Conceptie van een instrument: “Knipperlichten Psychosociale risico’s”
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
Prof. Jan Van Peteghem HIVA/Fac. Ingenieurswetenschappen
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
1. De onderzoeksopdracht
De onderzoeksopdracht Uitgeschreven door FOD WASO (lastenboek HUA/P/BB/MS/PSY15/2013/1) Doelstelling van de onderzoeksopdracht: “De doelstelling van dit project is het ontwerpen van een alarmindicator om de aanwezigheid van psychosociale risico’s op de werkvloer te detecteren. De te ontwikkelen tool zal gebruikt worden om de werkgever bewust te maken van de aanwezigheid van deze psychosociale risico’s in zijn/haar bedrijf, zodat hij/zij indien nodig de vereiste maatregelen kan treffen. De alarmindicator zal gebruik maken van reeds aanwezige indicatoren in het bedrijf (…). De tool moet betrouwbaar zijn zodat resultaten op deze tool enerzijds een momentweergave zijn van de aanwezigheid van psychosociale risico’s in het bedrijf maar anderzijds afgenomen over verschillende tijdstippen een indicatie geeft van de evolutie van de psychosociale risico’s in het bedrijf (stijging of daling; verandering van de aard van de risico’s..).”
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
3
De onderzoeksopdracht (2)
De onderzoeksequipe • Centre interdisciplinaire Droits fondamentaux et Lien social Université de Namur • Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) – KU Leuven)
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
4
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
2. Methodologie
Methodologie: afgewerkte fasen Fase 1. Literatuurstudie en informele bevraging van het veld Opstellen van een eerste blauwdruk voor de Knipperlichten
Fase 2. Discussie in drie expertengroepen Drie vergaderingen: Vlaanderen, Wallonië, Brussel
Fase 3. Aanpassen en afwerken van de tool Opstellen van een verder uitgewerkte blauwdruk voor de Knipperlichten
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
6
Methodologie: nog uit te voeren fasen (2)
Fase 4. Uittesten van de tool Praktische toepassing van de test in 20 ondernemingen, gespreid over verschillende bedrijfsgrootten, locaties en activiteitsectoren (10 F, 10 N)
Fase 5. Afwerking van de tool en eindrapportering
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
7
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
3. Basisprincipes
Basisconcepten
1. Differentiëring t.a.v. bestaande meetinstrumenten Er bestaan een groot gamma van tools voor het houden van een algemene risicoanalyse overheen de onderneming: - kwantitatieve methoden (vb. een stress-inventarisatie op basis van het Karasek-concept) - participatieve methoden (vb. Sobane) De tool “alarmindicator” moet zich hiervan differentiëren en kunnen ingezet worden in het kader van een pre-screening.
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
9
Basisconcepten (2) 2. Eigenheid van een alarmindicator respecteren
-
-
Een alarmindicator heeft als roeping*: relevante signalen aanbieden die toelaten om op een nauwkeuriger wijze de manifestaties van psychosociale risico’s binnen de onderneming te analyseren; de evolutie van de psychosociale risico’s opvolgen en de effectiviteit van de genomen preventieve maatregelen te beoordelen. Een alarmindicator is geen substituut voor een risicoanalyse, en ook geen onderzoek naar de conformiteit met de reglementering!
* “Identifier et prévenir les risques psychosociaux””, Secafi, F
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
10
Basisconcepten (3)
3. Gemakkelijke inzetbaarheid De Knipperlichten moeten cijfermatig materiaal inhouden dat normaliter binnen “elke” onderneming beschikbaar is of zou moeten zijn. Daarnaast moet er ruimte gelaten worden voor subjectieve evaluaties. Bovendien moet aandacht geschonken worden aan de verschillende “compartimenten” van de psychosociale risico’s: ongewenst grensoverschrijdend gedrag, het voorkomen van het post-traumatisch stress-syndroom, stress, mentale belasting, burn-out, middelenmisbruik.
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
11
Basisconcepten (4)
4. Veralgemeende bruikbaarheid De Knipperlichten moeten kunnen gebruikt worden in bedrijven en instellingen uit de diverse activiteitsectoren, van uiteenlopende grootte (nadruk op kleinere en middelgrote ondernemingen) en over het gehele Belgische grondgebied (beschikbaarheid in de twee landstalen).
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
12
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
4. Operationalisering
Operationalisering van de basisconcepten 1. Naar een meer aangepaste benaming van de “alarmindicator” Voorstel om de benadering “Knipperlichten” te noemen.
2. Knipperlichten in twee stukken een “light” gedeelte dat de meest belangrijke parameters bevraagt en eenvoudig in te vullen is op basis van een beperkt aantal gegevens (Module 1); een optioneel gedeelte dat een fijner pre-diagnostisch instrument inhoudt (Module 2), op basis van gegevens die meestal wat extra opzoekwerk vergen. . Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
14
Operationalisering van de basisconcepten (2) 3. Bevordering van de zelfredzaamheid van ondernemingen De Knipperlichten moet kunnen gehanteerd worden door ondernemingen in eigen beheer, dit is zonder tussenkomst van een gespecialiseerd preventieadviseur.
4. Bevorderen van het sociaal overleg en een participatieve aanpak Het moet de bedoeling zijn dat de Knipperlichten worden gescoord op basis van in principe één (in de praktijk wellicht twee) bijeenkomsten waarbij de diverse hiërarchische niveaus in de onderneming vertegenwoordigd zijn.
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
15
Operationalisering van de basisconcepten (3) 4. Bevorderen van het sociaal overleg en een participatieve aanpak (2) Dit gebeurt best in een taakgroep: voor grotere ondernemingen kan dit het Comité PBW zijn (of een werkgroep die in de schoot ervan wordt opgericht, al dan niet aangevuld met een steekproef van uitvoerende werknemers en hun eerstelijns-verantwoordelijken); voor kleinere ondernemingen kan dit een taakgroep zijn, bestaande uit een selectie van leidinggevenden, werknemers behorende tot diverse operationele eenheden en deskundigen (de interne preventieadviseur en andere).
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
16
Operationalisering van de basisconcepten (4) 5. Een score in termen van verkeerslichten De twee modules van de Knipperlichten moeten leiden tot één of andere vorm van score. Module 1 geeft een eerste score vertaald in groen, oranje en rood Module 2 hanteert een meer cijfermatig scoresysteem en leidt eveneens tot scores vertaald in groen, oranje en rood
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
17
Operationalisering van de basisconcepten (5)
Resultaat van Module 1
5. Een score in termen van verkeerslichten (2)
Groen: Module 2 niet onmisbaar Oranje: Module 2 wenselijk Rood: Module 2 noodzakelijk
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
18
Operationalisering van de basisconcepten (6) 6. Verduidelijking van de doelgroep
-
De Knipperlichten moeten kunnen worden gescoord door alle ondernemingen vanaf ongeveer 20 werknemers. Voor ondernemingen vanaf ongeveer 150 … 200 werknemers wordt het aanbevolen de Knipperlichten te scoren voor één bepaald onderdeel, bv.: een bepaalde werkeenheid of afdeling (bv. de productie, de onderhoudsafdeling, de boekhouding) een specifieke vestiging (in het geval van gedecentraliseerde instanties) één bepaalde beroepscategorie (bv. alle verpleegkundigen in een ziekenhuis)
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
19
Operationalisering van de basisconcepten (7)
7. Bruikbaarheid als periodiek meetinstrument De twee modules van de Knipperlichten (in de eerste plaats Module 2) kunnen gebruikt worden als jaarlijks meetinstrument.
Gebruik als Key Performance Indicator Gebruik als onderdeel van een balanced scorecard
8. Meetperiode In principe één werkjaar. Bedoelding: jaarlijkse herhaling.
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
20
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
5. Validatie
Uittesten van de benadering in 16 ondernemingen
Uittesten van beide modules en de handleiding in 8 Vlaamse en 8 Franstalige ondernemingen, gespreid over vijf sectoren en twee categorieën van bedrijfsgrootten. Beperkte wijzigingen. Algemeen erg positieve evaluatie.
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
22
esign Charles & Ray Eames - Hang it all © Vitra D
6. Blauwdruk van de twee modules en Handleiding
Module 1
Twaalf knipperlichten: 1. Ernstige arbeidsongevallen 2. Afwezigheden van lange duur om reden van ziekte 3. Herhaalde kortdurende afwezigheden wegens ziekte 4. Verloop 5. Interne personeelsmutaties 6. Wederrechtelijk ontslag 7. Aanvragen tot tussenkomsten inzake OGGW 8. Pogingen tot zelfmoord met een ondernemingsgebonden oorzaak
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
24
Module 1 (2) Twaalf knipperlichten (2): 9. Stakingen en aanverwante 10. PTSS 11. Middelenmisbruik 12. Belangrijke structuurveranderingen Scoresysteem: één knipperlicht per factor van aanwezigheid Resultaten: - tot 2 knipperlichten: groen - 3 of 4 knipperlichten: oranje - meer dan 4 knipperlichten: rood
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
25
Module 2
Puntensysteem verdeeld over vijftien parameters. Basis: subjectieve perceptie van een taakgroep inzake het belang en de evolutie van bepaalde deelgebieden. Maximale score is 65.
Resultaten: - score tussen 0 en 19: groen - score tussen 20 en 39: oranje - score boven 39: rood
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
26
Module 2 (2)
Vijftien parameters: 1. Arbeidsongevallen 2. Absenteïsme om reden van ziekte 3. Personeelsverloop 4. OGGW 5. PTSS door eigen personeel 6. Emotionele incidenten 7. Groepsconflicten 8. OGGW door derden
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
27
Module 2 (2)
Vijftien parameters (2): 9. Musculoskeletale aandoeningen 10. Respect voor diversiteit in de onderneming 11. Middelenmisbruik 12. Functioneren van personen met een opdracht inzake PSR 13. Sociaal overleg inzake PSR 14. Opleidingen/sensibilisering inzake PSR 15. Actieplan inzake PSR
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
28
Voorbeeld: parameter 10 (Diversiteitsbeleid) Hebt u er weet van dat personeelsleden verschillend behandeld worden om reden van persoonlijkheidskenmerken (ras, huidskleur, afkomst van de persoon, nationale of etnische oorsprong, nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, burgerlijke stand, geboorte, leeftijd, rijkdom, religieuze of filosofische overtuiging, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, fysieke dan wel genetische kenmerken of sociale afkomst)? Naar ons weten wordt elke werknemer op een gelijkaardige manier behandeld: 0 Wij zijn er niet zeker van dat elke werknemer met een minder courante godsdienstige overtuiging, van een andere seksuele geaardheid, van vreemde afkomst… in de praktijk altijd op dezelfde manier wordt behandeld als de andere collega’s: 1
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
29
Voorbeeld: parameter 10 (2) … De onderneming/werkeenheid maakt wel degelijk een onderscheid tussen werknemers op grond van kenmerken die niets te maken hebben met de arbeidsprestaties: 2
Zaten er, tussen de formele en informele aanvragen tot tussenkomst die in de loop van het voorgaande jaar werden geformuleerd, klachten die verwezen naar discriminatie? Neen: 0 Ja: 1
Maximaal aantal (straf)punten voor deze parameter: 3
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2014
30
De handleiding
Inhoud 1. Waarom deze Knipperlichten Psychosociale Risico’s? 2. Voor welke ondernemingen zijn de Knipperlichten bestemd? 3. Hoe beginnen we eraan? 4. Het scoren van de Knipperlichten-Module 1 5. Het scoren van de Knipperlichten-Module 2 6. En wat doen we nu met die Knipperlichten-score? Meer informatie?
Prov. Comité Oost-Vlaanderen, 16 dec. 2041
31