Chirurgie
Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)
Chirurgie
Binnenkort gaat u met ontslag. In het ziekenhuis kreeg u injecties met medicijnen tegen trombose. Het is de bedoeling dat dit thuis ook gebeurt. U krijgt hiervoor een recept mee. Een verpleeg kundige heeft met u en uw naaste(n) geoefend hoe u de medicijnen inspuit. In deze folder kunt u de uitleg nalezen. Als u of uw naaste(n) deze injectie niet kunnen geven, dan komt de thuiszorg dat doen.
Waarom antistolling Medicijnen tegen trombose worden voorgeschreven omdat u (tijdelijk) minder in beweging bent. Als u weinig kunt bewegen neemt de kans op trombose toe. Trombose is een bloedstolsel (bloedprop) in een bloedvat. Als het stolsel groeit kan het bloedvat verstopt raken en volledig afgesloten raken. Als een bloedstolsel loslaat kan het op een andere plaats in uw lichaam een bloedvat afsluiten. Er zijn plaatsen waar dat erg gevaarlijk is. Bijvoorbeeld in de longen of in de hersenen. Door het gebruik van antistollingsmedicijnen wordt de kans op trombose erg klein. Het medicijn zorgt ervoor dat het bloed minder snel stolt.
Tijdstip toediening injectie U spuit een maal per dag de antistollingsmedicijnen. Doe dit zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip. Probeer thuis het tijdstip aan te houden, waarop u in het ziekenhuis uw injectie kreeg.
1
Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)
Injectie vergeten Bent u vergeten te spuiten, dan doet u dit alsnog. Als u meer dan vier uur te laat bent , neem dan contact op met uw huisarts.
Overdosering (te vaak gespoten) Als u per ongeluk meer dan één keer op een dag heeft ingespoten moet u de huisarts waarschuwen. Uw bloed zal minder snel stollen en u heeft meer kans op een bloeding.
Hoe lang gaat u door met de injecties? Uw arts bepaalt hoe lang u thuis antistollingsmedicijnen moet gebruiken. Meestal is dit tot u weer volledig gemobiliseerd bent.
Bijwerkingen van het medicijn In de bijsluiter van het medicijn worden de bijwerkingen genoemd. Lees deze informatie goed door. Waarschuw uw huisarts als u een bijwerking vermoedt.
2
Chirurgie
Waar injecteert u? Prik bij voorkeur in de buik of in het bovenbeen. Dit zijn de plaatsen waar u zelf het beste bij kunt. Als iemand anders u prikt, kan dit ook in de bil en de achterkant van uw bovenarmen. De goede plaatsen om te prikken ziet u in afbeelding 1, hierna. Wissel de prikplaats af. Als u steeds op de zelfde plek spuit, vormt zich littekenweefsel. U voelt dit als verhardingen onder de huid.
Waar injecteert u niet? • • • • • • •
prik niet in de buurt van een wond of litteken. prik niet in het geopereerde been of geblesseerde been. prik niet plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn. prik niet in verlamde ledematen of ledematen met trombose of oedeem. prik niet binnen een cirkel van 5 cm rond de navel. prik niet binnen een omtrek van 2 cm van de vorige insteek plaats. prik niet in de buurt van bloedvaten
3
Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)
Voorkant
Achterkant
Bovenbuik
Linkerarm
(behalve 5 cm rond de navel)
(bovenste, achterste deel)
Rechterarm
± 5 cm
± 20 cm
Rechter- dijbeen
Linkerdijbeen
Linker- heup/bil
Let erop, dat u iedere keer op een andere plaats injecteert, bijv. bovenbuik, daarna rechterdijbeen, dan linkerheup/bil enz. Afbeelding 1
4
Rechterheup/bil
Chirurgie
Hoe injecteert u? 1.
Bepaal de plaats voor de onderhuidse injectie (zie afbeelding 1)
2.
Trek het afdekdopje in één beweging (recht naar boven) van de naald. Zo wordt er geen druppel vloeistof meegezogen.
De luchtbel hoort in de spuit! Verwijder de luchtbel dus niet. Het kan geen kwaad dat er lucht wordt meegespoten onder de huid.
3.
Houd de spuit op de kop. Neem een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Prik de naald rechtstandig in de huid . De naald moet helemaal in de huid verdwijnen. Spuit de vloeistof in.
4.
Daarna trekt u de spuit terug. NIET NAWRIJVEN! Als de prikplaats wat bloedt drukt u er even een gaasje of watje op.
5.
Schuif het veiligheidssysteem over de spuit in de richting van de naald tot u 'klik' hoort. De beschermhuls is nu vergrendeld en de naald is afgeschermd. Bewaar de spuiten in bijv. een jampotje en lever ze in bij uw apotheek.
5
Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft kunt u bellen met het telefonisch verpleegkundig spreekuur van de afdeling chirurgie. U kunt ons bereiken van maandag tot en met donderdag van 8.30-16.00 uur en vrijdag van 8.30-12.00 uur, via telefoonnummer (050) 361 61 61 en vragen naar zoemer 55833.
6
Chirurgie
Aantekeningen
7
Zelf medicijnen tegen trombose spuiten (antistolling)
8
Patiënteninformatie vlk 102/1008