■
Besluitformulier
Afdeling Auteur Toestelnummer Datum Onderwerp
Samenvatting van de inhoud
Geadviseerde beslissing
Reclamebelasting t.b.v. Ondernemersfonds
Registratie nummer
:_
_
Classificatiecode
:_
_
Casenummer
:
De Bussumse Ondernemers Vereniging heeft ons in 2009 verzocht een heffingsmethode in te stellen waardoor zij alle ondernemers kunnen mee laten betalen aan verschillende collectieve activiteiten.
In te stemmen met het bij dit voorstel gevoegde raadsvoorstel, ter vaststelling op 18 maart 2010.
■
B&W-advies
■
■
Gemeente Bussum
1. Aanleiding: Op 1 januari 2009 is de Bussumse Ondernemers Vereniging (B.O.V.) officieel van start gegaan. Deze nieuwe vereniging heeft 3 speerpunten aangewezen. Naast ‘Promotie’ en ‘Veiligheid’ wordt het ‘Ondernemersfonds’ als belangrijkste speerpunt aangegeven. De B.O.V. wil namelijk initiatieven ontplooien die door alle ondernemers in Bussum worden gefinancierd. In het verleden betaalde veelal enkel dezelfde groep enthousiaste detaillisten en horecaondernemers voor zaken als feestverlichting, de sinterklaasintocht en andere promotionele activiteiten. Het bleek niet mogelijk de gehele achterban op vrijblijvende basis te laten meebetalen. Daarom heeft de B.O.V. de gemeente gevraagd om een rol te nemen in de inning van de benodigde middelen, bijeengebracht in een zogenaamd ‘ondernemersfonds’. 2. Doelstelling of gewenste situatie Het verzoek van de B.O.V. is de aanzet geweest tot een overleg over de concrete invulling van de rol die de gemeente hierbij zou moeten vervullen. Dit overleg heeft geleid tot dit voorstel: het invoeren van een heffing waardoor een ondernemersfonds kan worden gevuld. Dit voorstel is in goed overleg met de vertegenwoordigers van de Bussumse ondernemers tot stand gekomen. 3. Oplossingsrichting(en) Om te komen tot een, door de gemeente afgedwongen, financiering van activiteiten door een groep belanghebbenden is een aantal instrumenten mogelijk. Zo kan de gemeente reclamebelasting heffen, de OZB verhogen en een Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) opzetten. Bedrijven InvesteringsZones De op 1 mei 2009 ingevoerde experimentenwet BIZ biedt ondernemers, in een afgebakend gebied voor maximaal 5 jaar, de mogelijkheid gezamenlijk activiteiten te financieren die de leefbaarheid, veiligheid en/of ruimtelijke kwaliteit verbeteren. Op initiatief van hen kan de gemeente verzocht worden hiervoor een heffing in te voeren. e Hiervoor moet worden aangetoond dat minimaal 2/3 van de ondernemers achter de invoering staat. Verhoging OZB De gemeente zou voor de inning van middelen bij ondernemers ook kunnen kiezen voor het verhogen van de OZB niet-woningen. In Leiden is een ondernemersfonds op deze wijze gefinancierd. De methode is gemeentebreed en geldt dus voor alle gebruikers van niet-woningen in een gemeente. Dit betekent dat bijvoorbeeld ook scholen, kerken en buurthuizen gaan meebetalen. Het voordeel is dat er geen nieuwe heffing hoeft worden ingevoerd, waardoor de kosten laag zijn. Toen er gekozen moest worden voor een financiële drager voor een ondernemersfonds in Bussum was nog onduidelijk of er binnen de BIZ-wet ruimte was voor het financieren van promotionele activiteiten of dat de uitgaven zich moesten beperken tot de categorie ‘schoon, heel en veilig’. Ook de verplichte (zware) draagkrachtmeting heeft ertoe bijgedragen dat niet voor deze methode is gekozen. Aangezien de OZB-verhoging alle niet-woningen betreft en dit voor de gehele gemeente moet gelden is de keus ook hier niet op gevallen. 1
Reclamebelasting In de Gemeentewet is opgenomen dat gemeenten een reclamebelasting mogen heffen voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De heffing kan zo nodig voor een beperkt gebied in een gemeente gelden en de middelen die eruit voortvloeien zijn voor de gemeente vrij besteedbaar. De in een verordening op te nemen tarieven voor deze heffing zijn afhankelijk van de grootte (in m²) van de reclame-uiting. Er zijn in Nederland nu al zo’n 30 gemeenten die reclamebelasting heffen ten behoeve van een ondernemersfonds. Vooral in de laatste vijf jaar heeft de implementatie ervan een vlucht genomen, dit vanwege het wegvallen van één van de grootste obstakels bij de invoering: de hoge kosten. Nieuwe technieken zoals digitale fotografie, die gebruikt wordt bij het inventariseren van alle reclame-uitingen, hebben de kosten aanzienlijk verlaagd. 4. Overwegingen Om twee redenen lijkt het niet voor de hand te liggen ondernemers in Bussum te belasten met een extra heffing. Ten eerste verkeert de economie (wereldwijd) in een moeilijke tijd. Ook bij de Bussumse ondernemers staat de omzet onder druk. Een gedwongen bijdrage aan een ondernemersfonds laat zich hiermee moeilijk verenigen. Verder stelt het raadsprogramma 2006-2010 dat de lastendruk niet zal worden verhoogd. Echter, de onderstaande redenen pleiten juist vóór dit voorstel: • • •
De doelgroep heeft zelf om de invoering gevraagd; De B.O.V. heeft te kennen gegeven dat binnen deze doelgroep voldoende draagvlak aanwezig is om invoering te rechtvaardigen; De netto-opbrengst zal worden gebruikt voor activiteiten die in Bussum voor een kwaliteitsimpuls zullen zorgen.
5. Draagvlak reclamebelasting Op nadrukkelijk verzoek van de B.O.V. is de gemeente begin 2009 gevraagd de invoering van reclamebelasting verder te onderzoeken. Vanaf dit moment is hierover richting de achterban gecommuniceerd. Een belangrijke voorwaarde voor de invoering van reclamebelasting t.b.v. een ondernemersfonds is natuurlijk het draagvlak bij de ondernemers die uiteindelijk moeten gaan betalen. De B.O.V. heeft namens deze achterban een verzoek gedaan tot invoering van de heffing. Dit is verwoord in een recentelijk aan het college gerichte brief. 6. Uitgangspunten reclamebelasting In de ambtelijke overweging en die van de B.O.V. om te kiezen voor de introductie van een reclamebelasting zijn de volgende, hieronder beschreven, zaken van groot belang om ook daadwerkelijk tot een goede invoering te komen.
./.
A Gebied waarbinnen de reclamebelasting wordt geheven Een reclamebelasting kan – volgens de jurisprudentie – gebiedsgericht worden ingevoerd. Dat wil zeggen dat de verordening niet voor de gehele gemeente hoeft te gelden. Samen met de B.O.V. is tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om deze belasting in te voeren in het gebied waar de ondernemers het meeste profijt van de (nieuwe) activiteiten zullen hebben. Daarom wordt voorgesteld om het gebied dat is aangegeven op de kaart die hoort bij de verordening reclamebelasting 2010 als heffingsgebied aan te wijzen. Dit gebied wordt hierna het centrumgebied genoemd. B Belastingplichtigen en vrijstellingen Als belastingplichtigen kunnen volgens ons het beste worden aangewezen de ondernemers die openbare aankondigingen doen (particulieren worden dus in principe
niet aangeslagen). Deze openbare aankondigingen kunnen bijvoorbeeld een reclame aan de gevel of in de etalage van een pand zijn of een los reclamebord geplaatst op eigen grond. Wel is een vereiste dat de openbare aankondiging zichtbaar moet zijn vanaf de openbare weg die ligt in het centrumgebied. Om de belasting op een efficiënte wijze te heffen, hebben wij (in artikel 5 van de verordening) diverse vrijstellingen opgenomen. Als voorbeelden zijn hierbij te noemen: •
•
• • • •
Openbare aankondigingen, die uitsluitend in het openbaar belang, of door politieke partijen, of ten behoeve van de regulering van het verkeer worden gedaan, zoals straatnaamborden, verwijsborden etc. Reclames waarvoor de gemeente al met bijvoorbeeld een (reclame)bureau op privaatrechtelijke basis een overeenkomst heeft gesloten (bushokjes, gemeentelijke plattegrond e.d.); Reclames die korter dan 13 weken aanwezig zijn (bijvoorbeeld op een weekmarkt of een braderie); Reclames op sportterreinen; Openbare aankondigingen (niet commercieel) aan gebedshuizen en scholen; Openbare aankondigingen (niet commercieel) die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen, zoals bibliotheken, buurthuizen en instellingen voor gehandicapten.
C Samenloop reclamebelasting met precariobelasting en marktgelden Momenteel wordt in de gemeente Bussum van ondernemers die gemeentegrond voor commerciële doeleinden in gebruik nemen een precariobelasting geheven. Hierbij kan worden gedacht aan verkoopkramen langs de weg, uitstallingen, terrassen, kerstbomenverkoop etc.. Verder worden van de kraamexploitanten op de weekmarkt marktgelden geheven. De komst van reclamebelasting dient geen verandering in deze heffingsmogelijkheden te weeg te brengen, dit om budgettaire problemen te voorkomen. Bij discussies over samenloop gaan de huidige twee heffingen dan ook vóór ten opzichte van de reclamebelasting. Daarom is bijvoorbeeld in de reclamebelasting bij terrassen ook een vrijstellingsbepaling opgenomen, waarin is geregeld dat geen reclamebelasting wordt geheven van reclame-uitingen op terrasafscheidingen of op parasols die op een terras staan. Op deze wijze wordt van terrassen alleen een precariobelasting geheven. Ook worden van reclame-uitingen op de weekmarkt geen reclamebelasting geheven, omdat deze korter dan 13 weken aanwezig zijn en zo onder een vrijstelling vallen. D Tarieven Om de hoogte van de tarieven te kunnen bepalen, is het noodzakelijk om te beschikken over de volgende gegevens: 1. de totale oppervlakte van de reclameobjecten per pand in het centrumgebied; 2. de jaarlijkse kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de door de ondernemers ingediende activiteiten; 3. de structurele perceptiekosten (bijhouden van het bestand, het opnieuw inventariseren van de reclame-uitingen, opleggen aanslagen, invorderingskosten en kosten voor bezwaar en beroep); 4. de initiële kosten. Dit zijn de eenmalige kosten om te kunnen starten van de heffing/invordering van de reclamebelasting (zoals extra automatiseringskosten, opleidingskosten etc.). Ad 1 Totale oppervlakte reclame-uitingen Voor wat het tarief en de grondslag betreft, is een relatie met de openbare aankondiging noodzakelijk. Daarom is het landelijk gebruikelijk om de tarieven te relateren aan de totale oppervlakte van de openbare aankondigingen per zaak/onderneming in het centrumgebied. Verder is het vanuit efficiencyoverwegingen verstandig de grootte van de reclames in een aantal klassen te verdelen. Ook de modelverordening van de VNG hanteert dit systeem. Om te kunnen beschikken over de vereiste gegevens is de bureaus Legitiem en Van den Bosch & Partners de opdracht gegeven alle reclame-uitingen aan de
-/./.
niet-woningen in de gemeente Bussum te inventariseren (van september t/m november 2009) en op basis van de resultaten een tariefvoorstel te doen. Op basis hiervan is er voor de hierna aangegeven klassenindeling gekozen. Het door beide bureaus opgestelde rapport hebben is ter inzage gelegd. Aan dit rapport ontlenen wij de onderstaande gegevens. De management samenvatting van het rapport hebben wij in een bijlage opgenomen.
Klassenindeling grootte van reclameoppervlakte < 0,1 m2 0,1 – 1 m2 1 – 10 m2 > 10 m2 Totaal aantal in heffing mee te nemen panden Aantal panden waarbij geen reclame bij de onderneming is geconstateerd Totaal aantal door Legitiem onderzochte panden
Aantal panden in het centrumgebied 14 126 436 69 645 262 907
Ad 2 Inhoud activiteitenplan De B.O.V. heeft weliswaar het voortouw genomen in de totstandkoming van het ondernemersfonds, toch wordt een kortgeleden opgerichte stichting, de 'Stichting Ondernemersfonds Centum Bussum, verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. De stichting is er voor en namens de betalende bedrijven in het centrumgebied, terwijl de B.O.V. de belangenbehartiger is en blijft voor geheel ondernemend Bussum, waarbij het zich meer specifiek richt op de detailhandel en (dag)horeca. -/-
Wel heeft de B.O.V. namens deze stichting een activiteitenplan opgesteld. Dit plan toont de ambitie van de ondernemers op 5 inhoudelijke thema´s. Voor de activiteiten, die bij deze thema´s zijn omschreven, is voor 2010 het onderstaande budget nodig. Ten slotte zijn er middelen geraamd voor de algemene- en projectkosten. Aantrekkelijk Bussum Promotie Veilig Ondernemen Horeca Ondernemers Servicepunt Algemeen / Projectkosten Totaal in 2010
€ 85.000 53.000 6.500 5.500 20.000 10.000 € 180.000
Dit komt voor 2010 in totaal dus neer op een begroting van € 180.000. Een bedrag dat netto aan de stichting zal moeten worden uitgekeerd, wil deze stichting het activiteitenplan voor 2010 kunnen uitvoeren. Uit onderstaande tabel blijkt echter dat in de jaren 2011 t/m 2014 aanzienlijk hogere budgetten nodig zijn. De stijging van 2010 naar 2011 komt bijvoorbeeld neer op een stijging van circa 13%. Verder blijkt uit deze tabel dat voor de jaren 2010 t/m 2014 gemiddeld een budget nodig is van een nettobedrag van € 214.000. Jaar Benodigde budget
2010 2011 € 180000 € 203000
2012 € 216.000
2013 € 228.000
2014 € 243.000
gemiddeld € 214.000
Om de tarieven de komende 5 jaar op hetzelfde niveau te kunnen houden, wordt voorgesteld om de jaarlijkse opbrengst te berekenen op het gemiddelde van € 214.000 netto per jaar.
Ad 3 Structurele perceptiekosten
Uit het genoemde externe rapport kan de volgende kostenopstelling voor de structurele perceptiekosten bij heffing binnen het centrumgebied worden ontleend: werkzaamheden Controlekosten en bijhouden bestand Aanslagregeling, bezwaar/beroep en invorderingskosten Kosten automatisering, beheer/beleid en onvoorzien Totaal
Perceptiekosten € 14.000 € 22.800 € 10.000 € 46.800
Ad 4 Initiële kosten (aanloopkosten) Verder blijkt uit het externe rapport dat de totale initiële kosten (aanloopkosten) worden geraamd op € 48.400. Dit bedrag is globaal als volgt opgebouwd: Opbouw basisbestand, juridische kosten en begeleiding Kosten controle ter plaatse, opleiding en bezwaar en beroep Onvoorzien Totaal Voor de eerste opstartkosten van het proces om te komen tot een reclamebelasting en een ondernemersfonds is bij de Bestrap 2009-2 een incidenteel budget beschikbaar gesteld Om uiteindelijk tot heffing en invordering van de reclamebelasting te kunnen komen, is nog het resterende bedrag nodig
€ 18.900 € 24.660 € 4.840 € 48.400
€ 20.000 -/======= € 28.400
Zoals het schema aangeeft is er nog een bedrag van € 28.400 vereist om de reclamebelasting vorm te geven, de raad zal worden gevraagd hiervoor een krediet beschikbaar te stellen. Indien dit bedrag van € 28.400 (omslagrente 5,5%) gedurende 5 jaar ten laste van de exploitatie wordt gebracht, is hiermee jaarlijks een bedrag van circa € 7.200 gemoeid. Resumé Uit de onder ad 2 t/m 4 genoemde tabellen volgt de navolgende kostenopstelling. Nummer Ad 2 Ad 3 Ad 4
Omschrijving kosten Uitvoering activiteitenplan BOV (gemiddeld over 5 jaar) Structurele perceptiekosten Initiële kosten (nog te investeren € 28.400) jaarlijks ten laste van exploitatie Totaal
Bedrag € 214.000 € 46.800 € 7.200 € 268.000
Deze kostenopstelling vormt de grondslag voor de berekening van de hoogte van de tarieven. De bruto-opbrengst van de reclamebelasting zal dus ongeveer op € 268.000 moeten uitkomen. E Hoogte tarieven Omdat de omvang van de oppervlakte van de reclame-uitingen per pand en de gewenste bruto-opbrengst bekend zijn, kan de hoogte van de tarieven worden bepaald. Het onderstaande tariefvoorstel sluit aan bij de gewenste bruto-opbrengst. Klassenindeling grootte van reclameoppervlakte < 0,1 m2 0,1 – 1 m2 1 – 10 m2 > 10 m2
Voorgestelde tarief 0 € 150,00 € 470,00 € 685,00
Vanuit efficiencyoverwegingen is er voor gekozen om zeer kleine reclame-uitingen niet in de heffing te betrekken. Dit geldt indien de totale oppervlakte van alle reclames aan de gevel en/of in de etalage per pand kleiner is dan 0,1 m². In 2010 is er geen sprake van een volledig kalenderjaar, de verordening kan immers pas op 1 april 2010 ingaan. Toch wordt voorgesteld, om het activiteitenplan ten uitvoer te kunnen brengen, ook voor dit jaar een volledig jaartarief te hanteren. Met terugwerkende kracht een belasting invoeren is namelijk – op basis van de rechtszekerheid - niet mogelijk. Deze tarieven zijn opgenomen in de verordening. De raad zal worden voorgesteld de concept verordening reclamebelasting 2010 vast te stellen. 7. Convenant en subsidierelatie
./.
De afspraken tussen de stichting Ondernemersfonds Centrum Bussum en de gemeente zijn vervat in een convenant. In het convenant is de specifieke koppeling tussen de gemeentelijke inkomsten via de heffing van reclamebelasting aan de ene kant en de gemeentelijke uitgaven via een subsidierelatie de stichting aan de andere kant vastgelegd. Zo wordt met de stichting afgesproken dat de jaarlijkse netto-opbrengst van de reclamebelasting (dus na aftrek van structurele perceptiekosten en de kapitaallasten van de initiële kosten) zal worden uitgekeerd. De gemeente zal de toekenning van deze meerjarige budgetsubsidie laten verlopen via 4 termijnbetalingen, op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Voor 2010 geldt een verdeling in 3 gelijke termijnen beginnende op 1 april (de eerste volle maand waarop de verordening in werking is getreden). Naast deze toezeggingen vanuit de gemeente zijn in het convenant enkele verplichtingen opgenomen waaraan de stichting zich committeert. Zo zal er vanuit de stichting na drie jaar een evaluatie plaatsvinden en wordt er bepaald dat de stichting in lijn met de Algemene SubsidieVerordening van de gemeente Bussum zal handelen. Het convenant treedt in werking op de dag na het moment van vaststelling van het voorstel in de gemeenteraad. 8. Begrotingswijziging Omdat in dit voorstel een nieuwe belasting wordt geïntroduceerd, zijn de ramingen die hiermee verband houden nog niet opgenomen in de begroting van 2010. Door middel van een begrotingswijziging, die bij het raadsvoorstel ter inzage wordt gelegd, wordt hierin voorzien. 9. Geadviseerde beslissing Er wordt voorgesteld: - in te stemmen met het bij dit voorstel gevoegde raadsvoorstel ter vaststelling op 18 maart 2010. 10. Gevolgen voor de uitvoering Jaarlijks zal het college een beschikking moeten opstellen voor de toekenning van het subsidiebedrag, op basis van de gegevens van de afdeling Belastingen over de opgebrachte middelen van de reclameheffing. a. Tijdpad De subsidiebeschikking voor 2010 zal na vaststelling in de raad aan het college worden voorgelegd, zodat deze is behandeld voor de eerste subsidietoekenning op 1 april 2010. b. Toezicht en evaluatie
Na 3 jaar wordt de werking van de reclamebelasting ten behoeve van het Ondernemersfonds geëvalueerd door de stichting, zoals opgenomen in het convenant. c. P&O, OR en GO N.v.t. d. Automatisering/Informatisering De afdeling Belastingen zal een softwarepakket aanschaffen voor de implementatie van de reclamebelasting. e. Juridisch In de Algemene SubsidieVerordening en het te ondertekenen convenant zijn de (juridische) consequenties voor zowel de stichting als de gemeente vastgelegd. f.
Financieel
De invoering van de reclamebelasting kan, op het budget van € 28.400 na, budgetneutraal worden ingevoerd. g. Communicatie Met de vakafdeling zijn afspraken gemaakt over de communicatie rond de invoering van de reclamebelasting. 7. Extern/intern overleg gevoerd met De Bussumse OndernemersVereniging Van de Bosch en Partners Legitiem B.V. Financiën Belastingen Samenlevingszaken Ruimtelijke Inrichting Vergunningen en Handhaving