Configuration Manager 4.2
nl
Installatie- en bedieningshandleiding
Configuration Manager 4.2
Inhoudsopgave | nl
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
1.1
Over deze handleiding het volgende:
5
1.2
Conventies in dit document
5
1.3
Extra documentatie
6
2
Systeemoverzicht
7
2.1
Functies
7
3
Installatie en starten
10
3.1
Systeemvereisten
10
3.2
Installatie
11
3.3
Het programma starten
12
3.4
De software verwijderen
12
4
Gebruikersinterface
13
4.1
Overzicht
13
4.2
Hoofdmenu
14
4.2.1
Bestand
14
4.2.2
Extra
15
4.2.3
Help
16
4.2.4
Werkbalk
17
4.2.5
Informatiebalk
18
4.2.6
Statusbalk
19
4.3
De hooftabbladen van de Netwerk , Apparaten en Camera's .
20
4.3.1
Snelmenu
22
4.3.2
Weergavevenster
26
4.3.3
Geblokkeerde invoervelden
27
4.4
Hoofdtabblad Systeem
28
5
Werken met Configuration Manager
29
5.1
Hoofdtabblad Systeem – Algemeen
29
5.1.1
Mappen
29
5.1.2
Logboekregistratie
30
5.1.3
Client/server
30
5.2
Hoofdtabblad Systeem – Toepassingen
31
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
4
nl | Inhoudsopgave
Configuration Manager 4.2
5.2.1
Configuration Manager
32
5.2.2
Video Client
35
5.3
Basisfuncties
42
5.3.1
Netwerkscan
42
5.3.2
Toegang krijgen tot het apparaat
43
5.3.3
Apparaatinformatie
45
5.3.4
Apparaattoewijzer
46
5.3.5
Apparaten configureren met Configuratie-wizard
50
5.3.6
Apparaatconfiguratie via het weergavevenster
53
5.3.7
Opmerkingen over meervoudige configuratie
54
5.3.8
Tabelweergave
56
5.3.9
Bewaking apparaatstatus
61
5.3.10
iqn-Mapper
63
5.3.11
Offline werken
65
5.3.12
Systeem-emulatie
68
5.3.13
Vervangen
69
5.4
Werken met BVIP -firmware en firmwaremodules
70
5.4.1
IVA / IVMD
70
5.4.2
Video Client
71
5.4.3
VRM
71
5.4.4
BVMS
71
5.4.5
Monitor Wall
71
Trefwoordenregister
72
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Inleiding | nl
1
Inleiding
1.1
Over deze handleiding het volgende:
5
Deze handleiding is bedoeld voor personen die verantwoordelijk zijn voor het configureren en beheren van een CCTV-systeem. In deze handleiding wordt beschreven hoe het Configuration Manager programma moet worden gebruikt. In dit document wordt ervan uitgegaan dat de lezer een goede kennis heeft van zowel het CCTV-systeem als de andere programma's die een integraal onderdeel zijn van dit systeem.
1.2
Conventies in dit document In dit document worden de volgende pictogrammen en opmerkingen gebruikt om aandacht te vestigen op bijzondere omstandigheden: LET OP! Veiligheidsinstructies die aangeven dat er bij nalatigheid gegevens verloren kunnen gaan.
AANWIJZING! Dit symbool verwijst naar speciale functies, tips en informatie om nog eenvoudiger en handiger met de software om te gaan.
Woorden die u kunt vinden in het programma, zoals menuopties of opdrachten zijn vetgedrukt.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
6
nl | Inleiding
1.3
Configuration Manager 4.2
Extra documentatie Nadat Configuration Manager is geïnstalleerd, is dit document ook beschikbaar als online Help binnen het programma. Afhankelijk van de configuratie van uw systeem kan ook de volgende documentatie van nut zijn: –
Cameradocumentatie De fabrikant levert de documentatie apart voor elke camera.
–
VideoJet, VIP, etc. Bosch zal u documentatie voor elk apparaat leveren. Hierin worden de typische apparaatinstellingen verklaard.
–
BVC, Monitor Wall, VRM, IVA, IVMD en andere BVIP software Bosch levert u de afzonderlijke documentatie voor elk van deze softwareproducten.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
2
Systeemoverzicht | nl
7
Systeemoverzicht In het programma Configuration Manager heeft u toegang tot alle apparaten en softwarecomponenten in uw CCTV-netwerk. Het programma heeft een configuratiewizard voor een snelle basisconfiguratie van apparaten. U kunt de configuratie ook via de normale gebruikersinterface uitvoeren. Er zijn twee mogelijkheden om het apparaat te configureren of de huidige instellingen te controleren: –
Basismodus Configuration Manager wordt in deze weergave gestart
–
Modus Geavanceerd Deze weergave wordt geactiveerd via het hoofdmenu
In de basismodus worden uitsluitend de belangrijkste parameters weergegeven op een klein aantal tabbladen. Hiermee kunt u de basisinstellingen wijzigen. U hoeft slechts enkele gegevens in te voeren en daarna het apparaat in bedrijf te stellen. De modus Geavanceerd wordt aanbevolen voor ervaren gebruikers of systeemondersteuningspersoneel. In deze modus hebt u toegang tot alle parameters van het apparaat. Instellingen die de functionaliteit van het apparaat wezenlijk beïnvloeden (bijv. firmware-updates), kunnen uitsluitend in de modus Geavanceerd worden gewijzigd.
2.1
Functies Configuration Manager geeft de volgende functies weer (de beschikbaarheid hiervan hangt af van de omgeving waarin het programma wordt gebruikt ): –
Netwerkscan Deze functie registreert automatisch alle in een netwerk compatibele apparaten, zoals camera's of videozenders (bijvoorbeeld VIP X1600), video-ontvangers (bijvoorbeeld VIP XD) of VRM.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
8
nl | Systeemoverzicht
–
Configuration Manager 4.2
Apparaatinformatie en configuratie Op een manier die vergelijkbaar is met de webbrowserweergave geeft Configuration Manager de huidige configuratie van elk apparaat weer en kunt u de instellingen wijzigen.
–
Integratie van apparaatsystemen U gebruikt de apparaattoewijzer in Configuration Manager om apparaten toegankelijk te maken voor gebruik in combinatie met Video Client.
–
Configuratie-wizard Een configuratie-wizard helpt u om in slechts enkele stappen alle apparaten voor basisfuncties te configureren, zelfs wanneer het uitgebreide systemen betreft.
–
Basisconfiguratie voor BVIP programma's Voor bepaalde BVIP programma's (Bosch Video over IP) worden de basisinstellingen uitgevoerd via Configuration Manager.
–
Meervoudige configuratie U kunt gebruik maken van Configuration Manager om individuele instellingen (waaronder tijdinstellingen)voor meerdere apparaten gelijktijdig uit te voeren. Zo kunt u grote systemen sneller configureren.
–
Eenvoudiger toegang tot apparaten De Schermafbeelding scannen functie geeft een overzicht van alle camera's die videogegevens leveren. De schermafbeeldingen kunnen worden gebruikt voor identificatie van de camera en het apparaat en geven directe toegang tot die bepaalde camera of dat apparaat.
–
Tabelweergave Daardoor kunt u specifieke parameterinstellingen voor de geselecteerde apparaten maken. Dit geeft een snel overzicht van de instellingen die voor u van belang zijn en maakt het mogelijk om met maar één toetsklik deze informatie te exporteren voor archivering.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
–
Systeemoverzicht | nl
9
Bewaking apparaatstatus Dit geeft u een snel overzicht van de status van de geselecteerde apparaten, zoals encoderbelasting en netwerkverbindingstype.
–
Offline werken Configuration Manager stelt u in staat om de instellingen voor de geselecteerde apparaten offline uit te voeren. Tijdens bedrijf worden de configuratiegegevens van de apparaten naar uw computer gestuurd, waar ze offline kunnen worden gewijzigd. Deze functionaliteit kan ook worden gebruikt om lokaal een back-up te maken van de configuratiegegevens van de apparaten. Wanneer bijvoorbeeld een apparaat door een ander van hetzelfde type moet worden vervangen, kunnen deze nieuwe gegevens naar het nieuwe apparaat worden overgebracht. Deze functionaliteit is uitgebreid met het opdracht Vervangen. De nieuwe apparaten worden gedetecteerd en de configuratie kan automatisch plaatsvinden dankzij de opgeslagen gegevens.
–
Systeem-emulatie De complete systeemconfiguratie kan worden opgeslagen als een systeemimage en geëmuleerd met behulp van een andere Configuration Manager applicatie. Deze functie helpt u problemen te isoleren zonder dat het daarbij nodig is om het systeem binnen te gaan.
–
Toegang tot licentiebeheer Firmwaremodules waarvoor een licentie is vereist, zoals IVA (Intelligent Video Analysis), worden geïnstalleerd met behulp van Configuration Manager.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
10
nl | Installatie en starten
3
Configuration Manager 4.2
Installatie en starten Configuration Manager maakt automatisch deel uit van de installatie voor alle BVIP programma's die dit nodig hebben voor configuratiedoeleinden. U vindt deze ook op elke product-cd voor BVIP apparaten, aangezien u het onafhankelijk van andere BVIP software kunt gebruiken, bijvoorbeeld om de configuratie in een CCTV-systeem met een groot aantal soortgelijke videozenders te vereenvoudigen.
3.1
Systeemvereisten Besturingssystee
Windows XP Home.
m
Windows XP Professional Windows Vista Windows 7
CPU
Dual Core, 3,0 GHz of hoger
RAM
2 GB of meer
Grafische kaart
NVIDIA Quadro FX 1500 PCIe NVIDIA Quadro FX 1700 PCIe NVIDIA Quadro FX 1800 PCIe NVIDIA Quadro FX 3800 PCIe NVIDIA Quadro FX 4600 PCIe NVIDIA Quadro FX 4800 PCIe ATI FireGL V3300 PCIe ATI FireGL V5700 PCIe ATI FireGL V7200 PCIe ATI FireGL V7750 PCIe of hoger
Geluidskaart
Aanbevolen
Netwerkadapter
100 Mbps
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
3.2
Installatie en starten | nl
11
Installatie U kunt Configuration Manager installeren op zoveel computers met Microsoft Windows als u zelf wenst. 1.
Sluit alle andere toepassingen voordat u met de installatie begint.
2.
Plaats de installatie-cd in het cd-romstation van de computer. De cd wordt automatisch gestart. Wanneer de cd niet automatisch wordt gestart, opent u de pagina index.html in de root-map.
3.
Selecteer de gewenste taal voor de gebruikersinterface.
4.
Klik op een van de opties onder installatiepakketten om te beginnen met het installeren van het betreffende pakket. U wordt door de installatieprocedure van elk pakket geleid.
5.
Bij het installeren van de afzonderlijke pakketten worden indien nodig diverse installatieprocedures achter elkaar uitgevoerd. Tijdens de installatie dient u doellocaties voor de programma's op te geven. Het wordt aanbevolen de standaardinstellingen te accepteren.
Bij het selecteren van componenten wordt een omschrijving van elke component weergegeven wanneer u de muisaanwijzer erop plaatst. Als er al afzonderlijke programma's op uw PC zijn geïnstalleerd, hoeft u deze niet meer op te nemen in het dialoogvenster voor Componentenkeuze.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
12
nl | Installatie en starten
3.3
Configuration Manager 4.2
Het programma starten Nadat de installatie is voltooid, verschijnt het volgende pictogram op uw bureaublad:
Dubbelklik op dit pictogram om het programma te starten.
Configuration Manager kan ook worden geopend via het startmenu. Met verschillende BVIP programma's is het mogelijk om Configuration Manager direct te starten binnen het betreffende programma. De werking van Configuration Manager varieert afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. In sommige gevallen is het uitsluitend een tool waarmee u BVIP apparaten eenvoudiger en uitgebreider kunt configureren. Voor bepaalde BVIP programma's en firmwaremodules echter is Configuration Manager vereist omdat dit de enige manier is om ze te installeren.
3.4
De software verwijderen Als u Configuration Manager niet langer op uw pc wilt gebruiken, kunt het programma verwijderen. 1.
Klik op Start > Instellingen > Bedieningspaneel.
2.
Dubbelklik op Programma's toevoegen of verwijderen.
3.
Selecteer de optie Bosch Configuration Manager .
4.
Klik op Verwijderen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
4
Gebruikersinterface
4.1
Overzicht
1
Hoofdmenu
2
Werkbalk
13
knoppen voor snelle toegang tot de belangrijkste functies. 3
Hoofdtabbladen: Netwerk, Apparaten, Systeem (en Camera's)
4
Informatiebalk met naam, type en IP-adres van het geselecteerde apparaat en indicator van processorbelasting voor hardware.
5
Extra functies
6
Statusbalk
7
Observatievenster Afhankelijk van het geselecteerde hoofdtabblad geeft het venster verschillende tabs met configuratieopties en informatie weer.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
14
nl | Gebruikersinterface
4.2
Configuration Manager 4.2
Hoofdmenu Hieronder zijn de lijsten van beschikbare opdrachten in het hoofdmenu weergegeven.
4.2.1
Bestand
Modus Geavanceerd
Als deze optie is geactiveerd heeft u toegang tot alle apparaatinstellingen. Als deze optie is gedeactiveerd, is Configuration Manager in de basismodus en zijn uitsluitend de belangrijkste apparaatinstellingen toegankelijk. De Help-informatie voor elk tabblad wordt direct weergegeven. Deze optie komt overeen met de optie van dezelfde naam in de webbrowserweergave van de apparaten.
Verbinden met Server...
Sluit Configuration Manager aan op een server. Hierdoor kan een client/serversysteem worden geïnstalleerd en geconfigureerd.
Verbinding verbreken
De verbinding tussen Configuration
met Server
Manager en een server is verbroken.
Offline werken/
De instellingen voor geselecteerde
Online werken
apparaten kunnen offline worden uitgevoerd. In de tussentijd kunnen de apparaten gewoon in bedrijf blijven. Van de configuratiebestanden kan voor dit doel lokaal een backup op uw computer worden gemaakt. U kunt de gegevens wijzigen en op een later tijdstip naar de apparaten terugsturen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
Extern systeem
Importeert de systeemimage van een
emuleren.../
vreemd Configuration Manager systeem
15
Emulatie verlaten Sluiten
Het Configuration Manager programma wordt afgesloten. Hierdoor wordt ook de verbinding verbroken tussen Configuration Manager en de server.
4.2.2
Extra
Configuratie-wizard...
Start de wizard voor de basisconfiguratie van apparaten.
Logboekregistratie...
Geeft het dialoogvenster Communicatielogboek apparaat weer. Hier kunt u de RCP+ opdrachten weergeven die door Configuration Manager zijn verzonden bij de aansluiting van de apparaten, tenminste als u het aanmelden mogelijk heeft gemaakt.
Apparaattoewijzer...
Geeft het dialoogvenster Apparaattoewijzer weer.
Tabelweergave...
Geeft het dialoogvenster Tabelweergave apparaten weer.
Scan schermafbeelding... Geeft een venster weer waarin een schermafbeelding van iedere aangesloten camera wordt getoond. Het snelmenu van de schermafbeeldingen geeft u toegang tot de instellingen die relevant zijn voor het apparaat. Het apparaat kan aan het systeem worden toegevoegd. Bewaking
Geeft het Bewaking apparaatstatus
apparaatstatus...
dialoogvenster weer dat een snel overzicht geeft van de status van de geselecteerde apparaten.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
16
nl | Gebruikersinterface
Configuration Manager 4.2
Image van systeem
Slaat het image op van het huidige
opslaan
Configuration Manager systeem voor een emulatie op een andere PC
iqn-Mapper...
Geeft het dialoogvenster iqn-Mapper weer waarin u de clients voor weergave van opnamen aan NetApp iSCSI systemen kunt koppelen.
Overige
Andere softwarecomponenten kunnen direct worden gestart. Een eerste vereiste hiervoor is dat het desbetreffende programma op dezelfde PC wordt gestart.
4.2.3
Help
Online-Help...
Hiermee opent u de online Help.
Online Help VRM...
Hiermee opent u de online Help van Video Recording Manager.
Info over...
Geeft het Info over Configuration Manager dialoogvenster weer, met daarin informatie over: –
De Bosch softwarecomponenten geïnstalleerd op deze PC
–
De softwareversienummers van de geïnstalleerde componenten
–
De taal waarin de programma's momenteel worden weergegeven en informatie over de opslaglocatie voor de systeembestanden
–
De licenties die momenteel op deze PC beschikbaar zijn De knop License Viewer... vindt u op tabblad Licenties . Deze wordt gebruikt voor het openen van de licentieviewer, die u gebruikt om uw licenties te beheren.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
4.2.4
Gebruikersinterface | nl
17
Werkbalk Met de werkbalk heeft u snel toegang tot de belangrijkste functies. De werkbalk aanpassen: 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in de boomstructuur > Configuration Manager in de boomstructuur > tabblad Vormgeving > sectie Werkbalk > Bewerken....
2.
Met de pijltoetsen kunt u pictogrammen aan de werkbalk toevoegen of van de werkbalk verwijderen.
Pagina opnieuw laden
Laadt opnieuw de pagina voor het geselecteerde apparaat
Info
Dit opent een venster met gedetailleerde informatie over het geselecteerde apparaat:
Live-video
Het venster opent en geeft livevideogegevens van het geselecteerde apparaat weer. U kunt een keuze maken uit verschillende weergave-opties afhankelijk van het door u geselecteerde apparaat.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
18
nl | Gebruikersinterface
Configuration Manager 4.2
Configuratie-wizard
Start de wizard voor de basisconfiguratie van apparaten.
Logboekregistratie
Geeft het dialoogvenster Communicatielogboek apparaat weer. Hier kunt u de RCP+ opdrachten weergeven die door Configuration Manager zijn verzonden bij de aansluiting van de apparaten, tenminste als u het aanmelden mogelijk heeft gemaakt.
Apparaattoewijzer
Geeft het dialoogvenster Apparaattoewijzer weer.
Tabelweergave
Geeft het dialoogvenster Tabelweergave weer.
Bewaking apparaatstatus Geeft het dialoogvenster Bewaking apparaatstatus weer. Opslaan
Slaat alle instellingen op die voor het geselecteerde apparaat zijn geconfigureerd.
4.2.5
Informatiebalk Wanneer een van de Netwerk, Apparaten of Camera's hoofdtabbladen is geopend, verschijnt er een informatiebalk boven het weergavegebied. Deze informatiebalk geeft beknopte informatie over ieder apparaat dat u op het hoofdtabblad kiest:
De naam, het unittype en het IP-adres van het geselecteerde apparaat worden weergegeven. Opmerking: Als verschillende apparaten worden geselecteerd, bevatten alle velden de aanduiding <multiple>. Voor hardware kunt u de pictogrammen aan de rechterkant van de balk gebruiken om extra informatie weer te geven. Beweeg de muis over de pictogrammen om informatie te bekijken over processorbelasting, netwerkverbinding en opnamestatus: –
Het pictogram aan de linkerkant geeft de invloed van de afzonderlijke functies op de encoderbelasting weer als een
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
19
percentage. Bij apparaten met twee processoren wordt voor elke processor een apart pictogram weergegeven. –
Het pictogram aan de rechterkant geeft het netwerkverbindingstype en de snelheid van het uitgaande (UL = Uplink) en inkomende (DL = Downlink) dataverkeer weer.
–
Informatie over de opnamestatus staat helemaal rechts: –
Groen gemarkeerde info: opname actief
–
Rood gemarkeerde info: fout
–
Oranje gemarkeerde info: opnameplanner actief, geen lopende opnamen
–
Grijs gemarkeerde info: opnameplanner niet actief, geen lopende opnamen
4.2.6
Statusbalk De statusbalk helemaal onderaan in het venster geeft het volgende weer: –
In het linkergedeelte wordt weergegeven of er momenteel een netwerkscan wordt gemaakt.
–
In het middelste gedeelte wordt het aantal gedetecteerde, zichtbare en geselecteerde apparaten weergegeven.
–
In het rechter gedeelte staat of u momenteel Online of Offline werkt en of Configuration Manager momenteel op een server is aangesloten. Als de serververbinding wel is gemaakt, wordt het IP-adres van de server weergegeven. Anders wordt de optie DB lokaal hier weergegeven. Als u een extern systeem emuleert, verschijnt de optie Systeem-emulatie hier.
–
Helemaal rechts wordt het versienummer van de Configuration Manager weergegeven.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
20
nl | Gebruikersinterface
4.3
Configuration Manager 4.2
De hooftabbladen van de Netwerk, Apparaten en Camera's Deze hoofdtabbladen worden gebruikt om apparaten te configureren en hebben daarom een vergelijkbare indeling. Op elk blad is een lijst met apparaten weergegeven die op verschillende manieren kan worden gegenereerd: –
Het hoofdtabblad Netwerk geeft alle BVIP apparaten weer die worden ondersteund door Configuration Manager en die bij de netwerkscan zijn gedetecteerd.
–
Het hoofdtabblad Apparaten toont alle apparaten die eerder handmatig aan het systeem zijn toegewezen.
–
U kunt zelf kiezen of u het hoofdtabblad Camera's wilt weergeven. Dit blad geeft de camera's weer die direct of via een video-encoder aan het systeem zijn toegewezen.
Het hoofdtabblad Camera's weergeven of verbergen: 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Configuration Manager in boomstructuur > tabblad Vormgeving > sectie Weergave.
2.
Schakel Tabblad 'Camera's' weergeven in of uit.
Aanvullende informatie –
De informatie over een apparaat is vetgedrukt wanneer het apparaat bij de laatste netwerkscan als nieuw is gedetecteerd.
–
De informatie over een apparaat wordt in rood weergegeven als het apparaat een IP- of MAC-adres heeft dat al wordt gebruikt door ander apparaat in het systeem. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als verschillende nog niet geconfigureerde apparaten direct na elkaar worden aangesloten.
–
Extra informatie over de apparaten kunt u bekijken door de schuifbalk naar rechts te bewegen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
21
Pictogrammen De apparaten op de hoofdtabbladen Netwerk, Apparaten en Camera's worden aangeduid met de volgende pictogrammen: Encoder/decoder Camera Hardwarerecorder Opslagsysteem iSCSI-doel VRM-server VRM-failover-server VRM-server voor tweede opnamestream VRM-failover-server voor tweede opnamestream Apparaatstatus De status van een apparaat wordt als volgt weergegeven: Apparaat is online. Apparaat is off line. Een rood kruis wordt gebruikt om apparaten aan te duiden, waarmee communicatie niet mogelijk is. Dit kunnen bijvoorbeeld apparaten zijn waarvoor de voeding is onderbroken. Apparaat is met een wachtwoord beveiligd. Apparaten die met een wachtwoord zijn beveiligd worden met een hangslot aangeduid totdat u zich bij het apparaat hebt geïdentificeerd. Apparaat is met een wachtwoord beveiligd en off line.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
22
nl | Gebruikersinterface
4.3.1
Configuration Manager 4.2
Snelmenu Klik met de rechtermuisknop op een apparaat om het snelmenu te openen. Als u meerdere apparaten hebt geselecteerd, zijn niet alle opties in het snelmenu actief. U heeft evenmin toegang tot alle opdrachten in Basismodus. De volgende tabel geeft een overzicht van de opdrachten:
Opdracht
Actie
Toevoegen aan systeem... Het geselecteerde apparaat is aan het systeem (Hoofdtabblad Netwerk)
toegewezen. Voordat u een toewijzing maakt, kunt u een groep selecteren of een nieuwe creëren. Deze opdracht komt overeen met het dialoogvenster Apparaattoewijzer.
Groep selecteren
Als er verschillende apparaten gegroepeerd
(Apparaten en de
zijn, kunt u deze optie gebruiken om alle
hoofdtabbladen
apparaten of camera's van die groep te
Camera's)
selecteren voor een wijziging.
Nieuw apparaat...
U kunt een niet op de lijst genoemd apparaat
(Hoofdtabblad
aan het systeem toewijzen. Deze menuoptie is
Apparaten)
alleen actief als u klikt in het gebied van het tabblad waar geen apparaten worden weergegeven.
Verwijderen
Het geselecteerde apparaat wordt uit het
(Hoofdtabblad
systeem verwijderd.
Apparaten) Verificatie voor sessie
Als een geselecteerd apparaat met een
instellen...
wachtwoord is beveiligd, moet u zich bij dat apparaat identificeren. Voer hiertoe in het dialoogvenster uw wachtwoord in voor een van de gebruikersniveaus (user, live, service) in het dialoogvenster Verificatie van sessie . Velden waarvoor u geen toestemming hebt om deze te veranderen, worden door een hangslot aangegeven en kunnen niet worden bewerkt.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
Opdracht
Actie
Configureren... (Divar XF)
Toont het configuratieprogramma Divar,
23
wanneer dit is geïnstalleerd. iSCSI-systeem
Geeft het dialoogvenster iSCSI-systeem
toevoegen... (VRM)
toevoegen weer. Hier kunt u een iSCSI-systeem toevoegen aan de VRM, met behulp van het host-IP-adres en het SNMP-IP-adres.
LUN-toewijzing... (iSCSI-
Geeft het dialoogvenster LUN-toewijzing
systeem)
weer. Hier kunt u afzonderlijke LUN's toevoegen aan het systeem.
Bestand uploaden
Firmware... U kunt het gewenste uploadbestand selecteren en het uploaden starten. Raadpleeg de informatie over het uploaden van firmware in de documentatie voor het betreffende apparaat. U kunt deze opdracht gebruiken om tegelijkertijd een firmware-upload uit te voeren voor verschillende apparaten. U moet ervoor zorgen dat alle geselecteerde apparaten van hetzelfde apparaattype zijn wanneer u tegelijkertijd een firmware-upload uitvoert voor verschillende apparaten. SSL-certificaat... Upload een SSL-certificaat naar het apparaat om gecodeerde communicatie met het apparaat mogelijk te maken. Decoderlogo... Het decoderlogo is het beeld dat weergegeven wordt door de decoder (bijvoorbeeld VIP XD) wanneer er geen verbinding met een apparaat is. Voor dit doel kunt u uw eigen logo uploaden. Dit moet in .h263 formaat.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
24
nl | Gebruikersinterface
Configuration Manager 4.2
Opdracht
Actie
Instellingen
Downloaden... Configuratiegegevens van de geselecteerde apparaten worden op uw computer opgeslagen voor offline bewerking. Uploaden... De configuratiegegevens die offline zijn bewerkt, worden naar het geselecteerde apparaat verzonden. Zodra het uploaden succesvol is beëindigd, werkt het apparaat volgens de nieuwe configuratiegegevens. Vervangen... (alleen op hoofdtabblad Apparaten) Configuratiegegevens van vervangen apparaten worden automatisch vervangen door lokaal opgeslagen gegevens van eenzelfde type apparaat.
Netwerkinstellingen
Het dialoogvenster Netwerkinstellingen wordt
apparaat...
weergegeven. Dit dialoogvenster wordt gebruikt om het IPadres, subnetmasker en de gateway van het geselecteerde apparaat te wijzigen of de automatische IP-toewijzing via DHCP te activeren. Dit is alleen mogelijk bij apparaten die niet met een wachtwoord zijn beveiligd.
Live-video weergeven...
Het venster opent en geeft live-videogegevens van het geselecteerde apparaat weer. U kunt een keuze maken uit verschillende weergaveopties afhankelijk van het door u geselecteerde apparaat.
Weergeven in
De livepage van de webbrowserweergave voor
webbrowser...
het apparaat wordt in de standaardbrowser geopend.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Gebruikersinterface | nl
Opdracht
25
Actie
Instellingen weergeven in De configuratiepagina van de webbrowser...
webbrowserweergave voor het apparaat wordt in de standaardbrowser geopend.
Apparaatgegevens...
Het dialoogvenster met de apparaatgegevens wordt weergegeven.
Knipperen LED-indicatie
Een LED op het apparaat knippert. Hierdoor kunt u controleren of er communicatie is tussen Configuration Manager en het apparaat. Deze opdracht helpt u ook bij het identificeren van een apparaat als meerdere apparaten van eenzelfde type op dezelfde locatie zijn geïnstalleerd.
Reset
Hiermee wordt het apparaat opnieuw opgestart. Dit is alleen mogelijk bij apparaten die niet met een wachtwoord zijn beveiligd.
Ping
Pingt het geselecteerde apparaat om netwerkcommunicatie met dit apparaat.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
26
nl | Gebruikersinterface
4.3.2
Configuration Manager 4.2
Weergavevenster Het weergavevenster voor de hoofdtabbladen Netwerk, Apparaten en Camera's toont een reeks tabbladen, waarvan aantal en inhoud afhankelijk zijn van de apparaten die in de lijst zijn geselecteerd en van de modus (basis of geavanceerd) waarin u werkt. De modus Geavanceerd activeren of uitschakelen:
Selecteer menu Bestand > Modus Geavanceerd.
De tabbladen kunnen worden gebruikt om de configuratieinstellingen uit te voeren die het apparaat ook in de webbrowser-weergave biedt, waarvan sommige een enigszins afwijkende samenstelling hebben.
Uitvoerige informatie over de configuratieopties van een apparaat vindt u in de bijbehorende apparaatdocumentatie en de online Help in de desbetreffende webbrowserweergave. AANWIJZING! Wijzigingen worden alleen actief als u klikt op het pictogram Opslaan
DOC | V1 | 2011.06
in de werkbalk.
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
4.3.3
Gebruikersinterface | nl
27
Geblokkeerde invoervelden Het is mogelijk dat sommige velden geblokkeerd zijn voor bewerking. De redenen voor de blokkering worden door verschillende vermeldingen in de velden aangegeven. Indien verschillende apparaten zijn geselecteerd, kunnen sommige instellingen niet worden uitgevoerd. De invoervelden worden gemarkeerd met een hangslot. Als een apparaat aan het opnemen is, kunnen sommige instellingen niet worden gewijzigd. De invoervelden worden gemarkeerd met een hangslot. Stop de opname indien nodig. Als er een configuratiefout is, worden individuele velden overeenkomstig gemarkeerd. Dit pictogram wordt ook weergegeven als het apparaat offline is en u instellingen wilt laden of opslaan. Invoervelden waarvoor u geen toestemming hebt om deze te veranderen, worden door een hangslot aangegeven en kunnen niet worden bewerkt. Sommige invoervelden kunnen niet worden bewerkt als u offline werkt (datum- en tijdinstellingen).
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
28
nl | Gebruikersinterface
4.4
Configuration Manager 4.2
Hoofdtabblad Systeem In dit hoofdtabblad heeft u toegang tot algemene en toepassingsspecifieke instellingen. Hier kunt u de basisconfiguratie uitvoeren voor zowel de Configuration Manager zelf als voor andere BVIP programma's. Het tabblad heeft een boomstructuur. Klik indien nodig op de + voor een item om de subitems zichtbaar te maken. Weergavevenster Het weergavevenster toont opnieuw verschillende extra tabbladen wanneer u een item in de lijst selecteert. De inhoud van de individuele tabbladen wordt verderop behandeld in de context van de component waarop de instellingen van toepassing zijn. Raadpleeg voor meer details: –
Paragraaf 5.1 Hoofdtabblad Systeem – Algemeen, Pagina 29
–
Paragraaf 5.2 Hoofdtabblad Systeem – Toepassingen, Pagina 31
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5
Werken met Configuration Manager | nl
29
Werken met Configuration Manager In het volgende hoofdstuk worden de instellingen beschreven die u dient te maken in het hoofdtabblad Systeem om het programma voor uw systeem te kunnen gebruiken. Hierna volgt een beschrijving van de functies die Configuration Manager biedt voor de configuratie van hardware- en softwarecomponenten.
5.1
Hoofdtabblad Systeem – Algemeen Hier configureert u de instellingen die van invloed zijn op de verschillende programma's. AANWIJZING! Wijzigingen worden alleen actief als u klikt op het pictogram Opslaan
5.1.1
in de werkbalk.
Mappen Geef aan waar schermafbeeldingen, opnamesequenties en databases van vdb.xml moeten worden opgeslagen. Deze instellingen zijn relevant voor Video Client. 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Algemeen in boomstructuur > Mappen in boomstructuur > tabblad Mappen.
2.
In het betreffende invoerveld voert u het pad in voor de opslaglocatie of u klikt op … om een map te selecteren.
U kunt een willekeurige in het netwerk beschikbare directory kiezen die in het netwerk als doellocatie beschikbaar is. Als u geen map voor schermafbeeldingen en geen map voor opname invoert, wordt de volgende standaardinstelling gebruikt: –
C:\New Folder
WAARSCHUWING! Controleer de geselecteerde directory's regelmatig op beschikbare geheugenruimte. Verwijder opnamen die u niet langer nodig hebt om geheugenruimte vrij te maken.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
30
nl | Werken met Configuration Manager
5.1.2
Configuration Manager 4.2
Logboekregistratie De logboekregistratie van RCP+ opdrachten in- of uitschakelen. Er wordt een logboekbestand gemaakt voor elk apparaat in het systeem. U kunt ook de minimumperiode voor het bewaren van de logboekbestanden opgeven.
5.1.3
Client/server
Tabblad Toegang Verbinden met server
Schakel deze optie in als u uw systeem beheert met VRM Server. Raadpleeg de afzonderlijke documentatie over VRM voor meer details.
IP-adres server
Voer het IP-adres in van de computer waarop VRM Server is gestart.
IP-adres failover-server 1
Voer, indien nodig, de IP-adressen
IP-adres failover-server 2
van de failover-servercomputers in.
Tabblad iSCSI-media Wachtwoord
Voer het wachtwoord in voor de toegang tot de iSCSI-media, indien deze met een wachtwoord zijn beveiligd. Bij het toewijzen van wachtwoorden, moet erop worden gelet dat ze voor het totale systeem geldig moeten zijn.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.2
Werken met Configuration Manager | nl
31
Hoofdtabblad Systeem – Toepassingen Hier configureert u de instellingen die van invloed zijn op één programma. Opmerking: op dit tabblad worden alleen programma's weergegeven die zijn geïnstalleerd op de computer. Wanneer een programma niet wordt weergegeven op dit tabblad, controleer dat of het is geïnstalleerd op de computer en installeer het indien nodig. AANWIJZING! Wijzigingen worden alleen actief als u klikt op het pictogram Opslaan
Bosch Security Systems
in de werkbalk.
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
32
nl | Werken met Configuration Manager
5.2.1
Configuration Manager 4.2
Configuration Manager Hier kunt u de standaardinstellingen voor Configuration Manager wijzigen. LET OP! Gebruik in het wachtwoord geen speciale tekens zoals &. Speciale tekens worden niet ondersteund voor het wachtwoord en kunnen de toegang tot het programma onmogelijk maken.
Tabblad Toegang Wachtwoord
Wijs hier een wachtwoord toe dat de toegang beveiligt tot Configuration Manager. Dit wachtwoord is alleen geldig voor de computer waarop het was ingesteld. Als u dit veld leeg laat, start het programma zonder dat er om een wachtwoord wordt gevraagd.
Tabblad Netwerkscan Continu netwerk
Stel deze optie in als het netwerk met
scannen
regelmatige tussenpozen moet worden gescand.
Scaninterval [s]
Voer het tijdsinterval in seconden voor automatisch scannen in door een waarde te kiezen tussen 10 en 3600 seconden (1 uur).
Multicast
Wanneer u apparaten in verschillende subnetten
gebruiken
gebruikt, schakel deze optie dan in. Hiermee kunnen alle apparaten die bij een ander subnet horen dan de pc waarop Configuration Manager is geïnstalleerd ook in de netwerkscan worden opgenomen. Anders moet u deze apparaten handmatig aan het systeem toevoegen. Multicast-bedrijf vereist een multicast-netwerk dat UDP- en IGMP-protocollen gebruikt.
Modus
Geef het IP-adresbereik op en maak uitdrukkelijk uw toestemming of weigering kenbaar met betrekking tot het gebruik van deze adressen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
33
Tabblad Video Interval
Selecteer hoe vaak de schermafbeeldingen
vernieuwen
moeten worden vernieuwd die in de verschillende tabbladen (bijvoorbeeld VCA) worden weergegeven: –
Continu Beeld wordt zo vaak mogelijk vernieuwd.
–
0 seconden Beeld wordt één keer weergegeven, maar niet vernieuwd.
–
1 … 10 seconden Beeld wordt dienovereenkomstig vernieuwd.
Encoder
Kies of u de afbeeldingen wilt weergeven in video-indeling (MPEG) of als continu bijgewerkte schermafbeeldingen (JPEG).
Tabblad Repository Databasemap
Selecteer het pad naar de map voor offline configuratie. Als u hier niets invoert, wordt de volgende standaardinstelling gebruikt: %current user%\My Documents\ Bosch\VIDOS\ConfigurationRepository
Tabblad Opslaan in het
Selecteer of het logboek voor
logboek
apparaatcommunicatie moet worden opgeslagen in een bestand en welke gegevens dit moet bevatten.
Tabblad Vormgeving Laatste weergave
Als u deze optie inschakelt, wordt de volgende
herstellen
keer dat Configuration Manager gestart wordt, de meest recente weergave getoond.
Alleen na
Als u deze optie inschakelt, wordt de volgende
bevestiging
keer dat Configuration Manager gestart wordt , gevraagd of u de meest recente weergave wilt herstellen.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
34
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Tabblad
Als u deze optie inschakelt, wordt het
'Camera's'
hoofdtabblad Camera's weergegeven.
weergeven
In dit tabblad kunt u eenvoudig standaard camera-instellingen opvragen, zoals de instellingen van gebeurtenissen die een alarm activeren.
Hoofdwerkbalk
De hoofdwerkbalk aanpassen aan uw eisen.
Voorvoegsel
Als er camera's via video-encoders zijn
apparaatnaam bij
geïntegreerd in het systeem, wordt ook de naam
cameranaam
van de encoder weergegeven vóór de cameranaam in de cameralijst, als deze optie is geactiveerd.
De hoofdwerkbalk configureren De hoofdwerkbalk aanpassen aan uw eisen: 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Configuration Manager in boomstructuur > tabblad Vormgeving.
2.
Klik op Bewerken... om het dialoogvenster Instellingen werkbalk op te roepen.
3.
Klik op een gegeven om dit te selecteren.
4.
Klik op één van de pijltjes om het gegeven te verplaatsen. U kunt een gegeven verplaatsen uit de lijst Beschikbare acties naar de lijst Getoonde acties of andersom. U kunt een gegeven in de lijst Getoonde acties naar een andere positie verplaatsen.
5.
Klik op Toepassen om de wijzigingen over te nemen en verdere wijzigingen uit te voeren.
6.
Klik op Standaard om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
7.
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en sluit het dialoogvenster.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.2.2
Werken met Configuration Manager | nl
35
Video Client Configuration Manager is absoluut noodzakelijk om te kunnen werken met Video Client, aangezien dit programma de apparaten toewijst aan het systeem dat voor Video Client toegankelijk is. Hier kunt u de standaardinstellingen voor Video Client wijzigen.
Groep Gebruikersbeheer Tabblad Beheer
Implementeer gebruikersbeheer om de toegang tot het programma Video Client te controleren.
Groepen Camera's,
Geef aan welke camera's, digitale ingangen en
Digitale ingangen,
relais vermeld worden in Video Client en
Relais
definieer de bijbehorende toegangsrechten.
Opdrachttabbladen
De tabbladen tonen een lijst met alle camera's, digitale ingangen of relais die aan het systeem zijn toegewezen.
Toegang tot
Specificeer de toegangsrechten voor de
tabbladen
camera's, digitale ingangen en relais die worden vermeld in Video Client. Aan iedere gebruiker wordt standaard het hoogste bevoegdheidsniveau toegekend.
Groep Toepassing Tabblad Toepassing Pad voor
Selecteer het pad naar de map waarnaar Video
handmatige
Client handmatige opnamen gaat exporteren.
opname
Als u hier niets invoert, wordt de volgende standaardinstelling gebruikt: %current user%\My Documents\Bosch\VideoCli ent\Recording
Maximum
Selecteer de maximale harde
schijfgebruik
schijfgeheugenruimte die zal worden gebruikt
[GB]
voor handmatige opnamen. Als u hier niets invoert, wordt als standaardinstelling 10 gebruikt.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
36
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Opnamen wissen
Activeer deze optie, indien de bestaande
als het maximum
opnamen moeten worden overschreven, nadat
schijfgebruik
de maximale geheugencapaciteit is bereikt.
wordt overschreden Pad voor
U hebt de keuze of u gebruikersacties in het
logboekregistrati
logboek wilt registreren.
e van acties
Selecteer het pad selecteren naar de map waarin de logboeken moeten worden opgeslagen. Opmerking: als het veld hier leeg blijft, kunnen er geen gebruikersacties in de logboeken worden geregistreerd.
Gebruikersacties
Activeer deze optie als de gebruikersacties
worden
moeten worden geregistreerd in het logboek.
geregistreerd IntuiKey COM-
Als het programma bediend wordt via een
poort
IntuiKey bedieningspaneel, voer dan hier het nummer van de COM-poort in.
Tabblad Licenties
Op deze pagina kunt u de informatie vinden over licenties voor camerakanalen in BVC (Bosch Video Client). Een BVC installatie heeft standaard 16 camerakanalen. U kunt extra kanalen inschakelen door een licentie te kopen. Zie voor meer informatie de Quick Install Guide for BVC (alleen in het Engels).
Host-ID
De host-ID die nodig om een licentie te installeren voor extra camerakanalen voor BVC wordt hier weergegeven.
Aantal camera's
Het aantal ingeschakelde camerakanalen wordt hier weergegeven.
Licentie
Opent het dialoogvenster Licentiebestand
toevoegen...
toevoegen voor de installatie van een licentiebestand voor extra camerakanalen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
Opnamen wissen
Activeer deze optie, indien de bestaande
als het maximum
opnamen moeten worden overschreven, nadat
schijfgebruik
de maximale geheugencapaciteit is bereikt.
37
wordt overschreden Pad voor
U hebt de keuze of u gebruikersacties in het
logboekregistrati
logboek wilt registreren.
e van acties
Selecteer het pad selecteren naar de map waarin de logboeken moeten worden opgeslagen. Opmerking: als het veld hier leeg blijft, kunnen er geen gebruikersacties in de logboeken worden geregistreerd.
Gebruikersacties
Activeer deze optie als de gebruikersacties
worden
moeten worden geregistreerd in het logboek.
geregistreerd IntuiKey COM-
Als het programma bediend wordt via een
poort
IntuiKey bedieningspaneel, voer dan hier het nummer van de COM-poort in.
Tabblad Licenties
Op deze pagina kunt u de informatie vinden over licenties voor camerakanalen in BVC (Bosch Video Client). Een BVC installatie heeft standaard 16 camerakanalen. U kunt extra kanalen inschakelen door een licentie te kopen. Zie voor meer informatie de Quick Install Guide for BVC (alleen in het Engels).
Host-ID
De host-ID die nodig om een licentie te installeren voor extra camerakanalen voor BVC wordt hier weergegeven.
Aantal camera's
Het aantal ingeschakelde camerakanalen wordt hier weergegeven.
Licentie
Opent het dialoogvenster Licentiebestand
toevoegen...
toevoegen voor de installatie van een licentiebestand voor extra camerakanalen.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
38
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Opnamen wissen
Activeer deze optie, indien de bestaande
als het maximum
opnamen moeten worden overschreven, nadat
schijfgebruik
de maximale geheugencapaciteit is bereikt.
wordt overschreden Pad voor
U hebt de keuze of u gebruikersacties in het
logboekregistrati
logboek wilt registreren.
e van acties
Selecteer het pad selecteren naar de map waarin de logboeken moeten worden opgeslagen. Opmerking: als het veld hier leeg blijft, kunnen er geen gebruikersacties in de logboeken worden geregistreerd.
Gebruikersacties
Activeer deze optie als de gebruikersacties
worden
moeten worden geregistreerd in het logboek.
geregistreerd IntuiKey COM-
Als het programma bediend wordt via een
poort
IntuiKey bedieningspaneel, voer dan hier het nummer van de COM-poort in.
Tabblad Licenties
Op deze pagina kunt u de informatie vinden over licenties voor camerakanalen in BVC (Bosch Video Client). Een BVC installatie heeft standaard 16 camerakanalen. U kunt extra kanalen inschakelen door een licentie te kopen. Zie voor meer informatie de Quick Install Guide for BVC (alleen in het Engels).
Host-ID
De host-ID die nodig om een licentie te installeren voor extra camerakanalen voor BVC wordt hier weergegeven.
Aantal camera's
Het aantal ingeschakelde camerakanalen wordt hier weergegeven.
Licentie
Opent het dialoogvenster Licentiebestand
toevoegen...
toevoegen voor de installatie van een licentiebestand voor extra camerakanalen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
39
Gebruikersbeheer implementeren LET OP! Gebruik in het wachtwoord geen speciale tekens zoals &. Speciale tekens worden niet ondersteund voor het wachtwoord en kunnen de toegang tot het programma onmogelijk maken. Opmerking: Als u een wachtwoord heeft vastgesteld voor de administrator van de gebruiker, moet dit wachtwoord iedere keer dat de database wordt geopend, worden ingevoerd. Gebruikers toevoegen en gebruikersrechten definiëren: 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Video Client in boomstructuur > groep Gebruikersbeheer.
2.
U kunt een nieuwe gebruiker creëren door op Toevoegen... te klikken. Er verschijnt een dialoogvenster.
3. 4.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Voor de omschrijving van de individuele gebruikersrechten selecteert u de relevante naam in de lijst van gebruikers en activeert of deactiveert u de vereiste opties onder Rechten:
Opnamen afspelen
De gebruiker kan opnamen afspelen in Video Client
Opnamen exporteren De gebruiker kan opnamen exporteren naar Video Client Opnamen
De gebruiker kan opnamen wissen in
verwijderen
Video Client
Tekstweergave
De gebruiker kan gegevens weergeven
toestaan
van ATM/POS apparaten
Toepassing sluiten
De gebruiker kan de applicatie Video Client sluiten
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
40
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Volledig scherm
De gebruiker kan de volledige
afsluiten
schermweergave sluiten in Video Client
Lokaal opnemen
De gebruiker kan opnamen maken op
toestaan
de lokale PC
5.
Om een gebruiker te verwijderen, selecteert u een naam in de gebruikerslijst en klikt u op Verwijderen.
Componenten selecteren 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Video Client in boomstructuur > groep Camera's/Digitale ingangen/Relais > tabblad Volgorde.
2.
Selecteer de componenten die moeten worden vermeld in Video Client. Het opdrachtsoort in deze lijsten komt overeen met die van de lijst in Video Client.
3.
Klik op de knoppen Begin, Omhoog, Omlaag en Einde om de positie van een geselecteerde component in de lijst te wijzigen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
41
Toegangsrechten specificeren 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Video Client in boomstructuur > groep Camera's/Digitale ingangen/Relais > tabblad Toegang.
Voor het wijzigen van de toegangsrechten van een gebruiker, klikt u met de linkermuisknop op de betreffende tabelcel totdat het gewenste bevoegdheidsniveau is geselecteerd.
Om aan een gebruiker hetzelfde bevoegdheidsniveau toe te kennen voor alle componenten of andersom, klikt u met de rechtermuisknop op de betreffende kolom of rijkoptekst en selecteert u het gewenste bevoegdheidsniveau.
Cameratoegang PTZ-configuratie
De gebruiker kan de PTZinstellingen configureren
PTZ-bediening
De gebruiker kan de camera bedienen
Alleen weergave
De gebruiker kan videobeelden weergeven
Toegang geweigerd
De gebruiker heeft geen toegang tot de camera
Digitale ingangstoegang, Relaistoegang Besturing
De gebruiker kan de component
toegestaan
bedienen
Alleen weergave
De gebruiker kan de component weergeven
Toegang geweigerd
De gebruiker heeft geen toegang tot de component
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
42
nl | Werken met Configuration Manager
5.3
Basisfuncties
5.3.1
Netwerkscan
Configuration Manager 4.2
De netwerkscan wordt uitgevoerd via het hoofdtabblad Netwerk . De scan wordt automatisch gestart telkens wanneer Configuration Manager wordt geopend en wordt, met de standaardinstellingen, met regelmatige tussenpozen herhaald. De netwerkscan is niet alleen bedoeld om alle compatibele apparaten in het netwerk op te sporen. Bij elke scan wordt ook de status van een apparaat opgevraagd. Deze wordt vervolgens aangegeven met een pictogram vóór het desbetreffende apparaat. Schakel de optie Continu netwerk scannen uit als u deze functie niet wilt gebruiken. Houd er rekening mee dat de status van de apparaten dan ook niet regelmatig gecontroleerd wordt. 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Configuration Manager in boomstructuur > tabblad Netwerkscan.
2.
Schakel Continu netwerk scannen uit.
Ongeacht de standaardinstelling kunt u een netwerkscan op ieder gewenst moment handmatig starten. 1.
Selecteer het hoofdtabblad Netwerk.
2.
Klik op de knop Vernieuwen onder het hoofdtabblad.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.2
Werken met Configuration Manager | nl
43
Toegang krijgen tot het apparaat Als een apparaat momenteel niet met het systeem communiceert, bijvoorbeeld omdat het slechts tijdelijk bereikbaar is (verbinding via ISDN) of omdat een firewall de communicatie blokkeert, ziet u de bijbehorende informatie in het weergavevenster.
In dit geval biedt Configuration Manager verschillende instellingsopties om opnieuw communicatie tot stand te brengen. IP-adres De communicatie kan mislukken, doordat het IP-adres van het apparaat gewijzigd is (bijvoorbeeld via de webbrowserweergave van het apparaat) en Configuration Manager nog steeds gebruikmaakt van het oude IP-adres om de verbinding tot stand te brengen. 1.
Selecteer het hoofdtabblad Netwerk.
2.
Klik op de knop Vernieuwen onder het tabblad. Configuration Manager doorzoekt het netwerk naar apparaten en geeft ze weer met de bijbehorende huidige instellingen.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
44
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Apparaattoegang Als een firewall de communicatie tussen het apparaat en Configuration Manager blokkeert, kunt u het transmissieprotocol wijzigen: 1.
Schakel de modus Geavanceerd in via menu Bestand >
2.
Selecteer hoofdtabblad Apparaten > groep Algemeen >
Modus Geavanceerd, indien deze modus nog niet actief is. tabblad Toegang unit. 3.
Selecteer in de sectie Toegang apparaat het transmissieprotocol in de keuzelijst Protocol. –
Standaard UDP-transmissie via een niet-gespecificeerde poort.
–
HTTP TCP-transmissie via een vooraf ingestelde poort
–
HTTPS TCP-transmissie via een vooraf ingestelde poort
4.
Als u HTTP of HTTPS als protocol hebt geselecteerd, moet u de poort instellen in overeenstemming met de instellingen die zijn opgeslagen in het apparaat.
5.
In het veld Verificatie kunt u een wachtwoord instellen voor een gebruikersnaam van het relevante apparaat. Dit betekent dat Configuration Manager automatisch toegang heeft tot het apparaat wanneer er een verbinding tot stand wordt gebracht, zonder dat de wachtwoordbeveiliging iedere keer moet worden uitgeschakeld.
LET OP! Gebruik in het wachtwoord geen speciale tekens zoals &. Speciale tekens worden niet ondersteund voor het wachtwoord en kunnen de toegang tot het apparaat onmogelijk maken.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.3
Werken met Configuration Manager | nl
45
Apparaatinformatie Met Configuration Manager hebt u gemakkelijk toegang tot alle apparaten in het netwerk en u kunt snel over alle door u van ieder afzonderlijk apparaat benodigde informatie met een duidelijke indeling beschikken. U kunt dit op een van de volgende manieren doen: –
De hoofdtabbladen Netwerk en Apparaten (en het tabblad Camera's , waar dit wordt weergegeven) tonen extra informatie (bijvoorbeeld IP-adressen) voor alle apparaten in de lijst. Schuif naar rechts of maak het venster van het hoofdtabblad breder, zodat u alle details kunt bekijken.
–
In de informatiebalk boven het weergavevenster worden naam, apparaattype en IP-adres weergegeven. Voor hardware wordt hier ook informatie weergegeven over de processorbelasting, netwerkverbinding en opnamestatus.
–
Het venster Apparaatgegevens geeft informatie over hardware, configuratie en verbinding voor het geselecteerde apparaat weer. U opent dit venster vanuit het snelmenu of via het pictogram in de werkbalk.
–
De tabbladen in het weergavevenster tonen alle configuratie-instellingen (vergelijkbaar met de webbrowserweergave voor het betreffende apparaat). Het aantal weergegeven tabbladen hangt af van de vraag of u in de basismodus of in de geavanceerde modus werkt.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
46
nl | Werken met Configuration Manager
5.3.4
Configuration Manager 4.2
Apparaattoewijzer U kunt alle apparaten configureren via het hoofdvenster Netwerk . Het is ook mogelijk apparaten toe te wijzen aan het systeem door deze toe te voegen aan het hoofdtabblad Apparaten . De configuratie wordt hierdoor vereenvoudigd, omdat u zich kunt beperken tot een relevante selectie van beschikbare apparaten en de toegewezen apparaten duidelijk kunt rangschikken in groepen. Voordat u gaat werken met Video Client moet u de toewijzing voltooid hebben, aangezien het programma alleen toegang heeft tot apparaten die aan het systeem zijn toegewezen. 1.
Klik in de werkbalk op het pictogram Apparaattoewijzer . Het dialoogvenster Apparaattoewijzer wordt geopend. Alle in het netwerk gedetecteerde apparaten worden links in het dialoogvenster getoond en de apparaten die aan het systeem zijn toegewezen, worden aan de rechterzijde weergegeven.
2.
Sleep met de muis de nog niet-toegewezen apparaten die u nu wilt gaan toewijzen van de linker- naar de rechterzijde van het venster.
3.
Klik op OK. De apparaten worden in het systeem geïntegreerd. Het dialoogvenster Apparaattoewijzer wordt gesloten. Indien er geen apparaat kan worden geïntegreerd, verschijnt er een waarschuwingsmelding.
Opmerking: in het dialoogvenster Apparaattoewijzer kunt u de gegevenslijst sorteren door op de desbetreffende tabelkop te klikken.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
47
Een niet-vermeld apparaat toewijzen In het dialoogvenster Apparaattoewijzer kunt u apparaten aan het systeem toewijzen die bij de netwerkscan niet zijn gedetecteerd, bijvoorbeeld omdat ze bij een ander subnet horen of nog niet zijn ingeschakeld. 1.
Klik met de rechtermuisknop in het gedeelte Toegewezen apparaten van het venster. Het snelmenu verschijnt.
2.
Selecteer de opdracht Nieuw apparaat... in het snelmenu. Het dialoogvenster Apparaat-editor wordt weergegeven.
3.
Geef de URL op (bijvoorbeeld het IP-adres met het poortnummer) van het apparaat. Het IP-adres moet eerder zijn ingesteld op het apparaat.
4.
Kies
in het veld Type of selecteer het apparaattype in de lijst van ondersteunde apparaten. Wanneer u een ISDN-compatibel apparaat selecteert, wordt het veld voor het telefoonnummer ook geactiveerd.
5.
Voer het telefoonnummer voor de ISDN-verbinding in wanneer u een apparaat met een ISDN-lijn wilt aansluiten.
6.
Klik op OK. Het apparaat wordt rechts in het venster vermeld.
AANWIJZING! Er kunnen alleen ondersteunde apparaten worden toegewezen. De toewijzing wordt pas uitgevoerd wanneer u in het dialoogvenster Apparaattoewijzer ook op OK klikt. In de lijst op het hoofdtabblad worden deze apparaten met een rode cirkel met kruis aangegeven, totdat er in het netwerk een verbinding mee gemaakt kan worden. Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
48
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Groepen maken Met het snelmenu in het dialoogvenster Apparaattoewijzer kunt u de apparaten in de lijst overzichtelijk onderbrengen in groepen, bijvoorbeeld gesorteerd op locaties. 1.
Klik met de rechtermuisknop in het gedeelte Toegewezen apparaten van het venster. Het snelmenu verschijnt.
2.
Selecteer de opdracht Nieuwe groep... in het snelmenu.
3.
Voer een naam in voor de nieuwe groep.
4.
Klik op OK. De groep wordt in de lijst weergegeven.
De naam van de groep kunt u later wijzigen. De opdracht Naam wijzigen in het snelmenu is hiervoor beschikbaar. 5.
Sleep met de muis een apparaat van de lijst naar de groepsnaam. Het apparaat wordt aan de groep toegevoegd en onder de bijbehorende naam vermeld.
6.
Wanneer er per ongeluk apparaten zijn toegevoegd, kunnen deze eenvoudig door slepen en neerzetten uit de groep worden verwijderd.
7.
Klik op OK. De indeling van de groep wordt weergegeven met een boomstructuur in het hoofdtabblad.
U kunt ook subgroepen maken door in het dialoogvenster Apparaattoewijzer een groep naar de naam van een andere groep te slepen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
49
Extra opties voor toewijzing van een apparaat –
U kunt ook de opdracht Nieuw apparaat... direct selecteren in het snelmenu van het hoofdtabblad Apparaten .
–
Het snelmenu van het hoofdtabblad Netwerk bevat de opdracht Toevoegen aan systeem... voor een geselecteerd apparaat. Er wordt een dialoogvenster geopend, waarin u het apparaat aan een groep kunt toewijzen. U kunt hiervoor een bestaande groep selecteren of een nieuwe groep maken. Laat het veld open als u het apparaat niet aan een groep wilt toewijzen.
Apparaattoewijzingen wissen U kunt op elk moment apparaten uit het systeem verwijderen door de toewijzing te verwijderen. De apparaten worden dan niet langer weergegeven in het hoofdtabblad Apparaten en zijn niet meer toegankelijk in Video Client. 1.
Klik in de werkbalk op het pictogram Apparaattoewijzer . Het dialoogvenster Apparaattoewijzer wordt geopend.
2.
Sleep met ingedrukte muisknop een apparaat in het venster van rechts naar links of kies Verwijderen in het snelmenu.
3.
Klik op OK. Het apparaat verschijnt niet meer in de lijst van het hoofdtabblad en wordt niet langer weergegeven in Video Client.
Groepen kunnen op dezelfde manier worden verwijderd. Wanneer u een groep verwijdert, kunt u ook de toewijzing van alle apparaten verwijderen die u aan die groep hebt toegewezen.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
50
nl | Werken met Configuration Manager
5.3.5
Configuration Manager 4.2
Apparaten configureren met Configuratie-wizard De Configuratie-wizard helpt u om binnen het netwerk snel en eenvoudig apparaten te configureren voor basisgebruik. 1.
Selecteer Extra > Configuratie-wizard... in het menu. De Configuratie-wizard leidt u in acht stappen door het configuratieproces.
2.
Wachtwoorden U heeft de optie om universele, systeemomvattende wachtwoorden toe te wijzen voor de drie gespecificeerde gebruikersgroepen. Als u dat niet wilt, laat u de invoervelden leeg. De wachtwoorden voor de systeemgebruikerniveaus zijn gekoppeld aan de systeemcomponenten. Wanneer u toegang tot een apparaat wilt, wordt bijvoorbeeld het wachtwoord voor de gebruiker administrator gebruikt voor het toegangsniveau service, terwijl het wachtwoord voor gebruiker operator wordt gebruikt voor toegangsniveau user.
Bevoegdheids-
Configuration
niveau
Manager
BVIP-apparaat
hoogste
administrator
service
medium
operator
user
laagste
live
live
LET OP! Gebruik in het wachtwoord geen speciale tekens zoals &. Speciale tekens worden niet ondersteund voor het wachtwoord en kunnen de toegang tot het apparaat onmogelijk maken. 3.
Recorder Selecteer of er lokaal opnamen moeten worden gemaakt op de apparaten (bijvoorbeeld op een SD-kaart) of dat dit met een recorder moet gebeuren. Voor het maken van opnamen met een recorder moet het relevante IP-adres worden ingevoerd of het adres van een geconfigureerde recorder uit de lijst worden geselecteerd.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
4.
Werken met Configuration Manager | nl
51
Apparaatselectie Alle in het netwerk gedetecteerde apparaten zijn in een lijst weergegeven. Als u een van de apparaten niet wilt configureren met de wizard, schakel dan het selectievakje naast het item uit door erop te klikken. Opmerking: Niet alle apparaten ondersteunen configuratie via DHCP. Klik indien nodig op Bijwerken om deze apparaten achteraf handmatig te configureren.
5.
Netwerk Activeer de optie DHCP gebruiken als alle apparaten DHCP ondersteunen en u IP-adressen op deze wijze automatisch wilt toewijzen. Een andere mogelijkheid is om een IP-adresbereik in te voeren. Dit moet voldoende IP-adressen bevatten voor alle apparaten die moeten worden geconfigureerd.
6.
Datum en tijd Selecteer of de datum en tijd moeten worden overgenomen van de instellingen op uw PC of van een SNTP-server. Reset zo nodig de systeemtijd en datum op uw PC of voer het IP-adres van een SNTP-server in.
7.
Videokwaliteit U beschikt nu over de optie om de kwaliteit van de videogegevens voor alle apparaten te specificeren. De relevante instellingen voor elk apparaat worden automatisch uitgevoerd.
8.
Opname U heeft nu de optie om een uniforme opnameplanner voor alle apparaten te kiezen. Als er geen opnamen gepland hoeven te worden, moet u de Uit modus kiezen voor elk opnameprofiel.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
52
nl | Werken met Configuration Manager
9.
Configuration Manager 4.2
Overzicht Er wordt een overzicht van de geselecteerde instellingen weergegeven. Als u individuele instellingen wilt wijzigen , klikt u op < Vorige om stap voor stap terug te gaan in de wizard. Klik op Toepassen om de apparaten te configureren volgens de geselecteerde instellingen. Klik op Annuleren om de wizard te annuleren.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.6
Werken met Configuration Manager | nl
53
Apparaatconfiguratie via het weergavevenster Het weergavevenster voor de hoofdtabbladen Netwerk, Apparaten en Camera's toont een reeks tabbladen, waarvan aantal en inhoud afhankelijk zijn van de apparaten die in de lijst zijn geselecteerd en van de modus (basis of geavanceerd) waarin u werkt. De modus Geavanceerd activeren of uitschakelen:
Selecteer menu Bestand > Modus Geavanceerd.
De tabbladen kunnen worden gebruikt om de configuratieinstellingen uit te voeren die het apparaat ook in de webbrowser-weergave biedt, waarvan sommige een enigszins afwijkende samenstelling hebben.
Vanwege het grote aantal mogelijke instellingen worden niet alle details hier behandeld. Hieronder staan slechts enkele voorbeelden van de configuratie-opties: –
Weergavestempel (cameranaam, tijdsstempel) aan of uit
–
Encoderprofielen maken
–
Configuratie van uitgang naar een analoge monitor (decoder)
–
Alarmconfiguratie
–
Planning van lokale opnamen etc.
Uitvoerige informatie over de configuratieopties van een apparaat vindt u in de bijbehorende apparaatdocumentatie en de online Help in de desbetreffende webbrowserweergave.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
54
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Wijzigingen aanbrengen 1.
Selecteer het apparaat in het hoofdtabblad.
2.
Als u in de geavanceerde modus werkt, klikt u op een
3.
Klik op het tabblad voor het gebied dat u wilt bewerken.
4.
Breng de gewenste wijzigingen aan.
5.
Klik op het pictogram Opslaan
groep om alle bijbehorende tabbladen weer te geven.
in de werkbalk om
nieuwe instellingen op te slaan. De gewijzigde instellingen voor dat tabblad zijn nu opgeslagen. U kunt op een ander tabblad klikken om meer instellingen voor dit apparaat te wijzigen of een ander apparaat te bewerken. Opmerking: sommige instellingen (bijvoorbeeld Apparaattijd) kunnen alleen worden gewijzigd als het apparaat op dat moment niet opneemt. Stop indien nodig eerst alle opnamen voordat u wijzigingen aanbrengt.
5.3.7
Opmerkingen over meervoudige configuratie U kunt verschillende apparaten selecteren en daarna tegelijkertijd de instellingen voor alle geselecteerde apparaten invoeren. Op deze manier kunnen CCTV-sytemen snel en efficiënt worden geconfigureerd. 1.
Selecteer een van de volgende apparaten die u wilt configureren in het hoofdtabblad Netwerk Apparaten of Camera's .
2.
Druk op de toets Ctrl en selecteer de andere apparaten die u wilt configureren door erop te klikken of druk op de toets Shift en klik vervolgens op een ander apparaat om alle items te selecteren die tussen de twee geselecteerde apparaten liggen. Een groep kan worden geselecteerd via het snelmenu. De invoergegevens voor de geselecteerde apparaten hebben een gekleurde achtergrond.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
3.
Werken met Configuration Manager | nl
55
Selecteer in het weergavevenster het tabblad waarin u wijzigingen wilt aanbrengen. Voor de volgende speciale functies zijn er diverse selectiemogelijkheden: –
Invoervelden die alleen voor afzonderlijke apparaten (bijvoorbeeld IP-adres apparaat) kunnen worden geblokkeerd.
–
Invoervelden waarin de instellingen voor de geselecteerde apparaten anders zijn vanwege hun type (bijvoorbeeld de opnameplanning voor verschillende videozenders) zijn geblokkeerd.
–
In invoervelden waarin voor alle geselecteerde apparaten reeds dezelfde instellingen zijn ingevoerd, staan deze instellingen.
–
In invoervelden met andere items voor de geselecteerde apparaten staat M <meerdere> of M.
–
Opties die alleen voor sommige van de geselecteerde apparaten zijn geactiveerd (gecontroleerd) worden aangegeven met een groen vierkant.
4. 5.
Wijzig de instellingen zoals u wilt. Klik op het pictogram Opslaan
op de werkbalk om de
wijzigingen te bevestigen. In de invoervelden waarin eerder <meerdere> of M stond, wordt nu een uniforme waarde weergegeven. 6.
Herhaal de stappen 3 t/m 5 voor alle tabbladen die u wilt wijzigen.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
56
nl | Werken met Configuration Manager
5.3.8
Configuration Manager 4.2
Tabelweergave De tabelweergave biedt de optie van een overzichtweergave van specifieke instellingen voor afzonderlijk geselecteerde apparaten in de vorm van een duidelijk gestructureerde tabel. Deze tabel kan worden geëxporteerd in *.csv-indeling. 1.
Selecteer in een van de hoofdtabbladen Netwerk, Apparaten of Camera's een of meer apparaten of camera's.
2.
Klik in de werkbalk op het pictogram Tabelweergave
.
De Tabelweergave wordt geopend.
De tabel bevat een kolom waarin alle eerder gemarkeerde apparaten en camera's worden weergegeven.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
3.
Werken met Configuration Manager | nl
57
Sleep met de muis de namen van de gewenste instelparameters vanuit de verschillende tabbladen naar de tabel.
Er wordt een nieuwe kolom gemaakt in de tabel voor de parameter. Deze toont de waarde van elk van de geselecteerde apparaten en camera's.
4.
U kunt zo kolommen blijven toevoegen aan de tabel, totdat alle gewenste parameters in deze weergave beschikbaar zijn. Niet alle parameters kunnen worden toegevoegd aan de weergave.
5.
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en markeer meer apparaten of camera's in het hoofdtabblad om deze toe te voegen aan de tabelweergave.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
58
nl | Werken met Configuration Manager
6.
Configuration Manager 4.2
Klik in een veld in de tabel. U kunt hier rechtstreeks parameters instellen voor afzonderlijke apparaten of camera's.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
59
Werkbalk in de tabelweergave Instellen
Slaat wijzigingen op die u hebt uitgevoerd in de instellingen voor apparaten en camera's binnen de tabelweergave
Exporteren
Exporteert de tabel in *.csv-indeling
Opnieuw
Laadt de oorspronkelijke weergave
laden
opnieuw. U kunt hierdoor alle wijzigingen ongedaan maken.
Kopiëren
Kopieert der tabel naar het klembord
Bovenste
De tabelweergave wordt altijd als bovenste venster weergegeven. Schakel deze optie indien nodig in voordat u parameters uit de tabbladen naar de tabel sleept.
Sjabloon
Laadt een sjabloon van de tabel of sla deze op.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
60
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
Extra opties in de tabelweergave –
Tabel sorteren Klik op een kolomkop om de tabel te sorteren.
–
Snelmenu voor apparaten Klik met de rechtermuisknop op een van de items. Er worden opties geboden die sterk vergelijkbaar zijn met die in het hoofdtabblad.
–
Kolom verwijderen Klik met de rechtermuisknop op een kolomkop en selecteer Kolom verwijderen.
–
Alle kolommen verwijderen Klik met de rechtermuisknop op de linker kolomkop Apparaat en selecteer Alle kolommen verwijderen. De selectie voor de apparaten en camera's blijft ongewijzigd.
–
Kolom verplaatsen Houd de rechtermuisknop ingedrukt en sleep een kolomkop om de hele kolom naar een andere positie te verplaatsen.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.9
Werken met Configuration Manager | nl
61
Bewaking apparaatstatus De apparaatstatusmonitor geeft voor de geselecteerde apparaten een dialoogvenster weer met statusinformatie die anders door middel van pictogrammen helemaal rechts in de informatiebalk wordt weergegeven. 1.
Selecteer in een van de hoofdtabbladen Netwerk, Apparaten of Camera's een of meer apparaten of camera's.
2.
Klik in het menu Extra op Bewaking apparaatstatus.... Het dialoogvenster Bewaking apparaatstatus wordt geopend.
3.
Klik op Selectie in de menubalk of op
in de werkbalk.
Voor ieder geselecteerd apparaat zijn de pictogrammen van de informatiebalk in een klein vak weergegeven. 4.
Beweeg de muis over de pictogrammen om informatie te bekijken over processorbelasting, netwerkverbinding en opnamestatus: –
Het pictogram aan de linkerkant geeft de invloed van de afzonderlijke functies op de encoderbelasting weer als een percentage. Bij apparaten met twee
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
62
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
processoren wordt voor elke processor een apart pictogram weergegeven. –
Het pictogram aan de rechterkant geeft het netwerkverbindingstype en de snelheid van het uitgaande (UL = Uplink) en inkomende (DL = Downlink) dataverkeer weer.
–
Informatie over de opnamestatus staat helemaal rechts: Groen gemarkeerde info: opname actief Rood gemarkeerde info: fout Oranje gemarkeerde info: opnameplanner actief, geen lopende opnamen Grijs gemarkeerde info: opnameplanner niet actief, geen lopende opnamen
5.
Om de informatie voor de andere apparaten weer te geven, moet u de selectie in het hoofdtabblad wijzigen en op Selectie klikken in het dialoogvenster.
6.
Om de weergave opnieuw in te delen, moet u op Sorteren klikken en de categorie selecteren waarop u wilt sorteren. Als u opnieuw klikt , wordt de sorteervolgorde omgekeerd.
7.
Klik in het menu Weergave op Werkbalk weergeven om een werkbalk weer te geven die snelle toegang geeft tot de verschillende menuopties.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.10
Werken met Configuration Manager | nl
63
iqn-Mapper Bosch iqn-Mapper is een tool die wordt gebruikt om clients voor weergave van opnamen aan NetApp iSCSI systemen te koppelen. De koppeling is nodig om de videogegevens af te spelen die opgeslagen zijn in de NetApp iSCSI systemen. Het is niet nodig om videogegevens af te spelen die op andere iSCSIsystemen zijn opgeslagen en door Bosch of lokale opslagmedia (bijvoorbeeld harde USB-schijven of CF-kaarten) worden ondersteund. U hoeft de relevante apparaten niet te selecteren; want iqnMapper koppelt automatisch alleen de gegevens genoemd in het hoofdtabblad Apparaten die worden opgeslagen in de NetApp iSCSI-systemen. Dit betreft alle zenders die voor lokale opslag gebruik maken van NetApp iSCSI-systemen en ook voor alle VRM systemen. 1.
Selecteer Extra > iqn-Mapper.... Het dialoogvenster iqn-Mapper wordt geopend.
De eerste parameter wordt zoveel mogelijk automatisch bepaald. Meer invoergegevens zijn niet nodig. De tweede parameter Configuratie-wachtwoord (alleen zender) is alleen beschikbaar als iqn-Mapper de zender identificeert in het hoofdtabblad Apparaten dat door NetApp iSCSI-systemen voor lokale opslag wordt gebruikt. 2.
Als de tweede parameter beschikbaar is, voer dan het wachtwoord dat is vastgesteld voor gebruiker root in het NetApp iSCSI-station in.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
64
nl | Werken met Configuration Manager
3.
Configuration Manager 4.2
Klik op OK om het relevante wachtwoord in te voeren dat nodig om te kunnen starten met het koppelen voor het iSCSI-station. Ook voor het monitoren van de status via de voortgangsbalk kunt u extra informatie bekijken in het onderste gedeelte van het venster.
4.
Herhaal de stappen 2 en 3 voor alle root wachtwoorden in uw systeem. Als u ook stations hebt die niet met een wachtwoord zijn beveiligd, herhaal dan stap 3 en laat het veld Configuratie-wachtwoord (alleen zender) leeg.
5.
Als er geen tweede parameter beschikbaar is, klik dan gewoon op OK. De volledige toewijzingsprocedure verloopt automatisch.
6.
Als er geen foutmeldingen verschijnen in het onderste gedeelte van het venster volgt daaruit dat het koppelen met succes is voltooid. Klik op Sluiten.
U kunt nu de opgeslagen videogegevens afspelen op de PC. Het koppelen mag maar één keer plaatsvinden voor iedere PC die gebruikt wordt voor het afspelen van videobeelden. U hoeft alleen maar de procedure te herhalen voor het koppelen van elk nieuw iSCSI-station dat u aan uw systeem hebt toegevoegd.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.11
Werken met Configuration Manager | nl
65
Offline werken De functie Offline werken wordt gebruikt voor het volgende: –
Om configuratiegegevens van alle geselecteerde apparaten naar één PC te versturen, zodat deze gegevens lokaal kunnen worden bewerkt.
–
Om lokaal op één PC een back-up te maken van de configuratiebestanden van alle geselecteerde apparaten. Indien een apparaat door een ander van hetzelfde type wordt vervangen, kunnen de configuratiegegevens rechtstreeks naar het nieuwe apparaat worden overgebracht.
De functie Offline werken kan alleen worden gebruikt voor apparaten die aan het systeem zijn toegewezen. Deze apparaten staan vermeld in het hoofdtabblad Apparaten . De locatie wijzigen waar een back-up van de configuratiegegevens wordt bewaard: 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Configuration Manager in boomstructuur > tabblad Repository.
2.
Voer het pad naar de gewenste map op onder Databasemap.
Gegevens voor offline configuratie downloaden 1.
Selecteer menu Bestand > Offline werken. Indien een van de apparaten in het systeem offlineconfiguratie niet ondersteunt, krijgt u hiervan een melding. Klik op OK om door te gaan.
2.
In het volgende dialoogvenster kunt u kiezen of de huidige configuratiegegevens van alle apparaten in het systeem moeten worden opgeslagen in het lokale archief. Klik op Ja als u uw lokaal opgeslagen apparaatdatabase wilt updaten.
3.
In het dialoogvenster Instellingen downloaden staat een lijst met alle apparaten waarvoor op dit moment configuratiegegevens worden overgedragen.
4.
Klik op Start. Indien het niet mogelijk is om voor ieder apparaat alle gegevens over te dragen, wordt het aantal
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
66
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
gegevenspakketten dat niet is verzonden, vermeld in de kolom Mislukt . Wanneer de knop Annuleren wordt vervangen door de knop Sluiten , is de procedure voltooid. 5.
Klik op Sluiten. Indien de configuratiegegevens voor de afzonderlijke apparaten niet consistent zijn, verschijnt er een waarschuwingsmelding. U kunt op dat moment de procedure annuleren en online verder werken. Als u de waarschuwing negeert, werkt u offline verder. Offline verschijnt nu in de statusbalk:
6.
Configureer nu met Configuration Manager de apparaten offline. Alle wijzigingen die u nu wilt uitvoeren, worden alleen lokaal op uw computer opgeslagen.
Opmerking: Configuration Manager wordt altijd in de onlinemodus gestart. Als Configuration Manager werd afgesloten toen deze offline was, krijgt u de volgende keer dat u opstart een melding wanneer de configuratiebestanden in de repository verschillen van de huidige apparaatinstellingen. U kunt dan kiezen of u wilt uploaden. U kunt ook een overdracht voor een afzonderlijk apparaat uitvoeren, bijvoorbeeld om een lokale back-up te maken van de configuratie, voordat een apparaat wordt vervangen. 1.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat op het tabblad Netwerk of Apparaten.
2.
DOC | V1 | 2011.06
Kies in het snelmenu: Instellingen > Downloaden....
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
Werken met Configuration Manager | nl
67
Configuratiegegevens offline uploaden 1.
Selecteer Bestand > Online werken.
2.
Om de gewijzigde configuratiegegevens naar de geselecteerde apparaten te zenden, selecteert u deze apparaten in het hoofdtabblad Apparaten .
3.
Kies in het snelmenu: Instellingen > Uploaden.... De geselecteerde apparaten worden weergegeven in het dialoogvenster Instellingen uploaden.
4.
Klik op Start om de procedure te starten. Wanneer de knop Annuleren wordt vervangen door de knop Sluiten , is de procedure voltooid.
5.
Klik op Sluiten. Indien de configuratiegegevens voor de afzonderlijke apparaten niet consistent zijn, verschijnt er een waarschuwingsmelding. U kunt op dat moment de procedure annuleren en daarna offline verder werken. Als u de waarschuwing negeert, werkt u online verder.
De apparaten hebben nu de offline configuratie-instellingen en in de statusbalk verschijnt Online opnieuw:
Opmerking: Configuration Manager wordt altijd in de onlinemodus gestart. Als Configuration Manager werd afgesloten toen deze offline was, krijgt u de volgende keer dat u opstart een melding wanneer de configuratiebestanden in de repository verschillen van de huidige apparaatinstellingen. U kunt dan kiezen of u wilt uploaden.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
68
nl | Werken met Configuration Manager
5.3.12
Configuration Manager 4.2
Systeem-emulatie De complete systeemconfiguratie kan worden opgeslagen als een systeemimage en geëmuleerd met behulp van een andere Configuration Manager applicatie. Deze functie helpt u problemen te isoleren zonder dat het daarbij nodig is om het systeem binnen te gaan. Een image van het systeem opslaan 1.
Selecteer Extra > Image van systeem opslaan.... Het dialoogvenster Image van systeem opslaan wordt geopend.
2.
Kies de opslaglocatie en voer een naam in voor het bestand zip .
3.
Klik op Opslaan.
Een vreemd systeem emuleren 1.
Sla het zip bestand met daarin de image van het externe systeem op uw pc op.
2.
Selecteer Bestand > Extern systeem emuleren.... Een nieuw dialoogvenster opent waarin u de opslaglocatie en het imagebestand kunt selecteren.
3.
Klik op Open. De emulatie verloopt automatisch. Systeem-emulatie verschijnt nu in de statusbalk.
4.
Selecteer Bestand > Emulatie verlaten om naar uw eigen systeem terug te keren. Systeem-emulatie verschijnt niet meer in de .statusbalk.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.3.13
Werken met Configuration Manager | nl
69
Vervangen Indien apparaten moeten worden vervangen, kan de configuratie van de nieuwe apparaten automatisch worden uitgevoerd met de functie Vervangen. De functie Vervangen kan alleen worden gebruikt voor apparaten die aan het systeem zijn toegewezen. Deze apparaten staan vermeld in het hoofdtabblad Apparaten . 1.
Selecteer hoofdtabblad Systeem > Toepassingen in boomstructuur > Configuration Manager in boomstructuur > tabblad Repository.
2.
Voer onder Databasemap de locatie in waar een back-up van de configuratiegegevens wordt bewaard.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat op het hoofdtabblad Apparaten en selecteer Instellingen > Downloaden.... De configuratie-instellingen van het apparaat worden lokaal op uw pc opgeslagen.
4. 5.
Vervang het apparaat. Selecteer het hoofdtabblad Apparaten in Configuration Manager. Er wordt aangegeven dat het vervangen apparaat niet is geconfigureerd.
6.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Instellingen > Vervangen.... In het dialoogvenster Wizard Apparaat vervangen ziet u alle apparaten van hetzelfde type als het vervangen apparaat en waarvoor configuratiegegevens zijn opgeslagen.
7.
Selecteer het vervangende apparaat dat in plaats van het geselecteerde apparaat is geïnstalleerd.
8.
Klik op Volgende >. De automatische configuratie wordt gestart.
9.
Er volgt een melding indien de firmwareversie van het apparaat en het configuratiebestand verschillend zijn. U kunt een nieuwe firmwareversie naar het apparaat downloaden.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
70
nl | Werken met Configuration Manager
Configuration Manager 4.2
10. Klik opnieuw op Volgende >. Het dialoogvenster Apparaat vervangen wordt weergegeven met daarin de naam van het geselecteerde apparaat en extra informatie. 11. Klik op Start. De configuratiebestanden worden verzonden. Indien het niet mogelijk is om alle gegevens over te dragen, wordt het aantal gegevenspakketten dat niet is verzonden, vermeld in de kolom Mislukt . Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het apparaat opnieuw gestart, zodat de nieuwe instellingen van kracht worden. Wanneer de knop Annuleren wordt vervangen door de knop Sluiten , is de procedure voltooid. 12. Klik op Sluiten. Het dialoogvenster Wizard Apparaat vervangen verschijnt opnieuw. 13. Klik op Voltooid om de procedure te voltooien.
5.4 5.4.1
Werken met BVIP -firmware en firmwaremodules IVA / IVMD IVA (Intelligent Video Analysis) en IVMD (Intelligent Video Motion Detection) zijn modules die deel uitmaken van de firmware van het apparaat waarvoor een licentie vereist is. Ze zijn ingeschakeld in de groep Service in het tabblad Licenties van het relevante apparaat. De licentie geldt alleen voor het apparaat BVIP .
IVA en IVMD worden ingesteld voor exclusief
gebruik van Configuration Manager. Meer gedetailleerde informatie over IVA en IVMD en over de configuratie van deze firmwaremodules met gebruik van Configuration Manager vindt u in de aparte documentatie die u ontvangt bij de aanschaf van de licentie.
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Configuration Manager 4.2
5.4.2
Werken met Configuration Manager | nl
71
Video Client Configuration Manager is absoluut noodzakelijk om te kunnen werken met Video Client, aangezien dit programma de apparaten toewijst aan het systeem dat voor Video Client toegankelijk is. U kunt bovendien het hoofdtabblad Systeem gebruiken om de basisinstellingen te configureren voor het gebruik van Video Client. Raadpleeg ook de aparte documentatie over Video Client .
5.4.3
VRM Als u opnamen die beheerd worden door VRM met behulp van Video Client wilt afspelen, moeten de apparaten waarvoor de opnamen beschikbaar moeten zijn, worden toegewezen aan het systeem via Configuration Manager. Daarnaast moet een verbinding met de VRM server tot stand worden gebracht. Meer details vindt u in de aparte documentatie van VRM .
5.4.4
BVMS Voor BVMS is Configuration Manager in eerste instantie een hulpprogramma om het apparaat efficiënt te configureren, d.w.z. er wordt hoofdzakelijk gebruikgemaakt van de basisfuncties van het programma.
5.4.5
Monitor Wall Monitor Wall wordt door Configuration Manager gezien als een hardwaredecoder. Zodra een Monitor Wall op een PC met een IP-netwerkaansluiting wordt gebruikt, wordt deze na de netwerkscan toegevoegd aan de lijst. U kunt met Configuration Manager verschillende instellingen configureren, die in de aparte documentatie van Monitor Wall uitgebreider worden uitgelegd.
Bosch Security Systems
Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
Configuration Manager 4.2
Trefwoordenregister | nl
72
Trefwoordenregister A Apparaat beveiligd 21 gesynchroniseerde instellingen 54 groep toewijzen 48 IP-adres 43 niet bereikbaar 21 resetten 25 toegang krijgen 43 toewijzen 46 toewijzing wissen 49 vervangen 69 Apparaatstatus 21 Apparaatstatusmonitor 61 Apparaattoegang 43, 44 Apparaattoewijzer 46 apparaten groeperen 48
C Camera's 34 Communicatielogboek apparaat 33 COM-poort 36, 37, 38 Configuratiegegevens downloaden 65 opslaan 65 uploaden 67 Configuratie-wizard 50
D Database map 33 map opgeven 29 De software verwijderen 12 Downloaden 24
F firewall 44
Bosch Security Systems
gebruiker 22
H
Hangslot 22, 27 Help (menu) 16 Hoofdtabblad Camera's weergeven 20
I Indicator processorbelasting 18 Informatiebalk 18 IP-adresbereik 32 iqn-Mapper 16, 63 iSCSI-systeem 23, 63 IVA / IVMD 70
K L
Basismodus 7 BVIP 8
Extern systeem emuleren 68
G
Knipperen LED 25
B
E
Firmware uploaden 23
levensduur 22 Licentie 16 Logboekregistratie 30 LUN toewijzen 23
M Mappen opgeven 29 meerdere 18 Modus Geavanceerd 7 activeren 26, 53 Multicast 32
N Netwerkinstellingen apparaat 24 Netwerkscan 32 starten 42 uitschakelen 42
O
Offline 14, 65 Online 14, 67 Opnemen map opgeven 29 Installatie- en bedieningshandleiding
DOC | V1 | 2011.06
73
nl | Trefwoordenregister
Configuration Manager 4.2
Opslaglocatie systeembestanden 16
P Padlock 21 Pictogrammen 5 Programma starten 12
R RCP+ logboekregistratie 30
S Scan van schermafbeelding 15 Scaninterval 32 Schermafbeelding map opgeven 29 vernieuwingsinterval 33 service 22 Statusbalk 19 systeem weergave vernieuwen 42 Systeememulatie 68 System image saving 68
Video Client 35 componenten selecteren 40 gebruikersbeheer implementeren 39 logboekregistratie van gebruikersacties 36, 37, 38 opname 35 toegangsrechten specificeren 41 VRM 71
W Wachtwoord apparaat 21 Configuration Manager 32 iSCSI media 30 Webbrowserweergave 24, 25 Werkbalk 17 configureren 34 Wijzigingen aanbrengen 54
T Tabelweergave 56
U Uploaden 24
V Verbinding lokaal of server 19 Verificatie 22 Verificatie van sessie 22 Verificatie voor sessie instellen 22 Vernieuwen 42 Versienummers componenten 16 Vervangen 24
DOC | V1 | 2011.06
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
74
nl | Trefwoordenregister
DOC | V1 | 2011.06
Configuration Manager 4.2
Installatie- en bedieningshandleiding
Bosch Security Systems
Bosch Security Systems Werner-von-Siemens-Ring 10 85630 Grasbrunn Germany www.boschsecurity.com © Bosch Security Systems, 2011