25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Complicaties van insteekpunt pinnen bij externe fixatie van fracturen van de distale radius (1999) • 314 patiënten / 27 % complicaties • Meest voorkomende complicatie : infectie thv de insteekpunt van de pinnen (21%) deze werden behandeld met orale AB • Er waren geen gevallen van osteitis • 17% loslating van de pinnen (hoofdzakelijk bij vrouwen ouder dan 75j) • Bij 4% is er een breuk ontstaan thv de pin.
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
1
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Wat is de beste zorg voor de wonden thv pinnen bij externe fixators? (2004) • Enkel één onderzoek werd aanvaard als valabel geregistreerd. Een onderzoek dat is doorgegaan in 1996 waarbij een vergelijking is gemaakt tussen dagelijks reinigen met fysiologisch, dagelijks reinigen met alcohol 70% en niet reinigen. • Resultaat: Er werden minder infecties vastgesteld in de groep waar er geen reiniging werd toegepast. Hun conclusie is : dat er weinig evidentie is, om infecties te voorkomen. Er is nood aan meer en grotere RCT’s om de beste methode te achterhalen. 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
2
Factoren die een rolspelen bij externe fixators (1991) 214 pinnen bij 42 patiënten werden onderzocht bij het verwijderen van de pinnen • 41,6 % waren geïnfecteerd • 22,9% zaten de pinnen los (49) waarvan er 40 waren met + cultuur • 74,8% hadden een positieve kultuur 90,6 % Staphylococcus epidermidis (geen virulente betekenis) 37,5 % Staphylococcus Aureus 9,4 % Escherichia coli 32 Losse geïnfecteerde pinkanalen Er is een duidelijke correlatie tussen infectie en het loskomen van pinnen. 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Infectie van de pinnen bij tijdelijke externe fixators (een groot probleem?) 2003 • 285 patiënten werden gevolgd in een periode van 4 jaar • 11,2% infecties • Afhankelijk van het soort fixator, werd wel een verschil geregistreerd: – Ring fixatie 3,9 % (3 op 77) – Unilaterale fixators 12,9% (23/178) – Hybrid fixators 20% (6/30) Conclusie : Ringfixatie heeft een lagere prevalentie van wondinfecties 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
3
De zorg voor externe fixators (mei 2005) • 120 patiënten werden in twee groepen verdeeld. Er werd gekeken naar de operatietechniek.
Resultaat: Er werden minder wondinfecties vastgesteld indien meer aandacht werd besteed aan voorkomen van thermale schade en hematoomvorming tijdens de chirurgie en indien er een alkoholisch antisepticum thv de pinnen werd aangebracht met een occlusief drukverband. 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Evaluatie van de efficiëntie van 10% polyvinylpyrrolidone-iodine oplossing tegen infecties bij de wonden van LLizarov extrene fixators • Vergelijking tussen het dagelijks gebruik van 10% polyvinylpyrrolidone-iodine oplossing met dagelijks gebruik van fysiologisch . • 30 patiënten zaten in de studie • resultaat: geen verschil conclusie van het onderzoek: dagelijks gebruik van 10% polyvinylpyrrolidone-iodine bij externe fixatorpinnen verminderd de incidentie van infecties niet. 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
4
Verschil tussen Chloramine(9mg/ml) en chloorhexdine(2mg/ml) (2004) • 49patienten Bij 30patiente (120 pinnen) met Chloorhexedine en 19 patiënten met Chloramine (76 pinnen) • Graad 1 infectie werd gevonden bij 14% van de sodium chloride groep en 8.5% bij de chloorhexidine groep, en graad 2 infectie bij 3% en 0.5%, respectievelijk Met sodium chloride was er significant hoger relatief risico op positieve kulturen en voor de aanwezigheid van Staphylococcus aureus . De chloorhexidine groep had minder AB nodig en er was minder pijn op week 6 en 10.
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Zorgen bij externe fixatie thv de pols (studie feb 2006) •
• • • • •
118 patiënten werden onderverdeelt in drie groepen 1) wekelijkse verbandwissel zonder zorgen aan de insteekpunt van de pin (droog) 2) dagelijks insteekpunt van de pin reinigen met ½ water + ½ zuurstofwater 3) wekelijks vernieuwen van chloorhexedine geimpregneerde schijfjes (Biopatch) Patiënten werden wekelijks gevolgd tot de fixator werd verwijderd. Om de twee weken werd een RX genomen. De patiënten werden geëvalueerd op erytheem, cellulitis, wondvocht en eventuele loslating van de pin, de nood aan AB, en de nood aan verwijdering van de pin. Er werden veel lokale wondcomplicaties vastgesteld. De meeste complicaties waren minimaal en konden efficiënt behandeld worden met AB. Er werd geen vermindering van wondinfecties vastgesteld bij gebruik van zuurstofwater, noch bij gebruik van de Chloorhexedine patch.
Hier stelt men voor om geen extra wondzorg toe te passen buiten het gebruik van droge steriele compressen.
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
5
Geen verschil tussen dagelijks en wekelijkse wondzorg van pinnen • Onderzoek : is er een correlatie tussen de frequentie van wondzorg en de ernst van wondinfecties? (dagelijks of wekelijks). • 50 patiënten werden ofwel dagelijks (27) ofwel wekelijks (23) pinzorg. De Pinnen , de pijn gebruik van AB en analgetic werden wekelijks geevalueerd. Er werden bacteriele kulturen genomen van alle insteekpunten op week 1,6 en 10en bij verwijdering. • Resultaat : geen verschil tussen beide groepen. Graad I infectie (Checketts-Otterburns classification) rond 11% en graad II infectie rond 4%. 70% van de kulturen waren negatief Meest frequente bacterie was coagulase negative staphylococcus en corynebacterium. Antibiotica werd Resultaat Wondzorg één maal per week blijkt voldoende.
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
1994: onderzoek naar gecoate pinnen met zilver en ongecoate. • 36 gecoate pinnen en 12 ongecoate werden geïnfecteerd met Staphylococcus Aureus, bij schapen. • Resultaat: 84% van de ongecoate pinnen waren geïnfecteerd 62% van de gecoate waren geïnfecteerd Minder infecties bij de gecoate, en minder loslating
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
6
Wat is het effect van pinnen met zilvercoating? (2006) • 19 patiënten werden behandeld op deze manier (wat kleine groep voor studie)
Resultaat: er werden geen verschillen vastgesteld tussen beide groepen.
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
Kan men het aantal infecties verminderen door de pinnen te coaten met hydroxyapatite/Chlorhexidine complex (2001) • 12 Geiten (½ met en ½ zonder gecoate pinnen) , dagelijkse controle van de insteekpunten. Op dag 14 werden de geiten afgemaakt en gecontroleerd • Resultaat: Bij de pinnen zonder coating : 100% infectie Bij de gecoate : 4,2 % geïnfecteerd, 2,5% Colonisatie, 83,3% geen groei Hier werd vastgesteld dat gecoate pinnen minder infecties creëerden. 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
7
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
8
Conclusies? • Droog ----- Droog houden • Vochtig -----vocht opvangen (schuimverbanden of alginaten of hydrofibers, …… ?) • Tekenen van infectie : AB middel Zilver, Jodium, honing of suiker, Chloorhexedine? • Voorkom bijkomende problemen • Baseer je op het TIME concept 25/02/2007
G. Vanwalleghem H.-Hart ziekenhuis Roeselare Menen vzw
9