COMELIT AUDIOSPELER ART. 20004500 - 20004501 - 20004502
1
2
INHOUD 1
INLEIDING .................................................................................................................................................... 4 1.1 1.2
2
OVERZICHT VAN DE FUNCTIES ......................................................................................................... 4 WERKINGSPRINCIPE ............................................................................................................................. 4
COMELIT AUDIOSPELER ......................................................................................................................... 5 2.1 2.2 2.3 2.4
SERVER EN SPELER ZONDER VERSTERKER (ART. 20004500) ............................................... 5 SPELER MET VERSTERKER (ART. 20004501) ................................................................................ 5 SPELER MET VERSTERKER (ART. 20004502) ................................................................................ 5 BEREIK VAN VOEDING EN INTERFACES ......................................................................................... 5
3
INSTALLATIESCHEMA'S ........................................................................................................................... 6
4
INSTALLATIE VAN DE SERVER- EN SPELERMODULE ZONDER VERSTERKER (ART. 20054000) ........................................................................................................................................ 7
5
INSTALLATIE VAN DE MODULE MET VERSTERKER (ART. 20054001) ........................................... 7
6
INSTALLATIE VAN DE MODULE ZONDER VERSTERKER (ART. 20054002) ................................... 8
7
INBEDRIJFSTELLING................................................................................................................................. 9 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
8
SERVER-SPELERMODUS: INBEDRIJFSTELLEING VAN DE AUDIOMODULE MET EEN INTERNE SERVER ........................................................................................................................ 14 8.1 8.2 8.3
9
NETWERKINSTELLING AANPASSEN ................................................................................................9 SERVER TOEWIJZEN ........................................................................................................................... 12 DE APPARAATNAAM WIJZIGEN........................................................................................................ 13 EEN MULTIROOM-SYSTEEM OPZETTEN....................................................................................... 13 AFSPEELLIJSTEN OPSTELLEN ......................................................................................................... 13
AANSLUITEN VAN DE USB-STICK .................................................................................................... 14 AFSPEELLIJSTEN OPSTELLEN ......................................................................................................... 15 UPNP BEDIENING ................................................................................................................................. 15
EXTRA FUNCTIES .................................................................................................................................... 16 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
NETWERK................................................................................................................................................ 16 GEBRUIKERS TOEVOEGEN, WIJZIGEN OF WISSEN.................................................................. 16 CONFIGURATIE OPSLAAN ................................................................................................................. 16 HET CONFIGURATIEMENU VERLATEN .......................................................................................... 16 UITLOGGEN ............................................................................................................................................ 16
10
FIRMWARE UPDATE ............................................................................................................................... 17
11
PROBLEEMOPLOSSING ......................................................................................................................... 17
1
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aankoop van deze nieuwe Comelit audiospeler en bedankt voor uw vertrouwen in ons product. We weten zeker dat u elke minuut van uw COMELIT AUDIOSPELER zult genieten. Om direct vanaf het begin optimaal van uw nieuwe apparaat te kunnen profiteren, raden wij u aan de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door te lezen. Op die manier raakt u snel vertrouwd met de COMELIT AUDIOSPELER. Bovendien vindt u in de aanwijzingen handige tips voor de installatie en het gebruik van het apparaat.
Productnaam: Functie: Design:
1.1
Comelit server en speler zonder versterker (20004500), Comelit audiospeler met versterker (20004501) en Comelit audiospeler zonder versterker (20004502) Audiostreaming client/server op basis van het Squeezebox-systeem (SQB systeem) REG (series installation)
OVERZICHT VAN DE FUNCTIES
Met de COMELIT AUDIOSPELER kunt u een multiroom audiosysteem opzetten. Er wordt één COMELIIT AUDIOSPELER gebruikt per muziekzone. De COMELIT AUDIOSPELER wordt ofwel aangesloten op een bestaande hifi-installatie ofwel de aangesloten luidsprekers worden gevoed via een ingebouwde versterker.
1.2
WERKINGSPRINCIPE
De COMELIT AUDIOSPELER is gebaseerd op het SQB-systeem. Het heeft een centrale server (Logitech mediaserver of Squeezebox server) waarop verschillende streaming-clients zijn aangesloten. De COMELIT AUDIOSPELER heeft niet alleen een ingebouwde SQB-client, maar ook een ingebouwde SQB-server. Dit betekent dat hij kan worden bediend in zowel de “SPELERMODUS” als in de “SERVERSPELERMODUS”. a) SPELER-modus: In de SPELER-modus fungeert de COMELIT AUDIOSPELER als een streaming-client en wordt de muziek afgespeeld vanaf een SERVER (ART. 20004500). De SPELER ontvangt de audiobestanden in digitale vorm via het netwerk in gegevenspakketten van de SERVER en zet deze vervolgens om in een analoog muziekformaat zodat ze via de luidsprekers kunnen worden afgespeeld.
b) SERVERMODUS: In deze modus fungeert de SERVER gelijktijdig als SERVER en als SPELER (alleen voor 20004501 e 20004502). Met andere woorden, de interne client heeft toegang tot de interne server zodat het apparaat ook kan worden gebruikt in de standalone-modus. In deze modus zijn er echter beperkingen. Het is alleen mogelijk opslagmedia aan te sluiten met een totale capaciteit tot 32 GB, dat wil zeggen dat één USB-stick met 32 GB of twee USB-sticks met elk 16 GB kunnen worden aangesloten. ART. 20004501 en 20004502 kunnen alleen gelijktijdig als SPELER en SERVER worden gebruikt als u 1 audiozone heeft. Als er 2 of meer audiozones zijn, moet u art. 20004500 als een server gebruiken.
4
2
COMELIT AUDIOSPELER
De COMELIT AUDIOSPELER is in drie verschillende soorten apparaten beschikbaar.
2.1
SERVER (ART. 20004500)
Alleen server.
2.2
SPELER MET VERSTERKER (ART. 20004501)
De “COMELIT AUDIOSPELER met versterker (Art. 20004501) is direct op de luidsprekers aangesloten via ingebouwde versterkers. De audio-uitgang voor 2 x 20 W bedraagt 4 Ω.
2.3
SPELER MET VERSTERKER (ART. 20004502)
De “COMELIT AUDIOSPELER zonder versterker (Art. 20004502) is via een Line-Out uitgang aangesloten op een bestaande hifi-installatie. Dit is een audio line-out van 2 Vrms / 10 kΩ.
2.4
BEREIK VAN VOEDING EN INTERFACES
De voedingseenheid voor het toestel 20004501 en 20004502 wordt NIET meegeleverd! Naast de voedingsaansluiting (Art. 20004501 - 24 Vdc, Art. 20004502 - 12-32 Vdc), beschikt de COMELIT AUDIOSPELER over de volgende poorten: • •
1x RJ 45: Ethernet 100 Mbit/s full duplex 2x USB-poorten
• •
20004501: 2 x luidsprekeruitgangen, 2x20 W / 4 Ω, Bedrijfsspanning 24 V DC 20004502: Audio line-out, 2 Vrms /10 kΩ, Bedrijfsspanning 12-32 V DC
Fabrieksinstellingen bij aflevering IP-adres
192.168.1.226
Gebruikersnaam
admin
Wachtwoord
admin
Apparaatnaam
COMELIT AUDIOSPELER
3
INSTALLATIESCHEMA'S
1 AUDIOZONE MET VERSTERKER
1 AUDIOZONE ZONDER VERSTERKER
2 AUDIOZONE MET VERSTERKERMODULE
6
4
INSTALLATIE VAN DE SERVER (ART. 20054000)
De voeding wordt meegeleverd. Afmetingen (breedte x hoogte x diepte): 54 x 54 x 45 mm
5
INSTALLATIE VAN DE MODULE MET VERSTERKER (ART. 20004501)
De bedrijfsspanning bedraagt 24 V DC. Behuizing is 4 units breed Afmetingen (breedte x hoogte x diepte): 70 x 90 x 63 mm Voor een gemakkelijkere aansluiting van de luidsprekers en de voeding kunnen de schroefaansluitingen van het apparaat worden verwijderd. De voedingskabels zijn nu aangesloten op de schroefaansluitingen. Let op de juiste polariteit: (Links: Plus (+), Rechts: Min (-)). Om de luidsprekers en de hifi-installatie correct aan te sluiten, moet ook hier de juiste polariteit worden gecontroleerd: ( - Links + | - Rechts + ) COMELIT AUDIOSPELER Eigenschappen luidspreker Voeding via 24 V DC schroefaansluiting USB-poort RJ45 stekker voor ethernet LAN 2 x 20 W / 4 Ω - L + | - R + De COMELIT AUDIOSPELER heeft twee DUO-LEDS, met elk een groene en een rode LED. (“Spanning/start” en “Status”) Uitleg: De groene “Spanning/start”-LED gaat branden zodra de COMELIT AUDIOSPELER wordt gevoed. Twee of drie seconden nadat de voeding is aangesloten, wordt deze LED rood en begint te knipperen. Zodra het opstartproces is voltooid, verandert deze LED terug naar groen. Nadat de COMELIT AUDIOSPELER is opgestart, gaat de status-LED continu knipperen met twee snelle impulsen gevolgd door een korte pauze. Dit knipperen geeft ook het laadniveau van de COMELIT AUDIOSPELER aan: hoe hoger de frequentie van de knipperende LED, hoe verder de COMELIT AUDIOSPELER geladen is. De COMELIT AUDIOSPELER heeft nu 3 minuten en 30 seconden nodig om op te starten.
6
INSTALLATIE VAN DE MODULE ZONDER VERSTERKER (ART. 20004502)
De bedrijfsspanning bedraagt 12-32 V DC. Behuizing is 4 units breed Afmetingen (breedte x hoogte x diepte): 70 x 90 x 63 mm Voor een gemakkelijkere aansluiting van de luidsprekers en de voeding kunnen de schroefaansluitingen van het apparaat worden verwijderd. De voedingskabels zijn nu aangesloten op de schroefaansluitingen. Let op de juiste polariteit: (Links: Plus (+), Rechts: Min (-)). Om de luidsprekers en de hifi-installatie correct aan te sluiten, moet ook daar de juiste polariteit gecontroleerd worden: ( - Links + | - Rechts + ) COMELIT AUDIOSPELER Lijneigenschappen Voeding via 12-32 V DC schroefaansluiting USB-poort RJ45 stekker voor ethernet LAN
Audio line-out, 2 Vrms /10 kΩ - L + | - R +
De COMELIT AUDIOSPELER heeft twee DUO-LEDS, met elk een groene en een rode LED. (“Spanning/start” en “Status”) Uitleg: De groene “Spanning/start”-LED gaat branden zodra de COMELIT AUDIOSPELER wordt gevoed. Twee of drie seconden nadat de voeding is aangesloten, wordt deze LED rood en begint te knipperen. Zodra het opstartproces is voltooid, verandert deze LED terug naar groen. Nadat de COMELIT AUDIOSPELER is opgestart, gaat de status-LED continu knipperen met twee snelle impulsen gevolgd door een korte pauze. Dit knipperen geeft ook het laadniveau van de COMELIT AUDIOSPELER aan: hoe hoger de frequentie van de knipperende LED, hoe verder de COMELIT AUDIOSPELER geladen is. De COMELIT AUDIOSPELER heeft nu 3 minuten en 30 seconden nodig om op te starten.
8
7
INBEDRIJFSTELLING
ALGEMEEN Milieuvereisten Bedrijfsspanning: Voedingsingang:
ART. 20004502: 12- 32 VDC, ART. 20004501 24VDC ART. 20004501: max. 72 W ART. 20004502: max. 5 W
Omgevingsomstandigheden: Omgevingstemperatuur: Opslagtemperatuur: Relatieve vochtigheid (niet condenserend):
in overeenstemming met EN 50090-2-2 -5 tot 35°C -10 tot +60°C 5% - 80%
Apparaat aansluiten Klik het apparaat op de DIN-rail die voldoet aan EN 60715. Voeding Controleer bij de montage van de voeding of er voldoende vermogen beschikbaar is. Sluit de voeding aan in overeenkomst met het plaatje op de schroefaansluiting.
7.1
NETWERKINSTELLING AANPASSEN
De COMELIT AUDIOSPELER wordt geleverd met het standaard IP-adres 192.168.1.226. Om de webinterface op te roepen, moet er een verbinding tot stand worden gebracht tussen uw pc en het LAN. Met behulp van het Discovery Tool kan het IP-adres van de COMELIT AUDIOSPELER worden gecontroleerd. Als u het IPadres bent vergeten, kunt u met dit instrument het huidige IPadres achterhalen. Hiervoor dient u de “Discovery Tool”-software te gebruiken. Deze vindt u op de cd in de doos van de module. Als u vervolgens op het symbool Discovery Tool klikt, verschijnt het volgende venster: Om de verbinding met de webinterface tot stand te brengen, gaat u als volgt te werk: Eerst moet de instelling van het IP-adres op de pc worden aangepast voor de COMELIT AUDIOSPELER. 1) Ga hiervoor naar de instellingen van het IP-adres op de pc Klik nu op Start --> Bedieningspaneel --> Netwerk en selecteer een netwerkverbinding. Selecteer daarna de LAN-verbinding.
Klik daarna op Eigenschappen, selecteer het internetprotocol IPV 4 en klik op Eigenschappen.
Het IP-adres kan nu worden aangepast. Het huidige IP-adres en de overige netwerkparameters van de pc moeten worden genoteerd alvorens wijzigingen aan te brengen, zodat ze na de netwerkconfiguratie van de COMELIT AUDIOSPELER kunnen worden gereset. Voer het IP-adres in: Subnetmasker:
192.168.1.228 (voorbeeld) 255.255.0.0
Bevestig de instellingen door op “OK” te klikken en sluit het venster om het nieuwe IP-adres te accepteren. Als het IP-adres van uw pc en van uw COMELIT AUDIOSPELER zich in hetzelfde subnetmasker bevinden, kunt u verder gaan met de instelling. Open hiertoe een internetbrowser en voer het IP-adres (bij aflevering: 192.168.1.226) in de adresbalk in. De webinterface start. Deze voert u naar het inlogvenster waar u “admin“ als gebruikersnaam en “admin“ als wachtwoord moet invoeren om in te loggen.
Vervolgens verschijnt het startvenster waarin u een van de drie menu-opties kunt selecteren: • • •
MEDIASERVER CONFIGURATIE INFORMATIE
10
Om het IP-adres van de COMELIT AUDIOSPELER aan te passen, klik op “CONFIGURATIE”.
Hierdoor verschijnt het configuratiemenu waarin u de netwerkoptie kunt selecteren om diverse instellingen te wijzigen, zoals het IP-adres. U kunt nu het IP-adres aanpassen aan het oude subnet van uw pc. Als u het IP-adres hebt aangepast en wilt opslaan, klik op “Configuratie opslaan”. U moet nu uitloggen en het oude IP-adres aan uw pc toekennen en opnieuw inloggen op de webinterface van de COMELIT AUDIOSPELER.
DHCP: als de DHCP is geactiveerd, zal het apparaat automatisch alle netwerkinstellingen laden. Er moet een DHCP-server in het lokale netwerk beschikbaar zijn. IP-adres / subnetmasker / gateway: als DHCP niet is geactiveerd, moet u de gebruikelijke netwerkparameters aanpassen aan het bestaande netwerk. DNS-server: DNS staat voor Domain Name System. De DNS-server zet een internetadres om in een IPadres 85.214.89.170 en andersom. NTP-server: Configureer een NTP-server zodat het apparaat de ingebouwde klok kan synchroniseren. NTP serverlijst: http://www.pool.ntp.org/zone/europe
7.2
SERVER TOEWIJZEN
Om een server aan de AUDIOMODULE toe te wijzen, moet u opnieuw inloggen op de webinterface. Selecteer in het hoofdmenu de optie “MEDIASERVER”. Het onderstaande venster verschijnt:
Klik op “SELECTEREN” en er verschijnt een ander venster om de server te selecteren.
De huidige beschikbare servers verschijnen met hun namen en IP-adressen. Klik op “Lijst verversen” om de lijst te actualiseren met de nieuwste beschikbare servers. Om de server te wijzigen, selecteer de gewenste server uit de lijst “Beschikbare mediaservers” en klik op “Server toepassen” “Huidige mediaserver”: Dit geeft aan welke server momenteel wordt gebruikt. De interne SPELER wordt vervolgens gekoppeld aan de gewenste SERVER. Opmerking: Als de server waartoe de COMELIT AUDIOSPELER toegang heeft tijdens gebruik wordt gewijzigd, dan moet de Logitech mediaserver worden afgesloten en opnieuw worden geopend. Als het IP-adres van het LMS ook verandert als de server verandert, dan zal het niet mogelijk zijn om de audiobestanden af te spelen.
12
7.3
DE APPARAATNAAM WIJZIGEN
Het is mogelijk de naam van de COMELIT AUDIOSPELER en van het LMS tijdens eenzelfde proces te wijzigen. Met andere woorden, het is niet nodig om op twee verschillende plaatsen hetzelfde te wijzigen! Volg hiertoe de volgende instructies: 1. Open de webinterface van de COMELIT AUDIOSPELER 2. Verander de “Apparaatnaam” van de COMELIT AUDIOSPELER in het “Configuratie”-menu 3. De naam van de speler in het LMS zal automatisch worden aangepast. Opmerking: U hoeft verder niets te wijzigen in het LMS, anders heeft u twee verschillende namen voor dezelfde COMELIT AUDIOSPELER.
7.4
EEN MULTIROOM-SYSTEEM OPZETTEN
Voor het opzetten van een multiroom-systeem met de COMELIT AUDIOSPELER en een extern LMS gaat u als volgt te werk: 1) Activeer de Logitech mediaserver en de eerste COMELIT AUDIOSPELER. 2) Verander bij de menu-optie “Apparaatnaam” de instellingen en ken een unieke naam toe aan de COMELIT AUDIOSPELER. 3) Sluit nu de tweede COMELIT AUDIOSPELER aan en wijzig de naam dienovereenkomstig bij “Apparaatnaam”. 4) Doe hetzelfde voor de overige COMELIT AUDIOSPELERS. Sluit de diverse COMELIT AUDIOSPELERS één voor één af, zodat u aan elk nieuw apparaat een ondubbelzinnige en unieke naam kunt toekennen.
7.5
AFSPEELLIJSTEN OPSTELLEN
Voor het opstellen van afspeellijsten, open het menu van de Logitech mediaserver. Dit doet u door te klikken op de menu-optie “MEDIASERVER” “OPENEN”.
In het hoofdmenu vindt u alle muziekbestanden, gesorteerd op artiest, album en muziekstijl.
8
SERVER-SPELERMODUS: INBEDRIJFSTELLING VAN DE AUDIOMODULE MET EEN INTERNE SERVER
In dit geval fungeert de COMELIT AUDIOSPELER tegelijkertijd als SERVER en als CLIENT (alleen voor 20004501 e 20004502). Met andere woorden, de interne client heeft toegang tot de interne server zodat het apparaat ook kan worden gebruikt in de standalone-modus. In deze modus zijn er echter beperkingen. Het is alleen mogelijk opslagmedia aan te sluiten met een totale capaciteit tot 32 GB, dat wil zeggen dat één USB-stick met 32 GB of twee USB-sticks met elk 16 GB kunnen worden aangesloten. ART. 20004501 en 20004502 kunnen alleen gelijktijdig als SPELER en SERVER worden gebruikt als u 1 audiozone heeft. Als er 2 of meer audiozones zijn, moet u art. 20004500 als een server gebruiken.
8.1
AANSLUITEN VAN DE USB-STICK
Er kunnen direct één of twee USB-sticks op de COMELIT AUDIOSPELER worden aangesloten. Dit biedt nog meer flexibiliteit. Voor het insteken van de USB-stick moet u echter een aantal aanwijzingen volgen: •
De USB-stick moet zijn geformatteerd als NTFS (Windows), MacOS, Linux ETC2 of Linux ETC3.
•
De USB-interface mag in geen geval worden uitgebreid met een USB-hub.
•
We raden aan om nooit meer dan twee USB-sticks te gebruiken met een capaciteit van 16 GB elk.
•
Zodra de USB-stick is aangesloten, heeft de Logitech mediaserver enkele minuten nodig om hem te scannen. Hoe lang het scannen duurt, is niet alleen afhankelijk van het feit of er één of twee USB-sticks zijn aangesloten, maar ook van de opslagcapaciteit van elke afzonderlijke stick, het formaat van de audiobestanden (wave of mp3) en van het aantal afspeellijsten op de stick. Een albumhoes heeft veel invloed op de duur. Als elk audiobestand in elke map zijn eigen hoes heeft, zal het scanproces aanzienlijk langer duren. Als er twee USB-sticks zijn met een capaciteit van 16 GB elk, zal het scanproces gemiddeld 20 minuten duren.
•
Zodra een USB-stick is verwijderd, kunnen de audiobestanden niet meer worden afgespeeld en moet de stick opnieuw worden gescand wanneer hij de volgende keer wordt aangesloten.
Om te controleren hoe ver het scanproces is gevorderd, klik op “Instellingen” in het LMS). Klik nu op het laatste tabblad, “Informatie”. Uit te voeren stappen voordat het scanproces is voltooid (met groen omcirkeld): • • • • •
Bestanden/Mappen Nieuwe muziekbestanden Nieuwe bestanden Afspeellijsten Albumhoezen
Speel geen muziekbestanden af tijdens het scannen, aangezien de CPU hierdoor overbelast kan raken, zodat het scannen weer van voren af aan moet beginnen. Zodra het LMS alle audiobestanden heeft gescand, kunnen ze worden afgespeeld.
14
8.2
AFSPEELLIJSTEN OPSTELLEN
Open het LMS-menu voor het opstellen van afspeellijsten Dit doet u door te klikken op de menu-optie “MEDIASERVER” “OPENEN”. Zorg dat de muziekdatabase eerst is gevonden.
In het hoofdmenu vindt u alle muziekbestanden, gesorteerd op artiest, album en muziekstijl.
8.3
UPNP BEDIENING
Als de COMELIT AUDIOSPELER in de server-clientmodus wordt bediend, kan de COMELIT AUDIOSPELER volledig zelfstandig worden gebruikt als een “standalone”-apparaat. Door middel van de Logitech mediaserver die op de COMELIT AUDIOSPELER wordt gestart, kan de COMELIT AUDIOSPELER tegelijkertijd als “UPnP-renderer” en als “UPnP-server” worden gebruikt. Op deze manier kan de COMELIT AUDIOSPELER gemakkelijk worden bediend via een UPnP-applicatie, dat wil zeggen vanaf een smartphone. UPnP betekent “Universal Plug and Play”, een term die kan worden onderverdeeld in drie categorieën met betrekking tot A/V-controllers: Server, renderer en controlepunt. 1. Server: Levert audio- en videogegevens. In dit geval kan het ook een mobiele telefoon zijn. 2. De renderer speelt audio- en videobestanden af, maar de COMELIT AUDIOSPELER kan alleen audiobestanden afspelen en geen videobestanden. 3. Het controlepunt: deze bedient de COMELIT AUDIOSPELER bijvoorbeeld via een UPnPcompatibele smartphone of tablet. Door bijvoorbeeld de software “BubbleUPnP” voor android of “imediashare” voor iOS te downloaden, wordt uw smartphone of tablet compatibel met het controlepunt.
9
EXTRA FUNCTIES
Dit gedeelte beschrijft extra functies die niet alleen belangrijk zijn voor de COMELIT AUDIOSPELER maar ook voor de verschillende functies van de COMELIT AUDIOSPELER, client-modus en server-clientmodus.
9.1
NETWERK
Onder de netwerkmenu-optie kunnen diverse instellingen worden gewijzigd, zoals het IP-adres, DNSserver of de NTP-server. Tevens kan de DHCP worden geactiveerd/gedeactiveerd. DHCP:
Als de DHCP is geactiveerd, zal het apparaat automatisch alle netwerkinstellingen laden. Er moet een DHCP-server in het lokale netwerk beschikbaar zijn.
IP-adres / subnetmasker / gateway: Als DHCP niet is geactiveerd, moet u de gebruikelijke netwerkparameters aanpassen aan het bestaande netwerk. DNS-server:
DNS staat voor Domain Name System. De DNS-server zet een internetadres om in een IP-adres 85.214.89.170 en andersom.
NTP-server:
Configureer een NTP-server zodat het apparaat zijn ingebouwde klok kan synchroniseren. NTP serverlijst: http://www.pool.ntp.org/zone/europe
9.2
GEBRUIKERS TOEVOEGEN, WIJZIGEN OF WISSEN
Om de gebruiker te wijzigen of nieuwe gebruikers toe te voegen, klikt u op “Gebruikersbeheer” in de menuoptie “Configuratie”. In Gebruikersbeheer kunt vervolgens GEBRUIKERS TOEVOEGEN, WIJZIGEN OF WISSEN.
9.3
CONFIGURATIE OPSLAAN
Zodra er een “Configuratie” is uitgevoerd, zoals IP-adres of Apparaatnaam, en opgeslagen is, moet u op het veld/de knop “Configuratie opslaan” klikken.
9.4
HET CONFIGURATIEMENU VERLATEN
Gebruik om het configuratiemenu te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu de knop Home of Terug van de webbrowser.
9.5
UITLOGGEN
Om uit te loggen uit de webinterface, klik op de knop “Uitloggen”.
16
10
FIRMWARE UPDATE
In beginsel kan alle firmware van COMELIT AUDIOSPELERS vanaf versie 1.0.8 worden geupdated. De firmware-update is gratis. U vindt de nieuwste firmware-bestanden op de website van Comelit www.comelitgroup.com. 1. Selecteer onder “Configuratie” – “Systeem” COMELIT AUDIOSPELER 2. Klik daarna in het venster “Firmware update” op “Browsen” om het gedownloade firmware-bestand op uw harde schijf te selecteren.
Afb. 1: FIRMWARE UPDATE
3. Laat het vakje “Netwerkinstellingen behouden” aangevinkt als de COMELIT AUDIOSPELER na de update hetzelfde IP-adres moet behouden. 4. Klik op “Update uitvoeren” Het volgende venster zal verschijnen. Dit venster geeft aan hoe ver het uploadproces is gevorderd.
Als het uploadproces is voltooid, is de nieuwe firmware succesvol geïnstalleerd. De COMELIT AUDIOSPELER is dan weer beschikbaar.
11
PROBLEEMOPLOSSING
Als de aansluiting van de AUDIOMODULE niet vanzelf gaat, controleer dan de twee IP-adressen in de console (handmatig of via het Discovery Tool, Afb. 12). Om te controleren of uw computer en de AUDIOMODULE zich in dezelfde IP-cirkel bevinden, klikt u op de startknop en voert u “cmd” in het zoekveld in. Om te controleren welk IP-adres uw AUDIOMODULE heeft, voert u “ping audiomodule.local” in. En om het IP-adres van uw computer te controleren, voert u “ipconfig” in.