Bijlage 1
Contourplan TeFoN (Centre of Excellence for food systems)
Stichting Brainport John F. Kennedylaan 2
19 juni 2008
5612 AB Eindhoven Tel. 040-2649990
N601VR10
1
INHOUDSOPGAVE
1. PROJECT- OF PROGRAMMAGEGEVENS .................................................................. 3 1.1 Doelstelling sleutelfactor(en): ........................................................................ 3 1.2 Bijdrage aan Brainport strategie .................................................................... 3 2. PROJECT- OF PROGRAMMA UITVOERING .............................................................. 4 3. PROJECT- EN PROGRAMMA BESCHRIJVING ........................................................... 5 3.1 Doelgroep ................................................................................................... 6 3.2 Doelstelling(en) ........................................................................................... 6 3.3 Project- of programma beschrijving................................................................ 6 3.4 Te bereiken resultaten .................................................................................10 4. PROJECT- OF PROGRAMMAPLANNING .................................................................11
Bijlagen 1. BUDGETAANVRAAG ‘ONTWERP/ONTWIKKELING’
12
2. CENTRE OF EXCELLENCE FOR FOOD SYSTEMS
13
2
1. PROJECT- OF PROGRAMMAGEGEVENS
Intern projectnummer
BPP-08.052-TeFoN
Datum ontvangst
15 mei 2008
Project- of programmanaam
TeFoN (Centre of Excellence for food systems)
Domeinnaam /-namen
Technology
Sleutelfactor(en)
Centre of Excellence
1.1 Doelstelling sleutelfactor(en): Het opzetten en inrichten van de samenwerkingsorganisatie TeFoN (inclusief Centre of Excellence) die toptechnologische kennis van voortbrengingssystemen en materialen verbindt met (aanwezige) topkennis van teelt, gewas (product) en vervolgens vertaalt naar productieomgevingen en installaties op het niveau van doorbraak innovaties. TeFoN zal vraaggericht technologie ontwikkelen en toepassen in equipement en systemen voor productie, verwerking en logistiek van voedselproducten door topspelers uit bedrijfsleven en onderzoek- en kennisinstellingen optimaal met elkaar te verbinden, mede in een nieuw in te richten expertisecentrum via open innovatie en cross innovation.
1.2 Bijdrage aan Brainport strategie Het ontwikkelen en produceren van complexe fit to use high tech machines ten behoeve van en in samenwerking met de aanwezige voedselverwerkende industrie geeft kracht aan de Brainport focusgebieden ‘High Tech Systems & Materials’ en ‘Food & Nutrion’ mede door ze verbinden en (fysiek) te verankeren in de regio Zuidoost Nederland.
3
2. PROJECT- OF PROGRAMMA UITVOERING
Projecteigenaren
Naam
Bedrijf/organisatie
Functie
a) Peter Swinkels
BZW
Voorzitter
b) Norbert Verbraak Stuurgroepleden
Leden klankbordgroep
Jan Mengelers
TNO
Peter van den Elzen
WUR
Toine Timmermans
WUR
CEO
TNO Industie & Techniek
Bedrijfsleven: 1) Ton de Weerd 2) Ivo Ploegsma 3) George Jentjens 4) Jan van Rijsingen 5) Rutger Lommerse
Stork Foodsystems CFS Bakel Jentjens machine Techniek Van Rijsingen Beheer/ bestuurslid FCP Flora Holland/ bestuursvoorzitter Ondernemersinitiatief Greenport Venlo
Machinebouw Machinebouw Machinebouw
Directeur Fontys KDS
Projectleider
Willem den Ouden
Fontys Hogescholen
Accountmanager Brainport
Robert Jan Marringa
Brainport
Foodsector, vertegenwoordiging ondernemers Brabant Logistiek, vertegenwoordiging ondernemers Limburg
4
3. PROJECT- EN PROGRAMMA BESCHRIJVING
3.1 Aanleiding (identificatie van het probleem/de kans) De markt voor food systemen wordt gerekend tot de high tech systemen en materialen. Deze laatste was in 2005 goed voor een omzetvolume van 20 miljard euro en ruim 600.000 banen in Nederland (waarvan 138.000 in Zuidoost Nederland). Food systemen zijn verantwoordelijk voor circa 10% van het marktvolume, zijnde ruim 2 miljard euro waarvan 80% wordt geëxporteerd (50% buiten de EU) (Bron: DBSC). Tot food systemen worden gerekend machines en installaties voor voedselproductie, voedselverwerking, logistiek, food service en food retail. De Food & Nutrition sector heeft een jaarlijkse omzet van 42 miljard euro, biedt werk aan 460.000 mensen (waarvan 96.000 in Zuidoost Nederland) en is goed voor 20% van de Nederlandse export. Een sector met een grote economische impact. Maar ook een sector die in beweging is en permanent werkt aan vernieuwingen, én dat ook moet gelet op de dynamiek in de (inter)nationale afzetmarkten. Het is de uitdaging voor leveranciers van food systemen om in nieuwe samenwerking met de gebruiker nieuwe systemen te ontwikkelen. Het gaat dan vaak om systemen met complexe combinaties van vernieuwende technologie waarbij R&D, engineering, opstart, productie en testen nauw met elkaar verbonden zijn. Hierdoor is het noodzakelijk om te verschuiven van mono-productleverancier naar systeemleverancier. De toeleverancierstructuur in de Brainport regio biedt meer dan voldoende uitbesteding- en inkoopfaciliteiten in relatie tot de noodzakelijke kennis. Technologische kennisvelden zijn: optische en motion-subsystemen, embedded systemen, mechatronica, besturing- en sensortechnologie, nanotechnologie en materiaaltechnologie. De regio’s Brainport – Greenport Venlo – Food Valley zijn in veel opzichten complementair. Qua ambitie en dynamiek is er grote gelijkenis tussen deze life lines van de Nederlandse economie op gebied van teelt, design, productie, marketing, logistiek en productkennis. De spelers in deze driehoek hebben alles in huis om op wereldklasse niveau te acteren en doen dat in veel gevallen dan ook. Door de verbinding tussen de actoren binnen de deze driehoek te organiseren kunnen nieuwe processen, concepten en producten met hoge toegevoegde waarde worden gegenereerd. Wellicht wat sterk aangezet maar er kan gesproken worden van de gouden TeFoN-triangle, in ieder geval van een driehoek met gouden kansen! Het verzilveren van die kansen is wat wordt beoogd met de opzet en uitvoering van het TeFoN Centre of Excellence met bijbehorend innovatie- of uitvoeringsprogramma. De in ontwikkeling zijnde netwerkorganisatie verbindt topspelers uit het bedrijfsleven en kennisinstellingen op een slimme wijze met elkaar voor het vraaggericht ontwikkelen maar vooral toepassen van technologie in equipement en systemen voor productie, verwerking en logistiek van voedselproducten – de focus van het TeFoN-programma.
5
3.2 Doelgroep TeFoN richt zich op ondernemende mensen binnen de organisatietypen enerzijds (zoals 1 tm 5 in verticale as) en hun positie in de waardeketens anderzijds (zoals a. tm d. in horizontale as): a. High tech systems & materials b. (Agro) Food & Nutrition c. Converters & designers d. Marketeers OEM (end users) 1. 2. 3. 4. 5.
1. 2. 3. 4. 5.
Ondernemingen Kennisinstellingen Onderwijsinstellingen Start ups Venture capitalists
Ondernemingen Kennisinstellingen Onderwijsinstellingen Start ups Venture capitalists
tech systems & (Agro) Food & Converters & materials Nutrition designers x x x x x x x x x
Marketeers OEM (end users) x x x x
3.3 Doelstelling(en) Het ontwikkelen en faciliteren van een open innovatienetwerk en –(fysieke) uitvoeringsomgeving die midden in het hightech en (agro)food speelveld staan en alle taken uitoefenen (gevraagd en ongevraagd) om te komen tot cross innovatie en het optimaliseren van vernieuwingsketens in de lijn kennis – kunde – kassa én omgekeerd, kassa - kunde - kennis.
3.4 Project- of programma beschrijving TeFoN 1. 2. 3.
kent drie pijlers: Netwerk (bedrijven en instellingen) Projecten Centre of Excellence
Ad 1. Netwerk Geheel in de lijn met het concept van TeFon als open innovatienetwerk zullen vanuit die uitvalsbasis lopende en nieuwe activiteiten, initiatieven en initiatiefnemers aan elkaar worden verbonden. Daarbij kan worden gedacht aan verbindingen tussen verschillende sectoren, maar ook aan relaties tussen grootbedrijf en medium en low tech MKB en aan contacten tussen meer traditionele activiteiten en nieuwe kennisgebieden.
6
Ad 2. Projecten De projectideeën zijn een direct resultaat van de ontwikkelde kansenkaarten en roadmaps rond een aantal thema’s of programmalijnen. Een tiental projecten is van start gegaan en een tiental staat op het punt van start te gaan. Ook clustering van beschreven projecten vindt plaats, waarbij niet alleen de omvang toeneemt, maar ook de strategische (en toegevoegde) waarde. Ook hebben zich al diverse nieuwe, kansrijke initiatieven aangediend. De programmalijnen die op basis van interviews met ondernemingen en kennisinstellingen op dit moment naar voren komen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Systeemontwikkeling en mechanisatie; Intelligente verpakkingen en sensoren; Transport en Logistiek; Energie en Milieu; Waterbehandeling en hergebruik.
TeFoN is een netwerkorganisatie en is ook als zodanig georganiseerd. Centraal binnen het netwerk staan de projecten en de consortia die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van die projecten. Een consortium bestaat uit één of meerdere ondernemingen en / of kennisinstellingen. Het consortium benoemt uit haar midden een projectleider die de linking pin vormt naar de programma- of themaleider. Deze themaleider is op dit vakgebied een (top)autoriteit in Nederland en verantwoordelijk voor zowel het goed functioneren van de schakelingen binnen het netwerk als voor de kennisopbouw. De themaleiders vormen samen met de TeFoN netwerkdirecteur het operationele hart. Ad 3. Centre of Excellence Het hart van TeFoN wordt gevormd door een nieuw top-technologisch instituut ten behoeve van de food systems. Dit centrum moet binnen vijf jaar uitgroeien tot een hoogwaardig onderzoeksinstituut met aanzien in de wereld waarin hoogwaardige kennis uit onderzoek en bedrijfsleven samenkomen. TNO en WUR zullen samen een initiërende en leidende rol hebben in dit instituut (co-ownership). Omdat het centrum tot de wereldtop zal behoren, moet het een belangrijke regiefunctie hebben ten aanzien van keuzes van technologieën, toepassingen en spelers. Hierdoor ontstaat een omgeving van excelleren en innoveren. Een acquisitiepunt voor verdere mogelijkheden zoals bijvoorbeeld het ontstaan van een Food Campus met een brede regionale inbedding. Het centrum zal activiteiten ontwikkelen op basis van verzamelde kennis door een netwerk van toponderzoekers (technologen, trendwatchers, marketeers) met kennis, contacten en ervaring in fundamenteel en toegepast onderzoek. Het centrum zal (onderzoek)activiteiten ontplooien op basis van vragen die vanuit het bedrijfsleven worden gesteld. Deze zaken zullen aan elkaar worden gekoppeld waarbij de vraag uit het bedrijfsleven leidend zal zijn. Het Centre of Excellence initieert en coördineert de kennistransfer. De activiteiten en projecten binnen het centrum zijn vooral gericht op precompetitieve ontwikkelingen. Uitgaande van een nieuwe techniek (bv. filtreren) zal worden bekeken hoe deze bijvoorbeeld kan worden toegepast in food processing. Het centrum zal waar mogelijk open innovatie stimuleren door bedrijven direct bij ontwikkeling en onderzoek te
7
betrekken. De prioriteit van het Centre of Excellence ligt bij het toepasbaar maken van resultaten van fundamenteel onderzoek op diverse terreinen binnen de keten met de focus op systemen en machines. Activiteiten in 2008 Om bovenstaande doelen te kunnen realiseren zal er een projectorganisatie moeten worden opgezet. Deze staat geheel in het teken van het organiseren van het netwerk, interesseren van de doelgroep, het bij elkaar brengen van partijen, aanjagen van projecten en regievorming. Steekwoorden hierbij zijn kanaliseren, structureren,
communiceren en koppelen. Hiertoe zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd: 1. 2. 3. 4. 5.
Regie Centre of Excellence; Doorontwikkeling TeFoN; Adequate communicatie; Projectontwikkeling en -financiering; Programmamanagement.
1. Regie Centre of Excellence Om het TeFoN Centre of Excellence te kunnen realiseren zullen strategische gesprekken moeten worden gevoerd met aanverwante instituten, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Door het bedrijfsleven is eerder al in regionaal verband aangegeven welke innovatievragen bij een dergelijk centre kunnen worden neergelegd. De organisatorische setting moet echter nog vorm krijgen. Ook zal het een van de taken zijn van de TeFoN organisatie om de financiering van het centre te organiseren, met name ook voor de lange termijn. Eind juni zal er een position paper zijn opgesteld waarin wordt aangegeven welke expertise noodzakelijk is en welke partijen naast TNO en WUR in het Centre of Excellence kunnen deelnemen, wat de strategische ‘innovatieagenda’ van het centrum kan zijn voor de komende jaren en met welke mogelijke middelen een en ander gefinancierd kan worden. Het position paper zal eveneens een eerste doorkijk moeten geven op de centrale vraag of een Centre of Excellence for food systems een hybride organisatie kan zijn in de zin van het recombineren van bestaande kennis (innovatiemakelaar) in nieuwe commercieel haalbare applicaties (fase 3 in schema bijlage 2) en het doen van fundamenteel/toegepast onderzoek met een langere lead time to market (fase 1 en/of 2 in bijlage 2). 2. Doorontwikkeling TeFoN Geheel in de lijn met het concept van TeFon als open innovatienetwerk zullen vanuit die uitvalsbasis lopende en nieuwe activiteiten, initiatieven en initiatiefnemers aan elkaar worden verbonden. Daarbij kan worden gedacht aan verbindingen tussen verschillende sectoren, maar ook aan relaties tussen grootbedrijf en medium en low tech MKB en aan contacten tussen meer traditionele activiteiten en nieuwe kennisgebieden. Daarbij gaat het vooral om het tot stand brengen van kruisbestuiving tussen bedrijven en technologievelden/kennisinstellingen, het zogenaamde ‘innovatiedating’.
8
Deze kruisbestuiving kan worden bewerkstelligd door het organiseren van themagerichte bijeenkomsten, maar ook door meer algemene themabijeenkomsten te organiseren. Kernresultaat van het netwerk moet zijn het aantal consortia (nieuwe of bestaande ondernemingen) dat met succes een doorbraakvernieuwing op de markt gebracht hebben. De basis hiervoor vormen de 80 bedrijven (TeFoN-netwerk) die in de 30 TeFoN projecten participeren 3. Adequate communicatie Omdat TeFon wil functioneren als een open innovatienetwerk is het cruciaal dat er sprake is van adequate onderlinge communicatie. Omdat het immers gaat om samen kennis ontwikkelen, delen en toepassen. De onder 2. beschreven netwerkactiviteiten vormen op zichzelf natuurlijk al communicatieactiviteiten, die in de voorbereiding zorgvuldig moeten worden geregisseerd. Rekening houdend met en afgestemd op de onderkende doelgroepen zullen echter aanvullend daarop nog diverse andere communicatieactiviteiten worden uitgevoerd. Hierbij kan worden gedacht aan: • Het ontwikkelen van een website, interactief; • Het uitbrengen van een driemaandelijkse digitale nieuwsbrief en een maandelijkse email-update; • Het creëren van ambassadeurs binnen de drie O’s, die anderen enthousiasmeren en werven; • Het ontwikkelen en verspreiden van brochures/flyers; • ‘Member gets member’ acties; • Het organiseren van een ‘special events’.
4. Doorontwikkeling van projecten De projectideeën zijn een direct resultaat van de ontwikkelde kansenkaarten en roadmaps rond een aantal thema’s of programmalijnen. De programmalijnen die op basis van interviews met ondernemingen en kennisinstellingen op dit moment naar voren komen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Systeemontwikkeling en mechanisatie; Intelligente verpakkingen en sensoren; Transport en Logistiek; Energie en Milieu; Waterbehandeling en hergebruik.
Projectontwikkeling kan worden gerealiseerd door: • bij elkaar brengen van partijen; • creëren van draagvlak; • smeden van nieuwe samenwerkingsverbanden; • zoeken van projecttrekkers; • (laten) schrijven van projectvoorstel; • committeren van financiers.
9
Bijlage 1
5. Programmamanagement Om de ambities te kunnen waarmaken is het noodzakelijk de periode, waarop dit projectplan zich richt (mei t/m december 2008), te benutten voor het opdoen van ervaringen en conclusies trekken voor eventueel gewenste aanpassingen in de periode daarna, naast het neerzetten van de (organisatie) contouren, het vormgeven van het netwerk en creëren van commitment. Het programmamanagement richt zich dan ook op: • Opzetten juridische rechtspersoon; • Vastleggen beoogde resultaten; • Monitoring van (project) vorderingen; • Signaleren van knelpunten en aandragen oplossingen; • Opstellen van voortgangsrapportages met daarin een verantwoording ten aanzien van de inhoudelijke en financiële vorderingen; • Genereren van financiële middelen voor de korte -, middellange – en lange termijn. Een belangrijke vraag die beantwoordt moet worden is of het Centre of Excellence twee functies (recombineren van bestaande kennis) en het plegen van doorbraakinnovaties op basis van fundamenteel onderzoek in zich kan verenigen.
3.5. Te bereiken resultaten Kernresultaat van het netwerk moet zijn het aantal consortia (nieuwe of bestaande ondernemingen) dat met succes een doorbraakvernieuwing op de markt gebracht hebben. Voortgang en massa kunnen worden afgemeten aan de aantallen: Resultaten
Indicator
Projectideeën (nieuw) Active Projecten / consortia Business plan centre of excellence (incl. innovatieprogramma) Positionering paper Participerende ondernemingen in netwerk Partnershipovereenkomst Foodvalley – Brainport
Aantal 30 15 1 1 200 1
10
Bijlage 1
4. PROJECT- OF PROGRAMMAPLANNING
Planning activiteiten
1 2 3 4 5 6
Opzetten & onderhouden netwerk Verzorgen van adequate communicatie Projectontwikkeling Regie Centre of Excellence Monitoren van de ervaringen en resultaten Projectmanagement
2008 2e kw
3e kw
X
4e kw
2009 jan
X X
11
Bijlage 1
BUDGETAANVRAAG ‘ONTWERP/ONTWIKKELING’
Kosten TeFoN tot jan 2009 incl. BTW
Opzetten & onderhouden netwerk Verzorgen van adequate communicatie Projectontwikkeling Regie Centre of Excellence Monitoren van de ervaringen en resultaten Projectmanagement
Loonkosten Kwartiermaker 23000 11500 34000 28000 6000 11500
PR Loonkosten kosten secretariaat 5500 5500 16500 5500 11000 5500 5500
Totaal incl. BTW
114000
27500
27500
Bureaukosten Advieskosten Totaal 5000
10000
33000 5500 11000
33500 50000 39500 82000 17000 28000
15000
66000
250.000
16500
12
Bijlage 2
13