College van burgemeester en schepenen van 16 maart 2015 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024
1
Secretariaat. Notulen cbs 9 maart 2015. Goedkeuring. Eredienst. Kennisname verslag kerkraad O.L. Vrouw Ten Hemel Opgenomen Voortkapel. Eredienst. Kennisname verslag kerkraad Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs. Eredienst. Kennisname verslagen kerkraad Heilige Anna Tongerlo. Lokale Economie. Markt. Intrekking abonnement 1. Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen. Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen. Milieu. Afval. Deelname wedstrijd Bebat 'Win een speeltuin voor uw dorp'. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. 12-kamp "Fox-je-rot" op 2 augustus 2015. Toelating. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. Optredens Prins Junior Band vzw in Ontmoetingscentrum Zoerle-Parwijs op 30 mei 2015. Toelating. Milieu. Vermoedenslijst verwaarlozing. Goedkeuring. Milieu. Vlarem 1ste klasse, hernieuwing en verandering door wijziging en uitbreiding van Agfa Gevaert nv, August Cannaertsstraat 125. Advies. Milieu. Vlarem 2de klasse, Pottatenhuizen 13: hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding. Milieuvergunning2. Wonen. Leegstandsregister: Actualisatie vermoedenslijst. Goedkeuring. Personeel. Geert Verbeeck, vastbenoemde technisch assistent. Vaststelling disponibiliteit3 Personeel. Joke Nietvelt. Tijdelijke verwijdering als begeleider BKO 4. Personeel. Stage. Thijs Van Dyck. Personeel. Tewerkstelling gesco's na 1 april 2015. Personeel. Aanstelling als redder (D1-D3) met een voltijds contract van onbepaalde duur vanaf 1 april 20155. Personeel. Wervingsreserve. Vaststelling wervingsreserve redder vanaf 7 maart 2015. Basisonderwijs. Esther Rens en Elien Laenen. Aanstelling als tijdelijk onderwijzer in vervanging 6. Basisonderwijs. Katrien Mariën en Sanne Verhesen. Aanstelling als tijdelijk zorgleerkracht en tijdelijk onderwijzer in vervanging 7. Basisonderwijs. Korte vervangingen februari 2015. Basisonderwijs. Stephanie Claes. Aanstelling tijdelijk administratief medewerker
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 3 persoonlijke gegevens verwijderd 4 persoonlijke gegevens verwijderd 5 persoonlijke gegevens verwijderd 6 persoonlijke gegevens verwijderd 7 persoonlijke gegevens verwijderd 2
025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041
8
als vervanger 8. Ruimtelijke Ordening. Kennisname beslissing bouwberoep. de Trannoyplein 6a-h (2014/049) 9. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Hogekant. (334TLO) (Eandis). Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Voorteinde. (320TLO/1) (Eandis). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Tulpenstraat 3 (2014/155) 10. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: (2014/172) 11. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Olenseweg 233/1 (2014/175) 12. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: August Cannaertsstraat 82 (2014/158) 13. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Zwarte Braak 5 (2015/005) 14. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Kempische Ardennen 8 (2015/006) 15. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: bvba Julam: Gevaertlaan 140 (2015/004) 16. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Brugstraat 35 (2014/552) 17. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Arthur Sterckxstraat 26 (2014/553) 18. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Molenstraat 66 (2015/500) 19. Secretariaat. Gemeenteraad. Dagorde 23 maart 2015 opgemaakt door de voorzitter van de gemeenteraad. Kennisname. Secretariaat. Pidpa. Buitengewone Algemene Vergadering van 15 juni 2015 Statutenwijziging. Secretariaat. Publiceren agenda zoneraad en lijst beslissingen zonecollege en zoneraad van brandweerzone Kempen. Instemming. Overheidsopdrachten. Onderhoudscontract lift gemeentehuis. Stopzetting.
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 10 persoonlijke gegevens verwijderd 11 persoonlijke gegevens verwijderd 12 persoonlijke gegevens verwijderd 13 persoonlijke gegevens verwijderd 14 persoonlijke gegevens verwijderd 15 persoonlijke gegevens verwijderd 16 persoonlijke gegevens verwijderd 17 persoonlijke gegevens verwijderd 18 persoonlijke gegevens verwijderd 19 persoonlijke gegevens verwijderd 9
042 043
Sport. Sportraad. Kennisname verslag vergadering januari en februari 2015, Cultuur. Gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Week 12 - Sanitair Gemeenschapslokaal Tongerlo + Jos Geunsplein - FC Fien Boys. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Week 12. Rommelmarkt Gezinsbond Heultje. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - De Zoerla. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - Turnzaal Basisschool Oevel (Loofven). Cultuur. 50 jaar bestaan KWB Oosterwijk. Cultuurcheque. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - de Merodezaal Heultje. Cultuur. Verslag vergadering Westels Volksfeest van 9 maart 2015. Kennisname. Toerisme. Verslag raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw 03.03.2015. Kennisname.
044 045 046 047 048 049 050
Aanwezig:
Guy Van Hirtum - burgemeester-voorzitter Herman Wynants, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Lowie Thys, Iris De Wever - schepenen Kristof Welters - OCMW-voorzitter - schepen Jo Vankrunkelsven - secretaris gemeente en ocmw Verontschuldigd: Tinne Wuyts - schepen --------------------------------------------------------------------------------------Om 13:00 uur opent, Guy Van Hirtum, voorzitter de vergadering.
001
Secretariaat. Notulen cbs 9 maart 2015. Goedkeuring.
De notulen van de vorige zitting worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 002
Eredienst. Kennisname verslag kerkraad O.L. Vrouw Ten Hemel Opgenomen Voortkapel.
Voorgeschiedenis De kerkraad van Voortkapel vergaderde op 20 februari 2015. Het verslag van deze vergadering is op 1 maart 2015 via e-mail toegekomen op het gemeentebestuur. Juridische grond Het decreet van 7 mei 2004 gaat over de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten. Artikel 57 bepaalt onder meer dat de kerkraad een afschrift van de notulen van de vergaderingen verstuurt aan de gemeenteoverheid. Dit dient te gebeuren binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op de dag na de vergadering. Het besluit valt onder het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Erediensten
actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten
2015140008 Kennisname verslag Geen Geen
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van 20 februari 2015 van de kerkraad O.L. Vrouw Ten Hemel Opgenomen van Voortkapel. 003
Eredienst. Kennisname verslag kerkraad Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs.
Voorgeschiedenis De kerkraad van Zoerle-Parwijs vergaderde op 1 maart 2015. Het verslag van deze vergadering is op 6 maart 2015 toegekomen op het gemeentebestuur. Juridische grond Het decreet van 7 mei 2004 gaat over de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten. Artikel 57 bepaalt onder meer dat de kerkraad een afschrift van de notulen van de vergaderingen verstuurt aan de gemeenteoverheid. Dit dient te gebeuren binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op de dag na de vergadering. Het besluit valt onder het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Erediensten actienummer 2015140008 omschrijving project Kennisname verslag raming kosten Geen raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van 1 maart 2015 van de kerkraad Sint-Niklaas van Zoerle-Parwijs. 004
Eredienst. Kennisname verslagen kerkraad Heilige Anna Tongerlo.
Voorgeschiedenis De kerkraad van Tongerlo vergaderde respectievelijk op 31 december 2014 en 3 maart 2015. De verslagen van deze vergaderingen zijn op 5 maart 2015 toegekomen op het gemeentebestuur. Juridische grond Het decreet van 7 mei 2004 gaat over de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.
Artikel 57 bepaalt onder meer dat de kerkraad een afschrift van de notulen van de vergaderingen verstuurt aan de gemeenteoverheid. Dit dient te gebeuren binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op de dag na de vergadering. Het besluit valt onder het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Erediensten actienummer 2015140008 omschrijving project Kennisname verslagen raming kosten Geen raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van de vergaderingen van 31 december 2014 en 3 maart 2015 van de kerkraad Heilige Anna van Tongerlo. 005
Lokale Economie. Markt. Intrekking abonnement 20
Voorgeschiedenis21 Feiten en context22 Juridische grond Artikel 14 van het gemeentelijke reglement van inwendig bestuur op de openbare markt bepaalt dat het abonnement door het college van de burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokken wordt bij niet of niet tijdige betaling van de standplaatsvergoeding. Argumentatie23 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan ondernemen en werken actie markt actienummer 2015140027 omschrijving project / raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1
20
Het college van burgemeester en schepenen beslist dat het abonnement van x24 ingetrokken wordt wegens niet (tijdige) betaling van de standplaatsvergoeding.
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 22 persoonlijke gegevens verwijderd 23 persoonlijke gegevens verwijderd 21
006
Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen.
Feiten en context Verschillende gemeentelijke diensten dienen aankoopvoorstellen in via de financiële dienst die belast is met de kredietbewaking. Het college van burgemeester en schepenen stelt de noodzaak vast en neemt de beslissing om tot bestelling over te gaan. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verspreid over verschillende actieplannen actie Verspreid over verschillende acties actienummer Diverse omschrijving project Goedkeuring bestellingen raming kosten Totaal exploitatie: 16.557,59 euro Totaal investeringen: -euro raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de voorstellen en besluit over te gaan tot de volgende bestelling: Administratie/gemeentehuis 1) drank voor schepenzaal: 232,20 euro 2) fruitsap voor recepties: 103,08 euro 3) boek: "durven met dienstverlening" - dienst burgerzaken: 19 euro 4) nietjes voor kopiedienst: 90,69 euro 5) divers materiaal voor verhuis burelen gemeentehuis: 155,47 euro 6) ter plaatse leggen van propere matten en ophalen vuile matten voor inkomhal gemeentehuis, 2 wekelijks gedurende 2015: 792,16 euro 7) kilometervergoeding n.a.v. ontwikkeling postregistratiesysteem: 22,45 euro 8) hosting website "Westerlo.be" op Pro Linux: 311,39 euro 9) druk, afwerking en levering 2300 brochures paasvakantie: 444,14 euro 10) hout voor terras kantoor secretaris: 147,14 euro 11) schuurschijven voor parket gemeentehuis: 141,57 euro Technische diensten 12) 2 fototoestellen: 198 euro 13) graveermachine: 29,28 euro 14) bidon water: 15,97 euro 15) rookmelders voor diverse gebouwen: 349,45 euro 16) elektrisch materiaal voor diverse gebouwen: 130,29 euro 17) herstellen voertuig KDQ481: 241,56 euro 18) veiligheidsbrillen en veters voor werklieden: 120,40 euro 19) veiligheidsbril op sterkte voor Benny Vervoort: 278,10 euro Wereld 20) polsbandjes voor deelnemers wereldwaterdag op 20/3: 164,56 euro
24
persoonlijke gegevens verwijderd
21) banners voor wereldwaterdag op 20/3: 817 euro 22) geluidsinstallatie + technicus voor wereldwaterdag op 20/3: 700 euro 23) 1.525 eclipsbrillen voor wereldwaterdag op 20/3: 1.601,25 euro 24) mobiele toiletten voor wereldwaterdag op 20/3: 338,80 euro 25) presentatie Ann Ceurvels tijdens wereldwaterdag op 20/3: 250 euro 26) inleiding wereldfilm "the missing picture" op 4/3: 250 euro 27) infoavond door Peter Verlinden "lastminute acties" op 25/3: 250 euro Milieu 28) biozakken: 288 euro 29) bijen- en vlinderminnende planten voor de scholen i.k.v. milieucharter biodiversiteit met de scholen: 1083,70 euro 30) plantenbakken voor de scholen i.k.v. milieucharter biodiversiteit met de scholen: 392,50 euro Ophalen en verwerken afval 31) loopwiel zuigmond veegwagen 173ARJ: 272,06 euro 32) aanvaarden en verwerken afvalhout technische dienst gedurende 2015: 600 euro Beheer van regen- en afvalwater 33) herstellen stuurkast pompput vlaspand: 2.049,74 euro 34) divers materiaal voor rioleringswerken: 36,69 euro Toerisme 35) advertentie 1/4 pagina opendeurdag sprookjesbos in De Zondag: 1.015,19 euro 36) advertentie opendeurdag sprookjesbos in infokrant basisschool De Wissel: 181,50 euro Groene ruimte 37) materiaal voor elektrische aansluiting fontein: 142,93 euro Bib 38) drank voor tijdens pauze lezingen: 108,90 euro Cultuur 39) arm voor vastzetten deuren Zoerla: 127,78 euro 40) reinigen schoorsteen gemeenschapslokaal: 256,83 euro 41) plat ijzer, vergrendelingen en staartscharnieren voor het maken van schragen: 522,96 euro Sport 42) huur sporthal, polyvalente zaal en 2 zwembanen sportpark De Beeltjens n.a.v. sporteldag op 25/4: 63 euro Jeugd 43) hout voor maken van nieuw speeltoestel: 556,91 euro Onderwijs 44) herstellen storing gasbrander school Oevel, Gemeentestraat: 266,20 euro 45) website bezige bijtjes school Voortkapel: 14 euro Kinderopvang 46) schermplanken voor herstellen poort kinderopvang Heultje: 340,31 euro 47) spiegel voor kinderopvang Oevel: 314,44 euro
007
Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen.
Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen heeft zijn bevoegdheden inzake het budgethouderschap niet gedelegeerd en dient bijgevolg de te betalen bedragen goed te keuren. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verschillende actieplannen actie Verschillende acties actienummer Verschillende actienummers omschrijving project Goedkeuring betalingen raming kosten Zie besluit raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt de te betalen bedragen goed van lijst 11/15 van 16/3/15, voor een totaal bedrag van 387.193,15 euro en een te betalen saldo van 356.043,54 euro. 008
Milieu. Afval. Deelname wedstrijd Bebat 'Win een speeltuin voor uw dorp'.
Voorgeschiedenis Bebat roept alle gemeenten van de provincie Antwerpen op om deel te nemen aan de wedstrijd' Win een speelplein voor uw dorp.' Feiten en context Naar aanleiding van de wedstrijd van Bebat doet de gemeente Westerlo een oproep aan alle burgers om zoveel mogelijk lege batterijen naar een Bebat- inzamelpunt te brengen. Dit kan een school, containerpark, ... of supermarkt zijn. Alle lege batterijen die tussen 1 en 31 mei 2015 binnengebracht zijn, worden later gewogen en tellen mee. De 66 geregistreerde inzamelpunten in de gemeente Westerlo moeten zelf een gratis ophaling aanvragen. De gemeente die het meest aantal kilo's batterijen heeft ingezameld, wint de milieuvriendelijke speeltuin. Het totaal aantal kg wordt berekend in functie van het aantal inwoners van de gemeente. Zo heeft elke gemeente, ongeacht de grootte, evenveel kans om te winnen. Argumentatie − Bebat haalt de metalen en waardevolle materialen uit de lege batterijen en worden gebruikt als grondstof in de industrie. − Bebat ondersteunt de gemeente met communicatietools. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie afvalcijfers verzamelen en rapporteren actienummer 201500051 omschrijving project Deelname aan wedstrijd 'Win een speelplein voor uw dorp.' raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT
Artikel 1
009
Het college van burgemeester en schepenen beslist deel te nemen aan de wedstrijd van Bebat 'Win een speelplein voor uw dorp.' en roept de burgers op om zoveel mogelijk lege batterijen binnen te brengen bij de geregistreerde inzamelpunten in de maand mei. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. 12-kamp "Fox-je-rot" op 2 augustus 2015. Toelating.
Voorgeschiedenis en samenvatting Gert Lemmens van vzw FOX-sport vroeg op 3 maart 2015 toelating tot het organiseren van een sportief evenement, een ludieke 12-kamp tussen de lokale verenigingen, met gebruik van elektronisch versterkte muziek in open lucht op zondag 2 augustus 2015. Toelatingen voor het organiseren van een evenement in open lucht, het plaatsen van een tent, het gebruik van luidsprekers en het verlengen van het sluitingsuur, werden al verleend door de burgemeester. Feiten en context • evenement: "Fox-je-rot", een 12-kamp voor verenigingen in de openlucht met optreden en after-party in een tent, voor max. 500 personen; • organisatie: vzw FOX-sport,25; • locatie: weide naast café Fox, Olenseweg 298, 2260 Oosterwijk/Westerlo (perceel sectie B, 2de afdeling, nummers 223A en 224C); • de organisator moet de toestemming hebben van eigenaar en gebruiker van het perceel waarop het evenement plaatsvindt; • datum/begin- en einduur: zondag 2 augustus 2015 van 14 uur tot 3 uur (op maandag 3 augustus); • in de nabijheid van de plaats van de activiteiten zijn geen instellingen aanwezig die stilte vereisen. Argumentatie Het gaat om een niet ingedeelde muziekactiviteit volgens hoofdstuk 6.7 van Vlarem II, die gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid. De aanvrager heeft als gewenste maximumnorm LAeq 15 min luider dan 85 dB(A) maar stiller dan 95 dB(A) gevraagd. De bepalingen van art 6.7.3.§1 van Vlarem II (verbod tot overschrijden van LAeq 15 min =85dB(A)) zijn niet van toepassing op niet-ingedeelde muziekactiviteiten op voorwaarde dat: - de muziekactiviteit vooraf is gemeld aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt; - het college de muziekactiviteit heeft toegelaten. Bij de plaatsing van de geluidsboxen moeten de organisatoren er rekening mee houden zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken door: - eventuele bastonen in de mate van het mogelijke tot redelijke proporties aan te passen; - de luidsprekers te draaien in de richting waar ze de minste hinder kunnen veroorzaken. Voor deze locatie is zuid-oost de meest aangewezen richting. Juridische grond
25
persoonlijke gegevens verwijderd
Vlarem 1 en II. Deze beslissing is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals dat gereglementeerd is in Vlarem II, hoofdstuk 4.5, 5.32 en hoofdstuk 6.7, art. 6.7.1 tot en met 6.7.3. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Toelating muziek Fox-je-rot op 2 augustus 2015 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan vzw FOX-sport tot het spelen van elektronisch versterkte muziek tijdens het evenement "Foxje-rot" op een weide ter hoogte van Olenseweg 298 in Oosterwijk-Westerlo, op zondag 2 augustus 2015 van 14 uur tot 3 uur (op maandag 3 augustus), op voorwaarde dat het geluidsniveau in de inrichting LAeq 15 min kleiner is dan of gelijk aan 95 dB(A). Deze toelating is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals gereglementeerd in Vlarem II. Het geluidsvolume dient tijdens de hele muziekactiviteit gemeten te worden. Het gemeten volume is zichtbaar voor de persoon die het volume bedient. De bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis §1, 1°, 2°en 3° van Vlarem II zijn van toepassing. 010
Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. Optredens Prins Junior Band vzw in Ontmoetingscentrum Zoerle-Parwijs op 30 mei 2015. Toelating.
Voorgeschiedenis Prins Junior Band vzw organiseert op zaterdag 30 mei 2015 optredens in het ontmoetingscentrum van Zoerle-Parwijs. Naar aanleiding hiervan vroeg Peter Van Rompuy op 2 maart 2015 toelating voor het spelen van elektronisch versterkte muziek. Toelating voor uitstel van het sluitingsuur tot 3 uur en andere toelatingen volgens de politiecodex, werden al verleend door de burgemeester. Feiten en context • evenement: optredens van orkest "Prins Junior Band"; • organisatie: vzw Prins Junior Band, 26 • locatie: Ontmoetingscentrum Zoerle-Parwijs, Smissenhoekstraat 11, 2260 Westerlo (3de afd/Zoerle, sectie A, perceelnummer 117F); • datum/begin- en einduur: op zaterdag 30 mei 2015 van 21u tot 3u (op zondag 31 mei 2015);
26
persoonlijke gegevens verwijderd
• de organisator moet toestemming hebben van de eigenaar en de gebruiker van het gebouw en het perceel waarop het evenement plaatsvindt; • in de nabijheid van de plaats van de activiteiten zijn geen instellingen aanwezig die stilte vereisen. Argumentatie Het gaat om een niet ingedeelde muziekactiviteit volgens 6.7 van Vlarem II, die gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid. De aanvrager heeft als gewenste maximumnorm LAeq 15 min luider dan 85 dB(A) maar stiller dan 95 dB(A) gevraagd. De bepalingen van art 6.7.3.§1 van Vlarem II (verbod tot overschrijden van LAeq 15 min =85dB(A)) zijn niet van toepassing op niet-ingedeelde muziekactiviteiten op voorwaarde dat: - de muziekactiviteit vooraf is gemeld aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt; - het college de muziekactiviteit heeft toegelaten. Voor muziekactiviteiten die doorgaan in feestzalen, lokalen of schouwspelzaal moet cumulatief aan de volgende criteria worden voldaan: - maximaal 12 gelegenheden per jaar; - maximaal 2 gelegenheden per maand; - de sommatie van deze gelegenheden mag maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (in geval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daaropvolgende kalenderdag omvat, worden 2 kalenderdagen geteld). In 2015 werd nog geen enkele muziekactiviteit toegestaan die doorgaat in het Ontmoetingscentrum van Zoerle-Parwijs. Bij de plaatsing van de geluidsboxen moeten de organisatoren er rekening mee houden zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken door: - eventuele bastonen in de mate van het mogelijke tot redelijke proporties aan te passen; - de luidsprekers te draaien in de richting waar ze de minste hinder kunnen veroorzaken. Juridische grond Vlarem 1 en II. Deze beslissing is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals dat gereglementeerd is in Vlarem II, hoofdstuk 4.5, 5.32 en hoofdstuk 6.7, art. 6.7.1 tot en met 6.7.3. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Toelating elektronisch versterkte muziek raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan vzw Prins Junior Band tot het spelen van elektronisch versterkte muziek tijdens hun optredens op zaterdag 30 mei 2015 van 21u tot 3u (op zondag 31 mei 2015) in het Ontmoetingscentrum Zoerle-Parwijs, Smissenhoekstraat 11, 2260 Westerlo, op voorwaarde dat het geluidsniveau in de inrichting LAeq 15 min kleiner is dan of gelijk is aan 95 dB(A).
Deze toelating is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals gereglementeerd in Vlarem II. Het geluidsvolume dient tijdens de hele muziekactiviteit gemeten te worden. Het gemeten volume is zichtbaar voor de persoon die het volume bedient. De bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis §1, 1°, 2°en 3° van Vlarem II zijn van toepassing. Schepen Iris De Wever verlaat overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet tijdelijk de zitting. 011
Milieu. Vermoedenslijst verwaarlozing. Goedkeuring.
Voorgeschiedenis In het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996, betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen, staat dat het college van burgemeester en schepenen elk jaar vóór het einde van het eerste kwartaal een recente lijst van gebouwen en/of woningen op het grondgebied van de gemeente, die volgens het college van burgemeester en schepenen verwaarloosd zijn, aan het agentschap van Wonen moet bezorgen. Feiten en context De vermoedenslijst verwaarlozing wordt aan Wonen Vlaanderen bezorgd. Zij onderzoeken de panden verder aan de hand van vastgestelde criteria. Indien Wonen Vlaanderen de verwaarlozing effectief vaststelt, worden de panden geïnventariseerd. De eigenaars van de geïnventariseerde panden moeten een gewestelijke heffing betalen. De heffing is verschuldigd indien het gebouw en/of de woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris. De inventaris wordt jaarlijks herzien. Zolang het gebouw en/of de woning niet is geschrapt uit de inventaris blijft de heffing, vanaf de datum van de eerste verjaardag, jaarlijks verschuldigd. De heffing wordt berekend op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed en stijgt evenredig met het aantal jaren dat het pand op de inventaris blijft staan. Met de heffing ter bestrijding van verkrotting van woningen en/of gebouwen, ook wel 'krotbelasting' genoemd, wil de Vlaamse overheid de verloedering van de leefomgeving tegengaan. Deze heffing is identiek als de heffing voor woningen die ongeschikt en of onbewoonbaar verklaard zijn. Panden die zowel op de lijst staan voor verwaarlozing als leegstand en/of ongeschikt en onbewoonbaar zijn verklaard, kunnen maar 1 heffing worden aangerekend. De vermoedenslijst die de gemeente opstelt, komt tot stand op basis van de leegstandslijst. Deze woningen worden systematisch gecontroleerd op verwaarlozing. Een woning kan echter bewoond zijn en toch verwaarloosd zijn. Deze woningen worden op de vermoedenslijst geplaatst op basis van meldingen of klachten. Deze meldingen zijn afkomstig van zowel medewerkers van de gemeente die regelmatig op de baan zijn of meer kennis hebben van de staat van diverse panden als via meldingen of klachten van inwoners. Deze meldingen worden vervolgens systematisch gecontroleerd. De adressen werden eveneens gecontroleerd op ingediende aanvragen om te slopen, te renoveren of te (ver)bouwen. Argumentatie Woningkwaliteit is de laatste jaren een zeer actueel onderwerp en zal de volgende jaren binnen de gemeenten en het project Kempens Woonplatform nog meer aandacht krijgen.
De verplichting voor het opstellen van de vermoedenslijst van verwaarlozing is bovendien opgenomen in het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen. Daarenboven is het in elke gemeente belangrijk om de verwaarlozing van gebouwen en woningen trachten te voorkomen en te bestrijden om tot een aangename en kwaliteitsvolle woon- en leefomgeving te komen. Impact op de beleids- en beheerscyclus actieplan Wonen actie Opstellen vermoedenslijst verwaarlozing actienummer 2015000037 omschrijving project Opstellen vermoedenslijst verwaarlozing 2015 raming kosten / raming opbrengsten / Juridische grond - Decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 4. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 6 §5. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt onderstaande lijst met vermoedelijk verwaarloosde gebouwen en/of woningen goed. Artikel 2 Artikel 3
Twee panden zijn opgenomen op de vermoedenslijst27 28: Deze lijst wordt overgemaakt aan het agentschap Wonen-Vlaanderen die de panden verder zal beoordelen met het oog op een eventuele opname op de inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen.
Schepen Iris De Wever vervoegt opnieuw de zitting.
012
Milieu. Vlarem 1ste klasse, hernieuwing en verandering door wijziging en uitbreiding van Agfa Gevaert nv, August Cannaertsstraat 125. Advies.
Samenvatting
27 28
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
Agfa Gevaert nv (AG), Septestraat 27 in 2640 Mortsel, vraagt een milieuvergunning voor het verder exploiteren na verandering door wijziging en uitbreiding van een inrichting voor het vervaardigen van chemische producten, gelegen August Cannaertsstraat 125 in Heultje/Westerlo. Feiten en context - Voorwerp van de aanvraag: een hernieuwing, een verandering door wijziging en een verandering door uitbreiding. - Op 19 januari 2015 werd het dossier ontvangen bij de milieudienst. Volgende indelingsrubrieken worden vermeld: Rubriek 2.2.6.d Deze rubriek wordt geschrapt. Rubriek 3.6.3.2° Deze rubriek wordt geschrapt. Rubriek 3.4.2° nieuw: lozen van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat met een debiet van max. 50 m³/uur. (klasse 2) Rubriek 7.1.2° hernieuwing + uitbreiding: opslag van 2980 ton Facpro /jaar en 20 ton PIP /jaar (= uitbreiding met 2028 ton / jaar). (klasse 2) Rubriek 7.11.1°j nieuw: de fabricage van organisch- chemische producten zoals kleurstoffen en pigmenten (10 ton/jaar). (klasse 1) Rubriek 7.11.1°k nieuw: de fabricage van organisch- chemische producten zoals tensioactieve stoffen en tensiden (10 ton/jaar). (klasse 1) Rubriek 12.1.2° Deze rubriek wordt geschrapt. Rubriek 12.2.1° hernieuwing + vermindering: transformatoren van 2 x 800 kVA en 1 x 400 kVA (= vermindering met 3 x 800 kVA, 2 x 400 kVA en 1 x 100 kVA). (klasse 3) Rubriek 12.2.2° hernieuwing + vermindering: transformatoren van 3 x 1600 kVA (= vermindering met 1 x 1600 kVA). (klasse 2) Rubriek 12.3.1° hernieuwing + uitbreiding: vast opgestelde batterijen met een vermogen van 34883 Ah.V (= uitbreiding met 9883 Ah.V). (klasse 3) Rubriek 12.3.2° hernieuwing + vermindering: Vaste batterij- laadtoestellen met een vermogen van 27,4 kW (= vermindering met 12,6 kW). (klasse 3) Rubriek 14.1°a hernieuwing: productie van droge fotografische materialen (109 kW). (klasse 3) Rubriek 16.3.1.2° nieuw: koelinstallaties met een vermogen van 1041,3 kW. (klasse 2) Rubriek 16.3.2.2°a Deze rubriek wordt geschrapt. Rubriek 16.7.2 hernieuwing: opslag van 4440 l gassen. (klasse 2) Rubriek 16.8.3° nieuw: 67600 l stikstofopslag. (klasse 1) Rubriek 17.2.1 nieuw: opslag van 40 ton methanol, 371,25 aardolieproducten, 16 ton zeer giftige stoffen, 155 ton giftige stoffen, 95 ton oxiderende stoffen, 6 ton ontplofbare stoffen, 35 ton ontvlambare stoffen, 455 ton licht ontvlambare stoffen, 165 ton milieugevaarlijke stoffen, 20 ton milieugevaarlijke stoffen en 25 ton indeling R14. (klasse 1) Rubriek 17.3.1.2° nieuw: inrichting voor de industriële productie van max. 1.300 ton/jaar gevaarlijke stoffen waarvan 450 ton/jaar toxische en zeer toxische stoffen, 100 ton/jaar zeer licht ontvlambare stoffen, 500 ton/jaar ontvlambare stoffen en 250 ton/jaar milieugevaarlijke stoffen. (klasse 1) Rubriek 17.3.2.3° hernieuwing: opslag van 32 ton ontplofbare stoffen. (klasse 1) Rubriek 17.3.3.3° hernieuwing: opslag van 1128 ton oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen. (klasse 1) Rubriek 17.3.4.2°b3 Deze rubriek wordt geschrapt.
Rubriek 17.3.5.3°b hernieuwing: opslag van 2000 l ontvlambare vloeistoffen. (klasse 3) Rubriek 17.3.6.2°b hernieuwing: opslag van 131500 l vloeistoffen met een vlampunt tussen 55°C en 100°C. (klasse 2) Rubriek 17.3.7.2°b nieuw: opslag van 179000 l vloeistoffen met ontvlammingspunt > 100°C. (klasse 2) Rubriek 17.3.8.2° nieuw: opslag van 12 ton milieugevaarlijke stoffen. (klasse 2) Rubriek 23.3.2°a hernieuwing + vermindering: opslag van 50 ton kunststoffen (= vermindering met 190 ton). (klasse 3) Rubriek 24.1.1° hernieuwing: labo. (klasse 3) Rubriek 29.5.2.1°a hernieuwing + vermindering: metaalbewerkingsinstallaties van 13 kW (= vermindering met 4 kW). (klasse 3) Rubriek 31.1.1°a hernieuwing: 2 dieselpompen van 220 kW. (klasse 3) Rubriek 39.1.3° hernieuwing + vermindering: stoomgenerator met een inhoud van 79320 l (= vermindering met 42680 l). (klasse 1) Rubriek 39.2.2° hernieuwing + vermindering: stoomvaten met een inhoud van 5300 l (= vermindering met 6535 l). (klasse 2) Rubriek 39.4.1 nieuw: warmtewisselaar met 8269 l inhoud. (klasse 2) Rubriek 43.1.3° hernieuwing + vermindering: verbrandingsinrichtingen met een vermogen van 25300 kW (= vermindering met 12700 kW). (klasse 1) Rubriek 43.4 hernieuwing + vermindering: verbrandingsinstallaties met een totaal thermisch vermogen van 25,3 MW (= vermindering met 5,7 MW). (klasse 1) Rubriek 53.8.3° hernieuwing + vermindering: grondwaterwinning met een opgepompt debiet van 414 m³/dag en 75000 m³/jaar (= vermindering met 25000 m³). (klasse 1) - Ligging: op perceel sectie D, 1ste afdeling, nummers 1071E, 1079C3, 1079D3, 1079E3, 1079G3, 1079Y3, 1079H2, 1079P2, 1079V3, 1079W2, 1079W3, 1079X, 1079X2, 1079Z, 1082D,1088C, 1088H, 1088M, 1088N, 1088P, 1089/02, gelegen August Cannaertsstraat 125 in 2260 Westerlo. - Stedenbouwkundige vergunningen: Een kopie van de verleende stedenbouwkundige vergunningen werd toegevoegd aan het aanvraagdossier. - Gewestplan/BPA: de inrichting is gelegen in een gebied volgens het gewestplan aangeduid als industriegebied, en niet binnen de contouren van een BPA of RUP. - Watertoets: de inrichting is gedeeltelijk gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Omdat het over een zeer kleine oppervlakte gaat, lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat is voldaan aan de voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. - zoneringsplan: het bedrijf is gelegen in het centrale gebied. - Bestaande milieuvergunningen: een overzicht van de afgeleverde vergunningen werd opgenomen in het dossier. Op 22 september 1994 verleende de bestendige deputatie vergunning aan Agfa Gevaert NV voor het verder exploiteren van een chemisch bedrijf voor de fabricatie van fotografische producten, voor een periode die eindigt op 25 september 2015 (zijnde 20 jaar vanaf de einddatum van de eerder verleende Arab- vergunning van 24 januari 1967). - MER- screening: Deze aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013. De inrichting is MER plichtig, bij de aanvraag werd een MER-screeningsnota toegevoegd die de mogelijke effecten op alle disciplines beschrijft. Het besluit stelt dat het bedrijf een impact heeft op het milieu
die echter tot een aanvaardbaar kan worden ingeperkt. Op basis daarvan heeft het provinciebestuur bij de ontvankelijke en volledige verklaring geoordeeld dat voor deze aanvraag geen MER dient te worden opgemaakt. - de gevraagde inrichting is een GPBV-inrichting. Het gaat om inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van richtlijn RL2008/1/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. De gegevens van bijlage D6 werden toegevoegd aan de aanvraag. - de gevraagde inrichting is een E-PRTR- inrichting. Het gaat om inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europese parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen. Hiertoe dienen geen bijkomende gegevens aan de aanvraag te worden toegevoegd. - De gevraagde inrichting is een BKG- inrichting. Het gaat om een inrichting die valt onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap. De gegevens van bijlage D8 werden toegevoegd aan de aanvraag. - De gevraagde inrichting is een lage drempel- Seveso- inrichting. Het gaat om een inrichting die valt onder het toepassingsgebied van Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De hoeveelheid gevaarlijke stoffen die in de inrichting aanwezig zijn overschrijden de lage-drempelwaarden uit bijlage 6, deel 1 of deel 2 van titel 1van Vlarem. Openbaar onderzoek vraag om openbaar onderzoek datum opening openbaar onderzoek datum sluiting openbaar onderzoek ontvangen bezwaren of opmerkingen
19 januari 2015 27 januari 2015 26 februari 2015 om 12 uur /
Adviezen - Advies stedenbouwkundig ambtenaar: Voor het voorwerp van deze milieuvergunningsaanvraag is geen nieuwe stedenbouwkundige vergunning vereist. De huidige toestand lijkt volledig bouwvergund. Voor de eventueel geplande uitbreidingen die het voorwerp zullen uitmaken van een nieuwe milieuvergunningsaanvraag zal wel een stedenbouwkundige vergunning vereist zijn. - Het advies van de intercommunale milieudienst van IOK, dat werd ontvangen op 26 februari 2015, is voorwaardelijk gunstig en omvat volgende elementen: 1. Water Er zijn volgende stromen bedrijfsafvalwater: Zilverhoudend procesafvalwater: de exploitant vraagt het schrappen van de rubriek 3.6.3.2° aangezien er geen behandeling meer is van zilverhoudend afvalwater. Dit water wordt opgevangen en afgevoerd naar de site in Mortsel waar het wordt verwerkt in de biologische zuivering. De exploitant vraagt bijgevolg de nieuwe rubriek 3.4.2° aan voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat met een debiet van max. 50 m³/uur. Niet zilverhoudend procesafvalwater: het bedrijfsafvalwater wordt, na neutralisatie van de pH en bezinking van de zwevende stoffen in het slibbekken, via een persleiding gepompt naar het RWZI Morkhoven waar het gezuiverd wordt. Het bedrijf heeft door procesoptimalisaties, synthese- aanpassingen en investeringen in endof-pipe technieken de lozing van gevaarlijke stoffen kunnen verminderen. Er zijn ondermeer volgende maatregelen ingevoerd: beperking op het gebruik van gehalogeneerde solventen;
minimalisatie van het gebruik van NaOCl; ban op het gebruik van perfluorverbindingen (PFOS, PFOA); ban op het gebruik van fenolen en beperking van MAK (tolueen, xyleen, …); opvang van het zilverhoudend procesafvalwater; opvang en afvoer van koel- en smeervloeistoffen, verbeterde preventieve inspectie van gesmeerde toestellen ter voorkoming van PAK in het afvalwater; vervanging van transformatoren door droge toestellen ter voorkoming van PCB’s. Het niet-zilverhoudend bedrijfsafvalwater dat toxische stoffen bevat wordt opgevangen in cubitainers en als afval afgevoerd. De exploitant geeft in bijlage F4 de gevraagde lozingsnormen op. Ter motivering hiervan verwijst de exploitant naar de volgende documenten, die eveneens werden toegevoegd aan het aanvraagdossier: HARP-studie naar zilverreductie in het afvalwater van de site G6 in HeultjeWesterlo van 26-07-2013, hierbij werd bevestigd door de dienst Milieuvergunningen van de Provincie Antwerpen dat zowel AMV als VMM de besluiten uit de studie volgen; Raadgeving van de Afdeling Milieu -Inspectie tot het aanvragen van lozingsnormen voor methyleenchloride, PFOS en PFHxS; Volgens de exploitant is de norm van VOX niet haalbaar wanneer er syntheses worden uitgevoerd waarin dichloormethaan wordt gebruikt. Deze syntheses worden slechts sporadisch uitgevoerd, maar zijn nog niet geheel uit het productiegamma verdwenen. PFOS is een persistente bio-accumuleerbare stof die zich over grote afstand in het milieu kan verspreiden en nadelige gevolgen kan hebben. De lozingen in het milieu dienen tot een minimum beperkt te worden. De exploitant vraagt voor de lozing van PFOS het hanteren van de PNEC-waarde, met name 0,025 mg/l. Voor PFHxS vraagt de exploitant de norm van 0,001 mg/l (er zijn geen PNEC-waarden, daarom vraagt de exploitant de norm 10 x rapportagegrens). Een andere mogelijkheid lijkt ons te zijn om de lozingsnorm te baseren op basis van actuele meetgegevens van de exploitant m.b.t. deze parameter. Deze werden evenwel niet toegevoegd aan voorliggende dossier. Voor de parameter methyleenchloride vraagt de exploitant de vroeger opgelegde lozingsnorm. Voor de parameter VOS geeft de exploitant een lozingsnorm van 0,1 mg/l aangezien de huidige lozingsnorm niet haalbaar zou zijn. Gezien het voorwerp van de aanvraag moet o.m. VMM, meer bepaald de afdeling bevoegd voor het lozen van afvalwater, advies verlenen. Gelet op de bijzondere deskundigheid van de voormelde adviesinstantie, die daarenboven op de hoogte is van de specifieke gegevens van de RWZI’s, adviseren we dan ook het standpunt van deze administratie te volgen m.b.t. het al dan niet toekennen van de definitieve lozingsnormen. Gezien de aard en de omvang van de exploitatie van de grondwaterwinning moet VMM, Afdeling Water advies verlenen omtrent de grondwaterwinning. We adviseren dan ook het standpunt van deze administratie m.b.t. de gevraagde ligging, hoeveelheid en het al dan niet gewenst zijn van de voorgestelde inrichting te volgen daar IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de grondwaterwinning voor de bodem en de watervoerende lagen. 2. Lucht Agfa Gevaert N.V. is een BKG-inrichting vanwege de Y-rubriek 43.4 ‘Verbrandingsinstallaties met een totaal thermisch ingangsvermogen > 20 MW’, waarbij de verplichtingen betrekking hebben op de emissies van koolstofdioxide (CO2). Overeenkomstig de verplichtingen van
art. 4.10.1.4 van Vlarem II heeft de exploitant een geverifieerd en goedgekeurd monitoringplan waarin de bewaking van de BKG-emissies zijn opgenomen toegevoegd aan voorliggend dossier. Er zijn VOS-emissies afkomstig van de verschillende installaties in de Facpro-afdeling (afdeling voor de fabricage van chemische producten), ondermeer afkomstig van: het openen van reactoren, drukfilters en centrifugen; drukfiltratieprocessen waarbij koekdoorslag gebeurt met de gebruikte stikstof; het drogen van producten in droogkasten. De exploitant geeft aan dat de VOS-emissies slechts 1,3% van de input aan solventen bedraagt dankzij het minimaliseren van solventgebruik in syntheses en investering in scrubbers. Er kunnen geuremissies ontstaan ter hoogte van het afvalwaterbehandelingsbekken en ter hoogte van de monding van de persleiding van het afvalwater aan het RWZI door anaerobe gisting. Ter bestrijding wordt er preventief bij stilstand, lage productieperiodes of warme dagen waterstofperoxide en/of een biocide toegevoegd in dergelijke hoeveelheden dat de werking van het RWZI Morkhoven niet wordt verstoord maar de anaerobe vergisting wordt stilgelegd. Er zijn diverse end-of-pipe behandelingstechnieken voorzien zoals actieve koolbedden, stoffilters, scrubbers en cryogene koeling. Daarnaast zijn er stofemissies afkomstig van de productie-eenheden van PIP (productie van poederfosforen) en NIP (productie van naaldfosforen). 3. Energie Agfa Gevaert trad in 2002 toe tot de Benchmarking Convenant. In 2007 startte de tweede ronde waar Agfa Gevaert ook aan deelnam. Er liepen diverse projecten in het kader van energie-efficiëntieverbeteringen die omschreven worden in voorliggend dossier. 4. Gevaarlijke stoffen De inrichting is een Seveso-inrichting, namelijk een zogenaamde lagedrempelinrichting. De exploitant geeft aan dat dagelijks wordt nagegaan dat de hoeveelheden zodanig beperkt blijven dat de hoge drempelwaarde niet wordt overschreden. De exploitant geeft aan dat de afstandsregels en de wettelijke voorschriften voor de opslag van gevaarlijke producten worden nageleefd. Er bestaat ook een werkvoorschrift met richtlijnen voor stapeling en opslag in de diverse magazijngebouwen. Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor de aangevraagde rubrieken te worden geadviseerd als VOORWAARDELIJK GUNSTIG op voorwaarde dat uit het advies van VMM, Afdeling Water blijkt dat de gevraagde lozingsnormen en de grondwaterwinning geen ontoelaatbare schade veroorzaakt aan bodem en grondwaterlagen en de aangevraagde ligging en hoeveelheden aanvaardbaar zijn, en in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Argumentatie Het bedrijf is sinds begin jaren 70 gevestigd en actief in Heultje. De lopende milieuvergunning van Agfa Gevaert heeft als einddatum 25 september 2015. Bijgevolg wordt een hernieuwing van de vergunning gevraagd en wordt tevens een verandering door wijziging en door uitbreiding gevraagd. Agfa Gevaert is een bedrijf voor de synthese van scheikundige producten en van droge fotografische materialen. In de vestiging in Heultje worden chemische basiscomponenten aangemaakt en fosforplaten voor medische beeldvorming geproduceerd. Er zijn 4 afdelingen:
1. Facpro voor de batch- gewijze fabricage van fijnchemicaliën, in 3 gebouwen; 2. PIP voor de productie van poederfosforen (vaste stof nodig voor het genereren van een radiografisch beeld); 3. NIP voor de productie van naaldfosforen; 4. Oragon Dry: in de afdeling wordt een polymeer Oragon geproduceerd door toepassing van cryogeen invriezen en vriesdrogen. Vooral de laatste 20 jaar zijn de emissies naar water en lucht sterk gereduceerd. Er wordt continu gestreefd naar het verminderen van de vuilvracht van het afvalwater. Het aanvraagdossier vermeldt de maatregelen die hiertoe genomen worden. Voor de historische bodemverontreiniging van BTEX en VOCl is door de Ovam een bodemsaneringsproject goedgekeurd dat de volgende jaren zal worden uitgevoerd. Mbt water Voor de bedrijfsactiviteiten wordt jaarlijks ongeveer 100 000 m3 water gebruikt. Het verbruik bestaat uit ongeveer 55 % grondwater, dat vooral voor koeling wordt gebruikt, en ongeveer 25% leidingwater. Op vlak van wateremissies resulteerden de verbeteringen van de laatste 20 jaar steeds in een aanpassing van de vergunning met strengere lozingsvoorwaarden. Het grondwater wordt uit 3 putten opgepompt. Dankzij het gedaalde verbruik kan het op te pompen debiet teruggeschroefd worden van 100.000 naar 75.000 m3/jaar. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit zilverhoudend en niet- zilverhoudend procesafvalwater. Het zilverhoudend wordt afgevoerd naar Mortsel waar het in de biologische zuivering wordt behandeld. Het niet-zilverhoudende dat geen toxische stoffen bevat komt via de bedrijfsriolering terecht in de neutralisatieput en gaat door het bezinkingsbekken en via de pompput en persleiding naar het RWZI Morkhoven. Het deel niet-zilverhoudend dat toxische stoffen bevat wordt opgevangen in containers en als afval afgevoerd. Daarnaast bestaat de afvalwaterstroom ook uit sanitair afvalwater en hemelwater dat beiden via de regenwaterriolering naar de pompput gaat en na vermenging met het bedrijfsafvalwater via de persleiding wordt afgevoerd naar het RWZI in Morkhoven. Hierbij wordt opgemerkt dat het hemelwater van het bedrijf niet volledig gescheiden wordt en uiteindelijk wordt geloosd in het RWZI. In feite vormt het hemelwater een verdunning voor het afvalwater. De afvoer van hemelwater naar een waterzuivering dient in de mate van het mogelijke te worden voorkomen. Dit kan als bijzondere voorwaarde worden opgelegd in het vergunningsbesluit. Als gevolg van een bijkomende studie naar zilverreductie in het afvalwater en op vraag van de AMI worden bovenop de huidige lozingsnormen een lagere norm voor zilver voorgesteld en een norm voor enkele bijkomende parameters. De aanvraag bevat een brief van AMI zijnde een raadgeving m.b.t. het afvalwater en de solventenemissie. Tegen einde 2014 dienden de maatregelen te worden voorgesteld die aan de opmerkingen gevolg zouden geven. Deze zijn echter niet aan het dossier toegevoegd. Mbt lucht De luchtemissies zijn hoofdzakelijk VOS (vluchtige organische stoffen)- emissies, voornamelijk afkomstig van de Facpro- afdeling. Deze afdeling heeft ongeveer 100 emissiepunten, al dan niet met een schouw met hoogte tot 17 m. De PIP - en NIP -afdelingen hebben samen 7 emissiepunten van voornamelijk stof. De emissie van de Oragon afdeling is beperkt tot stikstof. De VOS- emissies zijn dankzij investeringen in behandelingstechnieken significant gedaald: sinds 1990 daalde de emissie met een factor 10. Ook de stookinstallaties veroorzaken luchtemissies die dankzij het gebruik van aardgas beperkt zijn tot CO2, H2O en NOx. Het bedrijf is een BKG-inrichting omwille van de verbrandingsinstallaties met een totaal thermisch ingangsvermogen > 20 MW, wat verplichtingen inhoudt die betrekking hebben op de emissies van koolstofdioxide (CO2). Er werd een geverifieerd en goedgekeurd
monitoringplan waarin de bewaking van de BKG-emissies zijn opgenomen aan de aanvraag toegevoegd. AG heeft een gemiddelde jaarlijkse CO2 emissie van ongeveer 4000 ton. In de omgeving van AG zijn er geen geur- noch andere hinderklachten gekend. Volgens de aanvraag zou er in het weekend of tijdens produktiestilstand geurhinder optreden ter hoogte van het RWZI in Morkhoven. Bij het opnieuw opstarten van de pompen voor de persleiding zorgt het gegiste afvalwater voor geurhinder. Ter voorkoming wordt in de zomer voor de stilstandperiode een produkt toegevoegd dat gisting voorkomt. Hetzelfde kan gebeuren op het bezinkingsbekken, wat voorkomen wordt door een kleine hoeveelheid biocide toe te voegen. Om luchtemissies te voorkomen zijn er verschillende behandelingstechnieken (scrubbers, filters, koolbedden...) voorzien. Het gebruik van gehalogeneerde solventen is grotendeels gebannen. Alle interne transporttoestellen zijn elektrisch aangedreven (met uitzondering van 1 toestel op diesel). Mbt gevaarlijke stoffen Op het bedrijf worden grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen, gebruikt en ook geproduceerd. De produktiehoeveelheid van tussen- en eindproducten bedraagt jaarlijks ongeveer 3000 ton waarvan 2/3 als gevaarlijke stof is ingedeeld. De individuele veiligheidsfiches van die producten zijn ter beschikking op het bedrijf. AG heeft een voorraadrapporteringssysteem ontwikkeld om voortdurend zicht te hebben op de hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen. Dit verzekert dat de hoeveelheid de drempelwaarden (Seveso) niet overschrijdt. De overzichtstabel geeft aan of de hoge drempelwaarde al dan niet nadert of dreigt overschreden te worden. Om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen zijn alle opslag- en procestanks in vloeistofdichte cuvettes geplaatst. Gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen worden opgeslagen op cuvetten of op een vloeistofdichte ondergrond. Mbt transport Er zijn 59 parkeerplaatsen voorzien voor het personeel. Er is naast intern goederenverkeer (13 voertuigen) ook extern transport: ongeveer 10 vrachtwagens/dag en 2 tankwagens/dag. De transporthoeveelheden worden geschat op ongeveer 60 ton/dag. De gebruikte rijroutes zijn niet vermeld. Mbt de brandveiligheid Er is een bluswatertank van 1000 m³ aanwezig, verbonden met een ondergronds brandweernet met bovengrondse hydranten. Eventueel verontreinigd bluswater kan opgevangen worden in een bekken van 1000 m³. Alle fabricagegebouwen en opslagplaatsen voor scheikundige producten zijn uitgerust met een sprinklerinstallatie. Bepaalde hiervan kunnen gevoed worden met blusschuim. Afval Ook de geproduceerde hoeveelheden afval zijn de laatste jaren sterk gedaald en sinds 2010 gestagneerd, rond 2000 ton/jaar. Het verzamelen, sorteren, verpakken en op- en overslag van afval gebeurt in een afzonderlijk gebouw. Voor alle afvalstromen is hun bestemming en verwerking vermeld. Om verlies aan grondstoffen te beperken worden deze stromen zo mogelijk opgevangen en hergebruikt. Dit geldt ook voor de grote solventstromen die na gebruik opnieuw worden afgescheiden voor hergebruik. Er wordt 1 röntgenstralingsbron gebruikt voor kwaliteitscontrole van fosforplaten, die vergund is op 13/9/2013 door het FANC. Omdat AG een BKG- inrichting is dient zij naast het opmaken van het monitoringsplan tevens jaarlijks te rapporteren op basis van de bewakingsvoorschriften in dit plan via een emissiejaarrapport. Dit moet leiden tot en aantonen dat het energieverbruik daalt dankzij het
uitvoeren van voldoende energiebesparende maatregelen. Ook op het vlak van energieefficiëntie heeft AG diverse projecten lopende in Heultje. De aanvraag kan gunstig beoordeeld worden op voorwaarde dat het advies van VMM, afdeling Operationeel Waterbeheer, op basis van haar bijzondere deskundigheid en rekening houdend met de gevraagde lozingsnormen en op te pompen debiet, gunstig is. De gemeente sluit zich alleszins aan bij het advies van VMM. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project advies Vlarem klasse 1 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1
013
Het college van burgemeester en schepenen beslist gunstig advies te verlenen voor de milieuvergunningsaanvraag van Agfa Gevaert nv, voor het hernieuwen na verandering door wijziging en uitbreiding van een inrichting voor het vervaardigen van chemische producten, op perceel sectie D, 1ste afdeling, nummers 1071E, 1079C3, 1079D3, 1079E3, 1079G3, 1079Y3, 1079H2, 1079P2, 1079V3, 1079W2, 1079W3, 1079X, 1079X2, 1079Z, 1082D, 1088C, 1088H, 1088M, 1088N, 1088P, 1089/02, gelegen August Cannaertsstraat 125 in 2260 Westerlo, op voorwaarde dat: • uit het advies van VMM, Afdeling Water blijkt dat de gevraagde lozingsnormen en de grondwaterwinning geen ontoelaatbare schade veroorzaken aan bodem en grondwaterlagen en de aangevraagde ligging en hoeveelheden aanvaardbaar zijn; • de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Milieu. Vlarem 2de klasse, Pottatenhuizen 13: hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding. Milieuvergunning29.
Voorgeschiedenis en samenvatting
29
persoonlijke gegevens verwijderd
Op 4 november 2014 heeft X30 een milieuvergunningsaanvraag 2de klasse ingediend voor het hernieuwen en het veranderen door wijziging en uitbreiding van een bestaande, vergunde rundvee- en schapenhouderij, op perceel sectie C, 2de afdeling, nummers 308G2, 307E, 307F en 307G, gelegen Pottatenhuizen 13, 2260 Westerlo. De aanvraag werd op 3 december 2014 ontvankelijk en volledig verklaard. Feiten en context - Het voorwerp van de aanvraag betreft een hernieuwing, een verandering door wijziging en een verandering door uitbreiding, omvattend: - Rubriek 9.4.3.c.1 nieuw: plaatsen voor het houden van 4 paarden, 40 schapen en 181 runderen waarvan: 93 runderen > 2 jaar en 88 runderen 1 - 2 jaar. (klasse 2) - Rubriek 9.4.3.c.2: deze rubriek wordt omgevormd naar de rubriek 9.4.3.c.1 door het verminderen van het aantal dieren. - Rubriek 15.1.1 nieuw: stallen van 10 voertuigen. (klasse 3) - Rubriek 17.3.6.1.b nieuw: opslag van 3000 l mazout. (klasse 3) - Rubriek 17.3.9.1 nieuw: verdeelslang. (klasse 3) - Rubriek 19.6.2.a nieuw: opslag van 45 m³ stro en hooi. (klasse 3) - Rubriek 28.2.c.1 hernieuwing + vermindering: opslag van 1385 m³ mest waarvan: 25 m³ vaste mest en 1360 m³ mengmest (= vermindering met 25 m³). (klasse 3) - Rubriek 45.14.3 nieuw: opslag van 1512 m³ groenvoeders. (klasse 2) - Rubriek 53.8.2 nieuw: grondwaterwinning met een opgepompt debiet van 6 m³/dag en 1821 m³/jaar. (klasse 2) - Bestaande milieuvergunningen: - Op 18 februari 1991 werd door het college akte genomen van de melding 31 voor het houden van 220 koeien en runderen, 1 paard en 1,410 m³ mestopslag (regularisatie, geldend als vergunning voor 30 jaar; ingevolge de bepalingen m.b.t. de milieuvergunningenpiek is de vergunningstermijn ingekort tot 1 september 2016); - Op 15 mei 1995 werd door het college vergunning verleend 32 voor een grondwaterwinning met een debiet van 6,5 m³/dag of 2,370 m³/jaar, op een diepte van 217 meter (voor een periode verstrijkend op 15 mei 2015); - Op 8 juni 2007 bezorgde het provinciebestuur een ontvangstbewijs voor de melding van overname van de vergunde inrichting 33 en omvattende: 60 runderen jonger dan 1 jaar, 60 runderen van 1 tot 2 jaar en 100 melkkoeien en een mestopslagcapaciteit van 1.410 m³; - Op 1 april 2008 bezorgde het provinciebestuur een ontvangstbewijs voor de overname van het bestaande vergunde landbouwbedrijf 34 Stedenbouwkundige bestemming: de inrichting is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied, en niet binnen de contouren van een RUP noch een BPA. - Bestaande stedenbouwkundige vergunningen: • Op 13/06/1973 werd door het college een vergunning afgeleverd voor de bouw van een baby-beefstal;
30
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 32 persoonlijke gegevens verwijderd 33 persoonlijke gegevens verwijderd 34 persoonlijke gegevens verwijderd 31
• Op 12 juni 1995 verleende het college een vergunning35 voor een nieuwbouw: woonhuis bij een bestaande stal. - Watertoets: gelet op de aard van de aanvraag en op het feit dat de inrichting gelegen is buiten de grenzen van een overstromingsgevoelig gebied lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat is voldaan aan de van toepassing zijnde milieuvoorwaarden en aan de voorwaarden van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. - Zoneringsplan: de inrichting is gelegen in een groene cluster (collectief te optimaliseren buitengebied). - MER- screening: De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-MER-screening. Dit werd vermeld in de ontvankelijk- en volledig verklaring van het dossier. Op basis van de bij het dossier gevoegde m.e.r.screeningsnota wordt besloten dat geen MER dient opgemaakt te worden. - Openbaar onderzoek datum opening openbaar onderzoek 10 december 2014 datum sluiting openbaar onderzoek 9 januari 2015 bezwaren en opmerkingen
0
Adviezen Het advies van de intercommunale milieudienst IOK, ontvangen op de milieudienst op 11 februari 2015, is voorwaardelijk gunstig en omvat volgende bemerkingen: 1. Hernieuwing Het voorwerp van de milieuvergunningsaanvraag betreft onder meer een hernieuwing van de vergunning. Gelet op art. 18 § 3 van het Decreet Milieuvergunning (MVD) kan een hernieuwing worden aangevraagd tussen de 18de en de 12de maand voor het verstrijken van de lopende vergunning. Hierop bestaan 2 uitzonderingen: een overname door een andere exploitant is gepland of een belangrijke verandering van de vergunde inrichting wordt beoogd. Gelet op art. 45bis van het MVD wordt een afwijking van deze termijn toegestaan voor vergunningen die volgens een oud vergunningenstelsel vóór of na 01/09/1991 werden verleend: een hernieuwing van deze vergunning kan eerder dan 18 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn worden aangevraagd. Gelet op art. 45bis §2 kan de aanvraag tot hernieuwing van de vergunning die betrekking heeft op een inrichting waarvan de exploitatie gedeeltelijk wordt geregeld door een vergunning die volgens een oud vergunningenstelsel vóór of na 01/09/1991 werd verleend, van toepassing zijn op de volledige inrichting. Op basis van bovenstaande lijkt een hernieuwing van de volledige inrichting aanvaardbaar. 2. Stedenbouwkundig A. Stedenbouwkundige ligging De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied waardoor gesteld kan worden dat de ligging van de inrichting in overeenstemming is met de bestemming volgens het gewestplan. B. Stedenbouwkundige vergunning
35
persoonlijke gegevens verwijderd
Er dient te worden gewezen op de koppeling tussen de milieuvergunning & -melding en de stedenbouwkundige vergunning & melding, zoals geregeld in art. 5 van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en art. 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 3. Bedrijfsafvalwater De exploitant stelt in het voorliggende dossier dat geen bedrijfsafvalwater wordt geloosd, aangezien het reinigingswater van de stallen wordt opgevangen in de mestkelder en in toepassing van het mestdecreet op cultuurgrond wordt gebracht. De exploitant dient er op gewezen te worden dat bovenvermelde opvang in de mestkelder maar kan worden uitgevoerd op voorwaarde dat de mestopslagcapaciteit voldoende groot is, en op voorwaarde dat de kwaliteit van het reinigingswater van die aard is dat kan worden voldaan aan de juridische bepalingen van het mestdecreet. De exploitant dient er op te worden gewezen dat, indien de tankactiviteiten aanleiding kunnen geven tot potentieel verontreinigd hemelwater, hij zich hiervoor voorafgaandelijk nog in regel dient te stellen (zie verder in advies, m.n. gevaarlijke stoffen). 4. Rundvee Naast een milieuvergunning moet de exploitant, in overeenstemming met artikel 30, §2 van het Mestdecreet, beschikken over voldoende NER-D´s gelet op het aantal dieren, met name rundvee, paarden en schapen. De nutriëntenemissierechten beperken immers het aantal dieren van een bepaalde diersoort die op een bedrijf mogen worden gehouden. Gezien er geen koppeling is tussen NER-D´s op bedrijfsniveau en de milieuvergunning op exploitatieniveau, lijkt het ontbreken van NER-D´s echter geen weigeringsgrond voor een milieuvergunning te kunnen impliceren. Gelet op art. 36 7° van Vlarem I moet een afschrift van de vergunningsbeslissing worden bezorgd aan de Vlaamse Landmaatschappij. 5. Mest De mestopslagcapaciteit moet, gelet op het aantal aangevraagde dieren, meer bepaald rundvee, paarden en schapen, voldoen aan de bepalingen van Vlarem II. Aan deze bepalingen wordt eveneens geacht voldaan te zijn wanneer de exploitant aantoont op een andere reglementaire manier gedurende de beschouwde periode te kunnen voorkomen dat de voormelde mesthoeveelheid of een gedeelte ervan op cultuurgrond wordt gebracht. De voorziene mengmestopslagcapaciteit op de inrichting voldoet aan het benodigde volume berekend op basis van de richtlijn uit bijlage 5.9, hoofdstuk VII uit Vlarem II m.b.t. opslagcapaciteit voor mest. Met betrekking tot de vaste mestopslag geeft de exploitant aan dat deze, wat betreft de mestopslag afkomstig van schapen, in de potstal zal worden uitgevoerd. Dit betreft een andere reglementaire, niet-ingedeelde mestopslag waardoor de vaste mestopslag geacht lijkt te kunnen voldoen aan de vereiste opslaghoeveelheid. De exploitant moet bovendien voldoen aan de bepalingen van het mestdecreet. Een bedrijf moet sinds 31 december 2011 beschikken over een mestopslagcapaciteit voor de opslag van dierlijke mest: - van tenminste 9 maanden voor dieren die steeds op stal staan; - van tenminste 6 maanden voor dieren met buitenloop; - van tenminste 3 maanden voor stalmest. 6. Gevaarlijke stoffen De exploitant geeft in het voorliggende dossier aan dat een nieuwe mazouttank zal worden geplaatst. In het voorliggende dossier wordt omschreven dat de verdeelinstallatie zich in de
hangaar bevindt en dat er op een vloeistofdichte vloer wordt getankt. Op het bijgevoegde uitvoeringsplan lijkt de tank met verdeelinstallatie zich echter niet in een overdekte ruimte te bevinden. De exploitant dient er op te worden gewezen dat, indien het bevoorraden niet overdekt wordt uitgevoerd, dit aanleiding kan geven tot potentieel verontreinigd hemelwater. De exploitant dient er op te worden gewezen dat de lozing van dergelijk bedrijfsafvalwater niet mag worden uitgevoerd zonder dat deze voorafgaandelijk werd gemeld/vergund. Naar aanleiding hiervan lijkt het aangewezen dat de exploitant voorafgaand bijkomende informatie aanlevert. De exploitant dient er op te worden gewezen dat hij zich desgevallend voorafgaand in regel dient te stellen. Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen dat de bepalingen omtrent de plaatsing en de periodieke controles op de houders zoals bepaald in hoofdstuk 5.17 en afdeling 5.17.3 van Vlarem II te allen tijde strikt nageleefd moeten worden. 7. Grondwaterwinning De exploitant dient er op te worden gewezen dat de voorwaarden omschreven in hoofdstuk 5.53 dienen te worden nageleefd. Hiertoe dient o.m. een peilbuis geïnstalleerd te zijn. Gezien de aard en de omvang van de exploitatie moet VMM, Afdeling Water advies verlenen omtrent de grondwaterwinning. We adviseren dan ook het standpunt van deze administratie m.b.t. de gevraagde ligging, hoeveelheid en het al dan niet gewenst zijn van de voorgestelde inrichting te volgen daar IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de grondwaterwinning voor de bodem en de watervoerende lagen. BESLUIT: Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag te worden geadviseerd als VOORWAARDELIJK GUNSTIG op voorwaarde dat: • m.b.t. de gevraagde rubrieken 17.3.6.1.b en 17.3.9.1: de exploitant voorafgaand bijkomende informatie aanlevert m.b.t. het al dan niet overdekt zijn van de opslagtank en bijhorende verdeelinstallatie. De exploitant dient er op te worden gewezen dat, indien het tanken niet overdekt wordt uitgevoerd, hij zich voorafgaand in regel dient te stellen m.b.t. de lozing van potentieel verontreinigd hemelwater. • m.b.t. de gevraagde rubriek 53.8.2: uit het advies van VMM, Afdeling Water blijkt dat de grondwaterwinning geen ontoelaatbare schade veroorzaakt aan bodem en grondwaterlagen en de aangevraagde ligging en hoeveelheden aanvaardbaar zijn; EN GUNSTIG wat betreft de overige gevraagde rubrieken, in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer, werd bezorgd op 13 januari 2015 en omvat volgende elementen: De aanvraag betreft de hernieuwing en verandering van een vergunde inrichting met o.a. de hernieuwing en vermindering van het debiet van een bestaande grondwaterwinning. De winningsput onttrekt grondwater op een diepte van 217 m onder maaiveld. Op deze diepte bevindt de winning zich in het Zand van Brussel (HCOV-code: 0620) in grondwaterlichaam BLKS_0600_GWL_2. Het grondwater wordt aangewend voor de drinkwatervoorziening van dieren, voor reiniging van de stallen en voor huishoudelijk gebruik. Het aanvraagdossier stelt dat er op dit moment geen regenwater opgevangen wordt maar dit in de toekomst wel zal gebeuren. Deze grondwaterwinning is gelegen in een grondwaterlichaam (BLKS_0600_GWL_2) dat in een slechte kwantitatieve toestand verkeert. De watervoerende laag waaruit het grondwater
onttrokken wordt, kent een afgesloten karakter. Daarom wordt enkel het debiet nodig voor de hoogwaardige toepassingen gunstig geadviseerd. Het betreft hier het drinkwater voor de dieren en huishoudelijk gebruik. Rekening houdend met de gemiddelde gebruikswaarden voor veeteelt en water voor huishoudelijk gebruik, is het gevraagde debiet aanvaardbaar. Voor de laagwaardige toepassingen zoals reinigingswater voor de stallen dient opvang van hemelwater te worden voorzien. De Afdeling Operationeel Waterbeheer wijst de exploitant erop dat belangrijke debietuitbreidingen in de toekomst ongunstig kunnen geadviseerd worden. Volgens het Vlaams Grondwatermodel komt op deze locatie nog een freatisch zandig pakket voor met een dikte van ongeveer 68 meter met onder meer de zanden van Berchem en Diest (HCOV-code: 0250), gekenmerkt door een goede kwantitatieve toestand. Dit zandig pakket biedt een alternatief voor de bestaande diepe winning. Er wordt een peilbuis in de winningsput geplaatst. Gelet op de slechte kwantitatieve toestand van het grondwaterlichaam dient het grondwaterpeil halfjaarlijks opgemeten te worden. Gelet op de debietvermindering kan gunstig geadviseerd worden voor een termijn van 20 jaar. De winning is niet gelegen in de nabijheid van een speciale beschermingszone. De aanvraag bevat een project-m.e.r.-screeningsnota. In toepassing van de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten werd voor de grondwaterwinning het effect op speciale beschermingszones en andere kwetsbare gebieden nagegaan. Er werd beoordeeld dat er geen aanzienlijk effect t.o.v. deze zones te verwachten is zodat er geen MER vereist is. Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd voor deze aanvraag onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Er werd vastgesteld dat het schadelijk effect op het grondwatersysteem aanzienlijk is. Gelet op het voorgaande wordt er een gunstig advies gegeven voor de hernieuwing en verandering (debietvermindering) van een bestaande grondwaterwinning klasse 2 met een winningsput op een diepte van 217 meter uit het Zand van Brussel (HCOV 0620) en grondwaterlichaam BLKS_0600_GWL_2, voor een debiet van 1.821 m³/jaar en 6 m³/dag, voor een termijn van 20 jaar, mits naleving van de algemene en de sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM en de onderstaande bijzondere voorwaarde. BIJZONDERE VOORWAARDE Het grondwaterpeil in rust en werking dient halfjaarlijks opgemeten en genoteerd te worden in een register dat steeds ter inzage ligt voor de toezichthoudende ambtenaren. Argumentatie Het gaat om een bestaand vergund landbouwbedrijf voor het houden van 220 stuks rundvee en 1 paard. Een deel van het vergunde aantal runderen wordt omgevormd naar 40 schapen en 4 paarden samen met het behoud van 181 stuks rundvee, meer bepaald slachtvee. De lopende vergunning vervalt op 1 september 2016. Aan de voorwaarden voor vroegtijdige hernieuwing lijkt te zijn voldaan. Een deel van de runderen is gehuisvest in een ligboxenstal, de rest in een ingestrooide vrije loopstal. De dieren verblijven in de zomer buiten op de weide. De stallen zijn voorzien van een natuurlijke verluchting. Het vee wordt hoofdzakelijk gevoederd met ruwvoer aangevuld met krachtvoer onder korrelvorm, die vrijwel geen stofhinder veroorzaken. Bij het vullen van de krachtvoersilo's wordt een stofzak voorzien aan de ontluchtingsbuis. Voor de waterhuishouding van het bedrijf wordt enkel grondwater gebruikt. Het gevraagde debiet is lager dan het reeds vergunde debiet. De VMM gaf een gunstig advies voor de grondwaterwinning en stelde voor een bijzondere voorwaarde op te leggen. Het hemelwater
wordt ter plaatse geïnfiltreerd in de bodem. Het bedrijfsafvalwater, reinigingswater van de stallen, wordt geloosd in de mestkelders. Enkel het huishoudelijk afvalwater van de bijhorende woning wordt geloosd in de gracht. De opslagtank van mazout en de vulinstallatie staan volgens de aanvrager (SBB) beiden buiten de hal doch onder een afkapping/luifel, dus overdekt. De silosappen afkomstig van de groenvoederopslag worden opgevangen in een citerne. De mestopslag gebeurt in een mestvaalt voorzien van een verharde vloer en mestdichte wanden, en in mestkelders uitgevoerd volgens de code van goede praktijk. Het beheer van het bedrijf gebeurt op een vakkundige en bedreven wijze, de dieren, de stallen en de omgeving worden in een goede hygiënische toestand gehouden. Door het opleggen en naleven van de algemene- en de sectorale milieuvoorwaarden kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Milieuvergunning klasse 2 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1
Aan x, wordt vergunning verleend voor het hernieuwen van de bestaande vergunning en voor het veranderen door wijziging en uitbreiding van een bestaande, vergunde rundvee- en schapenhouderij, zodat deze voortaan omvat: - plaatsen voor het houden van 4 paarden, 40 schapen en 181 runderen waarvan: 93 runderen > 2 jaar en 88 runderen 1 - 2 jaar. (Vlarem klasse 2; rubriek 9.4.3.c.1°); - het stallen van 10 landbouwvoertuigen (klasse 3; rubriek 15.1.1°); - opslag van 3.000 l mazout (klasse 3; rubriek 17.3.6.1°b); - een brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang voor de mazouttank (klasse 3; rubriek 17.3.9.1°); - opslag van 45 m³ stro en hooi (klasse 3; rubriek 19.6.2°a) - opslag van 1385 m³ mest waarvan: 25 m³ vaste mest en 1360 m³ mengmest (= vermindering met 25 m³) (klasse 3; rubriek 28.2.c.1°) - opslag van 1.512 m³ groenvoeders (klasse 2; rubriek 45.14.3) - een grondwaterwinning met een opgepompt debiet van 6 m³/dag en 1.821 m³/jaar (klasse 2; rubriek 53.8.2°),
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
op perceel sectie C, 2de afdeling, nummers 308G2, 307E, 307F en 307G, gelegen Pottatenhuizen 13, 2260 Westerlo. Koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning: §1. Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning of melding als bedoeld in artikel 4.2.1 en 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gedaan. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg of zolang de handelingen waarvoor de stedenbouwkundige melding is verricht, niet mogen worden aangevat op grond van artikel 4.2.2, §4 van de Vlaamse Codex RO. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden bij ter post aangetekende zending. §2. De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. §3. De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. §4. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Vergunningstermijn en voorwaarden De in artikel 1 bedoelde milieuvergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op 16 maart 2015 behoudens wanneer: a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 44 van de wet van 29 maart 1962, houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend, bij een ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. en eindigt op 16 maart 2035. De volgende algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: §1. Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.11.8; Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging
Artikel 5 Artikel 6
Afdelingen 4.2.1 - 4.2.8: Art.4.2.1.1. - Art. 4.2.8.4.1 Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.6.1 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.8: Verwijdering van PCB’s en PCT’s Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 Hoofdstuk 4.10: Emissies van broeikasgassen: Art. 4.10.1.1 - 4.10.1.5 §2. Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.9 Dieren Afdelingen 5.9.1 – 5.9.12 art. 5.9.1.1 – 5.9.12.1 Hoofdstuk 5.15 Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen art. 5.15.0.1 – 5.15.0.11 Hoofdstuk 5.17 Opslag van gevaarlijke producten Afdelingen: 5.17.1 – 5.17.5 art. 5.17.1.1 – 5.17.5.7 Hoofdstuk 5.19 Hout Afdelingen 5.19.1 – 5.19.2 art. 5.19.1.1 – 5.19.2.3.4 Hoofdstuk 5.28 Minerale meststoffen en dierlijke mest Afdelingen 5.28.1 – 5.28.3 art. 5.28.1.1 – 5.28.3.5.3 Hoofdstuk 5.45 Voedingsnijverheid en - handel Afdelingen: 5.45.1 – 5.45.6 art. 5.45.1.1 – 5.45.6.0.1 Hoofdstuk 5. 53: Winning van grondwater Afdelingen: 5.53.1 – 5.53.6 art. 5.53.1.1 – 5.53.6.3.3 De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website www.lne.be. §3. Bijzondere voorwaarde: Het grondwaterpeil in rust en werking dient halfjaarlijks opgemeten en genoteerd te worden in een register dat steeds ter inzage ligt voor de toezichthoudende ambtenaren. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 5, §1, 2e van titel I van het Vlarem. §2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient uiterlijk 10 kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning.
Artikel 7
Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep aangetekend worden bij de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de dossiertaks gevoegd te worden.
Schepen Iris De Wever verlaat overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet tijdelijk de zitting. 014
Wonen. Leegstandsregister: Actualisatie vermoedenslijst. Goedkeuring.
Voorgeschiedenis - De inventarisatie van leegstaande gebouwen en woningen werd in het verleden opgemaakt door het Vlaams Gewest op basis van de vermoedenslijsten die door de gemeente ter beschikking werden gesteld. - Deze taak werd later overgedragen aan de gemeenten. Het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009 bepaalt dat elke gemeente vanaf 1 januari 2010 een leegstandregister moet opmaken. - Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 21 juni 2010 beslist om het opmaken van het leegstandregister te laten uitvoeren door IOK. - De gemeenteraad heeft in zitting van 6 september 2010 het gemeentelijk reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen en de intergemeentelijke dienstverlening leegstand goedgekeurd. Dit reglement werd aangepast en goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013. De gemeenteraad keurde in zitting van 16 december 2013 eveneens het belastingsreglement op de leegstand van woningen en gebouwen goed voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019. Dit reglement werd aangepast door de gemeenteraad op 31 maart 2014. Argumentatie Het opmaken van het leegstandsregister zal gebeuren op basis van een vermoedenslijst die door de gemeente wordt opgemaakt en aan IOK zal bezorgd worden. IOK voert vervolgens een uitgebreid onderzoek uit per pand. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek wordt een pand al dan niet effectief op de leegstandslijst geplaatst. De vermoedenslijst wordt opgemaakt op basis van de inschrijvingen in het bevolkingsregister. Op deze vermoedenslijst zullen alle woningen worden opgenomen, waarvan, op basis van het bevolkingsregister, kan worden vastgesteld dat er gedurende 12 maanden geen bewoning is geweest. Deze vastgestelde lijst vormt het vertrekpunt voor het opmaken van het leegstandsregister. Verder worden deze gegevens gecontroleerd aan de hand van gegevens uit het kadaster en wordt er nagegaan of er eventueel stedenbouwkundige aanvragen werden ingediend voor het desbetreffende pand. Eveneens wordt er nagegaan of deze panden niet voorkomen op de lijst van de leegstaande bedrijfsruimten of tweede verblijven. Als een leegstaande woning of gebouw wordt opgenomen in een gemeentelijke inventaris zijn hieraan volgende gevolgen gekoppeld:
- Voorkooprecht, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de sociale huisvestingsmaatschappijen, het OCMW en de gemeente kunnen een voorkooprecht hebben op woningen die op het register van de leegstand staan. - Vermindering heffingsgrondslag registratierechten. Een pand dat maximum 4 jaar in het leegstandregister staat, komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vermindering van de heffingsgrondslag van het registratierecht van 30.000 euro. Dat komt neer op een fiscaal voordeel van 3.000 euro (of 1.500 euro als het klein beschrijf van toepassing is). - Sociaal beheersrecht. De woning kan tijdelijk onttrokken worden aan de zeggenschap van de eigenaar en in beheer gegeven aan een sociale woonorganisatie, met het oog op herstel en sociale verhuring. Die maatregel geldt als sanctie voor de eigenaar die niet bereid is om de woning op vrijwillige basis opnieuw op de woningmarkt te brengen. Voor de toepassing van het sociaal beheersrecht is geen instemming van de eigenaar nodig. Het kan uitgeoefend worden door de gemeente, het OCMW, De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, sociale huisvestingsmaatschappijen, Vlaams Woningfonds en een sociaal verhuurkantoor. - Belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten. Een pand dat maximum 4 jaar in het leegstandsregister staat, komt in aanmerking voor een belastingvermindering. De vermindering wordt toegekend aan de particulier die aan de eigenaar van het pand een lening geeft voor de renovatie van het goed. - Ter bestrijding van de leegstand is er eveneens voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op 990 euro voor een eengezinswoning, 75 euro voor een kamer en 300 euro voor elke andere woning. De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van november 2009. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die de aanpassing voorafgaat. - De belasting wordt vermenigvuldigd met een factor 1,50 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat, met een maximum van viermaal het basisbedrag. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Wonen actie Opmaken leegstandsregister actienummer 2015140336 omschrijving project Opstellen vermoedenslijst leegstand 2015 raming kosten +/- 12.000 euro raming opbrengsten Indien het pand gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister wordt een belasting aangerekend die forfaitair is vastgesteld op 990 euro voor een eengezinswoning, 75 euro voor een kamer en 300 euro voor elke andere woning. De belasting wordt vermenigvuldigd met een factor 1,50 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat, met een maximum van viermaal het basisbedrag. Juridische grond - decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd;
decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd; decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals gewijzigd; gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; - decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd; - het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, zoals gewijzigd; - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd. -
BESLUIT Artikel 1 Onder voorbehoud van mogelijke vergissing of vergetelheden keurt het college van burgemeester en schepenen de gemeentelijke vermoedenslijst "leegstand" goed en geeft toestemming aan IOK om de panden op deze lijst verder te onderzoeken met het oog op opname in het leegstandsregister. Artikel 2 Acht panden zijn opgenomen in de vermoedenslijst36: Artikel 3 Deze lijst wordt overgemaakt aan IOK. Schepen Iris De Wever vervoegt opnieuw de vergadering maar verlaat tijdens de bespreking van volgend agendapunt tijdelijk de vergadering. 015
Personeel. Geert Verbeeck, vastbenoemde technisch assistent. Vaststelling disponibiliteit 37.
016
Personeel. Joke Nietvelt. Tijdelijke verwijdering als begeleider BKO 38.
017
Personeel. Stage. Thijs Van Dyck.
Voorgeschiedenis Feiten en context39 Argumentatie De stageopdracht van Thijs Van Dyck past binnen de werking van de gemeente en van de communicatiedienst. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan / actie / actienummer /
36
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 38 persoonlijke gegevens verwijderd 39 persoonlijke gegevens verwijderd 37
omschrijving project raming kosten raming opbrengst BESLUIT Artikel 1
Artikel 2
schoolstage Thijs Van Dyck - communicatiedienst aan deze schoolstage zijn geen kosten verbonden /
Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de vraag van Thijs Van Dyck, 40, om stage te lopen op de communicatiedienst van de gemeente Westerlo van 16 maart 2015 tot en met 27 maart 2015. Het college van burgemeester en schepenen stelt Christophe Sproelants, diensthoofd communicatie, aan als stagebegeleider.
Schepen Iris De Wever vervoegt opnieuw de vergadering. 018
Personeel. Tewerkstelling gesco's na 1 april 2015.
Voorgeschiedenis De gemeenteraad besliste op 5 mei 2003 om een gemotiveerde aanvraag voor een nieuwe contingentovereenkomst tot tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen in te dienen bij de Minister van de Vlaamse Gemeenschap en hechtte haar goedkeuring aan de verbintenissen vermeld op de aanvraag van de nieuwe contingentovereenkomst. Contingentovereenkomst nr. 40278 van 23 december 2003 waarbij het contingent gesubsidieerde contractuelen op datum van 1 januari 2002 als volgt bepaald wordt: - 78,5 VTE aan 10.907,32 euro - 13 VTE aan 5701,55 euro Brief van 10 november 2014 van Vlaams minister Philippe Muyters betreffende de regularisatie van de contingentgesco's volgens KB 474. Brief van 8 januari 2015 van Vlaams minister Philippe Muyters betreffende het totale bedrag van de overdracht van 95% van de loonpremie en 95% van de werkgeversbijdragevermindering gebaseerd op het refertejaar 2013. ACV openbare diensten vroeg op 2 februari 2015 om de tewerkstelling van de gesco's bij gemeente en OCMW Westerlo na 1 april 2015 te agenderen op het eerstvolgende onderhandelingscomité. Dit resulteerde in protocol 15/04 van het onderhandelingscomité van 23 februari 2015 waarbij gemeente en OCMW Westerlo zich engageerden om alle gesco's die in dienst zijn op 31 maart 2015 vanaf 1 april 2015 in dienst te houden als gewone contractuelen. Feiten en context In het huidige organogram van het gemeentepersoneel zijn 76,05 VTE gesco-betrekkingen voorzien. Momenteel zijn er bij de gemeente Westerlo 98 personeelsleden in dienst als gesco, die samen zorgen voor een contractlast van 84,16 VTE. De werkelijke invulling bedraagt 73,81 VTE, inclusief enkele langdurige zieken. Het totale bedrag van de overdracht van 95% van de loonpremie en 95% van de werkgeversbijdragevermindering is gebaseerd op de arbeidscoëfficiënt van de gesco's voor 2013 en die bedroeg 72,01 VTE.
40
persoonlijke gegevens verwijderd
Juridische grond Koninklijk Besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, en latere wijzigingen. Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het KB nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen. Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen. Artikel 76 van het decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015. Principieel akkoord van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende de regularisatie van de contingentgesco's met ingang van 1 april 2015. Mededeling 2015/01 van de DIBISS van 8 januari 2015. Argumentatie Het college van burgemeester en schepenen wil zich houden aan het engagement dat aangegaan werd op het onderhandelingscomité van 23 februari 2015 en legt het voorontwerp van de aangepaste personeelsformatie en het aangepaste organogram voor aan de afvaardiging van de vakorganisaties in het onderhandelingscomité en aan de gemeenteraad op 23 maart 2015. Het voorontwerp van de aangepaste personeelsformatie en het aangepaste organogram is als volgt opgemaakt: - alle gesco's die momenteel in dienst zijn, krijgen een plaats in de personeelsformatie en het organogram op basis van hun initiële contract - de gesco-betrekkingen in het huidige organogram die niet ingevuld zijn, worden geschrapt - daar waar er in het huidige organogram contractuele betrekkingen zijn die ingevuld worden door gesco's, worden in verhouding tot het aantal gesco's de contractuele betrekkingen geschrapt Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan verschillende actieplannen actie verschillende acties actienummer verschillende actienummers omschrijving project regularisatie van alle contingentgesco's raming kosten Vanaf 1 april 2015 ontvangt de gemeente Westerlo in plaats van de gebruikelijke gescopremie en doelgroepvermindering: - 95% van de loonsubsidie op basis van de afrekening van het kalenderjaar 2013, gebaseerd op de arbeidscoëfficiënt van de gesco's (746.130,37 euro) - 95% van de werkgeversbijdragevermindering, op basis van de gegevens die de RSZPPO heeft aangeleverd voor 2013 (468.436,36 euro) Deze verrekening moet opgenomen worden in het budget van 2015 en in de meerjarenplanning. raming opbrengsten -
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om alle gesco's die in dienst zijn op 31 maart 2015 vanaf 1 april 2015 in dienst te houden als gewone contractuelen. Er wordt een bijlage toegevoegd aan hun huidige contract waardoor alle verwijzingen naar het KB van 28 oktober 1986 verdwijnen en ze voortaan genieten van alle rechten en plichten van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978. Voor de vakantieregeling wordt het stelsel van de bedienden in de privésector toegepast op de contractuelen. Het dubbel vakantiegeld wordt voor het vakantiejaar 2016 niet pro rata berekend, maar het vakantiedienstjaar wordt als een geheel beschouwd dat volgens het stelsel van de privésector berekend wordt, zoals voorzien is in mededeling 2015/01 van de DIBISS. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen legt het voorontwerp van personeelsformatie en organogram, dat werd opgesteld door de secretaris in overleg met het managementteam, ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad op 23 maart 2015. Dit voorontwerp wordt door middel van een tussentijds protocol van akkoord ook voorgelegd aan de afvaardiging van de vakorganisaties in het onderhandelingscomité.
019
Personeel. Tim Meller. Aanstelling als redder (D1-D3) met een voltijds contract van onbepaalde duur vanaf 1 april 2015.
Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. De secretaris stelde op 4 juni 2014 de functiebeschrijving van redder (VT-SP-SC-02) vast. Het college van burgemeester en schepenen verklaarde op 5 januari 2015 een voltijdse contractuele betrekking van redder open bij aanwerving. Tegelijk bepaalde men de technieken en timing voor deze selectieprocedure. Men besliste ook om een wervingsreserve van twee jaar aan te leggen voor deze betrekking. Het college van burgemeester en schepenen stelde op 2 februari 2015 Tim Meller aan als redder met een voltijds contract van bepaalde duur vanaf 16 februari 2015 tot en met 31 maart 2015. Feiten en context De vacature is aangekondigd in De Zondag, op de gemeentelijke website, in het gemeentelijk infoblad Westel Info, via de gemeentelijke sociale media en op de website van de VDAB. 13 personen stelden zich kandidaat. Fasering cbs 2 februari 2015 cbs 16 februari 2015
samenstelling van de selectiecommissie beoordeling van de geldigheid van de ingekomen kandidaturen, 12
pv 7 maart 2015 pv 7 maart 2015
kandidaten mogen deelnemen aan de selectieprocedure 6 kandidaten slaagden voor de praktische-schriftelijke proef: 41 4 kandidaten slaagden voor de mondelinge proef: 42
Argumentatie43 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Sportdienst ondersteuning actie Wedden en vergoedingen sport actienummer 2015000030 omschrijving project aanstelling van Tim Meller met een voltijds contract van onbepaalde duur raming kosten De tewerkstelling van een bijkomende voltijdse contractuele redder is in het budget van 2015 voorzien. raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt Tim Meller, 44, aan als redder met een voltijds contract van onbepaalde duur vanaf 1 april 2015. Alle andere bepalingen van zijn aanstellingsbesluit van 2 februari 2015 blijven van toepassing. 020
Personeel. Wervingsreserve. Vaststelling wervingsreserve redder vanaf 7 maart 2015.
Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. Artikel 206 bepaalt dat een wervingsreserve maximum twee jaar geldig is en aanvangt op de datum van het eindrapport van de selectie. De kandidaten worden alfabetisch in de wervingsreserve opgenomen. Het college van burgemeester en schepenen verklaarde op 5 januari 2015 een voltijdse contractuele betrekking van redder open bij aanwerving. Tegelijk bepaalde men de technieken en timing voor deze selectieprocedure. Men besliste ook om een wervingsreserve van twee jaar aan te leggen voor deze betrekking. Het college van burgemeester en schepenen stelde op 16 maart 2015 Tim Meller aan als redder met een voltijds contract van onbepaalde duur. Argumentatie45 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verbeteren interne organisatie actie Aanwervingen
41
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 43 persoonlijke gegevens verwijderd 44 persoonlijke gegevens verwijderd 45 persoonlijke gegevens verwijderd 42
actienummer
2015140114
omschrijving project
vaststelling wervingsreserve redder voor eventuele toekomstige aanwervingen -
raming kosten raming opbrengsten
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt een wervingsreserve van twee jaar vast voor de betrekking van redder. Deze wervingsreserve gaat in vanaf 7 maart 2015 en eindigt op 6 maart 2017. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen schrijft 3 kandidaten in deze wervingsreserve in: 46 021
Basisonderwijs. Esther Rens en Elien Laenen. Aanstelling als tijdelijk onderwijzer in vervanging 47.
022
Basisonderwijs. Katrien Mariën en Sanne Verhesen. Aanstelling als tijdelijk zorgleerkracht en tijdelijk onderwijzer in vervanging 48
023
Basisonderwijs. Korte vervangingen februari 2015. 49
024
Basisonderwijs. Stephanie Claes. Aanstelling tijdelijk administratief medewerker als vervanger50.
025
Ruimtelijke Ordening. Kennisname beslissing bouwberoep. de Trannoyplein 6a-h (2014/049) 51.
Voorgeschiedenis - Op 15 september 2014 weigerde het college van burgemeester en schepenen de stedenbouwkundige vergunning aan LNR Services: Wezelsbaantje 13 in 2230 Herselt52, voor het bouwen van een nieuwbouw = appartementsgebouw met 8 woongelegenheden na het slopen van de bestaande woning, op de percelen sectie E(Tlo) nrs. 151E2 + 152F, gelegen de Trannoyplein 6a-h in 2260 Westerlo.
46
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 48 persoonlijke gegevens verwijderd 49 persoonlijke gegevens verwijderd 50 persoonlijke gegevens verwijderd 51 persoonlijke gegevens verwijderd 52 persoonlijke gegevens verwijderd 47
-
Er werd beroep aangetekend door CDRO53 bij de Deputatie van de Provincie Antwerpen tegen het weigeringsbesluit.
Feiten en context De deputatie heeft zich in zitting van 5 februari 2015 uitgesproken over voormeld beroep. Het beroep wordt ingewilligd. Er wordt vergunning verleend. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project beslissing bouwberoep raming kosten Geen kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de deputatie van 5 februari 2015 waarbij het beroep 54 tegen het weigeringsbesluit van 15 september 2014 van het college van burgemeester en schepenen van Westerlo, voor het bouwen van een appartementsgebouw met 8 woongelegenheden, 6 autobergplaatsen en 4 parkeerplaatsen, na het slopen van de bestaande woning, op perceel sectie E(Tlo) nrs. 152F + 151E/2, gelegen de Trannoyplein 6a-h in 2260 Westerlo, wordt ingewilligd. Er wordt vergunning verleend. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen besluit om beroep in te stellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen het besluit van de deputatie van 5 februari 2015. 026
Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Hogekant. (334TLO) (Eandis).
Voorgeschiedenis Op 10 maart 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een offerte ontvangen, opgemaakt door Eandis op 5 maart 2015 met ref. 277895, voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet in de private verkaveling 55. Feiten en context De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie D(TLO) nr. 30W, 30T/deel, gelegen Hogekant in 2260 Westerlo. De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 1.000,00 euro en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen
53
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 55 persoonlijke gegevens verwijderd 54
actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten
Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten 2015000193 Nutsvoorzieningen kostenraming Geen extra kosten Geen
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 1.000,00 euro, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie D(TLO) nr. 30W, 30T/deel, gelegen Hogekant in 2260 Westerlo, op voorwaarde dat de verkavelingsvergunning wordt goedgekeurd. 027
Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Voorteinde. (320TLO/1) (Eandis).
Voorgeschiedenis Op 5 maart 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een offerte ontvangen, opgemaakt door Eandis op 3 maart 2015 met ref. 277761, voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet in de private verkaveling 56. Feiten en context De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie E(TLO) nr. 205R, 205S, 206K/deel, gelegen Voorteinde in 2260 Westerlo. De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 500,00 euro en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Nutsvoorzieningen kostenraming raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 500,00 euro, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie E(TLO) nr. 205R, 205S, 206K/deel, gelegen Voorteinde in 2260 Westerlo, op voorwaarde dat de verkavelingsvergunning wordt goedgekeurd. 028
56
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning:
persoonlijke gegevens verwijderd
Tulpenstraat 3 (2014/155) 57. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers58 hebben op 10 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = eengezinswoning met garagetuinberging, op het perceel sectie A(Oevel), nr. 347F/deel = kavel 3 uit verkaveling 28 Oevel, gelegen Tulpenstraat 3 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 8 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag maakt als kavel 3 deel uit van de niet-vervallen verkaveling nr. 28 Oevel, goedgekeurd op 19 juli 1982. - De aanvraag is gelegen langsheen de Tulpenstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Van 26 januari 2015 tot en met 24 februari 2015 werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werden geen bezwaarschriften ingediend. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage en achterliggende garage-tuinberging. - De woning wordt conform de geldende verkaveling ingeplant op 10m uit de as van de voorliggende weg, op 3m van de linker perceelsgrens en op 4m van de rechter zijdelingse perceelsgrens. De woning bestaat uit twee bouwlagen en een plat dak. De maximale
57 58
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
-
-
-
-
-
bouwdiepte van de woning bedraagt op het gelijkvloers 17m, op de verdieping 11,07m. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,50m. De woning wordt volledig onderkelderd. Op 10m uit de achtergevelbouwlijn, op de rechter perceelsgrens en op 3m van de achterste perceelsgrens wordt een garage-tuinberging opgetrokken (zie aangepast inplantingsplan). Deze garage heeft een oppervlakte van 50m² (5m op 10m). De garage wordt afgewerkt met een plat dak en heeft een kroonlijsthoogte van 3m. Volgens de verkavelingsvoorschriften moet de woning afgewerkt worden met een hellend dak met een dakhelling tussen 25°en 60°. De bijgebouwen dienen op minimum 1m van de perceelsgrens opgetrokken te worden. De gevels dienen afgewerkt te worden in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur en/of baksteen geverfd in lichte kleur. De aanvrager wenst de gevels op het gelijkvloers in beperkte mate af te werken met een gevelbekleding in houten beplanking. De woning wordt afgewerkt met een plat dak en het bijgebouw wordt ingeplant op de rechter perceelsgrens. Conform artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vraagt de aanvrager een afwijking op de verkavelingsvoorschriften voor het materiaalgebruik, de dakvorm en inplanting van het bijgebouw. De nabije omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan dakvormen: plat dak in combinatie met piramidedak (naastliggende woning), verschillende dakhellingen, nok evenwijdig en dwars op de straat. Een moderne compacte woning is dan ook niet storend in het straatbeeld. De eigenaars van het rechts aanpalende perceel hebben de plannen voor akkoord ondertekend. Bijgevolg kunnen de gevraagde afwijkingen op de verkavelingsvoorschriften voor de dakvorm en inplanting van het bijgebouw conform artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening toegestaan worden. De voorliggende aanvraag is op deze manier in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De aanvrager voorziet in een hemelwaterput van 10.000 liter, terwijl een hemelwaterput van 5.000 liter verplicht is. Hergebruik van het hemelwater zal gebeuren via de toiletten, wasmachine en buitenkraan. Op basis van dit groter nuttig hergebruik kan een afwijking toegestaan worden. De aanvrager plaatst een infiltratievoorziening met een volume van 5.200 liter en een oppervlakte van 9,45m². De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit vrijstaande eengezinswoningen. De voorliggende aanvraag voorziet de bouw van een vrijstaande eengezinswoning. De gevraagde afwijkingen op de verkavelingsvoorschriften voor de gevelmaterialen en de dakvorm kunnen conform artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening toegestaan worden. Voor het overige wordt de aanvraag in overeenstemming geacht met de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft nagenoeg geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat uit vrijstaande eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen afgedekt met een zadeldak en plat dak. Gelet op het voorgestelde bouwvolume van twee bouwlagen en een plat dak kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabariet betreft niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. Buiten de bebouwing wordt een tuinpad, terras en een oprit voorzien. Voor het overige krijgt het perceel een groen karakter. De oprit naar de inpandige garage en achterliggende garage heeft ter hoogte van de rooilijn een breedte van 4m. o Visueel-vormelijke elementen De woning voorziet in twee bouwlagen en een plat dak. De gevels worden uitgevoerd in rood-bruin of zwarte gevelsteen met in beperkte mate houten beplanking op het gelijkvloers. Gelet op de verscheidenheid in het straatbeeld kunnen de gevelmaterialen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Het voorgestelde terreinprofiel op de plannen wordt aanvaard. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits het naleven van de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978).
- Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 28 Oevel, goedgekeurd op 19 juli 1982. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 59 voor het bouwen van een nieuwbouw = eengezinswoning met garage-tuinberging, op het perceel sectie A(Oevel), nr. 347F/deel = kavel 3 uit verkaveling 28 Oevel, gelegen Tulpenstraat 3 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle andere stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door schepencollege in zitting van 19 juli 1982 bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 28 Oevel 2) de rechter zijgevel van de achterliggende garage/tuinberging dient op de perceelsgrens in gevelsteen afgewerkt te worden 3) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 4) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 5) verplicht een hemelwaterput en infiltratievoorziening plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 6) de woning en garage/tuinberging uitvoeren zoals voorzien op de plannen
59
persoonlijke gegevens verwijderd
01/02 en 02/02 d.d. 03/12/2014. 7) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 029
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: Gewadstraat (2014/172) 60.
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager61 heeft op 24 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het kappen van houtkanten, op het perceel sectie A nr. 989D en 988A, gelegen Gewadstraat in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 10 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 23 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. - De aanvraag is gelegen langsheen de Gewadstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. - Het perceel van de aanvraag is volgens de watertoetskaarten mogelijk overstromingsgevoelig. - Het aanvraagperceel is gelegen langs en stroomt af naar de Wimp, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen - De Vlaamse Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer heeft op 20 februari 2015 (WT 2015 OA 0019) een gunstig advies uitgebracht, met volgende bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:
60 61
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
er moet tijdens de werken en bij een eventuele heraanplant rekening gehouden worden met de 5 m-erfdienstbaarheidszone langsheen de waterloop, waarbij gemeten moet worden vanaf de bovenrand van het talud van de waterloop - eventuele beschadigingen van de taluds van de waterloop ten gevolge van de werken dienen op natuurtechnische wijze hersteld te worden op kosten van de aanvrager - alle kap- en snoeihout dat gedurende de werken in de waterloop belandt, dient onmiddellijk verwijderd te worden - ontstronken en opvullen van gekapte bomen op dijken is verplicht, bij gekapte bomen op natuurlijke oevers is ontstronking niet toegelaten maar heraanplant met een nieuwe boom of houtkant verplicht - Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden. Het Agentschap geeft gunstig advies op voorwaarde dat de vergunningverlener zelf verifieert of minimum aan de zorgplicht en stand-still principe wordt voldaan en geen vermijdbare schade optreedt. Het Agentschap van Natuur en Bos geeft verder mee dat alle van nature in het wild levende vogelsoorten beschermd zijn in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van deze vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart - 1 juli moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos. Argumentatie - De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het verwijderen van houtkanten en bomen op een perceel gelegen in een agrarisch gebied, op het plan weergegeven onder A, B, C en D. De houtkant A (lengte 95 meter) betreft het verwijderen van bomen en struiken voor het herstellen van een gracht. De eigenaar van het aanpalende perceel nr. 991E gaat hiermee akkoord. De houtkant B (lengte 30 meter) betreft het verwijderen van verwilderde berken en ander struikgewas. De houtkanten C en D (respectievelijke lengte van 33 meter en 40 meter) betreft het verwijderen van 2 bomenrijen omwille van het opnieuw in gebruik nemen als landbouwgrond. - De zorgplicht bepaalt dat iedereen die iets wijzigt zodat er een effect is op de natuur alle maatregelen moet nemen om schade te voorkomen, te beperken, of indien dat niet mogelijk is te herstellen. De zorgplicht is een instrument dat het stand-still beginsel ondersteunt. Door iedereen zorg te laten dragen voor de natuur, mag de totale natuurwaarde, zowel kwaliteit als kwantiteit, er niet op achteruit gaan. De zorgplicht is er voor iedereen die handelingen verricht of er de opdracht toe geeft waardoor schade aan de natuur in de omgeving kan ontstaan. Als schade onvermijdbaar is, dan moet zij worden gecompenseerd. - Aan de hand van een plaatsbezoek van de gemeentelijke milieudienst en de gegevens uit het aanvraagdossier kan als volgt geoordeeld worden: - Het perceel is gelegen in de landbouwzone. Het achterste deel van het perceel is reeds in gebruik door een landbouwer. De natuurlijk opgeschoten bomen/struiken in het vroegere kippenhok en een deel van het erf (in de aanvraag aangeduid als B en C) hebben geen echte natuurwaarde. Aangezien dit deel van het perceel bedoeld is om mee in landbouwgebruik te geven, wat als "in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften" van het perceel beschouwd kan en dient te worden, wordt het kappen van B en C beoordeeld als aanvaardbaar zonder vermijdbare schade aan de natuur. - Wat de beplanting langs de perceelgrenzen betreft kan geoordeeld worden: - De houtkant A genoemd, is gelegen langs weerszijden van een momenteel ondiepe gracht die afwatert naar de Wimp. Langs de zijde van de aanvrager bestaat die uit -
-
-
-
-
-
een notenboom, oude coniferen, enkele naaldbomen, enkele dunne opgeschoten berken en andere hakhoutsoorten afgewisseld met drie dikkere loofbomen die als meer waardevol kunnen beschouwd worden. Deze 3 bomen zullen het eventuele ruimen van de gracht niet hinderen en kunnen bijgevolg behouden blijven. De notenboom, coniferen en de naaldbomen hebben geen natuurwaarde en mogen verwijderd worden. De dunne berken e.a. zijn in slechte toestand. Verwijderen heeft geen vermijdbare schade aan de natuur tot gevolg. De 3 dikkere loofbomen dienen behouden te blijven. - Houtkant D bestaat uit 2 dikkere loofbomen die binnen de 15- m straal tot de woning vallen en bijgevolg zijn vrijgesteld van vergunning volgens de stedenbouwwet, een groot aantal berken met een omtrek van <30cm, en nog 2 dikkere loofbomen. De berken kunnen gedund worden ten gunste van de beste, mooiste exemplaren en de 2 dikkere loofbomen dienen behouden te blijven. Het kappen van deel D heeft vermijdbare schade tot gevolg. Ter compensatie dient een houtkant van 40 m op deze perceelsgrens met nr. 990F behouden te blijven met behoud van de 2 dikke loofbomen. Indien de berken niet behouden blijven dient een andere inheemse loofboomsoort te worden aangeplant. - Op de rest van het perceel staan meerdere oude fruitbomen die eveneens zullen gekapt worden. Indien de berken in houtkant D niet behouden blijven dient er een andere inheemse loofboomsoort worden heraangeplant. In dat geval dient de aanvrager alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant, dit veronderstelt niet alleen een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed, maar ook het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. Bij uitval dient het eerstvolgende plantseizoen terug voorzien te worden in een heraanplant, in ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen. De kapping mag niet uitgevoerd worden tijdens het broedseizoen (ruim genomen half februari tot half augustus). De voorliggende aanvraag is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. De aanvraag heeft echter betrekking op het verwijderen van houtkanten, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect is. De voorliggende aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De voorliggende aanvraag voorziet in het verwijderen van houtkanten op een perceel gelegen in agrarisch gebied. De in aanvraag aangeduide houtkanten als B en C hebben geen natuurwaarde en worden gekapt om dit gedeelte van het perceel terug in landbouwgebruik te nemen, wat in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften. In de houtkanten A en D mogen enkel deze bomen verwijderd worden die geen natuurwaarde hebben. De dikkere loofbomen en mooiste berken dienen in deze houtkanten behouden te blijven. Indien de berken niet behouden blijven dient een andere inheemse loofboomsoort te worden aangeplant. De aanvraag wordt functioneel
inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht, mede door de voorwaarde van behoud en eventuele heraanplanting. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Visueel-vormelijke elementen Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Er zijn geen hinderaspecten te verwachten ingevolge voorliggende aanvraag. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig voor het kappen van de houtkanten B en C. In de houtkanten A en D mogen enkel deze bomen verwijderd worden die geen natuurwaarde hebben. De dikkere loofbomen en mooiste berken dienen in deze houtkanten behouden te blijven. Indien de berken niet behouden blijven dient een andere inheemse loofboomsoort te worden aangeplant. De aanvrager dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant. De kapping mag niet uitgevoerd worden tijdens het broedseizoen. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 10 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten. actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 62 voor het kappen van de houtkanten B en C, op het perceel sectie A nr. 989D en 988A, gelegen Gewadstraat in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij van 20 februari 2015 met kenmerk WT 2015 OA 0019 2) in de houtkanten A en D mogen enkel deze bomen verwijderd worden die geen natuurwaarde hebben, de dikkere loofbomen en mooiste berken dienen in deze houtkanten behouden te blijven 3) indien de berken niet behouden blijven dient een andere inheemse loofboomsoort te worden aangeplant - hierbij dient de aanvrager alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant 4) de kapping niet uitvoeren tijdens het broedseizoen 5) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 030
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Olenseweg 233/1 (2014/175) 63.
Inleiding
62 63
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
- Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager64 heeft op 30 december 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie A nr. 495N = kavel 2 uit verkaveling nr. 192A/137/0857, gelegen Olenseweg 233/1 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 28 januari 2015. - De aanvraag is overwegend gelegen in een woongebied en voor een klein gedeelte in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag maakt als kavel 2 deel uit van de niet-vervallen verkaveling nr. 192A/1367/0857, goedgekeurd op 22 mei 2006. De verkaveling voorziet in drie kavels voor vrijstaande eengezinswoningen. - De aanvraag is gelegen langsheen de Olenseweg, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. Voor deze weg is een gewestelijk rooilijnplan van toepassing (d.d. 25 mei 1976). - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft op 10 februari 2015 een ongunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag (114B/B/BAV/2015/466), allereerst omwille van de schending van het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen. Zo werd de rooilijn foutief ingetekend op de plannen. Bijkomend werd het koninklijk besluit van 12 september 1934 betreffende Wegenerfdienstbaarheid 'non aedificandi' (= zone achteruitbouw) geschonden. De septische put en regenwaterputten werden ingetekend in de zone van achteruitbouw, terwijl hier geen enkele constructie wordt toegelaten. Op vraag van de dienst ruimtelijke ordening heeft de architect de plannen aangepast aan de opmerkingen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Zo werd de rooilijn ingetekend op 11 m uit
64
persoonlijke gegevens verwijderd
de as van de Olenseweg en werden hemelwaterput en septische put voorzien in de bouwvrije zijtuinstrook in plaats van de bouwvrije voortuinstrook. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning. De voorgevel van de woning wordt conform de geldende verkaveling ingeplant op 8 m uit rooilijn, wat overeenstemt met een afstand van 19 m uit de as van de rijwegverharding. Verder wordt de woning ingeplant op minimum 3 m afstand uit de zijdelingse perceelsgrenzen. - De ontworpen woning heeft een moderne vormgeving en bestaat uit een hoofdvolume dat 10 m breed is en wordt afgedekt met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig loopt ten opzichte van de straat op een hoogte van 10,85 m. De kroonlijst is gelegen op 5,85 m. Op een diepte van 8,75 m wordt er rechts een bijvolume voorzien van een meter breed, waarvan de voorgevel wordt opgemetst tot het dakniveau van het hoofvolume. Achter het hoofdvolume wordt een achterbouw voorzien die wordt afgewerkt met een plat dak. De achterbouw is 4 m diep en 5 m breed, de bouwhoogte van deze achterbouw bedraagt 3,35 m. De totale bouwdiepte van de woning bedraagt 17 m. - De gelijkvloerse verdieping voorziet in een zijdelingse inkom met toiletruimte, een leefruimte en een keuken. Op de eerste verdieping wordt een tv-hoek en hobbyruimte ingericht, met daarnaast een afzonderlijke toiletruimte, een wasberging en een berging. Op het plat dak van de gelijkvloerse keuken wordt een terras ingericht. Op de dakverdieping worden 3 slaapkamers ingericht en een badkamer met dubbele wastafel, toilet, douche en ligbad. Het hoofdvolume wordt volledig onderkelderd. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - De aanvrager voorziet in een hemelwaterput van 5.000 liter met hergebruik van hemelwater via aansluiting toiletten en buitenkraan. De aanvrager plaatst een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.500 liter met een oppervlakte van 4 m². De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat in hoofdzaak uit vrijstaande eengezinswoningen. De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, welke in overeenstemming is met de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft nagenoeg geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat voornamelijk uit vrijstaande eengezinswoningen, bestaande uit eenen twee bouwlagen afgedekt met hellende daken. Gelet op het voorgestelde bouwvolume van twee bouwlagen onder een hellend dak kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabariet betreft niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving. In de rechter bouwvrije zijtuinstrook wordt een verharding aangelegd in waterdoorlatende klinkers met een totale oppervlakte van 62 m². Deze oprit geeft toegang tot de woning via de rechter zij inkom en fungeert tevens als autostaanplaats. o Visueel-vormelijke elementen De woning voorziet in twee bouwlagen onder een zadeldak. De gevels worden opgetrokken in een combinatie van muisgrijze en donkergrijze gevelparamentsteen. Het hellend dak wordt afgewerkt met een zwarte vlakke tegelpan, het plat dak wordt voorzien van een dakrand in zwart aluminium. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in antraciet aluminium, de raamdorpels in blauwe hardsteen. De hanggoten en regenwaterafvoeren worden voorzien in zwarte zink. Gelet op de verscheidenheid in het straatbeeld kunnen de gevelmaterialen aanvaard worden. Bovendien zijn deze materialen in overeenstemming met de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Het voorgestelde terreinprofiel op de plannen wordt aanvaard. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, gezien de aanvraag in overeenstemming is met de voorschriften van de geldende verkaveling en de plannen werden aangepast aan de opmerkingen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002.
- Verkavelingsvergunning nr. 192A/137/0857, goedgekeurd op 22 mei 2006. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 65 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie A nr. 495N = kavel 2 uit verkaveling nr. 192A/137/0857, gelegen Olenseweg 233/1 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle voorschriften en voorwaarden gesteld door het college, in zitting van 22 mei 2006, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 192A/137/0857 2) de algemene voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 10/02/2015 met kenmerk 114/B/BAV/2015/466 3) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 4) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 5) verplicht een infiltratievoorziening plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 6) de werken uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen van 28/12/2014 plannen 1/6 tot en met 6/6 7) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van
65
persoonlijke gegevens verwijderd
toepassing). 031
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: August Cannaertsstraat 82 (2014/158) 66.
Inleiding Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager67 heeft op 12 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor de herstelling van een woning na brand, op het perceel sectie E, nr. 69X, gelegen August Cannaertsstraat 82 in 2260 Westerlo. - Voor het betrokken perceel is geen stedenbouwkundige vergunning bekend. Volgens de beschikbare kadastrale gegevens werd de bestaande woning opgebouwd tussen 1919 en 1930, dus van vóór de stedenbouwwet (1962). De bestaande woning wordt bijgevolg vergund geacht. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 10 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt en eveneens paraagrarische bedrijven. - De aanvraag is gelegen langs de August Cannaertsstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. Voor deze weg is een gemeentelijk rooilijnplan August Cannaertsstraat, Heultjedorp, Gravin de Merodedreef, Hoog Heultje (d.d. 24/09/1959). - Het aanvraagperceel is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgevoelig gebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 2 februari 2015 tot en met 3 maart 2015 omwille van herstellingswerken aan een zonevreemde woning. Er werden geen opmerkingen noch bezwaren ontvangen. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie
66 67
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
-
-
-
-
-
-
-
De voorliggende aanvraag betreft het herstellen van een eengezinswoning in agrarisch gebied waarvan de verdieping vorig jaar afbrandde. De verdieping evenals de dakstructuur wordt hersteld naar de oorspronkelijke toestand. Het volume van de woning (628m³) wordt niet gewijzigd t.o.v. de toestand voor de brand. De bestaande woning staat ingeplant langsheen de August Cannaertsstraat, op de linker perceelsgrens en op 3,89m van de rechter perceelsgrens. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet onder hoofdstuk IV – afdeling 2 in een aantal basisrechten ten aanzien van bestaande zonevreemde woningen, namelijk: o Art. 4.4.12. In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. o Art. 4.4.13. §1. De vigerende bestemmingsvoorschriften vormen op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde woning op dezelfde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. lndien het bestaande bouwvolume meer dan 1.000m³ bedraagt, is het maximale volume van de herbouwde woning beperkt tot 1.000m³. §2. Voor de toepassing van §1, eerste lid, is sprake van een herbouw op dezelfde plaats indien de nieuwe woning ten minste drie kwart van de bestaande woonoppervlakte overlapt. De bestaande woonoppervlakte sluit zowel de oppervlakte van het hoofdgebouw in als deze van de fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw. De voorliggende aanvraag voorziet in het uitvoeren van herstellingswerken aan een bestaande zonevreemde woning zonder uitbreiding. De resten van de afgebrande bovenverdieping worden eerst gesloopt en vervolgens wordt een nieuw houten zadeldak binnen hetzelfde volume geconstrueerd. Hierbij wordt het dak grondig geïsoleerd zodat dit aan de huidige normen voldoet. De verdiepingsvloer is eveneens zo sterk beschadigd dat deze zal vernieuwd worden. De bestemming eengezinswoning blijft behouden evenals het volume van 628m³ dat dus onder de maximum norm van 1.000m³ blijft. Op deze manier is de aanvraag in overeenstemming met de basisrechten voor zonevreemde woningen. De bestaande woning bestaat uit een hoofdvolume van 8,95m diep bestaande uit anderhalve bouwlaag en een zadeldak dwars op de voorliggende weg. De kroonlijsthoogte bedraagt 4,47m en de nokhoogte 7,19m. De achterliggende aanbouw met keuken, badkamer en garage bestaat uit een bouwlaag en een flauw hellend dak. Hier wordt niets aan gewijzigd zodat de totale bouwdiepte 20,88m blijft behouden. De gevels van de woning zijn opgericht in een roodgenuanceerde gevelsteen en het hellend dak wordt afgewerkt met natuurrode dakpannen. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Gelet op het feit dat de voorliggende aanvraag louter herstellingswerken van een bestaand volume betreft, is de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater niet van toepassing. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke
draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid In de onmiddellijke omgeving staan eengezinswoningen alsook bedrijfsgebouwen. De woning links van het aanvraagperceel werd eveneens opgericht in agrarisch gebied tussen 1919 en 1930. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De te herstellen woning bestaat uit anderhalve bouwlaag afgedekt met een hellend dak. De omgeving bestaat uit eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen, afgewerkt met hellende daken. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende groot. Buiten de woning en de verharding wordt het perceel ingericht als tuin. o Visueel-vormelijke elementen De voorliggende aanvraag voorziet in de herstelling van een bestaande woning naar de oorspronkelijke toestand. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming kan gebracht worden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond
- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Gemeentelijk rooilijnplan August Cannaertsstraat, Heultjedorp, Gravin de Merodedreef, Hoog Heultje (d.d. 24/09/1959). - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging en latere wijzigingen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 68 voor de herstelling van een woning na brand, op het perceel sectie E, nr. 69X, gelegen August Cannaertsstraat 82 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 2) de woning uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen 1/3 t.e.m. 3/3 d.d. 17 juli 2014 3) het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te behouden 4) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing).
68
persoonlijke gegevens verwijderd
032
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Zwarte Braak 5 (2015/005) 69.
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers70 hebben op 13 januari 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie B(Tlo) nr. 67f/dl + 69a/dl = kavel 2 uit verkaveling 323TLO, gelegen Zwarte Braak 5 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 13 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag maakt als kavel 2 deel uit van de niet-vervallen verkaveling nr. 323TLO, goedgekeurd op 11 augustus 2014. De verkaveling voorziet in één kavel voor een vrijstaande eengezinswoning. - De aanvraag is gelegen in Zwarte Braak, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een klinkerverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met inpandige autobergplaats. - De woning wordt conform de geldende verkaveling ingeplant op 12m uit de as van de voorliggende weg en op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen.
69 70
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
-
-
-
-
De ontworpen woning heeft een klassieke vormgeving met een L-vorm waarbij de bouwdiepte aan de linkergevel 13,30m en aan de rechtergevel 7,80m bedraagt. De woning bestaat uit twee bouwlagen en een hellend dak. De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume bedraagt 5,28m ter hoogte van de autobergplaats en verhoogt tot maximum 6m aan de achteruitspringende voorgevel. De aanbouw achteraan wordt haaks voorzien op het hoofdvolume en heeft een kroonlijsthoogte van 4m. De nokhoogte van het hoofdvolume bedraagt 10,75m en voor het bijvolume 8,03m. De woning wordt deels voorzien van een kelder en een kruipkelder. Het gelijkvloers voorziet in een inkomhal met wc en trap naar de verdieping, een eethoek - zitplaats, een keuken met ontbijthoek, een wasplaats en een autobergplaats. Op de verdieping worden 3 slaapkamers voorzien waarvan één met dressing, een toilet, een nachthal, een vide en een badkamer. Daarnaast wordt er voorzien in een vaste trap naar de onafgewerkte zolder. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De aanvrager voorziet in een hemelwaterput van 10.000 liter, terwijl een hemelwaterput van 5.000 liter verplicht is. Hergebruik van het hemelwater zal gebeuren via de toiletten, wasmachine, uitgietbak en buitenkraan. Op basis van dit groter nuttig hergebruik kan een afwijking toegestaan worden. De aanvrager plaatst een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.000 liter met een oppervlakte van 5,98m². De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit overwegend vrijstaande eengezinswoningen en enkele gekoppelde eengezinswoningen. De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft nagenoeg geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat overwegend uit vrijstaande eengezinswoningen bestaande uit eenen twee bouwlagen afgedekt met een zadeldak. Gelet op het voorgestelde bouwvolume van twee bouwlagen en een hellend dak kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabariet betreft niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. Buiten de bebouwing wordt een terras en een oprit naar de inpandige autobergplaats voorzien. Voor het overige krijgt het perceel een groen karakter. o Visueel-vormelijke elementen
De woning voorziet in twee bouwlagen en een hellend dak. De gevels worden uitgevoerd in een paepesteen. Het dak van het hoofdvolume wordt bekleed met blauw gesmoorde dakpannen en het dak van het achtergelegen volume wordt bekleed met leien. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium. De dorpels worden voorzien in arduin en de regenwaterafvoeren in zink. Gelet op de verscheidenheid in het straatbeeld kunnen de gevelmaterialen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Het voorgestelde terreinprofiel op de plannen wordt aanvaard. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits het naleven van de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 323TLO, goedgekeurd op 11 augustus 2014. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
- Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 71 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning, op het perceel sectie B(Tlo) nr. 67f/dl + 69a/dl = kavel 2 uit verkaveling 323TLO, gelegen Zwarte Braak 5 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het college, in zitting van 11 augustus 2014, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 323TLO 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal aansluiten op het rioolwaterzuiveringsstation 4) verplicht een hemelwaterput en infiltratievoorziening plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 5) de woning uitvoeren zoals voorzien op het bouwplan van 8 januari 2015. 6) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 033
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Kempische Ardennen 8 (2015/006). 72
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek.
71 72
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
Voorgeschiedenis - De aanvrager73 heeft op 22 januari 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het plaatsen van een prefab sanitaire cel, prefab bureel en gastank, op het perceel sectie D nr. 770f/deel en 773p5, gelegen Kempische Ardennen 8 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 februari 2015. - De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. - Het perceel maakt deel uit van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Openluchtrecreatieve terreinen "T Heultje/Hof Van Eeden" goedgekeurd bij ministerieel besluit van 10 april 2013, meer bepaald in de zone: Artikel 1 "zone voor openluchtrecreatieve terreinen met gemeenschappelijke voorzieningen". - Artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg vervangen, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt. - De aanvraag is gelegen op het terrein van de Camping Hof Van Eeden. Door het terrein loopt de weg Kempische Ardennen, een private weg met een openbaar karakter en een fietspad. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. - De camping Hof Van Eeden betreft een vergunde inrichting, er zijn reeds meerdere stedenbouwkundige vergunningen verleend in functie van het uitbaten van het kampeerterrein. De meest recente vergunning werd verleend op 7 oktober 2013, dit voor het bouwen van een prefab sanitaire unit, een prefab hoogspanningscabine en een bovengrondse gastank van 1000 liter. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Bij het uitvoeren van de watertoets werd aanbevolen om advies te vragen aan de gemeente Hulshout met betrekking tot het begroten van het effect van het gewijzigde overstromingsregime. De gemeente Hulshout heeft op 27 februari 2015 telefonisch laten weten dat zij geen advies zullen uitbrengen in voorliggende aanvraag. Argumentatie - De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een prefab sanitaire cel, een prefab bureel en een gastank. - Het prefab bureel wordt ingeplant op 3 m uit het fietspad en op ca. 50 m uit de weg Kempische Ardennen, met de voorgevel gericht naar het fietspad. Het bureel heeft een oppervlakte van 24,78 m² (3,96 m x 6,26 m). De bouwhoogte bedraagt 3 m. Het prefab bureel wordt opgericht op een prefab gewapende betonplaten. In de voorschriften van het geldende provinciaal uitvoeringsplan staat vermeld dat in de zone 1 alle gebouwen en
73
persoonlijke gegevens verwijderd
-
-
-
-
constructies, uitgezonderd toegangspoorten en hekwerk, moeten opgericht worden op ten minste 10 m uit de grens van deze bestemmingszone. De grens van de bestemmingszone ligt achter het voorliggende fietspad, wat op schaal gemeten een breedte heeft van ca. 5 m. Het prefab bureel dient zodoende op 5 m achter het fietspad ingeplant worden in plaats van de voorgestelde 3 m. Verder op het fietspad, ten oosten van het prefab bureel, wordt een sanitaire blok opgericht, dit op 10 m afstand uit het fietspad. De sanitaire blok wordt met de voorgevel naar het fietspad gericht. De sanitaire blok heeft een oppervlakte van 112,35 m² (10,68 m x 10,52 m). Het sanitair paviljoen bestaat uit 2 afzonderlijke sanitaire blokken met daartussen een overdekking van 4,20 m breed. De sanitaire blokken voorzien in een wasruimte, een technische ruimte en toiletten, afzonderlijk voor dames en heren. Onder de overdekking vooraan de beide sanitaire blokken, is er een ruimte voorzien om de vaatwas te doen. Achteraan het gebouw is er een voorziening voor het uitstorten van de portable wc + buitenkraan. Het sanitair paviljoen wordt opgericht op prefab gewapende betonplaten. Op 10 m uit de achtergevel van het sanitair paviljoen wordt een gastank geplaatst. Deze gastank heeft een inhoud van 1.000 liter. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is van toepassing op voorliggende aanvraag omwille van de oppervlakte van het sanitair paviljoen. Op de bouwplannen staat een regenwaterput met pompinstallatie ingetekend, er staat echter geen inhoud vermeld. Om te voldoen aan de gewestelijke verordening dient de regenwaterput een inhoud te hebben van 6.000 liter. De overloop van de hemelwaterput loopt uit in de bestaande vijver. De voorliggende aanvraag voldoet aan de gewestelijke verordening. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De prefab sanitaire cel, een prefab bureel en een gastank worden opgericht in de zone openluchtrecreatieve terreinen met gemeenschappelijke voorzieningen van het geldende provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Het oprichten van gebouwen en constructies is er toegestaan voor zover deze ten dienste zijn van de plaatsen voor openluchtrecreatieve verblijven. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met het ter plaatse geldende ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De op te richten gebouwen zijn beperkt in oppervlakte en worden opgericht in harmonie met de omgeving. Gelet op de maximale bouwhoogte van 2,74 m voor het sanitair paviljoen en 3 m voor de receptie-unit, kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabariet betreft niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De gebouwen worden, mits het verplaatsen van het prefab bureel, opgericht op voldoende afstanden van de grenzen van de bestemmingzones. De oppervlakte en het volume van de gebouwen staan in relatie tot het terrein. De niet-bebouwde en onverharde delen binnen de bestemmingszone dienen op kwalitatieve wijze ingericht te worden met groenaanleg onder de vorm van graspartijen en laag- en hoogstammige beplanting. o Visueel-vormelijke elementen De buitenwanden van de constructies worden voorzien in een Canexel (zwart), een gevelkleding op basis van geperste houtvezels. De platte daken worden afgedekt met epdm en afgewerkt met een lichtgrijze dakrand. De deuren worden uitgevoerd in een lichtgrijze kleur (poly). o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Het voorgestelde terreinprofiel op de plannen wordt aanvaard. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits het inplanten van het prefab bureel op 5 m uit fietspad in plaats van de voorgestelde 3 m. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - PRUP openluchtrecreatieve terreinen "T Heultje/Hof Van Eden", goedgekeurd bij ministerieel besluit van 10 april 2013. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 10 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 74 voor het plaatsen van een prefab sanitaire cel, prefab bureel en gastank, op het perceel sectie D nr. 770f/deel en 773p5, gelegen Kempische Ardennen 8 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) het prefab bureel inplanten op 5 m uit het fietspad in plaats van de voorgestelde 3 m 2) voor het overige de werken uitvoeren zoals voorzien op het plan van 19-12015 3) verplicht een hemelwaterput en infiltratievoorziening plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 4) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 034
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: bvba Julam: Gevaertlaan 140 (2015/004) 75.
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag
74 75
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - bvba Julam: Gevaertlaan 140 in 2260 Westerlo, heeft op 13 januari 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = poolhouse bij een bestaande woning met zwembad, op het perceel sectie D, nr. 2H2 (= lot 8A uit verkaveling 235D/137/100(3), gelegen Gevaertlaan 140 in 2260 Westerlo. - Voor het betrokken perceel werd op 16 februari 2004 een verkavelingswijziging verleend voor kavel 8a uit verkaveling nr. 235D/137/100(3). Op 5 maart 2007 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een eengezinswoning en zwembad. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 4 februari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde nietvervallen verkaveling met nr. 32D/137/100, goedgekeurd op 3 juli 1973. Deze verkaveling werd gewijzigd voor het betrokken perceel met nr. 235D/137/100(3) op 16 februari 2004. - De aanvraag is gelegen langs de Gevaertlaan, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een poolhouse met sauna, douche, omkleedruimte en relaxruimte. Dit bijgebouw staat op +/-19m uit de achtergevelbouwlijn van de bestaande woning, op de linker perceelsgrens, op 12m van de rechter perceelsgrens en op +/-4,50m uit de achterste perceelsgrens. Dit poolhouse heeft een oppervlakte van 60,9m² (+/-5,64m op 11,30m) en heeft een kroonlijsthoogte van 3m met een plat dak. Het bijgebouw zal worden opgetrokken in een moderne vormgeving met een lichte sierpleister zoals de bestaande eengezinswoning. - De verkavelingsvoorschriften laten in de achtertuin (op minimum 10m uit de achtergevelbouwlijn) bergplaatsen en hokken toe met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 10% van de perceelsoppervlakte. Deze bijgebouwen dienen ofwel op de perceelsgrens, ofwel op 3m afstand van de perceelsgrens ingeplant te worden. Op de perceelsgrens bedraagt de maximale kroonlijst 3m en dient het bijgebouw afgewerkt te
-
-
-
worden met een plat dak. De gevels dienen afgewerkt te worden in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur. De aanvraag is in overeenstemming met de geldende verkavelingsvoorschriften. De voorliggende aanvraag heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De aanvrager voorziet in een infiltratievoorziening van 1600 liter met een oppervlakte van 2,5m². Op deze manier is de aanvraag in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen met bijgebouwen in de tuinzone. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de geldende verkavelingsvoorschriften. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen. De voorliggende aanvraag voorziet in de bouw van een bijgebouw in de achtertuin bestaande uit een bouwlaag en een plat dak. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de geldende verkavelingsvoorschriften. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. In functie van de toegang tot het bijgebouw zal er bijkomende verharding aangelegd worden. Er kan van uit gegaan worden dat buiten de bouwstrook en de verharding het perceel een groen karakter behoudt. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de geldende verkavelingsvoorschriften. o Visueel-vormelijke elementen Het bijgebouw zal worden opgetrokken in een moderne vormgeving met een lichte sierpleister zoals de bestaande eengezinswoning. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de geldende verkavelingsvoorschriften. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg.
-
o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 9 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkaveling nr. met nr. 235D/137/100(3). - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten. actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning aan bvba Julam:
Artikel 2
035
Gevaertlaan 140 in 2260 Westerlo, voor het bouwen van een nieuwbouw = poolhouse bij een bestaande woning met zwembad, op het perceel sectie D, nr. 2H2 (= lot 8A uit verkaveling 235D/137/100(3)), gelegen Gevaertlaan 140 in 2260 Westerlo. De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de verkavelingsvoorschriften gesteld door het schepencollege in zitting van 16 februari 2004 bij aflevering van verkavelingsvergunning nr. 235D/137/100(03) 2) een infiltratievoorziening plaatsen in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013 3) het bijgebouw uitvoeren zoals voorzien op het bouwplan 1/1 d.d. 12/01/2015 4) de stedenbouwkundige vergunning geschorst blijft tot de milieuvergunning wordt verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan.
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Brugstraat 35 (2014/552). 76
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers77 hebben op 10 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = tuinhuis en zwemvijver, op het perceel sectie A(Oevel) nr. 377H = kavel 1 uit verkaveling nr. 80Oevel/137/727, gelegen Brugstraat 35 in 2260 Westerlo. - Op 24 oktober 2005 werd er een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een eengezinswoning. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 9 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 8 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen
76 77
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
-
echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan. Het perceel van de aanvraag maakt als kavel 1 deel uit van de niet-vervallen verkaveling nr. 80Oevel/137/727. De bestemming van de verkaveling is vrijstaande eengezinswoningen. De verkavelingsvoorschriften primeren op de voorschriften van het gewestplan. De aanvraag is gelegen langs de Brugstraat, een voldoende uitgeruste weg, die voorzien is van een asfaltverharding. De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied.
Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 29 januari 2015 tot en met 27 februari 2015 in functie van de afwijking van de gevelmaterialen en de inplanting van het tuinhuis. Er werden geen bezwaren noch opmerkingen ontvangen. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een houten tuinhuis (24,5 m²) en het aanleggen van een zwemvijver (46,8 m²) met filtergedeelte (15,6 m²) en bijhorend terras. Het tuinhuis heeft een breedte van 7m en een diepte van 3,5m, waarvan het rechterdeel met een breedte van 3,50m bestemd wordt als overdekt terras. Het tuinhuis met overdekt terras bestaat uit een houten gebinte dat geplaatst wordt op een vloerplaat van gewapend beton. De achtergevel, linkergevel en een deel van de voorgevel wordt bekleed met geïmpregneerde eiken beplanking. Het dak wordt afgewerkt met dakpannen zoals deze van de woning. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,10m en de nok is gelegen op 3,80m. Het tuinhuis wordt met de linker achterhoek ingeplant tot op 1 m van de perceelsgrens en met de achtergevel tot op 3,20 m van de achterste perceelsgrens. - Volgens de verkavelingsvoorschriften moeten bijgebouwen worden ingeplant tot op minimum 3m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens binnen de strook voor bijgebouwen. De gevels dienen afgewerkt te worden in gevelsteen, natuursteen of baksteen geverfd in een lichte kleur. De aanvrager wenst een houten tuinhuis te bouwen dat met de linker achterhoek tot op 1 m van de perceelsgrens wordt ingeplant. Conform artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vraagt de aanvrager een afwijking op de verkavelingsvoorschriften voor de inplanting en de gevelmaterialen. Omwille van de trapeziumvorm van het bouwperceel en de akkoordverklaringen van de aanpalende eigenaars kan de gevraagde afwijking op de verkavelingsvoorschriften voor de inplanting en de gevelmaterialen conform artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening toegestaan worden. De voorliggende aanvraag is op deze manier in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. - De aanvrager wenst voor het tuinhuis een zwemvijver aan te leggen met een totale oppervlakte van 62,40 m². Het gaat om een natuurlijk gezuiverde zwemvijver met een oppervlakte van 46,80 m² voor het zwemgedeelte en 15,60 m² voor het filtergedeelte. De vijver zal gerealiseerd worden door het metsen van een rechthoekige kuip die zal bedekt worden met een EPDM vijverfolie. De circulatie in de vijver zal voorzien worden door een pomp, die in de pompput naast de zuiveringszone wordt voorzien. De zuiveringszone wordt gevuld met lava puimsteen, die aangeplant wordt met zuiveringsplanten. De zwemvijver heeft een diepte van 1,80m. De vijverconstructie zal niet boven het maaiveld uitkomen. De randen van de zwemvijver worden afgewerkt met een arduinen boordsteen. De zwemvijver geeft uit op een terras in kleiklinkers en verder op het overdekt terras. Het voorliggende bouwproject
-
-
heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De oppervlakte van het tuinhuis bedraagt 24,8 m² en is niet onderworpen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De afwatering van het hemelwater op de verhardingen kan gebeuren op eigen terrein. Er is dus voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit vrijstaande eengezinswoningen. De aanvraag voorziet in het bouwen van een tuinhuis en aanleggen van een zwemvijver op een huiskavel. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde gewestplan en de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning mits de toegestane afwijking. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal Het tuinhuis heeft een kroonlijsthoogte van 2,10m en een nokhoogte van 3,80m. De oppervlakte bedraagt 24,80 m². De vijverconstructie komt niet boven het maaiveld uit. De oppervlakte is gering ten aanzien van de oppervlakte van de huiskavel. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte blijft in evenwicht en is niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstand van de zwemvijver tot de woning en de zijdelingse perceelsgrenzen blijven voldoende groot. Het tuinhuis wordt ingeplant tot op 1m van de zijdelingse perceelsgrens met de linker achterhoek en tot op 3,20m van de achterste perceelsgrens. Gelet op de toegestane afwijking is deze inplanting aanvaardbaar. Het tuinhuis en de zwemvijver zijn eerder beperkte constructies zodat er kan gesteld worden dat het groen karakter van het perceel voldoende behouden blijft. o Visueel-vormelijke elementen Het tuinhuis bestaat uit een houten gebinte dat bekleed wordt met een houten gevelbeplanking en afgewerkt wordt met een hellend dak dat voorzien wordt van pannen zoals deze van de woning. De zwemvijver betreft een gemetste rechthoekige kuip welke niet boven het maaiveld uitkomt, een vormgeving die past bij de bestaande woning. De randen van de zwemvijver worden omgeven met een arduinen rand en een terras in kleiklinkers. De zwemvijver wordt natuurlijk gezuiverd door middel van de naastgelegen plantenzone. o Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. De vijverconstuctie komt niet boven het maaiveld uit. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar gunstig, mits naleving van de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het schepencollege neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 9 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (VCRO) - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 80Oevel/137/727, goedgekeurd door het schepencollege op 5 augustus 1996. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013: gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluiten van 29 mei 2009 en 16 juli 2010 (artikel 1/1.3°b + 4°.f). - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging. (en latere wijzigingen) - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 9 maart 2015. BESLUIT
Artikel 1
Artikel 2
036
Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 78 Brugstraat 35 in 2260 Westerlo voor het bouwen van een nieuwbouw = tuinhuis en zwemvijver, op het perceel sectie A(Oevel) nr. 377H = kavel 1 uit verkaveling nr. 80Oevel/137/727, gelegen Brugstraat 35 in 2260 Westerlo. De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle andere stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het schepencollege, in zitting van 5 augustus 1996, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 80Oevel/137/727 2) het tuinhuis en de zwemvijver met aanhorigheden inplanten zoals voorzien op het bouwplan 3) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Arthur Sterckxstraat 26 (2014/553) 79.
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager80 heeft op 30 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het wijzigen van de voorgevel door het dichtmetsen van een raam + het vernieuwen van het dak van een bestaande woning, op het perceel sectie B, nr. 281D4, gelegen Arthur Sterckxstraat 26 in 2260 Westerlo. - De bestaande woning dateert volgens de beschikbare kadastergegevens van 1953. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 4 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 29 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
78
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 80 persoonlijke gegevens verwijderd 79
- Het perceel van de aanvraag is binnen de contouren van het bijzonder plan van aanleg 'Gendarmepad' (goedgekeurd bij ministerieel besluit van 24 mei 1984) gelegen. - De aanvraag is gelegen langsheen de Arthur Sterckxstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het wijzigen van de voorgevel door het dichtmetsen van een raam, alsook in het vernieuwen van het dak van een bestaande woning. Het huidige dak wordt vervangen (onderdak, dampscherm, nieuwe pannen, nieuwe zinkwerk en waterafvoer) met behoud van het huidige dakgebinte - De aanvraag is niet strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Gendarmepad'. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. - De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing op voorliggende aanvraag. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat een MER-screeningsnota vereist is. Rekening houdend met de kenmerken van het project en de omgeving blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande vrijstaande eengezinswoning. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De voorliggende aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit. o Schaal De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van de voorgevel en het dak van een bestaande open eengezinswoning. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De verharding blijft beperkt tot de opritten, tuinpaden en terras. o Visueel-vormelijke elementen De voorgevel van de bestaande vrijstaande woning, een bouwlaag onder een zadeldak, wordt terug in het wit geverfd zoals de huidige gevels. Het zadeldak wordt terug afgewerkt met zwarte dakpannen. Bijgevolg kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag zal passen in het straatbeeld. o Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf Het bodemreliëf blijft ongewijzigd. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 4 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Ministerieel besluit van 24 mei 1984 houdende de goedkeuring van het bijzonder plan van aanleg 'Gendarmepad'. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluiten van 29 mei 2009 en 16 juli 2010 (artikel 1/1.2° + 2°b). - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 4 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen
actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten
Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten 2015000193 Stedenbouwkundige aanvraag Geen extra kosten Geen
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 81 voor het wijzigen van de voorgevel door het dichtmetsen van een raam + het vernieuwen van het dak van een bestaande woning, op het perceel sectie B, nr. 281D4, gelegen Arthur Sterckxstraat 26 in 2260 Westerlo. 037
Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Molenstraat 66 (2015/500) 82.
Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers83 hebben op 5 januari 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het slopen van een woning, op het perceel sectie D, nr. 942N3, gelegen Molenstraat 66 in 2260 Westerlo. - De bestaande woning dateert volgens de beschikbare kadastergegevens van 1940. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 4 maart 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 29 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een goedgekeurde nietvervallen verkaveling, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.
81
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 83 persoonlijke gegevens verwijderd 82
- De aanvraag is gelegen langsheen de Molenstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het slopen van een vrijstaande eengezinswoning. - De grondoppervlakte van bestaande woning is groter dan 100 m² (+/-210m²). De langgevelhoeve dateert volgens de beschikbare kadastrale gegevens van 1940. - De voorliggende aanvraag heeft louter betrekking op het slopen. Het aanvraagperceel ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect is. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. - De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing op voorliggende aanvraag. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat een MER-screeningsnota vereist is. Rekening houdend met de kenmerken van het project en de omgeving blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De aanvraag heeft betrekking op het slopen van een bestaande vrijstaande eengezinswoning. De voorliggende aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De voorliggende aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit. o Schaal Niet van toepassing. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Niet van toepassing. o Visueel-vormelijke elementen Niet van toepassing. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf Het bodemreliëf blijft ongewijzigd.
o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 4 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluiten van 29 mei 2009 en 16 juli 2010 (artikel 1/1.11°). - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 4 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT
Artikel 1
Artikel 2
038
Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 84 voor het slopen van een woning, op het perceel sectie D, nr. 942N3, gelegen Molenstraat 66 in 2260 Westerlo. De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle afbraakmaterialen van het terrein verwijderen inclusief de funderingen 2) alle aansluitingen van de nutsleidingen door de respectievelijke maatschappijen laten wegnemen en het attest van wegname bezorgen aan de gemeente vóór de aanvang van de werken 3) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). Secretariaat. Gemeenteraad. Dagorde 23 maart 2015 opgemaakt door de voorzitter van de gemeenteraad. Kennisname.
Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen heeft haar voorstel van agendapunten voor de eerstvolgende gemeenteraad vorige week overgemaakt aan de voorzitter van de gemeenteraad. De heer Patrick Vanschoubroek, voorzitter van de gemeenteraad, heeft de dagorde opgesteld voor de gemeenteraad van 23 maart 2015. Feiten en context Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad opgemaakt in zitting van 22 april 2013 vergadert de gemeenteraad ten minste tienmaal per jaar en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Wedden en vergoedingen mandatarissen actienummer 2015000010 omschrijving project Gemeenteraad raming kosten Zitpenningen in functie van de aanwezigheden raming opbrengsten NVT Juridische grond Artikel 20 van het gemeentedecreet van 29 juni 2012, gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, dat bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad beslist tot de bijeenroeping van de gemeenteraad en dat hij de dagorde op stelt. Artikel 57 § 1 van het gemeentedecreet van 29 juni 2012, gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de beraadslagingen voor de gemeenteraad voorbereidt.
84
persoonlijke gegevens verwijderd
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de dagorde van de gemeenteraad op 23 maart 2015 opgemaakt door de voorzitter van de gemeenteraad. openbare zitting 001
Secretariaat. Notulen. Goedkeuring verslag 23 februari 2015.
002
Financiën. Goedkeuring aanpassing structuur financieringsprojecten IKA en deelname aan de herfinancieringstransactie. Samenvatting Om in te spelen op de lage rentes voor financieringen stelt IKA voor om een nieuw programma op te starten dat de bestaande financieringen op korte termijn (commercial paper op 3 maanden) omzet in een financiering op langere termijn. Om dit te realiseren is een aanpassing van het huishoudelijk reglement nodig. De participerende gemeenten krijgen meteen ook de kans om hun kortlopende financieringen om te zetten in langlopende financieringen bij de eerstvolgende oproep die IKA zal lanceren.
003
Financiën. Retributiereglement voor het vervoer met de gemeentelijke ambulancedienst voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019. Intrekking raadsbesluit van 16 december 2013. Samenvatting Overgang op 1 januari 2015 van de gemeentelijke brandweerorganisatie Westerlo naar de zelfstandige juridische organisatie Hulpverleningszone 5 - Kempen.
004
Financiën. Retributiereglement voor terugvordering brandweerinterventies voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019. Intrekking raadsbesluit van 31 maart 2014. Samenvatting Overgang op 1 januari 2015 van de gemeentelijke brandweerorganisatie Westerlo naar de zelfstandige juridische organisatie Hulpverleningszone 5 - Kempen.
005
Wonen. Kempens Woonplatform. Verdere deelname: beslissing. Samenvatting Het Kempens Woonplatform werd opgericht om ondersteuning te bieden aan 25 Kempense gemeenten bij hun woonbeleid. De gemeente Westerlo neemt deel aan het Kempens Woonplatform. Na een periode van telkens drie jaar moet beslist worden over de verdere deelname aan het Kempens Woonplatform en moet een facultatieve activiteit gekozen worden.
006
Personeel. Goedkeuring wijziging personeelsformatie en organogram. Samenvatting De Vlaamse regering besliste dat het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen (gesco's) afgeschaft wordt en dat de gesco's bij lokale besturen geregulariseerd moeten worden vanaf 1 april 2015. Alle huidige gesco's kunnen in dienst blijven als gewone contractuelen. Deze betrekkingen moet dus ook opgenomen worden in de personeelsformatie en het organogram. De gemeenteraad wijzigt de personeelsformatie en het organogram en stelt ze opnieuw vast.
007
Patrimonium. Kosteloze grondverwerving. Aanvaarding van een strook grond in Duivengracht. Samenvatting Naar aanleiding van een verkavelingsvergunning, dient er een strook grond te worden afgestaan in
Duivengracht, gekadastreerd sectie E, eerste afdeling Westerlo, deel van perceelnummer 276S, met een totale oppervlakte van 44ca. De grond wordt opgenomen in het openbaar domein.
008
Patrimonium. Gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 86 in de Kruisstraat. Voorlopige beraadslaging en voorlopige vaststelling rooilijnplan. Samenvatting Op vraag van de aanpalende eigenaars, Alexander Beylemans en Agnes Van Mellaerts, wordt de nieuwe procedure met betrekking tot de gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 86 in de Kruisstraat opgestart.
009
Mobiliteit. Politiereglementen. Goedkeuring invoering of wijziging bepaalde verkeersmaatregelen in een aantal straten - uitbreiding blauwe zone Westerlocentrum. Samenvatting Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 februari 2015 om de huidige blauwe zone in het centrum van Westerlo uit te breiden met een aantal straten of straatgedeelten. Als gevolg hiervan moet het gecoördineerd politiereglement over de gemeentewegen aangepast worden.
010
Personeel. Aanwerving bestuurssecretaris personeel (personeelsverantwoordelijke) (A1a-A3a). Openverklaring. Bepaling technieken en timing selectieprocedure. Samenvatting De gemeenteraad is aanstellende overheid voor de decretale graden en de leden van het managementteam. De gemeenteraad verklaart deze betrekkingen open en stelt de concrete selectieprocedure vast.
011
Overheidsopdrachten. Aanstellen van een bedrijfsrevisor voor het AGB Westerlo. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunning. Samenvatting Voor het autonoom gemeentebedrijf Westerlo 'AGB Westerlo' moet de gemeente verplicht een revisor aanstellen om de rekeningen te controleren. De gemeenteraad is hiervoor bevoegd. De gunning van de opdracht zal geschieden overeenkomstig de Overheidsopdrachtenwet 2006 en haar uitvoeringsbesluiten. De bedrijfsrevisor wordt benoemd voor een termijn van drie jaar. De bezoldiging van de commissaris, lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren, bestaat in een vast bedrag, dat bij aanvang van zijn opdracht wordt vastgesteld. Deze wordt geraamd op 1.500 à 3.000 euro per jaar.
039
Secretariaat. Pidpa. Buitengewone Algemene Vergadering van 15 juni 2015 - Statutenwijziging.
Voorgeschiedenis - schrijven van Pidpa van 24 februari 2015 over de algemene vergadering van 15 juni 2015 statutenwijziging Feiten en context De gemeente is deelnemer van de opdrachthoudende vereniging Pidpa. De Algemene Vergadering van Pidpa zal plaats hebben op maandag 15 juni 2015. Er werd een voorstel van statutenwijziging overgemaakt aan het gemeentebestuur op 27 februari 2015 conform artikel 39 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking.
Pidpa vraagt de statutenwijziging op de gemeenteraad te behandelen in de maand mei of ten laatste begin juni 2015. De Raad van Bestuur van Pidpa stelt op 27 april 2015 de definitieve agenda vast van de Algemene vergadering van 15 juni 2015. De stukken van de Algemene Vergadering van 15 juni 2015 worden ons na 27 april 2015 bezorgd. Het is opportuun om de definitieve vaststelling van de agenda van 15 juni 2015 van de Algemene Vergadering van Pidpa af te wachten vooraleer het punt van de statutenwijziging te agenderen op de gemeenteraad. Zodoende kunnen al de agendapunten van de vergadering van 15 juni 2015 besproken worden en niet enkel de statutenwijziging. Juridische grond - decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, laatst gewijzigd bij decreet van 18 januari 2013 - gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verbeteren interne organisatie actie samenwerkingsverbanden actienummer 2015140043 omschrijving project Opvolgen van de diverse participaties van de gemeente. raming kosten Niet van toepassing raming opbrengsten Niet van toepassing BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van statutenwijziging van Pidpa. Artikel 2 De bespreking van de agenda, incl. statutenwijziging, van de Buitengewone algemene Vergadering van Pidpa op 15 juni 2015 zal op de gemeenteraad van mei 2015 worden geagendeerd. 040
Secretariaat. Publiceren agenda zoneraad en lijst beslissingen zonecollege en zoneraad van brandweerzone Kempen. Instemming.
Voorgeschiedenis • e-mail van 10 maart 2015 van de brandweerzone Kempen i.v.m. publiceren agenda zoneraad en beslissingen zonecollege en zoneraad Feiten en context De agenda's van de zoneraad en de lijst van de beslissingen van het zonecollege en de zoneraad dienen, volgens de regelgeving, o.a. aan de gemeentehuizen te worden opgehangen. Om dit administratief te vereenvoudingen stelt het zonecollege volgende procedure voor: • uithangen van standaardbrief • verwijzen op de website van Westerlo naar hun website: www.brandweerzonekempen.be. Hier zullen de documenten dan raadpleegbaar zijn. Indien de gemeente hiermee instemt betekent dit dat wij vanaf 1 april 2015 geen mails meer ontvangen met de vraag om bepaalde documenten op te hangen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verbeteren interne organisatie
actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten
beheer beleidsorganen 201500001 agenda's en lijst van beslissingen brandweerzone kempen bekendmaking / /
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de voorgestelde werkwijze van de brandweerzone Kempen i.v.m. de bekendmaking van de agenda's van de zoneraad en de lijst van de beslissingen van het zonecollege en de zoneraad in zoverre dit overeenstemt met de wettelijke bepalingen. Opdrachten secretariaat hangt de standaardbrief op in het bekendmakingskastje aan het gemeentehuis. communicatie op onze website verwijzen naar de website van de brandweerzone met de melding dat daar de desbetreffende documenten raadpleegbaar zijn. 041
Overheidsopdrachten. Onderhoudscontract lift gemeentehuis. Stopzetting.
Argumentatie85 Juridische grond - De wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten is van toepassing. - Het besluit van 2 september 2013 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door financieel beheerder worden vrijgesteld. Impact op beleids- en beheerscyclus86 Adviezen - Advies IOK dd 26 januari 2015 Visum De financieel beheerder verleende haar visum aan het ontwerpbesluit. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist om het onderhoudscontract lift gemeentehuis aangegaan op 14 februari 1994 (ref PE7064) 87 met ingang vanaf 1 juli 2015 stop te zetten. Er dient nog maximum 1 onderhoudsbeurt in het voorjaar 2015 uitgevoerd te worden. Artikel 2 De kosten dienen verrekend te worden op actie 2015140292 van het exploitatiebudget 2015 onder bestelnummer 2015001162.
85
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 87 firmagegevens verwijderd 86
042
Sport. Sportraad. Kennisname verslag vergadering januari en februari 2015,
Voorgeschiedenis De sportraad heeft vergaderd op maandag 12 januari en 23 februari 2015 in de kleine zaal van het Sportpark De Beeltjens. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan B1-05 Sportparticipatie actie We organiseren sportpromotionele activiteiten voor diverse doelgroepen met als doel een blijvende sportparticipatie (sportraad) actienummer 2015140097 omschrijving project Verslag sportraad raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van 12 januari en 23 februari 2015. 043
Cultuur. Gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Week 12 - Sanitair Gemeenschapslokaal Tongerlo + Jos Geunsplein - FC Fien Boys.
Voorgeschiedenis Brief van FC Fien Boys (88) met de vraag om het gebruik van: * het Jos Geunsplein * de weide aan de overkant van het Jos Geunsplein voor het plaatsen van een tent als omkleedruimte voor de deelnemers * het sanitair in het gemeenschapslokaal in Tongerlo * de elektriciteitskast op het Jos Geunsplein van 14 juni t/m 3 juli 2015 voor de organisatie van een: * Beach Soccer Tornooi op zaterdag 20 en zondag 21 juni 2015 van 12u00 tot 22u00 * een kinderweek van 22 t/m 26 juni 2015 van 9u00 tot 21u00 * optreden van twee muziekgroepen voor de viering van 35 jaar Fien-Boys van 19u00 tot 2u00 (inkom is gratis) * een Beach Volley Tornooi op zondag 28 juni 2015 van 13u00 tot 20u00 * een kinderweek van 29 juni t/m 3 juli 2015 van 9u00 tot 21u00. Feiten en context Om veiligheidsredenen dient de Elf-Julilaan ter hoogte van het Jos Geunsplein en de OudStrijdersstraat afgesloten te worden.
88
persoonlijke gegevens verwijderd
De put van het Jos Geunsplein zal gevuld worden met zand. De organisatoren zullen de nodige maatregelen nemen om schade te voorkomen (afdekken rioolputten met plastiek). De Technische Dienst zal vooraf een plaatsbeschrijving opmaken. De organisatoren zullen tijdens de kinderweken toezicht houden. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en de Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten sanitair gemeenschapslokaal Tongerlo: 7 euro/dag BESLUIT Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Het College van burgemeester en schepenen beslist toelating te verlenen aan FC Fien Boys voor de organisatie van een Beach Soccer Tornooi, twee kinderweken, een optreden en een Beach Volley Tornooi in de periode van 20 juni tot en met 3 juli 2015 op en rond het Jos Geunsplein in Tongerlo. De organisatoren zullen de nodige maatregelen nemen opdat er geen schade wordt toegebracht aan het plein. Het College van burgemeester en schepenen stemt er mee in dat de organisatoren gedurende deze periode gebruik maken de elektriciteitskast op het Jos Geunsplein en van het sanitair in het gemeenschapslokaal in Tongerlo mits betaling van het gebruikelijke tarief. Het College van burgemeester en schepenen verleent eveneens toelating voor het gebruik van het grasplein aan de overkant van het Jos Geunsplein om er een tent te plaatsen die als omkleedruimte voor de deelnemers zal worden gebruikt.
Opdrachten Technische Dienst Dienst Mobiliteit Cultuurdienst Milieudienst
044
Opmaken plaatsbeschrijving van het Jos Geunsplein. Opmaken politiereglement voor het afsluiten van de Elf-Julilaan. Toelating voor het plaatsen van tentjes + afwijking van het sluitingsuur. Toelating voor de organisatie van een activiteit met elektronisch versterkte muziek in open lucht.
Cultuur. Gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Week 12. Rommelmarkt Gezinsbond Heultje.
Voorgeschiedenis
E-mail van de Gezinsbond van Heultje (89) waarin zij toelating vragen voor de organisatie van een rommelmarkt in Heultje en het gebruik van de Merodezaal in Heultje op zondag 5 juli 2015. Feiten en context De rommelmarkt zal plaatsvinden van 6.00 uur tot 17.00 uur. Locatie: * Pastorijstraat tot aan de Eksterstraat * Processieweg tot aan de Industrieweg * en het aanpalend speelplein De organisatoren zullen rekening houden met een doorgang voor eventuele hulpdiensten en de opritten van de huizen worden vrijgehouden. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en de Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten de Merodezaal Heultje: 15 euro/daggedeelte BESLUIT Artikel 1 Het College van burgemeester en schepenen stemt in met de organisatie van een rommelmarkt op zondag 5 juli 2015 in de bovenvermelde straten door de Gezinsbond van Heultje op voorwaarde dat achteraf alles wordt opgeruimd en het speelplein in zijn oorspronkelijke staat wordt achtergelaten. Artikel 2 Het College van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de Merodezaal in Heultje ter beschikking op zondag 5 juli 2015 ter gelegenheid van de rommelmarkt. Opdrachten Dienst mobiliteit 045
opmaak politiereglement
Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - De Zoerla.
Voorgeschiedenis E-mail van P&M Events (90) om het gebruik van de Zoerla op zondag 17 januari 2016 voor de organisatie van een rommelmarkt en op zaterdag 16 januari 2016 voor het klaarzetten van de zaal. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019.
89 90
persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd
Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten
rommelmarkt: 150 euro x 3 (commerciële organisatie van buiten de gemeente) klaarzetten zaal : 13 euro/uur x 3 (commerciële organisatie van buiten de gemeente)
BESLUIT Artikel 1 Het College van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van de gebruikelijke tarieven, de Zoerla ter beschikking van P&M Events voor de organisatie van een rommelmarkt op zondag 17 januari 2016 en op zaterdag 16 januari 2016 voor het klaarzetten van de zaal. 046
Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - Turnzaal Basisschool Oevel (Loofven).
Voorgeschiedenis Telefonische vraag van de Gezinsbond Oevel (91) om gebruik te mogen maken van de turnzaal in de Basisschool in Oevel in Loofven op zaterdag 9 mei 2015 van 12u00 tot 13u00 voor de organisatie van knuffelturnen voor kleuters. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en de Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten 4 euro/uur BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de turnzaal in de Basisschool in Oevel in Loofven ter beschikking van de Gezinsbond Oevel op zaterdag 9 mei 2015 van 12u00 tot 13u00 voor de organisatie van knuffelturnen voor kleuters. 047
91
Cultuur. 50 jaar bestaan KWB Oosterwijk. Cultuurcheque.
persoonlijke gegevens verwijderd
Voorgeschiedenis We ontvingen een uitnodiging uit naam van KWB Oosterwijk met de vraag om het toekennen van een cultuurcheque naar aanleiding van hun 50 jarig bestaan. Op zaterdag 14 maart 2015 geven zij een receptie in de kantine aan de Schuurveldstraat in Oosterwijk waar de cheque zal overhandigd worden. Feiten en context De KWB van Oosterwijk viert hun 50 jarig bestaan. Elke jubilerende vereniging heeft het recht op een cultuurcheque ter waarde van 125 euro. Zij kunnen hiermee kaarten verkrijgen op de cultuurdienst voor voorstellingen die georganiseerd worden door de cultuurraad. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan verenigingsleven actie toelage cultuurraad actienummer 2015140058 omschrijving project cultuurcheque - KWB Oosterwijk 50 jaar raming kosten cultuurcheque 125 euro raming opbrengsten geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen schenkt een cultuurcheque ter waarde van 125 euro aan KWB Oosterwijk. Deze cultuurcheque wordt overhandigd door een lid van het college. Opdrachten cultuurdienst schepen/burgemeester 048
opmaken van cultuurcheque overhandigen van cultuurcheque
Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 12 - de Merodezaal Heultje.
Voorgeschiedenis E-mail van 92 met de vraag om het gebruik van de Merodezaal in Heultje op vrijdag 24 april 2015 voor de organisatie van een verjaardagsfeest. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en de Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten / raming opbrengsten 135 euro
92
persoonlijke gegevens verwijderd
BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de Merodezaal in Heultje ter beschikking van de heer Bert Meynendonckx op vrijdag 24 april 2015 voor de organisatie van een familiefeest. 049
Cultuur. Verslag vergadering Westels Volksfeest van 9 maart 2015. Kennisname.
Feiten en context De Stuurgroep van het Westels Volksfeest heeft in vergadering van 9 maart 2015 de organisatie van het volgende (13de) Westels Volksfeest besproken. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan 2015140013 Verhuur zalen en materialen actie 2015140085 Gemeenschapscentrum actienummer 2015000009 (nummer raming) omschrijving project Verslag vergadering Westels Volksfeest raming kosten raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van 9 maart 2015 van de Stuurgroep van het Westels Volksfeest. 050
Toerisme. Verslag raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw 03.03.2015. Kennisname.
Feiten en context De raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw vergadert maandelijks in het Boswachtershuis over de organisatie van activiteiten en acties om het toerisme in Westerlo te promoten. Deze activiteiten en acties worden in samenwerking met de gemeentelijke dienst voor toerisme voorbereid en georganiseerd. Impact op beleids- en beheerscyclus Actieplan Promotie Westerlo en Merodegebied Actie Subsidies aan toeristische partners actienummer 2015140096 omschrijving project Administratieve ondersteuning raad van bestuur vzw Toerisme Westerlo raming kosten 0 raming opbrengsten 0 BESLUIT Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raad van bestuur van Toerisme Westerlo vzw van 3 maart 2015.
De agenda uitgeput, wordt de zitting gesloten om 18.30 uur. Door het college:
Jo Vankrunkelsven secretaris gemeente en ocmw
Guy Van Hirtum burgemeester-voorzitter