Chirurgie
Foto’s van de bloedvaten (slagaders) Arterieel DSA (digitale subtracte angiografie)
Chirurgie
In overleg met uw behandelend arts is besloten om u voor een kort verblijf op te nemen op de afdeling Vaatchirurgie (C4VA). Tijdens uw verblijf worden röntgenfoto’s van de bloedvaten gemaakt. De medische naam voor dit onderzoek is arterieel DSA.
Röntgenonderzoek Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie (röntgen). Dit is een afdeling waar radiologen (artsen) en radiologisch laboranten foto’s maken met behulp van röntgenstralen. Deze stralen kunnen verschillende organen en bloedvaten in het lichaam zichtbaar maken en geven daarvan een afbeelding op een monitor (doorlichten) of op een film, die ontwikkeld wordt tot een foto.
Zwangerschap Röntgenstralen kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Wilt u, als u zwanger bent, of denkt te zijn, dit van tevoren door geven.
Voorbereiding •
•
Op de polikliniek neemt een laborant bloed bij u af om de functie van de nieren te controleren. De arts bespreekt de resultaten van het bloedonderzoek met u. Wanneer de nierfunctie lager is dan normaal, is het mogelijk dat u een dag voor het onderzoek opgenomen wordt. U krijgt dan een infuus en medicijnen om de nieren te beschermen. Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vier uur voor het onderzoek niet meer mag eten, drinken of roken. 1
Foto’s van de bloedvaten (slagaders)
•
•
•
• •
•
Als u diabetes (suikerziekte) heeft, kunt u uw medicijnen tegen de suikerziekte op de ochtend dat u nuchter bent niet innemen. Als u insuline gebruikt mag u dit niet spuiten op de ochtend van het onderzoek. Als u last heeft van astma, bronchitis of hooikoorts, of overgevoelig bent voor medicamenten, jodium of voedsel, wilt u dit dan voor het begin van het onderzoek doorgeven. Als u Sintrommitis/Marcoumar of andere bloedverdunnende medicijnen (Ascal/Plavix/Asasantin/ Persantin) gebruikt, dan heeft de arts met u een afspraak gemaakt over het tijdelijk stoppen van deze medicijnen. Zie hiervoor ook de informatie die het opnamebureau aan u stuurt voorafgaand aan de opname. Als u Sintrommitis/Marcoumar gebruikt zal uw bloed een uur voor het onderzoek gecontroleerd worden om te kijken hoe ‘dun’ het bloed is en of het onderzoek door kan gaan. Als u metformine (glucophage) gebruikt mag u dit op de dag van opname en twee dagen daarna niet gebruiken. Als u een plastablet (bijvoorbeeld Lasix/HCT/ Bumetanide) gebruikt, dan mag u deze niet gebruiken op de dag van het onderzoek. Uw andere medicijnen kunt u innemen met een geringe hoeveelheid water of thee. De medicijnen die u gebruikt kunt u het beste meenemen naar het ziekenhuis.
Vervoer Wij raden u sterk af na het onderzoek zelf deel te nemen aan het verkeer. Wij adviseren u daarom van tevoren te regelen dat iemand u naar huis rijdt. Wij kunnen een taxi voor u bellen (de kosten zijn voor eigen rekening).
2
Chirurgie
Het onderzoek Verloop van het onderzoek De verpleegkundige van de afdeling brengt u naar de kamer waar u voor en na het onderzoek verblijft. Bij het kennismakingsgesprek op de verpleegafdeling kunnen de zaalarts of verpleegkundige uw vragen over het onderzoek beantwoorden. U kunt in deze kamer ziekenhuiskleding aantrekken en vervolgens in bed gaan liggen. U wordt op het bed naar de afdeling Radiologie gebracht waar het onderzoek plaatsvindt. Daar komt u op een onderzoekstafel te liggen. Als het onderzoek via de lies gebeurt, wordt de lies geschoren en de huid ontsmet. De lies wordt verdoofd. De prik voor de verdoving kan even pijnlijk zijn. Daarna komt u onder steriele doeken te liggen, om infecties te voorkomen. De radioloog maakt een kleine opening in de huid en prikt de slagader aan. Dit kan een drukkend en stotend gevoel in de lies geven. Door de naald schuift de radioloog een dun slangetje (katheter) in de slagader en brengt het einde van het slangetje in het te onderzoeken bloedvat. Dit zult u nauwelijks voelen. Als het slangetje op de goede plaats ligt, worden er foto’s gemaakt. Om de bloedvaten zichtbaar te maken met behulp van röntgenstralen moeten ze ‘gekleurd’ worden met een contrastvloeistof. De contrastvloeistof wordt via de slagader ingespoten. In de meeste gevallen gebeurt dit via de lies. Hiervoor krijgt u op dat moment nauwkeurige instructies. De contrastvloeistof veroorzaakt kort na het inspuiten een warm gevoel. Dit gaat na een tot twee minuten vanzelf weer over. Soms is het nodig nog andere bloedvaten in beeld te brengen en wordt het slangetje verwisseld. Daar zult u weinig van merken. Alleen duurt het onderzoek dan wat langer. Afhankelijk van het aantal af te beelden bloedvaten kan de onderzoeksduur variëren van 45 tot 90 minuten. Als alle opnames zijn gemaakt verwijdert de arts het slangetje. Het ontstane gaatje in de slagader wordt gedurende tien tot vijftien minuten dichtgedrukt. Daarna wordt een drukverband 3
Foto’s van de bloedvaten (slagaders)
aangelegd. Dit verband moet 24 uur blijven zitten. Soms wordt het prikgat dichtgeplakt. Er hoeft dan geen drukverband te worden aangelegd. Als u in de bovenarm wordt geprikt in plaats van in de lies, zal de radioloog u op dat moment uitleggen wat er gaat gebeuren en u de nodige instructies geven.
Na het onderzoek Na afloop van het onderzoek komt u weer op uw bed te liggen en wordt u door de verpleegkundige teruggebracht naar de verpleegafdeling Vaatchirurgie. Het is belangrijk dat u ongeveer een uur rustig in bed blijft. De lies waarin geprikt is, moet zoveel mogelijk gestrekt blijven. Daarna mag u uit bed. U blijft dan nog wel vier uur op de afdeling ter observatie. Na het onderzoek mag u weer normaal eten en drinken. Als er gebruik is gemaakt van een contrastvloeistof, zult u na het onderzoek vaker moeten plassen. Wij raden u daarom aan extra te drinken, om het vochtverlies aan te vullen. Als de zaalarts toestemming geeft voor ontslag mag u naar huis.
PTA (percutane transluminale angioplastiek) In sommige gevallen kan de radioloog in overleg met uw arts besluiten om de vernauwing te gaan ‘dotteren’. Door de kleine opening in de huid schuift de radioloog een dun slangetje met daaraan een ballonnetje. Het ballonnetje komt op de plaats te liggen waar de vernauwing in de slagader is. De radioloog blaast het ballonnetje op. Door de druk opent de vernauwing zich. Met foto’s controleert de radioloog het resultaat. Eventueel zal de behandeling herhaald worden tot de vernauwing (grotendeels) verdwenen is.
4
Chirurgie
Soms is het nodig op de plaats van de vernauwing een metalen buisje (stent) te plaatsen om de vernauwing beter open te houden. Na deze ingreep is het belangrijk dat u drie uur rustig in bed blijft. Daarna blijft u nog drie uur ter observatie op de verpleegafdeling.
Weer thuis Na 24 uur mag het drukverband eraf. U kunt het zelf verwijderen. U kunt dan uw gebruikelijke werkzaamheden hervatten. U kunt de volgende dag last krijgen van rode huid, jeuk en/of galbulten. Dit betekent dat u allergisch bent voor de contrastvloeistof. Meestal trekken de bultjes na een of enkele dagen weer weg. Vertrouwt u het niet dan kunt u contact opnemen met uw huisarts. Vertel uw huisarts dat u een radiologisch contrastmiddel ingespoten heeft gekregen. Als de huisarts vragen heeft kan de arts contact met ons opnemen. Wilt u aan ons doorgeven of u een allergische reactie heeft gehad, dan kunnen wij daarvan een aantekening maken in uw dossier. Als het wondje ondanks alle voorzorgen toch weer gaat bloeden leg dan een steriel gaasje of een schone zakdoek op het wondje. Druk dit gedurende vijftien minuten stevig aan. Neem contact op met uw huisarts of een verpleegkundige van de polikliniek Chirurgie als het bloeden niet over gaat.
Telefoongesprek na het onderzoek Binnen drie werkdagen na opname belt de verpleegkundige van de polikliniek Chirurgie u ‘s ochtends om te informeren hoe het thuis is gegaan. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u deze op dat moment bespreken.
5
Foto’s van de bloedvaten (slagaders)
Uitslag U krijgt na het onderzoek een afspraak mee voor een bezoek aan de polikliniek waar de arts de uitslag van de foto’s met u bespreekt.
Vragen Als u na het lezen van deze brochure of na het onderzoek nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van de polikliniek Chirurgie. Het telefoonnummer is (050) 3616161, vraagt u naar zoemer 55833. De verpleegkundige is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.30 tot 16.00 uur en op vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het UMCG, telefoonnummer via telefoonnummer (050) 361 80 20. De dienstdoende arts adviseert u dan wat u het beste kunt doen.
6
Chirurgie
Aantekeningen
7
Foto’s van de bloedvaten (slagaders)
8
Patiënteninformatie vlc 676/0807