INFORMATIE-BULLETIN VAN EN VOOR DE LO/SPORTORGANISATIE Interview
I
-
Claudia van Kleeff: "Ik hou van uitdagingen" door aoo Rob lansen
Icilaudia van Kleeft' is een vrouw die van uitdagingen houdt. Daarom koos zij er ook voor om LO/Sportinstructeur bij de KL te worden. Haar nieuwste uitdaging is de motor. Niet zo maar één, neen een flitsende Honda 400 cc. De paardekrachten die deze machiue in huis heeft, zal ik u besparen, niet de topsnelheid, die ligt boven de tweehonderd kilometer per uur. Overigens het interview met Clandia had eigenlijk al enkele dagen eerder zullen plaatsvinden, maar kon toen niet doorgaan. Claudia moest haar nieuwe motor ophalen. Omdat ik vroeg op onze afspraak in Ede was, was ik er getuige van dat Claudia tot mijn verbazing met de auto kwam aanrijden. Nieuwsgierig informeerde ik of het wel goed gekomen was met de motor. "JazeI
BBT -soldaat Na haar opleiding aan het CIOS in Goes kon Claudia van KleefT niet direct als LO/Sportinstructeur aan de slag. "Er was geen plaats in de LO/Sportorganisatie. Daarom koos ik er voor om eerst gewoon BBT-soldaatte worden. De uitdaging dat te doen, trok me ook wel. Dan wist ik in ieder geval wat het is om soldaat te zijn. Dat zou me later nog wel eens
1
van pas kunnen komen. Overleven, grenzen verleggen, discipline, doorbijten en veel sporten. Ik werd uiteindelijk geplaatst bij het I (NL) Sigsqn in Krefeld. Het vastomlijnde idee om later LO/Sportinstructeur te worden, bleef ik in mijn hoofd houden. Daarom reageerde ik op een artikel in de Flex, waarin stond dat er 47 plaatsen in de LO/Sportorganisatie vrij kwamen. Ik heb meteen gesolliciteerd en zo is de bal aan het rollen gegaan." Zonder al te veel moeite kwam zij door de testen en keuringen. "Ik had hard getraind voor de sporttest, dus dat was
Inhoudsopgave Jaargang 7, nummer 9, november 1999
Claudia van Kleeff: "Ik hou van uitdagingen" door aoo Rob lansen Persoonsvormîng, onze toekomst!! door maj Mareel Wiegmink Welkom thuis door een be:.oeker Doping door sgt Hein ,'all der Made Inventarisatie spOitmedische begeleiding (SMAT) binnen de KL door Chris H(Il·tS, Pieter Helmhout en Sfe.ffan van Oosfrul11 Panta Rhei deel 6 (slot) door Prils Oldenburger Triatlon verandering regels vraagt aanpassing training door ell1f Anton Koteris Nieuws medezeggenschapscommissie door sgt I Plerre van den Berg Wist u dat ..... ??????? door aoo Rob lansen
Pag. Pag. 3 Pag. 4 Pag. 5 Pag. 7
Pag. 8 Pag. 12
Pag. 14 Pag. 15
Zandloper
Haar eerste les kan zij zich nog goed herinneren. "Ik was voor vier dagen gedetacheerd op Lpl de Harskamp, omdat ze daar personeel tekort kwamen. Een groep van de luchtmobiele brigade uit Assen wilde een sportles hebben. Het werd terreinwerk, overigens niet het gemakkelijkste om mee te beginnen. Allemaal grote kerels die letterlijk en figuurlijk op mij neerkeken. Ik moest me echt opladen, zo van: je weet hoe het moet, doe het dan ook en haal het beste uit jezelf en de groep. Eerst dacht ik, dat ze niet positief tegenover mij stonden, maar het ging best goed. Zij vonden het leuk, zodat ik een week later weer een les terreinwerk aan ze gegeven heb."
Een lachende Claudia van Kleef op haar nieuwste uitdaging: de motor. geen probleem. Ook de medische en psychologische testen waren goed, zodat het alleen nog van het gesprek met vertegenwoordigers van de LO/Sportorganisatie atl1Îng of ik werd aangenomen. Dat gesprek vond plaats, toen ik op uitzending was in Bosnië. Tk kon het telefonisch doen, maar ik vond het beter om het live te doen, want ik wilde die baan perse hebben. Zodoende kreeg ik een ticket naar Nederland, deed hel gesprek en was veertig uur later weer terug in Sarajevo. De tijd na het gesprek was erg spannend. Ik vond van mijzelf dat ik wel geschikt was, maar het bleef afwachten. Uiteindelijk hoorde ik van mijn goede vriendin Renate van de Hoek dat ik was aangenomen. Samen hebben we op het CIOS gezeten en hebben drie jaar lang 24 uur per dag samen opgetrokken. Zij belde me op een zaterdagmorgen in Bosnië op en zei: heb je het al gehoord, we zijn aangenomen. Na mijn uitzending ben ik naar de KMS gegaan voor drie maanden, de AMO hoefde ik niet meer te doen. Aansluitend ging ik naar de LOSS in Amersfoort." Alles uit de kast "De opleiding op de LOSS was voor mij vooral een opfrissing. Per slot van rekening had ik in geen drie jaar les gegeven en nog helemaal niet in de praktijk. We zijn daar heel intensief mee bezig geweest. Fysiek had ik daar ook weinig problemen. In Sarajevo had ik veel gesport, zeg maar iedere dag, met het doel voor ogen om goed voor de dag te komen. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd de manneneisen te halen. Ik heb daarvoor alles uit de kast gehaald." Vuurdoop Het liefst was Claudia naar het OCIO in Ermelo gegaan, maar haar eerste plaatsing werd de LO/Sportgroep Ede. Ik dacht, dat Ermelo de beste leerschool zou zijn. Daar komen alle oefengebieden aan bod en kan ik goed leren, hoe de oefenstof aangeleerd moet worden. Het werd dus Ede, ook een opleidingscentrum, want ik wilde nog niet naar een parate eenheid."
2
Bewijzen Staan mannen niet vreemd te kijken als ze les krijgen van een vrouw? "Nee hoor. Alleen in het begin is het even wennen, daarna vinden ze het heel normaal. Het is best prettig om aan mannen les te geven. Je moet vooral in het begin van de les laten zien wie je bent en hoe je het wilt hebben. Eerst strak aanpakken, dan kun je de teugels altijd nog laten vieren. Dat heb ikzelf zo ondervonden op school en op het CIOS. Gewoon lekker lesgeven, want ik heb geen zin om constant voor sergeant te spelen. Trouwens je hoeft je als vrouw niet zo te bewijzen, alsje wel zou denken." Vrouwen Hoe kijkt Claudia aan tegen de vrouw in de KL. "Ik heb niet meer contact met vrouwen dan met mannen. Ik wil ze ook niet voortrekken. Als ze niet meekunnen, dan denk ik vaak, waarom zijn ze eigenlijk in dienst gekomen. Je moet dan wel wat laten zien. Het is bij vrouwen zo: ze vinden sport leuk of helemaal niet leuk en zijn lui. Een middenweg is er niet, alles of niets. Maar misschien wil ik met vrouwen te snel iets bereiken en verwacht ik te veel van ze. Bij mannen is dat anders. Daar is wel een tussengroep die je enthousiast kunt maken. De LO/Sportorganisatie denkt dat wij de vrouw in de KL kunnen stimuleren, maar dat is denk ik niet zo. Vrouwen kunnen beter met mannen opschieten. Vrouwen zijn gevoeliger en mannen gaan daar gemakkelijker mee om. Op een LOlSportgroep is dat ook zo. Daar vullen we elkaar goed aan en daar komt bij, dat mannen zich dan net iets netter gedragen dan in een groep van mannen alleen." Toekomst Vastomlijnde plannen voor de toekomst heeft ClaudÎa nog niet echt. "Er is natuurlijk meer dan de KL alleen. Nu vind ik deze baan erg leuk en heb ik het op deze LO/Sportgroep goed naar mijn zin. De groep is klein, het gaat er heel persoonlijk aan toe en de sfeer is prima. Maar ik weet niet of dat nog zo is als ik dertig ben. Op dit moment kan ik niet overzien of ik mijn hele werkzame leven bij de KL zal slijten. Dan maak ik misschien wel een andere stap. Er kan zo weer een andere uitdaging opduiken. Ik kan niet lang hetzelfde doen, ik hou van afwisseling, wil een hoop leren en steeds nieuwe dingen ontdekken. Ik hou van uitdagingen en dat is nu de LO/Sport en ..... mijn motor."
Zandloper
De Pen
I
-
Persoonsvorming, onze toekomst!! door maj Marcel Wiegmink,
I
0
st({l(~rficier
LO/Sportregio Zuid- en West NL
Ip het moment dat Fons Krijnen mij vertelde dat hij
de pen aan mij had gegeven om reden dat er jonge collegae in onze LOlSportorganisatie rondlopen die Marcel Wiegmink niet kennen, realiseerde ik mij dat ik tot de oudere en grijze categorie behoor. Dat was wel weer even schrikken. 'De pen' is overigens niet alleen om iets over jezelf te vertellen, maar het is naar mijn mening ook een goede mogelijkheid om een persoonlijke mening (bijvoorbeeld over onze LO/Sportorganisatie) te ventileren. Eerst dan maar iets over mijzelf, maar vervolgens wil ik toch wat kwijt over mijn visie ten aanzien van onze toekomstige LOlSportorganisatie.
Ik ben bijna 26 jaar getrouwd (met nog steeds dezelfde geweldige echtgenote) en wij hebben samen twee kinderen, waarvan er één is getrouwd. Wij wonen in het mooie Brabantse stadje Oosterhout en hebben het goed naar onze zin in het Bourgondische Zuiden. In 1971 kwam ik op als dienstplichtige bij de artillerie. Daar volgde ik eerst een opleiding tot luchtwaarnemer, waarbij ik in een aantal maanden in lichte vliegtuigen Nederland van boven heb bekeken. Vervolgens nog een opleiding tot voorwaartse waarnemer. Een jaar was ik geplaatst als pelotonscommandant bij de 41 Afdva in Seedorf, hetgeen mij veel praktijkervaring gaf, onder andere in leiderschap.
Toeval Bij toeval kwam ik achter de mogelijkheid om een opleiding te kunnen volgen tot LO/Sportofficier (een jarenlang gekoesterde wens). Zo geschiedde. De opleiding op de SMLO te Hooghalen heb ik met veel plezier gevolgd samen met onder andere Teun Minke en Ton de Vaan. Na een plaatsing als C-LO/Sportgroep op de Generaal Spoorkazerne in Ermelo, kreeg ik de mogelijkheid om de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (HALO) te volgen. Samen met Jan Pasman heb ik daar een geweldige en leerzame tijd gehad. Na de academie mocht ik de opgedane kennis uitdragen als instructeur op het OCLO, waar ik zes jaar zowel dienstplichtigen als beroepscollegae mee mocht helpen opleiden. Opvallend aan deze functie was, dat je vrijwel alle LO/Sportinstructeurs werkzaam in de totale LO/Sportorganisatie kende. Dat kwam, omdat je ze op de één of andere manier in opleidingen dan wel bijscholing door de vingers had gehad. Lichamelijke opvoeder Na een functievervulling als Rayon LO/Sportofficier Utrecht werd mij de baan van Hoofd LO/Sport op de KMA aangeboden. In ons vakgebied misschien wel de mooiste plek waar je kan werken. In die tijd, en dan praat ik over de periode 1989-1995, volgden cadetten nog een opleiding aan de KMA van vier jaar en drie maanden. Als Sportgroep had je door deze lange tijd een belangrijke bijdrage in het volwassen worden van de leerlingen. Niet alleen in de
3
Marcel Wiegmink: Pe rsoonsvormillg, onze toekomst.'! LO/Sportlessen, maar ook tijdens activiteiten van onder meer de cadettensportverenigingen (toen 26 in getal), waarvan er een aantal ook deelnamen aan de reguliere civiele sportcompetities in de omgeving van Breda. Ook tijdens sportuitwisselingen met het KIM uit Den Helder en diverse buitenlandse Militaire Academies, die meestal tijdens de weekeinden plaats vonden, waren de contacten zeer intensief. Hierdoor voelde je je echt 'lichamelijke opvoeder'. Op dit moment vervul ik na C-LO/SpOI1district Zuid-Oost te zijn geweest, de functie van stafofficier LO/Sportregio Zuid- en West NL Ik mag mij volledig storten op taken die in verband met de waarneming door mij van het commando over de Regio tot nu toe onvoldoende aandacht hebben gekregen.
Persoonsvorming Mijn visie met betrekking tot onze toekomst ligt een beetje in het verlengde met hetgeen ik heb ervaren op de KMA. Mijn stellige overtuiging is, dat de bijdrage die wij in ons vakgebied kunnen leveren in de 'persoonsvorming' van de deelnemers van onze LO/Sport-producten van zeer grote betekenis is. Zonder overigens tekort te doen aan alle activiteiten ter verbetering van de fysieke aspecten zoals kracht, uithoudingsvermogen en vaardigheden. Ik denk dat onze deskundige LO/Sportinstructeurs in staat zijn (althans meer bewust, nadrukkelijker en intensiever dan nu het geval is) veel te kunnen betekenen in het ontwikkelen of beÏnvloeden van persoonseigenschappen als doorzettingsvermogen/de wil om te winnen, verantwoordelijkheidsgevoel, samen werken naar een bepaald doel, zelfvertrouwen,
Zandloper
sociaal gedrag enzovoorts, enzovoorts. Op dit moment wordt er naar mijn mening aan dit aspect op vele plaatsen nog nauwelijks invulling gegeven.
Supporters Deze vormingsdoelen liggen perfect in het verlengde van de door onze ELS geformuleerde doelen van ons beroepsleger, waar vorming en leiding geven met volledige eigen inzet, gezamenlijk het gestelde doel bereiken, op basis van wederzijds vertrouwen, zelfstandig handelen en wederzijds respect, de basisbegrippen zijn. Ik weet zeker dat we veel supporters zullen hebben onder commandanten van de eenheden. Voorzichtige eerste conclusies van de recent gehouden klanttevredenheidsonderzoeken door de LO/Sportgroepen wijzen dit uit. Daarbij komt, dat wij bij het leveren van een bijdrage in de persoonsvorming, wij ons niet behoeven te beperken tot alleen GV A. In feite alle activiteiten waar contact is met de leerling/BBT-er deze aspecten kunnen worden ontwikkeld, dus ook in onze LO-Ies, maar ook tijdens de spelles, de recreatiesportactiviteit, de locale sport-
Uitzending
Welkom thuis
I
door een bezoeker
I
0
Ip dinsdagmiddag 19 oktober om vier uur in de mid·
dag staat de ontvangsthal van vliegveld Welschap te Eindhoven vol met familie, collega's en bekenden van personeel, dat terugkeert van uitzending. De sfeer is om te snijden. Zojuist heeft de speaker namelijk medegedeeld dat het vliegtuig ruim een half uur vertraging heeft. De spanning wordt gebroken als plotseling de toe· gangsdeuren krachtig openzwaaien. Vier sportief geklede heerschappen dragen een enorme rode zak de aan~ komsthal binnen. De vier zeggen geen woord en planten de rode zak zonder pardon midden in de mensenmassa. Vervolgens wordt de zak· opengemaakt en wordt het publiek verzocht enige ruimte te maken. Sterker, som~ mige worden zelfs verzocht een andere plek in de hal op te zoeken. Schoorvoetend en met grote vraagtekens in de ogen wordt er aan dit verzoek gehoor gegeven.
dag, individuele begeleiding, avondsport begeleiding, afname van de Conditie Proef, enzovoorts. Van zeer groot belang hierbij is onze voorbeeldfunctie en de sturing vanuit het management zodat we als LO/Sportfunctionarissen dezelfde taal spreken. Hier ligt denk ik voor met name ons Kenniscentlum een schone taak weggelegd in verband met het opstellen van een soort 'Vormingsdoctrine' . (Ik sollici~ teer hIermee bij deze om mee te denken in de te zijner tijd op te richten werkgroep die zich hiermee gaat bezig houden.) Ik ben mij bewust dat hel allemaal nogal 'belerend' klinkt, maar dat mag best als je wat grijzer wordt.
Volgende Pen Als tegenhanger van mijn verhaal wil ik voor de volgende 'Pen' Jeroen Velders uitnodigen zich wat nader te introduceren. De jeugd heeft uiteindelijk de toekomst en gezien het feit dat hij binnenkort als jonge collega onze Regio komt versterken op de LO/Sportgroep in Oirschot, lijkt het mij een goed moment.
ligheid gebracht. Overal worden foto- en videocamera's tevoorschijn gehaald. Iedereen, van groot tol klein begint foto's te maken. Even lijkt het erop, alsof er een beroemde popgroep rond de rode zak staat. De LO/Sportinstructeurs van de GWK uit Nunspeet nemen zelfs professionele poses aan, alsof zij nooit iets anders hebben gedaan. Totdat hetzelfde kleine meisje hen vraagt of zij even opzij kunnen stappen. Zij neemt hun plaats in onder de enorme koe, die gestaag maar verrassend uit de rode zak te voorschijn is gekomen. Om de nek van de koe hangt een spandoek met daarop:
WELKOM THUIS MEINe de BOER.
Niemand durft de zakdragers iets te vragen. Een klein meisje, aangespoord door haar nieuwsgierige moeder, toont wel enige lef. "Wat zit er in die zak?", vraagt ze opgewekt. "Een koe", is het korte antwoord van één van de krachtpatsers. Het meisje loopt huilend terug naar haar moeder. Het publiek wordt er zelfs een beetje opstandig van. Wat een lullig antwoord tegen zo'n klein meisje. Even lijkt het erop dat men de vier sportief geklede heerschappen (LO/Sportinstructeurs van de LO/Sportgroep GWK) naar buiten willen werken. Nog net op tijd wordt een stekker in het stopcontact geduwd, waardoor een compressor met weinig lawaai in gang wordt gezet. Alom neemt de onrust toe in de hal. Hele groepen mensen deinen achteruit. Kinderen worden in vei-
4
Helaas nog geen recente foto beschikbaar. 0111 toch een indruk te krijgen van hoe groot zij is, De koe op een archieffoto.
Zandloper
Sport
I
-
Doping door sgt Hein van der Made, LO/Spor/groep Seeligkazeme te Breda
ID i e laatste jaren wordt de sportwereld overspoeld met verhalen over doping. Allerlei publicaties over grootgebruik door topsporters doen de ronde. Het blijkt echter dat de handel en gebruik iu doping in het sportscholencircuit een nog veel grotere plaats inneemt. Daarmee wordt het voor ons ook interessant. Aangezien wij ook op het gebied van de krachtsport als deskundigen beschouwd worden, is het wellicht Jeuk en leerzaam iets te weten over de achtergronden van het gebruik en de handel in doping.
Elke cultuur kent een veelvoud aan middelen waaraan bewustzijnsverruimende effecten worden toegeschreven of middelen die de lichaamskracht of het uithoudingsvermogen doen toenemen, In de Westerse beschaving kreeg deze zoektocht medio de negentiende eeuw een wetenschappelijk vervolg. Deze experimenten vonden aanvankelijk in alle openheid plaats. Een van de meest effectieve groep stoffen die zo ontstaan zijn, zijn die van de geslachtshormonen. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron zet het lichaam bijvoorbeeld aan tot het opbouwen van spierweefsel, waardoor het lichaam fysiek sterker wordt.
Doping in historisch perspectief Het dopingonderzoek was dan ook aanvankelijk een geaccepteerd middel waarmee atleten hun prestaties konden verbeteren. In de jaren vijftig kwam hier na jarenlange discussies een einde aan (natuurlijk speelden de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol bij een veranderde visie op de mens). Vertegenwoordigers uit de medische wereld begonnen zich geleidelijk terug te trekken uit de dopingpraktijk. Dit hield echter niet in dat de ontwikkelingen van middelen die als doping te gebruiken zijn, werden stopgezet. Integendeel, in de jaren vijftig en zestig kwamen
5
de meeste anabole steroi"den (gesynthetiseerde en gemodificeerde versie van het hormoon testosteron) op de markt. In de jaren zeventig het biologisch gewonnen groeihormoon, in de jaren tachtig het synthetisch gemaakte groeihormoon clenbuterol en de amfetamines en in de vroege jaren negentig begon men ook te experimenteren met insuline. Eind jaren tachtig ziet men vervolgens een belangrijke verandering in zowel het nationale als internationale sportscholencircuit. Er ontstaat een groeiende tweespalt tussen enerzijds de hardcore sportscholen, waar het dopinggebruik wijd verspreid is en anderzijds de fitnesscentra waar men juist elke associatie met bodybuilding tracht te vermijden. Deze ontwikkelingen speelden zich dus grotendeels af buiten het medisch circuit en de topsport. Het dopinggebruik verschoof steeds meer naar de bodybuilding en de rol van de arts werd overgenomen door de dopinggoeroe. Dat zijn handelaren die door 'trial and error' experimenten succes hadden en steeds meer navolging kregen op het gebied van kennis, advies en preparaten.
De middelen Anders dan de recreatieve drugs zijn de meeste dopinggeduide middelen medicijnen. Met dien verstande dat deze middelen meestal in hogere doseringen en/of in andere combinaties worden gebruikt dan in de medische wereld gangbaar is. De kern van het dopinggebruik in het sportscholencircuit wordt gevormd door de consumptie van anabole steroi"den (de exacte naam is anabole androgene steroi"den). Vrijwel alle dopinggebruikers nemen één of meerdere soorten van deze stero'iden tot zich. vaak in combinatie met andere middelen. Deze andere middelen worden gebruikt om de bijwerkingen van de anabolen te bestrijden, te versterken of om vetweefsel te verwijderen. Voorbeelden van de eerste categorie zijn: de 'opstarters' , zoals clomifeencitraat of Clomid, diuretica, corticosteroi"den en de antioestrogenen zoals tamoxifen of Nolvadex. Opstarters worden gebruikt om het eigen testosterongehalte in het lichaam op een hoog niveau te houden na een kunstmatige anabolen kuur. Normaal zou dan dit gehalte door het lichaam op een lager niveau gebracht worden als een soort negatief feedback systeem. Voorbeelden van de tweede categorie zijn de groeihormonen, insuline en IGFl (kunstmatige insuline). Tenslotte zijn de schildklierhormonen, clenbuterol en de afslankmiddelen op amfetaminebasis, zoals fentermine en Ionamjn voorbeelden van de laatste categorie. Gebruikers Het gebruik van doping in het sportscholencircuit verschilt van het gebruik binnen de topspoli. In spo11en als fitness en vooral bodybuilding wordt vele malen meer melding gemaakt van sporters die de schadelijke gevolgen van anabole androgene steroi"den aan den lijve ondervonden hebben, dan in de topsport. Bovendien ligt een belangrijk verschil in de afwezigheid van artsen en specialisten bij de
Zandloper cosmetische sporters. De gebruikers worden in vicr categorieën ingedeeld op basis van de variabele hoeveelheid doping en soort dopinggeduide middelen die de gebruikers tot zich nemen. • De conservatieve, bescheiden gebruiker: de gebruiker van uitsluitend anabole steroïden, toegediend in één of twee kuren per jaar; o De conservatieve, grote gebruiker: De gebruiker die veel en frequent anabole steroïden gebruikt; • De experimentele, bescheiden gebruiker: De gebruiker die relatief bescheiden doseringen hanteert, maar ook andere middelen dan anabolen gebruikt, zoals insuline en groeihormoon (de zogenaamde 'slimme' gebruiker); • De experimentele grote gebruiker: De gebruiker die zowel meerdere middelen gebruikt als hoge doseringen hanteert. Ontwikkelingen in het gebruik van doping tonen aan dat er enerzijds sprake is van een stijging van de gehanteerde doseringen en anderzijds is er sprake van een toenemende acceptatie van experimentele middelen. Oorzaken die sporters aanzetten tot het gebruik van dopinggeduide middelen zijn: • het motief: Het streven naar het ideale lichaam; • de gelegenheid: Er is een verband tussen het kennen van dopinggebruikers en het zelf gebruiken of daarin geïnteresseerd zijn. Een eerder gebruik van doping is een belangrijke factor om te komen tot opnieuw gebruik. Dit wordt met name ingegeven door angst voor verlies van massa en kracht.
Handelaren Sinds 1995 is het artsen officieel verboden om nog medicijnen voor dopingdoeleinden te verstrekken. Daarom betrekken de meeste gebruikers hun middelen via de handelaren. De in Nederland opererende handelaren kunnen onderverdeeld worden in grote, tussen en kleine handelaren. Er zijn een tiental grote handelaren bekend die weer onder te verdelen zijn in twee subgroepen. Enerzijds degenen die een organisatie om zich heen hebben opgebouwd en anderzijds de handelaren die voornamelijk solitair werken (de solisten). De grote handelaren verkopen een deel van hun preparaten direct aan de consument, maar leveren ook aan de tussen en kleine handelaren. De tussenhandelaren verkopen bijvoorbeeld vanuit hun sportschool of opereren als huisdealer in één of meerdere sportscholen. Het aantal tussenhandelaren wordt op enkele tientallen geschat. Kleine handelaren zijn in eerste instantie zelf gebruiker die overtollige dopingmiddelen aan vrienden of kennissen doorverkopen, Van het aantal kleine handelaren is geen schatting te maken De in Nederland opererende handelaren krijgen hun preparaten via de farmaceutische bedrijfskolom of uit de sfeer van de illegale productie, Tot in de jaren tachtig was de farmaceutische bedrijfskolom de belangrijkste bron van het Nederlandse handelswerk. In vrijwel alle gevallen betrof het hier buitenlandse instellingen. Meestal waren dat apotheken gelegen in vakantieoorden, waar de verkoop van deze middelen vrij is, Anno 1998 is deze situatie echter drastisch veranderd. Sinds medio jaren tachtig is het marktaandeel van illegale producenten op de zwarte markt voor doping sterk
6
gestegen, Momenteel kunnen we er vanuit gaan dat het gros van deze middelen afkomstig is van deze groep producenten. Handelaren die zaken doen met de farmacie verkrijgen hun preparaten via de 'voordeurmethode' (direct kopen), de 'clandestiene' methode (indirect via sleutelfiguren) of via de 'procedurele' methode, waar gebruik gemaakt wordt van voor dit doeleinde opgerichte handelsfirma's Productie van doping door het illegale circuit vindt in drie vormen plaats: I, Herverpakking van actieve bestanddelen (door de preparaten te labelen of te versnijden of zelf pillen te draaien of ampullen te vullen); 2. Productie van fake preparaten, die in het geheel geen actieve stoffen bevatten; 3. Daadwerkelijke productie van actieve bestanddelen van doping. De meeste van deze operaties gebeuren in landen met een wat vage wetgeving op farmaceutisch gebied zoals Thailand, Nigeria, India of Vietnam. Opsporîngsinstanties beschikken echter over aanwijzingen dat ook steeds meer in Nederland een illegale productie van deze middelen plaatsvindt. Uit het aanbod op de zwarte markt blijkt dat een steeds groter deel van deze preparaten ten onrechte verkocht worden als een bestaand merk. Er is dan sprake van vervalsing, Bovendien worden er 'fake' merken verkocht.
Internet Gebleken is overigens dat er in Nederland al een aantal gebruikers is dat via Internet hun middelen bestellen. Een steeds groter deel van de handelaren zijn inmiddels op het net actief. Voor het overgrote deel betreft het postorderbedrijven (de grote handelaren) die het Internet gebruiken als medium. Ook in de sfeer van de handel in doping speelt zich dus een proces van mondialisering af. De winstmarges op de handel in doping zijn betrekkelijk gering. De jaarlijkse omzet in dopinggeduide middelen in Nederland wordt geschat op tenminste tweehonderd miljoen gulden. Nederlandse handelaren blijken deze situatie op een drietal manieren het hoofd te bieden. Allereerst door de verkoop van dure preparaten, zoals groeihormoon, ten tweede door de verkoop van vervalsingen en ten derde door zich te ontwikkelen tot exporteur van doping,
Conclusies De situatie met betrekking tot het gebruik van doping is om de volgende redenen zorgwekkend: • pilmentaliteit: er wordt sneller naar doping gegrepen, de doseringen zijn hoger en er wordt gebruik gemaakt van nieuwe, riskantere middelen; • sinds de jaren '80 is er in toenemende mate sprake van een verspreiding van dopinggebruik buiten de groepen van topsporters en bodybuilders; • de kwaliteit van de preparaten op de zwarte markt vermindert zienderogen, Daardoor zijn de kansen op ernstige schade aan de gezondheid toegenomen. De situatie met betrekking tot de handel in dopinggeduide middelen is niet minder zorgwekkend:
Zandloper
De handel in doping is een <miljoenenbusiness' geworden. De handel criminaliseert. Er is een integratie van de markt voor doping met die van de verdovende middelen en zo ontstaat een wereldwijd en fijnmazig distributie netwerk van nationale en internationale organisaties. Buiten de sportwereld wordt het probleem niet serieus genomen. Aangezien de sportwereld niet over de middelen beschikt om het tij te keren, ligt hier een taak voor het
-
TGTF
I
Openbaar Ministerie, maar tot nu toe kent het Openbaar Ministerie geen enkele prioriteit aan de îllegale handel in dopinggeduide middelen toc. Bovenstaand artikel is een samenvatting van een essay dat ik heb geschreven voor mijn studie vrijetijdswetenschappen. Als men interesse heeft in aanvullende literatuur kan men altijd bij mij terecht. Tel: *06-529-4816.
Inventarisatie sportmedische begeleiding (SMAT) binnen de KL door Chris Harts, Pieter He/mhoul en Sle/fan van Oostrum
IMI
et de introductie vau de verplichte Conditieproef in 1993 is getracht de sportmedische begeleiding bin-
nen de KL gestalte geven door de invoering van het
Sport Medisch Advies Team, kortweg SMAT. Het SMA T moest staan voor een regelmatig terugkerende overlegstructuur tussen arts, fysiotherapeut en
LO/Sportinstructeur. Centraal in het overleg zou de begeleiding van militairen met fysieke beperkingen zijn. Een juiste afstemming van de LO en FT moest ervoor
zorgen dat de hoge blessure- en afval percentage omlaag zouden gaan. Zes jaar verder heeft het SMA T op sommige locaties vaste vorm gekregen. Mooi voorbeeld in dit verband is de gestructureerde begeleiding van het Remedial Peloton van het Schoolbataljon op de Oranjekazerne. In de vorige Zandloper werden twee mensen voor het voetlicht gehaald die in Schaarsbergen de 'SMAT-kar' hebben getrokken: fysiotherapeut Frank Errners en LO/Sportinstructeur Hans Wakelkamp. Op sommige andere locaties lijkt het SMA Tconcept daarentegen een zachte dood gestorven te zijn. Gebrek aan tijd, faciliteiten, prioriteit en/of coördinatie wordt als oorzaak genoemd.
in het algemeen en het SMAT in het bijzonder. Door zichtbaar te maken waar dingen soepel lopen en waar eventuele problemen liggen, kan een formele regeling inzake SMAT worden opgesteld, die hiermee rekening houdt. Als u door uw commandant LO/Sportgroep bent verzocht om een SMAT -vragenlijst in te vullen, vragen wij II deze voor vrijdag 19 november a.s. terug te sturen naar onderstaan adres: TGTF-team Arbo-dienst KL, t.a.v. P. Helmhout, Lgen Knoopkazerne, postbus 90014, MPC 55A. 3509 AA Utrecht.
Werkgroep De LO/Sport neemt binnen de KL een belangrijke plaats in de sportmedische begeleiding van militairen met fysieke beperkingen. Uw mening als LO/Sportinstructeur is dus van het grootste belang. Wij stellen uw medewerking dan ook bijzonder op prijs. Voor vragen en opmerkingen kunt u natuurlijk altijd bij ons terecht. Werkgroep SMAT -inventarisatie: Chris Harts, fysiotherapeut TGTF: Pieter Helmhout, gezondheidswetenschapper TGTF: Steffan van Oostrum, staffysiotherapeut RGD-Oost.
Evaluatie Daarnaast is er in de tussenliggende jaren nogal wat veranderd in de militaire medische zorg, onder andere de intrede van de bedrijfsarts. Hoogtijd voor een evaluatie! Een werkgroep SMAT -inventarisatie heeft onlangs, in samenwerking met mensen uit het veld, een vragenlijst opgesteld en landelijk verspreid onder alle arbocentra, gezondheidscentra en LO/Sportgroepen. In de vragenlijst kunnen functionarissen die nauw betrokken zijn (geweest) bij militaire sportmedische advisering hun mening geven over allerhande zaken rondom het SMAT: taken, organisatie, verantwoordelijkheden en werkwijze, maar ook knelpunten, nieuwe ideeën en oplossingen. Ook functionarissen die tot nu toe weinig met SMAT te maken gehad, maar wel duidelijke ideeën en meningen hebben over sportmedische begeleiding binnen de KL, kunnen hun ei kwijt in de vragenlijst.
Doel Doel van de inventarisatie is een beeld te krijgen van het functioneren van sportmedische begeleiding binnen de KL
7
I
Zandloper
Het Werk
Panta Rhei deel 6 (slot)
I
door FrilS Oldenburger
ID i e 71 jarige Frits Oldenburger werkte eerst even als militair en later als burger in de LO/Sportorganisatie. Hij kwam op als dienstplichtige in Assen in 1950 en zwaaide als burgerdocent op het OCLO in 1987 in Ossendrecht af. De tussenliggende 37 jaar volgde hij de veranderingen en vernieuwingen in de LO/Sport op de voet en zag veel van het huidige beroeps personeel aan zich voorbijtrekken. Frits Oldenburger zette zijn, zeker niet helemaal volledige levensverhaal, op papier en zal door de Zandloper in verschillende afleveringen worden gepubliceerd onder de titel Panta Rhei. Hier volgt het zesde en laatste deel: het OCLO. In de lange hete zomer van 1976 werd de SMLO verplaatst naar de legerplaats Ossendrecht, de latere Wilheminakazerne. De gemiddelde afstand die de cursist moest afleggen om Ossendrecht te bereiken, was in elk geval geen verbetering ten opzichte van Hooghalen. De naam veranderde in Opleidingscentrum voor Lichamelijke Oefening (OCLO). De naam School voor Militaire Lichamelijke Opvoeding was in de veertigeljaren ontstaan onder invloed van de Oostenrijkse School gedachte. In het kader echter van de opleiding en training zoals deze in militair verband plaats vindt, was de term 'Opvoeding' altijd een omstreden begrip. Het OCLO mocht een betere benaming zijn, ook sloot de naamsverandering een ontwikkelingsperiade van de LO en
Parcours militair GeLG. Vrouwen worden gedragen/
8
Sport af vol herinneringen en nostalgie. De SMLO in Hooghalen, het nest van waaruit duizenden jonge kerels hun weg naar militaire- en civiele-functies vonden, was voorgoed verleden tijd. Het kamp is thans verbouwd en ingericht als centrum voor asielzoekers. Ook visueel is de SMLO dus verdwenen.
Vakgroepen Een van de belangrijkste veranderingen voor de instructieafdeling was de vorming van de 'vakgroepen'. Zoals Wil Maaswinkel in één van de vorige Zandlopers reeds aangaf, betekende dit een grote verdieping van de vakken. Vanuit de vakgroepen ontstonden vele en goede leerstofstencils. Vooral de leerstofstencils van Hans Vogelaar waren opvallend, bijna driehonderd bladzijden. Inhouden en aanbieJingswijzen van sommige oefengebieden werden gewijzigd (terreinwerk, VCO en gymnastiek). Het arbeidsintensieve vaardigheidselement werd verder uitgebouwd in de spinnenweblopen en de circuits. Rugby werd als nieuw (en gewenst)oefengebied toegevoegd. Het actieprocent bij wedstrijden en toernooien werd verhoogd door de klokschema's en de multi-toernooien. Het medisch aspect rondom het fysieke gebeuren kreeg meer dan voorheen de aandacht.
Rugby Mede door Jos Hesp, maar ook vooral door het enthousias-
Zandloper me van het toenmalige hoofd opleidingszaken Wil Maaswinkel werd het rugby als oefengebied in de syllabus opgenomen, Bovendien bleek het rugby in de eerste jaren van het OCLO het bindmiddel bij uitstekt zijn voor de vaste staf. Veel wedstrijden werden 's avonds tegen andere ploegen uit de regio gespeeld. Soms gingen ook de echtgenotes mee naar Roosendaal of Etten Leur en zagen dan met afgrijzen hoe hun betere helften in de grond werden geboord. Na afloop echter werd er in de houten badkuipen met een glas bier in de hand, het verbroederingsfeest gevierd. En daar waren de dames dan niet bij.
Algemene Kader Opleiding (AKO) In de jaren tachtig viel het besluit, dat ook de AKO van de LO/Sportinstructeur op het OCLO plaats moest vinden. De opkomst van de dienstplichtigen vond toen rechtstreeks bij het OeLO plaats. Een aantal wapeninstructeurs werden hiervoor op het OCLO geplaatst. Aanvankelijk ging de AKO vooraf aan de functieopleiding, later -na vele discussies over de voors en tegens-, werd de AKO in de functieopleiding geïntegreerd. Hoewel de met de AKO gepaard gaande langere opleidingsduur natuurlijk positieve elementen bevatte, bleken fricties niet altijd te vermijden. Een zeer bijzonder heet hangijzer bleek de aanstelling te zijn van de officieren tot bivakcommandant tijdens de veertien dagen durende introductieperiode (IP). Door verschillende factoren was op een gegeven ogenblik de animo om op het OCLO te worden geplaatst minder groot. In verband met de AKO werd de animo nog kleiner.
Line cross Line cross was een parcours, dat 's nachts werd gehouden. De start was in Roosendaal en de finish was de legerplaats Ossendrecht. Het parcours bevatte slechts enkele stations met als voordeel dat met zeer weinig juryleden kon worden volstaan. Het accent lag sterk op oriëntering onder moeilijke omstandigheden (duisternis) en het loopvermogen. Een cruciaal station was de tokkel in het donker. Het was een zeer goed gestandaardiseerde oefening, die zich lang heeft gehandhaafd.
Syllabi In de jaren zeventig verschenen een drietal beleidsconcepten, waarvan de laatste in 1977: hel beleidsconcept lichamelijke oefeningen, fysieke training en sport. Vanuit dit beleidsconcept dienden de syllabi te worden uitgeschreven voor de verschîllende opleidingsgangen van het OCLO, waarbij de eindleerdoelen en het didactisch handelen tot in detail uitgewerkt diende te worden. Mede door personeelstekorten hebben de onvolledig uitgewerkte syllabi jarenlang als een zwaard van Damocles boven het OClO gehangen. Bij iedere Commandanten Inspectie (Cl) moest hoofd opleidingszaken Bert Wammes al zijn niet geringe verbale lenigheid gebruiken om kromme syllabi recht te praten. De nieuwe didactische opvattingen en inzichten hadden grote invloed op het overdragen van kennis en vaardigheden. Overhead- en dia-projectoren deden hun intrede en vormden aanvankelijk voor sommige instructeurs meer een bedreiging dan een hulpmiddel. Frontaal lesgeven werd beperkt en vervangen door groepsopdrachten en plenaire
9
Bonte avond aan het Veerse meer op thell1aweek in 1982. V.l.n.r.: Jacco van den Burg en Warrie L;ndeman. De derde persoon op de foto is onbekend bij de redactie. Wie weet mag het zeggen. zittingen. Lesbegeleiding en lescontrole werden gevleugelde begrippen. Ook de wekelijkse roosterplanning werd door de syllabi niet onberoerd gelaten. Een modulair systeem werd ingevoerd, waarbij oefengebieden, lesnummers, locatie en instructeur exact werden aangegeven.
Themaweken De lichamelijke oefeningen van het vrijwillig dienend personeel kregen in de jaren tachtig grotere aandacht en verschillende recreatievormen en het surfen bleken goede aan biedingsvormen te zijn. Vanaf 1981 vonden daarom tijdens de cursus voor sergeant-majoor LO/Sportinstructeur themaweken plaats. Deze themaweken vonden plaats aan het Veerse meer, waarbij recreatieve vormen en het surfen centraal stonden. Piet de Boer beleefde in de haven van Veere hel koudste moment van zijn leven, terwijl Rob Zimmermann, met alleen de skeg van de zeilplank nog in zijn handen in de woeste golven van het Vcerse meer, in de verte Petrus al zag wenken. Het waren onvergetelijke momenten. Personeel Vele vakbekwamc, maar vaak eigengereide mensen op een beperkt aantal vierkante meters, gevoegd bij een personeelstekort en de daarmee gepaard gaande werkdruk, bekoelde in de jaren tachtig helaas het elan en het enthousiasme, waannee het OCLO in de beginjaren startte.
Wil Maaswinkel Wil was de eerste en het laatste hoofd opleidingszaken (HOZ), die een puur theoretisch vak: TLO en een puur praktisch vak: terreinwerk gaf. Wil woondc in Bergen op Zoom en kwam afwisselend met de auto of de fiets naar de legerplaats Ossendrecht. Kwam hij op de fiets, dan keek iedereen op het OCLO zorgelijk, want dat betekende meestal dat hij ideeën en plannen, die hij al fietsend had ontwikkeld, onmiddellijk in de koffiekamer met een groot enthousÎasme aan het personeel voorlegde. Wil is het levende voorbeeld van als moed, initiatief, werklust, loyaliteit, overredingskracht, verbale lenigheid en een goede theoretische en praktische bagage gekoppeld worden aan de gave om je met goede mensen te omringen. Succes wordt dan inderdaad afgedwongen.
Zandloper
Ron Gits en Loet Baart 'sm/end' op het Veerse meer in 1985 tijdens themmveek. Rob Zimmermann Hij was in de jaren tachtig HOZ in een periode van personeelstekorten en grote werkdruk. Met zijn slagvaardig, kritisch en analytisch vermogen was hij later één van de aangewezen personen om met Wil de LO en Sport in de KL meer body te geven.
Herman Woesthuis Herman had vele potenties, maar had wel ruimte nodig om die potenties te kunnen ontplooien. Die ruimte kreeg hij als klassenmentor van de vooropgeleide klassen BOT-ers. Dit waren niet de gemakkelijkste klassen op het OCLO, maar Herman wist altijd op een voortreffelijke manier zijn 'schaapjes' door de cursus te loodsen. Niet alleen op het OCLO, maar ook later op het parcours bleek zijn voorliefde voor het schaap. Herman destijds het fysieke boegbeeld van het OCLO. 'heeft' thans helaas ook een lichaam. Jos Hesp Als de motoriek de spiegel is van iemands innerlijk, dan geldt dat zeker voor Jos Hesp. Het gaan van Jos is namelijk ietwat sluipend en bedachtzaam van aard en dat komt overeen met de behoedzame wijze waarop hij personen en situaties weet te taxeren en te benaderen. Een KeT-er in hart en nieren, die toch het netspelentoernooi met bussenbal zag zitten. Een pure praktijkman met de gave om de praktijk ook duidelijk en overzichtelijk op papier te zetten. Jos wist namelijk ook dat de beste praktijk een goede theorie is. John Moonen Werkte jarenlang met Wim, Jos en Frits samen in de vakgroep wedstrijdorganisatie, spel, TLO en terreinwerk. Goede lesgever en organisator. Veel stations van het parcours militair, spinnenwebloop en de circuits hadden zijn signatuur. Verdween als officier uit de LOJSportorganisatie en was daarna helaas onzichtbaar.
10
Dienstplichtige instructeurs MO-ers Van deze categorie hebben een aantal prima kerels op het OCLO gewerkt, waaronder Pedro van de Loo, Dick Spruit en Paul Oosterman. Hun enthousiasme en kritische zin werkte vaak verfrissend en inspirerend op de 'oude' garde. Arie Schriek In de logistieke sfeer behoorde Arie als foerier tot de vaste inventaris van het OCLO. Vanwege de verschillende wijzen van benadering door personeelsleden en cursisten werd hij wel eens stekelig en stuurs. Maar bij het goede handvat aangepakt, wilde hij alles voor je doen. John Goris John was burger administratief medewerker toegevoegd aan HOZ. Met John in de gelederen kon je elke oorlog winnen. Bescheiden en onopvallend, maar onmisbaar in de papierwinkel. Jan OUen Jan was in de jaren tachtig CSM op het OCLO. Hij was KeT-er en had jarenlang het tentenkamp in Roosendaal gerund. Het verschil tussen tentenkamp en het OCLO werd Jan al spoedig duidelijk. Toen hij tijdens een ochtendappèl de cursisten met veel overtuiging toeschreeuwde, dat hij ze nog niet als tuinkabouters in de tuin wilde hebben, kondigde hij zijn vertrek al aan. Ergens jammer, want fysiek gaf Jan, gelet op zijn leeftijd, een uitstekend plaatje af. Maar helaas worden niet altijd de juiste antwoorden op situatieve uitdagingen gegeven. De donkere bladzijden van het OCLO Ab Knieriem was één van de weinige vaste personeelsleden die in 1976 vanuit Hooghalen meeging naar Ossendrecht. Tengevolge van een langdurige kwaadaardige ziekte moesten wij in 1985 afscheid nemen van de gewetensvolle, prin-
Zandloper cipiële en plichtsgetrouwe Ab. Ook het afscheid van Joop van Bastelaar viel zwaar. Als adjudant was Jan hoofd van de instructiegroep van de Wilhelminakazerne en als zodanig was er jarenlang een goed contact tussen hem en het GeLO voor wat betreft het gebruik van de sportaccommodaties en de hospiteerlessen. Toen Joop bevorderd werd tot luitenant werd hij compagniescommandant op het OeLO en tijdens deze periode maakte in 1986 een noodlottig ongeval een einde aan zijn leven.
Epiloog Misschien was de poging wat te overmoedig om een historisch overzicht te willen geven ovcr een periode van vijftig jaar van de SMLO tot en met het OeLG. Het fragmentarische karakter heeft sommige misschien wat vermoeid. Sommige personen en situaties zijn misschien wat overbelicht en andere te weinig of helemaal niet belicht. En vooral voor de jongere collega's was het wellicht minder interessant. Mocht dit zo zijn, dan vinden we troost bij Bilderdijk als hij stelt: "Dat in het voorleden het heden ligt en in het nu wat worden zal." Tot slot willen wij dan nog de aandacht vragen voor een categorie die in elk geval onderbelicht is gebleven. En dan bedoelen wij al die instructeurs op de legerplaatsen en kazernes. De pure praktijkjongens die in het werkveld datgene in de praktijk moeten uitvoeren dat door hogere echelons middels beleidsconcepten en syllabi wordt vastgelegd. In de jaren veertig en vijftig waren jonge dienstplichtige vaandrig MOP-ers belast met de uitvoering van de LO en Sport bij de onderdelen. Tijdens hun civiele opleiding waren ze bevrucht met de ideeën van Groenman, Gordijn, de Oostenrijkse School of hel eclectische stelsel van de Haagse School, al naar gelang de academie die ze hadden bezocht. Het gevolg was dat de instructeurs soms jaarlijks werden geconfronteerd met andere inzichten aangaande LO en Sport. Want elke jonge sportofficier meende dat hij als
Korte berichtenr-
primus interparis de ideeën van zijn academie in de praktijk moest brengen. Daarna kwam in de jaren zestig het Reglementaire systeem, in de jaren zeventig gevolgd door de vormende periode, het leerplan met de twee maandelijkse oefenperioden en daarna het leerplan met de opleidingsaccenten, Er zijn beroepsonderofficieren geweest, die dit allemaal hebben meegemaakt. Ze zijn allen filosoof geworden, "Volgende week wort er een cross gehouden", en met opzet schreef Henk Slats wordt met een t. Iedereen bleef lachend bij het publicatiebord staan en las de aankondiging nauwkeuriger dan ooit, om te zien of Henk nog meer taalfouten had gemaakt. Dit waren de ultieme foefjes van de praktijkjongens om de zaak aan de bak te krijgen en ze staan in geen enkele syllabus. In dit verband passen ook de woorden van Jan Kan, een bekende persoonlijkheid in de wereld van de lichamelijke opvoeding, die op een gegeven ogenblik stelt dat er nu voldoende kookboeken zijn geschreven en dat we nu behoefte hebben aan goede koks. En met alle respect voor het vele werk dat in de hogere echelons wordt uitgevoerd, willen we nu Panta Rhei besluiten met een eresaluut aan de instructeurs in het werkveld, want uiteindelijk zijn zij de frontsoldaten die de gestelde doelen in de praktijk moeten realiseren. Errata In Panta Rhei deel 5 van nummer 7 van de Zandloper zijn een aantal storende fouten geslopen, waarvoor ons excuus, • Als in het onderwerp 'Vorming' de accentperioden ter sprake komen, dan zijn deze uiteraard onderling uitwisselbaar; • Gastopleidingen: Het is niet Rob Swal, maar Ron Suval, terwijl in de laatste alinea Joop MaZllre vervangen moet worden door Joop Parson; • Recreatiesport: Dennis Nevil moet zijn wijlen Dcnnis Powel.
Reünie
I
In de vorige Zandloper is al een tipje van de sluier opgelicht omtrent de viering van het 25-jarig bestaan van de LO/Sportorganisatie als zelfstandige eenheid. De plannen zijn nog in de ontwikkelingsfase, maar gedacht wordt dat te doen middels een grote reünie in 2001. Het ligt in de bedoeling hier al het LO/Sportpersoneel vanaf 1946 tot heden hierin te betrekken. Het grootste probleem dat hier dan meteen opduikt is; waar haal ik de adressen van al dat personeel vandaan. Uit het archief van de SMLO later OCLO hebben we de namen kunnen aehterhalen van al het beroepspersoneel vanaf 1950. Middels het ABP zal getracht worden de huidige adressen te achterhalen. Maar dan zijn we er nog lang niet. Er zullen andere bronnen aangeboord moeten worden zoals advertenties in dag- en vakbladen, via een oproep op internet enzovoorts. Een belangrijke steun hierbij kunt u zijn. Vele hebben nog steeds contact met oud-dienstplichtigen en collega' s die de dienst hebben verlaten. Er zal dan ook een kaartje ontwikkeld worden waarop de gegevens van dit LO/Sportpersoneel ingevuld kunnen worden en zonder te frankeren naar ons opgestuurd kan worden. De zogenaamde 'olievlek methode'. Voor de festiviteiten op de dag zelf wordt gedacht aan het formeren van een werkgroep, waar oudgedienden zitting in nemen om plannen te ontwikkelen.
IJ
Zandloper
Triatlon verandering regels vraagt aanpassing training
TGTF
I
door elnt AnIon Koteris
11 '
I riatlon is een jonge sport, die in een aantal jaren een
enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Begin jaren tachtig is de triatlon over komen waaien uit Amerika en geïntroduceerd in Nederland. Vele herinneren zich de beelden van de beroemde en beruchte Ironman triatlon op Hawaï waarbij de Amerikaan Dave Scott jarenlang onoverwinnelijk leek en zich de status van supermens verwierf. In Nederland was niet iedereen overtuigd of het deelnemen aan drie zware onderdelen; 3.8 km zwemmen, 180 km fietsen en 42.195 meter hardlopen wel goed was voor de gezondheid. Zodoende moest er in het prille begin verplicht rust geb ouden worden tussen de verschillende onderdelen. Triatleten kregen een briefje mee waarop de starttijd voor het volgende onderdeel vermeld stond en overtreden van deze starttijd stond gelijk aan diskwalificatie. Tevens ontstond er een wildgroei van de verschillende deelafstanden. Sinds 1996 heeft triatlon de Olympische status en in 2000 zal in Sydney de eerste Olympisch kampioen triatlon worden gehuldigd. De Olympische afstanden zijn bepaald op 1500 meter zwemmen, 40 km fietsen en 10 km lopen voor zowel heren als dames. Een van de regels in triatlon was, dat iedere atleet zijn eigen race moest fietsen en lopen. Fietsen en lopen in een peloton was verboden, want de triatleet moest op eigen kracht de onderdelen afleggen in een gevecht tegen zichzelf, de tijd en de elementen. Een afstand van tien meter (drie tïetslengtes) was verplicht en juryleden, al dan niet zichtbaar, controleerden op overtreding van deze regeL Sinds 1995 is deze regel 'buitenspel' gezet. Stayeren is niet langer verboden. In Nederland heeft de triatlonbond stayeren alleen toegestaan in elite wedstrijden. Doordat in een peloton om beurten op kop gereden wordt en regelmatig de 'luwte' gezocht kan worden, zal in een peloton harder gereden worden dan een enkel individu ooit kan doen. Op de loopnummers kan er tegenwoordig alleen een wereldrecord gelopen worden als er één of meerdere hazen aanwezig zijn die de aspirant-wereldrecordhouder uit de wind houden en een ideaal schema lopen. Wat heeft de afschaffing van deze regel voor consequenties voor trainÎng en tactiek op de verschillende onderdelen?
Studie In 1997 is een interessante studie uitgevoerd bij acht mannelijke triatleten van internationaal niveau (persoonlijkrecord: 1.55 uur). Onderzocht zijn de verschillen tussen het individueel afleggen van de triatlon en het individueel afleggen van de triatlon waarbij op het zwemonderdeel dezelfde tijd gezwommen moest worden. Op het fietsonderdeel werd gebruik gemaakt van een professionele haas die als opdracht kreeg hetzelfde tempo te rijden als de individuele test. Voor de afsluitende 5 km werd een maximale inspanning gevraagd. De triatleten waren bekend met het
12
fiets- en loopparcours. De weersomstandigheden waren gelijk. Het onderzoek is gehouden over de afstanden: 750 meterl20km/5km (halve Olympische afstand). In tabel I worden de resullaten weergegeven.
Zwemmen Triatleten zullen sneller moeten gaan zwemmen. Te laat uit het water komen betekent dat de aansluiting met de kopgroep wordt gemist. Veelal ligt het fietstempo in het begin dermate hoog dat het (te) veel energie kost om solo naar de kopgroep te rijden. Ook bij het zwemmen heeft stayeren zin. Door 'de juiste voeten' te kiezen hoeft hel tempo niet gemaakt te worden, dit zal energiebesparend werken. Niet onbelangrijk is het om de concurrentie in de gaten te houden en zo tijdig te kunnen reageren op tempo- of koerswisselingen. Het accent binnen de zwemtraining zal niet alleen op omvang gericht moeten zijn, maar ook de snelheid zal verhoogd moeten worden. Misschien moet zelfs getraind worden op een versnelling aan het begin en eind van het zwemparcours.
Fietsen Indien de triatleet bij het zwemmen een achterstand oploopt, zal er een forcing gedaan moeten worden om bij de kopgroep te komen. Hoe sneller de triatleet bij de kopgroep kan komen, hoe langer hij kan uitrusten. Vooral in het begin van het fietsonderdeel worden demarages uitgevoerd om in de kopgroep terecht te komen. Soms zal er gewacht moel worden om aansluiting te krijgen bij een achtervolgende groep. Door in deze groep samen te werken kan er mogelijk aansluiting verkregen worden met de kopgroep. Omdat stayeren is toegestaan zullen triatleten moeten leren in een peloton te rijden. Deze vereist andere technieken dan het individueel fietsen, denk hierbij maar aan het 'waaier'rijden. Door in groepen te trainen kan zowel het in een peloton rijden als een hogere snelheid getraind worden. Door in de luwte van een peloton te rijden kan dezelfde snelheid bereikt worden met een lager verzet en hogere trapfrequenties. Gevolg hiervan is dat een groter aandeel slow-twitch vezels gebruikt kunnen worden om dezelfde snelheid te halen. Hiermee zal vermoeidheid van met name de Fr type na vezels voorkomen worden. Tijdens de afsluitende tien kilometer en mogelijk een snelle eindsprint zullen deze vezels niet te vermoeid moelen zijn. Tactisch slim rijden in een peloton zal dus sparend werken op de reeds genoemde na vezels en de glycogeenvoorraad sparen.
Lopen De laatste jaren wordt de afsluitende tien kilometer sneller gelopen. Toptriatieten moeten momenteel dertig minuten op
Zandloper
Tabel 1 Onderdeel
Parameter
Individueel
Stayeren (fietsen)
Zwemmen* 750 meter
zwcmtijd
10.07 min
10.15 min
hartfrequentie
168 si/min
166 sI/min
lactaat
8.4 mmol/L
8.1 mmol/L
Fietsen"''''
fïetstijd
30.25 min
30.18 min
20km
hartfrequentie
166 sI/min
155 sI/min
lactaat
8.4 mmol/L
4.0 mmol/L
V02max
64.2 mI/kg/min
55 mI/kg/min
Lopen"''''*
Looptijd
17.30 min
5km
Hartfrequentie
168 sI/min
Lactaat V02max
7.6 mmol/L
8.1 mmol/L
67 mI/kg/min
71 ml/kg/min
** ***
17.1 km/uur
16.50 min
17.8 km/uur
175 sI/min
Tijdens het zwemmen moesten de triatleten dezelfde tijd zwemmen als in de individuele triatlon zodat vergelijkbaar fysiologische waarden gemeten werden, Tijdens het gestayerd fietsen moest dezelfde tijd gereden worden als tijdens de individuele test. Opvallend is dat bij gelijke snelheid veel lagere waarden gevonden zijn voor hartfrequentie, lactaat en zuurstofopnamevermogen (V02). In beide tests werd met maximale inzet gelopen. De loopsnelheid na het gestayerd fietsen is opvallend hoger, net als de hartfrequentie, lactaatwaarde en V02.
Conclusies kunnen zijn dat tijdens het fietsen meer gebruik is gemaakt van slow-twitch vezels waardoor de intermediaire Ha vezels minder vermoeid zijn en meer glycogeen gespaard is voor de afsluitende 5 km. Deze 5 km kon als gevolg hiervan met een hogere snelheid en hogere waarden voor hartfre<)uentie, lactaat en V02 gelopen worden. de tien kilometer kunnen lopen. Dit is mede het gevolg van het afschaffen van de regel die het stayeren verbied waardoor een grotere groep aan het lopen begint. Deze hogere loopsnelheid is niet alleen een effect van training, maar mag ten dele ook toegeschreven worden aan het minder vermoeid afsluiten van het onderdeel fietsen. De snelheid op de tien kilometer zal verbeterd moeten worden. Tegenwoordig wordt de Olympische triatlon niet zelden beslist in de laatste kilometer zodat een snelle eindsprint essentieel is geworden. Ook dit verdient aandacht in de looptraining.
Demarrages Het toestaan van stayeren heeft een grote invloed gehad op de snelheid van de verschillende onderdelen van de Olympische triatlon. Er wordt sneller gezwommen (noodzaak), sneller gefietst (stayeren) en sneller gelopen (energiebesparing). Hierdoor zuiien accenten binnen de training steeds meer verschoven worden van hoge omvang-lage intensiteit naar minder omvang en hogere intensiteit. Trainen in een groep is sterk aan te bevelen. Specifiek technische en tactische vaardigheden kunnen geschoold worden en het is mogelijk om met minder energieverbruik dezelfde snelheid of zelfs hogere snelheden te trainen. Dit geldt voor alle onderdelen van de triatlon. Gezien het belang van 'erbij' ziUen of komen en het feit dat de triatlon beslist zal gaan worden in de eindsprint, zullen demarrages in het begin, tijdens en aan het einde van de wedstrijd op alle drie de onderdelen getraind moeten worden.
13
Literatuur: Chatard c.a (1998) Mod. Sei. Sports Exerc., 30(8) Hausswirth e.a. (1999) Med. Sci. Sports Exerc., 31 (4) Hue e.a. (1998) Eur. J. App!. Psychia!., 77
Zandloper
I-
Het Werk
I
Nieuws medezeggenschapscommissie door sgt f Pierre Fan den Berg
Ijl
n de vorige zandloper werd al vermeld welke perso-
~ nen voor de komende vier jaar zitting hebben in de
• Aangelegenheden op het gebied van de veiligheid, gezondheid en welzijn binnen de LO/Sportorganisatie; Het geven van advies omtrent organisatie en werkwijze tijdens reorganisaties; Aangelegenheden met betrekking tot de woon-,werk- en leefklimaat bij de LO/Sporlorganisalie.
medezeggenschapscommissie (Me). Daarnaast willen wij aangeven dat het aantal aangemelde kandidaten, het aantal in de medezeggenschapscommissie te verkiezen zetels niet heeft overtroffen. Desalniettemin zijn wij zeer verheugd met het feit, dat het toch is gelukt een zo breed
•
mogelijke vertegenwoordiging van het personeel in de
3. Communicatie met het personeel Vanuit de Me is een werkgroep samengesteld die zich gaat bezighouden met de P.R. en communicatie van en naar het personeel van de LO/Sportorganisatie. Deze werkgroep bestaat uit sm Richard Borecki en sgt Pierre van den Berg en zullen ervoor zorgen dat: a. Het personeel op de hoogte wordt gehouden met betrekking tot vorderingen die de MC maakt; b. De bereikbaarheid richting de MC makkelijker wordt; c. Er voldoende feedback vanuil het personeel kan komen. Een telefonische enquête staat als eerste actie gepland, waarbij zaken als communicatie en het belang van de MC centraal gaan staan. Er zullen dertig personen willekeurig uit de LOlSportorganisatie worden benaderd. Wij vragen u hierbij uw medewerking. Bereikbaarheid: Secrelaris MC LOlSportorganisatie t.a.v. C-LO/Sportgroep Prinses Margrietkazerne Prinses Margrietlaan 24 8091 AWWezcp· MPC 35D Verder is het altijd mogelijk alle leden persoonlijk te benaderen.
Me te krijgen. Dit artikel willen we verder gebruiken om duidelijkheid te scheppen met betrekking tot de volgende onderwerpen:
1. Belangrijkste verschillen met het 000; 2. Werkzaambeden Me; 3. Communicatie met het personeel. 1. Belangrijkste verschillen met het 000
• Geïntegreerde mcdezeggenschapscommissie voor militair en burgerpersoneel; leden worden gekozen voor een periode van vier jaar, waar het bij het 000 voor twee jaar was; Naast het instemmings- en adviesrecht dat het 000 had, heeft de Me nu ook het overeenstemmingsrecht waarbij geschillen over het algemene personeelsbeleid, tussen commandant en Me, opgelost kunnen worden door de geschillencommissie BLS.
• Me •
2. Werkzaamheden Me Over welke maatregelen dient de commandant het advies van de MC mee te nemen: • De wijze waarop de arbeids- en dienstvoorwaarden bij LO/Sportorganisatie worden toegepast; • Maatregelen die betrekking hebben op het personeelsbeleid van de LOlSportorganisatie;
Korte bel'ichtenr-
•
Wij hopen u tot op dit moment voldoende informatie te hebben gegeven. Tot het volgende Me nieuws.
Oud commandant SMLO 90 jaar
I
In 1969 droeg lkol Koos Rijkens het commando van de School Militaire Lichamelijke Opvoeding over aan maj Piet Hoedelmans en del1ig jaar later op 29 september j.l. vierde hij zijn negentigste veljaardag in zijn woonplaats Beilen. Vele voonnalige medewerkers en docenten waren aanwezig, waaronder Scheepmaker, van Loo, Oldenburger, Vermeitvort, Po [man en Bos, oud rector van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen. Rijkens, die na de Tweede Wereldoorlog in 1945 de militaire lichamelijke oefening opnienw op de rails zetIe, maakte nog een krasse indruk en sprak na afloop van de receptie de schare nog met vaste stem toe. Rijkens maakte nog een krasse indruk op zijn negentigste veJjaardag.
14
Zandloper
Het Werk
Wist U dat.......... ????????
I
door a()o Rob lansen
•
iedereen van de LO/Sportorganisatie iets mag aandragen
• hij daar een lezing heeft gegeven over hoe de LO/Sport-
voor deze rubriek;
•
•
organisatie de LO en fysieke training in de KL aanpakt;
ook aOD Ab Agterbos de zilveren medaille voor 24 jaar trouwe dienst heeft gekregen;
• maj Hans van der Kaaden buiten vergaderen ook een
sgt Paul Verkleij van de LOlSportgroep Ede Nederlands militair kampioen halve marathon is geworden in de een
• hij dit bewees bij de zilveren medaille uitreiking van
gigantische 'speechausdauer' bezit;
Jack Ooms op de KMA;
tijd van 1.11 uur;
• hiermede Jacks derdejaars cadetten een GV A moment
•
maj Ruben Driever voorzitter van de redactieraad is geworden;
•
kap Ad Derksen naar Zuid-Korea is geweest om er voor de KNVB de trainer/coach-cursus 3 te geven;
•
dat het in Zuid-Korea barst van de voetbaltalenten met een enorm technisch en fysiek vermogen;
•
Ad zodoende voorspelt dat Zuid-Korea in 2006 wereldkampioen wordt, als ze tenminste naar hem luisteren;
•
sgt Henri van der Linde, alias Wim van de Gym, in het voetbalstadion van Prizren van C-Gclliehulpbataljon een tevredenheidsbetuiging heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden voor dit bataljon;
meekregen;
• Jack door zijn collega's van de LO/Sportgroep op de melodie van Farce Majeur werd toegezongen;
• de aanwezige LO/Sport-adjudant John Labes visioenen kreeg van het eerste 'LO/Sport-koor;
• de pasvorm van de nieuwe LO/Sportkleding aanmerkelijk beter is;
• bij de trainingsbroek het klemmen onder de oksel zal
•
•
wennen;
• sgt Hein van der Made na zijn bijdrage aan deze Zandloper overdreven veel haargroei rond zijn mond heeft;
sm William Frieling op 5 november en sgt I Jacob Ensing en sgt I Leon Kluitenberg op 8 november terugkeren van uitzending;
•
hoofd Kenniscentrum lkol Nico Spreîj, samen met drs. Jos van Dijk van TGTF, naar Rome is geweest naaf een bijeenkomst van NATO leden;
•
Korte berichten I--
u voor adviezen betreffende vergaderen, speechen en
tekstschrijven terechtkunt bij de firma HvdK Products and Events; de fitnesszaal op compound Beverwijk in Petrovec onder toeziend oog van sm Meine de Boer is ingezegend door aalmoezenier Willem Ruiter.
Uitbetaling
I .
De data, waarop de betaaltapes voor de maandelijkse salarisbetaJing van militairen en burgerambtenaren defensie ter verwerking zullen worden aangeboden, zijn voor 2000 bepaald op; vrijdag 21 januari vrijdag 21 april vrijdag 21 juli dinsdag 24 oktober woensdag 23 februari dinsdag 23 mei woensdag 23 augustus woensdag 22 november woensdag 22 maart woensdag 21 juni vrijdag 22 september woensdag 20 december
Uiterlijk twee werkdagen na bovengenoemde data zal het salaris op de rekening van betrokkene worden bijgeschreven. Dit geldt ook voor pensioenen, wachtgelden en overige ontslaguitkeringen. (Zie brief P/99004848 van Ministerie van Defensie, directie arbeidsvoorwaardenbeleid. afdeling arbeidsvoorwaarden van 5 augustus 1999.
15
Zandloper
Uitgezonden personeel sm Anthony de Miranda (buddy sm William Verploegeu) mr620121 086 I (NL) VN ClE UNFICYP NAPO 10, 3509 VP Utrecht Terug: 8 december 1999 Tel: 0651612401
~
I
t
Sm Berry Bodelier (buddy kap Piet Paul) mr 59 03 12670 1 (NL) II AFDRA KFOR StStvzgbt Begeleidingsgroep NAPO 58, 3509 VP Utrecht Terug: 3 december 1999 Sgt Roland Thijssen (buddy sgt Stephan Bousma) rnr710220228 1 (NL) 11 AFDRA KFOR StStvzgbt Begeleîdingsgroep NAPO 58, 3509 VP Utrecht Terug: 9 december 1999 COLOFON
Sgt Henri van der Linde (buddy sgt Arjan Kreeft) rnr 72 Ol 16025 1 (NL) Geniehulpbat KFOR NAPO 58, 3509 VP Utrecht Verlof: 12-10/22-10 en 23-11/30-11 Terug: Medio Januari 2000 Tel: 00871382040919 tst 240
De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sport-organisatie KL Redac!ie
maj R. Driever (*06-500-7484)
Voorzitter
Hoofd-/eindredacteur: Redacteur:
Sm René de Jager (buddy aoo Frans Bultink) mr 63 II 03 280 I (NL) NSE FYROM Napo 75, 3509 VP Utrecht Terug: 14 april 2000 Tel: *06333 50lO TSL 258 Sm J au Piet Bosma (buddy aoo Warrie Lindemau) rnr 62 02 12 020 13 (NL) MECHBAT SSVCIE SISAV A NAPO gO, 3509 VP Utrecht Verlof: 06-01 1 13-0 I en 09-031 16-03 Terug: begin mei 2000
aoo R. Jansen (*06-500-745!)
maj J. van der Kaaden (*06-529-3613) sm M. Becker (*06-564-2709) sm R. Hesterman (*06-529-3612) sm J. Welling (*06-532-8163) sm R. Wichhart (*06-678-1385) sm A. Wijnberger (*06-811-2943) drs. B. van der Doelen - TGTF (*06~557-6419)
Redacti e-Kopi iadres:
LOlSportorganisatie KL Redactie Zandloper Bemhardkazerne MPC53 B Postbus 3003 3800 DA Amersfoort Tel.: P1T: 033-4607451 MDTN: *06-500-7451 Maîl: LO/SPORTKCEN/KENNISCENTRUM/STOODOCTR
sgt René Leppers (buddy sgt Niek van Gils) rnr720715 157 13 (NL) MECHBAT SSVClE SISA VA NAPO 80, 3509 VP Utrecht Verlof: 27-12/07-01 enI4-02/25-02 Terug: Begin mei 2000
LDSPORTORG Kopijlbrieven volgende uitgave dienen uiterlijk 6 december 1999 bij het kopij adres te zijn. Pre-press:
Sgt 1 Robert Meijer (buddy sm Peter Janssen) rnr 68 10 lO 057 13(NL)MECHBAT B-TEAM KNESEVO NAPO 803509 VP UTRECHT Verlof: 13-01/25-01 en 2-03110-03 Terug: Begin mei 2000
PlantijnCasparie Emmen PJuntijnCasparîe Emmen
De inhoud van dît blad weerspiegelt niel noodzakelijk de mening van C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich hel reeht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen worden overgenomen mits de bron wordt vermeld.
Laat eens iets van je horen!
16