CO2-emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V. 1e halfjaar 2015
Definitief
Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 november 2015
QRA2015.049, revisie D1
1
Inleiding en basisgegevens
1.1 Inleiding Grontmij (part of Sweco) heeft de ambitie om bij te dragen aan de verduurzaming van onze leefomgeving. Wij willen meerwaarde leveren bij het oplossen van actuele en toekomstige maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, toenemende urbanisatie en mobiliteitsbehoeften, het opraken van hulpbronnen en tekort aan schoon water. Ook in onze eigen bedrijfsvoering willen wij onze verantwoordelijkheid nemen. Daarom streeft Grontmij naar continue verbetering van haar energie-efficiëntie en vermindering van de bijbehorende CO2-uitstoot. Deze CO2-emissierapportage geeft een samenvatting van relevante kentallen van ons energieverbruik, onze CO2-reductiedoelen en de actuele voortgang hierop. 1.2 Beschrijving van de organisatie & Organisatorische Grenzen Grontmij is sinds oktober 2015 onderdeel van Sweco, het grootste architecten- en ingenieursadviesbureau in Europa. Sweco ontwerpt en ontwikkelt de samenleving en steden van de toekomst. Ons werk leidt tot duurzame gebouwen, efficiënte infrastructuur en toegang tot duurzame energie en schoon water. De organizational boundary voor deze CO 2-emissierapportage is Grontmij Nederland Holding B.V. Kortgezegd betreft dit nagenoeg alle (>97%) locaties, activiteiten en werknemers van Grontmij in Nederland. Grontmij Nederland Holding B.V. omvat de juridische entiteiten Grontmij Nederland B.V., Grontmij Capital Consultants B.V. en Grontmij Vastgoedmanagement B.V. Een nadere toelichting op de Organizational Boundary en de totstandkoming hiervan wordt gegeven in het document “Organizational Boundary Grontmij Nederland Holding B.V.” 1.2.1 Aanpassing boundary en basisjaar Basisjaar en boundary zijn in de 1e helft van 2015 niet gewijzigd. De overname door Sweco (na de hier gerapporteerde periode) leidt vooralsnog niet tot wijziging van de boundary. 1.3 Rapportageperiode Deze periodieke rapportage beschrijft de CO 2-emissies over de 1e helft van 2015. 1.4 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Voor de berekening over de 1e halfjaar van 2015 is gebruik gemaakt van de CO2conversiefactoren conform versie 2.2 van de CO 2-prestatieladder. Vanaf de volgende berekening (jaarrapport 2015) zal gerekend worden met de sterk herziene factoren conform versie 3.0 (en wordt een nieuw basisjaar gekozen). Een nadere beschrijving van de herkomst en het verwerkingsproces van de brondata en de toegepaste berekeningsmethode, is desgewenst terug te vinden in een afzonderlijke achtergrondrapportage. Deze is op aanvraag verkrijgbaar. 1.5 Verificatie Conform het Handboek CO 2-Prestatieladder laten wij onze CO 2-footprint minimaal eenmaal per drie jaar verifiëren door een daartoe bevoegde instantie. De meest recente verificatie betrof de emissieverificatie van de CO 2-uitstoot over geheel 2013.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 3 van 10
2
Basisjaar 2009
2.1 Basisjaar Het eerste jaar waarop Grontmij Nederland Holding B.V. een volledige emissie-inventarisatie heeft uitgevoerd is 2009. Dit is het basisjaar, ten opzichte waarvan de voortgang wordt vergeleken. Herberekening van het basisjaar heeft plaatsgevonden in 2011, na wijziging van conversiefactoren voor elektriciteit, stadsverwarming en vliegreizen. In 2013 gaf opname van bedrijfsonderdeel VGM in de boundary aanleiding tot een herberekening van voorgaande jaren.
2.2 Basisjaar en historische gegevens De CO2-footprint van het (herberekende) basisjaar ziet er op basis van bovengenoemde conversiefactoren als volgt uit: Tabel 2-1 Scope
(Herberekende) emissies in het basisjaar 2009
Emissiestroom
1
Verwarming
1
Lease- & Bedrijfsauto's
2
Elektra - Grijs
2
Vliegreizen
2
Privéauto - Zakelijk
3*
Privéauto - woon/werk
3*
OV – zakelijk
3*
OV – woon/werk Subtotaal Scope 1 Subtotaal Scope 2 Subtotaal Scope 3
Totale Uitstoot
Uitstoot (ton CO₂)
Per fte (2471)
1.224
0,50
5.321
2,15
2.778
1,12
137
0,06
1.685
0,68
1.032
0,42
96
0,04
286
0,12
6.545
2,65
4.601
1,86
1.414
0,57
12.560
5,08
*Scope 3 werd in 2009 nog niet bepaald. Bovengenoemde waarden voor scope 3 zijn daarom bepaald op basis van extrapolatie van de gegevens uit 2010.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 4 van 10
3
CO2-emissies in 1e halfjaar 2015
3.1 Directe en indirecte emissies 1e halfjaar 2015 De CO2-uitstoot per emissiestroom en per scope – zowel absoluut als per werknemer (in fulltime equivalent of fte) – wordt weergegeven in onderstaande grafiek en tabel. Het gemiddeld aantal fte’s over de gerapporteerde periode bedraagt 1656.
Figuur 3-1
Tabel 3-1 Scope
Grontmij Nederland Holding B.V. CO2-emissies per emissiestroom in 2015 H1.
Emissies in 1e halfjaar 2015
Emissiestroom
Energieverbruik Hoeveelheid (x mln.) eenheid
1
Kantoren gasverbruik
0,1
m3 (gas)
1
Lease- & bedrijfsauto's
0,8
Liter brandstof
2
Kantoren elektra (NL windenergie)
2
Stadsverwarming
2 2
1,9
kWh
0,001
GJ
Vliegreizen
0,5
km
Privéauto - Zakelijk
2,5
km
3
Privéauto - woon/werk
2,9
km
3
OV - zakelijk
0,6
km
3
OV - woon/werk
1,0
km
Subtotaal Scope 1 Subtotaal Scope 2 Subtotaal Scope 3 Totale Uitstoot
Uitstoot (ton CO₂) Absoluut per fte
244 2.237 29 16 83 522 607 37 64 2.481 650 708 3.839
0,15 1,35 0,02 0,01 0,05 0,32 0,37 0,02 0,04 1,50 0,39 0,43 2,32
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 5 van 10
CO2-emissies in 1e halfjaar 2015
De CO2-uitstoot van onze werkzaamheden in specifieke (met CO 2-gunningsvoordeel verkregen) projecten wordt berekend op basis van de hierboven aangegeven verdeling. Voor een nadere specificatie hiervan wordt verwezen naar de achtergrondrapportage. 3.2 Energieverbruik en wijzigingen kantoren Het energieverbruik van onze panden wordt meegeteld zolang wij eindgebruiker zijn van (en/of de energierekening betalen voor) het pand, dus ook wanneer het pand inmiddels leeg staat. Dat zijn alle panden zoals genoemd in de adressenlijst op onze website, plus een aantal leegstaande locaties en kleinere panden zoals laboratoria en projectlocaties. Stadswarmte wordt apart weergegeven in scope 2, in plaats van zoals eerder (formeel niet correct) met gas samengevoegd tot ‘verwarming’ in scope 1. Om praktische redenen zullen we hier op dit moment geen herberekening van voorgaande jaren voor uitvoeren, maar nemen we dit integraal mee bij de eerstvolgende omvangrijker wijziging van rekenmethoden en basisjaar na 2015.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 6 van 10
4
Voortgang CO2-reductie
4.1 CO2-reductiedoelstellingen Grontmij heeft CO2-reductiedoelstellingen geformuleerd voor 2015. Deze doelstellingen zijn geformuleerd per fte en ten opzichte van basisjaar 2009. Voor de doelstellingen voor tussenliggende perioden wordt uitgegaan van lineaire voortgang. Doelstelling voor 1 e halfjaar 2015 is dus als volgt:
Tabel 4-1
Emissiedoelstellingen per (eind) 2015 en – daaruit afgeleid – voor 1 e halfjaar 2015
Scope
Emissiestromen
Doelstelling 2015
Doelstelling 2015 H1
Scope 1
Leaseauto’s, Gas
-15 %
-13,8 %
Scope 2
Elektra, Stadsverwarming, Vliegreizen, Privéauto zakelijk
-40 %
-37 %
Scope 3
OV en Woonwerk-kilometers
0%
0%
4.2 Voortgang emissiereductie Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de uitstoot per fte, sinds het basisjaar. De doelstelling voor het gerapporteerde jaar is eveneens als aparte balk toegevoegd.
Figuur 4-1
Ontwikkeling CO2 uitstoot per emissiestroom en per fte, vanaf 2009.
Tabel 4-2 geeft de relatieve omvang van elke emissiestroom weer voor basisjaar 2009 en voor 1e halfjaar 2015, en de voortgang ten opzichte van 2009, zowel in absolute zin als per fte.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 7 van 10
Voortgang CO2-reductie
Tabel 4-2
Voortgang CO2-Emissies 2015 t.o.v. 2009
Emissiestroom
Relatieve
Relatieve
Voortgang
omvang
Omvang 2015H1
absoluut
Voortgang/fte
6%
-60%
-40% +26%
2009 Gas
10%
Leaseauto's
42%
58%
-15%
Elektriciteit
22%
0,7%
-98%
-97%
Stadsverwarming
0,2%
0,4%
+13%
+69%
Vliegreizen
1,1%
2,2%
+21%
+80%
Privéauto zakelijk
13%
14%
-38%
-8%
8%
16%
+18%
+76%
Collectief (OV) - zakelijk
0,8%
1,0%
-24%
+13%
Collectief (OV) - woonwerk
2,3%
1,7%
-55%
-33%
Subtotaal Scope 1
52%
65%
-24%
+14%
Subtotaal Scope 2
37%
17%
-72%
-58%
Subtotaal Scope 3
11%
18%
0%
+49%
Privéauto woonwerk
De verandering van CO2-uitstoot per fte sinds 2009, bedraagt voor scope 1, 2 en 3 dus respectievelijk +14% (toename), -58% en +49%. Een kort overzicht van de belangrijkste effecten per emissiestroom: · Gas: sluiting van kantoren en het feit dat er geen gas gestookt wordt op onze nieuwe kantoren (Rotterdam stadsverwarming, Groningen elektrisch), hebben hier geleid tot een afname. Ook het weer heeft duidelijke invloed op deze emissiestroom. · Bij leaseauto’s is er – gemeten in tonnen uitstoot CO 2- sprake van slechts een beperkte reductie t.o.v. het basisjaar 2009. Het achterblijven bij de reductiedoelstellingen wordt gedurende de laatste paar jaar met name veroorzaakt door een toename van de reisafstanden door sluiting van kantoren en het feit dat de organisatie minder regionaal en meer nationaal is gaan werken. Deze toename van reisafstanden was uiteraard niet voorzien bij het vastleggen van de doelstellingen en heeft als zodanig dan ook geleid tot een toename van onze CO2-uitstoot. Deze toename heeft per saldo de reductie van onze CO 2-uitstoot ten gevolge van reductiemaatregelen gericht op onze leasevloot, voor een deel teniet gedaan. Uitgedrukt in fte, is er sprake van een stijging van de uitstoot. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er de afgelopen jaren een sterke vermindering in FTE (van 2471 in 2009 naar 1656 in 1e halfjaar 2015) heeft plaatsgevonden. In de groep van uitgestroomde medewerkers zijn de leaserijders ondervertegenwoordigd. · Elektriciteit levert de sterkste bijdrage aan onze CO 2-emissiereductie, doordat we ons volledige elektriciteitsverbruik nu duurzaam inkopen (Nederlandse windenergie). · Vliegkilometers nemen toe, ten gevolge van het toenemende internationale karakter van onze werkzaamheden. · Privéauto woon-werk is toegenomen door grotere woonwerk-afstanden ten gevolge van sluiting van kantoren. In algemene zin is tussen 2009 en 1e halfjaar 2015 het aantal fte’s bijna net zo sterk gedaald (33%) als de uitstoot (-39%). De uitstoot per fte is daardoor minder afgenomen dan we hadden beoogd.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 8 van 10
Actuele maatregelen en aanpak
5
Actuele maatregelen en aanpak
5.1 Algemeen De bijdrage van Grontmij aan CO 2-reductie zit zowel in onze bedrijfsvoering als in de inhoud van onze projecten. Wij hebben de ambitie om met onze projecten een voortdurende bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de wereld om ons heen. Dit komt tot uiting in de belangrijkste onderwerpen waarop wij ons eerder vanuit de strategie van Grontmij N.V. vanaf 1 oktober 2015 vanuit Sweco AB willen focussen, zoals infrastructuur, energie, duurzame gebouwen, mobiliteit, water en milieu. Een uitgebreidere toelichting hierop is terug te vinden op de website van Sweco AB. Wij spannen ons in om in de praktische uitvoering van projecten en in onze dagelijkse bedrijfsvoering, verder bij te dragen aan een duurzamere wereld. Een aantal concrete maatregelen die we op dit vlak ondernemen in het uitvoeren van onze projecten en in onze bedrijfsvoering, worden in dit hoofdstuk benoemd. 5.2 Maatregelen in projecten Verreweg de grootste invloed op de CO 2-uitstoot van onze projecten zit meestal niet in de eigen CO2-uitstoot om het project te realiseren, maar wordt veroorzaakt door de uitstoot in de levenscyclus (aanleggen, uitvoeren, gebruik, sloop) van de door ons gemaakte ontwerpen. Daarom proberen wij ook deze CO2-uitstoot van onze projecten te beperken. Een overzicht van inspanningen die wij dit jaar hebben geleverd:
· Sustainability by Design. Begin 2014 is door de directie een nieuw MVO-beleid vastgesteld. Duurzaamheid in projecten speelt hierin een prominente rol. Voor projectleiders is een vernieuwde Instructie “Sustainability by Design” in projecten opgesteld die in de eerste helft van 2014 is geïmplementeerd. Hierin wordt explicieter beschreven hoe duurzaamheid (incl. CO2-reductie) opgenomen kan worden in de uitvoering van onze projecten. Hoewel een herziening opnieuw nodig zal zijn om het beleid van Grontmij Nederland af te stemmen op dat van ons nieuwe moederbedrijf, is daar op moment van schrijven nog geen informatie over beschikbaar. · Offerteproces. Voortvloeiend uit voorgaande punt, hebben wij duurzaamheid explicieter meegenomen in het vernieuwde werkproces (OpEx) vanaf de start van het offerteproces van onze projecten. Hierdoor wordt van de projectleider gevraagd al voor aanvang van het project op hoofdlijnen na te denken hoe en volgens welke methodes duurzaamheid (incl. CO 2reductie) meegenomen kan worden in het project. · Tools & Methodes. Grontmij biedt haar medewerkers diverse methoden en tools aan waarmee zij duurzaamheid in projecten kunnen meenemen. ° De duurzaamheidswaaier Suspindle bijvoorbeeld, geeft een kader waarin we bij Grontmij werken aan het verduurzamen van onze (ontwerp)projecten, uitgaande van de levenscyclus van het product of dienst. Ook andere eigen tools of documenten zoals Laagste Maatschappelijke Kosten (LMK), ‘Mensen Maken De Stad’ of de ‘Bewuster’, geven handvatten voor verduurzaming in projecten. ° Daarnaast hebben onze projectleiders en adviseurs een veelheid van duurzaamheidstools van klanten en andere externe partijen tot hun beschikking, zoals BREEAM, DuboCalc, omgevingswijzer of ambitieweb. · Informatievoorziening. Interne informatievoorziening over duurzaamheidsmethodes en CO2-reductietools in projecten hebben wij sterk verbeterd middels een afzonderlijke insitepagina met informatie over het meenemen van duurzaamheid en CO 2-reductie in projecten.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 9 van 10
Actuele maatregelen en aanpak
· Ketenanalyses. Vanaf 2013 hebben wij verschillende ketenanalyses uitgevoerd en afstudeerstages aangeboden om de belangrijkste emissiestromen in de hele keten of levenscyclus van projecten te bepalen en kwantificeren. Ook zijn wij de afgelopen jaren initiatiefnemer of medeontwikkelaar geweest van diverse innovaties op o.a. het gebied van duurzaamheid en CO2-reductie. Daarnaast hebben we het bepalen en reduceren van CO 2emissiestromen ook beter en explicieter opgenomen in de kwaliteitsprocedures die van toepassing zijn op onze projecten. · Samenwerking in kennismanagement. Door samen te werken met andere partijen in onze keten kunnen wij meer bereiken dan Grontmij alleen. Daarom neemt Grontmij actief deel aan verschillende samenwerkingsverbanden zoals Clean Tech Delta, kennisplatform Duurzaam Spoor van Railforum, of het Expertnetwerk Duurzame GWW van NL Ingenieurs en zijn wij mede-initiatiefnemer van De Duurzame Leverancier. 5.3 Maatregelen in onze bedrijfsvoering 5.3.1 Maatregelen tot heden In de eigen bedrijfsvoering heeft Grontmij de afgelopen jaren al veel maatregelen genomen om onze CO2-uitstoot te reduceren, waaronder: · Installatie van energy-profilers op kantoren; · Overstap naar 100% groene stroom (windenergie uit Nederland); · Energieverbruikscriteria (zoals CO2-limiet) voor nieuwe leaseauto’s en bedrijfsauto’s; · Invoering videoconferencing / MS Lync binnen de gehele Grontmij groep; · Criteria voor duurzaam inkopen; · Mede-initiatiefnemer van de Duurzame Leverancier (duurzameleverancier.nl) · Halvering van het kantooroppervlak en duurzaamheidscriteria voor nieuwe kantoren · Diverse duurzaamheidsmaatregelen op zowel nieuwe als oude kantoren (verlichtingssensoren, energiezuinige serverruimten, energiezuiniger verlichting, etc.) · Aanbieden van e-Driver (programma voor veilig en zuinig rijden) aan ons personeel (2013). · Invoering van Het Nieuwe Werken (HNW); 5.3.2 Aanvullende maatregelen in 2015 Ondanks de reeds genoemde maatregelen blijkt de behaalde CO 2-reductie per fte, nog achter te blijven bij onze doelstelling. Dit is mede het gevolg van ontwikkelingen in voorgaande jaren zoals beschreven in eerdere rapportages. Daarom werken wij aan aanvullende maatregelen en hebben afgelopen jaar onder meer de volgende maatregelen genomen of verder geïmplementeerd: · Mobiliteitsbeleid. Momenteel wordt een plan uitgewerkt om in ons mobiliteitsbeleid meer kunnen bijdragen aan verdergaande CO 2-reductie. Zuiniger auto’s, meer gebruik van Lync, meer samen reizen en reizen per OV, en inventariseren we de mogelijkheden om meer gebruik te maken van alternatieve brandstoffen of elektrisch vervoer maken hier deel van uit. · Het Nieuwe Werken. Steeds meer kantoren richten wij in op Het Nieuwe Werken (HNW). Als kennisorganisatie richten wij ons daarbij op de mogelijkheid voor medewerkers om tijden plaatsonafhankelijk te kunnen werken. Dit stelt veel medewerkers in staat om minder te reizen. Continue verbetering van efficiënt gebruik van onze systemen, zoals het gebruik van Lync ter reductie van het aantal kilometers, vormt hierin een belangrijke maatregel. 5.4 Medewerkersbijdrage De Sweco gedragscode, integriteitsbeleid, MVO beleid en duurzaamheidsverklaring vormen het strategische kader voor het gedrag waar we voor staan in onze projecten en bedrijfsvoering. Milieu en maatschappij vormen een belangrijk onderdeel van hiervan. Wij verlangen van onze medewerkers een actieve houding in het bereiken van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Concreet verwachten wij van onze medewerkers een actieve houding in het reduceren van ons energieverbruik op kantoor, in projecten, en in ons mobiliteitsgedrag. De reductiemogelijkheden voor onze CO2-uitstoot worden immers voor een belangrijk deel bepaald door het gedrag van onze medewerkers. Wij blijven daarom inzetten op bewustwording en gedragsverandering. Het aanbieden en communiceren van tools, tips en aandachtspunten via ons intranet maakt hier deel van uit.
QRA2015.049, revisie D1 Pagina 10 van 10