Cijfers, getallen en rekensprongen… Een sprong te ver voor mij! Anke Verdonck
Een psycho-educatief werkboek voor jongens met dyscalculie in het 6de leerjaar
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Hé jij daar! ............................................................................................................................................... 3 Ik stel me even voor… ............................................................................................................................. 4 Sprong 1: Op verkenning ......................................................................................................................... 6 Sprong 2: Dyscalculie wat is het? ............................................................................................................. 8 Sprong 3 : Verschijningsvormen van dyscalculie................................................................................... 13 Sprong 4: mijn probleemsituaties ......................................................................................................... 19 Paniek in de les .................................................................................................................................. 20 Huiswerk… Dat klinkt als problemen in mijn oren ............................................................................ 22 Zelfs in het weekend word ik achtervolgd door cijfers en getallen! ................................................. 24 Sprong 5: mijn gedrag bepaalt mijn gevoel! ......................................................................................... 26 Sprong 6: Dyscalculie? So what?! .......................................................................................................... 32 Sprong 7: Hoe moet het nu verder? ...................................................................................................... 35 Een nieuwe school, een nieuwe start! .................................................................................................. 36 Aanpak op school .................................................................................................................................. 38 STICORDI wat? ................................................................................................................................... 39 Tip top tips om dyscalculie een kopje kleiner te maken in het middelbaar! .................................... 41 Sprong 8: Game time ............................................................................................................................. 42 Nuttige websites omtrent dyscalculie ............................................................................................... 64
1
Voorwoord Cijfers stellen dat in de lagere school gemiddeld in elke klas minstens één leerling met dyscalculie zit (Desoete en collega’s, 2012). Gezien het gebrek aan psycho-educatief materiaal omtrent dyscalculie werd dit werkboek ontwikkeld in het kader van mijn bachelorproef. Het werkboek is opgedeeld in hoofdstukken die worden voorgesteld als ‘rekensprongen’ die het figuurtje Bram neemt om meer informatie te verkrijgen over dyscalculie en zijn rol daarin. Enerzijds is het perfect mogelijk om dit werkboek opbouwend te gebruiken en hoofdstuk per hoofdstuk nader te bekijken samen met het kind. Anderzijds is het alsook mogelijk om bepaalde oefeningen of teksten te selecteren naargelang het tempo en niveau van het kind. Het werkboek kan in verschillende contexten gebruikt en geïntegreerd worden. Bovendien vormt het eerder een leidraad in de begeleiding door een van de verschillende hulpverleners waarbij een kind met dyscalculie in contact komt.. Het werkboek is dus niet geschikt om door het kind alleen te laten lezen en/of invullen. Het is belangrijk dat het kind begeleid wordt in die zoektocht en zo de nodige vragen kan stellen en antwoorden kan krijgen. Tenslotte wil ik graag Nico Van Daele bedanken, voor zijn bijdrage in het tekenen van alle prachtige tekeningen wat het visueel aantrekkelijker maakt voor de kinderen. Daarnaast wil ik ook mijn begeleidster Séverine Van De Voorde bedanken voor het steeds beantwoorden van al mijn vragen en mij op elk moment te steunen, ondersteunen en geloven in mijn creativiteit.
Anke Verdonck
2
Hé jij daar! Zit jij ook al in het 6de leerjaar en baal je van al die rekenoefeningen en formules die maar niet willen lukken? Zijn al die rekensprongen ook telkens een sprong te ver voor jou? Dan zitten jij en ik in hetzelfde schuitje! Al heel mijn leven worstel ik met wiskunde. Ik heb er een hekel aan! Ik denk ook vaak dat ik dom ben terwijl ik in andere vakken dan weer wel goed ben. Volgend jaar zal een hele aanpassing en verandering zijn voor mij, het middelbaar… Ik kijk er wel een beetje naar uit, maar toch heb ik schrik om wat me te wachten staat. Ik weet sinds kort dat ik dyscalculie heb. Ik dacht bij mezelf wat is dat nu weer? Om uit te pluizen wat jij en ik juist hebben stel ik voor dat we samen op zoek gaan naar wat dyscalculie nu juist inhoudt, welke problemen jij en ik kunnen ervaren en vooral wat we eraan kunnen doen!
Bram
3
Ik stel me even voor…
Vooraleer we onze sprong in het rekenduister wagen, stel ik mij eens even kort voor. Zoals je al weet is mijn naam Bram en zit ik net zoals jij in het 6de leerjaar. Ik hou van gamen, voetballen en alles wat cool is! Ik heb een jongere zus en een oudere broer. Later zou ik graag architect willen worden. Sommigen zeggen dat mij dit niet zal lukken, omdat ik slecht ben in rekenen!
4
Nu je weet wie ik ben, kan je me eens vertellen wie jij bent? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Heb je broers of zussen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Wat zijn je hobby’s? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zou je volgend jaar willen studeren? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Som drie typische eigenschappen op van jezelf:
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………….
5
Sprong 1: Op verkenning
Vooraleer we op zoek gaan naar antwoorden wil ik eerst enkele zaken van jou weten omtrent dyscalculie!
6
Wat weet jij al van dyscalculie? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………
Wat was jouw eerste reactie of gedachte(n) die je had toen ze jou vertelden dat je dyscalculie hebt? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat was de reactie van je ouders of anderen? -
Ouders:……………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anderen:…………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Ken jij nog andere mensen die dyscalculie hebben? Neen/Ja:………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
7
Sprong 2: Dyscalculie wat is het?
Nu we al op verkenning geweest zijn naar wat jij denkt en weet over dyscalculie nemen we het begrip onder de loep!
8
Dyscalculie is geen ziekte maar een leerstoornis. Er bestaan dus geen medicijnen waarmee het kan verholpen worden. Je zal er dan ook de rest van je leven mee geconfronteerd worden. Dyscalculie komt van het Grieks en betekend letterlijk: “slecht in rekenen”. De reden dat je dyscalculie hebt ligt niet bij jou. Je wordt er namelijk mee geboren. Dat wil zeggen dat het niet jouw fout is en je zeker niet dom bent. Je bent vast en zeker een topper in andere dingen! Bovendien is de kans zelfs groot dat iemand in jouw familie ook dezelfde stoornis heeft. Naast dyscalculie bestaat de mogelijkheid dat er nog andere problemen aanwezig zijn zoals bijvoorbeeld ADHD, dyslexie of andere. Dyscalculie komt vaker voor dan je denkt. In Vlaanderen komt het bij 5% van alle leerlingen voor. Dit wil zeggen dat er in elke klas minstent één leerling zit die dyscalculie heeft. Het komt daarnaast ook even vaak voor bij jongens als bij meisjes. Je bent dus zeker niet alleen!
Wauw, goed nieuws ik ben dus niet dom! Buiten jij en ik zijn er vele anderen die ook dyscalculie hebben! Misschien bestaat de kans dat er iemand in mijn familie dezelfde problematiek als ik heb! En ja, ik ben inderdaad wel goed in andere dingen zowel op school als buiten school!
Waar ben jij een topper in? …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… ................................................................................. .................................................................................. ……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………
9
Teken hieronder een stamboom om na te gaan of er nog mensen zijn binnen je familie die dyscalculie of andere leerstoornissen hebben:
10
Bij dyscalculie spelen bepaalde gebieden in de hersenen een rol. Onderzoekers weten nog niet met zekerheid wat er juist misloopt, wel is zeker dat bepaalde hersendelen die nodig zijn om rekenkundige bewerkingen te kunnen maken anders of trager verlopen. Bij deze rekenvaardigheden zijn bijvoorbeeld executieve functies nodig, dit zijn functies in de hersenen die ervoor zorgen dat jij een bepaald gedrag goed en zelfstandig gaat uitvoeren. Om dit wat beter te kunnen begrijpen bekijken we de hersenen van dichterbij: Figuur 1: hersenhelften
figuur 2: hersendelen
De hersenen zijn onderverdeeld in twee hersenhelften. Elke persoon telt twee hersenhelften: een linker hersenhelft en een rechter hersenhelft. Deze twee helften hebben afzonderlijke taken zoals je op de bovenstaande figuur kan terugzien. We kunnen de hersenen ook indelen in gebieden die kwabben heten zoals je hierboven kan zien op de tekening. Het blauwe gebied is de frontale kwab. Die zorgt ervoor dat we problemen goed kunnen oplossen. Het gele gebied staat voor de pariëtaal kwab. Deze kwab zorgt ervoor dat we kunnen lezen en rekenen. De roze kwab is de occipitaalkwab. Deze zorgt dat we kunnen zien. Ten slotte hebben we het groene gedeelte, die staat voor de temporaalkwab. Deze kwab speelt een grote rol bij het begrijpen van taal. Zo weten we dat het woord één gelijk staat met het getal 1. Hersenweetjes:
Wist je dat je hersenen actiever zijn in je slaap dan wanneer je wakker bent?
Je hersenen bestaan uit 75% water Dat ziet er zo uit:
Wanneer je wakker bent verbruiken je hersenen genoeg energie om een lampje te doen branden
11
Zo, even een adempauze! We hebben nu al heel wat informatie rondom dyscalculie gevonden. Wat heb je van de reeds gelezen informatie geleerd?
Wat heb je tot nu toe al onthouden van deze informatie? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Wat zijn jouw gedachten en gevoelens hierover? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………
12
Sprong 3 : Verschijningsvormen van dyscalculie
Dyscalculie is bij iedereen die het heeft verschillend. Je bent dan ook uniek in vergelijking met anderen. Er bestaan vier soorten dyscalculie die je kan hebben. We bekijken deze soort per soort, zo kan je nagaan welke problemen jij ervaart en waar jij jezelf in herkent!
13
Dyscalculie komt niet in één vorm voor. Het kan zijn dat jij jezelf herkent in één, twee of zelfs alle vormen. Niet getreurd, we geven alles stap voor stap weer om je duidelijk te maken waar jouw problemen liggen om ze te kunnen herkennen en te kunnen aanpakken. Bovendien kan jij hier helemaal niets aan doen, je bent er nu eenmaal mee geboren!
Semantische geheugen dyscalculie Wauw, dat is even een gedoe om deze titel juist uit te kunnen spreken! Uit deze lange vreemd klinkende verschijningsvorm van dyscalculie kan je twee woorden onderscheiden: “semantiek” en “geheugen”. Wanneer je deze woorden vervolgens samenvoegt krijg je het “semantische geheugen”. Dat is een onderdeel van je lange termijngeheugen waarin alle gegevens worden opgeslagen die je meemaakt doorheen jouw hele leven. Wanneer je nu eenmaal semantische geheugen dyscalculie hebt, heb jij namelijk meer moeite om uit het hoofd te leren. Je kent het vast wel, het uren tafels uit het hoofd leren, splitsingen of andere rekenregeltjes vanbuiten studeren maar na uren ben je nog geen meter vooruit!
14
Visuospatiële dyscalculie Bij deze tongbreker ben je waarschijnlijk volledig het noorden kwijt, alleszins dat was bij mij in ieder geval toch zo! In deze verschijningsvorm herken je “visuospatieel” daaruit kan je vervolgens ‘visus’ en ‘spatiële’ uit afleiden. De kans is vrijwel groot dat jij misschien nog nooit van deze vreemde woorden gehoord hebt, GEEN PANIEK daarom ben ik hier natuurlijk! De visus omvat ons gehele gezichtsvermogen en geeft ons dus de mogelijkheid om alles te zien. Spatiale functies omvatten daarentegen alle ruimtelijke informatie. Visuospatiële functies zorgen er dus voor dat we alle ruimtelijke informatie en gegevens kunnen zien en verwerken. Je voelt het dus waarschijnlijk al aankomen en inderdaad, wanneer je deze type dyscalculie hebt wil dit zeggen dat jij meer moeilijkheden ervaart met alles omtrent ruimtelijke informatie. Zo kan het zijn dat jij problemen hebt met meetkunde en alles omtrent metend rekenen.
15
Procedurele geheugendyscalculie Na twee moeilijke starters wordt het nu wat vlotter om te lezen! Uit deze titel kan je het “procedurele geheugen” onderscheiden. Om dit op een simpele en duidelijke manier uit te leggen heb ik een perfect voorbeeld! Ga even terug in de tijd en denk eens wanneer je voor het eerst leerde fietsen. Wanneer je voor het eerst op een fiets zat, leek het wellicht onmogelijk om je zonder steunwielen recht te houden. Daarvoor diende je heel vaak te oefenen tot het een kinderspel werd! Je begon dus eerst met kleine stapjes die je steeds meer en meer herhaalde waardoor je steeds beter kon fietsen! Je hebt dus aan de hand van een bepaalde procedure aangeleerd hoe je moet fietsen. Je denkt nu waarschijnlijk, wat heeft leren fietsen nu te maken met dyscalculie? Wel, kinderen en jongeren met procedurele geheugendyscalculie ervaren problemen met bepaalde procedures die moeten doorlopen worden zoals bijvoorbeeld bij bepaalde formules of hoofdrekenen. Daar dien je volgens bepaalde procedures of stappen een som juist op te lossen. Bij deze verschijningsvorm gebeurt het dan ook vaak dat je halverwege een stap mist of de verkeerde methode toepast.
16
Getallenkennisdycalculie Ten slotte komen we bij de laatste verschijningsvorm. Bij deze soort herken je zonder veel moeite het woord “getallenkennis”. Alle cijfers en getallen hebben elk een bepaalde structuur. Zo weet je dat het cijfer 9 leest als negen en het cijfer 6 als een zes. Jongeren met getallenkennisdyscalculie hebben hier vaak problemen mee, zo kan het zijn dat ze een 312 zien staan maar hun hersenen daar een 212 van maken waardoor zij zo het verkeerde getal lezen. Daarnaast zijn er moeilijkheden met bepaalde inzichten zoals het omzetten naar bijvoorbeeld tientallen, eenheden of zelfs honderdtallen.
17
In welke verschijningsvorm(en) herken jij jezelf? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Waaraan merk of merkte je dit? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Geen paniek, we weten al dat jij zeker en vast in andere dingen een kei bent! Iedereen heeft wel iets waar hij minder goed in is, bij ons is dit nu eenmaal rekenen!
18
Sprong 4: mijn probleemsituaties
Zo, we weten nu wat dyscalculie min of meer inhoudt! Maar toch is dat lang niet alles… vaak voel ik mij onbegrepen door mijn juf, klasgenoten en mijn ouders. In dit onderdeel vertel ik welke problemen ik door mijn dyscalculie ervaar, en in welke verschillende situaties ik terecht kom
19
Paniek in de les De les begint.. Oh neen.. we beginnen met wiskunde! De meester vraagt ons om ons werkboek en handboek te nemen en te openen. Was het nu werkboek op pagina 48 en het handboek op pagina 65 of omgekeerd? Even kijken bij de buur. “Zeg Bram, ben je nu alweer niet mee?” zegt Ruben. Dat is mijn buurman. Ik zucht.. Altijd hetzelfde! Ik heb er geen zin in. De meester legt een nieuwe rekenregel uit. Ik staar voor me uit en ik denk dat ik het snap, of nee ik snap dit niet, ik ga dit niet kunnen! “Bram, ben je wel aan het opletten?” vraagt de meester. Ik schrik: “Ja meester” zeg ik braaf, maar eerlijk? Ik zit met mijn gedachten ergens anders. Het is een en al chaos en paniek in mijn hoofd, alle rekenregeltjes dansen in het rond. De meester schrijft de oefeningen op het bord en zegt dat hij straks ons zal aanduiden om de oefeningen op te lossen. Dat nu ook nog, mijn hoofd slaat tilt en ik kan het wel uitschreeuwen! Hopelijk kiest de meester mij er weer niet uit!
20
Welke (rekenkundige) problemen herken je in het verhaal van Bram? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Herken jij jezelf in het verhaal van bram? Leg uit + geef een voorbeeld van die bepaalde situatie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat voel je tijdens deze momenten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat denk je/dacht je? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
21
Huiswerk… Dat klinkt als problemen in mijn oren
Tijdens de les heb ik vaak momenten dat het mij niet lukt om de rekenoefeningen goed te maken. Soms snap ik niet hoe ik er moet aan beginnen. Eens ik het snap ben ik het de volgende dag weer vergeten. Telkens ik huiswerk heb, helpt mijn moeder of mijn vader mij met mijn rekenopgaven. Als het mij maar niet wil lukken worden ze er soms kwaad om. “Komaan Bram, vul die oefening nu in, ik heb het al tien keer uitgelegd!”. Ze vertellen me voortdurend “Waarom lukt jou dat niet, snap je het dan niet?”. Wanneer het me dan uiteindelijk lukt, na vele uren ben ik blij dat het over is. Zo, tijd om te gamen! “Bram, help jij mij vlug nog even? Daarna is het tijd om te slapen” hoor ik mijn moeder roepen. Geweldig toch, een hele avond rekenoefeningen maken, mijn leven is een rekenhel! Verdorie, waarom ben ik nu toch zo dom!
22
Welke (rekenkundige) problemen herken je in het verhaal van Bram? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Herken jij jezelf in het verhaal van bram? Leg uit + geef een voorbeeld van die bepaalde situatie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat voel je tijdens deze momenten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat denk je/dacht je? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
23
Zelfs in het weekend word ik achtervolgd door cijfers en getallen! Het is weekend. Om drie uur mag ik gaan voetballen, ik kijk naar de klok. Drie uur, nog even en die wijzers staan op twaalf en drie. Dat snap ik nu eindelijk al een tijdje. De telefoon gaat. “Dag Bram, kan jij om half twaalf nog vlug naar de winkel gaan? Er ligt een lijstje met geld op de tafel” zegt mijn vader door de telefoon. Ik kijk naar de klok die in de keuken hangt. Het is klokslag 11u. Half twaalf, dat is dan 12u30? Of neen 11u30? Ik weet het niet meer. Ach wat maakt het uit, ik zal nu vlug naar de winkel gaan, ik geraak er toch niet wijs uit. Ik pak het lijstje en het geld van de tafel, ik neem mijn fiets en rijdt naar de winkel. In de winkel bekijk ik mijn lijstje. Ik heb € 10 op zak. Op het lijstje staan 5 benodigdheden: -
500 gram bloem
-
1 liter melk
-
6 eieren
-
1 kg gehakt
-
5 tomaten
Rij per rij zoek ik mijn ingrediënten. Ik kom bij de bloem. Oei, zo veel keus? Welke bloem moet ik nu nemen? En 500 gram? Ach, ik neem gewoon 1 pak. Zo dat komt op €2,56. Nu de melk, goed concentratie. 1 liter melk. Dat zal wel 1 pak zijn ? oké hup in de kar dat komt op € 0,96. De eieren. Ik sta voor het rek met de eieren. Wow, hoeveel verschillende verpakkingen eieren bestaan er wel niet? Oef, ik zie een doos met 6 eieren. Goed! Dat kost €1,90. Nu de tomaten, die zijn gelukkig voorverpakt en kosten € 1,99. Hop naar de kassa! Vlug laad ik alle benodigdheden op de kassaband. Ik panikeer. Ik heb maar € 10 op zak. Heb ik wel genoeg geld mee? Het angstzweet barst me uit. Even nadenken. De bloem kost €2,56 en de melk € 0,90 of was dat nu voor de eieren? Pffff, komaan hoofd werk eens mee! “Dat is dan € 7,41. Hallo, jongen heb je me gehoord?” vraagt kassierster. Ik schrik en kijk op het scherm. Angstig geef ik haar de €10, hopend dat het voldoende is. Ik stop alles in de zak, ontvang het wisselgeld en loop naar buiten. Eindelijk frisse lucht, wat heb ik het warm! Ik fiets naar huis, daar is mijn vader. Dankjewel Bram om naar de winkel te gaan, is het gelukt? Ja hoor en ik loop naar boven om mijn voetbaltas te maken. “Bram, waar is het gehakt?” roept mijn vader. Oeps.. vergeten..
24
Welke (rekenkundige) problemen herken je in het verhaal van Bram? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Herken jij jezelf in het verhaal van bram? Leg uit + geef een voorbeeld van die bepaalde situatie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat voel je tijdens deze momenten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat denk je/dacht je? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
25
Sprong 5: mijn gedrag bepaalt mijn gevoel!
Hoe we denken over ons zelf bepaald hoe we reageren in bepaalde situaties. Dat gedrag bepaald onze gevoelens.
26
Welke negatieve gedachte heb je al eens gehad in de les of thuis die te maken hadden met rekenen/wiskunde? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Hoe voelde je je dan tijdens deze gedachte? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Hoe heb je je gedragen in deze situatie? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Dit is, net zoals in het verhaal van Bram, een voorbeeld van een niet-helpende gedachten. deze gedachtes zijn manieren van denken waar je niets aan hebt. Ze maken je vooral ongelukkig en helpen jou niet vooruit.
Om je te wapenen tegen deze negatieve gedachten, gebruiken we het best helpende-gedachten. Deze manier van denken kan je helpen bij een taak. Ze motiveren je en helpen je vooruit. Om je goed vooruit te helpen heb ik al mijn problemen uitgeschreven. Knip de kaartjes op de volgende pagina uit en verander de niet-helpende gedachten in helpende gedachten. Schrijf voor elke kaart je eigen helpende gedachten op de lege kaarten.
27
Voorbeeld: Vandaag heb je een grote rekentoets. Je hebt geen zin in het ontbijt. Je wil helemaal niet naar school. Je bent bang om de toets te maken. Je weet zeker dat je niet zal slagen. Vandaag is het grote rekentoets. Ik zal mijn best doen om te slagen. Misschien begin ik alvast met een stevig ontbijt, dat is goed voor de hersenen! Als ik het niet probeer dan zal het zeker niet lukken, ik geloof in mezelf! Achteraf kan ik nog altijd uitleg vragen.
Ik zit al meer dan 10 minuten aan dezelfde oefening. Ik begrijp de oefening niet. Ik wil wel hulp vragen aan de juf. Maar ik durf niet. Dan maar spieken bij mijn buurman!
De juf vraagt om de rekenoefening op het bord te maken. Ik krijg het warm en ik word zenuwachtig. Ik zal het niet kunnen, iedereen in de klas zal me dan uitlachen!
Mijn mama vraagt of ik even naar de winkel wil gaan. Ze heeft eieren, bloem, boter en melk nodig. Ik wil helemaal niet naar de winkel. Ik ben soms bang dat ik te weinig geld mee zal hebben of iets zal vergeten!
De juf vraagt om een reeks oefeningen te maken. Na 5 minuten vraagt ze mij of het gelukt is, eigenlijk zit ik nog aan de eerste oefening. Ik zweet en puf, ik snap het niet! “ja hoor juf” lieg ik.
Stiekem tel ik nog op mijn vingers, ik probeer het zoveel mogelijk te verstoppen. Als de juf het ziet wordt ze kwaad. Waarom ben ik toch zo’n mislukkeling!
28
Het is maandag, de juf vraagt of we de regel nog kennen die we vrijdag geleerd hebben. Ik panikeer, Oh neen.. ik ben het vergeten? Hoe zat dit weer? Wat ben ik een nietsnut!
Ik heb een oefening verkeerd opgelost. De juf vraagt aan me om de oplossing luidt op te zeggen. Iedereen zal mij uitlachen
Mijn oma vraagt me haar te helpen met de taart te bakken. Op het recept staat 2 deciliter melk. 2 deciliter?? Weet ik veel hoeveel dat nu is! Hoe kan ik nu zo dom zijn!
Ik ken mijn tafels nog steeds niet uit het hoofd. Ik ben zeker dom!
……………………………………………………………………...
……………………………………………………………………...
………………………..................................................
………………………..................................................
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
……………………………………………………………………...
……………………………………………………………………...
………………………..................................................
………………………..................................................
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
29
……………………………………………………………………...
……………………………………………………………………...
………………………..................................................
………………………..................................................
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
……………………………………………………………………...
……………………………………………………………………...
………………………..................................................
………………………..................................................
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
……………………………………………………………………...
……………………………………………………………………...
………………………..................................................
………………………..................................................
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
………………………………………………………………………
30
Herken je bepaalde situaties die terugkwamen in de voorbeelden op de kaarten? Zo ja welke: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………................................................................. ........................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................ ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Zijn er andere situaties die jij al eens meegemaakt hebt ? 1)…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 2)…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3)…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Hoe heb jij hierop gereageerd? + vermeld of dit een helpende of een niet-helpende gedachte was. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Zal je in de toekomst gebruik maken van de helpende-gedachten? Zo ja waarom? Zo niet, waarom dan niet? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
31
Sprong 6: Dyscalculie? So what?!
Eens je een goed beeld krijgt over jezelf en je de helpende gedachten gebruikt, krijgen we meer vertrouwen in onszelf. Langzamerhand voel jij je minder onzeker. Iedereen is wel ergens minder goed in. De kunst is om toch in jezelf te blijven geloven. We hoeven niet steeds stil te staan bij wat we minder goed kunnen, maar meer kijken naar waar wij wel goed in zijn!
32
Wat zijn jouw 6 goede eigenschappen of kwaliteiten? 1 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 2 .…………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 4 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 5 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 6 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag aan zoveel mogelijk mensen in je omgeving een complimentje neer te pennen in de hokjes!
Gratis kostbare complimentjes! 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
33
Hoe voelde je je toen je al deze complimenten las? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Zijn er complimenten die je niet verwachtte? Zo ja, leg uit: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Zijn er complimenten die je wel verwachtte? Zo ja, leg uit: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Hang de complimentjes op een zichtbare plaats waar je veel komt. Dat kan aan je kamerdeur zijn of misschien zelfs in het kleine kamertje. Wanneer je een minder momentje hebt, kijk dan terug en scheur er telkens een complimentje af. Draag deze vervolgens voor de rest van de dag op zak zodat je aan al dat positiefs gedurende de hele dag wordt herinnerd! Wanneer alle complimentjes opgebruikt zijn maak je de oefening gewoon opnieuw!
34
Sprong 7: Hoe moet het nu verder?
Zoals je ondertussen wel al weet is dat dyscalculie er je hele leven zal zijn. Volgend jaar wanneer je naar het middelbaar gaat zal je dan ook meerdere afzonderlijke vakken krijgen. Omdat cijfertjes niet alleen zullen voorkomen in de les wiskunde is de kans groot dat jij het moeilijk zal hebben met vakken zoals bijvoorbeeld geschiedenis, economie, chemie, fysica enzoverder.
35
Een nieuwe school, een nieuwe start! Het middelbaar, het is en zal een nieuwe aanpassing zijn voor jou en alle andere leerlingen. Zoals je al eerder las is de kans groot dat je meer problemen zult ervaren dan in het lager onderwijs. Je ruilt je ene leerkracht in en krijgt opeens tien afzonderlijke leerkrachten in de plaats. Geen paniek, na een tijdje went het wel maar toch, Iedereen moet het doorstaan, dus jij kan dit vast en zeker ook! Het is zeer belangrijk om weten dat al deze leerkrachten er zijn om je te helpen om alle leerstof goed begrepen te krijgen. Het is heel belangrijk om op tijd HALT te roepen wanneer je iets niet begrijpt, zoals nu al zou moeten gebeuren in de klas!
Welke richting zou jij graag willen volgen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Wat zegt of denkt de juf/meester hierover? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Wat zeggen of denken je ouders hierover? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Zou je een bepaalde richting niet willen volgen omwille van je dyscalculie? Waarom wel/niet? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. .……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Zou je een bepaalde richting niet volgen als je ouders/leerkracht dit zou afraden? Waarom wel/niet? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn jouw verwachtingen van het middelbaar? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
36
Waar heb je het meeste schrik voor? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat denk je het leukste te vinden aan het middelbaar? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Interview 3 personen die nu in het eerste middelbaar zitten. Als je iemand vindt met dezelfde problematiek als jij is dit een meerwaarde, maar het is zeker niet verplicht! Schrijf hieronder een tiental vragen op die je hen zou willen stellen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
37
Aanpak op school Het is belangrijk wanneer je je gaat inschrijven in een school dat je vermeldt dat je dyscalculie hebt. Je hebt hiervoor een dyscalculieverklaring voor nodig die dit bevestigd. Dat is een papier waarop staat dat jij dyscalculie hebt. Dat papiertje zorgt ervoor dat voor jou STICORDI kan worden toegepast!
38
STICORDI wat? STICORDI staat voor Stimuleren, compenseren, remediëren en dispenseren. En wordt toegepast in de klas bij kinderen die dyscalculie en/of dyslexie hebben om hen te helpen. De kans is groot dat je er waarschijnlijk al van gehoord hebt. Ook in het lager onderwijs wordt sticordi toegepast, wanneer je dyscalculie of dyslexie hebt. We bekijken de termen elk om beurt eens van dichterbij om zo een beter zicht te krijgen. Stimuleren De stimulerende maatregel wijst erop dat de school en dus jouw toekomstige leerkrachten weten en begrijpen dat jij problemen hebt met rekenen en cijfertjes. Ze zullen jou hiervoor dan zo goed mogelijk trachten te helpen en motiveren zoals bijvoorbeeld het inlassen van extra oefenmomenten.
Compenseren Deze maatregel zorgt ervoor dat jij extra hulpmiddelen mag gebruiken. Het kan dus bijvoorbeeld mogelijk zijn dat jij bij een toets wel een rekenmachine of een formuleblad mag gebruiken om je te behelpen. Dat valt onder materiële hulpmiddelen. Niet-materiële hulpmiddelen kunnen ook worden gebruikt, zo kan jij bijvoorbeeld extra tijd krijgen om de toets te maken.
Remediëren Remediëren omvat het aanbieden van hulp. De kans is dus heel groot dat jij extra lessen krijgt of een remedial teacher krijgt die met jou zoveel mogelijk oefeningen maakt om nog meer achterstand in het rekenen te voorkomen. Een remedial teacher is een soort van zorgleerkracht die ervoor zorgt dat jij alles goed begrijpt.
Dispenseren Tenslotte is er de dispenserende maatregel. Je kan het je waarschijnlijk wel inbeelden, al die moeilijke oefeningen die je frustraties geven en je je steeds slechter doen voelen. Hiervoor wordt deze maatregel toegepast. Deze zorgt ervoor dat jij vrijgesteld wordt voor bepaalde activiteiten.. Zo kan het zijn dat jij minder huiswerk krijgt, of bepaalde oefeningen op een toets niet dient te maken, maar daarentegen is de kans wel groot dat je een andere opdracht krijgt.
39
Wat weet/wist jij al over STICORDI? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Hoe denk jij over STICORDI? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Heb jij hier bepaalde bedenkingen over? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Denk je dat je door STICORDI beter geholpen en begrepen zal worden ? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat zou er volgens jou nog kunnen verbeterd worden of moeten veranderen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Hoe ervaar je STICORDI? Denk je dat dit een voordeel, nadeel of beiden is? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
40
Tip top tips om dyscalculie een kopje kleiner te maken in het middelbaar!
Maak een schema om je te helpen! Maak zelf schriftjes voor schoolvakken die minder goed verlopen. Schrijf ze vol met geheugensteuntjes, formules of vragen waarmee je zit! Roep tijdig HALT wanneer je iets niet begrijpt. Leerkrachten zijn er om jou iets bij te leren vraag dus gerust om meer uitleg. Wanneer je dit liever niet doet tijdens de les kan je dit bijvoorbeeld na de les vragen! Zoek een vertrouwenspersoon in je school, dat kan een vriend, vriendin, leerkracht of zelfs een leerlingbegeleider zijn. Wanneer je je niet begrepen voelt of met vragen zit kan je bij die persoon zeker terecht! Ga op zoek naar leuke en originele manieren om je lessen vanbuiten te leren. Zing bijvoorbeeld jouw rekenformules of schrijf een verhaal over de geschiedenisles om de verschillende data beter te kunnen onthouden!
41
Sprong 8: Game time
Zo, we zijn eindelijk aan het eind van onze zoektocht gekomen.. Alle sprongen zijn genomen. Ik ben alvast klaar voor de volgende sprong. De sprong naar de TOEKOMST! Het is tijd voor ontspanning.. Zin in een spelletje? Wel loop dan zeker niet weg!
42
Wat heb ik nodig? 4 pionnen ( maak een originele zelfgemaakte pion van creatief materiaal) 4 super coole spelers ! 1 dobbelsteen
Voor je begint.. Haal het spelbord uit het werkboek en leg het open op tafel Knip alle opdrachtkaarten uit, plooi ze op de stippellijnen en plak ze aan elkaar!
De spelregels en instructies: Zet alle pionnen aan start. De eerste speler die het hoogste gooit is aan zet. Het spelbord is verdeeld in vier verschillende paden die genomen kunnen worden. Je mag dus steeds je eigen weg kiezen links, rechts, boven en onder! Doorheen je tocht kom je wellicht op bepaalde pictogrammen die hieronder worden uitgelegd. Vergrootglas: Dit zijn de kennisvragen. Je krijgt een vraag omtrent dyscalculie die je eerder in dit werkboek tegenkwam. De antwoorden zijn telkens in multiple choice, het is aan jou om te zien of jij het juiste antwoord weet of kan raden! Ga gerust eens piepen op de pagina’s indien je het antwoord niet meer weet! Vraagtekens: Dit zijn de belevingsvragen. Bij deze vraag krijg je een persoonlijke vraag die je zo goed en eerlijk mogelijk dient op te lossen! Laat je gevoelens, gedachten vrijuit spreken! Tekeningen: Kom je op een bepaalde tekening, trek dan de juiste opdrachtkaart die je herkent aan de verschillende tekeningen. Deze kaarten bevatten doe-opdrachten die alles wat leuker maken!
Wie het eerste aan de finish is wint het spel.. Veel spelplezier !!!
43
Start !!!
44
45
Dyscalculie is een …..
A. Ontwikkelingsstoornis B. Leerstoornis C. Zowel een leer – als ontwikkelingsstoornis D. Geen stoornis
Dyscalculie is erfelijk bepaald maar slaat meestal een generatie over A. Waar B. Niet waar
Je kan van dyscalculie genezen door Semantische geheugendyscalculie veel te oefenen wilt zeggen dat je problemen hebt in je lange termijn- geheugen A. Waar B. Niet waar A. Waar B. Niet waar
46
Welke is de juiste uitspraak: Wanneer je problemen hebt met ruimtelijk inzicht heb je visuospatiële geheugendyscalculie A. Waar B. Niet waar
A. De pariëtaalkwab zorgt ervoor dat we taal kunnen begrijpen B. De occipitaalkwab zorgt ervoor dat we kunnen rekenen en lezen C. De temporaalkwab speelt een rol bij het begrijpen van taal. Zo weet je dat het getal 230 gelijk staat aan het woord tweehonderddertig. D. De frontale kwab speelt een rol bij het begrijpen van taal. Zo weet je dat het getal 230 gelijk staat aan het woord tweehonderddertig
In elke klas van 20 leerlingen zit er minstens: A. 3 leerlingen met dyscalculie B. 1 leerling met dyscalculie C. 2 leerlingen met dyscalculie
Door je dyscalculie zal je later… A. Niet kunnen studeren en worden wat je wilt B. Wel studeren en worden wat je wilt door erin te blijven geloven en er meer voor te knokken dan anderen
47
Als je dyscalculie hebt is het onmogelijk nog andere problemen te hebben A. Waar B. Niet waar
Sticordi staat voor: C. Stimuleren, Condenseren, dispenseren en remediëren D. Stimuleren, Compenseren, dispenseren en remediëren E. Compresseren, divergeren, motiveren en remediëren F. Motiveren, coördineren, remediëren en dispenseren
Sticordi zorgt ervoor dat jij minder oefeningen moet maken tijdens elke les A. Waar B. Niet Waar
Als je dyscalculie hebt, heb je vaak: A. B. C. D. E.
1 type dyscalculie 2 types dyscalculie 3 types dyscalculie 4 types dyscalculie Is bij iedere persoon verschillend
48
Wat zou je al graag eens willen gezegd hebben tegen je ouders, leerkracht, vrienden toen je je niet begrepen voelde in de klas of thuis?
Hoe denk jij nu over dyscalculie na het invullen en lezen van dit werkboek?
Zou je je vrienden/leerkracht/ouders aanraden om dit boekje te lezen?
Is er een verschil met wat je dacht voor het lezen van dit werkboek?
Denk je dat ze jou zo meer zullen begrijpen? Leg uit waarom wel of waarom niet.
Zijn er zaken die je in dit werkboekje las waarvan je van schrok of die je niet wist? Leg uit en/of geef een voorbeeld
49
Welke situaties of gedachten bezorgen jou het meeste stress of paniek en vertel waarom
Geef een situatie waarin je geen weg kon met je gevoelens
Geef een situatie waarin je geen weg kon met je gedachten
Geef een situatie waarin je een niet-helpende gedachten omschrijft. Hoe zou je deze kunnen omzetten naar helpende gedachten? Vraag gerust hulp aan je medespelers!
50
Wat en hoe denk je over dyscalculie na het lezen en invullen van dit werkboekje?
Zal je in de toekomst de niethelpende gedachten omzetten naar helpende gedachten? Vertel hoe je dit zal aanpakken! Je kan dit aan de hand van een voorbeeld te geven
Wat is je het meest bij gebleven bij het lezen en invullen van dit werkboekje?
Wat zal je in de toekomst anders aanpakken? Zal je meer uitleg durven vragen? Heb je nu meer vertrouwen in jezelf? Leg uit welke zaken er nog beter kunnen en welke veranderd zijn !
51
Doe samen een wedstrijdje: Zeg gedurende 30 seconden zoveel als je kan het woord dyscalculie. Degene die het meeste het woord in 30 seconden kan herhalen is aan zet!
Teken op een blad papier jouw hoofd, schrijf of teken wat er in jou omgaat op het moment dat je hoorde dat je dyscalculie hebt. Teken vervolgens nog eens je hoofd en schrijf of teken wat er NU in je omgaat na het invullen van dit werkboek. Leg beiden naast elkaar en leg uit
Trek elk om beurt een gekke bek, degene die zijn lach kan inhouden is aan zet!
Doe samen een wedstrijdje: zeg gedurende 30 seconden zoveel mogelijk als je kan het woord dyscalculie op een GEKKE manier. Degene die wint is aan zet!
52
Hoe voel jij je in de wiskundeles? Wat zou je kunnen doen om die gevoelens te kunnen veranderen als ze negatief zijn? Vraag desnoods raad aan je medespelers!
Drink elk om de beurt wat water en gorgel het woord dyscalculie 5 keer lang.
Beeldt uit wat je volgend jaar zou willen studeren of wat je later zou willen worden
Wat is het grappigste of leukste dat je ooit al hebt meegemaakt? Vertel je verhaal aan je medespelers!
53
Dyscalculie kent vier soorten verschijningsvormen. Probeer ze alle vier op te noemen en te omschrijven. Vraag gerust hulp aan je medespelers
Schrijf elk op een papiertje 3 typische eigenschappen over jezelf. Schud alle papieren door elkaar en raad welke persoon er omschreven werd
Speel een bepaalde situatie die je al eens in de les (wiskunde?) meemaakte. Iemand speelt zichzelf en iemand de juf/meester. Heb je dit goed aangepakt op dat moment? Hoe zou je in de toekomst denken/voelen/gedragen moest je in dezelfde situatie terug zitten?
Speel een bepaalde situatie die je thuis meemaakte toen je ouders je niet begrepen (tijdens huiswerk wiskunde?) Iemand speelt zichzelf en iemand de moeder/vader Hoe heb je dit aangepakt op dat moment? Hoe zou je in de toekomst denken/voelen/je gedragen moest je terug in dezelfde situatie zitten?
54
Brainstorm naar leuke en originele manieren om je te kunnen wapenen tegen negatieve gedachten
Brainstorm samen naar leuke en originele manieren om je te kunnen voorbereiden op het middelbaar
Maak samen met je medespelers een leuk gedichtje of rijmpje of rapliedje omtrent dyscalculie. Je kan dit samen met vier doen of in groepjes van twee.
Schrijf zelf een sprookje waarbij het hoofdpersonage dyscalculie heeft. Je kan je baseren op een gekend sprookje of je mag een sprookje uitvinden! Jullie mogen samenwerken.
55
Geef jezelf 3 complimenten!
Geef de persoon naast jou 3 complimenten
Hoe zouden jouw vrienden/vriendinnen je omschrijven?
Noem 3 positieve kanten en 3 negatieve kanten van jezelf op !
56
Teken je ideale droomklas in het middelbaar. Wat moet er zeker aanwezig zijn in de klas. Hoe zien je nieuwe vrienden eruit.. hoe zien je nieuwe leerkrachten eruit! Wees creatief!
Welke dingen zou je graag willen doen maar lukken niet omdat je dyscalculie hebt? Brainstorm met je medespelers naar alternatieven of een oplossing!
Welke dingen in het dagelijkse leven zijn in het verleden niet gelukt omdat je dyscalculie hebt? Hoe kwam dat? Hoe voelde je je daarbij?
Schrijf samen met je medespelers een liedje over alle gevoelens die je al gevoeld hebt toen je voor het eerst hoorde dat je dyscalculie hebt! Wees creatief!
57
Iemand wordt gepest omdat hij dyscalculie heeft en in de les niet meekan. Herkennen jullie zich hierin? Hoe zouden jullie dit probleem kunnen aanpakken?
Beeld je in dat je als dier geboren was, welk dier zou je zijn en waarom?
Beeld je in dat je niet kon praten, hoe zou je kunnen uitbeelden aan anderen dat jij dyscalculie hebt?
De leerkracht wordt weer eens kwaad op je, omdat je een verkeerde oefening hebt opgelost. Je krijgt straf omdat het niet de eerste keer is. Je wordt kwaad. Is dit een goede reactie? Wie is er in fout? Hoe zou je dit aanpakken? Vraag gerust raad aan je medespelers
58
Maak een collage/poster die je in je klas kan hangen om aan je klasgenoten of leerkracht aan te tonen wat dyscalculie inhoudt.
Maak een leuke collage/poster met tal van complimenten en dingen die jou blij maken. Hang hem vervolgens op in je kamer zodat je er vaak genoeg naar kan kijken!
Maak een eigen wapenschild dat je verdeeld in 4 vakken: 1. Sterktes 2. Zwaktes 3. Talenten 4. Eigenschappen
Heb je ooit al iets heel grappigs meegemaakt, omwille van je dyscalculie waar je achteraf kon mee lachen?
59
Welke gevoelens brengt het woord DYSCALCULIE bij jou op ?
Het woord dyscalculie is soms heel moeilijk voor jongeren om te begrijpen. Zoek een nieuwe leuke en originele naam die dyscalculie omschrijft en zou kunnen vervangen!
Welke emoties brengt het woord DYSCALCULIE bij jou op?
Aan wat moet jij denken als je het woord DYSCALCULIE hoort?
60
Waaraan merkte jij dat je anders was op gebied van rekenen?
Waaraan merkten de anderen dat jij anders was op gebied van rekenen - Je ouders - De leerkracht - Je vrienden - …
Wat is de vreselijkste opmerking die je ooit kreeg van juf/meester/ouders/…. Omdat je anders bent? Hoe denk je daar nu over?
Welke gedachten maken jou het gelukkigst?
61
Maak elk om beurt de zin af: ‘Ik heb dyscalculie en ik ben uniek omdat….’
Maak elk om beurt de zin af: ‘Ik ben minder goed in rekenen maar ik ben een kei in…. ‘
Hoe voelde dat?
Hoe voelde dat?
Noem een minuut lang alle dingen op waarin je goed in bent!
Noem een minuut lang alle dingen op die je leuk vindt!
62
Welke gedachten maken jou het ongelukkigst? Wat zou je hieraan kunnen doen in de toekomst?
Maak een stripverhaal op 1 pagina over een situatie die je meemaakte in klas/thuis.
Schrijf elk op een papiertje een situatie neer die je nooit meer zou willen meemaken. Scheur vervolgens de papiertjes en bespreek hoe jullie zich nu voelen!
Maak de zin af: “Ik ben MEGA COOL omdat …. “
63
Nuttige websites omtrent dyscalculie Het kan zijn dat je waarschijnlijk nog steeds met tal van vragen zit. Geen probleem, ik zet hier even enkele leuke en nuttige websites op een rijtje om je hiermee verder te helpen! Daarnaast kan je ook steeds terecht bij je logopediste, therapeut, leerkracht of leerlingbegeleider!
www.letop.be www.sprankel.be www.sticordibank.wikispaces.com/Praktijk www.studerenmetdyscalculie.be www.balansdigitaal.nl/stoornissen/dyscalculie/wat-is-dyscalculie/ www.fitinjehoofd.be http://www.gripopjedip.nl/nl/Home/
Bronnen Brocatus, N., & Vermeersch, K. (2012). Psycho-educatie bij dyslexie. Antwerpen, België : Garant. Couchez, L., Van De Steene, D., Peirlinck, H. & Van Dyck, P. (2007). Milan in de wereld zonder cijfers. Een verhaal van een jongen met rekenstoornissen. Destelbergen: Sig & Arteveldehogeschool (http://www.sig-net.be ). De Bondt A., & Dee Brackeleer N. (2011). De dyscalculie survivalgids. Sint-Niklaas: Abimo. Desoete, A., Van Hees, V., Tops, W. & Brysbaert, M. (2012a). Proef op de som. Studeren met dyscalculie. Gent: Academia Press. Geerligs F., & Nauta I. (2005). Dyscalculie map voor onderzoek en begeleiding van dyscalculie. Leeuwarden: Eduforce. Scheihing R., & Smulders E. (2011). Stomme sommen, mijn boek over dyscalculie. Amsterdom: Nino Figuur 1: hersenhelften. Geraadpleegd op: http://www.mindedit.nl/hersenen/ Figuur 2: hersendelen. Geraadpleegd http://www.hetalternatief.org/Hersenen%202011%20931.htm
op
:
64