CRIV 52 COM 387
CRIV 52 COM 387
VOORLOPIGE VERSIE
VERSION PROVISOIRE
NIET CITEREN ZONDER BRONVERMELDING
NE PAS CITER SANS MENTIONNER LA SOURCE
De definitieve versie, op wit papier, bevat ook het tweetalige beknopt verslag. De bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen.
La version définitive, sur papier blanc, comprend aussi le compte rendu analytique bilingue. Les annexes sont reprises dans une brochure séparée.
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
INTEGRAAL VERSLAG
COMPTE RENDU INTEGRAL
COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag
mercredi
3-12-2008
3-12-2008
Namiddag
Après-midi
De teksten werden nog niet door de sprekers nagezien. Zij kunnen hun correcties schriftelijk meedelen vóór
Les textes n’ont pas encore été révisés par les orateurs. Ceux-ci peuvent communiquer leurs corrections par écrit avant le
8-12-2008, om 16 uur
8-12-2008, à 16 heures
aan de Dienst Integraal Verslag.
au Service du Compte rendu intégral.
Fax: 02 549 88 47 e-mail:
[email protected]
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
Fax: 02 549 88 47 e-mail:
[email protected]
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
cdH CD&V Ecolo-Groen! FN LDD MR N-VA Open Vld PS sp.a+Vl.Pro VB
centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen! Front National Lijst Dedecker Mouvement réformateur Nieuw-Vlaamse Alliantie Open Vlaamse Liberalen en Democraten Parti Socialiste socialistische partij anders + VlaamsProgressieven Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000
DOC 52 0000/000
QRVA
Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen) (PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft) plenum commissievergadering alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon) séance plénière réunion de commission motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)
PLEN COM MOT
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
PLEN COM MOT
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
i
03/12/2008
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het ontslag van werknemers in het Pearl Continental Hotel in Karachi" (nr. 7588) Sprekers: Dirk Van der Maelen, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
1
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "le licenciement de travailleurs du Pearl Continental à Karachi" (n° 7588) Orateurs: Dirk Van der Maelen, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
1
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de veroordeling van een Afghaanse student Journalistiek tot 20 jaar cel wegens godslastering" (nr. 8064) Sprekers: Francis Van den Eynde, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
2
Question de M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la condamnation à 20 ans de prison pour blasphème d'un étudiant en journalisme afghan" (n° 8064)
2
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het incident met een Vlaamse schipper in de Franse wateren" (nr. 8173) Sprekers: Peter Logghe, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
3
Question de M. Peter Logghe au ministre des Affaires étrangères sur "l'incident avec un patron de pêche flamand dans les eaux françaises" (n° 8173) Orateurs: Peter Logghe, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
3
Vraag van de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de doodvonnissen in Japan" (nr. 8245) Sprekers: Jan Jambon, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
4
Question de M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "les condamnations à mort au Japon" (n° 8245) Orateurs: Jan Jambon, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
4
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het versturen van racistische e-mails door een ambtenaar via het emailsysteem van de FOD Buitenlandse Zaken" (nr. 8233) Sprekers: Zoé Genot, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
5
Question de Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "l'utilisation de la messagerie électronique du SPF Affaires étrangères par un fonctionnaire pour diffuser des mails incitant au racisme" (n° 8233) Orateurs: Zoé Genot, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
5
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de conferentie Financing for Development" (nr. 8549) Sprekers: Dirk Van der Maelen, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
6
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "la conférence Financing for Development" (n° 8549) Orateurs: Dirk Van der Maelen, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
7
Vraag van de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de nieuwe termijn voor het verkrijgen van reisvisa" (nr. 8337) Sprekers: Jan Jambon, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
8
Question de M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "le nouveau délai pour l'obtention de visas" (n° 8337) Orateurs: Jan Jambon, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
8
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
Orateurs: Francis Van den Eynde, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
ii
CRIV 52 COM
03/12/2008
belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
387
chargé de la Préparation de la Présidence européenne
Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "vermiste personen in China" (nr. 8824) Sprekers: Juliette Boulet, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
8
Question de Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "les personnes disparues en Chine" (n° 8824) Orateurs: Juliette Boulet, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
8
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
10
- de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de financiële steun van Dexia aan de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever" (nr. 8465)
9
- M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "l'aide financière de Dexia aux colonies illégales en Cisjordanie" (n° 8465)
10
- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de betrokkenheid van Dexia bij de financiering van joodse nederzettingen in Palestina" (nr. 8474)
10
- M. Christian Brotcorne au ministre des Affaires étrangères sur "l'implication de Dexia dans le financement des colonies juives en Palestine" (n° 8474)
10
- de heer Christian Brotcorne aan de viceeerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de betrokkenheid van Dexia bij de financiering van joodse nederzettingen in Palestina" (nr. 8475)
10
- M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'implication de Dexia dans le financement des colonies juives en Palestine" (n° 8475)
10
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het vredesproces Israël-Palestina en de activiteiten van Dexia in het betrokken gebied" (nr. 8784) Sprekers: Jan Jambon, Christian Brotcorne, Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
10
- M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "le processus de paix IsraéloPalestinien et les activités de Dexia dans la région" (n° 8784) Orateurs: Jan Jambon, Christian Brotcorne, Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
10
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de sociale criteria in het Belgische standpunt met betrekking tot agrobrandstoffen" (nr. 8556) Sprekers: Tinne Van der Straeten, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
13
Question de Mme Tinne Van der Straeten au ministre des Affaires étrangères sur "les critères sociaux dans la position de la Belgique en matière d'agrocarburants" (n° 8556) Orateurs: Tinne Van der Straeten, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
13
Samengevoegde interpellatie en vragen van
14
Interpellation et questions jointes de
14
- de heer Francis Van den Eynde tot de minister van Buitenlandse Zaken over "het aanstaande bezoek van de Dalai Lama aan België" (nr. 214)
14
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la visite prochaine du Dalaï Lama en Belgique" (n° 214)
14
- de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het bezoek van de Dalai Lama aan het Parlement" (nr. 8770)
14
- M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "la visite du Dalaï Lama au Parlement" (n° 8770)
14
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de situatie in Tibet, het bezoek van de Dalai Lama en de afzegging door China van de Europees-Chinese top van 1 december te Lyon" (nr. 8846)
14
- Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "la venue du Dalaï Lama et l'annulation par la Chine du sommet 'Chine-UE' du 1er décembre à Lyon ainsi que la situation au Tibet" (n° 8846)
14
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
iii
03/12/2008
14
Moties Spreker: Francis Van den Eynde
19
Motions Orateur: Francis Van den Eynde
19
Samengevoegde vragen van
20
Questions jointes de
20
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het lot van de vreedzame Birmaanse betogers die tot zware straffen veroordeeld werden" (nr. 8589)
20
- M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires étrangères sur "le sort des manifestants pacifistes birmans lourdement condamnés" (n° 8589)
20
- de heer Josy Arens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de situatie van de bevolking in Myanmar" (nr. 8960) Sprekers: Georges Dallemagne, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, Jean-Luc Crucke
20
- M. Josy Arens au ministre des Affaires étrangères sur "la situation de la population au Myanmar" (n° 8960) Orateurs: Georges Dallemagne, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne, Jean-Luc Crucke
20
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het door de G20 genegeerde lot van de Afrikaanse landen" (nr. 8616) Sprekers: Jean-Luc Crucke, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
22
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires étrangères sur "le sort des pays africains ignoré par le G20" (n° 8616)
22
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de toetreding van IJsland tot de Europese Unie" (nr. 8659) Sprekers: Jean-Luc Crucke, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
23
Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne, adjoint au ministre des Affaires étrangères sur "l'adhésion de l'Islande à l'Union européenne" (n° 8659) Orateurs: Jean-Luc Crucke, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
23
Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het Europese-Israëlische Associatieakkoord" (nr. 8833) Sprekers: Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
24
Question de M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "l'accord d'association israélo-européen" (n° 8833)
24
Samengevoegde vragen van
25
Questions jointes de
25
- Mme Zoé Genot
- mevrouw
Zoé Genot
aan
de
minister
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
van
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'annulation du Sommet UE-Chine à Lyon à la suite de la rencontre prévue entre le président Sarkozy et le Dalaï Lama" (n° 8888)
15
- heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de afgelasting van de EU-China top te Lyon naar aanleiding van de geplande ontmoeting tussen president Sarkozy en de Dalai Lama" (nr. 8888) Sprekers: Francis Van den Eynde, Juliette Boulet, Bruno Tuybens, Georges Dallemagne, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
Orateurs: Francis Van den Eynde, Juliette Boulet, Bruno Tuybens, Georges Dallemagne, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
Orateurs: Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
2008
2009
au
25 ministre
des
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
Affaires
25
52E LEGISLATURE
iv
CRIV 52 COM
03/12/2008
Buitenlandse Zaken over "het criminaliseren van homoseksualiteit in Burundi" (nr. 8826)
étrangères sur "la criminalisation l'homosexualité au Burundi" (n° 8826)
387
de
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de criminalisering van homoseksualiteit in Burundi" (nr. 8917) Sprekers: Zoé Genot, Hilde Vautmans, staatssecretaris voor Olivier Chastel, Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
25
- Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires étrangères sur "la criminalisation de l'homosexualité au Burundi" (n° 8917) Orateurs: Zoé Genot, Hilde Vautmans, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
25
Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "steniging in Somalië" (nr. 8841) Sprekers: Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
27
Question de M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "les lapidations en Somalie" (n° 8841) Orateurs: Wouter De Vriendt, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
27
Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de toestand in Guinee (Conakry)" (nr. 8848) Sprekers: Juliette Boulet, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
28
Question de Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "la situation en Guinée (Konakry)" (n° 8848) Orateurs: Juliette Boulet, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
28
Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het Israëlische verbod om de internationale pers toe te laten in de Gazastrook" (nr. 8889) Sprekers: Bruno Tuybens, Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap
29
Question de M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'interdiction faite par les autorités israéliennes à la presse internationale d'accéder à la bande de Gaza" (n° 8889) Orateurs: Bruno Tuybens, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne
29
Samengevoegde vragen van
30
Questions jointes de
30
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de schandelijke behandeling van een VRT-cameraploeg in China" (nr. 8896)
30
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la manière scandaleuse dont une équipe de cameramen de la VRT a été traitée en Chine" (n° 8896)
30
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de aanval op journalist Tom Van de Weghe door de Chinese lokale autoriteiten" (nr. 8900)
30
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression du journaliste M. Tom Van de Weghe commise par les autorités chinoises locales" (n° 8900)
30
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de geweldpleging tegen een Belgische journalist in China" (nr. 8915)
30
- M. Xavier Baeselen au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression d'un journaliste belge en Chine" (n° 8915)
30
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de geweldpleging tegen een Belgische journalist in China" (nr. 8927) Sprekers: Francis Van den Eynde, Bruno Tuybens, Xavier Baeselen, Hilde Vautmans, staatssecretaris voor Olivier Chastel, Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, Jan Jambon
30
- Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression d'un journaliste belge en Chine" (n° 8927) Orateurs: Francis Van den Eynde, Bruno Tuybens, Xavier Baeselen, Hilde Vautmans, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne, Jan Jambon
30
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
1
03/12/2008
COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS EXTÉRIEURES
van
du
WOENSDAG 3 DECEMBER 2008
MERCREDI 3 DÉCEMBRE 2008
Namiddag
Après-midi
______
______
De vergadering wordt geopend om 14.25 uur en voorgezeten door mevrouw Hilde Vautmans. La séance est ouverte à 14.25 heures et présidée par Mme Hilde Vautmans. 01 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het ontslag van werknemers in het Pearl Continental Hotel in Karachi" (nr. 7588) 01 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "le licenciement de travailleurs du Pearl Continental à Karachi" (n° 7588) 01.01 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, op 31 juli 2008 diende ik een vraag in over het ontslag van werknemers in het Pearl Continental Hotel in Karachi, die door minister Karel De Gucht werd beantwoord. Ik begrijp dat de minister twee argumenten centraal stelde in zijn redenering om niet in te grijpen in deze situatie, waarbij een Belgische onderdaan betrokken is en waardoor volgens mij het imago van ons land met betrekking tot het respect voor het naleven van mensenrechten, mogelijke schade wordt toegebracht. Het eerste argument van de minister betrof het feit dat het hier zou gaan om een geïsoleerd geval. Het tweede argument had te maken met het feit dat het economisch belang van de activiteiten van de heer Hashwani zowel voor Pakistan als voor België niet anders dan belangrijk konden worden ingeschat. In zijn antwoord verwijst de minister naar een antwoord van de Pakistaanse regering van 3 mei 2002, dus voor – ik wil erop wijzen dat in mijn vraagstelling daar een fout stond – de vaststelling van de IAO in 2003. De IAO stelde vast: “The acts
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
of the management, in particular the dismissal of trade union leaders, constituted anti-union discrimination, which is one of the most serious violations of freedom of association, as it may jeopardize the very existence of trade unions”. Zoals uit mijn eerdere vraag blijkt, vroeg het Committee on Freedom of Association van de IAO op vraag van de Pearl Continental Union aan de Pakistaanse regering in 2003 onder meer: “Instruct the competent labour authorities to rapidly undertake an in-depth investigation of the anti-union dismissals at the Karachi Pearl Continental Hotel and, if it is found that there has been anti-union discrimination, to ensure that the workers concerned are reinstated in their posts, without loss of pay. It further request the government to initiate meetings between the hotel management and the trade union with the view to avoiding violations of the triad of human rights in the future”. Ik wil ter afsluiting de volgende vragen voorleggen. Ten eerste, is het mogelijk om de vervolging te initialiseren van een Belgische onderdaan die de internationale mensenrechtenconventies, en hier specifiek de conventie met betrekking tot economische, sociale en politieke rechten, artikel 8, en de VN/ILO conventie op vrijheid van vereniging en het recht op collectief onderhandelen niet naleefde op een plaats buiten België. Ten tweede, kan de staatssecretaris zijn appreciatie geven omtrent het juridisch regelen van een dergelijke kwestie, indien vervolging juridisch niet mogelijk is? Ik verwijs in deze context graag naar mijn wetsvoorstel met als titel "wetsvoorstel tot wijziging van de voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering met het oog op de universele strafbaarstelling van
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
2
bepaalde inbreuken op fundamentele sociale rechten". Ten derde, moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de schenders van mensenrechten? Ten vierde, moet volgens de staatssecretaris een werkgever van meerdere duizenden personen, zoals in het geval van de heer Hashwani, een andere behandeling krijgen dan enig ander persoon wanneer het gaat over het schenden van mensenrechten? Ten vijfde, is de staatssecretaris van oordeel dat een alleenstaand strafbaar feit niet vervolgd moet worden omdat het slechts eenmalig voorviel? 01.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, het gegeven dat de heer Hashwani aangesteld is als Belgische ereconsul en desbetreffend van de voorrechten en immuniteiten neergeschreven in het verdrag van Wenen geniet, verhindert niet dat hij zou vervolgd worden. Zo geldt de immuniteit van rechtsmacht niet tegenover de zendstaat in casu België. Daarenboven is de immuniteit van de heer Haswani in de verblijfsstaat, zijnde Pakistan, beperkt tot de handelingen die hij heeft verricht in de uitoefening van zijn werkzaamheden als ereconsul. Dit is hier niet het geval zodat er geen immuniteit geldt. Daarnaast wil de minister van Buitenlandse Zaken nog vermelden dat er op alle leden van het consulaire personeel de plicht rust om de wetten en de regelgeving van de verblijfsstaat te respecteren. Uiteraard is de minister niet van mening dat er een onderscheid gemaakt mag worden tussen verschillende schendingen van mensenrechten. Daarnaast kan de minister u meedelen dat hij veel belang hecht aan het gelijkheidsbeginsel en dat strafbare feiten inderdaad vervolgd dienen te worden. Uit de informatie waarover hij beschikt vanwege de Pakistaanse autoriteiten en de IAO, kan de minister van Buitenlandse Zaken echter niet afleiden dat een naar Belgisch recht strafbaar feit heeft plaatsgevonden. 01.03 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de staatssecretaris, graag zou ik mijn vraag herhalen. Wat is het oordeel van de minister in verband met de niet-naleving van de conventie met betrekking tot de economische, sociale en politieke rechten,
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
artikel 8, en/of de VN-ILO-conventie op de vrijheid van vereniging? Indien daartegen door een Belg in het buitenland een overtreding wordt gepleegd, is hij of zij dan strafbaar in België? 01.04 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Monsieur Van der Maelen, je ne connais pas la réponse à la question. Je transmettrai la question au ministre des Affaires étrangères. 01.05 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Goed. Ik zal het antwoord van de minister bestuderen en, zo nodig, terugkomen met een nieuwe vraag. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Met het oog op de bespreking van het eerste agendapunt, vraag ik dat de collega’s van de meerderheid zouden proberen in aantal te geraken. 02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de veroordeling van een Afghaanse student Journalistiek tot 20 jaar cel wegens godslastering" (nr. 8064) 02 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la condamnation à 20 ans de prison pour blasphème d'un étudiant en journalisme afghan" (n° 8064) Ik herinner de collega’s eraan dat volgens het Reglement vraag, antwoord en repliek binnen de vijf minuten dienen te geschieden. 02.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, inderdaad, maar we gaan daar wel bij iedereen op letten. Het is duidelijk dat onze regering een aanhanger is van de grote Europese gedachte, want ik stel een vraag over Afghanistan en ik krijg een antwoord van de staatssecretaris, bevoegd voor Europese Aangelegenheden. Dat is werkelijk een groter Europa. In oktober werd een Afghaanse student journalistiek veroordeeld tot 20 jaar – hij mocht dan nog blij zijn, want hij was in eerste instantie ter dood veroordeeld – voor godslastering. Wat heeft hij gedaan om zo zwaar veroordeeld te worden? Hij had van een Iraanse webstek een tekst kunnen uitprinten over het islamitisch antwoord op de vraag waarom een vrouw slechts één man mag hebben en een man vier vrouwen. Hij had die tekst verspreid. Dat was in handen gekomen van
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
3
03/12/2008
een leraar godsdienst. Op die manier werd hij voor godslastering veroordeeld.
slechts kans op slagen, indien democratie en mensenrechten in het hele land vaste voet krijgen.
Naar verluidt zijn wij in Afghanistan ook militair aanwezig voor de verdediging van de universele waarden van de rechten van de mens en ook voor de verdediging van wat Boudewijn De Groot ooit noemde: de glorie en de eer van het vrije Westen, met de nadruk op het woordje vrij. Wij vechten daar tegen de Taliban, die een soort obscurantistische islamitische beweging vormt. Wij verdedigen daar dus een regime dat erin slaagt, ondanks het feit dat het door ons als verlicht wordt beschouwd, iemand tot 20 jaar te veroordelen omwille van het verspreiden van een tekst over wat daar het sterkst aanwezig is, met name de godsdienst.
02.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het brengen van het antwoord.
Ik heb daarover volgende vragen, mijnheer de staatssecretaris. Wat heeft de regering in dit dossier gedaan? Blijven wij geëngageerd, zoals dat al een hele tijd in Afghanistan het geval is, aan de zijde van dat regime? Welke andere conclusies kan de regering eventueel uit deze zaak trekken? 02.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Van den Eynde, enerzijds is de minister van Buitenlandse Zaken opgelucht dat de doodstraf voor de jonge Afghaanse journalist Perwez Kambaksh door de Afghaanse Justitie werd herroepen. Anderzijds is hij van oordeel dat ook een veroordeling tot 20 jaar niet verzoenbaar is met de bescherming van de persvrijheid. In bedoelde zaak heeft de minister verschillende diplomatieke demarches uitgevoerd. De ambassadeur van Afghanistan werd bij de minister geroepen om toelichting over de zaak te vragen en om aan de bezorgdheid van de minister uiting te geven. Ook werden de Europese ambtgenoten over het geval geraadpleegd. Tevens heeft de minister een brief aan zijn Afghaanse ambtgenoot geschreven. Toen de broer van Perwiz Kambakhsh in Brussel op doorreis was, heeft minister De Gucht hem ontvangen. Voorts zal de heer De Gucht, in samenspraak met zijn EU-partners en in overeenstemming met de Afghaanse grondwet en de internationale mensenrechtenverbintenissen van Afghanistan, van nabij op de goede rechtsgang in de zaakKambakhsh toezien. De inzet van ons land en van onze bondgenoten voor vrede en veiligheid in Afghanistan heeft
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
Ik zou mij vrolijk kunnen maken over het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken opgelucht is dat de betrokkene niet langer ter dood is veroordeeld. Ik geloof echt dat de minister verontwaardigd is over het feit dat de betrokkene in de plaats 20 jaar heeft gekregen. Waar ik mij meer aan erger, is aan de vaststelling dat het regime in Afghanistan uitsluitend overeind kan blijven dankzij de steun, uiteraard niet alleen van ons maar ook van het Westen in het algemeen. Ik heb de indruk dat wij niet hard genoeg op tafel slaan om schandalige vonnissen, zoals het vonnis in kwestie, te vermijden. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 03 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het incident met een Vlaamse schipper in de Franse wateren" (nr. 8173) 03 Question de M. Peter Logghe au ministre des Affaires étrangères sur "l'incident avec un patron de pêche flamand dans les eaux françaises" (n° 8173) 03.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik zal mij aan de opgelegde spreektijd houden. Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag dateert al van 27 oktober. Ik heb niet de gewoonte om over elk individueel incident vragen te stellen, maar hier ging het toch wel over iets vrij grofs. Enkele maanden geleden was een kustvaarder uit Zeebrugge die in Frankrijk woont, het slachtoffer van een ernstige aanval op zijn schip en zijn bemanning in Franse wateren. Een vijftiental Franse vissersschepen viel zijn boot aan, vernielde alle ramen en probeerde de Belgische boot te rammen, zelfs nadat de Franse marine ter plaatse was gekomen. De Vlaamse schipper hield zich nochtans aan alle geldende Franse verbodsbepalingen. Eén bemanningslid moest zelfs in het ziekenhuis worden opgenomen, dit alles omdat Franse schippers blijkbaar gefrustreerd zijn door de Franse regelgeving die op het vlak van de visvangst blijkbaar strenger zou zijn dan de Europese.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
4
Ten eerste, bent u op de hoogte van het incident? Ten tweede, welke maatregelen neemt de Belgische overheid om dergelijke zware aanvallen op landgenoten in het buitenland en meer specifiek in Frankrijk in de toekomst te vermijden of tegen te gaan? Ten derde, is hierover al contact genomen met de Franse regering? Wanneer wordt er overleg georganiseerd? Wat zal de houding van onze regering in verband met het incident zijn? Ten vierde, de Vlaamse schipper heeft in elk geval klacht ingediend bij de Franse politie. Zal onze overheid, onze minister, zich bij die klacht aansluiten? Zult u de schipper een bepaalde vorm van rechtsbijstand aanbieden? Ten vijfde, hebt u met de Vlaamse visser in kwestie al contact gehad? Zo ja, wanneer en wat is het resultaat hiervan? 03.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Ten eerste werd de minister van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over het incident met het Vlaamse schip Thalassa op 23 oktober 2008 in de Franse wateren door onze ambassade in Parijs, die hem het verslag van de préfet maritime de la Manche et de la Mer du Nord toestuurde. Volgens de Franse inspecteur Vervinckt, die het verslag over het incident heeft opgesteld, zou de Thalassa de rol van zondebok hebben gespeeld bij spanningen tussen Franse en Engelse vissers in de zone. Alcohol zou volgens hem de situatie hebben verslechterd. Hij beschouwt het incident des te meer onaanvaardbaar, daar de Belgische onderdaan die in Frankrijk leeft werkelijke inspanningen tot integratie levert. Hij respecteert uit eigen initiatief de Franse reglementering. Het regionaal visserscomité van de Bas-Normandie heeft in een perscommuniqué het incident veroordeeld, alsook het gedrag van de vissers. Overigens, verscheidene vissers aanwezig op de plaats van het incident, hebben zich verontschuldigd bij de werkgever-reder van de Thalassa. Zowel in Oostende als in Cherbourg beschouwt men zulke incidenten als zeldzaam. De Franse maritieme overheden sturen systematisch rijkswachters of staatsschepen in de visserijzones met als opdracht de controle op de naleving van de reglementering door de Franse vissers en de registratie van eventuele spanningen. Ten derde, de ambassade is in contact met het
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
departement Landbouw en Visserij in Oostende en beschikt over het zeeverslag van de reder van de Thalassa en de kopie van de brief van de directeur van die dienst aan zijn Franse homoloog te Parijs. Bovendien is er regelmatig telefonisch contact met de division des actions de l’état en mer voor de zone Manche-Mer du Nord, die in Cherbourg is gelegen. Ten vierde, een klacht tegen de vermoedelijk schuldige schepen werd ingediend bij het lokale parket door de reder van de Thalassa. De processen-verbaal die door de maritieme politie werden opgemaakt ten gevolge van het incident, werden ook aan het parket bezorgd. De procedure is begonnen en het parket zal beslissen over de nodige vervolgingen en in voorkomend geval over de straffen die uitgesproken dienen te worden tegenover de scheepseigenaars verantwoordelijk voor het incident. Ten vijfde, de ambassade heeft geen contact genomen met de reder van de Thalassa, maar volgt het dossier om er bij de Franse overheden op aan te dringen alle mogelijke maatregelen te nemen om herhaling van zulke incidenten te vermijden. De heer Jean-François Verhegghen van het departement Landbouw en Visserij in Oostende volgt het dossier en heeft regelmatig contact met de reder van de Thalassa. 03.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. Uw antwoord is wel vrij volledig, hoewel ik op vraag 4 maar een gedeeltelijk antwoord krijg, waardoor ik mij genoodzaakt zal zien om die zaak verder aan te kaarten. Ten eerste, u hebt niet geantwoord op mijn vraag of de minister zich bij de klacht van de visser zal aansluiten. Ten tweede, u hebt ook niet geantwoord op de vraag of de overheid onze visser een bepaalde vorm van rechtsbijstand zal aanbieden in de loop van het proces. Te gelegener tijd, na contactneming met de visser, neem ik zeker weer met u contact en u zult mij welwillend een antwoord geven. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 04 Vraag van de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de doodvonnissen in Japan" (nr. 8245) 04 Question de M. Jan Jambon au ministre des
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
5
03/12/2008
Affaires étrangères sur "les condamnations à mort au Japon" (n° 8245)
mensenrechtendossiers, en heeft geleid tot een gezamenlijk optreden van de EU.
04.01 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in Japan werden eind oktober twee moordenaars opgehangen. De ene was 70 jaar en werd veroordeeld wegens moord op twee meisjes in 1992; de andere was 55 jaar en hij werd veroordeeld voor de moord op een bejaarde vrouw en haar dochter in 2004.
Zo werd een verklaring van de EU gepubliceerd naar aanleiding van een nieuwe executie in oktober. Op 22 oktober had de EU-Troïka eveneens een onderhoud met de minister van Justitie, waarin de EU onder meer haar diepe bezorgdheid uitte omtrent het toegenomen ritme van de executies. De EU riep de Japanse overheden op om onmiddellijk over te gaan tot het instellen van een moratorium op de uitvoering van de doodstraf, met het oog op de afschaffing ervan.
In Japan wordt de doodstraf de laatste jaren meer en meer toegepast. In 2005 werd er één veroordeelde geëxecuteerd, in 2006 vier, 2007 negen en dit jaar, tenminste einde oktober, stond het aantal al op vijftien. Bovendien zitten er nog ongeveer honderd veroordeelden in de dodencellen. In de Japanse regering zitten op dit vlak enkele hardliners. De minister van Binnenlandse Zaken Hatoyama is een uitgesproken voorstander van de doodstraf. De manier waarop doodvonnissen in Japan worden voltrokken, is ook niet alles. Veroordeelden zitten vaak jaren in de dodencel en krijgen niet te horen wanneer ze worden geëxecuteerd. Hun families krijgen pas iets te horen wanneer het vonnis is voltrokken. Wat is uw standpunt ten aanzien van deze praktijken? Hebt u er de Japanse regering al over aangesproken.? 04.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, Ik dank de heer Jambon voor zijn vraag en zijn blijvende interesse voor dit onderwerp. Zoals aangehaald in mijn antwoord op uw mondelinge vraag nr. 4548, is de strijd tegen de doodstraf een prioritair aandachtspunt in het buitenlands beleid in België en in de EU. De minister beschouwt de doodstraf als een wrede en onmenselijke straf zonder ontradend effect. Iedere vergissing in de toepassing van de doodstraf is een onherstelbaar en onomkeerbaar verlies van een menselijk leven. De minister stelt inderdaad vast dat de toepassing van de doodstraf de voorbije jaren is toegenomen in Japen, wat een zeer onrustwekkende tendens is. Dit is reeds verschillende keren aan bod gekomen tijdens het regelmatig overleg met de andere EU-lidstaten, over
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
De Japanse overheden verwijzen vaak naar de ruime steun van de bevolking voor de doodstraf, maar in deze materie is het nodig dat politieke leiders nodige keuzes maken en voorrang geven aan het menselijk leven en de waardigheid. Ten slotte kan ik u meedelen dat er op dit moment onderhandelingen worden gevoerd in New York, opdat de algemene vergadering opnieuw een resolutie zou kunnen goedkeuren over een moratorium inzake de doodstraf. België speelt een actieve rol in dit proces, opdat die resolutie zou kunnen worden goedgekeurd door een groter aantal lidstaten dan vorig jaar. Japan stemde vorig jaar tegen deze resolutie. 04.03 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, het is goed dat Europa in deze aangelegenheid optreedt. Ter zake is immers Europees optreden nodig. Wanneer herhaalde oproepen echter niet tot resultaten leiden, dan zou de EU zich misschien kunnen beraden over andere middelen dan een vrijblijvende oproep. Hopelijk neemt het ministerie van Buitenlandse Zaken in deze initiatieven. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De behandeling van de vragen en interpellaties wordt onderbroken van 14.52 uur tot 14.59 uur. Le développement des questions et interpellations est interrompu de 14.52 heures à 14.59 heures. 05 Question de Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "l'utilisation de la messagerie électronique du SPF Affaires étrangères par un fonctionnaire pour diffuser des mails incitant au racisme" (n° 8233) 05 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
6
versturen van racistische e-mails door een ambtenaar via het e-mailsysteem van de FOD Buitenlandse Zaken" (nr. 8233) 05.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, je rappelle que j’ai introduit ma question le 30 octobre dernier. Force est donc de constater que des problèmes se posent en matière de suivi. Monsieur le ministre, une personne a reçu un courrier (dont vous avez reçu copie) d’un fonctionnaire figurant dans l’organigramme du SPF Affaires étrangères. Ce courrier a été publié sur le site de l’asbl "Namur antifasciste". Il s’agit d’un poncif anti-arabe malheureusement banal selon lequel les Arabes auraient un projet d’invasion et voudraient conquérir les mairies, imposer la charia, etc. Le mail dont question se termine par la mention suivante: "Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement participe à la "Journée découverte entreprises", le dimanche 5 octobre de 10.00 à 17.00 heures". Je suppose que, comme moi, vous trouverez cela pour le moins étonnant. J’ai donc voulu attirer votre attention sur cette façon de faire dans le courrier que je vous ai adressé le 22 octobre dernier et pour lequel je n’ai jamais reçu de réponse. Monsieur le ministre, ce type de mail engage-t-il le SPF? Quelle culture de ministère peut laisser croire à un fonctionnaire qu’il peut diffuser ce genre de mail à partir de son adresse professionnelle? Comment qualifiez-vous ce type d’acte au regard de la législation visant à punir l’incitation à la haine raciale, le racisme, l’antisémitisme et la xénophobie? Quelles actions pensez-vous prendre à court terme dans l’intérêt du service? Quelles sont les suites judiciaires qui seront données à ce dossier? 05.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Chère collègue, en examinant le site signalé dans votre question et dans votre lettre, le ministre des Affaires étrangères constate que rien ne peut confirmer que le mail provient du ministère du SPF Affaires étrangères. En effet, la copie écran du mail depuis le site en question ne permet pas d’identifier sa véracité. Le seul moyen de se prononcer serait de recevoir une copie concrète du mail afin que nos services et nos experts puissent effectuer une analyse des informations cachées. Je peux vous préciser que le contenu de ce mail est un "hoax", dans le jargon "IT".
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
Le message est clairement identifié sur un site indépendant et expert en la matière comme cela a été le cas pour un autre "hoax" d’avril 2008. Plusieurs plaintes ont déjà été déposées dans le monde à ce sujet. Il semblerait qu’un des agents du service mentionné ait été, à son insu, infecté par un "cheval de Troie", via son PC à domicile. À ce moment, le système, véritable robot malveillant, peut utiliser à l'insu de l'utilisateur, son PC et son carnet d'adresses pour envoyer des messages au contenu tel que celui que vous mentionnez dans votre question. Personne n'est à l'abri de ce genre de canular désastreux lorsqu'on parle de contenu à caractère raciste. Le ministre des Affaires étrangères tient à préciser que les fonctionnaires du SPF Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au Développement respectent et appliquent le cadre déontologique pour les agents de la fonction publique administrative fédérale. Ce cadre reflète et explicite les valeurs et les règles de comportement communes s'appliquant aux agents de la fonction publique. Si, contrairement à toutes les indications dont nous disposons actuellement, le mail avait néanmoins été envoyé sciemment par un fonctionnaire du SPF, une procédure disciplinaire, voire pénale, pourrait et serait menée à l'encontre de l'intéressé. 05.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, pour moi, il ne s'agit pas d'un canular, mais d'une infraction à la loi contre le racisme qui pourrait avoir été provoquée par un cheval de Troie. C'est une des possibilités. Je proposerai donc à cette association de prendre contact avec vous afin de déterminer ce dont il s'agit. Mais il importe qu'un signal clair soit envoyé à l'ensemble des membres du SPF indiquant que l'utilisation d'un mail professionnel ne peut absolument pas servir à contredire la loi, comme dans le cas que je viens de relater. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Vraag nr. 8324 van de heer Van der Maelen wordt op zijn vraag omgezet in een schriftelijke vraag. 06 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de conferentie Financing for Development" (nr. 8549)
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
06 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "la conférence Financing for Development" (n° 8549) 06.01 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, aangezien de conferentie gisteren geëindigd is, moet ik mijn vraag in de verleden tijd stellen. Wie heeft België vertegenwoordigd op die belangrijke internationale conferentie? Zal België er in EU-verband op aandringen om de kwantitatieve ontwikkelingsdoelstellingen op zijn minst te herbevestigen in de tekst van Doha? Zal België een actieve rol spelen in de erkenning van het belang en in het promoten van de toepassing van innoverende financieringsmechanismen zoals een belasting op munttransacties? In het Belgisch Parlement werd zo’n wet goedgekeurd op 1 juli 2004. Heeft België in de tekst Financing for Development sterke aanbevelingen opgenomen met betrekking tot de aanpak van belastingparadijzen? Heeft België steun verleend aan voorstellen voor de hervorming van het VNcomité van experts voor belastingkwesties, de omvorming tot een intergouvernementeel comité met politieke verantwoordelijkheid en op termijn de creatie van een onafhankelijke internationale taksorganisatie als gespecialiseerd VNagentschap? Heeft België ervoor geijverd dat in het breed kader van de FfD-conferentie gebruik wordt gemaakt van de discussie over een nieuwe financiële architectuur en regulering op een democratische manier en niet alleen binnen het besloten kader van beperkte G-groepen of de op dit vlak falende gespecialiseerde instellingen zoals het IMF? Heeft België in dezelfde lijn een voorstel om schulden te laten behandelen door een onafhankelijk arbitragepanel ondersteund? Vinden we dat terug in de eindtekst van Doha? Ten slotte, welk standpunt heeft België ingenomen betreffende het gebruik van inkomsten van verhandelde emissierechten voor maatregelen die kwetsbare derdewereldlanden moeten helpen bij het voorkomen of compenseren van schadelijke gevolgen van de klimaatverandering? 06.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: De directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
7
03/12/2008
2008
van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Peter Moors, heeft België vertegenwoordigd op de internationale conferentie Financing for Development in Doha. België heeft erop aangedrongen om de kwantitatieve ontwikkelingsdoelen in EU-verband te herbevestigen. De EU heeft zich voorgenomen tegen 2015 0,7% van het bni te spenderen aan officiële ontwikkelingshulp. De doelstellingen van de Belgische regering zijn duidelijk ambitieuzer. Het groeipad van de Belgische ontwikkelingssamenwerking voorziet in minstens 0,7% van het bni dat tegen 2010 naar ontwikkelingssamenwerking moet gaan. Wat betreft de toepassing van innoverende financieringsmechanismen heeft België in 2004 een wet goedgekeurd over de toepassing van de Tobintaks. De punten 4 tot 7 betreffen materies waarvoor de minister van Financiën bevoegd is. De Belgische positie met betrekking tot de opbrengst van veilingen in het kader van emissiehandel vormt een onderdeel van een maandenlang onderhandelingsproces, dat hopelijk zal kunnen worden beëindigd in december 2009 te Kopenhagen in het kader van het Klimaatverdrag. De Belgische houding wordt op een viervoudig niveau onderhandeld: op de FOD Buitenlandse Zaken tussen de directie Duurzame Ontwikkeling en Multilaterale Samenwerking, op het federaal niveau tussen de FOD Leefmilieu samen met de drie gewestelijke ministers van Milieu en de FOD Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, op het Europese niveau, waarbij ten minste vier EUcommissarissen mee het standpunt zullen bepalen onder leiding van de Raden Milieu, Energie, Transport en Ontwikkelingssamenwerking, en op internationaal niveau met de Conventie van het Klimaatverdrag en de bi- en multilaterale partners van de Conference of Parties en de Meeting of Parties onder het Kyotoprotocol. 06.03 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, Ik wil enkel zeggen dat ik het betreur dat ons land daar niet werd vertegenwoordigd door een regeringslid. Ik wil daarmee niets afdoen aan de kwaliteiten van de heer Moors. Ik stel echter vast dat bijvoorbeeld Frankrijk werd vertegenwoordigd door president Sarkozy. Wanneer België zich daar dan laat vertegenwoordigen door een hoge ambtenaar, dan vind ik dat eigenlijk een
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
8
CRIV 52 COM
03/12/2008
ondervertegenwoordiging van ons land. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 07 Vraag van de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de nieuwe termijn voor het verkrijgen van reisvisa" (nr. 8337) 07 Question de M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "le nouveau délai pour l'obtention de visas" (n° 8337) 07.01 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, wij hebben vernomen dat er een nieuwe regeling van kracht is geworden in verband met het verkrijgen van een reisvisum op het Belgisch consulaat in Moskou. De termijn hiervoor is van drie werkdagen naar zeven werkdagen gegaan. Waarom is een verlenging van de termijn noodzakelijk? Wat waren de problemen met de termijn van drie dagen? Zijn er nog andere landen waar de termijn recent werd opgetrokken of nog zal worden opgetrokken? Als dat zo is, waarom?
387
staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. De informatie die ik had, komt van een incoming reisagentschap dat in contact met hun beste klant – een Russisch reisagentschap – officieel te horen had gekregen dat er een nieuwe regeling van kracht was geworden in verband met het verkrijgen van een reisvisum op het Belgisch consulaat. Die nieuwe regeling zou erin bestaan dat het verkrijgen van een reisvisum thans zeven werkdagen in beslag zou nemen, in plaats van drie werkdagen zoals dat vroeger het geval was. toch wel voor enige problemen daar zorgen. Ik heb nu uit uw antwoord opgemaakt dat dit geen officiële aanpassing zou zijn en we zullen dat ook zo overmaken aan de betrokken partijen. L'incident est clos. Het incident is gesloten. De voorzitter: Ik wacht voor de volgende punten op de heren Brotcorne en Tuybens en mevrouw Van der Straeten. Gelieve de nodige contacten te leggen. Ook voor de volgende punten zijn de heren Arens, Crucke en Brotcorne er niet.
07.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: In antwoord op uw vraag heb ik de eer u volgende informatie mee te delen.
De leden zijn onderweg en ik vraag de aanwezige collega's om een beetje soepelheid aan de dag te leggen. Wij gaan thans over tot agendapunt 18, want mevrouw Boulet is wel aanwezig.
Er is in onze ambassade in Moskou geen nieuwe regeling van kracht geworden in verband met het verkrijgen van een visum voor België. De visumaanvrager wordt steeds aangeraden zijn aanvraag drie weken op voorhand in te dienen. De aanvragers kunnen alle informatie over de te volgen procedure en termijnen duidelijk terugvinden op de website van de ambassade.
08 Question de Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "les personnes disparues en Chine" (n° 8824) 08 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "vermiste personen in China" (nr. 8824)
Wat betreft de behandelingstermijn kan ik u meedelen dat het visumfaciliteringsakkoord tussen de EU en Rusland erin voorziet dat een beslissing over het al dan niet afgeven van een visum binnen de tien dagen na ontvangst van het dossier aan de visumaanvrager moet worden overgemaakt. Voor de visatypes die niet onder het akkoord vallen, kan deze termijn tot twee maanden verlengd worden. Onze ambassade in Moskou behandelt in de praktijk de visumaanvragen die binnen het visumfaciliteringsakkoord vallen binnen de drie werkdagen. Het gebeurt evenwel af en toe dat er meer tijd nodig is, bijvoorbeeld wegens technische problemen of een tijdelijk gebrek aan personeel, maar de beslissing wordt steeds binnen de tien werkdagen aan de visumaanvrager overgemaakt. 07.03
Jan
Jambon
(N-VA):
Mijnheer
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
de
2008
08.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, à plusieurs reprises, j'ai abordé ce point lors des nombreux débats sur l'organisation des Jeux Olympiques en Chine et la question des droits de l'homme dans ce pays. J'avais évoqué plusieurs personnes pour lesquelles nous étions en quête d'informations, étant donné les conditions assez suspectes dans lesquelles elles avaient été arrêtées et détenues. J'avais ainsi questionné le ministre des Affaires étrangères sur le sort de Jamyang Kyi, célèbre musicienne et activiste des droits de l'homme. Je l'avais aussi interrogé au sujet de Xu Na, peintre célèbre en Chine, vivant à Hong Kong. J'avais expliqué dans le texte de ma question les conditions dans lesquelles elle avait été arrêtée et surtout celles dans lesquelles son mari avait été assassiné.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
La semaine dernière, nous avons appris que Xu Na avait été condamnée par la Cour de Pékin à trois ans de prison. Son avocat a interjeté appel. N'ayant pas eu de vos nouvelles à ce propos, j'aimerais que nous puissions disposer d'informations. Je sais bien que les questions portant sur des personnes sont un peu plus délicates, mais au cours de vos futures rencontres avec des responsables chinois, vous devriez vous enquérir de la situation de ces personnes, étant donné le flou qui entoure leur condamnation. Si vous pouviez m'informer à leur sujet, je vous en serais grandement reconnaissante. 08.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: La question des droits de l'homme en Chine reste un sujet de préoccupation grave et le restera encore malheureusement longtemps. L'incident que le ministre des Affaires étrangères a dénoncé et dont a été victime la semaine dernière un journaliste de la VRT le montre à souhait. En outre, l'exécution ce 28 novembre de M. Wo Weihan, pour lequel l'Union européenne avait entrepris plusieurs démarches au moment même où se tenait à Pékin la session du dialogue "droits de l'homme" entre l'Union européenne et la Chine, est un signe évidemment très inquiétant. De telles rencontres doivent précisément permettre aux parties de discuter des problèmes de droits de l'homme en Chine dans un esprit ouvert et, si possible, dans un climat de confiance. Ce ressortissant chinois entretenait, qui plus est, des liens de parenté étroits en Autriche. Son exécution pourrait indiquer un durcissement de ton des autorités chinoises après l'annonce par celles-ci du report du sommet Union européenneChine. La récente publication du rapport du comité contre la torture des Nations unies, qui dresse un bilan très sévère et critique de la situation et formule des recommandations dans un grand nombre de domaines peut également avoir contribué aux récentes réactions chinoises. Ces derniers développements feront l'objet d'une analyse en profondeur. Pour en revenir à votre question précise sur ces deux dames, Jamyang Kyi et Xu Na, le ministre peut vous dire, d'après les informations dont il dispose, que la première, d'origine tibétaine, aurait été relâchée sous caution mais devrait encore passer devant le juge d'instruction. Quant à Xu
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
9
03/12/2008
2008
Na, sa récente condamnation serait effectivement confirmée. Ces deux situations dramatiques n'ont pas été abordées lors de la session du dialogue des droits de l'homme qui vient de s'achever. Comme le ministre a pu vous le préciser à l'occasion d'une de vos questions précédentes, le temps réservé à examiner la situation des droits de l'homme en Chine ne permet pas de passer en revue pendant ce dialogue différents cas individuels. La Chine s'y refuse d'ailleurs absolument. Les noms pourraient être proposés à la considération de la Commission européenne qui gère et actualise, pour l'Union européenne, la liste des cas individuels qui est présentée régulièrement à la Chine. Sur le cas de ces deux femmes et sur l'annonce chinoise de la mise en œuvre de nouvelles dispositions en faveur des droits de l'homme, le ministre des Affaires étrangères ne manquera pas d'apporter une attention particulière. Voilà les seules informations dont le département dispose à ce jour. 08.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. La Belgique éprouve de réelles difficultés à oser parler à la Chine de ces matières qui sont pourtant fondamentales. J'avais d'ailleurs regretté à certains moments la frilosité du ministre des Affaires étrangères lors de son déplacement en Chine pour l'inauguration de la statue d'Olivier Strebelle. Il serait important de plaider cette cause au niveau européen, que l'Europe parle d'une seule voix à propos du respect des droits de l'homme en Chine. Il faut savoir que ces deux personnes en particulier ont noué des liens d'amitié avec nombre de personnes en Belgique et que différentes ONG, comme Amnesty International, sont très vigilantes à leur sujet. Il serait intéressant de pouvoir proposer leurs noms par l'intermédiaire de la Commission européenne et de les ajouter à cette liste. Même si des efforts sont accomplis au Parlement européen, c'est parfois en défendant des personnes qu'on fait progresser des idées fondamentales comme celle des droits de l'homme. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 09 Samengevoegde vragen van - de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de financiële steun van Dexia aan de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever" (nr. 8465)
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
10
- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de betrokkenheid van Dexia bij de financiering van joodse nederzettingen in Palestina" (nr. 8474) - de heer Christian Brotcorne aan de viceeerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de betrokkenheid van Dexia bij de financiering van joodse nederzettingen in Palestina" (nr. 8475) - de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het vredesproces Israël-Palestina en de activiteiten van Dexia in het betrokken gebied" (nr. 8784) 09 Questions jointes de - M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "l'aide financière de Dexia aux colonies illégales en Cisjordanie" (n° 8465) - M. Christian Brotcorne au ministre des Affaires étrangères sur "l'implication de Dexia dans le financement des colonies juives en Palestine" (n° 8474) - M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'implication de Dexia dans le financement des colonies juives en Palestine" (n° 8475) - M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "le processus de paix IsraéloPalestinien et les activités de Dexia dans la région" (n° 8784) 09.01 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, volgens een artikel van enkele weken geleden in Le Soir zou de bank Dexia, waarin de federale overheid sinds kort een belang van 5,7 procent heeft, via haar dochteronderneming Dexia Public Finance Israel leningen hebben toegekend aan tien nederzettingen of regionale raden op de Westelijke Jordaanoever. Actiegroepen voeren aan dat die nederzettingen illegaal zijn omdat ze artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève schenden. Artikel 49 stelt immers: “De bezettende macht zal geen delen van zijn eigen bevolking deporteren of overbrengen naar gebieden die hij bezet.” De VN-Veiligheidsraad heeft de bezettingspolitiek van Israel op die basis al meermaals veroordeeld. Resoluties verwijzen expliciet naar schendingen van de Vierde Conventie van Genève. Dexia zou op die manier dus betrokken zijn bij de financiering van illegale nederzettingen. Daarom heb ik een aantal vragen. Ten eerste, schaart de federale regering zich achter de resoluties 446, 452 en 465 en beschouwt de federale regering de nederzettingen
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
op de Westelijke Jordaanoever als een overtreding van artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève? Zo ja, zal de regering van haar belangrijke participatie in Dexia gebruikmaken om de financiering van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever stop te zetten? Indien niet, waarom niet? Ten derde, tegen welke datum zal de regering een dergelijke beslissing – in voorkomend geval – proberen door te drukken? Ten vierde, zijn er nog andere dossiers bij Dexia, BNP Paribas of KBC waarbij de regering voorbehoud maakt en waarvoor zij haar participatie zal aanwenden om een meer ethisch beleid te voeren? Ten vijfde, is er een ethisch charter met duidelijke criteria van kracht in de bedrijven waarin de overheid participeert? Zo ja, in welke bedrijven? Wat zijn daarbij de voornaamste criteria? Indien niet, zou de regering voor beslissingen inzake beleggingen, leningen en investeringen niet moeten aandringen op een ethisch kader, met aandacht voor mensenrechten, milieu, ethiek en gezondheid? 09.02 Christian Brotcorne (cdH): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, plusieurs groupes de citoyens solidaires du peuple palestinien ont récemment dénoncé les liens de la Banque Dexia avec la colonisation juive en Cisjordanie et à Jérusalem-Est. Personne ne conteste que la filiale israélienne de ce groupe franco-belge finance depuis plusieurs années des projets dans les colonies israéliennes, donc dans les territoires occupés. Depuis 2001, Dexia contrôle la banque israélienne Otzar Hashilton Hamekomi ("Trésor du pouvoir local"), spécialisée comme notre banque dans le financement des communes et des collectivités locales. Cette institution est devenue une filiale sous le nom de "Dexia Public Finance Israël", dont le groupe Dexia détient 65% du capital. Les activités de la banque dans les territoires occupés ont même fait l'objet d'une séance de la commission des Finances de la Knesset en date du 19 juin 2007 où, interrogé par les députés, le directeur de la filiale israélienne a confirmé sans ambiguïté le soutien financier de l'institution à différents projets localisés dans les colonies en Cisjordanie et à Jérusalem-Est.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
11
03/12/2008
Il est vrai que ce type de décision relève a priori de la stratégie d'une entreprise, mais j'espère que ce n'est pas ce que vous nous répondrez, monsieur le secrétaire d'État. Le contexte est très particulier en l'occurrence: d'une part, Dexia est un groupe dont l'actionnariat est essentiellement public. D'autre part, depuis peu, nos autorités – autorités fédérales particulièrement, soutenues par les autorités régionales – ont apporté à Dexia un soutien massif à l'occasion de la crise financière que nous connaissons. Par ailleurs, les territoires palestiniens occupés par Israël sont tout, vous l'admettrez, sauf une zone politiquement neutre. Le financement des colonies juives par le groupe franco-belge peut ou pourrait être interprété par certains comme un soutien indirect à la colonisation. Il n'est pas nécessaire de développer ici le caractère illégal de l'installation de colons en Cisjordanie, de l'extension israélienne vers Jérusalem-Est ou le comportement souvent agressif et provocateur de ces colons et les positions maintes fois répétées de notre pays et de l'Union européenne contre la colonisation en territoire palestinien. Dès lors, monsieur le secrétaire d'État, confirmezvous ces informations et les activités prêtées à la filiale de Dexia dans les territoires occupés? Si c'est exact – et il n'y a pas de raison d'en douter –, comment réagissons-nous? Comment votre département réagit-il? Au départ, j'avais posé la question au ministre des Finances qui l'a renvoyée vers cette commission, donc vers le ministre des Affaires étrangères? Estimez-vous utile d'interpeller la nouvelle direction de Dexia, compte tenu de ce que nous avons connu comme injection de capitaux publics auprès de cette banque, à court ou moyen terme, en concertation avec le ministre des Finances?
zijn deze nederzettingen nochtans illegaal. Op die manier zou Dexia dus duidelijk betrokken zijn bij de financiering van illegale nederzettingen in de Palestijnse gebieden. Mijnheer de staatssecretaris, we weten nochtans allemaal dat de nederzettingspolitiek eigenlijk de sleutel is om tot stabiliteit en vrede te komen in de Palestijnse gebieden. Israël blijft echter nieuwe nederzettingen bouwen. Toch staan veel landen weigerachtig tegenover een kritische opstelling tegen Israël. Ik geef een aantal voorbeelden. De relaties tussen de Europese Unie en Israël worden opgewaardeerd en men gaat er eigenlijk aan voorbij dat bepalingen over mensenrechten in het Europees associatieakkoord met Israel zomaar worden genegeerd. Ik stel u dan ook graag een aantal vragen. Ten eerste, gaat u akkoord met de bovenstaande stelling dat de Israëlische nederzettingen een overtreding vormen van artikel 49 van de conventie van Genève en dus illegaal zijn? Ten tweede, de Belgische overheid heeft sinds kort een belang van 5,7% in Dexia en is dus een belangrijke aandeelhouder. Bent u bereid om binnen de Ministerraad te pleiten voor een strategiewissel van Dexia en haar dochteronderneming zodat dergelijke financiering van de nederzettingen wordt stopgezet? Ten derde, in welke mate ondergraven dergelijke investeringsprocessen het vredesproces in Israël en de Palestijnse gebieden volgens u? Tot slot, bent u de mening toegedaan dat er strengere ethische normen moeten komen in de economische en financiële wereld opdat diplomatieke processen inzake conflictmanagement, conflictpreventie en bescherming van mensenrechten niet worden tegengewerkt?
Enfin, existe-t-il, dans le droit interne belge, des dispositions particulières qui permettraient de limiter l'activité de sociétés commerciales dans les territoires palestiniens occupés par Israël?
09.04 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, collega’s, de minister van Buitenlandse Zaken kan meedelen dat België reeds lang en herhaaldelijk de illegaliteit van de Israëlische kolonies in bezet gebied heeft bevestigd. Verder zijn er ook verscheidene resoluties van de VN Veiligheidsraad en verklaringen van de Europese Unie in die zin.
09.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb een vraag voor de minister van Buitenlandse Zaken. De bank Dexia zou via haar dochteronderneming Dexia Public Finance Israel leningen hebben toegekend aan tien nederzettingen of regionale raden op de westelijke Jordaanoever. Volgens artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève
Il n'existe pas, en droit belge, de disposition particulière qui limite l'activité des sociétés commerciales dans les territoires palestiniens occupés par Israël. Au niveau européen, l'accord euro-méditerranéen du 20 novembre 1995, établissant une association entre les Communautés européennes et leurs États membres d'une part, et l'État d'Israël, d'autre part,
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
12
ne contient pas non plus de disposition limitant les activités commerciales des entreprises européennes avec des entreprises israéliennes par rapport aux territoires occupés. Toutefois, cet accord s'applique en conformité au droit international et aux principes fondamentaux repris dans le traité de l'Union européenne, dont le respect des droits de l'homme et de la démocratie. Le commerce avec les entreprises et personnes installées dans ces colonies ainsi que les investissements dans ces entreprises est un sujet qui est discuté au sein de l'Union européenne et dont plusieurs États membres ainsi que la Commission européenne s'occupent actuellement. Quant aux questions précises et techniques, le ministre des Finances complète la réponse par les éléments suivants. Dans le cadre d'un processus de privatisation lancé par Israël, Dexia a acquis en 2001 une institution financière israélienne spécialisée dans le financement des collectivités locales, nommée depuis "Dexia Israel Bank Ltd". D'un point de vue statutaire, cette société est une 'public company' dont les actions sont cotées à la bourse de Tel Aviv. Au 30 septembre 2008, Dexia Crédit Local détenait environ 65% du capital et des droits de vote dans la Dexia Israel Bank Ltd. Conformément à la loi bancaire israélienne, la licence de la Dexia Israel Bank Ltd lui permet de s'engager dans toute activité bancaire autorisée par la loi. Les opérations que cette banque réalise en Israël relèvent de la sphère d'action d'une société privée, dès lors qu'elle se conforme aux législations locales. Elle dispose des chiffres qui permettraient de mesurer l'ampleur des activités visées par vos différentes questions. Seule Dexia a ces chiffres aujourd'hui. Nous ne sommes évidemment pas en possession des chiffres, que ce soit au niveau des Affaires étrangères ou manifestement au niveau du ministère des Finances. C'est donc au sein des instances de Dexia qu'il faut poser les bonnes questions, surtout au regard de ce qui s'est passé au niveau du groupe depuis septembre-octobre. Voilà la réponse qui m'a été donnée par les départements des Affaires étrangères et des Finances. 09.05 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de voorzitter, Mijnheer de staatssecretaris, doorgaans zijn de antwoorden de heer De Gucht tamelijk accuraat en to the point. Op deze vraag blijf ik evenwel op mijn honger zitten.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
Ik hoor u graag zeggen dat Dexia public finance 65% heeft in die Israëlitische bank. De Staat heeft bijna 6% in Dexia. Dus ik denk dat we alle middelen ter beschikking hebben om te weten wat er exact gebeurt. Naast te weten te komen wat er exact gebeurt, is het vooral belangrijk te weten welke richtlijnen er uitgaan van Dexia hoofdaandeelhouder in Dexia hoofdaandeelhouder heeft de Staat een serieuze vinger in de pap naar de dochterondernemingen? Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Een tweede vraag die ik gesteld heb is of er nog dergelijke dossiers zijn in andere banken waar de Staat thans, hopelijk tijdelijk, een serieuze vinger in de pap heeft? Zijn er andere dossiers die niet stroken met wat men ethisch ondernemen zou kunnen noemen? Tot slot kreeg ik geen antwoord op mijn vraag of er een ethisch charter is die de Belgische overheid aan haar ondernemingen oplegt? Op die punten blijven wij op onze honger zitten en dat is een beetje atypisch voor de heer De Gucht. Andere ministers in deze regering zijn daar meer door gekenmerkt. Ik vind het spijtig dat we op deze belangrijke materie zo een vaag antwoord hebben gekregen. 09.06 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, vous confirmez au moins deux choses. La première, qui va de soi, est de rappeler le caractère illégal des colonies de peuplement. La deuxième est de confirmer que Dexia détient bien 65% de cette filiale active en Israël. D'une certaine manière, vous renvoyez la question en disant que c'est au sein des instances de Dexia qu'il faudrait obtenir les informations et agir. Je pense qu'aujourd'hui, les pouvoirs publics belges, qu'ils soient fédéraux ou fédérés, sont en capacité de peser et d'intervenir dans les conseils d'administration. J'aurais souhaité entendre de la part de votre département des indications que nos représentants au sein de ce conseil d'administration porteront un message, même s'il est essentiellement politique et non commercial ou financier. Il y a peut-être lieu, lorsqu'on est actionnaire à une hauteur aussi importante dans une institution qui vise ce type de marché, de rappeler que pour un pouvoir public qui, vous le rappeliez, est soumis au droit international, il y a des choses qu'on ne fait pas, ne serait-ce que sur le plan éthique si, sur le plan juridique, elles sont
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
éventuellement possibles. Ce message doit être porté par les autorités publiques et politiques belges au sein de l'institution pour qu'à l'avenir, ce genre d'attitude et de situation ne se pratiquent et ne se reproduisent plus. 09.07 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Je retiens cette double question. Je transmettrai au ministre des Affaires étrangères votre souci de voir comment, en fonction de la présence de l'État fédéral et des Régions et Communautés dans l'actionnariat de Dexia, il est possible de s'informer sur les chiffres dont elle dispose et comment on peut adopter, au travers de nos représentants à l'assemblée générale ou de nos actionnaires, une attitude déterminée. 09.08 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, wij hebben hier van Buitenlandse Zaken te horen gekregen dat de illegaliteit van de kolonies bevestigd wordt. Naar onze inschatting blijft het al te vaak bij woorden alleen. Ook in de beleidsnota van minister De Gucht zien wij in feite dat hij weigert zijn nek uit te steken op het diplomatiek toneel, dat hij publieke signalen zendt om de illegaliteit van die kolonies echt wel te gaan aanklagen. In andere dossiers zien wij dat de minister van Buitenlandse Zaken dit wel doet, maar rond Israël en de Palestijnse Gebieden blijft het heel stil. Er is ook nog een andere bevestiging gekomen, namelijk van de link tussen Dexia, de dochteronderneming Dexia Public Finance in Israël en de Belgische overheid. U hebt verwezen naar het gebrek aan een aantal juridische instrumenten op Europees niveau om er voor te zorgen dat die leningen door Dexia Public Finance aan de nederzettingen stoppen. Dat is het juridische niveau. Wij vragen dat de Belgische overheid politiek gebruik maakt van haar aandeelhouderschap in Dexia, dat er nu toch wel is, om een aantal zaken aan te klagen. Ik begrijp dat de Belgische regering dat niet zal doen en dat vind ik bijzonder jammer. Tot slot: ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag naar het standpunt van minister De Gucht of hij de mening is toegedaan dat er strengere ethische normen moeten worden ingevoerd in de economische, financiële wereld opdat dergelijke zaken zich niet meer kunnen voordoen. Mijn vraag naar een structureel antwoord op deze problematiek in dit dossier blijft ook onbeantwoord. Het incident is gesloten. L'incident est clos.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
13
03/12/2008
2008
10 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de sociale criteria in het Belgische standpunt met betrekking tot agrobrandstoffen" (nr. 8556) 10 Question de Mme Tinne Van der Straeten au ministre des Affaires étrangères sur "les critères sociaux dans la position de la Belgique en matière d'agrocarburants" (n° 8556) 10.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, dit is de laatste rechte lijn voor het Europese Klimaat –en energieplan. Een van de aspecten daarin is 10% hernieuwbare energie specifiek in de transportsector. Door de meeste lidstaten wordt dit ingevuld met agrobrandstoffen. Ik heb daar al verschillende keren over van gedachten gewisseld met minister Magnette, over het Belgisch gecoördineerd standpunt over dit aspect. Hij heeft gezegd dat dit standpunt bepaald wordt in de CCM en in ENOVER maar dat ook Buitenlandse Zaken erbij betrokken is. Hij heeft gezegd dat België zich ambitieus toont, ook wat betreft het vaststellen van de sociaaleconomische criteria als het gaat over agrobrandstoffen. Hij stelde dat die echter wel compatibel moeten zijn met de WTO. Dat zou ook het standpunt van de Europese Commissie zijn. Daartegenover staat dat volgens mij – en volgens andere organisaties – het GATT-akkoord wel degelijk de mogelijkheid biedt, in de artikelen 20 A, B en D, tot differentiatie tussen producten op basis van de manier waarop ze worden geproduceerd. De sociale aspecten zouden dus ook in rekening kunnen worden gebracht. Ik heb dan ook enkele vragen. Ten eerste, steunt Buitenlandse Zaken het opnemen van sociale criteria voor de productie van energiegewassen uit het Zuiden? Ten tweede, op basis van welke argumenten oordeelt België dat het opnemen van bindende sociale criteria niet compatibel met de WTO zou zijn? Ten derde, welke criteria zijn dan compatibel met de WTO en welke niet? 10.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: België heeft zich in de discussie over de duurzaamheidscriteria in de richtlijn inzake hernieuwbare energie inderdaad ambitieus opgesteld. Er werd in het bijzonder aangedrongen op het afhankelijk maken van het streefcijfer in de transportsector van de goedkeuring van deze criteria. Voor België is het duidelijk dat duurzaamheid vanuit de verschillende facetten moet bekeken worden: milieu, sociaal en economisch. Er werd dan ook op aangedrongen om al deze aspecten in de richtlijn op te nemen.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
14
Vanuit de zorg om het multilateraal systeem zijn we bovendien van oordeel dat de opname van de criteria moet sporen met de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Op het niveau van de Raad werd, ondanks tegenstand van onder meer de Commissie, een compromis bereikt waarbij zowel milieu als sociale criteria weerhouden werden. De eerste zijn meestal bindend terwijl de laatste het voorwerp uitmaken van monitoring. België heeft dit realistisch compromis aanvaard op voorwaarde dat de mogelijkheid van sociale labeling behouden bleef. U merkt terecht op dat artikel 20 van het GATT de mogelijkheid biedt om af te wijken van de algemene regels van de WHO. De uitspraken van het geschillenbeslechtingsorgaan van de WHO tonen aan dat die bepalingen tot nu toe op beperkende wijze werden geïnterpreteerd. We stellen anderzijds vast dat ook in de WHO de geesten evolueren. Uit de opeenvolgende uitspraken blijkt een groeiende openheid voor milieuoverwegingen. De verandering in de mondiale houding ten opzichte van de klimaatwijziging is hier zeker niet vreemd aan. De minister van Buitenlandse Zaken heeft dan ook het volste vertrouwen dat de door de EU aangehouden milieucriteria de WHO-test zullen doorstaan. Voor de sociale criteria is het beeld minder duidelijk. De minister is zich bewust van de discussie die wordt gevoerd over dat onderwerp en over de interpretatie volgens dewelke artikel 20 de invoering van sociale criteria mogelijk maakt. Ook dient men er zich rekenschap van te geven dat het wantrouwen tegenover onze intenties op dat vlak bij onze handelspartners bijzonder groot blijft. Bovendien zijn de verweermogelijkheden in artikel 20 minder duidelijk voor sociale criteria dan voor milieucriteria. De uitkomst van een geschil bij de WHO blijft dan ook gekenmerkt door grote onzekerheid. Tot slot wenst de minister eraan te herinneren dat de regering voorstander blijft van de bevordering van de sociale normen en de naleving van de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie. België heeft er bovendien steeds voor gepleit dat er een link zou worden gelegd tussen de WHO en de IAO. 10.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor het antwoord van minister De Gucht.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
U hebt terecht gezegd dat duurzaamheid niet alleen een milieuaspect inhoudt, maar ook een sociaal. Mijn vraag ging over de sociale criteria en ik betreur dat in de Raad die sociale criteria zijn weggeschoven. De Raad zegt dat het wel opgelost zal worden met labeling en monitoring. Zelfs over de labeling en de monitoring zijn de recentste teksten nogal vrijblijvend. Ik stel vast dat de grote lidstaten en ook onze eerste minister de deur platlopen bij Barosso om te pleiten voor de chemie, voor de staal, voor de rijke landen, voor alles wat men wil, maar dat er niemand in de Raad het eens opneemt voor de landen in het Zuiden. Dat betreur ik. Ons klimaatprobleem is namelijk een NoordZuidprobleem. België is op dit moment – tenminste, als het sinds 13.30 uur vandaag niet veranderd is – een van de landen met de betere standpunten. Ik hoop dat men die ook over de Noord-Zuidproblematiek laat gelden en dat er toch een lans wordt gebroken voor sociale criteria, waar dat mogelijk is en waar het compatibel is met het WTO, want dat is het zeker. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 11 Samengevoegde interpellatie en vragen van - de heer Francis Van den Eynde tot de minister van Buitenlandse Zaken over "het aanstaande bezoek van de Dalai Lama aan België" (nr. 214) - de heer Jan Jambon aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het bezoek van de Dalai Lama aan het Parlement" (nr. 8770) - mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de situatie in Tibet, het bezoek van de Dalai Lama en de afzegging door China van de Europees-Chinese top van 1 december te Lyon" (nr. 8846) - heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de afgelasting van de EU-China top te Lyon naar aanleiding van de geplande ontmoeting tussen president Sarkozy en de Dalai Lama" (nr. 8888) 11 Interpellation et questions jointes de - M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la visite prochaine du Dalaï Lama en Belgique" (n° 214) - M. Jan Jambon au ministre des Affaires étrangères sur "la visite du Dalaï Lama au Parlement" (n° 8770) - Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "la venue du Dalaï Lama et l'annulation par la Chine du sommet 'Chine-UE' du 1er décembre à Lyon ainsi que la situation
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
au Tibet" (n° 8846) - M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'annulation du Sommet UEChine à Lyon à la suite de la rencontre prévue entre le président Sarkozy et le Dalaï Lama" (n° 8888) 11.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het bezoek van de Dalai Lama legt eens te meer een typische eigenschap van het huidig Chinees bewind bloot, met name een onmetelijke arrogantie. Ik heb daarvoor geen ander woord. Wij vernemen dat het volstaat dat Nicolas Sarkozy in zijn huidige hoedanigheid van leider van de Europese Unie de Dalai Lama ontvangt opdat China een toegezegde topconferentie tussen de EU en China opzegt. Dan weten we wel hoe laat het is. De arrogantie van China uit zich trouwens op verschillende vlakken. Er werd hier daarnet al geïnterpelleerd over de mensenrechten in het land zelf en deze namiddag zullen wij nog vragen stellen over het afranselen van een VRT-filmploeg in China. De slechtste manier om op arrogantie te antwoorden, is eraan toegeven. Ik heb de indruk dat die toon bijna een roeping is geworden voor dit land. Ik wil u eraan herinneren hoe flauw wij ons gedragen hebben naar aanleiding van de Olympische Spelen. Wij zouden niet deelnemen aan de openingsceremonie, maar de minister van Buitenlandse Zaken zou op voorhand een geschenk overhandigen, met name een beeldhouwwerk van ongeveer 250 miljoen Belgische frank, de eerste minister zou zogezegd privé gaan maar was toch aanwezig, enzovoort. En nu, de Dalai Lama. Hij komt om contact te hebben met het Europees Parlement. Wat gebeurt er? De regering zal hem niet officieel ontvangen. Het klopt dat hij wel persoonlijk zal worden ontvangen door Leterme, maar er komt geen officiële ontvangst. Hetzelfde gebeurt trouwens in dit Parlement. Hij mag wel binnen via het peristilium, maar hij mag ons niet toespreken in de plenaire zaal. Ik herinner mij dat een dame uit Colombia; Ingrid Betancourt, daar nog niet zo lang geleden wel het woord mocht nemen. Er is echter ook nog het volgende. De laatste keer dat ik de Dalai Lama in de Kamer zag, was dat
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
15
03/12/2008
2008
nog in de zaal hier rechtover, zijnde de Congreszaal. Dat was nu ook zo gepland. Uiteindelijk gaat hij naar de Internationale Zaal, die weliswaar een van de mooiste commissiezalen is, maar toch slechts een commissiezaal blijft. De Congreszaal daarentegen heeft tenminste nog het statuut van een voormalig Parlement te zijn. Dergelijke handelwijze is in feite beschamend. Voor het overige is ons land kampioen in de mensenrechten en kampioen van de vrijheid en mengen wij ons terecht of ten onrechte over de hele wereld met allerlei zaken. Voor de grootmacht China – vooral voor de economische grootmacht China – gaan wij echter door de knieën. Wij moeten aanvaarden dat de ambassadeur van China ons voorbije zomer nog in de commissie de les kwam spellen, toen wij naar aanleiding van de Olympische Spelen kritiek op de politiek van China hadden. Het eerste argument van de betrokkene was dat China en België samen goede zaken doen en dat wij dus maar beter zouden zwijgen. Mevrouw de voorzitter, het is fout om te zwijgen. Ons land is niet groot. Ik pleit hier niet voor een soort oorlogssituatie met het grote Rijk in het Oosten maar wel voor een kordate en radicale houding inzake de verdediging van de mensenrechten en ook – dat is belangrijk – inzake het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. Immers, wat men er ook moge van zeggen, China bezet op een totaal onwettelijke wijze Tibet. Tibet heeft recht op een eigen cultuur en op een eigen identiteit. Kortom, het heeft recht op onafhankelijkheid. Daarom pleit ik ervoor dat het Parlement er bij de regering op zou aandringen dat ze de grote schrik voor wat in het Frans in de jaren dertig “le péril jaune” werd genoemd, even opzijzet en de Dalai Lama ontvangt met de honneurs waarop hij recht heeft. Hij is een groot religieus leider. Voor de Tibetanen is hij ook een staatshoofd. 11.02 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Le Dalaï Lama arrivera ou est déjà arrivé en Europe pour une tournée de plusieurs jours. Il sera reçu en séance plénière du Parlement européen. Ensuite, il ira notamment à Gdansk le 6 décembre pour rencontrer d'autres Prix Nobel et le président en exercice de l'Union européenne, Nicolas Sarkosy, ce qui i a valu à celui-c l'annulation du sommet Chine-Union européenne. J'ai demandé hier au premier ministre s'il le rencontrerait et il me l'a confirmé. J'aurais voulu savoir si vous-même et le ministre des Affaires
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
16
CRIV 52 COM
03/12/2008
étrangères allaient également le rencontrer. J'aurais voulu aussi m'entretenir avec vous sur une question de fond. Le gouvernement du Tibet en exil a mené un gros travail avec la population tibétaine du 17 au 22 novembre, réunissant cinq cent cinquante personnes issues de la société civile afin d'envisager le futur du Tibet et une autonomie respectant la Constitution chinoise. Il s'agit d'un document très intéressant et d'une très bonne base pour un dialogue entre la Chine et le Tibet. Que pensez-vous de ce document? Il serait utile que l'Union européenne puisse parler d'une voix cohérente à l'égard du maintien du dialogue entre le Tibet et la Chine. Aujourd'hui, une ONG pro-tibétaine a proposé l'envoi d'un émissaire européen pour faciliter le dialogue entre le Tibet et la Chine. J'aurais aimé avoir votre avis à ce propos. Au cas où vous rencontreriez le Dalaï Lama, le document dont je vous ai parlé pourrait-il servir de base pour votre discussion?
387
présidente, je suis aussi de ceux qui sont déçus et inquiets: à chaque fois qu'il s'agit de questions qui touchent à la Chine, on fait des circonvolutions, des ronds de jambe et puis on reçoit le Dalaï Lama, mais pas tout à fait comme on aurait pu le recevoir et je le regrette. On se souviendra qu'on ne l'a pas reçu avant les Jeux Olympiques pour ne pas les gêner. Cette période est passée et finalement cela continue à déplaire à la Chine. Je trouve que la Chine aujourd'hui durcit le ton. Elle intervient dans l'organisation de la réception d'une personnalité aussi incontestable que le Dalaï Lama. Il s'agit de quelqu'un qui a toujours prôné la nonviolence, qui a toujours prôné que le Tibet devait jouir d'une autonomie mais à l'intérieur de la Chine. On sait bien qu'il a besoin d'un soutien international pour continuer à maintenir cette ligne non-violente mais politiquement tout à fait importante, que nous devons défendre sur la question des droits de l'homme.
11.03 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb een korte vraag. De vraag is eigenlijk al ingeleid door de voorgaande sprekers.
En effet, la question est de savoir quelle est l'action du gouvernement pour que nous puissions effectivement faire en sorte que les intérêts des Tibétains soient défendus, que la ligne que défend le Dalaï Lama soit défendue.
China heeft de jongste dagen duidelijk laten blijken dat het niet opgezet is met de geplande bezoeken van de Dalai Lama in verschillende Europese landen als Frankrijk en België. Om dat ongenoegen te laten blijken werd de Top tussen China en de EU van 1 december 2008 afgelast.
Et puis, quand arrêtera-t-on de faire des ronds de jambe alors qu'on voit que c'est parfaitement inefficace. Et j'ai lu dans la "Libre Belgique" qu'un collaborateur du ministre De Gucht avait déclaré: "On ne va quand même pas faire un enfant dans le dos aux Chinois".
Mijn vragen zijn heel kort en bondig. Heeft de Belgische regering een standpunt in verband met deze diplomatieke kwestie? Ik zou wel eens willen weten of België zelf een standpunt ter zake heeft. Wat is, naar het aanvoelen van de regering, de politieke betekenis van het bezoek van de Dalai Lama aan ons land? En is er op Europees niveau over een eenduidig Chinabeleid gesproken?
Si cette phrase est exacte, elle est quand même assez choquante et scandaleuse. Depuis quand le ministre des Affaires étrangères doit-il régler la manière dont il reçoit des personnages étrangers en fonction de ce que peut lui dicter telle ou telle chancellerie?
Naar aanleiding van de Olympische Spelen is daartoe een kans geweest. Ik heb tot op heden niet het gevoel dat de Europese Unie die kans gegrepen heeft om effectief tot een eensgezind standpunt te komen. Wat is het Europese standpunt in verband met de Tibetaanse kwestie? Is de EU bezig met het uitwerken van een eensgezind China-beleid dat zowel economische als sociale en humanitaire belangen weergeeft? Dank u. 11.04 Georges Dallemagne (cdH): Madame la
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
11.05 Staatssecretaris Olivier Chastel: De Dalai Lama werd door de voorzitter van het Europees Parlement uitgenodigd. Daar spreekt hij na een ontmoeting met de voorzitter een voltallige sessie van dit parlement toe. Vanmorgen werd hij ook door premier Leterme in zijn residentie in de Lambermontstraat ontvangen. Morgen zal hij door de voorzitters van onze twee federale Kamers worden ontvangen. Daarna zal een vergadering plaatsvinden waarop alle parlementsleden zijn uitgenodigd. Het zou inderdaad zinloos zijn de twee partijen, de Tibetanen en de Chinese regering, tot een dialoog
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
aan te zetten maar van onze kant een dialoog met een van de twee partijen te weigeren. Daarom wordt de Dalai Lama ook door de Belgische regering op hoog niveau en op een deftige wijze ontvangen, zoals het hoort voor een geestelijke leider van zijn formaat en een Nobelprijswinnaar. Wij kunnen de Dalai Lama echter niet ontvangen met het protocol en het eerbetoon die normaal voor staatshoofden zijn voorbehouden. Om boodschappen bij de Chinezen aan de man te kunnen brengen, ook over moeilijke onderwerpen zoals mensenrechten en Tibet, moeten wij er toch voor zorgen dat ze aanvaarden naar ons te luisteren en ons dus als betrouwbare gesprekspartners beschouwen. Dit zou niet het geval zijn indien wij de Dalai Lama als een staatshoofd ontvingen, en zodoende aan de Chinezen de indruk gaven dat wij de territoriale integriteit van hun land in vraag stellen, wat wij zeker en vast niet doen. Le document rédigé par le représentant du Dalaï Lama sur la conception de l’autonomie du Tibet comporte des passages que les autorités chinoises acceptent difficilement. Je vous citerai la référence faite à un grand Tibet qui engloberait non seulement l’actuelle région autonome du Tibet mais aussi de vastes zones de provinces voisines, ce qui signifierait qu’une plus grande partie du territoire national échapperait, dans des domaines jugés fondamentaux, au contrôle de l’État central. Cependant, par sa seule existence et les nombreuses références faites à la Constitution chinoise, ce document confirme explicitement que le but déclaré par le Dalaï Lama reste actuellement, l’autonomie et non l’indépendance. Les autorités chinoises, au lieu de refuser de le prendre en considération, auraient peut-être été mieux inspirées de le considérer comme base de négociation et d’accepter d’en discuter, ce qui leur aurait permis de faire valoir certaines objections à différentes propositions reprises dans le texte. De Chinezen moeten verstaan dat de ontvangst van de Dalai Lama geen vijandig gebaar is ten opzichte van hun land en dat we eerst en vooral trachten een bescheiden bijdrage te leveren aan het streven naar een billijke en vreedzame oplossing van de Tibetaanse kwestie. La décision chinoise de demander le report du sommet Union européenne-Chine qui aurait dû er avoir lieu le lundi 1 décembre 2008 nous semble disproportionnée. De officiële reactie van de EU, die de minister van
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
17
03/12/2008
2008
Buitenlandse Zaken volledig onderschrijft, luidt dat de Unie die ambitieuze doelstellingen voor ogen de had voor de 11 EU-Chinatop, akte neemt van de beslissing van China en deze betreurt. De EU wil blijven ijveren voor het strategisch partnerschap met China, zeker op een ogenblik dat de economische en financiële toestand in de wereld gebaat zijn bij een heel nauwe samenwerking tussen Europa en China. Wat het geheel van de betrekkingen tussen China en de EU betreft, hebben de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 11 december 2006, in antwoord op de mededeling van de Commissie “EU-China: hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden” nog niets van hun actualiteit verloren. Ze behandelen uitvoerig de politieke, economische en sociale aspecten van de relaties tussen de EU en China. In die conclusies wordt China onder meer opgeroepen om de ernstige beperkingen op te heffen op de vrijheid van meningsuiting, vergadering en godsdienst, evenals op de toegang tot informatie en om de rechten te respecteren van de personen die behoren tot de Tibetaanse, Oeigoerse en andere minderheden. Dit thema kwam eveneens aan bod op de ste 26 sessie van de mensenrechtendialoog die op 28 november 2008 in Bejing plaatsvond. De EU en China hebben belangrijke internationale engagementen en verantwoordelijkheden. Zij moeten beiden blijven ijveren om die in te lossen in het belang van de internationale veiligheid en stabiliteit en om een effectief, eerlijk, rechtvaardig en op regels gebaseerd multilateraal systeem te versterken met de VN als centrum. Ook na de aankondiging van China dat het niet aan de Top van 1 december wenste deel te nemen, blijft de Raad hiervan overtuigd. Op 27 november bijvoorbeeld, gaf de Raad aan de commissie groen licht voor het afsluiten van een akkoord om de administratieve samenwerking met China te versterken, teneinde de sluikhandel in precursoren en chemische stoffen voor de illegale aanmaak van drugs te bestrijden. Een paar dagen geleden leek het dat het ongenoegen van de Chinese regering over de ontvangst van de Dalai Lama door Europese politieke verantwoordelijken vooral tot uitdrukking kwam in verklaringen tegen het Frans
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
18
voorzitterschap. Later werd ook de houding van de Belgische regering bekritiseerd. Onze ambassadeur in Beijing werd twee keer door het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken ontboden. De minister ontving gisteren, 2 december, op zijn verzoek de Chinese ambassadeur. De minister heeft hem ons standpunt duidelijk uiteengezet. La Belgique œuvre, depuis des années, en faveur d'une approche stratégique cohérente de l'Union européenne à l'égard de la Chine, une approche constructive compte tenu du rôle de plus en plus important de ce pays à l'échelle mondiale et de l'intérêt pour l'Union européenne d'entretenir de bonnes relations avec ledit pays, ce non seulement en termes d'intérêts économiques mais également pour la promotion de nos valeurs humanistes et démocratiques dans tous les débats internationaux. Le dialogue avec la Chine doit également être critique, lorsque c'est nécessaire et, par exemple, quand des sujets délicats comme les droits de l'homme ou la situation au Tibet sont abordés. La Belgique s'était ainsi efforcée de promouvoir une réaction européenne mieux coordonnée aux évènements qui éclatèrent à Lhassa en mars. Malheureusement, le succès remporté par cette initiative fut assez limité. Nous avons néanmoins décidé de poursuivre nos efforts. Samengevat, we stellen onze uitstekende betrekkingen met China ten zeerste op prijs en we wensen ze ook verder uit te bouwen op alle vlakken, ook op gebieden waar onze respectievelijke gevoeligheden uiteenlopen, en dit met het nodige respect voor de indrukwekkende vooruitgang van dit reusachtige land op economisch en sociaal gebied, maar ook met verantwoordelijkheidszin en trouw aan onze democratische waarden. 11.06 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, uw antwoord week niet af van het antwoord dat gisteren gegeven werd door de eerste minister in de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Ik zou zeggen dat de geschenkverpakking alleen nog veel verzorgder was. De inhoud bleef echter dezelfde. Bij Leterme klonk het als volgt:”Oui, je rencontrerai, si nos dieux le veulent" – Leterme is blijkbaar polytheïst – "le Dalaï Lama demain".Verder zei hij dan: “Ik zal hem morgen rond 10.00 uur ontmoeten in mijn kantoor in de Lambermontstraat waar mensen meestal ontvangen worden”. Mensen, dat is iedereen, dat zou zelfs ik kunnen zijn. “Ik ontvang
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
hem als spirituele leider van het Tibetaanse volk”. Met andere woorden, er wordt zo weinig mogelijk een politieke dimensie gegeven aan dit bezoek. Dat is wat mij stoort. Men zegt dan dat we hem niet kunnen ontvangen als een staatshoofd omdat dit een aanslag zou zijn op de integriteit van het Chinese grondgebied. Neem mij niet kwalijk, Tibet is China niet! Tibet is gewapenderhand in een brutale aanval door het Chinese volksleger veroverd. Dat heeft er trouwens voor gezorgd dat de Dalai Lama op de vlucht moest slaan. Ik kan mij nog inbeelden dat u zegt dat hij geen echt staatshoofd is omdat hij in ballingsschap leeft. De politieke betekenis is echter veel te soft en te teder ten overstaan van de Chinezen. Wat erg is, is dat iedereen zich op deze positie aligneert. Het gaat niet alleen om de regering, maar ook – ik vermoed in samenspraak met de regering – om het Parlement. U zegt ons dat alle parlementsleden hem zullen kunnen horen. Ik herhaal dat de vergadering doorgaat in de Internationale Zaal. De Kamer telt 150 leden en de Senaat 75 leden Die kunnen daar niet allemaal binnen. We kunnen misschien voor de deur kamperen. De laatste keer dat ik de Dalai Lama heb gezien was dat nog hier recht tegenover. Met andere woorden, we gaan erop vooruit. Ik kan mij niet tevredenstellen met dit antwoord. Mevrouw de voorzitter, ik zal dan ook een motie indienen om te vragen dat de regering vooralsnog de Dalai Lama officieel zou ontvangen, zoals dat hoort. 11.07 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): M. le secrétaire d'État, votre réponse me fait penser que vous vous autocensurez. Vous osez quelques pas sur la défense du peuple tibétain et le respect des droits de l'homme et, au paragraphe suivant, vous abondez dans le sens de la Chine. C'est aussi ce qui ressort des prises de position générales du gouvernement ces derniers temps. C'est encore pire du côté du parlement belge, étant donné la frilosité avec laquelle on organise cette rencontre. Ce n'est évidemment pas de votre ressort. En ce qui concerne la position de la Belgique, quoiqu'on fasse il y aura des répercussions sur nos relations avec la Chine. Nous aurions intérêt à parler clairement, à défendre nos valeurs, tout en ne relâchant pas nos relations avec la Chine. Nous avons intérêt à nous montrer comme des partenaires de dialogue, tant à l'égard du Tibet que de la Chine. Au niveau européen aussi, nous avons intérêt à parler d'une seule et même voix, cohérente mais dure, qui demande le respect des
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
droits humains et de l'autodétermination des peuples. Vous avez parlé du document. Il y a énormément de débats sur ce qu'on doit considérer comme étant le territoire tibétain. Ce n'est évidemment pas en cinq lignes que cela se règlera, mais je pense sincèrement que le document qu'ils ont remis à la Chine est une très bonne base de dialogue et qu'il serait utile de pouvoir en faire la promotion au plus haut niveau, afin que l'Union européenne se saisisse également de ce document. Enfin, je réitère l'idée des différentes ONG de demander l'envoi d'un émissaire européen pour relancer le dialogue entre le Tibet et la Chine. 11.08 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, een en ander werd door collega Boulet al aangegeven, maar het is duidelijk dat de meningen over de Tibetaanse kwestie in de Europese Unie verdeeld zijn. Ik heb de indruk dat China daar handig gebruik van maakt door een soort van verdeel-en-heersspelletje te spelen met de EU-lidstaten. Het is erg jammer dat de EU-Chinatop, die zou samenkomen om de financiële crisis te bespreken, niet is doorgegaan. Op die wijze heeft de Tibetaanse kwestie er al voor gezorgd dat zij verweven geraakt met de mondiale financiële crisis. Het is dus van het grootste belang dat Europa zo spoedig mogelijk uit een mond kan spreken en dat er dus een eensgezind Chinabeleid vanuit de Europese Unie zou komen. Dat Chinabeleid kan alleen maar zijn dat op lange termijn gedacht kan worden, niet op korte termijn. Op lange termijn gedacht is het absoluut van essentieel belang, zeker vanuit EU-standpunt, dat het respect voor de mensenrechten totaal zou zijn en dat dat voorrang heeft op de desgevallend economische belangen op korte termijn van sommige landen. Het is overduidelijk dat ik ervoor pleit dat de focus van de Europese landen tegenover China meer op lange termijn zou toegespitst worden. De Dalai Lama wordt hier in België ook door een aantal prominenten ontvangen: daar ben ik op zich wel tevreden over. De Europese Unie mag niet langer dubbelzinnig blijven hierin. Ik denk dat België er alles aan moet doen om ervoor te zorgen dat het Europese beleid tegenover de situatie en de problematiek met respect voor alle rechten van alle mensen gevrijwaard wordt. 11.09 Georges Dallemagne (cdH): Madame la
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
19
03/12/2008
2008
présidente, j'interviendrai rapidement, mes collègues ayant déjà abordé de nombreux points. Je remercie au passage le ministre pour sa réponse circonstanciée. Le message que nous adresse la Chine aujourd'hui est très clair. Il n'y a aucune retenue dans l'attitude des Chinois. Dès que nous osons une quelconque avancée en matière des droits de l'homme, la réponse est brutale, violente et disproportionnée. Tel est le message central qu'envoie la Chine aujourd'hui. Il importe de le retenir dans nos relations non seulement avec la Chine, mais dans la manière dont nous concevrons, dorénavant, les relations internationales et celles avec les grandes puissances émergentes qui, décidément, ne souhaitent pas appliquer des normes, pourtant essentielles tant pour l'organisation internationale que pour les problèmes intérieurs. Eu égard à ce document qui semble tellement déplaire à la Chine, je comprends les Tibétains, car le Tibet historique est beaucoup plus large que le Tibet administratif d'aujourd'hui. C'est en 1949 que le pouvoir chinois a découpé le Tibet en quatre pour essayer de démanteler les Tibétains. Mais effectivement, le Tibet historique est beaucoup plus large que le Tibet administratif. Je rappelle aussi que les Tibétains pour autant ne réclament pas l'indépendance. S'il s'agissait de réclamer l'indépendance, cela pourrait poser un problème. J'appuie amplement l'idée d'un émissaire européen. Il importe que l'Europe s'intéresse de près à la question, avant qu'elle ne tourne en une question plus violente que celle que l'on connaît aujourd'hui. Par ailleurs, sans ignorer les règles du protocole, j'estime que nous aurions pu recevoir le Dalaï Lama en séance plénière. Nous avons reçu d'autres personnages importants en séance plénière. Ce n'était pas une entorse tellement importante à notre Règlement. Et s'il échet, on peut modifier ce dernier. Un peu de souplesse en la matière ne se refuse pas! Moties Motions De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend. En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
20
CRIV 52 COM
03/12/2008
387
voorzitters zijn die dat zal beslechten. Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Francis Van den Eynde en luidt als volgt: “De Kamer, gehoord de interpellatie van de heer Francis Van den Eynde en het antwoord van de staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, dringt er op aan dat de regering de Dalai Lama naar aanleiding van zijn aanstaande bezoek aan ons land officieel zou ontvangen." Une motion de recommandation a été déposée par M. Francis Van den Eynde et est libellée comme suit: “La Chambre, ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van den Eynde et la réponse du secrétaire d’État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne, adjoint au ministre des Affaires étrangères, insiste pour que le gouvernement reçoive officiellement le Dalaï Lama lors de sa prochaine visite dans notre pays." Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean-Luc Crucke en Georges Dallemagne. Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean-Luc Crucke et Georges Dallemagne. Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten. Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close. 11.10 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik wil er uw aandacht op vestigen dat ik deze interpellatie heb ingediend op 12 november, omdat toen uit Het Laatste Nieuws werd vernomen – ik houd het artikel ter beschikking – dat de Dalai Lama naar hier zou komen. Ik kon dat dus niet vroeger. Door een aantal omstandigheden, die u even goed kent als ik, kan de commissie zich pas vandaag over het probleem buigen. Indien de motie pas volgende week ter stemming wordt voorgelegd, is zij hopeloos verouderd. Ik zou dan ook willen vragen dat u met het secretariaat ervoor zou zorgen dat zij morgen aan de agenda van de Kamer wordt toegevoegd. De voorzitter: Wij zullen het verzoek richten tot de Conferentie van voorzitters, die, zoals u weet, morgen samenkomt. Het zal de Conferentie van
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
Collega’s, ik kijk naar het uurwerk. U weet dat heel wat commissieleden vele vragen lang geleden hebben ingediend. Mag ik vragen om beknopt te zijn? De staatssecretaris heeft de vragen op voorhand ontvangen. Mag ik iedereen hier om een inspanning vragen? Ik kan u niet verplichten, maar ik doe hier een oproep aan uw welwillendheid. 12 Questions jointes de - M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires étrangères sur "le sort des manifestants pacifistes birmans lourdement condamnés" (n° 8589) - M. Josy Arens au ministre des Affaires étrangères sur "la situation de la population au Myanmar" (n° 8960) 12 Samengevoegde vragen van - de heer Georges Dallemagne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het lot van de vreedzame Birmaanse betogers die tot zware straffen veroordeeld werden" (nr. 8589) - de heer Josy Arens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de situatie van de bevolking in Myanmar" (nr. 8960) 12.01 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, ma question a trait au sort des manifestants pacifistes birmans qui ont été lourdement condamnés. On se souvient que, l'année dernière, la Génération 88, groupe d'étudiants à l'origine du soulèvement de 1988, avait déclenché de nouvelles manifestations à Rangoon après la décision des autorités birmanes d'augmenter massivement et brusquement les prix des carburants. Ces manifestants avaient appelé à la démocratisation et à la liberté d'expression. Des dizaines d'opposants avaient alors été brutalement réprimés et incarcérés. Mardi dernier, 23 d'entre eux ont été condamnés à 65 ans de prison pour avoir osé contester le régime militaire en place. Il semble que cette condamnation soit tombée à l'occasion d'une audience spéciale à huis clos à l'intérieur de la prison d'Insein. Ces peines démesurées, à l'encontre de manifestants pacifistes, ne sont malheureusement pas isolées. Elles participent à une action globale de la junte militaire qui s'applique à empêcher le déploiement d'un mouvement social de contestation de grande ampleur. D'après Amnesty International, 2.000 personnes seraient ainsi privées de leur liberté pour avoir exprimé leurs opinions politiques à l'encontre de la junte
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
birmane, la plupart d'entre elles soulèvement de l'année dernière.
lors
du
Nous ne pouvons rester indifférents au sort de ces détenus. La communauté internationale semble pourtant avoir quelque peu baissé les bras face au régime birman. Il y a certes de quoi être pessimiste quant aux possibilités que le régime birman évolue favorablement à court terme, mais cela ne doit pas nous empêcher d'agir pour une évolution positive en Birmanie. Surtout, le silence assourdissant de la communauté internationale concernant ces condamnations est intolérable. Je sais que le gouvernement belge a été actif et n'est pas insensible à ce sujet. Monsieur le secrétaire d'État, quelles initiatives avez-vous prises ou comptez-vous prendre pour marquer votre indignation et tenter d'obtenir la libération des manifestants de septembre 2007 et des autres condamnés politiques? Quelles actions pourraient-elles être entreprises, notamment au niveau du Conseil de l'Union européenne, afin de faire libérer ces prisonniers politiques et de connaître leur sort exact? 12.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Madame la présidente, les pressions que la communauté internationale exerce sur la junte du Myanmar n'ont, à ce jour, pu apporter que beaucoup trop peu de changements sérieux. On continue à constater un manque flagrant de respect des droits de l'homme et on compte encore plus de 2.000 prisonniers politiques incarcérés par le régime. Le processus politique mis en route par les militaires demeure non-inclusif. La Belgique a décidé avec ses partenaires européens d'instaurer un régime de sanctions à l'encontre de la junte, régime qui fut renforcé suite à la répression sanglante envers les manifestants en septembre 2007. On peut toujours s'interroger sur l'efficacité d'un régime de sanction, c'est vrai. Les échanges commerciaux entre le l'Europe et le Myanmar sont modestes et l'impact des sanctions nécessairement plus limité. D'autres pays (la Chine, l'Inde, la Thaïlande et les pays de l'ASEAN) y exercent une influence beaucoup plus importante que la nôtre. À part des sanctions, nous nous efforçons d'influencer la junte pour libérer les prisonniers politiques, pour adhérer au respect des droits de l'homme et pour instaurer un processus politique
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
21
03/12/2008
2008
inclusif. Cela se passe à New York au Conseil de sécurité et dans les autres institutions onusiennes et lors de certaines rencontres et de réunions entre les pays asiatiques et européens. La Belgique était immédiatement prête pour livrer de l'aide humanitaire quand le cyclone Nargis avait détruit une grande partie du pays. À cause de cette catastrophe, plusieurs ONG sont à nouveau actives sur le terrain. Dans le cadre de la politique étrangère et de sécurité commune, l'Union applique des mesures restrictives visant à faire respecter les objectifs spécifiques de cette politique étrangère et de sécurité commune énoncée dans le Traité sur l'Union européenne. Vu le marché commun et la libre circulation des personnes et des biens dans le cadre de l'Union, les sanctions bilatérales sont exclues. Ces dernières années, l'Union a eu fréquemment recours à des sanctions ou des mesures, que ce soit en application du Traité sur l'Union ou pour transposer des résolutions contraignantes du Conseil de sécurité. Les sanctions peuvent prendre la forme d'embargo sur les armes, de restrictions commerciales générales ou spécifiques, de restrictions financières, de restrictions en matière d'admission (interdiction de visas de voyage) et d'autres mesures. Ce sont d'ailleurs des sanctions pour l'Union qui sont en vigueur dans de nombreux pays dont je vous passe la liste mais toutes ces sanctions ont une durée limitée et sont évaluées périodiquement par le Conseil européen. Dans le cadre d'un nouveau contexte politique, le Conseil peut toujours adapter, aggraver ou supprimer certaines sanctions. Tel est l'arsenal à notre disposition aujourd'hui visà-vis du Myanmar pour la politique européenne commune en la matière. 12.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, j'ai bien entendu votre réponse qui passe en revue toute une série de possibilités d'agir sur le régime birman. Ma question portait spécifiquement sur les 23 personnes qui ont été condamnées à 65 ans de prison. Au-delà du régime de sanction général, il y a là un fait politique nouveau et je n'ai pas entendu que cela avait provoqué ni la convocation de l'ambassadeur, ni un appel à la modération, ni un appel clair de la part du gouvernement belge au sujet de cette nouvelle situation. Une démarche particulière est importante car si ces personnes sont aujourd'hui incarcérées, c'est
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
22
aussi parce qu'elles ont été vues sur les écrans de télévision du monde entier et parce que nous avons à ce moment-là apporté notre soutien à ce mouvement. Selon moi, nous avons une responsabilité et nous devons essayer de faire en sorte qu'elles soient libérées. L'incident est clos. Het incident is gesloten. La présidente: M. Crucke, vous aviez une question relative à un déploiement de missiles russes à Kaliningrad? 12.04 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, je demande le report de ma question. 12.05 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Madame la présidente, des réunions importantes ont lieu aujourd'hui sur le sujet et une réponse complète pourra être donnée fin de semaine ou début de semaine prochaine. La présidente: La question n° 8596 est donc reportée. 13 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires étrangères sur "le sort des pays africains ignoré par le G20" (n° 8616) 13 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het door de G20 genegeerde lot van de Afrikaanse landen" (nr. 8616) 13.01 Jean-Luc Crucke (MR): Cette question est en réalité une double question dans la mesure où elle fait suite à cette fameuse réunion qui a tenté, par le G20, de réinstaller les règles financières du marché. Cette réunion – en fait le sommet de Washington a été suivie d'une réaction de Jean Ping, président de la commission de l'Union africaine disant que si on établit des nouvelles règles de gouvernance, peut-on les rétablir en oubliant l'Afrique? Et de rappeler que l'Afrique c'est dix fois l'Europe. Est-ce que le ministre a la conviction nonobstant l'absence de l'Afrique qu'il a été tenu compte de la gouvernance de ces pays les plus pauvres qui demandent non seulement à être entendus mais aussi à être représentés? Par rapport à une réaction du commissaire européen Louis Michel qui, sur un sujet bien précis à savoir sur le milliard d'euros non utilisés pour soutenir les prix agricoles au bénéfice de l'aide aux pays européens – entendons-nous, ces
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
montants n'ont pas été utilisés par absence de besoin -, la proposition du commissaire Michel était de veiller à ce que ces fonds puissent être versés aux pays en voie de développement. Il semble qu'il y ait à cet égard au sein de l'Europe des divergences. Je souhaite connaître la position du gouvernement belge en la matière. 13.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Le format adopté pour le sommet de Washington, le 15 novembre dernier, sur les marchés financiers et l'économie mondiale était le G20. Celui-ci comprend les grands pays industrialisés, un certain nombre de pays émergents les plus significatifs, ainsi que l'Union européenne au travers de sa présidence et la Commission. Il n'y a pas eu au niveau européen de concertation sur le format qui serait adopté pour la réunion de Washington. La Belgique ne s'est pas exprimée sur le sujet. La tenue d'un sommet au niveau du G20 à l'invitation du président des États-Unis représente un élargissement significatif par rapport aux réunions classiques G7 ou G8. La crise financière et économique à laquelle l'économie mondiale est confrontée constitue un défi d'ampleur exceptionnelle et cela pour toute la communauté internationale. Et la Belgique s'emploie, au travers de l'Union, à ce que les intérêts des pays en voie de développement soient pris en compte. Elle s'attend également à ce que les pays émergents qui font partie du G20 assument également en la matière pleinement leurs responsabilités. Le G20 inclut l'Afrique du sud, seul pays africain invité. Il convient néanmoins de signaler que les pays africains sont représentes au sein des institutions de Bretton Woods qui sont ellesmêmes associées au débat sur la réforme du système financier. En outre, le communiqué du Sommet de Washington affirme que la représentation et la participation des économies émergentes et en développement dans ces institutions doivent être accrues, ce qui, à terme, devrait également bénéficier aux pays africains. Pour faire écho à l'urgence de la situation liée à la crise alimentaire et donner suite, notamment aux engagements pris lors de la Conférence de Rome en juin dernier, aux conclusions du CAGRE de mai et du Conseil européen de juin, la Belgique a soutenu, dès le début, la proposition de règlement du Parlement et du Conseil portant établissement d'une facilité d'un milliard d'euros, en réponse à la
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
flambée des prix alimentaires. L'objectif était notamment d'accroître la production agricole à court et à moyen terme, mais aussi de décliner une perspective à longue échéance, en particulier en faveur du continent africain. Quant aux sources appropriées de financement de cette facilité, le Conseil ECOFIN du 21 novembre a pris une décision à ce sujet. Le ministre des Affaires étrangères souhaite ajouter que les mêmes préoccupations que celles que vous rapportez ont également été exprimées, à juste titre d'ailleurs, lors de plusieurs rencontres internationales récentes ayant directement succédé au Sommet de Washington. Il songe plus particulièrement à la réunion du Forum pour le partenariat avec l'Afrique qui s'est tenue à Addis Abeba les 17 et 18 novembre, aux Journées européennes du développement qui se sont tenues à Strasbourg les 15, 16 et 17 novembre et à la réunion ministérielle de la Troïka AfriqueUnion européenne des 20 et 21 novembre. Il s'agissait, à chaque fois, pour tous les partenaires, de plaider et de s'engager pour une meilleure représentation et une meilleure association avec les pays de l'Afrique dans les efforts en cours et forums internationaux pour que les intérêts et besoins des pays africains soient dûment pris en compte. 13.03 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, je voudrais tout d'abord faire deux observations par rapport au G20. En effet, selon moi, il serait inconcevable que, dans une période de crise financière, l'Europe ne tienne pas compte des pays les plus pauvres, ce d'autant que les intérêts des pays émergents et des pays en voies de développement sont très divergents en la matière. Ainsi, si l'Afrique du Sud devait représenter l'ensemble de l'Afrique, on pourrait se poser des questions quant aux intérêt dudit pays par rapport à d'autres pays en voie de développement. Je me réjouis de la proposition de la Belgique par le biais de M. Michel. Elle est non seulement courageuse mais également fondamentale par rapport au développement. L'incident est clos. Het incident is gesloten. 14 Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire d'État aux Affaires étrangères, chargé de la Préparation de la Présidence européenne, adjoint au ministre des Affaires étrangères sur "l'adhésion de l'Islande à l'Union européenne"
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
23
03/12/2008
2008
(n° 8659) 14 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de toetreding van IJsland tot de Europese Unie" (nr. 8659) 14.01 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, on dit parfois que le malheur des uns fait le bonheur des autres. Or, un pays qui, jusqu'il y a peu, ne se tournait pas facilement vers l'Europe semble aujourd'hui connaître un changement profond. En effet, les derniers sondages montrent que 70% des Islandais souhaitent adhérer à l'Europe ainsi qu'à toutes ses structures et veulent voir l'euro remplacer leur propre monnaie. La crise économique et financière n'y est certainement pas pour rien! Je ne dois pas vous le rappeler. L'Islande a mis en place une commission chargée d'étudier cette adhésion. Au niveau de la Commission et du Conseil européens, le processus concernant l'Islande fait-il l'objet d'un débat. Si oui, quel est-il? Quelles en sont les conclusions? Enfin, un calendrier a-t-il été envisagé? 14.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Monsieur Crucke, un courrier a été envoyé le 14 octobre dernier par le premier ministre islandais, M. Haarde, aux États membres de l'Union, dont la Belgique, dans le cadre de la préparation du Conseil européen d'octobre, ayant pour thème la situation économique et financière mondiale. Ce courrier avait pour objectif de sensibiliser les pays de l'Union aux conséquences de la crise sur tous les secteurs de l'économie islandaise. Dans la foulée de cette lettre, un entretien entre le premier ministre islandais et le président Barroso a eu lieu à Bruxelles le 15 octobre. L'Islande est l'un des plus proches partenaires de l'Union et a sa place en Europe. Elle participe pleinement au marché intérieur de l'Union via l'Espace économique européen et ses citoyens profitent de la libre circulation de mouvement dans la zone Schengen. De manière générale, tant le premier ministre que le président Barroso ont exprimé leur satisfaction sur le fonctionnement de l'Espace économique européen ainsi que sur la coopération en matière de politique maritime et de pêche. À la suite des événements récents, le parti du premier ministre islandais, le parti de l'Indépendance qui a toujours été fortement
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
24
opposé à l'entrée dans l'Union, a avancé la date d'un congrès, initialement programmé en octobre 2009, au mois de janvier 2009 pour débattre de l'avenir européen de l'Islande. Le premier ministre pourrait d'ailleurs revoir, à l'issue de ce congrès, sa position jusqu'ici en opposition à l'adhésion à l'Union. La question de l'adhésion n'a pas encore fait l'objet d'une discussion au sein de la Commission ou du Conseil. Comme vous le savez, pour devenir membre, tout pays doit inclure une demande d'adhésion en bonne et due forme. Quoi qu'il en soit, la Belgique accueille positivement la nouvelle réflexion initiée en Islande, pays avec lequel l'Union entretient déjà d'intenses relations. La Belgique suit donc, avec grand intérêt, cette question mais estime qu'il est probablement encore un peu tôt pour s'avancer davantage quant à un calendrier d'adhésion. La Belgique souhaite attendre les résultats des contacts entretenus entre l'Islande et la Commission ainsi que l'évolution des réflexions au niveau politique en Islande même. Ce congrès est annoncé en janvier. Nous ne pouvons réfléchir à un calendrier sans nous assurer d'une modification du positionnement de l'Islande envers l'Union. Pour l'heure, la demande d'adhésion n'a évidemment pas encore été portée à l'agenda du gouvernement islandais. Néanmoins, en raison de la conjoncture économique et financière nationale et internationale, il est probable que les milieux d'affaires accroissent rapidement leur pression sur le monde politique et l'opinion publique en faveur d'une demande d'adhésion. Dans le cas où l'Islande déciderait de poser sa candidature, les négociations d'adhésion devraient être facilitées et progresser plus rapidement par le fait qu'elle est membre de l'espace économique européen et applique ainsi une grande partie de l'acquis communautaire. 14.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 15 Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het Europese-Israëlische Associatieakkoord" (nr. 8833) 15 Question de M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "l'accord
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
d'association israélo-européen" (n° 8833) 15.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, een wijziging van de Israëlische nederzettingenpolitiek is wellicht de sleutel voor vrede, maar - en het is daarnet ook al aan bod gekomen - het land blijft nieuwe nederzettingen bouwen. Het is de bedoeling dat de relaties tussen de Europese Unie en Israël zouden worden opgewaardeerd, maar men gaat daarbij toch voorbij aan de bepalingen rond mensenrechten uit het Europees associatieakkoord en het feit dat die mensenrechten nu door Israel niet worden nageleefd. Ik refereer aan een recent voorbeeld, namelijk de blokkering van de Gazastrook door Israel, zelfs in die mate dat hulpgoederen van UNRWA er niet door kunnen. Uit een artikel in Mo-magazine van 18 november blijkt dat de Britse regering een strengere toepassing wil van het Europees-Israëlische Associatieakkoord. Dit handelsakkoord staat preferentiële tarieven toe aan Israëlische producten. Ook producten uit de Israëlische nederzettingen komen immers aan een voorkeurtarief Europa binnen. Het is de Britse minister van Buitenlandse Zaken, David Milliband, die steun blijkt te zoeken voor een strengere implementatie van de bestaande handelsregels. Hij heeft het, onder meer, over de etikettering van producten afkomstig uit Israel, waarbij het duidelijk zou zijn wanneer er producten uit de Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied zouden komen. Op die manier kan de consument een duidelijke, geïnformeerde keuze maken. Ik heb een aantal vragen. Ten eerste, welke gevolgen heeft de uitbreiding van de Israëlische nederzettingen voor de vredesonderhandelingen volgens u? Ten tweede, werd u reeds rechtstreeks of onrechtstreeks aangesproken door Brits minister David Milliband inzake het Europees-Israëlische Associatieakkoord? Ten derde, gaat u akkoord met het standpunt van Milliband voor een strengere toepassing van het associatieakkoord en bent u bereid hem te steunen? Tot slot, welke zijn de voornaamste Israëlische producten in omzet die aan voorkeurstarieven op de Belgische markt worden verkocht voor het jaar
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
2007? Welke omzet vertegenwoordigden deze producten? Wat was het marktaandeel van de vijf voornaamste uit Israel geïmporteerde producten, ook voor het jaar 2007? Kunt u ook toelichting kunt geven bij het financiële voordeel dat de Israëlische producenten genoten ingevolge het voorkeurstarief? 15.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, het nederzettingenbeleid door Israel is strijdig met het internationaal recht, enerzijds, en kan, anderzijds, een middel zijn om de situatie op het terrein onomkeerbaar aan te passen en zo de termen van een eindakkoord eenzijdig vast te leggen. De diensten van de minister van Buitenlandse Zaken hebben reeds contact gehad met die van zijn collega Milliband, over zijn voornemen om na te gaan of Israel de regels van oorsprong respecteert en of de consument in de handel de juiste oorspronginformatie verkrijgt. Het Verenigd Koninkrijk kreeg voor het initiatief ruime steun binnen de EU, ook van België. Het gaat niet om een strengere toepassing van het akkoord, maar om nazicht of deelnemers in de handelstaken de afspraken correct toepassen. Een juiste toepassing van het Europees gemeenschapsrecht inzake handelsvoordelen is wat nagestreefd wordt. 15.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben blij met de steun van ons land wat betreft het voorstel van de heer Milliband inzake de etikettering, maar Is het zo dat België ook het voorstel zou steunen om de kolonies te onttrekken aan de preferentiële handelsvoorwaarden tussen Europa en Israël. Kunt u dat nog toelichten? 15.04 Staatssecretaris Olivier Chastel: (…) 15.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Nee? Nochtans is dat wel de essentiële vraag. Het betreft de handelstarieven en de handelsvoorwaarden. De etikettering komt pas in tweede orde. Ik hoop in elk geval dat ons land zich niet laat beïnvloeden door de negatieve reacties van Israël in deze materie. Misschien kan ik daaromtrent een mondelinge vraag indienen. Zoals ik zei, gaat het immers om de preferentiële handelstarieven, die toch wel de essentie uitmaken van deze kwestie. L'incident est clos. Het incident is gesloten.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
25
03/12/2008
16 Questions jointes de - Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "la criminalisation de l'homosexualité au Burundi" (n° 8826) - Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires étrangères sur "la criminalisation de l'homosexualité au Burundi" (n° 8917) 16 Samengevoegde vragen van - mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het criminaliseren van homoseksualiteit in Burundi" (nr. 8826) - mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de criminalisering van homoseksualiteit in Burundi" (nr. 8917) 16.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, je viens d'apprendre que la Chambre des députés de Bujumbura aurait voté au début de la semaine passée une loi destinée à criminaliser l'homosexualité au Burundi. Le texte se trouve en ce moment au Sénat pour la suite de son adoption et prévoit que quiconque entretiendrait des relations sexuelles avec une personne du même sexe serait punie d'une servitude pénale de trois mois à deux ans et d'une amende allant de 50 à 100.000 francs ou d'une de ces peines seulement. Alors que le Burundi était l'un des seuls pays africains à ne pas avoir encore légiféré sur l'homosexualité, le voilà prêt à régresser sur le plan du droit international en rejoignant les pays qui criminalisent les choix de vie sexuels par une législation réprimant et condamnant l'homosexualité. Cette évolution du droit au Burundi va totalement à l'encontre du mouvement international de défense des droits de l'homme. J'ai demandé à rencontrer, avec une série de collègues, l'ambassadeur du Burundi pour lui demander des éclaircissements et lui faire part de notre étonnement et de notre désapprobation. Monsieur le secrétaire d'État, quelle réaction suscite en vous ce vote par le Parlement burundais d'une loi criminalisant l'homosexualité? Quelle attitude comptez-vous adopter à l'égard du gouvernement burundais? Avez-vous pris contact avec l'ambassadeur? Avez-vous l'intention de contacter votre homologue burundais pour exprimer l'inquiétude de la Belgique devant des textes de loi totalement contraires aux droits de l'homme? Quelle
2008
2009
démarche
l'Union
européenne
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
et
52E LEGISLATURE
le
26
gouvernement belge ont-ils entrepris à la suite de ce vote inquiétant? 16.02 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ook ik heb daarover een vraag want ik heb vernomen dat Assemblée Nationale van Burundi op 21 november het nieuwe strafwetboek goedgekeurd heeft waarin men homoseksualiteit criminaliseert. Naast dit volgens mij idiote artikel bevat het nieuwe strafwetboek ook een aantal positieve maatregelen, namelijk het afschaffen van de doodstraf en strengere straffen voor auteurs van seksuele misdaden. Het nieuwe strafwetboek is nog niet van kracht, het moet nog naar de Senaat. Ik heb mijn contactpersoon in Burundi gecontacteerd om te zeggen dat men moest opletten omdat men als men te hard zou reageren de mensen van het conservatieve kamp wakker zou kunnen maken en zij er zeker voor zullen zorgen dat dit strafwetboek er ongewijzigd doorkomt. Ik heb nog een afspraak gemaakt met de ambassadeur van Burundi in ons land. Die is ergens volgende week gepland. Ik zal daar mijn ongenoegen uiten want voor ons liberalen is het onaanvaardbaar dat het uiten van liefde voor een man of een vrouw strafbaar zou worden gesteld in een land. Vandaar mijn vragen. Was u op de hoogte van het artikel in het nieuwe Burundese strafwetboek? Op welke manier heeft België gereageerd of zullen we reageren? Zal er op Europees of internationaal niveau samengewerkt worden met andere landen om Burundi te overtuigen om dit artikel eruit te halen? Welke gevolgen zal deze criminalisering volgens u hebben voor de omliggende landen en de rest van Afrika? 16.03 Staatssecretaris Olivier Chastel: De gegevens waarover u beschikt zijn jammer genoeg correct. De Assemblée Nationale heeft op vrijdag 21 november een nieuw strafwetboek aangenomen dat het strafwetboek van 1981 moet vervangen. Het strafwetboek bevat talrijke verbeteringen die verwelkomd werden door de NGO’s die werken rond de verdediging van de mensenrechten. Het strafwetboek bevat daarentegen wel een criminaliserende maatregel inzake homoseksualiteit. Na langdurig getalm te wijten aan onder meer blokkering van de Assemblée Nationale heeft de Burundese Assemblée Nationale vorige week vrijdag het nieuwe strafwetboek aangenomen. Les principales innovations de ce texte peuvent apparaître plutôt positives. Je pourrais les énoncer, mais je ne pense pas que ce soit ce qui vous intéresse de prime abord: abolition de la
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
peine de mort, incrimination des crimes de droit international, définition plus précise du viol et peines plus lourdes le punissant, introduction de peines alternatives à l'emprisonnement, responsabilité des personnes morales, etc. En revanche, une autre disposition – qui a manifestement été insérée à la dernière minute – rend les relations homosexuelles passibles d'une peine d'emprisonnement de trois mois à deux ans ainsi que d'une amende allant de 50 à 100 USD – ce qui, compte tenu du niveau de vie, doit être une somme assez importante. Cette disposition a pris tout le monde par surprise. La justification officielle qui lui est donnée est la conformité aux valeurs burundaises. Il en va de même pour l'interdiction du mariage homosexuel inscrite dans la Constitution burundaise. Le nouveau code doit encore être adopté par le Sénat et n'est donc pas encore entré en vigueur. D'une part, cela indique qu'il est encore trop tôt pour spéculer sur les implications qu'il pourrait avoir sur les autres pays de la région et, de l'autre, cela laisse encore une marge à ceux qui désirent l'influencer. Verschillende ambassades hebben zich onmiddellijk gemobiliseerd om aan de senatoren uit te leggen hoezeer deze bepaling het karakter van het nieuwe strafwetboek afzwakt en indruist tegen de ontwikkeling van het internationale recht inzake de mensenrechten. Het principe van nondiscriminatie impliceert met name dat de mensenrechten van toepassing zijn op alle personen, ongeacht hun seksuele geaardheid. Deze demarches werden in discretie en met de nodige tact uitgevoerd, teneinde rekening te houden met de lokale gevoeligheden en om een zo optimaal mogelijk resultaat te bekomen. De minister van Buitenlandse Zaken wacht dan ook het resultaat af van deze aan de gang zijnde demarches en hij kan u verzekeren dat dit dossier van nabij wordt gevolgd. 16.04 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Je note avec un grand déplaisir que vous confirmez nos informations quant à la criminalisation de l'homosexualité. J'apprends par contre avec beaucoup plus de plaisir que cela s'inscrit dans une réforme qui allait dans une direction beaucoup plus positive puisque l'abolition de la peine de mort et l'aggravation des peines pour viol entre autres vont dans la bonne direction. La technique des contacts discrets, de l'explication est celle à employer. J'espère que les sénateurs burundais qui considèrent que le mariage
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
27
03/12/2008
homosexuel ne doit pas faire partie de leur arsenal civil comprendront qu'il y a moyen de préserver les valeurs burundaises tout en permettant à chacun de vivre ses choix.
dergelijke, afschuwelijke manier worden veroordeeld, terechtgesteld en vermoord. Nog erger is dat het waarschijnlijk niet de laatste keer zal zijn.
J'espère que le travail entrepris dans les parlements va porter ses fruits. Si ce n'est pas le cas et que ce texte est définitivement coulé dans une loi, j'espère que nous continuerons à discuter avec nos homologues burundais pour éviter que ce texte produise des victimes. En effet, on le sait, dans plusieurs pays, des gens qui tombent sous le coup de ce genre de loi subissent de graves conséquences.
Ik had u graag een aantal vragen gesteld.
16.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, hartelijk dank voor het antwoord. Ik ben heel blij dat ons land de nodige stappen heeft gezet en dit van nabij zal opvolgen. Nogmaals? voor het continent Afrika zou het een zeer slecht signaal zijn, mocht men het strafwetboek daar in voege laten gaan. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 17 Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "steniging in Somalië" (nr. 8841) 17 Question de M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "les lapidations en Somalie" (n° 8841) 17.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, Aisha Ibrahim Duhulow is een 13-jarig meisje uit Somalië, dat op 27 oktober 2008 op brutale wijze via steniging werd vermoord. Bedoeld, tragisch tafereel, heeft zich in een stadion in Kismayu afgespeeld. De steniging zelf zou door vijftig mannen zijn uitgevoerd en zou door duizend toeschouwers zijn bijgewoond. Het meisje werd beschuldigd van overspel, wat in overtreding is met de islamitische wetgeving. Andere bronnen, onder andere Amnesty International, stellen echter dat zij door drie mannen werd verkracht en dat zij de verkrachting had willen rapporteren bij de al-Shabab militia die Kismayu controleert. Daarop werd zij van overspel beschuldigd en aangehouden. Amnesty International vraagt dat dergelijke gruweldaden zouden worden gedocumenteerd en door een internationale onderzoekscommissie zouden worden onderzocht.
Werd u van voornoemde, gruwelijke terechtstelling op de hoogte gebracht? Beschikken uw diensten over bijkomende informatie? Wat is uw reactie en wat is de reactie van de Belgische regering op de bewuste, gruwelijke steniging? Ten tweede, welke stappen kunt u zetten om dit onrecht aan te kaarten? Bent u bereid om u ter zake op de gepaste fora uit te spreken? Ten slotte, deelt u de mening van Amnesty International dat dergelijke wandaden door een internationale onderzoekscommissie moeten worden onderzocht en gedocumenteerd? Kunt u de waarschijnlijkheid toelichten dat een dergelijke onderzoekscommissie effectief aan het werk zou kunnen gaan? 17.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, de minister van Buitenlandse Zaken is op de hoogte van bedoelde, tragische gebeurtenis. Hij beschikt op dit moment echter niet over bijkomende informatie ter zake. Hij deelt uw afschuw over de terechtstelling. Hij veroordeelt ten stelligste deze barbaarse praktijk waarvan nog steeds veel te veel vrouwen en meisjes het slachtoffer zijn. Zoals u bekend is, is de huidige situatie in Somalië nog bijzonder complex. Sedert enkele jaren is er inderdaad een federale overgangsregering. Zij oefent in de regio van Kismayu echter nauwelijks of geen controle uit. Zoals u terecht aangeeft, is voornoemde regio nog steeds in handen van de al-Shabab militiegroep, die door een islamfundamentalistisch karakter wordt gekenmerkt. Om deze redenen is een bilaterale demarche bij de Somalische autoriteiten niet aangewezen. Het idee van een internationale onderzoekscommissie is op zich interessant en verdient nader onderzoek. Echter, gelet op de nog steeds uiterst precaire veiligheidssituatie en op de huidige, politieke context in Somalië, is zulks op dit moment weinig realistisch.
Het is niet de eerste keer dat onschuldigen op een
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
28
17.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): U weet misschien dat het Europees Parlement op 20 november, dus nog niet zo lang geleden, een resolutie heeft aangenomen waarbij het een beroep doet op de regering van Somalië om dergelijke zaken te veroordelen. Het Europees Parlement dringt er evenwel met klem op aan bij de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië dat die haar mandaat volledig zou kunnen benutten om de burgerbevolking te beschermen en dergelijke daden te vermijden. Het Europees Parlement heeft beslist de aangenomen resolutie door te sturen naar de Europese Commissie, de Raad van Ministers, de regeringen en de parlementen van de lidstaten. Normaal gezien zou zij dus ook hier in de Kamer moeten toekomen. De resolutie is ook verzonden naar de secretarissen-generaal van de VN en van de Afrikaanse Unie en tot slot naar de regering van Somalië. Ik dring erop aan dat de Belgische regering via onze minister van Buitenlandse Zaken hetzelfde doet, te weten een veroordeling van de feiten uit te spreken en die veroordeling publiek te maken op voornoemde fora. Ik meen dat het een goed voorstel is om afschuw uit te spreken over de gebeurde feiten, in de hoop dat dergelijke feiten zich in de toekomst niet meer zullen voordoen. L'incident est clos. Het incident is gesloten. 18 Question de Mme Juliette Boulet au ministre des Affaires étrangères sur "la situation en Guinée (Konakry)" (n° 8848) 18 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de toestand in Guinee (Conakry)" (nr. 8848) 18.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, j'ai eu l'occasion et le plaisir de rencontrer Rabiatou Serah Diallo, secrétaire générale de la Confédération nationale des travailleurs de Guinée. Cette femme que l'on appelle parfois "la Mandela du syndicalisme" mène un combat sans relâche pour que les travailleurs de Guinée puissent disposer de droits, d'un salaire et de conditions de travail décentes; pour qu'ils puissent faire entendre leur voix quand c'est nécessaire, sans craindre de perdre leur vie. Mme Diallo s'est retrouvée elle-même en première ligne du combat de son peuple. Elle a dirigé le
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
mouvement de contestation qui avait permis l'accession au pouvoir du premier ministre récemment limogé. Elle a été mise en prison, menacée de mort. Inlassablement, elle a continué la lutte. Aujourd'hui, dit-elle, les combats sont à recommencer. Sa venue en Belgique avait aussi pour objectif de lancer un appel au secours. Elle disait que, malgré la constitution du gouvernement, on ne pouvait pas avoir davantage d'espoir que lors du précédent; que les travailleurs voient leurs droits bafoués et qu'ils sont soumis à des pressions très lourdes. Monsieur le secrétaire d'État, la Guinée fait-elle partie des conflits oubliés? Quel est le point de vue du ministre sur la situation actuelle? Ce qui se passe actuellement en Guinée Bissau risque-t-il de s'étendre aussi à son pays voisin? Quelles sont les relations de la Belgique avec la Guinée? Enfin, la Guinée pratique encore la peine de mort et s'oppose à la résolution des Nations unies établissant un moratoire sur la peine de mort. La Belgique a-t-elle pris position aux Nations unies sur cette problématique? 18.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Madame la présidente, chère collègue, il est vrai que la Guinée ne fait pas fréquemment la une de l'actualité, mais n'est pas pour autant oubliée par la communauté internationale. L'Union européenne en particulier lui accorde une attention soutenue. L'Union européenne dispose d'un envoyé spécial pour la région du fleuve Mano; il s'agit d'un Allemand qui effectue des missions régulières dans la région et, plus spécifiquement, en Guinée. Par ailleurs, la Guinée fait l'objet d'un suivi attentif au titre de l'article 96 des Accords de Cotonou. Le contexte politique, social et sécuritaire en Guinée est préoccupant. L'organisation d'élections libres et transparentes apparaît comme le préalable au règlement des autres questions essentielles afin de faciliter la transition démocratique. Il importe donc d'être conscient que cette possibilité de sortie de crise est porteuse de risques compte tenu des résistances existantes. La situation reste fragile. La Belgique y est attentive et l'Union européenne continuera d'exercer une pression politique forte sur la
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
fixation d'une échéance électorale et de la réalisation effective d'élections libres et transparentes. Ce 22 novembre, la Guinée Bissau a connu un coup de force, raté, lancé par des militaires, cela une semaine après des élections législatives saluées par la communauté internationale. La situation en Guinée Bissau interpelle en particulier en ce qui concerne le trafic des stupéfiants. Néanmoins, le pays est sous la surveillance de la communauté internationale, puisqu'il fait partie des pays soutenus par la Peace Building Commission des Nations unies et par une série de missions, dont la mission européenne déployée dans le secteur de la sécurité. La tenue d'une conférence régionale sur la menace des trafics de drogue, récemment organisée au Cap Vert par la Communauté économique des États d'Afrique et d'Afrique de l'Ouest et l'Office des Nations unies contre la drogue et le crime, a permis de se pencher sur la situation du pays. On peut donc espérer, à ce titre, une limitation de la propagation des phénomènes négatifs présents en Guinée Bissau. Les relations bilatérales que la Belgique entretient avec la Guinée sont plutôt limitées. Nous disposons d'un bureau de visa à Konakry ainsi que d'un consulat honoraire actif. La Guinée n'est pas un pays de concentration de notre coopération au développement, mais quelques ONG belges y sont actives, parmi lesquelles Trias, financée par la DGCD et le Fonds de survie. En outre, Brussels Airlines effectue des vols tout à fait réguliers sur Konakry. La lutte contre la peine de mort figure parmi les priorités de notre politique étrangère. La Belgique est convaincue que l'application de la peine de mort va à l'encontre de la dignité humaine. Notre pays et ses partenaires de l'Union ont pris l'initiative de créer une alliance transrégionale, afin que la résolution des Nations unies concernant un moratoire sur l'application de la peine de mort puisse être soutenue par une majorité aussi large que possible. Comme l'année dernière, la Guinée s'est abstenue lors du vote de cette résolution. Celle dernière a été soutenue par 105 pays, dont la Belgique et sera formellement adoptée par l'Assemblée des Nations unies le 18 décembre. Le ministre des Affaires étrangères peut donc vous assurer que la Belgique continuera ses
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
29
03/12/2008
2008
efforts afin d'atteindre l'abolition de la peine de mort, en ce compris en Guinée. 18.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse. Effectivement, la Guinée ne fait pas partie non plus des pays partenaires pour la coopération au développement. Je relayais également une interpellation des syndicats chrétiens et européens qui ont énormément de contacts avec cette syndicaliste guinéenne. Il serait donc important de pouvoir maintenir ces contacts, notamment via des consuls, et se tenir informés de la situation, car il s'agit aussi des droits des travailleurs, qui sont bien souvent des cultivateurs et des éleveurs. C'est de cette façon que l'on peut commencer à rétablir la démocratie dans un pays. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 19 Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het Israëlische verbod om de internationale pers toe te laten in de Gazastrook" (nr. 8889) 19 Question de M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'interdiction faite par les autorités israéliennes à la presse internationale d'accéder à la bande de Gaza" (n° 8889) 19.01 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, al wekenlang wordt de internationale pers de toegang tot de Gazastrook ontzegd. Sinds het staakt-het-vuren met Hamas begin november stilaan begon af te brokkelen, zou het grensgebied rond de Gazastrook zo goed als afgesloten zijn. Sindsdien zouden er al zeker 15 Palestijnse militairen gedood zijn en werden naar verluidt verschillende raketten afgevuurd vanuit Gaza naar Zuid-Israël. De weigering om journalisten toe te laten in het gebied is een schending van de persvrijheid en zorgt ervoor dat er niet langer op een objectieve manier kan worden bericht over het conflict tussen Israël en Hamas. De lokale buitenlandse pers voert al wekenlang actie om opnieuw toegang te krijgen tot Gaza. Natuurlijk sleept Israël zich van de ene naar de andere politieke transitieperiode, wat de overlegstructuren zonder twijfel beïnvloeden. Dat neem ik althans aan.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
30
Ik heb twee vragen. Wat is het standpunt van de Belgisch regering ter zake? Heeft België al contact genomen met Israël over deze aangelegenheid? Wat is de houding van de Europese Unie omtrent dit toegangsverbod? Is er een eensgezind standpunt? Zullen er maatregelen worden genomen om de persvrijheid van deze journalisten te garanderen? 19.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Tuybens, sinds 5 november 2008 zijn de grensovergangen tussen Gaza en Israël bijna permanent gesloten en werd de levering van goederen heel sterk beperkt. De minister van Buitenlandse Zaken ontvangt ook berichten dat de buitenlandse pers geen toegang meer heeft tot Gaza. Deze maatregelen werden genomen gevechten tussen het Israëlisch leger Palestijnse activisten.
na en
De raketbeschietingen naar Israël door Palestijnse activisten werden en worden veroordeeld. Ondanks het bestand in Gaza zijn er nog steeds af en toe beschietingen. Die moeten stoppen. België heeft in de VN-Veiligheidsraad en via de Europese Unie haar grote bezorgdheid uitgesproken over de humanitaire situatie in Gaza en heeft er verder op gewezen dat het internationaal humanitair recht en de mensenrechten in alle omstandigheden gerespecteerd moeten blijven. De persvrijheid is eveneens van groot belang. De VN kwalificeren de humanitaire situatie in Gaza als de slechtste ooit. Dit is uiterst zorgwekkend. Samen met Israël moet naar onmiddellijke oplossingen worden gezocht. 19.03 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, uw antwoord geeft inderdaad aan dat dit een heel belangrijke en zorgwekkende situatie is, waar ook wordt aangeduid dat de persvrijheid hierin niet mag worden vergeten. Wat ik echter mis, zijn de maatregelen die de minister van Buitenlandse Zaken ten aanzien van de Europese Unie heeft genomen, welke initiatieven hij heeft genomen om deze specifieke problematiek van de persvrijheid op het Europees echelon naar voren te brengen. Daar blijf ik een beetje op mijn honger.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
Ik hoop in elk geval dat de minister nog de nodige signalen geeft om hieromtrent tot een eensgezind Europees standpunt te komen om aldus de druk op de betrokken natie op te voeren. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 20 Samengevoegde vragen van - de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de schandelijke behandeling van een VRTcameraploeg in China" (nr. 8896) - de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de aanval op journalist Tom Van de Weghe door de Chinese lokale autoriteiten" (nr. 8900) - de heer Xavier Baeselen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de geweldpleging tegen een Belgische journalist in China" (nr. 8915) - mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de geweldpleging tegen een Belgische journalist in China" (nr. 8927) 20 Questions jointes de - M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "la manière scandaleuse dont une équipe de cameramen de la VRT a été traitée en Chine" (n° 8896) - M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression du journaliste M. Tom Van de Weghe commise par les autorités chinoises locales" (n° 8900) - M. Xavier Baeselen au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression d'un journaliste belge en Chine" (n° 8915) - Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires étrangères sur "l'agression d'un journaliste belge en Chine" (n° 8927) 20.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, deze vraag is in feite geïnspireerd op een bericht dat zeer recent is. Op 27 november, een paar dagen voor de Wereld Aids Dag, vernamen wij dat een volledige reportageploeg van de VRT, die aan het werk was om verslag te brengen over de aidsplaag in China, werd aangevallen, geslagen en beroofd. De cameraploeg was te gast bij een ngo die aidswezen opvangt en medische hulp verleent aan aidspatiënten. Dit was blijkbaar niet naar de zin van de lokale Chinese overheid die op betrokken journalisten een knokploeg afstuurde die hen beroofde van hun tapes, opnamemateriaal,
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
portefeuilles, perskaarten, paspoorten, enzovoort. Dit voorval toont aan dat China evenmin respect heeft voor de vrije pers als voor aids en aidspatiënten en dat de mooie façade die opgebouwd werd door het land naar aanleiding van de Olympische Spelen reeds definitief verdwenen is. Men wordt in dat land terug geconfronteerd met een brutale dictatuur, een brutaal totalitair regime. Dit toont eens te meer aan dat wij dit land niet als een normaal land moeten en mogen beschouwen en dat wij moeten durven reageren tegen de toestanden die daar aan het licht komen en tegen het feit dat zij ook ons een en ander durven opleggen. Ik verwijs naar de discussie van daarnet over de Dalai Lama en Tibet. Mijnheer de staatssecretaris, was de regering op de hoogte van de feiten? Weet de regering wie die correspondenten van de VRT geslagen en beroofd heeft en vooral wie de opdracht daartoe heeft gegeven? Zal de regering officieel protest aantekenen bij de Chinese ambassadeur en hem officieel om uitleg vragen? Zal de regering formeel eisen dat de Chinese autoriteiten een onderzoek instellen en de schuldigen voor het gerecht brengen? Zal de minister vanwege de Chinese overheid garanties eisen inzake de fysieke integriteit en de bewegingsvrijheid van buitenlandse journalisten in dat land? Wat zullen de gevolgen zijn van dit feit, dat niet eenmalig is, voor de relaties tussen België en de Chinese Volksrepubliek? 20.02 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het is u bekend dat bij het draaien van een reportage over de aidsproblematiek in Centraal-China, VRTjournalist Tom van de Weghe en zijn team onlangs werden aangevallen in het Chinese district Shanxi door een aantal mannen die hen sloegen en beroofden van hun geld, gsm en filmtapes. Naar verluidt ging het hier om de lokale autoriteiten die niet wensten dat de reportage werd gemaakt. Diezelfde journalist werd ook al in juni 2008 door de lokale politie kortstondig beroofd van zijn vrijheid in de Chinese provincie Sichuan bij het
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
31
03/12/2008
2008
draaien van een reportage over een aardbeving. Ik heb u daarover ook ondervraagd. Het betrof de parlementaire vraag nr. 148 van 31 juni 2008. U zei in uw antwoord dat het volgens de Chinese autoriteiten louter om een veiligheidsmaatregel ging. Ik meen dat dit nu wel enigszins anders is. Gelet op dit nieuwe, ernstige incident wens ik u volgende vragen voor te leggen. Wat waren de omstandigheden waarin de heer Van de Weghe en zijn twee medewerkers werden aangevallen? Hebt u de Chinese autoriteiten om uitleg gevraagd over het recente incident? Wat was hun reactie? Welke maatregelen zullen de Chinese autoriteiten nemen om zulke voorvallen in de toekomst te vermijden zodat de pers ongestoord haar taak kan vervullen? Zullen de Chinese autoriteiten zich verontschuldigen ten aanzien van het VRT-team en hen ook vergoeden voor de geleden schade? Welke gevolgen heeft dit nieuwe incident voor Chinees-Belgische relaties? Welke garanties voor de uitoefening van de persvrijheid hebben de Chinese autoriteiten u gegeven na het vorige incident? Welke stappen zal ons land nemen ten opzichte van de Europese Unie om over dergelijke aangelegenheden een eensgezind standpunt ter zake aan de Chinese autoriteiten te kunnen overmaken? 20.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, je ne vais pas revenir sur les éléments relatifs à l'événement qui s'est produit. Mes collègues l'ont décrit à suffisance. Je remarque à nouveau que la Chine ne connaît pas nécessairement bien les contours d'un certain nombre de libertés fondamentales auxquelles nous tenons particulièrement, dont notamment celle de la liberté de la presse. Pourtant, comme on l'a souligné, le journaliste en question ne faisait pas un reportage sur le Tibet mais sur un autre sujet. Je suis heureux d'avoir appris par la presse que le ministre des Affaires étrangères avait demandé des explications sur l'agression de ce journaliste. Le ministre aurait donné des instructions à l'ambassade belge à Pékin pour qu'elle demande des informations précises sur les circonstances. L'ambassade a-t-elle déjà reçu les explications de la part des autorités chinoises? Dans l'affirmative, quelles sont-elles? Le ministre a-t-il
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
32
éventuellement eu des contacts avec Mme l'ambassadeur de Chine à Bruxelles, qui se préoccupe toujours beaucoup des questions qui concernent le Tibet et la manière dont la Belgique entend mener sa politique en cette matière avec la Chine. Je suppose qu'elle se soucie aussi de ce type d'événement qui s'est produit en Chine. Quelles explications ont-elles été fournies à vos services? 20.04 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik had eveneens een vraag over deze problematiek. U weet dat voor de liberalen persvrijheid een heel belangrijk thema is waaraan wij heel veel belang hechten. Heel veel is al gezegd over de feiten. Die vragen zijn gesteld. Ons interesseert vooral het volgende. Quid met mogelijke excuses? Quid wat betreft een eventuele vergoeding? Quid wat betreft de persvrijheid? Kan de veiligheid van onze journalisten aldaar worden gewaarborgd? De minister heeft gereageerd en gezegd dat dit absoluut niet kan. Hij wil uitleg, zowel van de Belgische ambassade in China als van de Chinese ambassade in ons land. Hoever staat het daarmee? Welke informatie hebben wij ondertussen al ontvangen? Heeft de Chinese ambassade al iets meer geantwoord dan enkel zeggen dat ze een onderzoek zullen voeren? Zal er worden ingegaan op de drie vragen? 20.05 Staatssecretaris Olivier Chastel: De minister van Buitenlandse Zaken is, net zoals u, verontwaardigd door de agressie waarvan VRTjournalist Tom Van de Weghe en zijn ploeg op 27 november het slachtoffer werden. Op formele instructie van de minister heeft onze ambassade in Beijing een officiële demarche uitgevoerd bij het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. Il est vrai que le ministre a eu un entretien avec l'ambassadeur de Chine à Bruxelles. À cette occasion, il a souligné qu'un tel incident nuit non seulement à l'image internationale de la Chine mais va également à l'encontre de la législation chinoise en matière de liberté de la presse. De plus, cet incident est totalement incompatible avec les engagements pris par le gouvernement chinois à l'occasion des récents Jeux olympiques en matière d'ouverture de la Chine aux médias internationaux. Une enquête approfondie est en cours, sur ordre du gouvernement chinois, sur les circonstances exactes de cet incident.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
CRIV 52 COM
03/12/2008
2008
387
Ni par le canal de notre ambassadeur sur place, ni par le canal de l'ambassadeur de Chine à Bruxelles, nous n'avons encore obtenu d'explications précises sur la façon dont les choses se sont déroulées. 20.06 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik zal het zeer beknopt houden. Ik zou er bij de regering op durven aandringen om eens krachtig op tafel te slaan en dit dossier niet te laten rusten. Het is ongehoord dat men journalisten niet alleen overvalt, maar ook berooft en afranselt. Dat kan niet en mag niet. Het mag ook nooit meer gebeuren. 20.07 Bruno Tuybens (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, het spreekt voor zich dat het ontzettend belangrijk is om de zaak op te volgen. Ik heb er ook vertrouwen in dat de minister van Buitenlandse Zaken dat zal doen. Ik denk dat de Belgische regering nooit kan aanvaarden dat de zaak blauwblauw wordt gelaten. De Chinese overheden zullen ter zake daadwerkelijk een vergoeding aan de VRT moeten geven. Er moeten ook excuses worden aangeboden aan de betrokken journalist en zijn team. De Belgische regering moet er ook op aandringen dat zoiets niet meer kan gebeuren. Met minder dan excuses en een vergoeding van de materiële schade mag ons land geen genoegen nemen. 20.08 Xavier Baeselen (MR): Madame la présidente, je me réjouis du fait que le ministre des Affaires étrangères ait réagi immédiatement face à cet événement. Nous attendrons la réponse donnée suite à l'enquête ordonnée par le gouvernement chinois. Je suppose que nous aurons l'occasion d'y revenir. 20.09 Hilde Vautmans (Open Vld): Wij moeten hierop inderdaad terugkomen. Ik heb zelf een onderhoud gevraagd met de ambassade van China. Ik zal dus, als voorzitter van deze commissie, de bezorgdheden van de commissieleden overbrengen. Dat is gepland voor volgende week dinsdag, als ik mij niet vergis. Ik reken erop dat de minister deze zaak zal blijven opvolgen. Excuses, een vergoeding en de zekerheid dat we in de toekomst onze persvrijheid ginds kunnen aanwenden, zijn drie essentiële elementen. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Er blijven nog twee agendapunten. Een eerste punt betreft uw vraag, mijnheer Baeselen, over het geweld in Mumbai.
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE
CRIV 52 COM
387
20.10 Xavier Baeselen (MR): présidente, je vais la retirer.
33
03/12/2008
Madame
la
La présidente: Vous voulez une réponse écrite? 20.11 Xavier Baeselen (MR): Non, même pas. Dans la mesure où elle a été posée à un moment donné où les circonstances faisaient que… Je pense que les choses ont été éclaircies. Je retire donc la question. De voorzitter: Ik kan u het antwoord zo bezorgen. Dan gaan wij over tot het laatste punt, met name een vraag van de heer Jambon over de folteringen en mishandelingen in Spanje. 20.12 Jan Jambon (N-VA): Als ik een schriftelijk antwoord kan krijgen is het ook goed. De voorzitter: Collega's, ik dank iedereen voor zijn bijdrage hier aan deze commissievergadering. Ik denk dat wij hard hebben gewerkt. Wij zien mekaar terug in de loop van volgende week. Mijnheer de staatssecretaris, ik geef u wel nog mee, voor de regering, dat al de mondelinge vragen over Congo van de agenda werden gehaald en dat wij erop rekenen dat de regering, alvorens een beslissing te nemen, naar het Parlement komt om ons te horen. U mag dat met onze groeten meedelen aan de regering. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.24 uur. La réunion publique de commission est levée à 17.24 heures.
KAMER-3E ZITTING VAN DE 52E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE-3E SESSION DE LA
52E LEGISLATURE