Citymarketing in Roermond: aan de eigen inwoners voorbij? Een vergelijking tussen de visie van de beleidsbepalers van de citymarketingcampagne en het beeld van de inwoner over de stad
Chris Frencken Bachelorthesis Sociale Geografie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Juli 2010
Waar 't gouden beeld in 't zonlicht staat Op hogen torentrans De Maas met Roer verenigd gaat In lichten golvendans. Hoera, daar ligt mijn vaderstad Mijn oud en trouw Roermond! Hoera, daar ligt mijn vaderstad Mijn oud en trouw Roermond! Uit: Volkslied Roermond A.F. van Beurden (1912)
Naam: Studentnummer: Naam begeleider:
Chris Frencken 0709115 Stefan Dormans
Bachelorthesis Sociale Geografie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 2 juli 2010
Voorwoord Deze bachelorthesis gaat over Roermond. De stad waar ik geboren en getogen ben en waar ik nog steeds woon. Jarenlang had ik alles in deze Limburgse stad. Nu speelt een groot deel van mijn leven zich af in Nijmegen waar ik studeer en in Leuvenheim waar mijn vriendin woont. In de afgelopen drie jaar heb ik succesvol de bacheloropleiding Sociale Geografie gevolgd. Vooral het eerste jaar veranderde voor mij veel. De overgang van alles dichtbij hebben naar veel veraf viel me in eerste instantie zwaar. Net als mijn leven is Roermond de afgelopen jaren flink op zijn kop gezet. Steden moeten met de tijd mee en gaan de strijd aan met andere steden onder het mom van citymarketing. Van klein provinciestadje is Roermond uitgegroeid tot een stad met de beste binnenstad van Nederland en een Outlet Centre. Het beeld van de stad is veranderd. En hoewel dit voor sommige Roermondenaren niet makkelijk is geweest, blijft Roermond toch gewoon Roermond. Na een heel proces van zes maanden, soms met meer en soms met minder activiteit, is de bachelorthesis dan eindelijk af. De stadsgeografie heeft definitief mijn interesse gewekt. Waarschijnlijk ga ik hier in verder. Graag wil ik deze gelegenheid aangrijpen om enkele personen te bedanken die mij hebben geholpen bij het tot stand brengen van mijn bachelorthesis. Ten eerste mijn begeleider Stefan Dormans voor het kritische, maar zeker opbouwende commentaar op alle eerdere versies van deze thesis om het onderzoek scherp en het verhaal consistent te krijgen. Ook bedank ik de respondenten die me hebben geholpen om een beeld te krijgen van de inwoner van Roermond over zijn stad. Verder bedank ik mijn familie vanwege de interesse en de hulp die ik voortdurend heb gehad. Daarnaast wil ook de familie van mijn vriendin bedanken. In Leuvenheim werd ik altijd gastvrij ontvangen en is mijn thesis deels tot stand gekomen. Als laatste, maar zeker niet als minste, bedank ik mijn vriendin Nathalie. Zonder jou steun en geduld was ik niet in staat geweest om tot dit resultaat te komen.
Roermond, juli 2010, Chris Frencken
I
Samenvatting Citymarketing is een veel gebruikte strategie om potentiële inwoners, bedrijven, studenten en bezoekers naar de stad te trekken. Via beloftes en marketingslogans wordt geprobeerd een gunstiger stadsimago te creëren. Steeds vaker wordt er op deze manier een eendimensionaal beeld van een stadsgeografie gegeven die nauwelijks aansluit bij de beleving van de bewoners van die stad. Inwoners hebben een bijzondere relatie met de stad waarin ze leven en kan er een liefde ontstaan voor bepaalde plekken in de stad. Niet voor niets vestigt warme citymarketing bij het maken van citymarketingbeleid extra aandacht op de eigen inwoners en bedrijven. Zij zijn immers de beste ambassadeurs van de stad en die moeten gekoesterd worden. In dit onderzoeksverslag is er voor één casus – de Limburgse stad Roermond – bekeken of de stadsbeelden van de beleidsmakers van de citymarketing en de inwoners op elkaar aansluiten. Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van vijf stadselementen die genoemd zijn door Kevin Lynch en Gert-Jan Hospers: verbindingen, knooppunten, herkenningspunten, attracties en evenementen. Bij de citymarketing in Roermond zijn onder andere folders, televisiebeelden en de website van Citymanagement Roermond bekeken. Aan vijftig inwoners van Roermond is door middel van een enquête gevraagd wat hun mening was. De verkregen gegevens zijn aangevuld met krantenartikelen. Zodoende is er gezocht naar algemene patronen en konden er twee stadsbeelden (enerzijds die van het citymanagement en anderzijds die van de inwoners) onderscheiden worden. Uit het vergelijken van de twee stadsbeelden blijkt dat er zowel veel overeenkomsten als verschillen zijn. Het citymanagement en de inwoners zijn trots op Roermond. Beide spreken ze over een sfeervolle stad in een mooie omgeving met veel voorzieningen en een rijk verleden. Hoewel vooral de elementen met historische achtergrond door beide groepen worden genoemd, ligt het vizier bij beide op de toekomst. Over de manier waarop dit richten op de toekomst invulling moet worden gegeven verschillen het citymanagement en de inwoners van mening. Het citymanagement wil uitdragen dat er altijd veel te beleven is voor iedereen en dat er alles te vinden is wat iemand nodig heeft, maar de inwoners missen gelegenheden voor amusement en onderwijs. Terwijl het citymanagement zich wil profileren als een koopstad voor iedereen en zich richt op de Duitse consument, hebben de inwoners vooral in het weekend moeite met de drukte die dit met zich meebrengt. Het citymanagement wil Roermond naar voren brengen door middel van moderne attracties en grote evenementen, terwijl de inwoner zich vooral richt op de laagdrempelige attracties en evenementen. Op basis van het empirisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de citymarketingcampagne van Roermond grotendeels aansluit bij het beeld dat de inwoners van Roermond van de stad hebben. De koude citymarketing van Roermond richt zich voornamelijk op de beïnvloedbare en mobiele toeristen. De warme citymarketing wordt vooral ingezet naar bedrijven. Het gat met de inwoners is groter. Met meer aandacht voor de behoeften van de eigen inwoners en de liefde voor bepaalde plekken die er bij de inwoners bestaat, kan Roermond een citymarketing voeren die meer aansluit bij de burgers. Daartoe dienen de twee groepen met elkaar in dialoog te gaan en maakt Roermond in de toekomst meer kans op de titel ‘beste citymarketinggemeente van Nederland’. II
Inhoudsopgave Voorwoord
I.
Samenvatting
II.
Inhoudsopgave
III.
H1
Inleiding 1.1 Projectkader 1.2 Doel- en vraagstelling 1.3 Opbouw
1. 1. 2. 3.
H2
Theorie 2.1 Een inleiding op het verschijnsel citymarketing 2.2 De liefde voor een plek 2.3 Warme citymarketing: de eigen inwoners eerst 2.4 De tien stadselementen van Lynch en Hospers
4. 4. 6. 7. 10.
H3
Methodologie 3.1 Onderzoeksstrategie en onderzoeksmethoden 3.2 Onderzoeksproces 3.3 Conceptueel Model
15. 15. 15. 18.
H4
Citymarketing in Roermond 4.1 Casusintroductie 4.2 Citymanagement Roermond 4.3 De doelgroepen van citymarketing in Roermond
20. 20. 21. 22.
H5
Het stadsbeeld van Citymanagement Roermond 5.1 De strategieën van Citymanagement Roermond 5.2 De vijf stadselementen in de citymarketing van Roermond 5.3 Het stadsbeeld van Citymanagement Roermond
24. 24. 27. 32.
H6
Het stadsbeeld van de inwoners van Roermond 6.1 Het algemeen beeld van de stad en haar citymarketing bij de inwoners 6.2 De vijf stadselementen in het beeld van de inwoners 6.3 Het stadsbeeld van de inwoners van Roermond
33. 33. 34. 39.
H7
Conclusies
40.
Literatuurlijst Bijlagen I II III
Projecten in Roermond Evenementen in Roermond Enquête III
H1.
Inleiding
1.1
Projectkader
Inwoners van een stad hebben een bepaalde binding met de stad waarin ze leven. Dit kan zijn omdat ze er geboren, opgegroeid of getrouwd zijn of omdat ze er vele jaren wonen of werken. Maar ook andere dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen doen en recreëren spelen zich vaak af in de eigen stad. Voor de burgers is de stad het decor van hun levensverhaal (Hospers, 2009a, p. 20). Voor de bewoners is de stad vaak de locatie van ‘de plek die ik thuis noem’. Er liggen persoonlijke herinneringen en er zijn kansen op een fijne toekomst. De inwoner voelt zich er fijn. Hij kent er de weg, hij wordt er geaccepteerd en hij voelt zich er thuis (Healey, 2002, p. 1781). Bij citymarketing - en speciaal bij de bestaande inwoners van de stad - gaat het erom hoe inwoners de stad waar ze in leven beleven: welke fysieke en symbolische elementen gebruiken ze om hun beoordeling van de stad te maken? Inwoners geven betekenis aan hun stad door het plannen en ontwerpen van de stedelijke ruimte, door het gebruik van de stad en door de stad op een bepaalde manier te representeren (Kavaratzis & Ashworth, 2005, p. 507). De inwoner vormt daarmee de diversiteit van de stad. Inwoners vormen ook een bepaald beeld van de stad. Dit kan zich uiten in een voorliefde voor plekken in de stad waarmee de inwoners zich identificeren. Tevens zijn er plekken in de stad waarmee ze een minder sterke band hebben. Een stadsbeeld van een individu wordt mede gevormd door culturele- en persoonlijke omstandigheden. Hoewel de beeldvorming dus per inwoner verschilt, zijn er toch algemene patronen te ontdekken (Hospers, 2009a, p. 22). Citymarketing is een veel gebruikte strategie om potentiële inwoners, bedrijven, studenten en bezoekers naar de stad te trekken. De stad wordt gepromoot en gemanaged op een dusdanige manier dat deze aantrekkelijk gaat worden voor doelgroepen van buitenaf. Door middel van slogans, logo’s en symbolen wordt geprobeerd een gunstig stadsimago te creëren. Er wordt dus een bepaald beeld van een stad naar voren gebracht. Dit beeld hoeft niet per definitie op waarheid te berusten. Beloftes en marketingslogans creëren steeds vaker een eendimensionaal beeld van een stadsgeografie die helemaal niet hoeft aan te sluiten bij de beleving van de bewoners (Van Houtum & Boedeltje, 2007, p. 41). Het aantrekken van doelgroepen van buitenaf wordt door Gert-Jan Hospers koude citymarketing genoemd (Hospers, 2009a, p. 13). Koude citymarketing staat onder druk. Vanuit de marketingsector is bekend dat het moeilijker en duurder is om een nieuwe klant te verkrijgen dan een bestaande te behouden. De aandacht verschuift langzaam van het aantrekken van mensen en bedrijven van buitenaf naar het behouden van mensen en bedrijven voor een bepaalde stad. Deze vorm van citymarketing wordt door Hospers warme citymarketing genoemd. Door veel aandacht te geven aan de wensen van bestaande ‘klanten’ komt men tegemoet aan diegenen die de stad in eerste instantie vorm geven. Inwoners en bedrijven voelen zich thuis, waardoor ze minder snel de stad verlaten. Dit is met het oog op de vergrijzing en de krimp in verschillende Nederlandse regio’s in toenemende mate van belang. Mensen binnen de stad vergen dus een andere aanpak dan de mensen van buitenaf (Hospers, 2009a, p. 13). Toch hebben inwoners binnen een stad vaak moeite met overbrengen van hun visie in de citymarketing. Beleidsmakers informeren maar weinig naar de mening van de burgers en dit kan problemen opleveren. De gemeente doet er daarom verstandig aan om na te denken over hoe ze zich wil profileren bij haar eigen inwoners en bedrijven, al was het maar om de bestaande bevolking zoveel mogelijk aan de stad te binden (Hospers, 2009a, p. 76). In dit onderzoek staat de situatie in het Midden-Limburgse Roermond centraal. Roermond is een middelgrote stad met ruim 45.000 inwoners. Roermond heeft vanaf eind jaren ’90 economisch een 1
vlucht genomen. In een relatief korte periode zijn er diverse winkelcentra, hoogbouwtorens, appartementencomplexen en woonwijken gebouwd. Tegelijkertijd met deze economische sprong wordt er een actief en uitvoerig citymarketingbeleid gevoerd om mensen van buitenaf naar de stad te trekken. Het logo en de slogan van de campagne ‘Roermond, that’s all you need’ zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. De Stichting Citymanagement Roermond probeert op deze manier van Roermond een sterk merk te maken. In de krant, op de televisie en in het dagelijks leven van Roermond zijn er in toenemende mate geluiden te horen die duiden op een bepaalde onrust bij de inwoners van de stad over deze nieuwe ontwikkelingen. Uit de reacties van de inwoners lijkt een besef te groeien dat het allemaal teveel en te groots wordt. De veranderingen in de fysieke ruimte kunnen als storend worden ervaren en er lijken inwoners te zijn die zich ergeren aan de voortdurende stroom van commerciële evenementen. De inwoners van Roermond lijken nauwelijks betrokken te worden bij de activiteiten van de gemeente en het citymanagement. Door het uitvoeren van dit onderzoek zal duidelijk worden gemaakt in hoeverre de visie van de inwoners aansluit bij het citymarketingbeleid dat er wordt gevoerd. In het kader van warme citymarketing is het gewenst dat deze op elkaar aansluiten.
1.2
Doel- en vraagstelling
Dit onderzoek heeft tot doel inzicht te geven in de beeldvorming over de stad Roermond door te bekijken in hoeverre het stadsbeeld van Citymanagement Roermond aansluit bij het beeld dat de inwoners van de stad hebben. In dit onderzoek staat de volgende hoofdvraag centraal: In hoeverre sluit – in het kader van warme citymarketing – het stadsbeeld van Citymanagement Roermond aan bij het beeld dat de inwoners van Roermond van de stad hebben? Om de mogelijkheid te hebben de hoofdvraag te beantwoorden, zijn er de volgende drie deelvragen opgesteld: 1. Wat is het belang van een warme citymarketing? 2. Welk beeld wil Citymanagement Roermond van Roermond uitstralen? 3. Wat is het beeld van de inwoners van Roermond? Deze drie deelvragen zullen nu verder toegelicht worden. De eerste deelvraag behandelt het belang van het theoretische concept ‘warme citymarketing’ in relatie tot de stad. De beantwoording van de eerste deelvraag zal na een theoretische verdieping plaatsvinden. Gert-Jan Hospers heeft het concept ‘warme citymarketing’ geïntroduceerd en heeft ook veelvuldig geschreven over het belang van warme citymarketing boven koude citymarketing voor de doelgroepen bewoners, bedrijven en bollebozen. De tweede en derde deelvraag worden onder andere beantwoord door het gebruik van vijf stadselementen. Bij de tweede deelvraag kan het beeld dat de beleidsmakers van de citymarketing in Roermond willen geven bepaald worden. Er zal hier worden bekeken hoe de citymarketing van Roermond vorm heeft gekregen. Welke strategieën gebruikt men (logo’s, evenementen, campagnes)? En belangrijker: welk beeld van de stad wordt hiermee uitgestraald? Waar wil Citymanagement Roermond – en daarmee ook de gemeente Roermond – met de stad naartoe? Met de derde deelvraag wordt het beeld dat de inwoners van Roermond hebben gevat. Wat is het gevoel van de inwoners bij de stad Roermond? Het stadsbeeld bij de inwoners is meestal gecreëerd op basis van verschillende bronnen zoals historie, cultuur, gewoontes, industrie, landschap 2
en omgeving. Door middel van enquêtes wordt achterhaald wat de Roermondenaren de belangrijkste stadselementen van Roermond vinden. Door het beeld van enerzijds de beleidsmakers en anderzijds de inwoners te vatten, kan worden bekeken wat het gat tussen de twee is en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Door een nieuwe koers en een nieuwe citymarketingcampagne is het uitgedragen beeld van Roermond naar mensen van buitenaf veranderd. Door te onderzoeken waaruit de binding van de inwoners met de stad bestaat, wordt bekeken of het uitgedragen beeld aansluit bij het beeld van de inwoners. Indien dit het geval is, is dit een pluspunt ten aanzien van het toenemend belang van het voeren van warme citymarketing. Indien ze niet op elkaar aansluiten is dit een minpunt. Bij de vergelijking in de conclusie kan er zodoende antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.
1.3
Opbouw
Na deze inleiding zal dit onderzoeksverslag vervolgen met een theoretisch hoofdstuk. De belangrijkste concepten en ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan dit onderzoek zullen beschreven worden. In het derde hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de methodologie en de gemaakte keuzes bij het ontwerpen en uitvoeren van het onderzoek. In hoofdstuk 4 wordt de casus Roermond verder ingeleid. Hoofdstuk 5 bespreekt het beeld dat de beleidsbepalers van de citymarketing in Roermond uitstralen, terwijl in hoofdstuk 6 het beeld van de inwoners wordt achterhaald. Ten slotte zullen in hoofdstuk 7 conclusies worden getrokken door de twee stadsbeelden te vergelijken en de overeenkomsten en verschillen te bespreken. Ook wordt hier antwoord gegeven op de hoofdvraag van dit onderzoek.
3
H2.
Theorie
Er zijn in het kader van dit onderzoek enkele theoretische benaderingen die relevant zijn om verder uit te diepen. Ten eerste worden de algemene definities van citymarketing en de ontwikkelingen die er in dit relatief nieuwe verschijnsel gaande zijn besproken. Ten tweede is er in de wetenschap de gedachte dat de mens een liefde kan ontwikkelen voor bepaalde plekken of plaatsen in zijn omgeving. Deze liefde moet volgens enkele wetenschappers gekoesterd worden bij het maken van citymarketingbeleid. We hebben het dan over citymarketingbeleid dat aansluit bij de eigen inwoners. In dit geval spreken we over warme citymarketing. Dit zal worden besproken in het derde deel van dit hoofdstuk. Ten slotte zullen in dit hoofdstuk de tien stadselementen worden besproken die door Kevin Lynch in zijn boek The image of the city (1960) en Gert-Jan Hospers in zijn boek Citymarketing in perspectief (2009) zijn geïntroduceerd. Vijf van deze stadselementen vormen een methodische basis waarop het praktijkonderzoek in Roermond is uitgevoerd.
2.1
Een inleiding op het verschijnsel citymarketing
Steden worden in toenemende mate gepromoot. Steeds vaker worden er symbolen, slogans en logo’s aan steden verbonden (McCann, 2009, p. 119). Dit zijn de meest herkenbare vormen van gerelateerde strategieën bekend onder verschillende namen zoals urban branding, civic boosterism en citymarketing. Steden proberen de goede kanten van de stad over te brengen zodat verschillende hulpbronnen, investeringen, banen en toeristenopbrengsten voor de stad behouden worden of worden aangetrokken (McCann, 2009, p. 119). Citymarketing is de laatste jaren snel ingeburgerd bij de Nederlandse gemeenten. Op dit moment is ongeveer driekwart van de gemeenten in Nederland bezig met citymarketing. Colleges van B&W stellen ook steeds vaker speciale functionarissen aan voor citymarketing (Hospers, 2009a, p. 12).
Door het voeren van citymarketingbeleid probeert men menselijke keuzes te beïnvloeden ten gunste van de stad. Steden zijn met elkaar in competitie in de strijd om verschillende doelgroepen. Er wordt daarom ook wel gesproken over urban competition. Citymarketing probeert in te spelen op het bestaande beeld van de stad dat bestaat onder een grote groep mensen, ook wel het imago genoemd (Hospers, 2009a, p. 22). Voor hen die niet meer in hun geboorteplaats wonen, is het vaak een baan of een relatie die ze naar een andere stad brengt. Het toeval speelt daarbij een belangrijke rol. Citymarketing probeert het toeval een handje te helpen door locatiekeuzes te beïnvloeden (Hospers, Boekema & Lombarts, 2008, p. 11). De algemeen aanvaarde definitie van citymarketing is: Citymarketing is het langetermijnproces en/of het beleidsinstrument bestaande uit verschillende, met elkaar samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van specifieke doelgroepen voor een bepaalde stad (Hospers, 2009a, p. 13). Naast gemeenten wordt citymarketing ook gemaakt door lokaalafhankelijke ondernemers en overige lokale organisaties zoals entertainmentorganisaties, toeristenbureaus zoals het VVV en universiteiten. Allen hebben ze baat bij het vergroten van hun aantrekkingskracht. Ze krijgen zo meer kapitaal binnen in allerlei vormen. Ondernemers ontvangen meer inkomsten door de groeiende verkoop van producten aan nieuwe inwoners of bezoekers en politici krijgen meer geld binnen door belastingopbrengsten als gevolg van nieuwe inwoners of bedrijven. Citymarketing heeft dan ook meer effect als het langdurig wordt aangehouden (Hospers, 2009a, p. 22). De effecten van citymarketing zijn overigens maar beperkt te meten. 4
Citymarketing is gericht op een breed publiek. Hospers noemt vier doelgroepen van huidige citymarketing (Hospers, 2009b, p. 10): bewoners, bedrijven, bezoekers en bollebozen (studenten). Volgens McCann (2009, p. 119) zijn de belangrijkste doelgroepen van citymarketing: potentiële investeerders (ondernemers / bedrijven), potentiële inwoners, toeristen, evenementenorganisatoren, media, hogere overheden en ten slotte de eigen inwoners. Zoals te zien aan de laatste groep genoemd door McCann, kan citymarketing dus intern gericht zijn. De focus op de eigen inwoners heeft vaak als doel het beleid en de doelen van beleidsmakers te legaliseren. Zo kan er worden gewaarborgd dat de groei iedereen in de stad ten goede komt en kan er een bepaalde identiteit onder de inwoners van de stad gecreëerd worden (McCann, 2009, p. 122). Beleidsmakers moeten er voor zorgen dat er zo min mogelijk tegenstanders zijn van het gezamenlijke beeld dat moet worden uitgedragen. Er moet een gedragen beeld worden opgebouwd waarin de meeste inwoners zich kunnen vinden en waaruit blijkt dat ze verenigd zijn in relatie tot de buitenwereld (Cox & Mair in: McCann, 2009, p. 123). Omdat er altijd tegenstanders zijn, is het streven naar een beste benadering van zo’n beeld. Sinds de jaren ’90 is citymarketing een geliefd onderwerp bij geografen. Een belangrijke bijdrage van de geografie is dat geografen hebben benadrukt dat citymarketing een sociaal proces is met een geschiedenis, geografie en een politieke economie. Tevens is het niet alleen strategisch, maar ook macht en politiek. Zo zijn er verschillende groepen die de stad op hun manier willen vormen zodat hun belangen worden gediend. Daartoe kunnen sommige belangengroepen wel worden meegenomen en anderen heel bewust worden uitgesloten, om zo samenhang te blijven hebben in de message van de citymarketing (McCann, 2009, p. 119). Ook legt de geografie een relatie tussen gebouwde omgeving en menselijk handelen. We willen onze omgeving aanpassen en organiseren naar hetgeen waar we behoeften aan hebben (Lynch, 1960, p. 95). Men wil het beeld en verhaal van een stad (re)construeren en zo presenteren wat het meest aantrekkelijk is van de stad, bijvoorbeeld het landschap, de gebouwen of het bedrijfsleven. Deze aantrekkelijke plekken moeten aan de wereld toonbaar worden gemaakt. Dit gaat dus verder dan enkel slogans, want de omgeving wordt gemanaged en specifieke beelden worden gepresenteerd via websites, brochures of de media. Aan de andere kant kan de fysieke ruimte op de schop worden genomen, zodat deze weer aansluit of bijdraagt aan de citymarketing. Wat met de openbare ruimte wel kan, gaat met de gebruikers van de stad moeilijker. Bij inwoners en bedrijven moet je draagvlak creëren, zodat ze willen bijdragen aan de citymarketing. Steden zijn de leefomgeving van veel groepen. Daarom is het van belang dat bij het maken van citymarketingbeleid altijd kennis moet worden genomen van de verschillende beelden die er zijn bij de inwoners en de relaties tussen deze beelden. Zo kan naar een citymarketing en een omgeving worden gestreefd die naar tevredenheid van iedereen is (Lynch, 1960, p. 157). Net zoals met producten in de supermarkt, wordt er ook voor steden reclame gemaakt. Als een product inhoudelijk van kwaliteit is, bij de doelgroepen aansluit en gepromoot wordt, dan zal het meer worden gekocht. Zo wordt er ook gedacht over de stad. Vaak wordt echter vergeten dat een stad zeer complex is in vergelijking met een product. Aan de boontjes in een blik hoef je niet te vragen hoe ze in de markt worden gezet, maar bij de inwoners van een stad moet dat wel (Hospers, Boekema & Lombarts, 2008, p. 8). Steden zitten namelijk tussen onze oren (Hospers, 2009a, p. 16). Elke stad heeft een eigen verleden en een eigen identiteit. Dit wordt ook wel eigenlogica genoemd: het geheel van zichtbare en onzichtbare structuren en alledaagse uitdrukkingsvormen die een stad en haar bevolking uniciteit verlenen. Voor de burgers is de stad het decor van hun levensverhaal (Hospers, 2009a, p. 20). Een stad is opgezet door heel veel mensen. Er komen veel verschillende functies samen (Lynch, 1960, p. 91). De stad is dus een veelzijdig en veranderend geheel. Daarom stelt men ook dat een stad eigenlijk vele steden is. Er is een grote intensiteit van het leven op een relatief kleine plek (Lynch, 1960, p. 119). De stedelijke omgeving is een geclusterde mix van mensen met culturen. De mensen werken en recreëren er. Elke keer is er de interactie tussen de gebruikers en de omgeving. 5
2.2
De liefde voor een plek
In de wetenschap – en met name in de geografie – is er sinds de jaren ‘ 70 veel geschreven over de liefde voor een stad of plaats die ontstaat bij de inwoner van die stad. Begrippen als topofilie, sense of place en belonging passen in deze benadering. Over deze begrippen is onder andere geschreven door geografen Yi-fu Tuan en Gert-Jan Hospers, planoloog Kevin Lynch en architect Neil Leach. Hoewel een stad dynamisch is en inwoners van de stad ieder een eigen draai aan de stad proberen te geven, heeft elke inwoner associaties met een bepaald deel van zijn stad. Zijn binding met de stad en daarmee ook zijn beeld van de stad is gevoed door herinneringen en betekenissen. Er kan een gevoel ontstaan als de sweet sense of home (Lynch, 1960, p. 1-6). De stad waar je woont is een plek waar je iets mee hebt, waar je je thuis voelt. Het is zoiets als liefde (“Het gaat om het gevoel”, 2009). Een plek wordt onmiskenbaar als een inwoner er zijn eigen betekenissen en relaties kan loslaten (Lynch, 1960, p. 92). Lynch (1960, p. 95) spreekt dan over een special place, strong locale of unforgettable place. Men kan zich identificeren met de omgeving en wil deze liever niet meer verlaten. De eigen omgeving staat dan voor continuïteit en stabiliteit in een onzekere wereld (Lynch, 1960, p. 123). Yi-fu Tuan introduceerde in 1974 het begrip topofilia in de geografie. Het betekent volgens hem ‘de emotionele band die er bestaat tussen de mens en een plaats of omgeving waar men zich thuis voelt’. Mensen hebben net als sommige dieren een sterk gevoel van plaatsverbondenheid en ook emotie en gedachten spelen een belangrijke rol in de gehechtheid aan plaatsen. Plaatsen zijn afgebakende ruimtes waar men verbondenheid mee voelt. Deze kunnen in schaal variëren van het woonhuis, tot de woonplek tot het geboorteland (Tuan, 1976, p. 269). Hospers (2009a, p. 16) vertaalt topofilia naar ‘de liefde voor een plaats of de bijzonderheid van je leefomgeving’. Het is een bepaald gevoel dat net zo moeilijk te beschrijven is als de liefde tussen mensen. Maar als je het ervaart, dan begrijp je wat ermee wordt bedoeld. Veel mensen hebben dat gevoel bij de plaats van hun jeugd of de stad waar ze al jaren wonen of op vakantie gaan (Hospers, Boekema & Lombarts, 2008, p. 11). Op de zoekmachine van Google vindt je alleen al 183000 resultaten op Nederlandstalige pagina’s voor het zinsdeel “ik houd van deze stad”. Voorbeelden van deze liefde vind je overal. Bijvoorbeeld in het ANWB-blad Kampioen waar elke maand een bekende Nederlander in een vaste rubriek iets mag zeggen over ‘zijn of haar plek’. Presentator Albert Verlinde heeft het bijvoorbeeld over zijn geboortestad ’s-Hertogenbosch: ‘De plek waar je geboren bent blijft speciaal. Toen ik in Limburg en Noord-Holland woonde had ik altijd het gevoel dat ik thuiskwam als ik even in de stad was. Vergelijk het met een warme schoot. Ik voel me op mijn gemak’ (De Vries, 2010, p. 67). Ook in de muziek komt vaak een gevoel voor de leefomgeving terug. Voorbeeld hiervan zijn de 3JS met het nummer ‘Mijn Dorp’ over Volendam en Bon Jovi met het nummer ‘I love this town’. Uit cijfers over verhuisgedrag blijkt dat de meeste ondernemers liever niet willen verhuizen met hun bedrijf. En als ze wel verhuizen, dan is dit vaak binnen tien kilometer. Dit geldt ook voor inwoners en studenten. Wim Meester (in: Hospers, 2009b, p. 9) spreekt in dit verband over ruimtelijke zelfpreferentie. Dit betekent dat mensen een voorkeur hebben voor de eigen omgeving en dus honkvast zijn. Een ander complex begrip dat vaak gehanteerd wordt is sense of place dat probeert te begrijpen wat een gevoel voor een plek creëert. Belangrijk is dat beleving van het leven op een plek via de zintuigen belangrijk is om te achterhalen wat de essentie van die plek is (Shamai & Ilatov, 2004, p. 468). Letterlijk betekent sense of place dan ook dat bepaalde plekken de aandacht vragen van onze zintuigen. Niet alle zintuigen spelen hierin een even grote rol (Hospers, 2009b, p. 8). In de meeste gevallen zijn dit de ogen: plekken nodigen ons uit om er naar te kijken. Bij welke plekken zo’n gevoel opsteekt is persoonlijk. Dit kan per persoon verschillen door bijvoorbeeld een voorkeur voor een kleur of door een opvoeding in een bepaalde cultuur (Hospers, 2009a, p. 17). De sense of place heeft 6
dus te maken met een sociaaleconomische- en voornamelijk emotionele band met de woonplek. Het is vanwege dit gevoel dat de meeste inwoners en bedrijven van Nederland hun vestigingsplaats dan ook niet willen verlaten (Hospers, 2009a, p. 33). En ook bedrijven vertrekken niet zomaar. De motivering van bedrijven om zich ergens te vestigen is de afgelopen honderd jaar drastisch verschoven. Waar het toen draaide om factoren als transport- en arbeidskosten, daar draait het nu om de inbedding in regionale economische en sociale netwerken. Een hoogwaardig woon- en leefklimaat is een typische vestigingsfactor van de toekomst (Bakker, 2009, p. 11). Een laatste concept is belonging: ergens mee verbonden voelen. Dit bestaat altijd uit herkenning van jezelf in de ander. Er moet gelijkwaardigheid zijn tussen het zien van de externe wereld in jezelf en de interne wereld in de ander. Dit heeft altijd te maken met in hoeverre je bekend bent met de omgeving (Leach in: Hillier & Rooksby, 2002, p. 281-292).
2.3
Warme citymarketing: de eigen inwoners eerst
Te vaak zijn de inspanningen rond citymarketing enkel gericht op het nationale en internationale bedrijfsleven en het aantrekken van toeristen. Citymarketing krijgt nog vaak de vorm van een multimediacampagne, ondersteund door merchandise, attracties en evenementen. In al hun creativiteit houden gemeenten weinig rekening met de verschillen tussen doelgroepen binnen en buiten de stad. Als je geen rekening houdt met de eigen inwoners dan levert dit vroeg of laat problemen op (Hospers, 2009a, p. 12 & 109). Een voorbeeld hiervan is de situatie in de Groningse fusiegemeente Oldambt. Oldambt probeert zich, naar aanleiding van het project Blauwestad, in de markt te zetten als watergemeente. Voor het tot stand komen van Blauwestad is een zwaar bevochten vruchtbaar akkerland opzettelijk onder water gezet, om zo een wijk te bouwen aan een groot meer waar nieuwe inwoners zich kunnen vestigen. Mede door de economische crisis zijn de projectontwikkelaars en de huizenkopers in Blauwestad afgehaakt. De leegblijvende Blauwestad laat zien dat de voorgeschotelde maakbaarheid - met de gevoerde slogan ‘Als het er niet is, dan maken wij het’ - beperkt is. Een deel van de beeldvorming van de eigen inwoners is letterlijk onder water verdwenen. In plaats van de vruchtbare grond te koesteren, streefde de gemeente hogere economische waarden en doelen na. De oorspronkelijke inwoners zijn de grote afwezige in dit verhaal. De gemeente heeft uit angst voor de kritische burger geen rekening gehouden met de wensen van de bewoners (Boedeltje, 2010, p. 50-51). Uit een onderzoek in 2006 naar de beleving door inwoners van hun stad of dorp is gebleken dat er weinig naar de eigen inwoners wordt geluisterd (EVAR Advisory Services & De Vos & Jansen, 2006). Als de wensen en verwachtingen van de eigen inwoners en in de gemeente gevestigde bedrijven wel worden meegenomen kan de effectiviteit van citymarketing worden vergroot. Als inwoners zich identificeren met de eigen stad of het eigen dorp, dan zullen ze eerder gebruik maken van de voorzieningen die daar zijn. Gemeenten hebben hier baat bij, omdat de investeringen dan ook ten gunste zijn van de lokale horeca en detailhandel. Uit het onderzoek blijkt dat wonen, winkelen en een adequaat uitgaansaanbod de belangrijkste zaken zijn die inwoners in hun gemeente terug willen zien. Vooral een bioscoop en evenementen maken de gemeente aantrekkelijk voor de eigen inwoners (EVAR Advisory Services & De Vos & Jansen, 2006). Citymarketing kan daarnaast intern gericht zijn om het beleid en de doelen van gemeentebesturen te legaliseren. Als de gemeente weet wat inwoners willen, vergroot dit de zichtbaarheid van het lokaal bestuur. Er kan worden voorkomen dat een gemeente omvangrijke investeringen pleegt, waarvoor uiteindelijk niet of nauwelijks draagvlak onder de inwoners is (EVAR Advisory Services & De Vos & Jansen, 2006). Zo kan er worden gewaarborgd dat de groei iedereen ten goede komt in de stad en kan er een bepaalde identiteit onder de inwoners van de stad gecreëerd worden (McCann, 2009, p. 122). De inwoners van een stad voelen zich meer thuis als de stad voor hun meer is dan alleen de plek waar hun huis staat. 7
De verbondenheid die inwoners voelen bij hun stad of plek mag niet vergeten worden bij het maken van citymarketing. Het is juist via citymarketing dat hún stad op de kaart wordt gezet. Mensen binnen de stad vergen bij het voeren van citymarketing een andere aanpak dan mensen van buiten de stad. De inwoners van een stad voelen zich betrokken bij de eigen stad en hebben ook een beeld bij de stad waarin zij leven. Om inwoners te betrekken bij de citymarketing kunnen er bijvoorbeeld advertenties worden gezet in lokale kranten of door het geven van informatie en een attentie voor alle (nieuwe) inwoners met daarop het logo en de slogan van de citymarketingcampagne. Als de citymarketing bekend is bij de bewoners van een stad en deze zich ook in de citymarketing kunnen vinden, dan kunnen inwoners zelf helpen het stadsbeeld uit de citymarketing te verspreiden en er zo draagvlak voor creëren. Ze kunnen hierdoor het gevoel krijgen echt te worden gewaardeerd. Niet voor niets noemt Hospers (2009a, p. 12 & 37) tevreden inwoners de beste ambassadeurs van de stad. Om de inwoners van een stad bij het citymarketingbeleid niet te vergeten, introduceert Hospers het begrip warme citymarketing. Warme citymarketing bestaat uit de maatregelen voor de eigen bevolking om zodoende doelgroepen voor de stad te behouden. Met koude citymarketing bedoelen we de inspanningen gericht op het trekken van nieuwkomers naar de stad (Hospers, 2009a, p. 13). Warme citymarketing is volgens Hospers zeker zo belangrijk als koude citymarketing. Met de nadruk op de eigen inwoners, sluit warme citymarketing vanzelfsprekend aan op het eigene van een plek. Dit inspelen op de authenticiteit is een goede strategie voor kleine en middelgrote steden. Concrete maatregelen die passen bij warme citymarketing zijn naar de eigen ondernemers toe bijvoorbeeld de verbetering van de bereikbaarheid en beeldkwaliteit van bestaande bedrijvenlocaties en flexibele omgang met inrichtings- en verbouwingseisen voor bedrijfspanden. Voor studenten kan er gezorgd worden voor een betere aansluiting tussen de studie en de lokale arbeidsmarkt in de vorm van meer stageplaatsen, studie-werktrajecten en traineeships voor afgestudeerden. Niet de stad zelf, maar alleen haar bevolking kan creatief zijn. In die zin past ook een strategie om een hogeschool binnen te halen (Hospers, 2009a, p. 65 & 67). Warme citymarketing voor de eigen inwoners bestaat bijvoorbeeld uit het aantrekkelijker maken van een huis kopen op de lokale woningmarkt en het bieden van carrièrekansen. De eigen inwoners kunnen zich zo in de praktijk van de citymarketing vinden. Hospers staat in zijn pleidooi overigens niet alleen. Zowel in het binnenland als in het buitenland zijn er wetenschappers die min of meer hetzelfde gedachtegoed hebben over citymarketing en citymanagement. Knox en Mayer (2009) hebben het in hun boek over het Cittaslownetwerk. Dit is een keurmerk voor gemeenten die natuur, cultuurhistorie, duurzaamheid en gastvrijheid hoog in het vaandel dragen. Ze benadrukken het belang van lokale authenticiteit voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Kleine steden met minder dan 50000 inwoners zouden nog veel meer kunnen voortbouwen op hun eigenheid. In Beieren worden lokale boeren gekoppeld aan kwaliteitsrestaurants en in het Italiaanse stadje Orvieto worden huizen verwarmd met lokaal opgewekte groene stroom (Knox & Mayer, 2009). Hospers (2009a, p. 115) heeft een voorstel gedaan om in de algemeen aanvaarde definitie van citymarketing de woorden aantrekken en behouden om te draaien, om zo het belang van het woord ‘behouden’ te benadrukken. Die nadruk op behouden is opvallend, omdat Hospers zelf zegt dat mensen honkvast zijn. In principe willen inwoners en bedrijven de eigen gemeente inderdaad niet verlaten. Maar zodra ze iets essentieels in de eigen stad niet kunnen vinden dat er elders wel is, dan is dit vaak een reden om toch te vertrekken. Nu lijkt het voeren van citymarketing heel makkelijk geworden. Met een actief beleid om het de eigen inwoners en bedrijven naar hun zin te maken kom je een heel eind. Een gemeente moet simpelweg aan warme citymarketing doen. Zo simpel als dit lijkt, is het natuurlijk niet. Het zal niet meevallen om burgers te betrekken en lokale authenticiteit bij kleinere gemeenten handen en voeten te geven. Kritiek op Hospers die ook wordt genoemd is dat hij koude citymarketing afschuift 8
als foute of zinloze citymarketing. Deze kritiek is echter niet terecht. Hospers noemt inderdaad dat koude citymarketing voor de doelgroepen bewoners, ondernemers en studenten minder effect heeft, omdat men liever niet verhuist. Dit wil echter niet zeggen dat koude citymarketing helemaal geen zin heeft. Alle campagnes, slogans en logo’s zijn niet voor niets. Toeristen en dagjesmensen kunnen door middel van marketingacties vaak wél bereikt worden. En niet alleen toeristen en dagjesmensen, ook jongeren (studenten) zijn doorgaans sneller tot actie te bewegen, omdat ze nog minder honkvast zijn. Gerichte marketing heeft dus wel degelijk zin (Bakker, 2009, p. 12). Bezoekers zijn per definitie ook mobiel, want ze zijn juist op zoek naar ervaringen die ze thuis niet kunnen vinden. De gemiddelde toerist hoeft geen verrassingen. Vaak gaan ze kijken of hun beeld dat ze hebben van markante plekken wel klopt. Daarom zijn voor de promotie van middelgrote en kleinere steden reisorganisaties, regio’s en recreatieondernemers van belang. Dagjesmensen en winkelend publiek kan men trekken door te doen aan boulevardtoerisme: leisure, retail en entertainment. Verder is historisch erfgoed in trek (Hospers, 2009, p. 57 & 61). Als men extra inzet op toeristen schuilt er wel het gevaar dat er zoveel mensen van buitenaf komen dat de inwoners van de stad zich verdrongen voelen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in Venetië, waar Venitianen het stadscentrum zijn ontvlucht door alle drukte van toeristen (Hospers, 2009a, p. 55). Het promoten van een stad blijft het toefje slagroom op de taart. Je moet het product stapje voor stapje opbouwen. Zo bouw je zelf een identiteit waar je trots op kan zijn en die trots ook over mag uitdragen (Bakker, 2009, p. 17). De gebouwde omgeving kan daarom niet los worden gezien van de citymarketing. Citymarketing heeft pas zin als een stad echt wat te bieden heeft aan zijn doelgroepen. Achter het praatje moet een overtuigend plaatje zitten. Het praatje bestaat uit een geloofwaardig en authentiek stadsverhaal. Het plaatje bestaat uit een stad die niet alleen zegt dat ze bijzonder is, ze moet bijzonder zijn (Hospers, 2009a, p. 77 & 116). Voor citymarketing is het dan ook van belang dat je een stad aantrekkelijk maakt voordat je de stad gaat promoten (Inn, 2004, p. 234). In plaats van zichzelf te promoten kunnen steden zich ook door anderen laten aanprijzen, bijvoorbeeld door mee te doen aan prijsvragen (Hospers, 2009a, p. 80). Dit geeft vaak meer aanzien. Er wordt nog al eens gesteld dat bij citymarketing het vaak ontbreekt aan de koppeling met de identiteit van een stad. Je moet bij citymarketing boodschappen verzenden die ‘beleefbaar’ zijn en die passen bij wat een stad is. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. De vraag is in hoeverre wij de identiteit van de stad wel echt kunnen definiëren. Dit blijkt lastig, omdat een stad doorgaans een zeer complexe verzameling van elementen is (Bakker, 2009, p. 7-10). Om toch een beeld van een stad te krijgen is in dit onderzoek verder onderzoek gedaan naar een aantal van deze elementen.
2.4
De tien stadselementen van Lynch en Hospers
Om het beeld van een stad te vatten kan er gebruik worden gemaakt van een theorie van Kevin Lynch over de elementen in een stad. Kevin Lynch spreekt in zijn klassieker The Image of the city (1960, p. 46) over vijf stadselementen (verbindingen, overgangszones, wijken, knooppunten en herkenningspunten) waaraan de mensen zich kunnen identificeren. Gert-Jan Hospers (2009a, p. 23) heeft deze lijst uitgebreid en geactualiseerd door er nog eens vijf elementen (gebeurtenissen, attracties, evenementen, lokale producten en lokale helden) aan toe te voegen. De theorie van Lynch is hierdoor nog meer geschikt om te gebruiken in de context van citymarketing. Naast fysieke stadselementen, zijn er namelijk ook elementen die niet tot de gebouwde omgeving hoeven te behoren. Met behulp van deze tien stadselementen komen steden op het netvlies bij mensen. Mensen vormen een beeld doordat er ontmoetingen tussen steden en hun gebruikers plaatsvinden via percepties en beelden (Kavaratzis & Ashworth, 2005, p. 507). De tien elementen staan voor de zaken waaraan 9
mensen een stad kunnen herkennen. Door middel van de elementen geven de mensen betekenis aan de stad. Ze evalueren vaak onbewust de fysieke, symbolische of andere elementen om hun beoordeling van de stad te maken (Kavaratzis & Ashworth, 2005, p. 507). Het beeld van een realiteit verschilt per persoon, zelfs onder inwoners van dezelfde stad (Hospers, 2009a, p. 20). Toch kan er min of meer overeenstemming zijn tussen leden van een groep ingedeeld op bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, woonplek, cultuur of familie (Lynch, 1960, p. 7). Door alle beelden van individuen te bekijken kun je komen tot groepsbeelden van de omgeving (Lynch, 1960, p. 7). Planners van de stad kunnen dit beeld gebruiken. Zo’n public image is in dit onderzoek ook achterhaald voor de stad Roermond. In het vervolg van deze paragraaf worden de tien stadselementen besproken. De eerste vijf stadselementen (overgangsgebieden, wijken, gebeurtenissen, lokale producten en lokale helden) zullen niet worden meegenomen bij de analyse van Roermond. De laatste vijf (verbindingen, knooppunten, herkenningspunten, attracties en evenementen) worden wel gebruikt bij het achterhalen van het stadsbeeld. Telkens zal worden toegelicht waarom een element wel of niet meegenomen is in het verdere onderzoek. In het algemeen kunnen we stellen dat de keuze voor slechts vijf elementen te maken heeft met de grootte en de geringe tijd van dit onderzoek. Daarnaast heeft deze keuze te maken met de beperkte relevantie bij een stad ter grote van Roermond en de moeilijke praktische uitwerkbaarheid van de vijf elementen die niet meegenomen zijn.
1. Overgangsgebieden Kevin Lynch noemt de overgangsgebieden ook wel randen (1960, p. 62). Ze liggen altijd tussen twee gebieden in met een eigen karakter. Het zijn bijvoorbeeld de zones tussen rivieren, bossen, de zee en de stad. Overgangsgebieden hebben scheidend vermogen. Aan de ene kant kunnen overgangsgebieden barrières of grenzen zijn. In dit geval vallen ze extra op als ze wel zichtbaar zijn, maar toch lastig kunt oversteken. Een voorbeeld hiervan is de spoorzone zonder mogelijkheid om aan de andere kant te komen: je kunt de overkant wel zien, maar niet bereiken. Aan de andere kant kunnen overgangsgebiedenbindend vermogen hebben. Inwoners van twee wijken met elk een sterk eigen karakter kunnen bijvoorbeeld met elkaar in contact komen door een tussenliggende groenstrook waar men kan recreëren (Lynch, 1960, p. 64). In Roermond zijn wel overgangsgebieden, maar deze zijn vaak moeilijk te herkennen door de burger. Ook in de citymarketing van de stad zijn deze moeilijk vast te leggen. Voorbeelden van overgangsgebieden in Roermond zijn de singels, de Roer met zijn oevers en de spoorzone. Er is voor gekozen dit stadselement niet mee te nemen, omdat overgangsgebieden moeilijk herkenbaar zijn en theoretisch gezien vaak onder het element verbindingen kunnen vallen. Zo zijn de singels, de Roer en het spoor ook verbindingen. De toegevoegde waarde van dit element is daarom laag.
2. Wijken Wijken worden door Lynch ook wel districten genoemd (1960, p.67). Mensen die in de wijk wonen voelen zich vaak verbonden met elkaar. Naast deze interne herkenning kunnen wijken ook gebruikt worden voor externe herkenning. Wijken hebben vaak een officiële status, waarmee gemeenten hun stad politiek kunnen indelen. Wijken kunnen overeenkomstige kenmerken hebben, bijvoorbeeld de etniciteit of de inkomensklassen van de inwoners of een veel voorkomende activiteit. Er kunnen ook overeenkomsten zijn qua fysieke kenmerken. Zo kunnen er veel van dezelfde huizen of flats staan met dezelfde kleur of met hetzelfde bouwmateriaal (Lynch, 1960, p. 68). Zo herkenden de meeste inwoners de wijk De Bijlmer in Amsterdam vroeger aan zijn hoogbouwflats en weten de meeste Nederlanders dat de Schilderswijk in Den Haag een arme buurt is. 10
Sommige grenzen van wijken zijn duidelijk en scherp, andere grenzen zijn vaag en moeilijk herkenbaar. Het kan ook zijn dat een wijk helemaal geen grenzen heeft. Overgangszones of verbindingen kunnen de identiteit van een wijk versterken door een duidelijke afbakening. Sommige wijken zijn op zich zelfstaand, andere zijn aan elkaar verbonden. Het centrum van een stad is een wijk met een eigen karakter. De binnenstad is vaak een creatieve broedplaats met een hoge mate van activiteit. In Roermond is er een grote verscheidenheid aan wijken met een geheel eigen karakter, variërend van volkswijken (De Kemp en ’t Veld) tot probleemwijken (Donderberg) of geannexeerde dorpen (Maasniel en Herten). Wijken zijn in dit verband echter minder relevant om te onderzoeken, omdat er eigenlijk maar één wijk is waarop de citymarketing zich echt heeft toegespitst. Dit is de binnenstad. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de burgers van Roermond zich naast verbondenheid met de hele stad zich ook verbonden voelen met de eigen wijk. Er zijn dan ook verschillende buurtverenigingen actief.
3. Gebeurtenissen Gebeurtenissen zijn fysieke situaties op bepaalde punten in ruimte en tijd. Vaak zijn gebeurtenissen onverwachts, terwijl evenementen wel aangekondigd zijn. Zoals het woord al aangeeft, is het iets dat is gebeurd, iets dat overkomt, een happening of voorval. Gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld de aanslagen op het World Trade Center in 2001 of de verstoring van de Nationale Dodenherdenking in 2010. Gebeurtenissen zijn vaak ingrijpend en sterk verbonden aan de plek waar ze hebben plaatsgevonden. Ze spelen zich af in een bepaalde ruimtelijke context. Het is daarom dat mensen een stad of een deel van de stad kunnen herkennen door een gebeurtenis en we gebeurtenissen beelddragers mogen noemen. Gebeurtenissen waar Roermond om bekend staat zijn een IRA-aanslag in 1990, de zwaarste aardbeving in Nederland in 1992 en een familiedrama in 2002 waarbij zes kinderen om het leven kwamen. In het kader van citymarketing zijn deze gebeurtenissen te weinig in aantal. Theoretisch gezien is het onderscheid met evenementen in Roermond te klein om hier een apart stadselement in te zien dat uitgewerkt kan worden.
4. Lokale producten Lokale producten zijn ook beeldbepalende elementen. Er zijn producten die typisch bij een bepaalde stad of bij een bepaalde streek horen, omdat ze daar worden geproduceerd. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan Haagse Hopjes, Bossche Bollen, Deventer Koek en Goudse kaas. Vaak gaat het om etenswaren, maar dit is niet noodzakelijk. Volendam is bijvoorbeeld bekend vanwege de kledingdracht. Lokale producten waaraan Roermond bekendheid verwerft zijn putbeeldjes en het Roermonds dialect. Verder is Roermond te associëren met de patroonheilige van de stad: Christoffel. Op de top van de Sint-Christoffelkathedraal siert een groot beeld van hem met Christus op zijn schouder en vandaar ook lokale producten als Christoffeltaart en Christoffelbier. Deze lijst is echter te beperkt om als apart stadselement mee te nemen. Voor veel jongeren zijn deze lokale producten daarnaast al onbekend geraakt. Verder is de theoretische verhandeling tekort om over dit element veel te zeggen.
11
5. Lokale helden Een plaats kan ook een beeld oproepen door een bepaalde persoon die er is geboren of er woont. Zo weet iedereen wel dat Dick Advocaat uit Den Haag komt en dat Guus Hiddink geboren is in Varsseveld. Varsseveld wordt daarom ook wel Hiddinktown genoemd (zie Afbeelding 1). Toen Hiddink goede prestaties verrichte als coach van het Zuid-Koreaanse elftal stroomden er veel Zuid-Koreanen af naar Varsseveld om de geboorteplek van Hiddink te bezoeken. In Roermond zijn verschillende lokale personen Afbeelding 1: Een straatnaambord te zien in Varsseveld. Bron: Wikipedia. geboren die kunnen worden gezien als helden. Zo kunnen we denken aan drie premiers van Nederland in de twintigste eeuw (Charles Ruys de Beerenbrouck, Louis Beel en Jo Cals), een aantal architecten en kunstenaars (Pierre Cuypers, Henry Luyten en Joep Nicolas) en twee succesvolle politici uit het heden (Jos van Rey en Tof Thissen). Voor de Tweede Wereldoorlog kende Roermond een voetballer die het tot het Nederlands Elftal schopte: Pierre Massy. Hij was zo populair dat er in zijn glorietijd Massy-dassen, Massy-broeken en Massy-jassen werden verkocht. Hij heeft een standbeeld gekregen dat binnenkort herplaatst wordt in de Neerstraat in het centrum van Roermond. Er is besloten dit element niet mee te nemen, omdat ook deze lijst met lokale helden te beperkt van omvang is. Verder komen deze lokale helden voornamelijk uit het verleden. De lijst is dus te gedateerd. Ook hier is de theoretische verhandeling tekort om over dit element veel te zeggen.
6. Verbindingen Kevin Lynch (1960, p. 47) noemt als zijn eerste element routes, ook wel levensaders, paden of verbindingen genoemd. Via deze verbindingen zijn alle omgevingselementen verbonden en daarmee ook alle beelden die mensen zich van de stad vormen. Verbindingen zijn ‘kanalen’ waarover je je beweegt of verplaatst en van waaruit je de andere elementen kunt waarnemen en beleven. Verbindingen worden daarom door Lynch gezien als het belangrijkste stadselement (Lynch, 1960, p. 49). Verbindingen kunnen bijvoorbeeld (winkel)straten, (snel)wegen, spoorrails of rivieren zijn. Verbindingen kunnen op verschillende manieren blijven hangen in het geheugen van de gebruikers (Lynch, 1960, p. 50 – 57). Zo kan de mate waarin iemand zich verbonden voelt met de stad de belangrijkheid van een verbinding vergroten. Als een verbinding continu is en steeds maar doorloopt, vergroot dit het aantal mensen dat van de verbinding gebruik maakt. Daarmee wordt een verbinding ook bekender. Daarnaast vallen verbindingen meer op als ze heel breed of heel smal zijn of als er leuke beplanting aanwezig is. Verbindingen worden tevens beter herkenbaar bij een concentratie van specifiek gebruik en als ze een duidelijke oorsprong en bestemming hebben. Een snelweg is bijvoorbeeld een verbinding die de gebruikers prima kunnen volgen en begrijpen. Maar zodra iemand een afrit neemt die nog onbekend is, krijgt men vrijwel direct last van desoriëntatie. Ten slotte moet niet worden vergeten dat alle verbindingen beter herkenbaar worden naar mate er voor de gebruiker een of meerdere belangrijke gebouwen staan of er vaker evenementen afspelen. Alle elementen staan immers met elkaar in verbinding (Lynch, 1960, p. 49). In elke stad zijn er veel verbindingen. Zo ook in Roermond. Naast verbindingen over de weg en het spoor, kent Roermond ook veel waterwegen. Verbindingen zijn volgens Lynch het belangrijkste element. Via de verbindingen staan alle stadselementen in relatie tot elkaar. Het is dus een onmisbaar element en daarom is ervoor gekozen dit element te behandelen.
12
7. Knooppunten Een knooppunt is een punt waar verbindingen bij elkaar komen. Het zijn centra waar verplaatsingen stil staan. Er kan overgestapt worden naar een andere verbinding of er wordt uitgerust (Lynch, 1960, p. 73). Knooppunten zijn plekken waar mensen zich concentreren. Voorbeelden van knooppunten in een stad zijn centrale stations, kruispunten of pleinen. Op grotere schaal kan ook een binnenstad als geheel gezien worden als knooppunt. Een knooppunt wordt memorabel als het een fysieke vorm heeft, maar dit is niet noodzakelijk. De concentratie bij een knooppunt kan ook thematisch zijn. Op de open vlakte van een knooppunt kan bijvoorbeeld een evenement plaatsvinden zoals een veemarkt zijn of een kerstmarkt. Een ander voorbeeld van thematische concentratie zijn de vestiging van restaurants rondom een plein of de files zoals bij Knooppunt Ewijk in Gelderland. In het stadsbeeld spelen knooppunten meestal een kleine rol, omdat het plaatsen zijn voor rust in een verplaatsing (Lynch, 1960, p.73). Als een stad veel knooppunten heeft, dan kan dit het beeld van iemand van de stad in verwarring brengen. Ook kan het gevoel ontstaan dat uit de stad bent als je een bepaald knooppunt passeert. Roermond staat bekend om zijn vele pleinen. Deze verscheidenheid aan pleinen komt ook terug in de citymarketing van de stad. Ook de inwoners verzamelen zich vaak op de pleinen. Deze knooppunten zijn ook de plekken waar evenementen plaatsvinden. Theoretisch gezien zijn knooppunten en evenementen echter twee heel verschillende elementen. Beide zijn op een heel andere manier te analyseren. Er is daarom ervoor gekozen beide elementen mee te nemen.
8. Herkenningspunten Een herkenningspunt is een fysieke verschijning die opvallend is en waar mensen zich aan kunnen oriënteren. Er kan gedacht worden aan historische of moderne bouwwerken, standbeelden, monumenten of bruggen. Herkenningspunten worden ook wel landmarks genoemd (Lynch, 1960, p. 78). Het zijn oriëntatiepunten met historische- of culturele waarde. Een herkenningspunt is een simpel fysiek element dat kan variëren in schaal. Zo zijn er grote landmarks zoals kerken en kleine landmarks zoals een speciale brievenbus. Mensen die vaak in een bepaalde stad komen, gebruiken herkenningspunten om de plaats in de stad waar ze zich bevinden te herkennen. Er lijkt zelfs een tendens te zijn dat deze mensen steeds meer afhankelijk zijn van herkenningspunten voor hun oriëntatie. Herkenningspunten hebben een bepaalde uniekheid. De landmark moet opvallen tegenover zijn omgeving. Als een herkenningspunt een geschiedenis of een betekenis met zich mee draagt, dan stijgt zijn waarde. Als een landmark al van ver af te zien is, dan wordt de symbolische en de visuele belangrijkheid van het object gecombineerd (Lynch, 1960, p. 79 – 82). Herkenningspunten zijn belangrijke beelddragers van een stad. Zo is het moeilijk voor te stellen dat een stad zonder een bepaalde landmark bij iemand het hoofd binnen komt. Bij Parijs denk je aan de Eiffeltoren, bij Sydney aan het Operahouse en bij Londen aan de Big Ben. Voor inwoners van zo’n stad kunnen echter heel andere herkenningspunten van belang zijn. Het ontwikkelen of restaureren van nieuwe herkenningspunten die een uithangbord van de stad moeten worden is een belangrijke strategie van citymarketing (Smyth, 1994, p. 3). Via de lokale krant is er een wedstrijd geweest waarbij de favoriete herkenningspunten van Limburgers werden verkozen. De Maas mag nu de titel ‘Dierbaar Oord’ dragen vanwege de functie, belevingswaarde en de plaats in het Limburgse landschap. De Provincie Limburg heeft toegezegd het winnende herkenningspunt te versterken door met een financiële bijdrage te komen. Het opwaarderen van landmarks zou volgens de Provincie Limburg leiden tot een versterkte Limburgse identiteit. Inwoners kunnen zich zo nog meer verbonden voelen met hun streek (Urlings, 2010, p. E14). Een stadsbeeld bestaat voor een groot deel uit de plekken die bekend en beroemd zijn en waar mensen zich aan kunnen oriënteren. De herkenningspunten voldoen als element hier het meest aan. Ook Roermond staat bekend om haar herkenningspunten. In Roermond zijn meer dan 500 gebouwen 13
met een monumentale status. Maar in Roermond zijn er de laatste tijd ook veel herkenningspunten verschenen met een modern karakter. Vandaar dat dit element besproken moet worden.
9. Attracties Een attractie is een aantrekkelijk punt voor recreatie, vaak voor toeristen of dagjesmensen. Voorbeelden van attracties kunnen pretparken, speeltuinen, boottochten, musea of grote winkelcentra zijn. Ook een theaterpodium of een bioscoop is een attractie. Omdat plaatsen bekend kunnen zijn om de attractie die zich er bevindt, zijn attracties ook beeldbepalende elementen. Nederlandse voorbeelden van plaatsen die bekend zijn vanwege de attractie zijn Amsterdam vanwege de boottochten over de Amstel, Kaatsheuvel vanwege de Efteling of Slagharen vanwege het daar gelegen attractiepark. Hoewel er in Roermond in eerste instantie weinig attracties lijken te zijn, kunnen we er toch genoeg onderscheiden. Grote winkelcentra zijn immers ook attracties. Daarnaast heeft Roermond een rijk aanbod aan voorzieningen. Onlangs is er een nieuwe megabioscoop verschenen. Echte pretparken zijn er niet in Roermond. Wel heeft Roermond een groot waterrecreatiegebied. Dit element is gekozen omdat het interessant is om te bekijken of de attracties in Roermond wel aansluiten bij de wensen van de eigen inwoners. Er zijn namelijk verschillende geluiden te horen dat dit niet het geval is. Daarnaast is dit element de moeite waard om te onderzoeken, omdat de attracties in Roermond erg in ontwikkeling zijn.
10. Evenementen Een evenement is een verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis. Een evenement kan eenmalig zijn of vaker plaatsvinden. Voorbeelden zijn theater- en muziekfestivals in de openlucht, sportevenementen, maar ook markten of kermissen. Evenementen zijn in toenemende mate een marketingstrategie geworden om mensen naar de stad te lokken. Evenementen leveren een belangrijke bijdrage aan het aantrekkelijk maken van de stad, lokaal maar ook regionaal. Steden staan in de rij om de grote, onderscheidende evenementen binnen te halen. In de strijd om de consument vormen evenementen een stuwende kracht voor regio’s en steden. Een evenement zorgt op korte- en op lange termijn voor publiciteit, ontwikkeling van het bedrijfsleven, versterking van het imago en economische meerwaarde (Maes, 2009, p. 23). Met evenementen laat je zien dat een stad leeft en bruist (Maes, 2009, p. 25). Ze geven kleur aan de stad en zetten haar op de kaart. Daarbij moet niet worden gestreefd naar zoveel mogelijk evenementen, maar naar het kwalitatief goed neerzetten van de juiste evenementen. Evenementen die passen bij de stad voegen iets toe. Een evenement is goed voor de stad, als de stad goed is voor het evenement (Maes, 2009, p. 26). Een voorbeeld is Rotterdam dat probeert door middel van het binnenhalen van de Tour de France de internationale bekendheid te vergroten. En iedereen kent Nijmegen van de vierdaagse. Toch zijn evenementen vaak minder in trek bij bezoekers. Hospers (2009a, p. 61) pleit er daarom voor om evenementen primair voor de eigen bevolking op te zetten. Evenementen zijn de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk stadselement. Opvallend is dat evenementen vaak binnen gehaald worden om bezoekers naar de stad te trekken, maar er tegelijkertijd voor wordt gepleit om evenementen primair voor de eigen bevolking op te zetten. In Roermond worden veel evenementen georganiseerd van verschillende aard. Deze evenementen staan zeker niet los van de citymarketing. Het is wetenswaardig om te bekijken voor welke doelgroepen de evenementen in Roermond worden georganiseerd. Dit element is verder meegenomen in dit onderzoek omdat de keuze voor bepaalde evenementen in een stad duidelijk kan maken waar men met de stad naartoe wilt. 14
H3.
Methodologie
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende strategieën en methoden. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het doel van het onderzoek is bereikt. Er wordt beargumenteerd en beredeneerd waarom er is gekozen voor de gebruikte onderzoeksobjecten, informatiebronnen en de methodes om voorgaande twee te onderzoeken.
3.1
Onderzoeksstrategie en onderzoeksmethoden
Dit onderzoek is zowel een diepteonderzoek als een breedteonderzoek. Bij het achterhalen van het stadsbeeld zoals dat naar voren komt in de citymarketing van Roermond, gaat het onderzoek in de diepte. Er wordt naar voren gebracht wat Citymanagement Roermond wil bereiken en welk beeld ze hiermee uit wil dragen. Een onderzoek naar het stadsbeeld van de inwoners van Roermond zou je een breedteonderzoek kunnen noemen, omdat dit een algemeen beeld schetst. Er is in mindere mate aandacht geschonken aan motivaties en gedachten achter dit beeld. Er is een kwalitatieve benadering gehanteerd, omdat het daadwerkelijke onderzoek meer geschikt was voor een kwalitatieve benadering dan voor een kwantitatieve benadering. Dit heeft onder andere te maken met de complexiteit van concepten als warme citymarketing en begrippen als stadsbeeld. Het stadsbeeld is overigens een begrip dat zowel kwalitatief als kwantitatief meetbaar kan zijn. Kwalitatief omdat ieder mens een andere denkwijze heeft. Dit onderzoek maakt wel gebruik van kwantitatieve onderzoeksmethoden. Zo is er gebruik gemaakt van enquêtes. Het grootste deel van dit onderzoek is praktisch en daarmee ook empirisch. Vooral voor het achterhalen van de twee stadsbeelden zijn zelf onderzoeksgegevens verzameld. Verder is dit onderzoek deels gebaseerd op literatuur, vooral bij hoofdstuk 2. Bij dit theoretisch hoofdstuk is voornamelijk gebruik gemaakt van informatie die door anderen over het onderwerp is geschreven. Deze gegevens, en de doel- en vraagstelling, wijzen erop dat dit onderzoek deels een enkelvoudige case study betreft en deels een survey. Het stadsbeeld zoals dat naar voren komt in de citymarketing van Roermond is een enkelvoudige case study. Hierbij zijn steeds vragen gesteld als ‘wat zien we?’, ‘wat is de achterliggende bedoeling hiervan?’ en ‘wat wil men hiermee uitstralen?’. Bij een visual data analysis worden ook zo’n soort vragen gesteld, al is in dit onderzoek niet exact aan deze officiële methode vastgehouden. Het meten van het stadsbeeld van de inwoners van Roermond is deels gebaseerd op een survey, omdat gebruik wordt gemaakt van enquêtes. Het voordeel van de combinatie tussen beide is dat er door een waarneming op locatie, het afnemen van enquêtes in combinatie met het bestuderen van allerlei documenten en data, een inzicht is verkregen in processen die zich in de praktijk afspelen, waardoor de resultaten betrouwbaar zijn.
3.2
Onderzoeksproces
In deze paragraaf wordt aangegeven welk onderzoeksmateriaal is gebruikt. Hier komt naar voren wat nodig was om tot onderzoeksresultaten te komen en welke keuzes hierin gemaakt zijn. Ook zal worden aangegeven hoe de onderzoeksresultaten verwerkt zijn. Bij het onderzoek naar het stadsbeeld van beleidsmakers van de citymarketing in Roermond is gebruik gemaakt van beleidsdocumenten zoals jaar- en evaluatieverslagen op de website van Citymanagement Roermond. Er is op twee manieren gebruik gemaakt van de media. Ten eerste is er 15
gebruik gemaakt van promotiemateriaal in de vorm van teksten en afbeeldingen op websites, brochures of in folders. Ten tweede is er gebruik gemaakt van interviews in de krant of op televisie met enkele personen die een functie hebben bij Citymanagement Roermond. Er is telkens gezocht naar de achterliggende bedoeling van deze teksten, afbeeldingen en uitlatingen. Over hoe dit precies gedaan is wordt meer verteld bij de paragraaf over het conceptueel model. Bij het achterhalen van het beeld van de inwoners werd – naast enkele quotes in de media – gebruik gemaakt van informatie die zelf is vergaard door middel van enquêtes. Respondenten die in Roermond wonen is gevraagd de enquête in te vullen. Er is daarna gezocht naar patronen, om zo te komen tot één beeld. Over hoe dit precies gedaan is wordt meer verteld bij de paragraaf over het conceptueel model. Eerst wordt er verder ingegaan op de keuzes die gemaakt zijn rondom de enquête. Deze keuzes gaan onder andere over het bepalen van de populatie, de manier waarop de populatie ondervraagd zou worden en het opstellen van de vragen. Hieronder volgt een overzicht met uitleg van deze keuzes. Ten eerste bleek het onmogelijk om alle inwoners van de stad Roermond te ondervragen. Er is gekozen om een populatie te bereiken van ongeveer veertig personen. Onderzoeksresultaten van een te kleine groep respondenten kunnen niet gegeneraliseerd worden zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de externe validiteit van het onderzoek. Veertig personen bleek in het kader van dit onderzoek een aantal dat genoeg was. Daarbij was de voorwaarde dat de personen uit de populatie ten tijde van de afname van het interview in Roermond wonen en dan het liefst al een aantal jaren. Mensen die al langer in de stad wonen zijn beter bekend met de stad en de veranderingen van de stad, zodat ze onderbouwde antwoorden kunnen geven op de gestelde vragen. Ondanks de keuze voor een duidelijke populatie blijft het overigens lastig om een juist beeld te krijgen van alle Roermondenaren. Een respondent verschaft alleen gegevens over zichzelf. Het blijft altijd een streven naar een beste benadering van de totale groep. Er is geprobeerd de populatie zo representatief en gevarieerd mogelijk samen te stellen. Een volgende afweging was het gaan voor een enquête of voor interviews. Hoewel het afnemen van interviews zou voorzien in een betere interactie met de ondervraagden, zou deze methode veel tijd in beslag nemen. Deze tijd was er nou eenmaal niet. Een enquête is minder tijdrovend en daarom is voor deze methode gekozen. Daarnaast is gekozen om de enquête niet op straat af te nemen, maar via het internet waar inmiddels veel mensen toegang tot hebben. Op deze manier kon ook worden voorkomen dat mensen werden aangesproken die niet in Roermond wonen. Het internet biedt voldoende mogelijkheden voor het maken van een enquête. Voordeel was tevens dat de gegevens snel geordend zouden zijn en dat een grote groep bereikt kon worden. Een nadeel was dat het moeilijker was om oudere mensen aan te benaderen. Om dit probleem te verhelpen waren een aantal enquêtes op papier uitgeprint. Later zijn deze zelf ingevoerd op de computer. Verder moest er nagedacht worden of het stellen van vragen over gegevens van de inwoner nodig zou zijn. Om een goed beeld te krijgen van de populatie is in drie gevallen hiervoor gekozen. Ten eerste is gevraagd naar de leeftijdscategorie van de deelnemers, ten tweede is gevraagd hoeveel jaar van hun leven de deelnemers al in Roermond woonden en ten derde is gevraagd in welk deel van de stad Roermond de deelnemers woonden. Deze vragen zijn gesteld, omdat vooraf niet uitgesloten kon worden of de resultaten naar deze inwonersgegevens zouden verschillen. Zo zou het goed mogelijk kunnen zijn dat oude mensen andere antwoorden geven dan jonge mensen en dat mensen die lang in de stad wonen andere antwoorden geven dan mensen die kort in de stad wonen. Ook verschillen per geografische locatie van de woonplek waren aannemelijk, omdat er onder andere vragen zijn gesteld over de verbindingen die men vaak gebruikt. Het bleek lastig om mensen ouder dan 75 jaar te vinden. De overige leeftijdscategorieën zijn ongeveer gelijk in aantal. Het merendeel van de ondervraagden woont al langere tijd in Roermond. 16
De meeste respondenten wonen in de wijken aan de oostkant van Roermond. De categorie ‘Maasniel / Leeuwen / De Wijher / Tegelarijeveld / Hoogvonderen’ springt er overigens extra uit, omdat er vijf wijken bij elkaar zijn genomen in verband met het min of meer gelijke karakter van deze wijken. Deze uitschieter is te verklaren gezien het aantal inwoners in deze wijken ten opzichte van de totale bevolking (zie Tabel 1).
Tabel 1: Resultaten op de vragen over inwonersgegevens.
Legenda: n = aantal respondenten dat de vraag heeft gezien # = aantal ontvangen antwoorden 1. Wat is uw leeftijdscategorie? 0 tot 25 jaar
22 (41.51 %)
25 tot 50 jaar
11 (20.75 %)
50 tot 75 jaar
19 (35.85 %)
75 jaar en ouder
1 (1.89 %) n = 53 # 53
2. Hoeveel jaar van uw leven woont U in Roermond? 0 tot 5 jaar
3 (5.66 %)
5 tot 10 jaar
3 (5.66 %)
10 tot 20 jaar
9 (16.98 %)
Meer dan 20 jaar
38 (71.7 %) n = 53 # 53
3. In welk deel van de stad Roermond woont U? Binnenstad / Voorstad st. Jacob
6 (11.32 %)
Roerzicht / Hammerveld / Herten / Ool(derVeste)
6 (11.32 %)
Vrijveld / Roermondse Veld
7 (13.21 %)
Kapel in ’t Zand / De Kemp / Kitskensberg / Kitskensdal
2 (3.77 %)
Donderberg
6 (11.32 %)
Maasniel / Leeuwen / De Wijher / Tegelarijeveld / Hoogvonderen
25 (47.17 %)
Geen van bovenstaande delen, maar in
1 (1.89 %) n = 53 # 53
RESPONDENT 22: Herten / Musschenberg
De laatste afweging met betrekking tot de enquête was de inhoudelijke vorm. In de enquête stonden vragen die gesloten waren, maar de meeste vragen werden open gesteld zodat er ruimte was voor de ondervraagden om een eigen antwoord te vormen waarin hun perceptie goed naar voren kon komen. Bij het opstellen van de vragen moest de objectiviteit van de vragen worden gegarandeerd. Antwoorden mochten niet in de mond van de respondent worden gelegd. In de enquête bevonden zich vragen die direct dan wel indirect gericht waren op de mening van de respondent over het citymarketingbeleid van de gemeente. Het merendeel van de vragen ging echter in op de vijf stadselementen, die telkens kort uitgelegd werden. Per stadselement waren 17
er twee tot vier vragen opgesteld die er voor moesten zorgen dat de geliefde elementen van de inwoners in Roermond bepaald konden worden. De populatie werd benaderd via email. De populatie bestond uit vrienden en familie, maar ook uit andere Roermondenaren. Er zijn ook mailadressen verkregen door deze te vragen aan familie en vrienden. In de mail werd vervolgens opgeroepen de mail door te sturen aan mogelijke geïnteresseerden uit Roermond. Ook is er een oproep geweest op de Hyves-pagina van Roermond en op een internetforum waar geïnteresseerden in de ruimtelijke omgeving van Roermond zich verzamelen. Er zijn tussen 5 mei 2010 en 22 mei 2010 uiteindelijk ongeveer 70 mails verstuurd, waarop 45 mensen hebben gereageerd. Acht enquêtes werden via het papier afgenomen. Op zaterdag 29 mei 2010 is de enquête gesloten door hem offline te halen. Er waren toen 53 enquêtes binnen, waarvan er 44 volledig waren ingevuld en negen gedeeltelijk.
3.3
Conceptueel model
In het conceptueel model worden de besproken concepten in relatie tot elkaar in beeld gebracht en worden deze concepten geoperationaliseerd. Vooral de operationalisering van het begrip stadsbeeld staat centraal. De theorie van Lynch en de uitbreiding hiervan door Hospers zijn bij het empirisch deel van dit onderzoek gebruikt om het stadsbeeld te vormen. Een stadsbeeld bestaat - naast abstracte kenmerken als veiligheid, moderniteit en uitstraling - uit stadselementen die kenmerkend zijn voor een stad. Het stadsbeeld, in de literatuur ook wel stedelijk imago genoemd, wordt opgevat als het beeld van de stad bij de mensen die gebruik maken van de stad. Omdat we in dit onderzoek kijken naar de inwoners van Roermond, kunnen we het stadsbeeld van deze groep het intern stadsbeeld noemen. Het stadsbeeld van het citymarketingbeleid bestaat uit een deel van het werkelijke stadsbeeld en een deel van het gewenste stadsbeeld. Het is van belang dat dit stadsbeeld ook een deel van het werkelijke stadsbeeld bevat. Citymarketing zal dan meer effect hebben, omdat doelgroepen beter bereikt en vastgehouden kunnen worden. Als het werkelijke en het gecreëerde stadsbeeld veel van elkaar verschillen ontstaat er een kloof tussen de verwachting en de ervaring. Mensen die tot de doelgroep van het citymarketingbeleid behoren zullen teleurgesteld zijn bij het aantreffen van de desbetreffende plaats. Een gevolg hiervan kan zijn dat deze doelgroepen niet meer de plaats zullen bezoeken. Er kan daarom beter een eerlijk beeld worden verspreid (Van den Hout, 1989). Uit de theorieën van Lynch en Hospers zijn vijf meetbare stadselementen onderscheiden. Stadselementen zijn in dit onderzoek gedefinieerd als ‘plekken of activiteiten in de openbare ruimtelijke omgeving van de stad Roermond’. Waardevolle stadselementen zijn de stadselementen die de stad herkenbaar maken. Dit kunnen bijvoorbeeld winkelcentra, gebouwen, pleinen, rivieren, wegen of jaarlijks terugkerende optredens zijn. Of een stadselement waardevol is wordt onderzocht door te kijken of er patronen te vinden zijn. Er wordt bekeken of er stadselementen zijn die – in relatie tot andere stadselementen – relatief vaak of juist nadrukkelijk worden aangehaald door enerzijds de beleidsbepalers van de citymarketing in Roermond en anderzijds de inwoners van Roermond. Een patroon is dus niet alleen gebaseerd op de kwantiteit. Er kan bijvoorbeeld heel vaak een stadselement worden aangehaald in een folder, maar als dit element elke keer klein en onopvallend is afgedrukt, is het minder belangrijk dan een stadselement dat minder vaak voorkomt maar wel groot op de voorkant van een folder staat. Het is de bedoeling geweest een algemene indruk te krijgen van de stadselementen waarmee de beleidsbepalers Roermond willen neerzetten en een algemene indruk te krijgen van de stadselementen waarmee de inwoners van Roermond zich verbonden voelen. Beide algemene indrukken zijn aangevuld met een media-analyse. Ook is er aandacht geschonken aan de abstracte kenmerken die de beleidsmakers en de inwoners gebruiken bij het omschrijven van de stad of de 18
stadselementen. Deze abstracte kenmerken worden niet apart beschreven, maar spelen als het ware er tussendoor. Inwoners bijvoorbeeld binding voelen met een stadselement omdat ze het mooi of gezellig vinden. Door zowel deze kenmerken als de stadselementen en de media te bekijken voor de situatie in Roermond konden er twee stadsbeelden worden gevormd. Er is uiteindelijk bekeken of deze stadsbeelden op elkaar aansluiten.
Het conceptueel model komt er als volgt uit te zien:
19
H4.
Citymarketing in Roermond
Voordat in hoofdstuk 5 en 6 empirisch onderzoek wordt gedaan, zal in dit hoofdstuk de casus Roermond verder worden ingeleid.
4.1
Casusintroductie
Roermond is een stad in de Nederlandse provincie Limburg dicht bij de grens met Duitsland (zie Afbeelding 2). De Hanzestad is rond het jaar 1200 ontstaan en heeft van vroeger uit een belangrijke handelspositie, mede door de ligging aan de rivier de Maas. Roermond heeft nu nog een regionale verzorgingsfunctie als handel- en industriestad. Veel instituties als een arrondissementsrechtbank en regiohoofdkantoren van de Sociale Verzekeringsbank, het VVV en de Kamer van Koophandel zijn in Roermond gevestigd. Verder staat de stad bekend om de belangrijke rol van de Rooms-katholieke kerk. Roermond is de hoofdstad van het Bisdom Roermond en dat is te zien aan de vele kerken die het huidige straatbeeld sieren, bijvoorbeeld de Munsterkerk, de Sint-Christoffelkathedraal en de Kapel in ’t Zand.
Afbeelding 2: De ligging van Roermond. Bron: Google Maps / Wikipedia, bewerkt.
De stad is na de tweede Wereldoorlog snel gaan uitbreiden in zowel oostelijke (Maasniel) als zuidelijke richting (Herten). Het inwoneraantal van de stad is gegroeid van 25000 inwoners in 1955 naar zo’n 46000 in 2010. Er zijn 106 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigt in Roermond (Gemeente Roermond, 2010, p. 69-70). Ondanks dat de stad in 1993 en 1995 bedreigd werd door hoogwater, grenst de eerste grote uitbreidingswijk sinds jaren (OolderVeste) direct aan één van de Maasplassen. Met vertraging door nieuwe regelgeving wordt dit project vanaf 2004 in fases uitgevoerd. Samen met de opening van het merkendorp Designer Outlet Centre in 2001 kan de bouw van OolderVeste gezien worden als de start van een periode van nieuwe groei. Dit is ook te zien aan het inwoneraantal dat sinds 2004 weer aan 20
het stijgen is. Dit is opmerkelijk omdat de algemene trend in Limburg en de omringende gemeenten een daling laat zien (“Bevolking Roermond in de lift”, 2008). De gemeente Roermond richt zich voornamelijk op stedelijke verdichting en het opknappen van oude huizen tot appartementen. Vanaf de eeuwwisseling is er een reeks aan nieuwe winkelcentra en appartementencomplexen in Roermond gerealiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het Roercenter (2003), de Soleatoren (2008), het Retailpark (2008), het Steenentrappencomplex (2008), het Kazernevoorterrein (2009), de Huis- en Tuinboulevard (2010), het Outdoor Park (2010), de Natalinitoren (2010) en de Ernst Casimirtoren (2010). De ambitie is groot in Roermond en dat is ook te zien aan de planning met betrekking tot toekomstige nieuwbouw (zie Bijlage I). Daarnaast zijn verschillende straten in de binnenstad heringericht tot winkelpromenades (Neerstraat, Munsterplein, Paredisstraat). Roermond is zich de laatste jaren erg aan het profileren. Onder aanvoering van een krachtige VVD in het gemeentebestuur wil Roermond meer dan een regionaal publiek trekken. De focus ligt steeds meer op een publiek van nationaal aard en zelfs internationale aard. Het toerisme heeft dan ook ruim baan gekregen in Roermond. Het winkelaanbod is naar verhouding altijd al groot geweest en door het vestigen van bovengenoemde winkelcentra is dit zeker het geval. Door een goed vestigingsklimaat voor de detailhandel te creëren kan men veel consumenten trekken, voornamelijk uit Duitsland. Dit wil de stad doen zonder zijn historische identiteit te verliezen. Ook de recreatiemogelijkheden op de Maasplassen en de natuurgebieden de Meinweg en het Leudal dragen hier een steentje aan bij. Vandaar dat de stad goed bereikbaar wil zijn. Door de aanleg van de A73Zuid en de herstructurering van de N280-oost tot aan Düsseldorf is een betere bereikbaarheid gegarandeerd. Ook via het openbaar vervoer is Roermond goed bereikbaar met doorgaande treinverbindingen naar Nijmegen, de Randstad en Maastricht. Het is niet verwonderlijk dat er de afgelopen twee jaar meermaals is geopperd dat Roermond te ver aan het doorslaan is. Het winkelaanbod wordt groot in vergelijking met de bevolkingsaantallen die over een aantal jaren zullen gaan afnemen en in de binnenstad zijn er veel nieuwbouwappartementen nog onbewoond. Voorlopig lijkt de gevolgde strategie echter wel vruchten af te werpen.
4.2
Citymanagement Roermond
Sinds 2000 is een organisatie actief die nieuwe ontwikkelingen in de stad opzet en ervoor zorgt dat deze organisatorisch goed verlopen. Waar het eerst nog enkel op het centrum van de stad was gericht is sinds 2008 het projectgebied van Stichting Citymanagement Roermond uitgebreid tot geheel Roermond. Deze organisatie heeft Afbeelding 3: Logo Stichting Citymanagement Roermond Bron: http://www.cityroermond.nl. tot doel de economische ontwikkeling van de stad Roermond te bevorderen. ‘We proberen de aantrekkelijkheid van Roermond op het gebied van wonen, werken en recreëren te vergroten en Roermond zo op de koppositie te houden,’ aldus Citymanager Hans Brouwers in een interview (Hamans, 2010, p. 15). In het bestuur van het citymanagement hebben personen van verschillende organisaties een zetel (zie Tabel 2). De organisaties waar zij deel van uitmaken betalen mee aan de financiering van het citymanagement. In de dagelijkse praktijk bestaat de organisatie uit drie personen: een citymanager, een evenementencoördinator en een secretaresse.
21
Tabel 2: Het actuele bestuur van Stichting Citymanagement Roermond (2010). Bron: http://www.cityroermond.nl.
De drie hoofdtaken die het citymanagement heeft zijn op de website van de stichting te lezen: 1) Citymanagement. Deze taak is sterk afhankelijk van gemeentelijke prioriteiten en middelen voor stedelijke ontwikkeling. Het zijn vaak incidentele activiteiten en de belangrijkste opgave hierbij is het stimuleren van de bereidheid van de partijen in Roermond om te participeren. 2) Evenementencoördinatie. Het betreft hier de taak om de gemeente Roermond bruisend te houden door middel van het aantrekken en organiseren van evenementen. Voor een overzicht van de georganiseerde evenementen in 2010, zie Bijlage II. 3) Promotie. Deze taak komt ook al in bovenstaande taken terug. Het gaat namelijk om promotie van de stad, de promotie van evenementen en de promotie voor werkgelegenheidsontwikkeling. Deze taken komen tot uiting in projecten die het citymanagement uitvoert. Sommige projecten zijn structureel zoals een gemeentebrede citybranding campagne, de uitvoering van een huisstijl, het verzorgen van een uitzending van StadsTV via de provinciale omroep en het uitgeven van een nieuwsbrief voor alle Roermondse ondernemers. Andere projecten zijn van (meer)jaarlijkse aard zoals ervoor zorgen dat Roermond tijdens de feestdagen in kerstsfeer is en het meedoen aan prijsvragen zoals ‘De Beste binnenstad van Nederland’. Daarnaast zijn er nog incidentele projecten zoals ervoor zorgen dat Roermond met enkele gebouwen in miniatuurdorp Madurodam te zien is en het binnenhalen van het Internationaal IJssculpturenfestival 2009/2010. Hoofdstuk 5 gaat over de exacte boodschap die Citymanagement Roermond over de stad wil uitdragen.
4.3
De doelgroepen van citymarketing in Roermond
Zoals Burgemeester Henk van Beers zei in een interview met lokale televisiezender VOX TV (voor het eerst uitgezonden op 14 mei 2010) naar aanleiding van een voorproefje op 8 mei 2010 van de World Culture Parade 2011, is het de bedoeling een breed publiek te trekken: ‘Er worden veel activiteiten georganiseerd, maar niet teveel. Steeds weer trekken we nieuwe mensen aan. Uit Den Bosch, Eindhoven, Maastricht, België en Duitsland. Bij activiteiten wordt Roermond een smeltkroes en dat is alleen maar mooi. We willen een gastvrije stad zijn waar iedereen welkom is om te wonen, werken én te winkelen.’ Roermond trekt veel mensen uit Weert en Venlo, maar naast mensen uit Limburg en de rest van Nederland wil Roermond ook een internationaal publiek trekken. Dit is niet alleen te zien aan het soort evenementen, maar ook aan de toegenomen aandacht voor Chinezen en Russen. Informatiefolders worden in steeds meer vreemde talen uitgegeven. Het Designer Outlet Centre spant hiermee de kroon met folders in het Spaans, Chinees of Russisch. De belangrijkste doelgroep zijn echter Duitsers. Gezien de geografische ligging van Roermond is dit geen verrassing. De grens met Duitsland ligt op nog geen vier kilometer van de rand van 22
Roermond. Na het afschaffen van de grenscontroles is het aantrekkelijker geworden om de grens over te steken. Binnen een uur rijden met de auto is Roermond te bereiken vanuit Duitse steden als Aachen, Düsseldorf, Duisburg, Oberhausen, Krefeld, Essen en Köln, terwijl Roermond vanuit partnerstad Mönchengladbach makkelijk binnen het half uur te bereiken is. Hoewel Roermond in Nederlands opzicht in de periferie lijkt te liggen, heeft het een bereik van ruim 16 miljoen inwoners binnen een uur rijden en ruim 26 miljoen inwoners binnen anderhalf uur rijden. Vooral de Duitse steden in het Ruhrgebied dragen hieraan bij en geven dus een enorm potentieel aan kooptoeristen, toekomstige inwoners en toekomstige bedrijven. De aandacht voor Duitsers is in Roermond op verschillende manieren terug te zien. Zo is de Duitse taal veelvuldig vertegenwoordigd op reclameborden en in folders. Verder is er een campagne in het Duitse weekblad Stadt Spiegel met de kop ‘Eine stadt stellt sich vor: Roermond that’s all you need’ waarin elke maand op vier pagina’s te lezen valt wat Roermond te bieden heeft. Duitsers die naar Roermond willen komen kunnen sinds 2009 via de doorgetrokken Duitse snelweg A52 vanuit Mönchengladbach rechtstreeks naar het Retailpark of het Designer Outlet Centre rijden. Bij het Outlet Centre parkeren ze hun auto voor slechts €2,- per dag en bij het Retailpark zelfs gratis. Vanuit hier kunnen ze in het weekend de gratis Shopbus pakken die hen afzet bij de verschillende hotspots van Roermond. Om ook via het Openbaar Vervoer verbonden te zijn, zijn er onderzoeken gestart naar het openen van een rechtstreekse verbinding met Duitsland per bus of per spoor (via de heropening van de IJzeren Rijn voor personenvervoer). Het is dan ook niet verwonderlijk dat Duitsers in toenemende mate de oversteek maken, vooral om te winkelen. BRO (2009) doet in de Monitor Grenzeloos Winkelen 2009 verslag van het onderzoek dat gedaan is naar het bovenregionaal winkelgedrag van consumenten in regio Roermond en 14 aangrenzende regio's in binnen- en buitenland. Het onderzoek onderscheidt in totaal 55 aankoopplaatsen. In de top 10 van wel eens bezochte winkelgebieden door Duitsers scoort het Roermondse Outlet Centre een tweede plek en Roermond Centrum een derde plek. Alleen Venlo Centrum scoort beter (BRO, 2009, p. 14). Bij het onderzoek zijn ook bestedingen onderzocht. Het bestedingsoverschot in Roermond is van 2007 tot 2009 gegroeid van 210 miljoen euro naar 388 miljoen euro (BRO, 2009, p. 24). Roermond heeft hiermee veruit het grootste bestedingsoverschot van alle onderzochte regio’s. Dit heeft voornamelijk te maken met toegenomen bestedingen vanuit de drie Duitse regio’s, die samen meer dan 210 miljoen euro in Roermond pompen. Dit zijn Monchengladbach (125,3 miljoen euro), Kleve / Krefeld (59,3 miljoen euro) en Aken (32,2 miljoen euro). In totaal komt er in Roermond 439,4 miljoen euro binnen en er gaat slechts 51,7 miljoen euro uit. Opvallend is dat Venlo alleen al 50,3 miljoen euro besteed in Roermond. Dit is een bedrag dat Roermond maar net uitgeeft (51,7 miljoen) in alle onderzochte regio’s bij elkaar (BRO, 2009, p. 20). Als voornaamste redenen voor het bezoek van de Roermondse aankoopplaatsen worden vooral de sfeer en gezelligheid, de gunstige bereikbaarheid, het aantal winkels, de kwaliteit van de horeca en de zondagsopenstelling veelvuldig genoemd. De winkels in het centrum zijn op 16 zondagen geopend en een permanente zondagsopenstelling behoort tot de mogelijkheden vanwege de toeristische status van de Roermondse binnenstad. Het Retailpark en het Outlet Centre zijn op twee feestdagen na het gehele jaar geopend. Duitsland kent nog altijd geen koopzondagen. Veel Duitsers komen daarom in het weekend naar Roermond om recreatief te winkelen of om gerichte aankopen te doen (BRO, 2009, p. 67). Daarbij heeft het Designer Outlet Centre een groter bereik dan het centrum en het Retailpark. Tijdens Sacramentsdag op 3 juni 2010, een katholieke feestdag waarop de Duitsers een dagje vrij hebben, werd het recordaantal bezoekers aan het Outlet Centre aangescherpt tot 40000 bezoekers op één dag. Dit leidde tot files en parkeergebrek in de nabije omgeving, waardoor ook straten op afstand van het Outlet Centre vol met auto’s kwamen te staan. De ondernemers in de binnenstad zijn blij met de toestroom, want steeds meer Duitsers lopen vanuit het Outlet Centre door naar de winkelstraten in de binnenstad (Van der Heijden, 2010a, p. B2-B3).
23
H5.
Het stadsbeeld van Citymanagement Roermond
In dit hoofdstuk wordt bekeken welk stadsbeeld er naar voren komt in de citymarketing van Roermond. Er zal onder andere worden bekeken welke stadselementen regelmatig naar voren komen in de strategie van Citymanagement Roermond en in promotie-uitingen zoals slogans, logo’s, folders en commercials. Citymanagement Roermond verzorgt met instemming van de gemeente voor de citymarketing van de stad. Er is ook gebruik gemaakt van krantenartikelen en de overige media, zoals de website van het citymanagement waar de visie van het citymanagement over de stad naar voren komt. Volgens Hospers (2009a, p. 83) volstaat communicatie via de oude wegen niet meer. De virtuele wereld moet gebruikt worden en inspelen op de actualiteit.
5.1
De strategieën van Citymanagement Roermond
Sinds 2008 hanteert de Stichting Citymanagement Roermond een huisstijl bij de promotie van de stad. Deze huisstijl moet zorgen voor uniformiteit en bestaat uit een logo en een slogan (zie Afbeelding 4). Door bij alle promotionele uitingen met eenzelfde logo en slogan naar buiten te treden, Afbeelding 4: Huisstijl van de citymarketingcampagne van Roermond. Bron: draagt iedereen in de stad bij http://www.cityroermond.nl. aan de nationale en internationale bekendheid van ‘ons prachtige Roermond’ (Stichting Citymanagement Roermond, 2009a, p. 10). De huisstijl wordt toegepast bij elke vorm van promotie, variërend van advertenties en bannieren in de stad tot in persberichten en bij televisie-uitzendingen. De huisstijl wordt niet alleen gebruikt door het citymanagement, maar ook door de gemeente en de ondernemers uit de stad. Doel van de citybranding is Roermond zodanig op de kaartzetten dat de stad in al zijn geledingen, van burger tot bestuur en van ondernemer tot onderwijs, rendementsverbetering ervaart door de realisatie van een grotere bezoekersstroom, meer bestedingen en een beter imago. De werkwijze die wordt gehanteerd is het bundelen van de sterke punten van de stad en ze samenbrengen tot één sterk merk dat wordt vastgelegd, bewaakt en uitgedragen. Dit gebeurt met veel aandacht voor de inhoud (Stichting Citymanagement Roermond, 2009b, p. 2). De slogan van de campagnebrede citybranding is ‘Roermond, that’s all you need’. In het logo zien we aan de rechterkant een soort paraplu die bestaat uit verschillende kleuren. Elke kleur staat voor een sterk punt (thema) van de stad. De paraplu is volgens Citymanagement Roermond (2009b, p. 2) op twee manieren te bekijken. Ten eerste heeft het de vorm van een half hart, afkomstig van de oude slogan van Roermond ‘Bruisend Hart van Midden-Limburg’. Ten tweede kan er een bollend zeil in worden zien, dat de kernwaarde vooruitstrevendheid omhult. Elk sterk punt heeft een eigen variatie op de hoofdslogan gekregen. Er worden dan ook slogans gebruikt zoals: ‘Roermond, that’s culture’, ‘Roermond, that’s water’, ‘Roermond, that’s nature’, ‘Roermond, that’s shopping’ en ‘Roermond, that’s business’. Tijdens de Kerst van 2009 werd het logo met de slogan ‘Roermond that’s Christmas’ gebruikt in de campagne ‘Roermond is werelds! Via A73 lekker dichtbij’.
24
Naast het promoten van de stad via de huisstijl, voorziet het citymanagement op nog veel meer manieren direct en indirect in citymarketing. Een overzicht van de activiteiten van het citymanagement in de afgelopen drie jaar is hieronder te vinden. Het citymanagement schrijft Roermond in voor prijsvragen. Samen met prestaties voortkomend uit onderzoeken levert dit Roermond veel gratis bekendheid op. Zo is Roermond in 2009 door Detailhandel Nederland uitgeroepen tot stad met de ‘Beste Binnenstad 2009-2011 in de categorie middelgrote steden’. In 2006 werd de binnenstad van Roermond al door Elsevier op nummer één van Nederland gezet op het gebied van horeca, cultuur en winkelen. In het totale onderzoek kwam Roermond toen op nummer drie. Het Designer Outlet Centre in Roermond is in 2009 uitgeroepen tot beste outlet centrum van Nederland en in 2010 zelfs tot beste outlet centrum van Europa (Magdus Award). Verder is Roermond in mei 2010 verkozen tot beste gemeente van Limburg. Bij deze laatste prijs, uitgegeven door Q&A Research, hebben de burgers hun eigen gemeente beoordeeld. Roermondenaren gaven een 6,2 aan Roermond. Daarmee komt Roermond overigens niet in de top 25 van Nederland. Het belang van al die prijzen hangt af van wie de prijs organiseert (Van der Heijden, 2010b, p. B2-B3). Al deze behaalde ereplaatsen worden door Roermond vakkundig gepropagandeerd via een publiciteitsplan. Zo is het logo van de beste binnenstad op de ruiten te vinden van elke onderneming in de binnenstad en werd de Duitse pers uitgenodigd om te laten zien wat Roermond allemaal te bieden heeft (Citymanagement Roermond, 2010, p. 18). Aan de andere kant is Roermond door onderzoek ook negatief in het nieuws. De gemeente Roermond stond volgens de Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad enkele jaren achter elkaar in de top tien van onveiligste gemeenten in Nederland. De gemeente heeft met succes geprobeerd op deze lijst te zakken. In de Misdaadmeter over het jaar 2009 is Roermond echter weer gestegen naar een achtste plek. De gemeente wordt vaak verweten dat ze wel geld hebben om gratis bussen te laten rijden voor winkelaars in het weekend, maar dat er geen geld is voor de problematiek in met name de wijk Donderberg (Straus, 2010a, p. B2). Roermond heeft een tijd lang een campagne gehouden als reactie op de opening van de A73-Zuid. Het citymanagement zorgde voor advertenties in de media, zoals een flyer bij de ANWB-Kampioen in heel Zuid-Nederland. De slogan ‘Ik wil naar Roermond’ was ook te zien op streekbussen. In de campagne waren lifters te zien die in Parijs, Londen en Moskou staan met een bordje Roermond erop. Op een speciaal opgezette website konden mensen prijzen winnen door een foto te maken terwijl ze aan het liften zijn om in Roermond te geraken (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 10). Op verschillende plekken verschijnen door inbreng van het citymanagement advertenties met evenementenkalenders, informatie over koopzondagen, informatie over winkel- en woonvoorzieningen en de ontwikkelingen op dit gebied. Voorbeelden hiervan zijn de Winkelstad Roermond-pagina’s in Dagblad de Limburger, het advies dat wordt gegeven aan het blad CityLife dat in Roermond zelf wordt verspreid, twee keer per jaar de uitgave van een Shopping Roermond gids en evenementenkalenders die worden verspreid door VVV Roermond (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 10). Ook voorziet het citymanagement in het sturen van persberichten aan lokale, regionale, landelijke en euregionale pers en het geven van presentaties aan bezoek van studenten of ander speciaal bezoek. Verder worden redactionele achtergronden verstrekt aan L1, TV Limburg en landelijke media over Roermondse actualiteiten en evenementen, is er een stadscommercial gemaakt die Roermond op spannende en aantrekkelijke wijze moet neerzetten als de plaats waar je het ‘allemaal’ gaat beleven en zijn er speciaal voor bezoekers van Roermond toeristische informatiegidsen en stadsplattegronden uitgegeven (Citymanagement Roermond, 2009b, p. 3). Daarnaast is de website van Roermond vernieuwd door er een interactief platform van de maken met een portal waarop men kan doorklikken naar onder andere de evenementenkalender, toeristische informatie en de website over de gemeentelijke diensten. Het citymanagement heeft ook haar eigen website vernieuwd. Ten slotte past in dit rijtje ook de start van de uitzendingen van 25
StadsTV Roermond op TV Limburg, waarmee Roermond zich presenteert aan een bovenregionaal publiek (Citymanagement Roermond, 2010, p. 15). De overige activiteiten van Citymanagement Roermond richten zich meer indirect op het binnenhalen van doelgroepen. Zo werd er deelgenomen aan de promotie van Pierre Cuypers door de organisators van de musical over de Roermondse architect te ondersteunen bij het zoeken van sponsoren en de vormgeving van de programmafolder (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 6). Een ander project is de Shopbus geweest. Op aandringen van het citymanagement is de gemeente akkoord gegaan met het opzetten van een gratis weekendbus die om de twintig minuten stopt bij de grootste winkelcentra. De Shopbus vertrekt en eindigt bij het station en doet ondertussen verzorgingshuis Roncalli, de Huis- en Tuinboulevard, het Retailpark, het Outlet Centre en de Roerkade (binnenstad) aan. De Shopbus wordt door het citymanagement gepromoot. Tijdens de decembermaanden in 2008 en 2009 heeft het citymanagement activiteiten laten plaatsvinden. Er werd gezorgd voor kerst- en straatentertainment, bijvoorbeeld vermaak van een orgeldraaier, een Kerstman, een arrenslee met paard en een Dickens fotograaf. Ook was er de mogelijkheid om gratis te parkeren. In 2008 werd er een natuurijsbaan opgezet op de Markt: ‘door het natuurlijk hoogteverschil van de Markt had Roermond een wereldprimeur: berg af schaatsen op natuurijs in Hartje Stad van Roermond (Citymanagement Roermond, 2009b, p. 5). Een belangrijke rol voor het citymanagement is voorzien in de evenementencoördinatie en het binnenhalen van evenementen. Het citymanagement organiseert zelf geen evenementen, maar zorgde voor de garantiestelling van onder andere de ENECO-Tour, het TROS-muziekfeest op het Plein, het IJssculpturenfestival, het Zandsculpturenfestival, Roermond Waterstad, Mediaval Ruremunde, de World Culture Parade, Dancetour, het Benelux- en wereldkampioenschap Timbersports, een betonkanorace en een draaiorgelfestival. Het citymanagement helpt organisatoren bij het zoeken van sponsoren en subsidies door middel van een databank, draagt aandachtspunten bij voor de verbetering van de kwaliteit, is het aanspreekpunt voor organisatoren en promoot de evenementen bij journalistieke media in binnen- en buitenland door middel van posters, flyers en programmaboekjes. Ook verzorgt het citymanagement elke zaterdag en koopzondag de Munsterpleinconcerten in het kiosk op het Munsterplein (Citymanagement Roermond, 2009b, p. 5). Een heel andere vorm van citybranding zijn de inspanningen die Citymanagement Roermond heeft geleverd om een plek te bemachtigen voor Roermond in Madurodam in Den Haag (zie Afbeelding 5). Omdat kerken en pleinen al veelvuldig in het miniatuurdorp aanwezig zijn, werd er gekozen voor het plaatsen van het Stadhuis van Roermond en de kiosk op het Munsterplein. Uit het stadhuis in Madurodam klinkt net als in het echt het carillon dat het Roermonds volkslied speelt.
Afbeelding 5: Bij de onthulling van de miniatuurbouwwerken op 15 juli 2009 waren onder andere de burgemeester van Roermond en de wethouder Stadspromotie aanwezig en werd een gedicht opgedragen. Bron: Gemeente Roermond.
26
Citymanagement Roermond doet ook aan onderzoek. Vooral Hbo-studenten kunnen bij het citymanagement stage lopen en onderzoek doen. Er is onder andere op aangedrongen een koopstromenonderzoek te houden in het jaar 2010 (Citymanagement Roermond, 2010, p. 9). Ook is er een databank over de ondernemers in de stad opgezet. Hierin zijn gegevens verzameld over ondernemers in de binnenstad en in de buitengebieden (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 4). Het citymanagement hecht veel waarde aan de eigen ondernemers in de stad. Zo is er het blad Citynieuws dat aan de ondernemers wordt uitgedeeld en waarin het citymanagement haar activiteiten toelicht. De ondernemers worden verder betrokken bij het bereiken van uniformiteit door middel van het aanbieden van speciale huisstijlpakketten voor ondernemers en het verbeteren van de kwaliteit van het straatbeeld (verlichting, reclameborden, muziek), waardoor de belevingswaarde van de binnenstad wordt verhoogd en het zichtbaar één geheel wordt (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 4). Ook bij de kerstdecoratie werden de ondernemers betrokken. Verder kunnen ondernemers hun bedrijf kosteloos presenteren op de website van het citymanagement. Volgens het citymanagement (2009b, p. 3) kan iedere ondernemer in de stad bijdragen aan de nationale en internationale bekendheid van Roermond. ‘Steeds meer neuzen van ondernemers in de binnenstad staan in dezelfde richting want ze zijn overtuigd van het feit dat gezamenlijk de schouders onder de stadspromotie moet worden gezet,’ aldus Citymanager Hans Brouwers (Hamans, 2010, p. 15). Omdat sommige ondernemers niet meebetalen, maar wel profiteren van de georganiseerde promotieactiviteiten, is er de mogelijkheid gecreëerd om een verplicht ondernemersfonds op te zetten. Het citymanagement doet verder verschillende inspanningen ten behoeve van de eigen ondernemers. Het onderzocht bijvoorbeeld de mogelijkheden tot een Retail Business Academy om zo de kwaliteit van ondernemingen te verbeteren (Citymanagement Roermond, 2010, p. 9). Ook is er de Roermondse Ondernemersprijs, die wordt uitgereikt aan een onderneming als blijk van waardering voor goed ondernemerschap. Er worden ook ondernemersavonden georganiseerd, zoals het voetbalsymposium van VVV Venlo dat plaatsvond in de Roermondse Oranjerie. Verder neemt het citymanagement deel aan overlegorganen zoals de Stichting Roermondse Binnenstadondernemers en begeleidt het straatverenigingen. Hieruit zijn onder andere een collectief winkelverbod en het Servicepunt Detailhandel ontstaan. Dit laatste orgaan kan ondernemers in de dagelijkse praktijk van de detailhandel concreet ondersteunen. Ook is er een systeem opgezet van zogenoemde City Partners. Samen vormen de partners een denktank en gaan ze frequent met elkaar in discussie over het wel en wee van Roermond. Het citymanagement heeft daarnaast in samenwerking met de gemeente Roermond geprobeerd om de onderlinge horeca beter met elkaar te laten samenwerken en om de georganiseerde horeca te laten samenwerken met evenementenorganisaties (Citymanagement Roermond 2009a, p. 5). Dat dit niet altijd lukt blijkt uit de woede die bij de ondernemers op de Markt is ontstaan toen de organisatie van Dancetour al op zaterdagmorgen 26 juni 2010 begon met de opbouw van het evenement dat plaatsvond op de zondagmiddag. Daardoor liepen de horecaondernemers een volle dag aan inkomsten mis (Straus, 2010b, p. B1). Om nieuwe ondernemers aan te trekken heeft Citymanagement Roermond diverse potentiële nieuwe ondernemers telefonisch of in een persoonlijk gesprek geïnformeerd over vestigings- en locatieaspecten. Daarbij is voornamelijk doorverwezen naar personen of instanties die concreet verder konden helpen. Ook zijn diverse ondernemers met vestigingsplannen rondgeleid in de binnenstad en in contact gebracht met locatie-eigenaren (Citymanagement Roermond, 2009a, p. 5). Op deze manier probeert het citymanagement leegstand in de binnenstad te bestrijden.
5.2
De vijf stadselementen in de citymarketing van Roermond
In het vervolg van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de stadselementen die het stadsbeeld van de beleidsmakers van de citymarketing van Roermond verder vorm geven. 27
Verbindingen Verbindingen zijn voor het citymanagement erg belangrijk. Ze zorgen voor bereikbaarheid en bereikbaarheid vergroot de mogelijkheden voor het trekken van bezoekers, bewoners en bedrijven. De A73 is een zeer belangrijke verbinding voor Roermond en dat is ook te zien aan de citymarketing van de stad. ‘Dankzij de A73 ligt al het ‘snoepgoed’ van Roermond nu ook voor de hele provincie voor het graaien,’ is te lezen in de lokale krant (Van der Naald, 2010, p. B2-B3). De A73 is onder andere gebruikt in de campagnes ‘Ik wil naar Roermond’ en ‘Roermond is werelds! Via A73 lekker dichtbij’. Ook de snelweg naar Duitsland is erg van waarde voor Roermond. Duitse kooptoeristen staken altijd al de grens over, maar door de opwaardering van de N280-Oost is er een sterke toename van het grensoverschrijdend kooptoerisme te zien (Van der Naald, 2010, p. B2-B3). De toegenomen bereikbaarheid vanuit Duitsland wordt vooral gepromoot in Duitse weekbladen. Ook kun je sinds kort bij het VVV een afspraak maken om in een Ferrari te rijden. Naast de wegen in Roermond kun je ook de Duitse snelweg op, om daar echt te gaan scheuren. Verder is al genoemd dat het parkeren erg aantrekkelijk gemaakt wordt en dat er een gratis Shopbus rijdt die wordt gepromoot. Een poging van de inwoners van Roermond om de Shopbus op alle tussengelegen bushaltes te laten stoppen mislukte. Dit was niet aantrekkelijk voor de bezoeker. Overige verbindingen die nadrukkelijk worden benoemd in de citymarketing zijn de winkelstraten in de binnenstad en de Steenen Brug. Men spreekt over ‘gezellige winkelstraten met boetiekjes’. Het citymanagement probeert ervoor te zorgen dat alle winkelstraten door bezoekers worden aangedaan. Daarvoor heeft men ‘de acht van Roermond’ in het leven geroepen. Het is de bedoeling dat bezoekers een route gaan lopen in de binnenstad (via de Markt naar de Steenweg, Munsterplein, Graaf Gerardstraat, Kloosterwandplein, Kloosterwandstraat, Hamstraat, Munsterplein, Paredisstraat, Neerstraat en zo weer terug naar Markt). Deze route wordt aangegeven met plattegronden en opgeleukt door middel van banieren en een passende en uniforme verlichting. Opvallend is dat de enige straat met echte lokale boetiekjes, de Heilige Geeststraat, niet in ‘de acht’ voorkomt. Citymanager Hans Brouwers stelt in een interview dat Roermond met het winkelgebeuren bijna aan de top zit. ‘Dus moeten we andere wegen gaan bewandelen om Roermond te blijven promoten. Vooral qua sfeer en beleving van de stad valt er nog een slag te maken. Door deze citydressing kunnen we onze bezoekers gastvrij welkom heten’ (Hamans, 2010, p. 15). In de kerstperiode wordt hier al veel aan gedaan, maar om het een blijvend karakter te geven zijn begin juni 2010 de winkelstraten en de pleinen in de binnenstad met bloemen aangekleed. Er zijn hanging baskets met blauwwitte (de kleuren van Roermond) surfinia’s opgehangen. De kosten van €60000,- zijn voor de helft betaald door het citymanagement en voor de andere helft door de ondernemers.
Afbeelding 6: Het Kloosterwandplein tijdens Bevrijdingsdag 2010, kijken naar de uitzending van de optredens op de Markt die afgesloten was vanwege de drukte. Bron: Eigen foto.
Knooppunten
Knooppunten die naar voren komen bij het citymanagement zijn vooral de attractieve pleinen. Met name de Markt, het Munsterplein, het Stationsplein en het Kloosterwandplein worden neergezet als pleinen met elk een eigen ambiance en sfeer. De pleinen worden verder geassocieerd met gezellige terrasjes en pittoreske restaurantjes. Naast het aankleden met bloemen worden de pleinen aantrekkelijk gemaakt door er evenementen te houden (zie Afbeelding 6). 28
Herkenningspunten De herkenningspunten die naar voren komen in de citymarketing zijn verschillend van aard. Bij het promoten van de historische binnenstad zijn de Munsterkerk met de kiosk en de SintChristoffelkathedraal de belangrijkste beeldmerken van Roermond. Ook het Stadhuis en de Minderbroederskerk worden genoemd. Daarnaast wordt het Steenentrappencomplex genoemd. Bij dit project zijn de historische omgeving en nieuwbouw op harmonieuze wijze gecombineerd. Deze combinatie is waar Roermond voor wil staan (zie Afbeelding 7). Er wordt aangestipt dat Roermond een beschermd stadsgezicht heeft. Ook is er werk gemaakt van het opknappen van de vele monumenten in de stad. Wethouder Jos van Rey zegt hierover (in: Campers & Van den Borst, 2009): ‘De sectoren waar je sterk in bent, moet je versterken. In de binnenstad heeft dit geleid tot versterking en verbetering van de koopstad en de openbare ruimte. Neem de Kathedraal en de Munsterkerk. Die zijn voor miljoenen gerestaureerd. Het benodigde geld hiervoor is overigens ook door Roermondenaren opgebracht. Sinds het DOC geopend is trekt de Kathedraal maar liefst 80000 bezoekers per jaar! Als we niet op groei hadden ingezet, was Roermond nu een klein provinciestadje’. (p.5) Er is inderdaad ingezet op groei. Bouwkranen domineren de horizon. De grootste projecten zijn ondanks jaren van stroperige voorbereidingstijd uiteindelijk in no time uit de grond gestampt. Dit heeft gezorgd voor een veranderd stadsgezicht en een nieuwe skyline. De Natalinitoren en de Soleatoren staan symbool voor de vervolmaking van het ‘nieuwe Roermond’, ook wel ’het haantje-de-voorste van Limburg’ of ‘Retail-walhalla Roermond’ genoemd (Van der Naald, 2010, p. B2B3). De Natalinitoren wordt ingezet bij de marketing van de stad. Zo is het mogelijk om de toren tijdens een rondleiding van het VVV over moderne architectuur in Roermond te beklimmen. Bezoekers kunnen zo genieten van het uitzicht over de Maasplassen en de stad. Omliggende regio’s als Venlo en Weert proberen mee te liften op het succes van Roermond. Ze hebben Afbeelding 7: Oud en nieuw gaan samen in Roermond. Hier met de waardering voor de manier waarop Natalinitoren (links) en de Kathedraal (rechts). Bron: Eigen foto. Roermond nog steeds opereert alsof de hemel geen limiet is. Maar ze stellen ook nuances. ‘Achter de mooie gevels (stadsgezicht) moet ook genoeg te doen zijn op het gebied van werkgelegenheid en onderwijs. We weten allemaal dat dit laatste een van de pijnpunten van Roermond is’ (Van der Naald, 2010, p. B2-B3). 29
Attracties Uit de attracties die Roermond naar voren schuift blijkt duidelijk dat Roermond vooruit wil en koopstad wil zijn. Een grote plaats is weggelegd voor het Designer Outlet Centre, dat uit geen enkele folder meer weg te denken is. Daarnaast heeft Roermond de Woonboulevard, de Huis- en Tuinboulevard en het Retailpark. Deze winkelcentra worden in de folders gigantische megamalls genoemd. Samen met de winkels in de binnenstad zorgen ze voor ruim 170000m2 aan winkelvloeroppervlak, samen goed voor meer dan 500 winkels aan koopgenot. Het succes van Roermond en de zeven miljoen bezoekers per jaar worden voor een groot deel toegeschreven aan deze winkels. ‘Roermond heeft hierdoor de pot met goud gevonden. Hoewel met 55000 inwoners een klein provinciestadje, biedt Roermond werkgelegenheid aan 33000 mensen (12000 fte). De werkloosheid is in tien jaar tijd gehalveerd tot 9 procent’ (Kamps, 2009). Wethouder Jos van Rey spreekt in de gemeenteraadsvergadering van 17 december 2009 zijn trots uit: ‘Door alle retail in Roermond werken er wel twee keer zoveel mensen in Roermond als dat er anders in een stadje als Roermond zouden werken. Dat is pas meten is weten’. Vooral de zondagsopenstelling draagt hieraan bij en die wordt dan ook sterk gepromoot. Een attractie van heel andere aard zijn de Maasplassen. ‘Dit uitgestrekte waterrecreatiegebied van wel 3000 hectare groot is uniek vanwege de aaneenschakeling van vele kleine en grotere plassen, gelegen in een groen en weids landschap. De Maasplassen zijn een eldorado voor actieve watersporters, vissers, zwemmers en natuurliefhebbers met uitstekende ondersteunende faciliteiten, zoals dagstranden, campings en de jachthaven Nautilus.’ Ook boottochten over de Maas worden genoemd. Tevens wordt de overige natuur geroemd: ‘rondom Roermond ligt een uitgestrekt en grenzeloos natuurrijk gebied, waarin het prachtig wandelen en fietsen is’. Nationaal Park de Meinweg, het Leudal en de rivierdalen van de Roer en Swalm worden expliciet genoemd. ‘Deze gebieden staan bekend om hun weelde aan flora en fauna. Niet voor niets is deze streek aangewezen tot Waardevol Cultuurlandschap!’ In veel mindere mate is er aandacht voor monumentenroutes en voorstellingen of concerten in theaterhotel De Oranjerie en het Centrum voor de Kunsten. Ten slotte wordt het Stedelijk Museum genoemd, dat een gevarieerd aanbod biedt van hedendaagse en historische beeldende kunst. Een heel nieuwe attractie wordt het Historiehuis, waar aandacht is voor de Roermondse historie. Dit zal gevestigd worden in de bibliotheek aan de Neerstraat.’We merken dat veel toeristen de stad weten te vinden dankzij het DOC. Het Historiehuis is voor hen een uitgelezen startpunt van een uitgebreider bezoek’ (Verstappen, 2010, p. 5).
Evenementen Het evenementenbeleid van Citymanagement Roermond is duidelijk. In de evenementenkalender worden alle evenementen binnen de gemeente genoemd met koppen erboven als ‘Roermond bruist de zomer in met zonnige evenementen’ en ‘Roermond evenementenhoofdstad van Limburg’. Al hoewel er in de kalender ook aandacht is voor de lokale evenementen, ligt de nadruk bij de top(sport)evenementen. De gemeente wil hiermee de breedtesport bij jeugd en op scholen stimuleren. Maar vooral kan de gemeente zich hiermee profileren bij een bovenregionaal publiek en zorgen voor een goed imago van de stad: ‘In Roermond is altijd wat te beleven’. In de gemeenteraad van 17 december 2009 zei wethouder Jos van Rey het volgende over de ambities van Roermond op het gebied van evenementen: ‘We wilden het Glazen Huis van 3FM naar Roermond halen, maar ze vonden onze stad te klein en de investering was voor ons te groot. Daar zijn we dus snel van afgestapt. Maar doordat we in dit kanaal zaten, hebben we echter wel het 30
IJssculpturenfestival naar deze stad kunnen halen’. In de folders van grote evenementen als het IJssculpturen- en het Zandsculpturenfestival en in de folders van het Outlet Centre is echter weinig tot niets is te vinden over de rest van Roermond. Opvallend is dat de organisatoren van de verschillende evenementen bijna allemaal zeggen dat Roermond de ideale locatie is voor hun evenement. Zo passen de Zandscultpuren bij Roermond vanwege het thema ‘Liefde voor het leven’ en is Hatenboer hiervoor de ideale locatie vanwege de ligging nabij de Maasplassen. In de zomer is het evenement prima bereikbaar per watertaxi. Het zand voor de bouw van de sculpturen is lokaal zand uit de Maas. Een ander voorbeeld is het WK Timbersports dat zal worden gehouden in 2011. Het Solarterrein is de ideale locatie. Roermond licht dichtbij Duitsland en daar is de sport populair. Daarnaast is een Timbersports kampioenschap nog nooit eerder in Nederland gehouden. De gemeente geeft voorkeur aan de evenementen die goedkoop zijn. Zo worden de houthakkerskampioenschappen van Stihl uitgezonden op internationale televisiezenders als Eurosport en ESPN. Volgens het citymanagement zijn dit onbetaalbare tv-minuten als je ze als reclame in moet kopen. Er komen 500 deelnemers en die nemen ook familie mee. In totaal worden 10000 bezoekers verwacht. Dit is interessant voor de horeca, vooral door de hotelovernachtingen.
Afbeelding 8: Veel publiek tijdens het Limburg Festival in 2009. Bron: Eigen foto.
De lokale evenementen van kleinere omvang (denk aan de week- en weekendmarkten, Taptoe, City Dance of Hot Air Ballooning) worden vooral gepromoot in de lokale weekbladen zoals De Trompetter en Typisch Roermond. De informatie die hier wordt gegeven is dan ook primair bedoeld voor de eigen bevolking. De World Culture Parade heeft een speciale status. De organisatoren laten weten dat ze vinden dat Roermond een festival verdient dat niet van bovenaf wordt geregeld, maar dat wordt gedragen door de deelnemende wijken in de hele stad. ‘In Roermond wonen mensen uit 90 verschillende culturen die vaak vergeten zijn. We willen deze culturen met elkaar laten kennis maken’. Citymanagement Roermond werkt mee, maar lijkt een ander doel te hebben: ‘We kunnen Roermond hiermee op de kaart zetten als dé stad in de Euregio met een internationale, grensverleggende uitstraling’. 31
5.3
Het stadsbeeld van Citymanagement Roermond
Het beeld van Roermond dat Citymanagement Roermond wil uitstralen is dat van een sfeervolle stad waar altijd veel te beleven is voor iedereen. Roermond manifesteert zich steeds nadrukkelijker als gastvrije stad, in het hartje van Limburg, waar het goed wonen en leven is. Er wordt beweerd dat in Roermond alles is wat je nodig hebt. De stad wordt neergezet als veelzijdig e bruisende met veel voorzieningen. Roermond is bewust van haar verleden. Er worden subsidies gegeven aan historische verenigingen en er komt een Historiehuis. Hoewel de cultuurhistorie gekoesterd wordt ligt het vizier op de toekomst en vooruitstrevendheid. Dit is ook te zien aan het nieuwe gemeentelogo van de stad (zie Afbeelding 9). Roermond wil hiermee een moderner imago creëren. In het logo wordt de historie meegenomen (de leeuw en het wapen), maar staan ook vijf nieuwe bollen die staan voor de groei van Roermond.
Afbeelding 9: Het oude (links) en het nieuwe (rechts) logo van de Gemeente Roermond. Bron: Gemeente Roermond.
Roermond wil blijven groeien en daarbij open staan voor iedereen van buitenaf (‘Roermond is werelds’). Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de recreatiesector. Enerzijds is er veel aandacht voor het winkelen en anderzijds voor de watersport. De centrale ligging in de Euregio, goede bereikbaarheid, voldoende parkeergelegenheid en de ligging dicht bij de grens helpen hierbij. Er is duidelijk te merken dat Duitse kooptoeristen een belangrijke doelgroep zijn van het citymanagement. Het citymanagement hecht veel waarde aan de eigen ondernemers, die vanuit de gemeente een steun in de rug krijgen. Voorbeelden hiervan zijn de shopbus en het snelle handelen naar nieuwe ondernemers toe (Van der Heijden, 2010c, p. B2-B3). Roermond heeft lef en steekt zijn nek uit door te vernieuwen. Dit is een ideale cultuur voor ondernemers en de kracht van Roermond. Vandaar dat ook veel nieuwe ondernemingen zich in de stad vestigen. Wat betreft de inwoners lijkt er een groter gat te zijn. Jos van Rey verwoordt het een en ander als volgt (in: Lemmens, 2009, p. 35): ‘Er zijn ook inwoners van Roermond die liever in een rustig stadje wonen, waar niets gebeurt. Prima, maar ik zie het anders. Dit is een prachtige stad. Een schitterende regio waar ontzettend veel kansen liggen. Die moeten we pakken’. Belangrijke stadselementen zijn naast de echte aandachtstrekkers in de binnenstad (Kathedraal, Munsterkerk, Munsterplein, Markt, Stadhuis en winkelstraten) en de Maasplassen vooral de moderne en nieuwe stadselementen, zoals de A73 en de N280-Oost, de Natalinitoren, het Designer Outlet Centre, het Retailpark en de Huis- en Tuinboulevard. Qua evenementen probeert men te zoeken naar evenementen die bij de stad passen. Daarbij is ruimte voor evenementen met een lokaal publiek en voor evenementen met een bovenregionaal publiek. Opvallend is overigens het verschil tussen de promotie van het citymanagement en de promotie van het VVV. Het VVV richt zich bij de promotie voornamelijk op de bewuste toerist en heeft meer aandacht voor de rijke geschiedenis en de historische gebouwen en plaatsen van Roermond. Het citymanagement richt zich meer op de kooptoerist en potentiële ondernemers.
32
H6.
Het stadsbeeld van de inwoners van Roermond
In dit hoofdstuk wordt gezocht naar het beeld dat de inwoner van Roermond van zijn stad heeft, om zo deelvraag 3 te kunnen beantwoorden. Om dit stadsbeeld te achterhalen is onder andere gebruik gemaakt van de vijf stadselementen.
6.1
Het algemeen beeld van de stad en haar citymarketing bij de inwoners
In de enquête die afgenomen is, zijn verschillende vragen gesteld over het algemeen beeld van de stad en haar citymarketing. Deze vragen zijn door 53 Roermondenaren ingevuld. Ten eerste werd de respondenten gevraagd waaraan ze in eerste instantie denken als ze aan Roermond denken. Het grootste deel van de ondervraagde Roermondenaren associëren de stad met ‘mijn thuis’ of ‘de stad waar ik me thuis voel’. Hieruit blijkt dat veel inwoners zich verbonden voelen met Roermond. Andere veelvuldig genoemde antwoorden hadden strekkingen zoals ‘een gezellige (binnen)stad met een mooie omgeving met oude gebouwen en veel water’, ‘een stad met een hoog voorzieningenniveau die in ontwikkeling is en waar veel bedrijvigheid is’ en ‘een stad waar je goed kan winkelen / recreëren met het Outlet Centre en het Retailpark en veel winkels in de binnenstad’. Door sommigen werden de antwoorden ‘Duitsers’ of ‘criminaliteit’ gegeven. De helft van de respondenten geeft aan in Roermond alles te kunnen doen wat ze willen doen. Hieruit blijkt dat deze respondenten tevreden zijn met het voorzieningenniveau dat in Roermond te vinden is. Slechts een enkeling geeft aan dat ze veel missen in de stad Roermond. Wel is er een groot deel dat aangeeft bijna alles te kunnen doen, maar nog sommige dingen missen. De meeste respondenten die aangeven niet alles te kunnen doen in Roermond, missen amusement voor jongeren en gezinnen (een discotheek, een bowlingbaan, een poppodium of concerten) of Hboonderwijs. Het zijn vooral de ondervraagden uit de jongste leeftijdscategorie die aangeven voor deze zaken een plek te moeten bezoeken buiten de stad. Hoewel er wel een discotheek aanwezig is in de binnenstad, voldoet deze waarschijnlijk niet aan de wensen van deze jongeren. Club Soho profileert zich namelijk als zakelijk en stijlvol. Een enkeling noemt verder een gebrek aan horeca (vooral ’s avonds en aan het water), een fijne mentaliteit bij de inwoners, gezelligheid, groen in de stad en kleine lokale winkeltjes. Bijna tachtig procent van de respondenten is positief over de nieuwe winkelcentra gelegen naast de A73. De rest is hier niet blij mee. Bij de nieuwbouwappartementen die zijn gerealiseerd in- en rondom de binnenstad ligt het iets genuanceerder. Relatief veel mensen hebben bij de vraag hierover aangegeven geen mening te hebben. Toch is het merendeel van de respondenten positief over de nieuwbouwappartementen. Ongeveer een kwart is er niet blij mee. De stadspromotiecampagne is erg bekend. Tachtig procent van de respondenten heeft op zijn minst eens gehoord van de campagne. Toch is er nog ongeveer een vijfde deel van de respondenten dat aangeeft de campagne niet te kennen. De mensen die de stadspromotiecampagne kenden mochten antwoord geven op twee vragen over deze campagne. Allereerst werd de respondenten gevraagd naar hun mening over de citymarketingcampagne. Hoewel een aanzienlijk deel de campagne overbodig vindt, geeft het grootste deel aan de campagne geslaagd te vinden en dan vooral omdat er meer mensen van buiten Roermond naar de stad komen om te winkelen. Geen van de respondenten geeft aan dat ze de campagne slecht vinden omdat er niet meer mensen van buitenaf naar Roermond komen om te winkelen. Ongeveer een kwart van degenen die deze vraag hebben ingevuld geeft aan dat het uitgedragen beeld van de stad overeen komt met het eigen beeld van de stad. Enkele mensen die nog iets anders bij deze vraag wilden aangeven, geven aan de Engelstalige slogan niet te zien zitten. Eén respondent geeft aan dat er geen meetniveau of resultaten van de campagne 33
bekend zijn. Een andere respondent vindt dat er veel geld uitgegeven wordt, terwijl er maar weinig voor terug komt. De tweede vraag over de citymarketing richtte zich op de mate van betrokkenheid bij het ontwikkelen van het citymarketingbeleid bij de inwoners. Geen enkele respondent is het helemaal eens met de stelling dat de inwoners voldoende betrokken worden. Ongeveer een derde van de respondenten is het er wel mee eens, maar het merendeel van de respondenten geeft aan het met de stelling oneens te zijn of er helemaal mee oneens te zijn. Blijkbaar hadden veel respondenten meer hun mening willen inbrengen en is de gemeente Roermond samen met Citymanagement Roermond daarin tekort geschoten. Tenslotte werd de ondervraagde inwoners bij dit deel van de enquête gevraagd waaraan Roermond volgens hen de titel ‘Beste Binnenstad van Nederland van 2009 tot 2011 in de categorie middelgrote steden’ te danken had. Het grootste deel van de respondenten geeft aan dat Roermond deze titel te danken heeft aan een gezellige, goed uitziende stad met veel voorzieningen. De stad heeft volgens deze inwoners veel te bieden (geconcentreerd en gevarieerd winkelaanbod, watersport, terrasjes) en er zijn veel oude gebouwen in de historische binnenstad. Een enkeling kwam met heel andere antwoorden. Zo noemden twee respondenten de VVD met wethouder Jos van Rey. Ook wordt de titel door een respondent opgedragen aan de bereikbaarheid en de nabijheid van Duitsland. Iemand anders noemde de ondernemers van Roermond. Opvallend is dat slechts volgens twee respondenten de winst in deze prijsvraag te danken is aan de promotie. De ene noemt de promotie in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen, de ander spreekt over een uitgekiende marketingvisie. Uit dit beperkte aantal respondenten dat de winst toeschrijft aan de promotie, blijkt dat Roermond volgens de inwoners inderdaad veel te bieden. Verder wordt – overigens geheel ongevraagd – meermaals de opmerking gemaakt dat er in de binnenstad moet worden uitgekeken voor leegstand. Respondenten geven aan dat er steeds meer winkelpanden leeg komen te staan.
6.2
De vijf stadselementen in het beeld van de inwoners
De antwoorden die op de eerste vragen zijn gegeven, geven een eerste inzicht in de mening van de inwoners over de stad en de citymarketing die er wordt gevoerd. Het laatste deel van de enquête ging specifiek in op de vijf stadselementen. Dit deel van de enquête werd door 44 Roermondenaren ingevuld. De resultaten op de antwoorden van deze vragen worden per element besproken.
Verbindingen Aantrekkelijke verbindingen zijn volgens de respondenten de snelweg A73 (‘vanwege de snelle, perfecte verbinding met andere steden’) samen met de winkelstraten Hamstraat, Steenweg, Brugstraat en in mindere mate de rivier de Maas. De spoorwegen van en naar de stad worden ook als aantrekkelijk ervaren, net als de snelweg naar Duitsland ‘die economische voorspoed heeft gebracht’. Verder werden de Maasbrug (‘de skyline is vanaf hier goed zichtbaar’, ‘de verbinding met de overkant van de Maas’), Roerkade (‘de sfeer langs het water’), stationstunnel (‘de verbinding van de stad met de buitenwijken’), stads- en shopbussen (‘de interne bereikbaarheid wordt hierdoor vergroot’) en Ernst Casimirpassage (‘de verbinding tussen de binnenstad en het Outlet Centre’) genoemd. De aantrekkelijke verbindingen zijn volgens de respondenten vaak ook de verbindingen die ze het meest gebruiken. De A73, de spoorwegen, de stationstunnel en de winkelstraten worden samen met de Neerstraat genoemd als verbindingen die vaak gebruikt worden. Verder wordt nu ook het stuk van de N280 tussen het Retailpark en het Outlet Centre genoemd. Deze weg is blijkbaar wel een belangrijke verkeersader, maar niet aantrekkelijk. Ook de grotere wegen van de woonwijken 34
naar de binnenstad (de Wirosingel, Bredeweg, Venloseweg, Maastrichterweg, Andersonweg, Koninginnelaan, Willem II-singel, Oranjelaan en Keulsebaan) worden veel gebruikt. Veel respondenten gaven aan geen verbindingen bewust te vermijden. De respondenten die wel aangaven verbindingen te mijden, spraken vooral over de N280 tussen het Retailpark en het Outlet Centre en de Wirosingel. Deze wegen worden vooral vermeden in de weekenden en op feestdagen vanwege de drukte, voornamelijk door de toestroom van kooptoeristen uit Duitsland. Een respondent gaf aan dat de Wirosingel in het weekend drukker is geworden dan voorheen, terwijl deze weg doordeweeks een stuk rustiger is geworden door de komst van de A73. Overige antwoorden waren de Roerkade (die te druk wordt ervaren) en de stationstunnel (die vooral door de fietsers te smal, te lawaaierig en te gevaarlijk wordt ervaren). Andere respondenten vermijden de twee overwegen (‘vanwege het lange wachten’), de 30-kilometerwegen, de singels (‘ze zijn propvol vanwege de slechte ontsluiting’), de route met de auto naar de binnenstad in de spits (‘geen doorkomen aan’) en de Roertunnel (‘deze is voor mij te Afbeelding 10: De A73 met links in de verte het Retailpark. langdurig en daar houd ik niet van’). Bron: Eigen foto.
Knooppunten In de enquête zijn twee vragen gesteld over knooppunten. Als antwoord op de vraag welke knooppunten voor de inwoners belangrijk zijn werden drie knooppunten vaak genoemd. De eerste is het treinstation. Via het station wordt vaak gereisd en het is een plek waar mensen samenkomen. Het tweede knooppunt dat werd genoemd is de Markt. Hier vinden vaak evenementen plaats en er zijn veel eet- en drinkgelegenheden. Ten derde werd het Munsterplein vaak genoemd. Volgens de respondenten is dit een gezellige plek waar mensen elkaar ontmoeten, is er sfeer met optredens in het kiosk en is er een hoog terrasjesgehalte. Alle drie de knooppunten worden ervaren als levendige plekken. Ook wordt bij deze drie knooppunten het woord geborgenheid genoemd. Een ander knooppunt dat wordt genoemd is het Stationsplein (‘een eerste indruk als je de stad met het openbaar vervoer binnen komt en een gezellige plek met carnaval’). Het Kloosterwandplein en de Roerkade worden nauwelijks genoemd. Op de vraag aan de respondenten of ze knooppunten bewust vermijden, gaf de helft aan dit niet te doen. De andere helft noemt onder andere enkele verkeersknooppunten, zoals het knooppunt nabij het Outlet Centre dat in het weekend te druk en te massaal bevonden wordt. Overige antwoorden zijn de Markt (‘in de winter is het hier spekglad’), het Munsterplein (‘er is een ongelijke bestrating’), het Kloosterwandplein (‘er is geen sfeer en het is te modern’), de Roerkade en het Wilhelminaplein (‘er is teveel verkeer en dit zijn zeker geen geschikte terrasplekken’).
Herkenningspunten Over de herkenningspunten in Roermond zijn in de enquête twee vragen gesteld waarop veel en uitgebreid werd geantwoord. Belangrijke herkenningspunt is volgens de respondenten in eerste instantie de Sint-Christoffelkathedraal. De Kathedraal is al van vroeger uit te zien als je Roermond binnen rijdt. ‘Hij verwelkomt je.’ Respondenten geven ook aan dat ze zich weer thuis voelen als ze de 35
Kathedraal zien met het gouden Christoffelbeeld op de toren. Als tweede wordt de Munsterkerk genoemd, mede omdat deze kerk ontworpen is door een groot architect. Beide kerken zijn volgens de inwoners van Roermond typerende punten voor de stad. Het zijn historische gebouwen die het kloppend hart vormen. Ook worden beide gebouwen mooi bevonden en geven ze herkenbaarheid. Andere herkenningspunten die worden genoemd zijn het Outlet Centre (‘dit is de reden dat veel mensen Roermond kennen’), de TV-toren (‘een van de eerste bouwwerken van Roermond die je van heel ver kan zien’), het Indië-monument in het stadspark Hattem en het Oude Kerkhof aan de Kapel in ’t Zand (‘deze plekken betekenen iets, ze zijn prachtig en historisch en geven een thuisgevoel’). Een enkeling noemt de Natalinitoren, de Steenen Brug, het Cuypersmonument, de Maasbrug, de Arlo-flat en het Stedelijk Museum. Herkenningspunten die opvallen door de lelijkheid zijn het Landbouwhuis en de Sociale Verzekeringsbank. Opvallend is dat het Stadhuis van Roermond maar door één respondent wordt genoemd. Dit kan mede worden verklaard door de geringe hoogte van dit gebouw. Dat hoge gebouwen meer indruk maken blijkt uit het antwoord van een andere respondent die zegt dat het gehele silhouet ( de skyline van Roermond) hem vertelt dat hij weer thuis is. De vraag of de herkenningspunten in Roermond voor de respondent zijn veranderd in de afgelopen jaren leverde interessante antwoorden op. Hoewel achttien zeggen van niet, geven 24 mensen aan dat dit wel het geval is. Van deze 24 zeggen er slechts drie dat de herkenningspunten in positieve zin zijn veranderd. Volgens hen hoort verandering en modernisering bij het Roermond anno 2010 en is het positief dat er meer herkenningspunten zijn gekomen. Twee respondenten zeggen dat hun herkenningspunten niet zijn veranderd, maar de omgeving van hun herkenningspunten wel. De overige negentien vinden dat de herkenningspunten in negatieve zin zijn veranderd: ‘er is veel nieuwe hoogbouw en dit verpest de horizon’. Deze personen vinden het jammer dat je de Kathedraal niet meer overal kan zien: ‘weg mooie kerk met lichtjes by night’ en ‘de Kathedraal valt niet meer zo op en dat is jammer’. Ook zeggen ze: ‘de wirwar van stijlen is een afbreuk op de authenticiteit’, ‘groot, groter, grootst, niet fraai maar lelijk’ en ‘er staan nu blokkendozen met een vieze kleur’ doelend op de torens van het Kazernevoorterrein. Veel respondenten geven aan geen gevoel te hebben bij de nieuwe gebouwen (‘de moderne gebouwen kan ik wel missen’) en een ook vindt iemand ‘dat het nu eens moet stoppen’. Wel is iemand positief over de renovatie die bij verschillende van zijn herkenningspunten heeft plaatsgevonden.
Afbeelding 11: Bezorgde inwoners tijdens de Carnavalsoptocht op 15 februari 2010 in Roermond. Bron: Eigen foto.
36
Dat inwoners van Roermond bezorgd zijn om de hoogbouw dicht tegen historische gebouwen blijkt, naast de creativiteit van inwoners tijdens de carnavalsoptocht (zie Afbeelding 11), ook uit een aantal ingezonden stukken in de krant en de bezorgdheid van Stichting Ruimte die zich inzet voor het behouden van het beschermde stadsgezicht. Volgens enkele Roermondenaren valt Roermond ten prooi aan ongewenste stadsvernieuwing. Uit onderzoek van de Erfgoedinspectie blijkt inderdaad dat in Roermond economische motieven prevaleren boven cultuurhistorische motieven. De gemeente voldoet tevens niet aan de eigen hoogbouwnota. Er is daarnaast strijd gevoerd tussen de gemeente en inwoners bij de panden aan de Roerkade en bij voormalig Hotel de Toerist, waar de gemeente een hoge woontoren wil realiseren (Straus, 2010c, p. B5). Buurtvereniging ’t Vrijveld voelt zich geprovoceerd door de gemeente. Volgens de burgers is het speelveld in hun buurt onrechtmatig van de ene op de andere dag gesloten voor de bouwstart van het Stationspark (Klaassen, 2010, p. B1).
Attracties Uit de antwoorden op de vragen over de Roermondse attracties blijkt dat een groep inwoners de attracties in Roermond aantrekkelijk vindt. Deze inwoners vinden veel keus en variatie. Er zijn veel winkels, een speeltuin, boottochten over de Maas en genoeg recreatiemogelijkheden bij het water. In de Oranjerie is veel te beleven op het gebied van cultuur. Iemand anders geeft aan alleen naar de grotere winkelcentra te gaan, omdat deze dichtbij zijn. Er wordt benadrukt dat attracties niet alleen voor de mensen van buitenaf zijn, maar ook voor de Roermondenaar zelf. Er is echter ook een grote groep die de attracties niet aantrekkelijk vinden. Voorstellingen in het theater zijn te duur, de winkelcentra zijn te druk in het weekend, er is weinig te beleven voor ouderen en het enige Stedelijk Museum is voor ruim twee jaar gesloten wegens een verbouwing. Daarnaast hebben sommige inwoners simpel weg geen interesse in de attracties. Afbeelding 12: Drukte bij het Retailpark op een regenachtige De ondervraagde vrijdagmorgen. Bron: Eigen foto. Roermondenaren bezoeken het Retailpark, de Huis- en Tuinboulevard en het Outlet Centre vooral doordeweeks voor werk, gerichte aankopen of om boodschappen te doen. Ze vinden het een pluspunt dat hier genoeg parkeergelegenheid te vinden is. Ook hebben meerdere respondenten ooit een boottocht gemaakt over de Maas. Er wordt vaak ontspannen op of bij het water, al is het maar op een terrasje of een bankje. De bioscoop en het theater worden positief ervaren. Ook zijn er verschillende mensen (met kinderen of met kleinkinderen) naar de speeltuin Kitskensberg geweest. Deze speeltuin zou volgens de inwoners wel wat meer gepromoot mogen worden. Verder zijn de inwoners tevreden met het bos- en wandelgebied in de omgeving. Een enkeling geeft aan een bezoek te hebben gebracht aan het zwembad, de sporthal, de kerken en het museum. Iemand heeft ook een stadswandeling gemaakt, terwijl een ander graag ontspant in een park of op een terras op het Stationsplein. Veel respondenten geven aan geen attracties te vermijden, maar sommige respondenten bezoeken sommige attracties bewust niet. Het Outlet Centre is voor veel mensen ondanks de grote kortingen te duur. Ook is er voor de meeste attracties geen behoefte. Sommige mensen zonder kleine kinderen of kleinkinderen gaan logischerwijs niet meer naar de speeltuin en het Outlet Centre is voor sommigen niet aantrekkelijk omdat het ‘té Duits’ wordt bevonden. Een respondent geeft aan dat de Oranjerie teveel op een elitegroep is gericht en dat de toegangsprijs te duur is. 37
Evenementen De laatste drie vragen uit de enquête gingen over evenementen in de stad. Slechts enkele respondenten vinden het niet belangrijk dat evenementen plaatsvinden Roermond. Zij vinden dat het te druk wordt, dat de middenstand wordt gehinderd en dat de rust verdwijnt. Het merendeel van de ondervraagden vindt het wel belangrijk dat er evenementen plaatsvinden. Evenementen zijn voor zowel inwoners als voor mensen van buitenaf leuk. Als er een evenement op het programma staat, is dit de perfecte gelegenheid voor mensen uit de omringende dorpen om naar Roermond te komen. Evenementen zijn ook goede promotie en vergroten zowel de bekendheid van de stad als de omzet. Ze zijn een visitekaartje van de stad en houden de stad dynamisch en bruisend. Evenementen zorgen volgens deze respondenten voor een ontspannen sfeer en plezier, brengen mensen samen en zijn aantrekkelijk voor de jeugd. Veel inwoners stellen het op prijs als de evenementen laagdrempelig en gratis zijn. Dit is bij de meeste van de gehouden evenementen het geval. Het evenement dat door de meeste respondenten bezocht werd is het jaarlijks terugkerende Bevrijdingsfestival Limburg. Dat dit evenement vaak werd opgeschreven kan te maken hebben met het tijdstip van afname van de enquête, maar het geeft wel aan dat veel inwoners van Roermond hier zijn geweest. Ook de weekendmarkt, de Eneco Tour, het IJssculpturenfestival, het Straattheater, het Solarfestival, de Statiefestatie, het TROS-Muziekfeest op de Markt in 2009 en de Voorjaarskermis worden meermaals genoemd. Een enkeling noemt de Indiëherdenking en de Limburgse Veteranendag, de Sjommelmèrt, Dancetour, de Koninginnemarkten in de wijken, de Dodenherdenking en de jaarlijks terugkerende Taptoe. Het merendeel van de ondervraagden vermijdt geen enkel evenement bewust. Het evenement dat wel het meest vermeden wordt is het Solarfestival vanwege de drukte, de hoge toegangsprijs of het lawaai. Ook het IJssculpturenfestival en het Zandsculpturenfestival vonden sommige mensen te duur of te commercieel. De drukte is voor oudere respondenten een reden om niet naar de Statiefestatie of het Bevrijdingsfestival te gaan. Zo geeft een respondent aan in de toekomst niet meer naar het Bevrijdingsfestival te gaan, omdat het bij de editie van 2010 zo druk was dat het niet meer mogelijk was de Markt af te geraken. Anderen konden de Markt niet meer bereiken. ‘Geen goed teken voor een dag die in het teken staat van de vrijheid.’ Jongeren voelen zich niet aangetrokken tot evenementen als Dodenherdenking of Veteranendag. De Roermondenaar heeft een brede keuze voor mogelijk te houden evenementen in de toekomst. Een enkeling vindt dat er al voldoende evenementen zijn. De meeste ondervraagden willen echter een evenement in de stad hebben dat nog meer tot de verbeelding spreekt dan de evenementen die er op dit moment zijn. Genoemd worden bijvoorbeeld een bezoek van de koninklijke familie, de Tour de France of een ander groot sportevenement of de Libelle Zomerbeurs. Meer haalbare suggesties zijn de terugkeer van een Jazz-festival of de herintroductie van een Koninginnedagfeest. Verder wil iemand een evenement erbij hebben dat zorgt voor een verbroedering van alle culturen die bij de Roermondse inwoners vertegenwoordigd zijn. Met de komst van de World Culture Parade wordt hieraan voldaan. Toen Roermond het Beneluxkampioenschap en het WK Timbersports binnen had gehaald werd er in de lokale krant hier verbazingwekkend op gereageerd: ‘We mogen ons officieel de houthakkershoofdstad van Nederland noemen. Geen wonder met zo’n gemeente. In Roermond wordt het groen sinds jaar en dag beheerd met de botte bijl. Hoge bomen? De zaag erin op enkelhoogte. Daar maak je bij Stihl vrienden mee’. Ook wordt er in de krant regelmatig geopperd dat sommige evenementen te massaal zijn voor Roermond. Zo heeft een opinieschrijver medelijden met de duizend inwoners van het geannexeerde dorp Leeuwen, waar eind juli 10000 scouts tijdens JubJam het honderdjarig jubileum van de Scouting Nederland komen vieren en de rust zullen ontnemen. Tijdens Dancetour 2010 op de Markt zijn er naast irritatie bij de ondernemers ook klachten geweest van omwonenden. Burgemeester Henk van Beers maakte in de krant duidelijk dit evenement zo snel mogelijk te willen evalueren: ‘Dancetour is populair bij de jeugd, maar het moet niet zo zijn dat omwonenden en ondernemers nadelen ondervinden. Een andere locatie is een mogelijkheid’ (Straus, 2010b, p. B1). 38
6.3
Het stadsbeeld van de inwoners van Roermond
Met behulp van de gegevens uit de enquête is een totaalbeeld van de inwoner van Roermond over zijn stad opgesteld. Dit stadsbeeld is een beste benadering binnen de mogelijkheden van dit onderzoek. De Roermondenaar heeft duidelijk een thuisgevoel bij de stad. Hij voelt zich met de stad verbonden en is ook trots op de stad. Roermond wordt gezien als een levendige stad in ontwikkeling, gelegen in een mooie en gezellige omgeving met historisch waardevolle gebouwen en recreatiemogelijkheden in zowel de binnenstad, de grote winkelcentra en op het water. De meeste inwoners zijn positief over de nieuwbouw die heeft plaatsgevonden, maar vooral de jongere generatie zou meer gelegenheden voor amusement en onderwijs in de stad willen zien. De stadspromotiecampagne is bekend en wordt als geslaagd ervaren, vooral omdat er meer mensen van buitenaf naar Roermond komen om te winkelen. De Roermondenaar uit de populatie vindt dat hij te weinig betrokken wordt bij het citymarketingbeleid. Aan de andere kant kwam bij de gemeenteraadsverkiezingen maar de helft van de Roermondenaren opdagen en ook de opkomst bij een speciaal georganiseerde inspraakavond voor de burgers over het nieuwe coalitieakkoord was laag (Van der Heijden, 2010d, p. B5). De A73 en de winkelstraten worden gezien als de belangrijkste verbindingen van de stad. De belangrijkste knooppunten zijn het station, het Munsterplein en de Markt. Roermond wordt voornamelijk herkend aan de Kathedraal en de Munsterkerk, terwijl het Outlet Centre wordt gezien als belangrijk herkenningspunt voor mensen van buitenaf. De Roermondenaar wil best mee gaan met veranderingen, maar vindt het jammer dat er voor hoogbouw is gekozen vlak naast de historische Afbeelding 13: De Soleatoren en de jachthaven Nautilus liggen aan de Maas. gebouwen. Over de Bron: Eigen foto. Roermondse attracties is men over het algemeen tevreden, mede door de vele mogelijkheden. De prijzen van enkele attracties worden wel als te duur ervaren. Dit geldt ook voor de evenementen in de stad, die volgens de Roermondenaar wel een belangrijke functie vervullen. De evenementen die worden gehouden zorgen voor bekendheid, omzet en saamhorigheid onder de inwoners van de stad zelf en voor de mensen van buitenaf. Vooral de evenementen die gratis en daarmee ook laagdrempelig zijn, zoals het Bevrijdingsfestival, de Eneco Tour en de activiteiten rondom carnaval, worden door de Roermondenaar goed bezocht. In de toekomst kan Roermond misschien gehoor geven aan de oproep van de inwoners door een Koninginnedagfeest of een pop/jazzfestival te organiseren. Hoewel de Roermondenaar grotendeels tevreden is over het leven in de stad geeft hij wel aan dat vooral in het weekend de stad niet alleen van de Roermondenaar is, maar ook van de mensen die van buitenaf komen, in het bijzonder de Duitsers. De drukte die dit met zich meebrengt wordt door veel Roermondenaren als storend ervaren. In de krant staan dan ook vaker opmerkingen als: ‘Er worden steeds minder Duitsers geboren! Straks is Roermond eindelijk weer van ons… ‘. 39
H7.
Conclusies
Voordat wordt overgaan op het formuleren van conclusies, zal er eerst gereflecteerd moeten worden op de beperkingen van dit onderzoek dat is uitgevoerd naar de situatie in Roermond. Bij het doen van onderzoek zijn er altijd enkele mitsen en maren die genoemd dienen te worden en waardoor resultaten en conclusies worden beïnvloed. Ten eerste is citymarketing in Roermond meer dan promotie. Citymanagement Roermond voorziet ook in het verbeteren van de openbare ruimte. Daarbij speelt het citymanagement in op het gemeentelijk beleid, dat met name voorziet in het bouwen van nieuwe appartementencomplexen, grote winkelcentra en andere imposante bouwwerken. Deze projecten zijn stadselementen die weer terugkomen in de citymarketing. Soms lijkt men met de citymarketingcampagne zo hoog in te zetten dat de ruimtelijke omgeving van Roermond veranderd moet worden om de citymarketingcampagne te laten kloppen. Men probeert zo steeds dichter bij ‘that’s all you need’ te komen. Ten tweede is het onmogelijk om een juist beeld te krijgen van 46000 inwoners. Er zijn inwoners van Roermond ondervraagd uit verschillende wijken en van verschillende leeftijden. Hoewel er dus geprobeerd is een steekproef te nemen die representatief is voor de hele bevolking, blijft het beeld dat gevonden is altijd een beeld dat gebaseerd is op de meningen van ongeveer vijftig personen en een paar berichten uit de media. Ten derde zijn er een aantal vraagtekens bij de insteek van het onderzoek. Er is gekozen voor het kijken naar stadselementen. De vraag blijft altijd of bij andere theoretische verdiepingen en praktische keuzes er ook een heel ander beeld gevonden zou zijn. De onderzoeksresultaten zouden bijvoorbeeld zijn beïnvloed als er was gekozen voor de vijf andere stadselementen. En zelfs bij ander onderzoeksmateriaal, zoals een nieuwe promotiefolder, zouden al andere resultaten gevonden kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de gestelde vragen in de enquêtes. Een wetenschapper probeert altijd de vragen te stellen die volgens hem de meest bruikbare en betrouwbare antwoorden opleveren voor zijn onderzoek. Hij zal echter nooit weten of dit ook daadwerkelijk het geval is bij zijn opgestelde vragen. In dit onderzoek is geprobeerd de respondenten in ieder geval geen antwoorden in de mond te leggen. Ten slotte komt er nog eens bij dat stadsbeelden dynamisch zijn. De stadsbeelden die gemeten zijn bij dit onderzoek in het voorjaar van 2010 kunnen een half jaar later alweer veranderd zijn. Ook de meningen van inwoners over de citymarketing kunnen veranderen als gevolg van een koerswijziging in het beleid. Feit blijft dus dat de beelden die zijn geschetst momentopnames zijn. Al deze beperkingen geven bepaalde grenzen aan de zeggingskracht van de onderzoeksresultaten. Op basis van deze onderzoeksresultaten kunnen nu conclusies worden getrokken. Citymarketing is in een relatief korte periode erg populair geworden onder beleidsmakers van gemeenten. Eigen inwoners werden in eerste instantie niet gezien als belangrijke doelgroep. In het academisch debat is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor de plaats van de eigen inwoners rondom het citymarketingbeleid van steden. Het begrip warme citymarketing, dat de nadruk legt op het behouden van bestaande doelgroepen, krijgt steeds meer bekendheid. Uit het vergelijken van de twee opgestelde stadsbeelden blijkt dat er zowel veel overeenkomsten als verschillen zijn. Het citymanagement en de inwoners zijn beide trots op Roermond en vinden dat er veel voorzieningen zijn. Ze vinden de stad en zijn omgeving tevens mooi en sfeervol. Beide groepen zijn bewust van het verleden. Vooral de elementen met historische achtergrond worden genoemd. Het vizier ligt echter op de toekomst. Citymanagement Roermond kiest ervoor de positieve aspecten van de stad zo breed mogelijk te vermarkten. Waar andere steden als Nijmegen (City of Health), Eindhoven (City of Light) en Leeuwarden (City of Watertechnology) zich heel specialistisch profileren, blijft de citymarketing in
40
Roermond erg breed. Het punt waarop Roermond zich probeert te onderscheiden ten opzichte van concurrerende steden is de manier waarop ze invulling willen geven aan het richten op de toekomst. Op dit punt verschillen het citymanagement en de inwoners dan ook van mening. Het citymanagement wil uitdragen dat er altijd veel te beleven is voor iedereen en dat er alles te vinden is wat iemand nodig heeft. De inwoners missen echter gelegenheden voor amusement en onderwijs. Terwijl het citymanagement zich wil profileren als een koopstad voor iedereen en zich richt op de Duitse consument, hebben de inwoners vooral in het weekend moeite met de drukte die dit met zich meebrengt. Het citymanagement wil Roermond naar voren brengen door middel van moderne attracties en grote evenementen, terwijl de inwoner zich vooral richt op de laagdrempelige attracties en evenementen. Nu het empirische onderzoek is afgerond en de overeenkomsten en verschillen zijn besproken, kan de hoofdvraag van dit onderzoek worden beantwoord. Deze hoofdvraag luidt als volgt: In hoeverre sluit – in het kader van warme citymarketing – het stadsbeeld van Citymanagement Roermond aan bij het beeld dat de inwoners van Roermond van de stad hebben? Op basis van dit onderzoek kunnen we concluderen dat de citymarketing van Roermond grotendeels aansluit bij het beeld dat de inwoners van Roermond van de stad hebben. Qua positionering lopen de twee stadsbeelden wel uiteen. Er worden andere accenten gelegd. Soms leidt dit tot een gat tussen het nagestreefde stadsbeeld uit de citymarketing en het werkelijke stadsbeeld van de inwoners. Daarmee is de vraag of het citymanagement actief bezig is met het behouden van de eigen inwoners en bedrijven nog niet beantwoord. De citymarketing van Roermond heeft voornamelijk het aantrekken van doelgroepen tot doel, in plaats van het behouden van doelgroepen. Deze koude citymarketing die de stad voert richt zich echter voornamelijk op dagjesmensen. Dit is een beïnvloedbare en mobiele groep en daarom is dit geen verwijtbare strategie. Citymanagement Roermond doet echter ook aan warme citymarketing. Er is een goede verstandhouding met de ondernemers in de binnenstad. Er wordt veel samengewerkt en de ondernemers lijken wat betreft het aantrekkelijk maken van de stad en de promotie van de stad dezelfde kant op te willen als het citymanagement . Deze band heeft het citymanagement niet met de inwoner. Er is dan ook een groter gat tussen het citymanagement en de inwoners van Roermond. Naar de mening van de inwoners wordt niet expliciet gevraagd. De Roermondse bevolking wordt niet betrokken bij het tot stand komen van de citymarketing en er wordt ook niet gevraagd naar hun ervaringen. Het citymanagement zet zich wel in voor lokale evenementen. Deze worden goed bezocht door de eigen inwoners. Ook het in stand houden van een gezellige binnenstad wordt door de inwoners gewaardeerd. Roermond voert in grote lijn een geslaagde citymarketingcampagne. Dat Roermond het goed doet blijkt ook uit het feit dat het één van de vijf genomineerden was voor de Nationale Citymarketing Trofee in de categorie onder de 100000 inwoners. De titel ‘beste citymarketinggemeente van het jaar 2009’ werd echter vergeven aan Assen. Citymanagement Roermond kan nog meer effect uit de citymarketing halen. Het gat tussen het nagestreefde en het werkelijke stadsbeeld kan gedicht worden als het citymanagement gaat beseffen dat het beeld van de stad dient aan te sluiten bij de behoeften van de bewoner en de liefde van de bewoner bij bepaalde plekken in de stad. Het gevaar is dat het citymanagement denkt te weten wat deze behoeften inhouden en wat deze plekken zijn, zonder dit met de inwoners zelf te communiceren. Om te voorkomen dat de kloof tussen de burger en de beleidsmakers nog groter wordt, dienen beide groepen in dialoog met elkaar te gaan. Dit zal het succes van de citymarketing vergroten. Naast de ondernemers zullen dan ook de inwoners uitgroeien tot trotse ambassadeurs van de stad. Dit is wat Roermond moet nastreven. Dan maakt Roermond ongetwijfeld een van de volgende jaren kans op een nieuwe prijs: die van beste citymarketinggemeente van Nederland. 41
Literatuurlijst Bakker, M. (2009). Focus! City- en Regiomarketing in Nederland. Narvic Adviesbureau voor Communicatie. Online geraadpleegd op 27 juni 2010 via http://www.narvic.nl/includes/download File.asp?id=MTlhTkRZNDg3Nw%3D%3D&date=19a877&count=1. Bevolking Roermond in de Lift (2008, 6 januari). Dagblad de Limburger. Boedeltje, F. (2010). ‘Als het er niet is, dan maken wij het’: Oldambt verdrinkt in marktdenken. Geografie, Vol. 19, No. 6, pp. 50-51. BRO (2009). Monitor Grenzeloos Winkelen 2009. Boxtel. Campers, K. & Van den Borst, C. (2009). Beste binnenstad en meest unieke koopstad. CityLife Roermond 23(4), p. 5. De Vries, V. (2010). Albert Verlinde: Mijn ’s-Hertogenbosch. ANWB Kampioen, 125(4), pp. 66-69. EVAR Advisory Services & De Vos & Jansen (2006). Citymarketing gaat aan eigen inwoners voorbij. Persbericht. Hoofddorp/Nijmegen. Gemeente Roermond (2010). Bevolkingscijfers per 1 januari 2010. Roermond. Hamans, P. (2010, 12 maart). ‘Altijd geloofd in mijn eigen kunnen’: interview met citymanager Hans Brouwers. Typisch Roermond, p. 15. Healey, P. (2002). On Creating the ‘City’ as a Collective Resource. Urban Studies, Vol. 39. No. 10, pp. 1777-1792. Het gaat om het gevoel van de stad. (2009, 24 februari). Tubantia. Online geraadpleegd op 13 maart 2010 via http://www.tctubantia.nl/regio/twente/4558538/Het-gaat-om-het-gevoel-van-de-stad.ece. Hospers, G.J. (2009a). Citymarketing in perspectief. Lelystad: IVIO-Wereldschool. Hospers, G.J. (2009b). Een kleine geografie van het geluk. Inaugurele rede door Gert-Jan Hospers. Radboud Universiteit Nijmegen. Hospers, G.J. , Boekema, F. & Lombarts, A. (2008). Citymarketing: De stad in de schijnwerpers. Lelystad: IVIO-Uitgeverij. Hillier, J. & Rooksby, E. (2002). Habitus: A Sense of Place. Aldershot: Ashgate Publishing. Inn, K. (2004). Plan for city identity establishment and city marketing: the case of Kimpo City. Dela, Vol. 21. pp. 233-240. Kamps, P. (2009, 24 december). De Stad van Jos van Rey. Dagblad de Limburger. Kavaratzis, M. & Ashworth, G. (2005). City Branding: an effective assertion of identity or a transitory marketing trick? Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, Vol. 96. No. 5, pp. 506-514.
Klaassen, N. (2010, 6 april). Buurt ‘overvallen’ door bouwstart: buurtvereniging ’t Vrijveld voelt zich geprovoceerd door gemeente. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B1. Knox, P. & Mayer, H. (2009). Small Town Sustainability. Economic, Social, and Environmental Innovation. Berlijn: Birkhäuser. Lemmens, S. (2009). Roermond in de zevende versnelling met Jos van Rey: de drijvende kracht achter het succes van Roermond. Ondernemend Limburg, 1(6), 32-35. Lynch, K. (1960). The Image of the City. Cambridge MA: MIT Press. Maes, K. (2009). Stad met Smoel: evenementen als kartrekker in ‘The economy of getting attention’. Ondernemend Limburg, 1(6), 22-26. McCann, E. (2009). City marketing. In: International Encyclopedia of Human Geography. Editors in Chief: Kitchin, R. en Thrift, N. pp. 119-124. Londen: Elsevier. Shamai, S. & Ilatov, Z. (2004). Measuring Sense of Place: methodological aspects. Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, Vol. 96. No. 5, pp. 467-476. Smyth, H. (1994). Marketing the city: the role of flagship developments in urban regeneration. Londen: Chapman & Hall. Stichting Citymanagement Roermond (2009a). Jaarverslag 2008. Roermond. Stichting Citymanagement Roermond (2009b). Evaluatieverslag Citybranding 2008. Roermond. Stichting Citymanagement Roermond (2010). Jaarverslag 2009. Roermond. Straus, H. (2010a, 27 februari). Roermond bruist, maar op de Donderberg knalt het regelmatig. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B2. Straus, H. (2010b, 28 juni). Ondernemers Markt boos op organisatie Dancetour. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B1. Straus, H. (2010c, 5 februari). ‘Er is voldoende deskundigheid’: gemeentebestuur werpt kritiek instanties van zich af. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B5. Tuan, Y-F. (1976). Humanistic Geography. Annals of the association of American Geographers, 66(2). Urlings, G. (2010, 13 maart). Dierbaar Oord: de ‘beeldmerken’. Dagblad de Limburger, p. E14. Van den Hout, J. (1989). NIPO Stage-rapport citymarketing, Amsterdam. Van der Heijden, B. (2010a, 4 juni). Jetzt allen nach Ruhrmond! Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B2-B3. Van der Heijden, B. (2010b, 22 mei). Kan er maar één de beste zijn? Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B2-B3. Van der Heijden, B. (2010c, 17 maart). ‘Hoe meer, hoe beter’. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B2-B3.
Van der Heijden, B. (2010d, 20 april). Gemiste kans voor de Roermondse burgers: burgers uitten nauwelijks kritiek tijdens inspraakavond coalitieakkoord. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B5. Van der Naald, N. (2010, 2 april). The Sky is not the Limit. Dagblad de Limburger, Regio Roermond, p. B2-B3. Van Houtum, H. & Boedeltje, F. (2007). Nijmegen, City of Health: De make-over marketing van steden. Geografie, Vol. 15, No. 7, pp. 40-41. Verstappen, P. (2010, 2 maart). Gouden Leeuw in glazen huis. De Weekkrant, Editie Limburg, p. 5.
Lijst van gebruikte websites: http://www.ad.nl/ad/nl/1/home/integration/nmc/frameset/nieuws/misdaadmeter.dhtml http://www.citymarketing-evenementen.nl/ http://www.cityroermond.nl/ http://www.gemeentevanhetjaar.nl/ http://www.roermond.nl/ http://www.roermond.websitemaker.nl/roermond/
Bijlagen I
Projecten in Roermond
Grote gerealiseerde projecten in Roermond vanaf het jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005 2005 2007 2007 2008 2008 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010
Designer Outlet Centre (merkendorp). Fase 1 t/m 3 Buitenop (kantorenlocatie). Roercenter en Roersingelcomplex (overdekt winkelcentrum). Wijk Dennemarken (woonwijk). 2e uitbreidingsfase Designer Outlet Centre Wijk de Musschenberg (woonwijk). Laurentiuskwartier (appartementen, tandarts, supermarkt, bakker). Provinciale Weg N293-noord (Roermond-Heinsberg). Provinciale Weg N280-Oost (Roermond-Düsseldorf). Soleatoren (appartementen). Rijksweg A73-Zuid (Venlo-Roermond-Maasbracht [A2], inclusief tunnels) Retailpark (Studio TV Limburg, Mediamarkt, Toys XL, Mega-intersport, AH XL e.a.). Residence Zilverhart (appartementen). Steenentrappencomplex (appartementen). Kazernevoorterrein (appartementen, megabioscoop, casino, horeca). Ernst Casimirpassage (Verbinding binnenstad met Kazernevoorterrein/Outlet Centre). Renovatie Cattentoren / Heksenhuuske (oude historische wachttoren). Huis- en Tuinboulevard (Intratuin, Leenbakker, Gamma, Praxis). Outdoor Center (buitensportwinkels). Ernst Casimirtoren (appartementen). Natalinitoren (fase 4 kantorenlocatie Buitenop). Domicili Carmeli (kloosterwoningen).
Toekomstige plannen projecten in Roermond De projecten met deze kleur zijn nog onzeker 2010 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2014 2015 2018 2020 ? ? ? ? ? ? ? ?
Mobility Park Route 73 (bedrijventerrein op gebied van mobiliteit en horeca). Wijk Tegelarijeveld-Oost (woonwijk). Quartier Damianus (appartementen, hotel, restaurant). 3e uitbreidingsfase Designer Outlet Centre. Woontoren ‘De Toerist’ (huurappartementen starters). Afronding OolderVeste (woonwijk). Afronding renovatie ECI-complex (cultuurcluster). Roerdelta (integrale wijk met meerdere functies). Jazz-City (appartementen, retail, horeca en leisure). Oplevering nieuwbouw Laurentius Ziekenhuis. Station Roermond-Noord (nabij Retailpark, spoorlijn Roermond-Venlo). Stationspark (appartementen- en kantorencomplex). Kenniscentrum Rabobank Roermond-Echt. Woonplein (winkels rond het thema wonen, onderdeel van Huis- en Tuinboulevard). Provinciale Weg N280-West (Roermond-Baexem). Componistenbuurt-Oost (woonwijk). Nautisch Kwartier (woonwijk op het water). Verbouwing Hotel de la Station (hotel met 100 slaapkamers nabij het station). Heraanleg / Heropening IJzeren Rijn (spoorlijn), mogelijk als lightrailverbinding.
II
Evenementen in Roermond
Evenementen Roermond in 2010 December 2009, januari en februari 12, 13 en 15 februari 30 april t/m september 5 mei 6 t/m 8 mei 28 mei t/m 3 juni 29 mei 5 juni 19 juni 27 juni 9 juli t/m 11 juli 10 en 11 juli 17 juli 24 en 25 juli 25 juli 26 juli t/m 4 augustus 1 augustus 6 augustus t/m 8 augustus 6 augustus 21 en 22 augustus 25 augustus t/m 29 augustus 4 september 11 en 12 september 17 tot en met 19 september
Internationaal IJssculpturenfestival. Carnaval (Sjole- en Sjtasiefestasie en Grote Optocht). Nederlands Zandsculpturenfestival. Bevrijdingsfestival Limburg (met nationale opening). Roermond in mei (opening van het zomer/water seizoen). Voorjaarskermis. Hot Air Ballooning Roermond 2010 (luchtballonnen). Taptoe Roermond. Limburgse Veteranendag. DanceTour 2010 (bekende DJ’s). Havenfeesten 2010 (Nederlandstalige muziek in Herten). Vlieger- en jongleerfestival 2010. JazzNight 2010. BOOT Roermond (watersport). Latino Festival (Latijnse cultuur). Jubileum Jamboree 100 jaar Scouting (JubJam100). Stihl Benelux-Kampioenschap Timbersports (houthakken). Solarfestival 2010 (muziek/vrije kunst voor jongeren). Gay Games Keulen 2010 (onderdeel Zeilen). Eneco Tour 2010 (wielrennen). Limburgfestival 2010 (straattheater). Nationale Indiëherdenking. Cultuurnacht Roermond. Vertelfestival en Poppentheater Roermond.
Aansprekende Evenementen Roermond in 2011 30 april ? augustus 1 tot en met 4 september 3 en 4 september
Roermond City Run (hardlopen). Eneco Tour 2011 (wielrennen). World Culture Parade (internationaal muziek en dansfestival). Stihl WK Timbersports 2011 (houthakken).
III
Enquête
Enquête Stadsbeeld Roermond Ik ben student aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ik doe in het kader van mijn bachelorthesis voor de opleiding Sociale Geografie een onderzoek naar het beeld dat de inwoners van Roermond van hun stad hebben. U heeft aangegeven in Roermond te wonen. Graag wil ik u daarom vragen deze korte enquête in te vullen. U kruist steeds de juiste categorie aan of geeft antwoord op de open vraag. Het kost niet veel tijd en U doet mij er een groot plezier mee. Alvast bedankt! Chris Frencken Roermond
1.
Wat is uw leeftijdscategorie?
0 tot 25 jaar
2.
5 tot 10 jaar
75 jaar en ouder
10 tot 20 jaar
Meer dan 20 jaar
In welk deel van de stad Roermond woont u?
Binnenstad / Voorstad st. Jacob Vrijveld / Roermondse Veld Donderberg Hoogvonderen Geen van bovenstaande delen, maar in
4.
50 tot 75 jaar
Hoeveel jaar van uw leven woont u in Roermond?
0 tot 5 jaar
3.
25 tot 50 jaar
Roerzicht / Hammerveld / Herten / Ool(derVeste) Kapel in ’t Zand / De Kemp / Kitskensberg / Kitskensdal Maasniel / Leeuwen / De Wijher / Tegelarijeveld / …………………………………….………..…. .
Als ik aan Roermond denk, dan denk ik in eerste instantie aan …
……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
5.
In Roermond kan ik alles doen wat ik wil doen.
Jazeker (U kunt vraag 6 overslaan) Bijna alles (Ga verder met vraag 6) Ik mis nog veel (Ga verder met vraag 6) 6.
Kunt u aangeven wat u mist in Roermond en wat u dus buiten de stad moet zoeken?
……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
Roermond is het laatste decennium in een economische versnelling geraakt. 7. Wat vindt u van de nieuwe winkelcentra die zijn verschenen naast de A73 (Retailpark, Mobility Park)? Ik ben er blij mee / ik ben positief Ik ben er niet blij mee / ik ben negatief Geen mening 8. Wat vindt u van de nieuwbouwappartementen die zijn gerealiseerd in en rondom de binnenstad?
Ik ben er blij mee / ik ben positief Ik ben er niet blij mee / ik ben negatief mening De stad Roermond wordt in toenemende mate gepromoot.
Geen
9. Ik ken de stadspromotiecampagne met de slogan ‘Roermond that’s all you need’. Ja, die ken ik (U gaat verder met vraag 10) Nee (U kunt de vragen 10 en 11 overslaan)
Ik heb er ooit van gehoord (U gaat verder met vraag 10)
10. De citymarketingcampagne van Roermond is naar mijn mening (meerdere antwoorden mogelijk) Geslaagd, er komen meer mensen van buiten de stad naar Roermond om te wonen en te werken Geslaagd, er komen meer mensen van buiten de stad naar Roermond om te winkelen Geslaagd, het uitgedragen beeld van de stad komt overeen met mijn eigen beeld van de stad Slecht, er komen niet meer mensen van buiten de stad naar Roermond om te wonen en te werken Slecht, er komen niet meer mensen van buiten de stad naar Roermond om te winkelen Slecht, ik kan me niet vinden in het uitgedragen beeld van de stad Overbodig, mensen van buiten de stad komen ook wel zonder campagne naar de stad Anders, namelijk
…………………………………….……………………………………………………………………………………………….…. .
11. De inwoners van Roermond worden naar mijn mening voldoende betrokken bij het ontwikkelen van citymarketingbeleid. Helemaal mee eens
Mee eens
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Roermond mag zich van 2009 tot 2011 de stad met de 'beste binnenstad van Nederland in de categorie middelgrote steden' noemen. 12. Waaraan heeft Roermond deze titel volgens U te danken? ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
De volgende vragen zijn gericht op vijf zogenoemde stadselementen. Deze stadselementen helpen ons een beeld van de stad te vormen. Per element zal ik een korte uitleg geven en daarna enkele vragen stellen in het kader van de openbare ruimte in Roermond.
1. Verbindingen Een verbinding is een ‘kanaal’ waarover je je beweegt of verplaatst en van waaruit je de andere elementen kunt waarnemen en beleven. Verbindingen kunnen bijvoorbeeld (winkel)straten, (snel)wegen, spoorrails of rivieren zijn. 13. Wat zijn volgens U aantrekkelijke verbindingen in Roermond en waarom zijn deze aantrekkelijk? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
14. Welke verbindingen in Roermond worden door U het meest gebruikt? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
15. Welke verbindingen in Roermond vermijdt U en wat is daar de reden van? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. 2. Evenementen Een evenement is een verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis. Evenementen kunnen eenmalig zijn vaker plaatsvinden. Voorbeelden zijn theater- en muziekfestivals, sportevenementen, maar ook markten of kermissen. 16. Vindt U het belangrijk dat er in Roermond evenementen plaatsvinden en waarom vindt U dat wel/niet? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
17. Welke evenementen die in Roermond hebben plaatsgevonden of plaatsvinden heeft U de afgelopen vijf jaar bezocht? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
18. Welke evenementen die in Roermond hebben plaatsgevonden of plaatsvinden heeft U bewust niet bezocht en waarom heeft U deze niet bezocht? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
19. Welk evenement zou U graag eens in Roermond willen laten plaatsvinden? ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
3. Attracties Een attractie is een aantrekkelijk punt voor recreatie, vaak voor toeristen of dagjesmensen. Voorbeelden van attracties kunnen pretparken, speeltuinen, boottochten, musea of grote winkelcentra zijn. 20. Zijn de attracties die Roermond biedt ook voor U als inwoner aantrekkelijk en waarom wel/niet? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
21. Welke attracties in Roermond bezoekt U en waarom? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
22. Welke attracties in Roermond bezoekt U niet en wat is daar de reden van? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
4. Herkenningspunten Een herkenningspunt is een fysieke verschijning die vaak opvalt en waar mensen zich aan kunnen oriënteren. Er kan gedacht worden aan historische of moderne bouwwerken, standbeelden, monumenten of bruggen. 23. Wat zijn voor U belangrijke herkenningspunten in Roermond en waarom zijn deze voor U belangrijk? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
24. Zijn uw herkenningspunten in de stad Roermond de afgelopen jaren veranderd? Zo ja, wat vindt U hiervan? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
5. Knooppunten Een knooppunt is een punt waar verbindingen bij elkaar komen. Het zijn centra waar verplaatsingen stil staan (overstappen of uitrusten). Voorbeelden zijn plekken zoals stations, kruispunten of pleinen. 25. Wat zijn voor U belangrijke knooppunten in Roermond en waarom zijn deze voor U belangrijk? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
26. Zijn er knooppunten in Roermond die U bewust vermijdt? Zo ja, waarom doet U dit? ……………………………………………………………………………………………………………………...…………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………...………………………………….
Dit was de laatste vraag. Nogmaals bedankt voor het invullen van deze enquête. Indien U op de hoogte wilt worden gehouden van de uitslagen van de enquête en van mijn onderzoek, dan kunt u mij bereiken via dit emailadres:
[email protected] .