College van burgemeester en schepenen van 20 augustus 2012

College van burgemeester en schepenen van 20 augustus 2012 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023

Secretariaat. Notulen cbs 6 augustus 2012. Goedkeuring. Burgerzaken. Inschrijving in de bevolkingsregisters.1 Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen. Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen. Financiën. Kerkfabrieken. Kennisname verslagen vergaderingen 18 april en 11 juni 2012 kerkraad Sint-Lambertus Westerlo. Milieu. Diftar. Afwijking op de toekenningsregels afvalcontainers 2. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit Chirofeesten Tongerlo. Toelating. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit Westels Retrofestival. Toelating. Milieu. Vlarem 1ste klasse. milieuvergunningsaanvraag voor een windturbinepark, Electrabel NV, gelegen Plassendonk z/n. Advies. Milieu. Vlarem 1ste klasse. milieuvergunningsaanvraag voor een windturbinepark, Storm Westerlo bvba, Plassendonk z/n. Advies. Personeel. Aanwerving technisch assistent ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen (gesco). Openverklaring. Personeel. Aanwerving jeugdconsulent, voltijds contractueel. Openverklaring. Personeel. Anneleen Maris. Aanstelling als contractueel sportfunctionaris met een 19/38ste opdracht vanaf 1 september 2012 tot en met 31 maart 2014. Personeel. Pensioenen. Vrijstelling om historische gegevens contractanten door te geven voor CAPELO : elektronisch pensioendossier. Personeel. Stage. Sofia Novochenko. Personeel. Vrijwillige brandweer. Kennisname kandidaturen onderluitenantgeneesheer vrijwilliger. Ruimtelijke Ordening. Aanvraag stedenbouwkundig attest. Afgifte: Zandberg 61a-b (2012/704) 3. Ruimtelijke Ordening. Aanvraag stedenbouwkundig attest. Afgifte: Overwijs (2012/703) 4 Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: perceel sectie A(Z-P) nr. 140V/deel, gelegen Kerkstraat 25-27 en Zoerldedorp 8/1 en 8/2. Ruimtelijke Ordening. Kennisname Arrest Hof van Beroep Antwerpen: 5. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: KapelstraatMolenwijk. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: OlensewegSchuurveldstraat. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Advies: Camiani bvba: Grote Markt 32 (2012/071)

1

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 3 persoonlijke gegevens verwijderd 4 persoonlijke gegevens verwijderd 5 persoonlijke gegevens verwijderd 2

college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1423-

024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038

039 040 041 042

Aanwezig:

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Advies: Sint-Annekstraat 29 (2012/089) 6. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Kleine Werken. Vergunning: 3D Bouw nv: P.E. Peetersstraat 3a (2012/512) 7. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: BDP: Libellestraat 10 (2012/095) 8. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Langstraat 111 (2012/087) 9. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Groenstraat 2 (2012/083) 10. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Pastorijstraat 68 (2012/094) 11. Ruimtelijke Ordening. Vergunningenregister. Vaststelling update 20 augustus 2012. OCMW. Schoolgebouw op en met grond, Verlorenkost 7. Bestemming en procedure. Secretariaat. Geschenken. Folklorefestival 2012. Secretariaat. OCMW. Kennisname overzichtslijst Raad voor Maatschappelijk Welzijn 25 juli 2012. Overheidsopdrachten. Digitaliseren akten van de burgerlijke stand. Volledige vrijgave borg. Sport. Goedkeuring Jaarlijks verslag 2011 BLOSO. Sport. Sportraad. Kennismaking verslag vergadering 26 juni 2012. Toerisme. De leukste en langste wandeling van het land, 23 september 2012. Kennisname programma. Toerisme. Raad van bestuur Toerisme Westerlo vzw. Kennisname verslag 7 augustus 2012 en ter beschikking stellen van gemeentearbeiders voor de schilderswandeling. Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen. Kamp A - KLJ-Tongerlo. Wereld. Algemeen convenant ontwikkelingssamenwerking 2012-2013. Kennisname operationeel actieplan 2013. Verzekeringen. Dienstverplaatsingen eigen wagen personeel basisscholen en tekenschool. Goedkeuring omniumverzekering. Mobiliteit. Minder Hinder maatregelen Noord-Zuid verbinding. Verbeteren verkeersveiligheid kruispunt Nijverheidsstraat-Moleneinde-Lindenstraat. Guy Van Hirtum - burgemeester-voorzitter Filip Verrezen, Jan Michiels, Roger Vrindts, Maurice Van Hemelen, Kelly Verboven vanaf punt 014, Carine Van de Sande - schepenen Harry Plettinx - OCMW-voorzitter - schepen Godelieve Raeymaekers - waarnemend gemeentesecretaris

6

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 8 persoonlijke gegevens verwijderd 9 persoonlijke gegevens verwijderd 10 persoonlijke gegevens verwijderd 11 persoonlijke gegevens verwijderd 7


-1424-

Verontschuldigd: Leon Gielis - gemeentesecretaris --------------------------------------------------------------------------------------Om 08:00 uur opent, Guy Van Hirtum, voorzitter de vergadering.

001 Secretariaat. Notulen cbs 6 augustus 2012. Goedkeuring. De notulen van de vorige zitting worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 002

Burgerzaken. Inschrijving in de bevolkingsregisters. 12

003

Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen.

Feiten en context Verschillende gemeentelijke diensten dienen aankoopvoorstellen in via de financiële dienst die belast is met de kredietbewaking. Het college stelt de noodzaak vast en neemt de beslissing om tot bestelling over te gaan. BESLUIT Artikel 1 Het college neemt akte van de voorstellen en besluit over te gaan tot de volgende bestelling: Administratie 1) Divers materiaal voor verkiezingen 2012: 1.820,45 EUR 2) Demoset voor verkiezingen 2012: 101,15 EUR 3) Broodjes om af te halen meerdere data nav verkiezingen 2012: 200 EUR 4) Levering van belegde broodjes op 14/10/12 nav verkiezingen: 234,30 EUR 5) Levering van ontbijt, koffie en middagmaal op 14/10/12 nav verkiezingen: 1.997,48 EUR 6) Aankoop toepassing "Batch Capelo-DGH" voor aangifte van historische gegevens ivm loopbaan: 2.666,84 EUR 7) Vervangen verouderde switches: 364,70 EUR 8) Poetsmateriaal voor het gemeentehuis: 685,20 EUR Brandweer 9) Spuitbussen voor wespenverdelging: 130,68 EUR 10) Openhouder voor achterdeuren Sprinter PCK902: 140,14 EUR 11) Olie voor onderhoud elevator TNI957: 225,67 EUR Verkeer-wegen-waterlopen 12) Herstellen koppeling Ford Transit -YWE799: 1.451,48 EUR 13) Hamerboren: 130,79 EUR 14) Divers materiaal voor elektriekers: 315,18 EUR 15) Ontstoppen dompelpomp Gelendel-De Hand: 395,07 EUR 16) Herstelling klopboormachine: 169,40 EUR 17) Verf voor schilders: 143,05 EUR 18) Verf voor onderhoud feestmateriaal: 163,23 EUR

12

persoonlijke gegevens verwijderd college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1425-

19) PWA-cheques schooljaar 2012-2013-verkeersbrigadiers: 9.920 EUR Basisonderwijs 20) PWA-cheques schooljaar 2012-2013 - kleuteronderwijs: 4.495 EUR 21) PWA-cheques schooljaar 2012-2012- lager onderwijs: 4.185 EUR 22) Leveren en plaatsen nieuwe deur bierhok PZ Voortkapel: 1.754,50 EUR 23) Materiaal voor branddetectie kleuterschool Voortkapel: 104,45 EUR 24) Indienststelling branddetectie kleuterschool Voortkapel: 278,30 EUR 25) Materiaal voor branddetectie polyvalente zaal Voortkapel: 1.358,55 EUR 26) Indienststelling branddetectie polyvalente zaal Voortkapel: 496,10 EUR Jeugd, Volksontwikkeling en kunst 27) Interventie zwembad nav probleem chloordosering: 313,60 EUR 28) Materiaal voor ophangen tapijt zolder: 373,17 EUR 29) Maaltijden nav verbroederingskamp jeugdbrandweer: 867 EUR 30) Geschenken nav 50 jaar verzustering: 1.810,77 EUR 31) Materiaal voor branddetectie teken- en muziekschool: 1.538,31 EUR 32) Indienststelling branddetectie teken- en muziekschool: 496,10 EUR 33) Materiaal voor branddetectie Merodezaal Heultje + gemeenschapslokaal Tongerlo: 1.921,10 EUR 34) Indienststelling branddetectie Merodezaal Heultje + gemeenschapslokaal Tongerlo: 992,20 EUR Buitengewone dienst 35) Laptop met draagtas voor de nieuwe gemeentesecretaris: 1.300 EUR 104/742-53 36) Ereloon voor verplicht opmaken asbestinventaris school Oevel n.a.v. afbraak en renovatie: 798,60 EUR - 72201/733-60 004

Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen.

Feiten en context Het college heeft zijn bevoegdheden inzake het budgethouderschap niet gedelegeerd en dient bijgevolg de te betalen bedragen goed te keuren. BESLUIT Artikel 1 Het college keurt de te betalen bedragen goed van nr. 3941 tot en met 4170 over het dienstjaar 2012. 005

Financiën. Kerkfabrieken. Kennisname verslagen vergaderingen 18 april en 11 juni 2012 kerkraad Sint-Lambertus Westerlo.

Voorgeschiedenis De kerkraad Sint-Lambertus van Westerlo vergaderde op 18 april en 11 juni 2012. Ze bezorgde het gemeentebestuur respectievelijk op 13 juni en 23 juli 2012 een afschrift van de verslagen van deze vergaderingen. Juridische grond Het decreet van 7 mei 2004 gaat over de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.


-1426-

Artikel 57 bepaalt onder meer dat de kerkraad een afschrift van de notulen van de vergaderingen verstuurt aan de gemeenteoverheid. Dit dient te gebeuren binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op de dag na de vergadering. Het besluit valt onder het algemeen administratief toezicht van het schepencollege. BESLUIT Artikel 1 Het college neemt kennis van de besluiten van de kerkfabriek Sint-Lambertus Westerlo van 18 april en 11 juni 2012. Artikel 2 Het college wenst een overleg met de betrokken kerkfabriek vooral in verband met investeringsaankopen met daarbij behorende wetgeving op de overheidsopdrachten en noodzakelijke budgetwijzigingen en in verband met aankopen voor de parochie. 006

Milieu. Diftar. Afwijking op de toekenningsregels afvalcontainers 13

007

Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit Chirofeesten Tongerlo. Toelating.

Voorgeschiedenis Chiro Rafiki Tongerlo vraagt toelating tot het organiseren van 2 fuiven met discobar en optredens naar aanleiding van de Chirofeesten in Tongerlo van 24 tot en met 26 augustus 2012. Deze zullen doorgaan in een tent geplaatst bij de chirolokalen in de Boeretangstraat 2 in Westerlo. Feiten en context - evenement : Chirofeesten Tongerlo: driedaags evenement met retrofuif, tentfuif (met vooraf optredens) en een animatienamiddag - organisatie : Chiro Tongerlo14 - datum/begin- en einduur: fuif met discobar op vrijdag 24 augustus 2012 van 21 uur tot 3 uur (op 25 augustus 2012) en zaterdag 25 augustus 2012 van 19 uur tot 3 uur (op 26 augustus 2012) - in de nabijheid van de plaats van de activiteiten zijn geen instellingen aanwezig die stilte vereisen Argumentatie Deze beslissing is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals dat gereglementeerd is in Vlarem II, hoofdstuk 6.7, art. 6.7.1 tot en met 6.7.3. - Bij de plaatsing van de geluidsboxen moeten de organisatoren er rekening mee houden zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken door: -eventuele bastonen in de mate van het mogelijke tot redelijke proporties aan te passen -de luidsprekers te draaien in de richting waar ze de minste hinder kunnen veroorzaken. De activiteiten zijn gepland in de Boeretangstraat waar geen stiltebehoevende instellingen aanwezig zijn. Juridische grond Het K.B. van 24 februari 1977 bepaalt de geluidsnormen voor muziek tijdens openbare en private evenementen. Vlarem II stelt dat de bepalingen van het K.B. van 24 februari 1977 niet van toepassing zijn op niet-ingedeelde muziekactiviteiten op voorwaarde dat: 13 14

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1427-

-

de muziekactiviteit vooraf is gemeld aan het college van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt; het college de muziekactiviteit heeft toegelaten.

BESLUIT Artikel 1 Het college geeft toelating aan Chiro Rafiki Tongerlo tot het spelen van elektronisch versterkte muziek op de 2 fuiven in een tent bij de chirolokalen op vrijdag 24 augustus 2012 van 21 uur tot 3 uur (op 25 augustus 2012) en zaterdag 25 augustus 2012 van 19 uur tot 3 uur (op 26 augustus 2012). Deze toelating is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals gereglementeerd in Vlarem II. 008

Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit "Westels retrofestival". Toelating.

Voorgeschiedenis De aanvrager15 vraagt toelating voor het spelen van elektronisch versterkte muziek op 26 augustus 2012. Op deze dag wordt een festival georganiseerd met auto's, moto's en brommers met een bouwjaar van voor 1985. Het evenement gaat door op de parking van de Reflex, Boskant 18, 2260 Westerlo. Feiten en context - evenement Westels retrofestival voor auto's, moto's en brommers pré 1985 - organisatie: 16 - datum/begin- en einduur: 26 augustus 2012, het evenement start om 10 uur en er zijn live optredens voorzien van 16 tot 22 uur. - in de nabijheid van de plaats van de activiteit zijn er geen stiltebehoevende instellingen aanwezig. Argumentatie Deze beslissing is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals dat gereglementeerd is in Vlarem II, hoofdstuk 6.7, art. 6.7.1 tot en met 6.7.3. Bij de plaatsing van de geluidsboxen moeten de organisatoren er rekening mee houden zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken door: - eventuele bastonen in de mate van het mogelijke tot redelijke proporties aan te passen; - de luidsprekers te draaien in de richting waar ze de minste hinder kunnen veroorzaken. Het evenement gaat buiten door op de parking van de Reflex, Boskant 18. De activiteiten zijn gepland buiten de dorpskern van Westerlo waar geen stiltebehoevende instellingen aanwezig zijn. Juridische grond Het K.B. van 24 februari 1977 bepaalt de geluidsnormen voor muziek tijdens openbare en private evenementen. Vlarem II stelt dat de bepalingen van het K.B. van 24 februari 1977 niet van toepassing zijn op niet-ingedeelde muziekactiviteiten op voorwaarde dat : - de muziekactiviteit vooraf is gemeld aan het college van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt; - het college de muziekactiviteit heeft toegelaten.

15 16


-1428-

BESLUIT Artikel 1 Het college geeft toestemming 17 tot het spelen van elektronisch versterkte muziek naar aanleiding van het evenement "Westels retrofestival" op 26 augustus 2012 van 10 tot 22 uur, op de parking van de Reflex, Boskant 18. Deze toelating is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals gereglementeerd in Vlarem II. 009

Milieu. Vlarem 1ste klasse. milieuvergunningsaanvraag voor een windturbinepark, Electrabel NV, gelegen Plassendonk z/n. Advies.

Samenvatting nv Electrabel en bvba Storm Westerlo vragen gelijktijdig een milieuvergunning voor een nieuw windturbinepark van in totaal 4 windmolens (2 voor Electrabel en 2 voor Storm) voor het opwekken van duurzame elektrische energie. De inplanting van de vier windmolens zou gebeuren op een rij langs de autosnelweg E313 ten zuid-westen van het bedrijf DAF. Feiten en context - Voorwerp van de aanvraag: een aanvraag voor een nieuwe inrichting - Op 30 juni 2012 werd het dossier ontvangen bij de milieudienst. De aanvraag omvat volgende elementen: • Rubriek 12.2.2° Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; nieuw: 2 transformatoren voor windturbine van elk maximaal 3350 kVA.(klasse 2) • Rubriek 20.1.6.1°C) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie met een elektrisch vermogen van meer dan 5000 kW; nieuw: 2 windturbines van elk maximaal 3000 kW (= 6000 kW).(klasse 1) op percelen sectie C, 4de afdeling, perceelnummers 157 en 162C, gelegen Plassendonk z/n in 2260 Westerlo. - Stedenbouwkundig: de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd op 15/06/2012 ingediend bij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van de provincie Antwerpen. - Gewestplan: de percelen waarop de inrichting gelegen is, zijn volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied. - Watertoets: gelet op de ligging van de inrichting buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat hemelwater maximaal wordt opgevangen, hergebruikt en/of geïnfiltreerd. - MER- screening: het lijkt aangewezen de PMVC er op te wijzen dat de aanvraag in casu betrekking heeft op een activiteit die opgenomen is in bijlage II van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 en die tevens onder het toepassingsgebied valt van de omzendbrief LNE 2011/1. - De aanvraag omvat de exploitatie van 2 windturbines door Electrabel nv (windturbine 1 en windturbine 2). Deze 2 windturbines vormen samen met 2 andere turbines waarvoor de firma Storm nv een vergunningsaanvraag heeft ingediend (windturbine 3 en windturbine 4) 1 windturbinepark. Beide firma's vragen afzonderlijk een milieuvergunning voor de eigen 2 windturbines. De informatie in de afzonderlijke dossiers en de beoordelingsstudies zijn echter opgesteld voor de 4 turbines samen, zodat

17


-1429-

-

de impact van de 4 windturbines die samen het park vormen samen kan worden beoordeeld. Het aanvraagdossier bevat ene geluidsstudie, een slagschaduwstudie en een veiligheidsnota. Het dossier bevat geen advies van de Interdepartementele windwerkgroep.

Openbaar onderzoek vraag om openbaar onderzoek 30 juni 2012 datum opening openbaar onderzoek 6 juli 2012 datum sluiting openbaar onderzoek 4 augustus 2012 ontvangen bezwaren of opmerkingen 2 De ontvangen bezwaren hebben enerzijds betrekking op mogelijke geluidshinder en gezondheidseffecten door de inplanting van de windturbines dicht bij de dorpskern van Oevel. De vrees voor geluidsoverlast is gebaseerd op een onderzoek van de universiteit van Groningen die aantoont dat vooral 's nachts, omdat het dan ter hoogte van de wieken harder zou waaien dan overdag, een hoger geluidsniveau dan verwacht wordt geproduceerd, dat bovendien pulserend (variërend in geluidssterkte)is waarmee in de prognoses geen rekening wordt gehouden. De vrees voor gezondheidseffecten is gebaseerd op een enquête over de beleving van de woonomgeving uitgevoerd door de universiteit van Göteborg. Hierin wordt besloten dat mensen die blootstaan aan het geluid van windturbines vaker slaapproblemen hebben(verstoorde slaap) en blijkt er een sterk verband te zijn met het hebben van diabetes. Volgens het bezwaarschrift zal geluidshinder optreden tot op 2500 m afstand, de hele bloemenwijk, Nieuwland en een groot deel van de dorpskern valt binnen deze zone terwijl de aanvraag de indruk wekt dat er geen hinder mogelijk is. Anderzijds vreest het aanpalend bedrijf DAF dat de inplanting van de windmolens een impact heeft op hun rechten en de toekomstige exploitatie van haar site. Het bedrijf verzet zich principieel niet tegen de goedkeuring op voorwaarde dat hun rechten en de mogelijkheid tot verdere en toekomstige maximale exploitatie van haar site niet worden aangetast. De inplanting mag geen bijkomend risico inhouden voor de werknemers noch beperkingen opwerpen voor de oprichting en exploitatie van de geplande nieuwe lakstraat met opslag van solventen en verfmagazijn of andere nieuwe constructies in kader van uitbreiding van hun activiteiten conform hun langetermijnvisie. Daf vraagt aan de vergunningverlenende overheid om de naleving van de sectorale voorwaarden zonder uitzondering en in hun totaliteit op te leggen en te overwegen om bijzondere maatregelen op te leggen die de naleving verzekeren, die aan Daf toelaten om de maximale exploitatie van haar site te vrijwaren, en die de vergoeding van alle mogelijke schade verzekeren. Adviezen Het advies van de intercommunale milieudienst van 26 juli 2012 is voorwaardelijk gunstig en omvat volgende elementen: 1. Stedenbouwkundige ligging A. Stedenbouwkundige ligging Het perceel waarop de inrichting gelegen is, is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied. Volgens art. 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen zijn volgende bepalingen van toepassing in het agrarisch gebied: De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1430-

zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Op basis van deze bepaling lijkt het oprichten van windturbines niet toegestaan binnen de agrarische gebieden. Evenwel lijkt art. 4.4.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hierop een afwijking toe te staan: §1 Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning in een gebied dat sorteert onder de voorschriften van een plan van aanleg, afwijken van de bestemmingsvoorschriften, indien het aangevraagde kan worden vergund op grond van de voor de vergelijkbare categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding bepaalde standaardtypebepalingen, vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, zoals de tekst ervan is vastgesteld bij het besluit van 11 april 2008. Het eerste lid laat geen afwijkingen toe op de voorschriften van het plan van aanleg die betrekking hebben op de inrichting en het beheer van het gebied. §2. Voor de toepassing van §1, eerste lid, geldt dat een bestemmingsvoorschrift van een gewestplan alleszins vergelijkbaar is met een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding, indien deze concordantie vermeld wordt in de tabel, opgenomen in artikel 7.4.13, eerste lid, of in de concordantielijst, bepaald krachtens voornoemd artikel 7.4.13, tweede lid. Bij besluit van 11 april 2008 voorzien de standaardtypebepalingen voor agrarische gebieden het volgende m.b.t. de oprichting van windturbines: Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: – het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(mogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd. Op basis hiervan lijkt in casu gebruik te kunnen worden gemaakt van deze afwijking voorzien in art. 4.4.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Verder onderzoek in het kader van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag is hiervoor echter vereist. Daarnaast lijkt de inplanting getoetst te moeten worden aan het provinciaal kaderplan windturbines bij de beoordeling van de vereiste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. B. Stedenbouwkundige vergunning De aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning werd ingediend. Er moet bijgevolg worden gewezen op de koppeling tussen de stedenbouwkundige- en de milieuvergunning, zoals geregeld in art. 5 van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en art. 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 2. Water/bodem In het voorliggende dossier wordt aangegeven dat de transformatoren van het droge type of van het natte type kunnen zijn. De exploitant geeft aan bij de natte transformatoren een college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1431-

inkuiping voorzien zal worden die de volledige hoeveelheid olie uit de transformator kan opvangen. Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen steeds de nodige maatregelen te treffen om bodem en grondwaterverontreiniging te voorkomen (Vlarem II art. 5.12.0.2). 3. Afval Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen de afvalstoffen die in beperkte hoeveelheden mogelijk kunnen vrijkomen (o.m. olie van de tandwielkast) af te voeren conform de vigerende wetgeving. De exploitant dient de bepalingen van het Materialendecreet, het Vlarema en het Vlarem II zorgvuldig na te leven. 4. Geluid Art. 5.20.6.4.2 van Vlarem II bepaalt de geluidsnormen waaraan de inrichting moet voldoen. Aan het voorliggende dossier werd een geluidsstudie toegevoegd. Op basis hiervan lijkt gesteld te moeten worden dat niet overal aan de van toepassing zijnde normen kan worden voldaan, meer bepaald aan de norm voor ’s nachts. De exploitant stelt dat de windturbinetypes over de mogelijkheden beschikken om het geluid op een technische manier te reduceren en op die manier tot 5 dB(A) minder geluid produceren. De exploitant stelt dat er te allen tijde kan over worden gewaakt dat het specifieke geluid op alle locaties in de buurt kan voldoen aan de geluidsnormen voor windturbines. De exploitant geeft echter niet aan hoe deze waarborg in praktijk zal worden gebracht. Het lijkt aangewezen dat de exploitant aan de vergunningverlenende overheid aangeeft hoe in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen niet zullen worden overschreden. 5. Slagschaduw In het voorliggende aanvraagdossier werd conform bijlage F14 een slagschaduwstudie toegevoegd. Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat er, zonder het instellen van een slagschaduwmodules, niet kan worden voldaan aan de toegelaten periodes slagschaduw zoals voorzien in art. 5.20.6.2.3 van Vlarem II. De exploitant geeft aan dat met het installeren van slagschaduwmodules wel kan worden voldaan aan de maximale periodes van slagschaduw bij elk relevant slagschaduwgevoelig object. De exploitant dient dergelijke slagschaduwmodules te voorzien. Het lijkt aangewezen dat de exploitant aan de vergunningverlenende overheid aangeeft hoe deze slagschaduwmodules kunnen verzekeren dat de voorziene periodes niet zullen worden overschreden. 6. Veiligheidsnota Een veiligheidsnota werd toegevoegd aan het dossier. Hierin wordt o.m. beschreven dat de windturbines uitgerust worden met een ijsdetectiesysteem. Met betrekking tot de in de nota onderzochte veiligheidsaspecten wordt gesteld dat de maximale effectafstand voor ijsval voor de windturbine 1 binnen een terrein valt waarvan de toegang niet afgeschermd is voor extreme personen. Bijkomende maatregelen dienen te worden genomen ter waarborging van de veiligheid. Het lijkt aangewezen de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen in de milieuvergunning op te nemen als bijzondere voorwaarden. BESLUIT : Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag m.b.t. de inplanting van 2 windturbines horende bij een windturbinepark bestaande uit 4 windturbines milieutechnisch gezien voor de gevraagde rubrieken als voorwaardelijk gunstig te worden beoordeeld op voorwaarde dat:


-1432-

-

op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen op geen enkel ogenblik zullen worden overschreden; - op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de in Vlarem II omschreven aanvaardbare slagschaduwperiodes niet zullen worden overschreden; - het in het dossier omschreven ijsdetectiesysteem wordt geïnstalleerd én de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen m.b.t. de risico op ijsval in de milieuvergunning worden opgenomen als bijzondere voorwaarden - op voorwaarde van een gunstig advies van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid inzake het aspect veiligheid (o.m. Seveso-inrichtingen) - op voorwaarde dat de vergunningverlenende overheid oordeelt dat geen aanzienlijke milieueffecten worden veroorzaakt en de voorliggende aanvraag niet MER-plichtig is - in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Andere dan milieutechnische beoordelingen voor de inplanting van windturbines moeten in een ruimer afwegingskader gebeuren, aangezien de voorliggende aanvraag maar een deel van het potentieel van het desbetreffende gebied betreft. Hiertoe is het belangrijk op te merken dat bovenstaand advies/besluit naar aanleiding van voorliggende individuele milieuvergunningsaanvraag mogelijk zou moeten worden geherformuleerd bij een beoordeling van de inrichting in de totaliteit van het gebied. Argumentatie Het is niet duidelijk in het dossier of de 4 windturbines het volledige potentieel van de zone rond de E313 invullen of niet. Hierdoor stelt zich op dit ogenblik de vraag of er in de toekomst nog aanvragen voor deze zone ingediend zullen worden en vooral wat de omvang en de onderlinge invloed van de verschillende inrichtingen samen is. Onderstaand advies kan op dit ogenblik uitsluitend betrekking hebben op de 2 voorliggende aanvragen. Dit heeft tot gevolg dat een advies voor het aandeel van de windturbines in de totaliteit van de zone niet kan worden gegeven. Het is bijgevolg belangrijk om op te merken dat onderstaand advies kan worden beïnvloed of afwijken indien voorliggende aanvraag in een breder kader, eventueel op hoger niveau, zou kunnen worden beoordeeld. Het project werd afgetoetst aan de omzendbrief mbt inplanting van windturbines: - de inplanting van de 4 turbines op één rij met de autosnelweg versterkt de bestaande structuur van de omgeving. - de inplanting in landbouwzone welke volgens het decreet RO toegelaten is; - de impact op het aanwezige vogelbestand is, omwille van de ligging in een zone met laag risico, aanvaardbaar volgens de vogelatlas van INBO. De ligging werd ook afgetoetst aan de Vlarem, waartoe een geluid- slagschaduw- en veiligheidstudie werd toegevoegd. Met betrekking tot de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren wordt gesteld dat alle genoemde argumenten als milieutechnisch kunnen beschouwd worden en bijgevolg hinder en/ of risico's voor mens, natuur of milieu kunnen veroorzaken: lawaaihinder en mogelijke risico's voor de gezondheid, slagschaduw, veiligheidsrisico's, mogelijke beperking van de rechten van derden meer bepaald mbt mogelijke uitbreidingen in het aanpalend industriegebied. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1433-

lawaaihinder: Het dossier bevat een geluidstudie. De geluidsimpact op de omgeving is berekend en geëvalueerd ter hoogte van de geluidsgevoelige locaties. Volgens de aangepaste vlarembepalingen zijn in dit geval de richtwaardes of het achtergrondgeluid (in gebieden met een hoog achtergrondgeluid vb nabij autosnelwegen) van toepassing. De afstandsregel die stelde dat de hinder op een afstand van meer dan 250 m aanvaardbaar is, is niet meer van toepassing. De studie toont aan dat de norm tijdens de avond en nacht en bij hoge windsnelheid niet steeds haalbaar is. Bijgevolg dienen geluidsreductiemodi voorzien te worden wat echter gepaard gaat met rendementverlies bij hoge windsnelheden. De studie houdt geen rekening met de karakteristieken van het turbinegeluid, het zgn zoeven of zwiepen. Dit pulserende (variërend in sterkte) karakter veroorzaakt hinder. gezondheidsrisico's; De in het bezwaar genoemde studies tonen aan dat zowel de geluidshinder als de visuele beleving oorzaak kunnen zijn van gezondheidsklachten. Dit uit zich in slaapstoornissen en er zou mogelijk een verband zijn met het voorkomen van diabetes. De studie stelt dat de geluidshinder op 400 m afstand van de turbine, tijdens de nacht, in 70 % van de gevallen hoger was dan verwacht. Er zou geluidshinder worden vastgesteld tot op 2500 m afstand. De geluidshinder van windturbines wordt momenteel geregeld in de Vlarem die slechts voorziet in geluidsnormen maar geen rekening houden met de geluidskarakteristieken. slagschaduw: De norm voor slagschaduw is verlaagd van 30 uur per jaar naar max 8 uur per jaar en max 30 minuten per dag. De turbines moeten volgens de sectorale voorwaarden uitgerust zijn met een stilstandvoorziening indien deze norm overschreden zou kunnen worden en dit voor elk slagschaduwgevoelig object. De slagschaduwstudie omschrijft 19 dergelijke objecten in de omgeving. Elke turbine dient voorzien te worden van de slagschaduwmodule. veiligheid: De exploitant geeft in het voorliggende dossier aan dat de windturbines zullen worden geconstrueerd volgens de veiligheidsaspecten van de norm IEC61400 Het dossier bevat een veiligheidsnota waarin de mogelijke externe risico's geanalyseerd worden rekening houdend met de bestaande gebouwen en inrichtingen in de omgeving. Voor de risicoanalyse mbt installaties met Sevesostoffen worden de bedrijven ES&S en Geysen vermeld en hun bijhorende uitrustingen met gevaarlijke stoffen dieselhouders en gassen). Voor ES&S wordt echter geen melding gemaakt van hun hoofdactiviteit : goederenopslag enbehandeling zijnde de vergunde opslag van max 50 ton giftige vaste stoffen waaronder 5 ton zeer giftige, 1000 ton schadelijke, corrosieve , irriterende en oxiderende vaste producten waarvan 50 ton oxiderende, 200 ton milieugevaarlijke vaste stoffen. Deze opslag bij ES&S ligt net onder de lage Sevesodrempel. en kan minstens bijkomende risico's inhouden gezien de beperkte afstand tot windturbine 4. Ook de geplande lakstraat bij Daf die op korte afstand van turbine 1 en 2 is gepland maakt geen deel uit van de veiligheidnota. Het bezwaarschrift van Daf vermeldt nochtans een bijkomende externe veiligheidsstudie tov de lakstraat , opgesteld op 27 juni 2012, uitgevoerd door Tractebel Engineering welke echter niet aan het dossier is toegevoegd. De studie besluit dat het risico (gebaseerd op hypotheses) aanvaardbaar blijft. Deze studie dient minstens deel uit te maken van het dossier om beoordeeld te kunnen worden door de adviesverlenende diensten. De vrees van Daf dat de windturbines een bijkomend risico inhouden voor huidige exploitatie en de geplande en mogelijke latere uitbreidingen, in het bijzonder voor de lakstraat, en deze mogelijk kan hypothekeren lijkt terecht. In de eventuele milieuvergunning dienen hiertoe voldoende garanties te worden voorzien. De veiligheidsstudie in het dossier besluit dat de exploitatie van het turbinepark geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare risico's. ijsvorming : Volgens de nieuwe sectorale voorwaarden van Vlarem 2 dienen de turbines voorzien te zijn van een ijsdetectiesysteem dat de turbine automatisch stillegt bij ijsvorming,


-1434-

een bliksembeveiligingssysteem een redundant remsysteem en een onlinecontrolesysteem waarbij onregelmatigheden onmiddellijk worden gedetecteerd en doorgegeven aan een turbine- eigen controle- eenheid. beperking van de rechten van derden, gevestigd in de industriezone: de windturbines zullen ingeplant worden nabij een reeds ingevuld industriegebied. Het aanvraagdossier houdt rekening met alle huidige gebouwen en activiteiten van de reeds gevestigde bedrijven. De turbines, gevestigd in de landbouwzone, mogen echter eventuele uitbreidingen van deze bedrijven op hun terreinen in het industriegebied niet in de weg staan. De maximale exploitatie van het industriegebied moet mogelijk blijven. De vergunningverlenende overheid dient hiervoor bij het verlenen van een milieuvergunning voldoende garanties te kunnen geven. De omliggende bedrijven werden wel, zoals de omzendbrief stelt, bij de planning van de windturbines betrokken. Electrabel bekijkt de mogelijkheden om aan te sluiten bij Daf, Storm zal aansluiten op het lokale distributienet. Aanvullend aan de argumenten die ontvangen zijn tijdens het openbaar onderzoek worden tevens volgende argumenten beoordeeld: lichtreflecties: De exploitant geeft in het dossier aan dat de wieken van elke windturbine van het windturbinepark behandeld zijn met een speciale matte coating die het zonlicht voor een groot deel absorbeert, zodat er geen gevaar op reflectie is. luchtvaart: De turbines zullen ingeplant worden in een bufferzone rondom het radiobaken van Morkhoven (Belgocontrol). Het dossier bevat een voorstel tot bebakening conform een desbetreffende richtlijn. De aanvraag omschrijft 4 types turbines welke in aanmerking komen voor het project. Ze hebben allen een toprotorhoogte tussen 146,5 m en 150 m. Tijdens de vorige vergunningsprocedure werd echter in het vergunningsbesluit in beroep , op vraag van het directoraat- generaal Luchtvaart een maximale hoogte van 135 m opgelegd als bijzondere voorwaarde. te kappen bomen: Volgens de aanvraag dienen heel wat bomen gekapt worden alvorens het project kan worden uitgevoerd. Uit de stedenbouwkundige aanvraag blijkt dat slechts voor de bomen met een stamomtrek van >1 meter , nl deze die onder de bouwvergunningsplicht vallende toelating tot kappen is gevraagd. Gezien de ligging in landbouwzone is het kappen van de overige bomen, houtkanten, bomenrijen ed vergunningsplichtig volgens het natuurdecreet en dient hiertoe bijkomend een natuurvergunning te worden aangevraagd. De windturbines zullen gevestigd worden in een gunstig windklimaat(hoog windpotentieel, ongestoorde windaanstroming) en binnen een door de provincie gedefinieerde zoekzone. De ligging is technisch interessant omwille van de aanwezigheid van de E313 en de aanwezige toegangswegen. Het turbinepark zal energie produceren gelijk aan het jaarverbruik van meer dan 5800 gezinnen. De realisatie van het project draagt bij het inzetten van hernieuwbare energiebronnen voor de productie van electriciteit conform de doelstellingen van de federale en de Vlaamse overheid. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn.


-1435-

-

omzendbrief: EME/2006/01-RO/2006/02 Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines.

BESLUIT Artikel 1

010

Het college van burgemeester en schepenen beslist voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de milieuvergunningsaanvraag van Electrabel nv, voor een windturbinepark gelegen Plassendonk z/n in Westerlo, op voorwaarde dat: - op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen op geen enkele ogenblik zullen worden overschreden; - op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de in Vlarem II omschreven aanvaardbare slagschaduwperiodes niet zullen worden overschreden; - het in het dossier omschreven ijsdetectiesysteem wordt geïnstalleerd én de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen m.b.t. de risico op ijsval in de milieuvergunning worden opgenomen als bijzondere voorwaarden - op voorwaarde van een gunstig advies van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid inzake het aspect veiligheid (o.m. Sevesoinrichtingen) rekening houdend met de opslagactiviteiten van ES&S en de geplande uitbreiding van Daf trucks. - op voorwaarde dat de inplanting en exploitatie van de windturbines de rechten van de bedrijven gelegen in het aanpalend industriepark niet beperkt noch eventuele uitbreidingen hypothekeert. - op voorwaarde dat de vergunningverlenende overheid oordeelt dat geen aanzienlijke milieueffecten worden veroorzaakt en de voorliggende aanvraag niet MER-plichtig is; - de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen en bijkomend ook bijzondere voorwaarden worden opgelegd . Bovenstaand advies kan mogelijk worden beïnvloed of afwijken indien voorliggende aanvraag in een breder kader, eventueel op hoger niveau, zou kunnen worden beoordeeld ingeval van aanvragen voor bijkomende turbines aangezien deze aanvraag maar een deel van het potentieel van de zone betreft.

Milieu. Vlarem 1ste klasse. milieuvergunningsaanvraag voor een windturbinepark, Storm Westerlo bvba, Plassendonk z/n. Advies.

Samenvatting Bvba Storm Westerlo en nv Electrabel vragen gelijktijdig een vergunning voor een nieuw windturbinepark van in totaal 4 windmolens (2 voor Electrabel en 2 voor Storm) voor het opwekken van duurzame elektrische energie. De inplanting van de vier windmolens zou gebeuren op een rij langs de autosnelweg E313 ten zuid-westen van het bedrijf DAF. Feiten en context - Voorwerp van de aanvraag: een aanvraag voor een nieuwe inrichting - Op 30 juni 2012 werd het dossier ontvangen bij de milieudienst. De aanvraag omvat volgende elementen:


-1436-

•

-

-

-

-

-

Rubriek 12.2.2° Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; nieuw: 2 transformatoren voor windturbine van elk maximaal 3350 kVA.(klasse 2) • Rubriek 20.1.6.1°C) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie met een elektrisch vermogen van meer dan 5000 kW; nieuw: 2 windturbines van elk maximaal 3000 kW (= 6000 kW).(klasse 1) op percelen sectie C, 4de afdeling, perceelnummers 157 en 162C, gelegen Plassendonk z/n in 2260 Westerlo. Stedenbouwkundig: de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd op 15/06/2012 ingediend bij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van de provincie Antwerpen. Gewestplan: de percelen waarop de inrichting gelegen is, zijn volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied. Watertoets: gelet op de ligging van de inrichting buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat hemelwater maximaal wordt opgevangen, hergebruikt en/of geïnfiltreerd. MER- screening: het lijkt aangewezen de PMVC er op te wijzen dat de aanvraag in casu betrekking heeft op een activiteit die opgenomen is in bijlage II van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 en die tevens onder het toepassingsgebied valt van de omzendbrief LNE 2011/1. De aanvraag omvat de exploitatie van 2 windturbines door Electrabel nv (windturbine 1 en windturbine 2). Deze 2 windturbines vormen samen met 2 andere turbines waarvoor de firma Storm nv een vergunningsaanvraag heeft ingediend (windturbine 3 en windturbine 4) 1 windturbinepark. Beide firma's vragen afzonderlijk een milieuvergunning voor de eigen 2 windturbines. De informatie in de afzonderlijke dossiers en de beoordelingsstudies zijn echter opgesteld voor de 4 turbines samen, zodat de impact van de 4 windturbines die samen het park vormen samen kan worden beoordeeld. Het aanvraagdossier bevat ene geluidsstudie, een slagschaduwstudie en een veiligheidsnota. Het dossier bevat geen advies van de Interdepartementele windwerkgroep. Voorwerp van de aanvraag: een aanvraag voor een nieuwe inrichting Op 30 juni 2012 werd het dossier ontvangen bij de milieudienst. De aanvraag omvat volgende elementen: • Rubriek 12.2.2° Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; nieuw: 2 transformatoren voor windturbine van elk maximaal 3350 kVA.(klasse 2) • Rubriek 20.1.6.1°C) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie met een elektrisch vermogen van meer dan 5000 kW; nieuw: 2 windturbines van elk maximaal 3000 kW (= 6000 kW).(klasse 1) op percelen sectie C, 4de afdeling, perceelnummers 168E, 169C en 170H, gelegen Plassendonk z/n in 2260 Westerlo. Stedenbouwkundig: de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd op 15/06/2012 ingediend bij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van de provincie Antwerpen. Gewestplan: de percelen waarop de inrichting gelegen is, zijn volgens het gewestplan hoofdzakelijk gelegen in agrarisch gebied. Een klein deel van het perceel ligt in industriegebied. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1437-

-

-

-

-

Watertoets: gelet op de ligging van de inrichting buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat hemelwater maximaal wordt opgevangen, hergebruikt en/of geïnfiltreerd. MER- screening: het lijkt aangewezen de PMVC er op te wijzen dat de aanvraag in casu betrekking heeft op een activiteit die opgenomen is in bijlage II van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 en die tevens onder het toepassingsgebied valt van de omzendbrief LNE 2011/1. De aanvraag omvat de exploitatie van 2 windturbines door Storm (windturbine 3 en windturbine 4). Deze 2 windturbines vormen samen met 2 andere turbines waarvoor de firma Storm nv een vergunningsaanvraag heeft ingediend (windturbine 1 en windturbine 2) 1 windturbinepark. Beide firma's vragen afzonderlijk een milieuvergunning voor de eigen 2 windturbines. De informatie in de afzonderlijke dossiers en de beoordelingsstudies zijn echter opgesteld voor de 4 turbines samen, zodat de impact van de 4 windturbines die samen het park vormen samen kan worden beoordeeld. Het aanvraagdossier bevat een geluidsstudie, een slagschaduwstudie en een veiligheidsnota. Het dossier bevat geen advies van de Interdepartementele windwerkgroep.

Openbaar onderzoek vraag om openbaar onderzoek 30 juni 2012 datum opening openbaar onderzoek 6 juli 2012 datum sluiting openbaar onderzoek 4 augustus 2012 ontvangen bezwaren of opmerkingen 2 De ontvangen bezwaren hebben enerzijds betrekking op mogelijke geluidshinder en gezondheidseffecten door de inplanting van de windturbines dicht bij de dorpskern van Oevel. De vrees voor geluidsoverlast is gebaseerd op een onderzoek van de universiteit van Groningen die aantoont dat vooral 's nachts, omdat het dan ter hoogte van de wieken harder zou waaien dan overdag, een hoger geluidsniveau dan verwacht wordt geproduceerd, dat bovendien pulserend (variërend in geluidssterkte) is waarmee in de prognoses geen rekening wordt gehouden. De vrees voor gezondheidseffecten is gebaseerd op een enquête over de beleving van de woonomgeving uitgevoerd door de universiteit van Göteborg. Hierin wordt besloten dat mensen die blootstaan aan het geluid van windturbines vaker slaapproblemen hebben (verstoorde slaap) en blijkt er een sterk verband te zijn met het hebben van diabetes. Volgens het bezwaarschrift zal geluidshinder optreden tot op 2500 m afstand, de hele bloemenwijk, Nieuwland en een groot deel van de dorpskern valt binnen deze zone terwijl de aanvraag de indruk wekt dat er geen hinder mogelijk is. Anderzijds vreest het aanpalend bedrijf DAF dat de inplanting van de windmolens een impact heeft op hun rechten en de toekomstige exploitatie van haar site. Het bedrijf verzet zich principieel niet tegen de goedkeuring op voorwaarde dat hun rechten en de mogelijkheid tot verdere en toekomstige maximale exploitatie van haar site niet worden aangetast. De inplanting mag geen bijkomend risico inhouden voor de werknemers noch beperkingen opwerpen voor de oprichting en exploitatie van de geplande nieuwe lakstraat met opslag van solventen en verfmagazijn of andere nieuwe constructies in kader van uitbreiding van hun activiteiten conform hun langetermijnvisie. Daf vraagt aan de vergunningverlenende overheid om de naleving van de sectorale voorwaarden zonder uitzondering en in hun totaliteit op te leggen en te overwegen om bijzondere maatregelen op te leggen die de naleving verzekeren, die aan Daf toelaten om de maximale exploitatie van haar site te vrijwaren, en die de vergoeding van alle mogelijke schade verzekeren. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1438-

Adviezen Het advies van de intercommunale milieudienst van 26 juli 2012 is voorwaardelijk gunstig en omvat volgende elementen: 1. Stedenbouwkundige ligging A. Stedenbouwkundige ligging Het perceel waarop de inrichting gelegen is, is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied. Volgens art. 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen zijn volgende bepalingen van toepassing in het agrarisch gebied: De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Op basis van deze bepaling lijkt het oprichten van windturbines niet toegestaan binnen de agrarische gebieden. Evenwel lijkt art. 4.4.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hierop een afwijking toe te staan: §1 Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning in een gebied dat sorteert onder de voorschriften van een plan van aanleg, afwijken van de bestemmingsvoorschriften, indien het aangevraagde kan worden vergund op grond van de voor de vergelijkbare categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding bepaalde standaardtypebepalingen, vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, zoals de tekst ervan is vastgesteld bij het besluit van 11 april 2008. Het eerste lid laat geen afwijkingen toe op de voorschriften van het plan van aanleg die betrekking hebben op de inrichting en het beheer van het gebied. §2. Voor de toepassing van §1, eerste lid, geldt dat een bestemmingsvoorschrift van een gewestplan alleszins vergelijkbaar is met een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding, indien deze concordantie vermeld wordt in de tabel, opgenomen in artikel 7.4.13, eerste lid, of in de concordantielijst, bepaald krachtens voornoemd artikel 7.4.13, tweede lid. Bij besluit van 11 april 2008 voorzien de standaardtypebepalingen voor agrarische gebieden het volgende m.b.t. de oprichting van windturbines: Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: – het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1439-

Het artikel 4.4.9 van de Vlaamse Codex treedt in werking vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het decreet van 27 maart 2009, met name op 15 mei 2009. Afwijkingen op de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan volgens de bepalingen van de standaardtypebepalingen lijken dan ook te kunnen worden toegestaan bij aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen. Op basis hiervan lijkt in casu gebruik te kunnen worden gemaakt van deze afwijking voorzien in art. 4.4.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daarnaast lijkt de inplanting getoetst te moeten worden aan het provinciaal kaderplan windturbines bij de beoordeling van de vereiste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Verder onderzoek in het kader van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag is hiervoor echter vereist B. Stedenbouwkundige vergunning De aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning werd ingediend. Er moet bijgevolg worden gewezen op de koppeling tussen de stedenbouwkundige- en de milieuvergunning, zoals geregeld in art. 5 van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en art. 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 2. Water/bodem In het voorliggende dossier wordt aangegeven dat de transformatoren van het droge type of van het natte type kunnen zijn. De exploitant geeft aan bij de natte transformatoren een inkuiping voorzien zal worden die de volledige hoeveelheid olie uit de transformator kan opvangen. Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen steeds de nodige maatregelen te treffen om bodem en grondwaterverontreiniging te voorkomen (Vlarem II art. 5.12.0.2). 3. Afval Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen de afvalstoffen die in beperkte hoeveelheden mogelijk kunnen vrijkomen (o.m. olie van de tandwielkast) af te voeren conform de vigerende wetgeving. De exploitant dient de bepalingen van het Materialendecreet, het Vlarema en het Vlarem II zorgvuldig na te leven. 4. Geluid Art. 5.20.6.4.2 van Vlarem II bepaalt de geluidsnormen waaraan de inrichting moet voldoen. Aan het voorliggende dossier werd een geluidsstudie toegevoegd. Op basis hiervan lijkt gesteld te moeten worden dat niet overal aan de van toepassing zijnde normen kan worden voldaan, meer bepaald aan de norm voor ’s nachts. De exploitant stelt dat de windturbinetypes over de mogelijkheden beschikken om het geluid op een technische manier te reduceren en op die manier tot 5 dB(A) minder geluid produceren. De exploitant stelt dat er te allen tijde kan over worden gewaakt dat het specifieke geluid op alle locaties in de buurt kan voldoen aan de geluidsnormen voor windturbines. De exploitant geeft echter niet aan hoe deze waarborg in praktijk zal worden gebracht. Het lijkt aangewezen dat de exploitant aan de vergunningverlenende overheid aangeeft hoe in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen niet zullen worden overschreden. 5. Slagschaduw In het voorliggende aanvraagdossier werd conform bijlage F14 een slagschaduwstudie toegevoegd. Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat er, zonder het instellen van een slagschaduwmodules, niet kan worden voldaan aan de toegelaten periodes slagschaduw zoals voorzien in art. 5.20.6.2.3 van Vlarem II.


-1440-

De exploitant geeft aan dat met het installeren van slagschaduwmodules wel kan worden voldaan aan de maximale periodes van slagschaduw bij elk relevant slagschaduwgevoelig object. De exploitant dient dergelijke slagschaduwmodules te voorzien. Het lijkt aangewezen dat de exploitant aan de vergunningverlenende overheid aangeeft hoe deze slagschaduwmodules kunnen verzekeren dat de voorziene periodes niet zullen worden overschreden. 6. Veiligheidsnota Een veiligheidsnota werd toegevoegd aan het dossier. Hierin wordt o.m. beschreven dat de windturbines uitgerust worden met een ijsdetectiesysteem. Met betrekking tot de in de nota onderzochte veiligheidsaspecten wordt gesteld dat de maximale effectafstand voor ijsval voor de windturbine 1 binnen een terrein valt waarvan de toegang niet afgeschermd is voor extreme personen. Bijkomende maatregelen dienen te worden genomen ter waarborging van de veiligheid. Het lijkt aangewezen de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen in de milieuvergunning op te nemen als bijzondere voorwaarden. BESLUIT : Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag m.b.t. de inplanting van 2 windturbines horende bij een windturbinepark bestaande uit 4 windturbines milieutechnisch gezien voor de gevraagde rubrieken als voorwaardelijk gunstig te worden beoordeeld op voorwaarde dat: • op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen op geen enkele ogenblik zullen worden overschreden; • op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de in Vlarem II omschreven aanvaardbare slagschaduwperiodes niet zullen worden overschreden; • het in het dossier omschreven ijsdetectiesysteem wordt geïnstalleerd én de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen m.b.t. de risico op ijsval in de milieuvergunning worden opgenomen als bijzondere voorwaarden • op voorwaarde van een gunstig advies van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid inzake het aspect veiligheid (o.m. Seveso-inrichtingen) • op voorwaarde dat de vergunningverlenende overheid oordeelt dat geen aanzienlijke milieueffecten worden veroorzaakt en de voorliggende aanvraag niet MER-plichtig is • in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Andere dan milieutechnische beoordelingen voor de inplanting van windturbines moeten in een ruimer afwegingskader gebeuren, aangezien de voorliggende aanvraag maar een deel van het potentieel van het desbetreffende gebied betreft. Hiertoe is het belangrijk op te merken dat bovenstaand advies/besluit naar aanleiding van voorliggende individuele milieuvergunningsaanvraag mogelijk zou moeten worden geherformuleerd bij een beoordeling van de inrichting in de totaliteit van het gebied. Argumentatie Het is niet duidelijk in het dossier of de 4 windturbines het volledige potentieel van de zone rond de E313 invullen of niet. Hierdoor stelt zich op dit ogenblik de vraag of er in de


-1441-

toekomst nog aanvragen voor deze zone ingediend zullen worden en vooral wat de omvang en de onderlinge invloed van de verschillende inrichtingen samen is. Onderstaand advies kan op dit ogenblik uitsluitend betrekking hebben op de 2 voorliggende aanvragen. Dit heeft tot gevolg dat een advies voor het aandeel van de windturbines in de totaliteit van de zone niet kan worden gegeven. Het is bijgevolg belangrijk om op te merken dat onderstaand advies kan worden beïnvloed of afwijken indien voorliggende aanvraag in een breder kader, eventueel op hoger niveau, zou kunnen worden beoordeeld. Het project werd afgetoetst aan de omzendbrief mbt inplanting van windturbines: - de inplanting van de 4 turbines op één rij met de autosnelweg versterkt de bestaande structuur van de omgeving. - de inplanting in landbouwzone welke volgens het decreet RO toegelaten is; - de impact op het aanwezige vogelbestand is, omwille van de ligging in een zone met laag risico, aanvaardbaar volgens de vogelatlas van INBO. De ligging werd ook afgetoetst aan de Vlarem, waartoe een geluid- slagschaduw- en veiligheidstudie werd toegevoegd. Met betrekking tot de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren wordt gesteld dat alle genoemde argumenten als milieutechnisch kunnen beschouwd worden en bijgevolg hinder en/ of risico's voor mens, natuur of milieu kunnen veroorzaken: lawaaihinder en mogelijke risico's voor de gezondheid, slagschaduw, veiligheidsrisico's, mogelijke beperking van de rechten van derden meer bepaald mbt mogelijke uitbreidingen in het aanpalend industriegebied. lawaaihinder: Het dossier bevat een geluidstudie. De geluidsimpact op de omgeving is berekend en geëvalueerd ter hoogte van de geluidsgevoelige locaties. Volgens de aangepaste vlarembepalingen zijn in dit geval de richtwaardes of het achtergrondgeluid (in gebieden met een hoog achtergrondgeluid vb nabij autosnelwegen) van toepassing. De afstandsregel die stelde dat de hinder op een afstand van meer dan 250 m aanvaardbaar is, is niet meer van toepassing. De studie toont aan dat de norm tijdens de avond en nacht en bij hoge windsnelheid niet steeds haalbaar is. Bijgevolg dienen geluidsreductiemodi voorzien te worden wat echter gepaard gaat met rendementverlies bij hoge windsnelheden. De studie houdt geen rekening met de karakteristieken van het turbinegeluid, het zgn zoeven of zwiepen. Dit pulserende (variërend in sterkte) karakter veroorzaakt hinder. gezondheidsrisico's; De in het bezwaar genoemde studies tonen aan dat zowel de geluidshinder als de visuele beleving oorzaak kunnen zijn van gezondheidsklachten. Dit uit zich in slaapstoornissen en er zou mogelijk een verband zijn met het voorkomen van diabetes. De studie stelt dat de geluidshinder op 400 m afstand van de turbine, tijdens de nacht, in 70 % van de gevallen hoger was dan verwacht. Er zou geluidshinder worden vastgesteld tot op 2500 m afstand. De geluidshinder van windturbines wordt momenteel geregeld in de Vlarem die slechts voorziet in geluidsnormen maar geen rekening houden met de geluidskarakteristieken. slagschaduw: De norm voor slagschaduw is verlaagd van 30 uur per jaar naar max 8 uur per jaar en max 30 minuten per dag. De turbines moeten volgens de sectorale voorwaarden uitgerust zijn met een stilstandvoorziening indien deze norm overschreden zou kunnen worden en dit voor elk slagschaduwgevoelig object. De slagschaduwstudie omschrijft 19 dergelijke objecten in de omgeving. Elke turbine dient voorzien te worden van de slagschaduwmodule. veiligheid: De exploitant geeft in het voorliggende dossier aan dat de windturbines zullen worden geconstrueerd volgens de veiligheidsaspecten van de norm IEC61400 Het dossier bevat een veiligheidsnota waarin de mogelijke externe risico's geanalyseerd worden rekening


-1442-

houdend met de bestaande gebouwen en inrichtingen in de omgeving. Voor de risicoanalyse mbt installaties met Sevesostoffen worden de bedrijven ES&S en Geysen vermeld en hun bijhorende uitrustingen met gevaarlijke stoffen (dieselhouders en gassen). Voor ES&S wordt echter geen melding gemaakt van hun hoofdactiviteit : goederenopslag enbehandeling zijnde de vergunde opslag van max 50 ton giftige vaste stoffen waaronder 5 ton zeer giftige, 1000 ton schadelijke, corrosieve , irriterende en oxiderende vaste producten waarvan 50 ton oxiderende, 200 ton milieugevaarlijke vaste stoffen. Deze opslag bij ES&S ligt net onder de lage Sevesodrempel en kan minstens bijkomende risico's inhouden gezien de beperkte afstand tot windturbine 4. Ook de geplande lakstraat bij Daf die op korte afstand van turbine 1 en 2 is gepland maakt geen deel uit van de veiligheidnota. Het bezwaarschrift van Daf vermeldt nochtans een bijkomende externe veiligheidsstudie tov de lakstraat , opgesteld op 27 juni 2012, uitgevoerd door Tractebel Engineering welke echter niet aan het dossier is toegevoegd. De studie besluit dat het risico (gebaseerd op hypotheses) aanvaardbaar blijft. Deze studie dient minstens deel uit te maken van het dossier om beoordeeld te kunnen worden door de adviesverlenende diensten. De vrees van Daf dat de windturbines een bijkomend risico inhouden voor huidige exploitatie en de geplande en mogelijke latere uitbreidingen, in het bijzonder voor de lakstraat, en deze mogelijk kan hypothekeren lijkt terecht. In de eventuele milieuvergunning dienen hiertoe voldoende garanties te worden voorzien. De veiligheidsstudie in het dossier besluit dat de exploitatie van het turbinepark geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare risico's. ijsvorming : Volgens de nieuwe sectorale voorwaarden van Vlarem 2 dienen de turbines voorzien te zijn van een ijsdetectiesysteem dat de turbine automatisch stillegt bij ijsvorming, een bliksembeveiligingssysteem een redundant remsysteem en een onlinecontrolesysteem waarbij onregelmatigheden onmiddellijk worden gedetecteerd en doorgegeven aan een turbine- eigen controle- eenheid. beperking van de rechten van derden, gevestigd in de industriezone: de windturbines zullen ingeplant worden nabij een reeds ingevuld industriegebied. Het aanvraagdossier houdt rekening met alle huidige gebouwen en activiteiten van de reeds gevestigde bedrijven. De turbines, gevestigd in de landbouwzone, mogen echter eventuele uitbreidingen van deze bedrijven op hun terreinen in het industriegebied niet in de weg staan. De maximale exploitatie van het industriegebied moet mogelijk blijven. De vergunningverlenende overheid dient hiervoor bij het verlenen van een milieuvergunning voldoende garanties te kunnen geven. De omliggende bedrijven werden wel, zoals de omzendbrief stelt, bij de planning van de windturbines betrokken. Electrabel bekijkt de mogelijkheden om aan te sluiten bij Daf, Storm zal aansluiten op het lokale distributienet. Aanvullend aan de argumenten die ontvangen zijn tijdens het openbaar onderzoek worden tevens volgende argumenten beoordeeld: lichtreflecties: De exploitant geeft in het dossier aan dat de wieken van elke windturbine van het windturbinepark behandeld zijn met een speciale matte coating die het zonlicht voor een groot deel absorbeert, zodat er geen gevaar op reflectie is. luchtvaart: De turbines zullen ingeplant worden in een bufferzone rondom het radiobaken van Morkhoven (Belgocontrol). Het dossier bevat een voorstel tot bebakening conform een desbetreffende richtlijn. De aanvraag omschrijft 4 types turbines welke in aanmerking komen voor het project. Ze hebben allen een toprotorhoogte tussen 146,5 m en 150 m. Tijdens de vorige vergunningsprocedure werd echter in het vergunningsbesluit in beroep , op vraag van het directoraat- generaal Luchtvaart een maximale hoogte van 135 m opgelegd als bijzondere voorwaarde. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1443-

te kappen bomen: Volgens de aanvraag dienen heel wat bomen gekapt worden alvorens het project kan worden uitgevoerd. Uit de stedenbouwkundige aanvraag blijkt dat slechts voor de bomen met een stamomtrek van >1 meter , nl deze die onder de bouwvergunningsplicht vallende toelating tot kappen is gevraagd. Gezien de ligging in landbouwzone is het kappen van de overige bomen, houtkanten, bomenrijen ed vergunningsplichtig volgens het natuurdecreet en dient hiertoe bijkomend een natuurvergunning te worden aangevraagd. De windturbines zullen gevestigd worden in een gunstig windklimaat (hoog windpotentieel, ongestoorde windaanstroming) en binnen een door de provincie gedefinieerde zoekzone. De ligging is technisch interessant omwille van de aanwezigheid van de E313 en de aanwezige toegangswegen. Het turbinepark zal energie produceren gelijk aan het jaarverbruik van meer dan 5800 gezinnen. De realisatie van het project draagt bij tot het inzetten van hernieuwbare energiebronnen voor de productie van electriciteit conform de doelstellingen van de federale en de Vlaamse overheid. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. - omzendbrief: EME/2006/01-RO/2006/02 Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de milieuvergunningsaanvraag van Storm Westerlo bvba, voor een windturbinepark gelegen Plassendonk z/n in Westerlo, op voorwaarde dat: • op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de geluidsnormen op geen enkel ogenblik zullen worden overschreden; • op basis van bijkomende informatie van de exploitant kan worden geoordeeld dat in praktijk kan worden verzekerd dat de in Vlarem II omschreven aanvaardbare slagschaduwperiodes niet zullen worden overschreden; • het in het dossier omschreven ijsdetectiesysteem wordt geïnstalleerd én de in de veiligheidsnota aanbevolen maatregelen m.b.t. de risico op ijsval in de milieuvergunning worden opgenomen als bijzondere voorwaarden • op voorwaarde van een gunstig advies van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid inzake het aspect veiligheid (o.m. Sevesoinrichtingen) rekening houdend met de opslagactiviteiten van ES&S en de geplande uitbreiding van Daf trucks. • op voorwaarde dat de inplanting en exploitatie van de windturbines de rechten van de bedrijven gelegen in het aanpalend industriepark niet beperkt noch eventuele uitbreidingen hypothekeert. • op voorwaarde dat de vergunningverlenende overheid oordeelt dat geen aanzienlijke milieueffecten worden veroorzaakt en de voorliggende aanvraag niet MER-plichtig is; • de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1444-

Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen en bijkomend ook bijzondere voorwaarden worden opgelegd . Bovenstaand advies kan mogelijk worden beïnvloed of afwijken indien voorliggende aanvraag in een breder kader, eventueel op hoger niveau, zou kunnen worden beoordeeld ingeval van aanvragen voor bijkomende turbines . 011

Personeel. Aanwerving technisch assistent ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen (gesco). Openverklaring.

Voorgeschiedenis18 Feiten en context19 Argumentatie Om de werkzaamheden op de dienst wegen en signalisatie vlot te laten verlopen, is het aangewezen om de vacante gesco-betrekking van ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen nu open te verklaren. De invulling van deze vacante betrekking kan gebeuren door een kandidaat te kiezen uit de nog geldige wervingsreserve voor de statutaire betrekking van ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen. Financiële weerslag In de begroting 2012 zijn voldoende kredieten ingeschreven voor de verloning van een ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen. BESLUIT Artikel 1 Het college verklaart een voltijdse gesco-betrekking van technisch assistent ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen open bij aanwerving. De invulling van deze vacante betrekking gebeurt door een kandidaat uit de wervingsreserve voor de statutaire betrekking van ploegverantwoordelijke wegen en rioleringen aan te stellen met een contract van onbepaalde duur. De personeelsdienst brengt Gieljan Baeten en Peter Sneyers op de hoogte van deze vacante gesco-betrekking met de vraag om hun kandidatuur te bevestigen voor 7 september 2012. 012

Personeel. Aanwerving jeugdconsulent, voltijds contractueel. Openverklaring.

Voorgeschiedenis De raad keurde op 2 mei 2011 een aangepaste personeelsformatie en organogram goed. Op de dienst Vrije Tijd is er één voltijdse jeugdconsulent en één halftijdse wereldconsulent voorzien. De raad stelde op 2 mei 2011 de functiebeschrijving van jeugdconsulent (VT-C-JW-01) vast. De raad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. artikel 214 de bepalingen voor tijdelijke vervanging van afwezige personeelsleden en voor contractuele aanwervingen zijn opgenomen

18 19


-1445-

artikel 215

de specifieke selectieprocedure, selectiecommissie en selectieproeven zijn bepaald voor de voornoemde aanwervingen

Feiten en context Op de jeugddienst zal de contractuele jeugdconsulent afwezig zijn tijdens haar bevallingsverlof vanaf einde september - begin oktober. Argumentatie Om de continuïteit van de werking van deze dienst te behouden is het aangewezen om Annelies Vandewouwer als jeugdconsulent voltijds te vervangen. De vervanger zal ook opdrachten van de dienst wereld moeten uitvoeren vermits de selectieprocedure van een halftijdse wereldconsulent nog niet is voltooid. BESLUIT Artikel 1 Het college verklaart een voltijdse contractuele betrekking van jeugdconsulent open bij aanwerving. Het gaat over een tijdelijk vervangingscontract voor de duur van een bevallingsverlof. De vacature zal bekendgemaakt worden in het gemeentelijk infoblad Westel Info, op de gemeentelijke website en op de website van de VDAB. De kandidatuurstellingen met curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma moeten ten laatste op 14 september 2012 verstuurd worden aan gemeente Westerlo, tav college van burgemeester en schepenen, Boerenkrijglaan 61 - 2260 Westerlo. Artikel 2 De selectie voor deze betrekking een sollicitatiegesprek dat naar de motivatie, de belangstelling en de inzetbaarheid op de dienst jeugd en wereld peilt. De selectie zal uitgevoerd worden in september 2012. 013

Personeel. Anneleen Maris. Aanstelling als contractueel sportfunctionaris met een 19/38ste opdracht vanaf 1 september 2012 tot en met 31 maart 2014.

Voorgeschiedenis • De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. • Het college stelde op 19 maart 2012 Anneleen Maris aan als contractueel sportfunctionaris met een 19/38ste opdracht vanaf 1 april 2012 tot en met 31 augustus 2012. • De secretaris nam op 9 mei 2012 kennis van het gunstig evaluatieverslag van Anneleen Maris. Feiten en context Het contract van Anneleen Maris eindigt op 31 augustus 2012. Argumentatie • Om de goede werking van de dienst vrije tijd - sport niet te onderbreken is het wenselijk om Anneleen Maris voor 19/38ste opdracht in dienst te houden. • Het bestuur is tevreden over de prestaties van Anneleen Maris. • Daarom stellen we voor om het contract van Anneleen Maris te verlengen vanaf 1 september 2012 tot en met 31 maart 2014. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt Anneleen Maris,


-1446-

Molenbergstraat 29, 2230 Herselt, geboren in Aarschot op 9 april 1984 verder aan als contractueel sportfunctionaris met een 19/38e opdracht vanaf 1 september 2012 tot en met 31 maart 2014. Schepen Kelly Verboven vervoegt dan de zitting. 014

Personeel. Pensioenen. Vrijstelling om historische gegevens contractanten door te geven voor CAPELO : elektronisch pensioendossier.

Feiten en context Capelo staat voor Carrière publique électronique – Elektronische loopbaan overheid. Capelo is een elektronische databank met loopbaangegevens voor de overheidssector. Sinds 2011 moeten besturen een uitgebreide sociale zekerheidsaangifte (Multi Functionele kwartaal Aangifte voor de Provinciale en Plaatselijke besturen (DmfAppl)) invullen, zodat elk personeelslid voortaan op elk moment in zijn loopbaan zicht heeft op zijn opgebouwd pensioen op basis van zijn geleverde prestaties. Om het elektronisch pensioendossier helemaal volledig te hebben, moeten besturen de – voor de aanwerving of aanstelling vereiste - diploma’s van elk personeelslid dat sinds 2011 in dienst getreden is, opvragen, inscannen en toevoegen. Voor uitdiensttredingen sinds 1 januari 2011 moet het bestuur een kopie van de officiële akte van de verbreking van de arbeidsrelatie inscannen en toevoegen binnen een maand na de uitdiensttreding. Daarnaast moet elk bestuur ook de historische gegevens (voor de prestaties vóór 2011, zelfs als ze bij een andere overheidswerkgever gepresteerd zijn) aanleveren voor elk personeelslid dat op 1 januari 2011 bij het bestuur in dienst was (zelfs als het ondertussen al uit dienst getreden is). Het bestuur heeft daartoe de tijd tot eind 2015. Vanaf 1 januari 2013 wordt elke pensioenaanvraag elektronisch ingediend. Tot 1 december 2012 gebeurt de aanvraag nog op papier. Juridische grond De artikelen 139-163 van de wet 29 december 2010 houdende diverse bepalingen en het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van het generatiepact geven de verplichtingen van de pensioeninstellingen weer. Het Generatiepact legt de pensioendiensten de plicht op om iedereen die dat wenst duidelijke informatie te bezorgen over de hoogte en samenstelling van zijn pensioen. Vanaf de leeftijd van 55 jaar moet dat bovendien automatisch gebeuren, ook voor wie een gemengde loopbaan heeft gehad. Om aan deze verplichtingen tegemoet te komen wordt er voor de overheidssector een databank met loopbaangegevens opgericht die de noodzakelijke gegevens verzamelt, in principe zowel van statutairen als van contractanten Argumentatie Door de personeelspolitiek in een bestuur is het mogelijk dat de huidige en toekomstige contractuele personeelsleden in de praktijk nooit in vast verband benoemd zullen worden. Hun loopbaan- en weddengegevens moeten strikt genomen toch nog aangegeven worden voor Capelo. Vanuit pragmatisch oogpunt bekeken is het niet echt opportuun om de historische gegevens aan te geven voor de contractuele personeelsleden wanneer zij zeer waarschijnlijk nooit een vaste benoeming zullen bekomen. Op vraag van de VVSG kunnen de minister van Pensioenen en de Pensioendienst voor de Overheidssector ermee akkoord gaan dat de lokale besturen de historische gegevens voor hun contractanten pas ingeven op het moment van de vaste benoeming, zoals dat vroeger dus ook de werkwijze was. Om deze voorlopige vrijstelling te krijgen sluiten de lokale


-1447-

besturen met de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) een protocolovereenkomst af. De bijgevoegde protocolovereenkomst met vaststellingen en praktische modaliteiten kan afgesloten worden. BESLUIT Artikel 1 Het college gaat akkoord met het afsluiten van " protocolovereenkomst tot regeling wat betreft het contractueel personeel van de gemeente Westerlo van verschillende praktische uitvoeringsmodaliteiten van de artikelen 143 tot 153 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen. ", waarin de vrijstelling van het doorgeven van historische gegevens voor contractanten aan de pensioendienst voor de overheidssector is opgenomen. (zie bijlage) Artikel 2 De ondertekende overeenkomst zal doorgestuurd worden naar de PDOS. Bijlage Protocolovereenkomst tot regeling wat betreft het contractueel personeel van de gemeente Westerlo van verschillende praktische uitvoeringsmodaliteiten van de artikelen 143 tot 153 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen. Protocolovereenkomst tot regeling wat betreft het contractueel personeel van de gemeente WESTERLO van verschillende praktische uitvoeringsmodaliteiten van de artikelen 143 tot 153 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (l) Tussen enerzijds: de Pensioendienst voor de overheidssector, openbare instelling waarvan de zetel is gevestigd te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 40, volgens de regels vertegenwoordigd door zijn AdministrateurgeneraaI, de heer Johan Janssens, hierna de PDOS genoemd, en anderzijds, het gemeentebestuur van Westerlo, Boerenkrijglaan 61 in 2260 Westerlo,volgens de regels vertegenwoordigd door Leon Gielis in de hoedanigheid van secretaris en Guy Van Hirtum in de hoedanigheid van burgemeester, hierna de instelling genoemd, wordt overeengekomen dat de toepassing van de artikelen 143 tot 153 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I), overeenkomstig de volgende praktische modaliteiten zal verlopen. A) VaststeIIingen Diensten gepresteerd door contractuele personeelsleden bij de instelling in een graad waarin theoretisch een vaste benoeming mogelijk is op het ogenblik waarop de diensten worden gepresteerd, moeten het voorwerp uitmaken van een elektronische aangifte "historische gegevens" zoals bedoeld in de artikelen 143 tot 148 van voormelde wet aangezien deze diensten vatbaar zijn om in aanmerking te komen voor het recht en de berekening van een pensioen van de overheidssector. Niettemin zijn deze diensten slechts werkelijk toelaatbaar in een dergelijk pensioen voor zover het betrokken personeelslid het voorwerp zou uitmaken van een vaste benoeming, hetzij bij de instelling hetzij bij een andere overheidsinstelling. Bijgevolg zullen deze contractuele personeelsleden slechts rechten openen in een pensioenstelsel van de overheidssector indien zij vast benoemd worden hetzij bij de instelling, hetzij bij een andere overheidsinstelling. De aangifte in het kader van Capelo van de diensten gepresteerd door dit contractueel personeel houdt dus een belangrijke werklast in die grotendeels als niet nuttig wordt ervaren. B) Praktische modaliteiten Gelet op de omstandigheden omschreven in A komen de partijen in het kader van dit akkoord overeen dat, hoewel het contractueel personeelslid verbonden blijft aan de college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1448-

instelling, de instelling, ten opzichte van dit personeelslid voor de toepassing van de artikelen 143 tot 148 van voormelde wet niet wordt beschouwd als een werkgever in de zin van artikel 139, 2° van voormelde wet, en dat de instelling dit slechts wordt op het ogenblik waarop deze werknemer alsnog wordt benoemd bij de instelling of de instelling verlaat voor een aanwerving of een vaste benoeming bij een andere werkgever zoals bedoeld in artikel 139, 2° van voormelde wet. Tenzij een aangifte van historische gegevens werd gedaan of moet worden gedaan door een andere werkgever‘ verbindt de instelling er zich toe, indien de werknemer vast wordt benoemd of zijn functies bij de instelling stopzet, een elektronisch attest "historische gegevens" aan te geven binnen de hierna vastgestelde termijnen: - Eén maand vanaf de vaste benoeming bij de instelling ; - Eén maand vanaf de stopzetting van de functies bij de instelling indien het personeelslid onmiddellijk als contractueel of statutair personeelslid in dienst wordt genomen bij een andere werkgever van de overheidssector; Een maand vanaf zijn indiensttreding bij een nieuwe werkgever van de overheidssector, indien het gewezen personeelslid uit dienst is getreden bij de instelling en hij later opnieuw als contractueel of statutair personeelslid in dienst treedt bij een werkgever van de overheidssector; - Eén maand vanaf de aanvraag van de PDOS, welke ook de datum van de aanvraag is. Het attest historische gegevens bevat de volledige arbeidsperiode gesitueerd vóór 1 januari 2011 vervuld als contractueel personeelslid bij de instelling alsook, in voorkomend geval, de vroegere periode(n) bij éen of meerdere werkgevers van de overheidssector. Onder werkgever van de overheidssector moet worden verstaan elke andere werkgever bedoeld in artikel 139, 2° van de wet van 29 december 2010 dan de instelling. Deze protocolovereenkomst ontslaat de instelling geenszins van zijn verplichtingen zoals bedoeld in de artikelen 140 tot en met 142 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I) (aangifte van loopbaan- en bezoldigingsgegevens Capelo via DmfAppI en aangifte van aanvullingen bij het Ioopbaandossier (punctuele gegevens)). Opgemaakt te Brussel op .................... 2012 in twee originelen, één voor elk van de partijen. Handtekeningen Voor de PDOS, Voor de instelling Johan JANSSENS Leon Gielis Guy Van Hirtum Secretaris Burgemeester 1 Het is mogelijk dat een contractueel personeelslid dat na l januari 2011 in dienst treedt van de instelling op 1 januari 2011 in dienst was van een andere werkgever die gehouden was/is de historische gegevens aan te geven

015

Personeel. Stage. Sofia Novochenko.

Voorgeschiedenis Sofie Novochenko, 20 vraagt in haar brief van 8 augustus 2012 een stageplaats als op de toeristische dienst van de gemeente Westerlo. Feiten en context Sofia Novochenko volgt het tweede leerjaar van de derde graad in het Francesco Paviljoen te Herentals, richting Toerisme. Zij zoekt een geschikte stageplaats voor een halve dag per week voor de periode van september 2012 tot en met juni 2013. Deze stage zou zij graag bij de toeristische dienst in Westerlo willen doen. 20


-1449-

Kristel Mariën, ambtenaar toerisme, heeft een gesprek gevoerd met Sofia Novochenko. Argumentatie De stageopdracht van Sofia Novochenko past in de opdrachten van de dienst Toerisme. BESLUIT Artikel 1

Artikel 2 Artikel 3 016

Het college stemt in met de vraag van Sofia Novochenko, 21 om stage te lopen op de dienst toerisme, van september 2012 tot en met juni 2013, elke vrijdag een halve dag. Het college stelt Kristel Mariën, ambtenaar toerisme, aan als stagebegeleider. De stagiair werkt op vrijdag van 13.00 u. tot 16.00 u.

Personeel. Vrijwillige brandweer. Kennisname kandidaturen onderluitenant-geneesheer vrijwilliger. 22

017

Ruimtelijke Ordening. Aanvraag stedenbouwkundig attest. Afgifte: Zandberg 61a-b (2012/704) 23. Voorgeschiedenis De aanvragers24 hebben op 28 maart 2012 een aanvraag ingediend tot het bekomen van een stedenbouwkundig attest nr. 2 (het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met 2 woongelegenheden), op het perceel sectie B nr. 244m, gelegen Zandberg 61a-b in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier is volledig. - De aanvraag is gelegen in een woonzone langs de weg en achterliggend in een gebied voor ambachtelijke bedrijven volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard. - De aanvraag is gelegen langs de gewestweg Zandberg, die voorzien is van een asfaltverharding, elektriciteitsnet, waterleidingnet, gasnet, gemengde riolering, tvdistributie en straatverlichting. De weg Zandberg verbindt de dorpskernen Zammel en Westerlo. - De aanvraag is niet gelegen in een niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist.

21

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 23 persoonlijke gegevens verwijderd 24 persoonlijke gegevens verwijderd 22


-1450-

Adviezen Het Agentschap Wegen en Verkeer - district Geel heeft op 26 april 2012 een gunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag, gezien deze in overeenstemming is met de algemene en bijzondere voorwaarden (referentie 114/B/BSA/2012/1740). Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een appartementsgebouw met 2 woongelegenheden. Het betreft een half-open bebouwing waarbij het profiel 17-13-9 gevolgd wordt. De voorgevel van het appartementsgebouw dient ingeplant te worden op 8 m uit de rooilijn, zodat er geen aansluiting kan gemaakt worden met het profiel van de aanpalende woning Zandberg 63. De zijgevel van het appartement wordt ingeplant op 3 m uit de zijdelingse perceelsgrens, zodat er 6,96 m breed kan gebouwd worden. Het zadeldak heeft een helling van 45°. De kroonlijsthoogte bedraagt 6 m, de nokhoogte 10,62 m. - Het aanvraagperceel heeft een oppervlakte van 7a 50ca en is omvangrijk genoeg om een bebouwing tot 17m toe te staan. Daarenboven is er de ruimte voor het voorzien van de vereiste autostaanplaatsen op het eigen perceel. Het voorliggende ontwerp voorziet in de oprichting van een dubbele carport op 27 m uit de voorgevel. Het voorzien van twee woongelegenheden in plaats van één zal bijgevolg geen parkeerhinder met zich meebrengen. - De beide ontworpen woongelegenheden zijn ruime woongelegenheden, namelijk 104,4 m² bewoonbare oppervlakte voor het appartement op het gelijkvloers en 121, 87 m² voor het duplexappartement. - Het appartement op het gelijkvloers beschikt over een ruime tuin, evenals een terras van 18,4 m². Het duplexappartement krijgt eveneens een terras van 18 m² ter beschikking. De terrassen worden ingericht op 1,90 m van de perceelsgrens, zodat er aan de eisen met betrekking tot lichten en zichten kan voldaan worden. - Het wooncomfort van de toekomstige bewoners werden gemaximaliseerd door de slaapkamers zoveel mogelijk langs de vrijstaande gevel te plaatsen en de leefruimten naar de tuin te richten. De badkamer en berging vormen een buffer naar de weg Zandberg. - Het voorliggende ontwerp heeft een zo gesloten mogelijke voorgevel, dit om inkijk te beperken. Het bandraam ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping verhindert de inkijk van passanten. De traphal is dan weer wel voorzien van een grote glaspartij om de lichtinval te maximaliseren, ze zal voorzien worden van mat glas om zo inkijk te vermijden. Op de eerste verdieping zijn er in de zijgevel geen ramen voorzien ter hoogte van de zitkamer en worden de ramen in de slaapkamer uitgevoerd in mat glas, zodat ook de privacy van de linkerburen gerespecteerd wordt. - De eigenaars van de naastgelegen woning Zandberg nr. 63 hebben voor akkoord getekend op de voorliggende plannen. - In de onmiddellijke omgeving bevinden zich commerciële activiteiten zoals een bed & breakfast, een boekhoudkantoor, advocatenkantoor, bakkerij, fietsenwinkel, drankenhandel, en dit meestal gecombineerd met woonfuncties. - Omwille van de terug liggende plaatsing t.o.v. de aanpalende eigenaar, een indeling van de appartementen met minimale hinder, het maximaliseren van de privacy van de buren, het voorzien van parking op het eigen terrein, de nabijheid van het centrum en de oprichting van recente appartementsgebouwen, kan gesteld worden dat het voorliggende ontwerp aanvaardbaar en integreerbaar is in de onmiddellijke omgeving. - De voorliggende weg is voldoende uitgerust. - De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. - Gezien de aanvraag niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromingsgebied kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1451-

-

De uiteindelijke stedenbouwkundige aanvraag moet voldoen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen, gescheiden lozing van afval- en hemelwater. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Advies van Ruimtelijke Ordening Antwerpen van 6 augustus 2012 - kenmerk 8.00/13049/1053.1. BESLUIT Artikel 1 Het college levert een stedenbouwkundig attest af 25 voor het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met 2 woongelegenheden, op het perceel sectie B nr. 244m, gelegen Zandberg 61a-b in 2260 Westerlo, conform het advies van het Agentschap Ruimtelijke Ordening Antwerpen van 6 augustus 2012 - kenmerk 8.00/1049/1053.1. Artikel 2 De volgende voorwaarden moeten nageleefd worden: 1) esthetisch verantwoorde materialen gebruiken 2) het voorgestelde profiel en ontwerp 3) de aanleg en aansluiting van de nog nodige nutsvoorzieningen dienen volledig ten laste te vallen van de aanvragers van deze nutsvoorzieningen 4) de voorgevelbouwlijn op 8 m uit de rooilijn te brengen, zoals voorzien op het inplantingsvoorstel. 018

Ruimtelijke Ordening. Aanvraag stedenbouwkundig attest. Afgifte: Overwijs (2012/703) 26 Voorgeschiedenis De aanvrager27 heeft op 24 februari 2012 een aanvraag ingediend tot het bekomen van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op de percelen sectie B nr. 27d en 28k, gelegen Overwijs in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier is volledig. - De aanvraag is gelegen in een agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Overwijs, die voorzien is van een betonverharding, elektriciteitsnet, waterleidingnet, grachtenstelsel, tv-distributie en straatverlichting.

25

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 27 persoonlijke gegevens verwijderd 26


-1452-

-

De aanvraag is niet gelegen in een niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Het Agentschap Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen heeft op 4 april 2012 een ongunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag (2012_010325). Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het oprichten van een nieuwe particuliere woning in agrarisch gebied. - De voorliggende weg is voldoende uitgerust. - De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet onder hoofdstuk IV – afdeling 2 in een aantal basisrechten ten aanzien van bestaande zonevreemde woningen, zoals het verbouwen, het herbouwen op dezelfde plaats/op een gewijzigde plaats en het uitbreiden. - De aanvraagpercelen zijn echter niet bebouwd en maken ook geen deel uit van een vergunde niet vervallen verkaveling, zodat het bouwen van een nieuwe particuliere woning juridisch niet mogelijk is. - De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag is gelegen in een agrarisch gebied, dat bestemd is voor de landbouw in de ruime zin en niet in aanmerking komt om voor particuliere woningbouw. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Het advies van Ruimtelijke Ordening Antwerpen van 9 augustus 2012 - ref. 5.00/13049/1370183.1. BESLUIT Artikel 1 Het college levert een stedenbouwkundig attest af 28 betreffende de percelen sectie B nr. 27d en 28k, gelegen Overwijs in 2260 Westerlo. De aanvraag is gelegen in een agrarisch gebied, dat bestemd is voor de landbouw in de ruime zin en niet in aanmerking komt voor particuliere woningbouw. 019

Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: perceel sectie A(Z-P) nr. 140V/deel, gelegen Kerkstraat 25-27 en Zoerldedorp 8/1 en 8/2.

Voorgeschiedenis Op 3 augustus 2012 heeft het college van burgemeester en schepenen een attest van verdeling ontvangen zoals voorzien in artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het attest is ingediend door notaris Goossens en Verwerft, gevestigd Wijngaardstraat 40 in 2280 Grobbendonk. Het attest heeft betrekking op perceel sectie A(Z-P) nrs. 140W, 140X, 140Y en 140V/deel, gelegen Kerkstraat 25 - 27 en Zoerledorp 8/1 - 8/2 in 2260 Westerlo. Feiten en context

28


-1453-

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 juli 1978, gelegen in woonzone. - De percelen zijn niet gelegen binnen het gebied van een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan en maken geen deel uit van een goedgekeurde niet vervallen verkavelingsvergunning. - De voorliggende splitsing voorziet in het verdelen van het perceel sectie A(Z-P) nr. 140V (= achterliggende strook grond) zodanig dat één deel van dit perceel mee zal verkocht worden met de woningen, gelegen Kerkstraat 25 - 27 en Zoerledorp 8/1 - 8/2 in 2260 Westerlo en het andere deel behouden blijft bij de woning, gelegen Zoerledorp 6 in 2260 Westerlo. - Op 3 december 1991 werd er een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het verbouwen van een handelshuis tot vijf woongelegenheden. (dossier 4661/7153) Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (artikel 5.2.2.) - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. -

BESLUIT Artikel 1 Het college viseert het verdelingsplan ingediend door notaris Goossens en Verwerft, gevestigd Wijngaardstraat 40 in 2280 Grobbendonk. Het attest heeft betrekking op perceel sectie A(Z-P) nrs. 140W, 140X, 140Y en 140V/deel, gelegen Kerkstraat 25 - 27 en Zoerledorp 8/1 - 8/2 in 2260 Westerlo. Artikel 2 Het college wenst op te merken dat voor het betreffende perceel een stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor het verbouwen van een handelshuis tot vijf woongelegenheden, waarvan de woningen Kerkstraat 25 - 27 en Zoerledorp 8/1 en 8/2 met achterliggende grond worden afgesplitst van de woning, gelegen Zoerledorp 6 in 2260 Westerlo. Het college wenst op te merken dat er geen enkel bouwwerk (vast noch verplaatsbaar) kan of mag worden opgericht zolang er geen voorafgaandelijke, schriftelijke en uitdrukkelijke stedenbouwkundige vergunning is voor afgegeven door het schepencollege. 020

Ruimtelijke Ordening. Kennisname Arrest Hof van Beroep Antwerpen29

021

Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Kapelstraat-Molenwijk.

Voorgeschiedenis Op 9 augustus 2012 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorstel van kostenraming ontvangen, opgemaakt door Telenet op 7 augustus 2012 met ref. 1074898, voor de aansluiting van het ICS-net in de private verkaveling van Koen Aerts. Feiten en context - De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie E(TLO) nr. 333E, 333L, 334G, gelegen Kapelstraat-Molenwijk in 2260 Westerlo.

29


-1454-

- De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 3.104,40 EUR en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. BESLUIT Artikel 1 Het college stemt in met de kostenraming, geraamd op 3.104,40 EUR, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie E(TLO) nr. 333E, 333L, 334G, gelegen Kapelstraat-Molenwijk in 2260 Westerlo, op voorwaarde dat de verkavelingsvergunning wordt goedgekeurd. 022

Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Olenseweg-Schuurveldstraat.

Voorgeschiedenis Op 8 augustus 2012 heeft het college van burgemeester en schepenen een offerte ontvangen, opgemaakt door Iveka op 3 augustus 2012 met ref. 248021, voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet en het lagedruk gasnet in de private verkaveling van Ludo Melis. Feiten en context - De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie B(TLO) nr. 332H, gelegen Olenseweg-Schuurveldstraat in 2260 Westerlo. - De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 6.537,00 EUR en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. BESLUIT Artikel 1 Het college stemt in met de kostenraming, geraamd op 6.537,00 EUR, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie B(TLO) nr. 332H, gelegen Olenseweg-Schuurveldstraat in 2260 Westerlo, op voorwaarde dat de verkavelingsvergunning wordt goedgekeurd. Om 12.30 uur schorst Guy Van Hirtum, burgemeester-voorzitter, tijdelijk de zitting. Om 13.30 uur opent, Guy Van Hirtum, burgemeester-voorzitter, opnieuw de zitting. Aanwezig: Guy Van Hirtum, burgemeester-voorzitter. Filip Verrezen, Jan Michiels, Roger Vrindts, Maurice Van Hemelen, Kelly Verboven, schepenen. Harry Plettinx, OCMW-voorzitter - schepen. Godelieve Raeymaekers, waarnemend secretaris. Afwezig: Carine Van de Sande, schepen.

023

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Advies: Camiani bvba: Grote Markt 32 (2012/071)

Voorgeschiedenis - Camiani bvba30 heeft op 10 mei 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met 4 woongelegenheden en 2 30


-1455-

-

handelspanden met stockage-garages + parkeerplaatsen, op het perceel sectie B nr. 475m, 479m en 475l, gelegen Grote Markt 32 in 2260 Westerlo. Op 6 februari 2012 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het slopen van een handelszaak, woning en bijgebouwen. Op 30 januari 2012 werd het ontwerp besproken met Ruimtelijke Ordening Antwerpen. Op 25 juli 2011 heeft het college ingestemd met de toepassing van het ITI-bouwprofiel binnen het bestaand weefsel in het RUP kern Westerlo-centrum.

Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 11 juni 2012. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag maakt geen deel uit van een niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. - Het perceel en zijn directe omgeving hebben een vlak bodemreliëf, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van het appartementsgebouw. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Grote Markt, die voorzien is van een klinkerverharding, een elektriciteitsnet, waterleiding, riolering, gas, straatverlichting, tvdistributie, telefoon. - Ter plaatse geldt het rooilijnplan dat werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 5 juni 1961. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek - Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 21 juni 2012 tot en met 20 juli 2012. Er werden geen opmerkingen noch bezwaren ontvangen. Adviezen - De gemeentelijke brandweer heeft op 13 juli 2012 een ongunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag (preventiedossier 2012 033). De opmerkingen hebben vooral betrekking op de compartimentering en de RF-waarden. Aan deze opmerkingen dient het nodige gevolg te worden gegeven. - Centrum voor Toegankelijkheid heeft op 4 juli 2012 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. (kenmerk 12.0766) - Onroerend Erfgoed heeft op 19 juli 2012 gesteld geen bezwaar te hebben tegen voorliggende aanvraag. (kenmerk 4.002/13049/99.42) Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het oprichten van een appartementsgebouw met 2 handelszaken op het gelijkvloers en 4 woongelegenheden op de verdiepingen. Het gebouw wordt uitgerust met een lift. De gevels van het gebouw worden opgetrokken in een roodbruine gevelsteen (handvorm), gecombineerd met gevelsteen die wordt gekaleid, en voorzien van een plint in arduin. Het dak wordt afgewerkt met natuurleien. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium, pvc en hout, de dorpels worden voorzien in arduin. De afvoerbuizen en dakgoten worden voorzien in zink. De college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1456-

-

-

-

-

kroonlijsthoogte in de voorgevel is gelegen op een hoogte van 7,16 m en wordt doorbroken ter hoogte van de ramen. Door te voorzien in een mansardedakvorm is de eigenlijke kroonlijst verborgen op een hoogte van 9,07 m. De kroonlijsthoogte in de achtergevel bedraagt eveneens 9,07 m. De nok van het dak loopt evenwijdig met de voorgevel en is gelegen op 13,57 m. De gelijkvloerse verdieping is 25 m diep. De handelszaken worden ingericht over 16,40 m diepte, de resterende diepte heeft als functie stockageplaatsen/garages. Beide handelszaken worden uitgerust met een dagverblijf en wc. Rechts wordt de doorrit aangelegd naar de achterliggende garages. De eerste verdieping is 13 m diep en wordt ingericht met 2 appartementen (spiegelbeeld), welke zijn ingedeeld in een inkomhal met wc, een woonkamer, een keuken, een badkamer met ligbad en douche, een berging en 3 slaapkamers waarvan 1 met dressing. Aan de voorzijde wordt er ter hoogte van de woonkamer voorzien in een balkon, achteraan worden er op het plat dak van 4,40 m diep terrassen ingericht. De tweede verdieping is 9 m diep en wordt eveneens ingericht met 2 appartementen (spiegelbeeld), welke zijn ingedeeld in een inkomhal met wc, een berging, een slaapkamer, een woonkamer en een keuken. Ook hier wordt er ter hoogte van de woonkamer voorzien in een balkon, achteraan worden er op het plat dak van 4 m diep terrassen ingericht. Op de dakverdieping wordt per appartement (spiegelbeeld) voorzien in 2 bijkomende slaapkamers (waarvan 1 met dressing) en een badkamer met ligbad, douche en wc. Het gebouw wordt onderkelderd met kruipruimten, 6 kelders, een ruimte voor nutsvoorzieningen en een technische ruimte. Achteraan het perceel worden er 6 parkeerplaatsen aangelegd met een verharding in grastegels. Door de aanleg van deze parkeerplaatsen op het eigen terrein wordt het centrum niet belast met extra geparkeerde voertuigen. De doorrit en oprit naar de achterliggende garages wordt aangelegd in klinkers. Op 30 januari 2012 werd het ontwerpdossier voorgelegd op het driepartijenoverleg. De conclusie van dit overleg was als volgt: De ondergrondse parkeergarage voor het appartementsgebouw langs de Grote Markt kan bereikbaar zijn via de ondergrondse parkeergarage van het appartementsgebouw langs de E.J. Van Gansenstraat. Langs de Grote Markt kan er voorzien worden in een handelsruimte op de gelijkvloerse verdieping en appartementen op de eerste verdieping en onder dak. Het gabarit is twee bouwlagen met een zichtbare kroonlijst op 6 à 7 m. In het voorliggende ontwerp is er geen ondergrondse parkeergarage voorzien, maar worden deze bovengronds aangebouwd aan de handelsruimten. De bebouwde oppervlakte is daardoor wel vrij hoog en er rest geen ruimte voor groenaanleg aangezien de overige onbebouwde ruimte wordt voorzien als parkeerplaatsen en de nodige toegang hiervoor. Deze worden wel voorzien in grastegels maar kan moeilijk als groenelement beschouwd worden. Het lijkt aangewezen om de klinkerverharding die de toegang vormt voor de garage te verbreden van 6 m tot 7 m en de parkeerplaatsen eveneens hun toegang te laten nemen via deze klinkerverharding zodat deze dichter naar de garages worden verschoven. De ruimte waar nu de parkeerplaatsen zijn ingetekend op het inplantingsplan, kan dan ingevuld worden met groenaanleg bestaande uit struiken en laagstammig groen. Tijdens het overleg werd er eveneens gesteld dat het bouwvolume mag voorzien worden van visueel twee bouwlagen. In het ontwerp zijn duidelijk drie bouwlagen waarneembaar waardoor het ontwerp eveneens niet voldoet aan de gestelde voorwaarden. De aanvraag is gelegen op de Grote Markt in de kern van Westerlo-centrum. In deze kern wordt het nieuwe ITI-profiel vooropgesteld. Het ITI-profiel staat voor innovatie, transformatie en integratie. Het ITI-profiel is gebaseerd op drie pijlers, nl. zuidoriëntatie van de leefruimte van de woning, compactheid van het gebouw en flexibiliteit in functie van uitbreiden en aanpasbaar bouwen. De nieuwe principes werken dan ook door in nieuwe volumenormen. De kroonlijsthoogte mag verhogen van 6 m naar 7 m. Het college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1457-

-

hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 10 m (in plaats van 13 op de eerste verdieping en dakbasis van 9 m) met twee bouwlagen en afgewerkt met een zadeldak. De achterbouw heeft een maximumdiepte van 10 m (in plaats van 7 m) met een kroonlijsthoogte van 4 m (in plaats van 3 m). De volumevermindering tengevolge van de beperktere bouwdiepte van 10 m op de eerste verdieping wordt gecompenseerd door de volumevermeerdering tengevolge het uitbreiden van de bouwdiepte van 17 m naar 20 m op de gelijkvloerse verdieping. Bij het driepartijenoverleg tijdens de bespreking van het voorontwerp van voorliggende aanvraag werden deze normen toegelicht aan de architect. Bij de behandeling van voorliggende aanvraag blijkt dat de bouwdiepte op het gelijkvloers 25 m bedraagt en de kroonlijst die verborgen zit in het dak 9,07 m hoog voorzien wordt. De kroonlijst die ingetekend is in de voorgevel op 7,16 m tussen de ramen kan moeilijk beschouwd worden als de eigenlijke kroonlijst. Daarnaast voorziet het ontwerp in een mansardedak om de grotere bouwhoogte te camoufleren. Deze dakvorm is wel aanwezig aan de overzijde van de Grote Markt, maar niet in de gesloten rij waar de nieuwbouw zal worden opgericht. De voorgestelde dakvorm in het ITI-profiel is een zadeldak met 45°, derhalve kan deze dakvorm niet aanvaard worden. Omwille van de handelsfunctie kan de bouwdiepte van 25 m wel aanvaard worden aangezien er nog een tuinzone van ca. 19 m rest. Deze tuinzone kan wel optimaler worden ingericht zodat er ook ruimte rest voor een meer kwalitatieve buitenruimte zoals hoger beschreven. Daarnaast wordt er op de verdieping toch een bouwdiepte van 13 m en een dakbasis van 9 m voorzien, terwijl deze twee bouwlagen een maximum bouwdiepte van 10 m mogen hebben. De afboording van de terrassen wordt voorzien in een gemetst muurtje van 90 cm boven de respectievelijke bouwlagen zodat de scheidingsgevels aan de dakterrassen over een diepte van 4 m deze extra hoogte hebben. Het traditionele profiel en het ITI-profiel worden op zodanige wijze gecombineerd dat enkel de voordelen van beide profielen gehanteerd worden om een zo maximaal mogelijk bouwvolume te bereiken op het bouwperceel. Bovendien heeft de wijziging van de bouwdiepte naar 10 m (ITI-profiel) het beoogde duurzaamheidsvoordeel dat de appartementen meer direct daglicht zullen hebben en dat de schaduwhinder naar de buren beperkt blijft. Het voorliggende ontwerp voorziet in een bouwdiepte van 13 m op de verdieping en toont niet aan dat de buren hiervan geen schaduwhinder zullen ondervinden. Op de geveltekeningen is duidelijk af te leiden dat het volume op de eerste verdieping ca. 4,50 m dieper ligt ten aanzien van de rechtse buur en ca. 3 m dieper dan de linkse buur, wat schaduwhinder tot gevolg heeft voor zowel de linkse als de rechtse buur. Bovendien worden de scheidingsgevels dan nog eens verlengd met 4 m met een hoogte van ca. 90 cm. De linkse buur is momenteel het gebouw van "De Post" met vier woongelegenheden. Dit gebouw is momenteel opgebouwd uit drie bouwlagen en afgewerkt met een plat dak en dateert volgens de kadastrale gegevens uit de periode 1944. Toekomstgericht zal er bij een vervangingsbouw van dit gebouw eveneens omgeschakeld moeten worden naar twee visuele bouwlagen afgewerkt met een zadeldak. De gesloten rij waarin de nieuwbouw zal worden opgericht bestaat hoofdzakelijk uit gebouwen met twee bouwlagen en een zadeldak met uitzondering van het gebouw van "De Post" en de "Tramhalt". De ruimtelijke visie voor dit bouwblok en dan specifiek voor deze gesloten rij aan de Grote Markt wordt vastgelegd in een bouwvolume van twee bouwlagen met zadeldak waarvan de kroonlijsthoogte ca. 7 m bedraagt volgens de principes van het ITI-profiel. Het is zeker niet de bedoeling om in deze rij, die begrensd wordt door de P.E. Peetersstraat en de Sint-Lambertusstraat systematisch naar drie bouwlagen te gaan. Omwille van de principiële beslissing in het kader van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tot het toepassen van het nieuwe ITI-profiel, de schaduwhinder naar de buren toe en de betrachting enkel die


-1458-

-

-

-

normen te volgen die een maximaal bouwvolume garanderen, kan het voorliggende ontwerp niet aanvaard worden. De voorliggende weg is voldoende uitgerust. De voorliggende aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. Gezien de aanvraag niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromingsgebied kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput. De totale oppervlakte van verhardingen en daken bedraagt 594 m². Er wordt voorzien in een hemelwaterput met een inhoud van 27.500 liter, wat overeenstemt met een oppervlakte tot 600 m2. De voorziene aftappunten zijn buitenkraan, wasmachine en toiletten. Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Het volume van het gebouw bedraagt 4.038 m³. De voorliggende aanvraag dient bijgevolg voorgelegd te worden aan de gewestelijk stedenbouwkundige aanvraag voor advies.

Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004: gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (artikel 3§3.8°). - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. BESLUIT Artikel 1 Het college brengt ongunstig advies uit over de aanvraag van Camiani bvba, 31 voor het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met 4 woongelegenheden en 2 handelspanden met stockage-garages + parkeerplaatsen, op het perceel sectie B nr. 475m, 479m en 475l, gelegen Grote Markt 32 in 2260 Westerlo.

31


-1459-

024

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Advies: SintAnnekstraat 29 (2012/089) 32.

Voorgeschiedenis - De aanvragers33 hebben op 6 juni 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het verbouwen van een zonevreemde woning, op het perceel sectie D nr. 637b, 636b en 638p, gelegen Sint-Annekestraat 29 in 2260 Westerlo. - Volgens de kadastergegevens dateert de oorspronkelijke woning van 1949 (= vóór stedenbouwwet). Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 3 juli 2012. - De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt en eveneens para-agrarische bedrijven. - De aanvraag maakt geen deel uit van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling noch van het gebied van een bijzonder plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Schutterstraat, die voorzien is van een asfaltverharding, een elektriciteitsnet, waterleiding, riolering, straatverlichting, tvdistributie en telefoon. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 4 juli 2012 tot en met 2 augustus 2012. Er werden geen bezwaren of opmerkingen ingediend. Adviezen De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen heeft op 30 juli 2012 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag (kenmerk 2012_014262). Argumentatie - De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet onder hoofdstuk IV – afdeling 2 in een aantal basisrechten ten aanzien van bestaande zonevreemde woningen, namelijk: - Het verbouwen, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal - Het herbouwen op dezelfde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en het maximale volume van de herbouwde woning beperkt blijft tot 1.000 m³. Herbouw op dezelfde plaats houdt in dat de nieuwe woning ten minste drie kwart van de bestaande woonoppervlakte overlapt. - Het herbouwen op een gewijzigde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en de woning getroffen is door een rooilijn, of zich bevindt in een achteruitbouwzone, of de verplaatsing volgt uit redenen van goede ruimtelijke ordening. De herbouwde woning krijgt 32 33


-1460-

-

-

-

-

dezelfde voorbouwlijn als de dichtstbijzijnde constructie, of de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en richt zich op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen. Het maximale volume van de herbouwde woning dient beperkt te blijven tot 1.000 m³. - Het uitbreiden, op voorwaarde dat het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. - De zonevreemde constructies dienen hoofdzakelijk vergund te zijn en mogen niet verkrot zijn. De voorliggende aanvraag voorziet in het uitbreiden van een zonevreemde woning, zoals voorzien onder subsectie 1. Het aantal woongelegenheden blijft beperkt tot het bestaande aantal. De bestaande woning is niet verkrot en dateert volgens de kadastrale gegevens van 1949. Het huidige bouwvolume van 1.275 m³ wordt ingevolge de verbouwingswerken verminderd met 358 m³, zodat het uiteindelijke bouwvolume 917 m³ zal bedragen. De te verbouwen woning bestaat uit een hoofdvolume van 9,53 m breed en 7,24 m diep dat is afgedekt met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig loopt met de voorgevel. De kroonlijsthoogte van de voorgevel is hoger gelegen dan de nok van de achterbouw. Het gelijkvloers is ingedeeld in een inkomhal met trap naar boven, leefruimte, keuken en badkamer met toilet en douche. De verdieping voorziet naast de nachthal in 2 slaapkamers en een zolderruimte. Het bijvolume links van het woongedeelte is 12,67 m breed en eveneens 7,24 m diep. Dit volume heeft als functie garage-werkhuis en berging. Ter hoogte van het garage-werkhuis is dit volume eveneens afgedekt met een zadeldak waarvan de nok en kroonlijst lager liggen dan deze van het hoofdvolume, de berging wordt afgedekt met een lessenaarsdak, waarvan de nok aansluit aan de kroonlijst van het naastliggende volume. Achteraan zijn bijvolumes ingeplant met als functie berging, veranda en leefruimte. De totale bouwdiepte van de woning bedraagt 11,22 m. De gevels zijn opgetrokken in een rode gevelsteen, gecombineerd met een gecementeerde plint voor de voorgevel. De daken zijn afgewerkt met rode dakpannen. Het buitenschrijnwerk is voorzien in hout (wit geverfd), de deuren raamdorpels zijn voorzien in blauwe hardsteen. De voorliggende aanvraag voorziet in het verbouwen van de woning, waarbij het hoofdvolume en linkse bijvolume worden behouden. Deze volumes worden geïsoleerd en voorzien van een nieuwe gevelsteen: het hoofdvolume wordt voorzien van een paepesteen, het bijvolume links wordt voorzien van een oude Beerse steen lichtgrijs gekaleid. Het zichtbare gedeelte van de linker tipgevel van het hoofdvolume wordt voorzien van isolatie en afgewerkt met sidings. De hellende daken worden afgewerkt met een zwarte-grijze dakpan. De bijvolumes achteraan de woning en uiterste links worden gesloopt en vervangen door een nieuw volume één en twee bouwlagen hoog, afgewerkt met een plat dak. Het nieuwe volume wordt ingeplant rechts achteraan het hoofdvolume. De gevels worden opgetrokken in een oude Beerse steen lichtgrijs gekaleid. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium/hout, de dorpels in arduin. De afvoerbuizen en dakgoten worden voorzien in zink. De bouwbreedte van de woning bedraagt maximum 22,72 m, de maximum bouwdiepte bedraagt 14,07 m. De gelijkvloerse verdieping van het hoofdvolume en achterbouw voorziet in een inkomhal met trap naar boven, een badkamer met ligbad en douche, een afzonderlijk toilet, een wasplaats, een bureau, een zithoek en een keuken. De verdieping van het hoofdvolume voorziet naast de nachthal in twee slaapkamers waarvan één met dressing. Het linkse bijvolume, toegankelijk vanuit de wasplaats, behoudt op het gelijkvloers de


-1461-

-

-

-

-

-

functie van werkhuis en garage. Het nieuwe volume wordt, net als de bestaande volumes, voorzien op volle grond. De toegang tot de garage en de voordeur wordt verhard en er wordt een terras aangelegd ter hoogte van de keuken en zithoek. De totale te verharden oppervlakte bedraagt 74 m². Het Departement Landbouw en Visserij - Duurzame Landbouwontwikkeling heeft op 30 juli 2012 gesteld dat er gelet op de aard en de ligging vanuit landbouwkundig standpunt geen bezwaar is tegen de vooropgestelde werken en verstrekt een voorwaardelijk gunstig advies voor zover strikt voldaan wordt aan de vigerende regelgeving betreffende zonevreemde woningen en bijgebouwen zoals gesteld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Er kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag voldoet aan deze regelgeving. De vooropgestelde verbouwing brengt geen ingrijpende veranderingen met zich mee. Het bouwvolume neemt af in omvang. De zonevreemde woning is ingeplant langs een bestaande en uitgeruste weg in de omgeving van andere woningen. De toegepaste materialen zijn gangbare materialen. Er kan daarom gesteld worden dat de voorliggende aanvraag aanvaardbaar en integreerbaar is in de omgeving. Gezien de aanvraag niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromingsgebied kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. De horizontale dakoppervlakte neemt af, zodat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater niet van toepassing is. Toch voorziet de bouwheer in een hemelwaterput met een inhoud van 5.000 liter, met hergebruik van het hemelwater via de buitenkraan, wasmachine en toiletten. De voorliggende aanvraag dient voorgelegd te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor advies.

Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen, meermaals gewijzigd. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. BESLUIT Artikel 1 Het college brengt gunstig advies uit over de stedenbouwkundige aanvraag 34, voor het verbouwen van een zonevreemde woning, op het perceel sectie D nr. 637b, 636b en 638p, gelegen Sint-Annekestraat 29 in 2260 Westerlo. 34


-1462-

Artikel 2

025

De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) esthetisch verantwoorde materialen gebruiken 2) verplicht een septische put te bouwen, tenzij de woning kan aangesloten worden op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstaton 3) de werken uitvoeren en nieuw volume inplanten zoals voorzien op de bouwplannen van 04.06.2012 -bladen 1/4, 3/4 en 4/4 4) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Kleine Werken. Vergunning: 3D Bouw nv: P.E. Peetersstraat 3a (2012/512).

Voorgeschiedenis - 3D Bouw nv: Boerenkrijglaan 34 in 2200 Herentals, heeft op 1 juni 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het wijzigen van de woonbestemming van het gelijkvloerse appartement naar kantoor en een derde openlucht parkeerplaats, op het perceel sectie B nr. 460a2, gelegen P.E. Peetersstraat 3a in 2260 Westerlo. - Op 10 juni 2011 verleende het schepencollege een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met vier woongelegenheden en twee openlucht parkeerplaatsen, na het slopen van een woning. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 27 juni 2012. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag maakt geen deel uit van de niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. - Het perceel en zijn directe omgeving hebben een vlak bodemreliëf, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van de bestemmingswijziging. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg P.E. Peetersstraat, die voorzien is van een klinkerverharding, een waterleidingnet, een elektriciteitsnet, gemengde riolering, openbare verlichting, tv-distributie en telefoon. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen De gemeentelijke brandweer heeft op 27 juli 2012 een gunstig advies uitgebracht. Er zijn echter nog enkele opmerkingen waaraan niet wordt voldaan. Teneinde het gebouw verder in orde te brengen naar de brandveiligheid toe moet aan de opmerkingen van het brandweeradvies een oplossing gegeven worden (kenmerk W2011 00011-003). Ook de


-1463-

adviezen W201 00011-01 en W2011 00011-02 die uitgebracht zijn naar aanleiding van het vorige dossier blijven van toepassing. Argumentatie - Het voorliggende ontwerp voorziet in het wijzigen van de woonbestemming van het gelijkvloerse appartement naar een kantoor. Het bestaande gelijkvloerse appartement is ingedeeld in een inkomsas met wc, een badkamer met ligbad, drie slaapkamers, een doorlopende leefruimte met zithoek, woonkamer en keuken, een berging-wasplaats en een overdekt terras. In het midden van het gebouw zit de gemeenschappelijke inkomhal met lift en trap voor de overige appartementen. Tijdens de bouw van het appartementsgebouw werd het overdekte terras aan de achtergevel niet uitgevoerd, de achtergevel loopt door. De gyprocwanden in het gelijkvloerse appartement worden grotendeels gesloopt zodat een grote open ruimte ontstaat met ruimte voor onthaal, kantoor en keuken. De berging-wasplaats blijft behouden als berging met plaats voor twee wc’s. - Het voorliggende ontwerp voorziet eveneens in een derde openlucht parkeerplaats op de binnenkoer. Er mag geen carport geplaatst worden en de verharding van de binnenkoer moet zo minimaal mogelijk zijn. - De gemeentelijke brandweer heeft een gunstig advies uitgebracht. In het verslag worden nog enkele opmerkingen vermeld waaraan niet wordt voldaan (W2011 00011-003). Teneinde het gebouw verder in orde te brengen naar de brandveiligheid toe moet aan volgende opmerkingen een oplossing gegeven worden: - de deur tussen het kantoor en het trappenhuis dient Rf ½ h te hebben, - de volgende ruimten, lokalen of kasten dienen brandvrij te worden gecompartimenteerd met muren, vloeren en plafond Rf 1 h en zelfsluitende deuren of bij brand zelfsluitende deuren Rf ½ h: - het kantoor; - de appartementen; - de traphal; - de kruipkelder. Hieraan is niet voldaan volgens de bouwplannen van 31 mei 2012. De deur tussen het kantoor en het trappenhuis dient Rf ½ h te hebben. - het meterlokaal mag niet als berging worden gebruikt, - er dient veiligheidsverlichting voorzien te worden: - nabij de uitgangen; - nabij de hoofdborden van de elektrische installatie; - verder zodanig dat er een ordelijke ontruiming wordt verzekerd. - er dient een muurhaspel geplaatst te worden nabij de uitgang. Hieraan is niet voldaan volgens de verkregen bouwplannen van 31 mei 2012. Bovendien blijven de adviezen met referentie W2011 00011-01 en W2011 00011-02 eveneens van toepassing. - Er kan gesteld worden dat de geplande bestemmingswijziging een beperkte verandering teweeg brengt in de onmiddellijke omgeving. De aanvraag is bijgevolg aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving. - De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het inrichten van een kantoorruimte binnen het bestaande volume van een vergund gebouw. De kantoorruimte is beperkt tot 92 m² en brengt geen vergunningsplichtige wijziging van de hoofdfunctie (= wonen) met zich mee of een vermeerdering van het aantal woongelegenheden. De voorliggende aanvraag is bijgevolg vrijgesteld van het advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar. - De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1464-

- De voorliggende weg is voldoende uitgerust. - De aanvraag is niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. - De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing, gezien de horizontale dakoppervlakte niet wordt uitgebreid. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, gewijzigd bij besluit van 26 april 2002 en 29 mei 2009 (artikel 4.1°, 5.1° en 5.2°). - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluit van 29 juni 2009 (artikel 1/1.1°, 1/1.4°). BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning aan 3D Bouw nv: Boerenkrijglaan 34 in 2200 Herentals, voor het wijzigen van de woonbestemming van het gelijkvloerse appartement naar kantoor en een derde openlucht parkeerplaats, op het perceel sectie B nr. 460a2, gelegen P.E. Peetersstraat 3a in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) esthetisch verantwoorde materialen gebruiken 2) de aanpassingen uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen van 31.05.2012 3) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. 026

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: BDP: Libellestraat 10 (2012/095). 35

Voorgeschiedenis BDP: Maalderijstraat 15 te 2200 Morkhoven36, heeft op 18 juni 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning + garage op het perceel sectie D nr. 845g = kavel 17 uit de verkaveling nr. 212D/137/771(00), gelegen Libellestraat 10 in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 10 juli 2012.

35 36


-1465-

- De aanvraag is gedeeltelijk gelegen in een woonzone volgens het gewestplan HerentalsMol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag maakt deel uit van de goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling nr. 212D/137/771(00) (= kavel 17). De verkaveling voorziet in 20 kavels met aanleg nieuwe weg Libellestraat. De verkaveling is hoofdzakelijk bestemd om bebouwd te worden met vrijstaande eengezinswoningen, slechts 4 woningen dienen 2 aan 2 gekoppeld te worden. - De aanvraag werd aangevuld met gewijzigde plannen van het bijgebouw. - Het perceel en zijn directe omgeving heeft een vlak bodemreliëf, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van de woning. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Libellestraat, die voorzien is van een klinkerverharding, een waterleidingnet, een elektriciteitsnet, een aardgasnet, gescheiden riolering, openbare verlichting, tv-distributie en telefoon. - Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Er zijn geen adviezen vereist. Argumentatie - Het voorliggende ontwerp voorziet in een vrijstaande eengezinswoning + garage. - De woning heeft een gespiegelde C-vorm rond een zuidgerichte patio. De totale bouwbreedte bedraagt 11,09 m en de totale bouwdiepte 16,99m. Het hoofdvolume van de woning heeft een bouwbreedte van 5,69m, een bouwdiepte van 14,79 m, een kroonlijsthoogte van 5,70 m. Het hoofdvolume wordt afgewerkt met een zadeldak waarvan de nok loodrecht op de straat loopt op een hoogte van 9,21 m. Aan de rechterkant van het hoofdvolume bevinden zich voor- en achteraan bijvolumes die resulteren in een patio met een breedte van 5,40 m en een diepte van 5,61 m. Het bijvolume vooraan heeft een bouwbreedte van 7,69 m, een bouwdiepte van 5,69 m, een kroonlijsthoogte van 2,80 m en wordt gedeeltelijk in het hoofdvolume geschoven. Het bijvolume vooraan wordt afgewerkt met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig met de straat op een hoogte van 5,45 m loopt. Het bijvolume achteraan heeft een bouwbreedte van 5,89 m, een bouwdiepte van 5,69 m, een kroonlijsthoogte van 3,90 m en wordt eveneens gedeeltelijk in het hoofdvolume geschoven. Het bijvolume vooraan wordt afgewerkt met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig met de straat op een hoogte van 7,47 m loopt. De voorgevel van de woning (bijvolume vooraan) wordt ingeplant op 7 m uit de rooilijn, dat is 12 m uit de as van de wegverharding van de Libellestraat, op 3 m van de rechter perceelsgrens en op 3 m van de voetweg nr. 90 die tegen de linker perceelsgrens loopt. De voorgevel verspringt op 7,69 m van de rechterhoek naar achter over een diepte van 0,80 m om dan na een haakse hoek terug door te lopen over 3,40 m (hoofdvolume). De linkergevel verspringt op 14,79 m van de voorgevel naar binnen over een afstand van 5,20 m om na een haakse hoek te verlengen over een afstand van 1,40 m. De woning wordt afgewerkt met zadeldaken met een helling van 51° op het


-1466-

-

-

-

-

hoofdvolume en het bijvolume achteraan en een helling van 43° op het bijvolume vooraan. De daken worden bedekt met blauw-grijs genuanceerde kleidakpannen. De gevels van de woning worden opgetrokken in lichtkleurig gekaleid gevelsteenmetselwerk met een gecementeerde plint van een halve meter hoog. De buitenschrijnwerkerij wordt voorzien in zwart aluminium. De dorpels worden voorzien in blauwe hardsteen en de regenwaterafvoeren en -goten in zink. De woning wordt vooraan onderkelderd met 3 kelderruimtes met een binnenhoogte van 2,30 m en het overige gedeelte wordt onderkelderd met kruipruimtes met een binnenhoogte van 1 m. De gelijkvloerse verdieping wordt ingedeeld in een hal met wc en steektrappen met bordes naar de kelder en de eerste verdieping, een ontspanningsruimte, een bureau, een open leefruimte met zitruimte, eetruimte en keuken, een washok en een berging. De eerste verdieping wordt ingedeeld in een nachtgang, vier slaapkamers en een badkamer met ligbad, inloopdouche en wc. Onder de zadeldaken wordt voorzien in onafgewerkte zolders. De garage heeft een bouwbreedte van 3,89 m, een bouwdiepte van 7,99 m en een kroonlijsthoogte van 2,70 m. De garage werd afgedekt met een zadeldak met een helling van 45° waarvan de nok loodrecht op de straat op een hoogte van 4,65 m loopt. De achterkant van het zadeldak wordt uitgevoerd als een wolfsdak met een helling van 45° om te voldoen aan de verkavelingsvoorschriften. De aangepaste plannen voor de garage in die zin (met wolfsdak) werden ingediend op 6 augustus 2012. De garage wordt geplaatst op een gepolierde betonplaat. De gevel- en dakmaterialen en de buitenschrijnwerkerij zijn dezelfde als die van de woning. De garage wordt ingeplant op 3 m van de achterste perceelsgrens en op 3 m van de linker perceelsgrens. Dat laatste is in strijd met de verkavelingsvoorschriften. Die voorzien namelijk in een bouwstrook voor de bijgebouwen met de linkervoorhoek op 3 m de voetweg nr. 90 die langs de linker perceelsgrens loopt. De voetweg heeft een breedte van 1,60 m. De garage moet bijgevolg 1,60 m verder naar rechts worden ingeplant op 3 m van de rand van de voetweg, dat is op 4,60 m van de linker perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan. De oprit naar de garage is vanaf de straat verhard. De voetweg mag, in tegenstelling tot de aanduiding op het inplantingsplan, niet verhard worden. Bovendien mogen enkel de strikt noodzakelijke toegangen tot de woning en de garage verhard worden in plaats van bijna de halve breedte van de tuin. Achteraan de woning mag voorzien worden in een verhard terras evenals in de verharding van de patio. Er kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag voor het overige voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. De voorliggende weg is voldoende uitgerust. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag is aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving. Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De toename van de verharde oppervlakte beperkt de infiltratie van het hemelwater in de bodem slechts plaatselijk. Dat wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput. De horizontale dakoppervlakte van de woning + garage bedraagt 180 m². Er wordt voorzien in een hemelwaterput van 7.500 liter, wat overeenstemt met een oppervlakte tot 200 m². Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1467-

- Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 212D/137/771(00), goedgekeurd de minister op 8 juni 2000. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004: gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning 37 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning + garage op het perceel sectie D nr. 845g = kavel 17 uit de verkaveling nr. 212D/137/771(00), gelegen Libellestraat 10 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door de minister op 8 juni 2000, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 212D/137/771(00) 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het gescheiden rioleringsnet, dit houdt in dat voor de woning 2 aansluitingen zijn voorzien waarvan één aansluiting voor de overstortleiding van de regenwaterput en één aansluiting voor het huishoudelijk afvalwater, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 4) verplicht een hemelwaterput plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 01 oktober 2004 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding moet worden aangesloten op een infiltratievoorziening op het eigen perceel 5) de voorgevel van de woning inplanten op 7 m uit de rooilijn (dat is op 12 m uit de as van de Libellestraat), zoals voorzien op het inplantingsplan van het bouwplan – plan 2/2 6) verplicht de achtergevel van de garage inplanten op 3 m uit de achterste perceelsgrens en op 4,60 m uit de linker perceelsgrens, dat is op 3 m van de voetweg nr. 90, zoals in het rood verbeterd op het bovenvernoemde inplantingsplan 7) slechts de strikt noodzakelijke toegangen naar de voordeur en de garage verharden, en zeker de voetweg niet verharden 8) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. 027

37 38

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Langstraat 111 (2012/087) 38.


-1468-

Voorgeschiedenis De aanvragers39 hebben op 31 mei 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage op het perceel sectie E(Tlo) nr. 72z = kavel 1 uit de verkaveling nr. 250TLO/137/0805(00), gelegen Langstraat 111 in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 27 juni 2012. - De aanvraag is gedeeltelijk gelegen in een woonzone volgens het gewestplan HerentalsMol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag maakt deel uit van de goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling nr. 250TLO/137/0805(00) (= kavel 1). De verkaveling voorziet in 4 kavels langs de uitgeruste wegen Langstraat en Leyse Hoevestraat. De verkaveling is bestemd om bebouwd te worden met vrijstaande eengezinswoningen. - De aanvraag werd aangevuld met een verzoek tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot het wijzigen van de dakvorm, namelijk plat dak - Het perceel en zijn directe omgeving heeft een zacht hellend verloop, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van de woning. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Langstraat, die voorzien is van een asfaltverharding, een waterleidingnet, een elektriciteitsnet, gemengde riolering, openbare verlichting, tv-distributie en telefoon. - Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 3 juli 2012 tot en met 1 augustus 2012. Er werden geen opmerkingen en geen bezwaren ontvangen. Adviezen Er zijn geen adviezen vereist. Argumentatie - Het voorliggende ontwerp voorziet in een vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage. - De woning bestaat uit verschillende volumes met verschillende bouwhoogtes die in elkaar worden geschoven. De woning heeft een totale bouwbreedte van 18 m en een totale bouwdiepte van 13 m. De bouwhoogte varieert van 2,75 m over 3,75 m tot 6 m. De voorgevel van de woning wordt ingeplant op 15 m uit de as van de wegverharding van de Langstraat en op 3,02 m uit de linker perceelsgrens. Op 6 m afstand van de linkerhoek verspringt de voorgevel naar achter over een afstand van 1,50 m. De linkergevel verspringt op 4,10 m van de voorgevel naar binnen over een afstand van 0,45 m waarna hij terug een haakse hoek maakt om nog 5,75 m terug naar binnen te verspringen over een afstand van 4,95 m en na een haakse hoek nog 3,15 m te verlengen. 39


-1469-

-

-

-

-

-

-

-

De rechtergevel verspringt op 3,95 m van de voorgevel naar binnen over een afstand van 5,85 m om na een haakse hoek 7,55 m te verlengen. De achtergevel meet 6,75 m en verbindt de eindpunten van de linker- en rechtergevel. De woning wordt afgewerkt met platte daken. De gevels van de woning worden opgetrokken in een zavelkleurige gevelsteen en een donkerkleurige aluminium dakrand. De buitenschrijnwerkerij en de dorpels worden eveneens voorzien in een donkerkleurige aluminium. De regenwaterafvoeren worden voorzien in zink. De woning wordt gedeeltelijk onderkelderd met 2 kelderruimtes met een binnenhoogte van 2,40 m en voor het overige op de volle grond geplaatst. De gelijkvloerse verdieping wordt ingedeeld in een centrale inkom met wc en kwartdraaiende steektrap naar de eerste verdieping; een bureau en zitruimte aan de linkerkant (= zuidkant) van de woning; een eetruimte met open keuken aan de achterkant; een inkomsas met wasberging en kwartdraaiende steektrap naar de kelder in het midden van de woning en een garage voor twee wagens aan de voorkant van de woning. De eerste verdieping wordt ingedeeld in een nachtgang met wc, een badkamer met douche en ligbad, drie slaapkamers waarvan één met dressing en een vide boven de inkomhal. Als toegang naar de garage wordt een strook met een breedte van 6,63 m in de voortuin verhard, evenals het pad naar de voordeur. Achteraan aan de linkerkant van de woning wordt een terrasverharding voorzien. De totale oppervlakte die verhard wordt met klinkers bedraagt 148,10 m². De aanvraag werd aangevuld met een verzoek tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot het wijzigen van de dakvorm, namelijk een plat dak. In de nabije omgeving van de nieuw op te richten woning komen eveneens woningen en handelsgebouwen met platte daken voor in het straatbeeld. Voorgaande afwijking doet geen afbreuk aan het woongenot van de andere eigenaars van de verkaveling. Bovendien werd geen bezwaar ingediend tegen de gevraagde afwijking. De gevraagde afwijking wordt bijgevolg toegestaan. Er kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag voor het overige voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. Het perceel en zijn directe omgeving heeft een zacht hellend verloop, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van de woning. Als plaatselijk referentiepeil wordt het riooldeksel in het fietspad voor het perceel genomen. De vloerpas van de woning mag 25 cm boven het referentiepeil gerealiseerd worden zoals voorgesteld op het terreinprofiel. De voorliggende weg is voldoende uitgerust. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag is aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving. Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De toename van de verharde oppervlakte beperkt de infiltratie van het hemelwater in de bodem slechts plaatselijk. Dat wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput. De horizontale dakoppervlakte van de woning bedraagt 156,94 m². Er wordt voorzien in een hemelwaterput van 7.500 liter, wat overeenstemt met een oppervlakte tot 200 m². Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Juridische grond college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1470-

- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 250TLO/137/0805(00), goedgekeurd door het schepencollege op 20 maart 2001. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, 8 maart 2002 en 5 juni 2009 (artikel 3§3.8°). - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004: gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning 40 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage op het perceel sectie E(Tlo) nr. 72z = kavel 1 uit de verkaveling nr. 250TLO/137/0805(00), gelegen Langstraat 111 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het schepencollege op 20 maart 2001, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 250TLO/137/0805(00) 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringstation 4) verplicht een hemelwaterput plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 01 oktober 2004 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding moet worden aangesloten op een infiltratievoorziening op het eigen perceel 5) de voorgevel van de woning inplanten op 15 m uit de as van de Langstraat, zoals voorzien op het inplantingsplan van het bouwplan van 15.05.2012 – dossier 543 – plan BA.01 6) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. 028

40 41

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Groenstraat 2 (2012/083) 41.


-1471-

Voorgeschiedenis De aanvragers42 hebben op 23 mei 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage op het perceel sectie A nr. 890f = kavel 10 uit de verkaveling nr. 155A/137/115(1), gelegen Groenstraat 2 in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 22 juni 2012. - De aanvraag is gedeeltelijk gelegen in een woonzone volgens het gewestplan HerentalsMol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag maakt deel uit van de goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling nr. 155A/137/115(1) (= kavel 10). De verkaveling voorziet in 10 kavels langs de uitgeruste wegen Ernest Claesstraat en Groenstraat. De verkaveling is bestemd om bebouwd te worden met vrijstaande eengezinswoningen. - De aanvraag werd aangevuld met een verzoek tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot het uitbreiden van de dakhelling, namelijk tot 30°, en van de gevelmaterialen, namelijk met hout. - Het perceel en zijn directe omgeving heeft een vlak bodemreliëf, dat ongewijzigd blijft na de realisatie van de woning. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Groenstraat, die voorzien is van een betonverharding, een waterleidingnet, een elektriciteitsnet, gemengde riolering, openbare verlichting, tv-distributie en telefoon en langs de gemeenteweg Ter Voort. - Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 3 juli 2012 tot en met 1 augustus 2012. Er werden geen opmerkingen en geen bezwaren ontvangen. Adviezen Er zijn geen adviezen vereist. Argumentatie - Het voorliggende ontwerp voorziet in een vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage. - De woning bestaat uit verschillende volumes met verschillende kroonlijsthoogtes die in elkaar worden geschoven. De woning heeft een totale bouwbreedte van 15,40 m en een totale bouwdiepte van 15,20 m. De kroonlijsthoogte varieert van 5,73 over 5,15 m en 3,35 m tot 2,90 m en de nokhoogte van de zadeldaken varieert van 9,23 m over 7 m tot 4,68 m. De voorgevel van de woning is ingeplant evenwijdig met de Groenstraat en aan de rechterkant op 12 m uit de as van de wegverharding van Ter Voort en verspringt na 5,60 m naar achter over 1,90 m om na 3,40 m terug naar voor te verspringen over een diepte 42


-1472-

-

-

-

-

-

-

van 0,70 m en een lengte van 5,30 m. De linkergevel ligt op 3 m van de zijdelingse perceelsgrens en verspringt op 9,50 m van de voorgevel naar binnen over een afstand van 4,50 m waarna hij terug een haakse hoek maakt om nog 4,50 m te verlengen. De rechtergevel verspringt op 6,20 m van de voorgevel naar buiten over een afstand van 1,10 m om na 4 m terug naar binnen te verspringen over een afstand van 3,60 m om tenslotte 5 m te verlengen. De achtergevel meet 7,10 m en verbindt de eindpunten van de linker- en rechtergevel. De woning bevindt zich binnen de bouwstrook die gevormd wordt door de voorgevelbouwlijn op 12 m uit de as van de Groenstraat, de achtergevelbouwlijn op 17 m uit de voorgevelbouwlijn, de linkergevelbouwlijn op 3 m uit de linker perceelsgrens en de rechtergevelbouwlijn op 12 m uit de as van Ter Voort. De woning wordt afgewerkt met zadeldaken en wolfsdaken met dakhellingen van 40° en 45° en van 30° op de dakkapellen waar de kroonlijst 5,93 m bedraagt. De daken worden bedekt met rode plannen. De gevels van de woning worden opgetrokken in een roodbruin genuanceerde gevelsteen en de zijkanten van de dakkapellen worden afgewerkt met hout. De buitenschrijnwerkerij, de deuren en de slagluiken worden voorzien in crèmekleurig hout. De dorpels worden voorzien in arduin en de regenwaterafvoeren in zink. De woning wordt volledig onderkelderd met 5 kelderruimtes met een binnenhoogte van 2,40 m. De gelijkvloerse verdieping wordt ingedeeld in een centrale inkom met wc en kwartdraaiende steektrap naar de eerste verdieping, een living, een keuken, een wasplaats, een berging met kwartdraaiende steektrap naar de kelder, een garage en een tuinberging. De eerste verdieping wordt ingedeeld in een overloop met wc en luik naar de zolder, drie slaapkamers waarvan één met dressing, een hobbykamer en een badkamer met douche en ligbad. Onder het hoogste zadeldak wordt voorzien in een onafgewerkte zolder. Als toegang naar de garage wordt een strook met een breedte van 4,50 m in de voortuin verhard, evenals het pad naar de voordeur. Achteraan aan de linkerkant van de woning wordt een terrasverharding voorzien. De aanvraag werd aangevuld met een verzoek tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot het uitbreiden van de dakhelling, namelijk tot 30° voor de dakkapellen en het uitbreiden van de gevelmaterialen met hout. Voorgaande afwijkingen zijn beperkt en doen geen afbreuk aan het woongenot van de andere eigenaars van de verkaveling. Bovendien werd geen bezwaar ingediend tegen de gevraagde afwijkingen. De gevraagde afwijkingen worden bijgevolg toegestaan. Er kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag voor het overige voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. De voorliggende weg is voldoende uitgerust. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag is aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving. Uit de watertoets blijkt dat de aanvraag niet gelegen is in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De toename van de verharde oppervlakte beperkt de infiltratie van het hemelwater in de bodem slechts plaatselijk. Dat wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput. De horizontale dakoppervlakte van de woning bedraagt 175,26 m². Er wordt voorzien in een hemelwaterput van 10.000 liter, wat overeenstemt met een oppervlakte tot 250 m². Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Juridische grond


-1473-

- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 155A/137/115(1), goedgekeurd door het schepencollege op 7 september 1993. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, 8 maart 2002 en 5 juni 2009 (artikel 3§3.8°). - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004: gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning 43 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage op het perceel sectie A nr. 890f = kavel 10 uit de verkaveling nr. 155A/137/115(1), gelegen Groenstraat 2 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het schepencollege op 7 september 1993, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 155A/137/115(1) 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringstation 4) verplicht een hemelwaterput plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 01 oktober 2004 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding moet worden aangesloten op een infiltratievoorziening op het eigen perceel 5) de voorgevel van de woning inplanten op 12 m uit de as van de Groenstraat, zoals voorzien op het inplantingsplan van het bouwplan van 16.05.2012 – plan V 04 12 6) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. 029

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Pastorijstraat 68 (2012/094). 44 Voorgeschiedenis 43 44


-1474-

De aanvragers45 hebben op 15 juni 2012 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie D nr. 1042p4 = kavel 8 uit verkaveling nr. 250D/137/0870.2, gelegen Pastorijstraat 68 in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juli 2012. - De aanvraag is gelegen in een woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan HerentalsMol (KB 28 juli 1978). De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor. - De oorspronkelijke verkaveling werd goedgekeurd op 19 mei 2008 goedgekeurd voor 15 kavels langs de bestaande wegen Oude Westmeerbeekseweg, Pastorijstraat en Goudvinkstraat. De kavels zijn bestemd om bebouwd te worden met vrijstaande eengezinswoningen. - De aanvraag werd aangevuld met een verzoek tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling door het uitbreiden van de dakvorm met een plat dak. - De aanvraag is gelegen langs de Pastorijstraat, die voorzien is van een klinkerverharding, een elektriciteitsnet, waterleiding, grachten, gasnet, telefoon en openbare verlichting. - Het aanvraagperceel is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. -

Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 10 juli 2012 tot en met 8 augustus 2012. Er werden geen bezwaren of opmerkingen ingediend. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag is gesitueerd in de verkaveling met nr. 250D/137/0870.2. De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met een plat dak, terwijl de verkavelingsvoorschriften bepalen dat de woning moet afgedekt worden met een schuin dak met een helling van minimum 35° en maximum 55°. De voorliggende aanvraag werd bijgevolg aangevuld met een vraag tot afwijking van de dakvorm door deze uit te breiden met een plat dak. Het betreft een beperkte afwijking die geen afbreuk doet aan de basisvisie van de verkaveling of aan de rechten of het woongenot van de aanpalende eigenaren. De gevraagde afwijking wordt toegestaan. - De woning wordt volledig afgewerkt met platte daken. Het hoofdvolume is twee bouwlagen hoog (5,85 m), 10,02 m breed en 10,04 m diep. De bijvolumes links vooraan de woning en rechts achteraan de woning zijn één bouwlaag hoog (3,30 m). De buitenmuur van de carport rechts is eveneens 3,30 m hoog, de dakconstructie komt op een hoogte van 3 m. De totale bouwbreedte van de woning bedraagt 14,26 m, de totale bouwdiepte 14,09 m. - Het bijvolume rechts vooraan wordt ingeplant op de voorgevelbouwlijn, die gelegen is op 12 m uit de as van de rijwegverharding, en op 3 m uit de linker perceelsgrens. De buitengevel van de carport rechts is eveneens ingeplant op 3 m uit de rechter perceelsgrens.

45


-1475-

-

De gevels van de woning worden opgetrokken in een grijze gevelsteen. De ramen en deuren worden uitgevoerd in licht grijs aluminium, de dorpels in arduin. De afvoeren en goten worden ingewerkt in de spouw. - Het gelijkvloers van de woning is ingedeeld in een inkomhal met wc, een bureauruimte, een leefruimte, een keuken, een berging en een doucheruimte met lavabo. De carport bevindt zich rechts van de woning. De verdieping is ingedeeld in drie slaapkamers, waarvan één met dressing, een badkamer met ligbad en douche en een afzonderlijk toilet. De woning wordt volledig onderkelderd. - Er wordt links achteraan de woning, ter hoogte van de leefruimte en de keuken, een terras aangelegd met een oppervlakte van 14,44 m² in niet-waterdoorlatende materialen. De overige verhardingen, zijnde verharding oprit, ruimte achter carport en tuinpaden met een totale oppervlakte van 72 m², worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. - De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan en de geldende verkavelingsvoorschriften, gelet op de toegestane afwijking. - De voorliggende weg is voldoende uitgerust. - De omliggende omgeving wordt gekenmerkt door een mix van stijlen, zodat kan gesteld worden dat een moderne en hedendaagse woning met plat dak past bij de bestaande aanwezige woningen in de buurt. De voorliggende aanvraag is bijgevolg aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving. - De aanvraag is niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput. - De totale oppervlakte van verhardingen en daken bedraagt 154 m². Er wordt voorzien in een hemelwaterput van 10.000 liter, wat overeenstemt met een oppervlakte van 250 m². Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 250D/137/0870.2, goedgekeurd door het schepencollege op 19 mei 2008 + toegestane afwijking. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (artikel 3§3.8°). BESLUIT


-1476-

Artikel 1

Artikel 2

030

Het college verleent vergunning 46 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie D nr. 1042p4 = kavel 8 uit verkaveling nr. 250D/137/0870.2, gelegen Pastorijstraat 68 in 2260 Westerlo. De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle andere stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het schepencollege, in zitting van 19 mei 2008, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 250D/137/0870.2. 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht een septische put bouwen, tenzij de woning zal aangesloten worden op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 4) verplicht een hemelwaterput plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 01 oktober 2004 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 5) de woning inplanten zoals voorzien op het inplantingsplan van het bouwplan van 15.05.2012 - bladnr. 01/02 - dossiernr. 18/12 6) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. Ruimtelijke Ordening. Vergunningenregister. Vaststelling update 20 augustus 2012.

Voorgeschiedenis - Het voorwaardelijk gunstig eindverslag van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar betreffende het eerste vergunningenregister van de gemeente Westerlo van 29 september 2009 met ref. 100-137-24 werd ontvangen op 1 oktober 2009. - De bekendmaking dat de gemeente Westerlo beschikt over een goedgekeurd vergunningenregister werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2009. - Het college heeft het vergunningregister vastgesteld in zitting van 23 november 2009. - De eerste update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 11 januari 2010. - De tweede update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 23 augustus 2010. - De derde update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 10 januari 2011. - De vierde update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 1 juli 2011. - De vijfde update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 9 januari 2012. Feiten en context - In het eindverslag werden een aantal opmerkingen geformuleerd, die reeds grotendeels aangevuld werden. - De update van het vergunningenregister werd opgemaakt op 20 augustus 2012. - Het vergunningenregister werd digitaal opgemaakt en opgeslagen op bijgevoegde cd-rom, welke integraal deel uitmaakt van deze beslissing. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - artikel 5.1.2§2 dat stelt dat elke gemeente verplicht is een vergunningenregister op te maken, te actualiseren, ter inzage te houden van elkeen en er uittreksels met de informatie die bepaald is in artikel 5.1.2.§1 uit af te leveren volgens de bepalingen van deze codex. 46


-1477-

-

Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 houdende de organisatie van het vergunningenregister, gewijzigd bij besluit van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009.

BESLUIT Artikel 1 Het college stelt de update van 20 augustus 2012 van het vergunningenregister vast. Deze gegevens werden opgeslagen op bijgevoegde cd-rom. Artikel 2 Het college bezorgt de actualisatie van het vergunningenregister aan de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar ter goedkeuring. 031

OCMW. Schoolgebouw op en met grond, Verlorenkost 7. Bestemming en procedure.

Voorgeschiedenis Op 13 december 2010 werd de aankoopakte verleden voor de aankoop door het OCMW van Westerlo, van het oude vrijgekomen schoolgebouw van de Vrije scholen gelegen in Verlorenkost 7 in 2260 Westerlo. De Raad van het OCMW keurde op 30 november 2011 een overeenkomst met de VZW Het Pareltje goed. Het langdurig gebruik door de VZW van een deel van de huidige kleuterschool wordt geregeld via erfpacht. Dit raadsbesluit kreeg nog geen uitvoering omdat de erfpachtovereenkomst nog niet verleden is. Feiten en context In het kader van zijn patrimoniumbeheer kocht het OCMW in het verleden waar het kon percelen grond in de buurt van de site Verlorenkost met de bedoeling te komen tot een Woonzorgzone. Zo werden 2 bouwgronden gekocht op de Kaaibeeksedijk om aan bejaarden en zorgbehoevenden vervangende huisvesting aan te bieden na het moeten afbreken van de 10 bejaardenwoningen in Verlorenkost. De akte erfpacht ten voordele van De Zonnige Kempen op deze bouwgronden wordt op 5 september 2012 verleden. Intussen kocht het OCMW ook de oude schoolgebouwen in de Verlorenkost 7 aan. Het OCMW wil deze ruimte gebruiken, om er assistentiewoningen op te bouwen, en om er de buitenschoolse kinderopvang van de gemeente en de VZW Het Pareltje in onder te brengen. Argumentatie Een overleg over de bestemming van de oude school, eigendom van het OCMW vond plaats tussen een afvaardiging van de gemeente, het OCMW en de VZW Het Pareltje op 14 augustus 2012. Na afweging van alle voor- en nadelen van het toekomstig gebruik van de gebouwen aan de Verlorenkost wordt het volgende als mogelijke optie weerhouden: Het Gemeentebestuur koopt ongeveer de helft van het perceel en de gebouwen van het OCMW. Het gemeentebestuur kan vervolgens een deel in erfpacht geven aan VZW Het Pareltje. Het OCMW kan de verkoopopbrengst herinvesteren in de renovatie van het gebouw Gevaertlaan 28 dat, tenminste voor een deel, bestemd is voor het Lokaal Opvanginitiatief, zodat deze gelden op een, volgens de subsidiërende overheid correcte manier worden besteed. BESLUIT Artikel 1 Het college gaat principieel akkoord met de aankoop van het voorste gedeelte van het gebouw van het OCMW, gelegen Verlorenkost 7 voor het onderbrengen van de buitenschoolse kinderopvang van de gemeente en om een deel van het gebouw in erfpacht te geven aan de VZW Het Pareltje aan schattingsprijs van het college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1478-

Artikel 2

Artikel 3

032

Registratiekantoor Herentals. Het college stelt Marjan De Groot, beëdigd landmeter, Wimpstraat 55 te 2260 Westerlo, aan voor het opmaken van het opmetingsplan over het schoolgebouw gelegen Verlorenkost 7, gekadastreerd sectie B, eerste afdeling, perceelnummer 398R2, eigendom van het OCMW. Het college belast de dienst patrimonium met het opmaken van het dossier voor de gemeente: o.a. het aanvragen van een schattingsverslag en geeft opdracht aan de financiële dienst om de nodige kredieten te voorzien. Secretariaat. Geschenken. Folklorefestival 2012.

Feiten en context Jaarlijks wordt er op het voorplein van het gemeentehuis een internationaal Folklorefestival ingericht door de volksdansgroep Die Spelewei in samenwerking met de Toeristische dienst. Dit evenement lokt vele nationale en internationale toeschouwers en deelnemers en draagt bij tot de uitstraling van onze gemeente. Het festival wordt afgesloten met een verbroederingsavond in de Zoerla waar ook relatiegeschenken worden uitgewisseld. Argumentatie Door het gemeentebestuur werden er verschillende relatiegeschenken aangekocht om bij internationale culturele en sportieve manifestaties te worden overhandigd. Het internationale Folklorefestival is een jaarlijks weerkerend evenement waar telkens nationale en internationale deelnemers zijn, dit jaar o.m. groepen uit Noorwegen, Sicilië en Polen. BESLUIT Artikel 1 Aan de organisator van het Folklorefestival worden drie glasraampjes ter beschikking gesteld om als relatiegeschenk te overhandigen aan de delegatie van Noorwegen, Sicilië en Polen tijdens de verbroederingsavond als afsluiter van het festival. 033

Secretariaat. OCMW. Kennisname overzichtslijst Raad voor Maatschappelijk Welzijn 25 juli 2012.

Voorgeschiedenis Op 9 augustus 2012 is de overzichtslijst toegekomen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 juli 2012. Op 9 augustus 2012 werd deze overzichtslijst via e-mail bezorgd aan de betrokken gemeentediensten. Juridische grond Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008 – met name afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht. Artikel 254 stelt dat een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn, binnen de twintig dagen nadat ze zijn genomen, aan het cbs moet worden overgemaakt. Artikel 257 stelt dat als het cbs van oordeel is dat een besluit van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zoals vermeld in artikel 254 of in artikel 255, het gemeentelijk belang en inzonderheid de financiële belangen van de gemeente schaadt, een beroep kan


-1479-

instellen bij de provinciegouverneur, behalve indien het betrokken besluit reeds was goedgekeurd of vastgesteld door de gemeenteraad. Dat beroep moet worden ingesteld binnen een termijn van 20 dagen. De termijn van 20 dagen gaat in op de derde dag die volgt op de verzending van de besluiten, vermeld in artikel 255, of van de lijst van de aangelegenheden vermeld in artikel 254. Adviezen De gemeentediensten hadden geen opmerkingen over de besluiten. BESLUIT Artikel 1 Het college neemt kennis van de beknopte omschrijving van de besluiten van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 juli 2012. 034

Overheidsopdrachten. Digitaliseren akten van de burgerlijke stand. Volledige vrijgave borg.

Voorgeschiedenis Op 23 augustus 2010 keurde het schepencollege de lastvoorwaarden en gunningwijze goed voor het digitaliseren van de registers van de burgerlijke stand vanaf 1950 tot op heden. Dit ging over ± 20500 akten. De kosten werden geraamd op 29.945,56 euro incl. btw. Het college gunde de opdracht op 29 oktober 2010 aan Michiels nv, Stationsstraat 143, 2235 Hulshout tegen het onderhandelde bedrag van 33.390,63 euro incl. btw (implementatiekost). Jaarlijks komt hier nog een gebruiksrecht bij van 1.379,40 euro incl. btw. ING Belgium nv, Guarantees Department, BP 1469, 1040 Brussel stelde zich op 22 december 2010 hoofdelijk borg m.b.t. deze opdracht voor een maximum bedrag van 1.380,00 euro (borgstelling nr. 01-346737). Uit het proces-verbaal van voorlopige oplevering d.d. 9 augustus 2011 bleek dat er geen opmerkingen waren. De definitieve oplevering gebeurt stilzwijgend bij het verstrijken van de waarborgtermijn van 12 maanden, wanneer de diensten gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten hebben gegeven. Argumentatie Tijdens de waarborgperiode van 12 maanden werden geen gebreken vastgesteld. De definitieve oplevering vond stilzwijgend plaats op 9 augustus 2012. Bij de definitieve oplevering mag de borgtocht nr. 01-346 737 van 1.380,00 euro volledig vrijgegeven worden. Juridische grond De wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten is van toepassing samen met de koninklijke besluiten van 8 januari 1996, 26 september 1996, de algemene aannemingsvoorwaarden opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996 en alle latere wijzigingen en aanvullingen. BESLUIT Artikel 1 Het college bevestigt dat Michiels nv, Stationsstraat 143, 2235 Hulshout voldaan heeft aan de verplichtingen m.b.t. de opdracht 'Digitaliseren van de akten van de burgerlijke stand', zodat borgtocht nr. 01-346 737 van 1.380,00 euro volledig mag vrijgegeven worden. 035

Sport. Goedkeuring Jaarlijks verslag 2011 BLOSO.

Voorgeschiedenis college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1480-

In het kader van het Sport voor Allen-decreet van 9 maart 2007 diende het gemeentebestuur een sportbeleidsplan in bij de Vlaamse overheid. Feiten en context Gemeentebesturen die aanspraak wensen te maken op de voorziene subsidiëring in het kader van het Sport voor Allen-decreet, dienen naast een sportbeleidsplan ook jaarlijks een verslag over de uitvoering van dat sportbeleidsplan voor te leggen. Dit verslag moet ter advies worden voorgelegd aan de sportraad. Adviezen De Sportraad gaf op dinsdag 26 juni 2012 positief advies op het jaarlijks verslag beleidssubsidies 2011 goed. BESLUIT Artikel 1 Het college keurt het jaarlijks verslag beleidssubsidies 2011 goed. 036

Sport. Sportraad. Kennismaking verslag vergadering 26 juni 2012.

Feiten en context De Sportraad heeft vergaderd op dinsdag 26 juni 2012 in het gemeentehuis Adviezen De Sportraad keuder op dinsdag 26 juni 2012 het jaarlijks verslag beleidssubsidies 2011 goed en gaf positief advies. BESLUIT Artikel 1 Het college neemt kennis van het verslag van de vergadering van de Sportraad op 26 juni 2012. Artikel 2 Het college neemt kennis van het positief advies door de sportraad van het jaarlijks verslag beleidssubsidies 2011. Artikel 3 Het college neemt kennis van de opmerking van het routine-onderzoek door Toezicht Volksgezondheid op 13 juni 2012 en geeft de TD de opdracht om voor deze etikettering te zorgen in het zwembad van Tongerlo. Opdrachten TD etikettering (chloor-zoutzuur) ter hoogte van de opslag van de chemicaliën in het zwembad van Tongerlo 037

Toerisme. De leukste en langste wandeling van het land, 23 september 2012. Kennisname programma.

Voorgeschiedenis Beslissing van het schepencollege van 14 mei 2012 ivm deelname aan de leukste en langste wandeling van het land op 23 september 2012. Feiten en context TPA organiseert op zondag 23 september 2012 een wandelevenement “de leukste en langste wandeling van het land”. Toerisme Westerlo heeft een programma voorbereid dat past binnen het algemene concept van dit evenement. Argumentatie Toerisme Westerlo heeft volgend programma voorbereid: Het Boswachtershuis is vertrekplaats voor de wandelingen Gratis deelname, individueel vertrek tussen 9 en 14 uur college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1481-

-

Wandeling van 8 km en 13 km langs het wandelnetwerk Wandeling met gids om 10 uur en 14 uur Infostand van Toerisme Westerlo Muzikale omlijsting door Westelfolk Verkoop van streekproducten door het Boswachtershuis, Torenhof, Westelhof.

BESLUIT Artikel 1

038

Het college neemt kennis van het programma van de leukste en langste wandeling van het land op 23 september 2012.

Toerisme. Raad van bestuur Toerisme Westerlo vzw. Kennisname verslag 7 augustus 2012 en ter beschikking stellen van gemeentearbeiders voor de schilderswandeling.

Feiten en context De raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw vergadert maandelijks in het Boswachtershuis over de organisatie van activiteiten en acties om het toerisme in Westerlo te promoten. Deze activiteiten en acties worden in samenwerking met de gemeentelijke dienst voor toerisme voorbereid en georganiseerd. Argumentatie Op zondag 26 augustus 2012 organiseert Toerisme Westerlo vzw de schilderswandeling in de abdij van Tongerlo. In één van de workshops wordt met oude vlaggen en metalen stokken een bloemenzee gecreëerd. Helaas kan dit werk niet in de abdij blijven staan. Toerisme Westerlo vzw stelt voor om de bloemenzee in het park van het gemeentehuis te plaatsen. Op die manier kunnen bewoners en bezoekers nog een lange tijd genieten van dit kunstwerk. Bovendien is het een mooi aandenken aan het feestjaar 100 jaar kasteel. Er moet een groot aantal tafels, stoelen en schragen verspreid worden op het binnenplein en in de dreef voor de abdij. Dit is fysiek zwaar werk. Toerisme Westerlo vzw heeft hiervoor onvoldoende helpers gezien de leeftijd van de vrijwilligers. Hiervoor vragen wij logistieke steun: twee gemeentearbeiders van 9 tot 11 uur en van 18 tot 20 uur en een auto met aanhangwagen. BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

Het college neemt kennis van het verslag van de raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw van 7 augustus 2012 en is akkoord om de bloemenzee in het park van het gemeentehuis te plaatsen Het college beslist om twee gemeentearbeiders en een auto met aanhangwagen ter beschikking te stellen voor de schilderswandeling op zondag 26 augustus 2012

Opdracht Technische dienst 039

logistieke steun bieden

Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen. Kamp A - KLJ-Tongerlo.

Voorgeschiedenis Vraag van KLJ-Tongerlo (Johan Lievens, Kievitstraat 10, 2260 Westerlo) om gebruik te mogen maken van de hal in Kamp A voor het stockeren van materialen van de zeepkistenrace. Feiten en context college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1482-

De hal wordt gratis ter beschikking gesteld. De magazijnier regelt de plaatstoewijzing. De sleutel van de hal dient telkens afgehaald te worden bij de cultuurdienst of in het gemeentemagazijn. Momenteel maken volgende verenigingen reeds gebruik van de hal : • Aquariumclub Gracilis • KWB Voortkapel (kerststal) • Kerststalcomité Oosterwijk • Chiro Gewest • School Tongelsbos • KWB-Oosterwijk • Kleinveebond Parel der Kempen • De Kleine Scène • Chiro Oevel • Kunst en Geest • FC Fien Boys • Big Engine Team • St-Sebastiaansgilde Westerlo • Basisschool 't Rietje. BESLUIT Artikel 1 Het college beslist toelating te verlenen aan KLJ-Tongerlo voor het gebruik van een deel in de hal in Kamp A in Oosterwijk voor het stockeren van materialen. 040

Wereld. Algemeen convenant ontwikkelingssamenwerking 2012-2013. Kennisname operationeel actieplan 2013.

Voorgeschiedenis Gemeenteraadsbesluit van 5 september 2011 waarin de aanvraag voor een convenant ontwikkelingssamenwerking 2012-2013 en het operationeel actieplan 2012 werden goedgekeurd. Feiten en context Het convenant gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking 2012-2013 is een overeenkomst tussen de gemeente Westerlo en de Vlaamse Overheid waarbij de gemeente Westerlo in ruil voor een goed beleid ontwikkelingssamenwerking een subsidie ontvangt. Jaarlijks moet een operationeel actieplan ingediend worden bij het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking. Dit operationeel actieplan moet voor 1 december ingediend worden. Een positief advies van de Wereldraad is vereist. Juridische grond Het decreet d.d. 1 april 2004 betreffende het beleid inzake convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking en het bijhorende uitvoeringsbesluit. Adviezen De wereldraad gaf een positief advies over het operationeel actieplan 2013 zoals het nu aan het college van burgemeester en schepenen voorgelegd wordt. Argumentatie Het operationeel actieplan 2013 is een uitvoeringsdocument van het convenant gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking 2012 - 2013 dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd. De uiteindelijke goedkeuring van dit plan gebeurd door de gemeenteraad.


-1483-

Financiële weerslag Voor het jaar 2013 ontvangt het gemeentebestuur een subsidie van maximum 21.500 euro. BESLUIT Artikel 1

041

Het college neemt kennis van het operationeel actieplan 2013 dat op 3 september 2012 ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.

Verzekeringen. Dienstverplaatsingen eigen wagen personeel basisscholen en tekenschool. Goedkeuring omniumverzekering.

Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde het arbeidsreglement van de gemeentelijke basisscholen van Westerlo goed op 21 mei 2012. De vergoeding voor dienstverplaatsingen voor bestuurs-, onderwijzend- en administratief personeel van de gemeentelijke basisscholen en de gemeentelijke tekenschool is vastgesteld vanaf 1 september 2012. Artikel 94§1 bepaalt dat het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing maakt met eigen wagen, moto of bromfiets vanuit het schoolbestuur omnium verzekerd is. Feiten en context Het schoolbestuur van de gemeentelijke basisscholen van Westerlo en de gemeentelijke tekenschool moet een omniumverzekering afsluiten voor de occasionele dienstverplaatsingen van het personeel van de basisscholen en de tekenschool. Juridische grond Het decreet van 27 maart 1991 regelt de rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd basisonderwijs en legt de rechten en de plichten vast van het gesubsidieerd personeel. Artikel 17 septies gaat over de vergoeding en de verzekering voor dienstverplaatsingen. Argumentatie Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing maakt met de eigen wagen, moto of bromfiets kan vanuit het schoolbestuur omnium verzekerd worden. Financiële weerslag Startpremie is 775 euro, afhankelijk van het aantal voertuigen zal de premie jaarlijks kunnen aangepast worden. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen besluit om een omniumverzekering af te sluiten voor de dienstverplaatsingen in opdracht van het schoolbestuur door personeelsleden van de gemeentelijke basisscholen en de gemeentelijke tekenschool. Startdatum van de polis is 1 september 2012. Opdrachten verzekeringsdienst

personeelsdienst

Opdracht geven aan de scholen om tegen 1 september: alle te verzekeren nummerplaten van de voertuigen doorgeven aan de dienst verzekering. Opdracht geven aan de scholen om gedurende het schooljaar: voor elke dienstverplaatsing de dienst verzekering verwittigen per mail + het formulier "aanvraag betaling kilometervergoeding" aan de personeelsdienst bezorgen. Voor 10 januari van elk jaar: het totaal aantal kilometers en gebruikte wagens doorgeven aan de dienst verzekering (aan de hand van de college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1484-

aanvraagformulieren kilometervergoeding). 042

Mobiliteit. Minder Hinder maatregelen Noord-Zuid verbinding. Verbeteren verkeersveiligheid kruispunt Nijverheidsstraat-MoleneindeLindenstraat.

Voorgeschiedenis Via verschillende kanalen (mail, telefonisch, mondeling) ontving het college reacties op de heraanleg van het kruispunt Nijverheidsstraat-Moleneinde-Lindenstraat. Deze heraanleg kadert in de Minder Hinder maatregelen die genomen zijn naar aanleiding van de aanleg van de Noord-Zuid verbinding die momenteel in uitvoering is in Oevel-Westerlo en in Kasterlee. Na de heraanleg van het betrokken kruispunt werden een aantal tekortkomingen vastgesteld. Op 13 augustus 2012 werd de dienst administratie Wegen en Verkeer (AWV) in kennis gesteld van een aantal klachten en gevraagd naar oplossingen om het kruispunt verkeersveiliger te maken. Ter plaatse werd eveneens met een verantwoordelijke van AWV afgesproken. AWV vroeg in hun mailbericht van 14 augustus 2012 naar eventuele voorstellen en/of opmerkingen van het gemeentebestuur om een oplossing te kunnen bieden aan de klachten. Feiten en context Het heringerichte kruispunt wordt als onveilig ervaren. De verkeersveiligheid op dit kruispunt kan aanzienlijk verhogen door het nemen van volgende maatregelen: - een schildering aanbrengen dwars over de Nijverheidsstraat om aan te duiden waar de fietsers moeten oversteken (zowel voor het fietsverkeer komende van Oevel richting Buul als voor de omgekeerde beweging) - de verkeerslichten voor de fietsers komende vanuit Oevel en rijdende richting Buul draaien zodat fietsers niet het gevoel hebben dat ze groen licht hebben wanneer ze eigenlijk de oversteek van de by-pass moeten nemen - de circulatie voor de fietsers beter accentueren door het aanbrengen van een schildering op de 'driehoek' - de oversteek voor de fietsers aan de by-pass is zeer onduidelijk; ook hier is een schildering noodzakelijk zowel om aan te duiden waar de fietsers moeten rijden als om duidelijk te maken dat de fietsers op dit punt voorrang moeten verlenen aan het autoverkeer - wat betreft het autoverkeer komende vanuit Buul en vanuit Oevel is het zeer onduidelijk op welke plaats ze moeten wachten op het kruispunt indien men naar links wil draaien; er is ook geen schildering aangebracht voor het autoverkeer en het kruispunt is eigenlijk te klein om het verkeer in beide richtingen gelijktijdig groen licht te geven. Hierdoor houdt het kruispunt onvermijdelijk het verkeer regelmatig op. Als er een auto staat te wachten om een linksafbeweging te maken, is het onduidelijk of het verkeer dat rechtdoor wil rijden op dat moment naast de stilstaande wagen rechtdoor mag passeren of niet. Wellicht is de enige haalbare oplossing hiervoor dat de verkeerslichten werken in drie fases, waarbij het verkeer dat de beweging Nijverheidsstraat rijdt, in beide richtingen gelijktijdig groen licht heeft, maar het verkeer dat de beweging Moleneinde-Lindenstraat maakt of Moleneinde en dan linksaf of Lindenstraat en dan linksaf, in twee aparte fases wordt geleid. Argumentatie Door het nemen van bovenvermelde voorgestelde maatregelen, zal de verkeerscirculatie voor alle weggebruikers aanzienlijk verbeteren en de verkeersveiligheid op dit kruispunt zeker verhogen. BESLUIT college van burgemeester en schepenen gemeente Westerlo - 20 augustus 2012

-1485-

Artikel 1

Het college verzoekt AWV om zeer dringend gepaste maatregelen te nemen zodat aan de geformuleerde opmerkingen zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor aanvang van het nieuwe schooljaar een oplossing wordt geboden.

De agenda uitgeput, wordt de zitting gesloten om 18.15 uur. Door het college:

Godelieve Raeymaekers

Guy Van Hirtum

waarnemend gemeentesecretaris

burgemeester-voorzitter


-1486-

College van burgemeester en schepenen van 20 augustus 2012

Recommend Documents