Docentenhandleiding VluchtelingenWerk Nederland
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
1
Doel: Kern:
Doelgroep: Lestijd: Vak:
Leerlingen ervaren welke impact de vlucht naar en de aanmeldingsprocedure in Nederland hebben op de vluchteling. Vluchtelingen zijn mensen die hebben moeten vluchten omdat hun leven in gevaar is in hun land van herkomst. De insteek van de lessen is om enerzijds te kijken naar de vooroordelen die in Nederland zijn over vluchtelingen. Anderzijds te beleven hoe het voor een vluchteling is om in het 'veilige' Nederland te komen en uiteindelijk te mogen blijven. Leerjaar 1 en 2 VMBO, HAVO/VWO (2 lessen van) 1 lesuur Aardrijkskunde, maar kan uiteraard ook als projectles of bij vakken als maatschappijleer en geschiedenis worden ingezet.
Vorm/organisatie: Individueel online (computers) en een onderdeel uit les 1 is klassikaal online (digibord/beamer). Lesmateriaal: Voor het lesmateriaal heeft u een code nodig die u kunt aanvragen door u aan te melden op www.codenamefuture.nl/vluchtelingenwerk. Tips voor gebruik: Test de les van tevoren op de computer en in uw lokaal op het digibord of via de beamer. Voor vragen of ondersteuning kunt u contact opnemen met Codename Future: 070‐3024770 of
[email protected].
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
2
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Aansluiting met de lesmethode(s) .......................................................................................................... 5 Factsheet ................................................................................................................................................. 6 DOEL .................................................................................................................................................... 6 KERNDOELEN ....................................................................................................................................... 6 LESTIJD ................................................................................................................................................. 7 LOCATIE ............................................................................................................................................... 7 ORGANISATIE ....................................................................................................................................... 7 LESVORM ............................................................................................................................................. 8 VMBO .............................................................................................................................................. 8 Havo/VWO ....................................................................................................................................... 9 INHOUD ............................................................................................................................................. 12 Les 1: Digibord uitleg ............................................................................................................................. 13 Les 2: Verwerkingsopdrachten .............................................................................................................. 15 OPDRACHT 1: ..................................................................................................................................... 15 OPDRACHT 2: ..................................................................................................................................... 16 OPDRACHT 3: ..................................................................................................................................... 16 Beoordelingsformulier .......................................................................................................................... 18 Begrippen .............................................................................................................................................. 20 Les 1 ‐ Vluchtelingen ......................................................................................................................... 20 Les 2 ‐ Leven in veiligheid .................................................................................................................. 21 Extra informatie ..................................................................................................................................... 23
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
3
Inleiding Het beeld dat sommige Nederlanders hebben van een 'tsunami van asielzoekers' komt niet overeen met de werkelijkheid. Het aantal mensen dat bescherming in Nederland zoekt is de laatste jaren vrij laag en stabiel. In 2011 waren dit ongeveer 14.635 mensen. Het aantal mensen dat uiteindelijk mocht blijven is meer dan de helft lager. Omgerekend betekent dat, dat elke Nederlandse gemeente met 35.000 inwoners 1 keer per maand een vluchteling opneemt. VluchtelingenWerk Nederland is zich ervan bewust dat er bij de Nederlandse bevolking vooroordelen bestaan over vluchtelingen. Het bovenstaande beeld dat Nederland volstroomt met vluchtelingen is hiervan een voorbeeld. In de eerste les van het lesprogramma komen deze vooroordelen ook aan bod en kunnen leerlingen aan de hand van bronnen zelf de feiten checken. "Als je de Nederlandse nationaliteit hebt, dan ben je niet bang meer. Anders moet je misschien terug zodra het in Irak veilig is. Als ik de Nederlandse nationaliteit heb, is dit mijn huis. Dan heb je geen visa meer nodig en kan je makkelijker reizen. Voor mijn kinderen kan ik niet kiezen. Ik kan niet zeggen waar ze bij horen. Maar zolang ik de verantwoordelijkheid heb, wil ik dat ze Nederlander zijn.’ (vrouw, 39 jaar, Irak, sinds 2001 in Nederland) De tweede les gaat in op de beleving van een vluchteling en met name over het 'gevoel van veiligheid'. Vluchtelingen vluchten uit hun 'veilige omgeving' (plek, personen, taal, cultuur etc.) omdat deze onveilig geworden is. Hun leven loopt direct gevaar. Vluchtelingen komen in een veilig land, maar voelen zich niet altijd veilig. Leerlingen zien aan de hand van de asielprocedure en de vluchtverhalen van o.a. Parwana (11) en Abdi (18) waarom Nederland 'onveilig' kan voelen. Aan het eind van de les is er een keuze uit vier verwerkingsopdrachten. Met dit lesmateriaal worden de 'vluchtelingen in Nederland' bij docenten en leerlingen onder de aandacht gebracht.
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
4
Aansluiting met de lesmethode(s) Het onderwerp 'vluchtelingen in Nederland' van deze twee lessen sluit goed aan op het onderwerp 'migratie' in de verschillende lesmethodes. De lessen zijn afgestemd op de bestaande aardrijkskundemethodes in de 1e en 2e klas van het VMBO/HAVO/VWO. In de aardrijkskunde lesmethodes wordt weinig tot geen aandacht besteed aan 'vluchtelingen in Nederland'. De lessen van dit project geven stof om onderwerp op het schaalniveau van Nederland en de individuele vluchteling te belichten. Lesmethode Uitgever De Geo ThiemeMeulenhoff Mundo ThiemeMeulenhoff BuiteNLand Malmberg Wereldwijs Noordhoff uitgevers Terra Noordhoff uitgevers
Hoofdstuk Mensen in Beweging (lesboek 2) Thema 12: Wie zijn mijn buren? (2vmbo ‐kgt) Migratie, ver weg en dichtbij (hoofdstuk 5) Bevolking in Beweging Migratie (hoofdstuk 3)
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
5
Factsheet DOEL Als de leerlingen de twee lessen hebben gemaakt weten/begrijpen zij: wat vooroordelen zijn en dat vooroordelen (over vluchtelingen) niet altijd kloppen; waarom mensen uit andere landen soms vluchten; wat de procedure is als vluchtelingen in Nederland bescherming vragen; tegen welke zaken vluchtelingen aan/op lopen in Nederland; dat vluchtelingen veilig zijn in Nederland, maar zich niet altijd veilig voelen; wat VluchtelingenWerk Nederland voor vluchtelingen doet. Verder: leert de leerling een aantal kernbegrippen, zoals: asielzoeker, vluchteling, migrant, asielprocedure, inburgeren etc.; doet de leerling zelfstandig bronnenonderzoek en bekijkt het verschijnsel vanuit diverse perspectieven en schaalniveaus; vormt de leerling een eigen mening.
KERNDOELEN De lessen sluiten aan bij de volgende kerndoelen van onderdeel E (mens en maatschappij): 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. 41: De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. 44: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
6
46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. 47: De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.
DOELGROEP EN VAK De les is bedoeld voor klas 1 en 2 van VMBO, Havo/ VWO en wordt ingezet bij het vak aardrijkskunde.
LESTIJD De lessen duren elk 1 lesuur, exclusief de verwerking.
LOCATIE De lessen vinden plaats in de klas (met laptops) of in een computerlokaal. In het lokaal is het handig om beschikking te hebben om een digibord/beamer (vooral bij les 1).
ORGANISATIE Voor het gebruiken van de lessen is een computer met internetverbinding en geluid noodzakelijk. De leerlingen maken de les individueel of in tweetallen. De digibord module bij les 1 is via internet te bekijken op het digitale schoolbord of via een beamer. (Vraag leerlingen of zij hun oortjes mee willen nemen)
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
7
LESVORM Dit lesmateriaal is geschikt voor VMBO, Havo en VWO. Naast het niveau verschil, heeft les 1 van de VMBO versie meer tijd voor klassikale bespreking (i.p.v. individuele tijd zoals bij de Havo/VWO versie).
VMBO Les 1 ‐ Vluchtelingen
Eerste deel van les 1 15 min Klassikaal Inleiding Herhaling van: ‐ Wat is migratie? Wat zijn migranten? ‐ Vluchtelingen zijn ook migranten (migratiemotief)
20 min
Individueel Inhoud: ‐ Waarom vluchten? ‐ Wat zijn vluchtelingen? ‐ Vluchtelingenverdrag, 1951 ‐ Waar vluchten mensen heen? ‐ Regio's: Darfur en Syrië ‐ Asielaanvragen in Nederland ‐ Waar komen asielzoekers (in Nederland) vandaan? Dit wordt gedaan aan de hand van vooroordelen over vluchtelingen.
Tweede deel van de les 1 10 min Klassikaal Bespreken van de antwoorden van leerlingen: ‐ Wat is het verschil tussen migranten/asielzoekers/vluchtelingen? ‐ Waarom vluchten mensen? Om welke redenen mogen vluchtelingen asiel aanvragen?
Rol docent: Leg de structuur van de les aan leerlingen uit. Vertel dat sommige antwoorden uit het individuele gedeelte in het klassikale gedeelte terug zullen komen. Geef ook aan wat de doel van de les is. Begin eventueel met iets actueels rondom 'vluchteling in Nederland'. [ uitdelen van inlogcodes] Rol docent: Loop rond om te zorgen dat de leerlingen vaart houden in de les. Beantwoord vragen of stel tussendoor korte vragen om te peilen of de leerlingen de les begrijpen.
Rol docent: Neem voor in de klas de rol van groepsleider/ gespreksleider aan. Probeer zo veel mogelijk leerlingen aan het woord te laten. Tip: als leerlingen met een
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
8
(extra)
laptop werken, vraag ze om deze dicht te klappen. [ zie uitleg digibordles ‐ blz. 13 ] Huiswerk: De opdracht is om de statistische gegevens Rol docent: in de database van het CBS over asielaanvragen te Print het werkblad uit. analyseren. [Zie bijlage: lesblad 1]
Les 2 ‐ Leven in Veiligheid
Eerste deel van les 2 2 min. Klassikaal Inleiding op de les ‐ Bespreek eventueel de huiswerkopdracht (CBS). 20 ‐ 25 min.
Rol docent: Uitleggen van structuur en doel van de les. Individueel Rol docent: ‐ Hoe is het om te moeten vluchten? Loop rond om te zorgen dat ‐ Veiligheid ‐ veilige vertrouwde omgeving, onveilige de leerlingen vaart houden plek in de les. Beantwoord ‐ Verhalen van Parwana, Abdi en Maria vragen of stel tussendoor ‐ Hoe werkt de asielprocedure? korte vragen om te peilen of ‐ Wat gebeurd er met iemand waarvan asielaanvraag de leerlingen de les afgewezen wordt? en met asielaanvraag die toegewezen begrijpen. is?
Tweede deel van les 2 Verwerkingsopdracht(en)
Rol docent: Maak als docent een keuze en bereid dit goed voor. [ zie uitleg verwerkingsopdrachten ‐ blz. 15 ]
Havo/VWO
Les 1 ‐ Vluchtelingen
Eerste deel van les 1 4 min. Klassikaal ‐ Inleiding op de les
Rol docent: Leg aan de leerlingen uit dat de leerlingen het eerste deel van de les individueel moeten maken.
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
9
25 ‐ 30 min.
Individueel (herhaling) ‐ Wat is migratie? Wat zijn migranten? ‐ Vluchtelingen zijn ook migranten (migratiemotief) (verder) ‐ Waarom vluchten? ‐ Wat zijn vluchtelingen? ‐ Vluchtelingenverdrag, 1951 ‐ Waar vluchten mensen heen? ‐ Regio's: Darfur en Syrië ‐ Asielaanvragen in Nederland ‐ Waar komen asielzoekers (in Nederland) vandaan? Dit wordt gedaan aan de hand van vooroordelen over vluchtelingen (volgens VluchtelingenWerk Nederland).
Vertel dat sommige antwoorden in het klassikale gedeelte terug zullen komen. Geef ook aan wat de bedoeling is van de les. Begin eventueel met iets actueels rondom 'vluchteling in Nederland'. [ uitdelen van inlogcodes] Rol docent: Loop rond om te zorgen dat de leerlingen vaart houden in de les. Beantwoord vragen of stel tussendoor korte vragen om te peilen of de leerlingen de les begrijpen.
Tweede deel van les 1 10 ‐ 15 Klassikaal min. Bespreken van de antwoorden van leerlingen. ‐ Wat is het verschil tussen migranten/asielzoekers/vluchtelingen? ‐ Waarom vluchten mensen? Om welke redenen mogen vluchtelingen asiel aanvragen?
(extra)
Rol docent: Neem voor in de klas de rol van groepsleider/ gespreksleider aan. Probeer zo veel mogelijk leerlingen aan het woord te laten. Tip: als leerlingen met een laptop werken, vraag ze om deze dicht te klappen. [ zie uitleg digibordles ‐ blz. 13] Huiswerk: De opdracht is om de statistische gegevens Rol docent: in de database van het CBS over asielaanvragen te Print het werkblad uit. analyseren. [Zie bijlage: lesblad 1]
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
10
Les 2 ‐ Leven in Veiligheid
Eerste deel van les 2 2 min. Klassikaal ‐ Inleiding op de les ‐ Bespreek eventueel de huiswerkopdracht (CBS). 20 ‐ 25 Individueel min. ‐ Hoe is het om te moeten vluchten? ‐ Veiligheid ‐ veilige vertrouwde omgeving, onveilige plek ‐ Verhalen van Parwana, Abdi en Maria ‐ Hoe werkt de asielprocedure? ‐ Wat gebeurd er met iemand waarvan asielaanvraag afgewezen wordt? en met asielaanvraag die toegewezen is? Tweede deel van les 2 Verwerkingsopdracht(en) Suggestie: Doe eventueel het debat in plaats van de verwerkingsopdracht. De laatste pagina’s van hoofdstuk 2 (‘Opgenomen en veilig?’ en ‘Afgewezen en opgesloten’) geven waarschijnlijk voer voor discussie. Overweeg rondom de vragen die oprijzen in de klas een debat te houden. Het debat gaat dan over: Wat doet Nederland met vluchtelingen die zijn uitgewezen? De stelling die hierbij kan zijn: “Om te zorgen dat afgewezen vluchtelingen niet illegaal in Nederland blijven moeten we ze tot aan hun uitzetting in een bewaakte omgeving zetten.”
Rol docent: Uitleggen van structuur en doel van de les. Rol docent: Loop rond om te zorgen dat de leerlingen vaart houden in de les. Beantwoord vragen of stel tussendoor korte vragen om te peilen of de leerlingen de les begrijpen. Rol docent: Maak als docent een keuze en bereid dit goed voor. [ zie uitleg verwerkingsopdrachten ‐ blz. 15 ]
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
11
INHOUD Les 1 ‐ Vluchtelingen In deze op aardrijkskundig georiënteerde les krijgt de leerling te maken met voordelen die er in Nederland over vluchtelingen zijn. Deze vooroordelen over vluchtelingen zijn:
Nederland wordt overspoeld met vluchtelingen. Vluchtelingen zijn profiteurs die misbruik maken van de Nederlandse voorzieningen Vluchtelingen kunnen beter in hun eigen regio blijven.
In deze les zien leerlingen in dat er een groot verschil is tussen een arbeidsmigrant en vluchteling. Want vluchtelingen zijn, net als arbeidsmigranten, ook immigranten. Vluchtelingen hebben moeten vluchten. Er zijn vier redenen waarom mensen vluchten: de reden is politiek, sociaal, economisch of ecologisch van aard. In het Vluchtelingenverdrag van de VN (1951) worden alleen vluchtelingen met een politieke en/of sociale redenen erkend als vluchteling. Niet alle vluchtelingen vluchten naar Nederland. In de les wordt ingezoomd op twee regio's waar er veel vluchtelingen in buurlanden verblijven. Deze regio's zijn: Darfur (Sudan) en Syrië. Vervolgens wordt gekeken naar de gevolgen van vluchtelingen voor Nederland: Hoeveel vluchtelingen komen er naar Nederland? Waar komen die vluchtelingen vandaan? Worden alle vluchtelingen erkend als vluchteling? Mogen ze blijven? Gekeken wordt naar grafieken met de aantallen en nationaliteiten van vluchtelingen in Nederland (asielzoekers).
Les 2 ‐ Leven in Veiligheid Deze tweede les gaat in op de beleving van vluchtelingen die naar het veilige Nederland komen. Toch voelen vluchtelingen zich op deze veilige plek niet altijd even veilig. Waarom is dat? Wat heb je nodig om je veilig te voelen? Leerlingen ontdekken wat hun 'veilige' omgeving is (fysieke plek en personen). Net als bij vluchtelingen wordt deze veilige omgeving onveilig en moeten ze vluchten. De leerling komt in een veilig land, maar voelen ze zich wel veilig? Er zijn zo veel cultuurverschillen, taal die niet gesproken wordt, geen familie, onzekerheid of je mag blijven etc. Wanneer zou je weer veilig voelen? Vluchtelingen zoals Parwana, Abdi en Maria hebben dit ook meegemaakt dat hun veilige omgeving onveilig werd. Ze zijn naar het veilige Nederland gekomen, maar voelen zich niet altijd veilig. Leerlingen zien in dat de asielprocedure (vooral het lange wachten) onzekerheid en angst bij asielzoekers meebrengt. Uiteindelijk zijn er vluchtelingen waarvan asiel wordt afgewezen, maar ook vluchtelingen die een verblijfsvergunning krijgen. Daarna kunnen ze stapje voor stapje hun leven in veiligheid opbouwen.
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
12
Les 1: Digibord uitleg Pagina
Inhoud
Eerste deel van de les ‐ (alleen voor het VMBO) Introductie Migratie
Vluchten is een vorm van migratie ‐ wat is vluchten? ‐ wat is migratie? Optie: zoek hier een verhaaltje/plaatjes bij als voorbeeld (max. 1 A4) VluchtelingenWerk heeft verhalen staan op: https://www.vluchtelingenwerk.nl/persoonlijke‐verhalen (De verhalen van Parwana en Abdi worden in les 2 gebruikt) ‐ Verschil tussen emigratie en immigratie (+ klassikaal opdrachtje ‐ omcirkel) Immigranten Wat leerlingen moeten weten is: mensen die naar Nederland komen zijn immigranten. Er bestaan verschillende soorten immigranten. (opdracht ‐ verbind) Antwoorden: Vluchteling (asielzoeker): Iemand die naar Nederland vlucht, omdat hij/zij niet veilig is. Gastarbeider: Iemand die gevraagd is om in Nederland te komen werken Arbeidsmigrant: Iemand die naar Nederland komt om te werken. Europese migrant: Iemand uit een ander land van de Europese Unie. Deze persoon komt in Nederland wonen en werken. Huwelijks migrant: Iemand die naar Nederland komt om met een Nederlander(se) te trouwen. Gezinshereniging: Een immigrant die in Nederland is komen wonen, laat zijn gezin naar Nederland komen. Dit gezin was achtergebleven in het land van herkomst. Migratiemotief Migratiemotief = waarom mensen migreren. Op de pagina is het verschil tussen de motieven 'asiel' en 'arbeid' te zien. Aan de slag
Tweede deel van de les Introductie Vluchteling
‐ Wat is een migrant? ‐ Wat is een asielzoeker? ‐ Wat is een vluchteling? Vooral verschil tussen asielzoeker/vluchteling is moeilijk! (een asielzoeker is een vluchteling die in Nederland asiel heeft aangevraagd. Een asielzoeker wordt weer vluchteling als deze, na de asielprocedure wordt erkend als vluchteling.) Tijdens de les hebben leerlingen een definitie gegeven van 'vluchteling'. Deze
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
13
Vluchten
Aantal
definitie worden gezien op het digibord (in clusters van vijf). Bespreek een aantal van de reacties. Probeer met de klas een heldere definitie te maken van wat een 'vluchteling' is. Volgens het Vluchtelingenverdrag van Geneve (1951): " Een vluchteling is iemand die gegrond vrees heeft voor vervolging in zijn land van oorsprong op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep." (Dit is een herhaling van de inhoud van de individuele module.) ‐ Waarom vluchten mensen? Reden + voorbeeld 1. Politieke redenen: verdrukking, geen vrijheid van meningsuiting, geweld (wel asiel) 2. Sociale redenen: geloof, ras, geaardheid (wel asiel) 3. Economische redenen: armoede, werkloosheid (geen asiel) 4. Ecologische redenen: overstroming, aardbeving, vulkaan uitbarsting, droogte (hongersnood) (geen asiel) Opmerking: Leerlingen moeten begrijpen dat vluchtelingen niet voor elke reden asiel krijgen in Nederland. Alleen POLITIEK en SOCIAAL.
DIAGRAM ‐ mening van leerlingen over: Hoeveel mensen denk je dat er per jaar in Nederland asiel aanvragen? Vraag leerlingen waarom ze dat dachten.
Stelling: buurlanden
DIAGRAM ‐ mening van leerlingen over de stelling: "Vluchtelingen kunnen beter in hun eigen regio blijven, dus vluchten naar buurlanden". Op het digibord wordt opnieuw de mening over de stelling gevraagd nadat leerlingen nieuwe informatie hebben gekregen. ‐ Laat de leerlingen opnieuw stemmen door hun hand op te laten steken o.i.d..
Stelling: profiteurs
DIAGRAM ‐ mening van leerlingen over de stelling (begin van de les): "Vluchtelingen zijn profiteurs die misbruik maken van de Nederlandse voorzieningen." DIAGRAM ‐ mening van leerlingen over de stelling (eind van de les): "Vluchtelingen zijn profiteurs die misbruik maken van de Nederlandse voorzieningen." Benadruk: ‐ een vluchteling is anders dan een arbeidsmigrant.
Vragen
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
14
Les 2: Verwerkingsopdrachten Suggestie: De laatste pagina’s van hoofdstuk 2 ‐ ‘Opgenomen en veilig?’ en ‘Afgewezen en opgesloten’ (alleen Havo/VWO) ‐ geven waarschijnlijk voer voor discussie. Overweeg rondom de vragen die oprijzen in de klas een debat te houden. Doe eventueel het debat in plaats van de verwerkingsopdracht. Het debat gaat dan over: Wat doet Nederland met vluchtelingen die zijn uitgewezen? [ De stelling die hierbij kan zijn: “Om te zorgen dat afgewezen vluchtelingen niet illegaal in Nederland blijven moeten we ze tot aan hun uitzetting in een bewaakte omgeving zetten.”]
OPDRACHT 1: Vluchtelingenwerk Nederland In deze opdracht gaan de leerlingen een Prezi (of PowerPoint) maken over VluchtelingenWerk Nederland. Dit gaan de leerlingen in tweetallen doen. Deze Prezi (of PowerPoint) bestaat uit max. 10 slides. Doel: Uitleggen wat VluchtelingenWerk Nederland doet. Doelgroep: Een leeftijdsgenoot, die niet op deze school zit. Punten die in de presentatie worden verwerkt:
Wat is VluchtelingenWerk Nederland? Wat doet Vluchtelingenwerk Nederland? Wat zijn vluchtelingen? Waar staat VluchtelingenWerk Nederland voor? Wat doen de vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland? Wat kan jij doen voor VluchtelingenWerk Nederland? (komen er nog meer organisaties op voor vluchtelingen in Nederland?) Is VluchtelingenWerk uniek?
Prezi en PowerPoint zijn verschillend! ‐ Prezi wordt online gemaakt ( zie www.prezi.com ). ‐ PowerPoint staat meestal op Windows computers. Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 18)
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
15
OPDRACHT 2: De Nederlandse cultuur In deze opdracht bedenken de leerlingen programma om een vluchteling of groepje vluchtelingen kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur. Het mooist is als dit programma ook echt wordt uitgevoerd. Eisen van deze dag:
begint op school: legt uit hoe het op een Nederlandse school werkt iets typisch Nederlands doen kennis laten maken met iets cultureels ( bijv. museum, erfgoed, tradities, landschap) iets typisch Nederlands laten proeven, eten, bereiden.
Leerlingen zouden evt. (in overleg met VluchtelingenWerk Nederland) vluchteling(en) een rondleiding op school kunnen geven. De rondleiding moet dan gaan over het Nederlandse school systeem werkt en hoe het er op school aan toe gaat. Denk dan ook aan de hapjes etc. Leerlingen maken een brochure met informatie van elementen uit het dagprogramma. Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 18)
OPDRACHT 3: Collage In deze opdracht gaan leerlingen een collage maken. Vluchtelingen hebben maar een beperkt beeld van Nederland. Wat moeten ze weten over Nederland volgens jou? Ze spreken de taal nog maar slecht of zelfs niet, dus moeten de leerlingen gebruik maken van beelden! Deze collage maken ze online of op papier. Op papier: docent verzorgt de basismaterialen (groot vel papier om op te plakken, scharen, lijm). Laat de leerlingen evt. zelf tijdschriften verzamelen om uit te knippen. Online: docent moet zich aanmelden op www.glogser.com (of leerlingen zelf in Popplet laten aanmelden) ‐ www.popplet.com Meer info over Glogster: http://blog.han.nl/onlineeducation/glog‐en‐glogster‐voor‐het‐maken‐ van‐posterpresentatie‐en‐blog/ Advies: Indien u kiest voor het gebruiken van Glogster, probeer dit dan ruim voor de les uit!
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
16
30‐dagen trial versie: http://edu.glogster.com/register?premium=trial&utm_source=homepage&utm_medium=trial& utm_campaign=hp )
‐ leerlingen kunnen toegevoegd worden en krijgen een nummer (optie c) Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 18)
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
17
1. Kennisconstructie Informatie (kennis) uit de les gebruikt Extra informatie (kennis) opgezocht en gebruikt. 2. Samenwerking Duidelijke taakverdeling De verloop van samenwerking van het groepje leerlingen. 3. ICT gebruik voor leren Gebruik van ICT ( e.g. Powerpoint/Prezi/Glogster/Word etc.)om boodschap duidelijk te maken. Gebruik gemaakt van informatie op het internet. (Geen plagiaat – maar interpreteren en synthetiseren) 4. Probleemoplossend vermogen en creativiteit Aan de vooraf gestelde eisen in de opdracht voldaan. (bijv. doel/doelgroep/ communicatiemiddel etc. ) Opdracht 1‐ Powerpoint/Prezi over VluchtelingenWerk ‐ Doelgroep (leeftijdsgenoot) ‐ Inhoud van de presentatie – zie vragen 1 ‐ Maximaal 10 dia’s gebruikt Opdracht 2 – Dagprogramma/Brochure ‐ Doelgroep (vluchtelingen die de Nederlandse cultuur niet kennen) ‐ Afwisseling in het dagprogramma (dus niet eentonig) ‐ Reëel draaiboek en brochure Opdracht 3 – Collage over beeld Nederland ‐ Doelgroep (vluchtelingen met beperkt beeld van
Uitstekend
Goed
VluchtelingenWerk Nederland
Matig
Slecht
Beoordelingsformulier
Voldoende
Beoordelingsformulier
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
1
Vragen: (a) Wat is VluchtelingenWerk Nederland? (b) Wat doet VluchtelingenWerk Nederland? (c) Wat zijn vluchtelingen? (d) Waar staat VluchtelingenWerk Nederland voor? (e) Wat doen de vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland? (f) Wat kan jij doen voor VluchtelingenWerk Nederland? (g) Is VluchtelingenWerk uniek? Of zijn er nog andere organisaties in Nederland die opkomen voor vluchtelingen in Nederland?
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
18
Nederland) ‐ Uitleg van belang bij 5 plaatjes/video’s. Optie: Debat ‐ Luisteren naar ideeën en kennis van anderen. ‐ Eigen mening kunnen verwoorden. Creatief en origineel. 5. Communicatie De communicatiemiddelen (flyer, poster, collage, presentatie etc.) zien er aantrekkelijk uit. Gebruik gemaakt van multimediale medium. (foto’s, cartoons, filmpjes etc.) De inhoud van het communicatiemiddel is helder. (bijv. boodschap is helder, spelling etc.)
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
⃝ ⃝ ⃝
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
19
Begrippen Les 1 ‐ Vluchtelingen Asiel ‐ Asiel aanvragen is 'bescherming vragen' aan Nederland. Doordat een vluchteling bescherming vraagt kan deze niet door Nederland terug worden gestuurd naar (of uitgeleverd worden aan) het land van herkomst. De vluchteling heeft een politieke of sociale reden om te vluchten. Asielprocedure ‐ De asielprocedure is een onderzoek om uit te vinden of een asielzoeker wel echt gevaar loopt in zijn eigenland. In het onderzoek voert de IND gesprekken met de asielzoeker. De asielprocedure kan jaren duren. Uiteindelijk beslist de IND of een asielzoeker inderdaad levensgevaarlijk is in zijn land van herkomst en dus echt een vluchteling is. Asielzoeker ‐ Een vluchteling die asiel heeft aangevraagd noemen we een asielzoeker. Deze persoon blijft tijdens de asielprocedure ook een asielzoeker. Als de asielzoeker na de asielprocedure een verblijfsvergunning heeft gekregen noemen we hem weer een vluchteling. Emigrant ‐ Iemand die zijn eigen land verlaat en zich in een ander land gaat vestigen. bijv. een Nederlander die in Noorwegen gaat werken en wonen. (voor Noorwegen is de Nederlander een immigrant). Immigrant ‐ Iemand die vanuit een ander land in jouw land komt vestigen. bv. een Noor die in Nederland gaat wonen en werken. Migratie ‐ Verhuizen omdat je ergens anders gaat vestigen. Als je binnen een land verhuisd is dat binnenlandse migratie, en als je buiten je land verhuisd is dat buitenlandse migratie. Meestal wordt er met migratie de buitenlandse migratie bedoeld. Migranten ‐ Een migrant is de persoon die migreert. Er zijn verschillende redenen waarom een migrant verhuisd . Soorten migranten: Gastarbeider: Iemand die gevraagd is om in Nederland te komen werken Arbeidsmigrant: Iemand die naar Nederland komt om te werken. Europese migrant: Iemand uit een ander land van de Europese Unie. Deze persoon komt in Nederland wonen en werken. Huwelijks migrant: Iemand die naar Nederland komt om met een Nederlander(se) te trouwen. Gezinshereniging: Een immigrant die in Nederland is komen wonen, laat zijn gezin naar Nederland komen. Dit gezin was achtergebleven in het land van herkomst. Migratiemotief ‐ De reden waarom mensen migranten zich ergens anders vestigen (migreren). Migratiesaldo ‐ Het aantal emigranten min het aantal immigranten. Een positief migratiesaldo betekent dat er meer immigranten zijn gekomen dan de vertrokken emigranten. Een negatief migratiesaldo is wanneer er meer emigranten zijn vertrokken dan dat er immigranten zijn bijgekomen. >>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
20
Vooroordelen ‐ Vooroordelen zijn meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. Vluchten ‐ In veel haast verlaten mensen hun huis en bezittingen (woongebied) omdat er gevaar is. Mensen vluchten om politieke, sociale, economische en ecologische redenen. Vluchteling ‐ Een persoon die gedwongen wordt te vluchten omdat zijn of haar leven in gevaar is. Een vluchteling in Nederland is een asielzoeker die een verblijfsvergunning heeft gekregen. Deze persoon is dan door Nederland erkend als vluchteling. De definitie die men gebruikt komt uit het vluchtelingenverdrag.
"Een vluchteling is iemand die gegrond vrees heeft voor vervolging in zijn land van oorsprong op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep." Vluchtelingenkamp ‐ Een vluchtelingenkamp bestaat vooral uit tenten want het is een tijdelijke opvang voor vluchtelingen. In een vluchtelingenkamp zitten meestal vluchtelingen uit de omgeving. Vluchtelingenverdrag ‐ Het 'vluchtelingenverdrag van Geneve' van 1951 is een verdrag waarin afgesproken is dat vluchtelingen geholpen moeten worden. Dit verdrag is opgesteld na aanleiding van de joodse vluchtelingen die tijdens de tweede wereld oorlog geen bescherming hadden gekregen. Het vluchtelingenverdrag is door meer dan 150 landen ondertekend en deze zijn verplicht om vluchtelingen te helpen.
Les 2 ‐ Leven in veiligheid Aanmeldcentrum ‐ Om in Nederland asiel aan te vragen meldt de asielzoeker zich aan in een aanmeldcentrum. Hier worden de eerste gesprekken en onderzoeken gehouden. Het aanmeldcentrum is van de IND. Er zijn twee aanmeldcentra in Nederland: op Schiphol en in Ter Apel (provincie Groningen). Alleenstaande minderjarige asielzoeker (ama) ‐ Een kind jonger dan achttien jaar dat zonder ouders of familie asiel aanvraagt. Asiel ‐ Asiel aanvragen is 'bescherming vragen' aan Nederland. Doordat een vluchteling bescherming vraagt kan deze niet terug worden gestuurd naar (of uitgeleverd worden aan) het land van herkomst. De vluchteling heeft een politieke of sociale reden om te vluchten. Asielprocedure ‐ De asielprocedure is een onderzoek om uit te vinden of een asielzoeker wel echt gevaar loopt in zijn eigenland. In het onderzoek voert de IND gesprekken met de asielzoeker. De asielprocedure kan jaren duren. Uiteindelijk beslist de IND of een asielzoeker inderdaad levensgevaarlijk is in zijn land van herkomst en dus echt een vluchteling is. Asielzoekerscentrum (AZC) ‐ Een opvangcentrum voor asielzoekers die wachten op de uitslag van de asielprocedure. Meestal bestaat een AZC uit verschillende gebouwen en wonen er heel veel mensen bij elkaar. (bekijk de locaties AZC's: http://www.coa.nl/nl/opvanglocaties) Illegaal ‐ Een illegaal is een persoon die zonder verblijfsvergunning in een land verblijft. Dit is het geval voor vele uitgeprocedeerde asielzoekers, hun asielaanvraag is afgewezen en moeten
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
21
terug naar land van herkomst. Illegalen zijn ook mensen die onwettig Nederland binnenkomen (via mensensmokkelaars). Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) ‐ De IND heeft als taak het vreemdelingenbeleid van de Nederlandse overheid uit te voeren. Inburgeren ‐ Wie langdurig in Nederland komt wonen of een vluchteling met een verblijfsvergunning moet inburgeren. Met andere woorden: nieuwkomers moeten de taal leren spreken en de Nederlandse samenleving leren kennen. Ze kunnen dan sneller integreren en een baan vinden. Mensensmokkelaar ‐ iemand die tegen betaling mensen met valse of vervalste reisdocumenten de grens over smokkelt. Onveilig (gevoel) ‐ Je hebt het gevoel dat er iets engs/gevaarlijks gaat gebeuren. (gevaarlijk, bang, angstig) Verblijfsvergunning ‐ Een verblijfsvergunning is een document waarmee een vluchteling (of immigrant) in Nederland mag wonen en werken. Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) ‐ Vluchtelingenwerk Nederland is een organisatie die opkomt voor de belangen van vluchtelingen in Nederland. Veiligheid (gevoel van veiligheid) ‐ Je voelt je veilig wanneer je weet dat er bescherming is tegen gevaar. Je hoeft dus niet bang te zijn voor gevaar. Het gevoel van veiligheid heeft met de plek (locatie) en personen te maken. Ook spelen omstandigheden van zowel de plek (b.v. donker) als personen (b.v. vrienden of familie) mee.
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
22
Extra informatie 1. Actualiteit uit het nieuws over asielzoekers/vluchtelingen in Nederland. In de afgelopen tijd (2012 ‐ 2013) staan er verschillende berichten in het nieuws veel over asielzoekers en over de Nederlandse asielprocedure. Te denken is bijvoorbeeld aan Mauro (eind 2011/begin 2012), het tentenkampen in Ter Apel (2012 ), de hongerstaking door asielzoekers (mei 2013), mensenrechten en het Nederlandse asielbeleid (Amnesty ‐ mei 2013) etc. 2. Vluchtelingenwerk Nederland ‐ http://www.vluchtelingenwerk.nl/ ‐ Dynamische kaart: http://www.vluchtelingenwerk.nl/integratiebarometer/integratiebarometer‐kaart.php ‐ Jaarverslag (2012): http://www.vluchtelingenwerk.nl/jaarverslagen/jaarverslag‐2012.php 3. Rijksoverheid ‐ Asielbeleid ‐ http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/asielzoekers 4. Film: Refugees, Who Needs Them? Vier vluchtverhalen staan centraal in de film: van Ethiopië naar Amsterdam, van Libië naar Amersfoort, van Bhutan naar Venlo en van China naar Urk. (http://www.louishartloopercomplex.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=395 1:coming‐soon‐refugees‐who‐needs‐them&catid=22:evenementen&Itemid=60 ) 5. Mensensmokkel ‐ (en vluchtelingen) De overheid schildert mensensmokkel eenzijdig af als zware en grootschalig georganiseerde criminaliteit. Het overgrote deel van de migranten en vluchtelingen maakt tijdens hun reis naar Europa gebruik van mensensmokkelaars. Uit het proefschrift "Navigating Borders" van IMES‐ onderzoekster Ilse van Liempt blijkt dat de vluchtelingen en migranten hen veel meer zien als noodzakelijke dienstverleners dan als gevaarlijke misdadigers. Haar onderzoek helpt helaas de overheid om smokkelroutes en ‐structuren beter te leren kennen en te bestrijden. http://www.doorbraak.eu/gebladerte/11296f82.htm
>>> TNO/Codename Future ‐ Tel. 070 ‐ 3024770 ‐ Fax. 070 ‐ 3644934 – www.codenamefuture.nl
23