CO2-emissieverantwoording 2013-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.0, 26 mei 2014

CO2-emissieverantwoording 2013-H1 Schagen Groep volgens ISO 14064-1

Versie 2.0, 26 mei 2014.

Opgesteld door Gecontroleerd door Vastgesteld en vrijgegeven door

Schagen Groep Beheer BV Postbus 619 8000 AP Zwolle Hanzeweg 21 8061 RCHasselt Tel: 038-4771741 Fax: 038-4773162 [email protected] www.schagengroep.nl

Naam G.J. Molenaar H. Dolstra J. Schagen

Functie KAM-coördinator KAM-manager Directeur

Datum 26 mei 2014 26 mei 2014 26 mei 2014

Inhoudsopgave 1.

BASIS JAAR EN RAPPORTAGE PERIODE ................................................................................ 3

1.1

Rectificaties en aanvullingen voorgaande rapportages ............................................................... 3

2.

EMISSIES EN DOELSTELLINGEN .......................................................................................... 3

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

Gekwantificeerde GHG emissies .................................................................................................. 3 Voortgang reductiedoelstellingen ................................................................................................ 3 Trends ........................................................................................................................................... 4 Verbranding van biomassa ........................................................................................................... 4 GHG verwijderingen ..................................................................................................................... 4 Uitsluitingen ................................................................................................................................. 4

3.

KWANTIFICERINGSMETHODEN.......................................................................................... 4

4.

GHG EMISSIES EN VERWIJDERINGSFACTOREN........................................................................ 5

5.

NAUWKEURIGHEID ....................................................................................................... 5

6.

UITGEBREIDE VERDELING PER WERKMAATSCHAPPIJ ................................................................ 6

6.1

Totaaloverzicht ............................................................................................................................. 6

CO2-emissieverantwoording over 2013-H1 Schagen Groep Beheer BV

Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 2 van 9

1.

BASIS JAAR EN RAPPORTAGE PERIODE

Deze rapportage heeft betrekking op de eerste 6 maanden van 2013. De eerste inventarisatie is uitgevoerd over 2009 (basisjaar). Omdat de emissie-inventaris over 2010 voor het eerst in zijn geheel is geverifieerd geldt 2010 als referentiejaar. 1.1

Rectificaties en aanvullingen voorgaande rapportages

Versie 1.0 2.0

Wijzigingen In 2013 bleek dat het dieselverbruik van Betoncentrale sinds de invoering is meegenomen bij Schagen Materieelservice. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De wijziging betreft dus een verschuiving van emissie tussen twee vennootschappen. Daarnaast zijn de activiteiten van Installatiebedrijf Bouwmeester beëindigd per 1 januari 2013. De emissie en doelstellingen zijn hierop aangepast.

2.

EMISSIES EN DOELSTELLINGEN

2.1

Gekwantificeerde GHG emissies

De CO2-emissies zijn hieronder per vennootschap weergegeven: 2010 2013-H1 Reductie tov 2010 Bedrijf 1 2 Totaal 1 2 Totaal 1 2 Totaal Menginstallatie Overijssel 3.006 307 3.313 1.026 5 1.031 954 297 1.251 Schagen Materieelservice 1.598 47 1.645 523 0 523 553 47 600 Bouwbedrijf Salverda 692 404 1.096 512 55 567 333294 38Schagen Zwolle 207 294 501 108 105 213 884 76 Schagen Infra 81 47 128 37 1 38 7 45 52 Schagen Groep 67 36 104 31 1 32 5 35 40 Schavast Projectontwikkeling 111 33 144 71 1 72 3132 0 Betoncentrale Hasselt 39 69 108 14 0 14 12 69 81 Covatra 20 46 66 3 1 3 14 45 59 Jac. Admiraal 13 17 30 1 0 1 11 16 27 Eindtotaal 5.835 1.301 7.136 2.326 169 2.494 1.184 963 2.147 Tabel 1: Overzicht uitstoot eerste helft van 2013 t.o.v. 2010 in tonnen 2.2

Voortgang reductiedoelstellingen

De doelstelling voor 2013 bedraagt in totaal 369 ton (55 ton scope 1 en 314 ton scope 2). Uit de emissie-inventaris blijkt dat, indien de emissies over de eerste zes maanden met twee worden vermenigvuldigd, de CO2-emissie van de Schagen Groep over 2013 met maar liefst 2.147 ton (30%) zal dalen ten opzichte van 2010. Hierbij dient te worden aangetekend dat de Menginstallatie Overijssel de eerste drie maanden zeer beperkt heeft geproduceerd als gevolg van jaarlijks onderhoud aan de installatie. Hierdoor is ook de uitstoot van Schagen Materieelservice traditioneel de 2e helft van het jaar aanzienlijk hoger. Globaal kan gesteld worden dat emissie in de tweede helft van het jaar bij de Menginstallatie Overijssel en Schagen Materieelservice bijna 2x zo hoog zullen zijn als in de eerste helft van het jaar. Dit zou betekenen dat de behaalde reductie circa 1.500 ton lager uit zal komen.


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 3 van 9

Zoals het er nu uitziet zullen de doelstellingen voor 2013 ruimschoots gehaald worden, echter de doelstellingen en de daadwerkelijk behaalde reductie zullen over geheel 2013 dichter bij elkaar liggen. 2.3

Trends

Uit de onderstaande grafiek blijkt dat de maatregelen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd effectief zijn. 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 -

2009

2010

Scope 2

1.306

1.301

843

622

337

Scope 1

6.485

5.835

5.682

5.528

4.652

7.136

7.014

6.907

6.886

Doel

2011

2012

2013-H1

2013

2014

2015

6.886

6.729

6.566

Figuur 3: Trend in CO2-uitstoot (ton) 2.4

Verbranding van biomassa

In de rapportageperiode was geen sprake van verbranding van biomassa binnen de Schagen Groep. 2.5

GHG verwijderingen

In de rapportageperiode was geen sprake van broeikasgasverwijdering binnen de Schagen Groep. 2.6

Uitsluitingen

Gebruik van aircorefigerants (koude middelen) behoort tot de directe GHG emissies. De CO2prestatieladder vermeldt echter dat de emissie door lekkage van koude middelen niet verplicht hoeft te worden gerapporteerd. Omdat extrapolatie aan de hand van aannames wegens de specifieke eigenschappen van de verschillende koudemiddelen onbetrouwbaar is, is ervoor gekozen om de koude middelen niet in het totaal mee te rekenen.

3.

KWANTIFICERINGSMETHODEN

Voor het kwantificeren van de CO2-uitstoot is gebruik van diverse bronnen, welke in de onderstaande tabel zijn weergegeven.


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 4 van 9

Emissiebron

Bron data

Scope 1 Brandstof

Opgave leveranciers, facturen, tankbonnen en meterstandenformulieren

Zakelijk verkeer

Opgave leveranciers

Scope 2 Elektriciteit

Facturen leveranciers en meterstandenformulieren

Zakelijk gebruik privéauto’s

Kilometerdeclaraties

Zakelijk luchtverkeer

Facturen leveranciers

Scope 3 Woon-werkverkeer

Voor zover gedeclareerd, opgenomen onder brandstof c.q. zakelijk gebruik privé-auto.

Tabel 3: Kwantificeringsmethoden

4.

GHG EMISSIES EN VERWIJDERINGSFACTOREN

In eerste instantie zijn de emissiefactoren uit de CO2-prestatieladder gehanteerd. Omdat het gaat om zeer specifieke emissiefactoren op nationaal niveau, zijn de gehanteerde emissiefactoren zeer geschikt voor het omrekenen van de broeikasgas activiteiten data naar de daarmee gepaard gaande CO2-emissie. Daar waar de CO2-prestatieladder geen emissiefactoren geeft (bijv. Aspen), worden internationaal erkende emissiefactoren gebruikt. Omdat de internationale factoren minder specifiek zijn, is de daarmee berekende CO2-uitstoot minder nauwkeurig. Betere factoren zijn echter niet beschikbaar. Alle gebruikte emissiefactoren zijn opgenomen in bijlage 2.

5.

NAUWKEURIGHEID

De gepresenteerde resultaten moeten worden geïnterpreteerd als ‘best-guess’-waarden, omdat de meeste invoervariabelen omgeven worden door een onzekerheidsmarge. Deze onzekerheid wordt bepaald door de onzekerheid in de beschikbare data. De onzekerheidsmarge van de invoervariabelen die betrekking hebben op de beschikbare energiegebruikdata hebben een onzekerheidsmarge van maximaal 5%.


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 5 van 9

6.

UITGEBREIDE VERDELING PER WERKMAATSCHAPPIJ

6.1

Totaaloverzicht

Bedrijf Menginstallatie Overijssel Bouwbedrijf Salverda Schagen Materieelservice Schagen Zwolle Schavast Projectontwikkeling Schagen Infra Schagen Groep Beheer Betoncentrale Hasselt Covatra Jac. Admiraal Totaal

Scope 1

Scope 2

Brandstof

Elektriciteit

Gebouwen Productie Vervoer Projecten Subtotaal 1.026 1.026 43 257 213 512 15 501 7 523 108 108 71 37 29 3 0 127

2 14 0 0 1.040

1 868

291

Zakelijk gebruik Gebouwen Productie Projecten privéauto Subtotaal Totaal 5 5 1.031 1 1 53 55 567 0 0 523 105 105 213

71 37 31 14 3 1 2.326

1 1 1 0 1 0 4

5

2

158

1 1 1 0 1 0 169

72 38 32 14 3 1 2.494

Tabel 3: Uitstoot per werkmaatschappij, scope en scopeonderdeel over de eerste helft van 2013


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 6 van 9

1.200

1.000

800

600

400

200

0

Menginst. Overijssel

Schagen Materieel

Bouwbedrijf Salverda

Schagen Zwolle

Schavast Projectontw.

1

1.026

523

512

108

71

37

2

5

0

55

105

1

1

Covatra

Betoncentrale Hasselt

Jac. Admiraal

31

3

14

1

1

1

0

0

Schagen Infra Schagen Groep

Figuur 4: Staafdiagram uitstoot CO2(ton) per werkmaatschappij en scope over de eerste helft van 2013.


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 7 van 9

Bijlage 1 – Verklarende woordenlijst Termen in dit rapport Directe GHG emissies Brandstof Koudemiddelen Indirecte GHG emissies Elektriciteit Zakelijk gebruik privé-auto Zakelijke vliegreizen

Termen volgens CO2-prestatieladder Scope 1 Fuel used Airco refrigerants Scope 2 Electricity purchased Personal cars for business travel Business air travel

In deze rapportage zijn Nederlandse termen aangehouden. Deze bijlage geeft de conversie naar het scopediagram uit de CO2-prestatieladder


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 8 van 9

Bijlage 2 – Gebruikte conversiefactoren energie Vervoerstype

Specificatie

Brandstof

Conver- Eenheid siefactor

Elektriciteit groen (windenergie)

Elektriciteit 0,015

kg / kWh

Personenvervoer personenauto

Benzine

2,780

kg / liter


Diesel

3,135

kg / liter


LPG

1,860

kg / liter

Personenvervoer personenauto < 1,4 ltr *

Benzine

0,185

kg / km

Personenvervoer personenauto 1,4 – 2,0 ltr

Benzine

0,220

kg / km

Personenvervoer personenauto > 2,0 ltr

Benzine

0,305

kg / km

Personenvervoer personenauto gemiddeld

Benzine

0,215

kg / km

Personenvervoer personenauto < 1,7 ltr

Diesel

0,155

kg / km

Personenvervoer personenauto 1,7 – 2,0 ltr

Diesel

0,195

kg / km

Personenvervoer personenauto > 2,0 ltr

Diesel

0,265

kg / km


Diesel

0,205

kg / km


LPG

0,175

kg / km


Onbekend

0,210

kg / km

Goederenvervoer algemeen

Benzine

2,780

kg / liter


Diesel

3,135

kg / liter


LPG

1,860

kg / liter

Overige energiedragers

Benzine

2,780

kg / liter


Diesel

3,135

kg / liter


LPG

1,860

kg / liter


Petroleum

3,710

kg / liter


Aardgas

1,825

kg / Nm3


Propaan

1,53

kg / liter


Acetyleen

3,380

kg / kg

Opmerkingen

Bepaald op basis molecuulmassa

Tabel 4: Conversiefactoren


Versie 2.0 – 26 mei 2014

Pagina 9 van 9

CO2-emissieverantwoording scope 3 over 2013-H1 Schagen Groep volgens ISO 14064-1

Versie 1.0, 7 oktober 2013.

Opgesteld door Gecontroleerd door Vastgesteld en vrijgegeven door

Schagen Groep Beheer BV Postbus 619 8000 AP Zwolle Hanzeweg 21 8061 RC Hasselt Tel: 038-4771741 Fax: 038-4773162 [email protected] www.schagengroep.nl

Naam G.J. Molenaar H. Dolstra J. Schagen

Functie KAM-coördinator KAM-manager Directeur

Datum 07-10-2013 07-10-2013 14-10-2013

1.

DOELSTELLINGEN

1.1 Doelstellingen scope 3 De reductiedoelstelling voor 2013 over scope 3 is vastgesteld op 215 ton. Dit komt overeen met circa 3% van de totale uitstoot in scope 3. Deze hoeveelheid is als volgt verdeeld: Keten 2013 Relatie Maatregel Afval 5 Omzet Gescheiden inzameling folies Asfalt 10 Productie Verhogen percentage asfaltgranulaat Beton 200 Productie Verschuiven van CEM I naar CEM II of III Totaal 215

Verantwoordelijke Projectleiders en Hoofd TD Projectleiders en chef asfaltmolen Projectleiders en directeur betoncentrale

Tabel 1: Reductiedoelstellingen scope 3 voor 2013

2.

VOORTGANG REDUCTIEPROGRAMMA

2.1 Afval In de tweede helft van 2012 is gestart met het inzamelen van folies. De resultaten zijn hieronder in tabelvorm weergeven. Ingezamelde folies (ton) Behaalde CO2-reductie (ton) Periode 2010 2012 2013-H1

0 1,3 0,68

7,8 4,1

Tabel 2: Resultaten afval De doelstelling voor 2013 is in de eerste helft van 2013 al bijna gehaald. Dit beter dan verwachte resultaat komt over een met 2012. We zijn instaat meer folie gescheiden in te zamelen dan vooraf ingeschat! De doelstelling voor het CO2-emissieplan geldend vanaf 2014 zal naar boven worden bijgesteld. 2.2 Asfalt Het percentage asfaltgranulaat dat wordt ingezet bij de productie van nieuw asfalt vertoond een sterk stijgende lijn. Doordat voor bijna alle mengsels nieuwe CE-verklaringen beschikbaar zijn gekomen kan met steeds hogere PR-percentages worden geproduceerd. Productie Productie Granulaat % granu- % granu- Extra gra- Reductie totaal met PR (ton) laat op to- laat op PR nulaat CO2 Periode (ton) (ton) taal (ton) (ton) 194.268 136.812 61.525 31,7% 45,0% 2010 2012 190.151 120.565 31.096 32,1% 50,7% 6.877 185 2013-H1 62.961 42.829 23.540 37,4% 55,0% 19.260 115 Tabel 3: Resultaten asfalt De geplande reductie is extreem overschreden. De oorzaak hiervan is dat bij het opstellen van de doelstelling nog geen is gehouden met de installatie van een nieuwe PR-trommel met een hogere capaciteit. De doelstelling voor het CO2-emissieplan geldend vanaf 2014 zal naar boven worden bijgesteld.

CO2-emissieverantwoording scope 3 over 2013-H1 Schagen Groep Beheer BV

Versie 1.0 – 7 oktober 2013

Pagina 2 van 3

2.3 Beton In de eerste helft van 2013 is de gemiddelde uitstoot per m3 mortel als gevolg van het gebruik van cement uitgekomen net onder de 0,12 ton CO2 per m3. Dit resulteert in een reductie van maar liefst 556 ton. Hoeveelheid (m3) CO2-emissie (ton) kg CO2/m3 Reductie (ton) 2010 36.104 5.738 159 2012 48.037 6.078 127 519 2013-H1 13.937 1.659 119 556 Tabel 4: Resultaten beton Dit zeer positieve resultaat is veroorzaakt doordat in de eerste maanden relatief veel betonmortel geproduceerd is met CEM III. Doordat de mogelijkheden voor het inzetten van CO2-arme cementsoorten veelal door klantvragen bepaald wordt is de kans aanzienlijk dat de resultaten de tweede helft van 2013 enigszins zullen teruglopen ten opzichte van de eerste helft van 2013. De doelstelling voor 2013 is echter al meer dan dubbel gehaald. De doelstelling voor het CO2-emissieplan geldend vanaf 2014 zal naar boven worden bijgesteld.

3.

CONCLUSIE

De totale CO2-reductie in scope 3 is over de aspecten die we gemeten hebben met 675 ton gedaald, terwijl de doelstelling 215 ton bedroeg. De doelstellingen zijn ruimschoots gehaald. 3.1 Evaluatie doelstellingen Uit het feit dat de doelstellingen ruimschoots gehaald zijn (mede door de veranderde vraag van klanten en onvorziene wijzigingen in de installaties die een positieve invloed gehad hebben) kan achteraf de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen niet erg ambitieus gesteld waren. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat er sprake was van relatieve onbekendheid met de materie en het lastig is een inschatting te maken van de tijdsduur die benodigd is om de maatregelen in te voeren. Mede dankzij de inzet van de betrokken medewerkers is de invoering soepeler verlopen dan vooraf ingeschat. Dank hiervoor! Bij het opstellen van het emissieplan voor de periode 2014-2016 zal rekening gehouden worden met de opgedane ervaring.

CO2-emissieverantwoording scope 3 over 2013-H1 Schagen Groep Beheer BV

Versie 1.0 – 7 oktober 2013

Pagina 3 van 3

CO2-emissieverantwoording 2013-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.0, 26 mei 2014

Recommend Documents