Compilatie verkiezingsprogramma s 2011 Provincie Utrecht

Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011 Provincie Utrecht

Colofon “Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011” is een uitgave van de Statengriffie van de Provincie Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht www.provincie-utrecht.nl meer exemplaren kunt u bestellen bij: Mw. Marie Louise Engelsman telefoon: 030-2582351 email: [email protected] [MMC 13344]

Verkiezingen Provinciale Staten 2 maart 2011

Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011-2015

Provincie Utrecht

Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011

Pagina 2

Inhoudsopgave

Leeswijzer ............................................................................................................................................... 4 Samenvattingen ....................................................................................................................................... 5 Christen Democratisch Appèl (CDA) ................................................................................................. 5 VVD .................................................................................................................................................. 10 Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) .......................................................................................................... 13 SP (Socialistische Partij) ................................................................................................................... 16 GroenLinks........................................................................................................................................ 21 ChristenUnie...................................................................................................................................... 25 Democraten 66 (D66)........................................................................................................................ 29 Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) .......................................................................................... 35 Partij voor de Dieren ......................................................................................................................... 40 Mooi Utrecht ..................................................................................................................................... 44 PVV (Partij voor de Vrijheid) ........................................................................................................... 47 50PLUS ............................................................................................................................................. 50 Platform Lokale Partijen Utrecht (PLU) ........................................................................................... 51 Kandidatenlijsten................................................................................................................................... 55 Christen Democratisch Appèl (CDA) ............................................................................................... 55 VVD .................................................................................................................................................. 57 Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) .......................................................................................................... 58 SP (Socialistische Partij) ................................................................................................................... 59 GroenLinks........................................................................................................................................ 61 ChristenUnie...................................................................................................................................... 62 Democraten 66 (D66)........................................................................................................................ 63 Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) .......................................................................................... 65 Partij voor de Dieren ......................................................................................................................... 66 Mooi Utrecht ..................................................................................................................................... 67 PVV (Partij voor de Vrijheid) ........................................................................................................... 68 50PLUS ............................................................................................................................................. 69 Platform Lokale Partijen Utrecht (PLU) ........................................................................................... 70


Pagina 3

Leeswijzer Voor u ligt een compilatie van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen, die mee doen aan de verkiezingen van Provinciale Staten op 2 maart 2011. In dit boekwerk worden de partijprogramma’s op hoofdlijnen met elkaar vergeleken. Het is bedoeld voor praktisch nut als u snel en helder een overzicht van de verschillende partijen over een bepaald onderwerp zoekt. Handig te gebruiken voor bijvoorbeeld politici, ambtenaren, journalisten en burgers. Er doen dertien politieke partijen mee aan de verkiezingen. Dat zijn: CDA, VVD, PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren, Mooi Utrecht, en de nieuwkomers, Partij voor de Vrijheid, Platform Lokale Partijen Utrecht en 50PLUS. Deze compilatie is op dezelfde manier ingedeeld als de programmabegroting van de Provincie Utrecht. De indeling ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Ruimtelijke ontwikkeling Landelijk gebied Wonen en stedelijke vernieuwing Duurzaamheid en milieu Water Economische Zaken en recreatie Mobiliteit Samenleving, cultuur en sport Jeugd, onderwijs en zorg Bestuur en middelen

De meeste verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen houden deze indeling niet aan. Hierdoor zijn de verschillende onderwerpen – met behoud van inhoud – toegedeeld aan de bovenstaande onderverdeling. Deze compilatie komt daarom niet in de plaats van de integrale verkiezingsprogramma’s. Beschouwt u het als een gebruiksvriendelijk naslagwerk. Het concept van deze compilatie is aan de politieke partijen ter beoordeling voorgelegd. De reacties die daarop kwamen zijn verwerkt en hebben bijgedragen aan deze definitieve versie. Zoals gezegd gaat het om een vergelijking van partijen op hoofdlijnen. Voor details op de standpunten is het altijd verstandig de integrale verkiezingsprogramma’s te raadplegen. De verkiezingsprogramma’s vindt u op de websites van de politieke partijen. Meer informatie hierover of voor contactgegevens van de partijen kijkt u op www.stem2maart.nl

Statengriffie Utrecht Januari 2011


Pagina 4

Samenvattingen Christen Democratisch Appèl (CDA) 1. Ruimtelijke Ontwikkeling  de grote ruimtevragen vragen om keuzes en investeringen in relatie tot duurzaam ruimtegebruik en een kritisch omgaan met grote ruimtevragende ontwikkelingen  gunstig economische vestigingsklimaat behouden  steun voor aanleg van natuur- en recreatiegebieden  rem zetten op grootschalige uitbreidingslocaties  eerst huidige plannen afmaken en daarbij het rode contourenbeleid van de provinciale structuurvisie 2005-2015 op hoofdlijnen vasthouden  zorgvuldig contourenbeleid hanteren in de nieuw op te stellen structuurvisie, waarbij de lange termijn bevolkingsprognoses leidend zijn  niet bouwen voor leegstand  voorwaarde bij stedelijke ontwikkeling is de nabijheid van groen en recreatie  regierol op het gebied van bedrijventerreinen met als sleutelbegrippen: duurzaamheid en goed beheer  bestaande bedrijventerreinen door middel van herontwikkeling beter benutten  eentonige blokkendozen langs snelwegen zo veel mogelijk voorkomen  eigenaar van verlaten gebouw bij verlenen nieuwe vergunning toetsen op actieve inspanning om verlaten gebouw nieuwe invulling te geven  gemeenten ondersteunen met complexe RO-opgave 2. Landelijk gebied  de landbouw is van groot economisch belang en onlosmakelijk verbonden met het Utrechtse landschap en de natuur  agrarische ondernemers ruimte geven zich economisch en maatschappelijk verantwoord verder te ontwikkelen  geld vrijmaken om verduurzaming van de landbouwsector te stimuleren in samenwerking met ketenpartijen  vermarkten van duurzame producten uit eigen streek en de afzet aan de consument stimuleren  bevorderen dat de agrariërs voor een concurrerende prijs kunnen produceren  behoud en versterking van het Groene Hart in samenwerking met de provincies Noord- en Zuid-Holland  accent voor natuurontwikkeling, recreatie en landschapsontwikkeling op de bijzondere te behouden nationale landschappen  flexibeler omgaan met de ligging van het bebouwd gedeelte op een bedrijf, waardoor de (agrarische) ondernemers extra groeimogelijkheden krijgen  verbeteren landbouwstructuur door een actief gebiedsgerichte aanpak bij het aankopen van agrarische gronden voor de landbouw, en om huiskavels te vergroten voor een effectieve bedrijfsvoering  bepaalde agrarische bedrijven aparte status geven, waarbij dezelfde milieucriteria gelden als die voor het (vroegere) agrarische bedrijf  meer ruimte voor “ruimte voor ruimte”: hervormen van oude bebouwing aan de rand van een dorp moet mogelijk zijn, omvormen van leegstaande stallen in het buitengebied tot mooie plattelandswoningen of kleine bedrijven  bij realiseren EHS een groter accent op kwaliteit dan op kwantiteit  bij de beperkte middelen voorkeur voor kwalitatief goed beheer van huidige terreinen (en daar de doelen realiseren) dan aankoop van nieuwe gebieden


Pagina 5

   

herijking EHS in 2011 gericht op het verkrijgen van duidelijkheid over de omvang EHS, schaduwwerking voor gebieden, waarvan bekend is dat deze buiten de invloedsfeer van de EHS vallen, is ongewenst stimuleren van ondernemerschap in de EHS: particulier natuurbeheer, grondmobiliteit, de inrichting van een grondbank en de structuurverbetering van de landbouw zijn daarvoor belangrijke middelen om de multifunctionele EHS te realiseren nieuwe vormen van ondernemen stimuleren om diverse recreatiemogelijkheden op het land van grondeigenaren mogelijk te maken ILG budget inzetten om gebiedsgericht agrariërs, landgoedeigenaren en particuliere grondeigenaren te stimuleren natuurgericht te ondernemen

3. Wonen en Stedelijke Vernieuwing  uitgangspunt van beleid zijn goede en voldoende woon-, zorgen sociale voorzieningen  voldoende koopwoningen garanderen meer verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving en een grotere leefbaarheid.  kiezen voor het stimuleren van binnenstedelijke uitbreidingen / herstructurering in zowel de grote, als in de kleine steden  aandacht voor samenhang tussen ruimtelijke ordening, zorg, welzijn en verkeer en vervoer  behoud en versterken leefbaarheid in kleine gemeenten gelden als criterium bij de beoordeling van uitbreidingsplannen  handhaving van bestaande mogelijkheden in de kleine kernen om voorrangsregels bij koop- en huurwoningen te hanteren voor inwoners (bijv. jongeren) met een sterke binding aan het dorp. Dit vergroot de leefbaarheid en sociale samenhang in die kernen  ter bevordering van de sociale cohesie, de ontwikkeling van woningbouw hand in hand laten gaan met de ontwikkeling van (sociale) voorzieningen  eigenaren van kantoorpanden uitdagen om in gevallen van leegstand tijdelijke bewoning te realiseren, bijv. voor studenten 4. Duurzaamheid en Milieu  steun voor ambitie om als provincie in 2040 klimaatbestendig en klimaatneutraal te zijn, daarvoor benodigde investeringen stimuleren, o.a. door via het vergunningenstelsel en waar nodig en mogelijk door het geven van (financiële) garanties  in de periode 2011 - 2015 minimaal verdubbeling van het huidige aantal aardgas- en biogasstations en oplaadpunten voor elektrisch rijden realiseren  steun geven aan initiatieven van waterschappen om te komen tot energiefabrieken en van gemeenten bij het mogelijk maken en/of tot stand brengen van Warmte Koude Opslaginstallaties  doorgaan met de provinciale energiescans voor bedrijven  steun voor stimuleringsbeleid gericht op verwijderen asbest  discussie Utrecht 2040 benutten voor lange termijn visie op de Utrechtse Regio  samen met partners werken aan een duurzame toekomst 5. Water  innovatieve oplossingen stimuleren om de bodemdaling te minimaliseren  vernieuwing bestuurlijke constellatie en meer samenwerking in de waterketen  waterschappen stimuleren de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te behalen 6. Economische zaken en recreatie  aanjagen en faciliteren vernieuwing economie  investeren in kennis, innovatie en doorontwikkeling met als speerpunten life-science, gezondheidszorg, gamingindustrie, duurzaamheid, bouw en zakelijke dienstverlening  samenwerking blijvend bevorderen tussen bedrijfsleven en kennis- en scholingsinstellingen (ROC, Hogeschool, Universiteit, Kamer van Koophandel)


Pagina 6

 

vergelijkbare inzet met gemeenten leveren voor de recreatieschappen uit oogpunt algemeen belang versterking van de recreatieve structuur door in te zetten op stad- landverbindingen en het opwaarderen van locaties voor intensieve recreatie.

7. Mobiliteit  mobiliteit faciliteren met inachtneming van de ruimte en beperkingen die dat ruimtelijk vraagt  mogelijke vervoersalternatieven voor bijvoorbeeld de auto waar mogelijk stimuleren  eerst alle mogelijkheden benutten die er zijn om de bereikbaarheid te verbeteren, voordat ingezet wordt op nieuw aan te leggen infrastructuur  inpassing leefbaarheid voor inwoners bij aanleg nieuwe wegen zo veel mogelijk waarborgen  snelle aanleg van de Ring rondom Utrecht, de Driehoek bij Hoevelaken en de Noordelijke Randweg Utrecht (NRU) realiseren  aanpak knooppunt Hoevelaken voortvarend ter hand nemen  inzetten voor snelle OV-verbindingen tussen Utrecht en omliggende gemeenten  hogere frequentie streekvervoer  onderzoek naar mogelijkheid van een sneltramverbinding van Utrecht Centraal naar de Uithof  hoge prioriteit geven aan verlichting bij de bestaande fietspaden langs provinciale wegen  aanleg veilige en comfortabele fietspaden om het woon - werkverkeer per fiets te stimuleren evenals de aanleg van provinciale ‘fietssnelwegen’  steun voor een overkluizing over de A27 bij Amelisweerd en een Landschapstunnel bij de Noordelijke Randweg Utrecht (NRU)  ondersteuning van initiatieven van gemeenten om overlast van snelwegen en openbaar vervoer voor hun inwoners te beperken en terug te dringen (voorbeeld voorgenomen verbreding van de rijksweg A27 in de gemeenten Hilversum en De Bilt)  geen hoofdverkeersweg door Leidsche Rijn, maar wel een goede landschappelijk ingepaste ontsluiting naar de A2 en A12  meer aandacht om doorgaand verkeer in woongebieden en dorpskernen te beperken  stimuleren van Openbaar Vervoer (waaronder regiobussen of regiotaxi) in de kleine kernen  havens realiseren bij Lage Weide en Het Klooster. Onderzoek naar mogelijkheden bij Remmerden bij Rhenen, de Langshaven in Wijk bij Duurstede en het Eemgebied in Amersfoort  kleinere havens in (water) gemeenten beter toegankelijk maken  duurzaam transport over water stimuleren  eerst ontsluiten en dan bouwen bij grootschalige woningbouw projecten  het laten inrichten van rotondes op provinciale wegen door gemeenten mits onderhoud en verkeersveiligheid zijn geborgd  samen optrekken met de provincie Gelderland in de lobby voor een brug over de Rijn  samen met de betrokken gemeenten werken aan een adequate verkeersoplossing rond Rhenen  meewerken aan onderzoek en realisatie railverbinding Utrecht Breda, met halten in onder meer in Nieuwegein en Vianen  openstelling busbaan op de provinciale weg van Wijk bij Duurstede naar Bunnik voor vrachtwagens (zoals bij Nieuwegein richting A12) 8. Samenleving: sport en cultuur  sport - als geen kerntaak van de provincie - behoeft echter in een aantal gevallen ondersteuning van gemeenten, indien sprake is van een bovenlokaal belang  behoud samenwerking met Sport Service Midden Nederland (SSMN).  waar nodig samenwerking tussen de zeven regionale bibliotheken verder versterken.  voortzetten verdere ontsluiting en behoud van de Nieuwe Hollandse Waterlinie  initiatieven steunen die cultuurhistorie en recreatie met elkaar versterken  cultuurhistorie dichter bij inwoners brengen (voorbeeld stichting Zimihc)


Pagina 7

     

initiatieven daartoe krijgen de steun van de provincie. Goede voorbeelden daarbij zijn onder meer: een fietsbrug bij de Plofsluis in Nieuwegein en een fietspont bij Rhenen inzetten voor het zichtbaar maken van de Grebbelinie de Limes, de oud Romeinse grens, meer gezicht geven cultuurlandschap met historische elementen behouden provinciale fonds erfgoedparels ook de komende jaren behouden steun voor de viering van Vrede van Utrecht en kandidatuur om culturele hoofdstad van Europa te worden

9. Jeugd, onderwijs en zorg  bevorderen van Eigen Kracht Conferentie (EKC)  overdracht van de jeugdzorg op passende wijze aan de gemeenten in nauwe samenwerking met Bureau Jeugdzorg (BJZ) plaats laten vinden  twee maal per jaar rapportage van het verloop van de overdracht aan de Staten met als belangrijk onderdeel het makkelijker worden van de toegang tot zorg  krachtige steun voor de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg (BJZ, provincie) en Centrum voor Jeugd en Gezin (9 CJG, gemeente)  samenwerking met gemeenten en instellingen bevorderen in het belang van bij de op preventie gerichte aanpak, vroegsignalering en het voorkomen van dubbele indicatiestelling  versnelling van de door- en uitstroom van cliënten in de jeugdzorg  vermindering van de provinciale administratieve lastendruk voor hulpverleners  verbetering van de communicatie tussen Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en andere betrokkenen  steun voor kenniscentra in de provincie Utrecht ondersteunen, waarbij samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en bedrijfsleven voorop moet staan  verdere ontwikkeling van aanwezige kernkwaliteiten op het gebied van voedseltechnologie en gezondheid  overleg tussen onderwijsinstellingen (VMBO’s, ROC’s en unieke vakscholen op MBOniveau) faciliteren en vormen van samenwerking bevorderen in het belang van goed vakonderwijs  streven naar versterking van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven gericht op vermindering van de jeugdwerkloosheid  bij aanbestedingen streven naar het stellen van voorwaarden dat jeugdige werklozen in dienst worden genomen of een stageplek worden geboden  maatschappelijke stages stimuleren en aansluiten bij de bestaande leerwerkloketten en andere initiatieven. De provincie schept ook zelf mogelijkheden voor maatschappelijke stages  ter bevordering van een groter en gevarieerder aanbod van woningen met welzijn en zorg heeft de provincie een taak als stimulator, verbinder en kennisbank, met als doel dat de mensen die zorg nodig hebben zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen  de provincie heeft een ondersteunende functie vanuit de Wmo en biedt daarom een faciliterende, ondersteunende en verbindende rol tussen gemeenten.  de provincie stimuleert en ondersteunt vrijwilligerswerk in de vorm van kennisbevordering, bijvoorbeeld via Sportservice Midden Nederland (SSMN)  de provincie stelt een Provinciale Vrijwilligersprijs in bedoeld voor organisaties die op een buitengewone, aansprekende en succesvolle manier met vrijwilligers werken  de provincie investeert in betere samenwerking tussen bestaande patiënten- cliënten- en consumentenorganisaties binnen de provincie 10. Bestuur, Europa en Middelen  verdergaande samenwerking tussen provincie, gemeenten, waterschappen en veiligheidsregio’s levert een ingrijpende bezuiniging op, die ook nodig is om de te verwachten korting op het Provinciefonds op te kunnen vangen  focus op de kerntaken als ruimte, economie, mobiliteit, natuur en cultuurhistorie


Pagina 8

                 

regels die onder de provinciale verantwoordelijkheid vallen streng handhaven bezuinigingen bereiken door een verdere integratie met andere bestuurlijke gremia het Rijk dient regionale taken te delegeren; op deze delegatie zal de provincie zich moeten voorbereiden vermindering van de bestuurlijke drukte door zo mogelijk per probleem één bestuurslaag verantwoordelijkheid te geven en doorzettingsmacht toe te kennen in alle andere gevallen voortaan nog maar twee bestuurslagen op een bepaald dossier laten beslissen indien de regering met voorstellen komt over opschaling binnen de Randstad focust het CDA op samenwerking met partners in de Noordvleugel op het terrein van kennisontwikkeling zijn de kenniscentra in Leiden, Amsterdam en Wageningen de natuurlijke en aantrekkelijke partners voor onze Universiteit en hoge scholen, ook met Gelderland liggen op dat vlak belangrijke ontwikkelmogelijkheden optimale benutting van subsidiemogelijkheden die Europa biedt actief aansluiting zoeken bij het beleid van het Comité van de Regio’s om als topregio een voorloperfunctie te kunnen vervullen het CDA is tegen gemeentelijke herindeling, tenzij de gemeenten daar zelf toe besluiten, dan wel indien zich concrete structurele bestuurlijke of financiële knelpunten voordoen die niet anders dan door herindeling zijn op te lossen indien gemeenten onvoldoende in staat blijken tot een unaniem voorstel te komen aan de minister, heeft de provincie een actieve rol om tot een structurele en breed gedragen oplossing te komen plek voor de ambities van zowel de twee grote steden, als voor de bijzondere gebiedsfunctie van de kleinere steden in de komende jaren niet onttrekken aan ingrijpende maatregelen om de financiën op orde te houden, rekening daarvan niet doorschuiven naar het nageslacht en verleggen naar de mensen die juist ondersteuning van de overheid nodig hebben lasten niet of nauwelijks verhogen een sluitende (meerjaren) begroting is uitgangspunt verkleining van de totale ambtelijke organisatie in samenhang met de focus op kerntaken i.c. een krimpend takenpakket plan maken welke deskundigheden en vaardigheden nodig zijn binnen het ambtelijk apparaat vergroting slagvaardigheid van ambtelijk apparaat door trainingen en herplaatsing zodat ook minder externe inhuur nodig is


Pagina 9

VVD 1. Ruimtelijke Ontwikkeling  Kwaliteit gaat boven kwantiteit waar het gaat om wonen, werken, recreëren en natuurontwikkeling.  De ruimtelijke kernwaarden worden vastgelegd in de provinciale structuurvisie, en toegepast met enige flexibiliteit.  De leefbaarheid van kleine kernen in de provincie is één van die belangrijke kernwaarden.  Ruimtelijke ontwikkeling blijft maatwerk.  Een actieve houding van de provincie is vereist als het gaat om het provinciaal belang.  De provincie dient de gemeentelijke invulling binnen de contour (rood en groen) te respecteren.  Negatieve effecten op bereikbaarheid zijn ongewenst. 2. Landelijke gebied  Boerengroen is ook groen.  Boerenbedrijven moeten in staat zijn hun werk voort te zetten, ook op concurrerende en efficiënte wijze.  Beperkingen aan boeren alleen omwille van volksgezondheid.  De natuur die er is moet op de lange termijn worden gemaakt tot een groot aansluitend netwerk, met grote biodiversiteit. Bij realisatie hiervan moeten boeren betrokken worden.  EHS doelen moeten in lijn zijn met de Rijksfinanciën.  Leefbaarheid voor de mensen gaat boven de aanleg van ecoducten.  Ruimte voor landelijk wonen. 3. Wonen en stedelijke vernieuwing  Op het gebied van woningbouw heeft de provincie met haar ruimtelijk beleid zorg te dragen voor een goede spreiding van de aantallen, passend bij de behoefte en capaciteit van de verschillende regio’s binnen de provincie.  Ruimtelijke plannen dienen zodanig te zijn, dat woningbouw plaatsvindt in gebieden die de minste risico’s voor overstroming hebben. 4. Duurzaamheid en milieu  Geen aanvullende provinciale regelgeving bovenop de regels van het Rijk en/of Europa. Wel strikte naleving van deze regelgeving.  Geen verstikkende milieuregels.  Verbetering van de luchtkwaliteit, door zuinige voertuigen in eigen wagenpark, maar ook toe te zien op zuinige voertuigen bij het openbaar vervoer.  Creëren van kansen voor duurzame energie voor burgers en bedrijven.  Terughoudend met toestaan van grote windturbines. Wel meer mogelijkheden creëren voor zonne-energie, koude-warmte opslag, warmtekrachtkoppeling en biovergisting. 5. Water  Inzetten op meervoudig ruimtegebruik, zoals het combineren van waterberging, natuur, recreatie, wonen en werken.  Onze prioriteit ligt bij waterveiligheid, dus de dijken en de waterkeringen.  Waterkwaliteit moet voldoen aan Europese kaderrichtlijnen, geen aanvullende normen.  De waterschappen geven uitvoering aan de waterveiligheid, -kwantiteit en -kwaliteit. De provincie geeft de kaders aan en houdt toezicht op de uitvoering.  De waterschappen dienen zich te beperken tot deze kerntaken en dit tegen zo laag mogelijke kosten en dus heffingen.


Pagina 10

6. Economische zaken en recreatie (toerisme)  Ruimte voor hoogwaardige bedrijvigheid. Stimuleringsprojecten beperken tot die sectoren met een aantrekkende functie voor de overige sectoren van de provinciale economie, zoals creatieve bedrijvigheid, life science en duurzaamheid.  Inzetten op het behoud en het aantrekken van kennisintensieve bedrijven.  Bedrijven staan aan de basis van innovatie.  Primair inzetten op het aantrekken en behouden van internationale bedrijven.  Kwaliteitsverbetering en (her)gebruik van bestaande bedrijventerreinen zijn de eerste prioriteit.  Ruimte geven aan recreatie, inzetten op meer mogelijkheden tot recreatief gebruik voor onze inwoners en bezoekers passend bij het gebied.  Afbouwen van subsidiering toeristische promotionele acties en omzetten in een gebiedsgerichte aanpak; 7. Mobiliteit  Plannen tot verbreding van de A1, A12, A27 en A28 tot besluitvorming brengen als provincie als medebevoegd gezag.  Aansluiting van de A30 op de A15 en doortrekking naar Flevoland is gewenst.  Capaciteitsuitbreiding van de wegen.  Sluitend regionaal openbaar vervoer netwerk van bus, trein en tram.  Capaciteitsuitbreiding en frequentieverhoging op Randstadspoor.  Bereikbaarheid van economische kerngebieden heeft prioriteit.  Geen initiatieven met rekeningrijden in de provincie Utrecht.  Richting het Rijk inzetten op een railverbinding Almere-Utrecht-Breda.  Ontwikkelen van binnenhavens bij Nieuwegein, Amersfoort en Utrecht. 8. Samenleving, cultuur en sport  Subsidiering kunsten en cultuurparticipatie overlaten aan gemeenten.  Inzetten op culturele parels van de provincie, zoals bijv. kastelen, landgoederen en fortificaties.  Behouden en openstellen voor het publiek van het culturele erfgoed.  Subsidies van de provincie moeten een projectmatig karakter hebben en dienen bij te dragen aan duurzame verbeteringen.  Beperking provinciale bijdrage aan de regionale omroep.  Olympische Spelen 2028 als impuls voor ruimtelijke ontwikkeling

9. Jeugd, onderwijs en zorg  Welzijn en Jeugdzorg overlaten aan de gemeenten.  De provinciale inzet op de zorg beperken tot het wettelijk minimum waartoe de provincie gehouden is.  Minder bureaucratie in de Jeugdzorg.  Goede overdracht aan gemeenten van Jeugdzorg, zodat er geen hinder is voor betrokkenen. 10. Bestuur en middelen Bestuur  Minder regels, snellere besluitvorming.  Kleine, slagvaardige organisatie, minder ambtenaren.  Minder bestuurlijke drukte. De VVD gaat uit van drie bestuurslagen; Rijk, provincies en gemeenten. De overige bestuursinstellingen, zoals bijv. het BRU (Bestuur Regio Utrecht) kunnen worden opgeheven.  De provincie moet een visie ontwikkelen van de gewenste omvang en logische samenhang van gemeenten. Bij eventuele toekomstige herindelingen moet deze visie leidend zijn.


Pagina 11

 

Opschaling Provincie Utrecht bespreekbaar, mits overige bestuursinstellingen opgeheven zijn en plannen voor nieuwe instellingen van de baan zijn. Pro-actieve houding ten op zichte van Europa.

Middelen  Geen provinciale belastingverhogingen. Houd lasten laag.  Begrotingen van de provincie moeten sluitend zijn.  Ombuigen en bezuinigen betekent dus duidelijke keuzes maken.  Mobiliteit en economie moeten bij bezuinigingen worden ontzien. Veiligheid  Veiligheidstoets bij plannen van gemeenten.  Verkeersveiligheid is leidend bij aanleg en beheer van wegen.  Voldoende capaciteit voor bestrijding van gladheid, bos- en heidebranden.  Inzet op behoud koppositie veiligheid in het openbaar vervoer.  Voldoende bescherming tegen natte voeten. Veilige dijken en waterkeringen.


Pagina 12

Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) 1. Ruimtelijke ontwikkeling:  verdelen van ruimte is één van de belangrijkste taken van de provincie  beleid moet zijn gericht op rechtvaardigheid en duurzaamheid  openhouden van het Groene Hart  recreatieve toegankelijkheid daarvan versterken  ruimtelijke ordening moet zijn gericht op de toekomst  veranderende bevolkingssamenstelling en klimaatcrisis zijn bepalende factoren  samen met de gemeenten nagaan of de komende 30 jaar sprake is van krimp van de bevolking en van de bedrijvigheid, zodat ruimte vrijkomt  bundelen van bedrijventerreinen met een betere aansluiting op het openbaar vervoer 2.

Landelijk gebied  behoud en versterking van natuur en recreatie rondom de stad (vooral rond Utrecht en Amersfoort)  afronding van de verbindingszones tussen natuurgebieden, zonodig na 2018  aanpak van verrommeling rond de steden; provincie ondersteunt daarbij gemeenten  samenwerken met gemeenten aan hoogwaardige recreatiegebieden  vrij toegankelijke en makkelijk bereikbare gebieden per fiets en openbaar vervoer  behoud spilfunctie bij realiseren EHS  voortgaan met realisering van EHS, ondanks moeizamere financiering  geplande ecoducten bij Leusden en Maarn aanleggen  Utrechtse Heuvelrug en Arkemheen-Eemland op elkaar aansluiten  Randmeren daarbij betrekken  megastallen worden afgewezen  de PvdA is voorstander van verantwoord agrarisch ondernemen en van agrarisch natuurbeheer  het beperken van onzekerheid van boeren bij afronding EHS  versnipperde stukjes landbouwgrond natuur- of recreatiebestemming geven  natuurvriendelijker produceren, beperking natuurbelasting waarmee ook het dierenwelzijn is gediend.

3.

Wonen en stedelijke vernieuwing  versnelling van woningbouwplannen  bereidheid provincie financieel bij te springen  woningtekort terugdringen  voortzetting van het Fonds Stedelijk Bouwen en Wonen  bouwen binnen de steden en dorpen  duurzame en leeftijdsbestendige nieuwbouw- en renovatie  herbestemming van bedrijfspanden  betaalbare woningen in elk nieuwbouwplan

4. Duurzaamheid en milieu  de provincie heeft een bewustmakende en stimulerende rol bij duurzaamheid  de provincie moet het goede voorbeeld geven  streven moet gericht zijn op een klimaatneutrale provincie Utrecht  per saldo betekent dit dat de activiteiten geen negatieve effecten op het milieu mogen hebben  honderd bedrijven moeten in de komende vier jaar worden uitgedaagd tot een klimaatneutrale bedrijfsvoering  beperking luchtkwaliteit en geluidhinder van snelwegen is bittere noodzaak, vooral rond de stad Utrecht


Pagina 13

     5.

elektrisch aangedreven vervoer wordt gestimuleerd alsmede duurzame energiewinning geen medewerking aan nieuwe energiewinning door kolen, olie of kernenergie besparing energie in bestaande woningen stimuleren en gemeenten daarbij ondersteunen beleid gericht op stimuleren hergebruik afvalstoffen van bedrijven concrete stappen zetten voor bereiken ambitie

Water  de provincie moet samenwerken met de waterschappen  de kwaliteit van het grondwater vraagt een actieve rol van de provincie Utrecht  onteigenen en het vervolgens wijzigen van de bestemming is daarbij onvermijdelijk  een slimmer grondgebruik is nodig voor tegengaan verdroging  de PvdA is tegen een nog dieper boren naar grondwater  aanpak vervuiling oppervlaktewater aan de bron met als principe “de vervuiler betaalt”  structurele financiering Provinciaal Waterplan  bescherming grondwater en robuuste watersystemen

6. Economische Zaken en Recreatie  stimuleren van vernieuwende bedrijven die voort kunnen bouwen op het onderwijsaanbod  ondersteunen van zelfstandigen (ZZP’ers) en kleinschalige startende bedrijven  speciale aandacht voor de werkgelegenheid van minder hoog opgeleiden  bij aanbestedingen eisen dat stageplekken voor jongeren worden aangeboden  stimuleren dat ondernemingen, wetenschap en cultuur bijeen komen  herinrichting van bedrijfsterreinen; intensiever gebruik van de ruimte  geen onnodige beperkingen voor ondernemen in woonwijken  voorwaarden scheppen voor een goed vestigingsklimaat en economische sectoren gericht ondersteunen 7. Mobiliteit:  één vervoers- of infrastructuurautoriteit voor Utrecht  mobiliteit belast milieu en landschap; daarom kiest de PvdA voor beperking van automobiliteit, voor milieuvriendelijk vervoer en voor benutting van bestaande infrastructuur  meer treinen en bussen per uur;  een goede aansluiting van bussen vanuit dorpskernen op treinen  verbetering van Hoogwaardig Openbaar Vervoer en aanleg tramlijnen  een snelle railverbinding tussen Utrecht/Amersfoort en Almere  aandacht voor betaalbaarheid van het openbaar vervoer  capaciteitsvergroting door intensiever en creatieve gebruik van de wegen  geen nieuwe doorsnijdingen van de natuur voor autowegen  alleen verbreding van snelwegen als de leefomgeving ook verbeterd wordt  niet het bezit van de auto belasten, maar het aantal gereden kilometers  een provinciaal stimuleringsplan voor de elektrische fiets  uitbreiding van de fietspaden voor woon-werkverkeer 8. Samenleving, cultuur en sport:  cultuur is belangrijk voor de samenleving en moet bereikbaar zijn voor iedereen  de provincie heeft een taak op het gebied van cultureel erfgoed, bibliotheken en regionale omroep  culturele initiatieven op regionaal niveau ondersteunen  breedtesport voor jongeren ondersteunen  jaarlijks een bijdrage geven aan één topsportevenement of één regionale accommodatie 9. Jeugd, onderwijs en zorg:


Pagina 14

     

overdracht van jeugdzorg aan de gemeenten die daarop zijn voorbereid voldoende financiën voor een goede start bij de gemeenten ondersteuning van gemeenten, ook na overdracht geen wachtlijsten in de jeugdzorg één gezin, één plan verbetering toegankelijkheid jeugdzorg voor allochtone gezinnen

10. Bestuur en middelen  overheidstaken dicht bij de burger laten uitvoeren  de provincie moet op verzoek coördineren  provinciale schaalvergroting richting Noord-Holland en Flevoland  een provincie die open staat voor andere taakverdelingen  Europa als een aandachtsveld voor de Provincie Utrecht  geen luxe Provinciehuis en geen dure buitenlandse reizen  bij structurele bezuinigingen de “Agenda Vitaal Platteland”, het programma “Jeugd, onderwijs en zorg” en sportstimulering voor jongeren ontzien  bezuinigingen mogen niet leiden tot nieuwe wachtlijsten in jeugdzorg  investeren in binnenstedelijk bouwen, duurzaamheid, openbaar vervoer, natuur en recreatie  beheerste stijging van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting is mogelijk


Pagina 15

SP (Socialistische Partij) 1. Ruimtelijke ontwikkeling  de schaarse groene ruimte (het gebied buiten de rode contouren) wordt niet verder aangetast, dan wel gecompenseerd als om zwaarwegende redenen toch buiten de contour gebouwd wordt  schaarse ruimte niet meer beschikbaar stellen voor nieuwe kantoorgebouwen  geen nieuwe ruimte voor nieuwe bedrijventerreinen, maar opknappen en hergebruiken van bestaande bedrijventerreinen  meervoudig ruimtegebruik stimuleren 2. Landelijk gebied  de inspanningen om de EHS te voltooien worden verhoogd, aankoop van land voor belangrijke verbindingen voor de EHS worden voortgezet, ondanks het nieuwe kabinetsbeleid; ecoducten worden sober, maar adequaat uitgevoerd;  geen verkoop van natuur van Staatsbosbeheer aan privébezitters  natuurontwikkeling niet uit woningbouw financieren; huizen bouw je niet om geld te verdienen  geen aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande golfbanen  middelen van het Fonds Aankoop Natuurterreinen worden structureel verhoogd  Utrechts Landschap behoudt basissubsidie en houdt zich bezig met landschapsbescherming en niet met de ontwikkeling van landgoederen  megastallen zijn niet welkom in de provincie Utrecht  de boeren wordt het makkelijker en financieel aantrekkelijker gemaakt om te helpen met landschapsbeheer  in gebieden grenzend aan de EHS wordt waar mogelijk ruimte voor duurzame en biologische landbouw gemaakt. Intensieve landbouw wordt niet toegestaan rond de EHS  glastuinbouw wordt verplaatst naar bedrijventerreinen  werk wordt gemaakt van streekproducten, te beginnen met de provinciale kantine en diners  de oprichting van coöperatieve veilingbedrijven wordt gesteund voor het behoud van kleine landbouwbedrijven en het uitbreiden van de markt voor streekproducten  plezierjacht is onaanvaardbaar. Alleen vrijstelling aan professionele jagers bij onafhankelijk vastgestelde onevenredige schade en bij gebrek aan alternatieven. Dit geldt ook voor de muskusrattenbestrijding  zorgplicht voor (zwerf)dieren vorm geven door subsidiëring van dierenambulances en asielen

3. Wonen en stedelijke vernieuwing  gemeentelijk woningbouwbeleid beoordelen of wel voldoende gebouwd wordt voor groepen waarvoor een tekort is, zoals studenten en ouderen  medewerking van de provincie alleen aan bouwplannen waarbij minimaal 30 procent sociale woningen worden gebouwd  dure koopwoningen op de voormalige vliegbasis Soesterberg vervangen door sociale huurwoningen  zonodig gezinswoningen splitsen voor éénpersoonshuishoudens  wanneer toch bestaande kernen moeten worden uitgebreid dan duurzaam bouwen, langs goede ov-verbindingen en met voldoende voorzieningen  onder regie van de provincie wordt een regionaal grondbeleid ingesteld, zodat de betaalbaarheid van woningen en natuur verzekerd worden  gemeenten zouden meer mogelijkheden moeten krijgen voor onteigening en voorkeursrecht, waardoor projectontwikkelaars en speculanten de wind uit de zeilen wordt genomen 4. Duurzaamheid en milieu


Pagina 16

         

ingezet wordt op duurzame bedrijvigheid als groeimarkt voor de Utrechtse economie, onder andere in duurzame energie en recycling de ambities voor het opwekken van duurzame energie worden verhoogd de provincie stimuleert energiebesparing bij scholen, bedrijven en huishoudens asbestdaken worden met hoge prioriteit gesaneerd op nieuwe daken komen zonnepanelen of zonneboilers gewerkt moet worden aan een netwerk voor de opwekking en het gebruik van biogas uit mestvergisting. Met de waterschappen wordt samengewerkt voor de opwekking van energie uit de rioolzuiveringen de provincie gaat 100 procent duurzaam inkopen een inventarisatie van bodemverontreiningingen wordt gepubliceerd. Voorrang bij het saneren van verontreinigde grond wordt toegelicht. De vervuiler betaalt de eisen voor bestrijdingsmiddelen worden verscherpt. De provincie gebruikt bij eigen onderhoud enkel biologische producten hoogspanningsleidingen worden onder de grond gestopt waar deze gevaarlijk dicht langs bewoond gebied lopen

5. Water  bij nieuwbouw en vernieuwing van riolering een apart systeem aanleggen voor de lokale opslag en hergebruik van regenwater  schoon slib op de oever, vervuild slib ontzanden voordat het in een chemisch depot gestort wordt  natuurplassen niet langer verondiepen  diepe afgravingen niet met vervuild slib vullen  verdroging op de Heuvelrug bestrijden door waterwerken aan te leggen 6. Economische Zaken en recreatie  streep halen door oude economisch beleid, in plaats daarvan werken aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de economie, passend in de leefomgeving en met een arbeidsmarkt die aansluit bij de behoefte van de inwoners  beleid primair richten op behoud van werkgelegenheid, met name in de maakindustrie  geen megawinkelcentra en dergelijke toestaan in de provincie Utrecht  meer stageplaatsen creëren bij de provincie en door de provincie gefinancierde organisaties  provincie biedt zoveel mogelijk geschikt werk aan bij sociale werkvoorzieningen of mensen met een arbeidshandicap  zwemplassen gratis en goed toegankelijk voor iedereen maken  zwemplassen die niet volledig aan de milieu-eisen voldoen worden gesloten als de provincie met de eigenaar geen afspraken heeft kunnen maken over verbetering  plannen om campings om te bouwen tot luxe bungalowparken worden afgewezen  recreatieterreinen worden voor iedereen goed bereikbaar gemaakt  de provincie bewaakt en bevordert een behoorlijke infrastructuur voor wandelrecratie 7. Mobiliteit  meer snelwegen zijn geen oplossing voor fileleed  geen acceptatie van nieuwe wegen die de gezondheid van omwonenden bedreigt  strengere normen dan die in de wet op de geluidhinder hanteren  snelwegen worden niet doorgetrokken of aangelegd door natuurgebieden of woonwijken  plannen worden gesteund die het gebruik van de auto duurder maken en het bezit van de auto goedkoper maken  een actieplan wordt gemaakt voor de binnenvaart ter vermindering van het transport over de weg  autoverkeer meer bundelen door sluiproutes onaantrekkelijk te maken en toevoer tot de snelwegen te doseren, een en ander in combinatie met beter openbaar vervoer


Pagina 17

                  

stimuleren gebruik elektrische auto’s door aanleg oplaadpunten zorgen dat het openbaar vervoer een reëel alternatief wordt voor de auto buslijnen, die op zichzelf onrendabel zijn, behouden uit een belang van een goed netwerk van verbindingen investeren in nieuwe sneltramverbindingen en ontwikkelen van ov-verbindingen over water al het busvervoer binnen de provincie onder provinciale verantwoordelijkheid brengen en de uitvoering bij een enkel busbedrijf onderbrengen arbeidsomstandigheden van chauffeurs goed bewaken einde maken aan de openbare aanbesteding van het streekvervoer. Voorkeur voor een provinciaal busbedrijf (als dit wettelijk weer mogelijk zou zijn) stads- en streekvervoer buiten de spits gratis maken voor kinderen onder de 12 jaar en ouderen boven de 65 jaar alle woonkernen met 5.000 inwoners of meer verbinden met het spoornet via busdiensten of regiotaxi’s basismobiliteit garanderen: binnen bebouwde kom maximaal 500 meter van bushalte en buiten bebouwde kom 1.000 meter tot bushalte OV-verbinding Amersfoort, Leusden, Woudenberg en Veenendaal verbeteren door opwaardering PON-lijntje of snelbus pleiten voor aanleg spoorverbinding Almere via Utrecht naar Breda, parallel aan de A 27 aanleg van meer goedkope en goed bereikbare P+R locaties bus- en tramstations goed toegankelijk maken voor mensen met een beperking zorgen dat alle regiotaxidiensten in de provincie punctueel, flexibel en klantgericht zijn binnenwegen verkeersluw maken om ruimte aan fietsers te geven verder werken aan aanleg van veilige en snelle fietsroutes investeren in fietsenstallingen bij bushaltes zorgen voor eenduidige richtingaanwijzers

8. Samenleving, cultuur en sport  in elke dorpskern moet het voorzieningenniveau de leefbaarheid garanderen  zorgen voor blijvende bibliotheekvoorzieningen  aantal huisartsenposten en de spreiding ervan schiet tekort. Aan uitbreding werken in samenwerking met gemeenten  de SP koestert kunstenaars, theatermakers en muzikanten  een groter deel van het kunstbudget beschikbaar laten komen voor amateurkunst ten koste van de Vrede van Utrecht  cultureel en industrieel erfgoed behouden en hergebruiken voor zoveel mogelijk  flink bezuinigen op peperdure prestige projecten Vrede van Utrecht en Europese Culturele Hoofdstad 2018  meer richten op projecten in buurten en buitengebieden en werken aan sterkere betrokkenheid van culturele initiatieven van migranten  gratis rondje musea moet terugkomen 9. Jeugd, onderwijs en zorg  jeugdhulpverleners krijgen meer ruimte om kinderen en jongeren te helpen  in de jeugdzorg dienen de werkelijke wachttijden te worden gehanteerd en vervolgens te worden verkort met minder regelzucht, meer tijd voor cliënten, en indien nodig meer geld  zwerfjongeren dienen niet langer aan hun lot te worden overgelaten. De provincie dient samen met de gemeenten voor voldoende hulp en opvang te zorgen  elke wijk of elke dorpskern krijgt zijn eigen voordeur tot de jeugdzorg  in dorpen waar geen Centrum voor Jeugd & Gezin is, wordt een wekelijks spreekuur gestart  vertrouwen teruggeven aan de professionals en een einde maken aan de schijncontrole van regels en administratie  niet de provincie, maar de gemeenten zijn de juiste bestuurslaag voor de jeugdzorg


Pagina 18

             

in het onderwijs het beleid richten op kleinere scholen. Dit geldt ook voor de ROC’s mogelijkheden zoeken naar nevenvestigingen van scholen voor de onderbouw van middelbare scholen in buitengebieden instellingen en vestigingen voor hoger onderwijs meer spreiden over de provincie Utrecht met kleinere partijkscholen op vmbo-praktijkniveau kunnen leerlingen die in het regulier onderwijs dreigen uit te vallen worden geholpen een goede spreiding van ziekenhuizen over de provincie is belangrijk. voorkomen dat nog meer kleine ziekenhuizen sluiten of inkrimpen extra opstelpunten voor ambulances openen om te lange aanrijtijden te voorkomen voldoende zorgen voor opvang voor daklozen en verslaafden, samen met gemeenten ingrijpen bij gemeenten die de uitvoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) niet op tijd op orde krijgen, dit in samenspraak met lokale cliëntenraden provinciale gebouwen en voorzieningen toegankelijk maken voor gehandicapten, dit geldt ook voor alle digitale communicatie van de provincie Utrecht bouwplannen op het terrein van instellingen als Altrecht in Den Dolder en Sherpa in Baarn, die wel de kas spekken, maar niet de zorg ten goede komt, worden afgewezen bevorderen van kleinschalige woonvoorzieningen en dagopvang, zoals zorgboerderijen meer steun aan recreatieve activiteiten en projecten voor veilige omgevingen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten bij verhuizing van een gehandicapte moet dat kunnen zonder opnieuw allerlei voorzieningen te moeten aanvragen

10. Bestuur en middelen  Fortis gebouw weer te koop zetten vanwege enorme financiële strop waar huidige coalitie provincie mee heeft opgezadeld  huidige Provinciehuis is na renovatie nog prima geschikt voor de provinciale organisatie  als er toch gesloopt gaat worden behoeden voor leegstand en geschikt maken voor startende ondernemers, kunstenaars of misschien tijdelijke woningen  inhuur van externe adviseurs beperken van 25,5 procent tot 10 procent  50 procent bezuinigen op recepties, symposia en alle andere borrels  aantal gedeputeerden terugbrengen van 6 naar 4  hoge declaraties van gedeputeerden fors omlaag brengen  wachtgeldregeling etc. gelijk laten zijn aan die voor ambtenaren  huidige provincies zijn te groot, streven naar kleinere regioprovincies  geen fusie zogenaamde Randstadprovincie  tegen megagemeenten als alternatief voor huidige gemeenten en provincies  waterschappen samenvoegen met provincies, afschaffen waterschapsverkiezingen, waterschappen laten bestaan als zelfstandige dienst onder verantwoordelijkheid provincie Utrecht  BRU afschaffen, taken terug naar de provincie  recreatieschappen onderbrengen bij de provincie Utrecht  kleine gemeenten kunnen goed genoeg functioneren om niet gedwongen te worden heringedeeld  een herindeling van Renswoude, met Scherpenzeel en Woudenberg bedreigt de menselijke maat van de gemeente  alleen steun voor gemeentelijke herindeling als een meerderheid van de bewoners hun instemming per referendum hebben gegeven. Hiermee komt een einde aan van boven opgelegde gemeentelijke herindelingen  Provincale Staten mogelijkheid raadplegend referendum geven, burgers correctief referendum geven  cvdK laten benoemen door Provinciale Staten  tegen betaalde en commerciële nevenfuncties van gedeputeerden en cvdK  einde maken aan privileges statenleden en bestuurders


Pagina 19

       

einde maken aan het privatiseren van zaken van algemeen belang Utrechts elektriciteitsnet weer in publieke handen brengen Rioolzuivering en gemeentelijk rioolbeheer samenvoegen in één nutsbedrijf medewerkers in de schoonmaak , bewaking en restaurant in dienst provincie nemen (oud-)medewerkers die thuiszitten vanwege ziekte of wachtgeld zo snel mogelijk aan werk helpen te lang zijn noodsignalen van personeelsleden over hun afdelingsmanager niet serieus genomen door directie en provinciebestuur. Geëist wordt dat aan deze mentaliteit een einde komt streven is gericht op diversiteit onder het provinciaal personeel, geldt ook voor door de provincie gefinancierde of gesubsidieerde instellingen fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden willen we voor iedereen. Maar het is niet nodig dat de bovenlaag zichzelf nog eens extra beloont met royale secundaire arbeidsvoorwaarden. Met het oog op de dalende inkomsten bekijken we waar we die secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen versoberen of schrappen.


Pagina 20

GroenLinks 1. Ruimtelijke Ontwikkeling  de kwaliteit van natuur en leefomgeving in onze provincie vormen belangrijke troeven, ook in economische zin  zorgvuldig omgaan met natuur, recreatie, landschap, woningbouw, werkgelegenheid, mobiliteit en agrarische productie  behoud de groene ruimte en zet in op transformatie van het bestaande stedelijk gebied  gemeenten actief ondersteunen bij hun binnenstedelijke bouwopgave  Het aandeel sociale nieuwbouw moet minstens 30 % zijn, en er is speciale aandacht voor de bouw van woon/zorgcomplexen en jongerenhuisvesting  geen nieuwe ruimte reserveren voor kantoorlocaties. Alleen extra ruimte voor bedrijventerreinen wanneer daarmee andere problemen worden opgelost  ontwikkeling Rijnenburg uitstellen, totdat de binnenstedelijke opgave en Leidsche Rijn zijn voltooid 2. Landelijk gebied  megastallen zijn niet acceptabel  dieronvriendelijk transport is niet acceptabel  meervoudig ruimtegebruik, ook in het landelijk gebied  de realisering van de EHS moet prioriteit krijgen  stimuleer extensieve landbouw, nieuwe agrarische activiteiten en streekproducten  onderzoek naar kleinschalige voedselproductie in de steden  gebiedsgericht beleid voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing  stel landschappelijke, architectonische en ruimtelijke kwaliteit centraal in ruimtelijke sturing  bij functieverandering buiten de bebouwde kom is een kwaliteitsplan noodzakelijk ter versterking van de landschappelijke, architectonische en ruimtelijke kwaliteit  handhaaf (ook na 2013) de regierol van de provincie bij de realisatie van de uitvoeringsprogramma’s Agenda Vitaal Platteland  samen werken met gemeenten bij de aanstelling van regionale landschapscoördinatoren en stimuleren om landschapsontwikkelingsplannen op te stellen en uit te voeren  bescherming en ontwikkeling van natuur is topprioriteit. Onderzoek naar een provinciale grondbank  neem maatregelen die de bio-diversiteit van flora en fauna vergroten  steun de natuurbeherende organisaties bij hun verwervingsplannen, maar als boeren en landgoedeigenaren de beoogde natuurdoelen even goed kunnen realiseren, worden ook zij daarin gesteund  in de kwaliteitsgidsen voor de nationale landschappen worden gebieden aangewezen waar het stil is, en ’s nachts echt donker  in samenwerking met partners worden initiatieven ondersteund om het groen rond de steden verder te ontwikkelen en beter te beleven  in de grotere natuurgebieden de jacht beperken en de ‘beheersjacht’streng controleren  in het Groene Hart en in Eemland wordt agrarisch weidevogelbeheer financieel ondersteund  verlies aan natuurwaarde door een (bouw-)project moet op zijn minst gecompenseerd worden op kosten van de initiatiefnemer, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ 3. Wonen en stedelijke vernieuwing  behoefte van 100.000 woningen in de komende 20 jaar te faciliteren, maar zoveel mogelijk binnen het bestaande stedelijk gebied  de bouwopgave op zo’n manier realiseren dat deze op het gebied van architectuur, cultuurhistorie, landschap en vestigingsklimaat toegevoegde waarde en aantrekkingskracht biedt Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011

Pagina 21

  

uitstellen ontwikkeling Rijnenburg om eerst een belangrijk deel van de binnenstedelijke opgave en de opgave voor Leidsche Rijn te realiseren als tot realisering van Rijnenburg moet worden overgegaan, worden de mobiliteitseffecten van meet af aan meegenomen in de plannen. Dan ook voldoende eigen voorzieningen realiseren hoogbouw is een uitdrukking van stedelijke dynamiek en dus acceptabel in gebieden waar de stedelijke dynamiek hoog is

4. Duurzaamheid en milieu  maak de economie duurzaam  stimuleer gebruik van zon en wind en van bouwkundige maatregelen bij de transitie naar duurzaam energiegebruik  creëer een stimuleringsfonds voor inwoners om zonnepanelen en isolatie een impuls te geven  zet klimaatconsulenten in voor maatwerkadviezen over energiebesparing en schone energiebronnen, inclusief de financieringsmogelijkheden  creëer een fijnmazig netwerk van oplaadpunten voor elektrisch vervoer  verplaat overlastgevende bedrijven uit woongebieden  duurzaam beleggen van provinciale gelden  duurzaam provinciaal inkoopbeleid  steun initiatieven en faciliteer campagnes gericht op duurzaam consumentengedrag 5. Water  belangen inwoners, agrarische sector en natuurontwikkeling zorgvuldig afwegen  bij waterbeheer de recreatieve en landschappelijke waarde in het oog houden  onderzoek mogelijkheden voor omhoogboeren in veenweidegebieden  vrijkomende agrarische gronden in Groot Mijdrecht worden door de provincie overgenomen en toevoegen aan natuurgebied  onderzoek mogelijkheden voor flexibel peilbeheer in het deel van Groot Mijdrecht met natuurfunctie  de ruimtelijke plannen in Eemland worden beoordeeld op de reductie van regenwater via het riool: zoveel mogelijk water vasthouden in de grond of bergen in oppervlaktewater  geen vervuild slib in plassen, vennen, meren en binnen- en buitendijkse zandputten storten. 6. Economische zaken en recreatie  aantrekkelijk vestigingsklimaat voor kennisintensieve, creatieve en duurzame (inter)nationale ondernemingen  utrecht profileert zich in internationale samenwerkingsverbanden voor klimaat en innovatie als innovatieve uitblinker op het gebied van duurzame producten en diensten  bedrijven stimuleren tot duurzaam energieverbruik. Bij herstructurering bedrijventerreinen een energiedoelstelling als bindende voorwaarde opnemen  kantoren die langdurig leegstaan omvormen tot woningen, atelier of creatieve broedplaats  economisch profiel voor Utrecht: Innovatief uitblinken in duurzame producten en diensten  innovatiesubsidies en demonstratieprojecten binnenhalen, m.n. op gebied van duurzaamheid  zorgen voor een duurzaam vestigingsklimaat 7. Mobiliteit  haast maken met een radicale verbetering van het hele openbaar vervoersysteem en het regionale fietsnetwerk  kiezen voor een aanpak die leidt tot een aantrekkelijke en bereikbare provincie voor inwoners en bezoekers  een dekkend netwerk van comfortabele fietsroutes tussen alle woon- en werkgebieden  provinciale verkeerslichten beoordelen op vertraging voor fietsers en tijdvreters aanpakken  fietsers voorrang  leg de AUB-spoorlijn (Almere-Uteecht-Breda) aan


Pagina 22

      

provincie concessieverlener voor het nieuwe Randstadspoor provincie stimuleert dat meer werknemers gebruik maken van de fiets om naar het werk te gaan initiatieven in de provincie tot de ontwikkeling van een lightrailnet kunnen rekenen op steun mensen die naar of binnen de provincie verhuizen krijgen van de provincie een regionale fietskaart en een kaart waarmee ze gratis een maand het openbaar vervoer vanaf hun nieuwe woonadres kunnen uitproberen gedeeltelijke verbreding van de N229 is bespreekbaar bij nieuwe ontsluiting een variant die het open gebied intact laten in alle verkeersplannen en herstructureringsprojecten krijgen de ontwikkeling van P+R, transferia, fietsenverhuur, stallingen en vergaderfaciliteiten op stationslocaties hoge prioriteit

8. Samenleving, cultuur en sport  cultuurparticipatie is van groot belang  voortzetting programma cultuureducatie, gericht op onderwijs  bibliotheeknetwerk versterken  cultuurconvenant voortzetten, waar mogelijk nog meer convenanten afsluiten  blijvend investeren in projecten waarbij cultuur gekoppeld wordt aan economische activiteiten  RTV-Utrecht dient meer aandacht te geven aan interculturele dialoog  monumenten bieden ruimte aan actueel, cultureel gebruik; herbestemming, ook van nietmonumentale grote gebouwen en complexen wordt bevorderd  ruimtelijk gebonden cultureel erfgoed moet behouden blijven, ook het ‘kleine erfgoed’  versimpeling aanvraagprocedure voor financiering van complexe restauratieprojecten  ontwikkel beleid gericht op bewustwording over participatie van mensen met een functieberperking Stimuleer lokale Jeugdsportfondsen  stimuleer sportverenigingen hun sportfaciliteiten toegankelijk te maken voor mensen met een functiebeperking  provinciale prijs voor het meest geslaagde initiatief op het gebied van sportstimulering  ondersteun initiatieven om te komen tot regionale talentencentra  stimuleer sporters de fiets te nemen op weg naar trainingen en wedstrijden 9. Jeugd, onderwijs en zorg  de provincie blijft bijdragen aan sociale samenhang en zorg voor mensen  de transitie van de jeugdzorg wordt ondersteund  onderwijs is cruciaal voor de ambities van Utrecht als duurzame kennisregio  regionale organisaties van cliëntenbelangen blijvend ondersteunen  provincie heeft rol in de regie over bovengemeentelijke samenwerking, in het bieden van ondersteuning in het kader van de WMO en ondersteuning bij kennisuitwisseling en toepassing van innovaties  andere rol voor Bureau Jeugdzorg: van indicatie-orgaan naar kenniscentrum. Bevordering kennis bij gemeenten over inkoop van jeugdzorg  stimuleer Eigen Kracht Conferenties en investeer extra in dit instrument  Ook investering in innovatieve projecten en experimenten met betrekking tot de jeugdzorg en het jeugdbeleid  initieer vernieuwing in het jeugdzorgaanbod  stimuleer samenwerkingsverbanden gericht op preventie en vroege signalering  extra aandacht voor nazorg na jeugdzorg/jeugddetentie  nieuwe samenwerkingsverbanden tussen onderwijs/bedrijfsleven/overheid  ondersteun initiatieven van gemeenten en scholen die segregatie in onderwijs tegengaan  bevorder aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 10. Bestuur en middelen  er is noodzaak en bestaansrecht voor een bestuurlijke laag tussen gemeenten en Rijk Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011

Pagina 23

     

vraagstukken met betrekking tot Ruimtelijke Ordening, economische ontwikkeling, water, mobiliteit en natuurbeleid vereisen een middenbestuur dualisme verdient een serieuze impuls prioriteit ligt bij groen, sociaal, bij een duurzame economie en cultuur bezuinig op de provinciale organisatie verminder reserveringen voor nog niet uitgevoerd beleid, t.g.v. besteding aan andere doelen neem uitgaven pas in de begroting op als er een echt plan is


Pagina 24

ChristenUnie 1. Ruimtelijke ontwikkeling  de provincie als actieve speler in gebiedsontwikkeling  intensief overleg met omringende provincies (vier Randstadprovincies, Noordvleugel Randstad, Gelderland) over provinciegrens overschrijdende ruimtelijke ontwikkelingen of vraagstukken  een voortvarende vertaling van de Kadernota Ruimte naar een Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie, inclusief uitvoeringsparagraaf (uiterlijk 2012), met duurzaamheid als leidmotief  een provincie die proactief overleg voert met gemeenten bij het opstellen van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en gemeentelijke structuurvisies  een provincie die zich in haar ruimtelijke verordening beperkt tot het provinciale belang  voortzetten van het beleid van rode contouren met als doel behoud van het landelijk gebied, waarbij geen andere zoeklocaties worden aangewezen dan in de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht  blijvende inzet van de provincie om te komen tot een oplossing voor de ruimtelijke problemen die door de hoogspanningskabels worden veroorzaakt 2. Landelijk gebied  een stevige verbinding van natuurgebieden (EHS)  verbrede inzet van rood-voor-groen en ruimte-voor-ruimte  behoud van de diversiteit en kernkwaliteiten van landschappen, waarbij de identiteit richtinggevend is voor ontwikkelingen  een actief provinciaal grondbeleid om provinciale doelstellingen in het landelijk gebied te verwezenlijken, waarbij onteigening alleen wordt toegepast als alle andere instrumenten gefaald hebben  beperkingen aan de intensieve veehouderij (1,5 ha in verwevingsgebieden en 2,5 ha in landbouwontwikkelingsgebieden)  reële vergoedingen voor particulier en agrarisch natuurbeheer  landschapsfondsen (financieel betrekken van stad en stedeling bij de inrichting en instandhouding van het landschap)  een kentering in de landbouwsector, waardoor de landbouw energieleverancier wordt i.p.v. grootverbruiker  een goede ontsluiting van het landelijk gebied door een netwerk van kerken klompenpaden, wandelroutes, fietspaden, kanoroutes etc. 3. Wonen en stedelijke vernieuwing  meer aandacht voor behoud en beheer (i.p.v. sloop en nieuwbouw) bij binnenstedelijke vernieuwing en revitalisering van bedrijventerreinen  behoud van het provinciale Aanjaagteam en de ‘wasstraat’  het stimuleren van gemeenten om in hun bestemmingsplannen functiemenging mogelijk te maken  het stimuleren en faciliteren van gemeenten om invulling te geven aan de opgave herstructurering bedrijventerreinen en transformatie kantoren  het overnemen van de aanbevelingen van de Taskforce Transformatie, waaronder het in kaart brengen van de plancapaciteit voor kantoren en het bij elkaar brengen van partijen om de transformatie van kantoren naar woningen mogelijk te maken  toepassing van ‘migratiesaldo nul’ op het niveau van de nationale landschappen, waarbij de landschappelijke kwaliteit leidend is bij het aanwijzen van mogelijke kleinschalige uitbreidingslocaties


Pagina 25

4. Duurzaamheid en milieu  een volledig hernieuwbare energievoorziening in de provincie Utrecht in 2040  een voorbeeldfunctie voor de provincie Utrecht op het gebied van duurzaamheid, bv. door gebruik van groene stroom en gas  bevorderen van een slimme energie infrastructuur, waarmee het variabele hernieuwbare energieaanbod en de vraag goed op elkaar afgestemd kunnen worden  onderzoek naar de mogelijkheden voor een Provinciaal Energie Investeringsfonds om de financiering van energiebesparende maatregelen en investeringen in opwekking van hernieuwbare energie laagdrempelig te maken  het ondersteunen en stimuleren van lokale klimaatinitiatieven, zoals het plaatsen van windmolens of het benutten van aardwarmte  overleg met gemeenten en woningcorporaties over mogelijkheden om de bestaande woningvoorraad energieneutraal te maken  onderzoek naar deelname van de provincie Utrecht aan het pilotproject Duurzame weg  het stimuleren van biomassa en bio-energie, waarbij de provincie een afwegingskader opstelt waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt m.b.t. type biomassa, rendement en effecten  een duurzaam gebruik van de bodem, zoals vastgelegd in de Bodemvisie, waarbij extra aandacht moet komen voor de vooren nadelen van KWO-systemen en driedimensionale bestemmingsplannen van gemeenten  het tegengaan van lichtvervuiling en energieverbruik door het toepassen van slimme verlichtingstechnieken (dynamische verlichting)  beleid voor donkerte, waarbij maatregelen worden geformuleerd om commerciële buitenverlichting te beperken  voldoende menskracht voor vergunningverlening en handhaving  aandacht voor de effecten van stapeling van milieuhinder op het gebied van geluid, fijn stof, veiligheid en geur 5. Water  uitvoering van de Kaderrichtlijn Water volgens het principe ‘haalbaar en betaalbaar’ (uiterlijk 2027)  actieve deelname van de provincie aan het Deltaprogramma  een effectief en efficiënt waterbeheer, waarbij de provincie intensief samenwerkt met de waterschappen en gemeenten  een stimulerende rol voor de provincie om de samenwerking tussen Waterschappen en gemeenten in de afvalwaterketen te bevorderen  overleg met gemeenten over wateropvang in stedelijk gebied, klimaatbestendig bouwen etc.  water als ‘ordenend principe’ bij ruimtelijke ontwikkelingen  blijvende aandacht voor verdrogingbestrijding in natuurgebieden 6. Economische zaken en recreatie  focus op bedrijvigheid die een bijdrage levert aan innovaties op het gebied van duurzaamheid, food, life sciences en (serious) gaming  kennisuitwisseling en samenwerking tussen de vier O’s (onderwijs, overheden, ondernemers en onderzoek), waarbij ook aandacht is voor lager opgeleiden en werkloosheid  deregulering waar mogelijk  beheer van bestaande bedrijventerreinen als speerpunt in het provinciaal beleid  een regierol voor de provincie m.b.t. bedrijventerreinen; beleid voor nieuwe terreinen kan alleen worden gevoerd conform de SER-ladder en in samenhang met beleid voor bestaande werklocaties  aandacht voor groen en sociale veiligheid bij herstructurering van bedrijventerreinen  onderzoek naar de mogelijkheden om verouderde bedrijventerreinen die ongunstig gelegen zijn t.o.v. infrastructuur een nieuwe functie te geven


Pagina 26



een goede toeristische infrastructuur, zoals fietsen wandelpaden, kerken klompenpaden, ruiterpaden en kanoroutes

7. Mobiliteit  het verbeteren van de bereikbaarheid van economische kerngebieden door aansluitingen op het OV-netwerk en verkorte OV-reistijden  een impuls voor goederenvervoer over water (blueports) in relatie tot de ligging van bedrijventerreinen  goede ontsluiting van het OV op het fietsnetwerk, inclusief bijbehorende stallingsvoorzieningen  het stimuleren van de aanleg van oplaadpunten voor elektrisch rijden en fietsen, inclusief een publiekscampagne hierover  aanleg van snelle fietswegen  een impuls voor de ontwikkeling van aardgaspompstations en het gebruik van aardgas/groengas als transportbrandstof in het algemeen  milieu-eisen als integraal onderdeel van de OV-concessie  goede afspraken met lokale overheden over de sociale veiligheid rondom stations van het provinciale railnetwerk  (sociale) veiligheid langs provinciale wegen (dynamische wegverlichting, gescheiden fietspaden, fietstunnels)  grote terughoudendheid bij nieuwe doorsnijdingen van het landelijk gebied  beprijzing van mobiliteit: de regio Utrecht stelt zich beschikbaar als pilot voor landelijk rekeningrijden, mits de opbrengsten in de regio worden geïnvesteerd  onderzoek naar de haalbaarheid van een hoogwaardige busverbinding Amersfoort – Veenendaal  aanleg van de spoorlijn Utrecht-Breda; ruimtelijke verankering in structuurvisie 8. Samenleving, cultuur en sport  het duidelijk vastleggen van doelstellingen bij subsidies (bijvoorbeeld bij innovaties die op gemeentelijk terrein liggen)  duidelijkheid over wie het project overneemt als het succesvol blijkt te zijn (exit strategie vooraf bepalen)  afbouwen van subsidierelaties en voor investeren door middel van cofinanciering in gezamenlijke projecten  een provincie die zich in haar beleid rekenschap geeft van belangrijke demografische ontwikkelingen, waaronder vergrijzing  een provinciale rol bij het neerzetten van een culturele ‘infrastructuur’ in de steden en de regio’s  een provincie die niet subsidieert, maar die cofinanciert binnen een volwaardig partnerschap, daar waar beleidsdoelen gehaald kunnen worden  bij cofinanciering duidelijkheid vooraf over de onderscheiden verantwoordelijkheden en over de totale kosten in relatie tot de baten  participatie van en bereikbaarheid voor brede lagen in de samenleving  het bevorderen van verbindingen tussen economie en cultuur (creatieve economie, cultureel ondernemerschap)  investeren in de Vrede van Utrecht herdenking (2013)  ondersteunen van de ambitie Utrecht Culturele Hoofdstad 2018  het faciliteren van gemeenten bij het (gemeentegrens overstijgend) sportbeleid  het stimuleren van lokale overheden om zich (gezamenlijk) actief in te zetten voor gehandicaptensport


Pagina 27

9. Jeugd, onderwijs en zorg  een realistische transitieperiode voor de overdracht van jeugdzorg naar gemeenten, waarbij expertise behouden blijft en kinderen niet de dupe worden van de stelselwijziging  keuzevrijheid van cliënten en oog hebben voor cliënten die hulp nodig hebben van specialistische zorgaanbieders  tijdige signalering zodat lichte problematiek niet uitgroeit tot complexe problematiek (daarom een sterke eerstelijnszorg bevorderen)  oog voor de positie van landelijk werkende instellingen  heldere afspraken over de mogelijkheden en (democratische) controle van het jeugdbeleid  onderscheid in preventie en lichte hulpverlening, zware en complexe hulp (zware hulp is niet altijd complex)  goede afspraken over de financiering, incl. controleerbare resultaatmetingen  sterke centra voor jeugd en gezin (CJG’s) waar ouders worden geholpen om hun kind(eren) op te voeden; de gezinnen staan centraal en aan de sociale netwerken waarbinnen die gezinnen zich bevinden, wordt een grote waarde toegekend  één aanspreekpunt voor jeugdzorgcliënten die een beroep moeten doen op verschillende soorten zorg  behoud van het kind in de thuissituatie zolang het kan (aanbod van zorg in en rondom het gezin); pas daarna komt pleegzorg in beeld en in allerlaatste instantie de residentiële zorg  ruimte voor particulier initiatief (met inachtneming van geldende kwaliteitseisen) 10. Bestuur en middelen  decentraal wat kan, centraal wat moet  het uitgangspunt dat maximaal twee bestuurslagen betrokken zijn bij maatschappelijke vraagstukken, waarbij uiteindelijk één bestuurslaag verantwoordelijk is voor de uitvoering  versterken van het middenbestuur door het afschaffen van de WGR+ gebieden, het decentraliseren van rijksbudgetten als ILG en BDU en door regionale uitvoeringsdiensten van het Rijk onder bestuurlijke verantwoording van de provincie te brengen  geen nieuwe bestuurlijke hulpconstructies in de plaats van WGR+ gebieden en geen onduidelijke infrastructuurautoriteit voor de Randstad  stoppen met de uitvoering van sociaal beleid, omdat dit een taak van gemeenten is; provincies hebben hier een signalerende, agenderende en verbindende rol  een voldoende robuust eigen belastinggebied voor alle bestuurslagen, dus ook voor de provincie  draagvlak bij gemeenteraden en -besturen als uitgangspunt bij herindelingen  de provincie Utrecht die een actieve bijdrage levert aan de doelstellingen uit de Europe2020strategie en zich daarmee profileert, waaronder innovatie en de ‘low-carbon economy’  de provincie als kennismakelaar voor excellerende regio’s; de provincie die bedrijven ondersteunt in hun contacten met andere Europese regio’s met als doel informatie uitwisseling  investeren (tijd, geld en menskracht) in lange termijn relaties binnen Europa, vanuit het besef dat Europa ons vrede, veiligheid en stabiliteit brengt  een zeer terughoudend beleid ten aanzien van lastenverhoging  bij nieuw beleid eerst ruimte zoeken in oud beleid, voordat structureel extra middelen beschikbaar worden gesteld  het benoemen van heldere en na te rekenen (kern)doelen in de begroting  het vooraf vaststellen van te verwachten effecten bij subsidieverstrekking, alsmede een ‘exitstrategie’ bij project- of startsubsidies  het driejaarlijks herijken van structurele subsidies op nut en noodzaak voor de samenleving  wanneer er geld op een begrotingspost resteert (bv. in het geval er teveel is begroot), gaat dat geld terug naar de algemene middelen; bij behandeling van de eerstvolgende begroting komt dit geld weer beschikbaar en wordt onderdeel van een integrale afweging


Pagina 28

Democraten 66 (D66) 1. Ruimtelijke ontwikkeling  in provinciale structuurvisie en bijbehorende verordening maximaal de mogelijkheden benutten voor de afstemming van ruimtelijke bestemmingen en ontwikkelingen  via beeldkwaliteitsplannen samen met gemeenten toetsen of bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen wenselijk en haalbaar zijn  uitgangspunten voor samenhangend ruimtelijk beleid: duurzaamheid, kwaliteit en innovatie  oprichten van provinciaal grondbedrijf om actief op de markt te kunnen opereren en zo nodig strategische aankopen te kunnen doen  de dienst landelijk gebied kan onderdeel zijn van het provinciaal grondbedrijf  moratorium op het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen en kantorenparken  samen met gemeenten werk maken van regionaliseren van bedrijventerreinen  oprichten van een Ontwiikelingsmaatschappij Bedrijventerreinen voor zowel ontwikkeling, als herstructurering (= hergebruik, transformatie, of sloop en nieuwbouw)  nieuwe kantoorpanden alleen bouwen bij ontbreken alternatieven  herstructurering kantoorpanden door middel van hergebruik, transformatie, sloop en nieuwbouw  investeringen in ruimte, infrastructuur en stedelijke ontwikkeling moeten klimaatbestendig zijn  ruimte blijven bieden voor de landbouw maar waar mogelijk agrarisch gebied omvormen voor aaneengesloten natuur- en/of cultuurhistorische gebieden  ruimte geven aan innovatie van agribusiness onder randvoorwaarden van volksgezondheid, dierenwelzijn, natuur en landschap  actief stimuleren van biologische landbouw  de provinciale bodemvisie moet voortvarend worden uitgevoerd en gehandhaafd worden  aanwezige archeologische bodemschatten binnen de ruimtelijke planvorming waarborgen  bodemvisie is grondslag voor bijvoorbeeld aanleg kabels en leidingen, aardwarmteprojecten, waterpeilbesluiten en de provinciale waterhuishouding  geen aantasting van het landschap door grootschalige woningbouw of nieuwe bedrijfsterreinen  voorstander duurzame, diervriendelijke voedselproductie  niet negatief tegenover agroparken op bedrijventerreinen  tegen plaatsing megastallen 2. Landelijk gebied  behoud en versterken van verschillende landschappen van de provincie Utrecht  nadruk behoud en bescherming EHS, de landschappen en het Groene Hart  voltooiing EHS houdt prioriteit en vergt ook lange termijn-inzet  aanwijzen specifieke groene landschappen (Groen Hart, Arkemheen-Eemland, de nieuwe Hollandse Warterlinie, het Rivierengebied en nationaal park de Utrechtse Heuvelrug)  streven naar langdurige afspraken over natuurbeheer met natuurbezitters, particulieren en boeren  pleiten voor nieuwe economische dragers in het landelijke gebied, waar mogelijk gekoppeld aan de provinciale klimaatopgave  Afschot van vossen, reeën en kleinere diersoorten tot minimum beperken.  overlast muskusratten en ganzen op een diervriendelijke manier bestrijden  alternatieve en innovatieve verjagings- en bestrijdingsprojecten opzetten in samenwerking met aangrenzende provincies en natuurbeheerders  trekken van een harde groene contour rond bijvoorbeeld het Groene Hart


Pagina 29

 

slimme combinaties zoeken in ruimte en functies en tussen bedrijvigheid en natuur en landschap geen aantasting van het landschap door grootschalige woningbouw of nieuwe bedrijfsterreinen

3. Wonen en stedelijke vernieuwing  meer ruimte voor experimenten in plaats van het standaard Vinex-bouwen  bestaande bouwlocaties moeten voltooid worden, maar tegelijkertijd moet gezocht worden naar slimmere manieren van bouwen: binnenstedelijk, kwalitatief hoogwaardig, levensloopbestendig en meer toegespitst op kleinere huishoudens en kleinschalige bedrijvenaan-huis  scenario’s ontwikkelen met oog op hoge potentie rond de A12-zone  flexibel bouwen door het geven van een andere bestemming moet mogelijk zijn  geen nieuwe zoeklocaties voor woningbouw in het landelijk gebied  nieuwe woningen binnen bestaande bebouwing van steden en dorpen  slimmer bouwen nabij OV en belangrijke bestemmingen 4. Duurzaamheid en milieu  stoppen met uitputting en vervuilen van onze leefomgeving  naar situatie waarin natuurbehoud vanzelfsprekend is en aantasting altijd beargumenteerd moet worden  opzetten provinciale stimuleringsmaatschappij voor duurzame energie tbv participatie in kansrijke en innovatieve energieprojecten  provincie treedt op als risicodragend investeerder tav bijvoorbeeld warmtenetten  opties bezien tot het plaatsen van windturbines ten zuiden van de stad Utrecht en op grootschalige bedrijventerreinen, zoals bijvoorbeeld Lage Weide  sterk inzetten op duurzame warmtevoorziening  collectieve warmtevoorziening voorrang geven boven individuele verwarming  provincie moet goede voorbeeld geven door zelf duurzame elektriciteit en warmte te benutten als onderdeel duurzaam inkoopbeleid  duurzaamheid is één van de uitgangspunten voor een ruimtelijk samenhangend beleid  economische dragers waar mogelijk koppelen aan provinciale klimaatopgave  bij inrichten van de ruimte en bebouwen van terreinen kiezen voor hoge kwaliteit dmv hoogwaardige bouw, levensloopbestendige woningen, duurzaam materiaalgebruik, energiezuinige en klimaatbestendige inrichting  CO2- en energieneutraal bouwen bevorderen: in subsidieregelingen, in afspraken met gemeenten, binnen het IPO en in overleggen met bewoners en projectontwikkelaars  mobiliteit zoveel mogelijk duurzaam uitvoeren  bij duurzame samenleving hoort goed OV 5. Water  bodemvisie is grondslag voor bijvoorbeeld aanleg kabels en leidingen, aardwarmteprojecten, waterpeilbesluiten en de provinciale waterhuishouding  provinciale waterhuishouding duurzaam inrichten door o.a. afkoppelen van regenwater, meer innovatieve riool- en waterzuivering en snellere herinrichting van watergangen  duurzaam uitvoeren van bestaande plannen in samenwerking met waterschappen en gemeenten  steun voor hoogwaterbeschermingsprogramma en programma “Ruimte voor de rivier “  huidige oplossing polder Groot Mijdrecht-Noord onvoldoende, probleem van het zoute kwelwater en de bodemdaling moet aangepakt worden  mogelijkheden scheppen voor waterwoningen in combinatie met waterberging 6. Economische zaken en recreatie


Pagina 30

        

stimuleren samenwerking Utrechtse bedrijven en kennisinstellingen tot stevige bedrijfsclusters rond sterke en kansrijke kennisgebieden, zoals life sciences, zorgexpertise, klimaat en duurzaamheid en gaming e.e.a. als speerpunten in het regionaal economisch beleid bijdragen aan goede interactie tussen wetenschap en praktijktoepassing als mogelijkheid om Utrecht op de kaart te zetten als koploper op het gebied van klimaatadaptatie (“Climate Valley“) hoogwaardige werkgelegenheid realiseren en ondersteunen door het opzetten van thematische kennisclusters ondersteunen en stimuleren van Utrechtse netwerkeconomie als vernieuwende arbeidsmarkt (ZZP-ers) op het gebied van woningbouw, herontwikkeling van bedrijventerreinen en kantoorlocaties wandelen een extra impuls geven door de “witte vlekken” in de wandelstructuur in te vullen toeristische bestemmingen zelf verantwoordelijk maken voor toeristische marketing en promotie. afstemming met recreatieschappen,landelijke campagnes en evenementen op een bovenregionale schaal aanleg voldoende recreatiemogelijkheden in de groene openbare ruimte steun voor aanleg van meer groene recreatiegebieden rondom steden (en dorpen)

7. Mobiliteit  doorstroming van het verkeer op hoog duurzaam niveau brengen  duurzame mobiliteit stimuleren is: op de fiets, met het OV of de elektrische auto  aantrekkelijke transferia aan de randen van de steden met meerdere functies tbv een goede sociale veiligheid : combinatie met OV, kleine winkels, oplaadpunten elektrische auto’s en Efietsen  OV ruggengraat regionale mobiliteitsnetwerk  bussen en halten voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk laten zijn  OV als systeem meer in samenhang bekijken  pro-actief op het gebied van OV  aanleg treinverbinding Almere-Utrecht-Breda en verbeteren spoor naar Leiden  frequenties in spits van Randstadspoor brengen op 6 per uur  aanvullend op Randstadspoor een fijnmazig busnetwerk handhaven  initiatief voor meer tramlijnen, uitgangspunt de spinnenwebstructuur in Utrecht stad  meer directe fietsverbindingen van snelwegkwaliteit  succes combinatie trein en fiets uitbreiden  ontbrekende logische fietsverbindingen aanleggen  het “nieuwe werken” versneld stimuleren  verbreding van wegen alleen acceptabel bij verbetering van de leefbaarheid in wijken en kernen langs wegen.  scheiden van lokaal en regionaal verkeer op autosnelwegen  initiatieven ontwikkelen voor de uitbreiding van goederenvervoer over water en aanleg van binnenvaarthavens  tegen aanleg van helihavens (anders dan voor hulpdiensten) 8. Samenleving, cultuur en sport  innovatieve- en deskundigheidsbevordering op gebied WMO geleidelijk minimaliseren en indien mogelijk overdragen aan gemeenten, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties  focus op wettelijke taken  zorg voor cultuurhistorisch erfgoed (niet alleen kerken en molens, maar ook industrieel erfgoed en historische cultuurlandschappen)  zorgplicht voor regionale omroepen, geen subsidiëring van allerhande programma’s, zoals regionale soapseries, bij niet vaststaan provinciale meerwaarde


Pagina 31

        

beperken tot het ondersteunen van voorzieningen die duidelijk bovenlokaal zijn (bijvoorbeeld cultuureducatie en het jeugdtheater) provinciebreed bibliotheeksysteem waarin de Utrechtse bibliotheken fuseren stimuleren samenwerking van Het Utrechts Landschap, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, het Recreatieschap, particuliere landgoedeigenaren en boeren versterken rol Het Utrechts Landschap m.b.t. cultuurmonumenten en het beter onder de aandacht brengen van het grote publiek publieke functie voor het paleis Soestdijk en het omliggend domein, bijvoorkeur in combinatie met vestiging Nationaal Historisch Museum creëren ruimtelijke mogelijkheden en randvoorwaarden voor het functioneren van het gebied rond paleis Soestdijk als recreatieve toegangspoort op de Heuvelrug actieve rol provincie en steun voor de viering van de Vrede van Utrecht en kandidatuur van Utrecht als culturele hoofdstad van Europa Sport Service Midden Nederland belangrijke partner voor bovenlokale afstemming kwalitatief goede sport- en beweegvoorzieningen Olympisch Plan inzetten om in aanmerking te komen voor rijksinvesteringen, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur die voor provincie van nut zijn

9. Jeugd, onderwijs en zorg  uitgangspunt bij de jeugdzorg is vertrouwen in – en dus versterken van - de eigen kracht van kind en ouder(s)  meer aandacht voor preventie en een laagdrempelig zorgaanbod  noodzakelijke zwaardere (geïndiceerde ) zorg moet altijd passend zijn  oog voor goede nazorg om draaideureffect te voorkomen  bij decentralisatie jeugdzorg, ook de geïndiceerde (zwaardere) jeugdzorg , evenals de financiering daarvan, onder verantwoordelijkheid van de gemeenten brengen  voorwaarde decentralisatie dat gemeenten over voldoende bestuurlijke kracht beschikken en goede afspraken maken over bovenlokale voorzieningen  decentralisatie betekent dat de provincie moet gaan inzetten op (kennis)overdracht van jeugdzorgtaken en daarnaast zorg moet dragen voor een tijdig, voldoende, effectief en efficiënt jeugdzorgaanbod dat aansluit op de vraag van de cliënt  inzet blijft een verder doorgevoerde samenwerking tussen gemeenten en provincie voor meer integratie of wel een effectieve toekomstbestendige jeugdzorg  belangrijk daarbij: gemeenten moeten financieel gecompenseerd worden bij een lagere instroom naar de zwaardere jeugdzorg en het realiseren van effectieve zorg  er moet een vernieuwend, laagdrempelig zorgaanbod worden ontwikkeld  er moeten methodieken worden ingezet die het natuurlijke netwerk van het kind versterken, gericht op het versterken van eigen kracht  er moet ingezet worden op bewezen effectief hulpaanbod: focus op kwaliteit en effectiviteit van zorg  provincie moet sturen op resultaten en effecten van afgeronde behandelingstrajecten  belang van cliëntenraden en vertrouwenspersonen 10. Bestuur en middelen  inzet bij democratische verankering van het openbaar bestuur: gemeenten herindelen en opschalen en tegelijkertijd wegsnijden van intergemeentelijke hulpstructuren als het BRU  doel: krachtige gemeenten die nu en in de toekomst een optimale dienstverlening aan burgers en bedrijven kunnen leveren en waarbij de gemeenteraad grip houdt op de democratische controle  herindeling van gemeenten en provincies is nodig voor bestuurskrachtige gemeenten en provincies of landsdelen om zo een evenwicht tussen omvang en taken van beide bestuurslagen te houden.  bestuursdrukte beperken om doelmatigheid en bestuurskracht te vergroten


Pagina 32

   

                    

bij verbeteren van het middenbestuur kiezen voor een pragmatische, maar ook doelgerichte benadering met snelle resultaten strakkere profilering van de provincie: wat doet ze wel en wat niet? keuze voor een middenbestuur met kerntaken op het gebied van ruimte, natuur, economie en mobiliteit Randvoorwaarden voor de vorming van een Randstadprovincie zijn: *geen uitholling democratische controle *opschaling van alle provincies, waarbij fasering in tijd mogelijk moet zijn *opschaling van gemeenten is noodzakelijk met het oog op de voortgaande decentralisatie van taken (bijvoorbeeld jeugdzorg), de efficiëncy-kortingen en de daling van het Gemeentefonds *functionaliteit, effectiviteit en op te lossen problematiek dienen leidend te zijn *geen simpele optelsom van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland *het tegelijkertijd opschalen van gemeenten en het afbreken en voorkomen van bestuurlijke hulpstructuren zoals een Bestuur Regio Utrecht (WGR+gebied) of een Randstad Infrastructuurautoriteit bij uitvoering taken moet sprake zijn van toegevoegde waarde, zo niet dan taak schrappen niet meer dan twee overheidslagen per beleidsopgave afbouw vervolgens van activiteiten in sociale domein en op het gebied van cultuur beperken tot het ondersteunen van culturele voorzieningen van bovenlokale aard en cultuurhistorisch erfgoed als onderdeel van integraal omgevingsbeleid terrein zorg en welzijn primair aan gemeenten laten de provinciale dienstverlening dient verregaand gedigitaliseerd te worden en te ontwikkelen tot een klantgerichte organisatie werk blijven maken van het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP) steun voor een goed gebruik en een onderlinge afstemming van ICT, met als doel vooral vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven steun voor Klant Contactcentra en het digitale omgevingsloket waar burgers en bedrijven vergunningen digitaal kunnen verkrijgen voorstander van uitzending op internet van staten- en commissievergaderingen, waarbij een adequaat stateninformatiesysteem en een moderne en interactieve provinciale website onmisbaar is actieve profilering van de provincie Utrecht als Randstadregio verankering invloed van Europa, via weten regelgeving en Europese beleidsprogramma’s, in de eigen organisatie en naar buiten toe aanwenden werken via grensoverschrijdende samenwerking aan de eigen doelstellingen van de provincie en deze in een breder, Europees perspectief plaatsen voorstander van een permanente sub-commissie Europa om ook op politiek niveau kennis en standpuntbepaling over Europese dossiers te verbeteren deelnemen aan een selectief aantal Europese netwerken die aansluiten bij de doelstellingen van klimaat en duurzaamheid, kennis en innovatie, binnenstedelijke ontwikkeling, mobiliteit, en plattelandsontwikkeling samenwerking en afstemming met de overige Randstadprovincies maakt Utrecht sterker in Europa een krachtige lobby in de richting van de beleidsmakers in Brussel én Den Haag geen lastenverzwaringen i.c. geen verhoging van de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting financiële ruimte moet binnen de provinciale begroting worden gevonden en niet worden afgewenteld op de burger een transparante en realistische begroting is noodzakelijk voor democratische controle en sturing van het beleid beleidsruimte in de begroting zichtbaar maken


Pagina 33

                     



keuzemogelijkheden moeten worden gepresenteerd, met de financiële- en andere effecten van elke keuze ook bij de kerntakendiscussie is inzicht nodig in de financiële gevolgen realistisch begroten met een horizon van langer dan vier jaar in de meerjarenbegroting om beter inzicht te krijgen in de kansen en bedreigingen in de wat verdere toekomst meer informatie over de opbouw en het gebruik van voorzieningen en egalisatiereserves bestemmingsreserves saneren en op basis van heldere beleidsdoelstellingen, in aantal fors beperken periodieke doorlichting van het beleid op doelmatigheid en vergelijk met andere provincies en organisaties effectieve inzet van de schaarse middelen voor helder geformuleerde taken doorlichten van structurele subsidies meer inzicht in de onderbouwing van het financieel weerstandsvermogen naast het weerstandsvermogen expliciet een beleidsreserve creëren van minimaal 20 miljoen euro provinciale balans van inkomsten en uitgaven bewuster beheren, zodat er meer en beter van het renteresultaat geprofiteerd kan worden een pro-actievere houding bij het verwerven van doeluitkeringen en subsidies (Europa) voor de overgang naar het nieuwe Provinciehuis en het gebruik en beheer daarvan moet een helder beheersplan worden opgesteld, waarin ook de noodzakelijke communicatie hieromtrent tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten wordt beschreven gevraagde en ongevraagde adviezen van de Randstedelijke Rekenkamer moeten door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten ter harte worden genomen reserves veilig beleggen en beheren volgens expliciete en duidelijke criteria het beleid en de waardering van de beleggingen moet begrijpelijk en inzichtelijk worden toegelicht in de verslaglegging voor Provinciale Staten heldere relaties leggen tussen taken en beschikbare middelen ombuigingen bij de ambtelijke diensten, de programma’s en de bestemmingsreserves, voor zover er geen bindende verplichtingen zijn aangegaan binnen de structurele begroting van de provincie bestaat ook na de te verwachten korting door de Rijksoverheid ruimte om ca. 10% beleidsmatig om te buigen de potjes van de provincie opschonen en daarmee tenminste 10% aan opnieuw besteedbaar incidenteel budget vrijmaken programmagelden die door de huidige coalitie worden ingezet kunnen doelmatiger, gerichter en groener worden besteed middelen uit het Garantiefonds Energie, samen met een deel van de gelden uit het kader ‘Klimaat op orde’, gericht inzetten voor de D66-speerpunten, zoals het initiatief voor de Utrechtse stimuleringsmaatschappij ter bevordering van duurzame lokale en regionale energieprojecten, waarvoor ook andere vrijkomende middelen kunnen worden ingezet het geld voor stedelijke vernieuwing en vernieuwend wonen en bouwen (nu een tijdelijke regeling) veel gerichter, ‘groener’ en structureler inzetten, mogelijk in combinatie met een van de andere vernieuwende initiatieven: het provinciaal grondbedrijf


Pagina 34

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 1. Ruimtelijke ontwikkeling • Decentraal wat kan, centraal wat moet; specifieker: lokaal wat kan, provinciaal wat moet • Heldere formulering van provinciale doelen en het provinciaalbelang • Zorgvuldig omgaan met de ruimte, zorgvuldige afweging van belangen • Bundeling van functies en meervoudig ruimtegebruik bij noodzakelijke ontwikkelingen • Behoud van vitale en duurzame open ruimte • Heldere begrenzing van functies is noodzakelijk • Streven naar spreiding van functies over de provincies • Heldere structuren voor (voor)overleg en samenwerking met andere overheden, zoals Rijk, gemeenten en waterschappen • In overeenstemming brengen van provinciale en lokale structuurvisies • Een gronden/of ontwikkelingsbedrijf als instrument kan hiervoor dienstig zijn. • Provinciale en regionale programmering van woningbouw en bedrijventerreinen. • Inbreiden en herstructureren boven uitbreiden. • Bundeling van verstedelijking, voorkeur bij openbaarvervoers-assen. • Bouwen voor eigen behoefte, ook kleinschalig in kleine kernen. • Bescherming van de open ruimte. • Ruimte voor gangbare duurzame, verbrede en alternatieve landbouw. • voldoende en goed bereikbare recreatiemogelijkheden in en om de stad. • Ruimte voor het vasthouden van zoetwater bij droogte, waar mogelijk koppelen aan natuurontwikkelingen. 2. Landelijk gebied • Ondernemers moeten op ontwikkelingen in kunnen spelen en moeten daarvoor in staat gesteld worden kansen te benutten • Ondernemers moeten waar mogelijk in een vroeg stadium worden betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen • Door middel van het ruimtelijk beleid moet de provincie een duurzame, toekomstgerichte ontwikkeling van de landbouw mogelijk maken • Bij planologische ontwikkelingen is vrijwillige kavelruil belangrijk instrument • Alternatieve landbouw kan door de provincie gestimuleerd worden. • De provincie heeft oog voor het dierenwelzijn • Door vertraging realisatie EHS inzetten op bijstelling van ambities en temporisering. • Volledige schadeloosstelling grondbezitters bij het afstaan van de grond voor de EHS. • Financiële vergoeding voor ‘blijvende’ boeren’ die hinder ondervinden van de EHS. • De provincie voorkomt zoveel mogelijk planologische schaduwwerking, dit blokkeert namelijk de vitaliteit van bedrijven en woningmarkt. • Bevorderen van beheer door agrariërs en particulieren boven verwerving door de overheid. • Grondeigenaren dienen een adequate vergoeding en langlopende contracten te krijgen. • Gebiedsgerichte projecten moeten ontwikkeld worden in overleg met belanghebbenden. • Groot Mijdrecht Noord wordt een aantrekkelijk gebied 3. Wonen en stedelijke vernieuwing • ontwikkelen van een provinciale woonvisie gebaseerd op de behoeften en ontwikkelingen van regionale en lokale woonvisies. • De subsidies in het kader van stedelijke vernieuwing gericht inzetten in plaats van algemeen verspreiden over de gehele provincie • Het provinciaal aanjaagteam moet in stand blijven en gemeenten de helpende hand bieden • Maken van afspraken met de diverse regio’s over de woningmarkt. • Provincie werkt samen met andere partners die belang hebben bij woningbouwspreiding zoals WERV en NV Utrecht over spreiding van opvang


Pagina 35

• • • • • • •

Bevorderen dat gemeenten met de woningbouwcorporaties een actief beleid voeren om scheefwonen te verminderen De provincie stimuleert levensloopbestendige wijken Binnenstedelijk bouwen, herstructurering, inbreiden boven uitbreiden. Streven naar bouwen bij openbaar vervoersassen in nieuwe ontwikkelingsgebieden Ook in kleine kernen is naar aard en schaal woningbouw voor eigen behoefte mogelijk. Kwalitatief goede ruimte voor groen en speelmogelijkheden. Goed bereikbare recreatieve mogelijkheden in en om de stad

4. Duurzaamheid en milieu • Bestrijding van geluidsoverlast door aanleg en onderhoud van duurzaam wegdek. • Vermindering van de uitstoot van stoffen door het stimuleren van duurzame brandstoffen bij het gunnen van concessies voor het openbaar vervoer. • Verdere terugdringing van lozingen van stoffen. • Bodemsanering en -beheer vereisen blijvende betrokkenheid van de provincie. • Beperking van het aantal ontgrondingen. • Bij vergunningverlening voor het afsteken van vuurwerk dient te gelden: de vervuiler betaalt, om die reden is een milieuheffing op zijn plaats. Goed toezicht en handhaving gelden ook hier. • Streven naar beperken en hergebruik van afvalstromen en dan verbranden en als laatste storten van afval • Sluiten van overlastgevende stortplaatsen • Heldere kaders van de verantwoordelijkheden. • Naast een inhoudelijke aansturing van een RUD ook een transparante bestuurlijke structuur. • Milieuvergunningen worden tijdig aangepast en vernieuwd, mede aan de hand van invulling van de “Best Bestaande Techniek”. • Opstellen van een energiebeleidsplan • Bij ruimtelijke ontwikkelingen consequent rekening houden met energiebeleid • Energiebesparing als hoofddoelstelling • Planmatige aanpak van het koppelen van producenten en verbruikers van warmte. • Stimuleren van zonne-energie • Stimuleren van benutting van aardwarmte • Stimuleren van koude- en warmteopslag • De nieuwe locaties voor windmolens zoveel mogelijk concentreren bij industriegebieden en snelwegen • Tegengaan van plaatsing van windturbines en bovengronds elektriciteitsnet in kwetsbare gebieden • Zoveel mogelijk biomassa toepassen op basis van afval en zo min mogelijk op basis van speciaal daarvoor geteelde gewassen. Dit om de voedselschaarste niet onnodig te versterken. • Zoeken naar combinaties van functies infrastructuur en energie: bijvoorbeeld een tunnel die tegelijkertijd de functie heeft van een elektriciteitscentrale • Streven naar energie-neutrale bedrijfsvoering • Duurzaam inkopen en aanbesteden van goederen en diensten • Vermindering van papierverbruik door verdergaande digitalisering • Waar het uit veiligheidoverwegingen kan, vermindering van wegverlichting • Streven naar innovatieve wijze van wegverlichting. • Dienstauto’s en openbaar vervoer op milieuvriendelijke brandstof (aardgas) of elektriciteit • Het aantal vulpunten voor aardgas uitbreiden 5. Water • Het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water op een realistische manier. • Doelen uit de Kaderrichtlijn Water realiseren. • Indien doelen aangepast moeten worden, moeten maatregelen hiervoor tijdig ingezet worden. • De Provincie neemt het voortouw; als partners de doelen niet halen, dient dit tijdig gesignaleerd te worden en dient actie ondernomen te worden. • Waterbeleid moet een mix zijn van belangen van alle gebruikers en actoren.


Pagina 36

• • • • • • •

Bij herinrichtings- /herstelopgaven van waterwegen dienen naast de ecologische belangen ook de economische belangen gewaarborgd te worden. Het blauwe goud – de recreatieve waarde van water voor watersport – moet gecombineerd kunnen worden met ecologische doelstellingen. Verzilting van gronden moet worden tegengegaan Vaart maken met het uitvoeren van de veiligheidsprogramma’s in de grote rivieren. Zorgen voor een juridische basis voor schade- / compensatieregelingen voor uitvoering grote ruimtelijke wijzigingen, inclusief de bijbehorende monitoringsprogramma’s Beschikbaarheid van voldoende zoet water voor bevolking, landbouw, natuur en industrie Maatregelen dienen in een open en constructief overleg gedaan te worden in samenwerking met de waterschappen en andere betrokken partners

6. Economische zaken en recreatie • Investeren in regionale kennisnetwerken van onderwijs en bedrijfsleven • Stimulering van samenwerking bedrijfsleven en onderwijs • Projecten voor een betere afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijs stimuleren • Bij provinciale aanbestedingen en opdrachten de opdrachtnemer stimuleren dat deze werknemers met een functiebeperking en jongeren in dienst neemt. • Provincie heeft voortdurende aandacht voor aansluiting van laagopgeleiden op de arbeidsmarkt • Integrale aanpak op de gebieden ruimtelijke ordening, economie en verkeer • De provincie zet zich in voor een snelle en soepele afwikkeling van vergunningaanvragen • Ook vanwege de economische effecten het eigen imago versterken door toeristische evenementen te stimuleren die verwijzen naar de regionale cultuurhistorie (zoals gebeurt bij Grebbelinie en Hollandse Waterlinie) • De provincie stimuleert het netwerk van fietsknooppunten 7. Mobiliteit: • De provincie heeft oog voor de veiligheidsproblemen die door het doorgaand verkeer binnen kernen veroorzaakt wordt • Aanpassen en opwaarderen van het bestaande provinciale wegennet heeft de voorkeur boven aanleg van nieuwe wegen • Aanleggen van goede verlichte carpoolplaatsen • Aanleggen van transferia nabij knooppunten van autosnelwegen en spoorverbindingen bevorderen • Aanleggen van fietspaden met bijbehorende voorzieningen stimuleren • Onderzoek naar mogelijkheden voor aanleg van fietssnelwegen in dichtbevolkte gebieden welke niet gekruist worden door het overige verkeer • Onderdeel van duurzaam en veilig verkeer is een goede en effectieve gladheidbestrijding • Beheer en onderhoud van de provinciale wegen, bruggen en viaducten dienen doelmatig en efficiënt te zijn • De provincie stimuleert de ontwikkeling van blue ports (natte bedrijventerreinen) • De provincie zet zich in om tot een integrale oplossing te komen voor de verkeersproblematiek bij de brug in Rhenen • De provincie onderzoekt de mogelijkheid van het doortrekken van de A30 door het zgn. Binnenveld tot over de Rijn naar de A15 • Veel gemeenten in onze provincie hebben behoefte aan een rond- of randweg. De provincie neemt deze wensen serieus en maakt dit mogelijk binnen de financiële, juridische en ruimtelijke voorwaarden • De druk op de dorpen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug zou opgelost kunnen worden door een nieuwe of verlengde N-weg. De zuid-noordroute ziet er dan als volgt uit: vanuit Wijk bij Duurstede via de (verlengde) N226 naar de A12, waar dan het traject vervolgd kan worden naar het oosten (A12 of A30) of via de A12-N227. De provincie zet zich in om deze variant in overleg met de gemeenten te onderzoeken als oplossing voor de verkeersdruk in de betrokken dorpen.


Pagina 37

• • • • • • • • • • • •

Goede afstemming tussen de verschillende vormen van vervoer. Bevorderen van meerdere stopplaatsen in het spoorwegnet. Realiseren van P&R-voorzieningen en voldoende fietsenstallingen. Opzetten en uitbreiden van collectief vraagafhankelijk vervoer. Goede communicatie, voorlichting en informatie over de mogelijkheden en nut van het openbaar vervoer in de provincie. Adequaat toezicht, controle en handhaving om de veiligheid op bussen en treinen te bevorderen. De provincie stimuleert een snelle aanpak van stationsgebied Driebergen-Zeist Gevaarlijke stoffen dienen buiten steden en woongebieden om vervoerd te worden. Terugdringen van geluidsoverlast door middel van raildempers heeft verreweg de voorkeur boven het plaatsen van uitzichtbenemende en landschapontsierende geluidsschermen. Passende maatregelen nemen om schade door trillingen te beperken of te voorkomen. Ondersteunen van initiatieven voor het ontwikkelen van combiterminals voor goederenoverslag per water, rail en weg; Aanleggen van milieuvriendelijke oevers; aanleg en onderhoud van o.a. beschoeiingen door gebruik van duurzame materialen.

8. Samenleving, cultuur en sport • Spreiding van noodzakelijke voorzieningen (en de bereikbaarheid daarvan) over de gehele provincie is uitgangspunt • In een tijd van ombuigen ligt de prioriteit niet bij grootschalige (sport)evenementen, maar juist bij voor zieningen die de gezondheid en veiligheid van de inwoners raken • Vergunningen voor grootschalige evenementen worden tijdig gecommuniceerd met de inwoners, zodat het recht van inspraak niet in het gedrang komt • De SGP vindt dat musea laagdrempelig moeten zijn en archeologische vondsten toegankelijk voor een breed publiek • De SGP wil de historie van de provincie nadrukkelijk onder de aandacht van de jeugd brengen • Het belang van het in standhouden van bibliotheken onderschrijft de SGP, maar wijst een aanbod van (digitale) producten af die strijdig zijn met Gods Woord • De SGP is van mening dat geen provinciaal geld (naast de rijksbijdrage) in de exploitatie van de regionale omroep moet worden gestoken 9. Jeugd, onderwijs en zorg • Het gezin is de hoeksteen van de samenleving • Bij het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin stimuleert het provinciebestuur de gemeentebesturen • De problemen bij Bureau Jeugdzorg worden zo snel mogelijk opgelost, waarbij de provincie forse maatregelen niet schuwt. • Samen met de gemeentebesturen en maatschappelijke instellingen realiseert het provinciebestuur een sluitende keten voor jeugdzorgtaken • Vroegtijdige signalering bij jongeren moet worden gestimuleerd • Wachtlijsten in de jeugdzorg moeten worden teruggedrongen • Maak verschil in preventie en lichte hulp én zware en complexe hulp • Landelijk werkende instellingen verdienen steun van de provincies Bestuur en middelen • Geen nieuwe bestuurlijke structuren, maar een provincie met heldere kerntaken • De provincie maakt geen eigen beleid op terreinen waar afspraken tussen rijk en gemeenten bestaan • Provincie is bondgenoot van gemeenten en betrekt deze maximaal bij beleid • Toegankelijkheid, één loket, efficiency en resultaatgerichtheid staat centraal • Inhuur van externen wordt zoveel mogelijk beperkt, en altijd op basis van tijdelijke projectbasis


Pagina 38

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Provincie is een goed werkgever en geeft medewerkers ontplooiingskansen Niet noodzakelijke zondagsarbeid wordt tegengegaan en gewetensvrijheid van medewerkers gerespecteerd De provincie draagt zorg voor behartiging van belangen, ook richting het Rijk en de Europese instellingen Het belang van preventie blijvend benadrukken; preventie is een kernbegrip Scherp toezien dat gemeenten een goed functionerend rampenplan hebben De veiligheidsregio heeft een belangrijke taak in efficiënte rampbestrijding Structureel sluitende meerjarenbegroting. Deugdelijke onderbouwing van reserves en voorzieningen, geen lasten naar de toekomst. Provinciaal beleid wordt in SMART-geformuleerde indicatoren vertaald. Goed financieel controlesysteem. Benoemen van prioriteiten. Duidelijk inzicht in de wettelijke taken, de autonome (zelfgekozen) taken en de taken die met anderen worden uitgevoerd. Sober financieel beleid om de lasten voor de burger zo laag mogelijk te houden. Bij dreigende tekorten eerst zoeken naar bezuinigen en richten op de kerntaken. Regionale uitvoering door het Rijk decentraliseren naar het middenbestuur, gekoppeld aan de nodige middelen. Efficientere aanpak doordat ieder overheidsorgaan zich scherper richt op haar eigen taak en rol. Evenwichtige herverdeling van het provinciefonds. Efficiënt werkende organisatie met een stevig management Slanke organisatie afgestemd op de taken Zo min mogelijk inhuur van tijdelijk personeel Het nieuwe provinciehuis moet sober worden ingericht met doelmatige inrichting Flexibele werkplekken en werktijden zijn uitgangspunten voor de nieuwe manier van werken binnen de provinciale organisatie, evenals de mogelijkheid om thuis te werken Subsidies behouden het karakter van aanvulling Subsidies moeten bijdragen aan de provinciale doelen Subsidies worden zo mogelijk jaarlijks geëvalueerd op nut en noodzaak Identiteitsgebonden instellingen worden net zo behandeld als algemene instellingen Actieve inzet om Europees beleid te benutten voor provinciaal beleid Cofinanciering van rijksopgaven moeten steeds afgewogen worden of deze passen in het provinciaal beleid


Pagina 39

Partij voor de Dieren 1. Ruimtelijke Ontwikkeling  Geef de Ecologische Hoofdstructuur de hoogste prioriteit en zorg ervoor dat deze in 2018 is gerealiseerd. Alle Natura 2000-gebieden hebben voor 2014 een vastgesteld beheerplan.  Ontsnipperende maatregelen nemen om migratie van dieren mogelijk te maken.  Bouwen in open gebied zoveel mogelijk voorkomen.  Er worden grenzen gesteld aan de grootte van agrarische bouwblokken.  In een ruimtelijke verordening wordt de bescherming van EHS, Nationale Landschappen, waterwingebieden en waardevolle cultuurlandschappen vastgelegd. 2. Landelijk gebied  Gedeputeerde Dierenwelzijn, Natuur en Milieu aanstellen en samenhangend natuur-, milieuen dierenwelzijnsbeleid formuleren.  Dierenwelzijn afzonderlijk punt in collegeakkoord en begroting.  Ruim bedrag begroten voor opvang en vervoer van (in het wild levende) dieren, zodat hulp door dierenambulances, dierenartsen en opvangcentra gegarandeerd is.  Bescherming dieren, natuur en milieu prioriteit geven bij beheerplannen voor de Natura 2000gebieden en het vergunningsverleningsbeleid.  Beleid gericht op afname van de veestapel. Er komt een uitbreidingsstop en een vestigingsstop voor de intensieve veehouderij.  Stuur aan op snelle sanering van alle intensieve veehouderijen in de nabijheid van natuurgebieden.  Uitbreiding of nieuwe vestigingen van veehouderijen alleen toestaan als dat geen negatieve effecten voor het dier, natuur en milieu met zich meebrengt. Koeien wordt ten minste weidegang geboden.  Uitbreiding of nieuwe vestigingen van veehouderijen alleen toestaan als er geen negatief effect op de volksgezondheid te verwachten is. Hiervoor wordt een Gezondheids Effect Rapportage (GER) opgesteld.  Bevorder de regionalisering en de productie en afzet van dieren milieuvriendelijke veehouderijen akkerbouwproducten.  Faciliteer waar mogelijk verbreding van de landbouw  Het principe 'de vervuiler betaalt' gaat gelden voor de vee-industrie.  Niet meebetalen aan luchtwassers voor de intensieve veehouderij.  In structuurvisie opnemen dat pelsdierhouderijen niet toegestaan zijn.  Subsidiemogelijkheden vanuit het Europees landbouwbeleid aangrijpen om initiatieven op het gebied van dierenwelzijn te kunnen ondersteunen.  Communiceer mogelijkheden Europese regelingen op het gebied van dierenwelzijn naar de potentiële gebruikers van de regeling in de agrarische sector.  Stimuleer de bouw van schuilstallen en boomaanplant in weilanden ter beschutting van vee.  Faunabeleid wordt gebaseerd op objectief wetenschappelijke gegevens en wordt gevoerd in overeenstemming met de Flora- en faunawet.  Met ingeburgerde exoten (bv. muskusrat, wasbeer, halsbandparkiet) net zo zorgvuldig om te gaan als met inheemse diersoorten.  Onderhoud een ‘openbaar toegankelijk systeem van monitoring van gegevens’ waaruit een onafhankelijk overzicht van de in de provincie levende flora en fauna ontstaat. Ook wordt bijgehouden hoeveel dieren worden aangereden en waar die aanrijdingen plaatsvinden. Ze evalueert jaarlijks het gevoerde beleid met betrekking tot de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet.  De provincie erkent geen enkele faunabeheereenheid.  Maak de soorten, aantallen en locaties openbaar van dieren die worden doodgeschoten.


Pagina 40

           

Terughoudendheid bij het verstrekken van afschotvergunningen of onbeschermdverklaringen van zogenoemde ‘schadelijke dieren’. Geen jacht op provinciale gronden Verwilderde katten niet doden, maar vangen en gecastreren/steriliseren. Bevorderen ontwikkeling en toepassing diervriendelijke alternatieven voor het voorkomen en bestrijden van (landbouw)schade door dieren. Schadecompensatie afbouwen en stimuleren dat boeren zich collectief tegen faunaschade verzekeren. Extra provinciale opsporingsambtenaren aanstellen inzake de Flora- en faunawet die niet verbonden zijn aan FBE of jagersvereniging. Klachten over jagers registreren en gebruiken om de handhaving te verbeteren. Roofvogelvervolging registreren en gebruiken om de handhaving te verbeteren. Structurele financiële ondersteuning bieden aan de opvangcentra voor vogels en andere in het wild levende dieren. De provincie maakt een einde aan het ganzenfoerageerbeleid en gaat over op het bieden van alternatieve foeragevelden buiten de productievelden. Huidige muskusrattenbestrijding beëindigen. De vrijkomende middelen worden ingezet voor preventie en herstel van zwakke plekken in de waterkeringen. Leefbaarheid en groenmogelijkheden in steden verbeteren. Daartoe wordt vastgehouden aan het ´Recreatie om de Stad´ beleid.

3. Wonen en stedelijke vernieuwing  Bouwen op eigen erf bevorderen, t.b.v. huisvesting van ouders of kinderen. Stimuleren ecologisch verantwoorde/energiezuinige woningen en bedrijfsgebouwen.  Bevorder herallocatie van ruimte uit ondermeer vrijgekomen agrarische gebouwen of ombouw van leegstaande kantoorruimte. 4. Duurzaamheid en milieu  Lichtvervuiling tegengaan en de handhaving in stiltegebieden verbeteren.  Agrarisch natuurbeheer is geen vervanging voor natuurgebieden, maar een aanvulling.  De provincie investeert in biologische landbouw. Het areaal in de provincie wordt vergroot door het geven van omschakelsubsidies.  Provincie gentech-vrij houden.  Bij interne bedrijfsvoering rekening houden met duurzame inkoop, geen servering van bedreigde diersoorten, 100 % biologisch vlees en vleesproducten, vegetarische producten, één dag in de week geen vlees of vis, vermindering.  Milieubeleid gaat uit van het voorzorgsbeginsel.  Realisatie doelstellingen Kaderrichtlijn Water; zonodig extra inspanningen.  Milieuregels strikt handhaven.  Bij het bestrijden van verdroging bepalen natuurdoelstellingen het waterbeheer.  Provinciale milieudiensten kwantitatief en kwalitatief voldoende capaciteit.  Bij provinciale aanbestedingen strenge milieueisen, transparant aanbestedingsbeleid en voorrang aan duurzame bedrijven.  Volledig hergebruik van afval en water stimuleren.  Bedrijven die investeren in duurzame productieprocessen worden daarin gestimuleerd en gefaciliteerd door de provincie. Niet-duurzame subsidies, zoals die aan de intensieve veehouderij, worden beëindigd.  Geen stimulering van energie verkregen uit afvalstoffen van de vee-industrie.  Geen nieuwe kerncentrale. Sluiting kerncentrale in Borssele zo snel mogelijk.  Geen vergunningen voor kolencentrales.  Geen ondergrondse CO2 opslag.  Geen medewerking aan mestvergistingsprojecten.  Stimuleringsfonds kleinschalige opwekking van schone energie door particulieren.


Pagina 41

        

Zonnepanelen langs snelwegen, op vliegvelden, bedrijventerreinen en op viaducten. Windenergie langs treinsporen wordt de norm. Voorlichting en voorbeeldprojecten m.b.t huizen die zelf energie gaan opwekken. Bodemgebruik voor het benutten van aardwarmte en warmtekoudeopslag zoneren. Integraal energietransitieplan opstellen. Tempo van energierenovaties in bestaande bouw verder opvoeren. Glastuinbouw volledig laten gaan op de ‘gesloten kas’. Onnodig energieverbruik aan banden leggen. Toepassing restwarmte stimuleren, o.a. via de vergunningverlening. Provincie 100% afnemer van groene energie.

5. Water  Biologisch (water)beheer alleen toepassen als het aantoonbaar effectief is en er een diervriendelijke bestemming is voor de weggevangen dieren.  Bevorderen vispassages bij sluizen, gemalen en waterkrachtcentrales.  Verbieden van viswedstrijden en ontmoedigen van hengelen d.m.v. voorlichting en beperkende maatregelen. 6. Economische zaken en recreatie  Subsidies aan vrijwilligersorganisaties worden beoordeeld op effectiviteit en noodzakelijkheid. 7. Mobiliteit  Geen verkeerswegen voor het gemotoriseerde verkeer meer aanleggen en wegen verbreden zonder voldoende natuur- en milieucompensatie in de eigen regio.  Hoge prioriteit aan openbaar vervoer door te zorgen voor nieuwe OV-verbindingen, het verbeteren van de frequentie en aansluiting op elkaar van bestaande verbindingen en het verlagen van de tarieven.  Door of langs bestaande natuurgebieden geen nieuwe wegen aanleggen.  Onderwijs- en zorginstellingen en overheidsdiensten met het openbaar vervoer bereikbaar vanuit elke woonkern.  Stimulering personenvervoer over water en in stand houden veerboten.  De provincie financiert ‘fietssnelwegen’ voor woon-werkverkeer. Bestaande fietspaden moeten beter worden onderhouden.  Deugdelijke afrastering tussen natuurgebieden en (snel)wegen faciliteren waarbij mogelijkheid van migratie van dieren verzekerd wordt door ondertunneling of viaducten verzekerd.  Ervoor zorgen dat rond vliegvelden geen vogelaantrekkende activiteiten plaatsvinden  Elektrische auto’s gebruiken en investeren in voldoende oplaadpunten.  Ecologisch bermbeheer langs wegen en vaarwegen en foeragemogelijkheden voor in het wild levende dieren aanbieden.  Thuiswerken stimuleren om files en de CO2 uitstoot terug te dringen.  Walstroom in zee- of binnenhavens bevorderen, zodat vervuiling door scheepsmotoren wordt voorkomen.  Park & Ride faciliteiten vergroten en kosteloos maken voor OV-reizigers. 8. Samenleving, cultuur en sport  Diversiteitsbeleid voor provinciaal personeel wordt versterkt.  Met daadkracht optreden tegen alle uitingsvormen van discriminatie.  Steun voor kunst en cultuur onder de verantwoordelijkheid van de gemeentes brengen; budgetverlaging voorkomen  De provincie steunt dierenwelzijns-, natuur- en milieueducatie en de regionale omroepen bij het uitzenden van programma’s over deze thema’s.


Pagina 42



Steun aan de gemeentes bij omgang met krimp. Provincie stimuleert nieuwe natuur bij krimp.

9. Jeugd, onderwijs en zorg  Geen korting op de subsidies voor jeugdzorg.  Bureaucratie in de jeugdzorg terugdringen  Verbetering toegankelijkheid jeugdzorg voor allochtonen.  Bij alle voorzieningen de toegankelijkheid voor mensen met een beperking bevorderen. 10.

Bestuur en middelen


Pagina 43

Mooi Utrecht 1. Ruimtelijke ontwikkeling  uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkeling is een omgeving die ontworpen is met de mens in gedachte; kwaliteit en schoonheid gaan daarbij boven efficiëntie.  Mooi Utrecht gelooft dat mensen zich veel beter kunnen ontwikkelen in een leefomgeving die kwaliteit uitstraalt. De provincie kan de juiste voorwaarden scheppen en de ideeën van de burgers in beleid vertalen  grote megalomane projecten zoals Leidsche Rijn zullen plaats moeten maken voor kleinschalige projecten met een dorps karakter  groene ruimte, recreatie en ontspanning moeten voor de bewoners op loopafstand zijn  Mooi Utrecht streeft niet alleen naar grote projecten maar wil ook in de wijk kijken naar kleine aanpassingen die een groot verschil kunnen maken  het koste wat het kost bouwen op bepaalde locaties moet over zijn. De keuze waar en waarom er gebouwd wordt moet transparant en duidelijk zijn en gebaseerd zijn op de input van de burgers en niet op grondposities van de betrokken partijen  de mooie parkachtige bebouwing in de provincie moet niet alleen worden behouden maar ook verder worden uitgebreid. Nieuwe woonkernen in het landelijk gebied worden daarbij niet geschuwd 2. Landelijk gebied  Mooi Utrecht wil de landschappelijke kwaliteit in stand houden als de bestaande agrarische activiteiten afnemen. Dit kan door het stimuleren van duurzame bedrijven op voormalige landbouwgrond of beperkte woningbouw in een landschappelijke setting  Mooi Utrecht heeft een voorkeur voor het combineren van natuur met recreatie of kleinschalige vormen van landbouw  verdere uitbreiding van de intensieve veehouderij is onaanvaardbaar

3. Wonen en stedelijke vernieuwing  Mooi Utrecht wil winkels en andere voorzieningen terugbrengen in de wijk waardoor het weer goed wonen en werken wordt.  bewoners moeten bij de ruimtelijke ordening van hun wijk betrokken worden  Mooi Utrecht wil een structuurvisie waarbinnen kleinschalige projecten met een menselijke maat de ruimte krijgen  Mooi Utrecht vindt het belangrijk dat deze nieuwe woonkernen goed en snel bereikbaar zijn waardoor ze ondanks de afstand tot de steden onderdeel van de stad zijn.  bij woningbouw niet terugvallen op de standaard architectuur van dertien in een dozijn maar bouwen in samenspraak met de bewoners  voor de woningbouw en de bouw van bedrijventerreinen moet er een visie zijn die aansluit bij de behoefte in de toekomst 4. Duurzaamheid en Milieu  Mooi Utrecht wil een duurzame samenleving die zich richt op duurzame bouw, duurzaam transport en duurzame wijken die kwaliteit uitstralen en leefbaar zijn  auto’s uit de binnensteden houden met behulp van goedkope “Park and Ride” (P&R) locaties  Mooi Utrecht is behoudend met het plaatsen van windmolens, als alternatief kan gedacht worden aan de aanplant van bossen voor de productie van houtpellets  nieuwe woningbouw en vooral ook bedrijfsgebouwen zullen voor een deel in hun eigen energie moeten voorzien  Mooi Utrecht zet ook sterk in op energiebesparing


Pagina 44

5. Water  waar er grootschalige wateropvang moet worden gerealiseerd, dit combineren met recreatieve doeleinden. Het onder water laten lopen van gebieden die vervolgens niet meer bruikbaar zijn voor landbouw of recreatie vindt Mooi Utrecht kortzichtig en weinig creatief  aandacht voor de afvoer en opvang van water bij nieuwbouwprojecten. Lokale opvang van water met behulp van bassins of groene daken, dan wel grachten in woonwijken plannen 6. Economische Zaken en recreatie  economie stimuleren doormiddel van recreatie en toerisme  ontsluiting van het platteland en de dorpen voor toeristen, ontwikkelen van toeristische routes en reclame maken in het buitenland 7. Mobiliteit  snelle openbaarvervoersverbinding tussen Utrecht en Amsterdam voor een goede verbinding tussen de steden, maar ook tussen de steden en eventueel nieuw te bouwen woonkernen  goederen kunnen via verdeelcentra buiten de stad met elektrische voertuigen de stad binnengebracht worden  het openbaarvervoer moet de concurrentie aangaan met het particulier wegverkeer door onder andere het comfort te vergroten. De provincie moet deze voorwaarde opnemen bij het uitschrijven van de concessies 8. Samenleving, cultuur en sport  goede sportvoorzieningen stimuleren; sport brengt mensen samen  voorkomen dat sportvoorzieningen in de verschillende gemeenten elkaar teveel overlappen  Mooi Utrecht wil ook natuur- en recreatiegebieden toegankelijk maken met openbaarvervoer  cultureel ondernemerschap stimuleren. Kunst is een publiekstrekker en kan de lokale economie een impuls geven  uitbreiden van de culturele functies (Utrecht als culturele hoofdstad en viering Vrede van Utrecht)  in paleis Soestdijk wordt het Museum van de Democratie gevestigd  op een deel van het voormalige vliegveld Soesterberg wordt het Europees Centrum voor Vrede en Verbinding van Mensen gesticht. Kinderen kunnen zich hier uitleven en experimenteren als kunstenaars en wetenschappers 9. Jeugd, onderwijs en zorg  onderwijs is cruciaal voor de ambities van Utrecht als duurzame kennisregio, goede samenwerking tussen zowel scholen en universiteiten als overheid en bedrijfsleven is hierbij van belang  Mooi Utrecht pleit voor kleine scholen met maximaal 600 leerlingen zodat de relatie tussen docent en pupil optimaal tot zijn recht kan komen  in plaats van een grote multifunctionele accommodatie moet de nadruk komen te liggen op gebruik en optimalisatie van bestaande (sociale) netwerken. Scholen moeten zich inzetten om kinderen te activeren, zodat ze iets kunnen leren in dorp of wijk  voor de basisschool geldt dat er een balans gevonden moet worden tussen enerzijds het ondersteunen van de tweeverdieners en alleenstaande werkende moeders in hun zorgtaken en anderzijds het kind optimaal te laten leren zonder geïnstitutionaliseerd te worden  voor het voortgezet onderwijs en het VMBO zet Mooi Utrecht in op decentralisatie  in een rustgevende en inspirerende omgeving kunnen leerlingen aan hun toekomst werk. Dat vereist andere architectuur dan die nu veelal voor nieuwe scholen gebruikt wordt. 10. Bestuur en Middelen  Mooi Utrecht wil het gereedschap van de burger zijn. Een platform dat gebruikt kan worden om een visie in de Provinciale Staten in te brengen. Op deze manier kan de burger actief betrokken worden in het democratisch proces Compilatie verkiezingsprogramma’s 2011

Pagina 45

  

Mooi Utrecht signaleert een ontwikkeling en zoekt met actieve burgers naar een oplossing de provincie kan opgedeeld worden in functionele regio’s zodat gemeenten niet langer samengevoegd hoeven te worden maar kunnen worden ondergebracht in de nieuw te vormen regio’s Mooi Utrecht is er in de eerste plaats voor de burgers en niet voor de politici


Pagina 46

PVV (Partij voor de Vrijheid) 1. Ruimtelijke Ontwikkeling  geen nieuwe bedrijventerreinen als oude kunnen worden herontwikkeld  bij (dreigende) bestemmingsplanconflicten tussen gemeenten moet de Provincie het initiatief tot bemiddeling nemen en oplossingen aandragen; procedures worden hiermee verkort en de onzekerheid voor burger en bedrijf beperkt.  geen Europese bemoeienissen met onze ruimtelijke ordening  bouwen naar behoefte  geen strak en star contourenbeleid  geen ontpoldering  revitalisering van bestaande bedrijventerreinen  zaken als ecoducten, ontsnipperen en uitkijktorens zijn in tijden van bezuinigingen niet verantwoord en niet gewenst 2. Landelijk gebied  geen megastallen in de veehouderij  ruimte voor toeristische en recreatieve activiteiten binnen agrarische sector  natuurbehoud  geen bemoeienis vanuit Brussel (Natura 2000)  de jacht uitsluitend voor in stand houden populatie, dus geen plezierjacht 3. Wonen en Stedelijke Vernieuwing  welstandscommissies afschaffen  extra aandacht voor starterswoningen en huisvesting van ouderen en zorgwoningen.  geen moskee er meer bij  stoppen met Vogelaarwijken  meer betaalbare woningen  bouwen naar behoefte  ruimte voor kantoor aan huis 4. Duurzaamheid en Milieu  stoppen met subsidies voor klimaatwaanzin  de PVV wil een harde aanpak van illegaal dumpen van afval en vervuilen van de bodem  geen CO2-opslag  geen windmolens  subsidies drastisch beperken, geen milieusubsidies 5. Water  geen bouwplannen in gebieden met overstromingsrisico  overstromingsrisico’s tot een minimum te beperken 6. Economische zaken en recreatie  meer ruimte voor recreatie  uitbreiding Glasvezelnetwerk/versnelling provincaal digitaliseringsproces  rationale afweging tussen economische en ecologische belangen  minder verstikkende regelgeving, minder regels voor ondernemers  ruimte voor toeristische en recreatieve activiteiten binnen agrarische sector  bevordering innovatie door samenhang universiteit, hogeschool en bedrijfsleven  utrecht blijvens dynamisch ontwikkelen, vestigingsklimaat voor ondernemers aantrekkelijker maken


Pagina 47

7. Mobiliteit  utrecht blijvend dynamisch ontwikkelen  aanleg van meer en bredere wegen en rotondes  veilig en doelmatig openbaar streekvervoer: cameratoezicht, sneller preventief fouilleren  beter onderhoud wegen  infrastructuur in gelijk tempo ontwikkelen bij bouwprojecten  buurtbus en/of regiotaxi voor speciale doelgroepen  doelmatige verlichting van wegen en fietspaden  variabele maximumsnelheid invoeren 8. Samenleving: sport en cultuur  incidentele subsidieverstrekking als een concurrentienorm wordt voldaan  keiharde aanpak verkeersagressie of hufterig gedrag  behoud en financiering Nationaal Cultureel Erfgoed, met name met een regionale betekenis  bescherm kunstenaars die bedreigd worden door de islamisering  respect voor Nederlandse tradities  op 4 mei gedenken wij de slachtoffers van het nationaal socialisme, op 5 mei en 15 augustus vieren wij onze bevrijding, dat blijft zo  we behouden de subsidies voor bepaalde musea, ons erfgoed en bibliotheken, maar we verlagen de kunsten cultuursubsidies. Permanente kunstsubsidies schaffen we af.  nationaal historisch museum moet in Paleis Soestdijk komen  meer aandacht voor dierenwelzijn en bestrijden van dierenmishandeling 9. Jeugd, onderwijs en zorg  operationele aansturing naar de wijken en gemeenten  in de jeugdzorg starten met opleggen van meetbare doelen en deze bewaken  minder managers, meer professionals  één manager erbij, dan twee eraf  geen digitaal systeem jeugdgezondheidszorg  stop de islamisering in de jeugdzorg, stop voortrekken allochtonen en illegalen  geen centra Jeugd en Gezin, dat is een extra en overbodige laag  efficiëntere jeugdzorg  bobo’s financieel verantwoordelijk stellen voor misstanden en einde gouden handdrukken  einde aan bobocultuur in de jeugdzorgsector, Balkenende-norm invoeren  sluiten islamitische scholen  ruimte voor kleinschaligheid in de zorg en het onderwijs.  basisonderwijs in het Nederlands  op elke school en elk overheidsgebouw moet de nationale vlag wapperen  de Canon van onze vaderlandse geschiedenis verplichten op school; de Holocaust neemt daar bijvoorbeeld een belangrijke plaats in  de Nederlandse tradities, normen en waarden blijven de basis vormen van het onderwijs  veilige buurten  stop de islamisering in de zorg, stop voortrekken allochtonen en illegalen  maak alle voorzieningen toegankelijk voor iedereen  draag zorg voor een adequaat ambulancevervoer over aan de veiligheidsregio’s

10. Bestuur, Europa en Middelen  verlaging opcenten motorrijtuigenbelasting  geen provinciale ontwikkelingshulp  de Waterschappen moeten bij de Provincie worden ondergebracht


Pagina 48

           

           

geen internationale provincie- of stedenbanden op kosten van de belastingbetaler hervorming van het Provinciebestuur door terug te gaan naar de kerntaken: Ruimtelijke Ordening & Wonen; Verkeer & Vervoer; Milieu, Natuur & Landschap; Economie & Agrarische Zaken afschaffen financieel toezicht op gemeenten, dit wordt weer een taak van het ministerie van Financiën geen boerka’s en hoofddoekjes voor ambtenaren, Statenleden en Gedeputeerden volledige stop diversiteitbeleid en “positieve” discriminatie geen dubbele nationaliteiten voor commissaris van de Koningin, leden Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten folders of andere overheidscommunicatie alleen in het Nederlands op alle scholen en overheidsgebouwen moet de Nederlandse vlag wapperen, op het provinciehuis wappert de Nederlandse en de Provincievlag geen halalproducten in het Provinciehuis minimaal 20% bezuinigen op huidige begroting stoppen met subsidiëring, behalve voor het in stand houden van cultureel erfgoed en activiteiten in het provinciaal algemeen belang opzetten openbaar declaratieregister voor provinciebestuurders en een openbaar subsidieregister op de provinciesite. Actueel en met verantwoording. Iedereen heeft het recht om te weten waar belastinggeld heen gaat. Subsidieontvangers mogen geen subsidieverstrekkers zijn europa heeft in de provincie niets te zoeken, dus geen bemoeienissen meer vanuit Brussel met provinciale aangelegenheden de intensieve lobby’s in Den Haag en Brussel stopzetten, de Provincie gaat zich weer richten op de Provincie zelf geen structurele subsidieverstrekking businessclass snoepreisjes en duur betaalde cursussen en congressen voor ambtenaren en bestuurders op kosten van de belastingbetaler zijn verleden tijd discussie over de Randstadprovincie de komende vier jaar in de ijskast, eerst zelf afslanken en terug naar de kerntaken opheffen Bestuur Regio Utrecht en relevante taken invoegen bij kerntaken van de Provincie geen potjes opmaken aan het eind van het jaar de Commissaris van de Koningin en de gedeputeerden mogen geen betaalde nevenfuncties hebben. De Commissaris van de Koningin wordt gekozen inhuren van externen moet worden beperkt kleinere en efficiëntere Provincie: minder ambtenaren, minder statenleden, minder gedeputeerden, verlaging vergoedingen commissaris van de Koningin, statenleden en gedeputeerden. Geen wachtgeldregelingen 50% minder beleidsnota’s recreatieschappen waar nodig onderbrengen bij de Provincie en privatiseren waar mogelijk


Pagina 49

50PLUS 50PLUS heeft een landelijk programma, onderstaande punten zijn door 50PLUS als speerpunten voor de provincie Utrecht benoemd. In het onderstaande zijn zij integraal weergegeven. 1.

Woonbeleid aanpassen naar behoefte , rekening houden met krimp in de toekomst . Hiervoor dient het Bouwbesluit - een landelijke wettelijke regelgeving - te worden gewijzigd.

2.

Leeftijdsbewust personeelsbeleid is belangrijk om werkgelegenheid te borgen voor de 50plussers. De aanwezige kennis moet benut worden voor overdracht aan de generaties van morgen.

3.

Openbaar vervoer moet frequent rijden, toegankelijke bushaltes dichter bij elkaar en bij openbare gebouwen zoals gemeentehuis, winkelcentrum, zorgcentra. Deze nutsvoorziening terug naar de overheid. Waar je moet zijn moet je kunnen komen

4.

Om de (kennis)economie op peil te houden meer investeren in nascholing voor oudere werknemers om zou optimaal langer aan het arbeidsproces te kunnen blijven deelnemen. (Semi)- overheidsinstellingen hierin stimuleren.

5.

Maatregelen om fijnstof, , CO2 in de steden en langs dicht bewoonde gebieden tot het minimum beperken. Zodat het prettig blijft om in de vertrouwde omgeving te blijven wonen. Snelheidbeperkingen zo nodig opleggen. Betere handhaving milieuregels bij bedrijven. Voorbeeld brand Moerdijk waar men zich niet aan de regels heeft gehouden en de handhaving ondermaats was. Geen windmolens binnen minimaal 1 km van woonkernen.

6.

Huisartsenposten en opname ziekenhuis dichterbij huis Grenzen provincie/gemeenten vervallen voor zorgpunten. Belangrijk voor mobiliteit van ouderen en bezoek aan zorgpunten. Rekenmodel t.b.v. gewenste afstand aanpassen

7.

Openbaar vervoer gratis maken voor ouderen. Regiotaxi uitbreiden in de gehele provincie Utrecht. Openbaar vervoer terug naar de overheden zodat de goed verdienende trajecten de onrendabele bekostigen.

8.

Servicepunten/burgerzaken in gemeentehuizen ook na herindelingen in de kernen behouden. Desnoods onderbrengen in Dorpshuizen/Wijk- en/of Gezondheidscentra.

9.

Om je veilig te blijven voelen op straat, woonomgeving en in huis meer investeren in preventie. Bijdragen aan minder draagkrachten en meer licht en blauw op straat. Door surveillanten langer in een gebied te laten werken, zonder beperking van promotiemogelijkheden, is er meer kennis van het gebied. Goede straatverlichting is essentieel.

10.

Om bewegen te bevorderen meer aandacht voor veilige en toegankelijke fietsen wandelroutes. Onderhoud van fietsen wandelpaden is voor de veiligheid essentieel. Meer aandacht voor kwaliteit van leefomgeving. Openbare gebouwen en routes er naar toe veilig en zonder belemmeringen ook voor minder validen.


Pagina 50

Platform Lokale Partijen Utrecht (PLU) 1. Ruimtelijke ontwikkeling  de PLU wil inzetten op transformatie van leegstaande kantoorruimte tot woongebieden door middel van slimme oplossingen. Daarmee wordt de schaarse ruimte in de provincie gespaard en zijn vaak al parkeerfaciliteiten aanwezig. Er is vaak al de nodige infrastructuur en ook soms OV verbindingen dicht in de buurt. Dit sluit goed aan op de visie om niet verder in te zetten op de uitbreiding van de rode contour zoals de provincie wil opnemen in de nieuwe provinciale structuurvisie  de PLU wil behoud van de kwaliteit van kleine kernen met goede kleinschalige primaire voorzieningen, winkelvoorzieningen, postagentschappen en geldautomaten en behoud van OV verbindingen  de PLU wil tevens inzetten op behoud van agrarische bedrijven in het weidegebied als natuurbeheerders voor de toekomst. Daarbij moeten extra mogelijkheden komen voor agrariërs om te investeren in biomassa als extra inkomstenbron  geen verdere investering in allerlei overlegorganen die de transparantie voor de besluitvorming niet bevorderen en zorgen voor een overlapping van besluitvorming die tegenstrijdig is met elkaar  het Groene Hart moet niet verder worden aangetast en projecten als woningbouwontwikkeling in Rijnenburg moet worden stopgezet omdat nu al gebleken is dat realisatie van de plannen van de gemeente Utrecht van de gepresenteerde plannen niet haalbaar is  Groot Mijdrecht Noord moet als polder behouden worden. Ruimte voor natuurontwikkelingen is mogelijk, maar mag nooit leiden tot hinder voor de bedrijven die in deze polder zijn gevestigd 2. Landelijk gebied  in het landelijk gebied zal er de komende jaren een grote transformatie plaatsvinden. Veel agrariërs gaan stoppen in de komende jaren en dat leidt tot aanzienlijke aantallen m2 vrijkomende bedrijfsruimte. De PLU is van mening dat hier een goede invulling voor moet worden gevonden. De uitgangspunten in de agenda “Vitaal Platteland”bieden hiervoor onvoldoende mogelijkheden. De PLU is voorstander van het realiseren van kleine leefgemeenschappen en kleine bedrijven in het landelijk gebied. Nu al is 75% van de bedrijvigheid in het buitengebied niet agrarisch. Dat biedt dus zeker kansen die benut kunnen worden  de PLU bepleit maatwerk als het gaat om de inrichting van het buitengebied. Inzetten op verdere versterking van de EHS structuur is prima moet niet leiden tot rigide beleid van de provincie zoals de afgelopen jaren het geval is geweest. De provincie moet veel meer in overleg gaan met betrokkenen en kiezen voor maatwerkoplossingen. Zo’n beleid zal leiden tot een kwaliteitsimpuls van het buitengebied doordat er een betere balans komt tussen wonen en werken en zal tevens leiden tot een betere planologische kwaliteit van het buitengebied  de inrichting van het buitengebied met nieuwe natuur kan rekenen op de instemming van de PLU. De afgelopen jaren heeft de provincie langs de provinciale infrastructuur nogal wat groen weggehaald. In de komende periode moet de provincie inzetten op vernieuwing van dat groen 3. Wonen en Stedelijke Vernieuwing  de PLU wil inzetten op transformatie van de leegstaande kantoorruimte tot woningbouwlocaties met slimme constructies  er moet meer ruimte komen voor betaalbare woningbouw met een prijsstelling tot maximaal € 180.000 voor starters. Deze woningen worden nu nog maar mondjesmaat gebouwd in de provincie. De PLU wil de komende jaren inzetten op meer van dit soort woningbouwprojecten. De provincie moet zich meer gaan inzetten op de woningmarkt in


Pagina 51



samenwerking met gemeenten niet alleen door subsidieverstrekking maar ook door toepassing van wettelijke maatregelen zoals de WvG de PLU wil inzetten op duurzame woningbouw en levensloopbestendig. Stadsvernieuwing in samenwerking met woningbouwcorporaties. Domotica toepassing moet worden voortgezet zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen leefomgeving

4. Duurzaamheid en Milieu  de PLU wil geen Provinciale Uitvoeringsdienst voor Milieutaken en zet in op Regionale uitvoeringsdiensten. Zij wil daartoe de huidige Milieudiensten transformeren en daarmee de kennis behouden. Daarmee wordt de aanwezige kennis behouden omdat immers deze milieudiensten in de huidige setting het overgrote deel van de uitvoering voor hun rekening nemen en kunnen gemeenten en provincie meer grip houden op uitvoering en kosten  de PLU wil fors gaan inzetten op gebruik van duurzame energie. Biomassatoepassing door agrariërs en een forse schaalvergroting van gebruik van zonne-energie in woningbouw en door bedrijven  geen windmolens in de provincie. De PLU ziet hiervoor de provincie Utrecht niet als ideale locatie en wil windmolens bouwen op plekken waar ze het meeste rendement opleveren. Zoals op zee of in grote windmolenparken in het open gebied van Flevoland  nieuwe woningen moeten zoveel mogelijk worden voorzien van WKO installaties. In bestaande woningbouw moet in samenwerking met corporaties de komende fors worden geïnvesteerd in milieuvriendelijker en energiezuiniger maken van de woningen  de WABO zal ertoe leiden dat der een verschuiving plaatsvindt van toetsing vooraf naar handhaving achteraf. De provincie zal beleid moeten ontwikkelen om haar belang zo goed mogelijk te beschermen. Daarnaast vindt er een taakverschuiving plaats. De komende jaren wil de PLU inzetten op een zo transparant mogelijke toepassing van de WABO. Omwille daarvan vindt de PLU het noodzakelijk dat de provincie in gesprek gaat met gemeenten en andere semioverheidslichamen om de toepassing van de WABO wetgeving zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden 5. Water  het beheer van water moet volgende de PLU voor de operationele taken bij de waterschappen blijven. Het beleid ligt bij de provincie. Om overlast van water in de provincie te voorkomen moet in de provinciale regionale structuurvisie in probleemgebieden de mogelijkheid worden opgenomen om waterbergingen mogelijk te maken die regulerend werken om wateroverlast te voorkomen en in droge tijden wellicht als spaarbekken kunnen fungeren 6. Economische zaken en recreatie  de PLU wil inzetten op revitalisering van de kleine bedrijventerreinen. Zoveel mogelijk werkgelegenheid dicht bij kernen. Dat geeft een economische impuls en leidt tot afname van het forensenverkeer  uitbreiding van dit soort bedrijventerreinen wil de PLU slechts toestaan als daar mogelijkheden voor zijn en het leidt tot vermindering van de verrommeling van het buitengebied door verspreide bedrijventerreintjes. Verplaatsing ervan leidt tot een betere planologische kwaliteit binnen de provincie  voor de recreatie wil de PLU inzetten op meer aanleg van recreatieve fietspaden en het benutten van mogelijkheden tot recreatie van waterwegen die niet meer of nog sporadisch door de beroepsvaart worden gebruikt. Dat biedt mogelijkheden tot economische impulsen. Utrecht moet daarom inzetten op het ontsluiten van waterwegen door deze waterwegen voor recreatievaart toegankelijk te maken en havenfaciliteiten aan te leggen  Utrecht moet zich niet alleen als knooppunt presenteren van wegen- en spoorverbindingen maar meer investeren in toeristische mogelijkheden die zorgt stimulering van de economie in de provincie 7. Mobiliteit


Pagina 52

 

   



de provincie moet haar rol als vervoersautoriteit zelf weer in handen nemen. Alle overbodige bestuurslagen zoals BRU dienen te worden opgeheven en de taken ervan moeten terug naar de provincie in het OV moet de provincie ervoor zorgen dat juist niet bezuinigd wordt op OV en milieuvriendelijk vervoer zoals nu wel dreigt te gebeuren. Hiaten in het OV netwerk moeten worden opgepakt. Vooral aan de Noord-Zuid verbinding valt nog wel het een en ander te verbeteren. Elke plaats moet met OV bereikbaar zijn en de provincie moet zich inzetten om het OV gratis te maken er moet aandacht komen voor de problematiek als knooppunt waarbij problemen van welke aard dan ook die zich in het OV de afgelopen tijd hebben voorgedaan worden opgevangen dubbele veiligheidssystemen moeten de komende tijd worden aangelegd door de landelijke overheid en in de stedelijke agglomeraties moet worden ingezet op een grotere vervoerscapaciteit door uitbreiding van het tramnetwerk of de inzet van lightrail de PON- lijn moet tot een volwaardige spoorverbinding worden gemaakt zodat in geval van calamiteiten de spoorverbinding tussen Utrecht en Amersfoort in stand kan blijven geen verbreding van de A27 ten koste van een verdere aantasting van Amelisweerd. Kijken naar de mogelijkheid van een dubbeldeks tracé zodat de breedte van de tunnelbak hetzelfde blijft en de verkeerscapaciteit wordt vergroot. Indien dit niet kan en er geen enkel ander alternatief mogelijk is dan géén verbreding van de A27. Met de verbreding van de noordelijke rondweg vindt er al een spreiding van verkeersstromen plaats. Geef dit prioriteit en kijk eerst eens naar het effect hiervan. Uitbreiding van de capaciteit van de A27 is dan wellicht niet eens nodig de PLU is geen voorstander van ongebreideld asfalt leggen.

8. Samenleving Cultuur en Sport  de PLU is voorstander van een samenleving waarbij respect is voor ieders levensovertuiging. Wij zijn de mening toegedaan dat er dan ook sprake moet zijn van wederzijds respect en iedereen die hier in onze provincie komt wonen zich dan moet conformeren aan de Nederlandse normen en waarden  de provincie moet daar een voortrekkersrol in vervullen en ook de regie nemen. Wij verwachten van het Rijk dat deze maatregelen neemt om het wettelijk gezag in de gelegenheid te stellen om hier ook daadwerkelijk op toe te zien en dat de provincie zich naar het Rijk inspant om die doelstelling te realiseren. Met andere woorden ook de provincie moet zich inspannen voor meer blauw op straat  de PLU wil het huidige cultuurbeleid van de provincie voortzetten en ook het parelfonds blijven inzetten om cultureel erfgoed voor de toekomst te bewaren. De samenvoeging van bibliotheken tot een organisatie oftewel schaalvergroting is voor de PLU niet noodzakelijk en wij willen daar verder niet op inzetten. De huidige regionale organisatie functioneert goed en is nog maar pril. Om die nu al te confronteren met weer een schaalvergrotingsslag wijst de PLU af. Wij willen wel graag in deze statenperiode een evaluatiemoment en dan bekijken welke richting gewenst is. Een bibliothekennetwerk moet in ieder geval behouden worden  sportbeoefening moet worden gestimuleerd door de provincie in samenwerking met gemeenten. Speciale aandacht vraagt de PLU voor gehandicaptensportbeoefening. Daar moet door provinciale stimulering het verenigingsleven enthousiast worden gemaakt om gehandicaptensportbeoefening in hun verenigingsactiviteiten op te nemen. 9. Jeugd Onderwijs en Zorg  de PLU wil verdere voortzetting van het huidige beleid. Utrechtse Jeugd Centraal en de Sociale Agenda. Er gaat echter wel iets veranderen want de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg gaat naar de gemeenten. Daar is de PLU voorstander van maar verbindt er wel een rol voor de Provincie aan. Gemeenten zullen het met 30% minder moeten doen aan budget en de afgelopen jaren heeft juist de provincie veel geld geïnvesteerd in Jeugdzorg. De PLU pleit ervoor om een intensief begeleidingstraject voor de overgang van de beleidsrol van de Provincie naar gemeenten op te zetten en de budgetkorting die ermee gepaard gaat uit


Pagina 53



provinciale middelen zoveel mogelijk te compenseren. De provincie moet een stevige ondersteunende rol krijgen om gemeenten in staat te stellen de kwaliteit van de jeugdzorg te kunnen waarborgen de PLU is voorstander van kleinschalige zorg. De mens “centraal” en niet het budget. De provincie moet faciliteren en het gemeenten mogelijk maken om kleinschalige zorgcentra in de eigen kernen en in woonwijken van steden mogelijk te maken. De PLU wijst schaalvergroting af en ook is er een rol weggelegd voor de provincie om aan te dringen bij het Rijk om te komen tot een transparant beleid op het gebied van indicering en administratieve afhandeling van zorg. De PLU wijst de “secondenzorg”waarbij elke seconde wordt geregistreerd af. Wij willen terug naar de menselijke maat

10. Bestuur en Middelen  de provincie is als bestuurslaag totaal onzichtbaar voor de inwoner bedrijven en belangenorganisaties. De rol van de provincie is totaal onduidelijk en over de uitvoering van taken is zelden of nooit wat in de pers te lezen  wij willen naar een kleinere efficiënte ambtelijke provinciale organisatie die wat ons betreft helemaal niet hoeft te verhuizen naar het Fortis gebouw. Deze vorm van geldverspilling wijzen wij als PLU af. Het gebouw van Fortis is nu al veel te groot voor de huidige ambtelijke organisatie laat staan voor een nieuwe kleinere organisatie  ook is de provincie zelf niet met efficiency bezig getuige de enorme papierstroom die zij produceert (bijvoorbeeld de notulen van de PS vergaderingen in een harde kaft) en het geeft een scheef beeld van het milieu-imago van de provincie  de provincie moet in de komende periode haar rol voor de toekomst als bestuurslaag eens goed voor zichzelf neer gaan zetten. Zichzelf een spiegel voorhouden zowel als organisatie als beleidsmatig. Daar moet een duidelijk toekomstbeeld voor de inwoner, bedrijven en belangenorganisaties uitkomen. De provincie werkt nauwelijks duaal en heeft een imagoprobleem  de huidige tussenlagen zoals de BRU die niet democratisch gekozen zijn door de kiezer zorgen voor een vertroebeling van het beleid en een stroperige besluitvorming. Het leidt ook tot inefficiëncy en verspilling van Rijks-, provinciale en gemeenschapsgelden  alle overige overlegorganen zoals de Noordvleugel Utrecht dragen niet bij tot snelle besluitvorming en dienen voor wat de PLU betreft te verdwijnen. Transparantie moet terugkomen en de PLU wil een duidelijke lijn in de besluitvorming en uitvoering. Voor provinciaal beleid en uitvoering is dat het Provinciehuis voor de PLU


Pagina 54

Kandidatenlijsten Overeenkomstig artikel I 10 van de Kieswet zijn de navolgende lijstencombinaties aangegaan: - Lijst 3: Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) en lijst 5: GROENLINKS - Lijst 6: ChristenUnie en lijst 8: Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP)

Christen Democratisch Appèl (CDA) Nr

Naam

Woonplaats

1

Doornenbal-van der Vlist, P. (Petra)

Lopik

2

Krol, R.W. (Bart)

Soest

3

Raven, A.H. (Anneke)

Utrecht

4

Maasdam-Hoevers, M.W.J. (Mirjam)

Zeist

5

de Kruif, G.A. (Gijs)

Woudenberg

6

Graaff, H. (Herman)

Amersfoort

7

Buiting, J.M. (Marius)

Utrecht

8

Nap, H. (Erika)

Vleuten

9

Westerlaken, C. (Chris)

Willige Langerak

10

de Korte-Verhoef, M.C. (Ria)

Baambrugge

11

Horst, G. (Gerben)

Nieuwegein

12

van Oosterom, T. (Teus)

Woerden

13

van de Vooren, M.S. (Margriet)

Rhenen

14

Wolleswinkel, M.W. (Martin)

Renswoude

15

van Breukelen, J.M. (Jan)

Wilnis

16

Kranenburg, P.P. (Peter)

Doorn

17

Houben, C.G.D. (Charlotte)

Utrecht

18

Polman, L.J.A. (Bert-Jan)

Maarssen

19

Jansen, J.M.W. (Jan Willem)

Baarn

20

van Garderen, A.H. (Guus)

Amersfoort

21

Versteeg, M.A.J. (Michel)

IJsselstein

22

Pelgrum-Lotterman, P.T.G. (Petra)

Utrecht

23

Mulder-van Zuijlen, F.J.M. (Francine)

Polsbroek

24

Das, W.B. (Wouter)

Utrecht

25

Rauw, J.G.G. (Jan)

Achterberg

26

Versteeg, D. (Dirk)

Achterberg


Pagina 55

Nr

Naam

Woonplaats

27

van Steeg, G.C. (Bert)

Utrecht

28

Klein Kranenburg, H.R.A.L. (Henk)

Hagestein

29

Ruijs, T.G.P.M. (Theo)

Zeist


Pagina 56

VVD Nr

Naam

Woonplaats

1

van Lunteren, J.W.R. (Remco) (m)

Amersfoort

2

Barneveld Binkhuysen, F.H. (Frits) (m)

Soest

3

Balemans, E.R.M. (Eric) (m)

Utrecht

4

Alsem, F.M. (Ineke) (v)

Harmelen

5

el Yassini, Z. (Zohair) (m)

Utrecht

6

Vlam, A.J. (Anita) (v)

Nieuwegein

7

Smit, Y. (Yvonne) (v)

Maarssen

8

Kocken, A.H.L. (Arthur) (m)

Utrecht

9

Konings, J.A.J. (Hans) (m)

Vleuten

10

Weierink, G.H.J. (Gert-Jan) (m)

Maartensdijk

11

Tuijnman, D.S.L. (Daniël) (m)

Utrecht

12

Joustra, W.J. (Willem-Jetze) (m)

Langbroek

13

Emons, R.N.S. (Ronald) (m)

Bilthoven

14

Kelder, P. (Paul) (m)

Driebergen

15

Eysbroek, N. (Neeke) (v)

Utrecht

16

Germs, J. (Jakob) (m)

Renswoude

17

Wegman, G.F. (Geert) (m)

Utrecht

18

van den Tweel, M.G.A.C. (Marc) (m)

Leusden

19

Lamers-Tiecken, D. (Dicky) (v)

Nieuwegein

20

Engeman, R.J.G.M. (Romana) (v)

Bilthoven

21

van Veen, P.J.H.M. (Paul) (m)

Veenendaal

22

Boos, P.H. (Paul) (m)

Bilthoven

23

Scherrenberg, J.J.M.W. (Joël) (m)

De Bilt

24

van den Heerik, Y. (Yvonne) (v)

Abcoude

25

Boelens, P.C.J. (Peter) (m)

Houten

26

Berkhof-de Vos, I. (Ingrid) (v)

Harmelen

27

Louwerse, J.C. (John) (m)

Bunnik

28

Teters, J. (Johan) (m)

Amersfoort

29

Huisman, M.A.T. (Ria) (v)

Leusden

30

van de Mheen, H. (Henk) (m)

Bunschoten


Pagina 57

Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) Gecombineerd met GROENLINKS Nr

Naam

Woonplaats

1

de Vries, E. (Bert) (m)

Amersfoort

2

Fokker, K.J. (Karin) (v)

Driebergen-Rijsenburg

3

de Kruijf, C. (Kees) (m)

Leusden

4

Blom, U.P. (Ursula) (v)


5

Driehuijs, K.E. (Kasper) (m)

De Meern

6

van Viegen, P.J. (Pauline) (v)

Utrecht

7

Hekman, J.A. (Jelle) (m)

Amersfoort

8

Kiliç, D. (Dursun) (m)

IJsselstein Ut

9

Verbeij-Ouwerkerk, J.H. (Herma) (v)

Harmelen

10

Aaftink, G.J.M. (Gerard) (m)

Maarssen

11

Horsten-van Santen, Y.J.P. (Yvon) (v)

Zeist

12

Derks, E.S. (Erwin) (m)

Utrecht

13

van Kuijk, A. (Albert) (m)

Zeist

14

Essousi, A. (Ali) (m)

Utrecht

15

van Geest, D.S. (Daniël) (m)

Houten

16

van der Roest, H.IJ. (Bert) (m)

Utrecht

17

van 't Hooft, N.P.B. (Natascha) (v)

Amersfoort

18

Carton, J.W. (Jan Willem) (m)

Lopik

19

Grondijs, E.A. (Esther) (v)

Baambrugge

20

van der Steen, W.J. (Willy) (v)

Woerden

21

van Rooijen, H.B.M. (Henk) (m)

Amersfoort

22

Wildeman, G.K. (Gijs) (m)

Zeist

23

Mahamed, A.Y. (Ahmed) (m)

Amersfoort

24

Verdoner, E.M. (Eddo) (m)

Utrecht

25

Verhagen, C.W.J. (Karien) (v)

Nieuwegein

26

Aydemir, Y. (Yücel) (m)

Utrecht

27

van Zevenbergen-Joele, I.H.B. (Irene) (v)

Amersfoort

28

Killi, F. (Fethi) (m)

Amersfoort

29

Spekman, J.L. (Hans) (m)

Utrecht


Pagina 58

SP (Socialistische Partij) Nr

Naam

Woonplaats

1

Mineur, A.M.C. (Anne-Marie) (v)

De Bilt

2

van de Gein, S.N. (Suzanne) (v)

Linschoten

3

Lutfula, Y.S. (Younis) (m)

Utrecht

4

Meijer, A.M. (Ad) (m)

Amersfoort

5

Claus, Y. (Yvonne) (v)

Amersfoort

6

Weijzen, F.A. (Frans) (m)

Amersfoort

7

Duquesnoy, P.W. (Pieter Wout) (m)

Zeist

8

Boer, M.H.O. (Menno) (m)

Bilthoven

9

de Vries, G.J. (Gerben) (m)

Soest

10

Schimmel-Buts, G.M. (Geraldine) (v)

Nieuwegein

11

Boone, A.E. (Angela) (v)


12

van de Groep, L. (Lars) (m)

Utrecht

13

Stekelenburg, M.C. (Martijn) (m)

Nieuwegein

14

Bosman, G.J. (Gerard) (m)

Loenen aan de Vecht

15

Dekker, R.B. (Robbie) (m)

Wijk bij Duurstede

16

de Hiep, S.A. (Sylvia) (v)

Loenen aan de Vecht

17

Zwamborn, K.M. (Karin) (v)

Utrecht

18

Verhofstad, K. (Koen) (m)

Vinkeveen

19

Romani de Wit, M.R. (Melissa) (v)

Utrecht

20

Schiedon, A.J. (Ad) (m)

Doorn

21

Jonkers-Cornelisse, A. (Annelies) (v)

Eemnes

22

van Gemert, N.M. (Nicole) (v)

Utrecht

23

Schipper, T.W. (Tim) (m)

Utrecht

24

Bichbich, F. (Fatima) (v)

Veenendaal

25

van Zuijlen, A.N.M. (André) (m)

Woudenberg

26

Breur, J.P. (Jan) (m)

Veenendaal

27

van Dijk, G. (Gerrit) (m)

Houten

28

Bolt, M.P. (Lenneke) (v)


29

Inekci, H.H. (Hasan) (m)

Nieuwegein

30

Hoetmer, N.M.J. (Nel) (v)

Woerden

31

Burger, J.A.G. (Jan) (m)

Wijk bij Duurstede

32

van Well, J.N.M. (Joop) (m)

IJsselstein Ut

33

van Geijtenbeek, J.R. (Jasper) (m)

Amerongen


Pagina 59

Nr

Naam

Woonplaats

34

Wiersma, A.J. (Anya) (v)

Amersfoort

35

van den Bank, J. (Johan) (m)

Soesterberg

36

Voorbij, J.C.P. (Jan) (m)

IJsselstein Ut

37

van Aartsen, W.P.B. (Peter) (m)

Bunnik

38

Mets-Baart, S.M. (Sandra) (v)

Baarn

39

van Kekem, D.C. (Dirk) (m)

De Bilt

40

Coolen, P.L.W. (Patrick) (m)

Leusden

41

Jacobs, M.M.A. (Martin) (m)


42

Schmitz, L. (Lyander) (m)

Leersum

43

Brouwer, J. (Jeroen) (m)

Wijk bij Duurstede

44

Wijlhuizen, V.A. (Vincent) (m)

Utrecht

45

Sangers, H.G.T. (Harry) (m)

De Bilt

46

Ruers, R.F. (Bob) (m)

Utrecht

47

Quik-Schuijt, A.C. (Nanneke) (v)

Zeist

48

Witteman, B.A. (Ton) (m)

Kockengen


Pagina 60

GroenLinks Gecombineerd met Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) Nr

Naam

Woonplaats

1

Pennarts-Pouw, A.M.A (Mariëtte) (v)

Montfoort

2

Bekkers, F.H.W. (Florian) (m)

Utrecht

3

Nugteren, B. (Bas) (m)

Utrecht

4

Boelhouwer, A.C. (Karin) (v)

Wijk bij Duurstede

5

Fastl, J. (Jasper) (m)

Utrecht

6

Beks, M.A.M. (Mari) (m)

Amersfoort

7

Onrust, N.J. (Nadine) (v)

Utrecht

8

van der Heijden, J. (Jaap) (m)

Utrecht

9

Koopmanschap, A.T.A. (Bert) (m)

Bunnik

10

van Essen, H.P. (Huib) (m)

Utrecht

11

Lappee, J.H. (Hans) (m)

IJsselstein Ut

12

Alberti, C.M. (Irma) (v)

Veenendaal

13

de Haan, F.K. (Folko) (m)

Zeist

14

Corporaal, T.E. (Tijm) (m)

Houten

15

Das, M.C. (Martien) (v)

Bunnik

16

Koudijs, J.D. (Jan) (m)

Leersum

17

Wetzels, J.J.E. (Jamili) (m)

Utrecht

18

de Hoop, E. (Evelien) (v)

Houten

19

Reininga, T.C. (Tjark) (m)

Utrecht

20

van der Kaaij, C.P. (Cock) (m)

Breukelen

21

van Kessel, J.C.A.M. (Hans) (m)

Abcoude

22

Eerdmans, G. (Gerda) (v)

Amersfoort

23

Muis, H. (Henk) (m)

Wijk bij Duurstede

24

Koster-Dreese, Y. (Yolan) (v)

Harmelen

25

Genuit, W.J.L. (Wim) (m)

Baarn

26

Rijckenberg, A.M.J. (Annemiek) (v)

Utrecht

27

Kloppenborg, J.F.M. (Jos) (m)

Utrecht

28

Voortman, L.G.J. (Linda) (v)

Utrecht


Pagina 61

ChristenUnie Gecombineerd met Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Nr

Naam

Woonplaats

1

Dik-Faber, R.K. (Carla) (v)

Veenendaal

2

Schaddelee, A.J. (Arne) (m)

Houten

3

de Heer, C. (Kees) (m)

Amersfoort

4

van Ballegooijen, D. (David) (m)

Zeist

5

Wijmenga, J. (Jan) (m)

Utrecht

6

Monrooij, M.J. (Martin) (m)

Nieuwegein

7

Zandbergen, E.P. (Erris) (m)

Woudenberg

8

Hop-Vedder, W. (Wil) (v)

Bunschoten Spakenburg

9

de Jong, W.M. (Wouter) (m)

Houten

10

Haak-Griffioen, M. (Marjan) (v)

Woerden

11

de Vries, J.P. (Jurn) (m)

Amersfoort

12

Postma, R. (Rogier) (m)

Veenendaal

13

Helmus, M.A. (Menno) (m)

Nieuwegein

14

Pouwels-Koopman, K.E. (Karolien) (v)

Leusden

15

Drost, N. (Nico) (m)

Rhenen

16

de Wit, L.P. (Leon) (m)

Kamerik

17

Schouten, C.F. (Kees) (m)

Mijdrecht

18

Kool, A. (Arie) (m)

Linschoten

19

Jonkman, P. (Piet) (m)

Amersfoort

20

van Kranenburg, C.J. (Kees) (m)


21

Bezemer, A. (Ard) (m)

Utrecht

22

Jansen, N (Nico) (m)

Maartensdijk

23

van Vuuren, J.C (Chris) (m)

Soest

24

Schuurman, E. (Egbert) (m)

Breukelen Ut

25

Streefland, J.J.J. (Tjako) (m)

Utrecht

26

Dieterman-Brouwer, C.H. (Karin) (v)

Elst Ut

27

van Hoek, D.J. (Dick) (m)

Houten

28

de Vries, T.IJ.M. (Maarten) (m)

Utrecht

29

Kamstra, A (Andries) (m)

Breukelen Ut

30

van Bellen-Bos, G.E. (Gerda) (v)

Veenendaal


Pagina 62

Democraten 66 (D66) Nr

Naam

Woonplaats

1

de Vries, R.E (Ralph) (m)

Hollandsche Rading

2

Versteeg, J.C.M. (Jacqueline) (v)

Utrecht

3

Hoefnagels, N.J.P. (Niels) (m)

Bunnik

4

Boerkamp, J.G. (Hans) (m)

Utrecht

5

Verheul, K. (Koos) (v)

Utrecht

6

Peters, J.P.M. (Jo) (m)

Bilthoven

7

Thonon, I. (Ivo) (m)

Utrecht

8

Smakman, G.J.J. (Gerard) (m)

Amersfoort

9

Jedema, K.N. (Karen) (v)

Utrecht

10

Meijer, R.P.J.M. (Robert) (m)

Bosch en Duin

11

Blaauw, C.W.A. (Cosmas) (m)


12

Geling, G.J.J. (Gert Jan) (m)

Utrecht

13

Paternotte, P.H. (Peter) (m)

Groenekan

14

Kamta, W.S. (Widjai) (m)

Nieuwegein

15

de Nijs, P.J.T. (Patricia) (v)

Utrecht

16

van Dijk, J. (Jaap) (m)

Amersfoort

17

Engeringh, H.M. (Marcel) (m)

Bilthoven

18

van der Niet, R. (René) (m)

Overberg

19

Kortekaas, M.L. (Mike) (m)

Utrecht

20

van Haaften, W.F. (Wouter) (m)

Utrecht

21

Zuidema, J. (Jaap) (m)

Veenendaal

22

Rothuis, R.G.L. (Richard) (m)

Ede Gld

23

Oosterveld, O. (Otto) (m)

Baarn

24

Zedlitz, A.M.E.E. (Aglaia) (v)

Utrecht

25

Stassen, L.B. (Lucas) (m)

Zeist

26

Albrecht, K.T. (Kamiel) (m)

Utrecht

27

Wijn, C.H. (Cor) (m)

Bilthoven

28

Rigter, M.I. (Maarten) (m)

Utrecht

29

Steverink, C.G.J. (Keesjan) (m)

IJsselstein Ut

30

Flierjans, J. (Janny) (v)

Linschoten

31

Hofstee, F.B.A.M. (Femke) (v)

Maarssen

32

Eggink, J.W. (Jan Willem) (m)


33

van Keulen, G.B. (Ninke) (v)

Tull en 't Waal


Pagina 63

Nr

Naam

Woonplaats

34

Hogeveen, E.J. (Linda) (v)

Breukelen Ut

35

Dekker, A.J. (Ali) (v)

Odijk

36

Dorigo, G.T. (Gabino) (m)

Amersfoort

37

Berkhuysen, A.J.R. (Arjan) (m)

Utrecht

38

Gaaikema, J.H. (Han) (m)

Mijdrecht

39

Brouwer, A. (Arie) (m)

Wijk bij Duurstede

40

van Binsbergen, D. (Daniël) (m)

Veenendaal

41

ten Brink, W.G. (William) (m)

Amersfoort

42

Potman, H. (Henk) (m)

Eemnes

43

Jetten, E.M.C. (Edward) (m)

Amersfoort

44

Nahar, I. (Marc) (m)

Woerden

45

Burg, V. (Vincent) (m)

Utrecht

46

van Panhuys, O.T.H. (Olaf) (m)

Rhenen

47

Glimmerveen, R.W. (Rob) (m)

Veenendaal

48

Jacobs, E.L. (Emmy) (v)

Utrecht

49

Bruinsma, R. (Rienk) (m)

Soesterberg


Pagina 64

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Gecombineerd met ChristenUnie Nr

Naam

Woonplaats

1

van Wikselaar, W.


2

van de Lagemaat, J.

Woudenberg

3

Marchal, J.

Langbroek

4

Palm, H.W.

Wilnis

5

van Leeuwen, G.

Houten

6

van Klinken, J.

Veenendaal

7

van Tuijl, C.J.

Woerden

8

Wijnmaalen, L.A.

Vianen Ut

9

van der Vlies, A.J.W.

Maartensdijk

10

Boonzaaijer, G.

Doorn

11

van Eckeveld, J.M.

Veenendaal

12

Vlastuin, D.

Renswoude

13

den Hertog, D.A.

Zijderveld

14

Hulsman, W.G.

Rhenen

15

Verweij, W.L.

Maartensdijk

16

van der Tang, O.M.

Rhenen

17

van der Wind, H.J.

Maarsbergen

18

Prosman, D.

Rhenen

19

Mulder, J.A.

Woudenberg

20

Schalk, P.

Veenendaal

21

Middelkoop, G.

Woerden

22

Benschop, J.W.

Lopik

23

Fieret, W.

Woudenberg

24

de Visser, C.

Kockengen

25

Vermeer, J.

Veenendaal

26

Slootweg, J.F.

Maartensdijk

27

Mauritz, J.H.

Kamerik

28

van Os, F.

Benschop

29

van Leeuwen, M.F.

Maartensdijk

30

Bisschop, R.

Veenendaal


Pagina 65

Partij voor de Dieren Nr

Naam

Woonplaats

1

van der Steeg, W. (Willem) (m)

Utrecht

2

Keller, H.J. (Hiltje) (v)


3

van de Geest, P. (Paula) (v)

Utrecht

4

Vonk, M.M. (Maaike) (v)

Bussum

5

Verkleij-Torenbeek, C. (Claudia) (v)

Everdingen

6

Bloemberg, J.F. (Jennifer) (v)

Utrecht

7

Faber, I.N. (Istar) (v)

Utrecht

8

van der Ham, L.W. (Heleen) (v)

Den Dolder

9

Meijer, T.J. (Tijmen) (m)

Utrecht

10

de Roos, H. (Herman) (m)

Amersfoort

11

van 't Pad, R. (Ron) (m)

Utrecht

12

Fransen, E.P.C. (Eva) (v)

Utrecht

13

Oskam, S.W. (Saskia) (v)

Utrecht

14

Lammers, J.M. (Joyce) (v)

Woerden

15

van den Bos, F.K. (Femke) (v)

Utrecht

16

Bodewitz, W.A. (Wanda) (v)

Vleuten


Pagina 66

Mooi Utrecht Nr

Naam

Woonplaats

1

Snyders, M.

Baarn

2

Pierik, V.F.

Baarn

3

van Esch, H.J.

Soest

4

Stoppelenburg, P.M.

Oudewater

5

Brinkhof, A.E.M.

Baarn

6

Kennedie, J.

Baarn

7

van Kanten, S.A.

Utrecht

8

van der Breul - Heijm, A.L.

Baarn

9

van Althuis, J.C.

Baarn

10

de Boer, M.

Baarn

11

Hazemeijer, S.H.

Harmelen

12

ten Cate, A.E.A.

Utrecht


Pagina 67

PVV (Partij voor de Vrijheid) Nr

Naam

Woonplaats

1

Dercksen, R.G.J. (m)

Bosch en Duin

2

IJssennagger, H. (m)

De Bilt

3

Broere, E.J. (v)

Soest

4

van Hal-Scheffer, J.G. (m)

Soesterberg

5

Scherer, H.N. (m)

Maartensdijk

6

Ubaghs, W.J. (m)

Maarssen

7

van Hees, E.P.G. (m)

Amersfoort

8

Ramakers, R.R.J. (m)

Oud Zuilen

9

van der Helm, J.J. (m)

Veenendaal

10

Kemp, A.M. (v)

Vianen Ut

11

Spierings, O.F.H.P.M. (m)

Utrecht

12

Jacobs, J. (m)

Soest

13

van der Vliet, V.P. (m)

Eemnes

14

van Hummel, B. (m)

Veenendaal

15

Tam, N.M.R. (m)

Linschoten

16

Huisman, P.H.J. (m)

Utrecht

17

van den Besselaar, I.H.C. (m)

Utrecht


Pagina 68

50PLUS Nr

Naam

Woonplaats

1

Hoek, W.M.M. (Mieke)

Vreeland

2

Peters, J.W.H. (John)

Amersfoort

3

Gadellaa, J.M. (Jack)

Utrecht

4

Troost, H.J. (Herman)

Nieuwegein

5

Reinsma, M. (Marianne)

Maarssen

6

Brandt Corstius, G. (Guido)

Soest

7

Koopman, M. (Maurice)

Amersfoort

8

van der Horst, H.A. (Henk)

Eemnes

9

Postema, J.G. (Koos)

Soest


Pagina 69

Platform Lokale Partijen Utrecht (PLU) Nr

Naam

Woonplaats

1

Goldhoorn, A.J.C. (Anco) (m)

Vinkeveen

2

Ketting, H.B.G. (Hink) (m)

Vleuten

3

Verbeek-Beverwijk, J. (Jacqueline) (v)

Nieuwegein

4

Saaltink, H.M. (Harry) (m)

Leusden

5

Roos, R. (Rob) (m)

Kockengen

6

Jonkers, C.L. (Rob) (m)

Montfoort

7

Bom, E.L. (Elias) (m)

Woerden

8

Dekker, J. (Jacques) (m)

Mijdrecht

9

Hensbergen, G. (Gera) (v)

Maarn

10

Maris, B.W. (Bert) (m)

Benschop

11

Verkaik, E. (Eimert) (m)

Montfoort

12

Steensma, M.P. (Greet) (v)

Papekop

13

van Ekeren, A. (Ane) (m)

Harmelen

14

Kemna, J.E. (Jeroen) (m)

Rhenen

15

Berends, J.H. (Hans) (m)

Utrecht

16

Streekstra, S. (Sybe) (m)



Pagina 70

Compilatie verkiezingsprogramma s 2011 Provincie Utrecht

Recommend Documents