijke schade ook voor overlast en gevoelens van onveiligheid bij burgers; overmatig alcoholgebruik houdt zich niet aan gemeentegrenzen (denk aan de trek naar de grotere gemeenten na het indrinken in het eigen dorp); afstemming is van belang;
2
-
-
de problematiek legt een onevenredig groot beslag op de handhavingcapaciteit van Politie en Justitie; vrijwel alle gemeenten hebben de aanpak van alcoholproblematiek, doorgaans gekoppeld aan de groep jongeren, tot speerpunt van hun beleid gemaakt; de mogelijkheden voor de betrokken partijen om krachtig beleid te voeren worden ruimer, onder meer door een voorgenomen wijziging van de Drank- en Horecawet waardoor gemeenten ruimere handhavingbevoegdheden krijgen. Een gezamenlijke benadering heeft uit oogpunt van efficiency en effectiviteit de voorkeur; gemeenten, regiopolitie, justitie en GGD werken veelal samen met dezelfde veldorganisaties; samen optrekken maakt sterker, ook als minder populaire maatregelen nodig zijn; samenwerking kan financieel gezien voordeliger zijn, bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop van interventies en materialen, en door het gebruik kunnen maken van elkaars beleidscapaciteit.
Uitgangspunt voor samenwerking is dat reeds lopende activiteiten van de betrokken partijen en hun samenwerkingspartners genomen worden als vertrekpunt, en dat een provinciaal beleidskader dus alleen op overstijgend niveau wordt ingevuld. Ten behoeve van dit beleidskader komen betrokken partijen uitgangspunten, doelgroepen en doelen van het beleid ‘overmatig alcoholgebruik jongeren’ overeen. Ook worden afspraken gemaakt over stroomlijning van beleid en afstemming van de aanpak. Gemeenten, Openbaar Ministerie, Politie en GGD zijn overigens autonoom in de operationalisatie van de afgesproken hoofdlijnen. Betrokken partijen kiezen voor het vastleggen van de uitgangspunten, doelen en thema’s van de samenwerking voor een intentioneel convenant, waarbij ieders autonome verantwoordelijkheid behouden blijft maar de samenwerkingsafspraken wel worden vastgelegd. Convenanttekst De ondertekenaars van dit convenant, in aanmerking nemende • • • • • • • •
Dat uit recent onderzoek blijkt dat in de provincie Groningen jongeren onder de 16 jaar op grote schaal alcohol drinken: te veel, te vaak en te vroeg, soms al op de basisschool; Dat er sprake is van een verontrustend overmatig gebruik van alcohol door jongeren boven de 16 jaar; Dat het regelmatig (overmatig) gebruik van alcohol op jonge leeftijd aanzienlijke risico’s voor de gezondheid oplevert; Dat het tegengaan van (overmatig) alcoholgebruik door jongeren voor betrokken partijen één van de prioriteiten van hun beleid vormt; Dat de verantwoordelijkheid voor het (leren) omgaan met alcohol op de eerste plaats bij de ouders ligt, maar dat zij daarbij ondersteund dienen te worden; Dat een succesvolle aanpak van de problematiek alleen mogelijk is vanuit een effectieve combinatie van maatregelen op het gebied van preventie, regelgeving en handhaving van deze regels, en optimale ondersteunende voorwaarden; Dat de verantwoordelijkheid voor de preventie van overmatig gebruik van alcohol onder jongeren en die voor handhaving van de wettelijke bepalingen is belegd bij de convenantpartijen; Dat deze verantwoordelijkheden alleen effectief en efficiënt kunnen worden ingevuld in goed samenspel tussen alle betrokken partijen,
3
Besluiten tot samenwerking op de hoofdlijnen van beleid teneinde het (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren in de provincie Groningen terug te dringen, en onderschrijven daartoe het volgende: Algemene doelstellingen 1. Jongeren drinken tot hun 16de jaar geen alcohol, en gaan vanaf hun 16de jaar hier verantwoord mee om 2. Ouders van jongeren tot 18 jaar nemen hun verantwoordelijkheid voor het aanleren van verantwoord alcoholgebruik Beleidsdoelen op korte termijn 1. In 2016 is de het percentage basisschoolleerlingen dat in de Jeugdgezondheidsenquête aangeeft de ooit alcohol te hebben gedronken gedaald tot 25% (in 2008 38%) 2. het percentage jongeren van 15 jaar dat in de Jeugdgezondheidsenquête 2016 aangeeft de afgelopen vier weken alcohol te hebben gedronken is gedaald tot 40% (in 2008 60%) 3. Uit de Jeugdgezondheidsenquête 2016 blijkt dat het percentage zelfverklaarde ‘bingedrinkers’ (5 of meer glazen alcohol per keer) onder de 18 jaar is gedaald tot 25% (in 2008 39%) 4. Het aantal ouders dat volgens hun kinderen onder de 16 jaar toestemming geeft voor het alcoholgebruik of hier niets van zegt is volgens de Jeugdpeiling 2016 gedaald tot 15% (in 2008 26%) Deze streefcijfers betreffen provinciale gemiddelden, en niet de gewenste uitkomsten op het niveau van individuele gemeenten. De convenantpartners verklaren zich in te zetten om elk naar eigen vermogen, rekening houdend met relevante verschillen en mogelijkheden, een bijdrage te leveren aan het streven om dit ambitieniveau te realiseren. Samenwerkingsbepalingen 1. Partijen zijn gericht op het delen en uitwisselen van kennis, expertise en ervaring op het gebied van de effectieve aanpak van de problematiek alcohol&jongeren, zowel onderling als met relevante veldpartijen, en werken met deze organisaties goed samen; 2. Partijen nemen de bepalingen in dit convenant tot uitgangspunt bij het formuleren van Lokaal Gezondheidsbeleid, Jeugdbeleid en andere beleidsterreinen (gemeenten) c.q. het Openbare Orde- en Veiligheidsbeleid (gemeenten, Openbaar Ministerie en Politie); dit geldt eveneens voor het opstellen van lokale veiligheidsplannen; 3. Partijen houden als ketenpartners bij de ontwikkeling van beleids- en uitvoeringsplannen rekening met elkaars belangen door elkaar te informeren en op voorhand afstemming te zoeken en dragen zorg voor een sluitende aanpak op regionaal en lokaal niveau; 4. Partijen dragen elk naar beste kunnen en vermogen bij aan de doelen zoals hierboven beschreven: - gemeenten in de vorm van beleidsontwikkeling, planvorming, facilitering en gedeeltelijke uitvoering van plannen en bijdragen in de bekostiging hiervan; - het Openbaar Ministerie in de vorm van het leveren van deskundigheid op het gebied van regelgeving, handhaving en repressie;
4
-
5. 6.
7. 8.
9.
de Regiopolitie Groningen in de vorm van bijdragen aan het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren, onder meer door het alcoholgebruik in de openbare ruimte te registreren; op basis hiervan worden specifieke streefcijfers geformuleerd en nagestreefd en worden lokale netwerken geïnformeerd; - De GGD in de vorm van bijdragen aan de beleidsvorming, de uitvoering en coördinatie van activiteiten in het kader van dit beleid. Partijen rapporteren over de werking van het convenant primair aan de Bestuurscommissie GGD van de H&OG-regeling; secundair aan het Bestuurlijk Platform Jeugd van Provincie en het Regionaal College. Partijen wijzen in goed overleg twee bestuurlijke aanspreekpunten aan met als opdracht externe representatie, het informeren van betrokken partijen, het agenderen en aanjagen van discussie en ontwikkelingen bij collega-bestuurders, het helpen oplossen van knelpunten en het fungeren als klankbord en informant voor de uitvoerders van het convenant. Partijen wijzen de GGD Groningen aan als eindverantwoordelijke organisatie voor de uitvoering van het convenant. Partijen nemen deel in de werkgroep Alcohol&Jongeren 1 voor initiëring, ontwikkeling en afstemming van activiteiten welke worden aangemerkt voor stroomlijning en/of gemeenschappelijke uitvoering, alsmede voor het informeren en betrekken van belanghebbende organisaties. Partijen kunnen en beroep doen op de Vereniging Groninger Gemeenten voor inhoudelijke en secretariële ondersteuning bij de uitvoering van het convenant.
Speerpunten voor uitvoering 1. De werkgroep Alcohol & Jongeren wijst jaarlijks een prioritair thema (speerpunt van beleid) aan en draagt zorg voor de uitwerking en implementatie hiervan. 2. Omdat voor een succesvolle preventie van overmatig alcoholgebruik onder jongeren gelijktijdige inzet op alle fronten geboden is wordt bij de vertaling van beleid naar uitvoering gebruik gemaakt van het zg. ‘matrixmodel’. In dit model worden interventies in de sfeer van preventie, regelgeving/ handhaving en voorwaarden (zoals vroegsignalering, registratie, afstemming/Eén gezin, één plan) gekoppeld aan de domeinen thuis, school en vrije tijd/openbare leven. Hiermee wordt een integrale benadering geborgd. Het matrixmodel is als bijlage bij dit convenant opgenomen. 3. Partijen nemen zich voor om ter zake van complexe vraagstukken (zoals het hanteren van leeftijdsgrenzen, verstrekking van alcohol in (sport)kantines en sluitingstijden van de horeca) afstemming te zoeken, en zo mogelijk tot overeenstemming te komen voordat tot besluitvorming wordt overgegaan. 4. Waar mogelijk zullen jongeren en hun ouders actief worden betrokken bij het denken over- en de uitvoering van interventies; hierbij wordt uitgegaan van de primaire verantwoordelijkheid van ouders en jongeren zelf 5. Partijen nemen zich voor om het onderwerp ‘alcohol&jongeren’ op alle daartoe geëigende plaatsen en momenten actief onder de aandacht te brengen, en hanteren daarbij een uniforme boodschap, afgeleid van de doelstellingen van dit convenant 6. Omdat duurzame resultaten van het beleid alleen te verwachten zijn bij een omslag in het denken over alcoholgebruik onder jongeren (‘cultuuromslag’) geven partijen zelf het goede voorbeeld, zowel in externe publicaties als bij interne activiteiten: Alcohol? Weet wat je doet en houd het leuk! 1
Drie vertegenwoordigers van de gemeenten, één vertegenwoordiger van de politie (vanuit Veilgheidshuis), één vertegenwoordiger van het OM (vanuit Veiligheidshuis), twee vertegenwoordigers van de GGD Groningen
5
Randvoorwaarden 1. 2. 3. 4.
De looptijd van dit convenant is bepaald op 5 jaar; ruim voor het eindigen van deze termijn besluiten partijen aan de hand van een door de werkgroep Alcohol&Jongeren op te stellen evaluatierapport over verlenging met een volgende periode. Partijen verklaren zich bereid, elk naar gelang van de eigen mogelijkheden, te investeren in menskracht en middelen in (samenwerkings)activiteiten die vallen onder de reikwijdte van dit convenant Partijen verklaren zich bereid om voor zover nodig specifiek te beleid te ontwikkelen ten einde de doelstellingen van dit convenant na te streven De GGD Groningen verklaart zich bereid zorg te dragen voor de monitoring van de effecten van dit convenant, en voor de tussentijdse evaluatie van de samenwerking rond dit thema in 2013.
Ondertekend te Groningen, op 8 februari 2012
- De gemeenten, namens deze: - Het Openbare Ministerie, namens deze: - De Regiopolitie Groningen, namens deze: - De GGD Groningen, namens deze:
6
Bijlage: organogram samenwerkingstructuur
Aansturing Bestuurlijk Platform Jeugd
Bestuurscommissie GGD
Uitvoering
Gemeenten
GGD Groningen
Bestuurlijke Aanspreekpunten
Werkgroep Alcohol & Jongeren
V G G
Politie Regionaal College
Openbaar Ministerie
Veiligheids huis
7