CRIV 50 COM 1006
CRIV 50 COM 1006
BELGISCHE KAMER VAN OLKSVERTEGENWOORDIGERS V
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
INTEGRAAL VERSLAG
COMPTE RENDU INTÉGRAL
MET VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN
AVEC COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR, DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
26-02-2003
26-02-2003
16:00 uur
16:00 heures
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales
CD&V FN MR PS cdH SP.A VLAAMS BLOK VLD VU&ID
Christen-Democratisch en Vlaams Front National Mouvement réformateur Parti socialiste centre démocrate Humaniste Socialistische Partij Anders Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
DOC 50 0000/000
QRVA CRIV
CRIV CRABV PLEN COM
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen) Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
QRVA CRIV
CRIV CRABV PLEN COM
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) Séance plénière (couverture blanche) Réunion de commission (couverture beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
i
1006
INHOUD
SOMMAIRE 1
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de gezagsfuncties binnen de federale politie" (nr. B018) Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
3
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de gelijke behandeling van het informatica-personeel van de federale overheid" (nr. B053) Sprekers: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
5
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'égalité de traitement du personnel informatique des services publics fédéraux" (n° B053) Orateurs: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration
5
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap en de financiering van het project Blind Surfer" (nr. B068) Sprekers: Zoé Genot, Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
7
Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles et le financement du projet Blind Surfer" (n° B068)
7
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de realisatie van de managementsplannen en van de operationele plannen bij de federale administratie" (nr. B074) Sprekers: Zoé Genot, Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
9
Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "la réalisation des plans de management et des plans opérationnels dans l’administration fédérale" (n° B074) Orateurs: Zoé Genot, Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de regeringsbeslissing tot lineaire inkrimping van de kredieten 2003 en de weerslag ervan op de Copernicushervorming" (nr. B110)
11
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "la décision du gouvernement de réaliser une réduction linéaire des crédits pour 2003 et les répercussions de cette décision sur la réforme Copernic" (n° B110) Orateurs: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration
11
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de toepassing van de taalwetgeving" (nr. B111)
13
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'application de la législation sur l'emploi des
13
KAMER -5E ZITTING VAN DE
2002
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "les fonctions d'autorité au sein de la police fédérale" (n° B018)
3
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Orateurs: Zoé Genot, Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration
Sprekers: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
50E ZITTINGSPERIODE
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "le financement de la sécurité des rencontres sportives" (n° B017)
1
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de financiering van de veiligheid van sportwedstrijden" (nr. B017) Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
ii
CRIV 50 COM
26/02/2003
1006
langues" (n° B111) Orateurs: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration
Sprekers: Servais Verherstraeten, Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
15
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister over "het veiligheidsoverleg in Brussel" (nr. 1568) Sprekers: Simonne Creyf, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
18
Interpellation de Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "la concertation de sécurité à Bruxelles" (n° 1568) Orateurs: Simonne Creyf, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
18
Moties Vraag van de heer Jean Depreter aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de parlementsverkiezingen op 18 mei 2003" (nr. B033) Sprekers: Jean Depreter, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
23 24
Motions Question de M. Jean Depreter au ministre de l'Intérieur sur "les élections législatives du 18 mai 2003" (n° B033)
24 24
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de manier waarop de Antwerpse politietop geld zou hebben beheerd" (nr. B035) Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
27
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "la manière dont les responsables de la police anversoise auraient géré des crédits" (n° B035) Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
28
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van pepperspray" (nr. B036) Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
30
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation de sprays au poivre" (n° B036) Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
30
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het inzetten van Gewestelijke Ontvangers als bijzonder rekenplichtigen in politiezones" (nr. B065) Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
32
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le recours à des receveurs régionaux pour remplir les fonctions de comptable spécial dans les zones de police" (n° B065) Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
32
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het radiosysteem TETRA" (nr. B066) Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken, Marcel Hendrickx
33
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le système radio TETRA" (n° B066) Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur, Marcel Hendrickx
33
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het politieoptreden met betrekking tot de betoging voor het Centrum 127bis" (nr. B104) Sprekers: Zoé Genot, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
35
Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Intérieur sur "l'encadrement policier de la manifestation devant le Centre 127bis" (n° B104)
35
Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van
38
KAMER -5E ZITTING VAN DE
2002
50E ZITTINGSPERIODE
Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Intérieur sur "la sécurité dans les gares bruxelloises" (n° 1567)
15
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid in Brusselse spoorwegstations" (nr. 1567) Sprekers: Simonne Creyf, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Simonne Creyf, Duquesne, ministre de l'Intérieur
Orateurs: Jean Depreter, Duquesne, ministre de l'Intérieur
Antoine
Antoine
Orateurs: Zoé Genot, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur Question de M. Paul Tant au ministre de
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
38
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
iii
1006 l'Intérieur sur "la sécurité des unités provinciales de circulation dans l’exercice de leurs missions" (n° B058) Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Binnenlandse Zaken over "de veiligheid van de provinciale verkeerseenheden bij de uitvoering van haar opdrachten" (nr. B058) Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de dwingende richtlijn MFO6 betreffende de werking en organisatie van de AIK's" (nr. B117) Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
39
Question de M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur sur "la directive contraignante MFO6 relative au fonctionnement et à l'organisation des CIA" (n° B117) Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
39
Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de levering van het zogenaamde 'filters Sevesofonds'" (nr. B118) Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
41
Question de M. Paul Tant au ministre de l'intérieur sur "la livraison de filtres dits "du fonds Seveso" (n° B118) Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
41
KAMER -5E ZITTING VAN DE
2002
50E ZITTINGSPERIODE
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
1
1006
COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR, DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
du
WOENSDAG 26 FEBRUARI 2003
MERCREDI 26 FÉVRIER 2003
16:00 uur
16:00 heures
______
______
De vergadering wordt geopend om 16.21 uur door de heer Paul Tant, voorzitter. La séance est ouverte à 16.21 heures par M. Paul Tant, président. 01 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de financiering van de veiligheid van sportwedstrijden" (nr. B017) 01 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "le financement de la sécurité des rencontres sportives" (n° B017) 01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, veiligheid is steeds een centraal thema geweest van deze regering. Ook tijdens of na sportwedstrijden in het algemeen en voetbalwedstrijden in het bijzonder is er vaak zeer veel politiecontrole. Dat geldt dan vooral voor risicowedstrijden. Het is vandaag onbekend hoeveel geld dat de voorbije jaren gekost heeft aan de federale en lokale politie en voorheen aan de vroegere rijkswacht. Er wordt dan nog niet gesproken over de kostprijs die gepaard gaat met dopingcontroles, gerechtelijke vervolging van hooligans en de al dan niet te besteden en/of bestede kosten van preventie en onderzoek "onder het mom van wetenschappelijk onderzoek". Als bezwarende omstandigheid komt daarbij dat de bestedingen vaak geschieden aan de nationale sportbonden die zich niet willen gedragen naar de grondwettelijke regelingen. Deze materie is reeds sinds 1970 toegewezen aan de respectieve Gemeenschappen. We vermoeden dat deze bonden een minieme last dragen terwijl de federale bonden de lasten zelf dragen en/of alleszins een zeer grote bijdrage leveren die niet of bijna niet betoelaagd wordt. Daarom stel ik deze concrete vragen, mijnheer de minister. Kunt u ons gegevens verstrekken over de evolutie van de kosten van de voorbije jaren – ik heb het dan over de politiekosten – voor de organisatie van sportmanifestaties? Is hierbij een opsplitsing mogelijk per sporttak?
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Les compétitions sportives, en particulier les matches de football, font l'objet d'un contrôle policier important. Le ministre peut-il fournir un aperçu de ce qu'a représenté, ces dernières années, le coût de la sécurité policière assurée à l'occasion de manifestations sportives, si possible, par discipline sportive? Le ministre peut-il comparer les coûts des matches de football en 2001 par rapport aux années précédentes? Peut-il fournir l'évolution des dotations faites aux fédérations sportives en faveur de la prévention et des enquêtes? Est-il exact que des fédérations nationales sont subventionnées à cet effet alors qu'elles ne sont pas en conformité avec la disposition constitutionnelle qui impose une défédéralisation de toutes les fédérations sportives?
Ten tweede, indien u deze gegevens niet kunt geven, kunt u ons dan melden wat de kosten voor de politie bedragen voor de organisatie van voetbalmanifestaties in 2001? Is er een vergelijking mogelijk tegenover de vorige jaren? Ten slotte, mijnheer de minister, kunt u gegevens verstrekken over de evolutie van de dotaties aan de sportbonden voor preventie en
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
2
CRIV 50 COM
26/02/2003
1006
onderzoek? Klopt het dat er bonden zijn die hiervoor subsidies krijgen, hoewel zij in strijd zijn met de grondwettelijke regeling waarbij alle sportbonden gefederaliseerd worden? 01.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, ik heb op de drie vragen reeds een antwoord gegeven op de vergadering van 11 juni 2002. Het geachte lid zal dan ook begrijpen dat ik mij vandaag zal beperken tot het preciseren van enkele gegevens. De statistieken voor het seizoen 2001 werden u reeds overhandigd. Ik kom er niet meer op terug. De cijfers voor het seizoen 2001-2002 zijn op dit ogenblik niet beschikbaar. Sinds uw laatste vraag werd de berekening van de kosten voor de politieveiligheid tijdens voetbalwedstrijden gewijzigd. De kostprijs wordt nu per gepresteerd manuur uitgedrukt. Die parameter laat een betere vergelijking toe tussen de seizoenen zonder rekening te houden met de schommelingen in personeelsuitgaven, index, verordeningen, enzovoort, of de categorieën van het ingezette personeel. En ce qui concerne le football, il faut parler en saisons et non en années civiles. Je vous donne un tableau comparatif par saison: Saison 1991-1992: 222.269 hommes/heure; Saison 1992-1993: 219.719 hommes/heure; Saison 1993-1994: 229.492 hommes/heure; Saison 1994-1995: 227.841 hommes/heure; Saison 1995-1996: 293.604 hommes/heure; Saison 1996-1997: 297.375 hommes/heure; Saison 1997-1998: 284.609 hommes heure; Saison 1998-1999: 275.542 hommes/heure; Saison 1999-2000: 312.257 hommes/heure; Saison 2000-2001: 339.359 hommes/heure. En regroupant les saisons, on arrive au constat suivant: de 19911992 à 1994-1995, quatre saisons et de 1995-1996 à 1998-1999, quatre saisons également, avec chaque fois une augmentation de 27,9%. En 1999-2000, nouvelle augmentation de 8,5% et enfin, en 20002001, dernière augmentation de 8,7%. Ce sont des effectifs très importants. Pour certains matchs de football, 600 à 800 hommes sont mobilisés. Outre le fait que cela représente un coût important, ce sont des hommes qui pourraient sans doute être mieux utilisés pour d’autres tâches. C'est la raison pour laquelle je continue à lutter avec beaucoup d'énergie contre le hooliganisme. Chaque fois que je rencontre les responsables des clubs, je sollicite leur collaboration très active pour essayer d'enrayer ce phénomène qui ne concerne, au fond, que quelques centaines de milliers de personnes. Quand on voit à quoi cela conduit en termes de déploiement policier, c'est évidemment inadmissible. 01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik apprecieer de inspanningen die u doet om de
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
01.02 Antoine Duquesne, ministre: On m'a déjà posé les mêmes questions le 11 juin 2002. Je me contenterai donc d'approfondir quelques éléments. Vous avez déjà reçu les chiffres se rapportant à la saison 2001; ceux de la saison 2001-2002 ne sont pas encore disponibles. Le coût de la sécurité policière pendant les matches s'exprime de préférence en hommes-heures. De cijfers, volgende: manuren; manuren; manuren; manuren; manuren; manuren; manuren; manuren; manuren; manuren.
per seizoen, 1991-1992: 1992-1993: 1993-1994: 1994-1995: 1995-1996: 1996-1997: 1997-1998: 1998-1999: 1999-2000: 2000-2001:
zijn de 222.269 219.719 229.492 227.841 293.604 297.375 284.609 275.542 312.257 339.359
Men stelt een evolutie vast van 27,9% tussen 1991-1992 en 19941995 en tussen 1995-1996 en 1998-1999, van 8,5% in 19992000 en van 8,7% in 2000-2001. Dat brengt heel wat kosten met zich mee. Bovendien zouden deze manschappen kunnen ingezet worden voor nuttiger opdrachten. Ik grijp elke gelegenheid aan om bij de clubs aan te dringen op een actieve deelname in de strijd tegen het hooliganisme. Gelet op het aantal personen dat bij dergelijke activiteiten betrokken is, is de omvang van de kosten onaanvaardbaar.
01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Je soutiens les efforts
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
3
1006
bonden en de organisatoren te responsabiliseren voor het hooliganisme, dat de gemeenschap te veel kost en bovendien politiemensen uit het veldwerk weghaalt die op een andere manier nuttig kunnen worden ingezet.
consentis par le ministre en vue de rappeler aux organisateurs leurs responsabilités. La présence des services de police coûte cher.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de gezagsfuncties binnen de federale politie" (nr. B018) 02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "les fonctions d'autorité au sein de la police fédérale" (n° B018) 02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik verwijs naar mijn eerder gestelde vragen over de proportionele verdeling van gezagsambten. Ik verwijs tevens naar de door u geformuleerde antwoorden. Ik heb tijdens contacten met politiemensen en syndicaten met plezier vernomen dat u bijna daags na mijn laatste vraag, gesteld op 19 december 2002, de lijst met voordrachten voor aanwijzing van gezagsambten en de daarmee samenhangende aanstellingen in hoge graad heeft goedgekeurd en ondertekend. Het komt bij mij wel enigszins vreemd over dat u de commissaris-generaal deze lijst hebt teruggezonden voor de voortzetting van de procedure. Nochtans had u geantwoord dat u zelf, samen met uw collega van Justitie, de betrokken personeelsleden individueel zou aanwijzen. Als benoemende overheid was u immers bevoegd om de aanstellingen uit te voeren. Mijns inziens zou het dus logischer en sneller zijn geweest indien u uw kabinet opdracht had gegeven het ministerieel besluit met nominatieve aanwijzing van de aangestelde hoofdcommissarissen op te stellen. U hebt het echter teruggestuurd naar de commissaris-generaal. De aanstelling tot hoofdcommissaris van zonechefs categorieën 1 en 2 verloopt blijkbaar wel vlot. Mijnheer de minister, om die reden stel ik u mijn eerste vraag. Waarom blijft u voor de aanstelling binnen de gerechtelijke zuil van de federale politie talmen met de publicatie van het bewuste ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 248 van het mammoetkoninklijk besluit en van artikel 128 van de mozaïekwet? Wanneer zal het bewuste ministerieel besluit verschijnen? De aanloop naar mijn tweede vraag sluit hierbij aan. Ik heb enig opzoekwerk laten doen. Ik ben daarbij blijkbaar op een gelijkaardige vergetelheid gestoten. Het basiskader van de voormalige BOB werd aangesteld in de graad van hoofdinspecteur. Deze aanstelling werd nominatief geformaliseerd in uw ministerieel besluit van 14 november 2001. Ik heb echter nergens een nominatieve en wettelijke, officiële bekendmaking gevonden van de 270 leden van het middenkader van de BOB, die tot commissaris werden aangesteld. Mag ik stellen dat u het met mij eens bent dat de door u ondertekende lijst niet dezelfde waarde heeft als het ministerieel besluit dat wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ik wens er u bovendien op attent te maken dat de 270 leden hun officiële erkenning nodig hebben, aangezien zij sinds de politiehervorming net
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Alors que j'avais posé la veille ma dernière question sur la répartition des fonctions d'autorité, le ministre a signé la liste des présentations pour la nomination à des fonctions d'autorité et les nominations à un grade supérieur qui y sont liées. Je m'en félicite mais je m'étonne que le ministre n'ait pas ensuite désigné personnellement, par arrêté ministériel, les commissaires en chef et communiqué la liste au commissaire général en vue de la "poursuite de la procédure". Pourquoi le ministre fait-il traîner les choses en longueur? Je n'ai trouvé aucune trace d'une désignation nominative et légale des 270 membres de la BSR qui sont devenus commissaire. Une liste approuvée par le ministre n'a pas la valeur d'un arrêté ministériel publié au Moniteur belge. Etant donné que, depuis la réforme des polices, ils sont officiers de police administrative, cette condition est obligatoire. Quand le ministre corrigera-t-il la situation? Dans le milieu policier, nul n'ignore que les officiers supérieurs ne sont guère favorables à cette désignation. Une fois désignés, les commissaires en chef perdraient l'indemnité et l'allocation "judiciaires" alors qu'en vertu de l'arrêté "Dino", seul le personnel administratif n'a pas droit à ces indemnités.
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
4
26/02/2003
zoals hun collega's van de voormalige gerechtelijke politie de hoedanigheid hebben van officier van bestuurlijke politie. Mijnheer de minister, daarom stel ik u mijn tweede vraag. Zult u deze vergetelheid rechtzetten door de publicatie van de benoeming van de aangestelde commissarissen? Mijn derde vraag handelt over wat ik vorige keer ook reeds meedeelde. In politiekringen is het een publiek geheim dat hogere officieren deze aanstellingen niet gunstig gezind zijn. Nu verneem ik dat hogere directies opperen dat de pas aangestelde hoofdcommissarissen-niet-mandaathouders de vergoeding en toelage van de gerechtelijke zuil zouden verliezen.
CRIV 50 COM
1006
Mes informations selon lesquelles la désignation des commissaires en chef leur ferait perdre leur indemnité et leur allocation "pilier judiciaire" sont-elles exactes? Je me demande qui veut retarder ou empêcher une mise en œuvre diligente de la réforme des polices. J'espère que le ministre mènera à bien cette réforme des polices.
Ik meen nochtans dat in het zogenaamde dino-besluit de vergoeding enkel werd onthouden voor leden die administratief secretariaats- of beheersfuncies uitoefenen. In uw vorige antwoorden hebt u nooit gewag gemaakt dat gezagsfuncties werden gelijkgesteld met administratieve functies of secretariaats- of beheersfuncties. Daarom is mijn derde vraag of het hier gaat om een ten onrechte gelanceerd gerucht dat gestoeld is op afgunst van hogere directies. Of meent u echt dat aangestelde hoofdcommissarissen in de overgangsfase de gerechtelijke-zuiltoelagen en vergoedingen moeten opgeven door hun aanstelling? Het zal u wellicht opgevallen zijn dat ik mij afvraag welke krachten er werkzaam zijn, die de vlotte uitvoering van de wet op de geïntegreerde politie, de mozaïekwet en het mammoet-koninklijkbesluit vertragen of zelfs willen beletten. Ik vertrouw er dan ook op dat u gevolg zult geven aan mijn bekommernissen vóór de ontslagneming van de regering en dat u zodoende garant staat voor de uitvoering van wat democratisch werd overeengekomen. 02.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega Van Hoorebeke, in verband met de eerste vraag, de aanstelling van de hoofdcommissarissen maakt het voorwerp uit van een koninklijk besluit dat voor ondertekening werd overgezonden aan het staatshoofd. Na ondertekening zal de individuele betekening en de publicatie ervan bij uittreksel in een personeelsbulletin onverwijld plaatsvinden. Als antwoord op de tweede vraag kan ik zeggen dat de reeds genomen beslissing voor aanstelling van de voormalige bokser op 3 december 2002 werd gepubliceerd in het personeelsbulletin, PB nummer 26, dat verspreid werd binnen alle politiediensten. De juridische afdwingbaarheid van dergelijke aanstelling hangt niet af van een publicatie in het Belgisch Staatsblad. De bekendmaking via publicatie in het personeelsbulletin heeft voor de betrokkenen juridisch dezelfde waarde. In uitvoering van artikel 156 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt aan betrokken personeelsleden een nieuwe dienstidentiteitskaart met vermelding van hun bevoegdheden op het vlak van de bestuurlijke en de gerechtelijke politie verstrekt. Verder wens ik er u toch op te wijzen dat een aanstelling en een benoeming verschillende begrippen zijn met een totaal andere inhoud en gevolg.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
02.02 Antoine Duquesne, ministre: L'arrêté royal relatif aux désignations à un grade supérieur doit encore être soumis à la sanction royale et sera publié sans délai. La nomination des anciens membres de la BSR a été publiée le 3 décembre dernier dans le bulletin du personnel de la police. Le caractère juridiquement contraignant de cette nomination n'est pas tributaire d'une publication au Moniteur belge. Ces policiers reçoivent une nouvelle carte d'identité de service qui mentionne leurs compétences. Il existe en effet une différence entre désignation et nomination.
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
5
1006
Votre troisième question, la désignation des commissaires en chef et le commissionnement qui leur est associé, ne modifient en rien les droits pécuniaires des membres du personnel concerné. L'article 12.7.26 de l'arrêté royal du 30 mars 2001, portant la position juridique du personnel des services de police, précise nettement que, pour le surplus, leur statut est fixé conformément à leur insertion. Cela implique donc clairement que l'applicabilité des droits pécuniaires doit être définie en regard des conditions et règles d'application valant conformément à leur grade d'insertion. Je souhaite également attirer votre attention sur le fait que les commissionnements concernés interviennent sur proposition, entre autres, du directeur général de la direction générale de la police judiciaire qui m'a fait savoir que la répartition des emplois de l'autorité repose sur un large consensus au sein de sa direction générale.
Artikel XII.VII.26 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 bepaalt dat “voor het overige hun statuut wordt bepaald overeenkomstig hun inschaling”. De kwestieuze aanstellingen vinden plaats op voordracht van de directeurgeneraal van de algemene directie van de gerechtelijke politie. De leidinggevende ambten worden toegewezen op grond van een consensus binnen de algemene directie. Men kan zich vragen stellen bij het feit dat sommigen het moeilijk hebben zich neer te leggen bij de correcte uitvoering van een democratische beslissing.
On peut donc s'interroger sur l'impuissance de certains qui ne seront pas commissionnés, à accepter la mise en application correcte de ce qui a été convenu démocratiquement. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de gelijke behandeling van het informaticapersoneel van de federale overheid" (nr. B053) 03 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'égalité de traitement du personnel informatique des services publics fédéraux" (n° B053) 03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in juni 1999 werd aan het informaticapersoneel van het ministerie van Financiën een betere loopbaan toegekend. Op diezelfde Ministerraad werd ook beslist die voordelige regeling door te trekken naar al het informaticapersoneel van de ministeries. Dat is ook logisch omdat de betrokken ambtenaren waren aangeworven met hetzelfde examen. Eind november hebt u de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de weddeschalen van informatici voorgelegd. De Ministerraad heeft blijkbaar zijn goedkeuring niet gehecht aan dat voorstel en heeft het verwezen naar de Copernicushervorming in het algemeen. Behoudens vergissing van mijnentwege, zou deze discriminatie van het informaticapersoneel van de andere overheidsdiensten nog bestaan en heeft het gevolgen voor de inschaling van de nieuwe loopbanen die werden ontwikkeld. Naar aanleiding van onze vraag over het al dan niet specifieke karakter van het ministerie van Financiën van vorige week, hebt u met een vergelijking ook gewezen op de marktconformiteit van de wedde van informatici bij het ministerie van Financiën. Ik kom tot mijn vraag. Is er tot nu toe binnen de overheid dan geen schending van het gelijkheidsbeginsel? Bent u bereid of hebt u de intentie binnen deze legislatuur die betere loopbaanvergoeding toe te kennen aan de betrokken ambtenaren van de andere FOD’s en
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): En juin 1999, la carrière du personnel informatique des Finances a été améliorée. Ce régime devait être étendu au personnel informatique des autres ministères. Le Conseil des ministres a toutefois refusé d'approuver le projet d'arrêté royal qui augmentait les barèmes des informaticiens. Par conséquent, le personnel informatique des autres ministères subit une discrimination. La semaine dernière encore, le ministre a fait état d’une évolution identique des traitements. Ne s'agit-il pas en l'occurrence d'une violation du principe d'égalité et le ministre est-il disposé à clôturer ce dossier en favorisant les agents concernés?
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
6
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
binnen welke timing? 03.02 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, collega Verherstraeten, mijn antwoord kan, gezien hetgeen ik vorige week reeds zei, structureel en eenvoudig zijn. Ten eerste heeft de vorige regering mij een situatie achtergelaten die misschien wel – zoals u opmerkt – strijdig is met de gelijkheid. Immers, na verificatie bleek dat eenzelfde job in Financiën, gerekend over de gehele loopbaan, 26 percent beter betaald werd dan in een ander departement. Ten tweede blijf ik bij mijn idee dat eenzelfde jobbelasting eenzelfde verloning met zich mee moet brengen, rekening houdend met de benchmarking met de privé-sector. Ten derde heb ik conform de benchmarking met de privé-sector voor de rest van het openbaar ambt in Comité B een weddeschaal onderhandeld die conform die benchmarking is. Ten vierde zijn de voorstellen met betrekking tot Financiën, die we niet zullen heronderhandelen – ik onderstreep dat –, zo opgevat dat ook in de toekomst de loopbaan informatica niveau B conform de rest van het openbaar ambt is, aangezien de functie na weging gelijk is gebleken aan de rest van het openbaar ambt. Ten vijfde is het wel zo dat ik bij de inschaling niet kan doen alsof het verleden niet bestond en dat ik derhalve, rekening houdend met het verleden, de personen in kwestie inschaal. Dat betekent wel – ik zeg dat hier onder ons en in alle brutaliteit – dat ze voor de rest van hun leven en hun carrière het voordeel blijven meenemen dat ze gekregen hebben in de vorige regeringen.
03.02 Luc Van den Bossche, ministre: La discrimination est apparue sous le précédent gouvernement. Une fonction identique est rémunérée 26% de plus aux Finances qu'au sein d'un autre département. J'estime qu'à fonction identique, traitement identique. Conformément au benchmarking avec le secteur privé, j'ai adapté le traitement pour le reste de la fonction publique au sein du comité B. Les propositions formulées pour les Finances sont conçues de telle manière que dans le futur la carrière d'informaticien de niveau B correspondra avec celle du reste de la fonction publique. Mais ces informaticiens conserveront jusqu'à la fin de leur vie et de leur carrière l'avantage qui leur a été accordé par les précédents gouvernements. Si discrimination il y a, elle a été instaurée sous le précédent gouvernement.
Ten zesde, als er dus sprake is van enige discriminatie, dan is dat één ingevolge een beslissing van de vorige regering, die ik nu teniet wil doen en waarvan ik alleen de naweeën beheer. 03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Eigenlijk komt het erop neer dat u de facto en in the long run die discriminatie probeert weg te werken. Mijnheer de minister, het viel mij op dat u zegt te beschikken over definitieve voorstellen met betrekking tot Financiën. Mag ik aannemen dat u de komende dagen nog een desbetreffend koninklijk besluit zal uitvaardigen? 03.04 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer Verherstraeten, collega Reynders maakt in samenwerking met mijn eigen administratie die koninklijke besluiten klaar om ze naar de Ministerraad te sturen. Ik denk dat de eerste over 14 dagen bij de regering zullen toekomen.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): En résumé, le ministre cherche à gommer cette discrimination à long terme. Compte-t-il promulguer dans les prochains jours un arrêté royal concernant les informaticiens des Finances? 03.04 Luc Van den Bossche, ministre: Le ministre Reynders s'en charge, en collaboration avec mon administration. Ces arrêtés royaux seront présentés au Conseil des ministres dans les quatorze jours.
03.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, dan zal ik mijn vraag aan de minister van Financiën richten.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
7
1006
03.06 Minister Luc Van den Bossche: Collega Reynders voert op dat vlak de pen, terwijl ik de onderhandelingen heb gevoerd. 03.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, tekenen jullie allebei of hij alleen?
03.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Les deux ministres signeront-ils?
03.08 Minister Luc Van den Bossche: Wij tekenen allebei.
03.08 Luc Van den Bossche, ministre: En effet.
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 04 Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles et le financement du projet Blind Surfer" (n° B068) 04 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap en de financiering van het project Blind Surfer" (nr. B068) 04.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous avez décidé de travailler avec l'ONA et "Licht en Liefde" afin de permettre une relecture du site fédéral internet par des personnes mal ou non voyantes. En outre, vous avez l'intention d'œuvrer pour que le site portail fédéral obtienne le label "Blind Surfer", dont l'intérêt majeur est de signaler à une personne handicapée de la vue que le site auquel elle accède lui est accessible. Une petite centaine de sites régionaux et communaux flamands et quelques sites fédéraux ont déjà reçu ce label, l'objectif de Blind Surfer étant également de sensibiliser les décideurs, de conseiller les concepteurs et d'offrir un service d'évaluation. Par ailleurs, 80 autres sites fédéraux ayant une adresse "fgov" n'ont, de leur côté, entamé aucun travail en vue d'assurer leur accessibilité à des personnes handicapées. Les deux associations choisies pour réaliser ce travail au bénéfice de l'administration fédérale ne sont, à ce jour, toujours pas financées de manière à pouvoir effectuer cette mission de façon systématique et optimale, comme le recommande par ailleurs la résolution du Parlement européen du 13 juin 2002, qui pourrait très bientôt être coulée dans des textes nettement plus coercitifs au niveau européen. Il serait pourtant intéressant de mettre à profit le fait que l'année 2003 a été déclarée "Année internationale des personnes handicapées" pour finaliser cette opération.
04.01 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): In samenwerking met het Oeuvre nationale des aveugles en Licht en Liefde wil u ervoor ijveren opdat de federale portaalsite het "Blind Surfer"-label zou krijgen. Een kleine honderd sites van het Vlaams Gewest en van Vlaamse gemeenten en enkele federale sites hebben dat label al gekregen. De beide organisaties die werden geselecteerd om dat werk te verrichten, hebben daarvoor nog altijd geen middelen gekregen. Hoe heeft u gereageerd toen de gespecialiseerde organisaties u recentelijk om steun vroegen voor de realisatie van het "Blind Surfer"-project? Wordt overwogen de procedure op te starten die het mogelijk moet maken dat toegankelijkheidslabel aan 80 federale sites toe te kennen? Volgens welk tijdschema zal een en ander verlopen?
Je vous ai interrogé, début 2002, pour évoquer cette problématique et vous engager à prendre en compte l'accessibilité des sites dans la mise en œuvre de l'e-gouvernement et de l'informatisation des administrations fédérales. A la suite de ma démarche, des réunions ont eu lieu à votre cabinet pour analyser la situation et les possibilités d'action. Soucieuse de veiller à la finalisation de ce processus, je voudrais avoir les informations suivantes. Quelle a été votre réponse aux dernières sollicitations des organisations spécialisées demandant votre soutien pour la réalisation effective du projet Blind Surfer? A-ton entamé une procédure pour permettre aux 80 sites fédéraux d'obtenir, eux aussi, leur label d'accessibilité?
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
8
26/02/2003
04.02 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, ma réponse sera très courte. Nous avons bien reçu de la part des responsables du projet Blind Surfer la demande d'aide pour le financement d'une cellule bilingue chargée de l'information et de la formation de "webdesigners" et de "webmasters" et de l'évaluation de l'accessibilité des sites fédéraux pour les personnes handicapées visuelles. En ce qui concerne le portail fédéral, le label est en cours d'attribution. Nous discutons régulièrement avec l'association Blind Service, c'est-à-dire avec l'ONA et Blindenzorg Licht en Liefde. Des adaptations de l'interface sont en cours et le label sera attribué en avril ou mai 2003. Les investissements réalisés par Fedict dans ce contexte s'élèvent à 63.950 euros.
CRIV 50 COM
1006
04.02 Minister Luc Van den We hebben de Bossche: steunaanvraag vanwege de verantwoordelijken van het project Blind Surfer ontvangen. Het label zal in april of mei 2003 worden toegekend. De investeringen bedragen 63.950 euro. De nodige informatie werd overgemaakt. Iedere administratie staat zelf in voor de procedure met het oog op de toekenning van dat label.
Par ailleurs, nous transmettons aux responsables des sites fédéraux les informations relatives à l'attribution du label. La procédure relative à l'octroi de ce label est sous la responsabilité de chaque administration gérant un site web. Je ne peux donc pas vous fournir plus d'informations à ce sujet. 04.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, je remercie le ministre pour ses réponses. Il est quelque peu difficile pour des associations qui ne sont pas financées d'avancer au cas par cas. Il est difficile d'engager quelqu'un d'expérimenté – il faut une certaine expérience pour effectuer ce genre de tests – au coup par coup pour tel ou tel site. Au niveau flamand, je sais qu'il a été décidé de financer une cellule et d'accorder par la suite des financements minuscules pour chaque projet supplémentaire. Il aurait été intéressant d'avancer dans cette optique au niveau fédéral. Je sais que la seule réponse qu'ils ont reçue, c'est: "adressez-vous à la Loterie." Ce n'est pas de nature à conforter une initiative et à la consolider. Il y a de fortes chances pour que dans six mois, il ne soit plus possible au niveau fédéral de répondre aux demandes parce qu'ils auront dû licencier la personne qui travaille sur ce projet.
04.03 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Voor de organisaties is het moeilijk geval per geval te werken. Het zou goed zijn geweest indien we op het federale niveau vooruitgang hadden kunnen boeken.
04.04 Luc Van den Bossche, ministre: J'ai immédiatement accepté et j’ai dit que j'allais débloquer les moyens nécessaires au niveau du Fedict. Ensuite, il y a eu fusion entre les deux associations qui existaient, l’ONA et "Blindenzorg Licht en Liefde". Et aujourd'hui, on me propose de subsidier une cellule, ce que je n'ai jamais accepté. 04.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Je n’ai jamais dit que vous aviez accepté. 04.06 Luc Van den Bossche, ministre: Je n’accepterai pas non plus aujourd’hui. 04.07 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Dans ce cas, pourquoi ne pas répondre aux demandes des autres sites fédéraux? 04.08 Luc Van den Bossche, ministre: Une fois le label clairement défini, il faut demander à tout le monde d’obtenir le label, ce que j'ai fait. Tous les présidents présents à la réunion ont accepté de le faire.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
9
1006
Ils savent bien à quoi s’en tenir. C’est à eux qu'il appartient de faire le nécessaire. Ce n'est pas parce que nous nous sommes retrouvés ensemble dans une union fédérale que je vais accepter maintenant de financer une cellule. 04.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): A quelle occasion et il y a combien de temps avez-vous demandé aux autres administrations de prendre contact? Jusqu'à présent, cela n’a pas été réalisé. 04.10 Luc Van den Bossche, ministre: Peut-être pas. Je ne peux pas répondre pour tous les websites parce que je ne suis pas responsable des websites appartenant à d’autres départements. Mais nous en avons discuté il y a six mois. Pour ma part, au niveau du Fedict, nous avons fait ce qu'il fallait, nous avons engagé toutes les dépenses nécessaires.
04.10 Luc Van den Bossche, ministre: We hebben het daar zes maanden geleden over gehad. Zij moeten nu het nodige doen!
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 05 Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "la réalisation des plans de management et des plans opérationnels dans l’administration fédérale" (n° B074) 05 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de realisatie van de managementsplannen en van de operationele plannen bij de federale administratie" (nr. B074) 05.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, monsieur le ministre, je crois que, pour cette question-ci, nous sommes bien dans vos compétences car il s'agit de Copernic. Conformément à l'article 11 de l'arrêté royal du 29 septembre relatif à la désignation et à l'exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux (SPF), les présidents des comités de direction des SPF doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel. Monsieur le ministre peut-il me faire savoir quels présidents ont réalisé les projets de plans? En ce qui concerne les présidents qui ont réalisé ces projets de plans, le ministre peut-il me faire savoir où et selon quelles modalités lesdits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux et par le citoyen de manière générale? Pour les présidents qui n'ont pas encore réalisé de projets de plans ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l'article 17 de l'arrêté royal précité prévoit que l'évaluation bisannuelle et l'évaluation finale du titulaire d'une fonction de management donne lieu à la mention "insuffisant" lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret tel que prévu dans le plan de management et le plan opérationnel n'ont manifestement pas été réalisés Le ministre peut-il me faire savoir s'il considère que l'évaluation bisannuelle doit donner lieu, en principe, à une mention "insatisfaisant", étant donné que, dans les cas concernés, le plan n'a,
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
05.01 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Overeenkomstig artikel 11 van het koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten binnen een termijn van drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en een operationeel plan bezorgen aan hun minister. Welke voorzitters hebben de vermelde plannen opgesteld en op welke wijze kunnen deze plannen worden geraadpleegd? Is u daarnaast van mening dat, in overeenstemming met artikel 17 van het koninklijk besluit, bij de tweejaarlijkse evaluatie een “onvoldoende” moet worden toegekend wanneer het plan gedurende een bepaalde periode niet werd nageleefd omdat het niet tijdig was opgesteld?
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
10
CRIV 50 COM
26/02/2003
1006
par définition, pas été respecté pendant une certaine période puisqu'il n'a pas été réalisé dans les temps? 05.02 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, je vous consulte d'abord, sachant que vous êtes tellement soucieux du temps, hormis la troisième partie de la question, j'ai répondu à une question identique il y a une semaine. C'était une question posée par votre collègue Servais Verherstraeten. Je veux bien vous lire la traduction de cette réponse, avec tous les risques que cela comporte.
05.02 Minister Luc Van den Bossche: Ik heb vorige week reeds geantwoord op de twee eerste delen van de vraag. Is het dan wel nuttig dat we het debat herbeginnen dat we toen met de heer Verherstraeten hebben gevoerd?
Le président: Il vous suffit de répondre une fois pour la même question. 05.03 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Ik heb mijn vraag nochtans op 20 februari ingediend. Ze had dus kunnen gevoegd worden bij die van de heer Verherstraeten.
05.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): (…)
05.04 Luc Van den Bossche, ministre: Je ne suis pas maître de l'ordre du jour. Le président: Je n'en sais rien. 05.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le ministre, je ne savais pas que vous étiez venu la semaine passée. Le président: C'est la commission compétente. 05.06 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, pour les deux premières questions, je renvoie Mme Genot à la réponse que j'ai donnée au collègue Verherstraeten. Pour la troisième question et pour conclure la question orale, je vous invite à réfléchir à ceci: comment sera évalué un titulaire du mandat qui réalise malgré lui les résultats de son plan de management? Ceci, afin de souligner que le fonctionnement personnel d'un manager sera un input important pour l'évaluation. Dans ce cadre, j'ai pris l'initiative d'insérer et d'intéresser à l'évaluation du président du comité de direction, un bureau externe qui assistera de manière professionnelle les ministres concernés à formuler une évaluation équilibrée, nuancée et recherchée. Cela veut dire que, après mes deux premières réponses, le fait même de ne pas avoir présenté, après approbation et intervention du ministre, le plan de management ne vaut pas immédiatement une évaluation "insuffisante".
05.07 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, j'espère qu'on sera aussi clément avec les niveaux inférieurs qui sont dans les mêmes conditions.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
05.06 Minister Luc Van den Bossche: Ik verwijs bijgevolg, voor de eerste twee vragen, naar het antwoord dat ik tijdens de laatste vergadering van deze commissie aan de heer Verherstraeten heb gegeven. Nu kom ik bij uw derde vraag. We moeten vooral nadenken over de manier waarop een titularis van een mandaat die ondanks alles de resultaten van zijn beheersplan haalt, zal worden beoordeeld. Het persoonlijk functioneren van een manager zal inderdaad belangrijk zijn voor de beoordeling. Daarom zullen de betrokken ministers worden bijgestaan door een extern adviesbureau om hen te helpen een evenwichtige en genuanceerde beoordeling te formuleren. 05.07 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Zullen de ambtenaren met een lager niveau even
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
11
1006 welwillend worden behandeld?
05.08 Luc Van den Bossche, ministre: Il ne s'agit pas de clémence. La réponse que j'ai donnée à M. Verherstraeten disait que 9 des 13 départements ont présenté à temps leur plan de management. Quelques-uns ont demandé un délai. Je vous donne un exemple, j'ai donné un mois de plus à Georges Monnart. Ensuite, j'ai pris ma décision dans les quinze jours. Certains ministres ont peut-être laissé traîner le dossier mais cela ne relève pas de la responsabilité des présidents. Ce n'est pas une question de clémence mais de justice. Naturellement, l'évaluation se fera sur la base des résultats obtenus. Je serai aussi clément pour les autres s'ils ont obtenu les résultats voulus, mais il faut bien savoir ce que cela veut dire!
05.08 Minister Luc Van den Bossche: Het is geen kwestie van welwillendheid, maar van gerechtigheid. Er wordt alleen op basis van de resultaten beoordeeld. Ik heb de heer Monard een maand extra gegeven. Maar ik ben niet verantwoordelijk voor alle dossiers. Als de ministers er op hun bureau hebben laten slingeren is dat niet mijn fout.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de regeringsbeslissing tot lineaire inkrimping van de kredieten 2003 en de weerslag ervan op de Copernicushervorming" (nr. B110) 06 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "la décision du gouvernement de réaliser une réduction linéaire des crédits pour 2003 et les répercussions de cette décision sur la réforme Copernic" (n° B110) 06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, via de pers vernamen wij dat de eerste minister gezegd heeft dat in het kader van de begrotingscontrole 2003 er een lineaire vermindering van 2,5% zou zijn op de departementele kredieten. De voorzitters van directiecomités beschikken nu over personeelsenveloppes om binnen hun Federale Overheidsdienst te handelen. In welke mate heeft de voormelde lineaire vermindering hier impact op? Zullen die enveloppes inkrimpen? Heeft dit gevolgen op wervingen of vervangingen? Hoe groot zal het effect zijn op de effectieve tewerkstelling in het openbaar ambt? Ik heb op deze vraag gisteren tersluiks een antwoord gekregen van de minister van Justitie toen hij mij meldde dat hij met betrekking tot de gevangenis van Antwerpen nog 13 penitentiaire beambten zou willen aanstellen. Hij heeft in die zin een vraag gericht aan de voorzitter van de FOD Justitie. Toen ik hem vroeg of hij daarvoor nog middelen zou hebben in het licht van die 2,5% lineaire vermindering was zijn antwoord dat dit volgens hem geen probleem zal zijn. Mijnheer de minister, ik kom een beetje terug op de vraag van collega Genot. U heeft daarnet gezegd dat de managementplannen voor een deel zullen worden geëvalueerd op basis van de resultaten. In welke mate heeft een lineaire vermindering van de departementele kredieten een impact op die managementplannen van de diverse voorzitters? Worden zij door die budgetbeperkingen niet voor een stuk onder curatele geplaatst? Hoe moeten de resultaatverbintenissen die zij hebben aangegaan, worden beoordeeld? Kan een manager nog objectief worden beoordeeld en geëvalueerd indien zijn werkingsmiddelen en cours de route worden
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Si l’on en croit la presse, le premier ministre souhaite que, lors du contrôle budgétaire 2003, les crédits de fonctionnement des départements soient réduits de 2,5%. Quelle incidence aura cette réduction sur le budget "personnel" des services publics fédéraux? Ce budget diminuera-t-il? Cette diminution hypothéquera-t-elle les recrutements et les remplacements? Quel effet cette réduction budgétaire produira-telle sur l’emploi effectif à l’Etat? Selon le ministre de la Justice, le recrutement de treize gardiens supplémentaires pour la prison d’Anversne poserait aucun problème. Quelle incidence aura cette mesure de compression budgétaire sur les projets des présidents des différents départements qui sont en quelque sorte placés sous curatelle? Comment pourra-t-on évaluer objectivement les prestations de ces managers si leurs moyens de fonctionnement sont réduits?
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
12
26/02/2003
gereduceerd? U weet dat tijdens de Heizelbijeenkomst met zes van de toplui, mijnheer Jadot zich terzake zeer kritisch heeft uitgelaten. Als ik De Standaard moet geloven, moet men zelfs nog toelating vragen om een potlood te bestellen.
CRIV 50 COM
1006
Quelle sera l’incidence de cette mesure sur les projets BPR en 2003?
Mijnheer de minister, wat is de impact op de voorziene projecten van business process re-engineering in 2003? Zullen er terzake projecten moeten worden uitgesteld of zelfs afgevoerd? 06.02 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, collega's, dit wordt een zeer technische uiteenzetting. Het totale bedrag van de departementen voor personeelsenveloppes dat was voorzien in de begroting 2003, bedroeg 1.980 miljoen euro. De algemene provisie, die voorzien was voor personeelsuitgaven allerhande, bedroeg 114 miljoen euro min 2 miljoen euro voor de ZAT2 wat neerkomt op 112 miljoen euro. Dit geeft een totaal van 2.092 miljoen euro. Het budget toegestaan voor de personeelsenveloppe is 1.985 miljoen euro. Een meervraag op de zuivere personeelsenveloppe van 5 miljoen euro is toegestaan ten opzichte van het ingeschreven krediet voor 2003. Van de algemene provisie die blijft bestaan en onaangeroerd is, zal waarschijnlijk slechts 97 miljoen euro van de 112 worden benuttigd. Dit betekent dat de vraag van de departementen 2.082 miljoen euro bedraagt. Dit is 10 miljoen euro minder dan wat was toegestaan. Inclusief het ingaan op de meervraag van de departementen voor hun personeelsenveloppe komt er nog 10 miljoen euro die kan worden vrijgemaakt en die niet is opgevraagd door de departementen. Derhalve rijzen een aantal vragen niet. Dit betekent dat “bien gérer, c’est prévoir”. Ik was daar niet. Ik heb het ook moeten vernemen uit de pers. Ik ben bewust niet willen gaan omdat ik vind dat de mensen zich moeten kunnen uitdrukken in alle vrijheid en ik wou dit ook symbolisch illustreren. De heer Jadot heeft wel degelijk een aanval geplaatst – hij heeft mij dit zelf gezegd achteraf – op de mentaliteit van Begroting. Ik kan hem daarin verstaan. We hebben een besluit opgesteld waarbij de begrotingscontrole totaal veranderd wordt en de verantwoordelijkheid meer gelegd wordt bij het management en minder bij allerlei controleorganismen tenzij ex post en bovendien rekening houdend met de auditfunctie en de stafdienst BMB. Het is correct dat Begroting hierin met de Inspectie van Financiën op kop een vrij conservatieve rol speelt. Ik begrijp de houding van de heer Jadot die, mijns inziens, gesproken heeft namens alle voorzitters. Alle voorzitters hebben mij spontaan vervoegd in het protest tegen de houding van Begroting. Die discussie is volop aan de gang. Ik hoop dat de voorzitters in die discussie gelijk krijgen en bijgevolg dat ook de heer Jadot gelijk krijgt.
06.02 Luc Van den Bossche, ministre: Le budget initial prévu pour les enveloppes "personnel" dans le budget 2003 se montait à 1.980 millions d’euros. La provision générale pour les dépenses de personnel de diverses natures s’élevait à 112 millions d’euros. Le budget qui a finalement été alloué à l’enveloppe "personnel" est de 1.985 millions d’euros. Une dépense supplémentaire de 5 millions d’euros a été octroyée. Sur la provision générale, 97 millions d’euros seulement seront dépensés. Cela signifie que les départements auront un surplus de 10 millions d’euros sur le total du budget qui leur sera alloué. Et il faut y ajouter 10 millions d’euros qui peuvent être dégagés et que les départements n’ont pas revendiqués. Je me suis volontairement absenté lorsque M. Jadot a critiqué la mentalité régnant au département du Budget, mais je comprends ses critiques. Nous avons élaboré un arrêté qui bouleverse totalement le contrôle budgétaire et responsabilise davantage le management et moins les organismes de contrôle. L'Inspection des Finances et le département du Budget travaillent en effet de manière assez conservatrice. Je comprends dès lors l'attitude de M. Jadot, qui traduit la position des présidents. Les BPR prévus continuent en tout cas.
Ten derde, alle BPR ’s gaan door zoals gepland. Er gaat zelfs één BPR meer door dan gepland, in casu Buitenlandse Zaken. Dat was oorspronkelijk niet gepland.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
13
1006
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, mag ik uit uw antwoord afleiden dat de budgetcontrole geen enkele weerslag zal hebben en dat alle geplande vervangingen zullen doorgaan?
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Les remplacements prévus continuent donc malgré ce contrôle budgétaire.
06.04 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer Verherstraeten, u mag van mij aannemen dat ik daarbij rekening heb gehouden bij de discussies inzake de budgetcontrole. Dat is het voordeel van lang en van vele regeringen deel te hebben uitgemaakt.
06.04 Luc Van den Bossche, ministre: J'en ai tenu compte au moment des discussions du contrôle budgétaire.
06.05 Servais Verherstraeten (CD&V): U hebt de vakbonden beetgenomen. 06.06 Minister Luc Van den Bossche: Ik zou niet durven! Dat zou ik nooit over het hart krijgen. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de toepassing van de taalwetgeving" (nr. B111) 07 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur "l'application de la législation sur l'emploi des langues" (n° B111) 07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de meeste federale overheidsdiensten functioneren intussen al meer dan een half jaar in het kader van de Copernicus-hervormingen, en sommige, zoals P&O en de Kanselarij, reeds meer dan anderhalf jaar. In deze legislatuur is er een nieuwe taalwetgeving goedgekeurd die echter nog niet van kracht is zodat wij op dit ogenblik nog moeten uitgaan van de oude taalwetgeving en die nog moeten toepassen. Bij mijn weten zijn er nog in geen enkele overheidsdienst taaladjuncten benoemd. Mijn vragen zijn dan ook de volgende. Ten eerste, kunnen directeurs-generaal die niet wettelijk tweetalig zijn in een andere taal dan de hunne rechtsgeldige beslissingen nemen? Ten tweede, worden op dit ogenblik door de betrokken directeursgeneraal dergelijke beslissingen genomen en zijn die dan niet vatbaar voor vernietiging door de Raad van State? Ten derde, hoe komt het dat de vernieuwde taalwetgeving nog niet van toepassing is? Wat is daarvan de oorzaak? Hebt u de intentie om nog in deze legislatuur daarin verandering te brengen? 07.02 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, eerst geef ik een antwoord op een ingewikkelde vraag. Door de publicatie op 12 oktober 2002 van de wet van 12 juni 2002 geldt in de Federale Overheidsdiensten vanaf 1 april 2001 de taalwetgeving bepaald in artikel 43ter, met uitzondering van paragraaf 7. Paragraaf 7 van dat artikel 43ter zal namelijk in werking treden bij koninklijk besluit, vastgesteld in de Ministerraad. Dat werd trouwens een eerste maal goedgekeurd door de Ministerraad op 31 januari 2003. Het koninklijk besluit van 16 november 2001 betreffende de aanwijzing van tweetalige adjuncten in de centrale diensten van de Federale Overheidsdiensten, genomen in uitvoering van artikel 43, is derhalve
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): La plupart des SPF fonctionnent depuis plus de six mois mais la nouvelle législation linguistique n'est toujours pas appliquée. Il me revient qu'aucun SPF n'a encore désigné d'adjoint bilingue. Les directeurs généraux qui ne sont pas légalement bilingues peuvent-ils prendre des décisions juridiquement valables dans une autre langue? Leurs décisions sont-elles susceptibles d'être annulées par le Conseil d'Etat? Comment le ministre explique-t-il cette situation? Quelle en est la cause et comment compte-t-il y remédier?
07.02 Luc Van den Bossche, ministre: En vertu de la publication, le 12 octobre 2002, de la loi du 12 juin 2002 modifiant les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, le régime linguistique défini à l'article 43ter, à l'exception du paragraphe 7, est en vigueur au sein des SPF depuis le 1er avril 2001. Ce paragraphe 7 entrera en vigueur
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
14
26/02/2003
sinds 12 oktober 2002 impliciet opgeheven. Artikel 43ter voorziet niet in taaladjuncten. Paragraaf 7, 6e lid, van artikel 43ter bepaalt namelijk dat de Koning bij besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad, in elke Federale Overheidsdienst de functies die de eenheid van rechtspraak verzekeren zal aanduiden. Eens die paragraaf 7 in werking treedt, moet dus elke Federale Overheidsdienst een ontwerp van koninklijk besluit tot aanduiding van de functies die de eenheid van rechtspraak verzekeren in een Federale Overheidsdienst voor te leggen voor advies aan de vakbonden en daarna aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. In afwachting van de inwerkingtreding van paragraaf 7 en gezien de uitvoering van paragraaf 7, 6e lid, enige tijd in beslag zal nemen – ik schat ongeveer een jaar – werd door mij in uitvoering van artikel 43ter, paragraaf 8, eveneens een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel aan de centrale diensten van de Federale Overheidsdiensten bezorgd. Ook dat ontwerp werd een eerste maal goedgekeurd door de Ministerraad van 31 januari en is nu voor advies voorgelegd aan de vakbonden en de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Ik hoop, met de medewerking van de vakbonden en van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, die procedure drie maanden later, te weten voor 7 april 2003, af te ronden. Het ontwerp van koninklijk besluit legt de verzekering van eenheid van rechtspraak op het managementniveau –1 vast. Aan de houders van een managementfunctie –1 die niet de wettelijke tweetaligheid bewezen hebben, zal tot uiterlijk 15 mei 2004 een taaladjunct worden toegevoegd. Maar tegen 15 mei 2004 moet elke Federale Overheidsdienst zijn functies die de eenheid van rechtspraak verzekeren ingevuld hebben. Hoewel artikel 43ter tot nu toe de taaladjuncten niet verplicht, worden de houders van een managementfunctie –1 nu reeds bijgestaan door een wettelijk tweetalige, bijvoorbeeld voor de selectie- en evaluatieprocedures. In de FOD Financiën heeft men dat zelfs geformaliseerd door middel van een publicatie in het Belgisch Staatsblad op 7 februari laatstleden. Op de gestelde vragen kan derhalve als volgt worden geantwoord. Ten eerste, artikel 43ter, paragraaf 7, ten zesde dat op dit ogenblik nog niet in werking is, bepaalt dat de functies aangeduid worden die de eenheid van rechtspraak verzekeren. Vermits dit artikel nog niet in werking is en de toepasselijke taalwetgeving in bestuurszaken niet in de taaladjunct voorziet, rijst de vraag niet. Voor zover het dossier van klant-particulier in zijn taal behandeld wordt, kan zich geen probleem voordoen. Wat betreft de personeelsleden worden in de meeste Federale Overheidsdiensten de houders van een managementfunctie N1 bijgestaan door een wettelijk tweetalige, onder meer voor selectie- en evaluatieprocedures. Bij de FOD Financiën is dit zelfs – wat niet hoefde – geformaliseerd via publicatie in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 2003. Het antwoord op de tweede vraag is neen. Ten derde, er is derhalve wel een juridisch vacuüm. In uitvoering van artikel 43ter, paragraaf 8 zal dit spoedig worden rechtgezet via het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel in de centrale
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CRIV 50 COM
1006
par l'intermédiaire d'un arrêté royal établi après concertation au sein du Conseil des ministres. Le projet d'arrêté royal a été approuvé une première fois le 31 janvier 2003. L'arrêté royal du 16 novembre 2001 relatif à la désignation d'adjoints bilingues dans les services centraux des services publics fédéraux, pris en exécution de l'article 43, est par conséquent implicitement abrogé depuis le 12 octobre 2002. L'article 43ter ne prévoit pas la désignation d'adjoints bilingues. Le paragraphe 7, sixième alinéa, de l'article 43ter stipule que le Roi détermine les fonctions qui assurent le maintien de l'unité de la jurisprudence. Lorsque ce paragraphe 7 sera entré en vigueur, chaque SPF devra soumettre un projet d'arrêté royal portant désignation de ces fonctions à l'avis des syndicats et de la Commission permanente de contrôle linguistique. En attendant l’entrée en vigueur du septième paragraphe et étant donné que l’exécution du sixième alinéa prendra environ une année, j’ai rédigé, en application de l’article 43ter, §8, et à titre de mesure transitoire, un projet d’arrêté royal concernant la désignation d’adjoints bilingues. Ce projet d’arrêté royal a lui aussi été approuvé une première fois par le Conseil des ministres le 31 janvier 2003. Il vient d’être soumis pour avis aux syndicats et à la Commission permanente de contrôle linguistique. J’espère pouvoir boucler ce dossier avant le 7 avril. Ce projet d’arrêté royal assure l’unicité de la jurisprudence au niveau 1 du management. Quiconque, à ce niveau, n’aura pas justifié de son bilinguisme légal se verra adjoindre jusqu’au 15 mai 2004 au plus tard un adjoint linguistique. A cette date, tous les SPF devront avoir pourvu aux fonctions qui assurent l’unicité de la jurisprudence. Quoique l’article 43ter ne rende pas aujourd’hui la désignation d’adjoints linguistiques obligatoire,
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
15
1006
diensten van de Federale Overheidsdiensten. Ten vierde, quod abundam non fitiat. Er is geen juridisch probleem maar het is geen mooie regeling.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, de facto en de jure komt het erop neer dat de wettelijke tweetaligheid op dit ogenblik nog steeds niet bestaat. Er bestaat alleen een praktische oplossing.
le niveau 1 du management est d’ores et déjà assisté d’un bilingue légal, par exemple au terme de procédures de sélection et d’évaluation. Aucun problème ne se pose si un dossier est ainsi traité dans la langue de l’intéressé. En ce qui concerne votre deuxième question, je puis répondre par la négative. Il existe en cette matière un vide juridique qui sera comblé sitôt que possible par l’arrêté royal pris en exécution de l’article 43ter, §8. Aucun problème juridique ne se pose mais ce réglement est loin d’être un modèle d’esthétique législative. 07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Le bilinguisme légal n’existe donc pas encore, ni de facto ni de jure. Vous n’avez apporté à ce problème qu’une solution pratique.
07.04 Minister Luc Van den Bossche: Een bepaalde vormgeving aan de tweetaligheid bestaat op dit ogenblik niet. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Vraag B116 van mevrouw Karine Lalieux wordt naar een latere datum verschoven. 08 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid in Brusselse spoorwegstations" (nr. 1567) 08 Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Intérieur sur "la sécurité dans les gares bruxelloises" (n° 1567) 08.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ten gevolge van de politiehervorming werd de spoorwegpolitie ingedeeld bij de federale politie. Brussel, als Europese hoofdstad, stelt uiteraard een aantal bijzondere eisen betreffende de veiligheid. Ook in de spoorwegstations zijn specifieke veiligheidsmaatregelen nodig. De dagelijkse toevloed van duizenden reizigers schept inderdaad de noodzaak van een aangepast veiligheidsbeleid ten aanzien van de spoorwegstations. De spoorwegpolitie heeft toch wat problemen gekend. Ze zijn door omstandigheden onlangs ondergebracht in de IJzeren Kruisstraat, hier net om de hoek, waardoor ze uiteraard uit de directe omgeving van de Brusselse stations verdwijnen. Ze waren voorheen ondergebracht in de politiepost NMBS-Brussel-Zuid, maar u kent het verhaal en de geschiedenis, mijnheer de minister. Omwille van de mensonwaardige toestanden – ik overdrijf niet – is deze politiepost na veel klachten, tot bij de arbeidsinspectie, uiteindelijk gesloten. Ondertussen is de spoorwegpolitie als dusdanig niet meer aanwezig in de spoorwegstations. Ik kan me voorstellen dat dit belemmerend
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
08.01 Simonne Creyf (CD&V): Depuis la réforme des polices, la police des chemins de fer ressortit à la compétence de la police fédérale. En tant que capitale européenne, Bruxelles pose des exigences particulières en matière de sécurité, dans les gares également. Auparavant, la police des chemins de fer était établie à la gare du Midi. A présent et jusqu'à fin 2003, elle est installée à la rue de la Croix de Fer. La police des chemins de fer a donc disparu des environs directs des gares. Les syndicats proposent de répartir le corps de Bruxelles entre les quatre gares bruxelloises et de garantir un service 24 heures sur
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
16
CRIV 50 COM
26/02/2003
1006
werkt indien de agenten dringende interventies moeten doen in een van deze Brusselse stations. Bovendien kunnen zij in de kantoren die zij nu toegewezen kregen, namelijk in de IJzeren Kruisstraat, maar blijven tot eind 2003. Er moet dus zo snel mogelijk voor een nieuw onderkomen worden gezorgd voor de spoorwegpolitie.
24 dans l'une des gares. La proximité des institutions européennes nécessite d'ailleurs une présence policière accrue à la gare du Luxembourg.
De syndicale vertegenwoordigers hebben terzake reeds een voorstel gedaan. U kent dat voorstel, mijnheer de minister, het werd u ook voorgelegd. Hun voorstel is een spreiding van het Brusselse korps over de vier stations in Brussel: Noord, Centraal, Zuid en Luxemburg. Concreet zou dat betekenen en concreet vragen ze ook, dat elk van deze vier stations operationele lokalen zouden bevatten met een telefoon en een computer. Geen luxe dus, maar operationele middelen! Daarbij zou een van deze vier posten ook hoofdgebouw kunnen zijn waar een 24-uur-op-24-uur-dienstverlening aanwezig zou kunnen zijn. Het lijkt me bijzonder logisch, mijnheer de minister. Ik vind het een bijzonder logisch voorstel. Het moet zeker verdedigbaar zijn ten aanzien van de burgers en ten aanzien van de politiemensen zelf.
Le ministre donnera-t-il suite à cette proposition? Serait-il possible de demander une intervention financière à l'UE pour les mesures de sécurité supplémentaires? Le ministre dispose-t-il d'une politique de sécurité spécifique concernant les gares de Bruxelles? Dans l'affirmative, est-elle mentionnée dans le Plan de sécurité fédéral?
Het kader waarin de vraag van de syndicale vertegenwoordigers gesteld werd is een optimale dienstverlening in de spoorwegstations. De bediening van het Luxemburg Station moet ook gezien worden in het kader van de beveiliging van de Europese wijk. Vanuit Europese middens klaagt men er wel eens over dat er in het station een verhoogd risico zou zijn en men vraagt vanuit de Europese instellingen meer aandacht voor deze problematiek. De aanwezigheid van een vaste ploeg politiepersoneel in het Luxemburg Station zou hieraan alvast voor een stuk tegemoetkomen. Mijnheer de minister, ik kom tot mijn twee vragen. U werd geconfronteerd met de vraag van de syndicale vertegenwoordigers om de spoorwegpolitie over de vier Brusselse stations te spreiden. Bent u bereid hierop in te gaan en zo vlug mogelijk de nodige stappen te zetten tot realisatie van het voorstel? Aangezien het hier ook veiligheidsmaatregelen betreft met betrekking tot de Europese instellingen kan de vraag worden gesteld of er niet om een financiële tussenkomst van Europa kan worden verzocht. Mijnheer de minister, ik wil nogmaals wijzen op het belang van de Brusselse spoorwegstations. Er is ten eerste het station Brussel Zuid, het grootste spoorwegstation van het land en met heel wat internationaal verkeer. Dan is er Brussel Centraal, dat in de toekomst zeker aan belang zal winnen gezien de plannen met het Congrescentrum en de geplande rechtstreekse verbinding tussen het station en het Congrescentrum. Hierdoor zullen opnieuw buitenlandse bezoekers in het Centraal Station worden aangetrokken. Ik denk dat dit ook op het vlak van de veiligheid bijzondere aandacht vraagt. Mijnheer de minister, heeft u een specifiek veiligheidsbeleid ten opzichte van de Brusselse spoorwegstations? Komt dit ook naar voren in het nationale veiligheidsplan? Is er in specifieke opleidingen en bijscholingen voorzien, bijvoorbeeld gericht op terrorisme, voor de politiebeambten die in Brussel opereren? 08.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's, tijdens een basisoverlegcomité te Brussel hebben de vakbonden
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
08.02 ministre:
Antoine Duquesne, La police fédérale
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
17
1006
inderdaad een voorstel gedaan tot spreiding van de interventies over de vier Brusselse stations, namelijk Noord, Zuid, Centraal en Luxemburg. De aanleiding was de bespreking van de problematiek infrastructuur van de spoorwegpolitie in Brussel. Het voorstel wordt op dit ogenblik door de verantwoordelijken van de federale politie bestudeerd en lokale verantwoordelijken van de syndicale organisaties zullen op de hoogte worden gehouden van de verdere ontwikkelingen hieromtrent. De basisbeginselen omtrent het veiligheidsbeleid rond de Brusselse stations worden vervat in de omzendbrief van 15 april 2002 betreffende de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke overheid en de taakverdeling van de politiediensten inzake veiligheid bij de spoorwegen. Specifieke afspraken omtrent de uitvoering worden opgenomen in protocolakkoorden die worden gesloten door de spoorwegpolitie en de lokale politie en dit voor tien risicostations. Doordat de spoorwegpolitie ook verantwoordelijk is voor het metronet worden synergieën ontwikkeld en kan de veiligheid op een beter gecoördineerde wijze worden gegarandeerd. De werking van de spoorwegpolitie wordt voor een groot deel bepaald door het nationaal veiligheidsplan. Net als de andere diensten van de federale politie zal de spoorwegpolitie een operationeel actieplan uitwerken op basis van het nationaal veiligheidsplan. De acties en de projecten van de spoorwegpolitie worden gedetermineerd door de prioritaire veiligheidsfenomenen, waaronder agressie, mensensmokkel, diefstal en drugs. Er is tot nu toe geen uitzicht op specifieke Europese financiering voor de veiligheid van de Europese instellingen. In het internationaal recht is het een verplichting voor het gastland om de veiligheid van internationale instellingen te waarborgen. De spoorwegpolitie krijgt als bijzondere politiedienst een eigen functionele opleiding en schrijft zich in voor verschillende specifieke opleidingsmodules. In deze opleiding wordt aandacht besteed aan interventieprincipes en tussenkomsten in situaties uit specifieke werkterreinen. Voorts worden de maatregelen voor de diverse plaatsen, afhankelijk van de aard van de dreigingen, geïntegreerd in de verschillende operationele procedures.
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik dring ten zeerste aan op het plan om de spoorwegpolitie onder te brengen in vier stations en om van een van deze vier een hoofdgebouw te maken. U zegt dat men dat ondertussen bespreekt, en dat is uiteraard een goede zaak. Er moet echter ook politieke wil aanwezig zijn, wil men komen tot een performante opstelling van de spoorwegpolitie in Brussel. De aanwezigheid van de spoorwegpolitie in de vier stations en een hoofdgebouw waar 24 uur op 24 dienstverlening kan worden geleverd, is volgens mij toch niet overdreven en niet te veel gevraagd. Het is het absolute minimum om te komen tot een veiligheidsbeleid in de spoorwegstations. Ik dring er trouwens ten zeerste op aan dat men ook op het politieke niveau, in overleg met
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
examine actuellement la proposition des syndicats. Les responsables locaux et les syndicats seront informés de l'évolution du dossier. Les principes fondamentaux de la politique de sécurité à proximité des gares bruxelloises font l’objet d’une circulaire du 15 avril 2002. Pour dix gares jugées à risques, des accords spécifiques portant sur la mise en oeuvre de ces principes ont été traduits dans des protocoles d'accords conclus entre la police des chemins de fer et la police locale. Le fait que la police des chemins de fer soit également responsable du réseau du métro permet une meilleure coordination. Le fonctionnement de la police des chemins de fer est en grande partie défini par le plan fédéral de sécurité sur la base duquel la police des chemins de fer doit élaborer un plan opérationnel contre les agressions, la traite des êtres humains, le vol et les drogues. A l'heure actuelle, une intervention financière européenne n'est pas à l'ordre du jour. Il incombe en effet au pays hôte d'assurer la sécurité des institutions internationales. Les membres de la police des chemins de fer suivent une formation spécifique et bénéficient en outre de modules de formation spécifiques en matière de procédures d'intervention. 08.03 Simonne Creyf (CD&V): J'insiste pour que soit rapidement mis en oeuvre le projet d'héberger la police ferroviaire dans quatre gares et de faire de l'une de celles-ci un bâtiment principal. Il s'agit en réalité d'un minimum absolu pour développer une politique de sécurité dans les gares ferroviaires. Une concertation avec la ministre Durant devra encore avoir lieu mais une solution rapide est
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
18
CRIV 50 COM
26/02/2003
mevrouw Durant, tot een oplossing komt. Ik neem immers aan dat u met mevrouw Durant moet overleggen over de spoorweg en de terbeschikkingstelling van lokalen.
1006
indispensable. Le ministre envisage-t-il une telle politique de sécurité spéciale pour Bruxelles en matière de chemins de fer?
Met betrekking tot het algemene veiligheidsbeleid verwijst u naar de omzendbrief van 2 april 2002. Indien ik goed ben geïnformeerd, bevat die brief alle spoorwegstations. Kunt u met betrekking tot Brussel een specifiek spoorwegbeleid overwegen? 08.04 Antoine Duquesne, ministre: Je puis vous dire que je soutiendrai toutes les bonnes initiatives, comme toujours. Mais je ne veux pas improviser. Il s'agit, dès lors, d'examiner sérieusement la faisabilité et le résultat escompté du système. Pour le reste, je le répète, le service de police doit être adapté à des réalités diverses. Il est évident qu'une problématique particulière se pose à Bruxelles.
08.04 Minister Antoine Duquesne: Ik zal alle goede initiatieven steunen. De haalbaarheid ervan en het te verwachten resultaat moeten uiteraard wel worden bestudeerd. De politiedienst moet zich aan de verschillende omstandigheden in het veld aanpassen. Ik ben er zeker van dat er in Brussel specifieke problemen zijn.
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 09 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister over "het veiligheidsoverleg in Brussel" (nr. 1568) 09 Interpellation de Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "la concertation de sécurité à Bruxelles" (n° 1568) (Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Binnenlandse Zaken.) (La réponse sera fournie par le ministre de l’Intérieur.) 09.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil u nog eens in globale zin interpelleren in verband met de veiligheidsproblematiek van Brussel. Ik denk dat veiligheid toch een bijzonder belangrijk aspect is. Het vrijwaren van de veiligheid is één van de kerntaken van de overheid. Het instrument bij uitstek hiertoe zijn de politiediensten. In elke grootstad worden we geconfronteerd met diverse elementen die de veiligheid in het gedrang kunnen brengen. Dat vraagt uiteraard bijzondere maatregelen. Brussel vormt hierop jammer genoeg geen uitzondering. Onlangs was er een veiligheidsoverleg met een aantal Brusselse burgemeesters en de premier. Daar is toen gezocht naar een aantal oplossingen met betrekking tot de problemen in de Brusselse situatie. Dit overleg heeft geen resultaat opgeleverd tenzij de vaststelling van een aantal problemen die eigenlijk al geruime tijd bekend zijn. Zo blijven de Brusselse korpsen met een tekort aan manschappen kampen. 800 vacatures raken maar niet ingevuld. Ondertussen heeft de regering een aantal maatregelen genomen. Zo is er een Brusselpremie ingevoerd voor wie in Brussel wil komen werken en er vijf jaar wil blijven. Men heeft zelfs de taalvereisten versoepeld om toch maar agenten aan te trekken. Ondanks deze bijkomende maatregelen blijven 800 vacatures op laat ons zeggen vijfduizend plaatsen niet ingevuld.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
09.01 Simonne Creyf (CD&V): Le maintien de la sécurité est l’une des missions premières de l’autorité publique qui dispose à cette fin des services de police, lesquels sont l’instrument politique le plus adéquat pour remplir cette mission. Récemment, le premier ministre s’est concerté avec un certain nombre de bourgmestres bruxellois pour parler de ce thème. Ils ont tenté vainement d’apporter des solutions à une série de difficultés propres à la Région bruxelloise. Ils n’ont pas été au-delà d’un constat. C’est ainsi que les corps de police bruxellois sont toujours confrontés à un manque de personnel. Il semble impossible de pourvoir huit cents postes vacants, en dépit de la prime de bruxelles et de l’assouplissement des exigences linguistiques.
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
19
1006
Uiteraard is het probleem van de niet-ingevulde kaders geen probleem dat alleen in de Brusselse korpsen voorkomt. Ook andere zones hebben te kampen met eenzelfde probleem. Volgens sommigen zou het systeem met de federale pool hier voor een groot deel kunnen tussenzitten. Als we dit van wat dichterbij bekijken, mijnheer de minister, lijkt dit zelfs helemaal niet zo denkbeeldig. Er wordt een aanwervingsreserve voorzien van ongeveer 3,45% van het totale kader van de politiediensten. Men heeft behoefte aan 2,8% om de natuurlijke afvloeiingen te vervangen, pensioenen, uittreders enzovoort. Verder moet men rekening houden met ongeveer 0,6% om te voorzien in vervangingen inzake tuchtmaatregelen, loopbaanonderbreking, deeltijds werken enzovoort. Wat blijft er over? Het verschil tussen 3,45% en de optelsom van 2,8 en 0,6 is 0,05% om de tekorten die overal bestaan aan te vullen, 800 in Brussel, 130 in Antwerpen. Ik ken niet direct het cijfer voor andere grootsteden of andere kaders maar er is 0,05% over om overal de tekorten op te vullen. Dat betekent dat van de vooropgestelde aanwervingen er nauwelijks iemand overblijft om te voorzien in bijkomende kaderinvulling. Op die manier mogen er nog extra maatregelen genomen worden om personeel aan te trekken in Brussel en mag er voorzien worden in bijkomende middelen, indien u federaal geen grotere reserve aanlegt bij de aanwervingen kunnen er ook geen nieuwe agenten in Brussel bijkomen. De gevolgen van de politiehervorming hebben de vraag naar meer personeel bovendien nog aangezwengeld. Een aantal van de beslissingen die u in het kader van dit dossier hebt genomen hebben ertoe geleid dat er meer personeel nodig is om dezelfde taken uit te voeren. Het is onmiskenbaar dat het nieuwe statuut een capaciteitsverlies van 15% tot gevolg heeft. Wij hebben dat uitgerekend. Enkel en alleen het nieuwe statuut brengt een capaciteitsverlies van 15% met zich mee, als het niet tot 20% is. De korte referentieperiode voor het opnemen van de gepresteerde overuren en de verhoging van het aantal verlofdagen zijn enkele voorbeelden die een invloed hebben gehad op de beschikbaarheid van het personeel. Daar komen nog eens de bovenlokale taken bovenop. De bemanning van de arrondissementele informatiekruispunten stelt voor Brussel het probleem dat de zes zones samen zo’n 100 personeelsleden moeten leveren. Dit zijn 100 politieagenten die niet de straat op kunnen. Het voorgestelde veiligheidskorps is ook nog steeds niet operationeel en het zou nog tot september duren eer de eerste manschappen voor het veiligheidskorps kunnen worden geleverd. Ook dan is de voorziene getalsterkte onvoldoende om alle werkzaamheden die door de politiediensten worden uitgevoerd, te vervangen. Bovendien, mijnheer de minister, blijft het wachten op de uitvoeringsbesluiten terzake. Het is niet mijn intentie en ook niet mijn instelling om het onveiligheidsgevoel in Brussel aan te wakkeren. Dat wil ik in geen geval doen. Wij stellen alleen vast dat Brussel als grootstad voldoende moet kunnen inspelen op de terechte vraag naar veiligheid van zowel haar bewoners als haar bezoekers. De analyse van de toestand op het terrein leert ons dat er hiervoor structureel een aantal bezwarende elementen zijn. Ik vind het jammer dit te moeten zeggen en het is niet de eerste keer dat ik het zeg, maar het
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
D’autres zones connaissent aussi un manque de personnel et d’aucuns estiment que ce problème a principalement son origine dans le système du pool fédéral. Il est prévu une réserve de recrutement d’environ 3,45% du cadre total des services de police, ce qui signifie qu’il subsiste à peine 0,05% pour combler toutes les carences, après le remplacement des agents qui ont opté notamment pour un départ naturel. Il est donc impératif de prévoir des moyens et des mesures supplémentaires. De surcroît, les conséquences de la réforme des polices ont encore exacerbé la revendication des services de police visant à obtenir davantage de personnel. Il est indéniable que le nouveau statut engendre une perte de capacité de 15%, situation qui est encore compliquée par l’ajout de tâches supra-locales. Pour Bruxelles, l’effort nécessaire pour doter d’effectifs les carrefours d’information d’arrondissement consistera pour l’ensemble des six zones à fournir une centaine de membres du personnel. Je ne souhaite en aucun cas aviver le sentiment d’insécurité à Bruxelles. Nous constatons simplement qu’en tant que grande ville, Bruxelles doit apporter une réponse à la demande légitime de sécurité formulée tant par ses habitants que par ses visiteurs. En dépit des mesures qui ont été prises, 800 postes restent vacants à Bruxelles. Le ministre admet-il que les mesures mises en œuvre n’ont pas permis de réaliser l’objectif poursuivi? Est-il disposé à évaluer le système du pool fédéral de recrutement et, le cas échéant, à l’adapter? L’arrêté d’exécution relatif au fonctionnement des carrefours d’information d’arrondissement n’a toujours pas été publié. Le financement par les zones et l’appui de la police fédérale
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
20
26/02/2003
heeft te maken met de gevolgen van de politiehervorming die u heeft doorgevoerd. De problemen die zich in andere zones ook voordoen, vindt u op grote schaal of uitvergroot terug in Brussel. Vandaar dat ik een aantal vragen heb, mijnheer de minister. Er zijn achthonderd vacatures niet ingevuld, ondanks de maatregelen die de regering heeft genomen. Geeft de minister toe dat deze maatregelen hun beoogde doel niet bereiken? Ik herhaal wat ik daarnet heb gezegd: het aanwervingsysteem of het systeem uitgewerkt in het kader van de politiehervorming met één federale aanwervingspool is de oorzaak van alle problemen. 0,05 ruimte voor bijkomende aanwervingen. Dit is dus niet alleen in Brussel de situatie. Is de minister bereid om dit systeem van één federale aanwervingspool aan te passen en te herzien? 100 personeelsleden die in Brussel moeten worden geleverd voor arrondissementele informatiekruispunten, betekent dat 100 mensen niet de straat op kunnen. Trouwens, mijnheer de minister, het uitvoeringsbesluit voor de AIK’s is nog niet gepubliceerd. Er is ondertussen wel een dwingende richtlijn van Binnenlandse Zaken en Justitie, maar daarmee zet u de zaak natuurlijk op zijn kop. Eerst komt de richtlijn en daarna neemt u het besluit, terwijl eigenlijk de richtlijn een uitvoering zou moeten zijn van het besluit. De financiering door de zones en de ondersteuning door de federale politie blijft dus onzeker. Welke maatregelen neemt de regering om hiervoor zo snel mogelijk een oplossing uit te werken? Het nieuwe politiestatuut dat capaciteitsverlies meebrengt, mijnheer de minister. Wat zult u daaraan doen? Ook is er de werklast op de lokale korpsen door bijvoorbeeld de bovenlokale taken. Ik denk aan de bewaking van het justitiepaleis in Brussel, ik denk aan het gevangenenvervoer. Dit is ook een van de tekorten van deze politiekorpsen. U hebt een oplossing gezocht in het veiligheidskorps, maar dat is er nog steeds niet. Ook dat zal geen soelaas brengen. Mijnheer de minister, er is nog iets anders dat niet in mijn ingediende interpellatie stond. Ik wil het toch eventjes aanbrengen, want het past helemaal in deze interpellatie.
CRIV 50 COM
1006
demeurent donc incertains. Comment ce problème sera-t-il résolu? Quelles mesures le ministre envisage-t-il de prendre à propos du nouveau statut des policiers qui engendre incontestablement une perte de capacité? Quand le cadre du corps de sécurité sera-t-il complet? Quand ce corps sera-t-il opérationnel? Un article paru récemment dans la presse est particulièrement alarmant. Des voitures de police circuleraient sans assurance, la police limiterait ses interventions aux cas les plus graves et éviterait systématiquement certains lieux. Comment le ministre remédiera-t-il à cette situation? La "prime de Bruxelles" promise à tous ceux qui comptent plus d’une année de service devait être versée pour la première fois en janvier. Elle ne l’a pas été, au grand dam des intéressés. Quant à la prime linguistique, elle devait être versée au moment de l’entrée en vigueur du nouveau statut des policiers. Un paiement seulement a été effectué, en septembre 2002. Dès lors, il n’est guère surprenant que les personnes disposées à venir travailler à Bruxelles ne se bousculent pas au portillon.
Ik heb hier een krantenbericht dat bijzonder alarmerend is. “In Brussel te weinig personeel.” “Politiewagens zonder verzekering.” Mijnheer de minister, is dat zo? Kan dat? In het kader van een andere zaak van niet-verzekerd autorijden heb ik al heel vaak vragen gesteld aan de minister van Economie. Nu moeten we hier vaststellen dat onze politiewagens rijden zonder verzekering. “Enkel nog interventies voor de zwaarste feiten. Er zijn zelfs plekken waar de politie niet meer komt, zelfs niet als er zware criminele feiten worden gepleegd.” Mijnheer de minister, ik vind dit bijzonder zware aantijgingen die komen vanuit de Brusselse politie. Mijn vraag is ook wat u hieraan zult doen. Ik wil u nog een vraag stellen in verband met de Brussel-premie. Niet de Brussel-premie die de nieuwkomers zullen krijgen die voor vijf jaar in Brussel zullen blijven, maar de Brussel-premie die wordt gegeven aan al degenen die langer dan een jaar in dienst zijn. Mijnheer de minister, het engagement was dat deze Brussel-premie op 1 januari van dit jaar
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
21
1006
zou worden uitbetaald. Welnu, op het weddebriefje van januari was de Brussel-premie niet toegevoegd. Ik hoef u niet te verzekeren dat dit bij de politiemensen veel ongenoegen teweegbrengt omdat de politiemensen die al langer in Brussel zijn niet kunnen genieten van die andere Brussel-premie en nieuwkomers wel. Voeg daar nog bij dat hun beloofde premie niet wordt uitbetaald. Men kijkt dan ook angstvallig uit naar het weddebriefje van februari om te zien of de beloofde Brussel-premie erop zal staan. Dan is er nog een vraag wat de Brusselse politie betreft, mijnheer de minister. De taalpremie moest toegekend worden vanaf het ogenblik dat het nieuwe politiestatuut in 2001 in werking moest treden. Men heeft een eerste betaling gekregen in september 2002 maar de rest is niet geregulariseerd. Ook dit schept bijzonder veel ongenoegen bij de politiemensen ter plekke. En dan vraagt men zich soms af hoe het komt dat er zo weinig mensen zijn die naar Brussel willen komen. Er is ook bijzonder veel ongenoegen over de wijze waarop de politiemensen bejegend worden. Mijnheer de voorzitter, ik heb een beetje misbruik gemaakt van mijn tijd en van uw afwezigheid maar ik dacht dat dit zorgt voor een globaal beeld van de mogelijke oorzaken van de veiligheidsproblematiek in Brussel. 09.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega Creyf, op 14 januari jongstleden is er inderdaad een overleg geweest in aanwezigheid van alle partijen in Brussel. Op uitnodiging van de Conferentie van de Burgemeesters en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben de procureur des Konings, de korpschef van de zes lokale politiekorpsen, de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie op die manier de gelegenheid gehad hun overwegingen kenbaar te maken met betrekking tot de werking van het politie- en gerechtelijk apparaat. Dit gebeurde in aanwezigheid van de eerste minister, de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Werkgelegenheid, de minister van Economische Zaken en het Grootstedenbeleid, de gouverneur van het bestuurlijke arrondissement Brussel-Hoofdstad, de federale procureur en de procureur-generaal bij het hof van beroep. Een van de kwesties die besproken werd, betreft het deficitaire personeelskader van de politiezones. Volgens de korpschef vertonen de personeelsformatie van de zes betrokken zones een tekort van 798 personen. Reeds vóór de politiehervorming kampten de Brusselse gemeentelijke politiekorpsen met een chronisch personeelstekort. Niets wijst erop dat de hervorming die situatie heeft verergerd. Men kan evenmin van de hervorming verwachten dat zij met een tik van het symbolische toverstokje de blijvende problemen zou kunnen oplossen. Overigens werpen de maatregelen waartoe de regering in juni 2002 besloten had om de kaders van de zes zones te vullen, reeds hun vruchten af. De gewestelijke en intercommunale politieschool ERIP heeft net 79 aspiranten mogen verwelkomen, waarvan men mag hopen dat het grootste deel nadien aan een van de zes zones zal verbonden worden. Men stelt momenteel een migratie vast van de politiezones in de Brusselse Rand naar die van het Hoofdstedelijk Gewest. Er is trouwens altijd gezegd dat deze
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
09.02 Antoine Duquesne, ministre: Une concertation relative à la sécurité à Bruxelles a été organisée le 30 janvier dernier, en présence de toutes les parties concernées. A l’invitation de la Conférence des bourgmestres de la Région de Bruxelles-Capitale, le procureur du Roi, les chefs de corps des six corps de police locaux, le directeur-coordinateur administratif et le directeur judiciaire de la police fédérale ont eu l’occasion de faire connaître leur point de vue à propos du fonctionnement de la police et de l’appareil judiciaire. Cette concertation s’est déroulée en présence du premier ministre, du ministre de la Justice, du ministre de l’Intérieur, de la ministre de l’Emploi, du ministre de l’Economie et de la Politique des grandes villes, de Mme le gouverneur de l’arrondissement administratif de BruxellesCapitale, du procureur fédéral et du procureur général près la Cour d’appel. Les corps de police bruxellois étaient confrontés à une pénurie chronique de personnel dès avant la réforme des polices. Rien ne permet de penser que la réforme a aggravé la situation. Si
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
22
26/02/2003
maatregelen hun volle effect pas zullen krijgen binnen twee jaar. Het bestaan van een centraal orgaan voor de rekrutering sluit de deconcentratie van de inspanningen niet uit. In het bijzonder in de grote steden moedig ik de oprichting aan van de lokale rekruteringsbureaus. Met meer dan 8000 kandidaten per jaar kan men niet zeggen dat de politie een rekruteringsprobleem heeft. De eigenheid van het statuut vereist dat de rekrutering op uniforme wijze gebeurt. Om aan sommige dringende problemen van de politiezones tegemoet te komen, heb ik een rondzendbrief gepubliceerd, GPI 25bis van 25 juni 2002, die de zones toelaat rechtstreeks administratief en logistiek personeel contractueel aan te werven. Volgens de behoefteanalyse voor de AIK Brussel moet deze dienst 71 personeelsleden tellen. De verdeling zou gebeuren a rato van 35 federale en 36 lokale personeelsleden. Ik herinner eraan dat deze arrondissementele informatiekruispunten een sleutelrol vervullen bij de integratie van de twee niveaus van de politie die geroepen zijn om een rol te vervullen evenzeer zoniet meer op het lokale niveau dan op het federale niveau. Het is dan ook normaal dat het lokale niveau er op substantiële wijze in is vertegenwoordigd. Dat wordt bevestigd door artikel 105bis van de wet van 7 december 1998. Ik kan moeilijk aannemen dat dit een probleem zou kunnen stellen, in acht genomen de totaliteit van het bestaande effectief. Ik voeg er trouwens nadrukkelijk aan toe dat de totaliteit van de investerings- en werkingskosten van de AIK ten laste vallen van de federale overheid. Ten slotte is er niets dat verbiedt dat de zones een oplossing zoeken die hen het beste past in het kader van een interzonale samenwerking, zoals het bijvoorbeeld reeds gebeurde in Gent. De voorbeelden van het capaciteitsverlies ten gevolge van het nieuwe statuut overtuigen niet op een vanzelfsprekende manier. Men verliest vaak de capaciteitsbesparingen uit het oog, die uit datzelfde statuut voortvloeien of uit de geïntegreerde werking van de politie. Zo was het totaal verlofdagen waarvan het personeel kon genieten onder het oude statuut soms groter dan nu. De basisopleiding van het personeel viel vroeger volledig ten laste van de gemeente die daardoor personeelsleden betaalden die ze gedurende maanden niet zagen. De politietaken die verband houden met de aanwezigheid op het grondgebied van een paleis van justitie of in een penitentiaire inrichting zijn niet nieuw. Die opdrachten werden voorheen uitgevoerd door dezelfde personen, meestal de voormalige rijkswachters die intussen overgegaan zijn naar de politiezones. De betrokken Brusselse zones genieten bovendien trouwens van personeel dat gedetacheerd wordt vanuit de algemene reserve van de federale politie om het hoofd te bieden aan bepaalde bijzondere verplichtingen. Wanneer het systeem draait zal het veiligheidskorps ongeveer 500 personen omvatten. Op korte termijn zal het effectief van dit korps 188 personen bedragen, die dus onmiddellijk de noden komen verlichten van de lokale politie die op haar beurt haar personeel zal kunnen inzetten voor taken die meer overeenkomen met wat van een politiekorps wordt verwacht.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CRIV 50 COM
1006
l’on ne peut, en un laps de temps aussi court, s’attendre à une amélioration spectaculaire de la situation, les mesures mises en œuvre en juin 2002 ont toutefois porté leurs fruits. Septante-neuf nouveaux candidats se sont présentés à l’école régionale et intercommunale de police ERIP; sans doute la plupart d’entre eux seront-ils affectés à l’un des six corps de police bruxellois. Par ailleurs, on constate, en ce qui concerne le personnel, une tendance à la migration de la périphérie bruxelloise vers le centre. Compte tenu des 8000 candidats qui se présentent chaque année, on ne peut dire que la police soit confrontée à un problème de recrutement. Le recriutement se fait de la même manière partout. Pour répondre aux besoins urgents de certaines zones, j’ai publié, le 25 juin 2002, une circulaire autorisant les zones à recruter directement du personnel. Le personnel du CIA Bruxelles devrait compter 71 membres du personnel: 35 fédéraux et 36 locaux. De cette manière, le CIA joue un rôle clé dans l'intégration des deux niveaux dans la police. Je ne comprends pas où se situe le problème, en particulier si l’on considère que les pouvoirs publics fédéraux prennent en charge les frais d'investissement et de fonctionnement. Enfin, les zones sont libres de trouver une solution adéquate pour la coopération interzonale. Les exemples de perte de capacité à la suite du nouveau statut ne me convainquent pas. L'économie de capacité réalisée dans le même temps est ignorée. Sous l'ancien statut, il y avait davantage de jours de vacances et la formation de base du personnel était prise en charge par les communes: celles-ci payaient du personnel qu'elles ne voyaient pas. Par le passé, il y avait également des missions de police dans l'enceinte du palais de justice et des prisons. Elles étaient même accomplies
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
23
1006
par les mêmes personnes mais, à l'époque, dans le cadre de missions de la gendarmerie. Les zones concernées peuvent faire appel à la réserve générale de la police fédérale. Lorsque le système sera au point, le corps de sécurité comprendra environ 500 personnes. A court terme, 158 personnes seront disponibles à cet effet. Elles soutiendront la police locale, pour que celle-ci puisse affecter davantage de personnes aux missions normales. De voorzitter: Mevrouw Creyf, u krijgt tijd voor een korte repliek. 09.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik vind het jammer dat u de problemen niet wil onderkennen. Zowat alles dat ik gezegd heb, hebt u getracht te weerleggen, maar eigenlijk gebeurde dat zonder argumenten. U zegt dat er altijd een chronisch personeelstekort is geweest in Brussel. Dat moet ik bijtreden. Er is altijd een chronisch tekort geweest aan politie, maar het tekort is verscherpt, en dat ondanks bijkomende premies voor Brussel, ondanks de versoepeling van de taalvereisten en ondanks andere maatregelen. Het tekort is groter geworden! U spreekt van 79 aspiranten. Ik neem echter aan dat daarmee toch de 800 vacatures in Brussel niet kunnen worden ingevuld! U spreekt over 8.000 kandidaten per jaar, maar er worden er effectief 1.400 aangeworven. Dat komt overeen met die 3,45 procent waarover ik het gehad heb. Er wordt in een aanwervingreserve voorzien van ongeveer 3,45 procent van het totale kader van de politiediensten. Het gaat er niet om hoeveel kandidaten er zijn. Het gaat over hoeveel mensen er uiteindelijk aangeworven kunnen worden in de wervingsreserve. We hebben al gezegd dat 2,8 procent op een natuurlijke wijze afvloeit en 0,6 ter vervanging van andere maatregelen. Er blijft slechts 0,05 procent over om deze tekorten in te vullen. Wat betreft de gevolgen van het politiestatuut, dit is niet iets wat ik beweer. Ik neem aan dat ook u het senaatsverslag gelezen hebt, senaatsverslag dat goedgekeurd is door meerderheid en oppositie. Welnu, daarin staat heel duidelijk te lezen dat het nieuwe statuut onder andere de verhoging van het aantal vakantiedagen met 10 inhoudt. Uiteraard leidt dat tot een capaciteitsverlies. Ik herhaal nogmaals dat uit de bevindingen van de Senaat duidelijk blijkt dat er capaciteitsverlies is door het politiestatuut.
09.03 Simonne Creyf (CD&V): Il est regrettable que le ministre nie les problèmes. Il est en effet exact qu'il y a toujours eu une pénurie chronique de personnel mais elle s'est sensiblement accrue en dépit des primes accordées aux agents affectés à Bruxelles et d'autres mesures. En outre, le ministre indique que 79 aspirants sont formés à l'école de police mais ce n'est qu'une goutte d'eau dans la mer par rapport aux 800 postes vacants! Si l'on en croit le ministre, il y aurait 8.000 candidats mais 1.400 d'entre eux seulement ont été engagés, ce qui revient à constituer une réserve de recrutement qui s'élèverait à 3,45% du nombre total de membres du personnel. Si l'on tient compte de facteurs tels que les départs prévisibles et autres, l'excédent se réduit à une peau de chagrin. Le Sénat constate clairement que la réforme des polices a entraîné une perte de capacité en raison notamment de la nouvelle réglementation relative aux vacances. Enfin, le ministre indique que le corps de sécurité comptera 500 personnes: combien d'entre elles seront affectées à Bruxelles?
U spreekt nu over 500 mensen uit het veiligheidskorps. Ik heb vroeger gehoord dat er minimaal 600 nodig zijn. Een bijkomende vraag is hoeveel van die 500 mensen naar Brussel zal gaan. 09.04 Antoine Duquesne, ministre: Bruxelles est une priorité. Je ne connais pas le chiffre de mémoire. Néanmoins, je pourrai vous le
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
09.04 Duquesne:
Minister Brussel
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
Antoine is een
50E LEGISLATURE
24
CRIV 50 COM
26/02/2003
1006
communiquer ultérieurement.
prioriteit.
09.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, kan de minister ook zeggen waarom de mensen de Brusselpremie niet hebben gekregen in januari 2003? Zij hadden er nochtans recht op.
09.05 Simonne Creyf (CD&V): Et pourquoi la prime de Bruxelles n'a-t-elle pas été payée?
09.06 Antoine Duquesne, ministre: Vous ajoutez des questions à chaque fois que vous prenez la parole. Je vais bien volontiers vérifier. Mais je serais très surpris que des véhicules de police pourraient circuler sans assurance. Auparavant, avec la gendarmerie, l'Etat était son propre assureur. Les polices locales, elles, doivent s'assurer.
09.06 Minister Antoine Duquesne: Ik zal dit onderzoeken voor ik antwoord op deze bijkomende vragen. Als u concrete voorbeelden hebt, aarzel dan niet ze mij voor te leggen.
Cependant, si vous avez connaissance d'un cas précis, vous pouvez me le communiquer et je vais vérifier. 09.07 Simonne Creyf (CD&V): Ik zal een nieuwe vraag indienen in verband met het niet-verzekerd autorijden door de Brusselse politie. Ik zal tevens een vraag indienen in verband met de uitbetaling van de Brusselpremie.
09.07 Simonne Creyf (CD&V): Je n'ai pas obtenu de réponse à mes questions au sujet des voitures de police non assurées ni au sujet de la prime de Bruxelles.
Moties Motions Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend. En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées. Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Simonne Creyf en de heer Karel Van Hoorebeke en luidt als volgt: “De Kamer, gehoord de interpellatie van mevrouw Simonne Creyf en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, beveelt de regering aan - de federale reservepool op te trekken tot een niveau dat werkelijk de tekorten bij de diverse zones kan aanvullen; - de nodige uitvoeringsbesluiten voor de werking van de AIK’s zo vlug mogelijk af te kondigen; - de nodige invulling van het veiligheidskorps ten aanzien van de personeelssterkte zo vlug mogelijk te voorzien; - bij het SSGPI aandringen om de regularisatie van de weddetoelagen en vergoedingen zo snel mogelijk door te voeren." Une motion de recommandation a été déposée par Mme Simonne Creyf et M. Karel Van Hoorebeke et est libellée comme suit: “La Chambre, ayant entendu l'interpellation de Mme Simonne Creyf et la réponse du ministre de l’Intérieur, demande au gouvernement - d’étoffer la réserve fédérale de sorte qu’elle soit véritablement en mesure de combler les carences dans les différentes zones; - de promulguer dans les meilleurs délais les arrêtés d’exécution nécessaires au fonctionnement des CIA; - de compléter le plus rapidement possible l’effectif du corps de sécurité; - d’insister auprès du SSGPI pour régulariser dans les plus brefs délais les subventions-traitements et les indemnisations.“ Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean Depreter, Denis D’hondt en Ludwig Vandenhove.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
25
1006
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean Depreter, Denis D’hondt et Ludwig Vandenhove. Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten. Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close. L'incident est clos. Het incident is gesloten. 10 Question de M. Jean Depreter au ministre de l'Intérieur sur "les élections législatives du 18 mai 2003" (n° B033) 10 Vraag van de heer Jean Depreter aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de parlementsverkiezingen op 18 mei 2003" (nr. B033) 10.01 Jean Depreter (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, ma question sera très brève. Elle est d'ailleurs technique. Dans quelques semaines, nous allons remplir notre devoir électoral. J'ai été interpellé par quelques citoyens qui m'interrogeaient à propos de la manière de voter – ce n'est pas toujours si évident que cela – ainsi que sur la manière de dépouiller. Si je consulte le Code électoral – et pas le Code civil comme on l'a par erreur indiqué dans ma question –, les articles 144, 157 et surtout 156 nous concernant, toutes les manières de voter et de dépouiller sont bien prévues. Un choix pour un candidat effectif et/ou pour un ou plusieurs suppléants, associé ou pas avec un vote "case de tête"; toutes les combinaisons sont prévues pour voter et dépouiller les votes.
10.01 Jean Depreter (PS): Artikel 156 van het Kieswetboek voorziet niet in het geval waarbij een voorkeurstem wordt uitgebracht voor elk van de kandidaten en/of opvolgers, met of zonder lijststem. Zou een ministeriële circulaire de voorzitters van de stembureaus niet moeten verduidelijken hoe zij de wil kunnen naleven van de kiezer die een voorkeurstem naast elke kandidaat en geen lijststem heeft willen uitbrengen?
Un cas n'est pourtant pas prévu: comment dépouille-t-on quand un citoyen choisit de voter par préférence pour tous les candidats effectifs ou pour tous les candidats suppléants ou pour les deux. Pour résumer ma question: quand quelqu'un choisit de voter par préférence pour tous les candidats – et cela peut être une volonté de la personne votant car ce n'est pas la même chose que de voter "case de tête" –, d'après les renseignements que j'ai, dans certains cas, le président du bureau de dépouillement transforme ce vote automatiquement en un vote "case de tête". Certains l'ont fait, dit-on, certains ne le font pas. Cela s'est-il réellement déjà passé, je n'en sais rien. Personnellement, je pense – et je crois traduire l'avis d'un certain nombre de personnes – qu'il faut respecter le choix de l'électeur puisque l'intention de la personne qui vote n'est pas la même dans les deux cas. Soit elle vote "case de tête", soit elle choisit délibérément de voter pour tous les candidats par préférence. Je suis d'accord pour dire que cela ne se passe pas couramment mais ce sont des cas que l'on va rencontrer justement chez l'électeur qui vote de cette façon volontairement parce que, par exemple, il n'est pas content des changements relatifs à la procédure électorale, notamment en ce qui concerne les dévolutions aux cases de tête, etc. Tout le monde n'a pas assimilé cela positivement. Par conséquent, je le répète, cela peut être un choix tout à fait délibéré de voter de cette façon. Monsieur le ministre, je vous demande si vous n'envisagez pas d'établir une circulaire ou quelque chose de semblable de manière à ce que les présidents de bureaux de dépouillement sachent
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
26
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
exactement quoi faire. Cela empêcherait que l'on soit dans une nébuleuse où l'on se demande quelle est la marge d'interprétation. 10.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, l'article 156, alinéa 3 du Code électoral – et non du Code civil, comme vous l'avez vous-même rectifié –, tel qu'il a été remplacé par l'article 12 de la loi du 13 décembre 2002 portant diverses modifications en matière de législation électorale, dispose sans ambiguïté que "les bulletins marqués à la fois en tête et en faveur d'un ou plusieurs candidats titulaires ou d'un ou plusieurs candidats titulaires et suppléants sont classés, selon le cas, dans la deuxième ou la troisième souscatégorie visées à l'alinéa 2 du même article, c'est-à-dire: - soit dans la sous-catégorie des bulletins marqués exclusivement en faveur d'un ou de plusieurs candidats titulaires pour ce qui concerne les bulletins marqués à la fois en tête et en faveur d'un ou de plusieurs candidats titulaires; - soit dans la sous-catégorie des bulletins marqués en faveur, à la fois d'un ou de plusieurs candidats titulaires et d'un ou de plusieurs candidats suppléants pour ce qui concerne les bulletins marqués, à la fois, en tête et en faveur d'un ou de plusieurs candidats titulaires et d'un ou de plusieurs candidats suppléants. Par ailleurs, l'alinéa 4 du même article dispose que les bulletins marqués à la fois en tête et en faveur d'un ou de plusieurs candidats suppléants sont classés dans la quatrième sous-catégorie visée à l'alinéa 3, c'est-à-dire dans la sous-catégorie des bulletins marqués exclusivement en faveur d'un ou de plusieurs candidats suppléants. Le texte indique donc clairement que dans l'hypothèse à laquelle vous vous référez, à savoir celle où l'électeur vote, à la fois, en tête et en faveur de chacun des candidats titulaires ou suppléants ou, à la fois, en tête et en faveur de chacun des candidats titulaires et suppléants de la liste de son choix, le vote en tête est considéré comme non avenu, l'électeur étant réputé avoir marqué exclusivement des votes nominatifs. Dans cette hypothèse, chaque candidat en faveur duquel un vote nominatif aura été exprimé sera donc effectivement crédité d'une voix.
10.02 Minister Antoine Duquesne: Artikel 156, alinea 3, van het Kieswetboek bepaalt dat de stembrieven waarop zowel een lijststem als een voorkeurstem naast een of meer kandidaten of opvolgers is uitgebracht, worden geklasseerd in de tweede of de derde subcategorie bedoeld in alinea 2 van hetzelfde artikel. Alinea 4 van hetzelfde artikel bepaalt dat de stembrieven waarop zowel een lijststem als een voorkeurstem voor een of meer plaatsvervangers is uitgebracht, worden gerangschikt in de vierde subcategorie bedoeld in alinea 3. Wanneer de kiezer zowel een lijststem als een voorkeurstem naast elk van de kandidaten en opvolgers uitbrengt, wordt de lijststem als onbestaande beschouwd. Elke kandidaat voor wie een naamstem werd uitgebracht krijgt dus ook een stem. De onderrichtingen aan de voorzitters van de stembureaus zijn in die zin opgesteld.
Les instructions qui seront adressées aux présidents des bureaux de vote et de dépouillement, dès que la liste des élections sera devenue officielle, sont du reste rédigées en ce sens. 10.03 Jean Depreter (PS): Monsieur le ministre, vous me dites donc que les consignes que reçoivent les présidents des bureaux de dépouillement sont claires à ce propos. 10.04 Antoine Duquesne, ministre: Oui, elles sont tout à fait claires. Même s'il vise tous les candidats de la liste – et il peut y avoir plusieurs raisons à cela – c'est vraiment le vote nominatif qui est absolument prioritaire. C'est une voix pour la liste mais c'est aussi une voix pour chacun des candidats. Ceci peut avoir une incidence, avec le nouveau dispositif, en ce qui concerne la réduction de l'effet dévolutif de la case de tête. 10.05 Jean Depreter (PS): J'avais entendu que les consignes que recevaient les présidents des bureaux de dépouillement n'étaient pas aussi claires. Votre interprétation me semble être la bonne. En tout
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
10.05 Jean Depreter (PS): Mijnheer de minister, u zegt mij dat de instructies duidelijk zijn,
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
27
1006
cas, je la trouve juste. Il n'empêche que dans toute la législation à laquelle vous avez fait allusion, c'est toujours la formule "un ou plusieurs candidats" qui revient. On ne cite jamais de manière explicite la situation que j'ai évoquée. Certains m'ont dit que la formule "plusieurs candidats" impliquait tous les candidats. Je pense ne pas me tromper en disant que, dans certains cas, les présidents des bureaux de vote l'ont interprétée autrement.
maar in de wetgeving waarnaar u verwijst is sprake van "een of meer kandidaten". Sommigen hebben mij gezegd dat dit alle kandidaten betekent.
10.06 Antoine Duquesne, ministre: Je veillerai à ce que ce soit tout à fait clair. En effet, voter pour tous les candidats peut avoir beaucoup de sens et donner à chacun une chance égale dans le combat. C'est aussi une forme de remerciement à tous ceux qui ont figuré sur une liste. On sait que tout le monde ne sera pas élu mais on souhaite que chacun ait un score honorable.
10.06 Minister Antoine Duquesne: Ik zal er op toezien dat alles duidelijk is. Het is de naamstem die voorrang heeft. Dat is een stem voor de lijst en een stem voor elke kandidaat.
Le président: Monsieur le ministre, puis-je intervenir en vous posant une question à ce sujet? Si j'ai bien compris, ce sont les voix de préférence qui ont la priorité. Mais que se passe-t-il quand un électeur vote pour tous les suppléants? Dans le cadre de la législation actuelle, lorsque l'on vote exclusivement pour un ou plusieurs suppléants, le vote compte aussi comme un vote en case de tête.
De voorzitter: Als ik het goed begrepen heb, zijn het de voorkeurstemmen die voorrang hebben. Wat gebeurt er als een kiezer voor alle opvolgers stemt?
10.07 Antoine Duquesne, ministre: Dans ce cas-là, il s'agit d'une voix pour la liste mais aucune préférence n'est exprimée pour un candidat effectif; par contre, des préférences sont exprimées pour les candidats suppléants.
10.07 Minister Antoine Duquesne: Dat is dan een stem voor de lijst.
Le président: Si quelqu'un vote en case de tête et, par exemple, pour plusieurs ou pour tous les candidats effectifs, c'est le vote en case de tête qui tombe, ce qui n'est pas le cas lorsque l'on vote exclusivement pour des candidats suppléants. C'est une erreur remarquable, si je comprends bien la situation!
De voorzitter: Als iemand bovenaan de lijst stemt en voor verscheidene kandidaten, vervalt de lijststem, wat niet het geval is als men alleen voor de opvolgers stemt. Toch wel een opmerkelijke misrekening!
10.08 Jean Depreter (PS): Je ne le pense pas. Mon interprétation, comme vous l'avez dit en commençant votre réflexion, c'est que ce sont les voix de préférence qui priment toujours. Que l'on ait ou non voté en case de tête, cela ne change rien! J'ai également entendu une réflexion au sujet de la situation à laquelle vous faites allusion, à savoir qu'une personne vote pour plusieurs ou pour tous les candidats suppléants. Si cette personne vote pour tout le monde, cela compte pour tous les candidats suppléants. Qu'elle ait voté en case de tête ou non ne change rien du côté des suppléants, mais s'il n'a rien indiqué du côté des effectifs…
10.08 Jean Depreter (PS): Dat denk ik niet. Volgens mijn interpretatie zijn het altijd de voorkeurstemmen die primeren.
Le président: … cela compte pour une voix. 10.09 Jean Depreter (PS): Cela représente toujours une voix pour le parti, mais s'il n'a rien indiqué du côté des effectifs … 10.10 Antoine Duquesne, ministre: Son vote ne va pas avoir d'incidence sur le choix. En ce qui le concerne, il y a une acceptation de la liste.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
28
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
10.11 Jean Depreter (PS): Cela équivaut, du côté des effectifs, à un vote en case de tête alors qu'il n'a rien indiqué du côté des effectifs, et vice versa. La situation se produirait plus souvent dans l'autre sens. Les personnes prennent du temps pour choisir des candidats effectifs mais pas des candidats suppléants. On me dit qu'à ce moment-là, l'électeur est réputé avoir voté en case de tête du côté des candidats suppléants. Monsieur le ministre, je prends bonne note de votre réponse en ce qui concerne ma question particulière. Vous dites que si l'on a voté pour tout le monde, cela ne change rien. On se trouve dans la situation où l'on vote pour plusieurs candidats; même dans ce cas-là, c'est le vote par préférence qui compte. 10.12 Antoine Duquesne, ministre: Je suppose que la nouvelle législation a un effet puisque l'on a supprimé la moitié de l'effet dévolutif de la case de tête. Si l'on devait dire que c'est la même chose qu'un vote de case de tête, on priverait chacun des candidats d'une voix qui s'ajoute à d'autres. On dit qu'ils auront tous une voix mais elle s'ajoute aux autres voix qu'ils ont obtenues par ailleurs.
10.12 Minister Antoine Duquesne: Als er geen stem op een effectieve kandidaat werd uitgebracht, wordt de lijst als dusdanig aanvaard. De nieuwe wetgeving heeft tot doel de devolutieve kracht van de lijststem met de helft te beperken.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 11 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de manier waarop de Antwerpse politietop geld zou hebben beheerd" (nr. B035) 11 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "la manière dont les responsables de la police anversoise auraient géré des crédits" (n° B035) 11.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, naar aanleiding van de problematiek die is gerezen inzake de Antwerpse politietop en de manier waarop zij met geld omspringt, heb ik de volgende concrete vragen. Ten eerste, sommige hoofdcommissarissen kregen op hun gewoon loon overuren uitbetaald tot 2.500 euro per maand. Dat werd door de Antwerpse schepen voor Financiën bevestigd. De vraag rijst hoe dat mogelijk is. Immers, in de private sector mogen hogere kaderfuncties gewoon geen overuren aanrekenen. Vindt u dan ook niet dat het niet meer verantwoord is dat commissarissen en hoofdcommissarissen die in Antwerpen per persoon al een bruto loonkost vertegenwoordigen van 98.000 en 120.000 euro per jaar, bovendien nog overuren kunnen aanrekenen? Overweegt u een verbod voor hogere kaderfuncties bij de politie, zoals commissarissen en hoofdcommissarissen, om overuren aan te rekenen, zoals dat ook in de private sector geldt? Kunt u meedelen of dergelijke praktijken nog elders in België bestaan? Hoeveel overuren werden er in het jaar 2002 in rekening gebracht, zowel in Antwerpen als voor het gehele land? Ten tweede, wat heeft het onderzoek van de inspectie tot nu toe opgeleverd aan resultaten? Ten derde, moeten er geen duidelijke criteria komen voor de aanwerving van hoofdcommissarissen? Moet daarin niet worden
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
11.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Certains commissaires en chef de la police d'Anvers factureraient jusqu'à 2500 euros par mois à titre d'heures supplémentaires. Le ministre estime-t-il normal que des commissaires en chef facturent leurs heures supplémentaires? Le ministre envisage-t-il d'interdire cette pratique, comme c'est le cas dans le privé? De pareils excès ont-ils été signalés ailleurs en Belgique? Combien d'heures supplémentaires ont-elles été portées en compte pour l'ensemble de 2002? Qu'a révélé jusqu'à présent l'enquête de l'inspection générale? Ne convient-il pas d'établir des critères précis pour le recrutement des commissaires en chef? Le ministre estime-t-il normal que les commissaires en chef puissent encore disposer d'une carte visa
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
29
1006
bepaald dat zij ook een doorzichtige boekhouding moeten kunnen hanteren? Ten vierde, vindt u het normaal dat hoofdcommissarissen nog kunnen beschikken over een visa-kaart met een krediet van 1.000 euro per maand? Op welke juridische grond kunnen hoofdcommissarissen visa-kaarten krijgen om onkosten te betalen? Hoeveel korpsen passen dat systeem toe? Is er een vaste limiet voor het gebruik van geld? Is het verantwoord dat sommige stadsambtenaren twee visa-kaarten hebben voor hun onkosten, zoals dat bijvoorbeeld het geval is voor de stadssecretaris van Antwerpen, die daarmee zijn trouwkostuum zou hebben aangekocht? Welke garantie is er dat de reeds met visa door de overheid betaalde kosten later ook grondig worden gecontroleerd? Hoe is die controle georganiseerd?
avec un crédit de 1000 euros par mois? Sur quelle base juridique les commissaires en chef reçoivent-ils une carte de crédit? Ces frais sont-ils contrôlés? Des commissaires en chef ou des commissaires ont-ils fait l'objet d'une suspension? Le Comité P contrôle depuis des années le fonctionnement de la police. Son travail a-t-il déjà porté ses fruits? Quelles mesures le ministre prend-il pour réprimer les irrégularités au sein de la direction de la police?
Ten vijfde, werden er naar aanleiding van de onregelmatigheden die naar buiten zijn gekomen hoofdcommissarissen of commissarissen tijdelijk geschorst? Zoniet, waarom is dat tot nu toe nog niet gebeurd? Ten zesde, het Comité P voert nu al vele jaren toezichtonderzoek naar de werking van de Antwerpse politie. Dat leidde tot nu toe nog tot geen enkel publiek resultaat. Wat zijn de resultaten van dat toezichtonderzoek, als dat al afgerond is? Werden er maatregelen genomen? Zo ja, welke? Werden er sancties genomen? Zo ja, welke? Wanneer zal dat toezichtonderzoek publiek worden gemaakt? Ten slotte, welke maatregelen zult u nemen om in het algemeen onregelmatigheden bij de politietop tegen te gaan? Is er terzake een beleid? Wat houdt dat beleid dan in? 11.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, op de eerste vraag kan ik het volgende antwoorden. Het recht op overuren is voor alle personeelsleden, met uitsluiting van de mandaathouders, ingeschreven in het statuut via artikel 11, 3°, 7° van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. De verantwoording en de opvolging van de overuren van de lokale politie behoort, gelet op de lokale autonomie, tot de bevoegdheden van de lokale overheden. Ten tweede, de algemene inspectie dient de afloop van het aantal aanhangig zijnde gerechtelijke onderzoeken af te wachten. Ten derde, de criteria voor aanwerving van hoofdcommissarissen liggen deels vast in het statuut en worden bijkomend vastgelegd in de functieomschrijving van hun ambt. Voor het voeren van een controle op de boekhouding voorziet de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst specifiek in de functie van bijzondere rekenplichtige. Ten vierde, het al dan niet ter beschikking stellen van een visa-kaart aan een personeelslid behoort tot de bevoegdheden van de lokale overheden. Het spreekt voor zich dat de met dergelijke kaart gedane uitgaven verantwoord dienen te worden en geen aanleiding kunnen geven tot de toekenning van niet in het statuut voorziene voordelen. De begrotingsrekening van een politiezone opgemaakt door de
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
11.02 Antoine Duquesne, ministre: Le droit aux heures supplémentaires est réglé par un arrêté royal du 30 mars 2001. La justification et le suivi des heures supplémentaires ressortissent à la compétence des autorités locales. L'inspection générale doit attendre la clôture de l'enquête judiciaire. Aucun membre du personnel n'a été suspendu à la suite du problème que vous évoquez. Les critères de recrutement des commissaires en chef sont en partie définis dans les statuts et sont complétés dans la description de la fonction. La comptabilité de la police est effectuée par un comptable. Les autorités locales décident de l'attribution ou non d'une carte visa à un membre du personnel. Les dépenses effectuées au
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
30
26/02/2003
bijzondere rekenplichtige, dient te worden voorgelegd aan de burgemeester of aan het politiecollege, dat het op zijn beurt voorlegt aan de gemeente of de politieraad. De rekeningen zijn eveneens onderworpen aan het in artikel 78 van de WGP vastgelegde goedkeuringstoezicht door de gouverneur. Artikel 27 van de WGP garandeert de leden van de politieraad het inzagerecht zoals bepaald in artikel 88 van de nieuwe gemeentewet. Aldus is – analoog met de gemeente-uitgaven – de democratische controle op de gedane uitgaven gegarandeerd. Ik kom tot de vijfde vraag. In verband met de door het geachte lid aangehaalde problemen werd geen enkel personeelslid geschorst. Voor het resultaat van de toezichtsonderzoeken van het Comité P – de zesde vraag – verwijs ik het geachte lid naar de door het Comité P aan het Parlement voorgelegde jaarverslagen 1997, 2000, 2001 en het tussentijds verslag 2002. Ik kom tot de zevende vraag. De wet van 7 december 1998 en de wet van 13 mei 1999 houdende het statuut van de personeelsleden van de politiediensten, stellen de bevoegde overheden voldoende instrumenten ter beschikking om misbruiken tegen te gaan en in voorkomend geval te bestraffen.
CRIV 50 COM
1006
moyen de la carte doivent bien évidemment être justifiées. Les comptes du budget d'une zone de police doivent être soumis au bourgmestre ou au collège de police, qui les soumet à son tour au conseil communal ou au conseil de police. Les membres du conseil de police ont en tout état de cause un droit de consultation. Pour ce qui est du résultat de l'enquête de surveillance par le Comité P, je renvoie aux rapports annuels que le Comité présente au Parlement. Les autorités compétentes disposent de suffisamment d'instruments pour réprimer les abus et, éventuellement, les sanctionner.
11.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord, maar ik heb toch nog een bijkomende vraag, met name in verband met de betaling van de overuren, die u niet hebt beantwoord en die mijns inziens toch belangrijk is. Het staat wel in het statuut, zegt u, maar vindt u het nog opportuun dat voor de topfuncties – buiten de mandaathouder – dat nog gehandhaafd blijft? Moet het statuut wat dat betreft eventueel niet herzien worden?
11.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre estime-t-il réellement opportun que des personnes occupant des fonctions dirigeantes puissent facturer des heures supplémentaires?
11.04 Antoine Duquesne, ministre: D'abord, je trouve que les policiers sont maintenant bien payés, et certainement les officiers.
11.04 Minister Antoine Duquesne: De officieren worden goed betaald. Als er overuren worden gepresteerd, leidt dat uiteraard tot hogere kosten. Men zou moeten overwegen het aantal overuren terug te schroeven en de officieren zouden geen overuren mogen presteren.
Ensuite, peut-être certains ont-ils tendance à abuser de la solution de facilité consistant à prester des heures supplémentaires. Je suis convaincu qu’à certains endroits, on arrive à des coûts plus élevés parce qu’on n’a pas réfléchi à une meilleure organisation du service pour essayer de réduire le nombre d'heures supplémentaires. Enfin, je crois que ce ne sont pas les officiers avec leur statut qui doivent, de manière prioritaire, se retrouver dans le lot de ceux qui prestent des heures supplémentaires. Lorsque nous aurons une meilleure évaluation de la situation globale – on connaît tous des cas, mais je connais d’autres endroits où on fait preuve de beaucoup de modération -, on pourra envisager de reparler de tout cela et d’autres choses encore avec les organisations syndicales.
Zodra wij over een betere allesomvattende evaluatie beschikken, zullen wij dat alles met de vakbonden kunnen bespreken.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 12 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van pepperspray" (nr. B036) 12 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation de sprays au
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
31
1006
poivre" (n° B036) 12.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik kan mijn vraag kort samenvatten. Het gebruik van pepperspray heb ik reeds aangekaart op 7 januari 1998 naar aanleiding van het rijkswachtoptreden in Gent op 26 november 1997 bij de voetbalwedstrijd Lierse-Leverkusen. Toen antwoordde minister Vande Lanotte daarop niet echt concreet. Vandaag doet de problematiek zich opnieuw voor. Bij de havenstaking van Antwerpen enkele weken geleden zou er immers opnieuw pepperspray zijn gebruikt door de federale politie. Ik heb daaromtrent de volgende concrete vragen. Ten eerste, onder welke concrete omstandigheden werd het product gebruikt tijdens de Antwerpse havenstaking en tijdens de betoging van de ArabischEuropese Liga? Hoeveel keer werd het gebruikt en wat waren de gevolgen daarvan? Werden er al dan niet schadelijke gevolgen opgetekend bij de slachtoffers van pepperspray? Ten tweede, zijn er duidelijke richtlijnen die bepalen wanneer pepperspray mag worden gebruikt en door wie? Indien die richtlijnen bestaan, wat bepalen zij precies? Moeten de gebruikers een bepaalde opleiding volgen om dit product te kunnen gebruiken? Sinds wanneer wordt in België pepperspray door de politie gebruikt? Werd de introductie van dit product voorafgegaan door een grondige wetenschappelijke studie? Indien ja, wat wees die studie uit? Indien er geen studie werd uitgevoerd, voor welke reden was dat?
12.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La police fédérale a utilisé du spray au poivre lors des manifestations organisées dans le port d'Anvers et par la Ligue arabe européenne. Dans quelles circonstances et à quelle fréquence ces sprays sont-ils utilisés? Y a-t-il eu des conséquences dommageables? Quelles directives réglemententelles l'utilisation du spray au poivre? Depuis quand notre pays a-t-il recours à ce produit? Une étude approfondie a-t-elle été préalablement réalisée à ce sujet? Quels en sont les résultats? Y a-til déjà eu des accidents? Quel est en l'espèce le point de vue du Comité P?
Ten derde, gebeurden er al ongelukken bij het gebruik van pepperspray? Hoeveel mensen werden reeds gewond ten gevolge van eventueel onoordeelkundig gebruik van pepperspray? Heeft het Comité P een standpunt ingenomen inzake het gebruik van pepperspray door de politie? Formuleerde het hieromtrent al aanbevelingen? Maakt het gewag van incidenten? In voorkomend geval, hoeveel en waar? 12.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega Van Hoorebeke, het neutraliserend middel OC-spray werd gebruikt op 26 november 2002 tijdens de betoging van de Arabisch-Europese Liga. Bij de havenstaking op 17 januari 2003 werd de OC-spray Histra gebruikt. Op 26 november 2002 werd het middel een keer gebruikt om door stenen bekogeld politiepersoneel te ontzetten. Op 17 januari 2003 gebeurde dit twee keer om het politiepersoneel te ontzetten na een charge van de havenarbeiders. Het gevolg was in beide gevallen dat er onmiddellijk een einde kwam aan de agressie tegen de politiemensen. Pepperspray valt onder de bijzondere politiebewapening waarvan het gebruik werd omschreven in het koninklijk besluit van 10 april 1995 en de ministeriële rondzendbrief POL 26bis van 1995. Voor het gebruik van pepperspray moet de politie zich beroepen op de artikelen 1 en 37 van de wet op het politieambt en op artikel 416 van het Strafwetboek. Deze richtlijnen werden verder uitgewerkt in de eigen richtlijnen van zowel de federale als de lokale politie. Alle gebruikers van dit middel kregen daartoe een gepaste opleiding. Bij de federale politie werd het personeel in de vormingscentra opgeleid in het gebruik van het middel, de gevolgen van het product
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
12.02 Antoine Duquesne, ministre: L'utilisation du spray au poivre lors de ces deux manifestations a permis de mettre un terme aux agressions dont la police était la cible. Le spray au poivre est considéré comme un armement spécifique dont l'utilisation est prescrite par l'arrêté royal du 10 avril 1995, une circulaire de 1995 et le Code pénal. Les polices fédérale et locale en ont défini l'utilisation par le biais de circulaires propres. Tous les utilisateurs de cet aérosol reçoivent une formation spéciale. La police fédérale a acquis ce spray dans le cadre de l'Euro 2000. La commission "armement" de l'Intérieur a préparé l'introduction du spray au poivre
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
32
26/02/2003
en de decontaminatie. Wat de geïntegreerde politie betreft, bestaat er op dit moment een specifieke vormingsmodule voor het gebruik van de pepperspray. De introductie van dit middel in Bergen dateert van 1995. De pepperspray werd in 2000 aangekocht door de federale politie als individueel wapen met collectief karakter ter gelegenheid van Euro 2000. De commissie-Bewapening van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de evolutie en de introductie van de OC-spray voorbereid. Bij de invoering van de spray heeft men zich laten leiden door gevalstudies, medische adviezen en ervaringen in het buitenland.
CRIV 50 COM
1006
sur la base d'études de cas, de conseils médicaux et du fruit de l'expérience acquise à l’étranger. Le Comité P n'a pas encore rendu ses conclusions générales sur l'utilisation du spray au poivre. Aucun cas de dommage corporel permanent causé par l'utilisation d'un spray au poivre n'a encore été enregistré. Après la projection de l'aérosol, on s’efforce de prodiguer immédiatement des soins.
Voor zover bekend, zijn er sedert de introductie van dit middel geen langdurige en/of blijvende gekwetsten gevallen. De enige tot nu toe bekende lichamelijke gevolgen zijn de contaminatie van interveniënten en opponenten. Er zijn geen gevallen bekend van verwondingen te wijten aan het onoordeelkundig gebruik van de pepperspray. Na het gebruik van dit middel wordt alles in het werk gesteld om via opvang en nazorg het effect van het middel te neutraliseren. Het Comité P onderzoekt de verschillende gevallen waarbij de pepperspray werd gebruikt, met het oog op het formuleren van algemene conclusies. Het verslag terzake van het Comité is echter nog niet opgesteld. 12.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Is het mogelijk om mij de richtlijnen te bezorgen die aan de lokale en de federale politie zijn overgemaakt?
12.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Les directives suivies par les services de police peuvent-elles être consultées?
12.04 Minister Antoine Duquesne: Ik zal het vragen.
12.04 Antoine Duquesne, ministre: Je vais faire vérifier.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Collega's, mijnheer de minister, normaal ben ik nu aan de beurt om mijn vraag te stellen, maar uit praktische overwegingen zal ik wachten omdat ik nog twee vragen heb op het einde van de vergadering. 13 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het inzetten van Gewestelijke Ontvangers als bijzonder rekenplichtigen in politiezones" (nr. B065) 13 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le recours à des receveurs régionaux pour remplir les fonctions de comptable spécial dans les zones de police" (n° B065) 13.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is een heel korte vraag. Ik denk dat ik de geschiedenis niet moet herhalen. Het gaat over het feit dat er inderdaad een aantal zogeheten gewestelijke ontvangers zijn aangesteld om de politiehervorming te begeleiden en de politiezones concreet te kunnen laten opstarten. Die gewestelijke ontvangers zijn echter per 1 januari 2002 echt
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
13.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Pour accompagner la réforme des polices, on a désigné des receveurs régionaux qui ont été transférés aux Régions le 1er janvier 2002. Des fonctionnaires flamands remplissent donc des missions fédérales mais, d’après
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
33
1006
overgeheveld naar de Gewesten. In principe zijn het echte – in ons geval – Vlaamse ambtenaren die nu ingezet worden voor federale opdrachten. Voor zover ik begrepen had, is er inderdaad gesproken met de Gemeenschappen en de Gewesten. In ons geval is dat dan met Vlaanderen. Er is gesproken om een soort samenwerkingsakkoord te ondertekenen over die zogeheten gewestelijke ontvangers. Voor zover ik geïnformeerd ben, is hier wel over gepraat, maar is er nog steeds geen akkoord over ondertekend.
les informations dont je dispose, aucun accord de coopération n’a encore été conclu en la matière. En outre, on envisage de créer un corps fédéral de comptables spéciaux si bien que des "nonreceveurs" seraient convertis en comptables spéciaux.
Het is zelfs zo dat men met de idee speelt om eventueel een federaal korps van bijzondere rekenplichtigen op te richten, zo zegt men mij. Op die manier kan men officieel niet-ontvangers – ik zeg het in exacte technische termen – omzetten in bijzondere rekenplichtigen.
Qu’adviendra-t-il des receveurs régionaux? Un accord sera-t-il passé avec les Régions et les Communautés? Concrétisera-t-on l’idée d’un corps fédéral de comptables spéciaux?
Mijn vraag is dubbel, mijnheer de minister. Ten eerste, hoe zit het met deze gewestelijk ontvangers en met dat eventuele akkoord of dat protocol met de Gewesten en de Gemeenschappen? Er is daar over gesproken, maar het zou niet op papier staan. Is dit correct? Wat is eventueel de timing hierop? Ten tweede, speelt u nog altijd met de idee over de oprichting van een federaal korps van bijzondere rekenplichtigen? Hoever staat het daarmee? 13.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's, er is een ontwerp van samenwerkingsakkoord. Dit werd reeds op 21 december 2001 goedgekeurd door de federale Ministerraad. Op dit ogenblik ligt het akkoord ter ondertekening bij de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden. De Vlaamse regering had een aantal formele opmerkingen geformuleerd. Ik heb een deel van deze opmerkingen aanvaard. Een ander deel heb ik niet aanvaard. Ik heb mijn juridische argumentatie daarover overgemaakt. Ik heb nog geen reactie ontvangen. Ik blijf in elk geval aandringen. Anderzijds ben ik beide betrokken Gewesten dankbaar voor de constructieve houding die zij aannemen voor het ter beschikking houden van de gewestelijke ontvangers. Ze nu terugtrekken zou sommige politiezones in problemen brengen. Dat kan niet de bedoeling geweest zijn van de Lambermont-akkoorden. Uw opmerking dat de inzet van statutaire of gewestelijke ontvangers als rekenplichtigen van een politiezone onwettelijk zou zijn, is in elk geval onjuist. Artikel 30 van de wet van 7 december 1998 zoals gewijzigd bij de wet van 30 december 2001 heeft deze mogelijkheid niet afgeschaft maar heeft integendeel de keuzemogelijkheden van een bijzondere rekenplichtige uitgebreid. Het concept van een federaal korps van bijzondere rekenplichtigen is momenteel nog maar een idee in wording. Het komt erop neer dat de zones die geen beroep meer kunnen doen op de gemeente, het OCMW of de gewestelijke ontvangers de mogelijkheid zouden hebben om een rekenplichtige aan te werven binnen het administratief kader van het lokaal politiekorps of een beroep zouden kunnen doen op een rekenplichtige die deel uitmaakt van een pool bestaande uit daartoe opgeleide federale ambtenaren. Zij zouden hun ambt in twee of meer zones uitoefenen. Dat idee moet nog geconcretiseerd worden in een wetsontwerp. Mijn diensten bereiden
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
13.02 Antoine Duquesne, ministre: Le projet relatif à l’accord de coopération est actuellement examiné par le gouvernement flamand. Le ministre flamand des Affaires intérieures n’a pas encore réagi aux remarques que j’ai émises au sujet de ce projet et je compte bien lui demander de ne pas trop tarder à réagir. Je suis reconnaissant aux Régions de mettre à disposition les receveurs régionaux. Leur retrait des zones de police met certaines d’entre elles dans l’embarras, ce qui n’était évidemment pas le but visé par les accords du Lambermont. Le recours à des receveurs régionaux statutaires ou contractuels est pourtant bien autorisé par la loi. Le projet d’un corps fédéral de comptables spéciaux n’en est encore qu’au premier stade de son élaboration. Les zones qui ne pourront faire appel aux receveurs communaux, de CPAS ou régionaux pourront recruter un comptable relevant du cadre administratif du corps de police local ou d’un pool spécial de fonctionnaires fédéraux. Mes services planchent encore sur ce projet.
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
34
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
deze teksten momenteel voor. 13.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de minister, als ik het goed begrepen heb, is het momenteel stil op het Vlaamse front. Dat geldt dan toch voor die protocolovereenkomst. Ten tweede, is het nog de bedoeling om dit wetsontwerp nog onder regering uit te brengen? 13.04 Minister Antoine Duquesne: We zullen het proberen.
13.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Du côté flamand, on se tient donc coi. Avez-vous l’intention de conclure cet accord de coopération avant le terme de cette législature? 13.04 Antoine Duquesne, ministre: Plus le temps passe et plus ça me paraît difficile.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 14 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het radiosysteem TETRA" (nr. B066) 14 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le système radio TETRA" (n° B066) 14.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, via de media vernamen wij dat er een experiment plaatsvindt, samen met België, Nederland en Duitsland, in verband met een grensoverschrijdend radiosysteem dat compatibel zou zijn met ons ASTRID-systeem dat is gebaseerd op de TETRA-norm. Mijnheer de minister, ik ga ervan uit dat ook Nederland en Duitsland over dezelfde systemen beschikken. Werd er voorzien in een evaluatie van dat experiment en is het de bedoeling om eventueel in het kader van de Europese samenwerking op politioneel vlak, dat systeem uit te breiden tot andere Europese landen? Zo ja, is dat technisch mogelijk, met andere woorden, werken zij ook met het TETRA-systeem? 14.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, depuis pas mal de temps, le gouvernement des Pays-Bas a déjà démarré l'installation d'un réseau de communications au profit des services de secours et de sécurité. Comme le réseau belge "Astrid", ce réseau dénommé C-2000 est basé sur la technologie Tetra qui est le standard européen de radiocommunication digitale. Les deux systèmes sont dès lors compatibles. Le gouvernement allemand prépare l'achat d'un réseau national de communications au profit des services de secours et de sécurité. Cela signifie que le marché public doit encore être publié. Dans ce sens, l'Allemagne peut encore acquérir tout type de technologie. Cependant, afin de tester la technologie Tetra, les services de secours et de sécurité de Aachen disposent d'un système de test qui est déjà en utilisation opérationnelle. Ce système est aussi compatible avec le C-2000 des Pays-Bas et avec "Astrid" de la Belgique. Nous avons d'ailleurs convenu avec mes deux collègues, néerlandais et allemand, de faire également des expériences transfrontalières en la matière. C'est depuis 1996 déjà que l'intention existe de réaliser un projet de test dans la région transfrontalière d'Aix-la-Chapelle – Liège – Maastricht où le C-2000 des Pays-Bas, l'"Astrid" belge et le système
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
14.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): La Belgique, l'Allemagne et les Pays-Bas expérimentent un système radio transfrontalier compatible avec notre système ASTRID et basé sur la norme TETRA. Une évaluation de cette expérience est-elle prévue? Envisage-t-on une coopération européenne? D'autres pays européens fonctionnent-ils également avec la norme TETRA?
14.02 Minister Antoine Duquesne: Nederland is al lang bezig met de installatie van een communicatienetwerk voor de hulp- en veiligheidsdiensten, dat de naam C 2000 draagt en gebaseerd is op de TETRAtechnologie, de Europese standaard dus. Dit systeem is compatibel met het Belgische. De Duitse regering bereidt zich voor op de aankoop van een netwerk, maar de nooddiensten van Aken werken nu reeds met een proefsysteem dat compatibel is met C 2000 en ASTRID. In de grensstreek rond Aken, Luik en Maastricht bestaat er sinds 1996 een project van experten inzake hulp- en veiligheidsdiensten die de grensoverschrijdende
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
35
1006
allemand sont reliés entre eux. C'est un projet continu dans lequel les spécialistes en communications des services de secours et de sécurité des pays concernés visent des communications transfrontalières améliorées. C'est entre 1996 et 2002 que les différents réseaux nationaux impliqués ont été installés jusque dans les zones frontalières concernées. Cet avancement de l'installation des réseaux permettra une première évaluation des tests pratiques dans la région transfrontalière au mois de juin 2003. Je suis allé à Aix-la-Chapelle et j'ai parlé à mes deux collègues: ils étaient à côté de moi mais c'est passé par tout le réseau et cela marchait.
communicaties willen verbeteren. De drie nationale netwerken zijn daar operationeel, waardoor in juni een eerste evaluatie van de praktische tests kan worden uitgevoerd. Uit deze evaluatie zal men lessen kunnen trekken op operationeel en vooral ook op technisch vlak.
14.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Vous n'aviez plus le temps de réfléchir, monsieur le ministre? 14.04 Antoine Duquesne, ministre: Non, c'était tellement rapide. Sur la base de cette évaluation, il doit être possible de tirer les leçons sur le plan technique. L'évaluation technique doit en effet permettre de définir les exigences adéquates pour l'industrie en ce qui concerne la communication transfrontalière à l'aide de la technologie Tetra. Une extension vers d'autres pays européens est également prévue. Une dizaine de pays européens démarrent actuellement un projet similaire au projet "Astrid" belge. Il n'est pas encore sûr que chaque pays optera pour la technologie Tetra. En tout cas, le projet de test dans la région transfrontalière avec les Pays-Bas et l'Allemagne est né au sein de Schengen et il est actuellement réalisé au profit de l'Europe. Cela est fait aussi en accord avec l'Europe. Les résultats de cette plate-forme de tests pourront être exploités par tous les utilisateurs européens de Tetra. La communication internationale pour les services de secours et de sécurité doit en bénéficier et la Belgique veut continuer à jouer un rôle de pionnier en ce domaine. La France a cependant déjà opté depuis longtemps pour une autre technologie. Aussi, dans ce cas, nos spécialistes ont pris contact avec les collègues français afin de relier le réseau français au réseau "Astrid" belge. Vu qu'il s'agit ici de différentes technologies, il n'y aura cependant pas autant de possibilités en communication que lors d'une liaison entre deux réseaux Tetra.
14.04 Antoine Duquesne, ministre: Een tiental Europese landen begint thans met soortgelijke projecten als het Belgische ASTRID-project. Wij weten nog niet of elk land voor de TETRA-technologie zal kiezen. In elk geval komt het proefproject in de grensregio met Nederland en Duitsland Europa ten goede. Alle Europese TETRA-gebruikers kunnen profiteren van de resultaten van dit testplatform. Frankrijk heeft voor een andere technologie gekozen. In zo’n geval zijn er minder mogelijkheden tot communicatie dan bij een verbinding tussen twee TETRA-netwerken.
C'est un peu dommage. Au moment où on veut favoriser la collaboration européenne, on devrait essayer d'adopter des standards communs. L'incident est clos. Het incident is gesloten. 15 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Intérieur sur "l'encadrement policier de la manifestation devant le Centre 127bis" (n° B104) 15 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het politieoptreden met betrekking tot de betoging voor het Centrum 127bis" (nr. B104) 15.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce dimanche 23 février, de nombreuses personnes se sont rassemblées devant le centre 127bis pour étrangers en situation illégale, afin de marquer leur solidarité avec les personnes qui sont détenues et de protester contre ces centres fermés. Les forces de police présentes ont procédé au contrôle de
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
15.01 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Op zondag 23 februari 2003 werd er gedemonstreerd voor het centrum 127bis. De in groten getale opgekomen demonstranten betuigden hun
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
36
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
quasiment toutes les personnes présentes, notant systématiquement le numéro de leur carte d'identité et refusant même des cartes de presse.
solidariteit met de mensen die in het centrum worden vastgehouden.
Pouvez-vous me dire selon quelles instructions et modalités ces contrôles ont été effectués? Quel est le traitement prévu pour les données personnelles récoltées de cette manière à cette occasion, ainsi que celles concernant les nombreuses photos qui ont été prises à la même occasion? Les organisateurs avaient renseigné deux personnes de contact à la police pour permettre une meilleure coordination avec cette dernière. Celles-ci n'ont quasiment pas été consultées par la police et lorsque cette dernière a décidé de faire reculer les manifestants, les organisateurs ont établi une chaîne pour faire tout doucement reculer les manifestants. C'est à cette occasion qu'une des jeunes femmes qui étaient dans la chaîne de sécurité a été blessée par une autopompe.
Heel wat mensen werden daarbij door de politie gecontroleerd. De politie noteerde systematisch het identiteitskaartnummer. Conform welke instructies en volgens welke modaliteiten werden die controles uitgevoerd? Wat gebeurt er met de aldus vergaarde gegevens en met de foto's die de veiligheidsdiensten die dag hebben gemaakt?
Président: Ludwig Vandenhove. Voorzitter: Ludwig Vandenhove. En effet, elle a été atteinte très violemment au visage par le jet de l'autopompe et comme manifestement, elle se trouvait à proximité de cette autopompe, en plus d'avoir un gigantesque hématome au visage, ses yeux sont, semble-t-il, en danger et elle est toujours hospitalisée à Saint-Luc à l'heure actuelle. Les médecins, toujours inquiets pour ses yeux, ne lui permettent pas de quitter l'établissement. Quelle évaluation a-t-elle été faite? Vous avez parlé tout à l'heure de directives et de formations pour les sprays au poivre. J'espère qu'il y en a aussi pour l'utilisation des autopompes. Je n'avais jamais vu une autopompe utilisée si près de la foule. Il y avait peut-être un mètre et demi entre l'autopompe et les manifestants. J'ai l'impression qu'un mauvais usage de l'autopompe a été fait dans ce cas précis. 15.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, madame Genot, les contrôles ont été effectués en fonction de l'exécution de l'article 31 de la loi sur la fonction de police et à la suite d'une manifestation non autorisée, pendant laquelle l'usage de la violence par les manifestants était probable. A la manifestation participaient, en plus des membres, certains groupements bien connus des services de police et qui doivent faire, de leur part, l'objet d'une vigilance particulière. Les données personnelles récoltées seront traitées selon les directives de la circulaire MF03 et feront l'objet d'enquêtes judiciaires pour l'identification des auteurs d'actes de vandalisme vis-à-vis du centre 127bis. La circulaire MF03 règle également l'enregistrement et la diffusion des informations de police administrative. Toute activité d'un membre ou d'un membre présumé d'un groupement ou d'une personne qui présente un intérêt concret pour l'exécution de missions de police administrative fait l'objet d'un rapport particulier adressé à la direction des opérations de police administrative de la police fédérale. Les photos prises seront traitées de la même manière. Elles seront donc jointes au rapport administratif et sont donc également utilisées dans la constitution de dossiers judiciaires.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
Een jonge vrouw, die deel uitmaakte van de ordediensten van de manifestanten zelf, werd gewond door een waterkanon. Ze ligt nog steeds in het ziekenhuis en zou meer bepaald oogletsels hebben opgelopen doordat ze van dichtbij geraakt is door een waterstraal. Zijn er richtlijnen met betrekking tot het gebruik van deze voertuigen? Hoe beoordeelt u dit incident?
15.02 Minister Antoine Duquesne: De controles werden uitgevoerd krachtens het artikel van de wet op het politieambt, naar aanleiding van een niettoegestane manifestatie. Daaraan namen onder meer leden deel van een aantal bij de politiediensten welbekende groeperingen die onder een verhoogd toezicht staan. De geregistreerde persoonsgegevens zullen conform de richtlijnen van omzendbrief MFO 3 worden behandeld. Er zal een gerechtelijk onderzoek worden ingesteld om de vandalen te identificeren die vernielingen hebben aangericht in het centrum 127bis. Ook de registratie en de verspreiding van informatie in het kader van de administratieve politietaken worden geregeld bij de omzendbrief MFO 3. Foto's
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
37
1006
La manifestation n'a pas fait l'objet d'une demande d'autorisation de la part des organisateurs et n'a donc pas été autorisée par les bourgmestres concernés. Ceux-ci ont quand même accepté la manifestation à condition qu'aucun tort ne soit fait à des personnes ou des biens. Ce n'est qu'après que de graves actes de vandalisme ont été commis vis-à-vis du centre 127bis, notamment des dégradations aux clôtures et vis-à-vis des forces de l'ordre par des jets de pierres et d'objets divers, que les forces de l'ordre ont réagi en mettant en œuvre des moyens spéciaux. Si des manifestants n'obtempèrent pas aux sommations réglementaires, il arrive effectivement que, lors de l'utilisation des moyens spéciaux, en l'occurrence une arroseuse, ils n'en sortent pas tous indemnes. Je préfère de loin que toute manifestation, dans le cadre du droit à la liberté d'expression, se déroule sans incidents. Malheureusement, certains comportements qui dépassent les limites de l'acceptable mènent finalement aux conséquences que vous invoquez. Dans la gestion de cet événement, les forces de l'ordre ont fait preuve d'une extrême patience contre un noyau d'une centaine de manifestants extrêmement agressifs.
worden op dezelfde manier behandeld. Voor de demonstratie werd geen toestemming gevraagd en dus ook niet gegeven door de betrokken burgemeesters. Laatstgenoemden hebben evenwel ingestemd met de demonstratie, zij het op voorwaarde dat niets of niemand schade berokkend zou worden. Pas nadat het centrum en de politie zelf zwaar werden aangepakt, heeft de politie buitengewone middelen ingezet, waaronder een waterkanon. Sommige daden zijn onduldbaar en dan zijn de door u geschetste consequenties onvermijdelijk. Bij het toezicht op het gebeuren heeft de politie blijk gegeven van engelengeduld ten aanzien van een harde kern van een honderdtal zeer agressieve manifestanten.
15.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): En ce qui concerne la circulaire sur le traitement de l'information, il est donc possible de la trouver facilement?
15.03 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Een aantal elementen van uw antwoord verwondert me. Over welke circulaire gaat het eigenlijk?
15.04 Antoine Duquesne, ministre: Madame Genot, il existe des circulaires internes à nos services. Vous ne croyez quand même pas que je vais mettre sur la place publique un certain nombre d'instructions qui doivent rester discrètes pour des raisons de sécurité.
15.04 Minister Antoine Duquesne: Sommige circulaires zijn intern en om veiligheidsredenen mag ik de inhoud ervan niet openbaar maken.
15.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): J'ai bien compris que les informations recueillies vont être traitées de manière totalement secrète. C'est assez dommageable pour la vie privée.
15.05 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Als ik het goed begrijp zal er geheimhouding gelden bij de verwerking van de informatie. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer dreigt daardoor in het gedrang te komen. Er werd trouwens een aanvraag ingediend voor die betoging.
Je suis assez étonnée car vous avez dit d'abord qu'il n'y avait pas eu de demande concernant la manifestation et puis, ensuite, vous avez dit que le bourgmestre l'avait acceptée. C'est bizarre qu'il accepte quelque chose qui n'a pas été demandé. Je peux vous dire que plusieurs demandes ont été effectuées et le bourgmestre a lui-même demandé que la manifestation se déroule à l'extérieur de la commune, sur le terrain de football. C'est un peu paradoxal. Les demandes ont été introduites voici plusieurs mois. 15.06 Antoine Duquesne, ministre: Je voudrais bien en voir la preuve! Ce serait intéressant. Vous savez, je suis un peu comme St Thomas.
15.06 Minister Antoine Duquesne: Wanneer men iets zegt, moet men dat ook kunnen bewijzen.
15.07
15.07
Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Cela ne me pose pas de
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
Zoé Genot (ECOLO-
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
38
26/02/2003
problème, je veux bien vous fournir les preuves. Vous avez dit préférer que la manifestation se passe sans incidents et c'est également mon avis. Mais le climat était hostile de part et d'autre. J'y suis allée, accompagnée d'une famille avec des petits enfants. J'y ai constaté qu'on réclamait les cartes d'identité à tout le monde. On a dit à la maman qui véhiculait son enfant dans sa poussette que si les policiers cognaient son enfant, ce serait de sa faute! Je crois que cela rend le climat déjà très mauvais alors qu'il n'est que 14.00 heures sous le soleil et que tout se passe bien, dans un cadre coloré et musical. Je pense qu'il faut donc relativiser l'agressivité de part et d'autre.
CRIV 50 COM
1006
AGALEV): Er hing aan beide kanten een vijandige sfeer; tegen mensen die kinderen bij zich hadden heeft men gezegd dat zij zelf verantwoordelijk zouden zijn indien de kinderen iets overkwam.
15.08 Antoine Duquesne, ministre: Madame Genot, je ne suis pas ému quand on me demande ma carte d'identité. 15.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): De même que lorsqu'on vous dit que si votre enfant est blessé, cela relèvera de votre responsabilité! Quand vous avez un bébé dans une poussette! Honnêtement, j'en suis très émue. 15.10 Antoine Duquesne, ministre: Il n'est en effet pas souhaitable d'emmener des bébés à des endroits où on sait bien que, régulièrement, se passent des incidents. C'est un bon conseil des forces de l'ordre.
15.10 Minister Antoine Duquesne: Het is niet verstandig kinderen mee te nemen naar zo een betoging. Bovendien moet u kunnen bewijzen wat u zegt. Persoonlijk ben ik niet onder de indruk wanneer men mijn identiteitskaart vraagt.
15.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Je n'ai jamais entendu qu'on accuserait une mère d'être responsable des coups reçus par son bébé lors d'une manifestation. 15.12 Antoine Duquesne, ministre: Madame Genot, il faut prouver tout ce que vous dites. 15.13 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): La prochaine fois, j'emmènerai des enregistreurs pour enregistrer les propos des policiers. Monsieur le ministre, ne vous contentez pas de relire ce que les policiers ont déclaré. On a pu entendre qu'il manquait de nombreux policiers dans cette zone. Encore hier soir, nous nous sommes rendus au centre 127bis. Nous avons discuté tranquillement avec les gens à travers la clôture puisque c'est la seule manière d'avoir des contacts réguliers avec toute une série de personnes du centre dont nous ne connaissons malheureusement pas les noms. Dix minutes après notre arrivée, quatre combis de policiers sont arrivés sur place, avec un minimum de quatorze policiers qui ont de nouveau contrôlé les identités des personnes présentes. Je pense qu'il y a d'autres choses à faire.
15.13 Zoé Genot (ECOLOAGALEV): Volgende keer neem ik een bandrecorder mee. Gisteravond zijn we overigens naar het centrum 127bis gegaan om te praten met een aantal bewoners en er was onmiddellijk politiecontrole. U bent dus niet onder de indruk; ik moet u er echter op wijzen dat vorige zondag een jonge vrouw gewond raakte.
Quand j'entends des propos tels que: "ma tante a été cambriolée cinq fois et elle n'a jamais vu autant de policiers pour s'occuper de cela", je crois qu'il y a actuellement un gros problème et je suis étonnée que vous soyez aussi peu ému par l'incident que j'ai décrit. La personne qui a été blessée par les autopompes formait une
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
39
1006
chaîne pour que les policiers n'aient justement pas de contact direct avec les manifestants. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 16 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid van de provinciale verkeerseenheden bij de uitvoering van haar opdrachten" (nr. B058) 16 Question de M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur sur "la sécurité des unités provinciales de circulation dans l’exercice de leurs missions" (n° B058) 16.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag had ik al vroeger moeten stellen. Ze heeft betrekking op de provinciale verkeerseenheden. Het is eigenlijk meer een suggestie dan een vraag. De voertuigen van de provinciale verkeerseenheden zijn dezer dagen allemaal voorzien van een nieuwe stripping. Door die nieuwe markering zijn de voertuigen, althans volgens de mensen die met de voertuigen moeten werken en rijden, minder zichtbaar. Die verminderde zichtbaarheid zou een probleem stellen op het vlak van de veiligheid van het personeel. Naar verluidt zouden de leden van de provinciale verkeerseenheden reeds de opmerking, of zoals u wil de suggestie, aan u of uw diensten hebben overgemaakt.
16.01 Paul Tant (CD&V): Les nouveaux marquages fluorescents placés sur les véhicules des unités provinciales de circulation (UPC) ne sont pas adéquats et en ont réduit la visibilité. Le personnel a déjà signalé les risques qu'il encourait et a proposé d'apposer des marquages supplémentaires sur les pare-chocs mais ils s'est vu opposer un refus. Que compte faire le ministre pour garantir la sécurité du personnel?
Ik had dus graag willen weten of de minister bereid is om op de suggesties in te gaan. Zo was er bijvoorbeeld de suggestie om ook de bumpers van een stripping te voorzien. Welke andere maatregelen stelt hij eventueel in het vooruitzicht om de veiligheid van de mensen te verhogen? Ten slotte, is de minister ook van mening dat duidelijk zichtbare voertuigen hoe dan ook veiliger zijn dan voertuigen die men minder gemakkelijk kan opmerken? 16.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega, de federale politie en de verkeerspolitie in het bijzonder zijn zich volledig bewust van het feit dat de nieuwe stripping op de voertuigen geen optimale zichtbaarheid biedt. Vanuit de provinciale verkeerseenheden zijn er verschillende initiatieven genomen om de zichtbaarheid te verhogen. Een initiatief was om de bumpers te voorzien van een fluorescerende kleur. De aanvraag om de bumpers te voorzien van een fluorescerende kleur werd in 2002 reeds bij de directie van de materiële middelen ingediend. De aanvraag kreeg echter een negatief advies. De bumpers kunnen niet worden aangepast. De reden is dat het koninklijk besluit over de stripping in dat geval dient te worden aangepast. Een aanpassing van de reglementering zou kunnen worden doorgevoerd door zich toe te spitsen op sommige voertuigen, met name de voertuigen van de provinciale verkeerseenheden.
16.02 Antoine Duquesne, ministre: Le nouveau marquage est en effet loin d'être parfait. La proposition du personnel a été refusée car elle nécessitait une adaptation de l'arrêté royal. Néanmoins, de grands autocollants blancs vont à présent être apposés à l'arrière des voitures. Un budget spécial a été demandé afin de traiter tous les véhicules de service. Nous faisons tout ce qui est en notre possible pour favoriser la visibilité.
Reeds enige tijd is de verkeerspolitie tests aan het uitvoeren met reflecterende stickers, die achteraan op het voertuig dienen te worden geplaatst. Deze stickerset heeft een witte kleur, is volledig reflecterend en verandert de norm van de stripping niet. Een dossier werd opgesteld. Na de goedkeuring van het budget kan voor dit dossier worden overgegaan tot een marktprocedure. Zo kunnen alle voertuigen van de verkeerspolitie worden uitgerust met dergelijke, reflecterende stickers.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
40
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
Het is ook zo dat de voertuigen, die nog een oude stripping hebben, nog niet onmiddellijk een nieuwe stripping zullen krijgen. Dit werd uitgesteld tot er een oplossing werd gevonden voor het probleem van de zichtbaarheid. Die oplossing is de reflecterende stickerset. Het is wel degelijk zo dat duidelijk zichtbare voertuigen op zich reeds een middel zijn om de verkeerseenheid positief te beïnvloeden. Er wordt ook alles aan gedaan om de verhoogde zichtbaarheid te realiseren. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat een aantal voertuigen per provinciale verkeerseenheid zullen worden uitgerust met een signalisatiespijl. Dit komt zowel het personeel als de andere weggebruikers ten goede. 16.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, ik vat samen. Het is uw bedoeling om aan de toch gerechtvaardigde vraag van de provinciale verkeerseenheden in de mate van het mogelijke tegemoet te komen.
16.03 Paul Tant (CD&V): Je prends note de votre intention de répondre à la demande des unités provinciales de circulation.
Mijnheer de minister, ik dank u. Dat volstaat voor mij. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 17 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de dwingende richtlijn MFO6 betreffende de werking en organisatie van de AIK's" (nr. B117) 17 Question de M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur sur "la directive contraignante MFO6 relative au fonctionnement et à l'organisation des CIA" (n° B117) 17.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag handelt over de AIK’s, de arrondissementele informatieknooppunten. Deze knooppunten hebben een relatief belangrijke functie omdat zij de concretisering zijn van een van de essentiële conclusies van de commissie-Dutroux, met name het goed omspringen met informatie waarover men beschikt, het goed beheren ervan en ervoor zorgen dat ze terechtkomt bij degene die ze nodig heeft. U hebt terzake een koninklijk besluit opgesteld waarin u een poging doet de AIK’s te organiseren. Op zichzelf is dit een goede zaak. U gaat ervan uit dat alles op het terrein reeds perfect functioneert. Dit is niet het geval. De functieprofielen voor de AIK’s ontbreken. Dat betekent dat we niet weten aan welke voorwaarden deze mensen moeten voldoen en over welke deskundigheid zij moeten beschikken. Op dit ogenblik is dat niet bepaald. Mocht men – conform uw wens – deze AIK’s operationeel maken, dan zullen de plaatselijke verantwoordelijken al hun creativiteit moeten aanwenden om de functieprofielen op te stellen met belangrijke verschillen per arrondissement tot gevolg. Er is nog een tweede aspect aan de zaak. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, mijnheer de minister, zijn de AIK’s aan de orde geweest tijdens de besprekingen tussen de Vereniging van Steden en Gemeenten en de regering. Daar werd de afspraak gemaakt dat de AIK’s slechts zouden geïnstalleerd worden na de globale evaluatie van het functioneren van het geheel van de nieuwe politiestructuur. Ik moet echter vaststellen dat u, tegen de met de Vereniging van
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
17.01 Paul Tant (CD&V): Le ministre a préparé un arrêté royal organisant des carrefours d'informations d'arrondissement (CIA). Or, les services de police ne sont pas du tout prêts à assumer les missions des CIA. Les profils de fonction, par exemple, manquent toujours. Conformément à l'accord conclu avec l'Union des villes et communes, les CIA ne seraient d'ailleurs installés qu'à l'issue de l'évaluation des structures de police. Le lancement de cet arrêté royal risque d'hypothéquer la bonne entente. Par ailleurs, le ministre a promis à l'Union des villes et communes de prévoir un effectif de 600 personnes pour le corps de sécurité. En attendant, toutefois, il faut se contenter de 180 personnes. Celles-ci resterontelles à Bruxelles ou opérerontelles aussi sur l'ensemble du
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
41
1006
Steden en Gemeenten gemaakte afspraak in, toch plots een koninklijk besluit lanceert. Dat is jammer omdat u op die manier het begrip en de verstandhouding die ontstaan was tussen enerzijds de Vereniging en anderzijds de regering beetje bij beetje in gevaar brengt. Het boetefonds dat beloofd werd is er niet. De uitvoering van de Ecofin-dossiers is evenmin onbetwist. Over het veiligheidskorps is gesproken geweest. U belooft ongeveer 600 mensen. Ondertussen moeten we het stellen met 180 mensen. In tegenstelling tot de teneur van de vraag van mevrouw Creyf is mijn vraag wat we hiervan te lande zullen zien. Zullen al deze mensen in Brussel blijven?
territoire?
Mijnheer de minister, het is goed dat u snel werk wilt maken van de AIK’s. Het is echter jammer dat u het koninklijk besluit hebt genomen zonder de nodige voorbereidende stappen te zetten. Hierdoor loopt u het risico de verstandhouding met de Vereniging van Steden en Gemeenten in het gedrang te brengen. 17.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, afin d’assurer le flux d’informations de manière correcte et efficace, la mise en place des CIA était indispensable et devait se faire au plus tôt. En effet, si tel n’avait pas été le cas, il est fort possible que les services de police auraient rencontré des difficultés ou, le cas échéant, auraient été dans l’impossibilité de disposer, au moment et à l’endroit adéquats, des informations nécessaires ou requises et qu’ils n’auraient pas pu remplir de manière optimale, leurs obligations et leurs engagements vis-à-vis des autorités et de la population. L’article 110 de la loi EXODUS, publiée au moniteur du 30 avril 2002, insère un article 105bis dans la loi du 7 décembre 1998 qui réglemente la façon dont les CIA remplissent leur rôle. L’article 110 dispose dans son dernier alinéa que le Roi peut prendre un arrêté d’exécution mais ne l’y oblige donc pas. La circulaire MFO6 me semble suffisante en ce qui concerne la composition et le fonctionnement des CIA. La circulaire MFO6 prévoit une procédure d’évaluation au plus tard un an après la date d’application. Cette évaluation permettra donc de déterminer si des nouveaux accords devront à nouveau être négociés. Le Conseil consultatif des bourgmestres doit rendre son avis dans les délais fixés par la loi. L’avis a bien été demandé mais n’a pas été donné dans les délais. L’avis de la commission permanente de la police locale n’est pas obligatoire en cette matière mais la commission a cependant été impliquée dans les travaux d’élaboration de la circulaire et elle a donc pu rendre son avis. 17.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik herhaal dat ik kan begrijpen dat alles moet gedaan worden om die AIK’s zo vlug mogelijk op te starten, maar ik blijf bij de vaststelling dat het jammer is dat niet eerst de functieprofielen werden vastgelegd en de nodige materialen ter beschikking gesteld, de frequenties vastgelegd enzovoort. Dat zijn een hele hoop voorbereidende werkzaamheden die deze AIK’s in de beste omstandigheden zouden kunnen hebben laten starten. Mijnheer de minister, ik heb het gevoel – sta me toe het zo te verwoorden – dat u perse wil bewijzen dat u de conclusies van de Dutroux-commissie op dat punt inderdaad uitvoert. Dat is terecht.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
17.02 Antoine Duquesne, ministre: Voor een efficiëntie informatiedoorstroming was het absoluut nodig de AIK’s zo snel mogelijk operationeel te maken. Zoniet bestond de kans dat de politiediensten op het gewenste ogenblik geen toegang hadden tot de noodzakelijke informatie. Artikel 110 van de Exoduswet voegt in de wet van 7 december 1998 een bepaling in die de werking van de AIK’s regelt. De Koning kan een uitvoeringsbesluit treffen, maar is daartoe niet verplicht. Volgens mij volstaat de omzendbrief MF0-6. Hij bevat een procedure om na te gaan of er over nieuwe akkoorden moet worden onderhandeld. Het advies van de adviesraad van burgemeesters werd gevraagd, maar niet tijdig ontvangen. Hoewel het advies van de Vaste Commissie van de lokale politie niet verplicht is, werd die commissie bij de werkzaamheden betrokken. 17.03 Paul Tant (CD&V): Le ministre met en œuvre les CIA, alors que les travaux préparatoires nécessaires n'ont pas été menés à terme. L'avis de la commission permanente de suivi n'est pas imposé par la loi, mais il fait partie de l'accord avec l'Union des Villes et Communes.
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
42
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
Maar u doet het – zo denk ik – prematuur. U verwijst ook naar het advies dat niet nodig is van de kant van de permanente opvolgingscommissie. Ik denk dat dat wettelijk juist is, mijnheer de minister, maar ik denk dat het evengoed juist is te zeggen dat dit nochtans het akkoord was met de Vereniging van Steden en Gemeenten. Ik vind het een beetje jammer dat men daar op terugkomt. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 18 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de levering van het zogenaamde 'filters Sevesofonds'" (nr. B118) 18 Question de M. Paul Tant au ministre de l'intérieur sur "la livraison de filtres dits "du fonds Seveso" (n° B118) 18.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wou een relatief klein incident voorleggen, waarvan ik niet weet wat de globale ampleur ervan is. U herinnert zich misschien, mijnheer de minister, toen wij het debat gevoerd hebben over de civiele bescherming, ik u toen heb gesproken over de relatief beperkte kredieten die ter beschikking staan om brandweerkorpsen toe te laten het nodige materiaal aan te schaffen. Ondertussen echter bereikt ons vanuit de kring van de Oost-Vlaamse Brandweerfederatie een hallucinant bericht, weliswaar van beperkte omvang. Ik verneem namelijk dat de brandweer van Sint-Niklaas op 10 februari per fax uitgenodigd werd om zo spoedig mogelijk 20 filters voor de brandweer en 10 filters voor de rijkswacht, zo stond het in de fax na één jaar geïntegreerde politie, af te halen bij de mobiele kolonne civiele bescherming in Liedekerke. Het ging dus om filters die geschroefd kunnen worden op een gasmasker en die bescherming bieden tegen heel specifieke chemische producten in heel specifieke omstandigheden. Die filters, met een geldigheidsduur van 5 jaar, werden aangeboden zogenaamd ter vervanging van vroeger geleverde filters. Ik had graag van de minister willen vernemen wie opdracht gegeven heeft om die filters te verspreiden. Waarvoor dienen die filters eigenlijk? Aan welke diensten werden zij bezorgd? Werden die filters over heel België verspreid en indien het zo is, volgens welke criteria? Dit is jammer genoeg nog niet het einde van het verhaal. U moet namelijk weten dat de filters totaal onnuttig waren voor het betrokken brandweerkorps, dat zelfs niet beschikt over maskers waarop ze kunnen geschroefd worden. Er werd trouwens ook niets gevraagd en niets besteld. Ik had dan ook willen vernemen hoe men iets kan vervangen dat er niet is en waarom de toch wel schaarse middelen slecht worden gebruikt. Ik had het er reeds over. Waarom worden zulke onverantwoorde aankopen gedaan? Ten slotte, en dat bezorgt mij een beetje kopzorgen, zegt men mij dat het gebruik van dergelijke maskers en filters niet zonder risico is. Ik had graag geweten of er een risicoanalyse bestaat wat deze apparatuur betreft. Wat zijn de resultaten hiervan? Als dit niet
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
18.01 Paul Tant (CD&V): L'équipement défaillant des services de police de ce pays prend parfois des dimensions hallucinantes. Le corps de SaintNicolas a été récemment invité à enlever sans délai 20 filtres du fonds Seveso pour les services d’incendie et 10 filtres pour la gendarmerie auprès de la première colonne mobile de la protection civile de Liedekerke, en remplacement des exemplaires livrés précédemment. A SaintNicolas, les pompiers tombaient des nues: nul n'avait connaissance de la demande et encore moins du remplacement de tels filtres. Qui a donné l'ordre de répartir les filtres entre les services de secours? Quelle est leur utilité et qui y a droit? Quand et pourquoi leur acquisition a-t-elle été décidée? Une analyse des risques a fait apparaître que les filtres et les masques à filtre sont tout à fait insuffisants pour les services d'incendie car les conditions d'utilisation sont si spécifiques qu'il est quasiment impossible de les réunir. Le département de l'Intérieur a-t-il demandé qu’il soit procédé à une analyse des risques? Dans l'affirmative, quelles en sont les conclusions? Dans la négative, comment le ministre justifie-t-il cet exemple
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
CRIV 50 COM
43
1006
gebeurd is, maakt men dan van het werk van de brandweerman een levensgevaarlijk werk?
flagrant de manque de respect pour le personnel des services d'incendie?
18.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, en ce qui concerne les destinataires de filtres pour masques faciaux, une erreur matérielle a été commise par mon administration. Les filtres mentionnés dans la question ne sont pas destinés au service d'incendie de Saint-Nicolas. Les autorités communales de SaintNicolas n'ont jamais introduit de demande de masques à filtre. Ce service d'incendie n'a donc jamais reçu de masques à filtre via le fonds Seveso. Les vingt filtres sont destinés à la police de SaintNicolas, province de Liège, et les dix autres à la police fédérale de Saint-Nicolas. La fourniture de ces filtres s'inscrit dans le cadre du programme de remplacement de matériel qui était précédemment acquis et fourni via le fonds Seveso. Les masques faciaux offrent une protection et conviennent, dès lors, surtout pour des services de sécurité, comme la police fédérale et locale, qui assument leurs missions spécifiques, conformément au plan d'urgence externe en cas d'accident chimique majeur. Les filtres de ces masques doivent être remplacés tous les cinq ans, pour le motif que la protection des intervenants ne peut plus être garantie à partie de ce moment.
18.02 Minister Antoine Duquesne: Mijn administratie heeft een vergissing begaan : de gezichtsmaskers waren niet bestemd voor de brandweer van Sint-Niklaas, maar voor de politie van Saint-Nicolas in de provincie Luik en voor de federale politie, in het kader van het programma voor de vervanging van het voorheen via het Sevesofonds geleverde materiaal. Deze maskers zijn vooral geschikt voor diensten die in het kader van het externe rampenplan bij ernstige chemische ongevallen ingrijpen, en meer bepaald in de veiligheidszones opereren. Voor de hulpdiensten en de brandweer wordt voor respiratoren geopteerd. Voor hen werden trouwens, met middelen uit het Sevesofonds, zware en halfzware gaspakken en aangepaste communicatieapparatuur aangekocht.
Ainsi que je l'ai précisé, ces filtres sont plutôt destinés aux services de sécurité comme la police fédérale et locale qui interviennent, certes, mais principalement au niveau du périmètre de la zone de danger, où ils interdisent par exemple l'accès à la circulation de transit, aux curieux, etc. Les filtres remplacés sont, en outre, dits "universels", ce qui signifie qu'ils retiennent une gamme aussi large que possible de substances dangereuses et évitent ainsi que ces substances soient inhalées. Pour les services de secours comme les services d'incendie, on optera principalement en faveur de l'utilisation d'appareils respiratoires. Ce dernier matériel a d'ailleurs notamment aussi été fourni via le fonds Seveso aux services de secours comme les services d'incendie. Je puis donc vous rassurer, monsieur Tant. Je suis très soucieux de la protection à accorder aux membres des services d'incendie. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle, outre les appareils respiratoires, ont été achetés sur le fonds Seveso, notamment des tenues anti-gaz lourdes et mi-lourdes et du matériel de communication adapté. Mais un Saint-Nicolas peut en cacher un autre! 18.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, uw antwoord voldoet mij. Ik neem aan dat men zich kan vergissen. Dat is wel een beetje kwaadaardig voor de geloofwaardigheid. Ik had gisterenavond in mijn gemeente een vergadering van onze brandweerzone. Dat was de mop van de dag en dat schaadt een beetje de geloofwaardigheid van de een of de andere. Aan de andere kant is dat een min of meer onschuldige vorm van humor of ironie die daar aan de dag gelegd wordt. Ik zal in elk geval zorgen dat men het antwoord hoort en leest als u mij de teksten van het antwoord kunt bezorgen.
18.03 Paul Tant (CD&V): L'erreur est humaine et, en l’espèce, elle est plutôt amusante, bien qu’elle nuise quelque peu à la crédibilité.
Het incident is gesloten. L'incident est clos.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE
44
26/02/2003
CRIV 50 COM
1006
De voorzitter: De volgende vragen worden naar een latere datum verschoven: A978 van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra, B060 en B061 van de heer Marcel Hendrickx, B079 van mevrouw Joke Schauvliege en B086 en B119 van mevrouw Karine Lalieux. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.43 uur. La réunion publique de commission est levée à 18.43 heures.
KAMER -5E ZITTING VAN DE
50E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE-5E SESSION DE LA
50E LEGISLATURE