Schoolgids Cursus 2015/ 2016
C.B.S. “De Vuurvlinder” Keizersmantel 1
8607 GM Sneek
tel: 0515-411424
INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF ..................................................................................................... 3 1.1. Palludara ........................................................................................................... 4 Missie ...................................................................................................................... 4 1.2 Visie van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapraad ................................ 6 2. DE SCHOOL ........................................................................................................ 7 2.1 Richting ........................................................................................................... 7 2.2 Ligging van de school .................................................................................... 7 2.3 Naam van de school ....................................................................................... 7 2.4 Visie en meerwaarde Brede School Duinterpen ............................................. 7 3. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT ................................................................... 9 3.1 Missie en motto van C.B.S. de Vuurvlinder ..................................................... 9 4. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS ...................................................... 10 4.1 De organisatie van de school ........................................................................ 10 4.2 De activiteiten voor de kinderen. .................................................................. 10 4.3 Veiligheid op school ....................................................................................... 15 4.4 Trakteren op school ....................................................................................... 16 5. DE ZORG VOOR DE KINDEREN ..................................................................... 16 5.1 De opvang van nieuwe leerlingen op school ................................................. 16 5.2 Het leerlingvolgsysteem ................................................................................ 17 5.3 De wijze waarop de leerresultaten worden besproken .................................. 17 5.4 De organisatie van de zorg ........................................................................... 18 5.5 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften ............................ 18 5.6 Passend onderwijs ........................................................................................ 21 5.7 Passend onderwijs en het schoolondersteuningsprofiel................................ 22 5.8 Samenvatting Palludara: ............................................................................... 22 5.9 De begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs ......................... 23 5.10 Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen .................................... 24 5.11 Centrum voor Jeugd en gezin Zuidwest-Fryslân ......................................... 25 5.12 Protocol seksuele intimidatie ....................................................................... 27 5.13 Protocol gebruik mobiele telefoon ................................................................. 29 6. DE LERAREN..................................................................................................... 30 6.1 Wijze van vervanging bij ziekte en bapo ........................................................ 30 6.2 Begeleiding van stagiaires ............................................................................ 30 6.3 Nascholing van leraren ................................................................................. 30 7. DE OUDERS ...................................................................................................... 31 7.1 Het belang van betrokkenheid van ouders .................................................... 31 7.2 Informatievoorziening aan de ouders ............................................................ 31 7.3 Inspraak (ouderraad en medezeggenschapsraad) ....................................... 31 7.6 Schoolverzekering......................................................................................... 32 7.7 Klachtenregeling ........................................................................................... 33 8. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL ......................... 34 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school ............................ 34 8.2 Ouderactiviteiten ........................................................................................... 35 8.3 Zorg voor relatie school en omgeving ........................................................... 35 9. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS ....................................................... 36 10 LEERPLICHT EN VERLOFREGELING ........................................................... 37 10.1 Leerplicht en verlofregeling ...................................................................... 37 10.2 Handelswijze bij niet afgemelde leerlingen ................................................ 38
2
WOORD VOORAF Geachte ouder / verzorger, We heten u en uw kind(eren) van harte welkom op onze school de: Christelijke Basisschool “De Vuurvlinder” Voor u ligt het algemene deel van de schoolgids van onze school. Door middel van deze gids willen wij u informeren over onze school en over zaken die daar mee te maken hebben. De schoolgids is speciaal voor u als ouder / verzorger bestemd, om u een zo goed mogelijk beeld te geven van de gang van zaken, maar ook om u te laten zien wat wij op “De Vuurvlinder” belangrijk vinden. Naast deze schoolgids geven we ieder jaar een bijlage uit waarop meer praktische informatie te vinden is. Beide documenten kunt u downloaden van de website www.cbsdevuurvlinder.nl. Mocht u niet in het bezit zijn van een computer en/of internetaansluiting kunt u op aanvraag papieren exemplaren ontvangen. In dit algemene deel vindt u informatie over:
hoe wij denken over onderwijs; op welke wijze wij de zorg voor de kinderen hebben gerealiseerd; de waarde die wij toekennen aan een goed contact tussen de ouders en de school en de manier waarop wij dit realiseren; de wijze waarop wij zorgen voor kwalitatief goed onderwijs en hoe wij dat kenbaar willen maken naar u en andere geïnteresseerden; de inhoud van ons onderwijs. Met name gaan we in op onze uitgangspunten en ook op de doelen die wij nastreven.
Deze gids is tot stand gekomen in overleg met het team en na instemming van de leden van de medezeggenschapsraad. Mocht u naar aanleiding van de inhoud van deze schoolgids vragen of opmerkingen hebben, die ons kunnen helpen bij een volgende uitgave van deze gids, dan vragen wij u om te reageren naar de school toe. Dan kunnen wij de nieuwe uitgave eventueel aanpassen. Met vriendelijke groeten, Namens het team en M.Z.R., Dhr. Bauke Korenstra (schooldirecteur) C.B.S. “De Vuurvlinder” Keizersmantel 1 8607 GM Sneek Tel: 0515-411424 E-mail :
[email protected] Info : www.cbsdevuurvlinder.nl
3
1.1. Palludara Stichting Palludara.
CBS de Vuurvlinder maakt deel uit van stichting Palludara. Palludara is een organisatie voor Protestants Christelijk Basisonderwijs in de gemeente Súdwest Fryslân. De stichting is op 1 januari 2011 ontstaan uit een fusie tussen PCBO Wymbritseradiel en Spectrium (vereniging voor Protestants Christelijk basisonderwijs Sneek en Oppenhuizen/Uitwellingerga). Stichting Palludara beheert 15 basisscholen in Sneek, Oppenhuizen/Uitwellingerga, IJlst, Folsgare, Gaastmeer, Gauw, Heeg, Hommerts-Jutrijp, Nijland, Oudega, Scharnegoutum en Woudsend. De naam Palludara is opgebouwd uit twee Bijbelse termen: "Onderscheiden" (Pallu) en "Parel van wijsheid" (dara). Deze laatste verwijst naar het voorrecht om jonge mensen naar een bepaald niveau te brengen, zowel wat betreft kennis als op andere ontwikkelingsgebieden. De parel staat tevens symbool voor kwaliteitsonderwijs, een tijdloos sieraad van onschatbare waarde dat continu streng bewaakt dient te worden. Missie De missie van stichting Palludara beschrijft de kernopdracht van de organisatie. De missie geeft weer wat wij willen bijdragen aan de leerlingen en aan de samenleving als geheel. Hieruit blijkt bovendien welke waarden en normen wij belangrijk vinden. De missie van stichting Palludara luidt: Stichting Palludara is een onderwijsinstelling waarbinnen, vanuit een protestants christelijke levensvisie, de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind centraal staan. De aan ons toevertrouwde leerlingen krijgen door middel van ons onderwijs de mogelijkheid om zich optimaal te ontplooien, zodat ze later goed kunnen functioneren in een pluriforme maatschappij. Op de scholen van stichting Palludara wordt alles in het werk gesteld om deze missie in de praktijk waar te maken. Het bevoegd gezag van de Stichting wordt gevormd door de directeur/ bestuurder dhr. J. Fortuin. Hij treedt op als bevoegd gezag. Ondersteuning van bestuur en de scholen vindt plaats vanuit het bestuursbureau, dat gevestigd is in IJlst, aan de Roodhemsterweg 7. Onder kantoortijden is het bureau bereikbaar op telefoonnummer: 0515-531826. De raad van Toezicht: De raad van toezicht bestaat uit de volgende personen: Dhr. H. Kox (voorzitter) Dhr. A. Bootsma Mevr. M. Hehenkamp Dhr. D. Hoekstra Dhr. J. Visser Mevr. de Boer - Folkertsma
4
Organogram stichting Palludara
paars rood rood oranje groen
= formele lijn van raad van bestuur naar bestuurder naar staf, MT, schooldirecteuren en (G)MR = verbinding tussen mr’en onderling en van mr’en naar resonansgroep mr’en = verbinding tussen ouderraden onderling en van ouderraden naar klankbordgroep ouderraden = verbinding tussen mr’en onderling en van mr’en naar GMR = verbinding tussen schooldirecteur, mr, ouderraad en team
de bureaustaf heeft een afwijkende kleur vanwege de vele verbindingen die er lopen naar de diverse geledingen
5
1.2 Visie van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapraad • • • •
De GMR wil strategisch meedenken over het beleid van de stichting Palludara; Dat doen we door ons pro- actief op te stellen en gevraagd en ongevraagd advies te geven; De GMR wil open en duidelijk communiceren met de betrokken partners; Directeur-Bestuurder, Raad Van Toezicht en de Medezeggenschapsraden; De GMR overlegt, neemt standpunten in en maakt deze kenbaar; De GMR is deskundig en wil zich verdiepen en/of specialiseren. Wij zijn een GMR die gericht met diverse betrokkenen respectvol wil samenwerken door middel van heldere afspraken, duidelijke structuur en een open communicatie. Hoe willen we dit bereiken:
• • •
Pro-actief opstellen: de GMR heeft een totaal overzicht van de beleids- en bestuurstukken en weet wat de status hiervan is (aangegeven op een jaaroverzicht). De GMR is medeverantwoordelijk voor de inhoud van de beleidsstukken Communicatie: - De GMR is door de Medezeggenschapsraden benaderbaar om zich te laten informeren. - De GMR neemt hierin zelf ook initiatief. De GMR communiceert met de Directeur-Bestuurder. - Voor het goed functioneren van de GMR is het noodzakelijk dat de Directeur-Bestuurder de GMR tijdig en volledig informeert.
6
2. DE SCHOOL 2.1 Richting De Vuurvlinder is een Christelijke basisschool. Door onze school naar Christus te noemen geven we aan dat we willen en durven uitkomen voor ons geloof. Vanuit deze levensovertuiging proberen we daar samen met u als ouder / verzorger vorm aan te geven: in ons onderwijs, de opvoeding en de dagelijkse omgang met elkaar. 2.2
Ligging van de school
De school staat in de wijk Duinterpen / Brekken en maakt deel uit van de Brede School Duinterpen. Samen met openbare basisschool De Wyken en kinderopvangorganisatie Kinderwoud vormen we sinds februari 2009 het hart van de Brede School Duinterpen in Sneek-Zuid. 2.3 Naam van de school C.b.s. de Vuurvlinder is ontstaan na een fusie tussen C.B.S. de Jan van Nassau en C.B.S. de Standerd. De straatnamen in de wijk waar ons schoolgebouw staat bestaan allemaal uit vlindernamen. Vandaar dat de Vuurvlinder goed past in deze wijk. Vuur heeft bovendien een Christelijke betekenis, we kunnen vurig van geest zijn, ook bij het Pinksterfeest speelt vuur een belangrijke rol. De Vuurvlinder is een prachtige oranje vlinder en daardoor is er ook nog een relatie met ons koningshuis.
Logo van C.B.S. de Vuurvlinder
2.4 Visie en meerwaarde Brede School Duinterpen De specifieke inhoudelijke doelstellingen voor de Brede School Duinterpen zijn: zorgdragen voor goed onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar; dit is de kerntaak van iedere basisschool een veilige plek voor kinderen en leerkrachten creëren, door te zorgen voor afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van kinderen afstemming van de benadering van kinderen zorgdragen voor doorlopend aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding.
7
De meerwaarde van de Brede School Duinterpen kan verder als volgt worden omschreven: voor kinderen wordt school meer dan een plek om te leren, er vinden bijvoorbeeld sport en andere naschoolse activiteiten plaats gedeelde huisvesting maakt samenwerking een stuk gemakkelijker flexibelere mogelijkheden door de grotere variëteit in ruimten mogelijkheden door gecombineerd gebruik van ruimten, zoals speellokaal, handvaardigheidslokaal en centrale ruimtes. het vereenvoudigt de dagelijkse planning van ouders; een besparing van haalen brengtijden, vooral voor gezinnen met kinderen van verschillende leeftijden voordelen in het beheer en exploitatie van het gebouw een ontmoetingsplaats voor ouders / verzorgers. Ons gebouw is modern, kleurrijk en gezellig ingericht. Voor de jongste kinderen zijn er ruime speellokalen met moderne klim- en klautermogelijkheden. Ook de kinderopvangorganisatie heeft de beschikking over moderne ruimtes waarin kinderdagopvang, peuteropvang, voor-, en naschoolse opvang wordt geboden. Alle gebruikers kunnen ook de aanwezige sporthal benutten. Deze sporthal kan worden opgedeeld in 3 verschillende gymzalen, waarin thematisch bewegingsonderwijs kan worden gegeven. In de avonduren wordt sporthal gebruikt door verschillende sportverenigingen. Rondom het schoolgebouw zijn op de verschillende pleinen speeltoestellen aanwezig waarop de kinderen zich in de pauzes kunnen vermaken. Bij de kinderopvang is een complete tuin ingericht met speeltoestellen voor elke leeftijd en ontwikkelingsgebied.
8
3.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
3.1 Missie en motto van C.B.S. de Vuurvlinder Motto:
Kinderen kunnen zich ontplooien van “rups tot unieke Vuurvlinder”. Op CBS de Vuurvlinder dragen we er gezamenlijk (personeel, ouders en kinderen) zorg voor dat alle kinderen uitgedaagd worden om zichzelf verder te ontwikkelen. VISIE EN ONDERWIJSCONCEPT: Onze school is een Protestants Christelijke Basisschool. Vanuit onze Christelijke overtuiging, geïnspireerd door de Bijbel, werken we aan de vorming van het kind, geven we inhoud aan ons onderwijs, de dagelijkse omgang met elkaar en het respect voor andere levensbeschouwingen. Deze aspecten dienen als basis voor de kinderen om zich volledig te kunnen ontplooien. Van hieruit: • bieden we een klimaat op school waarin wederzijds respect en geborgenheid voorop staan voor zowel de kinderen, de teamleden, als ook de ouders. • bieden we een klimaat waar veiligheid, structuur en regelmaat is, waardoor elk kind zich spelend en lerend kan ontwikkelen, rekening houdend met de verschillen in aanleg en tempo. Om onze missie te bereiken maken we gebruik van onderstaande speerpunten: • Adaptief onderwijs (BAS-map) • Opbrengstgericht werken (leerlingvolgsysteem en leerstofdoelen) • Directe instructie model (bewust en planmatig didactisch handelen van de leerkracht) • Coöperatief leren ( didactische werkvorm om de actieve betrokkenheid van de leerlingen te vergroten) • Sociaal emotionele ontwikkeling ( Leefstijl-methode) • Passend onderwijs (leerstofbehoefte afstemmen op het individuele kind) • Competenties personeel/leerling ( bekend zijn en gebruik maken van elkaars kwaliteiten)
9
4. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 4.1 De organisatie van de school Op onze school werken we met het zogenaamde jaarklassensysteem. Dit houdt in dat kinderen een jaar lang in dezelfde groep aan dezelfde leerstof werken. Kinderen die meer kunnen, krijgen naast de basisleerstof extra leerstof aangeboden; dit noemen we verrijkingsstof. Daarnaast heeft Palludara voor Hoogbegaafde kinderen een Plusbus. In het schoolgebouw van de Simon Havingaschool krijgen deze kinderen vragen, opdrachten die hen nog meer uitdagen/ prikkelen. Kinderen die moeite hebben met de basisleerstof, krijgen herhalingsstof en proberen we met extra individuele hulp toch zolang mogelijk bij de groep te houden. Wij willen voor ieder kind ‘onderwijs op maat’ geven. Om dit goed te kunnen realiseren werken we voor de basisvaardigheden met drie niveaugroepen in de groep. In het groepsplan staan per niveaugroep het doel, specifieke instructie, begeleiding en activiteiten beschreven. Ook wordt er gedifferentieerd met de klaaropdrachten. Wanneer een kind op een vakgebied niet goed mee kan komen, is er de mogelijkheid om voor deze leerling een eigen leerlijn vast te stellen. Het "blijven zitten" van leerlingen proberen we zo veel mogelijk te voorkomen. Toch kan het zijn dat het voor een kind, uit met name de onder- of middenbouw, beter is een jaar over te doen om zo met meer zelfvertrouwen aan de leerstof te kunnen werken. Het samenstellen van de groepen gebeurt op grond van aantallen, sociale, didactische en pedagogische motieven. In de praktijk betekent dit dat elk jaar opnieuw op zorgvuldige wijze wordt bekeken hoe we de leerlingen het best kunnen groeperen over de beschikbare formatie. Om de kwaliteit van ons onderwijs op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren volgen we steeds als team verschillende nascholingscursussen. We maken hierbij gebruik van verschillende schoolbegeleidingsdiensten. 4.2 De activiteiten voor de kinderen. Activiteiten in de onderbouw Kleuters leren tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We werken thematisch. Hierbij sluiten alle lessen aan, zoals de taal-, muziek-, bewegings- en expressieactiviteiten. De taalontwikkeling neemt een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Het uitbreiden van de woordenschat en het goed leren spreken en luisteren is belangrijk als voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs. Ook het sociale aspect krijgt veel aandacht, want het samen bezig zijn, het samen zingen en spelen levert naast de plezierbeleving ook een belangrijke bijdrage aan de sociale ontwikkeling. Bij alle activiteiten sluiten we aan bij de cognitieve, motorische, emotionele en sociale ontwikkeling van de kinderen en proberen deze op een positieve manier te stimuleren.
10
De kleutergroepen doen mee met het Piramide Project. Piramide is een taalontwikkelingsproject voor jonge kinderen. De bedoeling van Piramide is om jonge kinderen een goede ontwikkelingskans te geven. Door vroegtijdig observeren, te signaleren en te toetsen kunnen kinderen de nodige begeleiding krijgen die ze nodig hebben. We werken jaarlijks in ieder geval 7 thema’s uit. Een onderwijsassistente (tutor) verzorgt in overleg met de leerkrachten pre-teaching en remedial teaching in deze groepen *Voorbereidend lezen, rekenen en schrijven. In de kleutergroepen werken we met “beredeneerd leerstof aanbod”. Dit betekent dat aan de hand van de tussendoelen voorbereidend lezen, rekenen en schrijven per leerjaar inhoud wordt gegeven aan de activiteiten in de kleutergroepen. Deze activiteiten worden gekoppeld aan thema’s. Voor lesideeën wordt o.a. gebruik gemaakt van de vernieuwde Schatkist. Deze sluit aan bij de methoden die in groep 3 worden gebruikt voor het lezen en rekenen. *Coöperatief leren Coöperatief leren is gebaseerd op samenwerking. De kinderen werken samen in heterogene groepen. Door deze werkvormen structureel toe te passen in de lessen leren de kinderen niet alleen van de interactie met de leerkracht maar ook van elkaar. Binnen coöperatief leren worden kinderen uitgedaagd om zelf initiatief te nemen, elkaar te helpen en samen problemen op te lossen Iedere school kiest methoden die passen binnen zijn manier van werken en die aansluiten bij de wettelijk vastgestelde onderwijsdoelen. Wij vinden het daarom ook belangrijk dat methoden regelmatig vernieuwd worden en aangepast zijn aan eigentijdse normen. Hieronder geven we een overzicht van de methoden waar wij binnen ons onderwijs gebruik van maken. *Lezen In groep 3 werken we met de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode gaat uit van woorden en van daaruit worden de verschillende letters aangeleerd. Dit gaat over het algemeen erg snel. Zo tegen de Kerst kunnen de kinderen al hun eerste boekjes lezen. Om technisch lezen en leesplezier te bevorderen maken we gebruik van verschillende werkvormen, zoals duolezen, mandjeslezen en tutor-lezen. Bij tutor-lezen begeleidt een leerling uit de bovenbouw een leerling uit een lagere groep. Vanaf groep 4 tot en met 8 gebruiken we voor het begrijpend lezen de methode Nieuwsbegrip XL. Deze methode bestaat o.a. uit een interactieve website voor de leerlingen. Iedere week is er aandacht voor en actueel onderwerp. Ook is het mogelijk om met deze methode uitbreiding van de woordenschat te oefenen. Nieuwsbegrip XL voldoet aan de gestelde kerndoelen.
11
*Rekenen Voor rekenen gebruiken we de methode Wereld In Getallen. Een nieuwe realistische rekenen-wiskunde methode voor de groepen 1 t/m 8. De uitgangspunten van W.I.G. komen overeen met de uitgangspunten van adaptief onderwijs en is ingericht om op verschillende niveaus rekenonderwijs te geven. Tevens is er veel aandacht voor zelfstandig werken, zodat er tijd is voor extra begeleiding en verlengde instructie. *Taal Vanaf groep 4 gebruiken we de nieuwste methode Taal Actief en Woordspel. Deze methode laat kinderen op een gevarieerde manier bezig zijn met taal en spelling. Om bepaalde spellingsmoeilijkheden onder de knie te krijgen zijn er spellingspakketten, deze worden veelal met de computer ingeoefend en getoetst. Ook besteden we veel aandacht aan het schrijven van verhaaltjes, omdat het belangrijk is dat kinderen leren eigen belevingen of gedachten te verwoorden en op papier te zetten. *Schrijven Vroeger was schoonschrijven van het grootste belang. Ook nu willen we kinderen nog graag netjes leren schrijven, maar vooral willen we ze een vlot en duidelijk leesbaar handschrift aanleren. Hiervoor gebruiken we de methode Pennenstreken. *Godsdienstige vorming Voor ons godsdienstonderwijs maken we gebruik van Trefwoord. Deze methode biedt de Bijbel- en spiegelverhalen aan voor onder-, midden- en bovenbouw. *Leefstijl: De belangstelling voor sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs neemt sterk toe. Op school willen we ongewenst gedrag voorkomen en probleemgedrag bestrijden. Leefstijl is een programma waardoor leerlingen zich bewust worden van waarden en normen. Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in de praktijk door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van “goed omgaan met elkaar” versterken. Leefstijl sluit aan bij de kerndoelen voor gezond en redzaam gedrag. Leefstijllessen zijn structureel ingepast in de weekroosters van alle groepen. We hopen met deze methode een duidelijke structuur te kunnen aanbieden in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We werken met een pestprotocol. Deze is te vinden op de website, maar ligt ook ter inzage op school. *Engels In groep 7 en 8 krijgen de kinderen Engelse les. De methode Groove Me maakt o.m. gebruik van digibordlessen met bijbehorende werkbladen, op deze manier is er ook aandacht voor een goede uitspraak. Kinderen kunnen na 2 jaar al een aardig woordje Engels spreken.
12
*Fries Om de Friese taal in ere te houden staat het Fries ook wekelijks op het rooster. In de onderbouw wordt tegen kinderen die dit vertrouwd vinden in het begin Fries gesproken. Als methode gebruiken wij “Studio-F”. *Wereldoriënterende vakken Geschiedenis, aardrijkskunde, verkeer en biologie staan afzonderlijk op ons rooster, zodat we de verschillende vakgebieden beter kunnen uitdiepen. We maken hierbij gebruik van de volgende methodes: Voor geschiedenis: Argus Clou Voor aardrijkskunde: Hier en daar Voor biologie: Natuniek Voor verkeer: lesmateriaal van VVN(Veilig Verkeer Nederland) In groep 8 bereiden de kinderen zich voor op het verkeersexamen, dat ieder jaar in april wordt afgenomen. Ze doen dit vooral door het maken van proefexamens. Voor praktische verkeerslessen hebben we op school 2x het Schoolpleinpakket van VVN. Wereldoriëntatie staat als vak op het rooster van groep 7 en 8, omdat tijdens deze lessen gewerkt wordt aan het maken van werkstukken en presentaties over verschillende onderwerpen. *Expressie activiteiten In groep 1 en 2 wordt er dagelijks veel tijd besteed aan expressie. Oudere kinderen krijgen elke week een teken- en handvaardigheid les. *Lichamelijke opvoeding Beweging is belangrijk voor kinderen. Voor de kleuters beschikken we over speellokalen, waar bij slecht weer spel- en gymlessen worden gegeven. Bij mooi weer spelen de kinderen buiten omdat ze daar tijdens hun spel vrij kunnen bewegen; rennen, springen, scheppen in het zand, schommelen etc. In groep 3 spelen de kinderen soms ook nog buiten. Vanaf groep 3 staan er twee gymlessen per week op het rooster. Methode voor het gymonderwijs Basislessen Bewegingsonderwijs.
*I.C.T. (Computers) Steeds meer wordt binnen ons onderwijs gebruik gemaakt van de computer als ondersteuning bij de reguliere lessen. Methodes hebben meestal een eigen softwarepakket, waardoor de leerstof nog beter tot zijn recht komt. Ook onze school gaat steeds meer over op deze “methodegebonden” software. We maken gebruik van de software van “Wereld in Getallen”, “Natuniek”, “Argus Clou” en “Nieuwsbegrip XL” Alle lokalen van de groepen 1 t/m 8 zijn voorzien van whiteboards en touchscreens, die voorbereid zijn op digitaal gebruik. Voor de digitale schoolborden wordt door de uitgevers van methodes speciale software ontwikkeld. Door deze ontwikkeling wordt het gebruik van computers
13
steeds intensiever. De “flexibele computerwerkplekken” moeten er voor zorgen dat we met een beperkt aantal computers kunnen voldoen aan de vraag. Dit vereist planning en organisatie. Ook de technische staat van de apparatuur is van groot belang. Om het hele netwerk in een optimale conditie te houden zijn we aangesloten bij Accent. Zij zorgen bij de meeste storingen voor een oplossing “on-line”. Ook inhoudelijk, op het gebied van I.C.T. ondersteunen ze de leerkrachten door het geven van workshops. Veel teamleden zijn in het bezit van het diploma D.R.O. (digitaal rijbewijs onderwijs) Er is een bovenschoolse ICT-er die samen met 3 collega’s van ons ervoor zorgen dat alle apparatuur werkt. Ook ondersteunen zij de collega’s met het werken met digitaal schoolbord. Internet wordt als informatiebron veel gebruikt bij het maken van werkstukken. In de groepen 6 t/m 8 maken we bij de verwerking van rekenen, spelling en de module woordenschat gebruik van digitale middelen. Voor de overige vakken blijven we gebruik maken van het gebruikelijke verbruiksmateriaal. Met ingang van 2015-2016 krijgen alle leerlingen van de groepen 6 t/m 8 bij aanvang van het cursusjaar de beschikking over een eigen tablet van “Snappet’. Stichting Palludara staat garant voor de borg. Met deze tablets bieden we voor alle leerlingen voor bovengenoemde vakken onderwijs op maat. De kinderen verwerken de opdrachten op eigen niveau. Leerlingen worden op positieve wijze uitgedaagd en kunnen bovendien aan eigen leerdoelen gaan werken. De leerkracht kan na de gegeven instructie meteen inzien hoe de vorderingen verlopen met eigen “dashboard”. De rol van de leerkracht blijft cruciaal. Gebruik van de tablets zorgt op ieder moment voor goede monitoring van de resultaten. Interessante informatie is te vinden op www.snappet.org
* E.H.B.O. In groep 8 krijgen de kinderen E.H.B.O. les. Deze lessen worden gegeven door een erkend E.H.B.O.-er. van de E.H.B.O. vereniging Sneek. De lessen worden afgesloten met een examen waarbij de kinderen een E.H.B.O.diploma kunnen behalen.
*Sport- en speldag groepen 3 t/m 8
14
Per jaar wordt er een sport- en speldag gehouden. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 hebben dan een spelprogramma met “fun”- en atletiekonderdelen. Voor dit evenement wordt jaarlijks een locatie gezocht. We combineren de laatste jaren de sport- en speldag met de landelijke koningsspelen, ook een ontbijt maakt onderdeel uit van deze dag. * Kleuterfeest groepen 1 en 2: Voor de kinderen van de groepen 1 en 2 is er een tweejaarlijks terugkerend kleuterfeest. Dit vindt plaats in en rond de school. *Schoolreisje/Schoolkamp De kinderen van groep 3 t/m 7 gaan één keer per jaar op schoolreis. Leerlingen van groep 8 gaan op schoolkamp, dit is een 3-daags verblijf elders. *Schoolsportagenda Jaarlijks maken we gebruik van de schoolsportagenda van de Gemeente Sudwest Fryslan, van waaruit we de kinderen laten kennismaken met verschillende sporten en meedoen aan toernooien. (vb. schoolvoetbaltoernooi groepen 3 en 4, tennislessen voor groep 3 t/m 6 en circuit volleybal voor groep 5, 6) Jaarlijks maakt de ouderraad een overzicht van de mogelijkheden. *Bibliotheek Elk jaar kunnen de kinderen van groep 3 t/m 5 met de gehele klas bezoekjes brengen aan de bibliotheek. Ze krijgen hier voorlichting over het reilen en zeilen binnen de organisatie. Kinderen uit groep 7 en 8 doen jaarlijks mee aan de voorleeswedstrijd. *Excursies Midden- en bovenbouwgroepen gaan naar aanleiding van het lesprogramma soms op excursie naar bijv. het verzetsmuseum in Leeuwarden of naar Heempark in Heeg. * Afscheidsmusical groep 8: De leerlingen van groep 8 voeren aan het eind van het schooljaar een musical op. *Laatste schooldag De laatste schooldag van elk cursusjaar wordt altijd op feestelijke wijze afgesloten met de kinderen. Een commissie, bestaande uit leerkrachten en mensen van de ouderraad, houden zich bezig met de voorbereiding en uitvoering van deze festiviteiten. * Project In het kader van de Brede school wordt er jaarlijks gezamenlijk aan minimaal één project gewerkt. Voor de ouders is er dan een presentatie op school.
4.3 Veiligheid op school
15
Voor onze school is gezamenlijk met obs de Wyken en Kinderwoud een bedrijfshulpverleningsplan opgesteld. Leerkrachten en leerlingen weten o.a. wat hun te doen staat bij een ontruiming. De aanwijzingen hiervoor hangen zichtbaar in elke groep. Voor alle groepen zijn er appèl plaatsen aangewezen. Jaarlijks wordt deze ontruiming een aantal keren geoefend. Een groot aantal leerkrachten op onze school zijn in het bezit van het certificaat B.H.V. (=bedrijfshulpverlening) Bij calamiteiten wordt ook de telefoonboom in werking gesteld om ouders op de hoogte te brengen. Bij grote calamiteiten kunnen kinderen en leerkrachten worden opgevangen in: Tennishal Sneek Molenkrite 130a 8608 WK Sneek Tel. 0515-416200 e-mail.
[email protected] Ruimtes in de Tennishal Sneek kunnen worden ingericht als crisiscentrum.
4.4 Trakteren op school Als een leerling zijn/haar verjaardag viert mag hij/zij trakteren op school. Deze traktatie is alleen bedoeld voor leerlingen uit de eigen groep. De leerling ontvangt een verjaardagskaart en krijgt daarop een felicitatie van de leerkracht(en) en kinderen. De leerling kan voor de leerkracht een traktatie meenemen. We verbieden niet dat er op snoep wordt getrakteerd. We pleiten echter wel voor een gezonde traktatie. Er bestaan verschillende websites met leuke gezonde ideeën, zoals www.gezondtrakteren.nl.
5.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
5.1 De opvang van nieuwe leerlingen op school Alle kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar zijn welkom op onze school. Belangstellende ouders kunnen hun kind aanmelden bij de schoolleiding. Als u hiervoor een afspraak maakt is er tijd om kennis te maken, vragen te stellen en de school te bekijken. Voor definitieve plaatsing van vierjarigen bestaat de mogelijkheid om 2x op school te komen om zo kennis te maken met de groep en leerkracht(en). Met ouders / verzorgers van kinderen die in de maanden mei, juni en juli 4 jaar worden, worden specifieke afspraken gemaakt over de 1e schooldag. Soms is het beter te wachten.
16
Voor kinderen met een leeftijd van 3 jaar en 6 maanden is het mogelijk om vervroegd naar school te gaan. Deze kinderen moeten wel een grote ontwikkelingsvoorsprong hebben, zelfredzaam zijn, voldoende weerbaar zijn en om kunnen gaan met uitgestelde aandacht. De besluitvorming over deze vervroegde toelating zal zorgvuldig gebeuren en gaat volgens vastgestelde criteria die in een protocol staan beschreven. Deze ligt ter inzage op school. 5.2 Het leerlingvolgsysteem De vorderingen van de leerlingen worden op verschillende wijzen bijgehouden. Een belangrijk middel hierbij is de observatie. De leerkrachten kijken hoe de leerlingen hun opdrachten maken, met andere kinderen omgaan, etc. Vrijwel al het schriftelijke materiaal wordt gecorrigeerd, meestal door de leerkracht, maar ook gezamenlijk met de hele groep of zelfstandig door de leerling. Binnen de methoden zijn ook verschillende toetsen verwerkt, die worden afgenomen. Hierdoor krijg je een tussentijds beeld over de leervorderingen. In de bovenbouw wordt het werk steeds vaker “becijferd” en deze “cijfers” tellen mee voor de beoordeling op het rapport. Van iedere leerling wordt digitaal de gegevens bijgehouden en bewaard. Hierin staan de verslagen van de leerlingenbesprekingen, gesprekken met de ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets- en rapportgegevens van voorafgaande jaren. De leerkrachten beheren de (digitale) leerlingenmappen. Verder werken we door de gehele school met landelijk vastgestelde Cito-toetsen voor technisch lezen, rekenen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de wijze waarop het kind zich ontwikkelt. De interne begeleiders beheren het leerlingvolgsysteem en bewaren de toets uitslagen. Tijdens de 10-minuten gesprekken of 20-minuten gesprekken kunnen de gegevens van uw kind(eren) worden besproken met de leerkracht.
5.3 De wijze waarop de leerresultaten worden besproken Bij aanvang van het cursusjaar 2015-2016 vinden “kind-oudergesprekken” plaats waarbij zowel ouder als kind aanwezig zijn. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen “mede-eigenaar” worden van hun eigen leerproces. Hier kunnen belangrijke afspraken worden gemaakt voor het komende cursusjaar. In februari vinden de reguliere 10minuten gesprekken plaats. Ook willen we het cursusjaar in juni afsluiten met een kindoudergesprek. Ook in de andere groepen kunnen kind-oudergesprekken onder schooltijd plaatsvinden als de situatie hierom vraagt. Voor de overige groepen blijven er de 10minutengesprekken waarin ouder/verzorgers uitleg krijgen over de bevindingen en vorderingen van hun kind(eren). In de groepen 4 vinden kind gesprekken plaats met de leerkracht onder schooltijd.
17
Vanzelfsprekend kunt u na schooltijd altijd eventuele problemen onmiddellijk bespreken met de leerkrachten. Ook staan er een aantal overlegmomenten ingepland met ouders/verzorgers van zorgleerlingen. Deze gesprekken kunnen op initiatief van de ouders/verzorgers plaatsvinden, maar ook op uitnodiging van de leerkracht. In februari ontvangen de ouders van de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 het winterrapport. In juni of juli ontvangen de ouders van de kinderen uit de groepen 2 t/m 8 het zomerrapport. Ons rapport heeft de volgende gradaties: onvoldoende, matig, twijfelachtig, voldoende, ruim voldoende en goed. 5.4 De organisatie van de zorg Centraal in de 1-zorgroute staat passend onderwijs, onderwijs waarin alle kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden. Om dit realiseerbaar te maken zijn een aantal voorwaarden vereist voor de organisatie van de lessen. Deel van deze voorwaarden hebben wij al gerealiseerd, zoals werken met een instructietafel en werken in niveaugroepen in de groep. Voor het werken in niveaugroepen maken we gebruik van het groepsplan. In dit plan staat o.a. vermeld wat iedere niveaugroep moet maken, moment van instructie voor de niveaugroepen en waar/hoe individuele hulp wordt geboden. Ondanks alle nieuwe ontwikkelingen en aanpassingen in het reguliere basisonderwijs, kan het zijn dat voor een individueel kind een ander type onderwijs toch het beste is. De besluitvorming hierover volgt op een vaste procedure (Zie 5.5). 5.5 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Hieronder verstaan we alles wat te maken heeft met leerlingbegeleiding en zorgverbreding. We streven hierbij naar zorg op maat voor ieder kind zodat er sprake kan zijn van een doorgaande ontwikkelingslijn. We houden hierbij rekening met aanleg en tempoverschillen van de kinderen. De coördinatie van de zorgverbreding op onze school is in handen van de interne begeleiding (afgekort: IB-er). Zij houden zich o.a. bezig met de zorgleerlingen op onze school. Dit kunnen leerlingen zijn die minder/meer kunnen dan andere kinderen in de groep of gedragsmatig opvallen. Uitgangspunten bij het beleid t.a.v. zorgleerlingen.
Het accent van de hulp aan de leerlingen ligt in de groepen 1 t/m 6 omdat in deze groepen de basisvaardigheden worden geleerd. Leerlingen worden op school geholpen als de school voldoende mogelijkheden ziet om zorgleerlingen te begeleiden binnen het reguliere onderwijs. Dit betekent dat ze het niveau van eind groep 6 moeten kunnen halen. We werken m.b.v. handelingsgerichte diagnostiek.
Handelingsgerichte diagnostiek De leerkracht signaleert d.m.v. observaties en toetsen (methodegebonden en methode onafhankelijke toetsen); maakt foutenanalyses; vergelijkt met resultaten van voorgaande jaren; verwerkt de gegevens in een groepsplan met de bijbehorende handelingsplanning;
18
legt het moment vast voor evaluatie; overlegt met interne begeleiding.
In een aantal stappen kunnen de signalering, het stellen van de diagnose en de wijze van handelen worden omschreven. Stap 1: Signalering van leerlingen met leerproblemen De leerkracht signaleert d.m.v. het dagelijks werk van de leerlingen, informatie van de ouders, observaties en methodegebonden en onafhankelijke toetsen. Tijdens leerlingbespreking wordt gekeken wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn en op welke manier deze vormgegeven kan worden. De signalering van leerlingen met sociaal emotionele en gedragsproblemen De leerkracht signaleert leerlingen met sociaal emotionele en gedragsproblemen door middel van observatie in de groep. Opvallende leerlingen worden besproken met de interne begeleider. Aan de hand van deze leerlingbespreking worden acties en afspraken genoteerd. Leerlingen die zeer opvallende sociale en emotionele gedragsproblemen laten zien worden nader geobserveerd en/of onderzocht, dit na overleg en toestemming van de ouders/verzorgers.
De signalering van (hoog)begaafde leerlingen De signalering van (hoog)begaafde leerlingen gebeurt door de groepsleerkracht. Voor kinderen die meer aan kunnen, meer uitdaging nodig hebben we twee opties, namelijk de Plusmap en de Plusbus. Plusmap Kinderen die hiervoor in aanmerking komen worden begeleid door één van de personeelsleden. De kinderen krijgen extra verdiepingsopdrachten op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie. Eén keer per week krijgt het kind uitleg/instructie van de opdrachten. Deze opdrachten krijgt het kind mee in een map en mag er in de klas aan werken, o.a. als klaaropdracht of i.p.v. de basislesstof. Alles gaat in samenwerking met de groepsleerkracht, ouder/verzorger en interne begeleider. Plusbus Een aantal van deze (hoog) begaafde kinderen kunnen echter nog meer uitdaging aan en komen in aanmerking voor screening voor de Plusbus. De Plusbus is een initiatief van stichting Palludara en vindt plaats op de Simon Havingaschool. Een dagdeel per week volgen de Plusbusleerlingen van de scholen van Palludara lessen in een plusklas. Zij gaan dan o.a. aan de slag met filosofie, smartgames en het maken van bijzondere werkstukken. Leerlingen die gescreend worden voor de Plusbus moeten het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid doorlopen. De lessen van de Plusbus krijgen voorrang op andere schoolactiviteiten met uitzondering van de schoolreis. Meer informatie over de Plusbus kunt u krijgen bij de intern begeleiders en de groepsleerkracht van uw kind. Stap 2:
19
Diagnostiek Door middel van observatie, het leerlingvolgsysteem en klassenwerk worden risicokinderen door leerkrachten gesignaleerd. Deze risicokinderen worden met de intern begeleider besproken en er worden afspraken gemaakt voor nadere analyse. In het groepsplan wordt beschreven wat de gegevens zijn, welke acties er worden ondernomen en hoe of wanneer deze plaatsvinden. Dit kan zowel in de klas door de eigen leerkracht, als buiten de groep door een andere leerkracht worden uitgevoerd. Stap 3: Wijze van handelen Met behulp van de gegevens van het diagnostisch onderzoek wordt de wijze van handelen bepaald. Dit kan zijn: 1. middels het groepsplan dat uitgevoerd wordt door de leerkracht in de groep; 2. doorverwijzing naar een externe specialist en/of instantie (b.v. logopedist, fysiotherapie, jeugdzorg e.d.). Ouders worden bij doorverwijzing naar een externe specialist geïnformeerd door leerkracht en/of interne begeleider. Criteria voor extra aandacht binnen het groepsplan. Kinderen die bij taal de spelling niet goed beheersen. Kinderen die bij rekenen een of meerdere onderdelen niet goed beheersen. Kinderen die een IV/V score hebben gehaald op een van de CITO toetsen. Kinderen die dalen in hun score (b.v. van I naar III). Kinderen die meer aankunnen en verdiepingsstof nodig hebben. Kinderen die speciale begeleiding nodig hebben op het gebied van gedrag en/of de sociaal emotionele ontwikkeling. Criteria voor extra hulp buiten de groep indien daar mogelijkheden voor zijn Kinderen die op grond van hun leervermogen extra begeleiding nodig hebben. Kinderen die op grond van hun gedrag extra begeleiding nodig hebben. Deze kinderen hebben al extra hulp in de klas gehad zoals hierboven beschreven. De duur van de hulp is afhankelijk van het kind, de situatie en de aard van het probleem. CLB (=consultatieve leerling bespreking) Als ouders hiervoor toestemming geven, kan de intern begeleider voor het geven van hulp aan een leerling advies vragen aan een orthopedagoog van DOK-Sneek (=kenniscentrum voor didactiek en orthopedagogiek). Het probleem van uw kind wordt besproken en de CLB-er geeft adviezen. Zij werkt in deze fase niet zelf met het kind: er worden handelingsadviezen aan de leerkracht gegeven. In sommige gevallen nodigen we de ouders uit om bij het gesprek aanwezig te zijn. In alle gevallen houden we u op de hoogte van de inhoud van de gesprekken en de handelingsadviezen. Speciaal zorgarrangement Leerlingen die geen of weinig baat hebben bij de extra zorg kunnen worden aangemeld bij het IAL (Intern Aanmeldingsteam Leerlingenzorg). Op grond van de
20
bespreking van het zorgdossier kan besloten worden tot aanmelding bij het zorgteam. Dit zorgteam adviseert in de verdere begeleiding. Een psychologisch onderzoek behoort tot de mogelijkheden. De aanvraag voor een dergelijk onderzoek wordt door de interne begeleider geregeld. Van het onderzoek wordt een verslag gemaakt door de psycholoog. Dit wordt besproken met de interne begeleider, groepsleerkracht en de ouders. De ouders en de school ontvangen een kopie van het verslag. Stap 4: Advies n.a.v. CLB Naar aanleiding van het CLB- gesprek of psychologisch onderzoek kunnen de volgende maatregelen worden genomen. Voortzetting van de huidige handelswijze aangepast aan de nieuwe onderzoekgegevens. De leerling blijft op school en werkt met een eigen leerlijnen. Als de school zelf geen passende onderwijsplek kan bieden dan wordt samen gekeken naar verwijzing naar een andere basisschool van Palludara. De leerling wordt doorverwezen naar een vorm van speciaal(basis) onderwijs. De leerling wordt voor verder onderzoek doorverwezen naar externe instanties. Ambulante begeleiding Naar aanleiding van een CLB- gesprek of een psychologisch onderzoek kan er advies gevraagd worden vanuit het SBO (speciaal basisonderwijs). Een ambulant begeleider komt dan met ons meekijken en geeft de leerkrachten handelingsadviezen. Dit kan bijvoorbeeld bij het opstellen van een eigen leerlijn of het aanpassen van het onderwijsaanbod. N.B.: Ambulante begeleiding vanuit het SBO is géén verwijzing of beschikking voor het SBO. Ambulante Begeleiding is ook mogelijk op het gebied van gedrag, slechtziend/blindheid, slechthorend/doofheid en medische problematiek. Verwijzing naar S.B.O. (Speciaal Basisonderwijs) Indien de ouders, school en psycholoog tot de conclusie zijn gekomen dat het kind recht heeft op Speciaal Basisonderwijs, vindt aanmelding plaats, via het IAL, bij het CvT, de commissie voor toewijzing. Deze commissie beoordeelt of deze aanmelding terecht is en geeft zo nodig een beschikking af. Hiervoor moeten de ouders en de school nog een aanmeldingsformulier invullen. 5.6 Passend onderwijs Met de invoering van passend onderwijs op 1 augustus 2014 hebben alle scholen van Palludara een zorgplicht gekregen. Dat betekent dat we de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig had, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 meldt u uw kind aan bij de school van uw keuze en heeft de school de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden. De school kijkt hiervoor naar haar eigen mogelijkheden, deze staan beschreven in
21
haar schoolondersteuningsprofiel (SOP) en naar de mogelijkheden van uw kind. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een: - Een andere basisschool van Palludara; - Een andere basisschool in de regio; - Een andere school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Omdat het zorgteam van WSNS is weggevallen en er de mogelijkheid is om een leerling binnen de school te ondersteunen of binnen Palludara te verwijzen is er een intern zorgteam binnen Palludara opgericht. Dit zorgteam, heeft de naam ‘Intern aanmeldingsteam leerlingenzorg’ (IAL). Het IAL is een multidisciplinair team dat door de school ingeschakeld kan worden bij kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het IAL adviseert rond mogelijkheden voor leerlingen zware ondersteuningsbehoefte (zoals extra ondersteuning en verwijzingen). Passend onderwijs is geen inclusief onderwijs. Het speciaal onderwijs (SO en SBO) blijft gewoon bestaan voor leerlingen die dat echt nodig hebben. Binnen Palludara kijken we naar de ondersteuningsbehoefte van onze leerlingen (naar wat ze goed kunnen en nodig hebben) het liefst in het regulier onderwijs. In de visie van het IAL is dan bijvoorbeeld ook te lezen: ´Doel van ons (passend) onderwijs is dat alle leerlingen dicht bij huis hun talenten kunnen ontplooien en dat ze in een ‘zo licht mogelijke’ onderwijssetting geholpen kunnen worden: gewoon waar het kan, bijzonder waar het moet.´ De school blijft altijd aanspreekpunt voor u, als ouder. Voor aanmelding zal aan u als ouders zal altijd expliciet toestemming gevraagd worden. Voor meer informatie kunt u terecht bij de school waar uw kind naartoe gaat. De directeur, intern begeleider en leerkrachten staan u graag te woord. Voor vragen die de school overstijgen kunt u het IAL bereiken op:
[email protected] 5.7 Passend onderwijs en het schoolondersteuningsprofiel. Binnen Palludara vinden we dat ieder kind het verdient om het beste uit zichzelf te kunnen halen, ze hebben recht op het best (passende) onderwijs! Het contact met ouders wordt op onze scholen als zeer waardevol ervaren. U kent uw kind immers het best en weet wat hij of zij nodig heeft. De deuren van onze scholen staan open voor uw ideeën en feedback. Sámen realiseren we het best passende onderwijs. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) legt de school voor tenminste vier jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel is opgesteld door de ouders (medezeggenschap), intern begeleiders, schoolleiding en bestuur van Palludara. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning onze scholen kunnen bieden en welke ambities de scholen hebben voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseren onze scholen welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. 5.8 Samenvatting Palludara: Binnen stichting Palludara is de basisondersteuning voor alle leerlingen op orde. Hiervoor is een hoge beoordeling gegeven (8,7). Ook de ondersteuning aan
22
zorgleerlingen is goed te noemen met een gemiddelde van 8,2. We zijn trots dat het beleid (8,8), de organisatie(9,2) en de resultaten (8,7) zijn zelfs nog hoger beoordeeld zijn. De deskundigheid die ingeroepen kan worden ten behoeve van uw kind is op te splitsen in interne en externe expertise. Er is bijvoorbeeld kwalitatief goede expertise op het gebied van dyslexie, sociale vaardigheden, rekenen en wiskunde, hoogbegaafdheid, ADHD en autisme. Voor hoogbegaafde leerlingen biedt Palludara zelfs een speciale klas aan, ‘de Plusbus’. Leerlingen krijgen hier les passend bij hun ontwikkelingsniveau- en mogelijkheden. Binnen Palludara willen we alle kinderen zo passend mogelijk kunnen begeleiden. Soms winnen we hiervoor advies in bij extern deskundigen. De intern begeleider is de spil wanneer er ondersteuningsvragen rond uw kind zijn en kan –altijd in overleg met u- externe hulp voorstellen om eens met onze scholen mee te denken. De samenwerking met extern deskundigen is binnen Palludara gestructureerd uitgezet. Zo werken we nauw samen met orthopedagogen en psychologen van het Didactisch Orthopedagogisch Kenniscentrum (DOK). Ook is er een goede samenwerking met schoolmaatschappelijk werk, andere basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en scholen voor speciaal basisonderwijs. Samenvattend is over de samenwerking met ketenpartners te zeggen dat deze intensief en regelmatig plaats vindt waar het moet en incidenteel (zoals politie, leerplichtambtenaar) waar het kan. Stichting Palludara is na het analyseren van het SOP zich verder gaan ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs aan het jonge kind (de kleuters). In cursusjaar 2014-2015 zijn er drie specialisten opgeleid die de post hbo- opleiding ‘jonge kind specialist’ hebben gevolgd. Deze kennis wordt gedeeld binnen onze ´Palluversity´. Al onze leerkrachten kunnen zich binnen deze eigen ´academie´ zich komend cursusjaar inschrijven voor cursussen zoals: gedrag, communicatie, NLP, grenzen stellen, systemisch werken en rots en water. Als professionals binnen het onderwijs willen ook ´een leven lang leren´ om alle leerlingen met hun persoonlijke talenten en ondersteuningsbehoeften nog beter te kunnen begeleiden. Afgelopen cursusjaar is in het kader van passend onderwijs een protocol medisch handelen opgesteld zodat voor alle partijen duidelijk is welke mogelijkheden er zijn. Ouders van kinderen die zich voor onze school aanmelden worden hier expliciet op gewezen in het nieuwe aanmeldingsformulier. Ook de met de ouders van kinderen met een medische ondersteuningsbehoefte zullen we over ons nieuwe protocol in gesprek gaan. Het protocol is altijd in te kijken bij de directeur en-of intern begeleider van uw school. Een laatste ontwikkelpunt uit het SOP was dat de kennis en het beleid rond dyscalculie verbeterd kon worden. Hierom heeft Palludara, samen met rekenspecialisten en intern begeleiders binnen onze organisatie, een dyscalculieprotocol opgesteld waarin onze afspraken helder zijn geborgd. Als u het gehele schoolondersteuningsprofiel in wilt kijken of hier eens over van gedachten wilt wisselen: u bent altijd’ van harte welkom op school! 5.9 De begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs
23
Wanneer de kinderen in groep 8 komen, betekent dit dat ze in het laatste jaar zitten van de basisschool. Daarom moet er in dit jaar goed worden nagedacht over een keuze voor het vervolgonderwijs. Gedurende dit schooljaar worden de ouders uitgenodigd om informatie te ontvangen over alle zaken die te maken hebben met de overgang naar het vervolgonderwijs. Deze informatie wordt meestal verstrekt door iemand van Bogerman, Nordwin en het RSG. Verder geven we de kinderen de gelegenheid om de scholen voor voortgezet onderwijs te bezoeken. Gezamenlijk bezoeken we de doe-dag van Bogerman. Na overleg met de leerkracht kunnen ook andere scholen voor voortgezet onderwijs worden bezocht. Een bezoekje aan deze scholen geeft vaak een beter beeld dan een informatiefolder of iets dergelijks. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de procedure rond de schoolkeuzeadvisering veranderd. Het Primair en Voortgezet Onderwijs in Friesland hebben samen een instrument ontwikkeld om de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs te baseren op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de school. Dit is de plaatsingswijzer geworden. Dit betekent dat niet de uitslag van de eindtoets bepalend is, maar de toetsuitslagen van uw kind over de laatste 3 jaren. De resultaten uit het leerlingvolgsysteem van de groepen 6, 7 en 8 vormen de basis voor het schoolkeuze advies. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van uw kind bij begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, technisch lezen en spelling (waarbij de eerste twee onderdelen j het zwaarst mee wegen). Per onderwijsniveau zijn er vier profielen waarop een leerling kan worden aangemeld. Dit heeft ermee te maken dat een leerling niet altijd voldoet aan de eisen, die nodig zijn voor het betreffende onderwijsniveau. De vier profielen staan beschreven op www.plaatsingswijzer.nl De plaatsingswijzer werkt met een nieuw digitaal instrument. Inmiddels zijn onze collega’s van groep 6, 7 en 8 geschoold om hiermee te werken. C.B.S. de Vuurvlinder blijft nog wel een Cotan-geregistreerde eindtoets afnemen. Deze eindtoets krijgt de status van een ‘second opinion’ en wordt gebruikt als aanvullende onderbouwing bij advies en plaatsing. In maart volgt er een individueel schoolkeuzegesprek tussen de leerkracht van groep 8 en de ouders. In goed overleg wordt dan de definitieve schoolkeuze gemaakt. De school verzorgt verder de administratieve afwikkeling. Wij zorgen er voor dat: het aanmeldingsformulier bij de school komt; de school op de hoogte is van de leerprestaties (onderwijskundig rapport); tijdens het schoolkeuzegesprek wordt u op de hoogte gebracht van de inhoud van dit rapport; uitschrijvingsformulieren naar de school van uw keuze worden verzonden. Bij tussentijdse wisseling van school (bv. verhuizing) krijgt u het onderwijskundige rapport en het bewijs van uitschrijving mee. Dit dient u in te leveren op de nieuwe school. 5.10 Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen Toelating Scholen voor bijzonder onderwijs mogen een toelatingsbeleid voeren. In de wet is alleen geregeld dat de toelating niet afhankelijk mag zijn van een geldelijke bijdrage
24
van ouders. Dit wil zeggen dat een leerling niet mag worden geweigerd of verwijderd wanneer ouders weigeren de ouderbijdrage te betalen. Voor het overige mag een bijzondere school dus bepaalde voorwaarden stellen. Wij zijn een Christelijke school. Dit komt in de gesprekken met nieuwe ouders nadrukkelijk aan de orde. Wij verwachten van ouders dat zij onze identiteit op z’n minst respecteren. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, kunnen wij de aangemelde leerling helaas niet toelaten. Verwijdering We hopen dat het nooit nodig zal zijn om een leerling gedwongen van school te verwijderen. Toch doet zich soms een situatie voor waarin verwijdering de enige oplossing is. Bijvoorbeeld bij ernstig en herhaaldelijk wangedrag van een leerling of van de ouders. Voor verwijdering is in de Wet op het Primair Onderwijs een zeer zorgvuldige procedure voorgeschreven. In ons beleidsdocument is dit nader uitgewerkt. Bij een verwijdering zijn ook altijd de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar betrokken. Kort samengevat komt de procedure er op neer dat het bestuur van de school in uiterste instantie een besluit tot verwijdering kan nemen. Hierover moeten de ouders en de betrokken groepsleraar worden gehoord. Daarna wordt een definitief besluit schriftelijk aan de ouders meegedeeld. De ouders hebben dan zes weken de tijd om bezwaar aan te tekenen bij het bestuur. Als de ouders bezwaar maken moeten ze opnieuw worden gehoord, waarna het bestuur een beslissing neemt over het bezwaarschrift. Eventueel kunnen ouders daarna beroep aantekenen bij de rechtbank. Een verwijdering kan pas definitief ingaan als de school ook kan aantonen dat er minimaal gedurende 8 weken is gezocht naar een andere school voor de leerling. Schorsing Soms kan het nodig zijn om een leerling te schorsen gedurende een korte periode. Hierover zal ook altijd overleg met Inspectie en leerplichtambtenaar plaatsvinden. De redenen voor schorsing kunnen dezelfde zijn als die bij verwijdering. Schorsing is meestal de laatste stap voor verwijdering. Verwijzing is geen verwijdering Dit misverstand moeten we hier wegnemen. We spreken over verwijdering wanneer een leerling wegens wangedrag niet meer is te handhaven. Verwijzing wil zeggen dat een leerling wordt geplaatst op het speciaal onderwijs, omdat hij of zij daar beter kan worden geholpen. Ook voor verwijzing geldt een procedure die wettelijk is voorgeschreven. Overleg met de ouders en een onderzoek door een verwijzingscommissie maken hiervan deel uit. Voor verwijzing naar het speciaal onderwijs is altijd de medewerking van de ouders nodig. De verwijzingsprocedure is eveneens op school in te zien. 5.11 Centrum voor Jeugd en gezin Zuidwest-Fryslân
25
Mei-inoar zorgen we voor de beste ontwikkeling van uw kind Wat doe je als je kind regelmatig wordt gepest? Als je zoon niet helemaal lekker in z’n vel zit. Of je dochter last heeft van de scheiding? Elke ouder heeft wel eens een vraag over de opvoeding en het gedrag van een kind. Veel zaken bespreek je met familie en vrienden. Maar soms is dat niet genoeg. U kunt met uw vragen altijd terecht op uw eigen school. Daar werken de intern begeleider, de schoolverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg en de schoolmaatschappelijk werker nauw samen. U kunt één van hen rechtstreeks benaderen wanneer u een vraag heeft. De intern begeleider, de schoolverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker hebben een paar keer per jaar overleg om eventuele zorgen over een kind te bespreken. Ouders en ook leerkrachten kunnen advies vragen aan dit zogenoemde intern zorgoverleg (IZO). Vragen kunnen gaan over de lichamelijke ontwikkeling, de sociale ontwikkeling, emotionele problemen, gedrag; kortom alles waar een kind of gezin thuis, op school of in de vrije tijd mee te maken kan krijgen. Als u wilt kunt u hierbij aanwezig zijn, u kent uw kind immers het beste. Samen met u willen we er voor zorgen dat uw kinderen zich goed kunnen ontwikkelen. Betere samenwerking tussen professionals Er zijn in Fryslân veel organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet goed wie hulp verleent aan welk kind of gezin. Dat is jammer, want hulp werkt pas echt als instellingen met elkaar afstemmen en de problemen samen met u oplossen. Daarom is de Verwijsindex ingevoerd. De verwijsindex is een digitaal hulpmiddel om snel de hulp of ondersteuning op gang te brengen. Professionals kunnen hierin zien wie allemaal betrokken is bij uw kind. In de verwijsindex staat geen inhoudelijke informatie, alleen de naam van de professional(s) en van het kind. Gebiedsteams Vanaf 1 januari 2015 gaan we de samenwerking nog verder verbeteren. Dan zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Om de ondersteuning aan ouders en kinderen (en alle andere inwoners) goed te regelen gaan gemeenten werken met lokale gebiedsteams bij u in de buurt. Het Centrum Jeugd en Gezin gaat op in deze gebiedsteams. Aan het eind van 2014 krijgt u meer informatie over het gebiedsteam bij u in de buurt. U krijgt een overzicht van wie er in het team zit en hoe u hen kunt bereiken. Tot die tijd zijn dit: 26
onze IB-ers: mevr. Aletta Slagter, mevr. Jeanette v.d. Sluis onze SMW-er: mevr. Sibbel de Jong onze verpleegkundige JGZ: Ingrid Fijn Van Draat In het schooljaar 2014-2015 zijn we gestart met een inloopspreekuur met de schoolmaatschappelijk werker en de schoolverpleegkundige. Voor vragen over opvoeding e.d. kunnen ouders hier altijd terecht. De tijden hiervoor vindt u in de nieuwsbrief en op de website. www.cjg-zwf.nl 0900-2541254 De Meldcode Als leerkracht, intern begeleider of directeur kunnen we te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Vanaf 1 juli 2013 zijn we als beroepskrachten verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. De Meldcode beschrijft in vijf stappen wat we moeten doen bij vermoedens van geweld. We volgen dit stappenplan als wij vermoeden dat de thuissituatie van een kind onveilig is. Bij stichting Palludara werken we vanaf juli 2013 met de Meldcode omdat we het belangrijk vinden dat we met elkaar alert zijn en goed kunnen handelen in geval van een onveilige thuissituatie van een kind. Protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ligt altijd ter inzage op school. 5.12 Protocol seksuele intimidatie Inleiding Leerlingen en personeel kunnen alleen goed functioneren als zij zich op school veilig voelen. Seksuele intimidatie leidt tot gevoelens van onveiligheid. Leerlingen en personeelsleden die hiermee worden geconfronteerd, verzuimen, worden ziek en verlaten voortijdig de school. Begripsomschrijving Seksuele intimidatie is ongewenste seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag. Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat ervaren als ongewenst en onplezierig. Seksueel intimiderend gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Bij seksueel misbruik kan ook sprake zijn van ontucht, aanranding of verkrachting. Dit zijn delicten en vallen onder het strafrecht.
Klachtenregeling en vertrouwenspersoon In de schoolgids is een klachtenregeling opgenomen en staat ook de naam vermeld van de contactpersoon van de school. De contactpersoon verwijst zo nodig naar de vertrouwenspersonen en/of de klachtencommissie. Vertrouwensinspecteur
27
De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of worden geconfronteerd met seksuele intimidatie tegen andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur adviseert over te nemen stappen en verleent bijstand bij het zoeken van oplossingen. Aangifteplicht en meldplicht. Het bestuur van een school is verplicht om aangifte te doen van een vermoeden van seksueel misbruik van een leerling. Daarnaast is het bestuur verplicht dit te melden bij de Onderwijsinspectie. Als op school een redelijk vermoeden bestaat dat een personeelslid zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie of seksueel misbruik, moet het bevoegde gezag overleg voeren met de vertrouwensinspecteur. Als de inspecteur dit redelijke vermoeden deelt, moeten de ouders onmiddellijk van het vermoeden op de hoogte worden gesteld. Al het personeel in de school heeft een meldingsplicht om een vermoeden te melden bij het bevoegde gezag. Preventie, signalering, omgaan met de gevolgen: In alle gevallen moeten leerlingen tegen misbruik, intimidatie en geweld worden beschermd. In het handelen hoort daarom het belang van het kind voorop te staan. Een veilig schoolklimaat, duidelijke regels, een sfeer van vertrouwen zijn bijzonder belangrijk. Maar wat te doen als het vermoeden onjuist blijkt te zijn? Beschuldigingen van seksuele intimidatie of seksueel misbruik hebben zeer ingrijpende gevolgen voor de school en zeker voor de aangeklaagde. Het is van groot belang dat het personeelslid zich voldoende gerehabiliteerd voelt. Een dergelijk traject wordt in overleg met de valselijk beschuldigde samengesteld. Mogelijkheden zijn: een brief aan de ouders, een teamgesprek, een leerlingenbijeenkomst. Ook moet gekeken worden naar de aanklager. Mogelijke maatregelen zijn: Openbaar aanbieden van excuses, schorsing of verwijdering. Stappenplan 1. Bij het waarnemen van tekenen die wijzen op seksueel misbruik of seksuele intimidatie meldt men dit direct aan de directeur of diens vervanger. 2. De directeur of diens vervanger brengt de bestuurder op de hoogte. 3. De directeur overlegt met de vertrouwensinspecteur over de te nemen vervolgstappen: a. wie informeert de betrokkenen en hoe; b. wie ondersteunt de klager en de ouders tijdens het onderzoek; c. wie ondersteunt de aangeklaagde tijdens het onderzoek; d. moet de aangeklaagde andere werkzaamheden gaan verrichten of geschorst worden; e. moeten personeel, ouders en de leerlingen worden geïnformeerd en in welke mate. 4. Er wordt vastgesteld dat er een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is. 5. De directeur informeert (ouders van) klager en aangeklaagde dat aangifte wordt gedaan. 6. De bestuurder wordt volledig geïnformeerd in het verdere traject.
28
7. De locatiedirecteur doet aangifte bij de politie en handelt verder in nauw overleg met de vertrouwensinspecteur en bestuurder. Als na justitieel onderzoek blijkt dat de aanklacht op valse gronden is ingediend, dan biedt het bevoegde gezag de aangeklaagde een rehabilitatietraject aan. Op school is het beleidsplan Sociale veiligheid aanwezig. Hierin staan afspraken op stichtingsniveau omschreven. Dit beleidsplan is goedgekeurd door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 5.13 Protocol gebruik mobiele telefoon In deze moderne tijd heeft (bijna) iedereen, jong en oud een mobiele telefoon. De huidige mobiele telefoons hebben veel mogelijkheden. Naast bellen kun je o.a. er mee filmen en foto’s maken. Om de privacy van alle kinderen, ouders en personeel te waarborgen hebben we over het gebruik van mobiele telefoon de volgende afspraken gemaakt. Afspraken: Het is voor de leerlingen van CBS de Vuurvlinder niet toegestaan om een mobiele telefoon zichtbaar bij zich te hebben. Voor uitzonderingen op deze regel, kan men bij de directie een goed onderbouwd schriftelijk verzoek indienen. De directie zal naar aanleiding hiervan een besluit nemen. Wanneer de directie besluit toestemming te geven dan gelden de volgende afspraken. 1. Verlies, diefstal of schade van/aan een mobiele telefoon is voor eigen risico. 2. Op het schoolplein en binnen het schoolgebouw is het toestel uitgeschakeld. 3. De mobiele telefoon is niet zichtbaar aanwezig. Bij overtreding zal de mobiele telefoon door de leerkracht of de directie in beslag genomen worden. De ouders kunnen het toestel dan op school komen ophalen. Voor leerkrachten, onderwijs ondersteunend personeel en stagiaires geldt dat zij hun mobiele telefoon uit hebben staan onder schooltijd.
29
6. DE LERAREN 6.1 Wijze van vervanging bij ziekte en bapo Het is niet meer zoals vroeger dat elke leerkracht vijf dagen per week werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. Een aantal groepen heeft 2 leerkrachten. We proberen het zo te regelen dat die leerkrachten elkaar vervangen bij ziekte of verlof, zodat er niet teveel verschillende leerkrachten voor een groep komen te staan. Bovendien hebben sommige leerkrachten ook recht op Bapo. Leerkrachten van de bovenbouw worden meestal vervangen door een vaste leerkracht. Gelukkig heeft onze school een lijst met vervangers, waar we bij ziekte van een leerkracht een beroep op kunnen doen. Indien de lijst met invalleerkrachten niet toereikend meer is, dan kan het zijn dat wij u verzoeken uw kind thuis te houden. Met behulp van een opgestelde “telefoonboom” per groep is het mogelijk om u in een kort tijdsbestek telefonisch op de hoogte te stellen van onvoorziene omstandigheden of ziekte van een leerkracht. U ontvangt de “telefoonboom” aan het begin van het cursusjaar. Bij de startgroepen zal deze lijst telkens worden aangepast. 6.2 Begeleiding van stagiaires Onze school staat open voor de stagiaires van de lerarenopleiding hogeschool Stenden. We willen hen graag in de gelegenheid stellen om ervaring op te doen in de praktijk en hen te begeleiden bij hun lesopdrachten. De leerkracht van de groep waarin de student stage loopt treedt op als mentor. Stagiaires kunnen lessen van hun mentor observeren en hun eigen lessen worden gezamenlijk gepland en geëvalueerd. Indien mogelijk is er op onze school ook ruimte voor een lio-stagiaire. (leraar in opleiding) Deze stagiaire neemt een gedeelte van de week de lessen over van de leerkracht. Tevens zijn stagiaires van de Friese Poort bij ons op school als extra handen in de groep van harte welkom. 6.3 Nascholing van leraren Ieder jaar is er voor leerkrachten een groot aanbod van nascholingscursussen. Om ervoor te zorgen dat bepaalde onderwijsvernieuwingen binnen de eigen school worden ingevoerd, is het belangrijk dat de leerkrachten regelmatig op cursus gaan. Nascholing kan slechts in beperkte mate onder schooltijd plaatsvinden. Wettelijk zijn we gebonden aan een minimum aantal lesuren, dat een kind jaarlijks moet ontvangen. Een aantal collega’s volgt naar aanleiding van de eigen persoonlijke ontwikkeling een individuele nascholing. Meestal vindt deze scholing “in company” plaats en wordt gegeven door een collega met expertise. Vanaf 2015-2016 is sprake van een eigen “Palluversity”. Collega`s kunnen zich bij aanvang van het cursusjaar inschrijven voor deze “Palluversity”.
30
7. DE OUDERS 7.1 Het belang van betrokkenheid van ouders We vinden het belangrijk dat ouders betrokken worden bij het leerproces en de ontwikkeling van hun kind(eren). Op school zijn we niet alleen met onderwijs in de elders aangegeven vakgebieden bezig, maar ook opvoedkundige zaken komen dikwijls aan de orde. Het is belangrijk dat onderwijs en opvoeding op elkaar aansluiten. 7.2 Informatievoorziening aan de ouders - Informatieavonden In bepaalde ‘bijzondere’ groepen (denk aan groep 3 en 8) kunnen er informatieavonden worden georganiseerd, waarin de leerkracht o.a. vertelt hoe het jaar eruit zal komen te zien. - Maandinfo Aan het eind van elke maand ontvangt u via de mail het maandelijkse informatiebulletin (Vuurvlindernieuws). Dit is een nieuwsbrief waarin u op de hoogte wordt gebracht van de diverse activiteiten en wetenswaardigheden voor de komende maand. U kunt de maandinfo ook vinden op onze website: www.cbsdevuurvlinder.nl. - Ouderavond Elk jaar organiseert de ouderraad een ouderavond / thema-avond. Hier worden, als dit nodig is, verkiezingen gehouden voor nieuwe leden van de ouderraad / medezeggenschapsraad. Na de pauze is er meestal nog gelegenheid om van gedachten te wisselen over een bepaald thema. -Internetsite: Actuele informatie en verslagen en foto’s van schoolse activiteiten zijn te vinden op onze site www.cbsdevuurvlinder.nl. Per leerjaar/groep kunt u ook de laatste nieuwtjes lezen of leuke foto’s zien. -Leerling-panel: Een leerling-panel is een open gesprek van kinderen met de schoolleiding. In dit panel zitten leerlingen van de groepen 6 t/m 8, een ouder (uit OR of MZR) en iemand van de schoolleiding. De leerlingen mogen gesprekspunten inbrengen. 7.3 Inspraak (ouderraad en medezeggenschapsraad) Ook op onze school hebben we een ouderraad en een medezeggenschapsraad. De ouderraad bestaat uit ouders die door ouders gekozen zijn. De ouderraad kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester. In principe vergadert de ouderraad iedere maand. De zittingsduur is drie jaar, maar men kan zich eenmaal herkiesbaar stellen voor nog een periode van drie jaar. Taken van de ouderraad
31
-
adviseren aan de M.R., vooral over aangelegenheden die de ouders in het bijzonder aangaan het verlenen van medewerking aan binnen- en buitenschoolse activiteiten
De medezeggenschap bestaat uit 4 ouders en 4 teamleden. Dit zijn ouders die door ouders zijn gekozen. De teamleden worden door het personeel gekozen. De medezeggenschapsraad kiest uit haar midden een voorzitter en secretaris. In principe vergadert de medezeggenschapsraad 1x in de 6 weken. De zittingsduur is 3 jaar, maar men kan zich herkiesbaar stellen voor nog een periode van 3 jaar. Taken / bevoegdheden van de medezeggenschapsraad - De medezeggenschapsraad mag instemmen en /of advies geven over voorgenomen besluiten van het bestuur. - De medezeggenschapsraad vertegenwoordigt daarbij de belangen van het personeel en de ouders.
7.6 Schoolverzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren
32
of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. N.B. Bovengenoemde verzekeringen kunnen nooit in de plaats komen van uw eigen verzekering. 7.7 Klachtenregeling Klachtenprocedure (volgens de landelijk vastgestelde klachtenregeling). Waar moet u zijn indien u een klacht heeft over zaken die de school betreffen? 1. In de eerste plaats hopen wij, dat u de problemen met de betrokkene zelf bespreekt. Zijn de problemen op dit niveau niet op te lossen, dan kunt u uw beklag doen bij de directeur. 2. Mocht het zo zijn, dat u ook met de directie niet tot een oplossing van uw probleem/klacht komt, dan kunt u zich in verbinding stellen met de contactpersoon van de school. 3. De contactpersoon van onze school is: E. Schouten Spijkerboor 26 0515-427103 Zij zal u doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon. Palludara heeft twee personen bereid gevonden deze taak op zich te nemen. 4. De vertrouwenspersonen kunnen de klacht via bemiddeling zelf proberen op te lossen, of u begeleiden bij een verdere procedure. 5. U komt dan mogelijk terecht bij de klachtencommissie. Deze commissie is verplicht volgens onderstaand schema te werken: • Mededeling aan (binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht) a. klager b. aangeklaagde c. bevoegd gezag • Binnen vier weken na ontvangst van de klacht een hoorzitting organiseren • Binnen vier weken na de hoorzitting advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. Het bevoegde gezag neemt binnen vier weken na ontvangst van het advies (inclusief reactiemogelijkheid van de aangeklaagde) een besluit en doet mededeling daarvan aan: a. klager b. aangeklaagde c. klachtencommissie d. directie van de school Adres Landelijke Klachtencommissie: Postbus 907 2270 AX Voorburg Tel: 070-3481180
33
8. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school We zijn als schoolteam voortdurend bezig het onderwijs op onze school te verbeteren en aan te passen aan de eigentijdse normen. Uit onderzoek is gebleken dat het wel degelijk uitmaakt hoe een leerkracht les geeft: de ene leerkracht brengt kinderen tot betere prestaties dan de andere. De wijze waarop instructie, uitleg wordt gegeven is daarbij zeer belangrijk. De komende periode gaan we onze deskundigheid op het gebied van begrijpend lezen, rekenen en spelling vergroten en uitbouwen. Met deze teamscholing willen we de scores van de leerprestaties positief beïnvloeden. In 1998 is een deel van het team begonnen met het bas-project (=bouwen aan een adaptieve school). Samen met begeleiders van het Seminarium voor de Orthopedagogiek bouwen we aan een adaptieve school. Het bas-project gaat uit van een bepaald idee over kinderen. Uitgangspunten zijn: Relatie – Ik ben iemand waar anderen op gesteld zijn; er zijn mensen die me waarderen, die vertrouwen in mij hebben. Autonomie – Ik ben iemand die zelfstandig bepaalde dingen kan doen, zonder steeds hulp van anderen nodig te hebben. Competentie – Ik ben iemand die de dingen die ik zelfstandig doe, ook nog eens goed kan doen. Om aan deze basisbehoeften te voldoen zijn 3 leerkrachtaspecten van groot belang. Interactie – de manier waarop wordt omgegaan met de kinderen. Klassenmanagement – de manier waarop de groep georganiseerd is. Instructie – de manier van uitleggen. Ook de komende periode willen we ons op c.b.s. de Vuurvlinder sterk maken voor adaptief onderwijs. Vanuit de bestaande bas-matrix zullen jaarlijks opnieuw 4 à 5 cellen worden herschreven. Ook is er aandacht voor Bas+, een uitbreiding van het project, met aandacht voor interactie met leerlingen en ouders. De nascholingsplannen staan uitvoerig beschreven in de bijlage van de schoolgids en ook in het schooljaarplan. Beide documenten zijn ook terug te vinden op de website www.cbsdevuurvlinder.nl Leefstijl: De belangstelling voor sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs neemt sterk toe. Op school willen we ongewenst gedrag voorkomen en probleemgedrag bestrijden. Leefstijl is een programma waardoor leerlingen zich bewust worden van waarden en normen. Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in de praktijk door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van “goed omgaan met elkaar” versterken. Leefstijl sluit aan bij de kerndoelen voor gezond en redzaam gedrag. Leefstijllessen zijn structureel ingepast in de weekroosters van alle groepen. We hopen met deze methode een duidelijke
34
structuur te kunnen aanbieden in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. 8.2 Ouderactiviteiten We stellen het erg op prijs als ouders bereid zijn om mee te helpen bij activiteiten op school. We kunnen meestal wel hulp gebruiken bij: o.a, computers, expressielessen, ophalen van oud papier, luizen-ouders en begeleiding bij sportdagen en excursies. Om ouderhulp bij diverse activiteiten vlot en goed te kunnen organiseren werken we met een klassenouder per groep. De klassenouder vraagt ouders van de groep om te helpen bij een activiteit. U kunt u aan het begin van het schooljaar opgeven als klassenouder of activiteitenouder. Alle vormen van ouderhulp vallen onder verantwoording van de directie. We proberen de drempel voor ouders om de school binnen te komen laag te houden. U bent dus van harte welkom op school als er vragen zijn. Ook eventuele problemen horen we liever van uzelf. 8.3 Zorg voor relatie school en omgeving Scholen werken samen met andere scholen en andere instellingen. Vooral met de Christelijke basisscholen binnen Sneek is er veel overleg. Omdat onze school een stageschool is, hebben we ook regelmatig contact met Stenden hogeschool te Leeuwarden.
35
9. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS In een speciale BAS-map worden de documenten, na vaststelling in het team, opgeborgen. Deze map is een verantwoording van onze wijze van werken op school. Indien u daar prijs op stelt, kunt u deze map op school inzien. De wijze van omgaan met de kinderen is in de loop van het project aanzienlijk veranderd. In alle groepen wordt op de zelfde wijze instructie gegeven. Daarvoor is gekozen voor het model directe instructie. Vervolgens lopen de leerkrachten hun rondes door de klas. Dit noemen we voorspelbaar leerkrachtgedrag. Kinderen die extra hulp behoeven worden aan een instructietafel verder geholpen. De doelstelling van dit alles is om tijd vrij te maken voor de leerling die extra zorg nodig heeft De kinderen ervaren deze veranderingen als positief. Vooral het zelfstandig leren komt goed over. Het werken met dag- en weektaken geeft de kinderen een duidelijke structuur. Het blijft belangrijk om gemaakte afspraken en veranderingen geregeld te bespreken en bij te stellen. We werken binnen Palludara met een eigen kwaliteitszorgsysteem. Dit kwaliteitszorgsysteem is in samenwerking met het Seminarium van orthopedagogiek ontwikkeld. De bestaande bas-documenten dienen als uitgangspunt. Jaarlijks worden een aantal domeinen behandeld en geborgd. Binnen 4 à 5 jaar moeten alle domeinen aan bod zijn gekomen. Met behulp van dit kwaliteitszorgsysteem willen we ons onderwijs voortdurend verbeteren. Voor verschillende groepen moeten minimumdoelen worden vastgesteld. Door gebruik te maken van moderne methoden en analyses te maken van de toetsresultaten, kunnen acties ondernomen worden op groeps- of schoolniveau. Voor de periode 2015-2019 is een schoolplan aanwezig. Dit plan is een intern stuk waarin doelstellingen en prioriteiten zijn aangegeven. Afgeleide hiervan is het schooljaarplan waarin doelstellingen en actiepunten concreet worden geformuleerd. Schoolplan en schooljaarplan zijn in te zien op onze website; www.cbsdevuurvlinder.nl
36
10
LEERPLICHT EN VERLOFREGELING
10.1 Leerplicht en verlofregeling Kinderen komen vanaf hun vierde verjaardag naar de basisschool. Nu kan een schoolweek van 23,5 uur voor een 4- of 5-jarige kleuter nog wel eens vermoeiend zijn en die kleuter mag dan ook thuisblijven voor ten hoogste 5 uur per week. Als de ouders er om vragen, mag een kleuter met toestemming van de directeur, zelfs 10 uur thuis worden gehouden, maar deze uren mogen niet worden opgespaard. De gemeente Sùdwest Fryslan heeft er bij de scholen op aangedrongen een actief leerplichtbeleid te gaan voeren. Daarbij moeten we er vanuit gaan dat u slechts in uitzonderingsgevallen toegestaan kan worden uw leerplichtige kinderen niet naar school te laten gaan. Enkele van deze “gewichtige omstandigheden” zijn in de wet als volgt omschreven: o als de school gesloten is. o als bezoek aan de school verboden is. o als de leerling wegens ziekte verhinderd is de school te bezoeken. Daarnaast wordt in de wet gesproken over “andere gewichtige omstandigheden” Het college van Burgemeester en Wethouders houdt toezicht op een goede naleving van de Leerplichtwet. Daarvoor zijn regels opgesteld. Ouders kunnen een verzoek voor extra dag verlof indienen wanneer een van de volgende omstandigheden zich voordoet: o voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan plaatsvinden. o bij verhuizing van het gezin. o het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten. o overlijden van bloed- of aanverwanten. o bij bevalling van de moeder, verzorgster of voogdes. o bij 12,5, 25, 40, 50, 60 jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten. o bij ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten. (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of de leerplichtambtenaar) Voor “andere gewichtige omstandigheden” die niet onder bovengenoemde punten vallen kan, in overleg met de directie, maximaal 1 dag per schooljaar vrij gegeven worden. Aanvraag bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren. De leerplichtambtenaar van de gemeente Sùdwest Fryslan behandelt verlofaanvragen wegens “andere gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 dagen (over het hele schooljaar). U kunt geen vrij vragen voor een vakantie buiten de schoolvakanties. Er zijn 11 weken schoolvakantie per jaar. Als uw kind(eren) leerplichtig is (zijn) moet u daar dus rekening mee houden. De eerste twee weken na de zomervakantie mag geen vakantieverlof worden verleend.
37
Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (een van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft dan de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Aanvraag minimaal acht weken van tevoren bij de directeur van de school indienen. De verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan. De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Voor huwelijk en jubileum e.a. geldt een dag vrij. Als er ver gereisd moet worden kan er nog een dag bij komen. Wilt u, voordat u tot het indienen van een verzoek om verlof besluit, eerst bovenstaande regels goed lezen. Dit voorkomt problemen. Wanneer een leerling door ziekte niet op school kan komen, doe dan zo spoedig mogelijk (telefonisch)bericht aan de groepsleerkracht of de directeur. Bezoek aan met name de tandarts dient zoveel mogelijk buiten de schooluren plaats te vinden. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Incidenteel kan het voorkomen dat een leerling (vanwege de gezondheid) niet aan een bepaald lesonderdeel kan deelnemen. Wij vragen u vriendelijk doch dringend dit vooraf middels een briefje kenbaar te maken. 10.2
Handelswijze bij niet afgemelde leerlingen
In het team zijn hierover de volgende afspraken gemaakt:
Controleer of er telefonisch contact is geweest met de school. Check bij broertje en/of zusje in een andere groep. Contact opnemen met de ouders / verzorgers. Zo snel als mogelijk moet duidelijk zijn waarom de leerling niet aanwezig is. Bij geen contact met de ouders, als “ongeoorloofd” op de absentielijst vermelden.
38