Inhoudstafel 5_1832_1 - Wetsvoorstel met betrekking tot derechtspleging voor het Hof van Cassatiein strafzaken(Ingediend door de heer Francis Delpérée) ........................................................2 5_1832_2 - Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken - AMENDEMENTEN..........................................................................................40 5_1832_3 - Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het hof van cassatie in strafzaken - AMENDEMENTEN ........................................................................................42 5_1832_4 - Wetsvoorstel met betrekking tot rechtspleging voor het Hof Cassatie in strafzaken - VERSLAG NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR DE HEER LAAOUEJ.......................................................................................73 5_1832_5 - Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken - TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE.............................................................................................................................................135 5_1832_6 - Wetsontwerp met betrekking tot rechtspleging voor het Hof Cassatie in strafzaken - TEKST AANGENOMEN IN PLENAIRE VERGADERING EN OVERGEZONDEN AAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (1)..........................148 53K3065001 - WETSONTWERPmet betrekking tot de rechtsplegingvoor het Hof van Cassatie in strafzaken - ontwerp overgezonden door de Senaat ................................................149 53K3065002 - WETSONTWERPmet betrekking tot de rechtsplegingvoor het Hof van Cassatie in strafzaken - Amendement..........................................................................................165 53K3065003 - WETSONTWERP met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken - verslag NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOORDE HEER Christian BROTCORNEEN MEVROUW Sophie DE WIT................................................................................................................................................166 53K3065004 - WETSONTWERP met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken - TEKST VERBETERDDOOR DE COMMISSIEVOOR DE JUSTITIE.......................................................................................................................................185 53K3065005 - WETSONTWERP met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken - TEKST AANGENOMEN IN PLENAIREVERGADERING EN AAN DE KONING TERBEKRACHTIGING VOORGELEGD .........................................................200 5_118 - Parlementaire Handelingen....................................................................................................202 14 FEBRUARI 2014. — Wet met betrekking tot de rechtsplegingvoor het Hof van Cassatie in strafzaken (1) - B.S. 27 februari 2014...............................................................................270 dossierfiche Senaat.............................................................................................................................276
5 - 1832/1
5 - 1832/1
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
7 NOVEMBRE 2012
7 NOVEMBER 2012
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
(Déposée par M. Francis Delpérée)
(Ingediend door de heer Francis Delpérée)
DÉVELOPPEMENTS
TOELICHTING
La Cour de cassation a pour mission fondamentale de veiller à ce que les juges procurent une interprétation pertinente de la loi et en assurent une correcte application. Comme le précise l'article 147 de la Constitution, il ne lui revient pas, par contre, de connaître du fond des affaires.
Het Hof van Cassatie heeft als essentiële opdracht erop toe te zien dat de rechters de wet juist interpreteren en instaan voor de correcte toepassing ervan. Zoals bepaald in artikel 147 van de Grondwet kan het echter niet in de beoordeling van de zaken zelf treden.
1. Dans sa forme actuelle, le Code d'instruction criminelle ne règle pas de manière cohérente la procédure pénale devant la Cour de cassation. La matière est régie aujourd'hui par une série de dispositions éparpillées, au libellé parfois obscur.
1. Het huidige Wetboek van strafvordering bevat geen coherente regeling voor de procedure voor het Hof van Cassatie in strafzaken. Die materie wordt nu geregeld door een reeks verspreide bepalingen, in soms onduidelijke bewoordingen.
Ces dispositions doivent être rassemblées. La rédaction de certaines d'entre elles doit, par ailleurs, être rajeunie.
Die bepalingen moeten worden samengebracht. Tevens moet de tekst van sommige ervan worden opgefrist.
Une procédure définie avec clarté peut, en effet, aider la Cour dans l'exercice de ses tâches. Elle peut éclairer les juges du fond sur les conditions dans lesquelles la Cour assumera sa mission. Elle peut informer les justiciables sur les droits et devoirs qui leur reviennent lorsqu'ils comptent introduire un pourvoi en cassation. De manière générale, elle peut contribuer à ce que la justice soit mieux rendue, dans des conditions de transparence, de cohérence et de diligence qui répondent aux exigences de la société.
Een duidelijk bepaalde rechtspleging kan het Hof immers helpen bij het uitoefenen van zijn taak. Ze kan de bodemrechters duidelijk maken onder welke voorwaarden het Hof zijn taak op zich zal nemen. Ze kan de rechtzoekenden informeren over de rechten en plichten die ze hebben wanneer ze in cassatieberoep willen gaan. Algemeen kan ze ertoe bijdragen dat er beter recht wordt gesproken, op transparante, coherente en nauwkeurige wijze, zoals de samenleving dat verwacht.
C'est à cet effort de clarification que procède la présente proposition.
Dit voorstel strekt ertoe verheldering aan te brengen.
Celle-ci n'intègre pas divers régimes particuliers, dont la spécificité même plaide pour leur maintien hors du texte général proposé. Demeurent ainsi intacts les dispositions de la loi du 20 juillet 1990 relative à la
Een aantal bijzondere regelingen zijn er niet in opgenomen, omdat ze door hun specifieke aard beter buiten de voorgestelde algemene tekst blijven. Ongewijzigd blijven derhalve de bepalingen van de wet van
5-1832/1 - 2012/2013
(2)
détention préventive, le régime dérogatoire des lois du 17 mai 2006 (1) et du 21 avril 2007 (2), les dispositions dérogatoires de l'arrêté royal no 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités (3), ainsi que les lois du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des ministres (4).
20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, de afwijkende regeling van de wetten van 17 mei 2006 (1) en van 21 april 2007 (2), de afwijkende bepalingen van koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen (3), alsook de wetten 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers (4).
2. La modernisation envisagée ne peut ignorer la difficulté majeure à laquelle la Cour de cassation se trouve aujourd'hui confrontée, à savoir l'afflux considérable des pourvois en matière criminelle, correctionnelle et de police. Pour la Cour, il est de plus en plus difficile d'accomplir valablement sa mission — dire le droit, donner des indications au juge du fond, lui procurer rapidement une interprétation authentique du droit. Si l'on veut permettre à la Cour de continuer à rendre des arrêts pénaux de qualité, il faut adopter des solutions propres à contenir l'afflux des pourvois.
2. De voorgestelde modernisering kan het grootste probleem waarmee het Hof van Cassatie vandaag wordt geconfronteerd, namelijk de aanzienlijke toevloed van cassatieberoepen in criminele en correctionele zaken en in politiezaken, niet buiten beschouwing laten. Het wordt voor het Hof steeds moeilijker zijn taak te vervullen — recht spreken, de bodemrechter aanwijzingen geven, hem snel een authentieke interpretatie van het recht verschaffen. Indien men het Hof de mogelijkheid wil geven kwaliteitsvolle arresten in strafzaken te blijven vellen, moet men oplossingen vinden die de toestroom van cassatieberoepen indijken.
Le remède le plus efficace et le moins coûteux, de ce point de vue, consiste à travailler sur la procédure devant la Cour et sur l'accès à cette dernière. La démarche, mise en œuvre dans l'ordre juridique français, a donné d'excellents résultats : un formalisme procédural y a été instauré, qui a permis à la Cour de cassation de France de répondre aux pourvois dont elle était saisie en matière pénale.
In dat verband is de meest efficiënte en goedkoopste oplossing te sleutelen aan de procedure voor het Hof en aan de toegang tot die procedure. De aanpak die men in de Franse rechtsorde heeft toegepast, heeft uitstekende resultaten opgeleverd : er werd een procedureel formalisme ingesteld, waardoor het Franse Hof van Cassatie aanhangig gemaakte cassatieberoepen in strafzaken nu aankan.
La présente proposition privilégie elle aussi cette orientation. Plusieurs options parmi celles qu'elle consacre vont en ce sens :
Dit voorstel kiest eveneens voor die aanpak. Verscheidene van de erin gemaakte keuzes gaan die richting uit :
(1) Loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine, articles 96-98, tels que modifiés par la loi du 26 avril 2007 relative à la mise à disposition du tribunal de l'application des peines et par la loi du 6 février 2009 modifiant l'article 97 de la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine. (2) Loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, articles 115-117, tels que modifiés par la loi du 21 janvier 2009 modifiant l'article 116 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental. (3) Arrêté royal no 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, article 3bis, § 7.
(1) Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, artikelen 96-98, zoals gewijzigd bij de wet van 26 april 2007 betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank en bij de wet van 6 februari 2009 tot wijziging van artikel 97 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten. (2) Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, artikelen 115-117, zoals gewijzigd bij de wet van 21 januari 2009 tot wijziging van artikel 116 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis. (3) Koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, artikel 3bis, § 7. (4) Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers, artikel 27; bijzondere wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leden van een gemeenschaps- of gewestregering, artikel 27.
(4) Loi du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des ministres, article 27; loi spéciale du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des membres des gouvernements de communauté ou de région, article 27.
(3)
5-1832/1 - 2012/2013
— la restriction des possibilités de former un pourvoi immédiat, sans attendre l'arrêt ou le jugement définitif, de manière à éviter qu'un procès puisse être intenté au procès avant l'achèvement de ce dernier (article 420 proposé — article 25 de la proposition);
— de beperking van de mogelijkheden om onmiddellijk cassatieberoep aan te tekenen zonder het definitieve arrest of vonnis af te wachten, zodat voorkomen wordt dat een cassatie wordt ingesteld in een geding dat nog niet afgelopen is (voorgesteld artikel 420 — artikel 25 van het voorstel);
— l'introduction d'un mécanisme de couverture générale des nullités (article 431 proposé — article 38 de la proposition);
— het instellen van een mechanisme van algemene dekking van de nietigheden (voorgesteld artikel 431 — artikel 38 van het voorstel);
— la disparition de la requête en cassation, introduite auprès du tribunal qui a rendu la décision attaquée, afin de ne laisser subsister comme mode d'introduction du pourvoi que le mémoire déposé directement devant la Cour (article 432 proposé — article 39 de la proposition);
— het verdwijnen van het cassatieverzoek, dat wordt ingediend bij de rechtbank die de betwiste beslissing heeft genomen, zodat alleen nog cassatieberoep kan worden ingesteld door middel van een memorie, die onmiddellijk bij het Hof wordt ingediend (voorgesteld artikel 432 — artikel 39 van het voorstel);
— l'intervention de l'avocat comme condition de recevabilité du mémoire mais aussi de la déclaration de pourvoi qui précède le dépôt de celui-ci (articles 432 et 426 proposés — articles 39 et 33);
— het optreden van de advocaat als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de memorie, maar ook voor de verklaring van cassatieberoep, die de indiening ervan voorafgaat (voorgestelde artikelen 432 en 426 — artikelen 39 en 33);
— l'obligation de principe de signifier le pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé, en ce compris l'obligation faite à la personne poursuivie de signifier à la partie civile le pourvoi qu'elle forme contre la décision rendue sur l'action civile (article 429 proposé — article 36 de la proposition);
— de principiële verplichting het cassatieberoep te betekenen aan de partij waartegen het gericht is, samen met de verplichting voor de vervolgde persoon om aan de burgerlijke partij het cassatieberoep te betekenen dat hij instelt tegen de beslissing inzake de burgerlijke rechtsvordering (voorgesteld artikel 429 — artikel 36 van het voorstel);
— l'introduction d'une procédure simplifiée de non-admission des pourvois qui ne remplissent pas les conditions de forme requises, via l'octroi au président de section de la faculté de décréter cette non-admission par ordonnance (article 428 proposé — article 35 de la proposition).
— het instellen van een vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen die niet aan de vormvereisten voldoen, door de afdelingsvoorzitter de mogelijkheid te geven die verwerping te bevelen bij beschikking (voorgesteld artikel 428 — artikel 35 van het voorstel).
3. La présente proposition prend pour point de départ le texte de la proposition n 4-1488/1 « relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale », déposée au Sénat le 29 octobre 2009 par Hugo Vandenberghe et consorts.
3. Uitgangspunt van dit voorstel is de tekst van voorstel nr. 4-1488/1 « met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken », dat Hugo Vandenberghe c.s. op 29 oktober 2009 bij de Senaat heeft ingediend.
Elle y apporte un nombre important de modifications et d'ajouts, ceci pour tenir compte à la fois de la réforme de la cour d'assises opérée par la loi du 21 décembre 2009, des amendements déposés au sujet de la proposition no 4-1488/1 (1) et des observations formulées par la section de législation du Conseil d'État en rapport avec celle-ci (2).
Dat voorstel krijgt hier heel wat wijzigingen en toevoegingen, om rekening te houden zowel met de hervorming van het hof van assisen door de wet van 21 december 2009, als met de amendementen die werden ingediend op voorstel nr. 4-1488/1 (1) en met de opmerkingen van de afdeling wetgeving van de Raad van State bij dat voorstel (2).
(1) Doc. parl., Sén., sess. ord. 2009-2010, no 1488/4. (2) Doc. parl., Sén., sess. ord. 2009-2010, nos 1488/2 et 1488/3.
(1) Stuk Senaat, gewone zitting 2009-2010, nr. 1488/4. (2) Stuk Senaat, gewone zitting 2009-2010, nrs. 1488/2 en 1488/3.
5-1832/1 - 2012/2013 COMMENTAIRE DES ARTICLES
(4) ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Chapitre Ier. Disposition générale
Hoofdstuk I. Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
Toute proposition de loi doit préciser si elle règle une matière visée à l'article 74, à l'article 77 ou à l'article 78 de la Constitution. La présente proposition contient des règles de procédure. Elle relève dès lors de l'article 78 de la Constitution.
Elk wetsvoorstel dient te vermelden of het een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 74, artikel 77 of artikel 78 van de Grondwet. Dit voorstel bevat procedureregels. Het valt dan ook onder artikel 78 van de Grondwet.
Chapitre II. Modifications du Code d'instruction criminelle
Hoofdstuk II. Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Article 2
Artikel 2
L'article 235ter, § 6, du Code d'instruction criminelle concerne le pourvoi en cassation immédiat formé contre l'arrêt rendu par la chambre des mises en accusation à l'issue du contrôle que le même article 235ter confie à celle-ci s'agissant de la régularité des méthodes particulières de recherche d'observation et d'infiltration. Ce paragraphe doit être abrogé, dès lors qu'à la différence de l'article 416 actuel du Code, l'article 420 proposé (article 25 de la proposition) écarte la possibilité d'un pourvoi immédiat dirigé contre les décisions rendues en application de l'article 235ter.
Artikel 235ter, § 6, van het Wetboek van strafvordering betreft het onmiddellijk cassatieberoep tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling na afloop van de controle waarmee hetzelfde artikel 235ter haar belast met betrekking tot de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie. Deze paragraaf moet worden opgeheven, aangezien in tegenstelling tot het huidige artikel 416 van het Wetboek het voorgestelde artikel 420 (artikel 25 van het voorstel) de mogelijkheid van een onmiddellijk cassatieberoep tegen de beslissingen die zijn geveld op grond van artikel 235ter, uitsluit.
Articles 3 à 6
Artikelen 3 tot 6
Les articles 251 à 253 du Code d'instruction criminelle ont trait à la possibilité de former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de la chambre des mises en accusation portant renvoi à la cour d'assises.
De huidige artikelen 251 tot en met 253 van het Wetboek van strafvordering betreffen de mogelijkheid om een cassatieberoep in te stellen tegen de verwijzingsbeschikking van de kamer van inbeschuldigingstelling (K.I.) naar het hof van assisen.
Cette procédure est décrite dans le nouvel article 421 du Code d'instruction criminelle (article 28 de la proposition), qui reprend — avec quelques adaptations — le contenu des articles 251, première phrase, 252 et 253. La proposition de loi introduit par ailleurs un nouvel article 424 relatif aux délais (article 31 de la proposition), disposition générale qui prive d'utilité l'article 251, deuxième phrase.La version actuelle des articles 251, 252 et 253 peut dès lors être supprimée, de même que l'intitulé sous lequel sont regroupées les trois dispositions.
Deze procedure wordt beschreven in het nieuwe artikel 421 van het Wetboek van strafvordering (artikel 28 van het voorstel), dat — in licht gewijzigde vorm — de inhoud van de artikelen 251, eerste volzin, 252 en 253 overneemt. Het wetsvoorstel voert bovendien een nieuw artikel 424 over de termijnen in (artikel 31 van het voorstel), algemene bepaling die artikel 251, tweede volzin, overbodig maakt. De huidige versie van de artikelen 251, 252 en 253 kan dan ook worden geschrapt, alsook het opschrift waaronder de drie bepalingen worden gegroepeerd.
Article 7
Artikel 7
L'article 291 du Code d'instruction criminelle n'a plus lieu d'être compte tenu du mécanisme général de purge des nullités inscrit à l'article 431 proposé
Artikel 291 van het Wetboek van strafvordering is overbodig geworden, rekening houdend met het algemeen mechanisme van de zuivering van de
(5)
5-1832/1 - 2012/2013
(article 38 de la proposition), raison pour laquelle il est abrogé.
nietigheden in het voorgestelde artikel 431 (artikel 38 van het voorstel), en wordt om deze reden opgeheven.
Article 8
Artikel 8
Le contenu de l'article 337, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle est repris dans l'article 422 proposé (article 29 de la proposition). Cet alinéa peut dès lors être abrogé.
De inhoud van artikel 337, derde lid, van het Wetboek van strafvordering staat in het voorgestelde artikel 422 (artikel 29 van het voorstel). Dit lid kan dan ook worden opgeheven.
Article 9
Artikel 9
Le contenu de l'article 359 du Code d'instruction criminelle est repris dans les dispositions générales qui figurent aux articles 424 et 430 proposés (articles 31 et 37 de la proposition). L'article 359 peut dès lors être abrogé.
De inhoud van artikel 359 van het Wetboek van strafvordering staat in de algemene bepalingen in de voorgestelde artikelen 424 en 430 (artikelen 31 en 37 van het voorstel). Artikel 359 kan dan ook worden opgeheven.
Article 10
Artikel 10
Le délai pour se pourvoir en cassation n'est plus fixé par l'article 359 du Code d'instruction criminelle, abrogé, mais par l'article 424 nouveau du Code (article 31 de la proposition). C'est à ce dernier, par conséquent, que l'article 360 doit faire référence.
De termijn om cassatieberoep in te stellen, wordt niet langer vastgesteld door het opgeheven artikel 359 van het Wetboek van strafvordering, maar door het nieuwe artikel 424 van het Wetboek (artikel 31 van het voorstel). Bijgevolg moet artikel 360 naar dit artikel verwijzen.
Article 11
Artikel 11
L'actuel article 407 du Code d'instruction criminelle peut être abrogé compte tenu des articles 416, 430, 431 et 436 proposés (articles 21, 37, 38 et 43 de la proposition de loi).
Het huidige artikel 407 van het Wetboek van strafvordering kan worden opgeheven rekening houdend met de voorgestelde artikelen 416, 430, 431 en 436 (de artikelen 21, 37, 38 en 43 van het wetsvoorstel).
Article 12
Artikel 12
L'article 408 du Code d'instruction criminelle est abrogé. Telle était déjà la solution retenue dans le projet de loi contenant le Code de procédure pénale adopté par le Sénat le 1er décembre 2005 (1).
Artikel 408 van het Wetboek van strafvordering wordt opgeheven. Dit was reeds de oplossing die werd voorgesteld in het wetsontwerp houdende het Wetboek van strafprocesrecht dat door de Senaat werd aangenomen op 1 december 2005 (1).
Pour l'essentiel, en effet, cette disposition entend autoriser, à la faveur du pourvoi contre l'arrêt définitif, la critique de l'arrêt portant renvoi à la cour d'assises et celle de la procédure suivie devant cette dernière.
In hoofdzaak wil de bepaling, ten gunste van de voorziening tegen het definitieve arrest, de kritiek op het arrest van verwijzing naar het hof van assisen en op de procedure voor dit hof toestaan.
Or l'article 420 proposé (article 25 de la proposition) permet d'attaquer l'arrêt de renvoi en même temps que l'arrêt définitif. Par ailleurs, le pouvoir donné à la Cour, par l'article 436 proposé (article 43 de
Het voorgestelde artikel 420 (artikel 25 van het voorstel) maakt het mogelijk het verwijzingsarrest op hetzelfde moment te betwisten als het definitieve arrest. Bovendien impliceert de bevoegdheid die het
(1) Doc. parl., Sén. sess. ord. 2005-2006, no 3-450/25.
(1) Stuk Senaat, gewone zitting 2005-2006, nr. 3-450/25.
5-1832/1 - 2012/2013
(6)
la proposition), d'étendre la cassation au plus ancien acte nul implique le droit pour le demandeur de critiquer tous les actes de la procédure suivie devant la cour d'assises.
voorgestelde artikel 436 (artikel 43 van het voorstel) aan het Hof toekent, namelijk om de vernietiging uit te breiden tot de oudste nietige akte, het recht voor de eiser om alle akten van de procedure voor het hof van assisen te bekritiseren.
Article 13
Artikel 13
La jurisprudence considère que l'article 409 du Code d'instruction criminelle est abrogé, de manière implicite mais certaine, par l'article 410, alinéa 2, du même Code tel que modifié par la loi du 21 décembre 2009. La disposition proposée fait écho à cette jurisprudence en prévoyant l'abrogation explicite de l'article 409.
De rechtspraak oordeelt dat artikel 409 van het Wetboek van strafvordering impliciet maar beslist wordt opgeheven door artikel 410, tweede lid, van hetzelfde Wetboek zoals gewijzigd bij de wet van 21 december 2009. De voorgestelde bepaling weerspiegelt deze rechtspraak door artikel 409 expliciet op te heffen.
Article 14
Artikel 14
L'article 410 du Code d'instruction criminelle est abrogé, conformément à la solution retenue dans le projet de loi contenant le Code de procédure pénale adopté par le Sénat le 1er décembre 2005 (1).
Artikel 410 van het Wetboek van strafvordering wordt opgeheven overeenkomstig de oplossing die werd voorgesteld in het wetsontwerp houdende het Wetboek van strafprocesrecht dat door de Senaat werd aangenomen op 1 december 2005 (1).
Article 15
Artikel 15
Le contenu de l'article 411 du Code d'instruction criminel est repris dans l'article 423 proposé (article 30 de la proposition). L'article 411 peut dès lors être abrogé.
De inhoud van artikel 411 van het Wetboek van strafvordering staat in het voorgestelde artikel 423 (artikel 30 van het voorstel). Artikel 411 kan dan ook worden opgeheven.
Article 16
Artikel 16
L'article 412 du Code d'instruction criminelle est abrogé — comme le prévoyait déjà le projet de loi contenant le Code de procédure pénale adopté par le Sénat le 1er décembre 2005 (2) — dès l'instant où la règle qu'il exprime (« pas de pourvoi sans qualité ») est reprise en des termes plus généraux dans l'article 417 proposé (article 22 de la proposition).
Artikel 412 van het Wetboek van strafvordering wordt opgeheven — zoals reeds werd bepaald in het wetsontwerp houdende het Wetboek van strafprocesrecht dat door de Senaat werd aangenomen op 1 december 2005 (2) — aangezien de regel die hierin is vervat (« geen voorziening zonder hoedanigheid ») in algemenere termen is overgenomen in het voorgestelde artikel 417 (artikel 22 van het voorstel).
Article 17
Artikel 17
L'article 413 du Code d'instruction criminelle n'était pas repris dans le projet de loi contenant le Code de procédure pénale adopté par le Sénat le 1er décembre 2005 (3). Il peut être écarté ici aussi — d'autant que la question traitée par son alinéa 3 est réglée par
Artikel 413 van het Wetboek van strafvordering was niet opgenomen in het wetsontwerp houdende het Wetboek van strafprocesrecht dat door de Senaat werd aangenomen op 1 december 2005 (3). Het kan hier ook worden weggelaten — temeer daar de kwestie die
(1) Doc. parl., Sén. sess. ord. 2005-2006, no 3-450/25. (2) Doc. parl., Sén.sess. ord. 2005-2006, no 3-450/25. (3) Doc. parl., Sén. sess. ord. 2005-2006, no 3-450/25.
(1) Stuk Senaat, gewone zitting 2005-2006, nr. 3-450/25. (2) Stuk Senaat, gewone zitting 2005-2006, nr. 3-450/25. (3) Stuk Senaat, gewone zitting 2005-2006, nr. 3-450/25.
(7)
5-1832/1 - 2012/2013
l'article 425 proposé (article 32 de la proposition) —, à l'exception toutefois de son alinéa 2.
wordt behandeld in het derde lid ervan wordt geregeld door het voorgestelde artikel 425 (artikel 32 van het voorstel) —, met uitzondering echter van het tweede lid.
Cette dernière disposition, bien qu'obscure, s'avère en effet nécessaire.
Deze laatste bepaling blijkt inderdaad noodzakelijk, ook al is ze onduidelijk.
L'hypothèse envisagée est celle où le prévenu ou l'accusé a été acquitté. La procédure qui a abouti à cet acquittement est entachée de nullité pour violation ou omission des formes prescrites afin d'assurer la défense de l'intéressé. Par définition, néanmoins, ceci n'a pas nui à ce dernier — l'acquittement ayant été prononcé.
De hypothese die men hier voor ogen heeft, is die waarbij de verdachte of de beklaagde vrijgesproken is. De procedure die tot deze vrijspraak heeft geleid, is nietig wegens overtreding of verzuim van de voorgeschreven vormen teneinde de verdediging van de betrokkene te garanderen. Niettemin heeft dit de betrokkene per definitie geen schade berokkend, aangezien de vrijspraak is uitgesproken.
En pareil cas, l'article 413, alinéa 2, prévoit que la partie poursuivante ne peut pas se prévaloir, à la place du prévenu ou de l'accusé, de cette violation des droits de la défense qui ne lui a pas porté préjudice.
In dergelijke gevallen bepaalt artikel 413, tweede lid, dat de vervolgende partij zich niet in de plaats van de verdachte of de beklaagde kan beroepen op deze schending van de rechten van de verdediging die hem geen nadeel heeft berokkend.
La présente proposition entend maintenir la règle.
Dit voorstel wil de regel handhaven.
Article 18
Artikel 18
L'article 423 proposé (article 30 de la proposition) reproduit l'actuel article 414 du Code d'instruction criminelle. Ce dernier doit par conséquent être abrogé.
Het voorgestelde artikel 423 (artikel 30 van het voorstel) reproduceert het huidige artikel 411 van het Wetboek van strafvordering. Dat laatste moet bijgevolg worden opgeheven.
Article 19
Artikel 19
La condamnation prévue par l'article 415 du Code d'instruction criminelle apparaît inique et semble ne plus être appliquée. La disposition est donc abrogée. Une solution semblable avait été retenue dans le projet de loi contenant le Code de procédure pénale adopté par le Sénat le 1er décembre 2005, projet dans lequel le même texte n'était pas repris (1).
De veroordeling waarin artikel 415 van het Wetboek van strafvordering voorziet lijkt onrechtvaardig en wordt kennelijk niet meer toegepast. Die bepaling wordt dus opgeheven. Er was een soortgelijke oplossing opgenomen in het wetsontwerp houdende het Wetboek van strafprocesrecht dat de Senaat heeft aangenomen op 1 december 2005, waarin dezelfde tekst niet voorkwam (1).
Article 21
Artikel 21
L'article 416 proposé prévoit que les décisions judiciaires qui donnent ouverture à cassation sont les décisions rendues en dernier ressort.
Het voorgestelde artikel 416 bepaalt dat de gerechtelijke beslissingen waartegen cassatieberoep kan worden ingesteld, de beslissingen zijn die in laatste aanleg zijn gewezen.
À l'heure actuelle, les articles 407, alinéa 1er — disposition abrogée par l'article 11 de la proposition — et 413, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle se contentent d'évoquer les « arrêts et jugements » rendus en dernier ressort. Cette expression est trop restrictive. Il convient de privilégier l'expression
Momenteel volstaan de artikelen 407, eerste lid — bepaling die wordt opgeheven bij artikel 11 van het voorstel — en 413, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering met de vermelding van de « arresten en vonnissen » in laatste aanleg gewezen. Die formulering is te restrictief. De formulering « beslissingen in
(1) Doc. parl., Sén. sess. ord. 2005-2006, no 3-450/25.
(1) Stuk Senaat, gewone zitting 2005-2006, nr. 3-450/25.
5-1832/1 - 2012/2013
(8)
« décisions rendues en dernier ressort », qui est celle retenue par l'article 608 du Code judiciaire.
laatste aanleg gewezen », zoals in artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek, verdient de voorkeur.
Article 22
Artikel 22
Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que contre les décisions qui les concernent. Le Code d'instruction criminelle le prévoit déjà à l'heure actuelle, mais seulement de manière partielle — à propos de la partie civile et dans le contexte des matières criminelles (article 412). Il convient d'y inscrire le principe général suivant lequel la qualité et l'intérêt sont des conditions de recevabilité du pourvoi. Tel est l'objet de l'article 417 proposé, qui doit être mis en rapport avec l'article 17 du Code judiciaire relatif aux conditions de l'action.
De partijen kunnen enkel cassatieberoep instellen tegen de beslissingen die op hen betrekking hebben. Het Wetboek van strafvordering voorziet daar nu reeds in, maar slechts gedeeltelijk — voor de burgerlijke partij en in de context van criminele zaken (artikel 412). Het is raadzaam in het wetboek het algemene beginsel te vermelden dat hoedanigheid en belang vereisten zijn voor de ontvankelijkheid van het cassatieberoep. Daarover gaat het voorgestelde artikel 417, dat in samenhang moet worden gelezen met artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de voorwaarden van de rechtsvordering.
Article 23
Artikel 23
L'article 418 proposé consacre la règle suivant laquelle « pourvoi sur pourvoi ne vaut », qui figure aujourd'hui à l'article 438 du Code d'instruction criminelle. Ce dernier concerne toutefois la seule hypothèse où une demande en cassation a été rejetée. La disposition proposée entend quant à elle établir l'irrecevabilité de tout second pourvoi formé par une partie contre la même décision, dans quelque hypothèse que ce soit.
Het voorgestelde artikel 418 bekrachtigt de regel « cassatieberoep na cassatieberoep is uitgesloten », die nu in artikel 438 van het Wetboek van strafvordering staat. Dat laatste behelst echter alleen het geval waarin een eis tot cassatie verworpen wordt. Het doel van de voorgestelde bepaling is de niet-ontvankelijkheid voorop te stellen van elk tweede cassatieberoep ingesteld door een partij tegen dezelfde beslissing, in wat voor geval ook.
Il faut rappeler que la règle « pourvoi sur pourvoi ne vaut » connaît trois exceptions.
Op de regel « cassatieberoep op cassatieberoep is uitgesloten » bestaan drie uitzonderingen.
D'une part, l'article 40, alinéa 4, de la loi 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire déclare recevable le pourvoi en cassation formé après le rejet d'un premier pourvoi lorsque, sur le second, la Cour de cassation constate que le premier n'était entaché d'aucune autre nullité que celle résultant d'une contravention à ladite loi.
Ten eerste verklaart artikel 40, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken het cassatieberoep ontvankelijk na de verwerping van een eerste cassatieberoep, wanneer op het tweede cassatieberoep het Hof vaststelt dat in het eerste cassatieberoep geen andere nietigheid aanwezig was dan die welke uit een overtreding van vermelde wet voortspruit.
D'autre part, compte tenu de l'économie générale des textes, il est possible de se pourvoir une deuxième fois contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises. Celui-ci est attaquable immédiatement pour certains motifs énumérés par le Code d'instruction criminelle (actuel article 252; cf. article 421, alinéa 3, proposé — article 28 de la proposition) mais il peut aussi être attaqué une deuxième fois, plus tard, pour d'autres motifs.
Ten tweede is het, gelet op de algemene economie van de teksten, mogelijk een tweede maal in cassatieberoep te gaan tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen. Dat arrest is onmiddellijk betwistbaar om een aantal redenen die worden opgesomd in het Wetboek van strafvordering (huidig artikel 252; cf. voorgesteld artikel 421, derde lid — artikel 28 van het voorstel), maar het kan later ook een tweede keer worden betwist, om andere redenen.
Enfin, entre en ligne de compte l'hypothèse du désistement régulier. Celui qui se désiste de son pourvoi peut introduire par après un nouveau pourvoi.
Tot slot is er nog het geval van de regelmatige afstand. Wie afstand doet van zijn cassatieberoep kan achteraf een nieuw cassatieberoep instellen.
(9)
5-1832/1 - 2012/2013
Article 24
Artikel 24
Selon la jurisprudence de la Cour de cassation, la partie civile dispose, comme le ministère public, d'un véritable pourvoi contre les arrêts de non-lieu, pourvoi qui concerne tant l'action publique que l'action civile. C'est cette jurisprudence que consacre l'article 419 proposé.
Volgens de rechtspraak van het Hof van cassatie kan de burgerlijke partij, net zoals het openbaar ministerie, een werkelijk cassatieberoep instellen tegen de arresten van buitenvervolgingstelling dat zowel de strafvordering als de burgerlijke rechtsvordering betreft. Het voorgestelde artikel 419 bekrachtigt die rechtspraak.
Article 25
Artikel 25
L'article 420 proposé fait écho à l'actuel article 416 du Code d'instruction criminelle.
Het voorgestelde artikel 420 is een weergave van het huidige artikel 416 van het Wetboek van strafvordering.
La disposition maintient le principe inscrit à l'alinéa 1er de ce dernier : les pourvois en cassation contre les arrêts accidentels sont réservés à la fin du procès.
De bepaling handhaaft het beginsel van het eerste lid van dat artikel : cassatieberoepen tegen voorbereidende arresten zijn alleen mogelijk op het einde van het proces.
En même temps, elle limite le nombre d'exceptions admises par l'alinéa 2, c'est-à-dire le nombre de décisions susceptibles de faire l'objet d'un pourvoi immédiat. Sont écartés de la liste les arrêts ou jugements rendus en application des articles 135, 235bis et 235ter du Code d'instruction criminelle, ainsi que les arrêts de renvoi conformément à l'article 57bis de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse.
Tegelijk beperkt ze het aantal uitzonderingen dat het tweede lid toestaat, dat wil zeggen het aantal gevallen waarin cassatieberoep onmiddellijk mogelijk is. De arresten of vonnissen gewezen bij toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter van het Wetboek van strafvordering, alsook de arresten van verwijzing overeenkomstig artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming zijn uit de lijst verwijderd.
C'est à la faveur de la loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de l'information et de l'instruction qu'a été adopté un système élargi de pourvoi immédiat. À l'heure actuelle, néanmoins, force est de constater les effets pervers de ce système. Les recours aboutissent rarement.
Dankzij de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek werd een ruimer stelsel van onmiddellijk cassatieberoep aangenomen. Nu moet men evenwel vaststellen dat die regeling onbedoelde gevolgen heeft. De rechtsmiddelen leiden zelden tot resultaat.
Les trois exceptions maintenues dans l'article 416 proposé sont celles qui paraissent les plus appropriées : celles dont on peut estimer qu'elles n'autorisent pas des recours en trompe-l'œil, c'est-à-dire des recours appelés dans l'immense majorité des cas à déboucher sur un rejet.
De drie uitzonderingen die in het voorgestelde artikel 416 gehandhaafd worden, zijn die welke het meest aangewezen lijken : die waarvan men kan veronderstellen dat ze geen schijnberoepen mogelijk maken, dat wil zeggen beroepen die in de overgrote meerderheid van de gevallen op een verwerping zullen uitdraaien.
Quant aux décisions écartées de la liste des exceptions, elles continuent à bénéficier de l'économie générale de la réforme. La possibilité d'un contrôle de la Cour de cassation, notamment, est maintenue, quand bien même ce contrôle est postposé.
Voor de beslissingen die van de lijst met uitzonderingen verwijderd zijn, blijft de algemene structuur van de hervorming gelden. De mogelijkheid dat er controle is op het Hof van Cassatie blijft bestaan, ook al volgt die controle achteraf.
Articles 26 et 27
Artikelen 26 en 27
Les articles 432 et 435 nouveaux (articles 39 et 42 de la proposition de loi) reproduisent — en le modifiant — le contenu des actuels articles 420bis et
De nieuwe artikelen 432 en 435 (artikelen 39 en 42 van het wetsvoorstel) nemen — met enkele wijzigingen — de inhoud over van de bestaande
5-1832/1 - 2012/2013
( 10 )
420ter du Code d'instruction criminelle. Ceux-ci peuvent dès lors être abrogés.
artikelen 420bis en 420ter van het Wetboek van strafvordering. Die kunnen dus worden opgeheven.
Article 28
Artikel 28
L'article 421 proposé reproduit, avec quelques modifications, le texte des actuels articles 251, première phrase, 252 et 253 du Code d'instruction criminelle. La deuxième phrase de l'article 251 n'y est pas intégrée. Une disposition générale concernant les délais pour introduire un pourvoi en cassation est en effet insérée plus loin (nouvel article 424 du Code d'instruction criminelle; article 31 de la proposition).
Het voorgestelde artikel 421 neemt, met enkele wijzigingen, de tekst over van de huidige artikelen 251, eerste zin, 252 en 253 van het Wetboek van strafvordering. De tweede zin van artikel 251 is er niet in opgenomen. Een algemene bepaling over de termijnen om cassatieberoep in te stellen wordt immers verderop ingevoegd (nieuw artikel 424 van het Wetboek van strafvordering; artikel 31 van het voorstel).
Les trois dispositions, qui figurent aujourd'hui dans le titre II du livre II du Code relatif à la cour d'assises, sont ainsi déplacées dans le titre III du même livre relatif aux manières de se pouvoir contre les arrêts ou jugements, au sein du chapitre II qui traite de la procédure devant la Cour de cassation.
De drie bepalingen, die nu in titel II van boek II van het Wetboek staan, die over het hof van assisen gaat, worden op die manier verplaatst naar titel III van hetzelfde boek, die over de wijzen van voorziening tegen arresten of vonnissen gaat, in hoofdstuk II, dat over het beroep in cassatie gaat.
Au rang des modifications dont elles font l'objet, il convient de relever la formulation légèrement différente retenue pour l'article 252, alinéa 1er, du Code — repris dans l'alinéa 2 de l'article 421. Il y est question du « motif » du pourvoi plutôt que de l'« objet » de celui-ci. C'est en effet la cause juridique invoquée pour obtenir la cassation qui est visée. En outre, une sanction est introduite afin d'accroître l'effectivité de la règle. Elle consiste en l'irrecevabilité du pourvoi.
Wat de wijzigingen van die bepalingen betreft, moet vooral de licht gewijzigde formulering van de Franse tekst worden vermeld voor artikel 252, eerste lid, van het Wetboek — dat is overgenomen in artikel 421. Daar is sprake van het « motif » van het cassatieberoep in plaats van het « objet » ervan. Het gaat immers over de juridische reden die wordt aangehaald om cassatie te verkrijgen. Tevens wordt een sanctie ingevoerd om de regel effectiever te maken. Het gaat om de nietontvankelijkheid van het cassatieberoep.
Article 29
Artikel 29
L'actuel article 409 du Code d'instruction criminelle prévoit que, « dans le cas d'acquittement de l'accusé, l'annulation de l'ordonnance qui l'aura prononcé et de ce qui l'aura précédé, ne pourra être poursuivie par le ministère public que dans l'intérêt de la loi et sans préjudicier à la partie acquittée ».
Het huidige artikel 409 van het Wetboek van strafvordering bepaalt : « Wanneer de beschuldigde wordt vrijgesproken, kan het openbaar ministerie de vernietiging van de beschikking van vrijspraak en van hetgeen daaraan is voorafgegaan slechts vorderen in het belang van de wet en zonder nadeel voor de vrijgesproken partij. ».
Il ne semble pas que la disposition puisse être reprise comme telle, même en recourant à une formulation actualisée.
Het ziet er niet naar uit dat die bepaling als dusdanig kan worden overgenomen, zelfs niet wanneer de formulering ervan geactualiseerd wordt.
La règle qu'elle contient paraît en effet dépassée. Elle repose sur le principe que le jury est souverain et qu'il ne doit dès lors pas motiver sa décision. Or, depuis la loi du 21 décembre 2009, compte tenu de l'arrêt Taxquet de la Cour européenne des droits de l'homme (1), les jurés et la cour d'assises sont tenus de formuler les principales raisons de leur décision — sans pour autant devoir répondre à l'ensemble des conclusions déposées (article 334 du Code d'instruction criminelle).
De regel die ze bevat blijkt immers achterhaald. Hij berust op het beginsel dat de jury soeverein is en dat ze haar beslissing dus niet moet motiveren. Sinds de wet van 21 december 2009 en gelet op het arrest Taxquet van het Europees Hof voor de rechten van de mens (1), moeten de juryleden en het hof van assisen de voornaamste redenen van hun beslissing formuleren, zonder daarom te antwoorden op alle neergelegde conclusies (artikel 334 van het Wetboek van strafvordering).
(1) CEDH (Grande Chambre), arrêt Taxquet c. Belgique, 16 novembre 2010, requête no 926/05.
(1) EHRM (Grote Kamer), arrest Taxquet t. België, 16 november 2010, appl. nr. 926/05.
( 11 )
5-1832/1 - 2012/2013
Au regard de cette évolution, il ne paraît plus admissible de permettre au ministère public de se pourvoir en cassation contre un acquittement prononcé par des juges professionnels tout en limitant cette faculté, lorsque l'acquittement est prononcé par le jury, aux seuls cas où l'intérêt de la loi entre en jeu et où la personne acquittée n'en subit pas de préjudice. Au contraire, il est indiqué de permettre au ministère public de se pourvoir en cassation contre un acquittement inexplicable en raison de l'absence de motivation, contre un acquittement fondé sur une justification illégale ou contradictoire, ou contre un arrêt qui admet illégalement une cause d'excuse — ce qui a un effet spectaculaire sur la peine.
Gelet op die ontwikkeling lijkt het niet langer toelaatbaar dat het openbaar ministerie cassatieberoep instelt tegen een vrijspraak die is uitgesproken door beroepsrechters, waarbij die mogelijkheid wanneer die vrijspraak door de jury is uitgesproken, beperkt wordt tot de gevallen waar het belang van de wet in het geding is en de vrijgesproken persoon er geen nadeel van ondervindt. Het valt integendeel aan te bevelen het openbaar ministerie de mogelijkheid te geven cassatieberoep in te stellen tegen een vrijspraak die wegens het ontbreken van motivering onverklaarbaar is, tegen een vrijspraak die op een onwettige of tegenstrijdige verantwoording steunt, of tegen een arrest dat op onwettige wijze een verschoningsgrond aanvaardt — met spectaculaire gevolgen voor de strafmaat.
La règle figurant dans l'actuel article 409 du Code d'instruction criminelle n'est donc pas reprise. La jurisprudence estime d'ailleurs qu'elle a été abrogée, de manière implicite mais certaine, par la loi du 21 décembre 2009, qui a complété l'article 410, alinéa 2, du même Code en l'étendant à l'hypothèse de l'arrêt d'acquittement (1). Aujourd'hui déjà, par conséquent, le pourvoi du ministère public contre l'arrêt d'acquittement de la cour d'assises ne se conçoit plus seulement comme un pourvoi dans l'intérêt de la loi.
De regel van het huidige artikel 409 van het Wetboek van strafvordering wordt dus niet overgenomen. De rechtspraak oordeelt overigens dat hij impliciet maar onbetwistbaar werd opgeheven bij de wet van 21 december 2009, die artikel 410, tweede lid, van hetzelfde Wetboek heeft aangevuld met de uitbreiding tot het geval van het arrest van vrijspraak (1). Bijgevolg is vandaag reeds het cassatieberoep van het openbaar ministerie tegen het arrest van vrijspraak van het hof van assisen niet uitsluitend een cassatieberoep in het belang van de wet.
En lieu et place est inscrite dans l'article 409 la règle générale contenue dans l'actuel article 337, alinéa 3, du Code selon laquelle, sauf en cas d'acquittement et d'application de l'article 336, le pourvoi en cassation contre l'arrêt de la cour d'assises contenant la déclaration du jury doit être introduit en même temps que le pourvoi en cassation contre l'arrêt définitif.
In plaats daarvan wordt in artikel 409 de algemene regel opgenomen die in het actuele artikel 337, derde lid, van het Wetboek staat, dat, behalve bij vrijspraak en toepassing van artikel 336, het cassatieberoep tegen het arrest van het hof van assisen met de verklaring van de jury samen met het cassatieberoep tegen het eindarrest moet worden ingesteld.
L'expression « sauf en cas d'acquittement » ne signifie pas qu'il soit impossible de se pourvoir en cassation contre un acquittement. Elle entend tenir compte du fait qu'en cas de verdict négatif, un seul arrêt sera rendu, à savoir celui contenant ce verdict. En pareille hypothèse, on ne saurait prévoir que le pourvoi en cassation contre l'acquittement doit être introduit en même temps que le pourvoi contre l'arrêt définitif, vu l'inexistence d'un second arrêt.
De uitdrukking « behoudens in geval van vrijspraak » betekent niet dat het onmogelijk is cassatieberoep in te stellen tegen een vrijspraak. Daarmee wil men rekening houden met het feit dat bij een negatieve uitspraak slechts een enkel arrest wordt geveld, namelijk dat met die uitspraak. In dergelijk geval kan niet worden bepaald dat het cassatieberoep tegen de vrijspraak samen met het cassatieberoep tegen het eindarrest moet worden ingesteld, aangezien dat tweede arrest onbestaande is.
Article 30
Artikel 30
L'article 423 proposé reproduit les actuels articles 411 et 414 du Code d'instruction criminelle, abrogés par les articles 15 et 18 de la proposition.
Het voorgestelde artikel 423 neemt de huidige artikelen 411 en 414 van het Wetboek van strafvordering over, die bij de artikelen 15 en 18 van het voorstel worden opgeheven.
(1) Des conclusions de Monsieur l'avocat général Damien Vandermeersch ont défendu ce point de vue. Par ailleurs, la Cour de cassation a accueilli des pourvois dirigés contre des acquittements.
(1) Conclusies van de heer advocaat-generaal Damien Vandermeersch hebben dat standpunt verdedigd. Overigens heeft het Hof van cassatie cassatieberoepen tegen vrijspraken geaccepteerd.
5-1832/1 - 2012/2013
( 12 )
Article 31
Artikel 31
Le nouvel article 424 prévoit des délais semblables à ceux fixés par les actuels articles 251 et 359 du Code d'instruction criminelle. À noter toutefois que l'ensemble de ces délais doivent être comptés comme le prévoient les articles 52 et 53 du Code judiciaire : ils doivent être calculés depuis le lendemain du jour des actes qui y donnent cours et comprendre le jour de l'échéance. Une différence se présente dès lors par rapport aux délais prévus par l'actuel article 359, qui constituent des délais francs.
Het nieuwe artikel 424 neemt de termijnen op van de artikelen 251 en 359 van het Wetboek van strafvordering. Al die termijnen gaan echter in zoals bepaald in de artikelen 52 en 53 van het Gerechtelijk Wetboek : ze moeten worden berekend vanaf de dag na die van de akten die hen doen ingaan en moeten de vervaldag bevatten. Er is dus een verschil met de termijnen van het huidige artikel 359, die vrije termijnen zijn.
La disposition adopte une formulation plus générale que celle de l'actuel article 359. Ce dernier se contente de viser les pourvois du condamné, du procureur général et de la partie civile. Par ailleurs, quand bien même il ne s'applique pas seulement aux pourvois formés contre les arrêts de la cour d'assises, il semble ne viser que ceux-ci dès lors qu'il fait partie des dispositions du Code d'instruction criminelle relatives à la cour d'assises. L'article 424 proposé entend remédier à ces difficultés.
De bepaling bevat een algemenere formulering dan in het huidige artikel 359. Dat laatste volstaat met de cassatieberoepen van de veroordeelde, de procureurgeneraal en de burgerlijke partij. Hoewel het niet alleen wordt toegepast op de cassatieberoepen tegen de arresten van het hof van assisen, lijkt het alleen daarop betrekking te hebben, aangezien het deel uitmaakt van de bepalingen van het Wetboek van strafvordering betreffende het hof van assisen. Met het voorgestelde artikel 424 worden die problemen verholpen.
Article 32
Artikel 32
À l'heure actuelle, si le Code d'instruction criminelle traite bien des pourvois formés contre les décisions rendues par défaut, il le fait seulement de manière partielle. L'article 413, aliéna 3, ne concerne en effet que les pourvois en cassation du ministère public et de la partie civile dans les matières correctionnelles et de police. L'article 425 proposé entend compléter le Code sur ce point.
Momenteel behandelt het Wetboek van strafvordering de cassatieberoepen ingesteld tegen de bij verstek gewezen beslissingen slechts ten dele. Artikel 413, derde lid, gaat immers alleen over de cassatieberoepen van het openbaar ministerie en de burgerlijke partij in correctionele zaken en politiezaken. Het voorgestelde artikel 425 moet het Wetboek wat dat betreft aanvullen.
La disposition entend également tenir compte de la jurisprudence en la matière. Elle prévoit que, si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d'opposition, un pourvoi ne peut être formé à son encontre que lorsque le délai d'opposition est expiré, c'est-à-dire à un moment où l'opposition n'est plus possible (1).
Het is ook de bedoeling dat de bepaling rekening houdt met de rechtspraak ter zake. Ze voorziet erin dat wanneer de beslissing bij verstek gewezen is en voor verzet in aanmerking komt, een cassatieberoep daartegen slechts kan worden ingesteld wanneer de termijn voor verzet verstreken is, dat wil zeggen op een ogenblik dat verzet niet meer mogelijk is (1).
Toute autre solution soulèverait des difficultés. Elle poserait la question de savoir laquelle des deux voies de recours — opposition ou pourvoi — prime l'autre. Elle serait également contraire à la règle inscrite à l'article 416 proposé (article 21 de la proposition), suivant lequel seules donnent ouverture à cassation les décisions judiciaires rendues en dernier ressort — un caractère que ne présentent pas les décisions susceptibles d'opposition. De manière générale, il importe d'éviter l'exercice simultané de plusieurs voies de recours différentes contre une même décision.
Elke andere oplossing zou problemen met zich brengen. De vraag zou rijzen welk van beide rechtsmiddelen — verzet of cassatieberoep — primeert. Een andere oplossing zou ook strijdig zijn met deregel in het voorgestelde artikel 416 (artikel 21 van het voorstel) dat alleen tegen in laatste aanleg gewezen beslissingen cassatieberoep kan worden aangetekend — wat niet geldt voor beslissingen die voor verzet in aanmerking komen. Het is in het algemeen belangrijk te voorkomen dat gelijktijdig verscheidene rechtsmiddelen tegen eenzelfde beslissing worden uitgeoefend.
(1) Voy. avis de la section de législation du Conseil d'État sur une proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale, Doc. parl., Sén., sess. ord. 20092010, no 4-1488/4, p. 12.
(1) Zie advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State bij een wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken, Stuk Senaat, gewone zitting 20092010, nr. 4-1488/4, blz. 12.
( 13 )
5-1832/1 - 2012/2013
Article 33
Artikel 33
1. L'actuel article 417 du Code d'instruction criminelle omet de préciser à quel greffe la déclaration de pourvoi doit être faite. Par ailleurs, il vise seulement le pourvoi de la partie condamnée. Le § 1er de l'article 426 proposé entend remédier à ces difficultés.
1. Het huidige artikel 417 van het Wetboek van strafvordering preciseert niet op welke griffie de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan. Het gaat tevens alleen over het cassatieberoep van de veroordeelde partij. Paragraaf 1 van het voorgestelde artikel 426 moet die problemen verhelpen.
2. Le même paragraphe prévoit aussi que la déclaration de pourvoi doit être faite par un avocat — hormis lorsque le pourvoi est formé par le ministère public.
2. Dezelfde paragraaf bepaalt ook dat de verklaring van cassatieberoep door een advocaat moet worden gedaan — tenzij het cassatieberoep door het openbaar ministerie wordt ingesteld.
La règle, qui contribue certes à limiter le droit qu'a tout accusé de se défendre lui-même inscrit à l'article 6, § 3, c, de la Convention européenne des droits de l'homme, ne paraît pas déraisonnable au regard des exigences du bon fonctionnement de la justice. Elle doit permettre d'éviter que le pourvoi en cassation soit introduit à la légère. L'avocat, par ailleurs, est à même d'attirer l'attention de la partie concernée sur le caractère spécifique de cette voie de recours, qui ne conduit pas à un troisième degré de juridiction. Il est aussi mieux placé que le particulier pour identifier les parties contre lesquelles son recours est dirigé, les parties qu'il convient d'appeler en déclaration d'arrêt commun ou les chefs de la décision concernée qu'il s'agit d'attaquer.
Die regel, die er weliswaar toe bijdraagt dat het recht van elke beschuldigde om zich zelf te verdedigen, zoals vermeld in artikel 6, § 3, c, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, wordt ingeperkt, lijkt niet onredelijk als men de goede werking van justitie beoogt. Hij moet voorkomen dat cassatieberoep lichtzinnig wordt ingesteld. De advocaat kan de betrokken partij wijzen op het specifieke karakter van dat rechtsmiddel, dat niet tot rechtspraak in derde aanleg leidt. Hij is ook beter geplaatst dan de particulier om de partijen te identificeren tegen wie zijn rechtsmiddel gericht is, de partijen die best opgeroepen worden in gemeenverklaring van arrest of de punten van de betreffende beslissing die moeten worden bestreden.
Les droits inscrits dans la Convention européenne des droits de l'homme se veulent des droits concrets, non des droits abstraits. Or, si l'ouverture totale du pourvoi paraît constituer de prime abord une garantie fondamentale des droits des justiciables, il s'agit en réalité d'un leurre. Il rend possible une multitude de recours inconsidérés, qui constituent une menace pour la qualité du travail de la Cour.
Het is de bedoeling dat de rechten die zijn opgenomen in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens concrete rechten zijn en geen abstracte rechten. Het volledig openstellen van het cassatieberoep lijkt op het eerste gezicht een fundamentele waarborg voor de rechten van de rechtzoekenden, maar eigenlijk is dat een illusie. Het maakt een groot aantal onbezonnen beroepen mogelijk, die een bedreiging zijn voor de kwaliteit van het werk van het Hof.
La Cour européenne des droits de l'homme ellemême tend à entériner une logique de cet ordre : elle a considéré qu'il n'est pas contraire à l'article 6, §§ 1er et 3, c, de la Convention, d'empêcher le justiciable de prendre la parole à l'audience dans le cadre d'une procédure devant la chambre criminelle de la Cour de cassation de France, celle-ci étant écrite, limitée aux moyens de droit et particulièrement technique (1).
Zelfs het Europees Hof voor de rechten van de mens is geneigd dergelijke logica te steunen : het heeft geoordeeld dat het niet in strijd met artikel 6, §§ 1en 3, c, van het Verdrag is de rechtzoekende te beletten het woord te nemen op de terechtzitting in een procedure voor de chambre criminelle van het Franse Hof van cassatie, omdat ze schriftelijk verloopt, beperkt is tot de rechtsmiddelen en uiterst technisch is (1).
(1) CEDH (Grande Chambre), arrêt Meftah et autres c. France, 26 juillet 2002, requêtes nos 32911/96, 35237/97 et 34595/97.
(1) EHRM (Grote Kamer), arrest Meftah en anderen t. Frankrijk, 26 juli 2002, appl. Nrs. 32911/96, 35237/97 en 34595/97.
5-1832/1 - 2012/2013
( 14 )
Enfin, il faut rappeler que l'obligation de recourir à un avocat pour l'introduction d'une voie de recours n'est pas une nouveauté dans notre droit. À l'heure actuelle déjà, l'intervention de l'avocat est requise pour former un pourvoi en cassation contre une décision du tribunal de l'application des peines (1) ou contre une décision de la Commission supérieure de défense sociale faisant obstacle à une mise en liberté de l'interné (2). La demande en révision d'une condamnation passée en force de chose jugée, quant à elle, est irrecevable lorsque la requête n'est pas accompagnée d'un avis motivé favorable de trois avocats (3).
Het is ook zo dat de verplichting om een beroep te doen op een advocaat om een rechtsmiddel in te stellen niet nieuw is in ons recht. Nu reeds is het optreden van een advocaat vereist voor het instellen van cassatieberoep tegen een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank (1) of tegen een beslissing van de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij die de invrijheidstelling van een geïnterneerde belet (2). De aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling is dan weer onontvankelijk indien bij het verzoekschrift geen gunstig, met redenen omkleed advies van drie advocaten gevoegd is (3).
Le pourvoi en cassation contre les arrêts et jugements par lesquels la détention préventive est maintenue, réglé par l'article 31 de la loi du 20 juillet 1990, n'est pas concerné par l'obligation ici retenue d'assortir la déclaration de pourvoi de la signature d'un avocat. Prévoir l'intervention d'un avocat dans ce contexte semble, en effet, pouvoir engendrer des difficultés, surtout pour l'inculpé qui est en prison : l'article 31 impose de former le pourvoi dans les vingtquatre heures à compter du jour de la signification de la décision à l'intéressé.
Cassatieberoep tegen de arresten en vonnissen waardoor de preventieve hechtenis gehandhaafd wordt, wat geregeld wordt bij artikel 31 van de wet van 20 juli 1990, valt niet onder de hier geldende verplichting om de verklaring van cassatieberoep van de handtekening van een advocaat te voorzien. Het optreden van een advocaat in die context opleggen kan problemen met zich brengen, vooral voor de verdachte die zich in de gevangenis bevindt : artikel 31 verplicht ertoe het cassatieberoep in te stellen binnen vierentwintig uur vanaf de dag van de betekening van de beslissing aan de betrokkene.
3. Le § 2 entend faciliter la tâche de la partie qui souhaite se pourvoir en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d'instruction.
3. Met § 2 is het de bedoeling de taak te vergemakkelijken van de partij die tegelijk cassatieberoep wil instellen tegen de eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen of onderzoeksbeslissingen.
4. Dans un § 3, enfin, l'article 426 proposé reprend l'alinéa 3 de l'actuel article 417 : il prévoit que les registres dans lesquels sont inscrites les déclarations sont publics, et que toute personne a le droit de s'en faire délivrer une copie.
4. In een § 3 ten slotte, neemt het voorgestelde artikel 426 het derde lid over van het huidige artikel 417 : het bepaalt dat de registers waarin de verklaringen worden ingeschreven openbaar zijn en dat een ieder het recht heeft zich uittreksels daaruit te doen afgeven.
(1) Loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine, article 97, § 1er, alinéa 2 : « Le condamné se pourvoit en cassation dans un délai de quinze jours à compter du prononcé du jugement. La déclaration de recours en cassation doit être signée par un avocat. » (2) Loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l'égard des anormaux, des délinquants d'habitude et des auteurs de certains délits sexuels, article 19ter : « Le pourvoi en cassation contre la décision de la Commission supérieure de défense sociale confirmant la décision de rejet de la demande de mise en liberté de l'interné ou déclarant fondée l'opposition du procureur du Roi contre la décision de mise en liberté de l'interné ne peut être formé que par l'avocat de l'interné. »
(1) Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, artikel 97, § 1, tweede lid : « De veroordeelde stelt het cassatieberoep in binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de uitspraak van het vonnis. De verklaring van cassatieberoep moet door een advocaat worden ondertekend. » (2) Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, artikel 19ter : « Het Cassatieberoep tegen een door de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij genomen beslissing die de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot invrijheidstelling van de geïnterneerde bevestigd [sic] of die het verzet van de procureur des Konings tegen de beslissing tot invrijheidstelling van de geïnterneerde gegrond verklaart, kan alleen door de advocaat van de geïnterneerde worden ingesteld. » (3) Wetboek van strafvordering, artikel 443, tweede lid.
(3) Code d'instruction criminelle, article 443, alinéa 2.
( 15 )
5-1832/1 - 2012/2013
Article 34
Artikel 34
L'article 427 proposé s'inspire de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées.
Het voorgestelde artikel 427 is gebaseerd op de wet van 25 juli 1893 betreffende de verklaringen van hoger beroep of van cassatieberoep van de gedetineerde of geïnterneerde personen.
La signature d'un avocat est exigée.
De handtekening van een advocaat is vereist.
Article 35
Artikel 35
L'article 428 concerne les pourvois qui ne remplissent pas les conditions de forme requises : ceux qui sont introduits par lettre missive auprès du greffe de la Cour, ou qui sont formés sans avocat alors que l'intervention de celui-ci est exigée.
Artikel 428 gaat over de cassatieberoepen die niet aan de vormvereisten voldoen : die welke zijn ingesteld bij brief aan de griffie van het Hof of zonder advocaat, terwijl zijn optreden vereist is.
Aujourd'hui, dans de telles hypothèses, la Cour est contrainte d'ouvrir un numéro de rôle général, de réunir cinq conseillers, d'appeler l'affaire à l'audience, d'écouter le justiciable, d'entendre un avocat général en son avis, de rédiger, collationner et signer un arrêt.
Nu moet het Hof in dergelijke gevallen een algemeen rolnummer openen, vijf raadsheren samenbrengen, de zaak voor de terechtzitting oproepen, de rechtzoekende horen, een advocaat-generaal advies horen uitbrengen, een arrest opstellen, vergelijken en ondertekenen.
Ceci paraît déraisonnable.Une procédure plus économe doit être mise en œuvre. Le président de section doit être habilité à rendre une ordonnance de nonadmission, à notifier au déclarant par pli judiciaire.
Dat lijkt onredelijk. Er moet een economischer procedure ten uitvoer worden gelegd. De afdelingsvoorzitter moet gemachtigd worden een beschikking van verwerping te geven, die bij gerechtsbrief aan de persoon die de verklaring heeft afgelegd, betekend wordt.
C'est cette solution que consacre l'article 428 proposé. Elle doit être lue en combinaison avec l'article 1105 du Code judiciaire, suivant lequel le ministère public est entendu dans toutes les causes. Cette disposition sera applicable à l'ordonnance de nonadmission, de sorte que l'adoption de celle-ci impliquera l'avis préalable du ministère public.
Het voorgestelde artikel 428 bekrachtigt die oplossing. Ze moet in samenhang worden gelezen met artikel 1105 van het Gerechtelijk Wetboek, naar luid waarvan het openbaar ministerie in alle zaken gehoord wordt. Die bepaling zal gelden voor de beschikking van verwerping, zodat het nemen ervan het voorafgaand advies van het openbaar ministerie impliceert.
Article 36
Artikel 36
L'article 429 proposé, plus général que l'actuel article 418 du Code d'instruction criminelle, prévoit qu'en règle, le pourvoi doit être signifié à la partie contre laquelle il est dirigé.
Het voorgestelde artikel 429, dat algemener is dan het huidige artikel 418 van het Wetboek van strafvordering, bepaalt dat het cassatieberoep in de regel betekend moet worden aan de partij tegen wie het gericht is.
1. Le recours à la signification a donc été maintenu. Le choix a été fait de ne pas le remplacer par un système qui obligerait le greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée, ou le greffe de la Cour de cassation, à notifier les déclarations de pourvoi aux autres parties.
1. De betekening werd dus gehandhaafd. Er is voor gekozen ze niet te vervangen door een systeem dat de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing gewezen heeft, of de griffie van het Hof van cassatie ertoe verplicht de verklaringen van cassatieberoep ter kennis van de andere partijen te brengen.
Pareil système, en effet, contribuerait à banaliser le pourvoi en cassation. Il entraînerait aussi un alourdissement considérable des charges qui pèsent sur les greffes des juridictions dont les décisions font l'objet de pourvoi, ou sur le greffe de la Cour de cassation,
Dergelijke regeling zou er immers toe bijdragen dat het cassatieberoep gebanaliseerd wordt. Het zou de taken van de griffies van de gerechten waarvan de beslissingen met cassatieberoep bestreden worden, of van de griffie van het Hof van cassatie aanzienlijk
5-1832/1 - 2012/2013
( 16 )
d'autant qu'un très grand nombre de parties civiles sont susceptibles d'intervenir dans le cadre d'affaires pénales (1). Enfin, vu que la sanction du défaut de notification serait l'irrecevabilité du pourvoi, le système présenterait de sérieux inconvénients du point de vue de la responsabilité du personnel du ou des greffes concernés — personnel qui n'a pas qualité pour déterminer quelles sont les parties contre lesquelles le pourvoi est dirigé.
verzwaren, temeer omdat bij strafzaken heel veel burgerlijke partijen kunnen optreden (1). Aangezien tot slot het verzuimen van de kennisgeving bestraft zou worden met de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep, zou dergelijke regeling ernstige nadelen vertonen voor de aansprakelijkheid van het griffiepersoneel, dat niet bevoegd is om te bepalen tegen welke partijen het cassatieberoep is gericht.
2. Une exception est prévue au profit de la personne poursuivie. Cette dernière n'est amenée à faire signifier son pourvoi que lorsque celui-ci est formé contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle.
2. Er is in een uitzondering voorzien ten gunste van de vervolgde persoon. Die moet zijn cassatieberoep slechts laten betekenen wanneer het wordt ingesteld tegen de beslissing die gewezen is op de burgerrechtelijke vordering tegen hem.
En revanche, l'article 429 proposé a bien pour effet de contraindre la personne poursuivie à recourir à la signification en pareille hypothèse, sous peine d'irrecevabilité de son pourvoi. La disposition élimine ainsi la discrimination relevée par la Cour constitutionnelle dans l'actuel article 418, alinéa 1er.
Het voorgestelde artikel 429 heeft daarentegen wel degelijk tot gevolg dat de vervolgde persoon verplicht is in dergelijk geval gebruik te maken van de betekening, op straffe van onontvankelijkheid van zijn cassatieberoep. Aldus beëindigt de bepaling de discriminatie in het huidige artikel 418, eerste lid, waarop het Grondwettelijk Hof gewezen heeft.
Le juge constitutionnel a en effet été saisi d'une question préjudicielle concernant le point de savoir si l'absence d'obligation pour le prévenu ou l'inculpé de signifier son pourvoi en cassation à la partie civile, alors que cette dernière est contrainte de signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé sous peine d'irrecevabilité, est ou non contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.
Bij de grondwettelijke rechter werd immers de prejudiciële vraag aanhangig gemaakt of het feit dat er voor de verdachte en in verdenking gestelde geen verplichting bestaat om zijn cassatieberoep aan de burgerlijke partij te betekenen, terwijl die laatste op straffe van onontvankelijkheid verplicht is haar cassatieberoep te betekenen aan de partij waartegen het gericht is, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.
Dans l'arrêt no 120/2004 du 30 juin 2004, la Cour constitutionnelle a constaté ce qui suit :
In arrest nr. 120/2004 van 30 juni 2004 stelde het Grondwettelijk Hof het volgende vast :
« B.7. La formalité de la signification, inscrite à l'article 418 du Code d'instruction criminelle, est, pour la Cour de cassation, une condition de recevabilité qui est examinée d'office; la preuve de son respect doit être déposée dans le délai visé à l'article 420bis du Code d'instruction criminelle.
« B.7. Het vormvoorschrift van de betekening, vervat in artikel 418 van het Wetboek van strafvordering, is voor het Hof van Cassatie een ontvankelijkheidsvoorwaarde, die ambtshalve wordt onderzocht en waarvan het bewijs van naleving binnen de termijn bedoeld in artikel 420bis van het Wetboek van strafvordering moet worden neergelegd.
La signification vise à informer du pourvoi en cassation la partie contre laquelle il est dirigé, afin de permettre à cette partie de préparer sa défense.
De betekening strekt ertoe het cassatieberoep ter kennis te brengen van de partij tegen wie het is gericht, teneinde die partij toe te staan haar verdediging voor te bereiden.
Il est vrai que cette information pourrait également se faire par d'autres moyens, mais, lorsque le législateur prévoit la signification du pourvoi en cassation, il ne peut, sans justification objective et raisonnable, priver certaines parties de la garantie de cette formalité. Le principe d'égalité des armes implique en effet l'obligation d'offrir à chaque partie la possibilité de faire valoir ses arguments dans des
Weliswaar zou die kennisgeving ook op andere wijzen kunnen geschieden, maar wanneer de wetgever in de betekening van het cassatieberoep voorziet, vermag hij niet, zonder objectieve en redelijke verantwoording, bepaalde partijen de waarborg van dat vormvoorschrift te ontzeggen. Het beginsel van de wapengelijkheid houdt immers de verplichting in om aan elke partij de mogelijkheid te bieden om haar
(1) L'affaire Leernout et Hauspie et l'affaire de la catastrophe de Ghislenghien, dans un passé récent, le confirment.
(1) In het recente verleden is dat bevestigd door de zaak Lernout en Hauspie en de zaak van de ramp in Ghislenghien.
( 17 )
5-1832/1 - 2012/2013
conditions qui ne la désavantagent pas d'une manière manifeste par rapport à la partie adverse.
argumenten te doen gelden in omstandigheden die haar niet kennelijk benadelen ten aanzien van de tegenpartij.
B.8. Sans doute les effets potentiels d'un pourvoi en cassation qui est dirigé contre un prévenu ou un inculpé diffèrent-ils de ceux d'un pourvoi en cassation qui est dirigé contre une partie civile et les diverses parties défendent-elles des intérêts distincts, mais cette différence n'empêche pas que les droits de défense doivent valoir pareillement pour toutes les parties.
B.8. Ongetwijfeld zijn de mogelijke gevolgen van een cassatieberoep dat tegen een verdachte of inverdenkinggestelde is gericht van een andere aard dan die van een cassatieberoep dat tegen een burgerlijke partij is gericht en behartigen de verschillende partijen verschillende belangen, maar zulks staat niet eraan in de weg dat de rechten van de verdediging voor alle partijen op dezelfde wijze behoren te gelden.
La différence de traitement, en ce qui concerne l'information de la partie civile, d'une part, et celle du prévenu et de l'inculpé, d'autre part, n'est dès lors pas pertinente par rapport au but poursuivi par la mesure litigieuse. »
Het verschil in behandeling inzake kennisgeving aan de burgerlijke partij, enerzijds, en de verdachte en inverdenkinggestelde, anderzijds, is derhalve niet pertinent ten aanzien van de in het geding zijnde maatregel. »
L'alinéa 1er, deuxième phrase, de l'article 429 proposé répond à ces considérations.
Het eerste lid, tweede zin, van het voorgestelde artikel 429 beantwoordt aan die overwegingen.
3. Tant que la signification n'a pas été effectuée, il n'est pas certain que les parties concernées sont informées du fait qu'un pourvoi en cassation a été formé.
3. Zolang de betekening niet heeft plaatsgevonden, staat het niet vast dat de betrokken partijen op de hoogte zijn van het feit dat er een cassatieberoep is ingesteld.
L'article 429 proposé prévoit dès lors que l'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans le délai prévu à l'article 432, alinéas 1er et 2, nouveau (article 39 de la proposition).
Het voorgestelde artikel 429 bepaalt dan ook dat het exploot van betekening bij de griffie van het Hof van Cassatie moet worden neergelegd binnen de termijn bepaald in het nieuwe artikel 432, eerste en tweede lid (artikel 39 van het voorstel).
Les parties contre lesquelles un pourvoi est dirigé disposeront ainsi d'un laps de temps suffisant pour préparer leur défense.
Op die manier krijgen de partijen tegen wie een cassatieberoep gericht is voldoende tijd om hun verdediging voor te bereiden.
Article 37
Artikel 37
Le principe de l'effet suspensif du pourvoi en cassation ressort aujourd'hui de l'article 359, alinéa 4, du Code d'instruction criminelle. Il est repris dans l'article 430 proposé, l'article 359 étant quant à lui abrogé (article 9 de la proposition).
Het principe van de schorsende werking van het cassatieberoep vloeit momenteel voort uit artikel 359, vierde lid, van het Wetboek van strafvordering. Het is opgenomen in het voorgestelde artikel 430, aangezien artikel 359 wordt opgeheven (artikel 9 van het voorstel).
L'exécution de la décision attaquée est suspendue durant le délai de quinze jours au cours duquel il est possible de se pourvoir en cassation. Si le pourvoi est intenté, elle est suspendue jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation.
De tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wordt geschorst gedurende de termijn van vijftien dagen waarin men cassatieberoep kan instellen. Indien dit cassatieberoep effectief wordt ingesteld, wordt de tenuitvoerlegging geschorst tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie.
Par exception à la règle générale, il est prévu que les décisions concernées, hormis celles rendues sur l'action publique qui portent condamnation, acquittement ou absolution, peuvent être exécutées provisoirement si les juges qui les ont prises l'ont prévu par décision spécialement motivée. L'actuel article 407, alinéa 2, du Code consacre déjà une solution de cet ordre.
Als uitzondering op de algemene regel wordt bepaald dat de betrokken beslissingen, buiten die over de strafvordering van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, bij voorraad ten uitvoer kunnen worden gelegd indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beslissing hebben beslist. Het huidige artikel 407, tweede lid, van het Wetboek bekrachtigt reeds een oplossing in die zin.
5-1832/1 - 2012/2013
( 18 )
Article 38
Artikel 38
L'article 431 proposé introduit un mécanisme général de couverture des nullités.
Het voorgestelde artikel 431 voert een algemeen mechanisme in met betrekking tot de dekking van de nietigheden.
1. L'alinéa 1er de la disposition concerne l'instruction préparatoire. Il prévoit que les nullités touchant à un acte de cette dernière ne peuvent plus être invoquées après le règlement de la procédure.
1. Het eerste lid van de bepaling betreft het gerechtelijk onderzoek. Het bepaalt dat de nietigheden met betrekking tot een akte van dit onderzoek niet meer kunnen worden aangevoerd na de regeling van de rechtspleging.
La règle s'inscrit dans le prolongement de la loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de l'information et de l'instruction. Celle-ci a octroyé à la chambre du conseil et à la chambre des mises en accusation le pouvoir de remédier aux nullités de l'instruction préparatoire. Il s'agit d'amener les parties à utiliser cette arme, c'est-àdire à invoquer les nullités en question à temps et à heure. La stratégie consistant à ne faire état de ces nullités qu'à un stade nettement plus avancé de la procédure, afin d'obtenir l'annulation de l'entièreté de celle-ci, n'est pas seulement peu loyale : elle est aussi synonyme de perte de temps et de gaspillage des moyens.
De regel sluit aan bij de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. Deze wet heeft de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid verleend om iets te doen aan de nietigheden van het gerechtelijk vooronderzoek. Het is de bedoeling de partijen ertoe aan te zetten dit wapen te gebruiken, dit wil zeggen de nietigheden in kwestie op tijd en stond aan te voeren. De strategie om van deze nietigheden slechts gewag te maken in een veel verder gevorderd stadium van de procedure teneinde de procedure volledig te laten vernietigen, is niet alleen weinig loyaal, maar tevens ook een vorm van tijd- en geldverspilling.
La disposition a pour effet de priver d'utilité l'article 291 du Code d'instruction criminelle, relatif à la procédure devant la cour d'assises, qui est dès lors abrogé (article 7 de la proposition).
De bepaling maakt artikel 291 van het Wetboek van strafvordering betreffende de procedure voor het hof van assisen overbodig; dit artikel wordt dan ook opgeheven (artikel 7 van het voorstel).
2. Le deuxième alinéa, pour sa part, a trait à l'information. Les nullités de cette dernière, en cas de saisine par citation directe, doivent être soulevées in limine litis : à la première audience, avant toute exception ou défense.
2. Het tweede lid betreft het opsporingsonderzoek. De nietigheden hiervan in geval van aanhangigmaking door rechtstreekse dagvaarding moeten in limine litis worden opgeworpen : op de eerste terechtzitting en vóór alle exceptie of verweer.
3. Le troisième alinéa, enfin, consacre un principe que connaît déjà la jurisprudence de la Cour de cassation : en règle, un moyen ne peut être invoqué devant cette dernière s'il pouvait l'être devant le juge du fond.
3. Het derde lid bekrachtigt tot slot een beginsel dat reeds gangbaar is binnen de rechtspraak van het Hof van Cassatie : in de regel kan een middel niet voor het Hof worden aangevoerd indien dat voor de feitenrechter had gekund.
Une exception est prévue. Les nullités relatives à la compétence pourront être invoquées devant la Cour de cassation même si elles ne l'ont pas été devant le juge du fond, ceci afin de ne pas contraindre la Cour à méconnaître des considérations d'importance majeure.
Er is echter een uitzondering. De nietigheden met betrekking tot de bevoegdheid kunnen voor het Hof van Cassatie worden aangevoerd, ook al is dat niet gebeurd voor de feitenrechter zodat het Hof de mogelijkheid niet wordt ontnomen zich uit te spreken over essentiële overwegingen.
Article 39
Artikel 39
1. À l'heure actuelle, le condamné ou la partie civile peut déposer, auprès de la cour ou du tribunal qui a rendu l'arrêt ou le jugement attaqué, une requête contenant ses moyens de cassation (article 422 du Code d'instruction criminelle). Dans ce cas, le dossier est transmis au greffe de la Cour de cassation, de la manière organisée par le Code.
1. Nu bestaat de mogelijkheid voor de veroordeelde of de burgerlijke partij om hun middelen van cassatie bij wijze van verzoekschrift neer te leggen bij de rechtbank of het hof dat het bestreden vonnis of arrest heeft uitgesproken (artikel 422 van het Wetboek van strafvordering). In dit geval wordt het dossier overgezonden aan de griffie van het Hof van Cassatie op de manier die door het Wetboek wordt georganiseerd.
( 19 )
5-1832/1 - 2012/2013
Cette procédure cause un retard inutile. Prendre acte des griefs du demandeur en cassation ou de son avocat dans la déclaration de pourvoi ne ressortit pas à la mission du greffe de la cour ou du tribunal concerné. L'article 432 proposé prévoit dès lors que les moyens en cassation ne pourront plus être présentés que par le biais d'un mémoire.
Deze procedure leidt tot onnodige vertraging. Het akte nemen van de bezwaren van de eiser in cassatie of van diens advocaat in de verklaring van cassatieberoep, behoort niet tot de taken van de griffie van het hof van de betrokken rechtbank. Het voorgestelde artikel 432 bepaalt dan ook dat de cassatiemiddelen slechts via een memorie kunnen worden voorgedragen.
2. Comme aux Pays-Bas, ce mémoire devra être signé par un avocat, sauf s'il émane du ministère public.
2. Net zoals in Nederland het geval is, moet deze memorie ondertekend worden door een advocaat, behalve indien zij uitgaat van het openbaar ministerie.
L'exigence vise à garantir que les moyens de cassation soient formulés avec professionnalisme. Il s'agit d'éviter que la Cour de cassation soit tenue de répondre à des moyens dépourvus de pertinence.
Deze vereiste wil de garantie bieden dat de cassatiemiddelen vakkundig worden geformuleerd. Men wil hiermee vermijden dat het Hof van Cassatie verplicht is te antwoorden op irrelevante middelen.
3. Le mémoire doit être remis dans un délai de trois mois à compter de la déclaration de pourvoi.
3. De memorie moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden volgend op de verklaring van cassatieberoep.
Le texte proposé s'écarte ainsi de l'actuel article 420bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, qui retient un délai de deux mois à compter de l'inscription de la cause au rôle général de la Cour. Cette dernière solution soulève en effet des difficultés, dès lors que nul n'est informé de la date d'inscription au rôle — à moins de s'enquérir de celle-ci auprès du greffe de la Cour.
De voorgestelde tekst wijkt aldus af van het huidige artikel 420bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, dat een termijn van twee maanden voorschrijft te rekenen van de inschrijving van de zaak op de algemene rol van het Hof. Deze oplossing levert immers moeilijkheden op, aangezien niemand op de hoogte wordt gebracht van de datum van die inschrijving, tenzij men informeert bij de griffie van het Hof.
Le délai suggéré, quant à lui, équivaut à celui prévu en matière civile par l'article 1073 du Code judiciaire. En outre, son point de départ présente un caractère certain pour les parties.
De voorgestelde duur stemt overeen met de termijn in burgerlijke zaken, die vastgesteld wordt bij artikel 1073 van het Gerechtelijk Wetboek. Bovendien staat het begin van deze termijn met zekerheid vast voor de partijen.
L'article 432 proposé stipule également que le mémoire du demandeur en cassation doit parvenir au greffe de la Cour au moins quinze jours avant l'audience. Le délai de huit jours retenu par l'article 420bis, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle est donc abandonné, ceci afin d'assurer que le défendeur dispose d'un laps de temps suffisant pour préparer sa défense au regard des arguments du demandeur.
Het voorgestelde artikel 432 schrijft bovendien voor dat de memorie van de eiser in cassatie ten minste vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof moet toekomen. Men laat dus de termijn van acht dagen in artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering vallen, teneinde ervoor te zorgen dat de verweerder over voldoende tijd beschikt om zijn verdediging voor te bereiden in het licht van de argumenten van de eiser.
Il est prévu que le premier président peut modifier ce délai de quinze jours. L'article 432, alinéa 1er, proposé fait ainsi écho à la faculté reconnue au même premier président d'abréger le délai de convocation (article 435, alinéa 2, proposé).
Er wordt bepaald dat de eerste voorzitter deze termijn van vijftien dagen kan wijzigen. Het voorgestelde artikel 432, eerste lid, weerspiegelt de bevoegdheid die aan de eerste voorzitter wordt toegekend om de oproepingstermijn in te korten (voorgesteld artikel 435, tweede lid).
4. Le défendeur en cassation est lui aussi contraint de recourir à un mémoire. Ce mémoire en réponse doit être signé par un avocat. Il doit être remis au greffe de la Cour de cassation au plus tard huit jours avant l'audience.
4. De verweerder in cassatie moet eveneens een memorie indienen. Deze memorie van antwoord dient te worden ondertekend door een advocaat. De memorie moet uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie toekomen.
À noter que, dans la pratique actuelle, le ministère public ne dépose pas de mémoire en réponse, quand bien même aucune disposition ne lui interdit de
Er dient te worden opgemerkt dat binnen de huidige praktijk het openbaar ministerie geen memorie van antwoord indient, ook al is er geen enkele bepaling die
5-1832/1 - 2012/2013
( 20 )
procéder de la sorte. Une telle possibilité de dépôt demeure à l'avenir, étant entendu que si le ministère public en fait usage, il devra se conformer aux conditions de forme — principalement aux conditions de délai — relatives au mémoire en réponse.
dat verbiedt. Een dergelijke indiening blijft een mogelijkheid voor de toekomst, met dien verstande dat indien het openbaar ministerie er gebruik van maakt, het zich moet houden aan de vormvereisten — voornamelijk de voorwaarden inzake termijnen — met betrekking tot de memorie van antwoord.
5. En vue d'assurer la prise de connaissance par les parties de leurs mémoires respectifs (1), une transmission par courrier recommandé en est prescrite.
5. Teneinde te garanderen dat de partijen kennis nemen van hun respectieve memories (1), dienen deze memories aangetekend te worden verzonden.
Le recours à la notification n'a pas été retenu. Le procédé reviendrait en effet à confier au greffe de la Cour de cassation une mission qui ne lui est pas naturelle. Il lui imposerait de surcroît une charge de travail qu'il n'est pas en mesure d'assumer. De la même manière, le recours à la signification a été écarté : la solution apparaît trop lourde et trop coûteuse.
Er werd niet gekozen om een beroep te doen op kennisgeving. Het procedé zou immers betekenen dat men de griffie van het Hof van Cassatie een opdracht toewijst die niet bij haar past. Het zou bovendien extra werklast teweegbrengen die het Hof niet voor zijn rekening kan nemen. Er werd evenmin geopteerd voor betekening : de oplossing lijkt te zwaar en te duur.
6.La sanction applicable en cas de méconnaissance de ces règles de forme et de délai est l'irrecevabilité du mémoire, non l'irrecevabilité du pourvoi.
6. Miskenning van die vorm- en termijnvereisten wordt gestraft met de niet-ontvankelijkheid van de memorie, en niet met de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep.
Articles 40 et 41
Artikelen 40 en 41
L'article 433 proposé règle la transmission des pièces du procès et de l'expédition de la décision attaquée au ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée, en vue de leur communication au procureur général près la Cour de cassation organisée par l'article 434 nouveau.
Het voorgestelde artikel 433 regelt de overzending van de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing aan het openbaar ministerie van het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing gewezen heeft, met het oog op het overzenden ervan aan de procureur-generaal van het Hof van cassatie, wat door het nieuwe artikel 434 wordt geregeld.
Le processus peut paraître complexe. Il peut aussi sembler faire peu de cas du souci légitime d'éviter la perte de documents. Le maintien de l'échelon du ministère public pour la transmission du dossier présente toutefois une valeur ajoutée, dès lors qu'il incombe à celui-ci de procéder à diverses vérifications.
Het procedé kan complex lijken. Het lijkt ook weinig rekening te houden met de terechte zorg om verlies van documenten te voorkomen. Het behoud van het openbaar ministerie als tussenschakel voor de overzending van het dossier biedt echter de toegevoegde waarde dat het openbaar ministerie een en ander moet controleren.
Le système d'amende prévu par l'actuel article 423, aliéna 2, du Code d'instruction criminelle pour l'hypothèse où l'on omet de « rédiger sans frais et joindre inventaire » n'a pas été repris.
Het boetesysteem waarin het huidige artikel 423, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering voorziet voor het geval waarin men nalaat kosteloos een inventaris op te maken en die erbij te voegen, werd niet overgenomen.
Article 42
Artikel 42
1. L'article 435 proposé règle la suite de la procédure, en renvoyant aux articles 1104 à 1109 du Code judiciaire.
1. Het voorgestelde artikel 435 regelt het verdere verloop van de procedure door te verwijzen naar de artikelen 1104 tot 1109 van het Gerechtelijk Wetboek.
(1) Voy. avis de la section de législation du Conseil d'État sur une proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale, Doc. parl., Sén., sess. ord. 20092010, no 4-1488/4, p. 9.
(1) Zie advies van de afdeling wetgeving van Raad van State bij een wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken, Stuk Senaat, gewone zitting 20092010, nr. 4-1488/4, blz. 9.
( 21 )
5-1832/1 - 2012/2013
Il se substitue ainsi à l'actuel article 420ter du Code d'instruction criminelle. Par ailleurs, le renvoi qu'il opère à l'article 1104 du Code judiciaire — disposition aujourd'hui non mentionnée dans l'article 420ter — prive d'objet l'article 420 du Code d'instruction criminelle. Le texte actuel des articles 420 et 420ter peut donc être abrogé (articles 25 et 27 de la proposition de loi).
Het vervangt dus het huidige artikel 420ter van het Wetboek van strafvordering. Door de verwijzing naar artikel 1104 van het Gerechtelijk Wetboek — bepaling die nu niet vermeld wordt in artikel 420ter — dient artikel 420 van het Wetboek van strafvordering overigens geen doel meer. De huidige tekst van de artikelen 420 en 420ter kan dus worden opgeheven (artikelen 25 en 27 van het wetsvoorstel).
2. L'article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire prévoit que le jour où la cause sera appelée à l'audience est fixé par le premier président de la Cour de cassation en concertation avec le ministère public.
2. Artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de eerste voorzitter van het Hof van cassatie in overleg met het openbaar ministerie de dag bepaalt waarop de zaak ter zitting zal worden opgeroepen.
Dans la pratique actuelle, quand la cause est urgente, la fixation a lieu dès l'inscription de celle-ci au rôle général. Souvent, l'audience est programmée alors un mois et demi après la déclaration de pourvoi. À défaut d'urgence, la fixation n'a lieu qu'après l'étude du dossier par le conseiller rapporteur et par le ministère public. En pareil cas, l'audience se tient après l'expiration du délai — deux mois à compter de l'inscription au rôle — prévu par l'actuel article 420bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle.
Wanneer de zaak dringend is, is het momenteel gebruikelijk dat de dag van de zitting wordt bepaald zodra de zaak is ingeschreven op de algemene rol. Vaak is de zitting dan anderhalve maand na de verklaring van cassatieberoep gepland. Indien de zaak niet dringend is, wordt de rechtsdag slechts vastgesteld nadat de raadsheer-verslaggever en het openbaar ministerie het dossier onderzocht hebben. In dat geval vindt de zitting plaats na het verstrijken van de termijn — twee maanden sedert de inschrijving op de rol — bepaald in het huidige artikel 420bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering.
Ce système fonctionne à la satisfaction générale. Dans l'intérêt des parties, il doit demeurer, avec toute la souplesse qui le caractérise. Il semble dès lors inapproprié de consacrer dans la loi l'existence de deux régimes distincts, l'un pour les causes dites urgentes et l'autre pour les causes dites non urgentes. De même, il paraît inadéquat d'inscrire dans la loi une définition des affaires urgentes.
Het systeem functioneerde tot ieders tevredenheid. In het belang van de partijen moet dit soepele systeem blijven bestaan. Het lijkt dan ook niet verstandig in de wet het bestaan te bekrachtigen van twee verschillende systemen, een voor de zogenaamde dringende zaken en een ander voor de zogenaamde niet dringende zaken. Evenzo lijkt het onverstandig een definitie van de dringende zaken in de wet op te nemen.
3. L'article 435, alinéa 2, proposé s'écarte de la solution inscrite à l'article 1106, alinéa 2, du Code judiciaire. D'après ce dernier, l'avocat ou la partie non représentée est averti de la fixation au moins quinze jours avant l'audience, sauf abréviation de ce délai par le premier président si l'urgence le commande. En l'occurrence, il est prévu que l'avertissement a lieu au plus tard un mois avant l'audience, ceci afin de permettre le respect des délais visés à l'article 432 du Code d'instruction criminelle (article 39 de la proposition de loi). La faculté d'abréger le délai d'avertissement, octroyée au premier président par l'article 1106, alinéa 2, est quant à elle maintenue.
3. Het voorgestelde artikel 435, tweede lid, wijkt af van de oplossing van artikel 1106, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Volgens dat lid wordt de advocaat of de niet vertegenwoordigde partij ten minste vijftien dagen voor de zitting op de hoogte gebracht van de dagbepaling, tenzij de eerste voorzitter die termijn verkort indien de zaak spoedeisend is. In dit geval wordt bepaald dat de kennisgeving plaatsvindt uiterlijk een maand voor de zitting, zodat de termijnen bedoeld in artikel 432 van het Wetboek van strafvordering (artikel 39 van het wetsvoorstel) kunnen worden geëerbiedigd. De mogelijkheid die de eerste voorzitter op grond van artikel 1106, tweede lid, heeft om de termijn te verkorten, wordt gehandhaafd.
Article 43
Artikel 43
L'article 436 proposé donne à la Cour de cassation la faculté de rejeter le pourvoi ou de casser la décision attaquée, en tout ou en partie. À l'heure actuelle, l'article 426 du Code d'instruction criminelle n'évoque que le rejet de la demande et l'annulation de l'arrêt ou du jugement attaqué. Il ne fait donc pas état d'une
Het voorgestelde artikel 436 geeft het Hof van cassatie de mogelijkheid het cassatieberoep te verwerpen of de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Momenteel vermeldt artikel 426 van het Wetboek van strafvordering enkel de verwerping van de eis en de vernietiging van het bestreden
5-1832/1 - 2012/2013
( 22 )
annulation partielle. Quant à l'article 434, alinéa 3, il prévoit certes la possibilité de prononcer une telle annulation, mais seulement dans les matières criminelles. L'article 436 proposé en fait une règle générale.
arrest of vonnis. Het maakt dus geen gewag van een gedeeltelijke vernietiging. Artikel 434, derde lid, voorziet weliswaar in de mogelijkheid van een dergelijke vernietiging, maar dan alleen in strafzaken. Het voorgestelde artikel 436 maakt er een algemene regel van.
L'alinéa 2 du texte proposé précise que l'annulation peut être étendue jusqu'au plus ancien acte nul. C'est ce que le laissent entendre les actuels articles 407, alinéa 1er, et 408, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle.
Het tweede lid van de voorgestelde tekst bepaalt dat de vernietiging kan worden uitgebreid tot de oudste nietige akte. Dit blijkt uit de huidige artikelen 407, eerste lid, en 408, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering.
Article 44
Artikel 44
La disposition laisse à la Cour de cassation, pour l'hypothèse où celle-ci a pris une décision d'annulation de la décision attaquée, une large marge d'appréciation quant à la désignation de la juridiction de renvoi. La jurisprudence a évolué en ce sens.
Deze bepaling geeft het Hof van cassatie, wanneer het een beslissing heeft genomen tot vernietiging van de bestreden beslissing, een ruime beoordelingsvrijheid met betrekking tot het gerecht waarnaar de zaak verwezen wordt. Dit is een recente ontwikkeling in de rechtspraak.
Par ailleurs, le texte proposé entend simplifier les dispositions du Code d'instruction criminelle relatives au renvoi après cassation (actuels articles 427 et suivants), qui présentent un caractère désuet.
Tevens strekt de voorgestelde tekst om de bepalingen van het Wetboek van strafvordering inzake de verwijzing na vernietiging (de huidige artikelen 427 en volgende), die verouderd zijn, te vereenvoudigen.
Articles 45 et 46
Artikelen 45 en 46
Les articles 437/1 et 437/2 proposés reproduisent les actuels articles 434 et 435 du Code d'instruction criminelle. Ces derniers sont déplacés de manière à assurer la cohérence du texte.
De voorgestelde artikelen 437/1 en 437/2 nemen de de tekst over van de huidige artikelen 434 en 435 van het Wetboek van strafvordering. Die worden verplaatst omwille van de coherentie van de tekst.
Article 47
Artikel 47
Le principe énoncé à l'article 438, alinéa 1er, proposé, selon lequel la partie qui succombe est condamnée aux frais, fait écho à la règle inscrite dans l'actuel article 436 du Code d'instruction criminelle. Il est toutefois plus général que cette dernière, qui concerne la seule partie civile.
Het principe dat in het voorgestelde artikel 438, eerste lid, wordt vermeld, namelijk dat de partij wier cassatieberoep verworpen wordt in de kosten veroordeeld wordt, is de afspiegeling van de regel in het huidige artikel 436 van het Wetboek van strafvordering. Het is echter algemener dan die laatste, die alleen over de burgerlijke partij gaat.
L'alinéa 2, quant à lui, s'inspire de l'article 1111, alinéa 3, du Code judiciaire. Il traduit un souci d'équité à l'égard du défendeur.
Het tweede lid is gebaseerd op artikel 1111, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Het beoogt een eerlijke behandeling van de verweerder.
Article 48
Artikel 48
La disposition reprend le contenu de l'actuel article 440 du Code d'instruction criminelle. Elle actualise le renvoi opéré par celui-ci en faisant référence aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire plutôt qu'à la loi du 7 juillet 1865.
De bepaling neemt de inhoud over van het huidige artikel 440 van het Wetboek van strafvordering. Ze actualiseert de verwijzing daarin en maakt nu melding van de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek en niet meer van de wet van 7 juli 1865.
( 23 )
5-1832/1 - 2012/2013
Article 49
Artikel 49
La disposition reformule l'actuel article 442 du Code d'instruction criminelle. Elle a la même portée que celui-ci.
Deze bepaling herformuleert artikel 442 van het Wetboek van strafvordering. Ze heeft dezelfde draagwijdte als dat artikel.
Chapitre III. Modification de la loi du 29 avril 1806 qui prescrit des mesures relatives à la procédure en matière criminelle et correctionnelle
Hoofdstuk III. Wijziging van de wet van 29 april 1806 waarbij maatregelen worden voorgeschreven met betrekking tot de procedure in criminele en correctionele zaken
Article 50
Artikel 50
L'article 2 de la loi du 29 avril 1806 stipule que « le prévenu en police correctionnelle ne sera pas recevable à présenter, comme moyen de cassation, des nullités commises en première instance, et qu'il n'aurait pas opposées devant la cour d'appel, en exceptant seulement la nullité pour cause d'incompétence ». Cette disposition peut être abrogée, eu égard au mécanisme général de couverture des nullités introduit dans l'article 431 proposé (article 38 de la proposition).
Artikel 2 van de wet van 29 april 1806 bepaalt dat « le prévenu en police correctionnelle ne sera pas recevable à présenter, comme moyen de cassation, des nullités commises en première instance, et qu'il n'aurait pas opposées devant la cour d'appel, en exceptant seulement la nullité pour cause d'incompétence ». Die bepaling kan worden opgeheven, gelet op het algemene mechanisme van dekking van de nietigheden ingesteld in het voorgestelde artikel 431 (artikel 38 van het voorstel).
Chapitre IV. Modifications de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Hoofdstuk IV. Wijzigingen van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning
Articles 51 à 55
Artikelen 51 tot 55
L'article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi est abrogé, ceci en vue de garantir l'uniformité de la procédure d'assises et de la procédure de cassation.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning wordt opgeheven, om de eenvormigheid te waarborgen van de rechtspleging voor assisen en de rechtspleging in cassatie.
Pareille abrogation revient à soumettre au droit commun et au tribunal correctionnel les personnes poursuivies pour une infraction à la loi du 6 avril 1847, de sorte qu'il y a également lieu d'abroger les articles 4, 5, 6 et 8 de cette même loi.
Die opheffing komt erop neer dat wie vervolgd wordt voor een schending van de wet van 6 april 1867 onder de regels van het gemeen recht valt en voor de correctionele rechtbank komt, zodat ook de artikelen 4, 5, 6 en 8 moeten worden opgeheven.
Chapitre V. Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Hoofdstuk V. Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Article 56
Artikel 56
Les règles pour l'introduction d'un pourvoi en cassation par des personnes détenues ou internées sont inscrites dans l'article 427 nouveau du Code d'instruction criminelle. Par conséquent, la loi du 25 juillet 1893 ne doit plus être maintenue que pour l'introduction d'un appel par ces mêmes personnes. L'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 est modifié en ce sens.
De regels voor het instellen van een cassatieberoep door gedetineerden en geïnterneerden zijn ondergebracht in het nieuwe artikel 427 van het Wetboek van strafvordering. Bijgevolg dient de wet van 25 juli 1893 slechts te worden gehandhaafd voor het instellen van hoger beroep door diezelfde personen. Daartoe wordt het opschrift van de wet van 25 juli 1893 aangepast.
5-1832/1 - 2012/2013
( 24 )
Article 57-59
Artikelen 57-59
Les références au recours en cassation qui figurent dans les articles 1er, 2 et 4 de la loi du 25 juillet 1893 sont supprimées.
In de artikelen 1, 2 en 4 van de wet van 25 juli 1893 worden de verwijzingen naar de voorziening in cassatie geschrapt.
Chapitre VI. Disposition transitoire
Hoofdstuk VI. Overgangsbepaling
Article 60
Artikel 60
La disposition adapte la terminologie utilisée par l'article 427, alinéa 1er, nouveau du Code d'instruction criminelle (article 34 de la proposition) à titre transitoire, dans l'attente de l'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental.
De bepaling past de in het nieuwe artikel 427, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering (artikel 34 van het voorstel) gebruikte terminologie voorlopig aan, in afwachting van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis.
D'après l'article 157 de la loi du 21 avril 2007, modifié par la loi portant des dispositions diverses en matière de justice du 28 décembre 2011, ce dernier entrera en vigueur à la date fixée par le Roi, et au plus tard le 1er janvier 2013.
Volgens artikel 157 van de wet van 21 april 2007, zoals gewijzigd bij de wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie van 28 december 2011, zal dat artikel in werking treden op de datum die de Koning bepaalt, en uiterlijk op 1 januari 2013.
Chapitre VII. Entrée en vigueur
Hoofdstuk VII. Inwerkingtreding
Article 61
Artikel 61
Il convient de laisser aux instances concernées le temps nécessaire pour mettre en œuvre les règles de procédure modifiées par la proposition. L'entrée en vigueur de la loi est dès lors fixée au premier jour du treizième mois qui suit le jour de sa publication au Moniteur belge, étant entendu que le Roi est autorisé à prévoir une date d'entrée en vigueur antérieure.
Het is raadzaam de betrokken instanties de nodige tijd te geven om de procedureregels die het voorstel wijzigt, ten uitvoer te leggen. De inwerkingtreding van de wet wordt derhalve bepaald op de eerste dag van de dertiende maand na de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met dien verstande dat aan de Koning machtiging wordt verleend een vroegere datum van inwerkingtreding te bepalen.
Francis DELPÉRÉE.
* * *
* * *
( 25 )
5-1832/1 - 2012/2013
PROPOSITION DE LOI
WETSVOORSTEL
Chapitre Ier. Disposition générale
Hoofdstuk I. Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Chapitre II. Modifications du Code d'instruction criminelle
Hoofdstuk II. Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
Dans l'article 235ter du même Code, inséré par la loi du 27 décembre 2005 et modifié par la loi du 16 janvier 2009, le paragraphe 6 est abrogé.
In artikel 235ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet 27 december 2005 en gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt paragraaf 6 opgeheven.
Art. 3
Art. 3
Dans le Livre II, Titre II, du Code d'instruction criminelle, l'intitulé du Chapitre IV, tel que modifié par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Het opschrift van Hoofdstuk IV van Boek II, Titel II, van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
L'article 251 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 251 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 5
Art. 5
L'article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 6
Art. 6
L'article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 7
Art. 7
L'article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
5-1832/1 - 2012/2013
( 26 ) Art. 8
Art. 8
Dans l'article 337 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, l'aliéna 3 est abrogé.
In artikel 337 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt het derde lid opgeheven.
Art. 9
Art. 9
L'article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 10
Art. 10
Dans l'article 360 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « les délais mentionnés à l'article 359 » sont remplacés par les mots « le délai mentionné à l'article 424 ».
In artikel 360 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden « de in artikel 359 vermelde termijnen » vervangen door de woorden « de in artikel 424 vermelde termijn ».
Art. 11
Art. 11
L'article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 12
Art. 12
L'article 408 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 408 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 13
Art. 13
L'article 409 du même Code est abrogé.
Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 14
Art. 14
L'article 410 du même Code, modifié par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 410 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 15
Art. 15
L'article 411 du même Code est abrogé.
Art. 16 L'article 412 du même Code est abrogé.
Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 16 Artikel 412 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
( 27 )
5-1832/1 - 2012/2013
Art. 17
Art. 17
Dans l'article 413 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, les modifications suivantes sont apportées :
In artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1o l'alinéa 1erest abrogé; 2o dans l'alinéa 2, les mots « Néanmoins, lorsque le renvoi de cette partie » sont remplacés par les mots « Lorsque l'acquittement de la partie poursuivie pour un délit ou une contravention »; 3o l'alinéa 3 est abrogé.
Art. 18 L'article 414 du même Code est abrogé.
1o het eerste lid wordt opgeheven; 2o in het tweede lid worden de woorden « Wanneer echter die partij is vrijgesproken » vervangen door de woorden « Wanneer de partij die wordt vervolgd voor een wanbedrijf of een overtreding is vrijgesproken »; 3o het derde lid wordt opgeheven.
Art. 18 Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 19
Art. 19
L'article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 20
Art. 20
Dans le livre II, titre III, du même Code, l'intitulé du chapitre II est remplacé par l'intitulé suivant : « Chapitre II. De la procédure en cassation ».
In boek II, titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt : « Hoofdstuk II : Rechtspleging in Cassatie ».
Art. 21
Art. 21
L'article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen als volgt :
« Art. 416. Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort donnent ouverture à cassation. »
« Art. 416. Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden ingesteld. »
Art. 22
Art. 22
L'article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 20 december 1974, wordt vervangen als volgt :
« Art. 417. Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former. »
« Art. 417. De partijen kunnen slechts cassatieberoep instellen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben. »
5-1832/1 - 2012/2013
( 28 ) Art. 23
Art. 23
L'article 418 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 418. Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision. »
« Art. 418. Niemand kan een tweede maal cassatieberoep instellen tegen dezelfde beslissing. »
Art. 24
Art. 24
L'article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 419. Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de non-lieu. »
« Art. 419. Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep instellen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling. »
Art. 25
Art. 25
L'article 420 du même Code, modifié par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 420. Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d'instruction n'est ouvert qu'après l'arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
« Art. 420. Tegen voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud tenuitvoergelegd, kan slechts cassatieberoep worden ingesteld na het eindarrest of het eindvonnis.
Il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre :
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld tegen :
1o les arrêts ou jugements rendus sur la compétence;
1o arresten of vonnissen inzake bevoegdheid;
2o les arrêts ou jugements relatifs à l'action civile qui statuent sur le principe d'une responsabilité;
2o arresten of vonnissen inzake de burgerlijke rechtsvordering die uitspraak doen over het aansprakelijkheidsbeginsel;
3o les arrêts ou jugements par lesquels, conformément à l'article 524bis, § 1er, il est statué sur l'action publique et ordonné une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux. »
3o arresten of vonnissen die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen. »
Art. 26
Art. 26
L'article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 27
Art. 27
L'article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
( 29 )
5-1832/1 - 2012/2013
Art. 28
Art. 28
L'article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 421. Le procureur général près la cour d'appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises.
« Art. 421. De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van nietigheid moet in de verklaring de grond van het cassatieberoep worden opgegeven.
Sans préjudice de la contestation de compétence prévue parl'article 420, alinéa 2, ce pourvoi ne peut être formé que dans les cas suivants :
Onverminderd de betwisting van bevoegdheid waarin artikel 420, tweede lid, voorziet, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen :
1o si le fait n'est pas qualifié crime par la loi;
1o wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2o si le ministère public n'a pas été entendu;
2o wanneer het openbaar ministerie niet gehoord is;
3o si l'arrêt n'a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3o wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été respectées;
4o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van de talen in gerechtszaken niet werden nageleefd;
5o si les règles de la procédure contradictoire prévues à l'article 223 n'ont pas été respectées.
5o wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd.
Aussitôt que la déclaration est reçue par le greffier, l'expédition de l'arrêt est transmise par le procureur général près la cour d'appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes. »
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureurgeneraal bij het Hof van cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen. »
Art. 29
Art. 29
L'article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen als volgt :
« Art. 422. Sauf en cas d'acquittement et d'application de l'article 336, le pourvoi en cassation contre l'arrêt de la cour d'assises contenant la déclaration du jury doit être introduit en même temps que le pourvoi en cassation contre l'arrêt définitif. »
« Art. 422. Behoudens in geval van vrijspraak en de toepassing van artikel 336, dient het cassatieberoep tegen het arrest van het hof van assisen dat de verklaring van de jury inhoudt, te worden ingesteld samen met het cassatieberoep tegen het eindarrest. »
Art. 30
Art. 30
L'article 423 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen als volgt :
« Art. 423. Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s'applique à l'infraction, nul ne peut demander la cassation de l'arrêt ou du jugement, au seul motif qu'il y a erreur dans la citation du texte de loi. »
« Art. 423. Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand enkel en alleen op grond van het middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan, de vernietiging van het arrest of vonnis vorderen. »
5-1832/1 - 2012/2013
( 30 ) Art. 31
Art. 31
L'article 424 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen als volgt :
« Art. 424. Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours qui suivent la décision attaquée. »
« Art. 424. Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing. »
Art. 32
Art. 32
L'article 425 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt :
« Art. 425. Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d'opposition, la déclaration de pourvoi est faite dans les quinze jours qui suivent l'expiration du délai d'opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l'égard du prévenu ou de l'accusé, du délai ordinaire d'opposition. »
« Art. 425. Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek gewezen is ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijn van verzet. »
Art. 33
Art. 33
L'article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 426. § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par l'avocat ou par le ministère public au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le déclarant et par le greffier. Elle est inscrite sur le registre destiné à cet effet.
« Art. 426. § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door de advocaat of door het openbaar ministerie op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt ondertekend door de persoon die de verklaring doet en door de griffier. Ze wordt in een daartoe bestemd register ingeschreven.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d'instruction rendues par d'autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep aantekent tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d'instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt binnen de vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne a le droit de s'en faire délivrer des extraits. »
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en een ieder heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven. »
( 31 )
5-1832/1 - 2012/2013
Art. 34
Art. 34
L'article 427 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 427. La déclaration de pourvoi faite par avocat pour les personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental peut l'être au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l'avocat.
« Art. 427. De cassatieverklaring door een advocaat voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of die geïnterneerd zijn in een inrichting waarin de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis voorziet, kan worden gedaan bij de directeur van die inrichting of bij diens gemachtigde. Ze wordt door de advocaat ondertekend.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie.
Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cet effet.
Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent, et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l'avis et le procèsverbal dans le registre destiné à cet effet. »
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in het daartoe bestemde register. »
Art. 35
Art. 35
L'article 428 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 428. La non-admission des pourvois dont la déclaration est faite en violation des formes prescrites par les articles 426, §§ 1er et 2, ou 427, alinéa 1er, peut être décrétée par ordonnance du président de section notifiée au déclarant. »
« Art. 428. De verwerping van de cassatieberoepen waarvan de verklaring wordt gedaan met schending van de vormvoorschriften bedoeld in de de artikelen 426, §§ 1 en 2, of 427, eerste lid, kan worden bevolen bij beschikking van de afdelingsvoorzitter, die betekend wordt aan de persoon die de verklaring heeft gedaan. »
Art. 36
Art. 36
L'article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 429. La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle. L'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans le délai prévu à l'article 432, alinéas 1er et 2.
« Art. 429. De partij die cassatieberoep instelt, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht voor zover zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering. Het exploot van betekening moet binnen de in artikel 432, eerste en tweede lid bedoelde termijn worden neergelegd bij de griffie van het Hof van Cassatie.
La signification du pourvoi du ministère public peut être faite au détenu ou à l'interné par le directeur de l'établissement pénitentiaire ou de l'établissement où l'intéressé est interné ou par son délégué. »
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is, of door zijn gemachtigde. »
5-1832/1 - 2012/2013
( 32 ) Art. 37
Art. 37
L'article 430 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 430. Pendant les quinze jours visés aux articles 424 et 425 et, s'il y a eu pourvoi en cassation, jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l'exécution de la décision attaquée.
« Art. 430. De tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wordt opgeschort gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 424 en 425 en, indien cassatieberoep werd ingesteld, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie.
Toutefois, la décision sur l'action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l'action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une décision spécialement motivée. »
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beslissing hebben beslist. »
Art. 38
Art. 38
L'article 431 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 431. Les nullités touchant à un acte de l'instruction préparatoire ne peuvent plus être invoquées après le règlement de la procédure.
« Art. 431. De nietigheden met betrekking tot een handeling van het gerechtelijk onderzoek kunnen niet meer worden aangevoerd na de regeling van de rechtspleging.
En cas de saisine par citation directe, les nullités de l'information doivent être soulevées à la première audience et avant toute exception ou défense.
In geval van aanhangigmaking door rechtstreekse dagvaarding moeten de nietigheden van het opsporingsonderzoek worden opgeworpen op de eerste terechtzitting en vóór alle exceptie of verweer.
Les parties ne sont pas recevables à invoquer pour la première fois devant la Cour une nullité étrangère à la compétence qu'elles auraient pu invoquer devant le juge du fond. »
De partijen kunnen een nietigheid die geen verband houdt met de bevoegdheid niet voor het eerst voor het Hof aanvoeren indien dat voor de feitenrechter had gekund. »
Art. 39
Art. 39
L'article 432 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 432. Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat. Les mémoires doivent être remis au greffe de la Cour de cassation quinze jours au plus tard avant l'audience. Ce délai peut être modifié par le premier président en cas d'application de l'article 435, alinéa 2.
« Art. 432. Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een door een advocaat ondertekende memorie. De memories moeten uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie toekomen. Deze termijn kan worden gewijzigd door de eerste voorzitter in geval van toepassing van artikel 435, tweede lid.
Le demandeur en cassation ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d'instance, les actes relevant que le pourvoi est devenu sans objet et les
Na verloop van drie maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag de eiser in cassatie evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting
( 33 )
5-1832/1 - 2012/2013
notes visées à l'article 1107 du Code judiciaire, après les trois mois qui suivent la déclaration de pourvoi.
van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l'audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een door een advocaat ondertekende memorie die hij uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l'exception visée à l'article 428, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé. Le défendeur lui communique son mémoire en réponse de la même manière. La preuve de l'envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prévues à peine d'irrecevabilité.
Behalve de uitzondering bedoeld in artikel 428 wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief verzonden naar de partij tegen wie het beroep is gericht. De verweerder bezorgt hem zijn memorie van antwoord op dezelfde manier. Het bewijs van de verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de termijnen bepaald in het eerste tot het derde lid. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces au moyen de notes marginales qu'il signe en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst van memories of stukken vast door een op die memories of stukken aangebrachte kanttekening, die hij tekent met de vermelding van de datum van ontvangst.
Il délivre récépissé au déposant s'il en est requis. »
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt. »
Art. 40
Art. 40
L'article 433 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 433. Le greffier de la juridiction qui a rendu la décision attaquée fait parvenir au ministère public, sans délai, les pièces du procès et l'expédition de la décision attaquée.
« Art. 433. De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire, qu'il joint au dossier. »
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier. »
Art. 41
Art. 41
L'article 434 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 21 décembre 2009, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, wordt vervangen als volgt :
« Art. 434. Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet le dossier sans délai au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général. »
« Art. 434. Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureurgeneraal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft. »
5-1832/1 - 2012/2013
( 34 ) Art. 42
Art. 42
L'article 435 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 435 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 435. La procédure est ensuite réglée ainsi qu'il est prévu aux articles 1104, 1105, alinéa 1er, alinéa 2 et alinéa 3, première phrase, 1105bis, 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109 du Code judiciaire.
« Art. 435. De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104, 1105, eerste lid, tweede lid en derde lid, eerste zin, 1105bis, 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109 van het Gerechtelijk Wetboek.
L'avocat est averti de la fixation visée à l'article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, un mois au moins avant l'audience, sauf abréviation de ce délai par le premier président si l'urgence le commande. »
Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier, ten minste één maand vóór de zitting, kennis aan de advocaat, met dien verstande dat de eerste voorzitter die termijn kan verkorten indien de zaak spoedeisend is. »
Art. 43
Art. 43
L'article 436 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen als volgt :
« Art. 436. La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
« Art. 436. Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu'au plus ancien acte nul. »
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte. »
Art. 44
Art. 44
L'article 437 du même Code, abrogé par la loi du 10 juillet 1967, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 437. En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s'il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
« Art. 437. In geval van vernietiging verwijst het Hof van cassatie, indien daartoe aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l'arrêt de la cour d'assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d'incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître. »
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen. »
Art. 45
Art. 45
Dans le même Code, il est inséré un article 437/1 rédigé comme suit :
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 437/1 ingevoegd, luidende :
( 35 )
5-1832/1 - 2012/2013
« Art. 437/1. Si l'arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d'assises à laquelle le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
« Art. 437/1. Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l'arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d'assises à laquelle le procès sera renvoyé. »
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt. »
Art. 46
Art. 46
Dans le même Code, il est inséré un article 437/2 rédigé comme suit :
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 437/2 ingevoegd, luidende :
« Art. 437/2. L'accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d'arrestation, soit en exécution de l'ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d'assises à laquelle son procès sera renvoyé. »
« Art. 437/2. De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe berechting voor criminele feiten moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt. »
Art. 47
Art. 47
L'article 438 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 438. La partie qui succombe est condamnée aux frais.
« Art. 438. De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi. »
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken, worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter. »
Art. 48
Art. 48
L'article 440 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 440. Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire. »
« Art. 440. Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek. »
Art. 49
Art. 49
L'article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 442. Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d'office, et nonobstant l'expiration du délai, donner connaissance à la Cour de
« Art. 442. De procureur-generaal bij het Hof van cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van cassatie
5-1832/1 - 2012/2013
( 36 )
cassation d'une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s'est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s'en prévaloir pour s'opposer à son exécution. »
kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich er niet op beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten. »
Chapitre III. Modification de la loi du 29 avril 1806 qui prescrit des mesures relatives à la procédure en matière criminelle et correctionnelle
Hoofdstuk III. Wijziging van de wet van 29 april 1806 waarbij maatregelen worden voorgeschreven met betrekking tot de procedure in criminele en correctionele zaken
Art. 50
Art. 50
L'article 2 de la loi du 29 avril 1806 qui prescrit des mesures relatives à la procédure en matière criminelle et correctionnelle est abrogé.
Artikel 2 van de wet van 29 april 1806 waarbij maatregelen worden voorgeschreven met betrekking tot de procedure in criminele en correctionele zaken wordt opgeheven.
Chapitre IV. Modifications de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Hoofdstuk IV. Wijzigingen van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning
Art. 51
Art. 51
L'article 4 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, remplacé par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 24 juin 1970, est abrogé.
Artikel 4 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning, vervangen bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 24 juni 1970, wordt opgeheven.
Art. 52
Art. 52
L'article 5 de la même loi est abrogé.
Artikel 5 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 53
Art. 53
L'article 6 de la même loi, remplacé par la loi du 20 décembre 1852, est abrogé.
Artikel 6 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 december 1852, wordt opgeheven.
Art. 54
Art. 54
L'article 7 de la même loi, modifié par la loi du 10 octobre 1967, est abrogé.
Artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, wordt opgeheven.
Art. 55
Art. 55
L'article 8 de la même loi est abrogé.
Artikel 8 van dezelfde wet wordt opgeheven.
( 37 )
5-1832/1 - 2012/2013
Chapitre V. Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Hoofdstuk V. Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 56
Art. 56
L'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par ce qui suit : « loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel des personnes détenues ou internées ».
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen wordt vervangen als volgt : « wet van 25 juli 1893 betreffende het instellen van hoger beroep door gedetineerde of geïnterneerde personen ».
Art. 57
Art. 57
Dans l'article 1er, alinéa 1er, de la même loi, modifié par l'arrêté royal du 20 janvier 1936, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 januari 1936, worden de woorden « of van voorziening in verbreking » opgeheven.
Art. 58
Art. 58
Dans l'article 2 de la même loi, les mots « ou des recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden « of der voorzieningen in cassatie » opgeheven.
Art. 59
Art. 59
Dans l'article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in cassatie » opgeheven.
Chapitre VI. Disposition transitoire
Hoofdstuk VI. Overgangsbepaling
Art. 60
Art. 60
Jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, il y a lieu de lire dans l'article 427, aliéna 1er, du Code d'instruction criminelle, tel que remplacé par l'article 24 de la présente loi, au lieu des mots « dans les établissements prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental », les mots « dans les établissements prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale ».
Tot de dag van inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 427, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals vervangen bij artikel 34 van deze wet, de woorden « in een inrichting waarin de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis voorziet » gelezen als « in een inrichting waarin de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij voorziet ».
Chapitre VII. Entrée en vigueur
Hoofdstuk VII. Inwerkingtreding
Art. 61
Art. 61
À l'exception de l'article 1er et du présent article, la présente loi entre en vigueur le premier jour du treizième mois qui suit le jour de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de dertiende maand na de dag waarop hij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
5-1832/1 - 2012/2013
( 38 )
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1er. 5 septembre 2012.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de in het eerste lid vermelde datum. 5 september 2012.
Francis DELPÉRÉE.
124224 - I.P.M.
5 - 1832/2
5 - 1832/2
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
2 JUILLET 2013
2 JULI 2013
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
AMENDEMENTS
AMENDEMENTEN
No 1 DE M. DELPÉRÉE ET CONSORTS
Nr. 1 VAN DE HEER DELPÉRÉE C.S.
Art. 36
Art. 36
Remplacer l'article 429 proposé par ce qui suit :
Het voorgestelde artikel 429 vervangen als volgt :
« Art. 429. La partie qui se pourvoit en cassation fait notifier par le greffe son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle. Cette notification est adressée dans le délai prévu à l'article 432, alinéas 1er et 2.
« Art. 429. De partij die cassatieberoep instelt, laat het cassatieberoep door de griffie ter kennis brengen van de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht voor zover zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering. Die kennisgeving wordt verzonden binnen de in artikel 432, eerste en tweede lid, bedoelde termijn.
La notification du pourvoi du ministère public peut être adressée au détenu ou à l'interné dans l'établissement pénitentiaire ou dans l'établissement où l'intéressé est interné. »
De kennisgeving van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan worden verzonden naar de strafinrichting of naar de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is. »
Justification
Verantwoording
L'amendement est justifié par la volonté de diminuer les frais de justice dans le cadre de pourvois en cassation dirigés à l'encontre de nombreuses personnes. La multiplication des frais d'huissier est à cet égard inutile.
Het amendement wordt verantwoord door het streven om de gerechtskosten bij cassatieberoepen gericht tegen talrijke personen te verminderen. De oplopende kosten voor gerechtsdeurwaarders hierbij zijn overbodig.
Voir : Documents du Sénat : 5-1832 - 2012/2013 : No 1 : Proposition de loi de M. Delpérée.
Zie : Stukken van de Senaat : 5-1832 - 2012/2013 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Delpérée.
5-1832/2 - 2012/2013
(2)
No 2 De M. DELPÉRÉE ET CONSORTS Art. 7/1 (nouveau) Insérer un article 7/1, rédigé comme suit :
Nr. 2 VAN DE HEER DELPÉRÉE C.S. Art. 7/1 (nieuw) Een artikel 7/1 invoegen, luidende :
« Art. 7/1. Dans l'article 292 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « Immédiatement après, » sont abrogés.
« Art. 7/1. In artikel 292 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden « Onmiddellijk daarna kan de voorzitter » vervangen door de woorden « De voorzitter kan ». »
Justification
Verantwoording
L'amendement est justifié par l'abrogation proposé à l'article 7 de la proposition, de l'article 291 du Code d'instruction criminelle. Le début de l'article suivant doit commencer par les mots « Le président peut ordonner au greffier ».
Het amendement wordt verantwoord door de in artikel 7 van het voorstel voorgestelde opheffing van artikel 291 van het Strafwetboek. Het artikel moet beginnen met de woorden « De voorzitter kan de griffier ».
Francis DELPÉRÉE. Inge FAES. Guy SWENNEN. Christine DEFRAIGNE. Zakia KHATTABI.
132775 - I.P.M.
5 - 1832/3
5 - 1832/3
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
16 JUILLET 2013
16 JULI 2013
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het hof van cassatie in strafzaken
AMENDEMENTS
AMENDEMENTEN
No 3 DE MME VAN HOOF
Nr. 3 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 2 Supprimer cet article.
Art. 2 Dit artikel doen vervallen.
Justification
Verantwoording
Cet amendement doit être lu conjointement avec l'amendement no 4, qui adapte l'article 420 du Code d'instruction criminelle, en faisant en sorte qu'un pourvoi en cassation immédiat puisse être formé contre les arrêts et jugements.
Dit amendement hangt samen met amendement nr. 4 dat artikel 420 van het Wetboek van strafvordering aanpast, in die zin dat wel onmiddellijk cassatieberoep kan worden aangetekend tegen arresten en vonnissen.
À cet effet, il convient de maintenir l'article 235ter, § 6, du Code d'instruction criminelle parce qu'il prévoit des délais particuliers dans lesquels un pourvoi en cassation peut être formé, dans le cas où celui-ci concerne les décisions de la chambre des mises en accusation visées à l'article 235ter du Code d'instruction criminelle.
Daartoe dient artikel 235ter, § 6 van het Wetboek van Strafvordering behouden te blijven omdat dit artikel voorziet in bijzondere termijnen waarbinnen cassatieberoep kan worden aangetekend, in het geval een voorziening in cassatie tegen de beslissingen van de kamer van inbeschuldigingstelling bedoeld in artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering.
No 4 DE MME VAN HOOF
Nr. 4 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 25 Remplacer cet article par ce qui suit : Voir : Documents du Sénat : 5-1832 - 2012/2013 :
Art. 25 Dit artikel vervangen door wat volgt : Zie : Stukken van de Senaat : 5-1832 - 2012/2013 :
No 1 : Proposition de loi de M. Delpérée.
Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Delpérée.
No 2 : Amendements.
Nr. 2 : Amendementen.
5-1832/3 - 2012/2013
(2)
« Art. 25. L'article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
« Art. 25. Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 420. — Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d'instruction n'est ouvert qu'après l'arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
« Art. 420. — Tegen voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden aangetekend na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les arrêts ou jugements :
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep aangetekend worden tegen arresten of vonnissen :
1o rendus sur la compétence;
1o inzake bevoegdheid;
2o rendus en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2o met toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3o relatifs à l'action civile qui statuent sur le principe d'une responsabilité;
3o die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4o qui, conformément à l'article 524bis, § 1er, statuent sur l'action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux;
4o die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen;
5o rendus conformément à l'article 57bis de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait;
5o overeenkomstig artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade;
6o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été respectées. »
6o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van de talen in gerechtszaken niet werden nageleefd. » »
Justification
Verantwoording
Le présent amendement reprend le texte de l'article 420 du Code d'instruction criminelle tel que formulé dans la proposition de loi initiale no 4-1488/1, qui reprend elle-même l'article 555, approuvé par le Sénat, du projet de loi contenant le Code de procédure pénale.
Voorliggend amendement keert terug naar de tekst van het voorgestelde artikel 420 van het Wetboek van strafvordering zoals voorgesteld in het oorspronkelijke wetsvoorstel nr. 4-1488/1, dat teruggreep op het door de Senaat goedgekeurde artikel 555 van wetsontwerp tot invoering van een Wetboek van Strafprocesrecht.
Le présent amendement tient également compte des modifications apportées à l'article 416 du Code d'instruction criminelle par la loi du 13 juin 2006 modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction ainsi que par la loi du 16 janvier 2009 modifiant les articles 189ter, 235ter, 335bis et 416 du Code d'instruction criminelle.
Voorliggend amendement houdt bovendien rekening met de wijzigingen van het artikel 416 van het Wetboek van Strafvordering door de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en de wet van 16 januari 2009 tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335bis en 416 van het Wetboek van strafvordering.
Ainsi, par rapport à l'article 555 du projet de Code de procédure pénale, le 2o a été complété par une référence à l'article 235ter à la suite de l'adoption de la loi du 16 janvier 2009, et l'article a été complété par un nouveau 5o renvoyant à l'article 57bis de la loi du 8 avril 1965.
Zo werd ten opzichte van het artikel 555 van het ontwerp van Wetboek van Strafprocesrecht, het 2o aangevuld met artikel 235ter ingevolge de wet van 16 januari 2009 en werd een nieuw 5o toegevoegd met verwijzing naar artikel 57bis van de wet van 8 april 1965.
No 5 DE MME VAN HOOF
Nr. 5 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 28
Art. 28
Remplacer l'article 421, alinéa 3, proposé, par ce qui suit :
Het voorgestelde artikel 421, derde lid, vervangen door wat volgt :
(3) « Sans préjudice de l'article 420, alinéa 2, ce pourvoi ne peut être formé que dans les cas suivants :
5-1832/3 - 2012/2013 « Onverminderd artikel 420, tweede lid, kan het cassatieberoep alleen worden aangetekend in de volgende gevallen :
1o si le fait n'est pas qualifié crime par la loi;
1o wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2o si le ministère public n'a pas été entendu;
2o wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3o si l'arrêt n'a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3o wanneer het arrest niet is gewezen door het bij wet bepaalde aantal rechters;
4o si les règles de la procédure contradictoire prévues à l'article 223 n'ont pas été respectées. »
4o wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd. »
Justification
Verantwoording
Cet amendement doit être lu conjointement avec l'amendement no 4, qui adapte l'article 420 du Code d'instruction criminelle, en faisant en sorte qu'un pourvoi en cassation immédiat puisse être formé contre les arrêts et jugements.
Dit amendement hangt samen met amendement nr. 4 dat artikel 420 van het Wetboek van strafvordering aanpast, in die zin dat wel onmiddellijk cassatieberoep kan worden aangetekend tegen arresten en vonnissen.
Cette adaptation implique que l'article 421 soit également adapté. Le présent amendement reprend le texte de l'alinéa 3 formulé dans la proposition de loi no 4-1488/1.
Ten gevolge van deze aanpassing dient ook artikel 421 te worden aangepast. Dit amendement keert terug naar de tekst van het derde lid, voorgesteld in wetsvoorstel nr. 4-1488/1.
Els VAN HOOF. No 6 DE M. VASTERSAVENDTS ET CONSORTS
Nr. 6 VAN DE HEER VASTERSAVENDTS C.S.
Art. 2 à 61
Art. 2 tot en met 61
Remplacer les articles 2 à 61 par ce qui suit :
Artikel 2 tot en met artikel 61vervangen door wat volgt :
« CHAPITRE 2. — Modifications du Code d'instruction criminelle
« HOOFDSTUK 2 — Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
L'article 251 du Code d'instruction criminelle, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 3
Art. 3
L'article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
L'article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
5-1832/3 - 2012/2013
(4) Art. 5
Art. 5
L'article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen door bij wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 6
Art. 6
Dans l'article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « visé à l'article 359 » sont abrogés.
In artikel 337, derde lid van hetzelfde Wetboek, vervangen door bij wet van 21 december 2009, worden de woorden « , bedoeld in artikel 359 » opgeheven.
Art. 7
Art. 7
Dans l'article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes :
In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1o l'alinéa 1er est remplacé comme suit :
1o het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
Le condamné a quinze jours après celui où l'arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu'il se pourvoit en cassation. »;
« De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt. »;
2o à l'alinéa 4, les mots « jusqu'à la réception de l'arrêt de la Cour de cassation » sont remplacés par les mots « jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation ».
2o in het vierde lid worden de woorden « tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie » vervangen door de woorden « tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie »
Art. 8
Art. 8
L'article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 9
Art. 9
Dans l'article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , à partir du plus ancien acte nul » sont abrogés.
In artikel 408, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « , van de oudste nietige akte af » opgeheven.
Art. 10
Art. 10
L'article 409 du même Code est abrogé.
Art. 11 L'article 411 du même Code est abrogé.
Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 11 Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
(5)
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 12
Art. 12
L'article 413 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 413. — Lorsque l'accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense. »
« Art. 413. — Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren. »
Art. 13
Art. 13
L'article 414 du même Code est abrogé.
Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 14
Art. 14
L'article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 15
Art. 15
Dans le livre II, titre III, du même Code, l'intitulé du chapitre II est remplacé par l'intitulé suivant :
In Boek II, Titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen door wat volgt :
« Chapitre II. De la procédure en cassation »
« Hoofdstuk II. Rechtspleging in cassatie ».
Art. 16
Art. 16
L'article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 416. — Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former. »
« Art. 416. — De partijen kunnen slechts cassatieberoep aantekenen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben. »
Art. 17
Art. 17
L'article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 417. — Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de non-lieu. »
« Art. 417. — Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep aantekenen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling. »
Art. 18
Art. 18
L'article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
5-1832/3 - 2012/2013
(6)
« Art. 418. — Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation. »
« Art. 418. — Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden aangetekend. ».
Art. 19
Art. 19
L'article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 419. — Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi. »
« Art. 419. — Niemand kan een tweede maal cassatieberoep aantekenen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet. »
Art. 20
Art. 20
L'article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 420. — Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d'instruction n'est ouvert qu'après l'arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
« Art. 420. — Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden aangetekend na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions :
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden aangetekend tegen de beslissingen :
1o rendues sur la compétence;
1o inzake bevoegdheid;
2o rendues en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2o in toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3o relatives à l'action civile qui statuent sur le principe d'une responsabilité;
3o die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4o qui, conformément à l'article 524bis, § 1er, statuent sur l'action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux. »
4o die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen; ».
Art. 21
Art. 21
L'article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 22
Art. 22
L'article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
(7)
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 23
Art. 23
L'article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 421. — Le procureur général près la cour d'appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises.
« Art. 421. — De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep aantekenen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van verval moet de verklaring het motief van de voorziening preciseren.
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants :
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen :
1o si le fait n'est pas qualifié crime par la loi;
1o wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2o si le ministère public n'a pas été entendu;
2o wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3o si l'arrêt n'a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3o wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4o si les règles de la procédure contradictoire prévues à l'article 223 n'ont pas été respectées;
4o wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
5o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été observées.
5o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd;
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l'expédition de l'arrêt est transmise par le procureur général près la cour d'appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes. »
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureurgeneraal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen. ».
Art. 24
Art. 24
L'article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 422. — Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s'applique à l'infraction, nul ne peut demander la cassation de l'arrêt ou du jugement au seul motif qu'il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi. »
« Art. 422. — Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan. ».
Art. 25
Art. 25
L'article 423 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
5-1832/3 - 2012/2013
(8)
« Art. 423. — Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée. »
« Art. 423. — Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing. »
Art. 26
Art. 26
L'article 424 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 424. — Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d'opposition, le délai pour se pourvoir en cassation commence à courir à l'expiration du délai d'opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l'égard du prévenu ou de l'accusé, après l'expiration des délais ordinaires d'opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l'expiration de ces délais. »
« Art. 424. — Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen de vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen. »
Art. 27
Art. 27
L'article 425 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, laatste gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 425. — § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l'avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l'avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
« Art. 425. — § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
L'avocat doit être titulaire d'une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d'instruction rendues par d'autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep aantekent tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d'instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
(9)
5-1832/3 - 2012/2013
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s'en faire délivrer des extraits. ».
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en een ieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven. ».
Art. 28
Art. 28
L'article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 426. — La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2, pour des personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l'avocat.
« Art. 426. — De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent, et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l'avis et le procèsverbal dans le registre destiné à cet effet.
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in een daartoe bestemd register.
Le présent article n'est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l'article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive. ».
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. ».
Art. 29
Art. 29
L'article 427 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 427. — La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle.
« Art. 427. — De partij die cassatieberoep aantekent, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
L'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l'article 429.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
La signification du pourvoi du ministère public peut être faite au détenu ou à l'interné par le directeur de l'établissement pénitentiaire ou de l'établissement où l'intéressé est interné ou par son délégué. »
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde. »
5-1832/3 - 2012/2013
( 10 ) Art. 30
Art. 30
L'article 428 du même Code est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 428. — Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s'il y a eu pourvoi en cassation, jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l'exécution de la décision attaquée.
« Art. 428. — Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd aangetekend, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
Toutefois, la décision sur l'action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l'action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une ordonnance spécialement motivée. ».
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beschikking hebben beslist. ».
Art. 31
Art. 31
L'article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 429. — Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l'audience.
« Art. 429. — Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d'instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l'article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l'audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l'exception visée à l'article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l'envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d'irrecevabilité.
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen die gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
( 11 )
5-1832/3 - 2012/2013
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
Il délivre récépissé au déposant s'il en est requis. ».
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt. ».
Art. 32
Art. 32
L'article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 430. — Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l'expédition de la décision attaquée.
« Art. 430. — De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier. ».
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier. ».
Art. 33
Art. 33
L'article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 431. — Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général. ».
« Art. 431. — Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft. ».
Art. 34
Art. 34
L'article 432 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 432. — La procédure est ensuite réglée ainsi qu'il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, l'avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l'article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l'audience. Dans d'autres cas urgents, le premier président peut accorder un abrègement de ce délai. ».
« Art. 432. — De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan. ».
Art. 35
Art. 35
L'article 433 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 433. — La non-admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant
« Art. 433. — De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregel-
5-1832/3 - 2012/2013
( 12 )
conduire à la cassation peut, de l'avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
matigheid wordt bekendgemaakt die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.
L'ordonnance de non-admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n'est susceptible d'aucun recours. ».
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt gemotiveerd. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open. ».
Art. 36
Art. 36
L'article 434 du même Code, modifié par les lois du 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 434. — La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
« Art. 434. — Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu'au plus ancien acte nul. ».
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte. ».
Art. 37
Art. 37
L'article 435 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 435. — En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s'il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
« Art. 435 . — In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe nog aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l'arrêt de la cour d'assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d'incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître. ».
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen. ».
Art. 38
Art. 38
L'article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt : :
« Art. 436. — Si l'arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d'assises à qui le procès
« Art. 436. — Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst
( 13 )
5-1832/3 - 2012/2013
sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l'arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d'assises à laquelle le procès sera renvoyé. ».
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt. ».
Art. 39
Art. 39
L'article 437 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 437. — L'accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d'arrestation, soit en exécution de l'ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d'assises à qui son procès sera renvoyé. ».
« Art. 437. — De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt. ».
Art. 40
Art. 40
L'article 438 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 438. — La partie qui succombe est condamnée aux frais.
« Art. 438. — De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi. ».
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter. ».
Art. 41
Art. 41
L'article 440 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 440. — Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire. ».
« Art. 440. — Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek. ».
Art. 42
Art. 42
Dans l'article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , et les officiers de police ou les juges poursuivis, s'il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre » sont abrogés.
In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek » opgeheven.
5-1832/3 - 2012/2013
( 14 ) Art. 43
Art. 43
L'article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 442. — Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d'office, et nonobstant l'expiration du délai, donner connaissance à la Cour de cassation d'une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s'est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s'en prévaloir pour s'opposer à son exécution. ».
« Art. 442. — De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten. ».
CHAPITRE 3 — Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
HOOFDSTUK 3 — Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan de Koning
Art. 44
Art. 44
L'article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967, est abrogé.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, wordt opgeheven.
CHAPITRE 4 — Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
HOOFDSTUK 4 — Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 45
Art. 45
L'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l'intitulé suivant : « loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel des personnes détenues ou internées ».
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt : « wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen. »
Art. 46
Art. 46
Dans l'article 1er, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in verbreking » opgeheven.
Art. 47
Art. 47
Dans l'article 2 de la même loi, les mots « ou des recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden « of der voorzieningen in cassatie » opgeheven.
( 15 )
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 48
Art. 48
Dans l'article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in cassatie » opgeheven.
CHAPITRE 5 — Disposition transitoire
HOOFDSTUK 5 — Overgangsbepaling
Art. 49
Art. 49
Jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, il y a lieu de lire, à l'article 24 de la présente loi remplaçant l'article 427 du Code d'instruction criminelle, les mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale » au lieu des mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental ».
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 24 van deze wet, dat het artikel 427 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden « de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, » gelezen als « de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij ».
CHAPITRE 6 — Entrée en vigueur
HOOFDSTUK 6 — Inwerkingtreding
Art. 50
Art. 50
À l'exception de l'article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l'article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, visé aux articles 27, 28 et 31 de la présente loi, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1er. »
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid. »
Justification
Verantwoording
Art. 2 à 14
Art. 2 tot 14
Ces articles contiennent des adaptations légistiques et techniques rendues nécessaires en raison de la réécriture du chapitre II du titre III du livre II du Code d'instruction criminelle, lequel s'intitulera « De la procédure en cassation ». Certains articles peuvent être abrogés avec renvoi aux nouveaux articles proposés au chapitre II du titre III du livre II du Code d'instruction criminelle relatif à la procédure en cassation. Là où ce n'est pas le cas, les articles actuels sont maintenus. La proposition de loi a été adapté à de nouvelles dispositions législatives, principalement à la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises.
Deze artikelen bevatten wetgevingstechnische en technische aanpassingen die noodzakelijk werden wegens de herschrijving van hoofdstuk II van titel III van boek II van het Wetboek van strafvordering, dat de titel « Rechtspleging in cassatie » krijgt. Bepaalde artikelen kunnen worden opgeheven, met verwijzing naar de nieuw ontworpen artikelen in hoofdstuk II van titel III van Boek II van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot de rechtspleging in cassatie; waar dit niet het geval is zijn de huidige artikelen behouden. Het wetsvoorstel werd aangepast aan nieuwe wettelijke bepalingen, voornamelijk aan de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen.
Ainsi, les articles 251, 252 et 253 du Code d'instruction criminelle portant sur le pourvoi en cassation contre l'arrêt de renvoi de la chambre des mises en accusation vers la cour d'assises, insérés par la loi précitée, sont abrogés. Le contenu de
Zo worden de artikelen 251, 252 en 253 van het Wetboek van strafvordering, met betrekking tot het cassatieberoep tegen het verwijzingsarrest van de kamer van inbeschuldigingstelling naar het hof van assisen, ingevoegd door de voormelde wet, opge-
5-1832/3 - 2012/2013
( 16 )
ces dispositions est en grande partie repris dans l'article 421 du Code d'instruction criminelle proposé.
heven. De inhoud van deze bepalingen wordt grotendeels hernomen in het nieuw voorgestelde artikel 421 van het Wetboek van strafvordering.
Les modifications législatives apportées par la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises aux articles 337 et 359 du Code d'instruction criminelle ont été adaptées afin d'être conformes aux nouvelles dispositions règlant la procédure en cassation en matière pénale.
De door de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen doorgevoerde wetswijzigingen in de artikelen 337 en 359 van het Wetboek van strafvordering, werden aangepast teneinde in overeenstemming te zijn met de nieuwe bepalingen die de rechtspleging in cassatie in strafzaken regelen.
L'abrogation des articles 407, 409, 411, 414 et 415 du Code d'instruction criminelle ainsi que l'adaptation des articles 408, alinéa 1er, et 413 du même Code doivent être comprises en ce sens.
Ook de opheffing van de artikelen 407, 409 en 411, 414 en 415 van het Wetboek van strafvordering, evenals de aanpassing van de artikelen 408, eerste lid en 413 van het Wetboek van strafvordering moeten in die zin worden begrepen.
L'article 409 du Code d'instruction criminelle est abrogé : conformément à la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises, la décision du jury doit être motivée, que cette décision implique une culpabilité ou un acquittement. Il n'y a dès lors plus de raison d'établir une distinction entre, d'une part, la possibilité pour le ministère public de former un pourvoi en cassation contre un acquittement prononcé par des juges d'appel et, d'autre part, la possibilité plus limitée pour le ministère public de former, uniquement dans l'intérêt de la loi et sans préjudicier la partie acquittée, un pourvoi en cassation contre l'acquittement décidé par le jury.
Artikel 409 van het Wetboek van strafvordering wordt opgeheven :ingevolge de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen moet de uitspraak van de jury met redenen omkleed zijn, ongeacht of deze uitspraak een schuldigverklaring of een vrijspraak inhoudt. Er is dan ook geen reden meer om een onderscheid te maken tussen enerzijds de mogelijkheid van cassatieberoep van het openbaar ministerie tegen een vrijspraak door beroepsrechters, en anderzijds de meer beperkte mogelijkheid voor het openbaar ministerie om, enkel in het belang van de wet en zonder nadeel voor de vrijgesproken persoon, cassatieberoep aan te tekenen tegen de vrijspraak van de jury.
L'article 415 du Code d'instruction criminelle est abrogé dans la mesure où la condamnation visée à cet article semble injuste et n'est manifestement plus appliquée.
Artikel 415 van het Wetboek van strafvordering wordt opgeheven omdat de veroordeling waarin dit artikel voorziet onrechtvaardig lijkt en kennelijk niet meer wordt toegepast.
Art. 15
Art. 15
L'intitulé du chapitre II du titre III du livre II du Code d'instruction criminelle est remplacé par « De la procédure en cassation ».
Het opschrift van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van het Wetboek van strafvordering wordt vervangen door « Rechtspleging in cassatie ».
Art. 16
Art. 16
Le nouvel article 416 du Code d'instruction criminelle prévoit que les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le faire.
In het nieuwe artikel 416 van het Wetboek van strafvordering is bepaald dat de partijen slechts cassatieberoep kunnen aantekenen indien zij daartoe hoedanigheid en daarbij belang hebben.
Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que contre les dispositions qui les concernent. À l'heure actuelle, le Code d'instruction criminelle ne traite de cette question que partiellement.
De partijen kunnen slechts cassatieberoep aantekenen tegen de bepalingen die op hen betrekking hebben. Thans behandelt het Wetboek van strafvordering die aangelegenheid slechts op gedeeltelijke wijze.
La qualité et l'intérêt sont des conditions de la recevabilité du pourvoi. Le texte proposé est à rapprocher de celui de l'article 17 du Code judiciaire, relatif aux conditions de l'action.
Hoedanigheid en belang zijn voorwaarden voor de ontvankelijkheid van het cassatieberoep. De voorgestelde tekst moet worden vergeleken met het bepaalde in artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek inzake de voorwaarden van de rechtsvordering.
Art. 17
Art. 17
Le pourvoi contre les arrêts de non-lieu présente un caractère spécifique, dès lors que, selon la jurisprudence de la Cour, la partie civile dispose, comme le ministère public, d'un pourvoi véritable contre de tels arrêts, qui concerne tant l'action publique que l'action civile.
Het cassatieberoep tegen een arrest van buitenvervolgingstelling heeft een specifiek karakter, aangezien de burgerlijke partij, conform de rechtspraak van het Hof, net als het openbaar ministerie, over een echt cassatieberoep beschikt tegen dergelijke arresten, dat zowel de strafvordering als de burgerlijke vordering betreft.
( 17 )
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 18
Art. 18
Le nouvel article 418 du Code d'instruction criminelle prévoit que seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort donnent ouverture à cassation.
Het nieuwe artikel 418 van het Wetboek van strafvordering bepaalt dat enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen cassatieberoep kan worden aangetekend.
À l'heure actuelle, les articles 407, alinéa 1er, et 413, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle, ne font état que des « arrêts » ou « jugements » rendus en dernier ressort. L'utilisation des termes « arrêts » et « jugements » a été considérée comme trop restrictive. C'est la raison pour laquelle le texte opte pour l'expression « décisions judiciaires rendues en dernier ressort ».
Thans is in de artikelen 407, eerste lid, en 413, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering alleen sprake van de « arresten » of « vonnissen » in laatste aanleg gewezen. Het gebruik van de termen « arresten » en « vonnissen » werd te beperkend bevonden. Daarom wordt in de tekst gekozen voor de uitdrukking « gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen ».
On peut établir une comparaison avec l'article 608 du Code judiciaire, qui parle, lui aussi, de « décisions rendues en dernier ressort ».
Er kan een vergelijking worden gemaakt met artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek, waarin ook sprake is van « beslissingen in laatste aanleg ».
Art. 19
Art. 19
Le nouvel article 419 du Code d'instruction criminelle concerne la règle « pourvoi sur pourvoi ne vaut ».
Het nieuwe artikel 419 van het Wetboek van strafvordering betreft de regel « cassatieberoep na cassatieberoep is uitgesloten ».
À l'heure actuelle, cette règle est formulée en termes trop restrictifs à l'article 438 du Code d'instruction criminelle. Tel qu'il est formulé, l'article 419 en proposition permet de préciser que l'irrecevabilité d'un second pourvoi formé par une partie contre la même décision ne s'applique pas seulement « lorsqu'une demande en cassation aura été rejetée » (actuel article 438 du Code d'instruction criminelle).
Thans wordt die regel in te beperkende bewoordingen geformuleerd in artikel 438 van het Wetboek van strafvordering. De verwoording van het voorgestelde artikel 419 maakt het mogelijk nader te bepalen dat de onontvankelijkheid van een tweede cassatieberoep van een partij tegen dezelfde beslissing niet alleen van toepassing is « Wanneer een eis tot cassatie verworpen wordt » (huidig artikel 438 van het Wetboek van strafvordering).
Cette règle, comme il est indiqué in fine de l'article proposé, connaît cependant des exceptions.
Zoals in fine van het voorgestelde artikel wordt vermeld, zijn er echter uitzonderingen op die regel.
Il s'agit :
Het betreft :
— du désistement régulier d'un pourvoi prématuré;
— de regelmatige afstand van een voorbarig cassatieberoep;
— de l'article 40, alinéa 4, de la loi du 15 juin 1935 sur l'emploi des langues en matière judicaire;
— artikel 40, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken;
— de l'article 15 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle;
— artikel 15 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof;
— de l'arrêt de renvoi devant la cour d'assises.
— het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
Le désistement du pourvoi en cassation ne doit pas être effectué par un avocat titulaire d'une attestation de formation en procédure en cassation. Lorsque l'intervention d'un avocat spécialisé est obligatoire, la prposition de loi le prévoit expressément.
De afstand van het cassatieberoep moet niet worden verricht door een advocaat, die houder is van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures. Voor zover de tussenkomst van een gespecialiseerde advocaat verplicht is wordt dit uitdrukkelijk voorzien in het wetsvoorstel.
Art. 20
Art. 20
L'article 420, en proposition, du Code d'instruction criminelle reprend l'actuel article 416 du même Code, à l'exception des « arrêts de renvoi conformément à l'article 57bis de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait ».
Het voorgestelde artikel 420 van het Wetboek van strafvordering herneemt het huidige artikel 416 van hetzelfde Wetboek, met uitzondering van « de verwijzingsarresten overeenkomstig artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade ».
Art. 21 et 22
Art. 21 en 22
Les 420bis et 420ter du Code d'instruction criminelle sont abrogés. Le contenu de ces dispositions est en grande partie repris dans les articles 430 et 433 du Code d'instruction criminelle en proposition (articles 32 et 35 de la proposition de loi).
De artikelen 420bis en 420ter van het Wetboek van strafvordering worden opgeheven. De inhoud van deze bepalingen wordt grotendeels hernomen in de nieuw voorgestelde artikelen 430 en 433 van het Wetboek van strafvordering (artikelen 32 en 35 van het wetsvoorstel).
5-1832/3 - 2012/2013
( 18 ) Art. 23
Art. 23
Cet article concerne le pourvoi contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises.
Dit artikel betreft het cassatieberoep tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
Ce pourvoi est rarissime, les ouvertures à cassation qu'il prévoit étant théoriques.
Een dergelijk cassatieberoep is uiterst zeldzaam, aangezien de cassatiegronden die erin worden aangehaald van theoretische aard zijn.
L'article commenté regroupe, tout en les modifiant, les articles 251 à 253 du Code d'instruction criminelle, insérés par la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises, au sein d'un article unique dans le chapitre réglant la procédure devant la Cour de cassation.
In het besproken artikel worden de artikelen 251 tot 253 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen, gewijzigd en gebundeld in een enkel artikel in het hoofdstuk dat de rechtspleging voor het Hof van Cassatie regelt.
Les articles 251 à 253 du Code d'instruction criminelle sont dès lors abrogés (article 2 de la proposition de loi).
De artikelen 251 tot 253 van het Wetboek van strafvordering worden bijgevolg opgeheven (artikel 2 van het wetsvoorstel).
La deuxième phrase de l'article 251 du Code d'instruction criminelle n'est pas reproduite en raison de l'insertion d'un article général relatif aux délais pour l'introduction d'un pourvoi en cassation (article 423 proposé du Code d'instruction criminelle).
De tweede zin van artikel 251 van het Wetboek van strafvordering wordt niet herhaald omdat een algemeen artikel met betrekking tot de termijnen voor de indiening van een cassatieberoep (voorgesteld artikel 423 van het Wetboek van strafvordering) wordt ingevoegd.
Le terme « objet » du pourvoi étant incorrect, l'alinéa 2 impose l'indication du motif du pourvoi. Cette indication doit être prescrite à peine de déchéance si l'on veut assurer le respect de la formalité requise.
Aangezien de term « grond » van het cassatieberoep niet juist is, moet krachtens het tweede lid het motief van dat cassatieberoep worden vermeld. Die vermelding moet op straffe van verval worden voorgeschreven teneinde de naleving van dit vormvoorschrift te waarborgen.
Étant donné que la possibilité de former un pourvoi en cassation immédiat pour non-respect de la législation linguistique en matière judiciaire n'a pas été reprise parmi les cas prévus dans l'article 420 proposé du Code d'instruction criminelle, elle a été maintenue dans l'article 421 proposé du même Code, comme c'est le cas dans l'actuel article 252, alinéa 2, 4o, du même Code.
Aangezien de mogelijkheid om onmiddellijk cassatieberoep aan te tekenen wegens niet-naleving van de taalwetgeving in gerechtszaken niet is opgenomen bij de gevallen voorzien in het voorgestelde artikel 420 van het Wetboek van strafvordering, werd die mogelijkheid in het voorgestelde artikel 421 van hetzelfde Wetboek gehandhaafd, zoals dit het geval is in het huidige artikel 252, tweede lid, 4o, van hetzelfde Wetboek.
Enfin, la rédaction du dernier alinéa a été modernisée.
Ten slotte werd de formulering van het laatste lid gemoderniseerd.
Art. 24
Art. 24
Cet article a trait à la théorie dite de la peine légalement justifiée.
Dit artikel heeft betrekking op de zogenoemde theorie van de naar recht verantwoorde straf.
Lorsque la peine unique a été prononcée pour plusieurs infractions, conformément aux règles du concours idéal ou, plus souvent, du délit collectif par unité d'intention, le moyen invoqué à l'appui du pourvoi dirigé contre la décision rendue sur l'action publique est irrecevable s'il ne concerne qu'une de ces infractions et que la peine demeure légalement justifiée par les autres infractions valablement déclarées établies.
Wanneer slechts één straf werd uitgesproken voor diverse misdrijven, overeenkomstig de regels van de eendaadse samenloop of, wat vaker voorkomt, van het collectief misdrijf door eenheid van opzet, is het aangevoerde middel ter ondersteuning van het cassatieberoep dat tegen de over de strafvordering gewezen beslissing is gericht, onontvankelijk indien het slechts gaat om één van die misdrijven en indien de straf eveneens naar recht verantwoord blijft door de andere als bewezen beschouwde misdrijven.
La théorie de la peine légalement justifiée est rattachée depuis longtemps à l'article 411 du Code d'instruction criminelle, en ce sens qu'elle développe le principe qui y est consacré (G. Beltjens, Encyclopédie du droit criminel belge, T.II, Bruxelles, 1903, pp. 93-96). Prise à la lettre, cette disposition ne concerne qu'un défaut de motivation d'une condamnation, une erreur dans la citation du texte de loi applicable.
De theorie van de naar recht verantwoorde straf is reeds lang verbonden met artikel 411 van het Wetboek van strafvordering, in die zin dat zij het beginsel uitwerkt dat erin wordt gehuldigd (G. Beltjens, Encyclopédie du droit criminel belge, deel II, Brussel, 1903, blz. 93-96). Letterlijk genomen betreft die bepaling slechts een gebrek aan motivering van een veroordeling, een vergissing bij de vermelding van de toepasselijke wettekst.
On peut se demander, plus fondamentalement, si la théorie de la peine justifiée n'est pas liée à l'objet même de l'instance en cassation. Le procès qui se tient devant la Cour n'est pas la continuation de celui qui a opposé les parties devant le juge du fond. D'ailleurs, la partie principale, le ministère public, n'y figure pas. L'avocat général près la Cour n'y joue pas le rôle de la partie poursuivante et ne la représente pas. Il y va, devant la Cour, d'un
Meer fundamenteel kan de vraag worden gesteld of de theorie van de naar recht verantwoorde straf niet verbonden is met het voorwerp zelf van de aanleg in cassatie. Het proces dat voor het Hof wordt gevoerd, is geen voortzetting van het proces dat de partijen voor de feitenrechter tegenover elkaar heeft geplaatst. De belangrijkste partij, het openbaar ministerie, komt overigens niet erin voor. De advocaat-generaal bij het Hof speelt er niet de rol
( 19 )
5-1832/3 - 2012/2013
litige nouveau dont l'objet spécial est la validité du titre délivré par le juge du fond.
van de vervolgende partij en vertegenwoordigt die ook niet. Voor het Hof gaat het om een nieuw geschil dat in het bijzonder betrekking heeft op de geldigheid van de door de feitenrechter gewezen beslissing.
La Cour a été instituée pour contrôler la légalité du dispositif des jugements et arrêts. Une sentence ne peut être cassée que si elle décide contrairement à la loi. Quelles que soient les erreurs de doctrine que sa motivation contient, un arrêt doit être maintenu si la loi n'a pas été violée dans son dispositif. La Cour n'a pas vocation à se prononcer sur la perfection théorique de la sentence. Le demandeur ne justifie d'un intérêt à obtenir la cassation de la décision entreprise que si celle-ci a un effet pratique auquel la loi ne consent pas. Si la modification apportée par le juge du fond à la situation des parties est précisément celle qui doit résulter de la loi, il est sans importance que la cour ou le tribunal d'appel aient atteint cette conclusion par des raisonnements mêlés d'incorrection (F. Rigaux, La nature du contrôle de la Cour de cassation, Bruxelles, Bruylant, 1966, pp. 160-161).
Het Hof werd opgericht om de wettelijkheid van het beschikkende gedeelte van de vonnissen en de arresten te controleren. Een uitspraak kan slechts worden vernietigd indien daarin in strijd met de wet wordt beslist. Een arrest moet ongeacht de uitleggingsfouten in de motivering ervan worden gehandhaafd indien de wet in het beschikkende gedeelte niet werd overtreden. Het Hof moet zich niet uitspreken over de theoretische volmaaktheid van de uitspraak. De eiser kan slechts een belang bij de vernietiging van de beslissing verantwoorden indien die beslissing een praktisch gevolg heeft dat niet met de wet strookt. Indien de door de feitenrechter aangebrachte wijziging in de situatie van de partijen precies strookt met die welke uit de wet moet volgen, is het niet belangrijk dat het hof of de rechtbank in hoger beroep tot die conclusie is gekomen via redeneringen die onjuistheden bevatten (F. Rigaux, La nature du contrôle de la Cour de cassation, Brussel, Bruylant, 1966, blz. 160-161).
La théorie de la peine légalement justifiée est le corollaire du principe suivant lequel ne sont pas sujettes à cassation les décisions contenant des motifs de droit erronés alors que le dispositif est conforme au droit. C'est le même principe qui est à la base du pouvoir de la Cour de procéder à une substitution de motifs, ce qui a pour effet de rendre irrecevable à défaut d'intérêt un moyen de cassation pourtant fondé. La théorie en question signifie qu'indépendamment de l'infraction entachée ou prétendument entachée d'une illégalité, la peine unique infligée au demandeur reste dans les limites assignées pour la répression des autres infractions régulièrement déclarées établies à sa charge et constitue dès lors un dispositif qui, légal, échappe à la censure.
De theorie van de naar recht verantwoorde straf is een logisch gevolg van het beginsel op grond waarvan beslissingen die verkeerde rechtsmotieven bevatten en waarvan het beschikkende gedeelte overeenstemt met het recht, niet in aanmerking komen voor vernietiging. Hetzelfde beginsel ligt aan de basis van de bevoegdheid van het Hof om over te gaan tot de substitutie van motieven, als gevolg waarvan een nochtans gegrond cassatiemiddel onontvankelijk wordt bij gebrek aan belang. Deze theorie betekent dat, los van het misdrijf dat al dan niet is aangetast door een onwettelijkheid, de ene straf die de eiser werd opgelegd, binnen de toegewezen perken blijft voor de bestraffing van de andere op regelmatige wijze bewezen beschouwde misdrijven die hem ten laste gelegd worden, en bijgevolg een beschikkend gedeelte vormt dat aan de censuur ontsnapt omdat het wettelijk is.
Dans cette conception, l'irrecevabilité du moyen est fondée sur ce que le demandeur est « sans intérêt », le grief qu'il formule laissant subsister la légalité de la peine prononcée.
In die optiek is de onontvankelijkheid van het middel gegrond op het feit dat de eiser « geen belang » heeft, aangezien het bezwaar dat hij formuleert niets afdoet aan de wettelijkheid van de uitgesproken straf.
Il est possible que l'incompréhension dont la théorie de la peine justifiée fait l'objet provienne de cette notion de défaut d'intérêt, qui s'applique difficilement, il est vrai, aux moyens critiquant l'illégalité d'une prévention, surtout si l'on entend l'intérêt au sens subjectif de décision infligeant grief à la personne qu'elle atteint, alors qu'il ne peut s'agir ici que de l'intérêt au sens objectif, à savoir l'aptitude du vice dénoncé à ôter son fondement légal à une décision de justice.
Het is mogelijk dat het onbegrip inzake de theorie van de naar recht verantwoorde straf voortkomt uit het begrip « gebrek aan belang », dat inderdaad moeilijk toe te passen is op middelen die de onwettelijkheid van een tenlastelegging aanklagen, vooral indien het belang in de subjectieve zin wordt begrepen als een beslissing die de persoon waarop zij betrekking heeft, benadeelt, terwijl het hier louter kan gaan om een belang in objectieve zin, te weten de mogelijkheid dat de aangeklaagde onregelmatigheid de wettelijke grondslag van een rechterlijke beslissing kan tenietdoen.
En réalité, le moyen se bornant à critiquer une prévention sans remettre en question les autres fondements de la peine infligée n'appartient pas aux ouvertures à cassation. Le demandeur n'est pas autorisé à faire valoir un tel grief parce que le dispositif n'est pas illégal et que, de par sa nature plus qu'à défaut d'intérêt du demandeur, il échappe à la cassation (F. Rigaux, op.cit., p. 162).
In werkelijkheid behoort het middel dat beperkt blijft tot het aanklagen van een tenlastelegging en waarin de andere gronden van de opgelegde straf niet betwist worden, niet tot de cassatiegronden. De eiser mag een dergelijk bezwaar niet laten gelden want het beschikkende gedeelte is niet onwettelijk en is wegens de aard, eerder dan wegens het gebrek aan belang van de eiser geen cassatiegrond (F. Rigaux, op.cit., blz. 162).
Le moyen n'est pas irrecevable lorsqu'il se déduit des considérations de l'arrêt attaqué que la peine n'aurait pas été la même si le juge n'avait pas déclaré établi le fait visé par le moyen. La théorie de la peine justifiée ne s'applique jamais lorsque le juge motive le choix et le degré de la peine par des considérations faisant apparaître que, d'une manière quelconque, la prévention critiquée par le moyen a pesé sur son délibéré. Il n'y a de peine justifiée que si la Cour a la certitude que l'illégalité invoquée n'a aucune incidence sur le dispositif.
Het middel is niet onontvankelijk indien uit de overwegingen van het bestreden arrest kan worden afgeleid dat de straf niet dezelfde zou zijn ingeval de rechter het in het middel bedoelde feit niet bewezen verklaard zou hebben. De theorie van de naar recht verantwoorde straf is nooit van toepassing indien de rechter de keuze en de graad van de straf motiveert met overwegingen waaruit op enige wijze blijkt dat hij de door het middel betwiste tenlastelegging bij zijn beraad in aanmerking heeft genomen. Een straf is pas verantwoord indien het Hof de zekerheid heeft dat de aangevoerde onwettelijkheid geen enkele invloed heeft op het beschikkende gedeelte.
5-1832/3 - 2012/2013
( 20 )
L'irrecevabilité du moyen, fondée sur la théorie de la peine légalement justifiée, ne concerne que la décision rendue sur l'action publique. Si le demandeur a été condamné à une seule peine du chef de cinquante escroqueries et un stationnement interdit, le moyen qui se borne à critiquer la dernière infraction ne sera pas recevable au pénal mais il le sera au civil si cette prévention a causé un dommage dont la victime a demandé réparation. N'est jamais irrecevable pour cause de peine justifiée le moyen critiquant une prévention servant d'assise à une action en dommages et intérêts dirigée contre l'auteur.
De onontvankelijkheid van het middel, gegrond op de naar recht verantwoorde straf, heeft slechts betrekking op de beslissing inzake de strafvordering. Indien de eiser veroordeeld is tot een enkele straf voor vijftig feiten van oplichting en een parkeerovertreding is het middel waarin uitsluitend het laatste misdrijf wordt aangevochten, niet strafrechtelijk maar wel burgerrechtelijk ontvankelijk indien het slachtoffer van die tenlastelegging een nadeel heeft ondervonden waarvoor hij een vergoeding eist. Een middel waarin een tenlastelegging wordt aangevochten die dient ter onderbouwing van een vordering tot schadevergoeding gericht tegen de dader, is nooit onontvankelijk omwille van de naar recht verantwoorde straf.
En revanche, si la condamnation civile prend appui sur deux infractions et que le moyen n'en vise qu'une, la décision demeurera légalement justifiée par l'autre et le grief sera jugé irrecevable (R. Declercq, Cassation en matière répressive, Bruxelles, Bruylant, 2006, no 793 à 818).
Indien de burgerlijke veroordeling echter op twee misdrijven steunt en in het middel slechts een daarvan wordt beoogd, blijft de beslissing naar recht verantwoord door het andere misdrijf en wordt het bezwaar onontvankelijk verklaard (R. Declercq, Cassation en matière répressive, Brussel, Bruylant, 2006, nrs. 793 tot 818).
L'abandon de la théorie de la peine justifiée alourdirait la tâche de la Cour en la contraignant à motiver sur le fond le rejet des moyens actuellement considérés comme irrecevables. Et si ces moyens sont fondés, ils entraîneront des cassations parfois très partielles, avec renvoi devant le juge du fond pour reprendre et continuer le procès sur des questions mineures.
Door af te stappen van de theorie van de naar recht verantwoorde straf, zou de taak van het Hof worden verzwaard aangezien het Hof zou worden verplicht om de verwerping van de thans als onontvankelijk beschouwde middelen ten gronde te motiveren. En indien die middelen gegrond zijn, zullen zij tot soms zeer gedeeltelijke vernietigingen leiden, met een verwijzing naar de feitenrechter teneinde het proces te hernemen en voort te zetten inzake minder belangrijke aangelegenheden.
À condition d'être appliquée avec nuance, ainsi que la deuxième chambre s'y emploie, la fin de non-recevoir associée à la peine justifiée garde sa cohérence par rapport à la mission de la Cour et conserve son utilité en termes de maîtrise du flux des moyens et d'économie procédurale.
Op voorwaarde dat het middel van onontvankelijkheid dat gepaard gaat met de naar recht verantwoorde straf genuanceerd wordt toegepast, zoals de tweede kamer doet, behoudt het zijn samenhang in verhouding tot de opdracht van het Hof en blijft het nuttig op het vlak van de beheersing van de stroom van middelen en de proceseconomie.
La reprise du texte actuel suffit pour protéger la Cour et, surtout, les juridictions de fond, sur les abus qu'entraînerait l'obligation de répondre à certains moyens et donc de casser avec renvoi certains procès ayant donné lieu à une peine dont le soutènement est pourtant légal.
De overname van de huidige tekst volstaat om het Hof en vooral de feitenrechters te beschermen inzake de misbruiken die zouden volgen uit de verplichting om bepaalde middelen te beantwoorden en bijgevolg om bepaalde processen die hebben geleid tot een straf die nochtans wettelijk gestaafd is, met verwijzing te vernietigen.
Art. 25
Art. 25
L'article commenté a trait au délai d'introduction de la déclaration de pourvoi en général.
Het besproken artikel heeft betrekking op de termijn voor de indiening van de verklaring van cassatieberoep in het algemeen.
L'article 423 proposé prévoit un délai identique à ceux visés aux articles 251, abrogé par la présente proposition de loi, et 359.
Het voorgestelde artikel 423 voorziet in dezelfde termijn als de termijnen bedoeld in de artikelen 251, dat door dit voorstel van wet wordt opgeheven, en 359.
La règle est générale : pour une décision rendue contradictoirement, le point de départ du délai est le prononcé de la décision attaquée.
Het gaat om een algemene regel : voor een op tegenspraak gewezen beslissing vormt de uitspraak van de bestreden beslissing het begin van de termijn.
La modification essentielle consiste dans la suppression de la notion de délai « franc ».
De essentiële wijziging bestaat in de schrapping van de term « vrije » termijn.
Le calcul du délai est aligné sur le système mis en place par le Code judiciaire. Le premier alinéa de l'article 52 du Code judiciaire dispose ce qui suit :
De berekening van de termijn is in overeenstemming gebracht met het door het Gerechtelijk Wetboek ingevoerde stelsel. In het eerste lid van artikel 52 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald wat volgt :
« Le délai se compte de minuit à minuit. Il est calculé depuis le lendemain du jour de l'acte ou de l'événement qui y donne cours et comprend tous les jours, même le samedi, le dimanche et les jours fériés légaux. »
« De termijn wordt gerekend van middernacht tot middernacht. Hij wordt gerekend vanaf de dag na die van de akte of van de gebeurtenis die hem doet ingaan en omvat alle dagen, ook de zaterdag, de zondag en de wettelijke feestdagen. »
( 21 )
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 26
Art. 26
Aujourd'hui, le Code d'instruction criminelle n'examine que partiellement les pourvois introduits contre les décisions rendues par défaut. Actuellement, cette question n'est réglée en matière correctionnelle et de police qu'à l'article 413, alinéa 3, et ne concerne que les pourvois du ministère public et de la partie civile.
Het Wetboek van strafvordering behandelt thans slechts ten dele de cassatieberoepen die worden ingesteld tegen de bij verstek gewezen beslissingen. Momenteel wordt dit enkel geregeld voor de correctionele zaken en politiezaken in artikel 413, derde lid, en heeft het enkel betrekking op het cassatieberoep van het openbaar ministerie en de burgerlijke partij.
L'article 424 proposé vise à y apporter une réponse, en tenant compte également de la jurisprudence en la matière. La disposition prévoit qu'en cas de décision rendue par défaut, susceptible d'opposition, un pourvoi doit être introduit après l'expiration du délai d'opposition.
Het voorgestelde artikel 424 beoogt hieraan tegemoet te komen, hierbij ook rekening houdend met de rechtspraak ter zake. De bepaling voorziet dat bij een beslissing bij verstek, die vatbaar is voor verzet, het cassatieberoep moet worden ingesteld wanneer de termijn van verzet verstreken is.
Art. 27
Art. 27
L'actuel article 417 du Code d'instruction criminelle ne précise pas à quel greffe la déclaration de recours en cassation doit être faite. Il est d'ailleurs formulé de manière trop restrictive dans la mesure où il vise uniquement la « partie condamnée ». L'article 425 proposé apporte une réponse à cette question.
Het huidige artikel 417 van het Wetboek van strafvordering preciseert niet op welke griffie de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan. Het is overigens te restrictief geformuleerd in zoverre het enkel doelt op de « veroordeelde partij ». Hieraan wordt tegemoet gekomen door het voorgestelde artikel 425.
Cette disposition précise également que la déclaration de pourvoi doit être signée par un avocat. Cela permet d'éviter que le pourvoi soit introduit trop à la légère. L'avocat peut également attirer l'attention de la partie sur le caractère spécifique du pourvoi, qui ne constitue pas une troisième instance.
In deze bepaling wordt ook ingeschreven dat de verklaring van voorziening in cassatie moet worden ondertekend door een advocaat. Hierdoor kan worden voorkomen dat het cassatieberoep te lichtzinnig wordt ingesteld. De advocaat kan de partij ook wijzen op het specifieke karakter voor het cassatieberoep, dat geen derde aanleg inhoudt.
L'intervention obligatoire déclaration de pourvoi que mesure justifiée par le souci laquelle n'a pas été instituée juridiction.
d'un avocat pour signer tant la le mémoire en cassation est une d'éviter l'engorgement de la Cour, pour servir de troisième degré de
Het verplichte optreden van een advocaat om zowel de verklaring van cassatieberoep als de memorie in cassatie te ondertekenen, is een maatregel die verantwoord is om de verzadiging van het Hof, dat niet is opgericht om als rechtscollege van derde aanleg te dienen, te voorkomen.
L'afflux de pourvois mal fondés parce que procédant d'une conception erronée de la mission de la Cour ne peut que mettre à mal son bon fonctionnement. Un accès illimité à celle-ci est trompeur.
De toevloed van ongegronde cassatieberoepen die voortvloeien uit een verkeerd begrip van de opdracht van het Hof, kan de goede werking ervan alleen maar in het gedrang brengen. Een onbeperkte toegang tot het Hof is misleidend.
La Cour européenne a admis que les spécificités de la procédure devant la Cour de cassation et la limitation de son objet aux seules questions de droit pouvaient justifier des limitations telles que celles consistant par exemple à réserver le monopole des interventions orales devant la Cour aux seuls avocats. La procédure devant la Cour de cassation de Belgique étant écrite, il est raisonnable de penser que ce monopole puisse également se justifier pour la rédaction des moyens. La justification est d'autant plus aisée que la Cour peut soulever d'office tout moyen de cassation profitant au condamné. L'absence de mémoire recevable n'est donc pour lui qu'un demi-mal. Le contrôle d'office peut être aussi efficace, si pas davantage, et requiert moins de travail que l'obligation de répondre à des moyens qui, pour n'avoir pas été rédigés par des professionnels, peuvent s'avérer d'une compréhension malaisée.
Het Europees Hof heeft aangenomen dat de specifieke kenmerken van de rechtspleging voor het Hof van Cassatie en de beperking van het onderwerp ervan tot louter rechtsaangelegenheden, beperkingen konden verantwoorden, zoals bepalen dat enkel de advocaten mondeling kunnen tussenbeide komen voor het Hof. Aangezien de rechtspleging voor het Hof van Cassatie van België een schriftelijke procedure is, is het redelijk ervan uit te gaan dat dit monopolie ook verantwoord is voor de opstelling van de middelen. De rechtvaardiging is nog gemakkelijker omdat het Hof ambtshalve enig cassatiemiddel kan aanvoeren dat gunstig is voor de veroordeelde. Het gegeven er geen ontvankelijke memorie is, is voor hem dus maar voor de helft een slechte zaak. De ambtshalve controle kan net zo doeltreffend, en zelfs doeltreffender zijn en vergt minder werk dan de verplichting te antwoorden op middelen die tot misverstanden kunnen leiden omdat ze niet door professionals zijn opgesteld.
L'intervention obligatoire d'un avocat pour la déclaration de pourvoi elle-même ne se justifie pas seulement dans l'intérêt de la Cour et du bon accomplissement de sa mission. Elle se justifie également dans l'intérêt du justiciable.
Het verplichte optreden van een advocaat voor de verklaring van cassatieberoep zelf is niet alleen verantwoord in het belang van het Hof en de goede uitvoering van de opdracht die het heeft, maar ook in het belang van de rechtzoekende.
Contrairement à l'appel, le pourvoi en cassation peut nuire au condamné. Si la décision est cassée, la juridiction de renvoi n'est pas tenue d'infliger une peine inférieure ou égale à celle prononcée par l'arrêt cassé. Elle peut l'aggraver. Le pourvoi doit être mûrement réfléchi, le demandeur ne pouvant faire l'économie d'une anticipation sur les suites éventuelles de la procédure : triompher en cassation peut n'être qu'une victoire à la Pyrrhus.
In tegenstelling tot het beroep, kan een cassatieberoep de veroordeelde benadelen. Indien de beslissing vernietigd wordt, is het rechtscollege waarnaar de zaak wordt verwezen niet ertoe verplicht een straf op te leggen die lager is dan of gelijk is aan de in het vernietigde arrest uitgesproken straf. Het kan een zwaardere straf opleggen. Een cassatieberoep moet goed worden overdacht aangezien de eiser niet kan vooruitlopen op de eventuele gevolgen van de rechtspleging : gelijk krijgen in cassatie kan neerkomen op een pyrrusoverwinning.
5-1832/3 - 2012/2013
( 22 )
L'intervention de l'avocat est nécessaire également pour délimiter, s'il y a lieu, les dispositions de l'arrêt qu'il convient d'attaquer, pour vérifier si le pourvoi n'est pas prématuré, pour s'en désister à l'effet de rendre possible un pourvoi ultérieur, pour identifier les parties à qui le pourvoi sera signifié ou pour déterminer celles qu'il conviendra d'appeler en déclaration d'arrêt commun.
Het optreden van de advocaat is ook noodzakelijk om, indien nodig, de bepalingen van het arrest die moeten worden bestreden, af te bakenen; om na te gaan of het cassatieberoep niet voorbarig is; om er afstand van te doen met het oogmerk een later cassatieberoep mogelijk te maken; om de partijen waaraan het cassatieberoep wordt betekend, te identificeren of om de partijen te bepalen die moeten worden opgeroepen tot bindendverklaring van het arrest.
Ouvrir un recours aussi technique à des personnes démunies de la formation nécessaire expose les demandeurs à beaucoup de déconvenues, de frais inutiles et de temps perdu.
Doordat een zodanig technisch rechtsmiddel open staat voor personen die daartoe niet de nodige opleiding hebben gekregen, worden de eisers geconfronteerd met veel teleurstellingen, nutteloze kosten en tijdverlies.
Cela étant, il est jugé nécessaire que les avocats aient suivi une formation en procédure en cassation visée au livre II, titre III, du Code d'instruction criminelle.
In dat opzicht wordt het noodzakelijk geacht dat de advocaten een opleiding inzake cassatieprocedureprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III, van het Wetboek van strafvordering hebben gevolgd.
Il est prévu que le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre. Non seulement l'organisation d'une telle formation nécessite une concertation avec la Cour de cassation et avec les barreaux, mais il est en outre possible que les critères de la formation soient éventuellement adaptés après une évaluation. Un arrêté royal est la manière la plus souple de procéder à cet effet.
Er is voorzien dat de Koning de vereisten zal bepalen waaraan deze opleiding moet voldoen. Niet enkel is voor het organiseren van dergelijke opleiding overleg met het Hof van Cassatie en met de balies noodzakelijk. Het is bovendien mogelijk dat de opleidingsvereisten gebeurlijk na evaluatie worden aangepast. Hiertoe is een Koninklijk Besluit de meest soepele manier van werken.
L'obligation de recourir à un avocat pour accomplir un acte de procédure n'est pas inconnue en droit belge.
De verplichting om een beroep te doen op een advocaat om een proceshandeling te stellen, is niet nieuw in het Belgisch recht.
L'article 97, § 1er, de la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées prévoit que la déclaration de recours en cassation contre une décision du tribunal de l'application des peines doit être signée par un avocat.
In artikel 97, § 1, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, is bepaald dat een verklaring van cassatieberoep tegen een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank door een advocaat moet worden ondertekend.
Aux termes de l'article 19ter de la loi de défense sociale, le pourvoi en cassation contre la décision de la Commission supérieure de défense sociale confirmant la décision de rejet de la demande de mise en liberté ne peut être formé que par l'avocat de l'interné.
Luidens artikel 19ter van de wet tot bescherming van de maatschappij kan het cassatieberoep tegen een door de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij genomen beslissing die de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot invrijheidstelling bevestigt, alleen door de advocaat van de geïnterneerde worden ingesteld.
L'article 443, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle exige, à peine d'irrecevabilité, que le pourvoi en révision soit accompagné d'un avis motivé, en faveur de celle-ci, de trois avocats à la Cour de cassation ou de trois avocats à la cour d'appel ayant dix années d'inscription au barreau. De même, l'article 442quater, § 2, dudit code exige la signature d'un avocat au bas de la requête sollicitant la réouverture de la procédure lorsque celle-ci a fait l'objet d'un arrêt de condamnation de la Cour européenne des droits de l'homme.
In artikel 443, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, wordt op straffe van onontvankelijkheid geëist dat bij verzoekschrift een met redenen omkleed gunstig advies moet worden gevoegd van drie advocaten bij het Hof van Cassatie of van drie advocaten bij het hof van beroep, die tien jaar ingeschreven zijn bij de balie. Ook krachtens artikel 442quater, § 2, van voornoemd Wetboek moet de aanvraag tot heropening van de rechtspleging door een advocaat ondertekend worden indien die geleid heeft tot een arrest van veroordeling voor het Europees Hof voor de rechten van de mens.
L'article 835 du Code judiciaire dispose que la demande en récusation est, sous peine de nullité, signée par un avocat inscrit depuis plus de dix ans au barreau.
In artikel 835 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de vordering tot wraking op straffe van nietigheid moet worden ondertekend door een advocaat die meer dan tien jaar bij de balie is ingeschreven.
L'article 19, alinéa 4, des lois coordonnées sur le Conseil d'État, modifié par la loi du 15 septembre 2006, prévoit que le recours en cassation ne peut être introduit sans l'assistance d'un avocat.
In artikel 19, vierde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 15 september 2006, is bepaald dat een cassatieberoep niet kan worden ingediend zonder de bijstand van een advocaat.
Enfin, la disposition commentée ne modifie pas les compétences des administrations publiques de se pourvoir en cassation et ne touche pas à la jurisprudence de la Cour de cassation en cette matière.
Tot slot brengt de besproken bepaling geen wijzigingen aan in de bevoegdheden van de overheidsadministraties om in cassatie te gaan en raakt niet aan de rechtspraak van het Hof van Cassatie ter zake.
En réponse aux considérations au sujet du droit à se défendre soi-même, les éléments suivants peuvent être ajoutés.
In antwoord op de overwegingen met betrekking tot het recht om zichzelf te verdedigen, kan het volgende worden toegevoegd.
L'article 6, alinéa 3, c, de la Convention européenne des droits de l'homme dispose que toute personne poursuivie pour une
Artikel 6, lid 3, c, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens voorziet dat eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt
( 23 )
5-1832/3 - 2012/2013
infraction a au moins le droit de se défendre elle-même, ce droit étant présenté comme l'alternative au droit à l'assistance d'un défenseur de son choix.
vervolgd tenminste het recht heeft zichzelf te verdedigen, waarbij dat recht als alternatief wordt voorgesteld van het recht de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze.
Il ressort de la jurisprudence de la Convention européenne des droits de l'homme que les garanties mentionnées dans cette disposition peuvent avoir des limites implicites à condition qu'il ne soit pas fondamentalement touché au droit en question. La Cour européenne a ainsi admis que les caractéristiques spécifiques de la procédure devant la Cour de cassation et le fait que cette Cour examine uniquement des questions de droit pouvaient constituer une raison fondamentale de limitations (CEDH, Voisine contre la France, 8 février 2000).
Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens blijkt dat de waarborgen genoemd in die bepaling impliciete grenzen kunnen hebben, op voorwaarde dat in wezen niet geraakt wordt aan het desbetreffende recht. Zo heeft het Europees Hof aanvaard dat de specifieke kenmerken van de procedure voor het Hof van Cassatie en het feit dat dit Hof enkel rechtsvraagstukken behandelt een grondige reden konden zijn voor beperkingen (EHRM, Voisine tegen Frankrijk, 8 februari 2000).
En l'espèce, les exigences du bon fonctionnement de la justice sont de nature à pouvoir être considérées comme une raison implicitement admise de limitation du droit à se défendre soimême également devant la Cour de cassation, lequel droit trouve sa justification dans l'article 6, alinéa 3, c, de la Convention européenne des droits de l'homme.
In casu zijn de vereisten van de goede werking van het gerecht van aard dat ze beschouwd kunnen worden als een impliciet aanvaarde reden voor de beperking van het recht om zichzelf te verdedigen ook voor het Hof van Cassatie welk recht verantwoord wordt in artikel 6, lid 3, c van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Le paragraphe 2 de l'article 425 proposé simplifie la situation de la personne qui souhaite introduire un pourvoi en même temps contre la décision définitive et contre les décisions préparatoires et les décisions d'instruction.
In de tweede paragraaf van het voorgestelde artikel 425 wordt de situatie vereenvoudigd van de persoon die tegelijk beroep wil instellen tegen de eindbeslissing en tegen de voorbereidende beslissingen en de beslissingen van onderzoek.
Le paragraphe 3 de cet article reprend l'alinéa 3 de l'article 417 qui précise que les registres dans lesquels sont tenues les déclarations sont publics et que toute personne ayant un intérêt légitime a le droit de s'en faire délivrer un extrait.
n paragraaf 3 van dit artikel wordt het derde lid opgenomen van artikel 417, dat stelt dat de registers waar de verklaringen worden bijgehouden openbaar zijn en dat eenieder die een rechtmatig belang heeft, zich hiervan een uittreksel kan laten afgeven.
Art. 28
Art. 28
L'article 426 du Code d'instruction criminelle proposé renferme une exception à la règle selon laquelle la déclaration de pourvoi doit être faite au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Il dispose en effet que les personnes incarcérées dans un établissement pénitentiaire ou internées peuvent faire leur déclaration de pourvoi au directeur de cet établissement ou à son délégué. La déclaration de pourvoi en cassation est signée par un avocat qui doit avoir suivi une formation en procédure en cassation visée au livre II, titre III, du Code d'instruction criminelle.
Het voorgestelde artikel 426 van het Wetboek van strafvordering houdt een uitzondering in op de regel dat de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Het bepaalt immers dat de personen die opgesloten zijn in een strafinrichtingen of geïnterneerd zijn hun verklaring van cassatieberoep kunnen doen bij de bestuurder van de instelling of hun gemachtigde. De verklaring van cassatieberoep is getekend door een advocaat die een opleiding moet hebben gevolgd inzake cassatieprocedureprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III, van het Wetboek van strafvordering.
L'article est basé sur le texte de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées.
Het artikel is gebaseerd op de tekst van de wet van 25 juli 1893 betreffende de verklaringen van hoger beroep of van voorziening in cassatie van de gedetineerde of geïnterneerde personen.
Il a été tenu compte des modifications législatives résultant de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental. Ainsi, dès l'entrée en vigueur de cette loi, il ne sera plus question des établissements visés dans la loi du 9 avril 1930 de défense sociale mais bien des établissements visés dans la loi du 21 avril 2007. Étant donné que l'entrée en vigueur de cette loi a été postposée, il convient d'ajouter une période transitoire.
Er is rekening gehouden met de wetswijzigingen ingevolge de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis. Zo zal vanaf de inwerkingtreding van die wet geen sprake meer zijn van de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij, doch wel van inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007. Gelet op het feit dat de inwerkingtreding van deze wet is uitgesteld, moet er een overgangsperiode worden ingelast.
La déclaration ainsi faite a les mêmes effets que la déclaration faite au greffe. Il est dressé un procès-verbal dans un registre destiné à cet effet, le greffier compétent en est immédiatement avisé et une expédition du procès-verbal lui est transmise dans les vingt-quatre heures. Le greffier transcrit l'avis et le procès-verbal dans le registre destiné à cet effet.
De verklaring die op deze wijze wordt afgelegd, heeft dezelfde uitwerking als de verklaring die ter griffie wordt gedaan. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register, de bevoegde griffier wordt onmiddellijk bericht en er wordt hem binnen de 24 uur een uitgifte van het proces-verbaal gestuurd. Daarop schrijft de griffier het bericht en het proces-verbaal over in het daartoe bestemde register.
Cette disposition ne s'applique pas aux pourvois en cassation formés conformément à l'article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive.
Deze regeling geldt niet voor de cassatieberoepen die worden ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
Le pourvoi en cassation contre les arrêts et jugements par lesquels la détention préventive est maintenue, réglé par l'article 31
De verplichting om de verklaring van cassatieberoep te voorzien van de handtekening van een advocaat geldt niet voor het
5-1832/3 - 2012/2013
( 24 )
de la loi du 20 juillet 1990, n'est pas concerné par l'obligation d'assortir la déclaration de pourvoi de la signature d'un avocat. Prévoir l'intervention d'un avocat dans ce contexte pourrait engendrer des difficultés pour l'inculpé qui est en prison : l'article 31 impose à celui-ci de former le pourvoi dans les vingt-quatre heures à compter du jour de la signature de la décision à l'intéressé.
cassatieberoep tegen de arresten en vonnissen waardoor de voorlopige hechtenis wordt gehandhaafd, geregeld in artikel 31 van de wet van 20 juli 1990. In die context voorzien in de tussenkomst van een advocaat zou problemen kunnen opleveren voor een verdachte die in de gevangenis zit : overeenkomstig artikel 31 moet die cassatieberoep instellen binnen een termijn van vierentwintig uren die begint te lopen vanaf de dag waarop hem de beslissing wordt betekend.
Art. 29
Art. 29
L'article 427 proposé du Code d'instruction criminelle met fin à la discrimination à laquelle il était fait référence dans l'arrêt de la Cour constitutionnelle no 120/2004 du 30 juin 2004 relatif à l'article 418, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle.
Het voorgestelde artikel 427 van het Wetboek van strafvordering werkt de discriminatie weg waarop gewezen werd in het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 120/2004 van 30 juni 2004, met betrekking tot artikel 418, eerste lid van het Wetboek van strafvordering.
Dans son arrêt, la Cour constitutionnelle constatait une violation des articles 10 et 11 de la Constitution à la suite d'une question préjudicielle relative à l'absence d'obligation pour le prévenu ou l'inculpé de signifier le pourvoi en cassation à la partie civile, alors que la partie civile y est tenue, à peine d'irrecevabilité du pourvoi.
In zijn arrest stelde het Grondwettelijk Hof een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vast naar aanleiding van een prejudiciële vraag met betrekking tot het niet-bestaan van een verplichting voor de beklaagde of inverdenkinggestelde om de voorziening in cassatie te betekenen aan de burgerlijke partij, terwijl de burgerlijke partij daar wel toe verplicht is, op straffe van niet-ontvankelijkheid van de voorziening :
« B.7. La formalité de la signification, inscrite à l'article 418 du Code d'instruction criminelle, est, pour la Cour de cassation, une condition de recevabilité qui est examinée d'office; la preuve de son respect doit être déposée dans le délai visé à l'article 420bis du Code d'instruction criminelle.
« B.7. Het vormvoorschrift van de betekening, vervat in artikel 418 van het Wetboek van strafvordering, is voor het Hof van Cassatie een ontvankelijkheidsvoorwaarde, die ambtshalve wordt onderzocht en waarvan het bewijs van naleving binnen de termijn bedoeld in artikel 420bis van het Wetboek van strafvordering moet worden neergelegd.
La signification vise à informer du pourvoi en cassation la partie contre laquelle il est dirigé, afin de permettre à cette partie de préparer sa défense.
De betekening strekt ertoe het cassatieberoep ter kennis te brengen van de partij tegen wie het is gericht, teneinde die partij toe te staan haar verdediging voor te bereiden.
Il est vrai que cette information pourrait également se faire par d'autres moyens, mais, lorsque le législateur prévoit la signification du pourvoi en cassation, il ne peut, sans justification objective et raisonnable, priver certaines parties de la garantie de cette formalité. Le principe d'égalité des armes implique en effet l'obligation d'offrir à chaque partie la possibilité de faire valoir ses arguments dans des conditions qui ne la désavantagent pas d'une manière manifeste par rapport à la partie adverse.
Weliswaar zou die kennisgeving ook op andere wijzen kunnen geschieden, maar wanneer de wetgever in de betekening van het cassatieberoep voorziet, vermag hij niet, zonder objectieve en redelijke verantwoording, bepaalde partijen de waarborg van dat vormvoorschrift te ontzeggen. Het beginsel van de wapengelijkheid houdt immers de verplichting in om aan elke partij de mogelijkheid te bieden om haar argumenten te doen gelden in omstandigheden die haar niet kennelijk benadelen ten aanzien van de tegenpartij.
B.8. Sans doute les effets potentiels d'un pourvoi en cassation qui est dirigé contre un prévenu ou un inculpé diffèrent-ils de ceux d'un pourvoi en cassation qui est dirigé contre une partie civile et les diverses parties défendent-elles des intérêts distincts, mais cette différence n'empêche pas que les droits de défense doivent valoir pareillement pour toutes les parties.
B.8. Ongetwijfeld zijn de mogelijke gevolgen van een cassatieberoep dat tegen een verdachte of inverdenkinggestelde is gericht van een andere aard dan die van een cassatieberoep dat tegen een burgerlijke partij is gericht en behartigen de verschillende partijen verschillende belangen, maar zulks staat niet eraan in de weg dat de rechten van de verdediging voor alle partijen op dezelfde wijze behoren te gelden.
La différence de traitement, en ce qui concerne l'information de la partie civile, d'une part, et celle du prévenu et de l'inculpé, d'autre part, n'est dès lors pas pertinente par rapport au but poursuivi par la mesure litigieuse. »
Het verschil in behandeling inzake kennisgeving aan de burgerlijke partij, enerzijds, en de verdachte en inverdenkinggestelde, anderzijds, is derhalve niet pertinent ten aanzien van de doelstelling van de in het geding zijnde maatregel. »
La proposition de loi prévoit que la personne poursuivie est obligée de signifier à la partie civile le pourvoi dirigé contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle.
Het wetsvoorstel voorziet dat de vervolgde persoon verplicht is om het cassatieberoep gericht tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering te betekenen aan de burgerlijke partij.
En outre, en utilisant les termes « établissement où l'intéressé est interné », la proposition de loi a été adapté à la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental.
Door het gebruik van de term « inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is », is het wetsvoorstel bovendien aangepast aan de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis.
L'obligation de signification est comparable à celle inscrite dans la loi relative à l'opposition (articles 187 et 208 du Code d'instruction criminelle).
De verplichting tot betekening is vergelijkbaar met die welke de wet met betrekking tot het verzet oplegt (artikelen 187 en 208 van het Wetboek van strafvordering).
( 25 )
5-1832/3 - 2012/2013
L'obligation de signification du pourvoi n'a pas été remplacée par une disposition qui obligerait le greffe de la Cour à signifier le pourvoi à la connaissance des autres parties parce qu'une telle disposition alourdirait sensiblement ses tâches et impliquerait une banalisation du pourvoi. Vu que l'omission de cette signification par le greffe serait sanctionnée par l'irrecevabilité du pourvoi, une telle disposition présenterait en outre d'importants inconvénients en ce qui concerne la responsabilité du personnel du greffe qui n'est pas compétent pour déterminer contre quelles parties le pourvoi a été introduit.
De verplichting tot betekening van het cassatieberoep is niet vervangen door een regeling die de griffie van het Hof ertoe zou verplichten de verklaring van cassatieberoep ter kennis van de andere partijen te brengen, omdat dergelijke regeling haar taken aanzienlijk zou verzwaren en een banalisering zou inhouden van het cassatieberoep. Aangezien het verzuimen van die kennisgeving door de griffie gestraft zou worden met de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep, zou een dergelijke regeling bovendien ernstige nadelen vertonen voor de aansprakelijkheid van het griffiepersoneel dat niet bevoegd is om te bepalen tegen welke partijen het cassatieberoep is ingesteld.
La disposition proposée prévoit que l'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l'article 429 du Code d'instruction criminelle.
De ontworpen bepaling voorziet dat het exploot van betekening binnen de termijnen voorzien in artikel 429 van het Wetboek van strafvordering, moet worden neergelegd bij de griffie van het Hof van Cassatie.
Art. 30
Art. 30
Le principe de l'effet suspensif du pourvoi en cassation est consacré dans cet article.
In dit artikel wordt het principe van de schorsende werking van het cassatieberoep verankerd.
L'exécution de la décision attaquée est d'abord suspendue durant les quinze jours pendant lesquels le pourvoi en cassation peut être introduit et, ensuite, si ce pourvoi est effectivement introduit, jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation.
De tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wordt geschorst eerst gedurende de vijftien dagen waarbinnen cassatieberoep kan worden aangetekend, en verder, indien dit cassatieberoep effectief wordt ingesteld, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie.
La règle générale permet toutefois d'exécuter les décisions provisoirement si les juges ont rendu une décision spécialement motivée à cet effet. Le texte de l'actuel article 407, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle est repris à l'alinéa 2 de la disposition proposée.
Deze algemene regel biedt evenwel de mogelijkheid om de beslissingen bij voorraad ten uitvoer te leggen, indien de rechters hiertoe een bijzonder gemotiveerde beslissing hebben uitgesproken. De tekst van het huidige artikel 407, tweede lid van het Wetboek van strafvordering, wordt hernomen in het tweede lid van de voorgestelde bepaling.
Art. 31
Art. 31
Cet article prévoit que le demandeur en cassation peut indiquer ses moyens dans un mémoire signé par un avocat dans les deux mois de la déclaration de pourvoi.
Dit artikel voorziet erin dat de eiser in cassatie zijn middelen kan aanvoeren in een door een advocaat ondertekende memorie binnen een termijn van twee maanden na de verklaring van het cassatieberoep.
L'avocat doit avoir suivi une formation en procédure en cassation visée au livre II, titre III, du Code d'instruction criminelle. Conformément à l'actuel article 422 du Code d'instruction criminelle, le condamné ou la partie civile peut déposer ses moyens de cassation par requête au tribunal ou à la cour qui a prononcé le jugement ou l'arrêt attaqué. Le Code d'instruction criminelle prévoit pour ce faire toute une procédure d'envoi du dossier au greffe de la Cour de cassation, ce qui entraîne un retard inutile vu que prendre acte des griefs du demandeur en cassation ou de son avocat dans la déclaration de pourvoi ne fait pas partie des tâches du greffe du tribunal ou de la cour. Cette possibilité a été supprimée dans la proposition de loi : les moyens de cassation ne peuvent être indiqués que dans un mémoire déposé au greffe de la Cour de cassation.
De advocaat moet een opleiding inzake cassatieprocedureprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III, van het Wetboek van strafvordering hebben gevolgd. Overeenkomstig het huidige artikel 422 van het Wetboek van strafvordering bestaat thans de mogelijkheid voor de veroordeelde of de burgerlijke partij om hun middelen van cassatie bij wijze van verzoekschrift neer te leggen bij de rechtbank of het hof die het bestreden vonnis of arrest heeft uitgesproken. Daartoe voorziet het Wetboek van strafvordering in een hele procedure van het overzenden van het dossier naar de griffie van het Hof van Cassatie, hetgeen leidt tot onnodige vertraging, gelet op het feit dat het akte nemen van de bezwaren van de eiser in cassatie of van diens advocaat in de verklaring van cassatieberoep, niet tot de taken van de griffie van de rechtbank of het hof behoort. Die mogelijkheid is in het wetsvoorstel weggelaten : cassatiemiddelen kunnen enkel worden aangevoerd in een memorie, ingediend op de griffie van het Hof van Cassatie.
Comme c'est le cas aux Pays-Bas, le mémoire doit désormais être signé par un avocat, sauf bien sûr s'il émane du ministère public. Cela doit apporter de meilleures garanties pour l'expertise professionnelle avec laquelle les moyens de cassation sont rédigés. On évite ainsi à la Cour de cassation de devoir répondre à des moyens non pertinents émanant des demandeurs mêmes.
Net zoals in Nederland het geval is, moet de memorie voortaan ondertekend worden door een advocaat, behalve natuurlijk indien zij uitgaat van het openbaar ministerie. Dit moet betere garanties leveren voor de professionele deskundigheid waarmee de cassatiemiddelen worden opgesteld en zo wordt vermeden dat het Hof van Cassatie dient te antwoorden op irrelevante middelen die afkomstig zijn van de eisers zelf.
L'intervention obligatoire d'un avocat pour signer le mémoire en cassation est une mesure justifiée par le souci d'éviter l'engorgement de la Cour. L'afflux de pourvois mal fondés parce que
Het verplichte optreden van een advocaat om de memorie in cassatie te ondertekenen, is een maatregel die verantwoord is om de verzadiging van het Hof te voorkomen. De toevloed van
5-1832/3 - 2012/2013
( 26 )
procédant d'une conception erronée de la mission de la Cour ne peut que mettre à mal son bon fonctionnement.
ongegronde cassatieberoepen die voortvloeien uit een verkeerd begrip van de opdracht van het Hof, kan de goede werking ervan alleen maar in het gedrang brengen.
De plus, le mémoire du demandeur doit parvenir au greffe de la Cour au moins quinze jours avant l'audience. Il s'agit d'une modification du délai actuel prévu à l'article 420bis du Code d'instruction criminelle puisque le défendeur doit encore avoir le temps de préparer sa défense face aux arguments du demandeur en cassation.
Bovendien moet de memorie van de eiser in cassatie ten minste vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof toekomen. Dit is een wijziging van de bestaande termijn uit artikel 420bis van het Wetboek van strafvordering, omdat de verweerder ook nog de tijd dient te krijgen om zijn verweer op de argumenten van de eiser in cassatie voor te bereiden.
Le défendeur en cassation peut faire parvenir son mémoire en réponse au greffe de la Cour de cassation au plus tard huit jours avant l'audience. Ce mémoire doit également être signé par un avocat. Dans la procédure en cassation, qui est technique et spécifique, il est en effet également dans l'intérêt du défendeur de pouvoir compter sur l'assistance d'un avocat ayant suivi une formation adaptée.
De verweerder in cassatie kan zijn memorie van antwoord uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doen toekomen. Deze memorie dient ook te worden ondertekend door een advocaat. Het is immers ook in het belang van de verweerder om in de technische en specifieke cassatieprocedure bijstand te kunnen hebben van een advocaat die een aangepaste opleiding heeft gevolgd.
L'article proposé prévoit également que les mémoires doivent être communiqués par courrier recommandé à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé. La preuve de l'envoi doit être déposée au greffe. Ces formalités sont prescrites à peine d'irrecevabilité.
Het voorgestelde artikel voorziet ook dat de memories per aangetekende brief ter kennis moeten worden gebracht van de partij tegen wie die is gericht. Het bewijs van verzending moet ter griffie worden neergelegd. Deze vormvoorschriften zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
En réponse aux remarques au sujet des dispositions proposées relatives aux délais, les éléments suivants peuvent être ajoutés.
In antwoord op de opmerkingen met bettrekking tot de ontworpen termijnregeling kan het volgende worden toegevoegd.
Dans la procédure en cassation en matière pénale (et sauf soulèvement d'office d'un moyen par la Cour), le demandeur connaît les limites du débat puisqu'il en définit lui-même le contenu et le délimite par les moyens qu'il indique.
In de cassatieprocedure in strafzaken (en behoudens het ambtshalve aanvoeren van een middel door het Hof) kent de eiser de limieten van het debat, vermits hij dit debat zelf inhoudelijk bepaalt en beperkt door de middelen die hij aanvoert.
Dans la réglementation actuelle, qui a fait l'objet de critiques de la part de la CEDH dans l'arrêt Wynen, le demandeur doit satisfaire de manière cumulative à deux conditions : son mémoire doit être déposé dans les 2 mois qui suivent l'inscription au rôle général et au moins 8 jours avant l'audience. Pour le mémoire de réponse du défendeur, aucun délai n'est actuellement prévu, ce qui est susceptible de placer le demandeur devant « une surprise ».
In de huidige regeling, die door het EHRM werd bekritiseerd in het arrest Wynen, moet de eiser cumulatief voldoen aan twee voorwaarden : zijn memorie moet neergelegd zijn binnen de 2 maand na de inschrijving op de algemene rol en ten minste 8 dagen voor de zitting. Voor de antwoordmemorie van de verweerder is thans geen termijn voorzien, zodat de eiser kan « verrast » worden.
Dans la réglementation proposée, le demandeur doit également satisfaire de manière cumulative à deux conditions : son mémoire doit être déposé dans les 2 mois qui suivent le pourvoi en cassation et au moins 15 jours avant l'audience. Pour le mémoire de réponse du défendeur, il est actuellement prévu qu'il soit déposé au moins 8 jours avant l'audience.
In de voorgestelde regeling moet de eiser eveneens cumulatief aan twee voorwaarden voldoen : zijn memorie moet neergelegd zijn binnen de 2 maand na het cassatieberoep en ten minste 15 dagen voor de zitting. Voor de antwoordmemorie van de verweerder is thans voorzien dat deze antwoordmemorie minstens 8 dagen voor de zitting moet zijn neergelegd.
Il est en outre prévu à présent que le pourvoi en cassation soit signifié à la partie adverse et que tant les mémoires que les mémoires de réponse soient communiqués à la partie adverse à peine d'irrecevabilité et que la preuve de cette communication soit jointe au dossier dans les 2 mois qui suivent le pourvoi en cassation : toutes les parties sont ainsi toujours au courant de tout. Lorsque le demandeur ne se trouve plus dans le délai de 2 mois pour répondre au mémoire de réponse, il pourra de toute façon, à présent qu'il a connaissance du contenu de ce mémoire de réponse et conformément à l'article 1107 du Code judiciaire (qui est d'application en matière pénale : voir article 31 de la propostion), encore réagir à l'audience et plaider sur les questions de droit proposées dans les moyens de cassation ou sur les fins de nonrecevoir opposées au pourvoi ou aux moyens.
Bovendien is thans voorzien dat het cassatieberoep aan de tegenpartij moet worden betekend en dat zowel de memories als de antwoordmemories op straffe van niet-ontvankelijkheid medegedeeld moeten worden aan de tegenpartij en dat het bewijs daarvan binnen de 2 maand na het cassatieberoep aan het dossier moet gevoegd worden : alle partijen zijn dus steeds van alles op de hoogte. Wanneer de eiser niet meer binnen de termijn van 2 maand zit om te antwoorden op de antwoordmemorie, dan zal hij, nu hij inhoudelijk kennis heeft van deze antwoordmemorie, in elk geval, overeenkomstig artikel 1107 Gerechtelijk Wetboek (dat in strafzaken toepasselijk is : zie art. 31 van het voorstel) nog ter zitting kunnen reageren en pleiten betreffende de rechtsvragen die in de cassatiemiddelen zijn opgeworpen of op middelen van nietontvankelijkheid die tegen de voorziening of tegen de middelen worden aangevoerd.
Dans la proposition, la position de chacune des parties se trouve donc considérablement améliorée, mais la procédure en cassation (qui est en fait une procédure écrite dont le demandeur fixe luimême les limites, comme exposé ci-avant) ne peut être prolongée indéfiniment en accordant sans cesse de nouveaux délais aux parties pour répondre à chaque nouvelle réaction de la partie adverse. Du point de vue de l'économie de procédure, le système proposé semble dès lors non seulement le meilleur, mais
In het voorstel verbetert de positie van elk der partijen dus in aanzienlijke mate, maar de cassatieprocedure (die eigenlijk een schriftelijke procedure is waarvan, zoals hiervoor uiteengezet de eiser de grenzen zelf vastlegt) kan niet eindeloos verlengd worden door steeds nieuwe termijnen aan partijen toe te kennen om te antwoorden op elke nieuwe reactie van de tegenpartij. Het voorgestelde systeem lijkt vanuit proceseconomisch oogpunt dan ook niet alleen het beste, maar ook het enig haalbare compromis,
( 27 )
5-1832/3 - 2012/2013
également le seul compromis réalisable qui réponde en outre dans une très large mesure à la critique de la Cour européenne des droits de l'homme.
dat overigens in zeer belangrijke mate tegemoetkomt aan de kritiek van het Europees Hof voor de rechten van de mens.
Art. 32
Art. 32
Cette disposition règle la transmission des pièces du procès et de l'expédition de la décision attaquée au ministère public en vue de leur remise au procureur général près la Cour de cassation, comme prévu à l'article 431 proposé du Code d'instruction criminelle.
Deze bepaling regelt de overzending van de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing aan het openbaar ministerie met het oog op het doorzenden ervan naar de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, zoals geregeld in het voorgestelde artikel 431 van het Wetboek van strafvordering.
Le régime d'amende pour ne pas en avoir rédigé au préalable et sans frais et joint inventaire, prévu à l'actuel article 423, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, n'a pas été maintenu.
Het boetesysteem verbonden aan het niet vooraf en kosteloos opmaken of het niet-bijvoegen van een inventaris, zoals voorzien in het huidige artikel 423, tweede lid van het Wetboek van strafvordering, wordt niet weerhouden.
Art. 33
Art. 33
L'article 431 proposé du Code d'instruction criminelle reprend le texte de l'actuel article 424 du Code d'instruction criminelle, remplacé par la loi du 20 juin 1953.
Het voorgestelde artikel 431 van het Wetboek van strafvordering herneemt de tekst van het huidige artikel 424 van het Wetboek van strafvordering, zoals vervangen door de wet van 20 juni 1953.
Art. 34
Art. 34
Cet article règle la suite du déroulement de la procédure en renvoyant aux articles 1104 à 1109 du Code judiciaire.
Dit artikel regelt het verdere verloop van de procedure door te verwijzen naar de artikelen 1104 tot en met 1109 van het Gerechtelijk Wetboek.
Contrairement à l'actuel article 420ter, il est également renvoyé à l'article 1104 du Code judiciaire, ce qui rend superflu le texte de l'article 420 du Code d'instruction criminelle.
In tegenstelling tot huidig artikel 420ter wordt ook verwezen naar het artikel 1104 van het Gerechtelijk Wetboek, waardoor de tekst van het artikel 420 van het Wetboek van strafvordering, overbodig wordt.
L'article 432 proposé du Code d'instruction criminelle dispose que, excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, le greffier communique aux parties la fixation de l'audience au moins quinze jours avant celle-ci afin de respecter les délais visés à l'article 429 du Code d'instruction criminelle.
Het ontworpen artikel 432 van het Wetboek van strafvordering voorziet dat de griffier, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, ten minste vijftien dagen voor de zitting kennis geeft van de dagbepaling aan de partijen met het oog op het respecteren van de termijnen bedoeld in artikel 429 van het Wetboek van strafvordering.
La notification de la fixation quinze jours avant l'audience suffit, vu la procédure écrite devant la Cour de cassation. Il est en outre prévu à présent que le pourvoi en cassation doit être notifié à la partie adverse, que le mémoire ou le mémoire en réponse doit être communiqué à la partie adverse et que la preuve de cette communication doit être versée au dossier dans les deux mois du pourvoi : la partie (adverse) est donc toujours informée du pourvoi en cassation et des moyens invoqués (ou de la réponse à ceux-ci). Dans ces conditions, une notification de la fixation quinze jours avant l'audience suffit. Il convient de souligner que ce délai ne pourra pas toujours être respecté (comme c'est d'ailleurs le cas aujourd'hui) : dans des affaires de détention préventive ou de mandat d'arrêt européen, les délais dans lesquels la Cour doit statuer sont trop courts. On peut d'ailleurs penser à d'autres cas (inculpés en détention) pour lesquels il est recommandé de fixer plus rapidement l'affaire. Le texte l'indique clairement, étant donné qu'il est explicitement prévu que le délai de quinze jours avant la notification est d'application « excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence ».
De kennisgeving van de dagbepaling vijftien dagen voor de zitting volstaat, gelet op de schriftelijke procedure voor het Hof van Cassatie. Bovendien wordt thans voorzien dat het cassatieberoep aan de tegenpartij moet worden betekend, dat de memorie of de memorie van antwoord verplicht moet worden meegedeeld aan de tegenpartij en dat het bewijs van die mededeling aan het dossier moet worden gevoegd binnen de 2 maand na het cassatieberoep : de (tegen)partij is dus steeds op de hoogte én van het cassatieberoep én van de middelen die worden aangevoerd (of het antwoord hierop). In die omstandigheden volstaat een kennisgeving van de dagbepaling vijftien dagen voor de zitting. Het moet worden onderlijnd dat deze termijn niet altijd zal kunnen worden gevolgd (zoals dat overigens thans ook reeds het geval is) : in zaken van voorlopige hechtenis of Europees aanhoudingsbevel zijn de termijnen waarbinnen het Hof uitspraak moet doen daarvoor te kort. Er zijn overigens nog andere gevallen denkbaar waar (wegens verdachten in hechtenis) het aangewezen is de zaak sneller vast te stellen. Dit komt in de tekst duidelijk naar voor, aangezien uitdrukkelijk wordt bepaald dat de termijn van ten minste vijftien dagen voor de kennisgeving geldt « behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen ».
Il convient de souligner que le texte proposé ne correspond pas totalement à l'article 1106, alinéa 2, du Code judiciaire, si bien que le texte proposé est maintenu, mais légèrement adapté par souci de clarté. Il est en effet prévu que le greffier avertisse de la fixation
Er moet worden onderlijnd dat de voorsteltekst niet volledig overeenstemt met artikel 1106, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, zodat de voorsteltekst, licht aangepast met het oog op de duidelijkheid, wordt behouden. Er wordt immers voorzien dat de
5-1832/3 - 2012/2013
( 28 )
quinze jours au moins avant l'audience, excepté lorsque la Cour doit statuer en urgence.
griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting kennis geeft van de rechtsdag, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen.
Art. 35
Art. 35
L'article 433 proposé du Code d'instruction criminelle dispose qu'en cas de pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité, la nonadmission peut être décrétée par le président de section ou le conseiller désigné par le premier président. Cela se fait sur avis conforme du ministère public. Dans ce cas, il est statué sans audience et sans entendre les parties. Dans l'ordonnance de nonadmission, le refus est succinctement motivé. L'ordonnance est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. L'ordonnance n'est susceptible d'aucun recours.
Het voorgestelde artikel 433 van het Wetboek van strafvordering voorziet dat bij het kennelijk onontvankelijke cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt bekendgemaakt, de niet-toelaatbaarheid door de afdelingsvoorzitter of door de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer kan worden uitgesproken. Dit gebeurt na eensluidend advies van het openbaar ministerie. Er wordt in dat geval uitspraak gedaan zonder zitting en zonder de partijen te horen. In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt gemotiveerd. De beschikking wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen de beschikking staat geen rechtsmiddel open.
L'objectif de cette réforme est de soustraire les pourvois « morts nés » à la procédure d'audience et aux débats inutiles qu'ils entraînent. La solution proposée s'inspire du nouvel article 20 des lois coordonnées sur le Conseil d'État du 12 janvier 1973, inséré par l'article 8 de la loi du 15 septembre 2006. Elle s'en distingue par l'option consistant à ne soumettre au filtrage que les affaires n'appelant à l'évidence aucun débat, tels les pourvois contre un arrêt de la Cour elle-même, les pourvois par lettre missive, les pourvois non signés, les pourvois formés sans avocat, les pourvois formés hors délai, les pourvois contre des décisions non rendues en dernier ressort, les pourvois par des personnes sans qualité ou les pourvois civils non motivés.
Deze hervorming beoogt de « doodgeboren » cassatieberoepen en de onnodige debatten die daaruit volgen, te weren uit de rechtspleging ter terechtzitting. De voorgestelde oplossing is ontleend aan het nieuwe artikel 20 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, die door artikel 8 van de wet van 15 september 2006 werd ingevoegd. Het verschil is dat deze oplossing de mogelijkheid biedt om alleen de zaken te filteren die duidelijk ongegrond zijn, zoals de cassatieberoepen tegen een arrest van het Hof zelf, de cassatieberoepen bij gewone brief, de cassatieberoepen die niet zijn ondertekend, de cassatieberoepen die zonder advocaat zijn ingesteld, de cassatieberoepen die buiten termijn zijn ingesteld, de cassatieberoepen tegen beslissingen die niet in laatste aanleg zijn gewezen, de cassatieberoepen ingesteld door personen zonder hoedanigheid of de cassatieberoepen op burgerlijk gebied die niet gemotiveerd zijn.
Cette nouvelle procédure ne doit pas être confondue avec celle prévue à l'article 1105bis du Code judiciaire.
Deze nieuwe rechtspleging mag niet verward worden met deze bedoeld in artikel 1105bis van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 36
Art. 36
Cet article prévoit la possibilité pour la Cour de cassation de rejeter le pourvoi en cassation ou de casser la décision attaquée en tout ou en partie. L'actuel article 426 du Code d'instruction criminelle prévoit uniquement le rejet ou l'annulation de la décision attaquée. La cassation partielle est uniquement prévue à l'article 434, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, en ce qui concerne les affaires criminelles.
Dit artikel voorziet dat het Hof van Cassatie over de mogelijkheid beschikt het cassatieberoep te verwerpen of de bestreden beslissing, geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Het huidig artikel 426 van het Wetboek van strafvordering voorziet alleen de verwerping of de vernietiging van de bestreden beslissing. De gedeeltelijke vernietiging wordt enkel voorzien in artikel 434, derde lid van het Wetboek van strafvordering, met betrekking tot de criminele zaken.
L'alinéa 2 prévoit que la cassation peut être étendue jusqu'au plus ancien acte nul, comme il ressort des actuels articles 407, alinéa 1er, et 408, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle.
In het tweede lid wordt bepaald dat de vernietiging kan worden uitgebreid tot de oudste nietige akte, zoals blijkt uit de huidige artikelen 407, eerste lid, en 408, eerste lid van het Wetboek van strafvordering.
Art. 37
Art. 37
À l'article 435 proposé du Code d'instruction criminelle, la Cour de cassation jouit d'une grande liberté d'appréciation quant à la juridiction devant laquelle l'affaire est renvoyée après une décision de cassation de la décision attaquée.
In het ontworpen artikel 435 van het Wetboek van strafvordering krijgt het Hof van Cassatie een ruime beoordelingsvrijheid met betrekking tot het gerecht waarnaar de zaak verwezen wordt, na een beslissing tot vernietiging van de bestreden beslissing.
La proposition de loi vise à simplifier les dispositions obsolètes du Code d'instruction criminelle relatives au renvoi après cassation.
Het wetsvoorstel beoogt de verouderde bepalingen van het Wetboek van strafvordering, die betrekking hebben op de verwijzing na vernietiging, te vereenvoudigen.
( 29 )
5-1832/3 - 2012/2013
Art. 38 et 39
Art. 38 en 39
Les articles 436 et 437 proposés du Code d'instruction criminelle reprennent le texte des actuels articles 434 et 435 du Code d'instruction criminelle. Ces articles sont insérés à un autre endroit afin de rendre le projet de texte cohérent.
De ontworpen artikelen 436 en 437 van het Wetboek van strafvordering hernemen de tekst van de huidige artikelen 434 en 435 van het Wetboek van strafvordering. Deze artikelen worden op een andere plaats ingevoegd met het oog op het bewerkstelligen van de coherentie van de voorsteltekst.
Les articles précédents contiennent les règles générales applicables à toutes les décisions de la Cour de cassation et les articles 436 et 437 du Code d'instruction criminelle portent sur des dispositions spécifiques pour les arrêts de la cour d'assises.
De vorige artikelen de algemene regels inhouden die van toepassing zijn op alle beslissingen van het Hof van Cassatie en dat de artikelen 436 en 437 van het Wetboek van strafvordering een specifieke regeling voor de arresten van het hof van assisen betreffen.
Art. 40
Art. 40
Cet article dispose que la partie qui succombe est condamnée aux frais. Le nouvel article vient contrebalancer le caractère trop restrictif de l'actuel article 436 du Code d'instruction criminelle, qui ne concerne que la partie civile.
Dit artikel voorziet dat de partij wier cassatieberoep verworpen wordt, veroordeeld wordt in de kosten. Het nieuwe artikel vangt de te beperkende regeling van het huidig artikel 436 van het Wetboek van strafvordering op, dat enkel de burgerlijke partij betreft.
L'alinéa 2 est basé sur le texte de l'article 111, alinéa 3, du Code judiciaire, en vue d'un traitement équitable du défendeur.
Het tweede lid is gebaseerd op de tekst van artikel 1111, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een eerlijke behandeling van de verweerder.
Art. 41
Art. 41
Le texte actuel de l'article 440 du Code d'instruction criminelle est adapté en ce sens qu'il renvoie à présent aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire plutôt qu'à la loi du 7 juillet 1865.
De huidige tekst van artikel 440 van het Wetboek van strafvordering wordt aangepast, in die zin dat hij nu verwijst naar de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek in plaats van naar de wet van 7 juli 1865.
Art. 42
Art. 42
Dans l'article 441 du Code d'instruction criminelle, les mots « , et les officiers de police ou les juges poursuivis, s'il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre » sont abrogés.
In artikel 441 van het Wetboek van strafvordering worden de woorden « en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV van dit boek » weggelaten.
Cette abrogation avait également été proposée par le groupe de travail du siège et le parquet de la Cour de cassation ainsi que dans la proposition de loi, approuvé par le Sénat le 1er décembre 2005. La pratique montre que cette disposition n'avait jamais été appliquée.
Dit werd ook zo voorgesteld door de werkgroep van de zetel en het parket van het Hof van Cassatie en in het wetsontwerp, dat op 1 december 2005 werd goedgekeurd door de Senaat. Uit de praktijk blijkt dat deze bepaling nooit werd toegepast.
Art. 43
Art. 43
Il s'agit d'une reformulation de l'actuel article 442 du Code d'instruction criminelle. La portée du texte proposé de l'article 442 du Code d'instruction criminelle reste identique.
Het betreft een herformulering van het huidige artikel 442 van het Wetboek van strafvordering. De tekst van het voorgestelde artikel 442 van het Wetboek van strafvordering blijft dezelfde draagwijdte behouden.
Art. 44
Art. 44
L'article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi est abrogé, conformément à la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises et par les modifications législatives prévues par la proposition de loi.
Het artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning wordt opgeheven, ingevolge de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen en de door het wetsvoorstel voorziene wetswijzigingen.
5-1832/3 - 2012/2013
( 30 ) Art. 45
Art. 45
L'insertion des modalités d'introduction d'un pourvoi par les détenus et les internés dans l'article 426 proposé du Code d'instruction criminelle implique que la loi ne vaut plus que pour les déclarations d'appel par les personnes précitées. C'est pourquoi l'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 est adapté.
Door het onderbrengen van de regelen voor het instellen van een cassatieberoep door gedetineerden en geïnterneerden in het nieuw voorgestelde artikel 426 van het Wetboek van strafvordering, dient de wet van 25 juli 1893 enkel nog te bestaan voor het instellen van hoger beroep door de vermelde personen. Daartoe wordt het opschrift van de wet van 25 juli 1893 aangepast.
Artt. 46 à 48
Art. 46 tot 48
Aux articles 1er, 2 et 4 de la loi du 25 juillet 1893, les renvois aux pourvois en cassation sont supprimés.
In de artikelen 1, 2 en 4 van de wet van 25 juli 1893 worden de verwijzingen naar de voorziening in cassatie weggelaten.
Art. 49
Art. 49
Jusqu'au jour de l'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, à l'article 27 de la loi proposée, remplaçant l'article 426 du Code d'instruction criminelle, les mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental » doivent être lus au sens des mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale ».
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 27 van deze wet, houdende het vervangen van artikel 426 van het Wetboek van strafvordering, de woorden « een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, » gelezen als « de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij ».
Art. 50
Art. 50
Afin de permettre aux acteurs concernés d'appliquer les règles de procédure modifiées, l'entrée en vigueur de la loi proposée est fixée par le Roi, étant entendu que la loi entrera en vigueur au plus tard un an après sa publication au Moniteur belge.
Teneinde de betrokken actoren in staat te stellen om de gewijzigde procedureregels toe te passen, wordt de inwerkingtreding van deze wet bepaald door de Koning, met dien verstande dat de wet ten laatste in werking zal treden een jaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Ce délai est porté à deux ans pour permettre aux avocats d'acquérir l'attestation de formation nécessaire pour la déclaration de pourvoi et l'indication des moyens (articles 27, 28 et 31 de la présente proposition de loi).
Deze termijn wordt gebracht op twee jaar teneinde de advocaten toe te laten het attest van opleiding te verwerven dat noodzakelijk is voor de verklaring van cassatieberoep en de aanduiding van de middelen (artikelen 27, 28 en 31 van het voorliggend voorstel van wet).
Yoeri VASTERSAVENDTS. Francis DELPÉRÉE. Els VAN HOOF. Philippe MAHOUX. Guy SWENNEN. Christine DEFRAIGNE. No 7 DE MME FAES
Nr. 7 VAN MEVROUW FAES
(Sous-amendement à l'amendement no 6)
(Subamendement op amendement nr. 6)
Art. 20
Art. 20
Compléter l'article 420, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle par un 5o rédigé comme suit :
Het voorgestelde artikel 420, tweede lid van Wetboek van strafvordering aanvullen met een 5o, luidende :
« 5o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été respectées. »
« 5o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van de talen in gerechtszaken niet werden nageleefd. »
( 31 )
5-1832/3 - 2012/2013
Justification
Verantwoording
Le présent amendement vise à faire en sorte qu'il soit toujours possible de former un pourvoi en cassation immédiat si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été respectées.
Dit amendement wil voorzien dat onmiddellijk cassatieberoep steeds mogelijk is wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van de talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
Inge FAES.
132870 - I.P.M.
5 - 1832/4
5 - 1832/4
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
30 SEPTEMBRE 2013
30 SEPTEMBER 2013
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
RAPPORT
VERSLAG
FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE LA JUSTICE PAR M. LAAOUEJ
NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR DE HEER LAAOUEJ
I. PROCÉDURE
I. PROCEDURE
La proposition de loi qui fait l'objet du présent rapport relève de la procédure bicamérale facultative. Elle a été déposée au Sénat le 7 novembre 2012 par M. Delpérée. Elle a été prise en considération le
Het wetsvoorstel waarover dit verslag gaat, valt onder de optioneel bicamerale procedure. Het werd in de Senaat ingediend op 7 november 2012 door de heer Delpérée. Het werd op 8 november 2012 in overwe-
Composition de la commission / Samenstelling van de commissie : Président / Voorzitter : Alain Courtois. Membres / Leden :
Suppléants / Plaatsvervangers :
N-VA
Inge Faes, Frank Boogaerts, Helga Stevens, Karl Vanlouwe.
PS MR CD&V sp.a Open Vld Vlaams Belang Écolo cdH
Hassan Bousetta, Ahmed Laaouej, Philippe Mahoux. Alain Courtois, Christine Defraigne. Sabine de Bethune, Els Van Hoof. Guy Swennen, Fauzaya Talhaoui. Yoeri Vastersavendts. Bart Laeremans. Zakia Khattabi. Francis Delpérée.
Huub Broers, Patrick De Groote, Bart De Nijn, Elke Sleurs, Lieve Maes. Caroline Désir, Jean-François Istasse, Fatiha Saïdi, Louis Siquet. François Bellot, Jacques Brotchi, Armand De Decker. Wouter Beke, Dirk Claes, Johan Verstreken. Bert Anciaux, Dalila Douifi, Ludo Sannen. Guido De Padt, Martine Taelman. Yves Buysse, Anke Van dermeersch. Benoit Hellings, Cécile Thibaut. Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz.
Voir : Documents du Sénat : 5-1832 - 2012/2013 :
Zie : Stukken van de Senaat : 5-1832 - 2012/2013 :
No 1 : Proposition de loi de M. Delpérée.
Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Delpérée.
Nos 2 et 3 : Amendements.
Nrs. 2 en 3 : Amendementen.
5-1832/4 - 2012/2013
(2)
8 novembre 2012 et envoyée à la commission de la Justice.
ging genomen en naar de commissie voor de Justitie verzonden.
La commission l'a examinée lors de ses réunions des 30 avril, 14 mai, 11, 19 juin, 26 juin, 2 juillet et 30 septembre 2013, en présence de Mme Turtelboom, ministre de la Justice.
De commissie heeft het voorstel besproken tijdens haar vergaderingen van 30 april, 14 mei, 11 en 19 juni, 26 juni, 2 juli en 30 september 2013, in aanwezigheid van mevrouw Turtelboom, minister van Justitie.
II. EXPOSÉ INTRODUCTIF DE M. DELPÉRÉE, AUTEUR PRINCIPAL DE LA PROPOSITION DE LOI
II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER DELPÉRÉE, HOOFDINDIENER VAN HET WETSVOORSTEL
M. Delpérée souligne que la présente proposition prend pour point de départ le texte de la proposition no 4-1488/1 « relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale », déposée au Sénat le 29 octobre 2009 par M. Hugo Vandenberghe et consorts.
De heer Delpérée beklemtoont dat het uitgangspunt van dit voorstel de tekst van voorstel nr. 4-1488/1 is,« met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken », dat de heer Hugo Vandenberghe c.s. op 29 oktober 2009 bij de Senaat heeft ingediend.
Elle y apporte un nombre important de modifications et d'ajouts, ceci pour tenir compte à la fois de la réforme de la cour d'assises opérée par la loi du 21 décembre 2009, des amendements déposés au sujet de la proposition no 4-1488/1 et des observations formulées par la section de législation du Conseil d'État en rapport avec celle-ci. Il a également été tenu compte des observations des magistrats de la Cour de cassation.
Dat voorstel krijgt hier heel wat wijzigingen en toevoegingen, om rekening te houden zowel met de hervorming van het hof van assisen door de wet van 21 december 2009, als met de amendementen die werden ingediend op voorstel nr. 4-1488/1 en met de opmerkingen van de afdeling wetgeving van de Raad van State bij dat voorstel. Er is ook rekening gehouden met de opmerkingen van de magistraten van het Hof van Cassatie.
M. Delpérée indique que la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale comporte aujourd'hui deux grandes difficultés.
De heer Delpérée wijst erop dat er bij de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken vandaag twee grote moeilijkheden zijn.
D'une part, dans sa forme actuelle, le Code d'instruction criminelle ne règle pas de manière cohérente la procédure pénale devant la Cour de cassation. La matière est régie aujourd'hui par une série de dispositions éparpillées, au libellé parfois obscur. Ces dispositions doivent être rassemblées. La rédaction de certaines d'entre elles doit, par ailleurs, être rajeunie.
Enerzijds bevat het huidige Wetboek van strafvordering geen coherente regeling voor de procedure voor het Hof van Cassatie in strafzaken. Die materie wordt nu geregeld door een reeks verspreide bepalingen, in soms onduidelijke bewoordingen. Die bepalingen moeten worden samengebracht. Tevens moet de tekst van sommige ervan worden opgefrist.
Une procédure définie avec clarté peut, en effet, aider la Cour dans l'exercice de ses tâches. Elle peut éclairer les juges du fond sur les conditions dans lesquelles la Cour assumera sa mission. Elle peut informer les justiciables sur les droits et devoirs qui leur reviennent lorsqu'ils comptent introduire un pourvoi en cassation. De manière générale, elle peut contribuer à ce que la justice soit mieux rendue, dans des conditions de transparence, de cohérence et de diligence qui répondent aux exigences de la société.
Een duidelijk bepaalde rechtspleging kan het Hof immers helpen bij het uitoefenen van zijn taak. Ze kan de bodemrechters duidelijk maken onder welke voorwaarden het Hof zijn taak op zich zal nemen. Ze kan de rechtzoekenden informeren over de rechten en plichten die ze hebben wanneer ze in cassatieberoep willen gaan. Algemeen kan ze ertoe bijdragen dat er beter recht wordt gesproken, in omstandigheden van transparantie, coherentie en achtzaamheid, zoals de samenleving dat verwacht.
C'est à cet effort de clarification que procède la présente proposition.
Dit voorstel strekt ertoe verheldering aan te brengen.
Le second problème réside dans l'afflux considérable de pourvois en matière pénale. Pour la Cour, il est de plus en plus difficile d'accomplir valablement sa mission — dire le droit, donner des indications au juge du fond, lui procurer rapidement une interprétation
Het tweede probleem is de aanzienlijke toename van cassatieberoepen in strafzaken. Het wordt voor het Hof steeds moeilijker zijn taak te vervullen — recht spreken, de bodemrechter aanwijzingen geven, hem snel een authentieke interpretatie van het recht
(3)
5-1832/4 - 2012/2013
authentique du droit. Si l'on veut permettre à la Cour de continuer à rendre des arrêts pénaux de qualité, il faut adopter des solutions propres à contenir l'afflux des pourvois.
verschaffen. Indien men het Hof de mogelijkheid wil geven kwaliteitsvolle arresten in strafzaken te blijven vellen, moet men oplossingen vinden die de toestroom van cassatieberoepen indijken.
Le remède le plus efficace et le moins coûteux, de ce point de vue, consiste à travailler sur la procédure devant la Cour et sur l'accès à cette dernière. La démarche, mise en œuvre dans l'ordre juridique français, a donné d'excellents résultats : un formalisme procédural y a été instauré, qui a permis à la Cour de cassation de France de répondre aux pourvois dont elle était saisie en matière pénale.
In dat verband is de meest efficiënte en goedkoopste oplossing te sleutelen aan de procedure voor het Hof en aan de toegang tot die procedure. De aanpak die men in de Franse rechtsorde heeft toegepast, heeft uitstekende resultaten opgeleverd : er werd een procedureel formalisme ingesteld, waardoor het voor het Franse Hof van Cassatie mogelijk werd een antwoord te bieden op de cassatieberoepen in strafzaken die er aanhangig werden gemaakt.
La proposition consacre plusieurs options : la restriction des possibilités de former un pourvoi immédiat, sans attendre le jugement ou l'arrêt; l'introduction d'un mécanisme de couverture générale des nullités et l'intervention d'un avocat comme condition de recevabilité du mémoire mais aussi de la déclaration de pourvoi qui précède le dépôt de celui-ci.
Het voorstel bekrachtigt verscheidene opties : de beperking van de mogelijkheden om onmiddellijk cassatieberoep aan te tekenen, zonder op het vonnis of het arrest te wachten; het instellen van een mechanisme van algemene dekking van de nietigheden en het optreden van de advocaat als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de memorie, maar ook voor de verklaring van cassatieberoep, die de indiening ervan voorafgaat.
C'est donc une proposition assez technique mais nécessaire pour un meilleur fonctionnement de la Cour de cassation. L'intervenant renvoie pour le surplus aux développements de sa proposition de loi.
Het is dus een vrij technisch voorstel, dat evenwel nodig is voor een betere werking van het Hof van cassatie. Voor het overige verwijst spreker naar de toelichting van zijn wetsvoorstel.
La ministre de la Justice tient à préciser qu'un avantprojet de loi au contenu similaire est actuellement soumis au Conseil des ministres. Il vise à adapter la procédure afin d'éviter la paralysie de la Cour de cassation, qui est confrontée à un afflux de plus en plus considérable de pourvois en matière pénale. Les nouvelles procédures nécessaires pour que la Cour de cassation puisse exercer sa mission seront ancrées dans la loi. Ces nouvelles procédures concerneront entre autres les délais et les formalités de dépôt des mémoires, l'intervention requise d'un avocat qui a suivi une formation spécialisée en technique de cassation et la procédure simplifiée de rejet des pourvois en cassation.
De minister van Justitie wijst erop dat een voorontwerp van wet met vergelijkbare inhoud momenteel bij de Ministerraad voorligt. Het strekt om de rechtspleging aan te passen om te voorkomen dat het Hof van Cassatie, dat geconfronteerd wordt met een steeds grotere toevloed van cassatieberoepen in strafzaken, verlamd wordt. De nieuwe procedures die noodzakelijk zijn opdat het Hof van Cassatie zijn taak kan vervullen, zullen in de wet worden verankerd. Die nieuwe procedures hebben onder andere betrekking op de termijnen en de formaliteiten voor het indienen van de memories, het verplichte optreden van een advocaat die een gespecialiseerde en technische cassatie-opleiding gevolgd heeft en de vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen.
À la suite de ces deux interventions, la commission décide de procéder à une série d'auditions.
Na die twee uiteenzettingen beslist de commissie tot een reeks hoorzittingen over te gaan.
Si M. Laeremans peut marquer son accord sur une audition de représentants de la Cour de cassation, il fait néanmoins remarquer que les discussions à mener en commission vont tout de même de pair avec la discussion du projet de loi à déposer.
De heer Laeremans kan akkoord gaan met een hoorzitting van het Hof van Cassatie, maar merkt op dat de besprekingen toch gepaard gaan met de bespreking van het in te dienen wetsontwerp.
M. Delpérée rappelle que la présente proposition de loi a été déposée le 7 novembre 2012. Il regrette donc que le gouvernement ait pris si tardivement l'initiative d'un projet de loi alors qu'il peut tout aussi bien déposer des amendements à la présente proposition.
De heer Delpérée herinnert eraan dat dit wetsvoorstel op 7 november 2012 werd ingediend. Hij betreurt dus dat de regering zo laat het initiatief heeft genomen met haar wetsontwerp, terwijl ze net zo goed amendementen op dit voorstel kan indienen.
5-1832/4 - 2012/2013
(4)
Mme Khattabi se réjouit qu'une audition soit planifiée car différentes questions techniques méritent d'être clarifiées. Elle relève par exemple la limitation du nombre de décisions pouvant faire l'objet d'un pourvoi immédiat (article 25 de la proposition). Elle souhaite également que l' audition ne soit pas limitée à un représentant de la Cour de cassation.
Het verheugt mevrouw Khattabi dat er een hoorzitting gepland wordt, want verscheidene technische problemen verdienen opheldering. Ze wijst bijvoorbeeld op de beperking van het aantal beslissingen die voor onmiddellijk cassatieberoep in aanmerking komen (artikel 25 van het voorstel). Ze wenst ook dat de hoorzitting niet beperkt blijft tot een vertegenwoordiger van het Hof van Cassatie.
III. AUDITIONS
III. HOORZITTINGEN
A. Audition du 11 juin 2013 de M. de Codt, président de section à la Cour de cassation
A. Hoorzitting van 11 juni 2013 met de heer de Codt, afdelingsvoorzitter van het Hof van Cassatie
1. Exposé de M. de Codt
1. Uiteenzetting van de heer de Codt
M. de Codt rappelle tout d'abord que l'interprétation de la norme n'épuise pas complètement la mission de la Cour de cassation. L'œuvre de juridiction fait partie de sa tâche et se manifeste au pénal par le contrôle d'office de la décision attaquée. L'absence de moyen ne dispense donc jamais la Cour, saisie par le pourvoi de l'accusé, du prévenu ou du ministère public, de l'obligation d'examiner pour chaque affaire ces deux questions : la décision présente-t-elle les formes exigées pour mériter l'appellation de jugement ou d'arrêt ? Dans l'affirmative, la présomption de justice attachée à ce label est-elle déduite de la loi ? Ce n'est que par le résultat positif de ce double examen que la Cour peut garantir qu'à juste titre, la présomption d'innocence du condamné a été renversée.
De heer de Codt herinnert er eerst aan dat de taak van het Hof van Cassatie niet beperkt is tot de interpretatie van de norm. Het beoefenen van de rechtspraak behoort ook tot zijn taak en uit zich in strafzaken in het ambtshalve controleren van de betwiste beslissing. Het ontbreken van een middel ontslaat het Hof, wanneer het door het cassatieberoep van de beschuldigde, de beklaagde of het openbaar ministerie geadieerd is, nooit van de plicht de twee volgende vragen te onderzoeken : voldoet de beslissing aan de vormvereisten om de benaming vonnis of arrest te verdienen ? Zo ja, is het vermoeden van recht waarmee dat label gepaard gaat afgeleid van de wet ? Slechts wanneer dit dubbele onderzoek een positief resultaat oplevert, kan het Hof waarborgen dat het vermoeden van onschuld van de veroordeelde terecht teniet werd gedaan.
Aux termes de l'article 2 de l'arrêté royal du 16 février 2000 modifiant l'arrêté royal du 20 octobre 1970 établissant le règlement de l'ordre de service de la Cour de cassation, chaque chambre de la Cour suprême belge est constituée d'au moins douze conseillers, y compris les présidents de section. Actuellement, la deuxième chambre, dite chambre pénale, comprend quatorze magistrats répartis en deux sections selon la langue de la procédure : le néerlandais ou le français. Ils sont assistés de deux référendaires qui, à Bruxelles, n'ont pas voix délibérative tandis qu'à Paris, les conseillers référendaires participent au délibéré dans les affaires qu'ils rapportent. En 2010, notre deuxième chambre a reçu, toutes sections confondues, 2 068 pourvois sur un total de 3 486 affaires pour l'ensemble de la Cour. Ces chiffres s'élèvent à 2 152 et 3 577 pour l'année 2011, et 2 093 et 3 365 pour l'année suivante. Les affaires pénales représentent donc soixante pour cent du contentieux global dévolu à la Cour.
Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 februari 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 oktober 1970 tot vaststelling van de dienstregeling van het Hof van cassatie bestaat elke kamer van het Belgische Hooggerechtshof uit minstens twaalf raadsheren, inclusief de afdelingsvoorzitters. Momenteel bestaat de tweede kamer, die ook de strafkamer wordt genoemd, uit veertien magistraten verdeeld over twee afdelingen, naar gelang van de taal van de rechtspleging : Nederlands of Frans. Ze worden bijgestaan door twee referendarissen die in Brussel geen stemrecht hebben, terwijl de raadsheren-referendarissen in Parijs wel deelnemen aan de beslissing in de zaken waarover ze verslag uitbrengen. In 2010 heeft onze tweede kamer voor alle afdelingen samen 2 068 cassatieberoepen ontvangen op een totaal van 3 486 zaken voor het hele Hof. Voor 2011 bedragen die cijfers 2 152 en 3 577 en voor het jaar daarop 2 093 en 3 365. De strafzaken zijn dus goed voor zestig procent van alle geschillen die voor het Hof worden gebracht.
À titre de comparaison, la chambre criminelle de la Cour de cassation de France se compose de quarantetrois magistrats dont trente-quatre conseillers dits
Men kan de vergelijking maken met de kamer in strafzaken van het Franse Hof van Cassatie, die uit drieënveertig magistraten bestaat, waarvan vierender-
(5)
5-1832/4 - 2012/2013
« lourds » et neuf conseillers référendaires, lesquels sont répartis entre quatre sections intitulées « Procédure », « Assises », « Intérêts civils » et « Affaires financières ». Cette chambre a eu 8 033 affaires à traiter en 2010. Le nombre total des pourvois s'élevant, pour cette année, à 28 386, le contentieux pénal représente 28 % du total. II est monté à 30 % l'année suivante.
tig zogenaamde « zware » raadsheren en negen raadsheren-referendarissen, die gespreid zijn over vier afdelingen, namelijk « Procédure », « Assises », « Intérêts civils » en « Affaires financières ». Die kamer kreeg in 2010 8 033 zaken te behandelen. Aangezien er voor dat jaar in totaal 28 386 cassatieberoepen waren, waren de geschillen in strafzaken goed voor 28 % van het totaal. Het jaar daarop namen ze toe tot 30 %.
Il en ressort que le taux d'affaires pénales par rapport à l'ensemble du contentieux de cassation est plus de deux fois plus élevé en Belgique qu'en France.
Hieruit blijkt dat het percentage aan strafzaken ten opzichte van alle cassatiegeschillen samen in België dubbel zo hoog is als in Frankrijk.
La situation belge n'est pas rassurante parce que les facilités d'accès à l'instance en cassation, allant de pair avec une augmentation annuelle régulière des pourvois en matière répressive, exposent la Cour de cassation à une perte de sens. Brouillée par les contraintes d'une production de masse, la mission originaire de l'institution, sa fonction « quasi- normative », passe au second plan et, avec elle, la valeur ajoutée de son intervention dans le processus pénal.
De Belgische toestand is niet geruststellend, omdat door de gemakkelijke toegang tot de aanleg in cassatie, gepaard aan de regelmatige jaarlijkse toename van het cassatieberoep in strafzaken, het Belgische Hof zijn betekenis dreigt te verliezen. Terwijl de instelling met de druk van massaproductie worstelt, verzeilt haar oorspronkelijke opdracht, haar « quasi- normatieve » functie, naar de achtergrond, samen met de toegevoegde waarde van haar optreden in de strafprocedure.
L'extrait du rapport annuel 2011 et le tableau cidessous indiquent la tendance. Elle résulte notamment d'une ouverture de la procédure à tout vent, qui ne paraît guère raisonnable.
De trend blijkt uit het fragment uit het jaarverslag 2011 en uit onderstaande tabel. Die trend is het resultaat van de ongelimiteerde toegang tot de procedure, wat niet verstandig blijkt.
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nouveaux dossiers — Nieuwe dossiers
1 739
1 782
1 750
1 713
1 697
1 907
1 939
1 922
2 068
2 152
Arrêts — Arresten
2 017
1 965
1 804
1 712
1 722
1 877
1 834
1 948
1 944
1 983
675
492
438
439
414
444
549
523
647
816
À juger — Uit te spreken
M. de Codt souligne aussi que la Cour de cassation n'est pas une institution dont l'existence serait imposée et, par voie de conséquence, protégée, par un instrument conventionnel quelconque. Aucune disposition de droit international n'oblige les États à créer une telle juridiction. Sa mise en place relève donc d'une démarche strictement volontaire, un luxe relativement onéreux pour l'État qui en décide. Comment comprendre dès lors, en termes de bonne gouvernance, qu'un État qui s'astreint de doter son organisation judiciaire d'une Cour de cassation, puisse demeurer indifférent à cette évolution qui prive peu à peu l'investissement des dividendes qu'il y a lieu d'en attendre ?
De heer de Codt onderstreept ook dat het Hof van Cassatie geen instelling is waarvan het bestaan door enig verdrag opgelegd en bijgevolg beschermd is. Geen enkele bepaling van het internationaal recht verplicht de staten ertoe een dergelijk rechtscollege op te richten. De instelling ervan is dus een volstrekt vrijwillig initiatief, een relatief dure luxe voor de staat die daartoe beslist. Hoe kan men dan, met het oog op goed bestuur, begrijpen dat een staat die zich ertoe verplicht zijn gerechtelijke organisatie van een Hof van Cassatie te voorzien, onverschillig blijft voor die ontwikkeling, die de investering beetje bij beetje ontdoet van de dividenden die men ervan mag verwachten ?
L'inflation des pourvois s'explique non seulement par l'absence de formalisme procédural défensif ou la disparition des barrières classiques, telle l'abolition de la signification par les juges de la place Royale, mais également par la multiplication des recours hors du Code d'instruction criminelle (loi sur la détention préventive, loi sur le mandat d'arrêt européen, loi sur
De inflatie aan cassatieberoepen wordt niet alleen verklaard door het ontbreken van een defensief procedureel formalisme of door het verdwijnen van de klassieke barrières, zoals de afschaffing van de betekening door de rechters aan het Koningsplein, maar ook door de toename van de middelen buiten het Wetboek van strafvordering om (wet op de voorlopige hechtenis, wet
5-1832/4 - 2012/2013
(6)
l'exécution des peines, loi relative aux étrangers) et à l'intérieur de ce code (ouverture du pourvoi immédiat contre une série d'arrêts préparatoires et d'instruction et institutionnalisation par la loi du débat sur les nullités à toutes les étapes de la procédure).
op het Europees aanhoudingsbevel, wet op de strafuitvoering, vreemdelingenwet) en in dat wetboek (openen van het onmiddellijk cassatieberoep tegen een aantal voorbereidende arresten en arresten van het onderzoek en institutionalisering door de wet van het debat over de nietigheden in alle fasen van de rechtspleging).
M. de Codt souligne que la jurisprudence européenne est également un puissant facteur d'augmentation des pourvois. Ne cessant d'élever le standard du procès équitable, notion foncièrement évolutive, la Cour de Strasbourg crée continuellement de nouvelles ouvertures à cassation ou, a tout le moins, des espérances en la matière.
De heer de Codt onderstreept dat de Europese rechtspraak eveneens een krachtige factor is in de toename van de cassatieberoepen. Het Hof in Straatsburg verhoogt voortdurend de norm voor het eerlijk proces, een door en door veranderlijk begrip, en schept voortdurend nieuwe openingen voor cassatie, of op zijn minst verwachtingen ter zake.
Par ailleurs, l'article 147 de la Constitution belge interdit à la Cour de cassation de connaître du fond. Force est de constater qu'après cent-quatre-vingt années d'application, ce précepte d'abstention n'est toujours pas compris des justiciables qui, autorisés à se pourvoir sans avocat, sans formalité et sans frais, et à suspendre ainsi à bon compte l'exécution des condamnations attaquées, assaillent la Cour de recours mélangés de fait et plaident ou concluent devant elle comme devant un troisième degré de juridiction.
Tevens verbiedt artikel 147 van de Grondwet het Hof van Cassatie kennis te nemen van de zaak zelf. We moeten vaststellen dat de rechtzoekenden dit voorschrift, nadat het honderdtachtig jaar is toegepast, nog steeds niet begrijpen. Ze krijgen de kans zonder advocaat, zonder formaliteiten en zonder kosten in cassatieberoep te gaan en aldus op goedkope wijze de uitvoering van de betwiste veroordelingen op te schorten, belagen het Hof met rechtsmiddelen die met feiten vermengd zijn en pleiten of concluderen er als voor een Hof in derde aanleg van rechtspleging.
Dans plus d'une affaire sur deux, le demandeur dépose un mémoire à l'appui du pourvoi. La Cour observe une diminution du nombre des cas où elle peut se limiter à une motivation succincte lorsque, après examen, elle ne prend pas de moyen d'office.
In meer dan een zaak op twee dient de eiser een memorie in ter ondersteuning van het cassatieberoep. Het Hof neemt een daling van het aantal gevallen waar waarin het zich kan beperken tot een beknopte motivering, wanneer het, na onderzoek, geen ambtshalve middel opneemt.
M. de Codt précise que le nombre de mémoires recopiant des thèses que la Cour a maintes fois rejetées par une jurisprudence constante, publiée et bien connue des professionnels, fait craindre également l'existence de recours automatisés, dilatoires ou introduits davantage en vue de percevoir les dividendes promérités au titre de l'assistance judiciaire que pour un authentique service de la Justice.
De heer de Codt verduidelijkt dat het aantal memories dat stellingen bevat die het Hof meermaals in zijn vaste rechtspraak heeft verworpen, rechtspraak die gepubliceerd is en in beroepskringen ook goed gekend, doet vermoeden dat er automatisch beroep wordt aangetekend, ter vertraging of met als doel de voor rechtsbijstand beschikbare geldsommen op te strijken, en niet zozeer om echt het recht te dienen.
Dans les affaires civiles qui nécessitent l'assistance d'un avocat à la Cour, le taux de cassation atteint, sur les dix dernières années, une moyenne de quarante et un pour cent des affaires. Au pénal, près de nonante pour cent des pourvois doivent être rejetés chaque année. Parmi ceux-ci figurent notamment de multiples contestations de nullité élevées sans fondement et dont la Cour pourrait faire l'économie si la loi améliorait le système, encore très embryonnaire, de couverture des nullités.
In burgerrechtelijke zaken waarin een advocaat bij het Hof bijstand verleent, werd in de voorbije 10 jaar in gemiddeld 41 % van de rechtszaken cassatieberoep ingesteld. Bij de strafrechtelijke zaken dienen jaarlijks bijna 90 % van de cassatieberoepen te worden verworpen. Hiertoe behoren met name de talloze ongegronde nietigheidsberoepen die het Hof niet zou hoeven te behandelen als de wet het nog zeer onderontwikkelde systeem van dekking van de nietigheden beter zou uitbouwen.
Chacune des deux sections, française et néerlandaise, de la deuxième chambre de la Cour est tenue, sous peine de laisser un arriéré intolérable se créer, de prononcer à son audience hebdomadaire entre vingt et quarante arrêts. Sur cette masse, il n'y a plus, par audience, que trois ou quatre arrêts publiés. Il peut en être déduit que plus des trois quarts des décisions
Zowel de Nederlandstalige als de Franstalige afdeling van het Hof dient tijdens de wekelijkse zitting twintig tot veertig arresten uit te spreken, wil zij geen onoverkomelijke achterstand oplopen. Op een dergelijk volume worden er per zitting maar drie of vier arresten gepubliceerd. Hieruit kan men afleiden dat driekwart van de beslissingen van het Hof juridisch
(7)
5-1832/4 - 2012/2013
rendues par la Cour n'offrent pas d'intérêt juridique. C'est beaucoup pour une institution créée en vue de dire le droit.
niet interessant zijn. Dat is veel, voor een instelling die werd opgericht om recht te spreken.
L'objectif d'une réforme du pourvoi en cassation en matière pénale ne peut plus être seulement, comme il y a quelques années, de rassembler des textes éparpilles et d'en rajeunir la rédaction. À l'instar du Conseil d'État dont il a fallu, naguère, soulager la charge en créant le Conseil du contentieux des étrangers, la Cour se trouve aujourd'hui dans une situation qui est de nature à remettre en cause tant sa mission constitutionnelle que l'effectivité des recours qui la saisissent. Depuis plusieurs années au demeurant, ses rapports annuels signalent le danger : en matière répressive, la procédure en cassation est extraordinairement vulnérable. La procédure pénale étant comparable à une chaîne qui ne vaut que par le maillon le plus faible, le risque existe qu'en ne parvenant plus à rendre des arrêts de qualité dans un délai raisonnable, la Cour de cassation ne compromette en bout de course, et à son corps défendant, les efforts longs et coûteux consentis pour une bonne administration de la justice.
Het doel van een hervorming van het cassatieberoep in strafzaken kan niet beperkt blijven, zoals een paar jaar geleden, tot het verzamelen van verspreide teksten en het opfrissen van de formulering hiervan. Net als de Raad van State, waarvoor men destijds de raad voor vreemdelingenbetwistingen heeft moeten oprichten om het teveel aan werk op te vangen, bevindt het Hof zich nu in een situatie die zowel zijn grondwettelijke opdracht als de efficiënte afhandeling van de beroepen die worden ingediend op de helling zet. De jaarverslagen geven al een aantal jaren aan dat dit op komst is. Op het repressieve vlak is de cassatieprocedure extreem kwetsbaar. Men kan de strafprocedure beschouwen als een ketting die maar zo sterk is als de zwakste schakel. Wanneer men er niet meer in slaagt om kwaliteitsvolle arresten uit te spreken binnen een redelijke termijn, compromitteert het Hof van Cassatie uiteindelijk zichzelf en onvermijdelijk ook de lange en kostelijke inspanningen die zijn geleverd om justitie goed te beheren.
La source de notre droit positif étant plus européenne que nationale, d'une part, la Cour constitutionnelle s'étant donné le pouvoir d'interpréter la loi, d'autre part, la disparition pure et simple de la Cour de cassation de Belgique paraît se profiler comme une éventualité plausible. Le juge de cassation est placé dans une position intenable, voué à un contentieux de pure légalité entre deux instances, les juridictions d'appel et la Cour européenne, investies quant à elles d'un contentieux de pleine juridiction. Quel rapport y a-t-il entre la justice d'abattage que nous sommes amenés à rendre, dans le cadre d'une jurisprudence qui peut, à tout moment, être censurée à Strasbourg ou invalidée par le juge constitutionnel, et les cent ou deux cents arrêts rendus par la Cour suprême des États-Unis comme autant d'oracles que nul ne met en cause ?
Aangezien ons positief recht meer Europees dan nationaal geïnspireerd is en het Grondwettelijk Hof zichzelf de bevoegdheid heeft toegekend om de wet te interpreteren, lijkt het niet onmogelijk dat het Belgisch Hof van Cassatie verdwijnt. De cassatierechter, die enkel wettelijkheidsgeschillen kan beslechten, zit in een onhoudbare positie tussen twee instanties, de hoven van beroep en het Europees Hof, die wél volle rechtsmacht hebben. Hoe is de « lopendeband »-rechtspraak die wij moeten wijzen in het kader van een jurisprudentie die op ieder moment door Straatsburg kan worden gecensureerd of door een grondwettelijke rechter nietig verklaard, te vergelijken met honderd of tweehonderd arresten die het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten uitspreekt en die als orakels worden beschouwd die door niemand in twijfel worden getrokken ?
Pour M. de Codt, une manière de redonner du sens au modèle continental de la cassation, plutôt que de l'abolir, serait de permettre à la Cour de trancher en droit et en fait. Mais l'intervenant ne soutient pas cette solution de gaieté de cœur : pareille réforme emporterait une dénaturation profonde de l'institution. Les esprits pragmatiques se diront qu'à tout le moins, cela permettrait d'importantes économies de procédure : en cas de cassation, la Cour ne renverrait pas le procès à une cour d'appel, elle le terminerait par une décision au fond.
Voor de heer de Codt is het Hof de mogelijkheid geven uitspraken te doen in feite én in rechte, een manier om weer wat inhoud te geven aan de continentale instelling van cassatie, in plaats van ze af te schaffen. Spreker is echter geen onverdeelde pleitbezorger van die oplossing. Een dergelijke hervorming zou de aard van de instelling grondig wijzigen. Pragmatici zullen opwerpen dat dit al zeker tot grote besparingen op de procedure kan leiden : bij cassatie zou het Hof niet doorverwijzen naar een hof van beroep maar zou het de zaak afronden met een beslissing ten gronde.
M. de Codt ne croit cependant pas nécessaire d'aller aussi loin. La médication requise ne doit pas tuer le malade, même si un traitement énergique s'impose. Les remèdes seraient en substance les suivants : limiter de manière drastique les cas de pourvois en cassation
De heer de Codt denkt echter niet dat het nodig is om zo ver te gaan. De medicatie is niet bedoeld om de patiënt te doden, zelfs wanneer een stevige behandeling nodig lijkt. De remedies die zijn voorkeur hebben zijn voornamelijk de volgende : de gevallen van
5-1832/4 - 2012/2013
(8)
immédiats; exiger l'intervention d'un avocat pour se pourvoir; rétablir l'obligation de signification du recours; obliger le demandeur en nullité d'un acte d'instruction ou de procédure à la faire valoir dès qu'il en a la possibilité; instaurer une procédure simplifiée de non admission des pourvois non sérieux. L'intervenant est d'avis, en revanche, qu'il y a lieu de conserver les institutions découlant de la nature même du contrôle de la Cour de cassation, au rang desquelles le moyen d'office, l'irrecevabilité du moyen pour cause de peine justifiée ou encore l'assujettissement du pourvoi à l'épuisement des voies de recours ordinaires.
onmiddellijke verwijzing naar cassatie drastisch beperken; eisen dat er een advocaat optreedt om in beroep te gaan; opnieuw de regel invoeren die zegt dat het beroep verplicht betekend moet worden; de verzoeker die een onderzoeks- of proceduredaad nietig wil laten verklaren, verplichten om dat zo snel mogelijk te doen; een vereenvoudigde procedure invoeren voor de verwerping van de niet-ernstige beroepen. Daarentegen meent spreker dat de instellingen die rechtstreeks voortvloeien uit de aard zelf van het toezicht op het Hof van Cassatie behouden moeten worden. Daarbij horen de ambtshalve middelen, de niet-ontvankelijkheid van een middel vanwege een wettelijk verantwoorde straf, of nog het onderwerpen van het beroep aan het uitputten van de gewone rechtsmiddelen.
La proposition de loi 5-1832/1 déposée par M. Delpérée rencontre ces objectifs. Le service public fédéral (SPF) Justice a émis un texte analogue qui a été soumis au mois de mars au Conseil des ministres et qui n'y a malheureusement été approuvé qu'au prix de la suppression de ce qui en fait le principal intérêt, à savoir l'instauration d'un système général de couverture des nullités, d'une part, un élagage sérieux des cas d'ouverture à pourvoi immédiat, d'autre part.
Wetsvoorstel nr. 5-1832/1 ingediend door de heer Delpérée, streeft die doeleinden na. De federale overheidsdienst (FOD) Justitie heeft een soortgelijke tekst gepubliceerd, die in maart aan de Ministerraad is voorgelegd maar die slechts is goedgekeurd na het schrappen van het belangrijkste onderdeel, namelijk het inbouwen van een algemeen systeem van dekking van de nietigheden en een behoorlijke inperking van de gevallen waarin Cassatieberoep onmiddellijk openstaat.
Puisque ces deux points font débat, alors qu'ils sont au cœur de la médication proposée pour soulager la Cour du fardeau qui l'asphyxie, M. de Codt estime important d'y revenir et d'expliquer les textes proposés : leur importance est d'autant plus grande que la solution transcende l'instance en cassation pour rejaillir sur l'ensemble de la procédure pénale.
Aangezien die twee punten aanleiding geven tot discussie, terwijl ze toch centrale elementen zijn van de voorgestelde remedie om het Hof te verlossen van de taken waardoor het verstikt wordt, vindt de heer de Codt dat het belangrijk is hierop terug te komen en de voorgestelde teksten toe te lichten. Zij zijn belangrijk omdat de oplossing verder gaat dan alleen het cassatieberoep en de hele strafprocedure beïnvloedt.
L'article 38 de la proposition de loi, qui remplace l'article 431 du Code d'instruction criminelle traite de la purge des nullités. Quant à la limitation des cas de pourvoi immédiat, elle figure à l'article 25 de la proposition, insérant un nouvel article 420 dudit code.
Artikel 38 van het wetsvoorstel, dat artikel 431 van het Wetboek van strafvordering wil vervangen, gaat over de zuivering van de nietigheden. Het beperken van het aantal gevallen waarin onmiddellijk beroep mogelijk is, wordt behandeld in artikel 25 van het voorstel, dat een nieuw artikel 420 in dit Wetboek wil invoegen.
En matière de purge des nullités, deux conceptions s'opposent.
Wat de zuivering van de nietigheden betreft, zijn de twee opvattingen tegengesteld.
La première consiste à prévoir la purge immédiate des nullités au fur et à mesure de leur apparition, ce qui suppose un large accès à la juridiction d'instruction pendant la durée de l'enquête et l'obligation, pour celle-ci, d'examiner la régularité de la procédure lorsqu'elle en est requise à l'occasion de sa saisine, quelle qu'en soit par ailleurs la cause. Dans ce système, les parties doivent, à peine de forclusion, présenter devant la juridiction d'instruction tout moyen de nullité dont elles ont ou devaient avoir connaissance.
Volgens de eerste opvatting dienen de nietigheden gezuiverd te worden al naargelang ze opduiken, wat veronderstelt dat er ruim toegang is tot het onderzoeksgerecht terwijl het onderzoek lopende is en dat dit gerecht verplicht is om de regelmatigheid van de procedure na te gaan wanneer dit vereist is bij het aanhangig maken van de zaak, wat hier ook de oorzaak van moge zijn. Met dit systeem moeten de partijen, op straffe van verval, aan het onderzoeksgerecht alle middelen van nietigheid voorleggen waarvan zij kennis hebben of moesten hebben.
La deuxième conception suggère de retarder l'examen des causes de nullité pour ne pas ralentir le cours
Volgens de tweede opvatting kan men nietigheidsgronden later onderzoeken, om te voorkomen dat het
(9)
5-1832/4 - 2012/2013
des instructions. Ce point de vue conduit normalement à interdire les contestations de nullité pendant le cours de l'instruction, pour en reporter l'examen devant la juridiction de jugement.
onderzoek hierdoor vertraagd wordt. Vanuit dit standpunt moet men normaal gezien de betwisting van nietigheden tijdens het onderzoek stopzetten, en wordt het onderzoek ervan overgedragen naar het vonnisgerecht.
Le deuxième système est celui que la Belgique a connu jusqu'à l'adoption de la loi du 12 mars 1998. Avant cette réforme issue des travaux de la commission Franchimont, il n'était pas permis à la chambre du conseil ou à la chambre des mises en accusation de censurer des actes de l'instruction préparatoire. En leur donnant ce pouvoir, la loi a fait glisser le droit des nullités de la seconde conception vers la première, mais sans achever ce transfert.
Het tweede systeem is wat in België gold tot de wet van 12 maart 1998 werd aangenomen. Voor die hervorming, die voortvloeide uit de werkzaamheden van de commissie-Franchimont, kon noch de raadkamer, noch de kamer van inbeschuldigingstelling de daden van het gerechtelijk onderzoek inperken. Door hen de macht daartoe te geven, heeft de wet de invulling van het begrip nietigheid van de tweede opvatting naar de eerste verschoven, maar zonder die verschuiving af te werken.
Notre procédure s'est rapprochée du premier modèle : les parties ont un très large accès à la juridiction d'instruction qu'elles peuvent contraindre à statuer sur leurs contestations. Elles peuvent lui soumettre le contentieux de l'annulation et disposent, à l'intérieur de celui-ci, de la panoplie complète des recours, soit l'appel et le pourvoi immédiat en cassation.
Onze procedure leunt dichter aan bij het eerste model : de partijen hebben zeer ruim toegang tot het gerechtelijk onderzoek, waarbij zij kunnen eisen dat er uitspraken worden gedaan inzake hun betwistingen. Zij kunnen de betwiste nietigheden voorleggen aan het gerecht en beschikken daarbij over alle beroepsmogelijkheden, dus het hoger beroep en de onmiddellijke verwijzing naar cassatie.
Mais notre procédure est restée attachée au deuxième système : aucune forclusion ne sanctionne le silence d'une partie qui choisit délibérément de ne soulever que devant le juge du fond une nullité qu'elle aurait pu évoquer devant la juridiction d'instruction.
Onze procedure blijft echter ook vasthouden aan het tweede systeem : er is geen vervaltermijn die het stilzwijgen bestraft van een partij die ervoor kiest om pas voor de feitenrechter een nietigheid naar voren te brengen die zij ook reeds aan het onderzoeksgerecht had kunnen melden.
En matière de régularité de la procédure et de la preuve, il a été proposé de réserver à la juridiction de jugement un contrôle de pleine juridiction et à la juridiction d'instruction un contrôle de prime abord ouprima facie.
Wat de regelmatigheid van de procedure en van het bewijs betreft, wordt voorgesteld om het vonnisgerecht het toezicht met volle rechtsmacht te gunnen en het onderzoeksgerecht het eerstelijnstoezicht (prima facie).
Mais cette suggestion ne permettrait pas de sortir du système hybride résultant de l'inachèvement de la réforme Franchimont. Dans la pratique, il n'est guère aisé de faire la différence entre un contrôle « de prime abord » ou sommaire et une vérification complète, normale ou approfondie. Juxtaposer deux contrôles d'intensité variable et aux frontières incertaines devrait engendrer plus de confusion que de clarté. Les parties seront incitées réitérer devant le juge du fond, pour un examen approfondi, une contestation pour laquelle elles n'auront eu, devant la juridiction d'instruction, qu'un examen sommaire dont elles ne sauraient évidemment se satisfaire.
Met deze suggestie zijn we echter nog niet uit het hybride systeem dat door de onafgewerkte Franchimont-hervorming is ontstaan. In de praktijk is het niet zo eenvoudig om het onderscheid te maken tussen het eerstelijnstoezicht en een volledige, normale of uitgebreide controle. Door twee controles met verschillende intensiteit en vage grenzen na elkaar uit te voeren, zou men meer onduidelijkheid dan klaarheid kunnen scheppen. De partijen zullen dan geneigd zijn om voor de feitenrechter de betwisting opnieuw te vermelden voor een dieper onderzoek, aangezien ze bij het onderzoeksgerecht niet tevreden waren met het oppervlakkige onderzoek.
L'article 431 proposé par M. Delpérée (article 38 de la proposition) est issu d'un texte rédigé par le premier président de la Cour de cassation, à la suite d'une audition qui s'est tenue le 5 juin 2012 dans le cadre de l'examen parlementaire des propositions de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne les nullités.
Het door de heer Delpérée voorgestelde artikel 431 (artikel 38 van het voorstel) is afkomstig van een tekst die de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie heeft opgesteld, na een hoorzitting die op 5 juni 2012 werd gehouden in het kader van de parlementaire bespreking van de wetsvoorstellen tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat de nietigheden betreft.
5-1832/4 - 2012/2013
( 10 )
L'alinéa 1er dudit article concerne l'instruction et prévoit que les nullités touchant à un acte de cette instruction ne peuvent plus être invoquées après le règlement de la procédure.
Het eerste lid van het artikel betreft het gerechtelijk onderzoek en bepaalt dat de nietigheden met betrekking tot een akte van dit onderzoek niet meer kunnen worden aangevoerd na de regeling van de rechtspleging.
La solution proposée rejoint donc le premier des deux systèmes évoqués ci-dessus et pour lequel la réforme de 1998 a clairement opté sans toutefois aller jusqu'au bout. Ce système, adopté en France par une loi du 4 janvier 1993, correspond davantage à l'esprit européen d'un droit effectif au juge de la régularité de la procédure.
Als oplossing wordt dus het eerste van de twee bovenvermelde stelsels voorgesteld, net zoals bij de hervorming van 1998, die echter niet tot het uiterste ging. Dit stelsel, dat in Frankrijk sinds de wet van 4 januari 1993 van kracht is, sluit beter aan bij de Europese gedachte dat de rechter effectief het recht heeft om toe te zien op de regelmatigheid van de rechtspleging.
Le règlement de la procédure devient donc un mécanisme de couverture générale des nullités de l'instruction préparatoire.
De regeling van de rechtspleging wordt dus een algemeen dekkingsmechanisme van de nietigheden van het vooronderzoek.
L'inculpé n'est pas démuni pour autant puisque son accès immédiat aux juridictions d'instruction, tant du premier que du second degré, lui reste acquis. Si la juridiction d'instruction a eu tort de rejeter la nullité, son arrêt pourra toujours être cassé mais il faudra attendre la fin du procès, à supposer qu'il se termine par une condamnation fondée sur la pièce accusée de nullité. Le pourvoi différé subsiste donc en fonction de l'intérêt que le prévenu aura ou non à l'intenter : au vu de son résultat, l'achèvement du procès peut rendre le débat sur la prétendue nullité dénué d'intérêt.
De inverdenkinggestelde staat daarom nog niet machteloos, aangezien hij nog steeds toegang heeft tot de onderzoeksgerechten van zowel de eerste als de tweede graad. Indien het onderzoeksgerecht de nietigheid ten onrechte verworpen heeft, kan zijn arrest altijd vernietigd worden maar moet het einde van het proces worden afgewacht — in de veronderstelling dat het eindigt met een veroordeling op grond van het stuk dat wordt beticht van nietigheid. Het uitgesteld beroep blijft dus mogelijk naar gelang van het belang dat de inverdenkinggestelde heeft om er al dan niet gebruik van te maken : naar gelang van het resultaat kan het afronden van het proces een debat over vermeende nietigheid zinloos maken.
Sans doute la cassation d'un arrêt rejetant une exception de nullité entraînera-t-elle l'annulation de tout ce qui aura suivi. C'est la raison pour laquelle le législateur de 1998 avait instauré le pourvoi immédiat. Mais cette crainte d'un « effet domino » a posteriori est théorique. Quinze années d'application de la loi de 1998 le démontrent : le taux de cassation en cette matière est infime. On a donc, pour éviter un risque rarissime, provoqué l'allongement de tous les procès.
De verbreking van een arrest dat een nietigheidsexceptie verwerpt, zal er waarschijnlijk toe leiden dat alles wat daarop gevolgd is ook vernietigd wordt. Daarom had de wetgever in 1998 het onmiddellijk beroep ingesteld. Maar deze vrees voor een dominoeffect a posteriori is theoretisch. Na vijftien jaar toepassing van de wet van 1998 is het aantal cassatiegevallen in deze aangelegenheid miniem. Om een uiterst zeldzaam risico te omzeilen, heeft men dus alle processen verlengd.
L'alinéa 1er de l'article 431 en projet ne concerne que la couverture des irrégularités, omissions ou causes de nullité affectant un acte d'instruction ou l'obtention de la preuve au sens des articles 131, § 1er, et 235bis du Code d'instruction criminelle.
Het eerste lid van ontwerpartikel 431 betreft alleen de dekking van de onregelmatigheden, omissies, of nietigheidsgronden die invloed hebben op een onderzoekshandeling of het verkrijgen van een bewijs in de zin van de artikelen 131, § 1, en 235bis van het Wetboek van strafvordering.
Le règlement de la procédure n'empêchera donc pas un prévenu d'invoquer pour la première fois devant le juge du fond toutes les exceptions sortant de ce cadre strict, par exemple les exceptions associées à des irrégularités touchant à un acte juridictionnel passible d'appel, ou déduites d'un dépassement du délai raisonnable, ou relatives à une preuve rapportée en violation d'un régime légal de preuve tel qu'il en existe en matière d'identification génétique, d'étalonnage de l'alcoolémie d'un conducteur, ou de mesurage de la
De regeling van de rechtspleging zal een inverdenkinggestelde dus niet beletten om voor de eerste maal voor de feitenrechter alle excepties die buiten dit strikte kader vallen aan te voeren, zoals bijvoorbeeld excepties verbonden aan onregelmatigheden betreffende een rechterlijke handeling die voor beroep vatbaar is, of die afgeleid zijn uit een overschrijding van de redelijke termijn, of betreffende een bewijs dat werd verkregen in strijd met een wettelijke bewijsregeling zoals die bestaat inzake genetische identifi-
( 11 )
5-1832/4 - 2012/2013
vitesse imprimée à son véhicule. En effet, la méconnaissance d'un régime légal de preuve n'a pas pour conséquence la nullité de l'acte mais seulement l'interdiction faite au juge d'attribuer à cet acte la valeur probante spéciale que la loi lui accorde moyennant le respect des formes qu'elle édicte.
catie, ijking van het alcoholgehalte van een bestuurder, of meting van de snelheid van zijn voertuig. Het overtreden van een wettelijk bewijsregeling heeft immers niet de nietigheid van de handeling tot gevolg, maar alleen het verbod voor de rechter om aan deze handeling de bijzondere bewijswaarde toe te kennen die de wet toekent indien de vormvereisten worden nageleefd.
Le système proposé par l'article 431 en projet prive le juge du fond du pouvoir d'écarter du dossier un acte d'instruction dont la nullité pouvait être invoquée avant le règlement de la procédure et ne l'a pas été. En revanche, rien n'empêchera le juge du fond, en pareil cas, de décider que la présence de cet acte au dossier est incompatible avec la tenue d'un procès équitable, ou qu'à tout le moins l'équité du procès commande de ne le continuer qu'à condition de ne pas avoir égard au contenu de la pièce litigieuse.
De regeling die ontwerpartikel 431 voorstelt, ontneemt de feitenrechter de mogelijkheid om uit een dossier een onderzoekshandeling te verwijderen waarvan de nietigheid kon worden aangevoerd voor de regeling van de rechtspleging, maar niet werd aangevoerd. Niets belet de feitenrechter echter om in dergelijk geval te beslissen dat door de aanwezigheid van deze handeling in het dossier, de voorwaarden voor een eerlijk proces niet langer vervuld zijn, of op zijn minst dat de voorwaarden voor een eerlijk proces vereisen dat er geen rekening wordt gehouden met de inhoud van het betwiste stuk.
L'effet de purge conféré au règlement de la procédure suppose que celui-ci soit intervenu dans le respect des règles qui en assurent le caractère contradictoire. Si un inculpé a été renvoyé en correctionnelle sans avoir été convoqué devant la chambre du conseil, la juridiction de jugement retrouve le pouvoir d'examiner les nullités de l'instruction préparatoire invoquées par cet inculpé avant toute défense au fond.
De regeling van de rechtspleging kan alleen zuiverend werken als de regels inzake tegensprekelijkheid zijn nageleefd. Wanneer een inverdenkinggestelde naar de correctionele rechtbank werd teruggestuurd zonder voor de raadkamer te zijn opgeroepen, kan het vonnisgerecht opnieuw de nietigheden van het onderzoek behandelen die hij had aangevoerd vóór de feitenverdediging.
Le deuxième alinéa de l'article 431 proposé par M. Delpérée se justifie par le fait que beaucoup d'affaires ne sont jamais mises à l'instruction. Elles n'arrivent devant le juge du fond qu'au terme d'une information menée par le parquet, suivie d'une citation directe signifiée au prévenu. Puisqu'il n'y a pas de règlement de procédure en pareil cas, il fallait trouver un autre mécanisme de couverture des nullités. Il n'a pas été difficile de le découvrir : l'exception est couverte si elle n'est pas invoquée in limine litis, à la première audience du premier juge, avant toute autre défense. Le mécanisme n'était prévu, curieusement, que pour la cour d'assises, à l'article 291 du Code d'instruction criminelle. En l'étendant à toute saisine du juge du fond par citation directe, on fait disparaître une différence injustifiée tout en munissant l'information d'un mécanisme de couverture des nullités poursuivant le même but : éviter les stratégies dilatoires.
Het tweede lid van het door de heer Delpérée voorgestelde artikel 431 is ingegeven door het feit dat vele zaken nooit in het stadium van het onderzoek komen. Zij belanden bij de feitenrechter na een opsporingsonderzoek door het parket, gevolgd door een rechtstreekse dagvaarding van de verdachte. Aangezien er in dit geval geen regeling van de rechtspleging is, moest er een ander mechanisme gevonden worden om nietigheden te dekken. Dat was niet moeilijk : de exceptie wordt gedekt indien zij nietin limine litis werd opgeworpen, tijdens de eerste terechtzitting van de eerste rechter, vóór alle verweer. Vreemd genoeg bestond dit mechanisme alleen bij het hof van assisen, in artikel 291 van het Wetboek van strafvordering. Door het uit te breiden naar iedere aanhangigmaking van de feitenrechter door rechtstreekse dagvaarding, verdwijnt een ongerechtvaardigd verschil en wordt het opsporingsonderzoek voorzien van een dekkingsmechanisme van nietigheden dat hetzelfde doel nastreeft : het voorkomen van vertragingsmanoeuvers.
Il en résulte que le dépôt de conclusions au fond met un terme au dépôt de conclusions de nullité et que toute cause de nullité non invoquée devant le tribunal correctionnel ne pourra ensuite être soulevée pour la première fois devant la cour d'appel. Il n'en irait autrement que dans le cas d'un prévenu cité directement, qui se laisse condamner par défaut en première
Het resultaat is dat het indienen van de conclusies ten gronde een einde maakt aan het indienen van conclusies van nietigheid en dat iedere nietigheidsgrond die niet is aangevoerd voor de correctionele rechtbank nadien niet meer voor de eerste maal zal kunnen worden aangevoerd voor het hof van beroep. De enige uitzondering hierop is het geval van een
5-1832/4 - 2012/2013
( 12 )
instance, ne fait pas opposition mais interjette directement appel. Ne s'étant pas défendu au fond devant le premier juge, il pourra souleverin limine litis, devant le juge d'appel, les éventuelles nullités de l'information.
rechtstreeks gedagvaarde beklaagde die zich bij verstek laat veroordelen in eerste aanleg en geen verzet aantekent maar rechtstreeks in beroep gaat. Omdat hij zich niet ten gronde heeft verdedigd voor de eerste rechter, kan hij in limine litis, voor de rechter in hoger beroep, eventuele nietigheden van het opsporingsonderzoek opwerpen.
L'alinéa 3 consacre la jurisprudence de la Cour de cassation : un moyen qui aurait pu être rejeté par le juge du fond ne peut être invoqué pour la première fois devant la Cour de cassation. Cette règle figure également á l'article 2, toujours en vigueur, de la loi du 29 avril 1806 qui prescrit des mesures relatives à la procédure en matière criminelle et correctionnelle. Le moment est venu d'intégrer dans le Code le principe consacré par cette très ancienne disposition.
Het derde lid bekrachtigt de rechtspraak van het Hof van Cassatie : een middel dat door de feitenrechter had kunnen worden verworpen, kan niet voor de eerste maal voor het Hof van Cassatie worden aangevoerd. Deze regel vindt men ook terug in artikel 2, dat nog steeds van kracht is, van de wet van 29 april 1806, dat bepalingen bevat over de procedure in criminele en correctionele zaken. Het ogenblik is nu aangebroken om het beginsel uit deze hele oude bepaling in het Wetboek op te nemen.
L'article 431 en projet ne contredit pas le texte voté le 10 janvier 2013 à la Chambre (53-0041/006). En effet, ces deux textes opèrent dans un registre différent. Le premier a pour vocation de dire qui est le juge de la nullité. Le second précise comment il faut la juger.
Ontwerpartikel 431 is niet in tegenspraak met de tekst die de Kamer op 10 januari 2013 heeft aangenomen (53-0041/006). De twee teksten behandelen immers een ander aspect : de eerste bepaalt welke rechter de nietigheid uitspreekt, de tweede hoe men erover moet oordelen.
Les trois alinéas commentés ci-dessus portent finalement le même message. La loyauté des débats requiert de ne pas garder par devers soi, comme une sorte de bombe à retardement, une contestation qu'il est possible de vider dès le départ. L'application de ce principe de loyauté est de nature á soulager la Cour puisqu'en résolvant plus vite le débat sur les nullités, on diminue le risque qu'il se poursuive, se répète ou se prolonge, bien souvent inutilement, devant elle.
De drie hierboven besproken leden dragen uiteindelijk dezelfde boodschap uit. Een eerlijk debat veronderstelt dat men geen betwisting als een soort tijdbom achter de hand houdt wanneer men ze al bij aanvang kan uitschakelen. De toepassing van een dergelijk loyaliteitsbeginsel kan het hof ontlasten omdat een vroege regeling van de nietigheden voorkomt dat discussies hierover vaak onnodig bij het Hof blijven hangen.
L'intervenant rappelle que dans les réunions intercabinets auxquelles il a été convié, deux questions ont été soulevées.
Spreker herinnert eraan dat er tijdens de vergaderingen waarop hij was uitgenodigd twee vragen gesteld werden.
La première est de savoir si les juridictions d'instruction sont suffisamment outillées au point de vue logistique et procédural pour faire face à l'afflux de contestations qui pourrait résulter d'un mécanisme de purge des nullités associé au règlement de la procédure.
De eerste is of de onderzoeksgerechten over voldoende middelen beschikken op logistiek en proceduraal vlak om het hoofd te bieden aan de toestroom van betwistingen die zouden kunnen voortvloeien uit het mechanisme van zuivering van nietigheden op het moment van de regeling van de rechtspleging.
La deuxième question porte sur la suppression du pourvoi immédiat : n'y a-t-il pas lieu de craindre un effet domino et rebours ? En postposant l'intervention de la Cour de cassation à la fin du procès, ne risque-ton pas de mettre à néant une longue procédure qui aurait pu être réparée plus tôt ?
De tweede vraag betreft de afschaffing van het onmiddellijk beroep : valt er niet te vrezen voor een domino-effect en achteruitgang ? Riskeert men niet, door het optreden van het Hof van Cassatie uit te stellen tot het einde van het proces, een lange procedure teniet te doen die vroeger hersteld had kunnen worden ?
Il convient, à titre de préambule, de rappeler que la purge proposée n'est pas absolue puisque, comme exposé ci-dessus :
Om te beginnen herinnert spreker eraan dat de voorgestelde zuivering niet absoluut is, aangezien, zoals hierboven is aangegeven :
( 13 )
5-1832/4 - 2012/2013
— la couverture des nullités ne concerne que la preuve, et elle ne s'applique même pas à tout le droit de la preuve;
— de dekking van de nietigheden alleen het bewijs betreft, en niet eens van toepassing is op het hele bewijsrecht;
— il n'y a de purge que si le règlement de la procédure est régulier, si l'inculpe a été mis en mesure de s'y défendre;
— er alleen sprake is van zuivering wanneer de regeling van de rechtspleging regelmatig is, en de inverdenkinggestelde zich heeft kunnen verdedigen;
— il n'est pas porté atteinte au droit pour le juge du fond de décider que pour respecter le caractère équitable du procès, il ne tiendra pas compte d'une preuve pourtant couverte par le règlement de la procédure.
— er geen afbreuk is gedaan aan het recht van de feitenrechter om te beslissen dat hij omwille van de rechtvaardigheid van het proces geen rekening zal houden met een bewijs dat nochtans gedekt is door de regeling van de rechtspleging.
La première question repose, en partie, sur l'affirmation que l'article 431 en projet implique un renforcement des compétences en matière de purge des nullités. Cette affirmation est inexacte. Ce renforcement de compétence a été décidé il y a quinze ans, par la loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de l'instruction et de l'information.
De eerste vraag vloeit gedeeltelijk voort uit de bewering dat ontwerpartikel 431 een versterking van de bevoegdheden inzake de zuivering van nietigheden inhoudt. Deze bewering is onjuist. De versterking van de bevoegdheden werd vijftien jaar geleden al ingevoerd, door de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek.
C'est la loi Franchimont qui a donné aux juridictions d'instruction ce pouvoir inédit, exorbitant même, d'annuler des actes de l'instruction préparatoire, alors que le juge d'instruction est une juridiction qui n'est pas inférieure à la chambre du conseil. Tous les accès, tous les recours, tous les instruments existent déjà, il n'y a plus qu'à s'en servir et les parties, déjà aujourd'hui, ne s'en privent pas.
Het is de wet-Franchimont die de onderzoeksgerechten die onuitgegeven, zelfs buitenissige macht had gegeven om voorbereidende onderzoekshandelingen te vernietigen, terwijl de onderzoeksrechter niet ondergeschikt is aan een raadkamer. Alle toegangen, alle middelen, alle instrumenten bestaan reeds, men hoeft er alleen maar gebruik van te maken en de partijen doen dat nu al.
Il n'y a donc aucun aménagement procédural à prévoir : cela fonctionne.
Er hoeft dus niet in enige procedurele aanpassing te worden voorzien : het werkt.
Sauf en détention préventive où la brièveté des délais ne permet qu'un contrôle de légalité « prima fade », les parties reçoivent actuellement, devant les juridictions d'instruction, les facilités nécessaires pour conclure tant sur les questions de formes que sur l'existence des charges.
Behalve in voorlopige hechtenis, waar de korte termijnen slechts een « prima fade » wettigheidscontrole toestaan, krijgen partijen momenteel voor de onderzoeksgerechten de benodigdheden om conclusies in te dienen zowel over de vormvereisten als over het bestaan van de bezwaren.
L'article 431 projeté n'alourdit pas, en soit, la tâche des juridictions d'instruction, du moins pas directement; il se borne à débarrasser le juge du fond des contestations qui auraient pu être utilement portées devant la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation.
Het ontworpen artikel 431 verzwaart op zich de taak van de onderzoeksgerechten niet, toch niet rechtstreeks; het beperkt er zich toe de bodemrechter te ontlasten van de betwistingen die met resultaat voor de raadkamer of voor de kamer van inbeschuldigingstelling hadden kunnen worden gebracht.
Ce qui est vrai, c'est qu'on peut imaginer, de la part des inculpés, une plus grande combativité avant le règlement de la procédure puisqu'après, la porte sera fermée.
Het klopt dat te verwachten valt dat de inverdenkinggestelden zich strijdvaardiger zullen opstellen voor de regeling van de procedure, aangezien de deur daarna dicht zal zijn.
Il ne faut cependant pas s'attendre à un raz de marée de contestations, et cela pour plusieurs raisons. D'abord, « la porte » ne sera pas complètement fermée. Ensuite, les nullités avérées sont rares. Peut-être est-ce dû au développement considérable, depuis quinze ans, des formations données aux policiers et aux juges d'instruction qui doivent participer à des séminaires et obtenir un certificat pour pouvoir exercer cette fonction.
Men moet echter geen vloedgolf van betwistingen verwachten en wel om verscheidene redenen. Ten eerste zal « de deur » niet volledig dicht zijn. Ten tweede zijn erkende nietigheden zeldzaam. Dat komt misschien door de aanzienlijke ontwikkeling de jongste vijftien jaar van opleidingen voor politieagenten en onderzoeksrechters, die moeten deelnemen aan seminaries en een getuigschrift moeten verwerven om die functie te kunnen uitoefenen.
5-1832/4 - 2012/2013
( 14 )
En réalité, lorsqu'il y a un problème sérieux, ce qui peut bien sûr toujours arriver malgré les meilleures formations, l'irrégularité est, déjà actuellement, soulevée devant la chambre du conseil et devant la chambre des mises en accusation.
In werkelijkheid komt de onregelmatigheid wanneer er een ernstig probleem is — dat kan altijd gebeuren, ondanks de beste opleidingen — nu reeds aan bod voor de raadkamer en voor de kamer van inbeschuldigingstelling.
L'article 431 en projet ne changera rien à cet égard.
Het ontworpen artikel 431 zal wat dat betreft niets veranderen.
L'affirmation que le contentieux des nullités va exploser relève de la conjecture et n'est, en tout cas, pas confirmée par l'expérience des États, notamment la France, où la législation institue une purge précoce des irrégularités de la procédure.
De bewering dat de geschillen inzake nietigheden explosief zullen toenemen is giswerk en wordt toch niet bevestigd door de ervaring van staten, zoals Frankrijk, waar de wetgeving een vroegtijdige zuivering van de onregelmatigheden in de procedure instelt.
Les nullités sont un contentieux objectif. Ce serait faire un mauvais procès aux plaideurs que de croire qu'ils inventeront, dans le nouveau système, des nullités douteuses qu'ils n'auraient pas invoquées dans l'ancien.
De nietigheden zijn een objectief geschil. Men doet de pleiters tekort wanneer men gelooft dat ze in het nieuwe systeem twijfelachtige nietigheden zullen uitvinden die ze in het oude niet zouden hebben opgeworpen.
Le système de purge tel qu'il est proposé correspond aussi à la culture anglo-saxonne et aux règles gouvernant la procédure devant les juridictions internationales. La pratique montre que les avocats sont de plus en plus imprégnés de cette culture et que le contrôle, d'entrée de jeu, de la régularité de l'instruction est une technique qui leur est familière.
Het zuiveringssysteem zoals het wordt voorgesteld behoort tot de Angelsaksische cultuur en beantwoordt aan de procedureregels voor de internationale rechtscolleges. Uit de praktijk blijkt dat de advocaten steeds meer van die cultuur doordrongen zijn en dat ze vertrouwd zijn met de techniek waarbij de regelmatigheid van het onderzoek meteen wordt gecontroleerd.
La deuxième question est libellée comme suit : y-at-il un sens à ce qu'un procès aille son terme si au final la Cour de cassation admet une nullité là où la juridiction d'instruction l'a écartée et que le juge du fond s'est appuyé dessus pour condamner ?
De tweede vraag luidt als volgt : is het zinvol dat een proces tot het einde wordt gevoerd wanneer het Hof van Cassatie uiteindelijk een nietigheid aanvaardt, terwijl het onderzoeksgerecht ze verworpen heeft en de bodemrechter er zich op heeft gebaseerd om te veroordelen ?
La question est bien posée. C'est exactement sur cette crainte que l'instauration du pourvoi immédiat est bâtie. Mais on ne fait pas de bonne loi en se fondant sur des craintes, du moins lorsque leur objet est chimérique. Le cas de figure évoqué ne peut se produire qu'exceptionnellement.
De vraag is wel degelijk gesteld. Precies op die vrees is de instelling van het onmiddellijk cassatieberoep gebaseerd. Men maakt evenwel geen goede wetten op basis van vrees, toch niet wanneer de reden van die vrees schimmig is. Het aangehaalde geval kan zich slechts uitzonderlijk voordoen.
Il est très rare que le juge du fond s'appuie, pour condamner, sur une pièce nulle que la juridiction d'instruction aurait dû écarter, et qu'elle a validée par un arrêt qu'en finale, sur le pourvoi du prévenu, il a fallu casser. Il est évident que si cela arrive, tout le procès est par terre. Mais c'est rare. Pourquoi ?
Het gebeurt heel zelden dat een bodemrechter zich om te veroordelen baseert op een nietig stuk dat het onderzoeksgerecht had moeten weren en dat het bekrachtigd heeft met een arrest dat uiteindelijk op cassatieberoep van de beklaagde moest worden vernietigd. Het is duidelijk dat wanneer dat gebeurt, het hele proces teniet wordt gedaan. Het gebeurt echter zelden. Waarom ?
Dans la pratique, une nullité avérée est, la plupart du temps, invoquée devant la juridiction d'instruction. Si la contestation est avérée, la juridiction écarte la pièce, Si d'aventure elle ne le fait pas alors qu'elle aurait dû le faire, le juge du fond aura son attention attirée par la contestation; souvent, il décidera, par prudence, de ne pas s'appuyer sur la pièce suspecte, surtout lorsque d'autres preuves peuvent être utilisées sans risque. Et s'il n'y en a pas d'autres, il acquittera ou
In de praktijk wordt een aanvaarde nietigheid meestal voor het onderzoeksgerecht opgeworpen. Indien de betwisting aanvaard wordt, weert het rechtscollege het stuk. Mocht het dat niet doen terwijl het dat toch had moeten doen, dan zal de aandacht van de rechter door de betwisting gewekt zijn. Vaak zal hij uit voorzichtigheid beslissen zich niet op het verdachte stuk te baseren, vooral wanneer andere bewijzen risicoloos kunnen worden gebruikt. En indien er geen
( 15 )
5-1832/4 - 2012/2013
dira la poursuite irrecevable, ce qui rend le pourvoi en cassation sans intérêt.
andere zijn, zal hij een vrijspraak uitspreken of zal hij de vervolging niet ontvankelijk verklaren, waardoor het cassatieberoep geen doel meer dient.
La crainte évoquée ci-dessus repose sur l'idée que les juges du fond sont des gens qui condamnent les prévenus en utilisant des preuves irrégulières. Mais cette idée ne correspond fort peu à la réalité.
De hogervermelde vrees berust op het idee dat bodemrechters mensen zijn die de beklaagden veroordelen met gebruikmaking van onregelmatige bewijzen. Dat idee stemt echter weinig met de werkelijkheid te maken.
Par contre, avec la loi Franchimont, il arrive très souvent que la prétendue nullité est invoquée en vain devant la chambre du conseil, puis devant la chambre des mises en accusation, puis devant la Cour de cassation, pour être successivement rejetée par ces trois instances. Le règlement de la procédure est devenu, à lui tout seul, un procès complet.
Met de wet-Franchimont gebeurt het evenwel heel vaak dat de vermeende nietigheid wordt opgeworpen voor de raadkamer, daarna voor de kamer van inbeschuldigingstelling en vervolgens voor het Hof van Cassatie, om achtereenvolgens door die drie instanties te worden verworpen. De regeling van de procedure op zich is een volledig proces geworden.
Est-il dès lors raisonnable, pour éviter un effet domino à rebours dont les conditions d'existence sont rarement réunies, d'allonger tous les procès ?
Is het dan redelijk dat men al die processen langer maakt om een domino-effect met terugwerkende kracht te voorkomen, terwijl de voorwaarden daartoe zelden vervuld zijn ?
Pour M. de Codt, le système actuel profite essentiellement à la délinquance financière, astucieuse et complexe. Il faut avoir à l'esprit qu'en cette matière, la phase du règlement de la procédure, avec ses trois instances obligées, peut prendre deux, trois ou quatre ans, là où, avant 1998, le renvoi se décidait en un jour. Pour l'intervenant, l'accumulation d'obstacles de procédure au jugement de la criminalité en col blanc ne fait pas partie des valeurs démocratiques défendues par les partis de l'actuelle majorité.
Volgens de heer de Codt profiteert vooral de spitsvondige en complexe financiële delinquentie van het huidige systeem. Men mag niet vergeten dat in die aangelegenheden de fase van de regeling van de procedure, met de drie verplichte instanties, twee, drie of vier jaar in beslag kan nemen, terwijl vóór 1998 de verwijzing op één dag beslist werd. Spreker vindt dat het opstapelen van procedurele obstakels voor het vonnissen van witteboordencriminaliteit geen deel uitmaakt van de democratische waarden die de partijen van de huidige meerderheid verdedigen.
Enfin, M. de Codt souligne que la suppression du pourvoi immédiat, proposée par M. Delpérée, n'est pas fondée principalement sur le fait que la Cour casse très peu en ce domaine. Au pénal, le taux de cassation est très bas pour tous les pourvois, pas seulement les pourvois immédiats. Personne n'en déduit qu'en matière répressive, il faut supprimer tous les pourvois.
Tot slot onderstreept de heer de Codt dat de afschaffing van het onmiddellijk cassatieberoep die de heer Delpérée voorstelt, niet hoofdzakelijk steunt op het feit dat het Hof in die aangelegenheden heel weinig vernietigt. In strafzaken is het vernietigingspercentage heel laag voor alle cassatieberoepen en niet alleen voor de onmiddellijke cassatieberoepen. Niemand leidt daaruit af dat men alle cassatieberoepen in strafzaken moet afschaffen.
La proposition d'abandonner le pourvoi immédiat (pas le pourvoi différé) est fondée sur la constatation que, pour tuer une mouche, on s'est servi d'un canon dont les effets collatéraux nuisibles dépassent le faible gain obtenu.
Het voorstel om het onmiddellijk cassatieberoep op te geven (en het uitgesteld cassatieberoep niet) berust op de vaststelling dat men een kanon heeft gebruikt om een mug dood te schieten, zodat de schadelijke neveneffecten omvrangrijker zijn dan de kleine winst die men heeft geboekt.
Avant 1998, c'est-à-dire en l'absence du pourvoi immédiat, le danger auquel la loi Franchimont a dit vouloir pallier n'existait pas. Il y avait très peu de procès anéantis en finale sur la base d'une nullité de l'instruction préparatoire. La Cour de cassation n'est d'ailleurs pas, et n'a jamais été, faut-il le rappeler, le juge de ces nullités.
Vóór 1998, dat wil zeggen toen er geen onmiddellijk cassatieberoep bestond, bestond het gevaar dat de wet Franchimont wou verhelpen niet. Er werden uiteindelijk heel weinig processen op grond van een nietigheid in het voorbereidend onderzoek vernietigd. Het Hof van Cassatie is overigens, dient het nog gezegd, de rechter van die nietigheden niet en het is dat ook nooit geweest.
5-1832/4 - 2012/2013
( 16 )
Après 1998, c'est-à-dire après l'introduction du pourvoi immédiat, beaucoup de procès se sont allongés, neuf fois sur dix en pure perte : la condamnation finit par tomber mais plus tard, trop tard.
Na 1998, dat wil zeggen na de invoering van het onmiddellijk cassatieberoep, liepen vele processen uit, in negen gevallen op tien volstrekt tevergeefs : de veroordeling komt er uiteindelijk toch, maar dan later, te laat.
Les procès coûtent chers. L'État dépense beaucoup pour condamner trop tard, ce qui est néfaste.
Processen zijn duur. De Staat geeft veel uit om te laat te veroordelen, wat nefast is.
Pour M. de Codt, l'adoption d'une justice pénale trop lourde, trop coûteuse et inefficace, provoque le développement d'itinéraires alternatifs tels que la transaction, les amendes administratives, la comparution sur reconnaissance préalable de culpabilité, en France, le plea bargaining ou le plea guilty aux ÉtatsUnis. Cela va plus vite, cela coûte moins cher, mais en termes de droits de la défense et d'égalité devant la loi, il y a une régression. Or, à ces objections-là, M. de Codt n'a jamais reçu de réponse.
De heer de Codt vindt dat de keuze voor een te zwaar, te duur en inefficiënt strafrecht de ontwikkeling veroorzaakt van alternatieve trajecten, zoals de minnelijke schikking, de administratieve geldboeten, de verschijning op voorafgaande erkenning van schuld in Frankrijk, de plea bargaining of de plea guilty in de Verenigde Staten. Het gaat sneller, is goedkoper, maar het is een achteruitgang op het gebied van de rechten van de verdediging en de gelijkheid voor de wet. Op die bezwaren heeft de heer de Codt nooit een antwoord gekregen.
Sur le texte de la proposition de M. Delpérée et sur l'exposé des motifs, M. de Codt souhaite encore formuler les observations suivantes :
In verband met de tekst van het voorstel van de heer Delpérée en over de toelichting wenst de heer de Codt nog de volgende opmerkingen te maken :
— si le règlement de la procédure devient, comme M. Delpérée le propose, un mécanisme général de couverture des nullités, il faut amender l'article 235bis, § 5, du Code d'instruction criminelle. Ce texte est actuellement rédigé de manière à réserver le pouvoir de purge à la seule chambre des mises en accusation. Les nullités invoquées en chambre du conseil, sans qu'il y ait eu appel de l'ordonnance rejetant la contestation, peuvent actuellement être à nouveau soulevées devant le juge du fond. Pour mettre fin à ce système ambivalent, il suffirait de remplacer les mots « et qui ont été examinées devant la chambre des mises en accusation » par les mots « et qui ont été examinées devant la juridiction d'instruction »;
— indien de regeling van deprocedure zoals de heer Delpérée het voorstelt, een mechanisme van algemene dekking van de nietigheden wordt, dan moet men artikel 235bis, § 5, van het Wetboek van strafvordering amenderen. Die tekst is nu zo geformuleerd dat de bevoegdheid voor de zuivering alleen aan de kamer van inbeschuldigingstelling is toegekend. De nietigheden die in de raadkamer worden opgeworpen kunnen, zonder dat er beroep is geweest tegen de beschikking die de betwisting verwerpt, momenteel voor de bodemrechter opnieuw worden opgeworpen. Om een einde te maken aan dat ambivalent systeem, volstaat het de woorden « die door de kamer van inbeschuldigingstelling zijn onderzocht » te vervangen door de woorden « die door het onderzoeksgerecht zijn onderzocht »;
— dans l'article 416 en projet (article 21 de la proposition), il vaudrait mieux utiliser la formule « donnent ouverture à pourvoi en cassation »;
— in het ontworpen artikel 416 (artikel 21 van het voorstel) is het beter in de Franse tekst de formulering « donnent ouverture à pourvoi en cassation » te gebruiken;
— à l'article 435 en projet (article 42 de la proposition), le délai de convocation devrait être réduit à quinze jours, comme c'est le cas actuellement. Le délai d'un mois aura un impact retardateur sur le bon ordonnancement des audiences, et ce de manière inutile : pourquoi le demandeur doit-il être avisé un mois à l'avance, puisque la procédure est écrite et qu'il ne peut plus rien déposer à l'issue du délai de mémoire ? Qui plus est, il faudrait prévoir, de manière générale, que ce délai de convocation est prévu sauf urgence : il ne peut pas être respecté en matière de détention préventive, privation de liberté administrative, mandat d'arrêt européen, exécution des peines ou récusation;
— in het ontworpen artikel 435 (artikel 42 van het voorstel), moet de oproepingstermijn worden verminderd tot vijftien dagen, zoals dat nu het geval is. De termijn van een maand zal een vertragend effect hebben op de goede schikking van de terechtzittingen en dat is overbodig : waarom moet eiser een maand vooraf op de hoogte worden gebracht, aangezien de procedure schriftelijk verloopt en hij niets meer kan neerleggen na het verstrijken van de termijn van de memorie ? Bovendien moet er algemeen in worden voorzien dat die oproepingstermijn er is behoudens hoogdringendheid : hij kan niet worden geëerbiedigd bij voorlopige hechtenis, administratieve vrijheidsberoving, een Europees aanhoudingsbevel, strafuitvoering of wraking;
( 17 )
5-1832/4 - 2012/2013
— les articles 426, 427 et 432 en projet prévoient l'intervention obligatoire d'un avocat. C'est une excellente suggestion. Elle pourrait être renforcée par une exigence supplémentaire, celle que l'avocat intervenant ait suivi une formation á la technique de cassation. L'Inspection des Finances a fait valoir que l'intervention d'un avocat aurait une incidence budgétaire, dans la mesure où cette disposition augmentera le nombre d'avocats éligibles à l'aide juridique, au sens de l'arrêté royal du 20 décembre 1999. Les pourvois en cassation sont en effet gratifiés de vingt-cinq points en vertu du tarif fixé par l'arrêté ministériel du 5 juin 2008. L'exigence d'une formation spécifique comme condition de recevabilité du pourvoi et du mémoire répondra peut-être à cette inquiétude. Mais celle-ci doit être en tout état de cause relativisée : il n'y a de points que s'il y a un mémoire, d'une part; l'ensemble de la proposition devrait avoir pour effet de diminuer le nombre de pourvois, d'autre part;
— de ontworpen artikelen 426, 427 en 432 voorzien in het verplichte optreden van een advocaat. Dat is een uitstekende suggestie. Ze kan worden versterkt door een bijkomende vereiste, namelijk dat de optredende advocaat een opleiding in de techniek van cassatie gevolgd heeft. De Inspectie van Financiën heeft erop gewezen dat het optreden van een advocaat een budgettaire weerslag zal hebben, omdat die bepaling het aantal advocaten zal verhogen die in de zin van het koninklijk besluit van 20 december 1999 in aanmerking komen voor juridische bijstand. Cassatieberoepen leveren immers vijfentwintig punten op overeenkomstig het tarief dat bij ministerieel besluit van 5 juni 2008 is vastgelegd. De vereiste van een specifieke opleiding als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor het cassatieberoep en de memorie zal misschien een antwoord bieden op die ongerustheid. Die moet in elk geval gerelativeerd worden, enerzijds zijn er slechts punten wanneer er een memorie is, anderzijds moet het geheel van het voorstel tot gevolg hebben dat het aantal cassatieberoepen afneemt;
— l'article 428 en projet (article 35 de la proposition) limite la procédure de non-admission aux pourvois entachés d'une irrecevabilité formelle déduite du défaut de signature ou du fait que la déclaration n'a pas été faite au bon endroit. Il serait utile d'élargir la nonadmission à tous les cas d'irrecevabilité manifeste ainsi qu'à ceux où le demandeur ne dénonce aucune illégalité pouvant conduire á la cassation (pourvois civils non motivés, mémoires quérulents, etc.);
— het ontworpen artikel 428 (artikel 35 van het voorstel) beperkt de procedure van verwerping tot de cassatieberoepen waartegen formele niet-ontvankelijkheid is aangevoerd vanwege het ontbreken van een handtekening of omdat de verklaring niet op de juiste plaats werd gedaan. Het zou nuttig zijn de verwerping uit te breiden tot alle gevallen van kennelijke nietontvankelijkheid, alsook tot die gevallen waarin de eiser geen enkele onwettigheid aanklaagt die tot cassatie kan leiden (niet-gemotiveerde burgerlijke cassatieberoepen, querulante memories,enz.);
— à l'article 432, alinéa 2, en projet (article 39 de la proposition), le délai de trois mois pour le dépôt du mémoire, visiblement inspiré de la procédure civile, paraît trop long, compte tenu de l'effet suspensif du pourvoi en matière répressive; un délai de deux mois est largement suffisant;
— in het ontworpen artikel 432, tweede lid (artikel 39 van het voorstel), lijkt de termijn van drie maanden voor het indienen van de memorie, die zichtbaar geïnspireerd is op de burgerlijke procedure, te lang, gelet op de schorsende werking van het cassatieberoep in strafzaken; een termijn van twee maanden is ruim voldoende;
— à l'article 432, alinéa 3, en projet, première ligne, il faut lire « Sauf l'exception visée à l'article 429, alinéa lu »; le renvoi à l'article 428 est erroné. Le but de cette disposition est de prévoir que le demandeur prévenu, de même qu'il ne doit pas signifier son pourvoi au ministère public, ne doit pas davantage lui communiquer son mémoire;
— in het ontworpen artikel 432, vierde lid, eerste regel, moet men « Behalve de uitzondering bedoeld in artikel 429 »; lezen, de verwijzing naar artikel 428 is foutief. Het doel van die bepaling is erin te voorzien dat de eiser beklaagde, net zomin als hij zijn cassatieberoep aan het openbaar ministerie moet betekenen, zijn memorie moet meedelen;
— les développements consacrés à l'article 25 (page 9 de la proposition) exposent le principe de la prohibition du pourvoi immédiat contre les arrêts « accidentels ». Il faut lire « arrêts avant dire droit » ou « interlocutoires »;
— de toelichting bij artikel 25 (bladzijde 9 van het voorstel) stelt het beginsel van het verbod op het onmiddellijk cassatieberoep tegen « voorbereidende » arresten voorop. Men moet « arresten alvorens recht te doen » of « tussenarresten » lezen;
— à la page 19 de la proposition, dans les développements, il est indiqué, au paragraphe 4 du commentaire de l'article 39, que le défendeur « est lui aussi contraint de recourir à un mémoire ». M. de Codt estime qu'il peut y recourir, et qu'en pareil cas, il doit
— op bladzijde 19 van het voorstel, in de toelichting, staat in de vierde paragraaf van de commentaar bij artikel 39 « De verweerder [...] moet eveneens een memorie indienen ». De heer de Codt meent dat hij er gebruik van kan maken en dat hij in dergelijk geval de
5-1832/4 - 2012/2013
( 18 )
respecter les formes prescrites. Mais il n'est pas obligé de déposer un mémoire. il peut, par exemple, venir à l'audience, entendre l'avis de l'avocat général et y répondre verbalement ou par une note, s'il l'estime nécessaire.
voorgeschreven vormen moet eerbiedigen. Hij is echter niet verplicht een memorie in te dienen. Hij kan bijvoorbeeld naar de terechtzitting komen, het advies van de advocaat-generaal horen en er mondeling of met een nota op antwoorden, indien hij dat nodig vindt.
Le même paragraphe énonce que, dans la pratique actuelle, le ministère public ne dépose pas de mémoire en réponse. Ce n'est pas une question de pratique. C'est une question de principe : si le ministère public ne dépose pas de mémoire en réponse, c'est parce qu'il n'est pas partie à l'instance de cassation, il n'est pas convoqué à l'audience, il ne figure pas dans les qualités de l'arrêt. Le seul point de vue à défendre est celui de la loi et ce point de vue est pris en charge par l'avocat général près la Cour.
In dezelfde paragraaf staat dat het openbaar ministerie in de huidige praktijk geen memorie van antwoord indient. Het is geen kwestie van praktijk. Het is een kwestie van principe : het openbaar ministerie dient geen memorie van antwoord in omdat het geen partij is in het cassatiegeding, het wordt niet opgeroepen tot de terechtzitting, het komt niet voor in de hoedanigheden van het arrest. Het enige standpunt dat moet worden verdedigd, is dat van de wet en dat standpunt wordt verdedigd door de advocaat-generaal bij het Hof.
2. Échange de vues
2. Gedachtewisseling
M. Delpérée remercie M. de Codt pour son exposé car il permet aux membres de la commission de se rendre compte de l'urgence de réformer la procédure du pourvoi en cassation en matière pénale. Parmi les nombreuses propositions formulées, l'intervenant relève que l'intervention obligatoire d'un avocat pour signer le pourvoi — particulièrement formé à cette technique spécifique- constitue un élément essentiel de la proposition de loi.
De heer Delpérée dankt de heer de Codt voor zijn uiteenzetting, omdat de commissieleden daardoor een idee hebben gekregen hoe dringend de procedure van het cassatieberoep in strafzaken moet worden hervormd. Spreker wijst erop dat van de vele voorstellen het verplichte optreden van een advocaat om het cassatieberoep te ondertekenen — hij moet speciaal opgeleid zijn in die specifieke techniek — een essentieel gegeven van het wetsvoorstel is.
M. Mahoux demande s'il n'existe pas une contradiction entre le fait de proposer d'une part de supprimer de manière générale les cas de pourvois immédiat et, d'autre part, d'instaurer un mécanisme de purge immédiate des nullités au fur et à mesure de leur apparition.
De heer Mahoux vraagt of er een tegenstrijdigheid is tussen het voorstel om de gevallen van onmiddellijk cassatieberoep algemeen af te schaffen en het voorstel om een mechanisme in te stellen van onmiddellijke zuivering van de nietigheden naarmate ze opduiken.
Par ailleurs, M. Mahoux souligne qu'il ne faut pas perdre de vue la problématique de l'accessibilité du justiciable et de l'égalité du citoyen devant le recours possible. Or, cette problématique n'est pas uniquement d'ordre financière. Toute limitation dans la possibilité d'introduire un pourvoi peut affecter le principe d'égalité du citoyen devant la justice.
Tevens onderstreept de heer Mahoux dat men de problematiek van de toegankelijkheid voor de rechtzoekende en de gelijkheid van de burger voor de mogelijkheid van cassatieberoep niet uit het oog mag verliezen. Dat is niet alleen een financiële problematiek. Elke beperking van de mogelijkheid om cassatieberoep in te stellen, kan het beginsel van de gelijkheid van de burger voor het gerecht aantasten.
Enfin, compte tenu du pourcentage élevé de recours rejetés, l'intervenant s'interroge sur la possibilité d'instaurer un système qui permettrait à la Cour de cassation de vider sa saisine dès qu'un moyen contiendrait des éléments de fait.
Gelet op het hoge percentage cassatieberoepen dat verworpen wordt, vraagt spreker zich af of het mogelijk is een systeem in te stellen waardoor het Hof van Cassatie de aanhangigmaking teniet te doen zodra een middel feitelijke aspecten bevat.
M. Vastersavendts se réfère aux chiffres cités. Il demande s'il existe également des chiffres détaillés sur le nombre d'arrêts rendus par la cour d'assises et le Conseil d'État faisant l'objet d'un pourvoi en cassation. Quel est le volume du contentieux administratif auprès de la Cour de cassation ?
De heer Vastersavendts verwijst naar de aangehaalde cijfergegevens. Spreker vraagt of er ook gedetailleerde cijfers bestaan over het aantal arresten van het Hof van assisen en van de Raad van State waartegen cassatieberoep wordt aangetekend. Hoeveel bedraagt het administratief contentieux bij het Hof van Cassatie ?
( 19 )
5-1832/4 - 2012/2013
L'intervenant demande par ailleurs si les 90 % de jugements qui ne sont pas cassés concernent bien des affaires pénales. Et à combien s'élève ce pourcentage au civil ?
Verder vraagt spreker of de 90 % zaken die niet worden verbroken wel degelijk strafzaken betreffen. Wat is dan het percentage in de burgerlijke zaken ?
M. de Codt confirme que le pourcentage de rejet en matière civile est de 60 % car il existe un filtre; soit l'intervention d'un avocat à la Cour de cassation qui examine préalablement les chances d'un pourvoi en cassation.
De heer de Codt verklaart dat het verwerpingspercentage in burgerlijke zaken 60 % bedraagt, omdat er een selectie wordt gemaakt door het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie, die vooraf de kansen van een cassatieberoep onderzoekt.
M. Laeremans renvoie aux propos de la ministre de la Justice sur la limitation relative aux dossiers pénaux déférés devant la Cour de cassation. La ministre a expliqué que l'intervention d'un avocat serait également obligatoire pour les pourvois en cassation en matière pénale et qu'après deux ans, il faudrait, au pénal également, faire appel à un avocat inscrit au barreau de la Cour de cassation. Cela implique que le nombre d'avocats au barreau de la Cour de cassation devrait être revu à la hausse. La proposition à l'examen rend obligatoire l'intervention d'un avocat, mais il ne doit pas nécessairement s'agir d'un avocat du barreau de la Cour de cassation. Quel est le point de vue de M. De Codt à ce sujet ?
De heer Laeremans verwijst naar de woorden van de minister van Justitie met betrekking tot beperking van strafzaken voor het Hof van Cassatie. De minister stelde dat de tussenkomst van een advocaat bij voorziening in Cassatie in strafzaken ook zou worden verplicht, en dat, na twee jaar, ook in strafzaken zou beroep moeten worden gedaan op een advocaat bij de balie van het Hof van Cassatie. Dit betekent dat het aantal advocaten bij de balie van het Hof van Cassatie zou moeten worden uitgebreid. Het voorliggende voorstel maakt tussenkomst van een advocaat verplicht, maar het moet niet noodzakelijk een advocaat bij de balie van het Hof van Cassatie zijn. Wat is het standpunt van de heer De Codt hierover ?
M. Vastersavendts abonde dans le même sens.
De heer Vastersavendts sluit zich hierbij aan.
M. De Codt estime que l'intervention d'un avocat serait déjà une grande avancée, même si celui-ci ne fait pas partie du barreau de la Cour de cassation. Il n'est pas absolument indispensable de faire appel à un avocat spécialisé en cassation.
De heer De Codt meent dat de tussenkomst van een advocaat, ook al behoort deze niet tot de balie van het Hof van Cassatie, al een hele stap vooruit zou zijn. Het is niet absoluut noodzakelijk dat een beroep wordt gedaan op een gespecialiseerde advocaat in Cassatie.
M. Vastersavendts évoque la cassation en matière civile, où il n'est pas rare que plusieurs procédures en cassation soient intentées dans le cadre d'un seul dossier indivisible. En l'occurrence, il ne s'agit pas d'une cassation sur cassation, mais de pourvois en cassation introduits par les différentes parties. Ne pourrait-on pas dire que l'arrêt de la Cour s'applique erga omne sà toutes les parties, et pas seulement inter partes ? Dans ce cas, toutes les parties devraient être convoquées.
De heer Vastersavendts verwijst naar de cassatie in burgerlijke zaken, waarbij er vaak ook meerdere cassatieprocedures zijn in één onsplitsbaar dossier. Het gaat dan niet over cassatie na cassatie, maar wel over cassatieberoepen door de verschillende partijen. Zou men niet kunnen stellen het arrest van het Hof erga omnes geldt, voor alle partijen, en niet enkel inter partes ? Alle partijen zouden dan moeten worden opgeroepen.
M. Delpérée réagit à l'intervention de M. Mahoux pour indiquer que les règles procédurales par définition peuvent rompre l'égalité entre ceux qui ont respecté les conditions prévues par la loi et ceux qui ne les ont pas respecté.
De heer Delpérée reageert op de uiteenzetting van de heer Mahoux om erop te wijzen dat de procedurele regels per definitie de gelijkheid kunnen verbreken tussen zij die de bij wet bepaalde voorwaarden hebben nageleefd en zij die dat niet hebben gedaan.
Pour M. Mahoux, l'intervention d'un avocat, de surcroît spécialisé, peut avoir une incidence sur l'accès du citoyen à ce recours qui, il insiste, n'est pas gracieux.
Volgens de heer Mahoux kan het optreden van een advocaat, die bovendien gespecialiseerd is, een invloed hebben op de toegankelijkheid tot dit rechtsmiddel voor de burger, dat — en dit benadrukt spreker — niet gratis is.
M. Delpérée peut comprendre que le débat porte sur l'opportunité de prévoir ou non un avocat, qu'il soit spécialisé ou pas. Par contre, il ne s'agit pas d'un problème d'égalité des citoyens.
De heer Delpérée kan begrijpen dat het debat betrekking heeft op de mogelijkheid om al dan niet in een advocaat te voorzien, die al dan niet gespecialiseerd is. Het gaat daarentegen niet over een probleem van gelijkheid van burgers.
5-1832/4 - 2012/2013
( 20 )
M. Laaouej souligne qu'en tout état de cause, il ne faudrait pas créer de monopole pour les avocats à la Cour de cassation dont les honoraires sont importants. De même, en imposant une spécialisation à la technique de cassation, il ne faudrait pas non plus créer un monopole de fait. L'intervenant estime qu'il y a beaucoup d'avocats qui ont la compétence et le brio nécessaire pour introduire un pourvoi en cassation. La condition de l'intervention d'un avocat devrait donc suffire.
De heer Laaouej benadrukt dat er in geen geval een monopolie mag ontstaan voor de advocaten bij het Hof van Cassatie die hoge honoraria vragen. Door een specialisatie in cassatie op te leggen, mag er ook geen feitelijk monopolie ontstaan. Spreker meent dat er heel wat advocaten zijn die over genoeg bekwaamheid en talent beschikken om een cassatieberoep in te stellen. De voorwaarde dat een advocaat optreedt, zou dus moeten volstaan.
L'intervenant souhaiterait également obtenir des éléments de droit judiciaire comparé limités à quelques pays qui ont un système judiciaire identique au nôtre et où la jurisprudence constitue également une source de droit. C'est un exercice indispensable car la proposition de loi aborde un élément fondamental de notre droit judiciaire.
Spreker zou ook over elementen van vergelijkend gerechtelijk recht willen beschikken die betrekking hebben op enkele landen met een gerechtelijk systeem dat identiek is aan het onze en waar de rechtspraak ook een rechtsbron is. Dit is een onontbeerlijke toetsing want dit wetsvoorstel snijdt een element aan dat fundamenteel is in ons gerechtelijk recht.
En ce qui concerne les nullités, M. Laaouej constate effectivement que dans de grands dossiers de criminalité financière, les avocats attendent le dernier moment pour demander un devoir d'enquête complémentaire ou soulever une nullité. Il faudrait donc envisager une nouvelle forme de purge des nullités. De ce point de vue, les ordres des avocats devraient également être entendus.
Wat de nietigheden betreft, stelt de heer Laaouej effectief vast dat advocaten van grote dossiers over financiële criminaliteit, tot op het laatste moment wachten om een aanvullende onderzoeksdaad te vragen of de nietigheid in te roepen. Er zou dus een nieuwe vorm van zuivering van de nietigheden moeten worden overwogen. In dat opzicht zouden de ordes van advocaten ook moeten worden gehoord.
M. Courtois souhaite que ce dossier soit traité de manière urgente indépendamment des auditions qui seront organisées.
De heer Courtois wenst dat dit dossier bij hoogdringendheid wordt behandeld, los van de hoorzittingen die zullen worden gehouden.
M. Vanlouwe renvoie aux chiffres cités concernant le nombre de pourvois rejetés et de cassations prononcées, tant au pénal qu'au civil. En matière civile, il y a effectivement le filtre de l'intervention obligatoire d'un avocat. Qu'en est-il si l'avocat donne un avis négatif et qu'un pourvoi en cassation est quand même introduit ? Dispose-t-on de chiffres en la matière ? Le filtre fonctionne-t-il effectivement ?
De heer Vanlouwe verwijst naar de aangehaalde cijfergegevens met betrekking tot verwerping en verbreking, zowel in strafzaken als in burgerlijke zaken. In burgerlijke zaken is er inderdaad de filter van het verplicht beroep op een advocaat. Wat als de advocaat een negatief advies geeft en er toch een voorziening in cassatie is ? Heeft men enig zicht op deze cijfers ? Werkt de filter effectief ?
3. Répliques de M. de Codt
3. Replieken van de heer de Codt
À la dernière question, M. de Codt répond qu'il est extrêmement rare que la Cour de cassation casse une décision judiciaire malgré l'avis négatif d'un avocat à la Cour de cassation. En matière civile, le filtre de l'avocat à la Cour de cassation fonctionne bel et bien.
Op de laatste vraag antwoordt de heer de Codt dat het uiterst zelden voorkomt dat het Hof van Cassatie een rechterlijke beslissing vernietigt ondanks een negatief advies van de advocaat bij het Hof van Cassatie. In burgerlijke zaken werkt de buffer van de advocaat bij het Hof van Cassatie wel degelijk.
L'intervenant estime par ailleurs que les avocats à la Cour de cassation ne sont pas « impayables ». À titre d'information, un mémoire en cassation coûte plus ou moins 2 500 euros. L'avocat à la cour de cassation rédige également à la demande du Bureau d'aide judiciaire des avis de chances sur pourvoi et ce à titre gracieux.
Spreker meent overigens dat de advocaten bij het Hof van Cassatie niet « onbetaalbaar » zijn. Ter informatie geeft hij mee dat een memorie bij cassatie ongeveer 2 500 euro kost. De advocaat bij het Hof van Cassatie stelt ook op verzoek van het Bureau voor juridische bijstand adviezen over de kansen van een cassatieberoep op en hij doet dat gratis.
En ce qui concerne les nullités, M. de Codt souhaite illustrer son propos par un exemple. Une visite
Wat de nietigheden betreft, wil de heer de Codt zijn uiteenzetting met een voorbeeld toelichten. Er vindt
( 21 )
5-1832/4 - 2012/2013
domiciliaire est effectuée dans un grand hôtel bruxellois suspect d'abriter, dans une de ses suites luxueuses, de l'esclavagisme : il y a là des gens qui emploient des domestiques en violation des prescriptions sociales les plus élémentaires. S'ajoutent à ces préventions une suspicion de séquestration et de traitements inhumains et dégradants. Les enquêteurs ont cru pouvoir visiter les lieux et constater ces délits sur la base d'une autorisation du juge de police. Mais la présence d'infractions de droit commun obligeait les policiers à se munir d'un mandat de perquisition. Dans la pratique, une irrégularité comme celle-là est invoquée devant la juridiction d'instruction : cela permet au justiciable d'espérer la fin immédiate des poursuites.
een huiszoeking plaats in een groot Brussels hotel, omdat het vermoeden bestaat dat er in een van zijn luxueuze suites slavernij schuilgaat : er bevinden zich mensen die huispersoneel in dienst hebben en daarbij de meest elementaire sociale voorschriften schenden. Bij die tenlasteleggingen komt nog een vermoeden van opsluiting en van onmenselijke en vernederende behandeling. De onderzoekers dachten zich ter plaatse te kunnen begeven en die wanbedrijven te kunnen vaststellen aan de hand van een machtiging van de politierechter. Omdat het echter om misdrijven van gemeen recht ging, waren de politiemensen verplicht zich van een huiszoekingsbevel te voorzien. In de praktijk wordt een dergelijke onregelmatigheid voor het onderzoeksgerecht opgeworpen : de rechtzoekende mag dan de onmiddellijke beëindiging van de vervolging verwachten.
De deux choses l'une. Soit il existe un système où face à une vraie nullité, celle-ci doit être invoquée devant la juridiction à qui le législateur a donné le pouvoir exorbitant d'annuler les actes du juge d'instruction. M. de Codt rappelle qu'en 1998, le législateur a en effet donné à la chambre du conseil et à la chambre des mises en accusation le pouvoir d'annuler des actes du juge d'instruction. Il faut donc qu'elles exercent ce pouvoir. À défaut d'être saisies, dans le système préconisé par M. de Codt, le demandeur sera forclos de soulever ladite nullité.
Van twee dingen één. Ofwel bestaat er een systeem waarin, wanneer men met een echte nietigheid geconfronteerd wordt, deze moet opwerpen voor het rechtscollege waaraan de wetgever de buitenissige bevoegdheid heeft gegeven de handelingen van de onderzoeksrechter te vernietigen. De heer de Codt herinnert eraan dat de wetgever in 1998 immers de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid heeft gegeven handelingen van de onderzoeksrechter te vernietigen. Indien zij niet worden geadieerd, dan zal de eiser in het systeem dat de heer de Codt verdedigt, het recht om die nietigheid op te werpen, verliezen.
Il est évident que si une réelle nullité existe dans un dossier, les prévenus n'attendent pas la fin du procès pour la soulever. Ils peuvent même interjeter appel de la décision de la chambre du conseil si celle-ci ne devait pas retenir une nullité. Il y a donc un double degré de juridiction. La proposition de loi de M. Delpérée ne vise pas à supprimer ce double degré de juridiction mais à prévoir que, si par impossible, la chambre des mises en accusation devait confirmer l'ordonnance de la chambre du conseil rejetant cette exception de nullité alors le pourvoi sera renvoyé à la fin du procès. Le règlement de la procédure est un mécanisme de couverture général des nullités.
Het spreekt vanzelf dat indien een dergelijke nietigheid in een dossier aanwezig is, de beklaagden niet wachten tot het einde van het proces om ze op te werpen. Ze kunnen zelfs beroep aantekenen tegen de beslissing van de raadkamer indien zij de nietigheid verwerpt. Er is dus een rechtspraak in dubbele aanleg. Het voorstel van de heer Delpérée strekt niet om die dubbele aanleg van rechtspraak op te heffen, maar om erin te voorzien dat, indien tegen alle waarschijnlijkheid in, de kamer van inbeschuldigingstelling van de raadkamer, die de exceptie van nietigheid verwerpt, mocht bevestigen, het cassatieberoep naar het einde van het proces wordt verwezen. De regeling van de rechtspleging is een mechanisme van algemene dekking van de nietigheden.
Par ailleurs, M. de Codt confirme que la crainte que tout le procès pourrait devenir nul en fin de parcours (« effet domino à rebours ») est une crainte chimérique. Cela n'arrive jamais car la procédure est organisée de manière telle que la nullité réelle est soulevée au moment voulu. Par contre, ce qui arrive souvent, c'est le fait d'invoquer des prétendues nullités devant respectivement la chambre du conseil, la chambre des mises et la Cour de cassation générant ainsi un règlement de la procédure qui peut durer deux à trois ans. Ceci profite essentiellement à la délinquance financière.
Overigens bevestigt de heer de Codt dat de vrees dat elk proces op het einde van het traject nietig kan worden (« omgekeerd domino-effect ») ongegrond is. Dat gebeurt nooit, omdat de rechtspleging zo georganiseerd is dat de reële nietigheid op het gewilde tijdstip wordt opgeworpen. Wat daarentegen vaak gebeurt, is dat men vermeende nietigheden werpt, respectievelijk voor de raadkamer, de kamer van inbeschuldigingstelling en het Hof van Cassatie, wat maakt dat de regeling van de rechtspleging twee tot drie jaar kan duren. Dat is vooral voordelig voor de financiële delinquentie.
5-1832/4 - 2012/2013
( 22 )
L'intervenant rappelle que même en droit belge, il existe d'autres mécanismes de couverture des nullités. Ainsi, dans les affaires d'assises, les nullités doivent être soulevées in limine litis conformément à l'article 291 du Code d'instruction criminelle :
Spreker herinnert eraan dat er zelfs in het Belgisch recht andere mechanismen voor de dekking van de nietigheden bestaan. In assisenzaken bijvoorbeeld, moeten de nietigheden in limine litis worden opgeworpen, overeenkomstig artikel 291 van het Wetboek van strafvordering :
« Avant qu'il soit procédé à la lecture visée à l'article 292, les parties doivent préciser par conclusions les moyens visés à l'article 235bis qu'elles peuvent soumettre au juge du fond. La cour statue immédiatement sur ceux-ci. La demande en cassation de cet arrêt est formée en même temps que la demande en cassation de l'arrêt définitif visée à l'article 359. »
« De partijen dienen, vooraleer tot de voorlezing bedoeld in artikel 292 wordt overgegaan, de middelen bedoeld in artikel 235bis die zij aan de feitenrechter kunnen onderwerpen bij conclusie te omschrijven. Het hof doet daarover onmiddellijk uitspraak. De eis tot cassatie tegen dit arrest wordt ingesteld samen met de eis tegen het eindarrest, bedoeld in artikel 359. »
Une fois que l'acte d'accusation a été lu, il n'est plus possible de soulever une nullité.
Zodra de akte van beschuldiging is voorgelezen, is het niet meer mogelijk een nietigheid op te werpen.
Pourquoi ce mécanisme de couverture de nullités simple et sain ne pourrait-il pas s'appliquer pour les audiences correctionnelles ? Est-il si exorbitant de demander à celui qui se plaint d'une nullité qu'il connait depuis bien longtemps de la soulever à la première audience ? Il s'agit d'un principe de loyauté des débats.
Waarom zou dat eenvoudig en gezond mechanisme tot dekking van de nietigheden niet toepasselijk kunnen zijn op de correctionele terechtzittingen ? Is het zo buitensporig aan wie zich beklaagt over een nietigheid die hij al heel lang kent, te vragen ze op te werpen op de eerste terechtzitting ? Het gaat om een principe van loyaliteit van de debatten.
À la question posée par M. Mahoux, M. de Codt indique qu'il n'y pas de contradiction. L'intervenant indique qu'on progresserait déjà au niveau de la cohérence si on prévoyait une réelle purge des nullités. En effet, aujourd'hui, la nullité qui est plaidée en chambre du conseil peut être réitérée devant le juge du fond pour autant qu'elle n'ait pas été examinée en chambre des mises en accusation conformément à l'article 235bis, § 5, du Code d'instruction criminelle :
Op de vraag van de heer Mahoux antwoordt de heer de Codt dat er geen tegenstrijdigheid is. Spreker verklaart dat men reeds vooruitgang zou boeken inzake coherentie indien men in een werkelijke zuivering van de nietigheden voorzag. Vandaag kan immers de nietigheid waarover in de raadkamer wordt gepleit, opnieuw worden opgeworpen voor de feitenrechter, op voorwaarde dat ze niet in de kamer van inbeschuldigingstelling is onderzocht overeenkomstig artikel 235bis, § 5, van het Wetboek van strafvordering :
« § 5. Les irrégularités, omissions ou causes de nullités visées à l'article 131, § 1er, ou relatives à l'ordonnance de renvoi, et qui ont été examinées devant la chambre des mises en accusation ne peuvent plus l'être devant le juge du fond, sans préjudice des moyens touchant à l'appréciation de la preuve (...). »
« § 5. De onregelmatigheden, verzuimen of nietigheden als bedoeld in artikel 131, § 1, of met betrekking tot de verwijzingsbeschikking die door de kamer van inbeschuldigingstelling zijn onderzocht, kunnen niet meer opgeworpen worden voor de feitenrechter, behoudens de middelen die verband houden met de bewijswaardering (...). »
À tout le moins, il faudrait modifier cette règle et prévoir qu'une fois que la nullité a été plaidée et rejetée, devant quelque juridiction d'instruction que ce soit, elle ne peut plus être soulevée devant la juridiction de fond. Cela constituerait déjà un progrès dans la cohérence du système.
Men zou op zijn minst die regel moeten veranderen en ervoor moeten zorgen dat zodra de nietigheid behandeld en verworpen is door wat voor onderzoeksgerecht ook, ze niet meer kan worden opgeworpen voor het feitengerecht. Dat zou al een vooruitgang zijn in de coherentie van het systeem.
La philosophie du système prévu dans la présente proposition de loi ainsi que dans l'avant-projet de loi du ministre de la Justice vise à différer le pourvoi car la contestation en fin de procès aura souvent perdu de son intérêt : soit la preuve n'a pas servie au procès, soit cette preuve est en rapport avec une prévention qui a fait l'objet d'un acquittement. La proposition est donc la suivante : le pourvoi contre l'arrêt de la chambre des mises en accusation statuant sur une nullité d'un acte
De filosofie van het systeem waarin dit wetsvoorstel, alsook het voorontwerp van wet van de minister van Justitie voorziet, strekt om het cassatieberoep uit te stellen, omdat de betwisting op het einde van het proces vaak niet meer zo belangrijk zal zijn : ofwel is het bewijs in het proces niet gebruikt, ofwel heeft dat bewijs te maken met een tenlastelegging waarvoor vrijspraak is verleend. Het voorstel is dus het volgende : het cassatieberoep tegen het arrest van de
( 23 )
5-1832/4 - 2012/2013
de l'instruction préparatoire sera désormais un pourvoi différé. En d'autres termes, il reviendra de former ce pourvoi en même temps que le pourvoi contre l'arrêt de condamnation. Le pourvoi immédiat aujourd'hui ne rend pas un service de purge, il ralentit les procédures.
kamer van inbeschuldigingstelling dat beslist over een nietigheid van een handeling van het gerechtelijk onderzoek wordt voortaan een uitgesteld cassatieberoep. Men zal met andere woorden dat cassatieberoep moeten instellen tegelijk met het cassatieberoep tegen het arrest van de veroordeling. Het onmiddellijk cassatieberoep bewijst vandaag geen dienst van zuivering, het vertraagt de rechtsgang.
Par rapport à l'accessibilité du justiciable et au droit à un recours effectif garanti par l'article 13 de la CEDH, M. de Codt rappelle tout d'abord que le pourvoi en cassation devant le Conseil d'État lui doit être signé par un avocat. Pourquoi cette condition ne vaudrait-elle pas pour la Cour de cassation ?
In verband met de toegankelijkheid voor de rechtzoekende en met het recht op een werkelijk hoger beroep dat gewaarborgd is bij artikel 13 van het EVRM, herinnert de heer de Codt er eerst en vooral aan dat het cassatieberoep voor de de Raad van State door een advocaat ondertekend moet zijn. Waarom zou die voorwaarde niet gelden voor het Hof van Cassatie ?
En outre, M. de Codt estime que si la situation actuelle devait perdurer, il y aurait certainement atteinte à l'article 13 de la CEDH car « l'excès de recours tue le recours ». À ce jour, lorsqu'un projet d'arrêt en matière pénale est déposé au greffe, une fixation n'est possible qu'à partir de septembre 2014. Il y a également une limite humaine dans le traitement des arrêts car il n'est pas possible d'avoir la même attention intellectuelle lorsqu'il faut rendre quarante arrêts par audience. Aujourd'hui, on ne fixe pas plus de vingt-cinq affaires par audience, ce qui augmente sensiblement l'arriéré. En matière pénale, c'est d'autant plus grave que le recours est suspensif et qu'il n'y a forcément plus aucun intérêt à faire exécuter une peine après deux ans. Ce n'est d'ailleurs pas un hasard si des procédures alternatives se développent comme la transaction, le plea bargaining, le plea guilty ou la comparution sur reconnaissance immédiate de culpabilité. Or, on peut s'interroger quant au respect du principe d'égalité dans ces procédures alternatives. L'intervenant ne croit pas que le législateur souhaite arriver à un système judiciaire tel qu'il existe aux États-Unis.
Tevens meent de heer de Codt dat als de huidige toestand blijft bestaan, er ongetwijfeld sprake zou zijn van schending van artikel 13 EVRM omdat een overdaad aan hoger beroep het hoger beroep teniet doet. Wanneer vandaag een ontwerp van een arrest in strafzaken wordt ingediend bij de griffie, dan kan pas een rechtsdag worden vastgesteld vanaf september 2014. Er is ook een menselijke beperking in de behandeling van de arresten, want het is niet mogelijk dezelfde intellectuele aandacht aan te houden wanneer men veertig arresten per terechtzitting moet vellen. Vandaag legt men niet meer dan vijfentwintig zaken per terechtzitting vast, wat de achterstand aanzienlijk doet oplopen. In strafzaken is dat des te erger omdat het hoger beroep er een opschortende werking heeft en het uiteraard niet zinvol meer is een straf na twee jaar te laten uitvoeren. Het is overigens geen toeval dat er zich alternatieve procedures ontwikkelen, zoals de minnelijke schikking, plea bargaining, plea guilty of verschijning met onmiddellijke erkenning van schuld. Die alternatieve trajecten doen echter vragen rijzen over de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel. Spreker gelooft niet dat de wetgever tot een gerechtelijk stelsel zoals dat in de Verenigde Staten bestaat wil komen.
Quant à la possibilité d'instaurer un système qui permettrait à la Cour de cassation de vider sa saisine dès qu'un moyen contiendrait des éléments de fait, M. de Codt précise tout d'abord que les faits constatés par le juge du fond doivent être tenus pour constants. La Cour de cassation connaît du fait mais tel qu'il a été établi par le juge du fond. L'intervenant s'interroge donc sur la raison pour laquelle tant de mémoires et de moyens méconnaissent cette règle en soutenant des positions qui contredisent ce que le juge du fond a constaté en fait. Une formation en technique de cassation est donc nécessaire.
In verband met de mogelijkheid om een systeem in te stellen waardoor het Hof van Cassatie zijn adiëring ongedaan kan maken zodra een middel feitelijke aspecten bevat, wijst de heer de Codt er eerst en vooral op dat de door de feitenrechter vastgestelde feiten onveranderlijk moeten worden geacht. Het Hof van Cassatie neemt kennis van het feit, maar dan zoals het door de feitenrechter is vastgesteld. Spreker vraagt zich dus af waarom zoveel memories en middelen die regel in de wind slaan en standpunten innemen die tegenspreken wat de feitenrechter als feit heeft vastgesteld. Een opleiding in de techniek van cassatie is dus een noodzaak.
Enfin, en ce qui concerne la pratique existante dans d'autres pays, M. de Codt indique qu'en France il existe un système de couverture des nullités tempo-
Wat de praktijk in andere landen betreft, wijst de heer de Codt erop dat er in Frankrijk een systeem van tijdelijke dekking van de nietigheden bestaat. De
5-1832/4 - 2012/2013
( 24 )
relle. Le prévenu a six mois pour soulever la nullité dès qu'il en a connaissance.
beklaagde heeft zes maanden om de nietigheid op te werpen zodra hij er kennis van heeft.
Quant au risque de pourvois en cassation en cascade qui existe en matière civile, il est nul en matière pénale car toutes les parties n'ont que quinze jours à dater de la prononciation de l'arrêt pour former un pourvoi en cassation.
Het risico op opeenvolgende cassatieberoepen, zoals dat in burgerlijke zaken bestaat, is onbestaande in strafzaken, omdat alle partijen slechts vijftien dagen vanaf de uitspraak van het arrest hebben om cassatieberoep aan te tekenen.
M. Vastersavendts se demande si le projet de loi qui sera déposé répondra aux préoccupations de M. de Codt.
De heer Vastersavendts vraagt zich af of het wetsontwerp dat zal worden ingediend tegemoetkomt aan de bekommernissen van de heer de Codt.
La ministre (par la voix de son représentant) souligne que les rapports annuels successifs de la Cour de cassation ont été une source d'inspiration pour l'élaboration du projet de loi en question. Celui-ci se fait largement l'écho des recommandations formulées dans le rapport annuel ainsi que des positions défendues par les représentants de la Cour de cassation lors de la présentation du dernier rapport annuel à la Chambre des représentants. La proposition de loi à l'examen est d'ailleurs similaire en de nombreux points au projet de loi.
De (vertegenwoordiger van de) minister wijst erop dat de opeenvolgende jaarverslagen van het Hof van Cassatie een inspiratiebron vormden voor het opstellen van het betreffende wetsontwerp. De aanbevelingen in het jaarverslag en de pleidooien die door de vertegenwoordigers van het Hof van Cassatie werden gehouden in de Kamer van volksvertegenwoordigers tijdens de toelichting van het laatste jaarverslag zijn grotendeels overgenomen in het wetsontwerp. Het voorliggende wetsvoorstel loopt trouwens in grote mate gelijk met het wetsontwerp.
M. Laeremans souhaite connaître le calendrier prévu pour cet avant-projet de loi. Il lui semble opportun de lier la discussion sur la proposition de loi à l'examen à celle sur l'avant-projet de loi, dès que celui-ci aura été déposé. En effet, discuter des deux textes séparément serait, selon lui, un double travail.
De heer Laeremans vraagt naar de timing van het wetsontwerp. Het lijkt hem verstandig de bespreking van voorliggend wetsvoorstel te koppelen aan het wetsontwerp zodra dat is ingediend. Als men beiden immers los van elkaar bespreekt, lijkt dat dubbel werk.
Le représentant de la ministre répond que le texte de l'avant-projet du gouvernement est actuellement à l'examen au Conseil d'État.
De vertegenwoordiger van de minister antwoordt dat de tekst van het voorontwerp van de regering voorligt bij de Raad van State.
M. Delpérée rappelle que sa proposition de loi a été déposée en décembre 2012 et est discutée pour le moment. Elle a préalablement été discutée avec la Cour de cassation.
De heer Delpérée herinnert eraan dat zijn wetsvoorstel in december 2012 werd ingediend en nu besproken wordt. Het werd van tevoren met het Hof van Cassatie besproken.
L'avant-projet de loi de la ministre Turtelboom sur le même sujet est actuellement examiné par le Conseil d'État et fera l'objet ultérieurement d'un dépôt à la Chambre des représentants. L'intervenant s'interroge toutefois sur la raison pour laquelle le ministre n'a pas amendé la présente proposition.
Het voorontwerp van wet van minister Turtelboom over hetzelfde thema wordt nu door de Raad van State onderzocht en zal daarna worden ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. Spreker vraagt zich echter af waarom de minister dit voorstel niet heeft geamendeerd.
Mme Talhaoui se rallie à ce point de vue. Les sénateurs ont accompli un travail considérable, dont il serait dommage de ne pas tenir compte. L'intervenante se réfère également à la proposition de loi de M. Anciaux supprimant le titre d'avocat à la Cour de cassation.
Mevrouw Talhaoui sluit zich hierbij aan. De senatoren hebben veel werk verricht en het zou spijtig zijn daar geen rekening mee te houden. Spreekster verwijst ook naar het wetsvoorstel van de heer Anciaux met betrekking tot de afschaffing van de advocaten bij het Hof van Cassatie.
Mme Khattabi souligne que la même discussion a eu lieu à propos de la proposition 5-447. Elle souhaite que la décision qui sera prise aujourd'hui par la commission soit également applicable pour le traitement de sa proposition de loi relative au sexisme car en l'espèce la ministre de l'Intérieur n'a même pas encore déposé d'avant-projet de loi.
Mevrouw Khattabi benadrukt dat dezelfde discussie al eens werd gevoerd met betrekking tot voorstel nr. 5447. Zij wenst dat de beslissing die de commissie vandaag zal nemen ook van toepassing is op de behandeling van haar voorstel met betrekking tot seksisme. De minister van Binnenlandse Zaken heeft blijkbaar nog geen voorontwerp van wet ingediend.
( 25 )
5-1832/4 - 2012/2013
M. Delpérée indique qu'une autre solution serait que la ministre de la justice invite un certain nombre de sénateurs à déposer une nouvelle proposition de loi qui serait alors consensuelle.
De heer Delpérée merkt op dat een andere mogelijkheid zou zijn dat de minister van Justitie een aantal senatoren oproept om een nieuw wetsvoorstel in te dienen, dat op een consensus berust.
B. Audition du 19 juin 2013 de représentants de l'Ordre des barreaux francophones et germanophone (OBFG) et de l'Orde van Vlaamse Balies (OVB)
B. Hoorzitting van 19 juni 2013 met de vertegenwoordigers van de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » (OBFG) en de Orde van Vlaamse Balies (OVB)
1. Exposé de M. Robert De Baerdemaeker, président de l'Ordre des barreaux francophones et germanophone
1. Uiteenzetting door de heer Robert De Baerdemaeker, voorzitter van de « Ordre des barreaux francophones et germanophone »
M. De Baerdemaeker signale que l'OBFG a déjà eu l'occasion d'examiner l'avant-projet de loi portant modernisation de la procédure en cassation préparé par la ministre de la Justice (le texte de l'avant-projet figure en annexe au présent rapport). Compte tenu de certaines similitudes entre l'avant-projet de loi et la présente proposition de loi, l'OBFG fera part des observations générales formulées au sujet de l'avantprojet de loi de la ministre de la Justice et complètera son intervention par plusieurs observations techniques à la proposition de loi 5-1832/1 de M. Delpérée.
De heer De Baerdemaeker vertelt dat de OBFG het voorontwerp van wet, voorbereid door de minister van Justitie (de tekst van het voorontwerp gaat als bijlage bij dit verslag) met betrekking tot de modernisering van de cassatieprocedure, al heeft kunnen inkijken. Er zijn gelijkenissen tussen het voorontwerp van wet en dit wetsvoorstel en de OBFG zal dan ook algemene opmerkingen meedelen over het voorontwerp van de minister van Justitie. Ter vervollediging volgen daarna nog een aantal technische opmerkingen over wetsvoorstel nr. 5-1832/1 van de heer Delpérée.
L'intervenant précise donc que les références citées dans la note reproduite ci-dessous portent sur l'avantprojet de loi mais le contenu des observations s'applique mutatis mutandis à la proposition de loi no 5-1832/1.
Spreker verduidelijkt dat de verwijzingen in de hieronder gepubliceerde nota betrekking hebben op het voorontwerp van wet, maar dat de inhoud van de opmerkingen mutatis mutandis van toepassing zijn op wetsvoorstel nr. 5-1832/1.
À titre de préambule, l'intervenant souhaite faire remarquer le droit pénal a fortement évolué ces dernières années et s'est complexifié. La présente problématique constitue également un débat de société : faut-il maintenir le système, le restreindre ou le cadrer ?
Alvorens te beginnen, wil spreker nog opmerken dat het strafrecht de voorbije jaren veel geëvolueerd is en complexer geworden is. Deze problematiek is ook een onderwerp van discussie binnen de samenleving : moet het systeem behouden worden, beperkt of hervormd ?
a) Observations générales
a) Algemene opmerkingen
L'exposé des motifs de l'avant-projet de loi
De memorie van toelichting bij het voorontwerp van wet
Selon l'exposé des motifs, l'objectif de la réforme est de deux ordres :
Volgen de memorie van toelichting, heeft de hervorming twee doelen :
— renforcer et créer les règles procédurales nécessaires à l'exercice efficace des missions de la Cour de cassation qui découlent de la nature du pourvoi en cassation;
— de procedureregels versterken en invoeren die nodig zijn om de opdracht van het Hof van Cassatie, die voortvloeit uit de aard van de voorziening in cassatie, efficiënt te volbrengen;
— éviter la paralysie de la Cour de cassation qui est confrontée à un afflux de plus en plus considérable de pourvois en matière pénale.
— ervoor zorgen dat het Hof van Cassatie niet verlamd raakt, aangezien er steeds meer cassatieberoepen in strafzaken worden ingediend.
L'afflux de pourvois n'est cependant pas une réalité. Les quelques chiffres avancés ne sont guère significatifs. Comme le constate l'exposé des motifs à partir
In de praktijk is er echter geen sprake van een toevloed aan voorzieningen in cassatie. De weinige cijfers die naar voren worden geschoven zijn niet
5-1832/4 - 2012/2013
( 26 )
des chiffres des années 2010 et 2011 figurant dans les rapports de la Cour, les affaires pénales représentent 60 % du contentieux global dévolu à la Cour. Cette proportion est constante. En remontant à 2004, première année complète de publication du rapport par année civile et non plus judiciaire, on obtient en effet la comparaison suivante :
significant. Zoals wordt vastgesteld in de memorie van toelichting aan de hand van de cijfers van 2010 en 2011 die in de verslagen van het Hof staan, vertegenwoordigen de strafzaken 60 % van het totaal aantal geschillen die door het Hof worden behandeld. Deze verhouding is constant. Als men terugkeert tot 2004, het eerste volledige jaar waarin het verslag verscheen per kalenderjaar en niet meer per gerechtelijk jaar, ziet men de volgende cijfers :
2004 : 1 750 sur 2 802 = 62,5 %
2004 : 1 750 op 2 802 = 62,5 %
2005 : 1 713 sur 2 772 = 61,8 %
2005 : 1 713 op 2 772 = 61,8 %
2006 : 1 697 sur 2 849 = 59,6 %
2006 : 1 697 op 2 849 = 59,6 %
2007 : 1 907 sur 3 045 = 62,6 %
2007 : 1 907 op 3 045 = 62,6 %
2008 : 1 939 sur 3 091 = 62,7 %
2008 : 1 939 op 3 091 = 62,7 %
2009 : 1 922 sur 3 145 = 61,1 %
2009 : 1 922 op 3 145 = 61,1 %
2010 : 2 152 sur 3 577 = 60,10 %
2010 : 2 152 op 3 577 = 60,10 %
2011 : 2 068 sur 3 486 = 59,3 %
2011 : 2 068 op 3 486 = 59,3 %
2012 : 2 093 sur 3 365 = 62,2 %
2012 : 2 093 op 3 365 = 62,2 %
En réalité le nombre de pourvois en matière pénale augmente dans la même proportion que dans les autres matières. Simplement 60 % des pourvois sont dévolus à la seule deuxième chambre (qui connaît des pourvois en matière répressive) tandis que les 40 autres sont dévolus à la première et la troisième chambre. Il ne semble guère y avoir eu de réflexion sur les moyens humains mis à la disposition de la Cour de cassation et de la deuxième chambre en particulier.
In werkelijkheid stijgt het aantal voorzieningen in strafzaken dus evenredig met de aantallen in andere soorten zaken. 60 % van de beroepen worden echter toegewezen aan de tweede kamer, die strafzaken behandelt, terwijl de overige 40 % naar de eerste en derde kamer gaan. Men heeft blijkbaar nauwelijks aandacht besteed aan de menselijke middelen waarover het Hof van Cassatie en de tweede kamer in het bijzonder kan beschikken.
La deuxième chambre ne compte pas proportionnellement plus de magistrats que les deux autres (il est vrai cependant que, de l'aveu même d'un des avocats généraux, le temps consacré, par exemple, par cette chambre au contrôle d'office est limité (D. Vandermeersch, « Cassation en matière pénale, plaidoyer pour des moyens de cassation affutés et pertinents », JT, 2013, p. 21).
De tweede kamer telt proportioneel niet méér magistraten dan de andere twee kamers. Het is wel zo, weten we van één van de advocaten-generaal, dat de tijd die deze kamer besteedt aan ambtshalve controle, beperkt is (D. Vandermeersch, « Cassation en matière pénale, plaidoyer pour des moyens de cassation affutés et pertinents », JT, 2013, blz. 21).
Par ailleurs, le nombre de référendaires qui lui est alloué n'est que de deux sur un total de quinze.
Het aantal referendarissen dat aan deze kamer is toegewezen, is trouwens ook maar twee op een totaal van vijftien.
De manière générale, alors que le nombre total des pourvois augmente, la Cour ne semble pas solliciter de moyens nouveaux en termes de magistrats. Tout au plus, dans son rapport 2012, est-il fait état de la demande faite à la ministre de la Justice de « revoir le nombre de collaborateurs judiciaires et administratifs » (page 74).
In het algemeen kan men stellen dat het Hof, hoewel het totale aantal beroepen stijgt, niet lijkt te vragen om bijkomende middelen wat magistraten betreft. Alleen wordt er in het verslag 2012 aan de minister van Justitie gevraagd om het aantal gerechtelijke en administratieve medewerkers te herzien (blz. 74).
Par ailleurs, seize pourvois de plus en 2011 que l'année précédente et vingt-cinq en 2012 par rapport à 2011 ne permettent pas de parler d'afflux massif.
Als men ziet dat er zestien beroepen meer zijn in 2011 dan in het jaar daarvoor en vijfentwintig meer in 2012 vergeleken met 2011, kan men trouwens niet echt van een massale toevloed spreken.
( 27 )
5-1832/4 - 2012/2013
En outre, les chiffres donnés en page 5 de l'exposé des motifs ne reprennent que les années 2007 à 2011 pour justifier de « l'augmentation régulière des pourvois en matière répressive » laquelle exposerait la Cour de cassation « à l'asphyxie ». En effet, il résulte des chiffres qui précèdent une diminution du nombre de pourvois en 2005, 2006 (ainsi qu'en 2009) !
De cijfers die op blz. 5 van de memorie van toelichting worden gegeven, beslaan overigens alleen de jaren 2007 tot 2011 om te illustreren hoe de beroepen in strafzaken blijven toenemen, waardoor het Hof van Cassatie « verlamd » zou raken. Wanneer men alle cijfers bekijkt, ziet men een daling van het aantal voorzieningen in beroep in 2005 en 2006 (en ook in 2009) !
L'explication donnée à cette prétendue inflation n'est pas convaincante et ne tient pas compte de l'inflation d'incrimination dans les matières les plus diverses (droit pénal social, de l'urbanisme et de l'environnement, groupes terroristes, etc.).
De verklaring die voor deze zogenaamde inflatie wordt gegeven, is niet overtuigend en houdt geen rekening met de inflatie van beschuldiging in de meest diverse zaken (sociaal strafrecht, urbanisme en milieurecht, terroristische groeperingen, enz.).
— L'absence de formalisme procédural pour les pourvois en matière répressive n'est pas nouveau, loin s'en faut !
— Het gebrek aan formalisme in de procedure voor het beroep in strafzaken is niet nieuw, integendeel !
— La disparition des « barrières classiques » telle « l'abolition » (sic) de la signification par la Cour constitutionnelle ne l'explique pas davantage. En réalité, on ne constate aucune corrélation significative entre la disparition de prétendues barrières et l'augmentation du nombre de pourvoi. Au contraire, pour reprendre l'exemple cité par l'exposé des motifs, c'est par son arrêt du 30 juin 2004 que la Cour constitutionnelle, répondant à une question préjudicielle, a décidé qu'il y avait violation des articles 10 et 11 de la Constitution dès lors que, en application de l'article 418 du Code d'instruction criminelle, la partie civile a l'obligation de signifier sa déclaration de pourvoi alors que le prévenu n'y est pas tenu. Or le nombre des pourvois a diminué en 2005 et 2006. La Cour de cassation n'indique pas dans ses rapports avoir constaté un afflux de pourvois des parties civiles. La disparition en 1997 d'une autre « barrière », soit l'obligation pour la partie civile ou le civilement responsable de faire appel à un avocat à la Cour de cassation pour déposer un mémoire à l'appui de son pourvoi, n'avait alors pas eu davantage d'effet significatif sur le nombre de pourvois.
— Dit wordt ook niet verklaard door het verdwijnen van de « klassieke hindernissen » zoals de afschaffing van de betekening door het Grondwettelijk Hof. Eigenlijk stelt men geen enkel betekenisvol verband vast tussen de verdwijning van de zogenaamde hindernissen en de stijging van het aantal beroepen. Integendeel, om een voorbeeld te gebruiken dat ook in de memorie van toelichting wordt vermeld : het Grondwettelijk Hof heeft met een arrest van 30 juni 2004, als antwoord op een prejudiciële vraag, beslist dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden worden wanneer men, met toepassing van artikel 418 van het Wetboek van strafvordering, de burgerlijke partij verplicht om haar verklaring van cassatieberoep te betekenen, terwijl de beklaagde dat niet hoeft te doen. Het aantal cassatieberoepen daalde in 2005 en in 2006. Het Hof van Cassatie zegt in zijn verslagen niet dat het een toevloed van betekeningen van burgerlijke partijen heeft gezien. De verdwijning in 1997 van een andere hindernis, namelijk de verplichting voor de burgerlijke partij of de burgerlijk aansprakelijke om een beroep te doen op een advocaat bij het Hof van Cassatie teneinde een memorie in te dienen ter ondersteuning van het beroep, had ook geen duidelijke invloed op het aantal beroepen.
Dans un autre ordre d'idée, en matière de libération conditionnelle, l'obligation introduite par la loi du 6 février 2009 d'introduction du pourvoi seulement par un avocat n'a pas eu non plus d'effet significatif sur le nombre de pourvois.
Wat de voorwaardelijke invrijheidstelling betreft, heeft de verplichting die is opgelegd door de wet van 6 februari 2009 om bij het aantekenen van beroep een advocaat in te schakelen, evenmin een duidelijke invloed gehad op het aantal beroepen.
Enfin, à défaut de chiffres concernant la répartition des pourvois par matière (Code d'instruction criminelle et lois particulières hors Code d'instruction criminelle), il n'est pas possible de vérifier qu'il y aurait, comme l'indique l'exposé des motifs, une véritable « multiplication des recours hors matière criminelle ». En réalité, on ne peut que constater (et on retrouve implicitement ce constat en page 72 du rapport 2012 de la Cour de cassation), que l'effet de la disparition de ces barrières ou de l'entrée en vigueur de
Aangezien men niet over cijfers beschikt die het aantal voorzieningen in beroep opdelen naar gelang van de materie (Wetboek van strafvordering, bijzondere wetten die buiten het Wetboek van strafvordering vallen), is het onmogelijk na te gaan of er — zoals in de memorie van toelichting staat — echt een grote toename is van beroepen buiten de strafzaken. In werkelijkheid stelt men vast (men vindt die vaststelling ook impliciet op blz. 72 van het verslag 2012 van het Hof van Cassatie) dat de verdwijning van de
5-1832/4 - 2012/2013
( 28 )
nouvelles législations pénales importantes se lisse dans le temps puisque la moyenne de 60 % de pourvois en matière répressive par rapport au nombre total de pourvois est restée constante.
hindernissen en de inwerkingtreding van belangrijke nieuwe wetgeving met betrekking tot strafzaken geen plotse gevolgen hebben gehad, aangezien de 60 % van de voorzieningen in beroep op strafrechtelijk vlak een constante verhouding blijft ten opzichte van het totale aantal voorzieningen in beroep.
— L'exposé des motifs (préparé par un comité de travail composé entre autres d'un président de chambre de la Cour de cassation et d'un avocat général), considère la jurisprudence européenne comme « un facteur puissant d'augmentation des pourvois ». Il est vrai que, pour reprendre le titre d'un quotidien il y a quelques années, « Strasbourg gifle la Cour de cassation ». La Cour de cassation ne peut ignorer que les espérances des plaideurs ne sont pas toujours vaines. Ceci étant, cette affirmation n'est encore une fois pas étayée. Un bref examen des tables des arrêts rendus par la Cour ces dix dernières années ne le démontre pas. Ici aussi, se produit sans doute un effet de lissage dans le temps dû à l'intégration de la jurisprudence de la Cour européenne sur une question donnée.
— De memorie van toelichting (voorbereid door een werkgroep waar onder andere een kamervoorzitter van het Hof van Cassatie en een advocaat-generaal deel van uitmaakten) beschouwt de Europese rechtspraak als een belangrijke factor in de stijging van het aantal cassatieberoepen. Het klopt dat, zoals er een paar jaar geleden in de krant stond, Straatsburg het Hof van Cassatie op de vingers tikt. Het Hof van Cassatie kan niet ontkennen dat de hoop van de pleiters niet altijd tevergeefs is. Toch is ook deze bewering niet voldoende onderbouwd. Een kort onderzoek van de tabellen van de arresten die het Hof de tien voorbije jaren heeft uitgesproken, blijkt dit niet te bewijzen. Ook hier is er na een tijdje waarschijnlijk sprake van een vervlakkingseffect dat te wijten is aan de integratie van de Europese rechtspraak over een bepaald onderwerp.
— Il est sans doute exact que la mission de la Cour est mal connue des justiciables : la Cour de cassation n'est en effet pas un troisième degré de juridiction. Il n'y a pas d'obligation du demandeur de déposer un mémoire à l'appui de son pourvoi. Dans 40 % des cas, il n'y a pas de mémoire. La Cour n'est tenue d'examiner les éventuels moyens d'office que si le pourvoi émane du prévenu. Dans les autres cas, le pourvoi est rejeté sans autre examen. Il aurait été intéressant de connaître, le pourcentage de pourvois émanant du prévenu où la Cour est tenue à cet examen d'office par rapport au total des pourvois sans mémoire.
— Het klopt ongetwijfeld dat de opdracht van het Hof niet goed gekend is bij de rechtzoekenden : het Hof van Cassatie is geen derde aanleg. De verzoeker is niet verplicht een memorie in te dienen ter ondersteuning van het beroep. In 40 % van de gevallen is er geen memorie. Het Hof is alleen verplicht de eventuele ambtshalve middelen te bestuderen als het cassatieberoep uitgaat van de beklaagde. In de andere gevallen wordt het beroep zonder verder onderzoek verworpen. Het zou interessant zijn te weten welk percentage van het totale aantal beroepen zonder memorie uitgaan van de beklaagde zodat het Hof het onderzoek ambtshalve moet doen.
Pour 60 % des pourvois, un mémoire est déposé à l'appui et la Cour est donc tenue de répondre aux moyens.
Voor 60 % van de beroepen wordt er een memorie ingediend en is het Hof dus verplicht te reageren op de middelen.
L'exposé des motifs (page 6) fait état de mémoires qui recopient des thèses maintes fois rejetées ce qui fait craindre « l'existence de recours dilatoires » (le pourvoi en cassation est pourtant suspensif qu'il y ait mémoire ou non) « ou introduits davantage en vue de percevoir les dividendes promérités au titre d'aide juridique que pour un authentique service de la justice. » Outre qu'un dividende suppose un capital ce qui, précisément, fait particulièrement défaut en matière d'aide juridique, cette affirmation méconnaît totalement tant l'existence du contrôle de qualité prescrit par l'article 508/8 du Code judiciaire que la réalité statistique : en effet, dans les barreaux faisant partie de l'OBFG (avocats.be), pour l'année 20112012, seuls 125 pourvois pour lesquels un mémoire à l'appui a été déposé ont été pris en compte pour l'attribution de points donnant droit à des indemnités d'aide juridique (en l'occurrence 25 points). Dans 25
De memorie van toelichting heeft het over memories die ontelbare keren verworpen zijn en toch weer gekopieerd worden, waardoor men mag vrezen voor vertragende beroepen (het cassatieberoep is nochtans opschortend, ongeacht of er een memorie is ingediend), of beroepen die bedoeld zijn om reeds verworven geldsommen te innen onder het mom van juridische bijstand, veeleer dan met de bedoeling het recht te dienen. Een dividend veronderstelt echter dat er een kapitaal aanwezig is, wat in het geval van juridische bijstand nu net ontbreekt. Bovendien houdt deze bewering geen rekening met de kwaliteitscontrole voorgeschreven door artikel 508/8 van het Gerechtelijk Wetboek, noch met de statistische realiteit. Bij de balies die deel uitmaken van de OBFG (avocats.be) werden er in 2011-2012 slechts 125 beroepen waarvoor er een memorie werd ingediend, in overweging genomen voor het toekennen van punten
( 29 )
5-1832/4 - 2012/2013
de ces dossiers (soit une proportion de un dossier sur six), un problème de qualité a été constaté lors du contrôle et les points demandés ont été réduits.
die recht geven op vergoedingen voor juridische bijstand (in dit geval 25 punten). In 25 van deze dossiers (dat is een op de zes dossiers) werd bij controle een kwaliteitsprobleem vastgesteld en werden de gevraagde punten verminderd.
Il résulte du rapport 2012 de la Cour de cassation (page 105) que le nombre de pourvois du côté francophone est resté très stable. Le nombre de mémoires déposés pour le rôle francophone était de 475 (un mémoire est déposé dans 56,49 % des pourvois). Même si les périodes de statistiques ne coïncident pas, on peut donc en déduire qu'environ 5 % des mémoires déposés seulement sont des mémoires déposés dans le cadre de l'aide juridique qui posent problème.
Uit het verslag van 2012 van het Hof van Cassatie blijkt (blz. 105) dat het aantal zaken aan Franstalige zijde zeer stabiel is gebleven. Op de Franstalige rol werden er 475 memories ingediend (er wordt in 56,49 % van de gevallen een memorie ingediend). Zelfs als de periodes van de statistieken niet overeenkomen, kan men hieruit afleiden dat ongeveer 5 % van de ingediende memories ingediend zijn in het kader van de juridische bijstand en voor problemen zorgen.
Le parallèle avec le taux de réussite des pourvois dans les matières où l'assistance d'un avocat à la Cour de cassation (41 % contre 10 % pour les pourvois en matière répressive) est répétitif dans les rapports de la Cour de cassation en même temps que son souhait de voir l'intervention d'un avocat à la Cour de cassation rendue obligatoire aussi en matière répressive.
In de verslagen van het Hof van Cassatie wordt er voortdurend op gewezen dat cassatieberoepen met bijstand van een advocaat hogere slaagkansen hebben (41 % in tegenstelling tot 10 % voor beroepen in strafzaken), en wordt ook steeds de wens herhaald dat het optreden van een advocaat ook in strafzaken verplicht zou worden.
Comme le rappellent les présidents de l'OBFG et de l'OVB dans leur courrier électronique du 28 février 2013 au chef de cabinet de madame la ministre de la Justice :
De voorzitters van de OBFG en de OVB herinneren hieraan in hun e-mail van 28 februari 2013 aan de kabinetschef van mevrouw de minister van Justitie :
« S'il a été voulu par le législateur que l'accès à la Cour de cassation ne contraigne pas les justiciables à faire appel à un avocat à la Cour de cassation, c'est évidemment en raison de la volonté politique dans notre État de droit de mettre à disposition des individus tout moyen de défense lorsqu'il s'agit de leur liberté et de leur intégrité. Cette exception est utilement complétée par l'obligation qu'a la Cour de cassation de soulever d'office toutes les régularités susceptibles d'être identifiées sur la base de l'examen que doit faire le parquet près la Cour de cassation dès l'instant où un pourvoi est introduit. L'enjeu est fondamental. »
« S'il a été voulu par le législateur que l'accès à la Cour de cassation ne contraigne pas les justiciables à faire appel à un avocat de la Cour de cassation, c'est évidemment en raison de la volonté politique dans notre État de droit de mettre à disposition des individus tout moyen de défense lorsqu'il s'agit de leur liberté et de leur intégrité. Cette exception est utilement complétée par l'obligation qu'a la Cour de cassation de soulever d'office toutes les régularités susceptibles d'être identifiées sur la base de l'examen que doit faire le parquet près la Cour de cassation dès l'instant où un pourvoi est introduit. L'enjeu est fondamental. »
Par ailleurs, M. De Baerdemaeker souligne que pour introduire un recours à la Cour européenne des droits de l'homme, il faut avoir épuisé les voies de recours en ce y compris la cassation. On peut imaginer que certains pourvois ne sont introduits qu'à cette fin. C'est une réflexion à avoir.
De heer De Baerdemaeker benadrukt nog dat men, om een beroep in te dienen bij het Europees Hof voor de rechten van de mens, wel alle rechtsmiddelen dient te hebben uitgeput, met inbegrip van Cassatie. Men kan zich voorstellen dat er soms alleen daarom beroep wordt ingesteld. Daar moet men rekening mee houden.
b) Les « Lignes de force de la réforme »
b) De « Krachtlijnen van de hervorming »
1. L'intervention requise d'un avocat pour la déclaration de pourvoi et le mémoire (articles 425 et 429 du Code d'instruction criminelle en projet — articles 24 et 28 de l'avant-projet)
1. Het verplicht optreden van een advocaat voor de verklaring van cassatieberoep en de memorie (ontworpen artikelen 425 en 429 Sv. — artikelen 24 en 28 van het voorontontwerp)
« Les avantages que pourraient représenter l'intervention obligatoire d'un avocat pour introduire un
« Les avantages que pourraient représenter l'intervention obligatoire d'un avocat pour introduire un
5-1832/4 - 2012/2013
( 30 )
pourvoi et déposer un mémoire sont évidents et doivent être encouragés. » (courrier électronique du 28 février 2013 précité des présidents de l'OBFG et de l'OVB). Là ne se situe pas le problème.
pourvoi et déposer un mémoire sont évidents et doivent être encouragés. » (voornoemde e-mail van 28 februari 2013 van de voorzitters van de OBFG en de OVB). Dat is het probleem niet.
« En revanche, la création d'une catégorie d'avocats, au sein du barreau, barreau de cassation non compris, est une transformation fondamentale qui touche à l'essence même de la profession d'avocat et mérite incontestablement que tous les aspects de la question soient examinés. Il ne faudrait quand même pas qu'on en vienne à compartimenter le barreau en vertu de la loi; ce qui serait contraire à l'exercice des droits de la défense. » (loc. cit.)
« En revanche, la création d'une catégorie d'avocats, au sein du barreau, barreau de cassation non compris, est une transformation fondamentale qui touche à l'essence même de la profession d'avocat et mérite incontestablement que tous les aspects de la question soient examinés. Il ne faudrait quand même pas qu'on en vienne à compartimenter le barreau en vertu de la loi; ce qui serait contraire à l'exercice des droits de la défense. » (loc. cit.)
En effet, le projet ne prévoit pas seulement l'obligation de faire appel à un avocat pour faire la déclaration de pourvoi et déposer, le cas échéant un mémoire à l'appui du pourvoi mais il ajoute que, dans les deux cas, cet avocat doit être « titulaire d'une attestation de formation en procédure de cassation visée par le livre II, titre III, du Code d'instruction criminelle ».
Het ontwerp voorziet inderdaad niet uitsluitend in de verplichting een beroep te doen op een advocaat om de verklaring van cassatieberoep op te maken en om, in voorkomend geval, een memorie ter ondersteuning neer te leggen, maar het voegt eraan toe dat, in beide gevallen, die advocaat « houder [moet] zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in boek II, titel III, van het Wetboek van strafvordering ».
L'exposé des motifs ne justifie en rien cette exigence de formation. Au contraire, après avoir vanté les mérites de l'intervention obligatoire d'un avocat pour la déclaration de pourvoi (exposé des motifs, pages 19 à 21), il conclut de manière laconique : « Ceci étant, il est jugé nécessaire que les avocats aient suivi une formation en procédure pénale et spécialement à la technique de cassation. »
De memorie van toelichting rechtvaardigt die opleidingsvereiste geenszins. Integendeel, na de voordelen te hebben geprezen van het verplichte optreden van een advocaat voor de verklaring van cassatieberoep (memorie van toelichting, blz. 19 tot 21), besluit ze laconiek : in dat opzicht wordt het noodzakelijk geacht dat de advocaten een opleiding inzake strafprocedure hebben gevolgd en inzonderheid inzake cassatietechniek. »
Aucune explication n'est avancée pour justifier cette obligation de formation pour le dépôt du mémoire.
Er wordt geen enkele verklaring naar voren gebracht om deze opleidingsplicht te rechtvaardigen voor het neerleggen van de memorie.
L'idée avait été exprimée pour la première fois par la Cour de cassation dans son rapport 2012 (page 84) où elle préconisait comme filtre à l'afflux de pourvoi « l'intervention obligatoire d'un avocat (éventuellement titulaire d'un certificat spécial) ».
Het idee was voor het eerst geopperd door het Hof van Cassatie in zijn verslag 2012 (pagina 89) waar het als filter voor de toevloed van cassatieberoepen « de verplichte tussenkomst van een advocaat (eventueel houder van een speciaal getuigschrift) » bepleitte.
Cette obligation revient en tout cas à limiter l'accès à la justice dans une matière qui touche à la liberté individuelle, même si c'est dans une moindre mesure que l'obligation de recourir à un avocat à la Cour de cassation.
Deze verplichting komt in elk geval neer op een beperking van de toegang tot de rechter in een aangelegenheid die raakt aan de individuele vrijheid, zij het in mindere mate dan de verplichting een beroep te doen op een advocaat bij het Hof van Cassatie.
Le texte ne prévoit rien sur l'organisation de la formation elle-même : par qui ? Comment ? Durée ? ... (ce qui voudrait dire que cette matière serait réglée par arrêté royal, sans autre balise, ce qui est inacceptable).
De tekst zegt niets over de organisatie van de opleiding zelf : door wie ? Hoe ? Duur ? ... (wat zou betekenen dat deze aangelegenheid zou worden geregeld bij koninklijk besluit, zonder ander procedureel richtpunt, wat onaanvaardbaar is).
A priori la formation ne serait pas suivie d'un examen de contrôle, puisque le texte parle d'« attestation de formation » et l'exposé des motifs d'« avocats ayant suivi une formation ».
A priori zou er geen controle-examen volgen op de opleiding, aangezien de tekst het heeft over een « getuigschrift van een opleiding » en de memorie van toelichting over « advocaten [die] een opleiding [...] hebben gevolgd ».
( 31 )
5-1832/4 - 2012/2013
Et surtout, cette exigence pour la déclaration de pourvoi aura-t-elle l'effet escompté sur la diminution du nombre de pourvois ? C'est douteux.
En bovenal, zal deze vereiste voor de verklaring van cassatieberoep het verwachte effect hebben wat de vermindering van het aantal cassatieberoepen betreft ? Dat is niet zeker.
Le délai pour signer la déclaration de pourvoi est de quinze jours. Ce délai est déjà en partie « mangé » par la nécessité de commander une copie de l'arrêt.
De termijn om de verklaring van cassatieberoep te ondertekenen bedraagt vijftien dagen. Die termijn wordt reeds voor een deel « opgebruikt » door de noodzakelijke aanvraag van een kopie van het arrest.
Le plus souvent la déclaration de pourvoi est signée à titre conservatoire précisément parce que ce délai est trop court pour faire même un premier examen de ses chances de succès.
Meestal wordt de verklaring van cassatieberoep ten bewarende titel ondertekend, precies omdat die termijn te kort is om zelfs maar een eerste onderzoek te voeren naar de slaagkansen ervan.
Ce délai sera donc encore plus court si l'avocat au fond n'a pas suivi la formation en question avec l'obligation pour le justiciable de faire choix d'un autre conseil qui ne prendra sans doute pas la responsabilité, avec une connaissance forcément très superficielle sinon inexistante du dossier, de ne pas faire une déclaration de pourvoi sauf si elle lui paraît farfelue mais dans ce cas, point n'est sans doute besoin d'une formation spécifique.
Die termijn zal derhalve nog korter zijn wanneer de advocaat ten gronde de opleiding waarvan sprake niet heeft gevolgd, waardoor de rechtzoekende verplicht is om een andere raadsman te kiezen, die met een noodzakelijkerwijs erg oppervlakkige, zo niet onbestaande, kennis van het dossier ongetwijfeld niet de verantwoordelijkheid op zich zal nemen om geen verklaring van cassatieberoep te doen, behalve indien ze hem idioot lijkt, maar in dat geval is een specifieke opleiding ongetwijfeld niet vereist.
Avec comme conséquence, s'il s'agit du pourvoi du prévenu, que même si aucun mémoire n'est finalement déposé par l'avocat pourvu de l'attestation ad hoc, la Cour de cassation devra procéder à son examen des moyens à soulever d'office et que le prévenu n'a dès lors que peu ou pas de raison de s'en désister.
Met als gevolg dat, indien het om het cassatieberoep van de beklaagde gaat, zelfs indien de advocaat met het ad hoc-getuigschrift uiteindelijk geen memorie indient, het Hof van Cassatie de ambtshalve op te werpen middelen zal moeten onderzoeken, en dat de beklaagde derhalve weinig of geen reden heeft om afstand van het cassatieberoep te doen.
Un autre effet pervers de cette obligation qui vaut aussi en ce qu'elle concerne la rédaction d'un éventuel mémoire sera l'augmentation du coût pour le justiciable à tout le moins parce que l'avocat attesté devra procéder à un examen des pièces de la procédure que ne devrait pas nécessairement faire, ou pas de la même manière, l'avocat qui a assisté le justiciable au fond.
Een ander ongewenst negatief gevolg van die verplichting, die dus ook betrekking heeft op de opstelling van een eventuele memorie, zal de stijging zijn van de kosten voor de rechtzoekende, omdat de advocaat met getuigschrift toch minstens de gedingstukken zal moeten onderzoeken, wat de advocaat die de rechtzoekende ten gronde heeft bijgestaan niet noodzakelijkerwijs zou moeten doen, of toch niet op dezelfde wijze.
De manière générale, l'OBFG est réticent à l'idée de créer des catégories d'avocats.
Over het algemeen is de OBFG terughoudend ten opzichte van het idee categorieën advocaten te creëren.
2. L'obligation de faire signifier la déclaration de pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé (article 427 nouveau du Code d'instruction criminelle et 26 de l'avant-projet)
2. De verplichting de verklaring van cassatieberoep te betekenen aan de partij tegen wie het gericht is (nieuw artikel 427 Sv. en 26 van het voorontwerp)
Il s'agit ici de tirer les conséquences de l'arrêt 120/ 2004 du 30 juin 2004 de la Cour constitutionnelle.
Hiermee wordt gevolg gegeven aan arrest 120/2004 van 30 juni 2004 van het Grondwettelijk Hof.
L'obligation de faire signifier la déclaration de pourvoi aux parties contre lequel il est dirigé a été étendue au prévenu (sauf en ce qui concerne l'action publique).
De verplichting om de verklaring van cassatieberoep te betekenen aan de partijen tegen wie het gericht is, werd uitgebreid naar de beklaagde (behalve wat de publieke vordering betreft).
Comme l'avait fait remarquer la Cour constitutionnelle, la signification vise à informer du pourvoi en
Zoals het Grondwettelijk Hof had opgemerkt, beoogt de betekening de partij tegen wie het cassatie-
5-1832/4 - 2012/2013
( 32 )
cassation la partie contre laquelle il est dirigé afin de lui permettre de préparer sa défense et « il est vrai que cette information pourrait également se faire par d'autres moyens ».
beroep gericht is, kennis te geven van dat cassatieberoep, teneinde haar toe te staan haar verdediging voor te bereiden en « (...) zou die kennisgeving ook op andere wijzen kunnen geschieden ».
Les auteurs du projet n'ont pas réfléchi à ces autres moyens possibles.
De indieners van het ontwerp hebben niet aan die andere mogelijke wijzen gedacht.
Par ailleurs, à l'obligation de signification de la déclaration de pourvoi « pour tous » vient s'ajouter l'introduction de l'envoi par recommandé du mémoire à l'appui (voir infra, article 429 nouveau du Code d'instruction criminelle et 28 de l'avant-projet).
Overigens komt bij de verplichting tot betekening van de verklaring van cassatieberoep « voor iedereen » ook nog de aangetekende zending van de memorie (zie infra, nieuw artikel 429 Sv. en 28 van het voorontwerp).
Cela va avoir pour conséquence un coût non négligeable pour le prévenu (ou pour le budget de l'aide juridique si le prévenu est indigent) et une limitation supplémentaire de l'accès à la justice.
Dat zal niet te verwaarlozen kosten voor de beklaagde ten gevolge hebben (of voor het budget van juridische bijstand indien de beklaagde behoeftig is) en een bijkomende beperking van de toegang tot de rechter.
En matière civile, la requête d'appel est notifiée par le greffe aux parties intimées. Pourquoi pas la déclaration de pourvoi ? Poser la question c'est y répondre sans doute : « parce qu'une telle disposition alourdirait sensiblement ses tâches (du greffe) et impliquerait une banalisation du pourvoi. »
In burgerlijke zaken wordt het verzoekschrift betekend door de griffie van de geïntimeerden. Waarom de verklaring van cassatieberoep niet ? De vraag stellen staat ongetwijfeld gelijk aan erop antwoorden : « omdat dergelijke regeling haar taken (van de griffie) aanzienlijk zou verzwaren en een banalisering zou inhouden van het cassatieberoep. »
Et pour une raison qui n'en est pas une : la crainte d'une responsabilité des greffiers parce que « l'omission de cette signification par le greffe serait sanctionnée de l'irrecevabilité du pourvoi » ( !).
En om een reden die er geen is : de vrees voor een verantwoordelijkheid van de griffiers, omdat « het verzuimen van die kennisgeving door de griffie gestraft zou worden met de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep » ( !).
Ne serait-il pas plus judicieux de transposer la règle applicable en matière civile selon laquelle les conclusions sont communiquées à la partie adverse en même temps qu'elles sont déposées au greffe ? On prévoirait une obligation d'informer la partie adverse de la déclaration de pourvoi effectuée (le cas échéant à peine d'irrecevabilité du pourvoi), à justifier au plus tard dans le délai du dépôt du mémoire, la preuve pouvant être fournie par tous moyens (télécopie, courrier électronique, etc., avec le cas échéant adaptation des règles déontologiques : par exemple, obligation d'accuser réception si cela est demandé, ...).
Zou het niet verstandiger zijn om de regel over te nemen die van toepassing is op burgerlijke zaken volgens welke de tegenpartij kennis wordt gegeven van de conclusies op het moment dat ze ter griffie worden neergelegd ? Er zou worden voorzien in een verplichting tot kennisgeving aan de tegenpartij van de verklaring van cassatieberoep (in voorkomend geval op straffe van onontvankelijkheid van het cassatieberoep), te staven uiterlijk binnen de termijn van de neerlegging van de memorie, waarbij het bewijs kan worden geleverd met alle middelen (faxpost, e-mail, etc., met, in voorkomend geval, een aanpassing van de deontologische regels : de verplichting om ontvangst te melden wanneer dat wordt gevraagd bijvoorbeeld, ...).
3. Le fait que les moyens de cassation ne peuvent plus être formulés dans un mémoire déposé au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée dans les quinze jours de la déclaration de pourvoi (article 429 nouveau du Code d'instruction criminelle et 28 de l'avant-projet)
3. Het feit dat de cassatiemiddelen niet meer kunnen worden aangevoerd in een memorie neergelegd bij de griffie van de rechtbank die de bestreden beslissing heeft genomen binnen de termijn van vijftien dagen van de verklaring van cassatieberoep. (nieuw artikel 429 Sv. en 28 van het voorontwerp)
( 33 )
5-1832/4 - 2012/2013
Rien à dire spécialement sur ce changement (cette possibilité avait encore un sens avant 1997 puisque la partie civile pouvait déposer un tel mémoire sans devoir recourir à un avocat à la Cour de cassation).
Er valt niets bijzonders te zeggen over deze wijziging (voor 1997 had het bestaan van deze mogelijkheid nog zin aangezien de burgerlijke partij een dergelijke memorie kon neerleggen zonder een beroep te moeten doen op een advocaat bij het Hof van Cassatie).
La justification est toutefois inappropriée (voir pages 27 et 28 de l'exposé des motifs) : le dossier devra bien sûr toujours être transmis par le greffe de la juridiction attaquée au greffe de la Cour de cassation (mais sans le mémoire et ce n'était évidemment pas la tâche du greffier de « prendre acte des griefs du demandeur ou de son avocat dans la déclaration de pourvoi »).
De verantwoording houdt echter geen steek (zie blz. 27 en 28 van de memorie van toelichting) : het dossier zal natuurlijk altijd moeten worden overgezonden door de griffie van de bestreden rechtbank naar de griffie van het Hof van Cassatie (maar zonder de memorie, en het was natuurlijk niet de taak van de griffier om « akte [te] nemen van de bezwaren van de eiser [...] of van diens advocaat in de verklaring van cassatieberoep »).
4. Les délais et la forme du pourvoi (article 429 nouveau du Code d'instruction criminelle et 28 de l'avant-projet)
4. Termijnen en vorm van het cassatieberoep (nieuw artikel 429 Sv. en 28 van het voorontwerp)
Le délai pour le dépôt du mémoire à l'appui du pourvoi est toujours de deux mois mais à dater non plus de l'inscription de l'affaire au rôle de la Cour de cassation (délai tout à fait aléatoire puisqu'en pratique, il dépend de la célérité du greffe et du parquet de la juridiction qui a rendu la décision attaquée) mais de la déclaration de pourvoi.
De termijn voor de neerlegging van de memorie ter ondersteuning van het cassatieberoep bedraagt altijd twee maanden, echter niet meer vanaf de inschrijving van de zaak op de rol van het Hof van Cassatie (een erg onzekere termijn, aangezien hij in de praktijk afhangt van de werkingssnelheid van de griffie en het parket van de rechtbank die de bestreden beslissing gewezen heeft), maar vanaf de verklaring van cassatieberoep.
En soi, cette réforme a le mérite de fixer un délai clair fixé d'emblée pour le demandeur en cassation. En pratique, elle donne moins de temps à son avocat pour rédiger le mémoire ce qui est s contradictoire avec le souci de qualité. En outre, ce temps alloué à l'avocat pour prendre connaissance du dossier de la procédure en vue de rédiger un mémoire à l'appui va dépendre de la rapidité de transmission du dossier de greffe à greffe dès lors qu'en pratique, dès qu'il y aura pourvoi, le dossier ne sera plus disponible au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée.
Op zichzelf heeft deze hervorming de verdienste een duidelijke termijn te bepalen die dadelijk wordt vastgelegd voor de eiser in cassatie. In de praktijk geeft ze minder tijd aan zijn advocaat om de memorie op te stellen, wat in strijd is met de kwaliteitszorg. Bovendien zal die tijd toegekend aan de advocaat om kennis te nemen van het dossier van de rechtspleging teneinde een memorie op te stellen, afhangen van de snelheid waarmee het dossier van griffie naar griffie wordt verzonden, terwijl het in de praktijk zo is dat zodra er cassatieberoep wordt aangetekend, het dossier niet meer beschikbaar is op de griffie van de rechtbank die de bestreden beslissing genomen heeft.
Et l'expérience montre que ce ne sont pas nécessairement les greffes les plus proches géographiquement qui sont les plus rapides.
En de ervaring leert dat de dichtst bij elkaar gelegen griffies niet noodzakelijkerwijs het snelst zijn.
Le délai sera donc « mangé » en partie par ce temps de transmission, ce qui risque de poser problème en particulier si l'avocat du demandeur n'est pas celui qui était son conseil au fond.
De termijn zal bijgevolg voor een deel worden « opgebruikt » door die periode waarin het dossier verzonden wordt, wat in het bijzonder voor problemen kan zorgen indien de advocaat van de eiser niet zijn raadsman ten gronde was.
Par ailleurs, le délai est raccourci également dans l'autre sens puisque si l'audience est fixée dans ce délai de deux mois, le mémoire devra être déposé au moins quinze jours avant au greffe de la Cour de cassation (avec l'obligation corrélative pour le greffe d'informer de la date d'audience au moins quinze jours avant).
Overigens wordt de termijn eveneens korter in de andere richting, want als de zittingsdag bepaald wordt binnen die termijn van twee maanden, moet de memorie minstens vijftien dagen eerder worden neergelegd bij de griffie van het Hof van Cassatie (met de bijhorende verplichting voor de griffie om minstens vijftien dagen vooraf de datum van de zittingsdag mee te delen).
5-1832/4 - 2012/2013
( 34 )
La loi prévoit maintenant un délai pour le mémoire en réponse éventuel (ce qui n'est pas le cas aujourd'hui où le mémoire en réponse peut être déposé au plus tard le jour de l'audience) lequel devra être déposé au moins huit jours avant l'audience.
De wet voorziet voortaan in een termijn voor de eventuele memorie van antwoord : ze moet minstens acht dagen voor de zitting worden neergelegd (wat nu niet het geval is omdat de memorie van antwoord ten laatste de dag van de zitting kan worden neergelegd).
5. L'introduction d'une procédure simplifiée de rejet des pourvois (article 433 nouveau du Code d'instruction criminelle et 32 de l'avant-projet)
5. Een vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen (nieuw artikel 433 Sv. en 32 van het voorontwerp)
Le président de section pourra décréter « la nonadmission » des recours manifestement irrecevables, sans objet ou ne dénonçant aucune irrégularité pouvant conduire à la cassation.
De afdelingsvoorzitter zal « de niet-toelaatbaarheid » kunnen vaststellen van kennelijk onontvankelijke rechtsmiddelen, die doelloos zijn of waaruit geen enkele onregelmatigheid blijkt die tot cassatie zou kunnen leiden.
Il s'agit donc ici d'un filtre à l'instar de ce qui se passe dans d'autres types de contentieux et sur le principe duquel le barreau peut être d'accord.
Het betreft hier bijgevolg de invoering van een filter, in navolging van wat gebeurt in andere soorten geschillen, die gebaseerd is op een principe waarmee de balie akkoord kan gaan.
Il s'agit cependant d'une décision qui sera prise par un seul magistrat, sans entendre les parties. Afin de garantir le respect des droits de la défense, le demandeur en cassation devrait être informé de ce que la Cour se réserve de faire application de cette disposition et avoir un délai, fut-il très court, pour justifier de l'absence de caractère manifestement irrecevable, sans objet ou non fondé du pourvoi.
Het gaat echter om een beslissing die zal worden genomen door één enkele magistraat, zonder de partijen te horen. Om ervoor te zorgen dat de rechten van de verdediging gewaarborgd blijven zou de eiser in cassatie moeten weten dat het Hof zich het recht voorbehoudt deze bepaling toe te passen en zou er een termijn moeten gelden, zij het een korte, om de kennelijke niet-onontvankelijkheid, doelloosheid of ongegrondheid van het cassatieberoep te verantwoorden.
À titre de comparaison, en France, si le président de la chambre criminelle constate qu'il a été formé un pourvoi contre une décision qui n'est pas susceptible de voie de recours, il rend une ordonnance de nonadmission du pourvoi. Sa décision n'est pas susceptible de recours.
Ter vergelijking : in Frankrijk is het zo dat, indien de voorzitter van de strafrechtelijke kamer vaststelt dat er cassatieberoep is aangetekend tegen een beslissing waartegen geen beroep openstaat, hij een beschikking van niet-toelaatbaarheid van het beroep wijst. Tegen zijn beslissing staat geen beroep open.
Lorsque la solution d'une affaire soumise à la chambre criminelle lui paraît s'imposer, le premier président ou le président de la chambre criminelle peut décider de faire juger l'affaire par une formation de trois magistrats. Cette formation peut renvoyer l'examen de l'affaire à l'audience de la chambre à la demande de l'une des parties; le renvoi est de droit si l'un des magistrats composant la formation restreinte le demande. La formation déclare non admis les pourvois irrecevables ou non fondés sur un moyen sérieux de cassation.
Wanneer de oplossing voor een zaak die is voorgelegd aan de strafrechtelijke kamer hem voor de hand liggend lijkt, kan de eerste voorzitter of de voorzitter van de strafrechtelijke kamer beslissen om de zaak te laten berechten door een formatie van drie magistraten. Die formatie kan de zaak verwijzen naar de zitting van de kamer op vraag van één van de partijen; de verwijzing gebeurt ambtshalve indien één van de magistraten die deel uitmaken van de beperkte formatie openstaat. De formatie verklaart de beroepen ontoelaatbaar die onontvankelijk zijn of niet gegrond op een ernstig cassatiemiddel.
De la même manière, il existe un examen de recevabilité à la Cour européenne des droits de l'homme. Il faudrait réfléchir à ce type de « filtre ».
In dezelfde lijn bestaat er een onderzoek van ontvankelijkheid bij het Europees Hof voor de rechten van de mens. Er zou moeten worden nagedacht over dit soort « filter ».
( 35 )
5-1832/4 - 2012/2013
c) Observations complémentaires au sujet de la proposition de loi no 5-1832/1
c) Aanvullende opmerkingen over wetsvoorstel nr. 51832/1
1. Au sujet de la couverture générale des nullités — article 38 de la proposition de loi
1. Betreffende de algemene dekking van de nietigheden — artikel 38 van het wetsvoorstel
La couverture générale des nullités en règlement de procédure pose davantage de problèmes qu'elle n'est censée en résoudre : il suffit de comparer la jurisprudence de la chambre des mises en accusation avec celle du juge du fond : la chambre des mises admet rarement (sauf à Mons) des nullités, contrairement aux juges du fond.
De algemene dekking van de nietigheden tijdens de regeling van de rechtspleging doet meer problemen rijzen dan ze er geacht wordt op te lossen : het volstaat de rechtspraak van de kamer van inbeschuldigingstelling te vergelijken met die van de bodemrechter : de kamer van inbeschuldigingstelling aanvaardt zelden nietigheden (behalve in Bergen), in tegenstelling tot de bodemrechters.
Les juridictions d'instruction peuvent utilement toiletter un dossier lorsque ce toilettage n'est pas conflictuel c'est-à-dire que les parties s'entendent sur le sujet.
De onderzoeksgerechten kunnen een dossier alleen « schoonmaken » wanneer dat geen aanleiding geeft tot conflicten, dat wil zeggen wanneer de partijen het daarover eens zijn.
Quand l'irrégularité soulevée est controversée, et c'est souvent le cas (le secret professionnel, par exemple, connaît des exceptions, la provocation policière peut n'apparaître réellement qu'à l'occasion de la confrontation générale des prévenus à l'audience du fond, les questions de prescriptions et de compétences sont souvent intimement liées avec la qualification exacte des faits, or, cette qualification ne s'apprécie dans toute sa dimension que devant le juge du fond), le juge du fond dispose de plus de temps, donc de réflexion pour apprécier correctement ces questions.
Wanneer de opgeworpen onregelmatigheid omstreden is, en dat is vaak het geval (voor het beroepsgeheim bijvoorbeeld gelden uitzonderingen, uitlokking door de politie kan pas echt aan het licht komen tijdens de algemene confrontatie van de beklaagden op de terechtzitting over de zaak zelf, vragen in verband met verjaring en bevoegdheden zijn vaak nauw verbonden met de precieze kwalificatie van de feiten; die kwalificatie wordt echter pas in haar geheel beoordeeld voor de rechter ten gronde), beschikt de rechter ten gronde over meer tijd en bijgevolg meer reflectie om die vragen correct te beoordelen.
Il ne faut pas perdre de vue que les magistrats de chambre du conseil siègent tous les jours de la semaine, tandis que les magistrats du siège, n'ont que trois audiences par semaine.
Men mag niet uit het oog verliezen dat de magistraten van de raadkamer iedere dag van de week zitting houden, terwijl de zittende magistraten dat slechts drie keer per week doen.
Les audiences de chambre du conseil se déroulent parfois dans des conditions d'urgence liées à la détention préventive, qui obligent la défense et l'accusation à se concentrer sur les questions relatives à la détention préventive, plutôt que sur les questions de validité de la procédure.
De zittingen van de raadkamer moeten soms vrij snel gebeuren vanwege de voorlopige hechtenis waardoor de verdediging en het openbaar ministerie zich moeten concentreren op de vragen betreffende de voorlopige hechtenis, veeleer dan op de rechtsgeldigheid van de procedure.
Le système actuel permet d'écarter dès le règlement de la procédure les nullités et irrégularités flagrantes, tout en réservant les analyses plus nuancées au juge du fond.
Het huidige systeem staat toe reeds bij de regeling van de rechtspleging de nietigheden en flagrante onregelmatigheden te weren, waarbij de meer genuanceerde analyses voorbehouden worden aan de bodemrechter.
Si la proposition de loi devait être adoptée, cela signifierait que la partie qui échoue à faire constater une nullité en chambre du conseil serait irrecevable à l'invoquer devant le tribunal correctionnel et devant la cour d'appel mais devrait néanmoins épuiser cette voie de recours ordinaire pour pouvoir ensuite se pourvoir en cassation, contre l'arrêt du règlement de la procédure (l'article 25 de la proposition).
Indien het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, zou dat betekenen dat de partij die er niet in slaagt een nietigheid te laten vaststellen in de raadkamer het niet op ontvankelijke wijze kan aanvoeren voor de correctionele rechtbank en voor het hof van beroep, maar desalniettemin eerst gebruik moet maken van deze gewone beroepsongelijkheid alvorens in cassatie te kunnen gaan tegen het arrest van de regeling van de rechtspleging (artikel 25 van het voorstel).
5-1832/4 - 2012/2013
( 36 )
Compte tenu des délais de traitement des dossiers, il se passe régulièrement quatre ans entre le règlement de procédure et la fixation en cassation. Si la Cour casse, il faut encore compter sur le renvoi de la cause devant une juridiction de même nature autrement composée, soit devant une autre juridiction d'instruction.
Rekening gehouden met de behandelingstermijnen van de dossiers verstrijkt er geregeld vier jaar tussen de regeling van de rechtspleging en de vaststelling bij cassatie. Indien het Hof het arrest vernietigt, moet men nog rekenen op de verwijzing van de zaak naar een anders samengestelde rechtbank van dezelfde aard, dat wil zeggen, naar een ander onderzoeksgerecht.
Cette construction judiciaire aura pour effet d'obliger à une surconsommation de l'appel du règlement de la procédure, et de l'appel du juge du fond (seule possibilité pour avoir une chance d'obtenir une cassation en fin de procédure).
Deze gerechtelijke constructie zal verplichten tot overconsumptie van het beroep tegen de regeling van de rechtspleging en van het beroep tegen de beslissing van de bodemrechter (de enige mogelijkheid om aan het eind van de rechtspleging een verbreking te verkrijgen).
Par ailleurs, en cas de cassation sur la régularité de la procédure, c'est toute la procédure depuis le règlement de procédure qui devra être éventuellement reprise ab initio...
Overigens zal het, ingeval van een verbreking betreffende de regelmatigheid van de rechtspleging, de rechtspleging in haar geheel zijn die eventueel zal moeten worden hernomen ab initio, vanaf de regeling van de rechtspleging...
C'est le fond du litige qui permet le plus souvent d'apprécier les nullités à leur juste valeur : c'est donc à l'occasion des audiences au fond qu'il faut les examiner.
Meestal is het op basis van de grond van het geschil dat de nietigheden naar waarde kunnen worden beoordeeld : het is bijgevolg bij de zittingen ten gronde dat ze moeten worden onderzocht.
2. Sur la règle « pourvoi sur pourvoi ne vaut » — article 23 de la proposition de loi
2. Over de regel« cassatieberoep na cassatieberoep is uitgesloten » — artikel 23 van het wetsvoorstel
L'article 23 entend clarifier la règle figurant à l'article 438 du Code d'instruction criminelle. La jurisprudence actuelle de la Cour de cassation permet une certaine souplesse à laquelle la proposition de loi entend mettre fin.
Artikel 23 heeft tot doel de bepaling in artikel 438 van het Wetboek van strafvordering te verduidelijken. De huidige rechtspraak van het Hof van Cassatie is vrij soepel; het wetsvoorstel strekt ertoe daar een einde aan maken.
La règle en droit commun est que si un acte est nul, il ne peut produire aucun effet de sorte qu'un autre acte de même nature qui serait régulièrement introduit serait de nature à le remplacer.
In het gemeen recht is het volgende van toepassing : indien een akte nietig is, kan ze geen enkel gevolg hebben waardoor een andere akte van dezelfde aard die naar behoren is ingediend, ze kan vervangen.
Cette règle ne s'applique en cassation que dans trois hypothèses : en matière d'emploi des langues, en cas de renvoi à la cour d'assises et en cas de désistement : si une partie introduit un pourvoi, dans le délai très court de son dépôt, et puis à la réflexion, constate qu'il est en réalité prématuré, elle peut déposer un acte de désistement afin de pouvoir en temps utile redéposer un pourvoi recevable.
Die bepaling is in slechts drie omstandigheden van toepassing in cassatie : inzake het gebruik der talen, in het geval van een verwijzing naar het hof van assisen en in het geval van een akte van afstand : wanneer een partij een cassatieberoep instelt binnen de zeer korte termijn van de neerlegging ervan, en bij nader inzien vaststelt dat het in werkelijkheid voorbarig is, kan ze een akte van afstand neerleggen teneinde te gelegener tijd opnieuw een ontvankelijk cassatieberoep te kunnen instellen.
Ce procédé n'est utilisé que par les avocats qui maîtrisent la procédure et la jurisprudence de la Cour de cassation. Supprimer ce procédé, c'est se priver de pourvois de qualité. Cela semble donc être une erreur.
Dit procedé wordt slechts gebruikt door advocaten die de procedure en de rechtspraak van het Hof van Cassatie beheersen. Met de afschaffing ervan, loopt men valabele cassatieberoepen mis. Dat lijkt bijgevolg een vergissing.
3. À propos de la non-admission des pourvois — article 35 de la proposition
3. In verband met de verwerping van cassatieberoepen- artikel 35 van het voorstel
Une excellente solution pour désengorger la Cour de cassation est de scinder les débats sur la recevabilité des pourvois des débats sur la recevabilité des
Een uitstekende oplossing om het Hof van Cassatie te ontlasten, bestaat eruit de debatten over de ontvankelijkheid van de cassatieberoepen te scheiden
( 37 )
5-1832/4 - 2012/2013
moyens. Toute la doctrine et la jurisprudence font la distinction entre ces deux notions.
van die over de ontvankelijkheid van de middelen. De hele rechtsleer en rechtspraak maken het onderscheid tussen deze twee begrippen.
Mais l'article 35 de la proposition ne permet pas de débats et ne respecte pas le contradictoire.
Maar artikel 35 van het voorstel staat geen debatten toe en neemt de tegenspraak niet in acht.
Il faut prévoir un seul magistrat de cassation sur la recevabilité des pourvois qui statue sur pièces (un délai d'échange d'argumentation étant prévu entre toutes les parties en cassation). Si aucune remarque n'est faite, l'audience tombe, le pourvoi est automatiquement déclaré recevable et la cour est amenée à statuer sur les moyens, en audience « normale ».
Er moet worden voorzien in één enkele magistraat van cassatie die zich buigt over de ontvankelijkheid van de cassatieberoepen en die uitspraak doet op basis van de stukken (er is immers voorzien in een termijn voor de uitwisseling van argumenten tussen alle partijen in cassatie). Indien er geen enkele opmerking wordt gemaakt, vervalt de zitting, het cassatieberoep wordt automatisch ontvankelijk verklaard en het Hof moet uitspraak doen over de middelen tijdens een « gewone » zitting.
L'OBFG propose dès lors de travailler en deux temps : prévoir l'intervention d'un avocat, ce qui évitera par exemple les pourvois introduits par des détenus, et, après évaluation, prévoir éventuellement l'obligation de formation à la technique de cassation.
De OBFG stelt derhalve voor in twee fasen te werken : voorzien in het optreden van een advocaat, waardoor cassatieberoepen ingesteld door gedetineerden vermeden zullen worden en, na evaluatie, eventueel voorzien in de verplichting een opleiding te volgen over cassatietechniek.
2. Exposé de M. Eddy Boydens, président de l'Ordre des barreaux flamands
2. Uiteenzetting door de heer Eddy Boydens, voorzitter Orde van Vlaamse Balies
S'il était vrai que les pourvois en cassation, et plus spécialement en matière pénale, affluent à un rythme tel qu'ils font obstacle à l'efficacité et à une bonne administration de la justice, la proposition de loi atteindrait en grande partie ses objectifs. Cependant, l'analyse effectuée par avocats.be sur la part des pourvois en cassation en matière pénale depuis 2004 montre que le pourcentage n'a pas changé de manière significative.
Indien het aantal cassatieberoepen, en meer in het bijzonder de penale cassatieberoepen, onbeheersbaar zou worden voor een goede en efficiënte rechtsbedeling, komt het wetsvoorstel in grote mate tegemoet aan de doelstellingen. Echter, de analyse die avocats.be heeft gemaakt over het aandeel van de cassatieberoepen in strafzaken sinds 2004, toont aan dat het percentage niet in belangrijke mate wijzigt.
Il convient en tout cas d'examiner si l'on peut combattre les causes de l'afflux massif de pourvois en cassation en matière pénale.
In ieder geval moet nagegaan worden of de oorzaken van het aanzwellen van de stroom aan penale cassatieberoepen worden bestreden.
Une analyse approfondie de ces causes s'avère dès lors indispensable. L'on ne pourra donc pas se contenter d'émettre des suggestions comme certains l'ont fait récemment en avançant que la majeure partie des pourvois en cassation sont introduits parce qu'ils permettent aux avocats de récolter 25 points dans le système pro deo ou de faire suspendre l'exécution de la peine. En effet, pour ce qui concerne la Flandre, 3314 points ont été attribués l'année dernière pour des pourvois en cassation. Un pourvoi en cassation ne permet pas à un avocat pro deo de récolter automatiquement 25 points, mais seulement 4. Ce n'est que si le pourvoi est suivi d'un mémoire que l'avocat obtiendra 25 points. Or, c'est loin d'être systématique puisque sur les 2 000 pourvois en cassation en matière pénale introduits chaque année, 132 sont suivis d'un mémoire.
Daarom is een grondig onderzoek naar de oorzaken belangrijk. Het zal dus niet volstaan om suggesties te doen zoals dit onlangs gebeurde, waarbij werd geponeerd dat het overgrote deel van de voorzieningen in cassatie er enkel is omwille van de 25 punten die advocaten hiervoor mogen ontvangen van het prodeosysteem of omwille van de schorsing van de strafuitvoering. Immers, wat Vlaanderen betreft, werden er vorig jaar 3314 punten toegekend voor cassatieberoepen. Voor een cassatieberoep worden niet automatisch 25 punten aan pro-Deoadvocaten toegekend, maar wel 4. Enkel indien het cassatieberoep gevolgd wordt door een memorie, krijgt de advocaat 25 punten toegekend. Als dit elke keer het geval zou zijn, spreken we over 132 cassatieberoepen van de meer dan 2 000 penale cassatieberoepen per jaar.
5-1832/4 - 2012/2013
( 38 )
La brièveté du délai de cassation, qui est de quinze jours, est sans conteste l'une des causes principales de l'introduction presque automatique, et souvent à titre conservatoire, d'un pourvoi en cassation. Ce délai est trop court pour pouvoir procéder à une analyse approfondie du dossier et pour établir si un moyen de cassation a une chance raisonnable d'aboutir.
Ongetwijfeld is de korte termijn van vijftien dagen om cassatieberoep in te stellen één van de belangrijkste oorzaken dat bijna automatisch en vaak ten bewarende titel cassatieberoep wordt aangetekend. Deze termijn is te kort om een grondig onderzoek van het dossier te kunnen doen om uit te maken of er met een redelijke kans op succes een cassatiemiddel kan worden geformuleerd.
De plus, l'avocat ne dispose d'aucune copie du dossier pénal ou de l'arrêt prononcé en degré d'appel, si bien qu'il doit aller en prendre connaissance au greffe de la juridiction. Dans de nombreux cas, la démarche requiert un déplacement et prend donc du temps. Tant que les dossiers ne seront pas numérisés, tant que les arrêts et jugements rendus en matière pénale ne seront pas communiqués immédiatement en copie par voie électronique aux parties ou aux avocats, cette difficulté, ainsi que l'étroitesse du délai, demeureront les principaux obstacles qui empêchent les avocats d'émettre un avis en connaissance de cause sur les chances de réussite d'un pourvoi en cassation.
Bovendien beschikt de advocaat niet over een kopie van het strafdossier of van het arrest dat werd uitgesproken in graad van beroep, zodat dit ter griffie van het gerecht moet worden ingekeken. Dit vergt in heel wat gevallen een verplaatsing en kost tijd. Zolang de dossiers niet worden gedigitaliseerd, zolang arresten en vonnissen in strafzaken niet onmiddellijk in kopie worden bezorgd via elektronische weg aan partijen of advocaten, blijft dit — samen met de korte termijn — de belangrijkste hindernis om met kennis van zaken een advies te kunnen verstrekken over de kansen van een cassatieberoep.
La proposition de loi permettra-t-elle de changer la donne ? Hélas non.
Komt het wetsvoorstel hieraan tegemoet ? Spijtig genoeg niet.
Les autres lignes de force de la proposition de loi sont les suivantes :
Andere krachtlijnen van het wetsvoorstel zijn :
1. Disparition de la requête en cassation auprès du tribunal ayant rendu la décision
1. Verdwijnen van het cassatieverzoek bij de rechtbank die uitspraak deed
La requête en cassation peut être déposée auprès du tribunal ou de la cour qui a rendu la décision attaquée. La proposition de loi supprime cette possibilité afin de ne laisser subsister comme mode d'introduction du pourvoi en cassation que le mémoire déposé devant la Cour. Le mémoire en réponse du défendeur en cassation doit également être signé par un avocat.
Het cassatieverzoek kan worden ingediend bij de rechtbank of het hof waar de betwiste beslissing is genomen. Het wetsvoorstel schrapt deze mogelijkheid, zodat alleen nog cassatieberoep kan worden ingesteld door middel van een memorie bij het Hof. Ook de memorie van antwoord van de verweerder in cassatie moet worden ondertekend door een advocaat.
Cette règle est raisonnablement justifiée, mais une question reste en suspens : pourquoi, au nom de l'égalité des armes, cette obligation n'est-elle pas étendue au ministère public ?
Deze regel is redelijk verantwoord, al blijft de vraag waarom deze verplichting, in naam van de wapengelijkheid, niet wordt uitgebreid naar het openbaar ministerie.
La disposition qui impose d'envoyer les mémoires à la partie adverse par lettre recommandée et d'en déposer l'accusé de réception au greffe est dépassée. Il y a lieu de l'adapter, compte tenu de l'informatisation de la Justice et de la mise sur pied de la Plate-forme numérique de l'avocat (DPA). Telle qu'elle est formulée actuellement, la disposition ne contribue pas à la modernisation des procédures judiciaires.
De bepaling dat memories aangetekend naar de tegenstrever moeten verzonden worden en een bewijs van de verzending moet neerleggen ter griffie, is achterhaald. In het kader van de informatisering van Justitie en de ontwikkeling van het DPA (Digitaal Platform Advocaten), moet die bepaling worden aangepast. De huidige formulering van de bepaling draagt niet bij tot de modernisering van de gerechtelijke procedures.
2. Intervention de l'avocat comme condition de recevabilité du mémoire
2. Optreden van de advocaat als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de memorie
L'intervention obligatoire d'un avocat pour introduire un pourvoi en cassation et pour déposer un mémoire est une mesure logique et adéquate, mais force est de constater, comme le souligne à bon droit le site avocats.be, que sans examen préalable, une
De verplichte tussenkomst van een advocaat om een voorziening in cassatie in te stellen en om een memorie in te dienen, is een logische en adequate maatregel, al dient men vast te stellen — zoals terecht door avocats.be opgemerkt — dat men zonder voor-
( 39 )
5-1832/4 - 2012/2013
distinction est à nouveau opérée entre différentes catégories d'avocats, alors que ce n'était ou ne pouvait plus être le cas depuis le Code judiciaire.
gaand onderzoek opnieuw een onderscheid maakt tussen verschillende soorten advocaten, waar dit sinds het Gerechtelijk Wetboek niet meer het geval was of kon zijn.
D'après la proposition de loi, la condition sine qua non de recevabilité ne réside plus seulement dans l'intervention d'un avocat, mais aussi dans la formation spéciale qu'il doit avoir suivie pour pouvoir ester devant la Cour de cassation.
Volgens het wetsvoorstel is niet enkel de tussenkomst van een advocaat an sich een voorwaarde voor ontvankelijkheid, maar ook de speciale opleiding die die advocaat moet hebben gevolgd om voor Cassatie te kunnen optreden.
Selon avocats.be, la proposition de loi ne justifie en rien cette obligation imposée à l'avocat de suivre une formation spéciale pour pouvoir intervenir en cassation. En effet, le texte ne prévoit rien sur la formation proprement dite : par qui doit-elle être organisée ? Comment ? Quelle est sa durée ?
Volgens avocats.be rechtvaardigt het wetsvoorstel op geen enkele wijze deze verplichting van de advocaat om een speciale opleiding te volgen, wil hij kunnen optreden voor Cassatie. De tekst bepaalt immers nergens wat die opleiding inhoudt, hoe en door wie ze wordt georganiseerd en hoe lang ze duurt.
L'OVB soutient néanmoins l'idée d'une formation spéciale d'avocat près la Cour de cassation. Bien entendu, la proposition de loi devra développer et détailler cette formation. Quel que soit l'organisme chargé de cette formation, une collaboration avec le barreau près la Cour de cassation paraît être une exigence absolue.
De OVB steunt wel de idee van een speciale opleiding tot cassatieadvocaat. Uiteraard moet deze opleiding verder worden uitgewerkt en gespecifieerd in het wetsvoorstel. Wie de opleiding ook organiseert, een samenwerking met de balie bij het Hof van Cassatie lijkt absoluut vereist.
3. Obligation de signifier le pourvoi en cassation à la partie contre laquelle il est dirigé
3. Verplichting het cassatieberoep te betekenen aan de partij waartegen het gericht is
La proposition de loi instaure l'obligation de principe de signifier le pourvoi en cassation à la partie contre laquelle il est dirigé, ainsi que l'obligation pour la personne poursuivie de signifier à la partie civile ou aux parties civiles le pourvoi en cassation qu'elle introduit contre la décision rendue dans la procédure civile.
Het wetsvoorstel voert de principiële verplichting in om het cassatieberoep te betekenen aan de partij tegen wie het gericht is, samen met de verplichting voor de vervolgde persoon om aan de burgerlijke partij(en) het cassatieberoep te betekenen dat hij instelt tegen de beslissing inzake de burgerlijke rechtsvordering.
L'OVB s'interroge sur la pertinence de cette disposition. Que fera-t-on en effet dans les procès comportant plusieurs parties civiles, voire des centaines d'entre elles ? L'exemple extrême de l'affaire « Lernout & Hauspie » illustre parfaitement ce problème. La personne poursuivie qui introduit un pourvoi en cassation contre les actions civiles devrat-elle le signifier à toutes les parties civiles ? Mettre ce coût à charge du prévenu paraît disproportionné.
De OVB stelt zich vragen bij deze bepaling. Wat immers bij processen met meerdere, ja zelfs honderden burgerlijke partijen ? Het extreme voorbeeld van de zaak « Lernout & Hauspie » kan dit probleem perfect illustreren. Moet de vervolgde persoon die cassatieberoep aantekent tegen de burgerlijke vorderingen, dit beroep betekenen aan alle burgerlijke partijen ? Deze kosten ten laste van de beklaagde leggen, lijkt buiten proportie.
Une meilleure alternative serait que le greffe de la Cour notifie lui-même le mémoire par pli judiciaire adressé à la partie contre laquelle le pourvoi en cassation est dirigé. Dans le futur, cette notification pourra même se faire par voie électronique.
Een beter alternatief zou zijn dat de griffie van het Hof zelf per gerechtsbrief kennis geeft van de memorie aan de partij tegen wie het cassatieberoep is gericht. In de toekomst zal dit kunnen door een kennisgeving via elektronische weg.
4. Procédure simplifiée de non-admission des pourvois en cassation
4. Vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen
Enfin, la proposition de loi entend instaurer une procédure simplifiée permettant au président de section de décréter par ordonnance la non-admission de pourvois en cassation ne remplissant pas les conditions de forme requises.
Ten slotte wil het wetsvoorstel een vereenvoudigde procedure in het leven roepen waarbij de afdelingsvoorzitter bij beschikking cassatieberoepen kan verwerpen die niet aan de vormvereisten voldoen, wat een goede buffer lijkt.
5-1832/4 - 2012/2013
( 40 )
5. Délai
5. Termijn
La proposition de loi maintient le délai dans lequel la déclaration de pourvoi en cassation doit être faite : quinze jours à compter du prononcé de la décision contestée.
Het wetsvoorstel behoudt de termijn waarbinnen de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing.
Comme cela a déjà été suggéré ci-dessus, il y a lieu de prolonger ce délai d'au moins un mois et d'accompagner ce pourvoi d'une notification numérique de la décision en matière pénale à tous les avocats et parties, et ce le jour même du prononcé.
Deze termijn moet, zoals hierboven gesteld, worden verlengd tot minstens een maand en dient gepaard te gaan met een digitale mededeling van de beslissing in strafzaken aan alle advocaten en partijen, en dit op de dag van de uitspraak.
3. Échange de vues
3. Gedachtewisseling
M. Mahoux souhaite rappeler que la comparaison des taux de pourcentage de rejets des pourvois en matière pénale et civile est un des éléments à prendre en considération dans le débat mais pas le seul. Il rappelle que le coût est également un élément à prendre en compte car il faut donner les mêmes armes à l'ensemble des citoyens.
De heer Mahoux herinnert eraan dat de vergelijking van de percentages van verwerping van cassatieberoepen in strafzaken en in burgerlijke zaken een van de gegevens is waarmee rekening moet worden gehouden in het debat, maar niet het enige. Hij herinnert eraan dat ook de kostprijs een gegeven is dat moet worden meegenomen, want men moet alle burgers gelijke wapens geven.
Sur le thème de la procédure pénale et plus particulièrement sur la suggestion d'un examen de recevabilité préalable et externe, M. Delpérée met en exergue le risque de retarder la procédure dès lors que la Cour de cassation procède déjà à cet examen de recevabilité.
Wat het thema van de strafprocedure betreft en meer bepaald de suggestie van een voorafgaand en extern ontvankelijkheidsonderzoek, beklemtoont de heer Delpérée het risico dat men de rechtsgang vertraagt omdat het Hof van Cassatie dat ontvankelijkheidsonderzoek al voert.
M. Vastersavendts se rallie à l'intervenant précédent en ce qui concerne la spécificité du pourvoi en cassation. Il estime que la cassation est une matière très spécifique. Il renvoie également à l'exposé de M. de Codt, qui a laissé entendre que le recours obligatoire à un avocat en cassation constitue un premier filtre à propos du pourvoi en cassation en matière civile.
De heer Vastersavendts kan zich aansluiten bij de vorige spreker voor wat de specificiteit van het cassatieberoep betreft. Hij is van oordeel dat cassatie een zeer specifieke materie is. Spreker verwijst ook naar de uiteenzetting van de heer de Codt die liet verstaan dat het verplichte beroep op een advocaat in cassatie een eerste filter vormt met betrekking tot het cassatieberoep in burgerlijke zaken.
Il serait bon de profiter de l'occasion pour examiner la procédure de cassation dans son ensemble, notamment en matière civile et en matière pénale. Le rôle de l'avocat en cassation et l'utilité du barreau de cassation peuvent s'inscrire dans ce cadre.
Het zou goed zijn deze gelegenheid te baat te nemen om de volledige procedure in cassatie te bekijken, namelijk in burgerlijke en in strafzaken. De rol van de advocaat in cassatie en het nut van de balie van cassatie kan hierin kaderen.
L'intervenant se réfère aux remarques du représentant de la Cour de cassation au sujet de l'afflux excessif d'affaires correctionnelles. Bien que les deux Ordres semblent contester ce phénomène, l'intervenant ne veut pas remettre ces chiffres en question. M. de Codt a évoqué une proportion de 63 à 64 % d'affaires correctionnelles, dont pas moins de 90 % donnent lieu à un rejet du pourvoi; cela peut aussi être dû au fait qu'un prononcé doit intervenir une fois que le pourvoi en cassation a été formé, même si l'on y renonce. L'on peut également déduire du pourcentage très élevé de rejets que l'on recourt un peu trop facilement à cette procédure.
Spreker verwijst naar de opmerkingen van de vertegenwoordiger van het Hof van Cassatie inzake de al te grote instroom van correctionele zaken. Hoewel de beide Ordes dit schijnen te betwisten, wil spreker deze cijfers niet in vraag stellen. De heer de Codt sprak over 63 à 64 % correctionele zaken waarvan maar liefst 90 % wordt verworpen. Dit kan ook te wijten zijn aan het feit dat een uitspraak moet volgen nadat het cassatieberoep is ingesteld, ook al doet men er afstand van. Men kan ook afleiden uit het zeer hoge percentage van verwerping dat er te lichtzinnig met deze procedure wordt omgesprongen.
( 41 )
5-1832/4 - 2012/2013
L'intervenant réitère également sa demande visant à obtenir le pourcentage d'affaires concernant un pourvoi en cassation contre des décisions du Conseil d'État et de la cour d'assises.
Spreker herhaalt ook zijn vraag naar het percentage zaken die een cassatieberoep zijn tegen beslissingen van de Raad van State en het hof van assisen.
Les chiffres concernant les points accordés dans le système pro deo permettent à l'intervenant de déduire qu'il y aurait, dans ce cadre, 828 affaires en cassation rien que du côté flamand (3 314 points accordés, divisés par 4).
Uit de cijfers met betrekking tot de toegekende punten in het pro Deosysteem, leidt spreker af dat er in dat kader, aan Vlaamse zijde alleen al, 828 zaken in cassatie zouden zijn (3 314 toegekende punten gedeeld door 4).
L'intervenant déclare rester un peu sur sa faim parce que les représentants des barreaux ne formulent aucune proposition concrète de réforme de la procédure de cassation. M. de Codt a déclaré que la Cour de cassation est en fait calquée sur la cour française. Comme il ne semble pas y avoir de problèmes en France à cet égard, il serait peut-être utile d'examiner la procédure qui y est vigueur.
Spreker verklaart wat op zijn honger te blijven zitten, omdat de vertegenwoordigers van de balies geen concrete voorstellen formuleren tot hervorming van de cassatieprocedure. De heer de Codt gaf aan dat het Hof van Cassatie in feite een blauwdruk is van het Hof in Frankrijk. Gelet op het feit dat er in Frankrijk geen problemen lijken te zijn, zou het misschien nuttig zijn om de procedure daar te bekijken.
M. Anciaux estime qu'il serait également possible de réduire le nombre d'affaires en cassation au moyen d'un rapide test préalable, comme cela se fait actuellement au Conseil d'État. Selon l'intervenant, un taux de 10 % de pourvois en cassation en matière pénale est quand même considérable. Il n'y a aucune comparaison possible avec le civil.
De heer Anciaux is van mening dat men het aantal zaken in cassatie ook zou kunnen verminderen door een voorafgaande, weliswaar vluchtige, toetsing, zoals dit nu bij de Raad van State gebeurt. Het percentage van 10 % cassatie in strafzaken is volgens spreker wel aanzienlijk. Men mag dit niet vergelijken met burgerlijke zaken.
L'intervenant n'a pas l'impression que l'on recourt trop facilement aux pourvois en cassation. Dans une affaire d'internement par exemple, il est presque obligatoire de se pourvoir en cassation contre la commission de défense sociale si l'on veut introduire un recours auprès de la Cour européenne des droits de l'homme. Il conviendrait d'examiner ce point également.
Spreker heeft niet de indruk dat er steeds lichtzinnig zou worden omgesprongen met cassatieberoepen. Men is bijna verplicht, bijvoorbeeld in een interneringszaak tegen de commissie ter bescherming van de maatschappij, in cassatie te gaan, als men een beroep bij het Europees Hof voor de rechten van de mens wil indienen. Ook dit zou men moeten bekijken.
Mme Defraigne est consciente des difficultés que connaît actuellement la Cour de cassation en matière pénale suite au nombre important de pourvois qu'elle doit traiter. Elle reste cependant d'avis que l'obligation de l'intervention d'un avocat spécialisé n'est pas une bonne idée. Le droit d'introduire un pourvoi en cassation fait partie des droits de la défense et ne peut à ce titre être restreint.
Mevrouw Defraigne is zich bewust van de problemen die het Hof van Cassatie nu kent inzake strafzaken, als gevolg van het grote aantal cassatieberoepen die het moet behandelen. Ze blijft evenwel van mening dat het verplichte optreden van een gespecialiseerde advocaat geen goede zaak is. Het recht om cassatieberoep in te stellen, maakt deel uit van de rechten van de verdediging en kan dan ook niet worden beperkt.
En ce qui concerne le coût des avocats de cassation en matière civile, la ministre souligne que lorsqu'ils interviennent en faveur de personnes à faible revenu, ils le font « pro deo » et non dans le cadre du système de points utilisé pour l'aide juridique de deuxième ligne.
Met betrekking tot de kostprijs van de advocaten in cassatie, in burgerlijke zaken, wanneer zij optreden voor minvermogenden, merkt de vertegenwoordigster van de minister op dat zij dat pro Deo doen, en niet door middel van het puntensysteem van de tweedelijnsbijstand.
L'intervenante estime en outre que les choses sont plutôt imprécises et confuses concernant la proposition de loi à l'examen, déposée par M. Delpérée, et l'avantprojet du gouvernement, qui a été transmis pour avis au Conseil d'État. La proposition de loi de M. Delpérée ne prévoit pas que l'avocat auquel il faut faire appel doit avoir suivi une formation obligatoire. Il doit s'agir d'un « avocat ». L'avant-projet de loi
Verder meent spreekster dat er nogal wat onduidelijkheid en verwarring bestaat over het voorliggende wetsvoorstel van de heer Delpérée enerzijds en het voorontwerp van de regering dat momenteel ter advies bij de Raad van State is. Het wetsvoorstel van de heer Delpérée bepaalt niet dat de advocaat op wie een beroep moet worden gedaan, een advocaat moet zijn met een verplichte opleiding. Het moet een « advo-
5-1832/4 - 2012/2013
( 42 )
prévoit que cet avocat doit être titulaire d'un certificat attestant une formation en techniques de cassation, telle que visée sous le titre « procédure en cassation », et donc organisée par les barreaux. Par conséquent, il ne doit pas nécessairement s'agir d'un avocat du barreau de cassation et tout avocat belge peut obtenir le certificat requis. Le but n'est donc nullement d'instaurer un monopole pour quelques avocats, mais bien de promouvoir la rédaction de mémoires de qualité. L'objectif est aussi de savoir, avant de se pourvoir en cassation, si l'on a une chance de réussir.
caat » zijn. In het voorontwerp van wet stelt men dat het moet gaan om een advocaat die houder is van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in de titel procedure in cassatie, dus georganiseerd door de balies. Het moet dus niet noodzakelijk een advocaat bij de balie van Cassatie zijn, en elke Belgische advocaat kan het vereiste getuigschrift behalen. De reden is dus geenszins een monopolie in te stellen voor een aantal advocaten, maar wel het opstellen van kwaliteitsvolle memories te bevorderen. De bedoeling is ook te weten, vooraleer men cassatieberoep aantekent, of men al dan niet een kans maakt.
4. Répliques de l'OBFG et de l'OVB
4. Replieken van de OBFG en de OVB
M. De Baerdemaeker souligne que si le taux de 90 % de rejet des pourvois en matière pénale peut sembler faible de prime abord, il ne faut pas perdre de vue que beaucoup de pourvois sont introduits sans avocats spécialisés. Ce taux doit donc être relativisé.
De heer De Baerdemaeker onderstreept dat het percentage van 90 % verwerpingen van cassatieberoepen op het eerste gezicht zwak kan lijken, maar dat men niet uit het oog mag verliezen dat heel wat cassatieberoepen zonder gespecialiseerde advocaat worden ingediend. Dat percentage moet gerelativeerd worden.
L'intervenant signale aussi que la différenciation opérée entre les affaires pénales et civiles est théorique. C'est un faux débat car la technique de cassation est la même dans ces deux branches du droit. L'analyse technique des procédures pénales et civiles est la même.
Spreker wijst er ook op dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen strafzaken en burgerlijke zaken theoretisch is. Het is een schijndebat, want de cassatietechniek is dezelfde in beide rechtstakken. De technische analyse van de strafprocedure en de burgerlijke procedure is dezelfde.
Quant à l'idée de créer une catégorie de « demiavocat à la Cour de cassation » que seraient les avocats qui auront suivi une formation spécifique à la technique de cassation, elle est dangereuse car ces avocats seront confrontés à la même difficulté qu'un des vingt avocats à la Cour de cassation. Dans un premier temps, l'intervenant plaide pour que chaque avocat suive un cours dédié à la cassation afin de pouvoir évaluer la pertinence d'un pourvoi en cassation.
Het idee om een categorie « half-advocaten bij het Hof van Cassatie » in het leven te roepen, advocaten die een specifieke opleiding in de cassatietechniek hebben gevolgd, is gevaarlijk omdat die advocaten met hetzelfde probleem zullen worden geconfronteerd als de twintig advocaten bij het Hof van Cassatie. Spreker is er voorstander van dat in een eerste fase alle advocaten een cursus over cassatie volgen, om te kunnen oordelen of een cassatieberoep zinvol is.
L'idée du « filtre » est une proposition parmi d'autres. Ne pourrait-on pas imaginer que deux ou trois conseillers à la Cour soient affectés à la première lecture de recevabilité de la même manière que leurs collègues de la Cour européenne des droits de l'homme ?
Het idee van een « filter » is één van de mogelijke voorstellen. Is het niet denkbaar dat twee of drie raadsheren bij het Hof worden aangesteld voor de eerste lezing van ontvankelijkheid, zoals dat het geval is met hun collega's bij het Europees Hof voor de rechten van de mens ?
Contrairement à ce qui a été affirmé par un membre de la commission, M. De Baerdemaeker indique que l'OBFG a proposé des solutions très concrètes : la copie gratuite de la décision judiciaire en matière pénale, le rallongement du délai pour se pourvoir en cassation, la possibilité de se désister d'un pourvoi à titre conservatoire ou encore la formation des avocats.
De heer De Baerdemaeker wijst erop dat de OBFG, in tegenstelling tot wat een lid van de commissie heeft gezegd, heel concrete oplossingen heeft voorgesteld : het kosteloze afschrift van de gerechtelijke beslissing in de strafzaak, de verlenging van de termijn om in cassatieberoep te gaan, de mogelijkheid om af te zien van een cassatieberoep tot bewaring van recht of nog de opleiding van de advocaten.
( 43 )
5-1832/4 - 2012/2013
IV. PREMIÈRE DISCUSSION DES ARTICLES
IV. EERSTE KING
Article 1er
Artikel 1
Pas d'observations.
ARTIKELSGEWIJZE
BESPRE-
Geen opmerkingen.
Article 2
Artikel 2
Mme Van Hoof dépose l'amendement no 3 (doc. Sénat, no 5-1832/3), qui vise à supprimer l'article 2.
Mevrouw Van hoof dient amendement nr. 3 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/3) teneinde artikel 2 te doen vervallen.
Cet amendement doit être lu conjointement avec l'amendement no 4, qui adapte l'article 420 du Code d'instruction criminelle, en faisant en sorte qu'un pourvoi en cassation immédiat puisse être formé contre les arrêts et jugements.
Dit amendement hangt samen met amendement nr. 4 dat artikel 420 van het Wetboek van strafvordering aanpast, in die zin dat wel onmiddellijk cassatieberoep kan worden aangetekend tegen arresten en vonnissen.
À cet effet, il convient de maintenir l'article 235ter, § 6, du Code d'instruction criminelle parce qu'il prévoit des délais particuliers dans lesquels un pourvoi en cassation peut être formé, dans le cas où il concerne les décisions de la chambre des mises en accusation visées à l'article 235ter du Code d'instruction criminelle.
Daartoe dient artikel 235ter, § 6, Sv. behouden te blijven omdat dit artikel voorziet in bijzondere termijnen waarbinnen cassatieberoep kan worden aangetekend, in het geval een voorziening in cassatie tegen de beslissingen van de kamer van inbeschuldigingstelling bedoeld in artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering.
Articles 3 à 6
Artikelen 3 tot 6
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
Article 7
Artikel 7
Mme Faes rappelle que l'article 7 de la proposition vise à abroger l'article 291 du Code d'instruction criminelle au motif que l'article 291 du Code d'instruction criminelle n'a plus lieu d'être compte tenu du mécanisme général de purge des nullités inscrit à l'article 431 proposé (article 38 de la proposition).
Mevrouw Faes herinnert eraan dat artikel 7 van het voorstel strekt om artikel 291 van het Wetboek van strafvordering op te heffen, omdat artikel 291 van het Wetboek van strafvordering overbodig is geworden, rekening houdend met het algemeen mechanisme van de zuivering van de nietigheden dat in het voorgestelde artikel 431 is opgenomen (artikel 38 van het voorstel).
Elle estime cependant qu'il faut également modifier l'alinéa 1er de l'article 292 du Code d'instruction criminelle car celui-ci commence par les mots « immédiatement après ». Si l'article 291 du Code d'instruction criminelle est supprimé, il faut modifier le texte de l'article 292 du même Code.
Ze meent echter dat ook het eerste lid van artikel 292 van het Wetboek van strafvordering moet worden gewijzigd, want dat begint met de woorden « onmiddellijk daarna ». Indien artikel 291 van het Wetboek van strafvordering opgeheven wordt, moet men de tekst van artikel 292 van hetzelfde Wetboek wijzigen.
Article 7/1
Artikel 7/1
M. Delpérée dépose l'amendement no 2 (doc. Sénat, n 5-1832/2). Cet amendement vise à insérer un article 7/1 (nouveau), rédigé comme suit :
De heer Delpérée dient amendement nr. 2 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/2). Dit amendement strekt ertoe een artikel Art. 7/1 (nieuw) in te voegen, luidende :
o
5-1832/4 - 2012/2013
( 44 )
« Dans l'article 292 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « Immédiatement après, » sont abrogés. »
« In artikel 292 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden « Onmiddellijk daarna kan de voorzitter » vervangen door de woorden « De voorzitter kan ». »
L'amendement fait suite à la discussion de l'article 7 et est justifié par l'abrogation de l'article 291 du Code d'instruction criminelle. Le début de l'article suivant doit commencer par les mots « Le président peut ordonner au greffier ».
Het amendement komt tegemoet aan de bespreking van artikel 7 en wordt verantwoord door de opheffing van artikel 291 van het Wetboek van strafvordering. Het artikel moet beginnen met de woorden « De voorzitter kan de griffier ».
Articles 8 à 24
Artikelen 8 tot 24
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
Article 25
Artikel 25
Mme Van Hoof dépose l'amendement no 4 (doc. Sénat, no 5-1832/3) qui vise à remplacer l'article 25.
Mevrouw Van Hoof dient amendement nr. 4 in (stuk Senaat, 5-1832/3) dat ertoe strekt artikel 25 te vervangen.
Le présent amendement reprend le texte de l'article 420 du Code d'instruction criminelle tel que formulé dans la proposition de loi initiale no 4-1488/1, qui reprend elle-même l'article 555, approuvé par le Sénat, de la proposition de loi contenant le Code de procédure pénale (voir doc. Sénat, no 3-450/21).
Voorliggend amendement keert terug naar de tekst van het voorgestelde artikel 420 van het Wetboek van strafvordering zoals voorgesteld in het oorspronkelijke wetsvoorstel nr. 4-1488/1, dat teruggreep op het door de Senaat goedgekeurde artikel 555 van het wetsvoorstel tot invoering van een Wetboek van Strafprocesrecht (zie stuk Senaat, nr. 3-450/21).
Le présent amendement tient également compte des modifications apportées à l'article 416 du Code d'instruction criminelle par la loi du 13 juin 2006 modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction ainsi que par la loi du 16 janvier 2009 modifiant les articles 189ter, 235ter, 335bis et 416 du Code d'instruction criminelle.
Voorliggend amendement houdt bovendien rekening met de wijzigingen van het artikel 416 Sv. door de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en de wet van 16 januari 2009 tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335bis en 416 van het Wetboek van strafvordering.
Ainsi, par rapport à l'article 555 de la proposition de Code de procédure pénale, le 2o a été complété par une référence à l'article 235ter à la suite de l'adoption de la loi du 16 janvier 2009, et l'article a été complété par un nouveau 5o renvoyant à l'article 57bis de la loi du 8 avril 1965.
Zo werd ten opzichte van het artikel 555 van het voorstel van Wetboek van Strafprocesrecht, het 2o aangevuld met artikel 235ter ingevolge de wet van 16 januari 2009 en werd een nieuw 5o toegevoegd met verwijzing naar artikel 57bis van de wet van 8 april 1965.
Articles 26 et 27
Artikelen 26 en 27
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
Article 28
Artikel 28
Mme Van Hoof dépose l'amendement no 5 (doc. Sénat, no 5-1832/3).
Mevrouw Van Hoof dient amendement nr. 5 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/3).
Cet amendement doit être lu conjointement avec l'amendement no 4, qui adapte l'article 420 du Code
Dit amendement hangt samen met amendement nr. 4 dat artikel 420 van het Wetboek van strafvorde-
( 45 )
5-1832/4 - 2012/2013
d'instruction criminelle, en faisant en sorte qu'un pourvoi en cassation immédiat puisse être formé contre les arrêts et jugements.
ring aanpast, in die zin dat wel onmiddellijk cassatieberoep kan worden aangetekend tegen arresten en vonnissen.
Cette adaptation implique que l'article 421 soit également adapté. Le présent amendement reprend le texte de l'alinéa 3 formulé dans la proposition de loi no 4-1488/1.
Ten gevolge van deze aanpassing dient ook artikel 421 te worden aangepast. Dit amendement keert terug naar de tekst van het derde lid, voorgesteld in wetsvoorstel nr. 4-1488/1.
Articles 29 et 30
Artikelen 29 en 30
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
Article 31
Artikel 31
Mme Faes relève que l'article vise à remplacer l'article 424 du Code d'instruction criminelle par la disposition suivante :
Mevrouw Faes wijst erop dat het artikel strekt om artikel 424 van het Wetboek van strafvordering te vervangen als volgt :
« Art. 424. Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours qui suivent la décision attaquée. »
« Art. 424. Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing. »
Ce délai doit être calculé depuis le lendemain du jour des actes qui y donnent cours et comprendre le jour de l'échéance. Une différence se présente dès lors par rapport aux délais prévus par l'actuel article 359, qui constituent des délais francs.
Die termijn moet worden berekend vanaf de dag na die van de handelingen die hem doen ingaan en moet de vervaldag bevatten. Er is dus een verschil met de termijnen van het huidige artikel 359, die vrije termijnen zijn.
Mme Faes rappelle que ce délai de quinze jours a été critiqué par l'OVB et l'OBFG et ce d'autant plus que les avocats ne reçoivent pas immédiatement de copie de la décision judiciaire. En pratique, les avocats doivent commander la copie de la décision et attendre plusieurs jours avant de la recevoir. En conséquence, plusieurs jours s'écoulent avant de pouvoir examiner la décision et l'opportunité d'introduire un pourvoi ou non.
Mevrouw Faes herinnert eraan dat de OVB en de OBFG kritiek hadden op die termijn van vijftien dagen, vooral omdat de advocaten niet onmiddellijk een afschrift van de rechterlijke beslissing ontvangen. In de praktijk moeten de advocaten het afschrift van de beslissing bestellen en daar verscheidene dagen op wachten. Er verstrijken bijgevolg verscheidene dagen voor ze de beslissing kunnen onderzoeken en nagaan of het opportuun is cassatieberoep in te stellen.
Plutôt que de corriger la nature du délai, l'intervenante considère qu'il est plus important de faire en sorte que les avocats puissent être nantis de la décision judiciaire le jour même. Elle demande au ministre ce qu'elle compte entreprendre à ce sujet.
Spreekster meent dat het belangrijker is ervoor te zorgen dat de advocaten de rechterlijke beslissing op de dag zelf krijgen, in plaats van de aard van de termijn te veranderen. Ze vraagt de minister wat ze hieraan denkt te doen.
M. Delpérée reconnaît que les avocats ont en pratique une difficulté à obtenir très rapidement une copie de la décision judiciaire. Ceci étant, il semble difficile d'incorporer cette préoccupation dans le texte de loi.
De heer Delpérée geeft toe dat de advocaten in de praktijk een probleem hebben om heel snel een afschrift van de rechterlijke beslissing te krijgen. Het lijkt echter moeilijk om deze bezorgdheid in de wettekst op te nemen.
Les travaux préparatoires indiqueront que la commission a attiré l'attention du gouvernement sur cette difficulté.
Uit de parlementaire voorbereiding zal blijken dat de commissie de regering op dat probleem gewezen heeft.
5-1832/4 - 2012/2013
( 46 )
Article 32 Pas d'observations.
Artikel 32 Geen opmerkingen.
Article 33
Artikel 33
Si aujourd'hui tout justiciable a le droit d'introduire un pourvoi en cassation, la proposition de loi prévoit que la déclaration de pourvoi devra désormais être faite par un avocat — hormis lorsque le pourvoi est formé par le ministère public.
Vandaag heeft elke rechtzoekende het recht om cassatieberoep in te stellen, maar het wetsvoorstel bepaalt dat de verklaring van cassatieberoep voortaan door een advocaat moet worden gedaan — tenzij het cassatieberoep door het openbaar ministerie wordt ingesteld.
Mme Faes soutient cette condition qui vise à instaurer un premier « filtre » et permettre ainsi de limiter des pourvois introduits à la légère.
Mevrouw Faes steunt die voorwaarde, die strekt om een eerste « filter » in te stellen, zodat de lichtzinnig ingestelde cassatieberoepen beperkt kunnen worden.
L'avant-projet de loi du gouvernement prévoit également l'intervention d'un avocat mais ajoute une condition supplémentaire à savoir l'obligation pour l'avocat d'avoir suivi une formation certifiée en la matière. L'intervenante pourrait également soutenir cette solution.
Het voorontwerp van wet van de regering voorziet eveneens in het optreden van een advocaat, maar voegt daar nog een voorwaarde aan toe, te weten de verplichting voor de advocaat om een gecertificeerde opleiding over die aangelegenheid gevolgd te hebben. Spreker kan ook die oplossing steunen.
Article 34
Artikel 34
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
Article 35
Artikel 35
Mme Khattabi demande s'il n'est pas nécessaire de stipuler que l'ordonnance doit être motivée.
Mevrouw Khattabi vraagt of het niet nodig is te bepalen dat de beschikking gemotiveerd moet worden.
M. Delpérée répond que toute décision de justice doit être motivée. Ceci est un principe constitutionnel.
De heer Delpérée antwoordt dat elke rechterlijke beslissing gemotiveerd moet worden. Dat is een grondwettelijk beginsel.
Article 36
Artikel 36
Mme Faes rappelle que l'article vise à obliger la partie qui se pourvoit en cassation de faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Or, lors des auditions, il est apparu que dans des affaires telles que « Lernout & Hauspie », le coût de telles significations serait gigantesque vu le nombre de parties civiles.
Mevrouw Faes herinnert eraan dat het artikel strekt om de partij die cassatieberoep aantekent, ertoe te verplichten het cassatieberoep te laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. Op de hoorzittingen is evenwel gebleken dat in zaken zoals « Lernout & Hauspie » de kostprijs van die betekening enorm zou zijn, gelet op het aantal burgerlijke partijen.
L'intervenante suggère donc de procéder par notification.
Spreekster stelt dus voor met een kennisgeving te werk te gaan.
La proposition de loi ne retient pas cette solution au motif qu'il y aurait un alourdissement considérable des charges qui pèsent sur les greffes des juridictions dont les décisions font l'objet de pourvois ou sur le greffe de la Cour de cassation. L'intervenante demande si le gouvernement prévoit de solutionner cette difficulté ?
In het wetsvoorstel wordt niet voor die oplossing gekozen omdat ze de last op de griffies van de rechtscolleges waarvan de beslissingen in cassatie worden betwist of op de griffie van het Hof van cassatie aanzienlijk zou verzwaren. Spreekster vraagt of de regering denkt dat probleem op te lossen.
( 47 )
5-1832/4 - 2012/2013
M. Delpérée dépose l'amendement no 1 (doc. Sénat, n 5-1832/2). L'amendement vise à remplacer l'article 429 proposé par ce qui suit :
De heer Delpérée dient amendement nr. 1 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/2). Het amendement strekt ertoe het voorgestelde artikel 429 te vervangen als volgt :
« Art. 429. La partie qui se pourvoit en cassation fait notifier par le greffe son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle. Cette notification est adressée dans le délai prévu à l'article 432, alinéas 1er et 2.
« Art. 429. De partij die cassatieberoep instelt, laat het cassatieberoep door de griffie ter kennis brengen van de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht voor zover zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering. Die kennisgeving wordt verzonden binnen de in artikel 432, eerste en tweede lid, bedoelde termijn.
La notification du pourvoi du ministère public peut être adressée au détenu ou à l'interné dans l'établissement pénitentiaire ou dans l'établissement où l'intéressé est interné. »
De kennisgeving van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan worden verzonden naar de strafinrichting of naar de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is. »
L'amendement est justifié par la volonté de diminuer les frais de justice dans le cadre de pourvois en cassation dirigés à l'encontre de nombreuses personnes. La multiplication des frais d'huissier à cet égard est inutile.
Het amendement wordt verantwoord door het streven om de gerechtskosten bij cassatieberoepen gericht tegen talrijke personen te verminderen. De oplopende kosten voor gerechtsdeurwaarders hierbij zijn overbodig.
Articles 36 à 61
Artikelen 36 tot 61
o
Pas d'observations.
Geen opmerkingen.
V. DEUXIÈME DISCUSSION DES ARTICLES (APRÈS DÉPÔT DE L'AMENDEMENT GLOBAL)
V. TWEEDE ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING (NA INDIENING VAN HET GLOBAAL AMENDEMENT)
La discussion concernant la présente proposition de loi a eu lieu alors qu'il existait un avant-projet du gouvernement relatif à la révision de la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale.
De bespreking van voorliggend wetsvoorstel werd gevoerd terwijl er ook een voorontwerp bestond van de regering over de herziening van de procedure voor het Hof van Cassatie in strafzaken.
Le texte de l'avant-projet de loi a servi de base à l'amendement global déposé par M. Vastersavendts et consorts.
De tekst van het voorontwerp van wet diende als basis van het globaal amendement, ingediend door de heer Vastersavendts c.s.
Amendement no 6 et sous-amendement no 7
Amendement nr. 6 en subamendement nr. 7
M. Vastersavendts et consorts déposent l'amendement global no 6 (doc. Sénat, no 5-1832/3), qui vise à remplacer les articles 2 à 61.
De heer Vastersavendts c.s. dient het globaal amendement nr. 6 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/2) dat ertoe strekt de artikelen 2 tot 61 te vervangen.
M. Vastersavendts souligne que cet amendement a été cosigné par MM. Delpérée, Mahoux et Swennen et par Mmes Van Hoof et Defraigne. Cet amendement reprend le texte du gouvernement tel qu'il a été adapté à la suite de l'avis rendu par le Conseil d'État. Le but est de progresser au plus vite dans ce dossier. Ainsi, on pourra s'atteler à la réforme et à la modernisation indispensables de la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale.
De heer Vastersavendts wijst erop dat dit amendement werd medeondertekend door de heren Delpérée, Mahoux en Swennen en door mevrouw Van Hoof en Mevr. Defraigne. Dit amendement neemt de tekst over van de regering na aanpassing aan het advies van de Raad van State. De bedoeling is zo snel mogelijk vooruitgang te maken in dit dossier. Aldus kan werk worden gemaakt van de broodnodige hervorming en modernisering van de cassatieprocedure in strafzaken.
5-1832/4 - 2012/2013
( 48 )
M. Laeremans objecte que ce texte n'est pas accompagné d'un exposé des motifs. Il demande le temps de réflexion nécessaire pour pouvoir approfondir l'examen du dossier.
De heer Laeremans werpt op dat deze tekst nog niet werd toegelicht. Hij vraagt de nodige reflectietijd om het dossier grondig voor te bereiden.
M. Vastersavendts renvoie à la discussion générale approfondie qui a déjà eu lieu. À cette occasion, le texte à l'examen avait été communiqué par la ministre aux membres de la commission, qui ont donc déjà eu le temps de préparer le dossier. Ce texte ne contient en outre que très peu de nouveautés.
De heer Vastersavendts verwijst naar de grondige algemene bespreking die reeds heeft plaatsgevonden. Hierbij werd voorliggende tekst reeds meegedeeld door de minister aan de commissieleden, die aldus reeds de tijd hadden om de zaken voor te bereiden. Bovendien valt er in deze tekst weinig nieuws te bespeuren.
Mme Faes précise qu'elle soutenait le texte de la proposition de base déposée par M. Delpérée. Elle demande quelle est la position de l'auteur principal de la proposition de loi par rapport à l'amendement global. Quels sont les changements les plus marquants apportés au texte ?
Mevouw Faes verklaart dat ze de tekst van het basisvoorstel van de heer Delpérée steunde. Ze vraagt wat het standpunt van de hoofdindiener van het wetsvoorstel in verband met het globaal amendement is. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de tekst ?
M. Delpérée pense que la modification la plus importante apportée par l'amendement global no 6 vise la question du pourvoi immédiat. Cette question avait déjà été soulevée lors des auditions. D'aucuns redoutaient qu'ouvrir une possibilité de pourvoi immédiat lorsqu'une irrégularité est commise en cours de procédure serait de nature à surcharger la Cour de cassation. D'autres estimaient que le pourvoi immédiat assure une meilleure garantie des droits du justiciable.
De heer Delpérée denkt dat de belangrijkste wijziging van het globaal amendement nr. 6 het probleem van het onmiddellijk cassatieberoep betreft. Dat probleem werd reeds op de hoorzittingen besproken. Sommigen vreesden dat het openstellen van een mogelijkheid tot onmiddellijk cassatieberoep tijdens de rechtspleging het Hof van Cassatie zou overbelasten. Anderen meenden dat het onmiddellijk cassatieberoep de rechten van de rechtzoekende beter waarborgt.
L'amendement global ouvre un pourvoi immédiat dans les quatre hypothèses visées à l'article 420, alinéa 2, proposé, du Code d'instruction criminelle.
Het globaal amendement opent een onmiddellijk cassatieberoep in de vier gevallen waarvan sprake is in het voorgestelde artikel 420, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering.
M. Mahoux fait remarquer que l'amendement global no 6 déposé par les groupes de la majorité correspond au texte préparé par le gouvernement tel qu'il aurait été déposé par le gouvernement si le texte avait suivi son parcours parlementaire normal. Il demande quelles modifications ont été apportées au texte de l'avantprojet de loi à la suite de l'avis du Conseil d'État.
De heer Mahoux merkt op dat het door de meerderheidsfracties ingediende globaal amendement nr. 6 overeenstemt met de tekst die de regering had voorbereid en die ze zou hebben ingediend indien de tekst zijn normaal parlementair traject had afgelegd. Hij vraagt waar de tekst van het voorontwerp van wet als gevolg van het advies van de Raad van State gewijzigd werd.
L'intervenant aborde ensuite la question de la purge des nullités. Le texte de base de la proposition de loi optait pour un système de purge définitive des nullités au niveau des juridictions d'instruction. Cette solution était trop radicale. L'amendement global ne retient plus cette piste.
Vervolgens heeft spreker het over het probleem van de zuivering van de nietigheden. De basistekst van het wetsvoorstel opteerde voor een systeem van definitieve zuivering van de nietigheden bij de onderzoeksgerechten. Die oplossing was te radicaal. Het globaal amendement volgt dat spoor niet langer.
La ministre peut marquer son accord sur l'amendement global. Ce texte a été approuvé par le Conseil des ministres et adapté après avis du Conseil d'État. La ministre n'a aucune objection au fait que ce texte soit déposé en tant qu'amendement global à la proposition de loi de M. Delpérée. Il importe peu que la réforme se fasse par la voie d'un projet de loi ou d'une proposition de loi, pourvu qu'elle voie le jour rapidement.
De minister kan instemmen met het globaal amendement. Deze tekst werd goedgekeurd door de Ministerraad en aangepast na advies van de Raad van State. De minister heeft er geen enkel bezwaar tegen dat deze tekst als globaal amendement wordt ingediend op het wetsvoorstel van de heer Delpérée. Of de hervorming gebeurt via een wetsontwerp of een wetsvoorstel is niet belangrijk. Wel belangrijk is dat er snel werk van wordt gemaakt.
( 49 )
5-1832/4 - 2012/2013
Mme Van Hoof souligne que ses amendements no 3 à 5 (doc. Sénat, no 5-1832/3) visaient à mettre le texte de la proposition de loi en conformité avec le texte du gouvernement. Vu l'amendement global, ces amendements deviennent sans objet. L'intervenante pense que l'on a déjà assez discuté et que l'on peut procéder au vote.
Mevrouw Van Hoof Stipt aan dat haar amendementen nrs. 3 tot 5 (stuk Senaat, rn. 5-1832/3) de bedoeling hadden de tekst van het wetsvoorstel in overeenstemming te brengen met de tekst van de regering. Gelet op het globaal amendement worden deze amendementen zonder voorwerp. Spreekster meent dat er reeds voldoende discussie is geweest, en dat men kan overgaan tot de stemming.
Les amendements nos 1 et 2 sont également retirés à la suite du dépôt de l'amendement global.
Les amendements nrs. 1 et 2 worden ook ingetrokken ingevolge de indiening van het globaal amendement..
M. Laeremans indique qu'il n'y a aucune raison de voter le texte à l'examen à la hâte. De toute façon, la Chambre doit encore l'examiner.
De heer Laeremans wijst erop dat er geen enkele reden is om over voorliggende tekst overhaast te stemmen. In elk geval dient de Kamer zich nog over de tekst te buigen.
L'intervenant renvoie à l'article 31 de l'amendement global et à la justification qui précise que l'objectif est d'apporter de meilleures garanties au niveau de l'expertise professionnelle des avocats. Selon l'intervenant, on ne sait pas très bien si les avocats recevront une formation spéciale à cet effet, ni ce que cela implique au juste. Ne faudrait-il pas prévoir une période transitoire ?
Spreker verwijst naar artikel 31 van het globaal amendement en naar de toelichting die vermeldt dat men betere waarborgen wil bieden op het vlak van de professionele deskundigheid van de advocaten. Het is spreker niet duidelijk of de advocaten daartoe een speciale opleiding zullen krijgen en wat dit juist inhoudt. Is een overgangsperiode niet noodzakelijk ?
Mme Faes renvoie à l'article 20 de l'amendement global qui concerne les cas dans lesquels un pourvoi en cassation immédiat peut être formé. Ne faudrait-il pas, au 2, faire référence aux articles 135, § 4, 235bis et 235ter, § 6 ? Le pourvoi en cassation immédiat n'est en effet nécessaire que si l'intéressé se trouve en détention préventive.
Mevrouw Faes verwijst naar artikel 20 van het globaal amendement met betrekking tot de gevallen waarin onmiddellijk cassatieberoep kan worden aangetekend. Is het niet zo dat in het 2 moet worden verwezen naar de artikelen 135, § 4, 235bis en 235ter, § 6 ? Het onmiddellijk cassatieberoep is immers enkel nodig als de betrokkene zich in voorlopige hechtenis bevindt.
Mme Faes dépose, au même article, l'amendement no 7 (doc. Sénat, no 5-1832/2, sous-amendement à l'amendement no 6) en vue de compléter l'article 420, alinéa 2, proposé, par un point 5 qui vise à faire en sorte qu'il soit toujours possible de former un pourvoi en cassation immédiat si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été respectées. C'est ce que prévoyait d'ailleurs aussi l'amendement no 4 de Mme Van Hoof qui a toutefois été retiré.
Mevrouw Faes dient op hetzelfde artikel amendement nr. 7 in (stuk Senaat, nr. 5-1832/2, subamendement op amendement nr. 6) dat ertoe strekt het voorgestelde artikel 420, tweede lid aan te vullen met een 5, dat ervoor zorgt dat onmiddellijk cassatieberoep steeds mogelijk is wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken niet werden nageleefd. Dit werd ook voorzien in het amendement nr. 4 van mevrouw Van Hoof dat echter wordt ingetrokken.
M. Vastersavendts répond que le principe de l'avocat spécialisé ne date pas d'hier. Les avocats dont il est question en l'espèce, ce sont non pas les avocats qui peuvent intervenir en matière civile près la Cour de cassation, à savoir les avocats inscrits au barreau de la Cour de cassation, mais d'autres avocats qui doivent toutefois suivre une formation spécifique. L'intervenant renvoie à la justification qui précise que la formation est celle visée au livre II, titre III, du Code d'instruction criminelle. Il renvoie aussi à la procédure de la requête civile qui doit être signée par deux avocats expérimentés. Il va sans dire que c'est à la ministre qu'il revient de prendre les mesures d'exécution autorisant le recours à des mesures transitoires. Il est important de pouvoir faire appel à un avocat
De heer Vastersavendts antwoordt dat het principe van de gespecialiseerde advocaat sedert lang gekend is. In casu gaat het niet om advocaten die bij het Hof van Cassatie kunnen optreden in burgerlijke zaken, met name de advocaten aangesloten bij de balie van het Hof van Cassatie. Het betreft dus andere advocaten die echter een specifieke opleiding moeten volgen. Spreker verwijst naar de toelichting die verduidelijkt dat de opleiding deze is als voorzien in boek II, titel III, van het Wetboek van strafvordering. Spreker verwijst ook naar het systeem van de herroeping van gewijsde waarbij twee ervaren advocaten dienen te ondertekenen. Uiteraard komt het de minister toe de uitvoeringsmaatregelen te nemen, waarbij overgangsmaatregelen kunnen worden genomen. Het is belang-
5-1832/4 - 2012/2013
( 50 )
spécialisé. Dans notre société, l'avocat est de plus en plus appelé à jouer en premier lieu un rôle de conseil et à évaluer si une procédure a des chances d'aboutir ou non. À l'heure actuelle, une requête même non motivée suffit pour un recours en cassation. L'intervenant renvoie à l'audition de M. de Codt qui a dénoncé l'utilisation abusive de la procédure de recours en cassation.
rijk dat men een beroep doet op een gespecialiseerd advocaat. Men evolueert immers naar een maatschappij waarbij de advocaat in de eerste plaats adviseur is en moet afwegen of een procedure al dan niet kans op welslagen heeft. Nu volstaat zelfs een niet gemotiveerd verzoekschrift voor cassatieberoep. Spreker verwijst naar de hoorzitting met de heer de Codt die het oneigenlijk gebruik van cassatieberoep heeft aangeklaagd.
M. Laeremans n'a aucune objection à l'obligation de faire appel à un avocat pour introduire un recours en cassation dans le but d'empêcher l'arbitraire.
De heer Laeremans heeft geen bezwaar tegen de regel dat men voor cassatieberoep een advocaat dient in te schakelen om aldus willekeur tegen te gaan.
En revanche, il se dit opposé à l'idée que la mesure soit limitée aux avocats titulaires d'une attestation. On ne sait en effet absolument pas sur quelle formation portera cette attestation. Comment peut-on être sûr qu'il y aura suffisamment d'avocats titulaires de cette attestation au moment de l'entrée en vigueur de la disposition à l'examen ? Qui d'ailleurs s'en assurera ? Un registre sera-t-il instauré ? Un avocat dominus litis peut-il désigner un collaborateur pour signer ? Par contre, le fait de devoir justifier d'une expérience de plusieurs années au barreau est un critère clair. Peut-on invoquer une lacune éventuelle dans ce domaine à tout stade de la procédure ? Qu'adviendra-t-il si un arrêt est prononcé alors que l'avocat n'est pas titulaire de l'attestation ? L'intervenant considère que la disposition créera une insécurité juridique.
Wel heeft hij bezwaar tegen de beperking tot advocaten die een getuigschrift hebben. Het is immers helemaal niet duidelijk welke opleiding aan de basis zal liggen van dat getuigschrift. Wie garandeert er immers dat er voldoende advocaten het getuigschrift zullen hebben op het ogenblik van de inwerkingtreding van voorliggende bepaling ? Wie zal dit trouwens controleren ? Komt er een register ? Kan een advocaat dominus litis een medewerker aanwijzen om te tekenen ? Een aantal jaren ervaring eisen aan de balie is daarentegen wel een duidelijk criterium. Kan men een eventuele lacune op dat vlak in elke stand van het geding inroepen ? Wat als er een arrest wordt gewezen terwijl de advocaat niet over het getuigschrift beschikt ? Spreker vindt dat de bepaling leidt tot rechtsonzekerheid.
En outre, l'intervenant s'interroge au sujet de l'article 442 proposé à l'article 43. Il a l'impression qu'une phase a été oubliée dans cet article, à savoir la possibilité, pour la Cour de cassation, de procéder à une cassation sur la base de la notification du procureur général. La procédure de cassation n'est prévue nulle part. Comment se déroule le débat qui suit la notification d'office ? Les droits des parties sont-ils préservés dans ce cas ?
Verder heeft spreker vragen bij het in artikel 43 voorgestelde artikel 442. Spreker heeft de indruk dat in dit artikel een stap ontbreekt, namelijk dat het Hof kan vernietigen op basis van de kennisgeving door de procureur-generaal. De procedure om tot vernietiging over te gaan wordt nergens bepaald. Hoe gebeurt het debat volgend op de ambtshalve kennisgeving ? Worden de rechten van de partijen dan wel gevrijwaard ?
En ce qui concerne la formation de l'avocat, M. Vastersavendts renvoie une nouvelle fois à la requête civile, procédure pour laquelle les avocats doivent justifier d'une expérience de dix ans au barreau.
Wat de opleiding van de advocaat betreft, verwijst de heer Vastersavendts opnieuw naar de herroeping van het gewijsde, waar de advocaten van tien jaar balie-ervaring moeten getuigen.
M. Laeremans trouve que ce système est meilleur. Par le passé, les stagiaires ne pouvaient pas agir devant le Conseil d'État; seuls les avocats inscrits au barreau pouvaient le faire. Par la suite, on a considéré que cette distinction était inacceptable. Il y a quelques années, un avocat était autorisé à agir devant la cour d'appel s'il disposait d'une expérience de quinze ans au barreau. Cette distinction aussi a disparu. Il ne serait donc pas judicieux d'exiger un minimum d'expérience au barreau pour instaurer un premier filtre pour les pourvois en cassation en matière pénale.
Volgens de heer Laeremans is dit een beter systeem. Indertijd konden stagiairs niet optreden voor de Raad van State, waarvoor enkel de advocaten ingeschreven op het tableau in aanmerking kwamen. Later werd dan weer gesteld dat dit onderscheid niet kon. Vroeger kon men ook als advocaat bij het hof van beroep optreden als men vijftien jaar ervaring had aan de balie. Ook dat onderscheid wordt niet meer gemaakt. Het gaat dus niet op een minimum aan ervaring aan de balie te vereisen, ten einde een eerste filter in te stellen voor cassatie strafzaken.
En ce qui concerne la formation, M. Vastersavendts renvoie à l'avocat qui intervient comme médiateur, et qui, lui aussi, doit avoir suivi une formation.
Wat de opleiding betreft, verwijst de heer Vastersavendts naar de advocaat die optreedt als bemiddelaar. Ook daarvoor is een opleiding vereist.
( 51 )
5-1832/4 - 2012/2013
L'intervenant est convaincu qu'une spécialisation s'impose. En l'espèce, on prévoit une formation et on dispose, après l'entrée en vigueur de la loi, d'un délai de deux ans pour l'instaurer. On établira une liste des avocats qui ont suivi la formation et qui peuvent donc signer un pourvoi en cassation en matière pénale. Il ne sera pas possible de signer au nom du dominus litis si l'on n'est pas accrédité soi-même. La même règle s'applique aussi aux huissiers de justice, à peine de nullité de l'exploit. Dans la pratique, il faut faciliter autant que possible l'introduction d'instance. L'intervenant rappelle que 90 % des pourvois en cassation en matière pénale sont rejetés. Il faut absolument instaurer un premier filtre. Un arrêté d'exécution déterminera les modalités pratiques de la formation.
Spreker is ervan overtuigd dat specialisatie zich opdringt. In casu wordt in een opleiding voorzien en, na de inwerkingtreding van de wet, heeft men 24 maanden de tijd voor de invoering ervan. Er zal een lijst zijn van advocaten die de opleiding hebben gevolgd en dus een voorziening in cassatie in strafzaken mogen ondertekenen. Het zal niet mogelijk zijn loco de dominus litis te ondertekenen als men zelf niet geaccrediteerd is. Ook voor de gerechtsdeurwaarders geldt eenzelfde regel op straffe van nietigheid van het exploot. Men moet ervoor zorgen dat de rechtsingang in de praktijk zo vlot mogelijk verloopt. Spreker brengt in herinnering dat 90 % van de voorzieningen in cassatie in strafzaken wordt afgewezen. Een eerste filter inbouwen is absoluut nodig. Een uitvoeringsbesluit zal bepalen hoe de opleiding er in de praktijk zal uitzien.
M. Laeremans maintient qu'en matière familiale, on a toujours la possibilité de changer de médiateur à chaque stade de la procédure. Il en va autrement si un pourvoi est signé par un avocat qui n'a pas bénéficié de la formation requise et qui ne figure donc pas sur la liste. C'est irrévocable. On ne peut pas comparer les affaires pénales et les affaires civiles. Comment le greffe sait-il qui au juste est titulaire d'une attestation, et quelle est la sanction si l'avocat n'a pas suivi la formation mais qu'un arrêt a déjà été prononcé ? Est-ce à dire que toute la procédure est nulle dans ce cas ? Et s'agit-il d'une nullité absolue ?
De heer Laeremans blijft erbij dat men in familiezaken, in elke stand van het geding, steeds van bemiddelaar kan veranderen. Anders is het als een voorziening wordt ondertekend door een advocaat die niet de nodige opleiding heeft genoten en dus niet op de lijst staat. Dit is onherroepelijk. Men kan strafzaken en burgerlijke zaken niet vergelijken. Hoe weet de griffie wie juist over een getuigschrift beschikt en wat is de sanctie als de advocaat de opleiding niet heeft genoten, maar er reeds een arrest is. Is dan de hele procedure nietig ? Betreft het een absolute nietigheid ?
M. Vastersavendts renvoie à une requête signée par un avocat ayant fait l'objet d'une suspension. Dans ce cas, la requête est nulle. Tout cela relève de la responsabilité de l'avocat. Si le problème vient à se poser, la Cour de cassation devra se prononcer à ce sujet dès que la réglementation sera entrée en vigueur.
De heer Vastersavendts verwijst naar een verzoekschrift ondertekend door een geschorste advocaat. Dan is het verzoekschrift nietig. Dit alles behoort tot de verantwoordelijkheid van de advocaat. Als het probleem toch rijst, dan zal het Hof van Cassatie zich daarover dienen uit te spreken zodra de reglementering in voege is.
En ce qui concerne l'article 442 proposé, l'intervenant répond qu'il s'agit de la jurisprudence constante de la Cour de cassation. Il n'y a donc rien qui change. L'intervenant renvoie en l'espèce aux arrêts de la Cour de cassation du 16 juin 1993 et du 22 mars 1994.
Wat het voorgestelde artikel 442 betreft, antwoordt spreker dat dit de vaste rechtspraak is van het Hof van Cassatie. Alles blijft dus bij het oude. Spreker verwijst ter zake naar de arresten van het Hof van Cassatie van 16 juni 1993 en van 22 maart 1994.
M. Laeremans maintient que cet article ne précise pas clairement si les parties sont dûment appelées et s'il y a ou non un débat contradictoire.
De heer Laeremans blijft erbij dat dit artikel niet duidelijk weergeeft of de partijen behoorlijk worden opgeroepen en of er al dan niet een tegensprekelijk debat plaatsvindt.
La ministre renvoie aux réponses déjà fournies.
De minister verwijst naar de reeds verschafte antwoorden.
Le greffe de la Cour de cassation recevra, par l'entremise des barreaux, une liste d'avocats ayant suivi la formation en question. Le Roi fixera les critères relatifs à cette formation. Si les conditions ne sont pas remplies, la nullité est absolue. C'est aussi le cas en matière civile.
De griffie van het Hof van Cassatie zal via de balies een lijst ontvangen van advocaten die de betreffende opleiding hebben genoten. De Koning bepaalt de criteria van de opleiding. Indien de voorwaarden niet zijn vervuld, is er sprake van absolute nietigheid. Dit is ook het geval in civiele zaken
En ce qui concerne l'article 43, la ministre souligne qu'une reformulation de l'actuel article 442 s'impose.
Met betrekking tot artikel 43, stipt de minister aan dat een herformulering van het huidige artikel 442
5-1832/4 - 2012/2013
( 52 )
Le Conseil d'État n'a formulé aucune remarque au sujet de la formulation proposée.
zich opdringt. De Raad van State heeft over de voorgestelde formulering geen opmerkingen gemaakt.
M. Laeremans demande si le défendeur ou la partie civile peut encore déposer un mémoire en réponse à l'échéance du délai de deux mois.
De heer Laeremans vraagt of de verweerder of de burgerlijke partij nog een memorie van antwoord kunnen indienen na verloop van de termijn van twee maanden ?
M. Vastersavendts répond que la disposition à l'examen porte uniquement sur les actions en matière pénale. La procédure relative aux intérêts civils est réglée dans le Code d'instruction criminelle. La proposition de loi à l'examen concerne la procédure pénale.
De heer Vastersavendts antwoordt dat voorliggende bepaling enkel strafzaken betreft. De procedure met betrekking tot de burgerlijke belangen wordt geregeld in het Wetboek van strafvordering. Voorliggend wetsvoorstel betreft de strafrechtelijke procedure.
M. Laeremans renvoie à l'article 29. L'article 427 proposé concerne aussi le volet civil des procédures pénales. Il ne serait pas normal, selon lui, que le défendeur en cassation et la partie civile n'aient pas les mêmes droits en ce qui concerne le dépôt d'un mémoire en réponse. Ce serait une violation du principe d'égalité.
De heer Laeremans verwijst naar artikel 29. Het voorgestelde artikel 427 betreft ook het burgerlijk gedeelte van strafrechtelijke procedures. Het lijkt hem niet normaal dat verweerder in cassatie en burgerlijke partij niet dezelfde rechten zouden hebben met betrekking tot het indienen van een memorie van antwoord. Dit schendt het gelijkheidsbeginsel.
M. Vastersavendts maintient que cette affirmation est fausse.
De heer Vastersavendts blijft erbij dat deze bewering onjuist is.
VI. VOTES
VI. STEMMINGEN
L'article 1er est adopté par 9 voix et 1 abstention.
Artikel 1 wordt aangenomen met 9 stemmen bij 1 onthouding
L'amendement global no 6 de M. Vastersavendts et consorts est adopté par 8 voix contre 1 et 1 abstention.
Het globaal amendement nr. 6 van de heer Vastersavendts c.s. wordt aangenomen met 8 stemmen tegen 1 stem bij 1 onthouding.
Le sous-amendement no 7 de Mme Faes est rejeté par 5 voix contre 4 et 1 abstention.
Subamendement nr. 7 van mevrouw Faes wordt verworpen met 5 tegen 4 stemmen bij 1 onthouding.
L'ensemble de la proposition de loi amendée est adopté par 8 voix et 2 abstentions.
Het geamendeerd wetsvoorstel in zijn geheel wordt aangenomen met 8 stemmen bij 2 onthoudingen.
Le rapporteur,
De rapporteur,
Ahmed LAAOUEJ.
Le président, Alain COURTOIS.
Ahmed LAAOUEJ.
De voorzitter, Alain COURTOIS.
( 53 )
5-1832/4 - 2012/2013
ANNEXE
BIJLAGE
ROYAUME DE BELGIQUE
KONINKRIJK BELGIË
Service public fédéral Justice
Federale Overheidsdienst Justitie
AVANT-PROJET DE LOI RELATIVE À LA PROCÉDURE EN CASSATION EN MATIÈRE PÉNALE
VOORONTWERP VAN WET MET BETREKKING TOT DE RECHTSPLEGING IN CASSATIE IN STRAFZAKEN
Albert II, Roi des Belges,
Albert II, Koning der Belgen
À tous, présents et à venir, Salut.
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Sur la proposition de Notre ministre de la Justice,
Op voorstel van Onze Minster van Justitie,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Notre ministre de la Justice est chargé de présenter en Notre nom aux Chambres législatives et de déposer à la Chambre des représentants le projet de loi dont la teneur suit :
De minister van Justitie is ermee belast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen :
CHAPITRE Ier. — Disposition générale
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE II. — Modifications du Code d'instruction criminelle
HOOFDSTUK II. — Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
Les articles 251, 252 et 253 du même Code, rétablis par la loi du 21 décembre 2009, sont abrogés.
De artikelen 251, 252 en 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 21 december 2009, worden opgeheven.
Art. 3
Art. 3
L'article 291 du même Code, modifié par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
Dans l'article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « visé à l'article 359 » sont abrogés.
In artikel 337, derde lid van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 21 december 2009, worden de woorden « , bedoeld in artikel 359 » opgeheven.
Art. 5
Art. 5
Dans l'article 359, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes :
In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1o l'alinéa 1er est remplacé comme suit :
1o het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
5-1832/4 - 2012/2013
( 54 )
Le condamné a quinze jours après celui où l'arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu'il se pourvoit en cassation. »;
« De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt. »;
2o à l'alinéa 4, les mots « jusqu'à la réception de l'arrêt de la Cour de cassation » sont remplacés par les mots « jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation ».
2o in het vierde lid worden de woorden « tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie » vervangen door de woorden « tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie »
Art. 6
Art. 6
L'article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 7
Art. 7
Dans l'article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , à partir du plus ancien acte nul » sont abrogés.
In artikel 408, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « , van de oudste nietige akte af » opgeheven.
Art. 8
Art. 8
L'article 409 du même Code est abrogé.
Art. 9 L'article 411 du même Code est abrogé.
Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 9 Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 10
Art. 10
L'article 413 du même Code, modifié en dernier par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen als volgt :
« Art. 413. — Lorsque l'accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense. »
« Art. 413. — Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren. »
Art. 11
Art. 11
L'article 414 du même Code est abrogé.
Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 12
Art. 12
L'article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 13
Art. 13
Dans le livre II, titre III, du même Code, l'intitulé du chapitre II est remplacé par l'intitulé suivant :
In Boek II, Titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen als volgt :
« Chapitre II. De la procédure en cassation »
« Hoofdstuk II. Rechtspleging in cassatie ».
( 55 )
5-1832/4 - 2012/2013
Art. 14
Art. 14
L'article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 416. — Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former. »
« Art. 416. — De partijen kunnen slechts cassatieberoep aantekenen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben. »
Art. 15
Art. 15
L'article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 417. — Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de non-lieu. »
« Art. 417. — Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep aantekenen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling. »
Art. 16
Art. 16
L'article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd door de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen als volgt :
« Art. 418. — Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation. »
« Art. 418. — Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden aangetekend. »
Art. 17
Art. 17
L'article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 419. — Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi. »
« Art. 419. — Niemand kan een tweede maal cassatieberoep aantekenen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet. »
Art. 18
Art. 18
L'article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 420. — Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d'instruction n'est ouvert qu'après l'arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
« Art. 420. — Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden aangetekend na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions :
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden aangetekend tegen de beslissingen :
1o rendues sur la compétence;
1o inzake bevoegdheid;
2o rendues en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2o in toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3o relatives à l'action civile qui statuent sur le principe d'une responsabilité;
3o die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4o qui, conformément à l'article 524bis, § 1er, statuent sur l'action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux. »
4o die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen;
Art. 19
Art. 19
Les articles 420bis et 420ter du même Code, insérés par la loi du 10 octobre 1967 et modifiés par la loi du 14 novembre 2000, sont abrogés.
De artikelen 420bis en 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, worden opgeheven.
5-1832/4 - 2012/2013
( 56 ) Art. 20
Art. 20
L'article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 421. — Le procureur général près la cour d'appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises.
« Art. 421. — De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep aantekenen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
A peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van verval moet de verklaring het motief van de voorziening preciseren.
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants :
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen :
1o si le fait n'est pas qualifié crime par la loi;
1o wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2o si le ministère public n'a pas été entendu;
2o wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3o si l'arrêt n'a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3o wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4o si les règles de la procédure contradictoire prévues à l'article 223 n'ont pas été respectées;
4o wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
5o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été observées.
5o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd;
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l'expédition de l'arrêt est transmise par le procureur général près la cour d'appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes. »
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen. »
Art. 21
Art. 21
L'article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 422. — Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s'applique à l'infraction, nul ne peut demander la cassation de l'arrêt ou du jugement au seul motif qu'il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi. »
« Art. 422. — Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan. »
Art. 22
Art. 22
L'article 423 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 423. — Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée. »
« Art. 423. — Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing. »
Art. 23
Art. 23
L'article 424 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 424. — Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d'opposition, le délai pour se pourvoir en cassation commence à courir à l'expiration du délai d'opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l'égard du prévenu ou de l'accusé, après l'expiration des délais ordinaires d'opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l'expiration de ces délais. »
« Art. 424. — Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen de vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen. »
( 57 )
5-1832/4 - 2012/2013
Art. 24
Art. 24
L'article 425 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, laatste gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 425. — § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l'avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l'avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
« Art. 425. — § 1. Onverminderd paragraaf 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
L'avocat doit être titulaire d'une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III du Code d'instruction criminelle. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III, van het Wetboek van strafvordering. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d'instruction rendues par d'autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep aantekent tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d'instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s'en faire délivrer des extraits. »
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en een ieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven. »
Art. 25
Art. 25
L'article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 426. — La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l'attestation visé à l'article 425, § 1er, pour des personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l'avocat.
« Art. 426. — De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent, et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l'avis et le procès-verbal dans le registre destiné à cet effet. »
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in een daartoe bestemd register.
Le présent article n'est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l'article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive. »
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. »
Art. 26
Art. 26
L'article 427 du même Code est remplacé par ce qui suit : « Art. 427. — La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé.
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt : « Art. 427. — De partij die cassatieberoep aantekent, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht
5-1832/4 - 2012/2013
( 58 )
Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle.
is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
L'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l'article 429.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
La signification du pourvoi du ministère public peut être faite au détenu ou à l'interné par le directeur de l'établissement pénitentiaire ou de l'établissement où l'intéressé est interné ou par son délégué. »
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde. »
Art. 27
Art. 27
L'article 428 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 428. — Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s'il y a eu pourvoi en cassation, jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l'exécution de la décision attaquée.
« Art. 428. — Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd aangetekend, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
Toutefois, la décision sur l'action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l'action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une disposition spécialement motivée. »
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beschikking hebben beslist. »
Art. 28
Art. 28
L'article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 429. — Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visé à l'article 425, § 1 er, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l'audience.
« Art. 429. — Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d'instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l'article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visé à l'article 425, § 1er, et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l'audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l'exception visée à l'article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l'envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1 à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d'irrecevabilité.
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen die gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
( 59 ) Il délivre récépissé au déposant s'il en est requis. »
Art. 29 L'article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit :
5-1832/4 - 2012/2013
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt. »
Art. 29 Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 430. — Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l'expédition de la décision attaquée.
« Art. 430. — De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier. »
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier. »
Art. 30
Art. 30
L'article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 431. — Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général. »
« Art. 431. — Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft. »
Art. 31
Art. 31
L'article 432 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 432. — La procédure est ensuite réglée ainsi qu'il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, l'avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l'article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l'audience. Dans d'autres cas urgents, le premier président peut accorder une abréviation de ce délai. »
« Art. 432. — De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan. »
Art. 32
Art. 32
L'article 433 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 433. — La non admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la cassation peut, de l'avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
« Art. 433. — De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt bekendgemaakt die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.
L'ordonnance de non admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n'est susceptible d'aucun recours. »
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt gemotiveerd. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open. »
5-1832/4 - 2012/2013
( 60 ) Art. 33
Art. 33
L'article 434 du même Code, modifié par les lois du 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 434. — La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
« Art. 434. — Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu'au plus ancien acte nul. »
Art. 34 L'article 435 du même Code, est remplacé par ce qui suit :
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte. »
Art. 34 Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 435. — En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s'il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
« Art. 435 . — In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe nog aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l'arrêt de la cour d'assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d'incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître. »
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen. »
Art. 35
Art. 35
L'article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953 est remplacé par ce qui suit :
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 436. — Si l'arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d'assises à qui le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
« Art. 436. — Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l'arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d'assises à laquelle le procès sera renvoyé. »
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt. »
Art. 36
Art. 36
L'article 437 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953 est rétabli par la rédaction suivante :
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 437. — L'accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d'arrestation, soit en exécution de l'ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d'assises à qui son procès sera renvoyé. »
« Art. 437. — De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt. »
Art. 37
Art. 37
L'article 438 du même Code, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 438 van hetzelfde wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 438. — La partie qui succombe est condamnée aux frais.
« Art. 438. — De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
( 61 )
5-1832/4 - 2012/2013
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi. »
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter. »
Art. 38
Art. 38
L'article 440 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 440. — Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire. »
« Art. 440. — Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek. »
Art. 39
Art. 39
Dans l'article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , et les officiers de police ou les juges poursuivis, s'il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre » sont supprimés.
In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek » opgeheven.
Art. 40
Art. 40
L'article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 442. — Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d'office, et nonobstant l'expiration du délai, donner connaissance à la Cour de cassation d'une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s'est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s'en prévaloir pour s'opposer à son exécution. »
« Art. 442. — De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten. »
CHAPITRE III. — Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
HOOFDSTUK III. — Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan de Koning
Art. 41
Art. 41
L'article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967 est abrogé.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning, gewijzigd door de wet van 10 oktober 1967 wordt opgeheven.
CHAPITRE IV. — Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
HOOFDSTUK IV. — Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 42
Art. 42
L'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l'intitulé « loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel des personnes détenues ou internées ».
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door « wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen. »
Art. 43
Art. 43
Dans l'article 1er, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in verbreking » opgeheven.
5-1832/4 - 2012/2013
( 62 ) Art. 44
Art. 44
Dans l'article 2 de la même loi, les mots « ou des recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden « of der voorzieningen in cassatie » opgeheven.
Art. 45
Art. 45
Dans l'article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in cassatie » opgeheven.
CHAPITRE V. — Disposition transitoire
HOOFDSTUK V. — Overgangsbepaling
Art. 46
Art. 46
Jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, il y a lieu de lire, à l'article 24 de la présente loi remplaçant l'article 427 du Code d'instruction criminelle, les mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale » au lieu des mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental ».
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 24 van deze wet, dat het artikel 427 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden « de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, » gelezen als « de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij ».
CHAPITRE VI. — Entrée en vigueur
HOOFDSTUK VI. — Inwerkingtreding
Art. 47
Art. 47
À l'exception de l'article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l'article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, visé aux articles 24, 25 et 28, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 24, 25 en 28 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treden evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1er.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.
133737 - I.P.M.
5 - 1832/5
5 - 1832/5
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
30 SEPTEMBRE 2013
30 SEPTEMBER 2013
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
TEXTE ADOPTÉ PAR LA COMMISSION DE LA JUSTICE
TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
CHAPITRE 1er
HOOFDSTUK 1
Disposition générale
Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE 2
HOOFDSTUK 2
Modifications du Code d'instruction criminelle
Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
L'article 251 du Code d'instruction criminelle, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Voir : Documents du Sénat : 5-1832 - 2012/2013 : No 1 : Proposition de loi de M. Delpérée. Nos 2 et 3 : Amendements. No 4 : Rapport.
Zie : Stukken van de Senaat : 5-1832 - 2012/2013 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Delpérée. Nrs. 2 en 3 : Amendementen. Nr. 4 : Verslag.
5-1832/5 - 2012/2013
(2) Art. 3
Art. 3
L'article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
L'article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 5
Art. 5
L'article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 6
Art. 6
Dans l'article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots « visé à l'article 359 » sont abrogés.
In artikel 337, derde lid van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden « , bedoeld in artikel 359 » opgeheven.
Art. 7
Art. 7
Dans l'article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes :
In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1o l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
1o het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
« Le condamné a quinze jours après celui où l'arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu'il se pourvoit en cassation. »;
« De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt. »;
2o à l'alinéa 4, les mots « jusqu'à la réception de l'arrêt de la Cour de cassation » sont remplacés par les mots « jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation ».
2o in het vierde lid worden de woorden « tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie » vervangen door de woorden « tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie ».
Art. 8
Art. 8
L'article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 9
Art. 9
Dans l'article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , à partir du plus ancien acte nul » sont abrogés.
In artikel 408, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « , van de oudste nietige akte af » opgeheven.
(3) Art. 10 L'article 409 du même Code est abrogé.
Art. 11 L'article 411 du même Code est abrogé.
5-1832/5 - 2012/2013 Art. 10 Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 11 Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 12
Art. 12
L'article 413 du même Code, modifié en dernier par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 413. — Lorsque l'accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense. »
« Art. 413. — Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren. »
Art. 13
Art. 13
L'article 414 du même Code est abrogé.
Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 14
Art. 14
L'article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 15
Art. 15
Dans le livre II, titre III, du même Code, l'intitulé du chapitre II est remplacé par l'intitulé suivant :
In Boek II, Titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen door wat volgt :
« Chapitre II. De la procédure en cassation »
« Hoofdstuk II. Rechtspleging in cassatie »
Art. 16
Art. 16
L'article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 416. — Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former. »
« Art. 416. — De partijen kunnen slechts cassatieberoep aantekenen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben. »
5-1832/5 - 2012/2013
(4) Art. 17
Art. 17
L'article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 417. — Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de non-lieu. »
« Art. 417. — Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep aantekenen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling. »
Art. 18
Art. 18
L'article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 418. — Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation. »
« Art. 418. — Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden aangetekend. »
Art. 19
Art. 19
L'article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 419. — Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi. »
« Art. 419. — Niemand kan een tweede maal cassatieberoep aantekenen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet. »
Art. 20
Art. 20
L'article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 420. — Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d'instruction n'est ouvert qu'après l'arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
« Art. 420. — Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden aangetekend na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions :
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden aangetekend tegen de beslissingen :
1o rendues sur la compétence;
1o inzake bevoegdheid;
2o rendues en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2o in toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3o relatives à l'action civile qui statuent sur le principe d'une responsabilité;
3o die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4o qui, conformément à l'article 524bis, § 1er, statuent sur l'action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux. »
4o die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen. »
(5)
5-1832/5 - 2012/2013
Art. 21
Art. 21
L'article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 22
Art. 22
L'article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 23
Art. 23
L'article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 421. — Le procureur général près la cour d'appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l'arrêt de renvoi à la cour d'assises.
Art. 421. — De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep aantekenen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van verval moet de verklaring het motief van de voorziening preciseren.
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants :
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen :
1o si le fait n'est pas qualifié crime par la loi;
1o wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2o si le ministère public n'a pas été entendu;
2o wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3o si l'arrêt n'a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3o wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4o si les règles de la procédure contradictoire prévues à l'article 223 n'ont pas été respectées;
4o wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
5o si les dispositions légales relatives à l'emploi des langues en matière judiciaire n'ont pas été observées.
5o wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l'expédition de l'arrêt est transmise par le procureur général près la cour d'appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes. »
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureurgeneraal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen. »
Art. 24
Art. 24
L'article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 422. — Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s'applique à l'infraction, nul ne peut demander la cassation de
« Art. 422. — Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernieti-
5-1832/5 - 2012/2013
(6)
l'arrêt ou du jugement au seul motif qu'il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi. »
ging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan. »
Art. 25
Art. 25
L'article 423 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 423. — Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée. »
« Art. 423. — Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen de vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing. »
Art. 26
Art. 26
L'article 424 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 424. — Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d'opposition, le délai pour se pourvoir en cassation commence à courir à l'expiration du délai d'opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l'égard du prévenu ou de l'accusé, après l'expiration des délais ordinaires d'opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l'expiration de ces délais. »
« Art. 424. — Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen de vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen. »
Art. 27
Art. 27
L'article 425 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, laatste gewijzigd door de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt :
« Art. 425. — § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l'avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l'avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
« Art. 425. — § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
L'avocat doit être titulaire d'une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d'instruction rendues par d'autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep aantekent tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
(7)
5-1832/5 - 2012/2013
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d'instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s'en faire délivrer des extraits. »
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en een ieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven. »
Art. 28
Art. 28
L'article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 426. — La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2, pour des personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l'avocat.
« Art. 426. — De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l'avis et le procèsverbal dans le registre destiné à cet effet.
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in een daartoe bestemd register.
Le présent article n'est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l'article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive. »
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. »
Art. 29
Art. 29
L'article 427 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 427. — La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n'y est tenue qu'en tant qu'elle se pourvoit contre la décision rendue sur l'action civile exercée contre elle.
« Art. 427. — De partij die cassatieberoep aantekent, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
L'exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l'article 429.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
5-1832/5 - 2012/2013
(8)
La signification du pourvoi du ministère public peut être faite au détenu ou à l'interné par le directeur de l'établissement pénitentiaire ou de l'établissement où l'intéressé est interné ou par son délégué. »
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde. »
Art. 30
Art. 30
L'article 428 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 428. — Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s'il y a eu pourvoi en cassation, jusqu'au prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l'exécution de la décision attaquée.
« Art. 428. — Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd aangetekend, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
Toutefois, la décision sur l'action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l'action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une ordonnance spécialement motivée. »
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beschikking hebben beslist. »
Art. 31
Art. 31
L'article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 429. — Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l'audience.
« Art. 429. — Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d'instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l'article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l'attestation visée à l'article 425, § 1er, alinéa 2 et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l'audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l'exception visée à l'article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht
(9)
5-1832/5 - 2012/2013
pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l'envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d'irrecevabilité.
van de partij waartegen die gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
Il délivre récépissé au déposant s'il en est requis. »
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt. »
Art. 32
Art. 32
L'article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 430. — Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l'expédition de la décision attaquée.
« Art. 430. — De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier. ».
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier. ».
Art. 33
Art. 33
L'article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 431. — Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général. »
« Art. 431. — Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft. »
Art. 34
Art. 34
L'article 432 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 432. — La procédure est ensuite réglée ainsi qu'il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, l'avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l'article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l'audience. Dans d'autres cas urgents, le premier président peut accorder un abrègement de ce délai. »
« Art. 432. — De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan. »
5-1832/5 - 2012/2013
( 10 ) Art. 35
Art. 35
L'article 433 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 433. — La non admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la cassation peut, de l'avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
« Art. 433. — De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt bekendgemaakt die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen. ».
L'ordonnance de non admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n'est susceptible d'aucun recours. »
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt gemotiveerd. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open. »
Art. 36
Art. 36
L'article 434 du même Code, modifié par les lois du 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd door de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 434. — La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
« Art. 434. — Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu'au plus ancien acte nul. »
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte. »
Art. 37
Art. 37
L'article 435 du même Code, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 435. — En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s'il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
« Art. 435. — In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe nog aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l'arrêt de la cour d'assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d'incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître. »
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen. »
( 11 )
5-1832/5 - 2012/2013
Art. 38
Art. 38
L'article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt : :
« Art. 436. — Si l'arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d'assises à qui le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
« Art. 436. — Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l'arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d'assises à laquelle le procès sera renvoyé. »
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt. »
Art. 39
Art. 39
L'article 437 du même Code, abrogé par la loi du 10 juillet 1967, est rétabli dans la rédaction suivante :
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 437. — L'accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d'arrestation, soit en exécution de l'ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d'assises à qui son procès sera renvoyé. »
« Art. 437. — De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt. »
Art. 40
Art. 40
L'article 438 du même Code, est remplacé par ce qui suit :
Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 438. — La partie qui succombe est condamnée aux frais.
« Art. 438. — De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi. »
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter. »
Art. 41
Art. 41
L'article 440 du même Code est remplacé par ce qui suit :
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 440. — Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire. »
« Art. 440. — Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek. »
5-1832/5 - 2012/2013
( 12 ) Art. 42
Art. 42
Dans l'article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots « , et les officiers de police ou les juges poursuivis, s'il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre » sont abrogés.
In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden « en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek » opgeheven.
Art. 43
Art. 43
L'article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 442. — Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d'office, et nonobstant l'expiration du délai, donner connaissance à la Cour de cassation d'une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s'est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s'en prévaloir pour s'opposer à son exécution. »
« Art. 442. — De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten. »
CHAPITRE 3
HOOFDSTUK 3
Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan de Koning
Art. 44
Art. 44
L'article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967 est abrogé.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 wordt opgeheven.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 45
Art. 45
L'intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l'intitulé suivant : « loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d'appel des personnes détenues ou internées ».
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt : « wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen ».
( 13 )
5-1832/5 - 2012/2013
Art. 46
Art. 46
Dans l'article 1er, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in verbreking » opgeheven.
Art. 47
Art. 47
Dans l'article 2 de la même loi, les mots « ou des recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden « of der voorzieningen in cassatie » opgeheven.
Art. 48
Art. 48
Dans l'article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots « ou de recours en cassation » sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « of van voorziening in cassatie » opgeheven.
CHAPITRE 5
HOOFDSTUK 5
Disposition transitoire
Overgangsbepaling
Art. 49
Art. 49
Jusqu'à la date d'entrée en vigueur de l'article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, il y a lieu de lire, à l'article 29 de la présente loi remplaçant l'article 427 du Code d'instruction criminelle, les mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale » au lieu des mots « les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental ».
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 29 van deze wet, dat het artikel 427 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden « de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, » gelezen als « de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij ».
CHAPITRE 6
HOOFDSTUK 6
Entrée en vigueur
Inwerkingtreding
Art. 50
Art. 50
À l'exception de l'article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l'article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, visé aux articles 27, 28 et 31 de la présente loi, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée aux alinéas 1er et 2.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.
133722 - I.P.M.
5 - 1832/6
5 - 1832/6
SÉNAT DE BELGIQUE
BELGISCHE SENAAT
SESSION DE 2012-2013
ZITTING 2012-2013
10 OCTOBRE 2013
10 OKTOBER 2013
Projet de loi relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
Wetsontwerp met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
TEXTE ADOPTÉ EN SÉANCE PLÉNIÈRE ET TRANSMIS À LA CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS (1)
TEKST AANGENOMEN IN PLENAIRE VERGADERING EN OVERGEZONDEN AAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (1)
Le texte adopté en séance plénière est identique au texte adopté par la commission (voir doc. no 5-1832/5).
De in plenaire vergadering aangenomen tekst is dezelfde als de door de commissie aangenomen tekst (zie stuk nr. 5-1832/5).
Bruxelles, 10 octobre 2013.
Brussel, 10 oktober 2013.
De voorzitster van de Senaat, La présidente du Sénat, Sabine de BETHUNE. Le greffier du Sénat, De griffier van de Senaat, Hugo HONDEQUIN.
Voir : Documents du Sénat : 5-1832 - 2012/2013 : No 1 : Proposition de loi de M. Delpérée. Nos 2 et 3 : Amendements. No 4 : Rapport. No 5 : Texte adopté par la commission. Annales du Sénat : 10 octobre 2013.
(1) Article 81 de la Constitution.
Zie : Stukken van de Senaat : 5-1832 - 2012/2013 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Delpérée. Nrs. 2 en 3 : Amendementen. Nr. 4 : Verslag. Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie. Handelingen van de Senaat : 10 oktober 2013.
(1) Artikel 81 van de Grondwet. 134018 - I.P.M.
DOC 53
3065/001
DOC 53
3065/001
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
11 octobre 2013
11 oktober 2013
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
PROJET TRANSMIS PAR LE SÉNAT(*)
ONTWERP OVERGEZONDEN DOOR DE SENAAT(*)
Documents précédents:
Voorgaande documenten:
Documents du Sénat:
Stukken van de Senaat:
5-1832 - 2012/2013:
5-1832 - 2012/2013:
N° 1: Proposition de loi de M. Delpérée. N°s 2 et 3: Amendements. N° 4: Rapport. N° 5: Texte adopté par la commission. N° 6: Texte adopté en séance plénière et transmis à la Chambre des représentants.
Nr. 1: Wetsvoorstel van de heer Delpérée. Nrs. 2 en 3: Amendementen. Nr. 4: Verslag. Nr. 5: Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 6: Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Voir aussi: Annales du Sénat: 10 octobre 2013.
Zie ook: Handelingen van de Senaat: 10 oktober 2013.
(*) DÉLAI D’EXAMEN: 60 JOURS (ART. 81 DE LA CONSTITUTION)
(*) ONDERZOEKSTERMIJN: 60 DAGEN (ART. 81 VAN DE GRONDWET) 6915
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
2
DOC 53
N-VA PS MR CD&V sp.a Ecolo-Groen Open Vld VB cdH FDF LDD MLD INDEP-ONAFH
: : : : : : : : : : : : :
Nieuw-Vlaamse Alliantie Parti Socialiste Mouvement Réformateur Christen-Democratisch en Vlaams socialistische partij anders Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen Open Vlaamse liberalen en democraten Vlaams Belang centre démocrate Humaniste Fédéralistes Démocrates Francophones Lijst Dedecker Mouvement pour la Liberté et la Démocratie Indépendant-Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications: DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
PLEN: COM: MOT:
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Document parlementaire de la 53e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites Version Provisoire du Compte Rendu intégral (couverture verte) Compte Rendu Analytique (couverture bleue) Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon) Séance plénière Réunion de commission Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
PLEN: COM: MOT:
Parlementair document van de 53e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft) Beknopt Verslag (blauwe kaft) Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen) (PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft) Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes: Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.lachambre.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE
3065/001
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
Bestellingen: Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.dekamer.be e-mail :
[email protected]
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
3
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Disposition générale
Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE 2
HOOFDSTUK 2
Modifications du Code d’instruction criminelle
Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
L’article 251 du Code d’instruction criminelle, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 3
Art. 3
L’article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
L’article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 5
Art. 5
L’article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 6
Art. 6
Dans l’article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots “visé à l’article 359” sont abrogés.
In artikel 337, derde lid van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden “, bedoeld in artikel 359” opgeheven.
Art. 7
Art. 7
Dans l’article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes:
In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
4
DOC 53
3065/001
“Le condamné a quinze jours après celui où l’arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu’il se pourvoit en cassation.”;
“De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt.”;
2° à l’alinéa 4, les mots “jusqu’à la réception de l’arrêt de la Cour de cassation” sont remplacés par les mots “jusqu’au prononcé de l’arrêt de la Cour de cassation”.
2° in het vierde lid worden de woorden “tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie” vervangen door de woorden “tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie”.
Art. 8
Art. 8
L’article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 9
Art. 9
Dans l’article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, à partir du plus ancien acte nul” sont abrogés.
In artikel 408, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden “, van de oudste nietige akte af” opgeheven.
Art. 10
Art. 10 Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
L’article 409 du même Code est abrogé.
Art. 11
Art. 11
Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
L’article 411 du même Code est abrogé.
Art. 12
Art. 12
L’article 413 du même Code, modifié en dernier par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 413. Lorsque l’accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense.”
“Art. 413. Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren.”
Art. 13
Art. 13
L’article 414 du même Code est abrogé.
Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 14
Art. 14
L’article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
5
Art. 15
Art. 15
Dans le livre II, titre III, du même Code, l’intitulé du chapitre II est remplacé par l’intitulé suivant:
In Boek II, Titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen door wat volgt:
“Chapitre II. De la procédure en cassation”
“Hoofdstuk II. Rechtspleging in cassatie”
Art. 16
Art. 16
L’article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 416. Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former.”
“Art. 416. De partijen kunnen slechts cassatieberoep aantekenen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben.”
Art. 17
Art. 17
L’article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 417. Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de nonlieu.”
“Art. 417. Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep aantekenen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling.”
Art. 18
Art. 18
L’article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 418. Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation.”
“Art. 418. Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden aangetekend.”
Art. 19
Art. 19
L’article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 419. Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi.”
“Art. 419. Niemand kan een tweede maal cassatieberoep aantekenen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet.”
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
6
DOC 53
3065/001
Art. 20
Art. 20
L’article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld door de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 420. Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d’instruction n’est ouvert qu’après l’arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
“Art. 420. Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden aangetekend na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions:
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden aangetekend tegen de beslissingen:
1° rendues sur la compétence;
1° inzake bevoegdheid;
2° rendues en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2° in toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3° relatives à l’action civile qui statuent sur le principe d’une responsabilité;
3° die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4° qui, conformément à l’article 524bis, § 1er, statuent sur l’action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux.”
4° die overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen.”
Art. 21
Art. 21
L’article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 22
Art. 22
L’article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 23
Art. 23
L’article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 421. Le procureur général près la cour d’appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de renvoi à la cour d’assises.
Art. 421. De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep aantekenen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van verval moet de verklaring het motief van de voorziening preciseren.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
7
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants:
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen:
1° si le fait n’est pas qualifié crime par la loi;
1° wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2° si le ministère public n’a pas été entendu;
2° wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3° si l’arrêt n’a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3° wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4° si les règles de la procédure contradictoire prévues à l’article 223 n’ont pas été respectées;
4° wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
5° si les dispositions légales relatives à l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été observées.
5° wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l’expédition de l’arrêt est transmise par le procureur général près la cour d’appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes.”
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen.”
Art. 24
Art. 24
L’article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 422. Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s’applique à l’infraction, nul ne peut demander la cassation de l’arrêt ou du jugement au seul motif qu’il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi.”
“Art. 422. Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan.”
Art. 25
Art. 25
L’article 423 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 423. Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée.”
“Art. 423. Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen de vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing.”
Art. 26
Art. 26
L’article 424 du même Code, modifié par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 424. Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d’opposition, le délai pour se pourvoir
“Art. 424. Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
8
DOC 53
3065/001
en cassation commence à courir à l’expiration du délai d’opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l’égard du prévenu ou de l’accusé, après l’expiration des délais ordinaires d’opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l’expiration de ces délais.”
beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen de vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen.”
Art. 27
Art. 27
L’article 425 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, laatste gewijzigd door de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt:
“Art. 425. § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l’avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l’avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
“Art. 425. § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
L’avocat doit être titulaire d’une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d’instruction rendues par d’autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep aantekent tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d’instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s’en faire délivrer des extraits.”
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en een ieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven.”
Art. 28
Art. 28
L’article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 426. La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, pour des personnes détenues dans un établissement
“Art. 426. De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
9
pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l’avocat.
opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l’avis et le procèsverbal dans le registre destiné à cet effet.
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in een daartoe bestemd register.
Le présent article n’est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l’article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive.”
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.”
Art. 29
Art. 29
L’article 427 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 427. La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n’y est tenue qu’en tant qu’elle se pourvoit contre la décision rendue sur l’action civile exercée contre elle.
“Art. 427. De partij die cassatieberoep aantekent, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
L’exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l’article 429.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
La signification du pourvoi du ministère public peut être faite au détenu ou à l’interné par le directeur de l’établissement pénitentiaire ou de l’établissement où l’intéressé est interné ou par son délégué.”
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde.”
Art. 30
Art. 30
L’article 428 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 428. Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s’il y a eu pourvoi en cassation, jusqu’au prononcé de l’arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l’exécution de la décision attaquée.
“Art. 428. Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd aangetekend, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
10
DOC 53
3065/001
Toutefois, la décision sur l’action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l’action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une ordonnance spécialement motivée.”
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder gemotiveerde beschikking hebben beslist.”
Art. 31
Art. 31
L’article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 429. Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l’audience.
“Art. 429. Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d’instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l’article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2 et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l’audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l’exception visée à l’article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l’envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d’irrecevabilité.
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen die gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
Il délivre récépissé au déposant s’il en est requis.”
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt.”
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
11
Art. 32
Art. 32
L’article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 430. Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l’expédition de la décision attaquée.
“Art. 430. De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier.”.
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier.”.
Art. 33
Art. 33
L’article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 431. Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général.”
“Art. 431. Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft.”
Art. 34
Art. 34
L’article 432 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 432. La procédure est ensuite réglée ainsi qu’il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, l’avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l’article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l’audience. Dans d’autres cas urgents, le premier président peut accorder un abrègement de ce délai.”
“Art. 432. De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan.”
Art. 35
Art. 35
L’article 433 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 433. La non admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la cassation peut, de l’avis conforme du ministère public,
“Art. 433. — De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt bekendgemaakt die tot cassatie kan leiden, kan
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
12
DOC 53
3065/001
être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.”.
L’ordonnance de non admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n’est susceptible d’aucun recours.”
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt gemotiveerd. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.”
Art. 36
Art. 36
L’article 434 du même Code, modifié par les lois du 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd door de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 434. La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
“Art. 434. Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu’au plus ancien acte nul.”
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte.”
Art. 37
Art. 37
L’article 435 du même Code, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 435. En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s’il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
“Art. 435. In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe nog aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l’arrêt de la cour d’assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d’incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître.”
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen.”
Art. 38
Art. 38
L’article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt::
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
13
“Art. 436. Si l’arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d’assises à qui le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
“Art. 436. Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l’arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d’assises à laquelle le procès sera renvoyé.”
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt.”
Art. 39
Art. 39
L’article 437 du même Code, abrogé par la loi du 10 juillet 1967, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 437. L’accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d’arrestation, soit en exécution de l’ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d’assises à qui son procès sera renvoyé.”
“Art. 437. De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt.”
Art. 40
Art. 40
L’article 438 du même Code, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 438. La partie qui succombe est condamnée aux frais.
“Art. 438. De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi.”
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter.”
Art. 41
Art. 41
L’article 440 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 440. Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire.”
“Art. 440. Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek.”
Art. 42
Art. 42
Dans l’article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, et les officiers de police ou
In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden “en de of-
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
14
DOC 53
3065/001
les juges poursuivis, s’il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre” sont abrogés.
ficieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek” opgeheven.
Art. 43
Art. 43
L’article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 442. Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d’office, et nonobstant l’expiration du délai, donner connaissance à la Cour de cassation d’une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s’est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s’en prévaloir pour s’opposer à son exécution.”
“Art. 442. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten.”
CHAPITRE 3
HOOFDSTUK 3
Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan de Koning
Art. 44
Art. 44
L’article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967 est abrogé.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan de Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 wordt opgeheven.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 45
Art. 45
L’intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l’intitulé suivant:
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt:
“loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel des personnes détenues ou internées”.
“wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen”.
Art. 46
Art. 46
Dans l’article 1er, alinéa 1er, de la même loi, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden “of van voorziening in verbreking” opgeheven.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/001
15
Art. 47
Art. 47
Dans l’article 2 de la même loi, les mots “ou des recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden “of der voorzieningen in cassatie” opgeheven.
Art. 48
Art. 48
Dans l’article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden “of van voorziening in cassatie” opgeheven.
CHAPITRE 5
HOOFDSTUK 5
Disposition transitoire
Overgangsbepaling
Art. 49
Art. 49
Jusqu’à la date d’entrée en vigueur de l’article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental, il y a lieu de lire, à l’article 29 de la présente loi remplaçant l’article 427 du Code d’instruction criminelle, les mots “les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale” au lieu des mots “les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental”.
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 29 van deze wet, dat het artikel 427 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden “de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis,” gelezen als “de inrichtingen bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij”.
HOOFDSTUK 6 CHAPITRE 6 Inwerkingtreding Entrée en vigueur Art. 50 Art. 50 À l’exception de l’article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l’article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d’instruction criminelle, visé aux articles 27, 28 et 31 de la présente loi, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Le Roi peut fixer une date d’entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée aux alinéas 1er et 2.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
16
DOC 53
Bruxelles, le 10 octobre 2013
3065/001
Brussel, 10 oktober 2013
La présidente du Sénat,
De voorzitster van de Senaat,
Sabine de BETHUNE Le greffier du Sénat,
De griffier van de Senaat, Hugo HONDEQUIN
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
Imprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier certifié FSC Centrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
DOC 53
3065/002
DOC 53
3065/002
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
19 novembre 2013
19 november 2013
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
AMENDEMENT
AMENDEMENT
Nr. 1 VAN MEVROUW DE WIT c.s.
N° 1 DE MME DE WIT ET CONSORTS Art. 20
Art. 20
Compléter l’article 420, alinéa 2, proposé, par un 5° rédigé comme suit:
Het voorgestelde artikel 420, tweede lid, aanvullen met een punt 5°, luidend als volgt:
“5° lorsque les prescriptions légales concernant l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été respectées”.
“5°wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van de talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.”.
JUSTIFICATION
VERANTWOORDING
Le présent amendement tend à ce qu’un pourvoi en cassation immédiat soit toujours possible lorsque les prescriptions légales concernant l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été respectées.
Dit amendement wil onmiddellijk cassatieberoep steeds mogelijk maken wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
Sophie DE WIT (N-VA) Daphné DUMERY (N-VA) Sarah SMEYERS (N-VA) Kristien VAN VAERENBERGH (N-VA)
Document précédent:
Voorgaand document:
Doc 53 3065/ (2013/2014):
Doc 53 3065/ (2013/2014):
001:
001:
Projet transmis par le Sénat.
Ontwerp overgezonden door de Senaat.
7212 CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
Imprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier certifié FSC Centrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
DOC 53
3065/003
DOC 53
3065/003
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
23 janvier 2014
23 januari 2014
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
RAPPORT
VERSLAG
FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE LA JUSTICE PAR M. Christian BROTCORNE ET MME Sophie DE WIT
NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR DE HEER Christian BROTCORNE EN MEVROUW Sophie DE WIT
SOMMAIRE
BELGISCHE KAMER VAN
Pages
I. Procédure .............................................................. II. Exposé introductif de Mme Annemie Turtelboom, ministre de la Justice ............................................. III. Discussion générale .............................................. IV. Discussion des articles et votes ............................ Annexe: Tableaux transmis par la ministre de la Justice ....
3 3 4 7 18
INHOUD I. Procedure .............................................................. II. Inleidende uiteenzetting van mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie ........................... III. Algemene bespreking............................................ IV. Artikelgewijze bespreking en stemmingen ............ Bijlage: Door de minister van Justitie overgezonden tabellen ..........................................................................
Documents précédents:
Blz. 3 3 4 7
19
Voorgaande documenten:
Doc 53 3065/ (2013/2014):
Doc 53 3065/ (2013/2014):
001: 002:
001: 002:
Projet transmis par le Sénat. Amendement.
Ontwerp overgezonden door de Senaat. Amendement.
8046 CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
2
DOC 53
3065/003
Composition de la commission à la date de dépôt du rapport/ Samenstelling van de commissie op de datum van indiening van het verslag Président/Voorzitter: Kristien Van Vaerenbergh A. — Titulaires / Vaste leden:
B. — Suppléants / Plaatsvervangers:
N-VA
Siegfried Bracke, Daphné Dumery, Theo Francken, Miranda Van Eetvelde, Ben Weyts Karine Lalieux, Yvan Mayeur, N
PS CD&V MR sp.a Ecolo-Groen Open Vld VB cdH
Sophie De Wit, Koenraad Degroote, Sarah Smeyers, Kristien Van Vaerenbergh Laurence Meire, André Perpète, Manuella Senecaut, Özlem Özen Sonja Becq, Raf Terwingen Philippe Goffin, Marie-Christine Marghem Renaat Landuyt Stefaan Van Hecke Carina Van Cauter Bert Schoofs Christian Brotcorne
Gerald Kindermans, Liesbeth Van der Auwera Corinne De Permentier, Denis Ducarme, Charles Michel Rosaline Mouton, Peter Vanvelthoven Juliette Boulet, Fouad Lahssaini Patrick Dewael, Sabien Lahaye-Battheu Gerolf Annemans, Peter Logghe Joseph George, Benoît Lutgen
C. — Membre sans voix délibérative / Niet-stemgerechtigd lid: INDEP-ONAFH
N-VA PS MR CD&V sp.a Ecolo-Groen Open Vld VB cdH FDF LDD MLD INDEP-ONAFH
Laurent Louis
: : : : : : : : : : : : :
Nieuw-Vlaamse Alliantie Parti Socialiste Mouvement Réformateur Christen-Democratisch en Vlaams socialistische partij anders Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen Open Vlaamse liberalen en democraten Vlaams Belang centre démocrate Humaniste Fédéralistes Démocrates Francophones Lijst Dedecker Mouvement pour la Liberté et la Démocratie Indépendant-Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications: DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
PLEN: COM: MOT:
Afkortingen bij de nummering van de publicaties: e
Document parlementaire de la 53 législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites Version Provisoire du Compte Rendu intégral Compte Rendu Analytique Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) Séance plénière Réunion de commission Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
Parlementair document van de 53e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden Voorlopige versie van het Integraal Verslag Beknopt Verslag Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen)
PLEN: COM: MOT:
Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
DOC 53 0000/000:
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes: Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.lachambre.be courriel :
[email protected]
Bestellingen: Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.dekamer.be e-mail :
[email protected]
Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier cerifié FSC
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
3
MESDAMES, MESSIEURS,
DAMES EN HEREN,
Votre commission a examiné ce projet de loi transmis par le Sénat au cours de ses réunions des 19 novembre 2013, 7 et 14 janvier 2014.
Uw commissie heeft onderhavig wetsontwerp, overgezonden door de Senaat, besproken tijdens haar vergaderingen van 19 november 2013, 7 en 14 januari 2014.
I. — PROCÉDURE
I. — PROCEDURE
La commission constate qu’il y a lieu d’apporter des corrections légistiques au texte du projet de loi DOC 53 3065/001 transmis par le Sénat en application de l’article 105, alinéa 2, du Règlement de la Chambre (voir la discussion des articles).
De commissie stelt vast dat aan de door de Senaat overgezonden tekst van wetsontwerp DOC 53 3065/001 wetgevingstechnische correcties dienen te worden aangebracht, met toepassing van artikel 105, tweede lid, van het Reglement van de Kamer (zie de artikelsgewijze bespreking).
Le Sénat a approuvé ces corrections légistiques le 17 janvier 2014.
Op 17 januari 2014 heeft de Senaat met deze wetgevingstechnische correcties ingestemd.
II. — EXPOSÉ INTRODUCTIF DE MME ANNEMIE TURTELBOOM, MINISTRE DE LA JUSTICE
II. — INLEIDENDE UITEENZETTING VAN MEVROUW ANNEMIE TURTELBOOM, MINISTER VAN JUSTITIE
Mme Annemie Turtelboom, ministre de la Justice, explique que le contenu du projet de loi à l’examen coincide avec celui de l’avant-projet de loi approuvé le 17 mai 2013 en Conseil des ministres. Il s’inscrit dès lors dans l’accord de gouvernement, qui prévoit des mesures visant à lutter contre l’arriéré judiciaire, à renforcer la cohérence entre certaines lois pénales et à rendre ces lois plus compréhensibles (p. 139-141).
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie, legt uit dat onderhavig wetsontwerp inhoudelijk overeenstemt met het voorontwerp van wet dat op 17 mei 2013 door de Ministerraad is goedgekeurd. Het is derhalve in overeenstemming met het Regeerakkoord dat voorziet in maatregelen ter bestrijding van de gerechtelijke achterstand en beoogt om de coherentie tussen sommige strafwetten te vergroten en deze te verduidelijken (blz. 139-141).
Le projet de loi entend en particulier rassembler les textes portant sur la procédure pénale devant la Cour de cassation, qui étaient jusqu’à présent disséminés dans le Code d’instruction criminelle, et rajeunir leur rédaction.
Het wetsontwerp strekt er meer bepaald toe de teksten met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken, die verspreid waren over het Wetboek van strafvordering, te bundelen en op te frissen.
Il prévoit par ailleurs une organisation claire de la procédure pénale devant la Cour de cassation. Les procédures nécessaires pour que la Cour de cassation puisse exercer sa mission seront ancrées dans la loi. Ces procédures seront adaptées afin d’éviter la paralysie de la Cour, qui est confrontée à un afflux de pourvois en matière pénale.
Bovendien zal de rechtspleging in cassatie in strafzaken duidelijk worden georganiseerd. De procedures die nodig zijn opdat het Hof zijn taak kan vervullen, worden in de wet verankerd. Die procedures zullen aangepast worden om te voorkomen dat het Hof, dat met een toevloed aan cassatieberoepen in strafzaken wordt geconfronteerd, verlamd wordt.
La procédure doit enfin être adaptée sur certains points à une série de modifications législatives récentes, et en particulier à la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la Cour d’assises.
Ten slotte dient de procedure op een aantal punten te worden aangepast aan een reeks van recente wetswijzigingen, in het bijzonder de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen.
La ministre passe ensuite en revue les lignes de forces de la réforme:
De minister stipt vervolgens de volgende krachtlijnen van de hervorming aan:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
4
DOC 53
3065/003
— l’intervention requise d’un avocat qui a suivi une formation spécialisée en technique de cassation;
— het verplichte optreden van een advocaat die een gespecialiseerde en technische cassatie-opleiding heeft gevolgd;
— l’obligation de principe de signifier le pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé, en ce compris l’obligation faite à la personne poursuivie de signifier à la partie civile le pourvoi qu’elle forme contre la décision rendue sur l’action civile;
— de principiële verplichting het cassatieberoep te betekenen aan de partij waartegen het gericht is, samen met de verplichting voor de vervolgde persoon om aan de burgerlijke partij het cassatieberoep te betekenen dat hij instelt tegen de beslissing inzake de burgerlijke rechtsvordering;
— les moyens de cassation peuvent uniquement être développés au moyen d’un mémoire déposé au greffe de la Cour de cassation, et non plus au moyen d’une requête introduite au greffe de la cour ou du tribunal qui a rendu la décision attaquée;
— de cassatiemiddelen kunnen enkel worden aangevoerd door middel van een memorie die op de griffie van het Hof van Cassatie wordt ingediend, en niet meer via een verzoekschrift, ingediend op de griffie van het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft genomen;
— l’instauration de délais et de conditions de forme pour l’introduction de mémoires: le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat qui a suivi une formation spécialisée en technique de cassation, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l’audience;
— de invoering van termijnen en vormvereisten voor de indiening van memories: de eiser in cassatie kan zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die een gespecialiseerde en technische cassatie-opleiding heeft gevolgd en die hij uiterlijk vijftien dagen vóór de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen;
— l’instauration d’une procédure simplifiée de rejet des pourvois en cassation par le président de section, de l’avis conforme du ministère public;
— het instellen van een vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen door de afdelingsvoorzitter op eensluidend advies van het openbaar ministerie;
— la procédure est réglée conformément aux articles 1104 à 1109 du Code judiciaire; sauf lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, les parties sont averties de la fixation par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l’audience.
— de rechtspleging wordt geregeld overeenkomstig de artikelen 1104 tot 1109 van het Gerechtelijk Wetboek; behoudens wanneer het Hof spoedeisend uitspraak moet doen, brengt de griffier uiterlijk vijftien dagen voor de zitting de dagbepaling ter kennis van de partijen.
La ministre souligne enfin que le projet de loi comporte deux importantes mesures transitoires. Une première disposition permet de tenir compte de l’entrée en vigueur différée de l’article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental (voir l’article 49 du projet de loi). Une deuxième disposition vise à laisser aux personnes et aux instances concernées un délai suffisant pour se préparer à l’application de la nouvelle réglementation. Il est d’ailleurs prévu que la loi n’entre en vigueur qu’au plus tard un an après sa publication au Moniteur belge.
Ten slotte wijst de minister er op dat het wetsontwerp twee belangrijke overgangsmaatregelen bevat. Een eerste bepaling maakt het mogelijk om rekening te houden met de uitgestelde inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis (zie artikel 49 van het wetsontwerp). Een tweede bepaling moet de betrokken personen en instanties de nodige tijd laten om zich voor te bereiden op de toepassing van de nieuwe regeling. Daarom wordt voorzien dat de wet pas in werking treedt op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk één jaar na de bekendmaking ervan in het Staatsblad.
III.— DISCUSSION GÉNÉRALE
III. — ALGEMENE BESPREKING
Mme Daphné Dumery (N-VA) reconnaît que le projet de loi répond à un problème épineux. De nombreuses questions restent toutefois en suspens, dont la plupart
Mevrouw Daphné Dumery (N-VA) erkent dat het wetsontwerp tegemoet komt aan een nijpend probleem. Toch blijven er nog heel wat vragen openstaan waarvan
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
5
doivent trouver réponse dans le cadre de la discussion des articles. Une question d’ordre général se pose néanmoins: pourquoi divers régimes particuliers n’ontils pas été adaptés, comme indiqué dans les développements de la proposition de loi initiale (Doc. Sénat 5-1832/1, p. 1-2)? La ministre peut-elle en outre fournir une estimation du nombre d’affaires traitées conformément à ces régimes et préciser combien d’arrêts ont été cassés dans ces affaires?
het merendeel in het kader van de artikelsgewijze bespreking moeten worden beantwoord. Een algemene vraag is evenwel waarom, zoals wordt aangegeven in de toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel (Doc. Senaat 5-1832/1, blz. 1-2) een aantal andere bijzondere regelingen niet werden aangepast. Kan de minister bovendien een inschatting geven omtrent het aantal zaken dat overeenkomstig deze regelingen wordt behandeld en hoeveel arresten er in die zaken verbroken worden?
La ministre répond qu’en 2013, la Cour de cassation a rejeté 246 affaires et en a cassé onze dans des dossiers en matière de détention préventive. Force est de constater que le nombre de rejets augmente depuis 2008. Les tableaux que la ministre a fournis à la commission sont annexés au présent rapport.
De minister antwoordt dat in 2013 het Hof van Cassatie in dossiers betreffende voorlopige hechtenis 246 zaken heeft verworpen en 11 zaken heeft verbroken. Er moet vastgesteld worden dat sinds 2008 het aantal verwerpingen stijgt. De door de minister aan de commissie bezorgde tabellen gaan als bijlage van het verslag.
Mme Laurence Meire (PS) explique que le groupe PS votera en faveur de ce texte parce que ces dernières années, la Cour de Cassation a connu une inflation significative de pourvois en matière pénale. Dans environ 40 % des affaires en 2011, aucun mémoire n’avait été déposé et le taux de cassation reste fort peu élevé dans cette matière puisque près de 90 % des recours sont rejetés. Il convient dès lors d’agir. Néanmoins, son groupe a encore quelques craintes quant à ce texte. Le contrôle d’office des moyens qui était la culture même de la Cour de Cassation tend à disparaître. Il ne faut pas que ce soit une pêche à la bonne idée, elle en convient, mais de là à ne plus devoir soulever une illégalité criante, ce serait sans doute aller un peu loin dans le pragmatisme. Elle attire aussi l’attention sur la diminution du délai pour se pourvoir alors que les délais sont déjà très courts, d’autant plus qu’il faudra désormais trouver un avocat spécialisé. Le texte ne permet plus de se défendre sans avocat, ce qui n’est pas un bon principe selon son groupe et ce qui porte atteinte aux libertés de chacun de se défendre comme bon lui semble. De plus, un avocat spécialisé est désormais obligatoire, ce qui a un coût important pour le citoyen et rend encore plus complexe l’accès à la justice et ce dans des matières pourtant fondamentales.
Mevrouw Laurence Meire (PS) laat weten dat de PS-fractie deze tekst zal steunen, omdat het Hof van Cassatie de voorbije jaren significant meer cassatieberoepen in strafzaken heeft moeten behandelen. In 2011 was in ongeveer 40 % van de zaken geen memorie ingediend; het aantal cassatiebeslissingen blijft heel laag, aangezien bijna 90 % van de ingediende beroepen wordt verworpen. Er moet dan ook worden ingegrepen. Toch baart de tekst de fractie op bepaalde punten zorgen. De ambtshalve controle van de middelen — toch eigen aan het Hof van Cassatie — dreigt te verdwijnen. De spreekster is het ermee eens dat improvisatie uit den boze is, maar dat men een schrijnende onwettigheid niet meer aan de kaak zou mogen stellen, zou volgens haar van buitensporig pragmatisme getuigen. Voorts attendeert zij op de verkorting van de termijn om cassatieberoep aan te tekenen, terwijl die termijnen nu al heel kort zijn, te meer daar voortaan een beroep zal moeten worden gedaan op een gespecialiseerde advocaat. Ingevolge de tekst is het niet langer mogelijk zich te verweren zonder advocaat, wat volgens haar fractie geen gezond principe is en een aantasting vormt van eenieders vrijheid om zich naar eigen goeddunken te verweren. De verplichte inschakeling van een gespecialiseerde advocaat zal de burger bovendien handenvol geld kosten, waardoor de toegang tot de rechtsbedeling nog complexer wordt, en wel in fundamentele aangelegenheden.
Le membre craint donc que l’on tombe dans un formalisme excessif. Qu’en est-il enfin du recours devant la Cour européenne des Droits de l’Homme? Considèrera-t-on que même si aucun pourvoi n’est déposé - vu les règles strictes - toutes les voies de recours internes sont malgré tout épuisées ou, considérera-t-on, comme c’est le cas notamment en France, que le recours devant la Cour de Cassation est un passage obligé avant le dépôt d’un recours devant la Cour européenne des Droits de l’Homme?
Het lid vreest dan ook dat men in al te buitensporig formalisme zal vervallen. Hoe zit het ten slotte met de beroepen die worden ingesteld bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Zal men als regel hanteren dat alle interne rechtsmiddelen hoe dan ook zijn uitgeput, zelfs als — gezien de strenge regels — geen enkel cassatieberoep wordt ingesteld, of, zoals in Frankrijk, dat eerst cassatieberoep moet worden ingesteld bij het Hof van Cassatie alvorens men het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kan adiëren? Volgens de
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
6
DOC 53
3065/003
Selon l’oratrice, l’avenir dira si ce projet de loi va trop loin.
spreekster zal de toekomst uitwijzen of dit wetsontwerp te ver gaat.
La ministre rappelle que la réglementation en vigueur a été critiquée par la CEDH dans son arrêt Wynen c. Belgique du 5 novembre 2002.
De minister herinnert eraan dat de huidige regeling door het EHRM in het arrest Wynen t. België van 5 november 2002 bekritiseerd werd.
Aussi la réglementation proposée prévoit-elle que le demandeur doit remplir cumulativement les deux conditions suivantes: son mémoire doit être déposé dans les deux mois à compter du pourvoi en cassation et au moins quinze jours avant l’audience. En outre, le défendeur en cassation doit déposer son mémoire au plus tard huit jours avant l’audience, alors qu’actuellement, il peut le déposer jusqu’au jour de l’audience.
De ontworpen regeling bepaalt daarom dat de eiser cumulatief aan de twee volgende voorwaarden moet voldoen: zijn memorie moet neergelegd worden binnen twee maanden na het cassatieberoep en tenminste vijftien dagen voor de zitting. Bovendien moet de verweerder in cassatie zijn memorie uiterlijk acht dagen voor de zitting neerleggen terwijl hij dit vandaag tot op de dag van de zitting kan doen.
L’obligation faite au demandeur en cassation de déposer son mémoire au moins quinze jours avant l’audience est prévue afin d’accorder au défendeur le temps de préparer sa défense face aux arguments du demandeur. Si le demandeur ne répond pas dans les deux mois aux conclusions en réponse, il pourra en tout cas encore réagir à l’audience, conformément à l’article 1107 du Code judiciaire, et plaider au sujet des questions de droit proposées dans les moyens de cassation ou au sujet des fins de non-recevoir opposées au pourvoi ou aux moyens..
De verplichting om de memorie van de eiser in cassatie ten minste vijftien dagen voor de zitting in te dienen, is ingevoerd om de verweerder de tijd te geven om zijn verweer op de argumenten van de eiser in cassatie voor te bereiden. Als de eiser niet binnen twee maanden antwoordt op de antwoordconclusie zal hij in elk geval overeenkomstig artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek nog ter zitting kunnen reageren en pleiten betreffende de rechtsvragen die in de cassatiemiddelen zijn opgeworpen of betreffende vragen van niet ontvankelijkheid die tegen de voorziening of tegen de middelen worden aangevoerd.
La ministre conclut que la réglementation en projet améliore la position de chacune des parties. En outre, sous l’angle de l’économie de la procédure, il s’agit d’un bon compromis répondant à la jurisprudence de la CEDH.
De minister besluit dat de positie van elke partij met de ontworpen regeling wordt verbeterd. Bovendien is het vanuit proceseconomisch standpunt een goed compromis dat tegemoetkomt aan de rechtspraak van het EHRM.
Enfin, elle précise que l’instauration d’une intervention obligatoire d’un avocat est conforme à l’article 6, alinéa 3, de la Convention européenne des droits de l’homme, ainsi qu’à la jurisprudence de la CEDH en la matière. La Cour européenne a accepté que les spécificités de la procédure de Cassation et le fait que la Cour de cassation ne connaît que des questions de droit constituent un motif fondé de limiter le droit d’assurer sa propre défense (CEDH, Voisine c. France, 8 février 2000).
Tot slot stipt zij aan dat de invoering van de verplichte tussenkomst van een advocaat in overeenstemming is met artikel 6, derde lid, van het EVRM, alsook met de rechtspraak terzake van het EHRM. Het Europees Hof heeft aanvaard dat de specifieke kenmerken van de procedure van cassatie en het feit dat het Hof van Cassatie enkel rechtsvraagstukken behandelt een grondige reden voor de beperking is op het recht om zichzelf te verdedigen (EHRM, Voisine t. Frankrijk, 8 februari 2000).
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
7
IV. — DISCUSSION DES ARTICLES ET VOTES
IV. — ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN STEMMINGEN
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Disposition générale
Algemene bepaling
Art. 1er
Artikel 1
Cet article précise le fondement constitutionnel en matière de compétence.
Dit ar tikel betreft de grondwettelijke bevoegdheidsgrondslag.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 1er est adopté à l’unanimité.
*
Artikel 1 wordt eenparig aangenomen.
CHAPITRE 2
HOOFDSTUK 2
Modifications du Code d’instruction criminelle
Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2 à 19
Art. 2 tot 19
Mme Kristien Van Vaerenbergh, présidente de la commission de la Justice, fait observer, à titre général, que, dans le projet de loi, les mots “former un pourvoi en cassation” sont parfois traduits en néerlandais par “een cassatieberoep instellen” et parfois par “een cassatieberoep aantekenen”.
Ten algemene titel merkt mevrouw Kristien Van Vaerenbergh, voorzitter van de commissie voor de Justitie, op dat in het wetsontwerp de woorden “former un pourvoi en cassation” in het Nederlands soms worden vertaald als “een cassatieberoep instellen” en soms als “een cassatieberoep aantekenen”.
La ministre propose d’employer chaque fois le verbe “instellen” dans le texte néerlandais.
De minister stelt voor om in de Nederlandse tekst overal het werkwoord “instellen” te gebruiken.
La commission marque son accord.
De commissie stemt hiermee in.
La ministre explique que les articles 2 à 14 contiennent des adaptations légistiques et techni ques rendues nécessaires en raison de la réécriture du chapitre II du titre III du livre II du Code d’instruction criminelle, lequel s’intitulera “De la procédure en cassation”. Certains articles peuvent être abrogés avec renvoi aux nouveaux articles proposés au chapitre II du titre III du livre II du Code d’instruction criminelle relatif à la procédure en cassation. Là où ce n’est pas le cas, les articles actuels sont maintenus.
De minister legt uit dat de artikelen 2 tot 14 wetgevingstechnische en technische aanpassingen bevatten die noodzakelijk zijn wegens de herschrijving van hoofdstuk II van titel III van boek II van het Wetboek van strafvordering, dat de titel “Rechtspleging in cassatie” krijgt. Bepaalde artikelen kunnen worden opgeheven, met verwijzing naar de nieuw ontworpen artikelen in hoofdstuk II van titel III van boek II van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot de rechtspleging in cassatie; waar dit niet het geval is, worden de huidige artikelen behouden.
L’article 15 vise à modifier l’intitulé du chapitre II concerné, et les articles 16 à 19 visent à modifier les articles 416, 417, 418 et 419 respectifs du Code d’instruction criminelle. À cet égard, la ministre renvoie en particulier à la justification écrite de l’amendement n° 6 adopté par le Sénat (Doc Sénat 5-1832/3, pp. 16 à 17).
Artikel 15 strekt tot wijziging van het opschrift van het betreffende hoofdstuk II en de artikelen 16 tot 19 beogen de wijziging van de respectieve artikelen 416, 417, 418 en 419 van het Wetboek van strafvordering. De minister verwijst hiervoor in het bijzonder naar de schriftelijke verantwoording bij het in de Senaat aangenomen amendement nr. 6 (Stuk Senaat 5-1832/3, p. 16 tot 17).
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
8
DOC 53
Ces articles ne donnent lieu à aucune observation.
Over deze ar tikelen worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
3065/003
* *
*
*
Les articles 2 à 19 sont successivement adoptés par 13 voix et une abstention.
De artikelen 2 tot 19 worden achtereenvolgens aangenomen met 13 stemmen en 1 onthouding.
Art. 20
Art. 20
La ministre explique que l’article 420 proposé du Code d’instruction criminelle reprend l’actuel article 416 du même Code, à l’exception des mots “arrêts de renvoi conformément à l’article 57bis de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait”.
De minister legt uit dat het ontworpen artikel 420 van het Wetboek van strafvordering het huidige artikel 416 van hetzelfde Wetboek herneemt, met uitzondering van de woorden, “de verwijzingsarresten overeenkomstig artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade”.
Mme Sophie De Wit (N-VA) et consorts présentent l’amendement n° 1 (DOC 53 3065/002). Mme Daphné Dumery (N-VA), co-auteure, explique que cet amendement tend à ce qu’un pourvoi en cassation immédiat soit toujours possible lorsque les prescriptions légales concernant l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été respectées.
Mevrouw Sophie De Wit (N-VA) c.s. dient amendement nr. 1 in (DOC 53 3065/002). Mevrouw Daphné Dumery (N-VA), mede-indienster, legt uit dat dit amendement onmiddellijk cassatieberoep steeds mogelijk wil maken wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
* *
* *
*
*
L’amendement n° 1 est rejeté par 10 voix contre 3 et 2 abstentions. L’article 20 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
Amendement nr. 1 wordt verworpen met 10 tegen 3 stemmen en 2 onthoudingen. Artikel 20 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
Art. 21 et 22
Art. 21 en 22
La ministre explique que ces articles tendent à abroger les articles 420bis et 420ter du même Code.
De minister legt uit dat deze artikelen strekken tot de opheffing van de artikelen 420bis en 420ter van hetzelfde Wetboek.
Ces articles ne donnent lieu à aucune observation.
Over deze ar tikelen worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
Les articles 21 et 22 sont successivement adoptés par 13 voix et 2 abstentions.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
*
De artikelen 21 en 22 worden achtereenvolgens aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
9
Art. 23
Art. 23
La ministre explique que cet article rétablit l’article 421 du même Code et concerne le pourvoi contre l’arrêt de renvoi à la cour d’assises.
De minister verduidelijkt dat dit artikel het herstel van artikel 421 van hetzelfde Wetboek betreft en gaat over het cassatieberoep tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
Mme Kristien Van Vaerenbergh, présidente de la commission de la justice, propose de remplacer, dans le texte néerlandais de l’article 421, alinéa 2, proposé, le mot “motief” par le mot “de reden”.
Mevrouw Kristien Van Vaerenbergh, voorzitter van de commissie voor de Justitie, stelt voor om in het ontworpen artikel 421, tweede lid, het woord “motief” te vervangen door de woorden “de reden”.
La commission et la ministre souscrivent à la correction technique proposée.
De commissie en de minister stemmen in met de voorgestelde technische verbetering.
Pour le reste, cet article ne donne lieu à aucune observation.
Voor het overige worden over dit artikel geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 23 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 23 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
Art. 24
Art. 24
La ministre indique que cet article, qui vise à remplacer l’article 422 du même Code, a trait à la théorie dite de la peine légalement justifiée.
De minister stipt aan dat dit artikel, dat strekt tot de vervanging van artikel 422 van hetzelfde Wetboek, betrekking heeft op de zogenoemde theorie van de naar recht verantwoorde straf.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 24 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 24 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
Art. 25
Art. 25
La ministre explique que cet article, qui vise à remplacer l’article 423 du même Code, a trait au délai d’introduction de la déclaration de pourvoi en général.
De minister legt uit dat dit artikel, dat strekt tot de vervanging van artikel 423 van hetzelfde Wetboek, betrekking heeft op de termijn voor de indiening van de verklaring van cassatieberoep in het algemeen.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 25 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
*
Artikel 25 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
10
DOC 53
3065/003
Art. 26
Art. 26
La ministre précise que l’article 24 en projet du même Code dispose qu’en cas de décision rendue par défaut, susceptible d’opposition, un pourvoi doit être introduit après l’expiration du délai d’opposition.
De minister verduidelijkt dat het ontworpen artikel 424 van hetzelfde Wetboek bepaalt dat bij een beslissing bij verstek, die vatbaar is voor verzet, het cassatieberoep moet worden ingesteld wanneer de termijn van verzet verstreken is.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 26 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 26 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
Art. 27
Art. 27
La ministre explique que l’actuel article 417 du Code d’instruction criminelle ne précise pas à quel greffe la déclaration de recours en cassation doit être faite. Il est d’ailleurs formulé de manière trop restrictive dans la mesure où il vise uniquement la “partie condamnée”. L’article 425 proposé apporte une réponse à cette question.
De minister legt uit dat het huidige artikel 417 van hetzelfde Wetboek niet preciseert op welke griffie de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan. Het is overigens te restrictief geformuleerd in zoverre het enkel doelt op de “veroordeelde partij”. Hieraan wordt tegemoet gekomen door het voorgestelde artikel 425.
Cette disposition précise également que la déclaration de pourvoi doit être signée par un avocat. Cela permet d’éviter que le pourvoi soit introduit trop à la légère. L’intervention obligatoire d’un avocat pour signer tant la déclaration de pourvoi que le mémoire en cassation est une mesure justifiée par le souci d’éviter l’engorgement de la Cour, laquelle n’a pas été instituée pour servir de troisième degré de juridiction.
In deze bepaling wordt ook ingeschreven dat de verklaring van voorziening in cassatie moet worden ondertekend door een advocaat. Hierdoor kan worden voorkomen dat het cassatieberoep te lichtzinnig wordt ingesteld. Het verplichte optreden van een advocaat om zowel de verklaring van cassatieberoep als de memorie in cassatie te ondertekenen, is een maatregel die verantwoord is om de verzadiging van het Hof, dat niet is opgericht om als rechtscollege van derde aanleg te dienen, te voorkomen.
M. Renaat Landuyt (sp.a) partage entièrement l’idée selon laquelle la procédure en cassation ne doit pas être introduite à la légère et qu’il convient dès lors de lui donner plus d’importance. Le membre n’est toutefois pas convaincu que l’intervention obligatoire d’un avocat soit le meilleur moyen d’éviter l’engorgement de la Cour. Il s’impose de mener une réflexion en la matière. Non seulement le projet de loi prévoit que le pourvoi en cassation ne peut pas être introduit par l’intéressé personnellement - c’est-à-dire sans l’intervention d’un avocat -, mais il précise en outre que cet avocat doit avoir suivi une formation spécifique en procédure en cassation. Cela va tout de même assez loin.
De heer Renaat Landuyt (sp.a) deelt ten volle de zienswijze dat de cassatieprocedure niet lichtzinnig mag worden ingesteld en derhalve gewichtiger moet worden gemaakt. Hij is er echter niet van overtuigd dat de verplichte tussenkomst van een advocaat wel de juiste methode is om de verzadiging van het Hof te voorkomen. Het lid meent dat enige reflectie aangewezen is. Niet alleen wordt bepaald dat de betrokkene niet zelf, dit wil zeggen niet zonder tussenkomst van een advocaat, een cassatieberoep kan instellen maar bovendien dat deze advocaat een specifieke opleiding inzake cassatieprocedures gevolgd moet hebben. Dit alles gaat volgens de spreker nogal ver.
Mme Juliette Boulet (Ecolo-Groen) reconnaît que le recours à des spécialistes en matière de pourvois en cassation permettra de réduire le risque de pourvois non fondés, ainsi que le risque de fautes. La réglementation
Mevrouw Juliette Boulet (Ecolo-Groen) beaamt dat een beroep op specialisten inzake cassatieberoep het gevaar op ongegronde cassatieberoepen en fouten zal doen dalen. De ontworpen regeling zal de kosten
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
11
à l’examen entraînera toutefois une augmentation des frais à charge des justiciables, ce qui risque de dissuader nombre d’entre eux d’introduire un pourvoi. L’intervenante souligne par ailleurs le manque de clarté qui entoure le contenu de cette formation spécialisée.
voor de rechtszoekende wel doen stijgen. Vele rechtzoekenden zullen dan ook afgeschrikt worden om een cassatieberoep in stellen. Voorts is het ook niet duidelijk wat deze gespecialiseerde opleiding zal inhouden.
Tout comme l’intervenant précédent, elle n’est pas convaincue que c’est la bonne manière d’atteindre l’objectif poursuivi par le projet de loi. L’intervenante estime que l’avocat qui a suivi le dossier dès le départ est le plus à même d’introduire le pourvoi en cassation. Elle préconise dès lors la recherche d’une autre solution.
Net als de vorige spreker is zij er dan ook niet van overtuigd dat dit de juiste manier is om de doelstelling van het wetsontwerp te bereiken. De advocaat die het dossier van in het begin gevolgd heeft, is volgens haar ook de meest aangewezen persoon om het cassatieberoep in te stellen. Zij pleit er dan ook voor om een andere oplossing te zoeken.
M. Christian Brotcorne (cdH) rappelle que la proposition de loi initiale déposée au Sénat par le sénateur Delpérée ne prévoyait pas qu’il devait s’agir d’un avocat spécialisé. Il souligne que le texte modifié permet à un détenu d’introduire personnellement un pourvoi en cassation dans un délai de vingt-quatre heures. Pourquoi cette différence de traitement?
De heer Christian Brotcorne (cdH) herinnert eraan dat het initiële in de Senaat door Senator Delpérée ingediende wetsvoorstel de specialisatie van de betrokken advocaat niet voorschreef. Hij merkt op dat overeenkomstig de gewijzigde tekst een gedetineerde, binnen een termijn van vierentwintig uur, zelf zijn cassatieberoep kan instellen. Waarom deze verschillende behandeling?
La ministre fait observer que le nombre de pourvois en cassation introduits en matière pénale a augmenté de 20 % entre 2004 et 2012, tandis que le nombre de magistrats de la Cour de cassation est resté constant. La Cour de cassation même ne souhaite pas une augmentation du nombre de magistrats, car elle tient à éviter que l’unité de la jurisprudence puisse être compromise.
De minister wijst erop dat van 2004 tot 2012 het aantal cassatieberoepen in strafzaken met 20 % is gestegen, zonder dat het aantal magistraten bij het Hof van Cassatie is gestegen. Het Hof van Cassatie zelf is geen voorstander om het aantal magistraten te doen stijgen omdat met meer magistraten de eenheid van de rechtspraak in het gedrang zou kunnen komen.
La ministre précise que par avocats spécialisés qui peuvent plaider devant la Cour d’assises, il y a lieu d’entendre les avocats qui ont suivi une formation spécialisée en technique de cassation. L’arrêté royal précisant les modalités de cette formation sera élaboré en concertation avec les ordres des avocats. De meilleures garanties de compétences professionnelles seront ainsi offertes. L’intention n’est donc certainement pas de faire traiter toutes les affaires par les avocats à la Cour de cassation affiliés à l’Ordre des avocats à la Cour de cassation.
De minister verduidelijkt dat met de gespecialiseerde advocaten die voor het Hof van Cassatie mogen pleiten, die advocaten worden bedoeld die een gespecialiseerde opleiding in cassatiezaken hebben gevolgd. Het koninklijk besluit dat de nadere regels van deze opleiding zal bevatten, zal in samenspraak met de ordes van advocaten worden uitgewerkt. Aldus worden betere garanties geboden voor de professionele deskundigheid. Het is dus zeker niet de bedoeling om alle zaken te laten behandelen door de advocaten bij het Hof van Cassatie die aangesloten zijn bij de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie.
Elle répète que l’intervention obligatoire d’un avocat pour signer tant la déclaration de pourvoi que le mémoire en cassation est une mesure justifiée par le souci d’éviter l’engorgement de la Cour, laquelle n’a pas été instituée pour servir de troisième degré de juridiction.
Zij herhaalt dat het verplichte optreden van een advocaat om zowel de verklaring van cassatieberoep als de memorie in cassatie te ondertekenen, een maatregel is die verantwoord is om de verzadiging van het Hof, dat niet is opgericht om als rechtscollege van derde aanleg te dienen, te voorkomen.
L’afflux de pourvois mal fondés parce que procédant d’une conception erronée de la mission de la Cour ne peut que mettre à mal son bon fonctionnement. Un accès illimité à celle-ci est trompeur.
De toevloed van ongegronde cassatieberoepen die voortvloeien uit een verkeerd begrip van de opdracht van het Hof, kan de goede werking ervan alleen maar in het gedrang brengen. Een onbeperkte toegang tot het Hof is immers misleidend.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
12
DOC 53
3065/003
Enfin, à propos de la remarque de M. Brotcorne, la ministre précise que l’obligation d’assortir la déclaration de pourvoi en cassation de la signature d’un avocat ne s’applique pas au pourvoi en cassation contre les arrêts et jugements par lesquels la détention préventive est maintenue.
Tot slot, verwijzend naar de opmerking van de heer Brotcorne, verduidelijkt de minister dat de verplichting om de verklaring van cassatieberoep te voorzien van de handtekening van een advocaat niet geldt voor het cassatieberoep tegen de arresten en vonnissen waardoor de voorlopige hechtenis wordt gehandhaafd.
L’article 28 du projet de loi prévoit une exception à la règle selon laquelle la déclaration de pourvoi en cassation doit être faite au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Pour les personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées, la déclaration de pourvoi en cassation peut être faite au directeur de l’établissement ou à son délégué.
Artikel 28 van het wetsontwerp houdt een uitzondering in op de regel dat de verklaring van cassatieberoep moet worden gedaan op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn, kan de verklaring van cassatieberoep worden gedaan bij de bestuurder van de instelling of zijn gemachtigde.
M. Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen) conclut que l’avocat concerné ne doit pas être affilié à l’Ordre des avocats à la Cour de cassation. Il doit cependant disposer d’une attestation certifiant qu’il a suivi la formation spécialisée.
De heer Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen) besluit dat de betrokken advocaat niet aangesloten moet zijn bij de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie. Hij dient wel te beschikken over het getuigschrift attesterend dat hij de bijzondere opleiding gevolgd heeft.
Le membre attire toutefois l’attention sur le fait que, dans la pratique, cette formation sera surtout suivie par des avocats travaillant pour des bureaux d’avocats à la Cour de cassation. Cela reste donc un cercle relativement sélect.
Het lid vestigt er evenwel de aandacht op dat in de praktijk vooral advocaten die werken op advocatenkantoren van advocaten bij het Hof van Cassatie deze opleiding zullen volgen. Het blijft aldus een vrij select clubje.
La ministre répond qu’il ne faut pas confondre la formation qui fera l’objet d’un arrêté royal avec celle que doivent suivre les avocats à la Cour de cassation. En l’espèce, il s’agira d’une formation de plusieurs jours au cours de laquelle l’accent sera surtout mis sur la fonction de la Cour de cassation dans l’appareil judiciaire.
De minister antwoordt dat de opleiding die bij koninklijk besluit uitgewerkt zal worden, niet verward mag worden met de opleiding die de advocaten bij het Hof van Cassatie moeten volgen. Het zal hier gaan over een opleiding van een aantal dagen waarbij in het bijzonder aandacht zal worden besteed aan de functie van het Hof van Cassatie in het rechtsbestel.
M. Renaat Landuyt (sp.a) souligne toutefois que l’article 425, § 1er, alinéa 1er, proposé, prévoit que “l’avocat doit être titulaire d’une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre”.
De heer Renaat Landuyt (sp.a) merkt evenwel op dat het ontworpen artikel 425, § 1, eerste lid, bepaalt dat “de advocaat (…) houder moet zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures zoals bedoeld in Boek II, Titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.”.
L’intervenant considère que cette disposition est ambiguë et il recommande de préciser la rédaction de l’alinéa. Il serait opportun que ce chapitre renvoie explicitement à la formation spéciale.
De spreker is van oordeel dat deze bepaling verwarrend is en pleit voor een duidelijkere redactie van dit lid. Het zou aangewezen zijn dat in dit hoofdstuk uitdrukkelijk verwezen wordt naar de bijzondere opleiding.
La ministre répond qu’à la lecture des mots “visée par le livre II, titre III”, il convient de tenir compte de la modification proposée à l’article 15 du projet de loi, qui vise à remplacer l’intitulé du chapitre II par “De la procédure en cassation”. La ministre souligne qu’il ne s’agit nullement de la formation longue et contraignante des avocats à la Cour de cassation.
De minister antwoordt dat bij de lezing van de woorden “zoals bedoeld in Boek II, Titel III” rekening moet worden gehouden met de voorgestelde wijziging van artikel 15 van het wetsontwerp. Artikel 15 strekt tot de vervanging van het opschrift van hoofdstuk II als volgt: “Rechtspleging in cassatie”. De minister benadrukt dat geenszins de zware en langdurige opleiding van de advocaten bij het Hof van Cassatie bedoeld wordt.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
13
M. Jean de Codt, président de section de la Cour de cassation et agissant en qualité d’expert auprès de la ministre de la Justice, souligne tout d’abord que la Cour de cassation peut soulever des moyens d’office. Il assure aux membres que la Cour y veille étroitement. C’est là, en effet, une des premières garanties du droit à la défense en matière pénale.
De heer Jean de Codt, afdelingsvoorzitter van het Hof van Cassatie en optredend als deskundige bij de minister van Justitie, benadrukt vooreerst dat het Hof van Cassatie ambtshalve middelen kan aanvoeren. Hij verzekert de leden ervan dat het Hof hier nauwlettend op toe ziet. Dit is immers een van de eerste garanties van het recht op verdediging in strafzaken.
En ce qui concerne la formation spécialisée, il fait observer qu’il n’est certainement pas question de créer une catégorie déterminée d’avocats. Il s’agit seulement d’offrir aux avocats qui le souhaitent une formation de base en technique de cassation. Il s’agit principalement de leur apprendre comment et contre quelles décisions un pourvoi en cassation peut être formé, et de les informer sur les motifs de pourvoi en cassation et, en particulier, la violation de la force probante des actes, qui est souvent invoquée indûment, sur la rédaction des moyens de cassation, la portée de la cassation et la compétence du juge de renvoi. L’orateur estime que cette formation entraînera une baisse considérable du nombre de pourvois en cassation irréfléchis, qui accaparent actuellement une grande partie de l’emploi du temps des magistrats.
Wat de bijzondere opleiding betreft, merkt hij op dat het zeker niet de bedoeling is om een bepaalde categorie van advocaten in het leven te roepen. Het gaat hier enkel over het aanbieden van een basisvorming over cassatietechniek aan advocaten die dit wensen. Het gaat hier voornamelijk over het informeren op welke manier en tegen welke beslissingen cassatieberoep kan worden ingesteld, over de gronden voor cassatieberoep en in het bijzonder over de schending van de bewijskracht van de akten die vaak onterecht wordt ingeroepen, over de redactie van de cassatiemiddelen, over de omvang van cassatie en de bevoegdheid van de verwijzingsrechter . De spreker meent dat deze opleiding zal leiden tot een aanzienlijke daling van het aantal lichtzinnige cassatieberoepen die nu een groot deel van de tijdsbesteding van de magistraten in beslag neemt.
L’orateur souligne que la Cour de cassation est tenue de statuer dans un délai raisonnable. Toutefois, compte tenu de l’afflux de pourvois en cassation en matière pénale, il est de plus en plus difficile pour la Cour de le faire, ce qui compromet l’ensemble de la procédure pénale, dont le pourvoi auprès de la Cour de cassation constitue la clé de voûte. L’intervention obligatoire d’un avocat se justifie dès lors dans l’intérêt de la Cour et du bon exercice de la mission qui lui est assignée.
De spreker benadrukt dat het Hof van Cassatie er toe gehouden is om binnen een redelijke termijn uitspraak te doen. Gelet evenwel op de toevloed van cassatieberoepen in strafzaken wordt het voor het Hof steeds moeilijker om dit te doen. Aldus komt de hele strafprocedure, waarvan cassatieberoep bij het Hof van Cassatie het sluitstuk is, in het gedrang. Het verplichte optreden van een advocaat is dan ook verantwoord in het belang van het Hof en de goede uitvoering van de opdracht die het heeft.
La ministre rappelle que l’article 425, § 1er, alinéa 2, proposé renvoie clairement au livre II, titre III (du Code d’instruction criminelle), qui traite du pourvoi en cassation. Cette formulation vise à éviter toute confusion avec la procédure de cassation en matière civile, qui requiert l’intervention obligatoire d’avocats à la Cour de cassation.
De minister herhaalt dat in het ontworpen artikel 425, § 1, tweede lid, duidelijk wordt verwezen naar Boek II, Titel III (van het Wetboek van strafvordering), waarin het cassatieberoep wordt behandeld. Deze formulering beoogt verwarring te vermijden met de cassatieprocedure in burgerlijke zaken, waar de verplichte tussenkomst van advocaten bij het Hof van Cassatie vereist is.
Cette disposition a été reprise dans l’article 478 Code judiciaire, qui prévoit ce qui suit: “Le droit de postuler et de conclure devant la Cour de cassation appartient exclusivement, en matière civile, à des avocats qui portent le titre d’avocats à la Cour de cassation.” L’une des conditions pour pouvoir porter ce titre est d’avoir réussi l’examen organisé par l’Ordre des avocats à la Cour de cassation (article 478, alinéa 2, du Code judiciaire).
Deze regeling is opgenomen in artikel 478 van het Gerechtelijk Wetboek dat het volgende bepaalt: “Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij het Hof van Cassatie voeren”. Een van de voorwaarden om deze titel te kunnen voeren, is geslaagd te zijn in het examen georganiseerd door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie (artikel 478, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek).
En matière pénale, l’intervention obligatoire d’un avocat portant le titre d’avocat à la Cour de cassation
In strafzaken is de verplichte tussenkomst van een advocaat, die de titel draagt van advocaat bij het Hof
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
14
DOC 53
3065/003
n’est pas exigée. Les avocats désireux d’intervenir dans des affaires pénales doivent seulement suivre une courte formation en technique de cassation en matière pénale. Le contenu concret de la formation sera fixé en concertation avec l’Ordre des Barreaux francophones et germanophone de Belgique (OBFG) et l’Orde van Vlaamse Balies (OVB).
van Cassatie, niet vereist. De advocaten, die in strafzaken willen optreden moeten enkel een korte opleiding volgen m.b.t. de cassatietechniek in strafzaken. De concrete inhoud van de opleiding zal worden bepaald in overleg met de Orde van Vlaamse Balies (OVB) en l’Ordre des Barreaux francophones et germanophone de Belgique (OBFG).
Cette formation peut être intégrée dans le programme de formations permanentes des Ordres.
Deze opleiding kan worden geïntegreerd in het systeem van permanente opleidingen van de Ordes.
Les avocats doivent justifier d’une formation continue effective. Celle-ci est réglée par l’OBFG et par l’OVB conformément à l’article 495 du Code judiciaire (par exemple, le règlement de l’OBFG du 16 mai 2011 relatif à la formation continue des avocats, Mon. belge du 4 juillet 2011, rectifié le 13 février 2012, Mon. belge du 16 août 2012). Les avocats sont cependant libres de choisir le sujet de cette formation. Ils sont également libres de choisir comment ils vont se former: recyclage, séminaire, conférence, publication d’un article, donner un cours, etc.
De advocaten moeten kunnen aantonen dat ze effectief een voortgezette opleiding hebben gevolgd. Deze opleiding wordt georganiseerd door de OVB en door de OBFG, overeenkomstig artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek (bijvoorbeeld, het reglement van de OBFG van 16 mei 2011 “relatif à la formation continue des avocats”, Belgisch Staatsblad van 4 juli 2011, gecorrigeerd op 13 februari 2012, Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2012). Het staat de advocaten echter vrij zelf het onderwerp van die opleiding te kiezen. Ook mogen ze kiezen op welke manier ze die kennis willen opdoen: door een bijscholing te volgen, deel te nemen aan een seminarie, conferenties bij te wonen, een artikel te publiceren, les te geven enzovoort.
Chaque formation agréée est gratifiée d’un certain nombre de points: les avocats doivent acquérir en moyenne vingt points par année civile. Quand il s’agit d’un cours ou d’un séminaire, une heure de présence effective vaut un point.
Elke erkende opleiding stemt overeen met een bepaald aantal punten: de advocaten moeten per kalenderjaar minstens twintig punten zien te verzamelen. Eén uur lang een les of een seminarie volgen levert één punt op.
En faisant de cette formation, en outre, une condition de recevabilité du pourvoi et du mémoire, on aide la Cour en lui épargnant du travail inutile mais on aide aussi et surtout le justiciable qui n’a rien à gagner d’une procédure mal introduite.
Als van die opleiding een ontvankelijkheidsvoorwaarde voor het cassatieberoep en de memorie wordt gemaakt, is niet alleen het Hof daarbij gebaat, aangezien het geen nutteloos werk hoeft te verrichten, maar zeker ook de rechtszoekende, die niets te winnen heeft bij een rechtszaak die niet naar behoren is aangespannen.
La formation requise ne doit évidemment pas durer quatre ans: le but n’est pas de transformer les avocats de fond en “pseudo” avocats de cassation. Il ne s’agit pas de créer des avocats “spécialisés”, mais il s’agit uniquement de donner rapidement, à ceux que cela intéresse, les quelques bonnes clefs permettant d’intervenir utilement devant la Cour.
De vereiste opleiding hoeft natuurlijk geen vier jaar te duren: het is niet de bedoeling de advocaten ten gronde om te vormen tot pseudo-cassatieadvocaten. Het komt er niet op aan “gespecialiseerde” advocaten te creëren, maar wel wie daar belang bij heeft, snel op weg te helpen om een zaak op efficiënte wijze voor het Hof te brengen.
Mme Manuella Senecaut (PS) aimerait savoir comment le justiciable qui souhaite entamer une procédure en cassation pourra vérifier que l’avocat qu’il a consulté a suivi cette formation spécifique. Quel sort sera-t-il réservé à un pourvoi en cassation introduit par un avocat n’ayant pas suivi cette formation? Qu’en est-il des délais qui doivent de toute manière être respectés?
Mevrouw Manuella Senecaut (PS) wenst te vernemen hoe de rechtszoekende die een cassatieprocedure wil aanvatten, kan nagaan of de door hem geconsulteerde advocaat deze bijzondere opleiding gevolgd heeft. Wat is het lot van een cassatieberoep ingesteld door een advocaat die deze opleiding niet gevolgd heeft? Wat met de termijnen die sowieso gerespecteerd moeten worden?
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
15
La ministre répond qu’il incombe à l’avocat même d’en informer son client. Un pourvoi en cassation introduit par un avocat qui n’a pas suivi cette formation est irrecevable. La ministre évoque à ce propos la règle selon laquelle les actes posés par un avocat suspendu sont, eux aussi, irrecevables.
De minister repliceert dat het aan de advocaat zelf is om zijn cliënt hiervan in kennis te stellen. Een cassatieberoep ingesteld door een advocaat die deze opleiding niet gevolgd heeft, is onontvankelijk. Zij verwijst hier naar de regel dat handelingen gesteld door een geschorste advocaat eveneens onontvankelijk zijn.
La ministre fait observer que les règles de déontologie s’appliquent en cette matière. Elle est convaincue que, le cas échéant, les Ordres imposeront les sanctions nécessaires.
De minister merkt op dat hier de regels inzake de deontologie van toepassing zijn. Zij vertrouwt er op dat de Ordes in voorkomend geval de nodige sancties opleggen.
Mme Manuella Senecaut (PS) estime qu’il serait opportun de dresser une liste des avocats ayant suivi une telle formation et de la mettre à la disposition des justiciables pour consultation.
Mevrouw Manuella Senecaut (PS) acht het aangewezen dat een lijst wordt opgesteld van de advocaten die zo’n opleiding gevolgd hebben. Dergelijke lijst kan een rechtszoekende dan raadplegen.
La ministre estime, pour sa part, que ce n’est pas nécessaire.
De minister is van oordeel dat dit niet nodig is.
* *
* *
*
L’article 27 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 27 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
Art. 28 à 43
Art. 28 tot 43
Les articles 28 à 43 visent à remplacer respectivement les articles 426 à 442 du même Code. La ministre renvoie à la justification écrite de l’amendement n° 6 adopté au Sénat (Doc. Sénat 5-1832/3, p. 23 à 29).
De artikelen 28 tot 43 strekken tot de vervanging van de respectieve artikelen 426 tot 442 van hetzelfde Wetboek. De minister verwijst naar de schriftelijke verantwoording bij het in de Senaat aangenomen amendement nr. 6 (Stuk Senaat 5-1832/3, p. 23 tot 29).
* *
* *
*
*
Les articles 28 à 43 sont successivement adoptés par 13 voix et 2 abstentions.
De artikelen 28 tot 43 worden achtereenvolgens aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
CHAPITRE 3
HOOFDSTUK 3
Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan de Koning
Art. 44
Art. 44
La ministre explique que l’article à l’examen reformule l’actuel article 442 du Code d’instruction criminelle.
De minister legt uit dat dit artikel een herformulering van het huidige artikel 442 van het Wetboek van strafvordering betreft.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
16
DOC 53
* *
3065/003
* *
*
L’article 44 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 44 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 45 à 48
Art. 45 tot 48
L’article 45 vise à modifier l’intitulé de la loi du 25 juillet 1893. Les articles 46 à 48 visent à modifier respectivement les articles 1er, 2 et 4 de la même loi.
Artikel 45 strekt tot de wijziging van het opschrift van de wet van 25 juli 1893. De artikelen 46 tot 48 strekken tot de wijziging van de respectieve artikelen 1, 2 en 4 van dezelfde wet.
Ces articles ne donnent lieu à aucune observation.
Over deze ar tikelen worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
*
Les articles 45 à 48 sont successivement adoptés par 13 voix et 2 abstentions.
De artikelen 45 tot 48 worden achtereenvolgens aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
CHAPITRE 5
HOOFDSTUK 5
Disposition transitoire
Overgangsbepaling
Art. 49
Art. 49
L’article à l’examen insère une disposition transitoire. Mme Kristien Van Vaerenbergh, présidente de la commission de la Justice, souligne que le renvoi à la loi du 21 avril 2007 ne figure pas à l’article 29 mais bien à l’article 28 de ce projet de loi, lequel modifie l’article 426 du Code d’instruction criminelle. En outre, ce ne sont pas les mots “les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental” et les mots “de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” mais bien les mots “un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental” et les mots “de inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” qui, jusqu’à la date d’entrée en vigueur de l’article 3 de la loi du 21 avril 2007, doivent
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
Dit artikel voert een overgangsbepaling in. Mevrouw Kristien Van Vaerenbergh, voorzitter van de commissie voor de Justitie, stipt aan dat de verwijzing naar de wet van 21 april 2007 niet voorkomt in artikel 29 van dit wetsontwerp maar in artikel 28 dat artikel 426 van het Wetboek van strafvordering wijzigt. Voorts betreft het niet de woorden “de inrichtingen bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” en de woorden “les établissements pénitentiaires ou prévus par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental” maar de woorden “de inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” en de woorden “un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental” die tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
17
être lus au lieu des mots “un établissement prévu par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale” et des mots “de inrichting bepaald in de wet van 9 avril 1930 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis”.
21 april 2007 gelezen moeten worden als de woorden “de inrichting bepaald in de wet van 9 april 1930 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” en de woorden “un établissement prévu par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale”.
La commission et la ministre souscrivent à cette correction technique.
De commissie en de minister stemmen in met deze technische verbetering.
* *
* *
*
L’article 49 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
*
Artikel 49 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
CHAPITRE 6
HOOFDSTUK 6
Entrée en vigueur
Inwerkingtreding
Art. 50
Art. 50
Cet article fixe l’entrée en vigueur.
Dit artikel bepaalt de inwerkingtreding.
Cet article ne donne lieu à aucune observation.
Over dit artikel worden geen opmerkingen gemaakt.
* *
* *
*
L’article 50 est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
L’ensemble du projet de loi transmis par le Sénat, tel qu’il a été corrigé, est adopté par 13 voix et 2 abstentions.
Les rapporteurs,
La présidente,
Christian BROTCORNE Sophie DE WIT
Kristien VAN VAERENBERGH
Dispositions qui nécessitent une mesure d’exécution (article 78.2, alinéa 4, du Règlement): — art. 27; — art. 31; — art. 35.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
*
Artikel 50 wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen. Het geheel van het door de Senaat overgezonden wetsontwerp, zoals verbeterd, wordt aangenomen met 13 stemmen en 2 onthoudingen.
De rapporteurs,
De voorzitter,
Christian BROTCORNE Sophie DE WIT
Kristien VAN VAERENBERGH
Bepalingen die een uitvoeringsmaatregel vereisen (artikel 78.2, vierde lid, van het Reglement): — art. 27; — art. 31; — art. 35.
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
18
DOC 53
3065/003
Annexe : Tableaux transmis par la ministre de la Justice Détention préventive Nombre total d'affaires Méthode 1
Méthode 2 Dét. prév.
Année (rôle) 2003
Année
(rôle)*Dét. prév.
224
2003
231
213
2004
222
2005
197
2005
21C
2006
195
2006
201
2004
2007
207
2007
216
2008 2009
203
2008
210
217
2009
257
2010
251
2010
333
2011
311
2011
334
2012 2013
258 270
2012
269
2013
309
Il existe certes des différences quantitatives, mais elles sont relativement limitées. Cidessous, les données sont ventilées plus avant selon la méthode 1.
Données relatives à l’issue intervenue selon la méthode 1 Année(rôle)
Cassation
Rejet
15 9
202 191
10
176
197
13
177
195
4
14 20
189 175
207
6
217
Renonciation
2003
7
2004
13
2005
11
2006
5
2007 2008
Total 224 213
201
2009
9
13
195
2010
6 5
16 32
229 272
251
2011 2012
9
14
234
257
2013
9
11
246
266
309
Ou sur un graphique
Renonciation Cassation Rejet
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/003
19
Bijlage : Door de minister van Justitie overgezonden tabellen Voorlopige hechtenis Totaal aantal zaken Methode 1 Jaar (rol) 2003
Methode 2 Voorl. Hecht. é 224
Jaar (rol)
*Voorl. Hecht.
2003
231
213
2004
222
2005
197
2005
21C
2006
195
2006
201
2004
2007
207
2007
216
2008 2009
203
2008
210
217
2009
257
2010
251
2010
333
2011
311
2011
334
2012 2013
258 270
2012
269
2013
309
Er zijn kwantitatieve verschillen, maar die zijn relatief beperkt. Hieronder worden de gegevens verder opgesplitst volgens methode 1. Gegevens inzake afwikkeling volgens methode 1 Jaar(rol)
Cassatie
Afstand
Verwerping 202 191
Totaal 224
2003
7
15
2004
13
9
2005
11
10
176
197
2006
5
13
177
195
189 175
207
213
2007
4
14
2008
6
20
2009
9
13
195
217
2010
16 32
229 272
251
2011
6 5
2012
9
14
234
2013
9
11
246
257 266
201
309
Of grafiek
Afstand Cassatie Verwerping
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale
DOC 53
3065/004
DOC 53
3065/004
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
23 janvier 2014
23 januari 2014
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
TEXTE CORRIGÉ PAR LA COMMISSION DE LA JUSTICE
TEKST VERBETERD DOOR DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
Documents précédents:
Voorgaande documenten:
Doc 53 3065/ (2013/2014):
Doc 53 3065/ (2013/2014):
001: 002: 003:
001: 002: 003:
Projet transmis par le Sénat. Amendement. Rapport.
Ontwerp overgezonden door de Senaat. Amendement. Verslag.
8048 CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
2
DOC 53
N-VA PS MR CD&V sp.a Ecolo-Groen Open Vld VB cdH FDF LDD MLD INDEP-ONAFH
: : : : : : : : : : : : :
Nieuw-Vlaamse Alliantie Parti Socialiste Mouvement Réformateur Christen-Democratisch en Vlaams socialistische partij anders Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen Open Vlaamse liberalen en democraten Vlaams Belang centre démocrate Humaniste Fédéralistes Démocrates Francophones Lijst Dedecker Mouvement pour la Liberté et la Démocratie Indépendant-Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications: DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
PLEN: COM: MOT:
Afkortingen bij de nummering van de publicaties: e
Document parlementaire de la 53 législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites Version Provisoire du Compte Rendu intégral Compte Rendu Analytique Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) Séance plénière Réunion de commission Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:
Parlementair document van de 53e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden Voorlopige versie van het Integraal Verslag Beknopt Verslag Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen)
PLEN: COM: MOT:
Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
DOC 53 0000/000:
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes: Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.lachambre.be courriel :
[email protected]
Bestellingen: Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.dekamer.be e-mail :
[email protected]
Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier cerifié FSC
CHAMBRE
3065/004
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
3
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Disposition générale
Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE 2
HOOFDSTUK 2
Modifications du Code d’instruction criminelle
Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2
Art. 2
L’article 251 du Code d’instruction criminelle, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 3
Art. 3
L’article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4
Art. 4
L’article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 5
Art. 5
L’article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 6
Art. 6
Dans l’article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots “visé à l’article 359” sont abrogés.
In artikel 337, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden “, bedoeld in artikel 359” opgeheven.
Art. 7
Art. 7
Dans l’article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes:
In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
4
DOC 53
3065/004
“Le condamné a quinze jours après celui où l’arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu’il se pourvoit en cassation.”;
“De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt.”;
2° à l’alinéa 4, les mots “jusqu’à la réception de l’arrêt de la Cour de cassation” sont remplacés par les mots “jusqu’au prononcé de l’arrêt de la Cour de cassation”.
2° in het vierde lid worden de woorden “tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie” vervangen door de woorden “tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie”.
Art. 8
Art. 8
L’article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 9
Art. 9
Dans l’article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, à partir du plus ancien acte nul” sont abrogés.
In artikel 408, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden “, van de oudste nietige akte af” opgeheven.
Art. 10
Art. 10 Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
L’article 409 du même Code est abrogé.
Art. 11
Art. 11
Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
L’article 411 du même Code est abrogé.
Art. 12
Art. 12
L’article 413 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 413. Lorsque l’accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense.”
“Art. 413. Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren.”
Art. 13
Art. 13 Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
L’article 414 du même Code est abrogé.
Art. 14
Art. 14
L’article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
5
Art. 15
Art. 15
Dans le livre II, titre III, du même Code, l’intitulé du chapitre II est remplacé par ce qui suit:
In boek II, titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt:
“Chapitre II. De la procédure en cassation”.
“Hoofdstuk II. Rechtspleging in cassatie”.
Art. 16
Art. 16
L’article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 416. Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former.”.
“Art. 416. De partijen kunnen slechts cassatieberoep instellen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben.”.
Art. 17
Art. 17
L’article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 417. Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de nonlieu.”.
“Art. 417. Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van buitenvervolgingstelling.”.
Art. 18
Art. 18
L’article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 418. Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation.”.
“Art. 418. Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden ingesteld.”.
Art. 19
Art. 19
L’article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 419. Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi.”.
“Art. 419. Niemand kan een tweede maal cassatieberoep instellen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet.”.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
6
DOC 53
3065/004
Art. 20
Art. 20
L’article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 420. Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d’instruction n’est ouvert qu’après l’arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
“Art. 420. Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden ingesteld na het eindarrest of het eindvonnis.
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions:
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld tegen de beslissingen:
1° sur la compétence;
1° inzake bevoegdheid;
2° en application des articles 135, 235bis et 235ter;
2° met toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
3° relatives à l’action civile qui statuent sur le principe d’une responsabilité;
3° die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
4° qui, conformément à l’article 524bis, § 1er, statuent sur l’action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux.”.
4° die, overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen.”.
Art. 21
Art. 21
L’article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 22
Art. 22
L’article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 23
Art. 23
L’article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 421. Le procureur général près la cour d’appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de renvoi à la cour d’assises.
“Art. 421. De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Op straffe van verval moet de verklaring de reden van de voorziening preciseren.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
7
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants:
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen:
1° si le fait n’est pas qualifié crime par la loi;
1° wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
2° si le ministère public n’a pas été entendu;
2° wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
3° si l’arrêt n’a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
3° wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
4° si les règles de la procédure contradictoire prévues à l’article 223 n’ont pas été respectées;
4° wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
5° si les dispositions légales relatives à l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été observées.
5° wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l’expédition de l’arrêt est transmise par le procureur général près la cour d’appel au procureur général près la Cour de cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes.”.
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureur-generaal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen.”.
Art. 24
Art. 24
L’article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 422. Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s’applique à l’infraction, nul ne peut demander la cassation de l’arrêt ou du jugement au seul motif qu’il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi.”.
“Art. 422. Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan.”.
Art. 25
Art. 25
L’article 423 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953 et modifié en dernier lieu par la loi du 26 juin 2000, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 423. Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée.”.
“Art. 423. Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing.”.
Art. 26
Art. 26
L’article 424 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
8
DOC 53
3065/004
“Art. 424. Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d’opposition, le délai pour se pourvoir en cassation commence à courir à l’expiration du délai d’opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l’égard du prévenu ou de l’accusé, après l’expiration des délais ordinaires d’opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l’expiration de ces délais.”.
“Art. 424. Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen.”.
Art. 27
Art. 27
L’article 425 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953 et modifié par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt:
“Art. 425. § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l’avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l’avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
“Art. 425. § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in het daartoe bestemd register.
L’avocat doit être titulaire d’une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures als bedoeld in boek II, titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en cassation en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d’instruction rendues par d’autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi en cassation sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep instelt tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi en cassation transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d’instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s’en faire délivrer des extraits.”.
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en eenieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven.”.
Art. 28
Art. 28
L’article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
9
“Art. 426. La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, pour des personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental, peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l’avocat.
“Art. 426. De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procès-verbal.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het proces-verbaal.
Le greffier transcrit, sans délai, l’avis et le procèsverbal dans le registre destiné à cet effet.
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in het daartoe bestemd register.
Le présent article n’est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l’article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive.”.
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.”.
Art. 29
Art. 29
L’article 427 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 427. La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n’y est tenue qu’en tant qu’elle se pourvoit contre la décision rendue sur l’action civile exercée contre elle.
“Art. 427. De partij die cassatieberoep instelt, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
L’exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de cassation dans les délais fixés par l’article 429.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
La signification du pourvoi en cassation du ministère public peut être faite au détenu ou à l’interné par le directeur de l’établissement pénitentiaire ou de l’établissement où l’intéressé est interné ou par son délégué.”.
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde.”.
Art. 30
Art. 30
L’article 428 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 428. Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s’il y a eu pourvoi en cassation, jusqu’au
“Art. 428. Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
10
DOC 53
3065/004
prononcé de l’arrêt de la Cour de cassation, il est sursis à l’exécution de la décision attaquée.
ingesteld, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
Toutefois, la décision sur l’action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l’action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une ordonnance spécialement motivée.”.
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder met redenen omklede beschikking hebben beslist.”.
Art. 31
Art. 31
L’article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 429. Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de cassation, quinze jours au plus tard avant l’audience.
“Art. 429. Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d’instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l’article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi en cassation.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2 et remis au greffe de la Cour de cassation, au plus tard huit jours avant l’audience.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Sauf l’exception visée à l’article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l’envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d’irrecevabilité.
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen het beroep gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
11
Il délivre récépissé au déposant s’il en est requis.”.
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt.”.
Art. 32
Art. 32
L’article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 430. Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l’expédition de la décision attaquée.
“Art. 430. De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier.”.
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier.”.
Art. 33
Art. 33
L’article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit:
Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 431. Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général.”.
“Art. 431. Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft.”.
Art. 34
Art. 34
L’article 432 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 432. La procédure est ensuite réglée ainsi qu’il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de cassation doit statuer en urgence, l’avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l’article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l’audience. Dans d’autres cas urgents, le premier président peut accorder un abrègement de ce délai.”.
“Art. 432. De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof van Cassatie spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan.”.
Art. 35
Art. 35
L’article 433 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 433. La non admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la
“Art. 433. De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarin geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
12
DOC 53
3065/004
cassation peut, de l’avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
wordt aangevoerd die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.
L’ordonnance de non admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n’est susceptible d’aucun recours.”.
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt met redenen omkleed. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.”.
Art. 36
Art. 36
L’article 434 du même Code, modifié par les lois des 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 434. La Cour de cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
“Art. 434. Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
Elle peut étendre la cassation jusqu’au plus ancien acte nul.”.
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte.”.
Art. 37
Art. 37
L’article 435 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 435. En cas de cassation, la Cour de cassation renvoie la cause, s’il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
“Art. 435. In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
Toutefois, si la seule décision cassée est l’arrêt de la cour d’assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d’incompétence, la Cour de cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître.”.
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen.”.
Art. 38
Art. 38
L’article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt:
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
13
“Art. 436. Si l’arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d’assises à qui le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
“Art. 436. Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
Si l’arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d’assises à laquelle le procès sera renvoyé.”.
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt.”.
Art. 39
Art. 39
L’article 437 du même Code, abrogé par la loi du 10 juillet 1967, est rétabli dans la rédaction suivante:
Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing:
“Art. 437. L’accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d’arrestation, soit en exécution de l’ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d’assises à qui son procès sera renvoyé.”.
“Art. 437. De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt.”.
Art. 40
Art. 40
L’article 438 du même Code, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 438. La partie qui succombe est condamnée aux frais.
“Art. 438. De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi.”.
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter.”.
Art. 41
Art. 41
L’article 440 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 440 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 440. Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire.”.
“Art. 440. Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek.”.
Art. 42
Art. 42
Dans l’article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, et les officiers de police ou les juges poursuivis, s’il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre” sont abrogés.
In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden “en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek” opgeheven.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
14
DOC 53
3065/004
Art. 43
Art. 43
L’article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit:
Artikel 442 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:
“Art. 442. Le procureur général près la Cour de cassation peut aussi, d’office, et nonobstant l’expiration du délai, donner connaissance à la Cour de cassation d’une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s’est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s’en prévaloir pour s’opposer à son exécution.”.
“Art. 442. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten.”.
CHAPITRE 3
HOOFDSTUK 3
Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan den Koning
Art. 44
Art. 44
L’article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967, est abrogé.
Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan den Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 wordt opgeheven.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 45
Art. 45
L’intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l’intitulé suivant:
Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt:
“Loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel des personnes détenues ou internées”.
“Wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen”.
Art. 46
Art. 46
Dans l’article 1er, alinéa 1er, de la même loi, modifié par l’arrêté royal du 20 janvier 1936, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 1936, worden de woorden “of van voorziening in verbreking” opgeheven.
Art. 47
Art. 47
Dans l’article 2 de la même loi, les mots “ou des recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden “of der voorzieningen in cassatie” opgeheven.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
DOC 53
3065/004
15
Art. 48
Art. 48
Dans l’article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden “of van voorziening in cassatie” opgeheven.
CHAPITRE 5
HOOFDSTUK 5
Disposition transitoire
Overgangsbepaling
Art. 49
Art. 49
Jusqu’à la date d’entrée en vigueur de l’article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental, il y a lieu de lire, à l’article 28 de la présente loi remplaçant l’article 426 du Code d’instruction criminelle, les mots “un établissement prévu par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale” au lieu des mots “un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental”.
Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 28 van deze wet, dat het artikel 426 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden “een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” gelezen als “een inrichting bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij”.
CHAPITRE 6
HOOFDSTUK 6
Entrée en vigueur
Inwerkingtreding
Art. 50
Art. 50
À l’exception de l’article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l’article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d’instruction criminelle, visé aux articles 27, 28 et 31 de la présente loi, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Le Roi peut fixer une date d’entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée aux alinéas 1er et 2.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale
DOC 53
3065/005
DOC 53
3065/005
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
30 janvier 2014
30 januari 2014
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
relatif à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale
met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken
TEXTE ADOPTÉ EN SÉANCE PLÉNIÈRE ET SOUMIS À LA SANCTION ROYALE
TEKST AANGENOMEN IN PLENAIRE VERGADERING EN AAN DE KONING TER BEKRACHTIGING VOORGELEGD
SÉNAT Documents:
SENAAT Stukken:
5-1832 - 2012/2013:
5-1832 - 2012/2013:
N° 1: Proposition de loi de M. Delpérée. N°s 2 et 3: Amendements. N° 4: Rapport. N° 5: Texte adopté par la commission. N° 6: Texte adopté en séance plénière et transmis à la Chambre des représentants.
Nr. 1: Wetsvoorstel van de heer Delpérée. Nrs. 2 en 3: Amendementen. Nr. 4: Verslag. Nr. 5: Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 6: Tekst aangenomen in plenaire zitting en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Annales : 10 octobre 2013.
Handelingen : 10 oktober 2013.
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS Documents: Doc 53 3065/ (2013/2014):
KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Stukken: Doc 53 3065/ (2013/2014):
001: 002: 003: 004: 005:
001: 002: 003: 004: 005:
Projet transmis par le Sénat. Amendement. Rapport. Texte corrigé par la commission. Texte adopté en séance plénière et soumis à la sanction royale.
Voir aussi: Compte rendu intégral: 30 janvier 2014.
Ontwerp overgezonden door de Senaat. Amendement. Verslag. Tekst verbeterd door de commissie. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook: Integraal verslag: 30 januari 2014.
8128 CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
2
DOC 53
Le texte adopté en séance plénière est identique au texte corrigé par la commission (DOC 53 3065/004).
3065/005
De tekst aangenomen in plenaire vergadering is dezelfde als de door de commissie verbeterde tekst (DOC 53 3065/004).
Brussel, 30 januari 2014
Bruxelles, le 30 janvier 2014
De voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers,
Le président de la Chambre des représentants, André FLAHAUT
De griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers,
La greffière de la Chambre des représentants, Emma DE PRINS
CHAMBRE
5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE
2013
2014
KAMER
5e
ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale
Session ordinaire 2013-2014
Plenaire vergaderingen Donderdag 10 oktober 2013 Namiddagvergadering 5-118
Belgische Senaat
Handelingen
Annales
Gewone Zitting 2013-2014
Sénat de Belgique
5-118 Séances plénières Jeudi 10 octobre 2013 Séance de l’après-midi
Les Annales contiennent le texte intégral des discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé par les orateurs. Les traductions – imprimées en italique – sont publiées sous la responsabilité du service des Comptes rendus. Pour les interventions longues, la traduction est un résumé. La pagination mentionne le numéro de la législature depuis la réforme du Sénat en 1995, le numéro de la séance et enfin la pagination proprement dite. Pour toute commande des Annales et des Questions et Réponses du Sénat et de la Chambre des représentants: Service des Publications de la Chambre des représentants, Place de la Nation 2 à 1008 Bruxelles, tél. 02/549.81.95 ou 549.81.58. Ces publications sont disponibles gratuitement sur les sites Internet du Sénat et de la Chambre: www.senate.be www.lachambre.be
Abréviations – Afkortingen CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
cdH
centre démocrate Humaniste
Ecolo
Écologistes confédérés pour l’organisation de luttes originales
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse liberalen en democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
De Handelingen bevatten de integrale tekst van de redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd goedgekeurd door de sprekers. De vertaling – cursief gedrukt – verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de dienst Verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de vertaling een samenvatting. De nummering bestaat uit het volgnummer van de legislatuur sinds de hervorming van de Senaat in 1995, het volgnummer van de vergadering en de paginering. Voor bestellingen van Handelingen en Vragen en Antwoorden van Kamer en Senaat: Dienst Publicaties Kamer van volksvertegenwoordigers, Natieplein 2 te 1008 Brussel, tel. 02/549.81.95 of 549.81.58. Deze publicaties zijn gratis beschikbaar op de websites van Senaat en Kamer: www.senate.be www.dekamer.be
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 3
Sommaire
Inhoudsopgave
Vérification des pouvoirs et prestation de serment d’un nouveau membre .....................................................................6
Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden ........................................................................... 6
Questions orales ......................................................................6
Mondelinge vragen ................................................................. 6
Question orale de Mme Dominique Tilmans à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «le financement fédéral d’un hôpital régional luxembourgeois» (no 5-1114)...........................................................................6
Mondelinge vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de federale financiering van een Luxemburgs regionaal ziekenhuis» (nr. 5-1114) ......................................................................... 6
Question orale de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la nouvelle directive tabac» (no 5-1118) ................................................8
Mondelinge vraag van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de nieuwe tabaksrichtlijn» (nr. 5-1118)................................................ 8
Question orale de M. Jean-Jacques De Gucht au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «la “détection” médicale des étrangers homosexuels au Bahreïn, Qatar, Koweït, Oman, Arabie saoudite et aux Émirats arabes unis» (no 5-1127)...........................................................................9
Mondelinge vraag van de heer Jean-Jacques De Gucht aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «het medisch “opsporen” van homoseksuele buitenlanders door Bahrein, Qatar, Koeweit, Oman, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten» (nr. 5-1127) ........................................................ 9
Question orale de Mme Olga Zrihen à la ministre de l’Emploi sur «l’introduction, auprès du Fonds européen d’ajustement à la mondialisation, de la demande en faveur de Duferco» (no 5-1116).....................11
Mondelinge vraag van mevrouw Olga Zrihen aan de minister van Werk over «de indiening van de aanvraag bij het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering ten voordele van Duferco» (nr. 5-1116) ....................................................................... 11
Question orale de M. Rik Daems à la ministre de l’Emploi sur «l’activation des chômeurs» (no 5-1126).........................................................................12
Mondelinge vraag van de heer Rik Daems aan de minister van Werk over «de activering van werklozen» (nr. 5-1126) .................................................... 12
Question orale de M. Bert Anciaux au premier ministre sur «la possibilité de modernisation des armes nucléaires en Belgique» (no 5-1117) .......................15
Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de eerste minister over «de mogelijke modernisering van de kernwapens in België» (nr. 5-1117) ...................... 15
Question orale de Mme Sabine Vermeulen au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur «le gel des dépenses de la coopération au développement» (no 5-1120) .............................................16
Mondelinge vraag van mevrouw Sabine Vermeulen aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over «de blokkering van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking» (nr. 5-1120)....................... 16
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale (de M. Francis Delpérée ; Doc. 5-1832) ........................................................18
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (van de heer Francis Delpérée; Stuk 5-1832) ......................................................... 18
Discussion générale ...........................................................18
Algemene bespreking ........................................................ 18
Discussion des articles.......................................................20
Artikelsgewijze bespreking ............................................... 20
Prise en considération de propositions ..................................20
Inoverwegingneming van voorstellen ................................... 20
Questions orales ....................................................................20
Mondelinge vragen ............................................................... 20
Question orale de M. Gérard Deprez à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «le drame humanitaire de Lampedusa» (no 5-1113)...........................20
Mondelinge vraag van de heer Gérard Deprez aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de humanitaire ramp bij Lampedusa» (nr. 5-1113) ....................................................................... 20
5-118 / p. 4
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Question orale de M. Hassan Bousetta à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «le naufrage d’une embarcation de migrants survenu au large de Lampedusa» (no 5-1121)......................................20
Mondelinge vraag van de heer Hassan Bousetta aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de schipbreuk van een boot met migranten voor de kust van Lampedusa» (nr. 5-1121)....................... 20
Question orale de Mme Freya Piryns à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «la tragédie de Lampedusa» (no 5-1122) .................................20
Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «het drama van Lampedusa» (nr. 5-1122) ................ 20
Question orale de M. Filip Dewinter à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «la lutte contre le trafic d’êtres humains dans les pays d’origine» (no 5-1124) .......................................................20
Mondelinge vraag van de heer Filip Dewinter aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «het aanpakken van mensensmokkel in de landen van oorsprong» (nr. 5-1124) .................................. 20
Question orale de Mme Fauzaya Talhaoui au secrétaire d’État aux Réformes institutionnelles et secrétaire d’État à la Régie des bâtiments et au Développement durable sur «l’absence de décision à propos d’une nouvelle prison anversoise à Wilrijk» (no 5-1125).........................................................................26
Mondelinge vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de staatssecretaris voor Staatshervorming en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling over «het uitblijven van een beslissing betreffende een nieuwe Antwerpse gevangenis in Wilrijk» (nr. 5-1125) .................................. 26
Décès de l’ancien premier ministre Wilfried Martens ...........28
Overlijden van gewezen eerste minister Wilfried Martens ................................................................................. 28
Votes .....................................................................................28
Stemmingen .......................................................................... 28
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale (de M. Francis Delpérée ; Doc. 5-1832) ....................................................28
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (van de heer Francis Delpérée; Stuk 5-1832) ............................ 28
Questions orales ....................................................................28
Mondelinge vragen ............................................................... 28
Question orale de M. Ahmed Laaouej au secrétaire d’État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics sur «la situation de la fonction publique fédérale» (no 5-1115) ..........................................28
Mondelinge vraag van de heer Ahmed Laaouej aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten over «de situatie bij de federale overheid» (nr. 5-1115) .................. 28
Chambre des représentants ....................................................30
Kamer van volksvertegenwoordigers .................................... 30
Ordre des travaux ..................................................................30
Regeling van de werkzaamheden .......................................... 30
Excusés ..................................................................................31
Berichten van verhindering ................................................... 31
Annexe
Bijlage
Votes nominatifs ...................................................................32
Naamstemmingen ................................................................. 32
Dépôt de propositions............................................................32
Indiening van voorstellen ...................................................... 32
Propositions prises en considération .....................................33
In overweging genomen voorstellen ..................................... 33
Envoi d’une proposition de loi à une autre commission........34
Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie ............................................................................. 34
Composition de commissions ................................................35
Samenstelling van commissies.............................................. 35
Demandes d’explications ......................................................35
Vragen om uitleg................................................................... 35
Non-évocation .......................................................................53
Niet-evocatie ......................................................................... 53
Retrait d’une proposition .......................................................53
Intrekking van een voorstel ................................................... 53
Dépôt de projets de loi ..........................................................54
Indiening van wetsontwerpen ............................................... 54
Communication informelle de traités ....................................56
Informele mededeling van verdragen.................................... 56
Cour constitutionnelle – Arrêts .............................................57
Grondwettelijk Hof – Arresten ............................................. 57
Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles .................59
Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen ............................ 59
Cour constitutionnelle – Recours ..........................................61
Grondwettelijk Hof – Beroepen ............................................ 61
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 5
Conseil consultatif de la magistrature ...................................63
Adviesraad van de magistratuur ............................................ 63
Comité permanent de contrôle des services de renseignements ......................................................................63
Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten ........... 63
SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement ............................................64
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ................................................ 64
Direction générale de la coopération internationale – Coopération technique belge .................................................64
Directie-generaal internationale samenwerking – Belgische technische coöperatie ........................................... 64
Entreprises publiques économiques – SNCB ........................64
Economische Overheidsbedrijven – NMBS ......................... 64
Entreprises publiques économiques – SNCB Holding ..........64
Economische Overheidsbedrijven – NMBS Holding ........... 64
Entreprises publiques économiques – Infrabel ......................65
Economische Overheidsbedrijven – Infrabel ........................ 65
Comité consultatif de Bioéthique de Belgique ......................65
Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek ..................... 65
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement – Observatoire de la mobilité des patients ..................................................................................65
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Observatorium voor patiëntenmobiliteit ................................................................ 65
Comité de gestion et de surveillance du Fichier central des avis de saisie, de délégation de cession et de règlement collectif de dettes ..................................................65
Beheers- en toezichtcomité van het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling ................................................. 65
Commission nationale permanente du Pacte culturel ............66
Vaste nationale cultuurpactcommissie .................................. 66
Pétitions .................................................................................66
Verzoekschriften ................................................................... 66
Parlement européen ...............................................................66
Europees Parlement .............................................................. 66
5-118 / p. 6
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Présidence de Mme Sabine de Bethune
Voorzitster: mevrouw Sabine de Bethune
(La séance est ouverte à 15 h 10.)
(De vergadering wordt geopend om 15.10 uur.)
Vérification des pouvoirs et prestation de serment d’un nouveau membre
Onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van nieuwe leden
Mme la présidente. – Le Sénat est saisi du dossier de M. Jan Roegiers, désigné en tant que sénateur de communauté.
De voorzitster. – Bij de Senaat is het dossier aanhangig van de heer Jan Roegiers, aangewezen als gemeenschapssenator.
Le Bureau vient de se réunir pour la vérification des pouvoirs de M. Roegiers.
Het Bureau is zopas bijeengekomen om de geloofsbrieven van de heer Roegiers te onderzoeken.
Je vous propose d’entendre immédiatement le rapport du Bureau.
Ik stel u voor onmiddellijk het verslag van het Bureau te horen.
La parole est à M. Anciaux pour donner lecture du rapport du Bureau.
Het woord is aan de heer Anciaux, rapporteur, om voorlezing te doen van het verslag van het Bureau.
M. Bert Anciaux (sp.a), rapporteur. – Le Bureau a pris connaissance de la désignation effectuée le 9 octobre dernier par le groupe sp.a du Parlement flamand, en application de l’article 211, §7, du Code électoral, afin de pourvoir au remplacement de M. Ludo Sannen, qui a démissionné en tant que sénateur de communauté par lettre du 13 septembre 2013.
De heer Bert Anciaux (sp.a), rapporteur. – Het Bureau heeft kennisgenomen van de aanwijzing die op 9 oktober jongstleden werd gedaan door de sp.a-fractie van het Vlaams Parlement, met toepassing van artikel 211, §7, van het Kieswetboek, teneinde te voorzien in de vervanging van de heer Ludo Sannen, die bij brief van 13 september 2013 ontslag heeft genomen als gemeenschapssenator.
Il a constaté que la liste visée à l’article 211, §7, du Code électoral, transmise au greffier du Sénat est signée par la majorité des membres du groupe concerné.
Het Bureau heeft vastgesteld dat de lijst bedoeld in artikel 211, §7, van het Kieswetboek, die aan de griffier van de Senaat werd betekend, ondertekend is door de meerderheid van de leden van de betrokken fractie.
En ce qui concerne la vérification des pouvoirs proprement dite, le Bureau estime cette procédure superfétatoire dans la mesure où cette vérification a déjà été effectuée précédemment par l’Assemblée compétente.
Wat het eigenlijke onderzoek van de geloofsbrieven betreft, acht het Bureau deze procedure overbodig omdat dit onderzoek reeds door de bevoegde Assemblee is verricht.
Le Bureau vous propose dès lors l’admission de M. Jan Roegiers comme membre du Sénat.
Bijgevolg heeft het Bureau de eer u voor te stellen de heer Jan Roegiers als lid van de Senaat toe te laten.
– Les conclusions du rapport sont adoptées.
– De besluiten van het verslag zijn aangenomen.
Mme la présidente. – Je prie M. Roegiers de prêter le serment constitutionnel.
De voorzitster. – Ik verzoek de heer Roegiers de grondwettelijke eed af te leggen.
– M. Jan Roegiers prête le serment constitutionnel.
– De heer Jan Roegiers legt de grondwettelijke eed af.
Mme la présidente. – Je donne acte à M. Jan Roegiers de sa prestation de serment et le déclare installé dans sa fonction de sénateur.
De voorzitster. – Ik geef de heer Jan Roegiers akte van zijn eedaflegging en verklaar hem aangesteld in zijn functie van senator.
(Applaudissements sur tous les bancs)
(Algemeen applaus)
Questions orales
Mondelinge vragen
Question orale de Mme Dominique Tilmans à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «le financement fédéral d’un hôpital régional luxembourgeois» o (n 5-1114)
Mondelinge vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de federale financiering van een Luxemburgs regionaal ziekenhuis» (nr. 5-1114)
Mme Dominique Tilmans (MR). – Madame le vice-première ministre, vous n’ignorez pas que la construction d’un hôpital régional en province de Luxembourg fait débat et que des décisions cruciales sont à prendre rapidement pour assurer la qualité des soins de santé pour tous les Luxembourgeois.
Mevrouw Dominique Tilmans (MR). – De vice-eersteminister weet dat de bouw van een regionaal ziekenhuis in de provincie Luxemburg een onderwerp van debat is en dat snel cruciale beslissingen moeten worden genomen om een kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor alle Luxemburgers te waarborgen.
Au mois de juin dernier, je vous interrogeais pour savoir si l’autorité fédérale serait disposée, via le budget des moyens
In juni jongstleden vroeg ik de minister of de federale overheid bereid zou zijn om dit regionale ziekenhuis te
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 7
financiers des hôpitaux, à subventionner cet hôpital régional. Vous m’aviez répondu que « L’actuel calendrier de construction couvre une période de dix ans se clôturant à la fin de l’année 2015 et qu’en exécution de la sixième réforme institutionnelle, à partir de l’année 2016, le financement de l’infrastructure hospitalière relèvera de la compétence des différentes entités fédérées. Ces dernières seront libres de fixer les modalités pratiques pour le financement des nouvelles constructions dont le coût sera amorti la première fois à partir de 2016. Dès lors que la mise en exploitation du futur nouvel hôpital luxembourgeois ne peut raisonnablement être envisagée qu’à l’horizon 2020-2025, la prise en charge des coûts de cette nouvelle construction reviendra exclusivement à la Région wallonne ».
subsidiëren via het budget van financiële middelen voor de ziekenhuizen. De minister antwoordde me dat ‘de huidige bouwkalender een periode van tien jaar bestrijkt en tot einde 2015 loopt. Bij de tenuitvoerlegging van de zesde staatshervorming, vanaf 2016, zal de financiering van de ziekenhuisinfrastructuur een bevoegdheid van de deelgebieden worden. Zij zullen dan vrij de praktische modaliteiten bepalen voor de financiering van nieuwe bouwprojecten waarvan de kostprijs voor de eerste maal vanaf 2016 zal worden opgevangen. Aangezien het toekomstige nieuwe ziekenhuis in Luxemburg redelijkerwijs ten vroegste tegen 2020-2025 in gebruik zal kunnen worden genomen, zal het Waals Gewest de volledige kostprijs van dat nieuwe bouwproject voor zijn rekening moeten nemen.’
La réponse était claire. Le financement d’un nouvel hôpital en province de Luxembourg serait de la compétence exclusive de la Région wallonne à partir du 1er janvier 2016 et ce serait le calendrier effectif de la nouvelle construction qui serait déterminant pour connaître les modalités de financement.
Het antwoord was duidelijk. De financiering van een nieuw ziekenhuis in Luxemburg is vanaf 1 januari 2016 de exclusieve bevoegdheid van het Waals Gewest. De bouwkalender van het nieuwe gebouw zal bepalen hoe de bouw wordt gefinancierd.
Je pensais dès lors que la porte d’une subvention fédérale pour cet hôpital régional était définitivement fermée. J’ai donc été agréablement surprise d’entendre le secrétaire d’État, M. Courard, annoncer sur TV Lux qu’il avait des contacts tant à l’échelon régional qu’à l’échelon fédéral et que tout projet qui recevrait le consensus des Luxembourgeois serait évidemment subventionné.
Ik dacht dat een mogelijke federale financiering daarmee voorgoed van de baan was. Ik was dan ook blij verrast toen ik staatssecretaris Courard op TV Lux hoorde verkondigen dat hij zowel op regionaal als op federaal niveau contacten had en dat elk project dat door de Luxemburgers, werd gesteund uiteraard zou worden gesubsidieerd.
Madame la ministre, l’État fédéral pourrait-il encore intervenir financièrement dans cet hôpital régional si la Région wallonne prenait la décision de l’inscrire dans son calendrier 2014-2015 ? Avez-vous des contacts à ce sujet avec la Région wallonne ?
Kan de federale overheid alsnog financieel bijdragen aan de bouw van dit regionale ziekenhuis indien het Waals Gewest beslist om het project op te nemen in de bouwkalender 2014-2015? Heeft de minister hierover contact met het Waals Gewest?
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales. – Madame Tilmans, votre question témoigne des interrogations normales qui accompagnent un transfert de compétences d’une telle ampleur. Les administrations concernées de l’État fédéral et des entités fédérées se concertent sur l’exécution des lois portant la sixième réforme de l’État. Ce travail débouchera – rapidement, je l’espère – sur des informations claires à l’intention du secteur, qui est en attente.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. – Het is logisch dat bij een bevoegdheidsoverheveling van een dergelijke omvang vragen als die van mevrouw Tilmans worden gesteld. De betrokken administraties van de federale overheid en de deelgebieden overleggen over de uitvoering van de wetten met betrekking tot de zesde staatshervorming. Dat zal de sector – hopelijk snel – de verwachte duidelijkheid verschaffen.
J’en arrive au projet en province de Luxembourg. Selon les informations diffusées par la presse, le nouvel hôpital serait prévu pour 2025, voire 2020. À un tel horizon, la prise en charge des coûts de cette nouvelle construction reviendra exclusivement à la Région wallonne puisque l’État fédéral n’aura plus aucune compétence en la matière.
Volgens de informatie in de pers is het nieuwe ziekenhuis in de provincie Luxemburg gepland voor 2025, of zelfs voor 2020. In dat tijdschema zullen de kosten voor het nieuwe gebouw volledig ten laste vallen van het Waals Gewest. De federale Staat zal ter zake immers geen enkele bevoegdheid meer hebben.
Pour qu’il en soit autrement, il faudrait que le coût de cette nouvelle construction puisse s’inscrire dans le montant du calendrier de construction dont dispose la Région wallonne pour les années 2014 et 2015. Le calendrier de construction de la Région wallonne pour ces années et les nouveaux projets repris ne me seront communiqués que lors des prochaines réunions de la conférence interministérielle de la Santé publique, conformément à la procédure habituelle. En effet, il n’appartient pas au ministre fédéral de la Santé publique de définir les projets d’investissement qu’une entité fédérée doit reprendre dans son calendrier de construction. Il revient donc à la Région wallonne d’opérer ces choix.
Voor een andere uitkomst is vereist dat de kosten voor het nieuwe gebouw kunnen worden ingeschreven in het budget voor de bouwkalender 2014-2015 van het Waals Gewest. Die bouwkalender en de opgenomen nieuwe projecten zullen mij zoals gewoonlijk pas op de volgende vergaderingen van de interministeriële conferentie Volksgezondheid worden meegedeeld. Het komt de federale minister van Volksgezondheid niet toe om de investeringsprojecten vast te leggen die een deelstaat op zijn bouwkalender moet inschrijven. Het Waals Gewest moet dus die keuzes maken. Als de bouw van het nieuwe ziekenhuis in de provincie Luxemburg effectief in de bouwkalender 2014-2015 van het
5-118 / p. 8
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Si la construction du nouvel hôpital en province de Luxembourg est effectivement prévue dans le calendrier de construction 2014-2015 de la Région wallonne, son coût pourrait être couvert par l’État fédéral, dans le cadre de la dotation octroyée à la Région wallonne, à concurrence de 90% – si l’investissement est considéré comme prioritaire par la Région wallonne – ou de 40% dans le cas contraire.
Waals Gewest wordt opgenomen, dan kunnen de kosten door de federale Staat worden gedekt in het kader van de dotatie die aan het Waals Gewest wordt toegekend, en dat naar rato van 90% – als het Waals Gewest de bouw als een prioriteit beschouwt – of naar rato van 40% als dat niet het geval is. Ik hoop dat mevrouw Tilmans met deze toelichting het debat in de provincie Luxemburg kan voortzetten.
J’espère, madame Tilmans, que cette précision vous permettra de poursuivre le débat, que j’imagine intense, en province de Luxembourg. Mme Dominique Tilmans (MR). – J’aimerais savoir quand aura lieu la prochaine réunion. Si j’ai bien compris, la Région wallonne n’a pas encore donné d’informations au sujet du calendrier de construction 2014-2015. J’en déduis que rien n’est encore prévu pour cet hôpital pour cette période.
Mevrouw Dominique Tilmans (MR). – Wanneer heeft de volgende vergadering plaats? Als ik het goed heb begrepen, heeft het Waals Gewest nog geen informatie gegeven over de bouwkalender 2014-2015. Ik leid daaruit af dat met betrekking tot het ziekenhuis voor die periode nog niets is gepland.
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales. – Je l’ignore, ce qui est normal, puisque la Région wallonne travaille en toute autonomie. Je suppose que des discussions avec les différents acteurs sont en cours au sein du gouvernement de la Région wallonne. Quand ces travaux seront terminés, le calendrier sera officiellement communiqué, lors d’une prochaine réunion.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. – Dat weet ik niet, en dat is ook logisch, daar het Waalse Gewest geheel autonoom optreedt. Ik veronderstel dat de regering van het Waals Gewest gesprekken voert met de verschillende partijen. Als die werkzaamheden afgerond zijn, zal de bouwkalender op een volgende vergadering officieel worden meegedeeld.
Mme Dominique Tilmans (MR). – Cette réunion aura-t-elle encore lieu avant la fin de l’année ?
Mevrouw Dominique Tilmans (MR). – Is die vergadering gepland vóór het einde van het jaar?
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales. – Probablement, ou au tout début 2014.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. – Waarschijnlijk, of begin 2014.
Mme Dominique Tilmans (MR). – À condition que la Région wallonne dispose encore de moyens financiers suffisants.
Mevrouw Dominique Tilmans (MR). – Op voorwaarde dat het Waals Gewest nog over voldoende financiële middelen beschikt.
Question orale de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la nouvelle o directive tabac» (n 5-1118)
Mondelinge vraag van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de nieuwe tabaksrichtlijn» (nr. 5-1118)
Mme Elke Sleurs (N-VA). – Le parlement européen a adopté avant-hier une directive tabac plus sévère. On espère ainsi réduire le nombre de fumeurs de 2% en cinq ans. L’objectif est aussi de diminuer les arômes dans les cigarettes. En outre, des avertissements devront couvrir 65% de la surface des paquets.
Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). – Eergisteren keurde het Europees Parlement een strengere tabaksrichtlijn goed. Met die richtlijn hoopt men het aantal rokers in vijf jaar tijd met 2% te verlagen. Ook is het de bedoeling het toevoegen van aroma’s aan sigaretten aan banden te leggen. Verder moeten verpakkingen voor 65% met waarschuwingen bedrukt zijn.
La cigarette électronique ou e-cigarette reste néanmoins en vente libre. Mais sa teneur en nicotine devra être limitée et elle ne pourra pas être vendue à des mineurs d’âge. L’e-cigarette ne sera donc pas considérée comme un médicament.
De elektronische sigaret of de e-sigaret blijft echter vrij verkrijgbaar. Wel zal het nicotinegehalte ervan beperkt moeten zijn en zal ze niet aan minderjarigen mogen worden verkocht. De e-sigaret zal dus niet als een medicijn worden beschouwd.
Pourtant, au début de cette année, le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement ainsi que l’Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé ont mis en garde contre ce type de cigarette. De son côté, la ministre a lancé en septembre 2013 un plan en six points qui visait entre autres à donner un cadre légal à l’e-cigarette. Elle a alors qualifié ce produit de danger potentiel et a demandé au Conseil supérieur de la santé de mener une
Nochtans hebben begin dit jaar zowel de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten gewaarschuwd voor dat type sigaretten. Van haar kant lanceerde de minister in september 2013 een zespuntenplan dat onder meer een wettelijk kader voor de e-sigaret tot doel had. Toen bestempelde ze dat product nog als een potentieel gevaar en
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 9
étude.
vroeg ze ook een onderzoek bij de Hoge Gezondheidsraad.
Maintenant que le parlement européen adopté la directive, les négociations avec les États membres vont commencer en vue d’élaborer un texte de compromis. La ministre se réunira avec ses homologues des autres États membres. Elle peut donc encore renforcer la directive.
Nu het Europees Parlement de richtlijn heeft goedgekeurd, zullen de onderhandelingen met de lidstaten starten om tot een compromistekst te komen. De minister zal daartoe samenzitten met haar collega’s die in de andere lidstaten bevoegd zijn voor de volksgezondheid. Ze beschikt dus over de mogelijkheid de richtlijn weer aan te scherpen.
Comment la ministre juge-t-elle la nouvelle directive tabac ? Plaidera-t-elle, lors de la réunion avec ses collègues, pour un renforcement de la directive ?
Hoe staat de minister tegenover de nieuwe tabaksrichtlijn? Zal ze op de samenkomst met haar collega’s pleiten voor een verstrenging?
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales. – Comme je l’ai déjà indiqué, le vote intervenu mardi dernier au parlement européen est à mes yeux une bonne chose. Je ne dois pas rappeler à Mme Sleurs qu’une longue période d’incertitude et d’hésitation a précédé ce vote en raison de l’intervention des lobbies du tabac.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. – Zoals ik al eerder heb aangegeven, vind ik de stemming van afgelopen dinsdag in het Europees Parlement een goede zaak. Ik moet mevrouw Sleurs er niet aan herinneren dat aan die stemming een lange periode van onzekerheid en aarzeling is voorafgegaan door toedoen van de tabakslobby’s.
Voici à peine une semaine, avec les dix autres ministres compétents pour la santé, j’ai appelé les parlementaires européens à adopter la directive tabac afin que les négociations entre le parlement européen, la Commission et le Conseil puissent être entamées. Avec l’adoption de la directive, l’Europe fait un pas dans la direction d’une politique cohérente et univoque. Une telle politique est absolument nécessaire en raison de la mobilité des citoyens et consommateurs européens et aussi de situation centrale de la Belgique.
Amper een week geleden heb ik, samen met de tien andere ministers die voor gezondheid bevoegd zijn, de Europarlementsleden ertoe opgeroepen de tabaksrichtlijn goed te keuren zodat de onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Commissie en de Raad kunnen van start gaan. Met de goedkeuring van de richtlijn zet Europa een positieve stap in de richting van een coherent en eenduidig beleid. Zo’n beleid is absoluut nodig wegens de mobiliteit van de Europese burgers en consumenten, en ook wegens de centrale ligging van België.
Dans ce domaine, une attitude stricte du côté belge ne sert à rien tant que nos partenaires européens ne suivent pas. La directive se situe clairement dans le prolongement de la position belge. Évidemment, il s’agit d’un compromis.
Op dat vlak levert een strikte houding aan Belgische kant niets op zolang onze Europese partners niet volgen. De richtlijn ligt duidelijk in het verlengde van het Belgische standpunt. Natuurlijk gaat het om een compromis.
En tant que ministre de la Santé publique, je ne cache pas que j’aurais souhaité aller plus loin. Plus précisément, selon moi, l’interdiction des cigarettes aromatisées au menthol aurait dû entrer en vigueur beaucoup plus rapidement. La période de transition me semble bien trop longue. Les mesures relatives à l’emballage, dont la surface doit être recouverte à 65% de mentions sanitaires, me semblent trop faibles. C’est pourquoi je défendrai une ligne plus dure lors des prochaines négociations.
Als minister van Volksgezondheid verberg ik niet dat ik verder had willen gaan. Meer bepaald had volgens mij het verbod op de gearomatiseerde mentholsigaretten veel sneller in werking moeten treden. De overgangsperiode lijkt mij veel te lang. Ook de maatregelen inzake de verpakking, waarvan 65% moet zijn bedrukt met gezondheidsvermeldingen, lijken me te zwak. Daarom zal ik bij de toekomstige onderhandelingen een hardere lijn verdedigen.
Mme Elke Sleurs (N-VA). – Je me réjouis que la ministre veuille continuer à lutter contre le tabagisme et qu’elle ne recule pas devant une approche plus dure. Je suivrai ses efforts de près.
Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). – Het verheugt me dat de minister het tabaksgebruik en de rookverslaving wil blijven bestrijden en niet terugdeinst voor een hardere aanpak. Ik zal haar inspanningen op de voet volgen.
Question orale de M. Jean-Jacques De Gucht au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «la “détection” médicale des étrangers homosexuels au Bahreïn, Qatar, Koweït, Oman, Arabie saoudite et aux Émirats arabes unis» o (n 5-1127)
Mondelinge vraag van de heer Jean-Jacques De Gucht aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «het medisch “opsporen” van homoseksuele buitenlanders door Bahrein, Qatar, Koeweit, Oman, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten» (nr. 5-1127)
Mme la présidente. – Mme Sabine Laruelle, ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l’Agriculture, répondra.
De voorzitster. – Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw, antwoordt.
5-118 / p. 10
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
M. Jean-Jacques De Gucht (Open Vld). – Après l’agitation provoquée par les jeux olympiques d’hiver à Sotchi où les droits des lesbigays sont menacés par les lois homophobes adoptées en Russie, nous avons appris hier que le Qatar, l’organisateur du championnat du monde de football en 2022, va faire subir des tests aux étrangers qui veulent entrer dans le pays pour vérifier leur orientation. Si le test révèle que la personne est lesbigay, elle ne pourra pas entrer dans le pays. Le Qatar n’est pas le seul pays du monde arabe qui veuille introduire cette règle. Cinq autres États du Golfe, à savoir le Bahreïn, le Koweït, Oman, l’Arabie saoudite et les Émirats arabes unis ont aussi fait savoir qu’à l’avenir, ils soumettraient les étrangers à un test sur leur orientation. Au Koweït, des centres médicaux réaliseraient déjà des tests pour évaluer la santé de toutes les personnes qui veulent pénétrer dans le pays. Actuellement, l’homosexualité est déjà interdite dans ces six pays.
De heer Jean-Jacques De Gucht (Open Vld). – Na de commotie rond de Olympische winterspelen in Sotsji, waar de rechten van holebi’s in het gedrang komen door de antihomowetten die in Rusland werden goedgekeurd, bereikte ons gisteren het bericht dat Qatar, organisator van het wereldkampioenschap voetbal in 2022, buitenlanders die het land binnen willen, op hun geaardheid zal testen. Blijkt uit deze test dat iemand holebi is, dan mag hij of zij het land niet binnen. Qatar is bovendien niet het enige land in de Arabische wereld dat die regel wil invoeren. Vijf andere golfstaten, met name Bahrein, Koeweit, Oman, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, maakten eveneens bekend dat ze in de toekomst buitenlanders op hun geaardheid zullen testen. In Koeweit zouden nu al medische centra zijn waar tests worden uitgevoerd om de gezondheid te beoordelen van iedereen die het land binnen wil. Momenteel is homoseksualiteit in deze zes staten al verboden.
Cette décision de déterminer médicalement l’orientation donne le message implicite qu’en raison de leur orientation, les lesbigays sont des personnes malades. L’orientation n’est pourtant pas un choix et on ne peut pas y remédier à l’aide d’un traitement ni la détecter à l’aide d’un test. Reste aussi à savoir en quoi ce test consistera pour l’intégrité personnelle de chacun. Je m’interroge sérieusement sur cette violation du droit à la vie privée et de l’intégrité personnelle.
Met de beslissing om iemands geaardheid medisch te testen wordt impliciet de boodschap gegeven dat mensen in hun geaardheid van een norm kunnen afwijken en dat de geaardheid van holebi’s een ziekte is. Iemands geaardheid is echter geen keuze en kan dus ook niet worden verholpen door een behandeling of worden opgespoord door een test. Bovendien is het nog maar de vraag wat deze test zal inhouden voor ieders persoonlijke integriteit. Ik heb grote vragen bij zulke inbreuken op de privacy en persoonlijke integriteit van mensen.
La discrimination est aussi vieille que l’humanité. Il en va de même pour la lutte contre la discrimination. Et cette lutte a été couronnée de succès. Les Dolle Mina et les suffragettes ont lutté par le passé pour l’égalité des droits pour les femmes ; Martin Luther King et Malcolm X se sont battus pour l’égalité des droits pour les personnes de race noire. Dans ces deux domaines, la lutte n’est pas terminée. La lutte pour l’égalité des droits pour les lesbigays me semble pourtant devenir celle du 21e siècle, a fortiori maintenant qu’il s’avère que divers pays font marche arrière sur ce terrain. Les autorités ont le devoir de sensibiliser la société. La législation qui discrimine sur la base de l’orientation de personnes envoie un signal stigmatisant à la société. La violence homophobe relève dès lors toujours en partie de la responsabilité des autorités. Notre pays est un précurseur en matière d’égalité des droits. Nous devons dès lors convaincre nos partenaires internationaux, en premier lieu l’Europe, de condamner cette discrimination extrême d’une seule voix. L’égalité des droits pour les lesbigays et les hétérosexuels ne s’arrête pas aux frontières de l’Europe. Ce sont des droits universels qui doivent aussi être défendus au-delà des frontières européennes. La charte des droits fondamentaux de l’Union européenne est le premier instrument international qui interdit la discrimination sur la base de l’orientation sexuelle. Il nous appartient de la défendre. Quelle est la réaction de notre gouvernement aux intentions politiques des six États du Golfe ? Le ministre est-il disposé à s’adresser à nos partenaires internationaux, en premier lieu à l’Europe, afin de condamner ce phénomène d’une seule voix et avec fermeté ? Peut-il expliquer dans le détail quelles démarches il envisage aux niveaux bilatéral et multilatéral ? Le ministre sait-il en quoi consistent ces « tests médicaux » ? A-t-il l’intention de reprendre cette nouvelle donnée dans les conseils aux voyageurs des Affaires étrangères étant donné
Discriminatie is zo oud als de mensheid. De strijd ertegen evenzeer. En die strijd was succesvol. De dolle mina’s en de suffragettes hebben in het verleden gestreden voor gelijke rechten voor vrouwen; Martin Luther King en Malcolm X hebben gestreden voor gelijke rechten voor zwarten. Uiteraard is op geen van beide vlakken de strijd al helemaal gestreden. De strijd voor gelijke rechten voor holebi’s lijkt me echter dé strijd van de 21e eeuw te worden, zeker nu duidelijk blijkt dat verschillende landen in de wereld op dit terrein geen vooruitgang boeken, maar net achteruit gaan. Een overheid heeft de plicht de samenleving te sensibiliseren. Wetgeving die discrimineert op basis van iemands geaardheid stuurt net een stigmatiserend signaal uit naar de samenleving. Homofoob geweld is dan ook altijd deels de verantwoordelijkheid van de overheid. Ons land is een voorloper op het vlak van gelijke rechten. We moeten onze internationale partners, in de eerste plaats Europa, dan ook overtuigen om die verregaande discriminatie met één luide stem te veroordelen. Gelijke rechten voor holebi’s en hetero’s is immers geen Westers strijdpunt en stopt dus niet aan de grenzen van Europa. Het zijn universele rechten die ook voorbij de Europese grenzen moeten worden verdedigd. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is het eerste internationale instrument dat discriminatie op basis van seksuele oriëntatie verbiedt. Dat verdedigen is onze plicht. Daarom had ik de volgende vragen voor de minister. Hoe reageert onze regering op de beleidsintentie van de zes golfstaten en is de minister bereid onze internationale partners, in de eerste plaats Europa, aan te spreken om dit fenomeen met één gebundelde en sterke stem te veroordelen? Kan hij uitvoerig toelichten welke stappen hij op bilateraal en multilateraal vlak zal zetten? Weet de minister wat deze
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 11
qu’elle risque d’être appliquée à nos compatriotes ?
“medische tests” inhouden en is hij van plan dat nieuwe gegeven op te nemen in de reisadviezen van Buitenlandse Zaken, aangezien onze landgenoten er mogelijk aan worden onderworpen?
Mme Sabine Laruelle, ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l’Agriculture. – Je vous lis la réponse du ministre Reynders.
Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw. – Ik lees het antwoord van minister Reynders.
J’ai aussi appris avec consternation dans la presse que six États du Golfe envisageraient de développer un test médial afin de détecter l’homosexualité. La première chose à faire est de recueillir des informations complémentaires sur cette communication. J’ai déjà chargé nos postes diplomatiques de cette mission.
Ook ik heb met consternatie via de pers vernomen dat zes golfstaten van plan zouden zijn om een ‘medische’ test te ontwikkelen om de homoseksuele geaardheid op te sporen. De eerste zaak is nu om bijkomende informatie over dat bericht in te winnen. Daartoe heb ik onze diplomatieke posten al opdracht gegeven.
Cette question sera bien entendu également discutée au sein de l’Union européenne. Je rappelle que le Conseil Affaires étrangères de l’UE a adopté cette année des directives en matière de promotion et de protection des droits de l’homme des lesbigays. Ces directives européennes pour les droits de l’homme des LBGTI prévoient des actions concrètes que les institutions européennes et les États membres peuvent entreprendre pour promouvoir et protéger les droits de l’homme des lesbigays dans les pays tiers.
Uiteraard zal de kwestie ook binnen de Europese Unie worden besproken. Ik herinner eraan dat de Raad Buitenlandse Zaken van de EU eerder dit jaar richtsnoeren inzake de bevordering en bescherming van de mensenrechten van holebi’s heeft aangenomen. Die EU-richtsnoeren voor LGBTI-mensenrechten voorzien in concrete acties die de EU-instellingen en de lidstaten kunnen ondernemen ter bevordering en bescherming van holebirechten in derde landen.
Il me semble prématuré d’adapter les conseils aux voyageurs, mais ces conseils seront comme toujours actualisés pour refléter scrupuleusement la situation existante.
Het lijkt me momenteel nog te vroeg om het reisadvies aan te passen, maar het zal zoals steeds worden geactualiseerd om de geldende omstandigheden accuraat weer te geven.
M. Jean-Jacques De Gucht (Open Vld). – Le ministre des Affaires étrangères partage mon avis et celui des collègues qui viennent d’applaudir. Je me réjouis qu’il envisage d’aborder rapidement le problème avec les divers partenaires. C’est important parce qu’en tant que société, nous devons clairement faire savoir qu’il est inacceptable d’agir de la sorte à l’encontre de personnes qui ont une autre orientation. Nous voulons en effet évoluer vers une société qui respecte chaque individu, indépendamment de son orientation, de la couleur de sa peau et de son sexe ; cela mérite notre engagement continu.
De heer Jean-Jacques De Gucht (Open Vld). – De minister van Buitenlandse Zaken deelt mijn mening en die van de collega’s die net applaudisseerden. Het doet me plezier dat hij het probleem snel bij de verschillende partners zal aankaarten. Dat is belangrijk, omdat we als maatschappij duidelijk moeten maken dat die manier van handelen tegenover mensen met een ‘andere’ geaardheid ontoelaatbaar is. Wij willen immers evolueren naar een maatschappij waarin iedereen wordt gerespecteerd, ongeacht geaardheid, kleur of sekse en dat verdient onze blijvende inzet.
Question orale de Mme Olga Zrihen à la ministre de l’Emploi sur «l’introduction, auprès du Fonds européen d’ajustement à la mondialisation, de la o demande en faveur de Duferco» (n 5-1116)
Mondelinge vraag van mevrouw Olga Zrihen aan de minister van Werk over «de indiening van de aanvraag bij het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering ten voordele van Duferco» (nr. 5-1116)
Mme Olga Zrihen (PS). – Je vous interpellais en juillet dernier au sujet de la fermeture de l’usine Duferco et des licenciements chez NLMK, dont les conséquences économiques, sociales et humaines sont aujourd’hui connues.
Mevrouw Olga Zrihen (PS). – Mevrouw de minister, in juli jongstleden stelde ik u een vraag over de sluiting van Duferco en de afdankingen bij NLMK, waarvan de economische, sociale en menselijke gevolgen zijn bekend.
La task force qui s’est tenue à La Louvière le 9 juillet dernier annonçait la volonté de faire appel au Fonds européen d’ajustement à la mondialisation ou FEM, qui permet l’accompagnement et la réinsertion des travailleurs européens touchés par des licenciements résultant directement de transformations profondes dans les échanges commerciaux internationaux.
De taskforce die in 9 juli in La Louvière bijeenkwam, gaf te kennen dat een beroep zou worden gedaan op het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, het EFG, voor de begeleiding en de re-integratie van Europese werknemers die werkloos worden als onmiddellijk gevolg van diepgaande hervormingen in de geglobaliseerde economie.
Des démarches ont été entreprises en vue de solliciter le FEM dès l’instant où les divers critères permettant de faire appel à celui-ci ont été rencontrés. Selon les informations distillées à l’échelon de la Région wallonne, il semblerait que le ministre Antoine ait initié la
Er werden stappen ondernomen om een beroep te doen op het EFG, zodra aan de diverse criteria is voldaan. Uit informatie van het Waalse Gewest blijkt dat minister Antoine de procedure bij uw diensten heeft ingeleid. Volgens het EFG-reglement moeten de lidstaten de aanvraag indienen via de bevoegde autoriteiten, voor België is dat bij de FOD
5-118 / p. 12
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
procédure auprès de vos services puisque, dans le cadre du règlement du FEM, ce sont les États membres qui doivent faire la demande par le biais des autorités compétentes, à savoir, en ce qui concerne la Belgique, le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale.
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Werden de nodige stappen gedaan bij het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering? Zo ja, hoever staat het? Welke bijkomende stappen worden er eventueel gedaan om tot een resultaat te komen?
Madame la ministre, les démarches de sollicitation ont-elles été entreprises par vos soins auprès du Fonds européen d’ajustement à la mondialisation ? Si tel est le cas, à quel stade les démarches en sont-elles ? Quelles éventuelles démarches complémentaires sont-elles mises en œuvre afin de voir ce dossier aboutir ? Mme Monica De Coninck, ministre de l’Emploi. – Le ministre Antoine m’a effectivement soumis, au cours du mois d’août, la demande officielle de la Région wallonne au Fonds européen d’ajustement à la mondialisation.
Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. – Minister Antoine heeft in de loop van de maand augustus inderdaad de officiële aanvraag van het Waalse Gewest ingediend bij het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Conformément à sa tâche de point de contact national, mon service a vérifié les éléments du dossier, en concertation avec le cabinet de M. Antoine. Le dossier a ensuite été transmis, après signature de ma part, à la représentation permanente auprès de l’Union européenne, conformément à la procédure exigée.
Conform de opdracht als nationaal contactpunt heeft mijn dienst, in overleg met het kabinet van minister Antoine, de elementen van het dossier onderzocht. Nadat het door mij werd ondertekend werd het dossier, overeenkomstig de vereiste procedure, overgezonden aan de permanente vertegenwoordiging bij de Europese Unie.
J’ai été informée que le représentant permanent avait signé la lettre de transmission du dossier à la Commission européenne le 3 septembre dernier.
Ik heb vernomen dat de permanente vertegenwoordiger de brief voor de overzending van het dossier naar de Europese Commissie op 3 september jongstleden heeft getekend.
Mon service a reçu hier, du service du Fonds, la confirmation que le dossier avait été introduit correctement et dans les délais. Il sera encore traité sous l’emprise de la réglementation actuelle.
Gisteren kregen mijn diensten van het Fonds de bevestiging dat het dossier correct en binnen de termijnen werd ingediend. Het zal nog behandeld worden volgens de huidige reglementering.
Il est à noter que le dossier NLMK est lié, dans sa justification, au dossier précédent Carsid pour lequel, selon mes informations, nous n’attendons pas de décision de l’autorité budgétaire avant le début de l’année prochaine.
Het NLMK-dossier is, wat de verantwoording betreft, verbonden met het eerdere Carsiddossier, waarvan we volgens mijn informatie geen beslissing van de budgettaire autoriteit verwachten voor het begin van volgend jaar.
Mme Olga Zrihen (PS). – Les informations que vous nous donnez sont très positives, à l’exception de la dernière. Si je puis comprendre la liaison au dossier Carsid en raison de la similitude en termes d’investissements, je m’inquiète de l’éventualité que ce dossier ne soit pas traité avant la fin de la législature et des conséquences dommageables que cela aurait sur le volet de réinsertion et de soutien des travailleurs. Pourquoi ces deux dossiers doivent-ils être liés ? Peut-on trouver une solution ? Je me permettrai de revenir prochainement vers vous pour connaître l’évolution de ce dossier.
Mevrouw Olga Zrihen (PS). – Dat zijn heel positieve berichten, behalve het laatste. Is er een verband met Carsid op het vlak van de wijze van investeringen? In dat geval ben ik ongerust, want als dit dossier niet voor het einde van de legislatuur zal worden behandeld, zal dat nadelige gevolgen hebben voor de re-integratie en de steun aan de werknemers. Waarom zijn deze twee dossiers met elkaar verbonden? Kan er een oplossing worden gevonden? Ik zal de minister binnenkort vragen hoever het staat met het dossier.
Question orale de M. Rik Daems à la ministre de o l’Emploi sur «l’activation des chômeurs» (n 5-1126)
Mondelinge vraag van de heer Rik Daems aan de minister van Werk over «de activering van werklozen» (nr. 5-1126)
M. Rik Daems (Open Vld). – Dans plusieurs journaux, on peut lire aujourd’hui des articles sur les chômeurs qui refusent des offres d’emploi et dont les allocations sont en conséquence suspendues. Récemment aussi, la ministre a déclaré que les personnes qui refusent de travailler doivent être sanctionnées.
De heer Rik Daems (Open Vld). – Verschillende kranten, waaronder Gazet van Antwerpen, berichtten vandaag over werklozen die werkaanbiedingen weigeren en bijgevolg worden geschorst. Ook de minister heeft onlangs voor de televisie verklaard dat mensen die weigeren te werken, moeten worden gesanctioneerd.
Le nombre de chômeurs qui refusent un travail ou une formation semble augmenter. Ce nombre s’est élevé selon l’ONEM à 14 000 personnes durant les six premiers mois de cette année. C’est 32% de plus que durant la même période de l’an dernier. L’augmentation serait à attribuer à une
Het aantal werklozen dat een job of een opleiding weigert, blijkt te zijn gestegen. Dat aantal liep volgens de RVA tijdens de eerste zes maanden van dit jaar op tot 14 000 personen. Dat is 32% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. De stijging zou vooral te maken hebben met een verhoogde inzet
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
intervention plus active du personnel de l’ONEM et à une meilleure transmission des informations du VDAB et du Forem vers l’ONEM. Durant les six premiers mois, plus de 1 700 personnes ont été complètement exclues du bénéfice de l’allocation de chômage. Une partie des refus d’emploi serait explicable, selon la presse, par l’existence d’emplois dans des circuits parallèles de travail. Cela m’inquiète. C’est pourquoi j’aimerais obtenir quelques explications sur ces chiffres. Pourquoi y a-t-il davantage de réfractaires au travail ? Quel est l’effet d’une suspension des allocations de chômage sur une telle personne ? Cela entraîne-t-il une augmentation du nombre de personnes qui frappent à la porte du CPAS pour obtenir un revenu d’intégration sociale ? Pour les chômeurs de longue durée, ce transfert ne représente qu’une petite différence financière. L’allocation de chômage est toutefois complètement à la charge du budget fédéral alors que le revenu d’intégration émarge à 50% au budget communal. On entend évoquer l’existence de circuits de fourniture de fausses attestations de candidature, la ministre dispose-t-elle d’informations à ce sujet ? La présentation de telles fausses attestations serait en effet également une des raisons de suspension des allocations de chômage. Pourrons-nous avoir en commission dans les semaines qui viennent un débat avec la ministre sur l’activation des chômeurs de longue durée, un débat correct et bien documenté, qui laisse de côté spéculations et émotions, pour faire en sorte que l’on n’en soit plus réduit à retirer le bénéfice des allocations de chômage ?
5-118 / p. 13
van personeel bij de RVA en een betere doorstroming van informatie van de VDAB en FOREM naar de RVA. Tijdens de eerste zes maanden werden meer dan 1700 mensen volledig van een uitkering uitgesloten. Een deel van de werkweigeringen zou volgens de krant te verklaren zijn door tewerkstelling in parallelle arbeidscircuits. Dat verontrust mij. Daarom had ik graag wat toelichting bij die cijfers. Waarom zijn er meer werkweigeraars? Wat is het effect van de schorsing van een werkweigeraar? Leidt dat tot een stijging van het aantal mensen die bij het OCMW aankloppen voor een leefloon? Voor de langdurig werklozen vertegenwoordigt die verschuiving maar een klein financieel verschil. De werkloosheidsuitkering valt evenwel ten laste van de federale begroting, terwijl het leefloon voor 50% voor rekening van de gemeenten is. Heeft de minister meer informatie over de berichten dat er circuits bestaan die voor valse sollicitatiebewijzen zorgen? Ook om die reden zouden immers werklozen worden geschorst. Kunnen we de komende weken met de minister in de commissie een fatsoenlijk en gedocumenteerd debat voeren, los van speculaties en emoties, over de activering van langdurig werklozen, zodat er geen uitkeringen moeten worden ontnomen?
Mme Monica De Coninck, ministre de l’Emploi. – Je me rendrai volontiers en commission à l’invitation de M. Daems pour donner des explications détaillées.
Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. – Ik ga graag in op de uitnodiging van de heer Daems om in de commissie een uitgebreide uitleg te geven.
L’activation des demandeurs d’emploi, de quelque statut que ce soit, est particulièrement complexe à mettre en œuvre parce que dans ce domaine il y a de nombreuses réglementations et de nombreuses possibilités. Les données qu’a mentionnées M. Daems proviennent de la presse et nécessitent une explication. Le nombre de 14 008 personnes sanctionnées concerne des chômeurs de longue durée. L’ONEM contrôle régulièrement s’ils font suffisamment d’efforts pour trouver un emploi et s’ils déposent suffisamment de candidatures à un emploi. Pour être clair, il ne s’agit pas du nombre de chômeurs qui refusent un emploi ou une formation ou travaillent au noir. Pour 8 982 personnes la sanction est appliquée parce qu’elles ont fait trop peu d’efforts pour trouver un travail ou améliorer leur position sur le marché du travail.
De activering van werkzoekenden, in welk statuut ze ook zitten, is bijzonder complex omdat er heel veel regelgeving bestaat en er veel mogelijkheden zijn. De cijfers die de heer Daems aanhaalt komen uit de krant en behoeven toelichting. Het cijfer van 14 008 personen die gesanctioneerd werden, betreft langdurige werklozen. De RVA controleert regelmatig of ze voldoende inspanningen doen om een job te vinden en of ze voldoende solliciteren. Voor alle duidelijkheid, het betreft geen werklozen die een job of een opleiding weigeren of in het zwart aan het werk zijn. Aan 8982 van hen is een sanctie opgelegd omdat ze onvoldoende inspanningen leverden om opnieuw aan de slag te gaan of om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Quelque cinq mille chômeurs ont eu leur allocation temporairement suspendue. Ce sont des personnes qui ont été convoquées mais ne se sont pas manifestées, pour quelque raison que ce soit. Parfois l’arrêt du paiement est effectué à tort, par exemple lorsque la personne vit seule et n’a pas reçu la convocation parce qu’elle était hospitalisée. Si cette personne peut prouver cette situation le paiement est rétabli. Durant le premier semestre de 2012, 10 655 chômeurs de longue durée ont été sanctionnés. La raison de cette sanction est dans environ 8 000 cas le manque d’efforts et dans environ 3 000 autres, l’absence de réponse à une
Van ongeveer 5 000 werklozen werden de betalingen tijdelijk stopgezet. Zij waren opgeroepen, maar zijn niet komen opdagen, om welke reden ook. Soms wordt de betaling onterecht stopgezet, bijvoorbeeld bij iemand die alleen woont en wegens een verblijf in het ziekenhuis de brief niet heeft ontvangen. Als de persoon dat achteraf kan aantonen, wordt de stopzetting van de betaling rechtgezet. In het eerste semester van 2012 werden 10 655 langdurig werklozen gesanctioneerd. De reden van de sanctie had in ongeveer 8 000 gevallen te maken met onvoldoende inspanning en in ongeveer 3 000 gevallen met het niet komen opdagen na een oproep. Het aantal sancties is dus gestegen ten opzichte van het jaar voordien. Die stijging is het gevolg
5-118 / p. 14
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
convocation. Le nombre de sanctions a donc augmenté par rapport à l’an dernier. Cette augmentation est la conséquence de l’augmentation du nombre de convocations de chômeurs par l’ONEM en 2013. Le nombre d’entretiens est passé de 47 544 à 62 626. Cette augmentation de quelque 32% a été rendue possible parce que l’ONEM a reçu davantage de moyens pour récupérer son retard. Dans ce cas-ci aussi, davantage de fonctionnaires signifie de meilleurs résultats. Il n’est cependant pas si évident d’investir dans un climat où l’on discute pas mal d’assainissement et de non-remplacement des fonctionnaires qui prennent leur retraite. Le nombre de dossiers transmis à l’ONEM par les régions durant le premier semestre de 2013 s’est accru par rapport au premier semestre de 2012. En 2012, 40 000 dossiers ont été transmis et il en est résulté 14 000 sanctions. Durant le premier semestre de 2013, ces nombres sont montés à 40 000 dossiers et 15 000 sanctions. Quelles sont les raisons de ces sanctions ? La première est de ne pas s’être rendu à une convocation. Dans certains cas la personne concernée est déjà au travail ou est partie à l’étranger, mais elle a oublié de se désinscrire. Le deuxième ensemble de raisons concerne le refus d’un emploi, d’une formation ou d’une proposition de parcours. Tous les faits rapportés, après vérification par l’ONEM, ne conduisent pas à l’application d’une sanction. Les chiffres que je viens de vous donner se trouvent dans le rapport semestriel de l’ONEM. Un comité est chargé de l’évaluation de l’accord de coopération conclu en 2004 entre les régions et l’autorité fédérale. Les négociations d’un nouvel accord de coopération sont en cours depuis un certain temps et j’espère que nous pourrons bientôt proposer ce nouvel accord à l’approbation du gouvernement. Le sénateur a demandé également des données sur le travail au noir et la fraude. Il n’y a pas formellement à ce sujet de rapport semestriel et cela ne figure pas non plus dans l’accord de coopération. Je suis disposée dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale à demander ces chiffres, mais une matinée est un laps de temps trop court pour les obtenir. Je viendrai volontiers fournir une explication détaillée sur l’activation des demandeurs d’emploi. Je possède une expérience de cette question acquise durant mon passé professionnel. Il y a de nombreuses possibilités dont beaucoup restent inutilisées. Pour obtenir de meilleurs résultats, il est nécessaire d’instaurer une collaboration au niveau local, et assurément dans les grandes villes, entre les CPAS, le VDAB, les entreprises, les administrations et les institutions sociales. Il faut porter l’attention sur les résultats attendus et pas tant sur les instruments – on s’en occupera ensuite. Sur la base de l’analyse du problème, il faut définir ce qu’on veut réaliser en un an. L’attention doit être fortement focalisée sur les résultats et il faut examiner comment chaque partenaire pourra, avec les instruments qui sont les siens, contribuer à obtenir ces résultats. Je suis absolument demandeuse d’une activation. Dans les prochaines années de nombreuses personnes – 500 000 – vont partir à la retraite et nous devrons pourvoir à leur remplacement. Dans les grandes villes de nombreux jeunes, surtout de jeunes hommes, n’ont pas de travail. Il y a des
van het feit dat de RVA in 2013 meer werklozen heeft opgeroepen. Het aantal gesprekken steeg van 47 544 naar 62 626. Die stijging van nagenoeg 32% was mogelijk omdat de RVA meer middelen kreeg om de achterstand weg te werken. Ook in dit geval betekent meer ambtenaren betere resultaten. Het is echter niet zo evident te investeren in een klimaat waarin nogal wat discussie is over saneren en het niet-vervangen van ambtenaren die met pensioen gaan. De transmissie van de gegevens door de gewesten aan de RVA is in het eerste semester 2013 toegenomen tegenover 2012. In 2012 werden 40 000 dossiers doorgestuurd op grond waarvan 14 000 sancties werden opgelegd. In het eerste semester van 2013 zijn die aantallen gestegen tot 40 000 dossiers en 15 000 sancties. Wat zijn de redenen voor de sancties? Een eerste reden betreft het niet ingaan op uitnodigingen. In sommige gevallen heeft de betrokkene al werk, of is hij naar het buitenland vertrokken, maar heeft hij zich niet laten uitschrijven. Een tweede groep redenen betreft het weigeren van een job of een opleiding, of het weigeren van een trajectvoorstel. Niet alle gerapporteerde feiten blijken na verificatie door de RVA aanleiding te geven tot een sanctie. De cijfers die ik gegeven heb, zijn te vinden in een zesmaandelijks rapport. Een evaluatiecomité evalueert het samenwerkingsakkoord van 2004 tussen de gewesten en de federale overheid. De onderhandelingen over een nieuw samenwerkingsakkoord zijn al enige tijd aan de gang en ik hoop dat we binnenkort een nieuw akkoord ter goedkeuring aan de regering kunnen overleggen. De senator vroeg ook cijfers van zwartwerk en fraude. Daarover bestaat geen formele halfjaarlijkse rapportering en het komt evenmin in het samenwerkingsakkoord aan bod. Ik ben bereid om in het raam van de strijd tegen sociale fraude die cijfers op te vragen, maar daar was deze ochtend te weinig tijd voor. Over de activering van werkzoekenden wil ik graag een gedetailleerde uitleg komen geven. Door mijn beroepsverleden heb ik ervaring op dat vlak. Er zijn heel wat mogelijkheden en er blijven er nog heel wat onbenut. Om betere resultaten te bereiken is het nodig op lokaal niveau, en zeker in de grote steden, een samenwerkingsverband tot stand brengen tussen OCMW’s, VDAB, bedrijfswereld, overheidsinstellingen en sociale instellingen. Daarbij moet de aandacht worden gericht op de gewenste resultaten en niet zozeer op de instrumenten – die komen er later dan wel bij. Op basis van de analyse van de problematiek moet worden bepaald wat men binnen een jaar wil realiseren. De aandacht moet sterkt gericht zijn op de resultaten en er moet worden nagegaan hoe elke partner met zijn instrumenten kan bijdragen om resultaat te boeken. Ik ben absoluut vragende partij voor een activering. De komende jaren gaan immers veel mensen – 500 000 – met pensioen en we zullen die jobs moeten invullen. In de grote steden hebben veel jongeren, vooral jonge mannen, geen werk. Er zijn vacatures die maar niet ingevuld raken. Aan die mismatch moeten we iets doen. Dat is slechts mogelijk door maatwerk te leveren en op het terrein zelf te werken.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 15
emplois qui ne trouvent pas preneurs. Nous devons corriger cette discordance. Ce n’est faisable que par un travail de terrain finement adapté. M. Rik Daems (Open Vld). – Je remercie la ministre pour sa réponse circonstanciée. Sa conclusion me réjouit. Nos efforts ne seront jamais suffisants. Toutes les possibilités doivent être examinées avec les partenaires qui sont confrontés à la réalité quotidienne. C’est ainsi que nous obtiendrons des résultats quels que soient les instruments employés. Les opinions peuvent diverger sur ce dernier point mais pas sur le résultat que nous souhaitons obtenir. Nous pouvons aussi nous inspirer des exemples étrangers. La ministre parle de 47 000 entretiens annuellement alors que le nombre de chômeurs de longue durée avoisine les 100 000. Cela surprendra peut-être la ministre mais elle trouvera en moi un allié dans sa quête de moyens supplémentaires en vue de contrôles efficaces. Si les chiffres sont exacts, la mesure atteint à peine la moitié de la population. Ou bien ai-je mal compris les chiffres ?
De heer Rik Daems (Open Vld). – Ik dank de minister voor haar omstandig antwoord. Haar besluit bevalt me erg. We kunnen nooit genoeg inspanningen leveren. Alle mogelijkheden moeten worden bekeken met de partners die dicht bij de dagdagelijkse werkelijkheid staan. Op die manier kunnen resultaten worden bereikt, welk instrumentarium dan ook daarvoor wordt aangereikt. Over dat laatste kunnen we van mening verschillen, maar niet over het resultaat dat we willen bereiken. Ook buitenlandse voorbeelden kunnen in vele facetten worden bekeken. De minister vermeldde 47 000 gesprekken op jaarbasis, terwijl er bijna 100 000 langdurig werklozen zijn. Het zal de minister misschien verrassen, maar ze kan in mij een medestander vinden om de nodige middelen te verkrijgen om de controle terdege uit te kunnen voeren. Als dat cijfer klopt, dan wordt op jaarbasis amper de helft van de populatie bereikt. Of heb ik dat cijfer verkeerd begrepen?
Mme Monica De Coninck, ministre de l’Emploi. – Ce chiffre englobe les entretiens individuels. On utilise en outre différentes banques de données et banques-carrefours. Des recoupements entre elles permettent aussi de procéder à de très nombreux contrôles.
Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. – Dat cijfer behelst de individuele gesprekken. Daarnaast worden de diverse databanken en kruispuntbanken gebruikt. Door die te kruisen kunnen eveneens ontzettend veel dossiers worden gecontroleerd.
Question orale de M. Bert Anciaux au premier ministre sur «la possibilité de modernisation des o armes nucléaires en Belgique» (n 5-1117)
Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de eerste minister over «de mogelijke modernisering van de kernwapens in België» (nr. 5-1117)
M. Bert Anciaux (sp.a). – J’apprécie au plus haut point que le premier ministre vienne répondre en personne.
De heer Bert Anciaux (sp.a). – Ik waardeer het ten zeerste dat de eerste minister zelf komt antwoorden, hoewel dat niet vanzelfsprekend was.
Voici trente ans, plus de 400 000 manifestants défilaient dans les rues de Bruxelles pour protester contre l’implantation de missiles nucléaires en Belgique. Une grande manifestation aura à nouveau lieu le 20 octobre 2013 au parc du Cinquantenaire.
Dertig jaar geleden trokken meer dan 400 000 betogers door de straten van Brussel om te protesteren tegen de plaatsing van kernwapens. Op 20 oktober 2013 vindt opnieuw een grote manifestatie plaats in het Jubelpark.
Selon l’expert américain en arsenal nucléaire, Hans Kristensen, la Belgique aurait conclu en 2010 un accord secret au sujet de la modernisation des armes nucléaires stationnées à Kleine-Brogel.
Volgens de Amerikaanse kernwapenspecialist Hans Kristensen is België in 2010 in het geheim akkoord gegaan met de modernisering van de aanwezige kernwapens in Kleine-Brogel.
Dans sa réponse à ma question écrite du 18 septembre, le premier ministre affirme que les propos de M. Kristensen ne sont pas conformes à la réalité. Il n’y a aucune trace d’un tel accord dans les archives du Conseil des ministres et tous les ministres qui sont ou étaient compétents pour les Affaires étrangères et la Défense nient l’existence d’un tel accord. Voilà une réponse claire.
De eerste minister stelt in een antwoord op mijn schriftelijke vraag van 18 september dat de uitlatingen van Kristensen niet met de werkelijkheid overeenstemmen. Hij zegt dat daarover niets terug te vinden is in het archief van de Ministerraad, en alle ministers die bevoegd zijn of waren voor Buitenlandse Zaken of Defensie, ontkennen het bestaan van een dergelijk akkoord. Dat is een duidelijk antwoord.
Dans ses mémoires, l’ancien premier ministre Martens explique comment il s’est trouvé, en 1985, placé devant le fait accompli lorsqu’il a engagé des négociations avec le président Reagan au sujet de l’installation d’armes nucléaires. Il a été totalement surpris et mis au pied du mur par le processus décisionnel occulte mis en place par l’administration et quelques ministres.
In zijn memoires schrijft toenmalig eerste minister Martens hoe hij in 1985 geconfronteerd werd met een fait accompli toen hij met president Reagan ging onderhandelen over de plaatsing van de kernwapens. Hij werd compleet verrast en voor het blok gezet door de sluipende besluitvorming die de administratie en enkele individuele ministers in werking hadden gezet.
Le Parlement a toujours donné son accord implicite à l’installation d’armes nucléaires : en 1972 d’abord par un vote de confiance lors de la ratification de la double décision de l’OTAN et le 20 mars 1895 ensuite lors d’un vote sur
Het parlement heeft steeds zijn impliciete toestemming gegeven voor de plaatsing van de kernwapens: eerst via een vertrouwensstemming in 1972 bij de goedkeuring van het NAVO-dubbelbesluit en later op 20 maart 1985 bij een
5-118 / p. 16
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
l’implantation effective, vote qui était plutôt organisé pour la forme puisque les armes étaient déjà en route.
stemming over de effectieve plaatsing, die eerder pro forma was aangezien de wapens al onderweg waren.
Une incertitude subsiste toutefois quant à la nécessité d’un vote au Parlement sur de telles décisions. Certaines mauvaises langues prétendent même que le gouvernement n’a pas à se prononcer à ce sujet. Ce n’est pas l’avis de notre parti. Pour éviter le même scénario que dans les années quatre-vingt, j’aimerais donc des éclaircissements à ce propos.
Er bestaat echter onduidelijkheid over de noodzaak van een goedkeuring van het parlement over zulke beslissingen. Sommige kwade tongen beweren zelfs dat de regering zich daarover niet moet uitspreken. Dat is niet de overtuiging van onze partij. Om eenzelfde scenario als in de jaren 1980 te vermijden, wens ik hieromtrent dus duidelijkheid.
Le premier ministre peut-il m’assurer qu’il n’existe aucun accord sur la modernisation de ces armes ni aucun engagement ou décision occultes au sein des services de la Défense et des Affaires étrangères ? Peut-il affirmer clairement qu’une éventuelle décision sur le remplacement des armes nucléaires sera prise par le gouvernement au complet et non par l’un ou l’autre ministre et que, si possible, elle fera l’objet d’un débat au Parlement ?
Kan de eerste minister mij verzekeren dat er geen akkoord bestaat over de modernisering van deze wapens, dus ook geen toezegging of sluipende besluitvorming bij de diensten van Defensie en Buitenlandse Zaken? Kan hij duidelijk stellen dat een eventuele beslissing over een vervanging van kernwapens een beslissing van de voltallige Belgische regering zal zijn en niet van individuele ministers en dat, indien mogelijk, daarover een debat zal worden gevoerd in het parlement?
M. Elio Di Rupo, premier ministre. – Je vous renvoie à la réponse qu’a donnée dernièrement le ministre des Affaires étrangères. Je peux juste ajouter qu’après les affirmations de Hans Kristensen, mes services ont procédé à des recherches dans les archives du Conseil des ministres. Ni en 2010 ni par la suite, la Belgique n’a marqué son accord pour une modernisation des armes nucléaires. Pour plus de détails, je renvoie également à la réponse que j’ai apportée à l’intéressante question écrite du 18 septembre 2013 de M. Anciaux.
De heer Elio Di Rupo, eerste minister. – Ik verwijs naar het antwoord dat de minister van Buitenlandse Zaken onlangs gegeven heeft. Ik kan daar alleen aan toevoegen dat na de beweringen van de heer Hans Kristensen mijn diensten opzoekingen hebben laten verrichten in het archief van de Ministerraad. In 2010 en later werd geen beslissing genomen waarbij België akkoord ging met de modernisering van de kernwapens. Voor meer details verwijs ik naar mijn antwoord op de interessante schriftelijke vraag van de heer Anciaux van 18 september 2013.
M. Bert Anciaux (sp.a). – Notre honorable collègue, Armand De Decker, dit que le premier ministre a donné une réponse éclatante. Cela me déçoit. La courte réponse du premier ministre renvoie à une réponse écrite que j’ai grandement appréciée. Je comprends que le gouvernement belge n’acceptera pas que, dans ce dossier, d’autres prennent la décision à sa place. Faute de démenti, je considère que la décision ne sera pas prise par un seul ministre mais par l’ensemble du gouvernement fédéral, éventuellement au terme d’un débat au Parlement dont je suis d’ores et déjà demandeur.
De heer Bert Anciaux (sp.a). – Onze achtbare collega Armand De Decker zegt dat de eerste minister een schitterend antwoord heeft gegeven. Dat stelt mij wel teleur. Het korte antwoord verwijst naar een schriftelijk antwoord, dat ik heel erg heb gewaardeerd. Ik begrijp dat de Belgische regering in dezen niet zal aanvaarden dat anderen een beslissing in haar plaats nemen. Als dat niet wordt ontkend, dan ga ik ervan uit dat niet één minister, maar de federale regering zal beslissen, al dan niet na een debat in het parlement, waarvoor wij alvast vragende partij zijn.
Question orale de Mme Sabine Vermeulen au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur «le gel des dépenses de la o coopération au développement» (n 5-1120)
Mondelinge vraag van mevrouw Sabine Vermeulen aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over «de blokkering van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking» (nr. 5-1120)
Mme Sabine Vermeulen (N-VA). – Tout comme l’an dernier, mais bien plus tôt dans l’année, le ministre du Budget, M. Olivier Chastel, a décidé de bloquer toutes les dépenses qui ne sont pas obligatoires ni inéluctables. Il fait cela afin de réaliser une sous-utilisation de 800 millions d’euros des crédits prévus au budget 2013.
Mevrouw Sabine Vermeulen (N-VA). – De minister van Begroting, Olivier Chastel heeft net als vorig jaar, maar wel vroeger dan vorig jaar, beslist om alle niet-noodzakelijke en niet-samendrukbare uitgaven te blokkeren. Hij doet dat om een onderbenutting te kunnen realiseren van 800 miljoen euro op de kredieten van de begroting 2013.
Le département de la Coopération au développement a reçu récemment une circulaire à ce sujet. Cela revient à interdire tout nouveau contrat et à bloquer les dépenses administratives pour la Coopération au développement, alors qu’il reste encore plus de trois mois de fonctionnement à assurer en 2013.
Ook het departement Ontwikkelingssamenwerking heeft hierover recent een circulaire ontvangen. Het komt erop neer dat geen verbintenissen meer mogen worden aangegaan en dat uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking administratief geblokkeerd worden, terwijl er nog meer dan drie maanden resteren in 2013.
Cela signifie qu’après les précédentes campagnes d’économie dans la coopération au développement, on réduit à nouveau le fonctionnement de la Coopération technique belge et des
Dit is, na de voorbije grote besparingsrondes voor de ontwikkelingssamenwerking, opnieuw een strop rond de hals van de werking van de Belgische Technische Coöperatie en
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 17
administrations, dont les projets sont renvoyés aux calendes grecques.
de administraties, waardoor geplande projecten op de lange baan worden geschoven.
Le ministre a-t-il une idée de la part du budget de la Coopération au développement qui est bloquée ? trouve-t-il que les dépenses bloquées étaient inutiles ? Pourtant le parlement lui avait donné l’autorisation de les faire.
Heeft de minister er een idee van welk deel van het budget voor ontwikkelingssamenwerking geblokkeerd is? Vindt hij de uitgaven die nu geblokkeerd zijn niet noodzakelijk? Het parlement heeft immers de machtiging gegeven om die uitgaven te doen.
M. Jean-Pascal Labille, ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes. – Le ministre du Budget a émis le 10 septembre une circulaire relative à la prudence budgétaire. Le but est d’atteindre la sous-utilisation de 800 millions sur laquelle on s’est basé lors de l’élaboration du solde à financer de l’entité 1.
De heer Jean-Pascal Labille, minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. – De minister van Begroting heeft op 10 september een circulaire uitgevaardigd betreffende de budgettaire behoedzaamheid. Het doel is de onderbenutting van 800 miljoen die vooropgesteld werd bij het opstellen van het financieringssaldo van entiteit 1, te bereiken.
La circulaire prévoit qu’à partir du 10 septembre toutes les dépenses, avant d’être décidées, doivent être soumises à l’inspection des Finances qui doit vérifier si ces dépenses sont obligatoires ou inéluctables. En outre le ministre du Budget doit donner son approbation à toute nouvelle dépense qui, conformément aux dispositions de l’arrêté royal relatif au contrôle administratif et budgétaire du 16 novembre 1994, est soumise à l’inspection des Finances et est considérée par elle comme obligatoire et inéluctable.
De circulaire bepaalt dat vanaf 10 september alle nieuwe uitgaven alvorens te worden vastgelegd, moeten worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën, die dan moet onderzoeken of die uitgaven verplicht en onvermijdelijk zijn. Bovendien moet de minister van Begroting zijn goedkeuring geven voor elke nieuwe uitgave die, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit betreffende de administratieve en begrotingscontrole van 16 november 1994, aan de Inspectie van Financiën wordt voorgelegd en die door de Inspectie van Financiën als verplicht en onvermijdelijk wordt beschouwd.
Il en résulte qu’une grande partie des dépenses prévues en 2013 qui doivent encore être engagées par la Coopération au développement recevront probablement un avis négatif de l’inspection des Finances. Il s’agit de contributions volontaires qui ne sont pas juridiquement obligatoires. À ce stade, nous pouvons considérer le financement de la MONUSCO et la contribution au Fonds européen de développement comme des dépenses obligatoires. Comme dans la procédure normale de contrôle budgétaire et administratif, il y a une possibilité d’appel auprès du ministre du Budget et ensuite du Conseil des ministres. Les décisions définitives seront donc prises au cas par cas. À ce jour, on ne peut prédire quels dossiers seront reportés et lesquels seront engagés dans le cadre du budget de 2013.
Als gevolg daarvan zal een groot deel van de uitgaven 2013 die nog door de DG Ontwikkelingssamenwerking moeten worden vastgelegd, waarschijnlijk een negatief advies van de Inspectie van Financiën krijgen. Het betreft vrijwillige bijdragen zonder dwingende juridische grondslag. In dit stadium kunnen we de financiering van de MONUSCO en de bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds wel beschouwen als verplichte dossiers. Zoals bij de gewone procedure voor administratieve en budgettaire controle, bestaat er een mogelijkheid tot beroep bij de minister van Begroting en vervolgens bij de Ministerraad. De definitieve beslissingen zullen dus geval per geval genomen worden. Vandaag kan nog niet worden voorspeld welke dossiers zullen worden uitgesteld en welke zullen worden vastgelegd ten laste van de begroting 2013.
Mme Sabine Vermeulen (N-VA). – En principe, une circulaire est aussi approuvée par le conseil des ministres ; le ministre était donc au courant.
Mevrouw Sabine Vermeulen (N-VA). – In principe wordt een circulaire ook goedgekeurd door de Ministerraad; de minister was dus op de hoogte.
Je reste d’avis que de pareilles circulaires ne doivent pas être écrites et qu’il vaut mieux laisser les administrations travailler et choisir comment faire les économies plutôt que bloquer les dépenses. Comme le département de la Coopération au développement a déjà fait beaucoup d’économies, je continue à me poser des questions sur le blocage de ce budget et sur le caractère non indispensable de ces dépenses.
Ik blijf de mening toegedaan dat dergelijke circulaires beter niet worden geschreven en dat administraties laten werken en besparen op de kredieten de voorkeur geniet boven het blokkeren van uitgaven. Omdat het departement Ontwikkelingssamenwerking al heel sterk heeft moeten besparen, blijf ik mij vragen stellen over de blokkering van dit budget en over het niet-noodzakelijk zijn van die uitgaven.
(La séance, suspendue à 16 h 00, est reprise à 16 h 10.)
(De vergadering wordt geschorst om 16.00 uur. Ze wordt hervat om 16.10 uur.)
5-118 / p. 18
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale (de M. Francis Delpérée ; Doc. 5-1832)
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (van de heer Francis Delpérée; Stuk 5-1832)
Discussion générale
Algemene bespreking
M. Ahmed Laaouej (PS), rapporteur. – Je me réfère à mon rapport écrit.
De heer Ahmed Laaouej (PS), rapporteur. – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
M. Francis Delpérée (cdH). – Il est des moments où la confection de la loi se présente comme une opportunité. Il est d’autres moments où la confection de la loi se présente comme une nécessité. C’est sans doute dans cette seconde hypothèse que nous nous plaçons aujourd’hui. Il ne s’agit pas seulement de simplifier ou d’ordonner les procédures devant la Cour de cassation en matière pénale – il est vrai que les textes en cette matière sont disparates, obscurs, peu maîtrisables, mais l’essentiel n’est pas là – il s’agit de sauver – je n’ai pas peur des mots – la Cour de cassation et de faire en sorte qu’elle maîtrise le flot ou le flux des pourvois qui lui sont adressés sans risquer l’asphyxie.
De heer Francis Delpérée (cdH). – Soms dient de uitwerking van een wet zich aan als een opportuniteit, op andere momenten is het een noodzaak. Vandaag bevinden we ons in die tweede hypothese. Het gaat er niet alleen om de procedures voor het Hof van Cassatie in strafzaken te vereenvoudigen of te ordenen. De desbetreffende teksten zijn inderdaad niet uniform, onduidelijk, weinig werkbaar … maar dat is niet het belangrijkste. Het gaat erom – en ik wik mijn woorden – het Hof van Cassatie te redden en ervoor te zorgen dat het rechtscollege de doorstroming en de toevloed van de cassatieberoepen kan verwerken zonder het risico te lopen om te worden versmacht.
La Cour de cassation, nous le savons, est confrontée aujourd’hui à un afflux considérable de pourvois en matière criminelle, en matière correctionnelle et en matière de police. Par la force des choses, elle est amenée à ce moment-là à négliger sa fonction la plus éminente, celle qu’elle peut remplir dans d’autres domaines du droit, à savoir procurer une interprétation de la Constitution et des lois, sans oublier les traités internationaux.
Het Hof van Cassatie wordt geconfronteerd met een grote toevloed van cassatieberoepen in criminele, correctionele en politiezaken. Hierdoor ziet het zich verplicht zijn belangrijkste taak, die het op andere domeinen van het recht kan verrichten, te verwaarlozen, namelijk een interpretatie geven van de Grondwet, de wetten en de internationale verdragen.
Le remède le plus efficace et le moins coûteux consiste sans doute à travailler sur la procédure pénale et, en particulier, sur les moyens d’accès à la Cour de cassation. Il va sans dire que l’intervention d’un avocat dans la déclaration de pourvoi et dans la rédaction des mémoires permettra sans doute d’assurer un filtre bienvenu, tout en respectant – c’est clair – les droits des justiciables. En déposant la proposition de loi qui est discutée aujourd’hui, je me suis inscrit dans le prolongement d’une proposition qui avait déjà été déposée par notre collègue, le sénateur Vandenberghe. J’ai bien entendu aussi tenu compte des observations émises par la Cour de cassation elle-même et par la section de législation du Conseil d’État. Aujourd’hui, je veux me réjouir que la proposition initiale, qui a été déposée en novembre 2012, puisse terminer sa course au Sénat en octobre 2013. Je n’ai qu’un vœu à formuler, c’est que cette préoccupation puisse être relayée à brève échéance par la Chambre des représentants et que les dispositions urgentes et nécessaires que je viens d’évoquer puissent être adoptées avant la fin de la législature.
De meest efficiënte en goedkoopste oplossing is waarschijnlijk om in te grijpen in de strafprocedure, en in het bijzonder in de toegang tot het Hof van Cassatie. Ongetwijfeld zal de tussenkomst van een advocaat bij de verklaring van cassatieberoep en bij het opstellen van de memories een welgekomen filter vormen, uiteraard met respect voor de rechten van de justitiabelen. Door het voorliggende wetsvoorstel in te dienen heb ik mij aangesloten bij een voorstel dat reeds door onze collega Vandenberghe was ingediend. Ik heb vanzelfsprekend ook rekening gehouden met de opmerkingen van het Hof van Cassatie zelf en met die van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State. Ik ben verheugd dat het oorspronkelijke wetsvoorstel, dat in november 2012 is ingediend, in oktober 2013 zijn eindpunt in de Senaat bereikt. Ik hoop alleen nog dat de Kamer van volksvertegenwoordigers dit probleem snel uit de wereld helpt en dat deze dringende en noodzakelijke bepalingen vóór het einde van de regeerperiode kunnen worden goedgekeurd.
M. Philippe Mahoux (PS). – La proposition qui nous est soumise aujourd’hui entend remédier à la difficulté actuelle à laquelle est confrontée la Cour de cassation – comme d’ailleurs l’ensemble des citoyens –, à savoir l’afflux important de pourvois en matière criminelle, correctionnelle et de police.
De heer Philippe Mahoux (PS). – Het voorliggende wetsvoorstel probeert een oplossing te bieden voor een probleem waarmee het Hof van Cassatie momenteel wordt geconfronteerd, namelijk de grote toevloed van cassatieberoepen in criminele, correctionele en politiële zaken.
L’instauration d’un formalisme procédural devrait permettre de remédier à cette situation. Il était donc nécessaire et urgent de régler de manière cohérente, dans un même texte de loi, en
Die situatie moet kunnen worden verholpen met de instelling van een procedureel formalisme. Het was dus noodzakelijk en dringend om de procedure in strafzaken voor het Hof van
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 19
l’occurrence le code d’instruction criminelle, la procédure pénale devant la Cour de cassation.
Cassatie te regelen op een coherente manier, en dit in eenzelfde tekst, namelijk het Wetboek van Strafvordering.
Les auditions réalisées ont cependant soulevé davantage de problèmes que le texte initial de la proposition de loi était censé résoudre.
Tijdens de hoorzittingen die werden gehouden kwamen meer problemen aan het licht dan in de oorspronkelijke tekst van het wetsvoorstel werden aangepakt.
Deux éléments sont, selon nous, fondamentaux.
Twee elementen zijn voor ons fundamenteel.
Tout d’abord, comme le prévoyait le texte initial, une purge définitive et obligatoire des nullités de l’instruction préparatoire lors du règlement de la procédure revenait à empêcher le juge du fond de connaître la moindre critique quant à une éventuelle nullité, excepté bien sûr les nullités relatives à la compétence qui peuvent toujours être invoquées devant la Cour de cassation, même si elles ne l’ont pas été devant le juge du fond.
Ten eerste betekende een definitieve en verplichte zuivering van de nietigheden van het gerechtelijk vooronderzoek tijdens de regeling van de rechtspleging, zoals in het oorspronkelijke voorstel stond, dat de feitenrechter geen kennis kon nemen van om het even welke kritiek betreffende een nietigheid, behoudens betreffende de nietigheden inzake de bevoegdheid die altijd voor het Hof van Cassatie kunnen worden aangevoerd, ook al is dat niet gebeurd voor de feitenrechter.
Cette solution aurait restreint de manière importante les droits de la défense du prévenu. La purge des nullités implique en effet que les parties doivent invoquer, sous peine d’être forclos, devant la juridiction d’instruction au moment du règlement de la procédure, toute question de nullité.
Die oplossing zou de rechten van de verdediging van de beklaagde danig hebben beperkt. De zuivering van de nietigheden impliceert dat de partijen elke kwestie inzake een nietigheid op straffe van verval voor het onderzoeksgerecht moeten aanvoeren op het ogenblik van de regeling van de rechtspleging.
Or, il ne faut pas perdre de vue que les délais de consultation de dossier en vue de cette audience sont extrêmement courts. Pour les dossiers dans lesquels un inculpé au moins est en détention préventive, le délai est réduit à trois jours et comme les délais de consultation du dossier se calculent en jours calendrier et non ouvrables, ce délai est parfois ramené à deux jours, ce qui, nous en conviendrons, est fort court. Or, si à la suite de la lecture du dossier, l’inculpé ne soulève pas de nullité devant la juridiction d’instruction lors du règlement de la procédure, il serait forclos pour l’invoquer ultérieurement devant le juge du fond.
De termijnen voor de inzage van het dossier met het oog op die zitting zijn echter zeer kort. Als de inverdenkinggestelde zich in voorlopige hechtenis bevindt, is de termijn beperkt tot drie dagen. Vermits het om kalenderdagen, en niet om werkdagen gaat, bedraagt de termijn soms slechts twee dagen. Dat is echt te kort. Als de inverdenkinggestelde na inzage van het dossier geen nietigheid aanvoert bij de regeling van de rechtspleging voor het onderzoeksgerecht, dan vervalt zijn recht om die nietigheid later voor de feitenrechter aan te voeren.
Alors que le but recherché était une meilleure garantie des droits de la défense, nous les aurions au contraire fortement restreints !
We zouden bijgevolg de rechten van de verdediging sterk hebben beperkt, terwijl we net naar meer waarborgen streefden.
Je ne puis dès lors que me réjouir de l’abandon de ce mécanisme de couverture des nullités dans le texte tel qu’amendé et voté en commission.
Ik ben dan ook blij dat het mechanisme van de dekking van de nietigheden werd opgegeven in de geamendeerde tekst die de commissie heeft aangenomen.
Pour en venir à l’autre problématique, qui est la possibilité de former un pourvoi en cassation immédiat, je note avec satisfaction que celui-ci reste possible mais qu’il sera toutefois balisé.
Ten tweede stel ik met genoegen vast dat de mogelijkheid van het onmiddellijke cassatieberoep behouden blijft, maar weliswaar wordt afgebakend.
Il était important de trouver des solutions respectueuses du justiciable tout en mettant fin à cette « frénésie contentieuse » en matière pénale. C’était là toute la difficulté à laquelle nous étions confrontés. Grâce aux mesures que nous avons aujourd’hui adoptées, et je pense plus particulièrement au formalisme procédural, à l’introduction du pourvoi par un avocat formé en procédure en cassation, au balisage des pourvois immédiats à différents stades de la procédure, nous éviterons l’asphyxie de la Cour de cassation et contribuerons à ce qu’elle mène à bien la mission qui lui est dévolue : dire le droit, donner des indications aux juges du fond ou encore leur donner rapidement une interprétation authentique du droit. Mon groupe et moi nous réjouissons donc d’avoir pu remédier aux objections qui ont été émises et d’avoir pu apporter une solution à un problème existant de longue date.
Er moesten oplossingen worden gevonden waarbij de justitiabelen respectvol werden behandeld en tegelijkertijd een einde zou worden gesteld aan de bestaande ‘contentieuze bezetenheid’ in strafzaken. Dankzij onder meer het procedurele formalisme, de invoering van het beroep door een advocaat die een opleiding inzake de cassatieprocedure heeft gevolgd, en de afbakening van de onmiddellijke cassatieberoepen in de verschillende stadia van de procedure zullen we voorkomen dat het Hof van Cassatie wordt versmacht en zullen we ertoe bijdragen dat het hof zijn opdracht kan vervullen, namelijk recht spreken, de feitenrechters aanwijzingen geven en hen sneller een authentieke interpretatie van het recht meedelen. Mijn fractie en ikzelf zijn blij dat een antwoord werd gevonden op de bezwaren en dat een oplossing werd gevonden voor dit lang aanslepende probleem.
5-118 / p. 20
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– La discussion générale est close.
– De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Artikelsgewijze bespreking
(Pour le texte adopté par la commission de la Justice, voir document 5-1832/5.)
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Justitie, zie stuk 5-1832/5.)
– Les articles 1er à 50 sont adoptés sans observation.
– De artikelen 1 tot 50 worden zonder opmerking aangenomen.
– Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble de la proposition de loi.
– De stemming over het wetsvoorstel in zijn geheel heeft later plaats.
Prise en considération de propositions
Inoverwegingneming van voorstellen
Mme la présidente. – La liste des propositions à prendre en considération a été distribuée.
De voorzitster. – De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd rondgedeeld.
Y a-t-il des observations ?
Zijn er opmerkingen?
Puisqu’il n’y a pas d’observations, ces propositions sont considérées comme prises en considération et renvoyées à la commission indiquée par le Bureau.
Aangezien er geen opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen.
(La liste des propositions prises en considération figure en annexe.)
(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)
(La séance, suspendue à 16 h 20, est reprise à 16 h 25.)
(De vergadering wordt geschorst om 16.20 uur. Ze wordt hervat om 16.25 uur.)
Questions orales
Mondelinge vragen
Question orale de M. Gérard Deprez à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «le drame o humanitaire de Lampedusa» (n 5-1113)
Mondelinge vraag van de heer Gérard Deprez aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de humanitaire ramp bij Lampedusa» (nr. 5-1113)
Question orale de M. Hassan Bousetta à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «le naufrage d’une embarcation de migrants o survenu au large de Lampedusa» (n 5-1121)
Mondelinge vraag van de heer Hassan Bousetta aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de schipbreuk van een boot met migranten voor de kust van Lampedusa» (nr. 5-1121)
Question orale de Mme Freya Piryns à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «la tragédie de o Lampedusa» (n 5-1122)
Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «het drama van Lampedusa» (nr. 5-1122)
Question orale de M. Filip Dewinter à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «la lutte contre le trafic d’êtres humains dans les pays d’origine» o (n 5-1124)
Mondelinge vraag van de heer Filip Dewinter aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «het aanpakken van mensensmokkel in de landen van oorsprong» (nr. 5-1124)
Mme la présidente. – Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)
De voorzitster. – Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)
M. Gérard Deprez (MR). – Je ne vous ferai pas l’injure de vous rappeler tous les détails de la triste tragédie qui vient de se produire au large de Lampedusa. Il est par contre nécessaire de rappeler que ce drame n’est pas unique. Selon l’Office des migrations internationales, pas moins de 25 000 migrants sont morts en Méditerranée au cours de ces vingt dernières années en tentant de rallier l’Europe. On aurait dénombré 1 700 morts rien qu’en 2012 et plus de 2 000 en 2011, année du Printemps arabe.
De heer Gérard Deprez (MR). – Ik wil u niet beledigen met een verwijzing naar alle details van het trieste drama dat zich voor de kust van Lampedusa heeft voorgedaan. Dit drama is echter geen alleenstaand feit. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie zijn de afgelopen twintig jaar in de Middellandse Zee niet minder dan 25 000 migranten gestorven bij een poging om Europa te bereiken. Alleen al in 2012 zouden er 1700 doden geteld zijn en meer dan 2000 in 2011, het jaar van de Arabische Lente.
L’île de Lampedusa est devenue ces dernières années la
Het eiland Lampedusa is de jongste jaren voor de migranten
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 21
première porte d’entrée en Europe pour les migrants. Cette année, 25 000 migrants sont arrivés sur ce petit bout de terre de vingt kilomètres carrés, c’est-à-dire en Italie. C’est trois fois plus que l’année dernière.
de eerste toegangspoort tot Europa geworden. Dit jaar zijn op dat stukje grond van twintig vierkante kilometer in Italië 25 000 migranten aangekomen; driemaal meer dan vorig jaar dus.
Pour tenter de réguler les flux migratoires, l’Union européenne s’est dotée d’une série d’outils communs parmi lesquels l’agence Frontex. Elle est chargée d’analyser les routes migratoires et d’en tirer les conclusions opérationnelles en organisant des opérations aux frontières, sur terre et sur mer. L’agence dispose d’un budget qui est considéré comme insuffisant et qui vient d’ailleurs être réduit. La Commission européenne tient néanmoins à rappeler qu’au-delà de ses missions de contrôle, l’agence a également une mission humanitaire. En effet, selon les chiffres de la Commission, Frontex aurait contribué à sauver 16 000 personnes susceptibles de faire naufrage en Méditerranée.
In een poging om de migratiestromen in goede banen te leiden, heeft de Europese Unie een aantal gemeenschappelijke instrumenten gecreëerd, waaronder het agentschap Frontex. Dat agentschap is belast met de analyse van de migratiewegen en moet daaruit operationele conclusies trekken, namelijk het organiseren van operaties aan de grenzen, te land en ter zee. Het agentschap beschikt over een budget dat als onvoldoende wordt beschouwd en overigens nog werd verminderd. De Europese Commissie wijst er echter op dat het agentschap, naast zijn controletaken, ook een humanitaire opdracht heeft. Volgens de cijfers van de Commissie zou Frontex immers bijgedragen hebben tot de redding van 16 000 personen die in de Middellandse Zee schipbreuk dreigden te lijden.
Vous savez aussi, madame la ministre, qu’un nouveau programme européen Eurosur devrait entrer prochainement en vigueur. Avec ce nouveau programme, l’Union européenne s’apprête également à lancer un nouveau système qui prévoit non seulement de pister et d’identifier les bateaux, mais également de les secourir en cas de nécessité. Drones, satellites et caméras de haute résolution font partie de la panoplie qui servira à détecter les bateaux. Dans son communiqué, la Commission européenne rappelle que : « Malgré Lampedusa, la politique d’immigration de l’Union européenne reste et restera celle du chacun pour soi. Depuis des années, la Commission européenne souhaite, en vain, que les égoïsmes nationaux qui caractérisent les politiques migratoires cèdent la place à une véritable approche européenne. » C’est également mon vœu et celui d’un certain nombre de nos collègues. Madame la ministre, l’agence Frontex, si elle dispose d’un budget, n’a toujours aucun moyen opérationnel propre – bateau, avion ou hélicoptère – pour assurer ses missions. Elle dépend du bon vouloir des États, qui doivent lui fournir les moyens techniques nécessaires pour assurer les missions de contrôle et éventuellement de sauvetage. Estimez-vous que les moyens accordés à Frontex sont suffisants ou estimez-vous qu’un refinancement de Frontex se justifie, parallèlement au développement d’Eurosur ? La répression contre les filières qui organisent l’immigration clandestine devrait être une vraie priorité de l’Union européenne. Cette priorité a-t-elle également fait l’objet d’une discussion au cours de la réunion ministérielle du 8 octobre ? Des moyens supplémentaires vont-ils être mis en place par l’Union européenne afin de démanteler ces réseaux ? Ne pensez-vous pas qu’il faudrait développer des solutions à la source, dans les pays d’origine ou de transit, en renforçant la coopération au développement, tel que le partenariat de mobilité Union européenne-Maroc signé en juin dernier ? Ce serait, à mon sens, la solution structurelle la plus intéressante.
De staatssecretaris weet beslist dat binnenkort een nieuw Europees programma, Eurosur, in werking zou moeten treden. Met dat nieuwe programma bereidt de Europese Unie zich ook voor op de lancering van een nieuw systeem dat de migrantenschepen in gevaar niet alleen zou moeten opsporen en identificeren, maar dat ze ook zou moeten helpen in geval van nood. Drones, satellieten en hogeresolutiecamera’s behoren tot het arsenaal dat zal dienen om de migrantenschepen op te sporen. In haar persmededeling van 4 oktober wijst de Europese Commissie erop dat het migratiebeleid van de Europese Unie nog altijd gestoeld is op eigenbelang. De Europese Commissie wenst al jaren tevergeefs dat het egoïsme van de lidstaten, dat kenmerkend is voor het migratiebeleid, plaats maakt voor een daadwerkelijke Europese aanpak. Ook ik wens dit, net als de meeste van onze collega’s. Het agentschap Frontex beschikt dan wel over een budget, maar het heeft nog altijd geen eigen operationele middelen, zoals schepen, vliegtuigen of helikopters, om zijn opdrachten te vervullen. Het hangt af van de goodwill van de Staten, die de nodige technische middelen moeten leveren om zijn controle- en eventuele reddingsopdrachten te vervullen. Is de staatssecretaris van oordeel dat de middelen van Frontex volstaan of meent ze dat een herfinanciering van Frontex verantwoord is, naast de ontwikkeling van Eurosur? De strijd tegen de netwerken die de clandestiene migratie organiseren zou een prioriteit moeten zijn voor de Europese Unie. Is die prioriteit ter sprake gekomen op de Raad van ministers van 8 oktober? Zal de Europese Unie extra middelen ter beschikking stellen om die netwerken uit te schakelen? Denkt de staatssecretaris niet dat oplossingen aan de bron moeten worden uitgewerkt, in de landen van herkomst of de transitlanden, via de versterking van de ontwikkelingssamenwerking, zoals het mobiliteitspartnerschap tussen Marokko en de Europese Unie, dat in juni werd ondertekend? Dat vind ik de meest interessante structurele oplossing.
5-118 / p. 22
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
M. Hassan Bousetta (PS). – « On aurait pu éviter ces morts. Traiter l’immigration clandestine uniquement par des mesures répressives est susceptible de provoquer ces tragédies. L’immigration clandestine n’est pas un crime contre les personnes ou les biens ni une menace pour la sécurité. » Ce sont les termes dans lesquels s’est exprimé François Crépeau, rapporteur spécial de l’ONU sur la protection des migrants au sujet de la nouvelle tragédie de Lampedusa en ce début du mois d’octobre 2013. M. Deprez vous en a rappelé la macabre statistique.
De heer Hassan Bousetta (PS). – Men had deze doden kunnen vermijden. Door de clandestiene immigratie alleen aan te pakken met repressieve maatregelen, kan men dergelijke rampen uitlokken. Clandestiene immigratie is geen misdaad tegen personen of goederen en geen bedreiging van de veiligheid. Met die bewoordingen sprak François Crépeau, de speciale VN-rapporteur voor de Mensenrechten van Migranten, zich uit over het nieuwe drama van Lampedusa begin oktober 2013. De heer Deprez verwees naar de afschuwelijke statistiek.
La grande majorité des passagers du bateau qui a fait naufrage au large de la Sicile venait de Somalie et d’Érythrée. Fuyant la brutalité du régime mis en place par le président Afewerki, les Érythréens forment l’une des plus grandes communautés de réfugiés au monde alors que la population totale du pays n’est que d’environ cinq millions.
De meeste passagiers van het schip dat schipbreuk heeft geleden voor de kust van Sicilië, kwamen uit Somalië en Eritrea. De Eritreeërs, die op de vlucht slaan voor het meedogenloze regime van president Afewerki, vormen één van de grootste vluchtelingengemeenschappen in de wereld, hoewel het land slechts ongeveer vijf miljoen inwoners telt.
Ce drame a suscité de nombreuses réactions ces dernières heures et elles convergent très largement vers une évidence : il faut prendre des mesures pour que cela ne se reproduise plus.
Dit drama heeft de jongste uren heel wat reacties losgeweekt, waarvan de meeste erop neerkomen dat maatregelen moeten worden genomen opdat dergelijke feiten zich niet meer zouden voordoen.
Quelles mesures peut-on envisager pour prévenir de tels drames ? Les situations sont certes complexes, mais quelques éléments de réflexion peuvent être mis en avant dans le cadre d’une politique européenne d’immigration cohérente.
Welke maatregelen kunnen worden overwogen om dergelijke drama’s te voorkomen? Deze situaties zijn weliswaar complex, maar er kunnen toch wel enkele elementen worden bedacht in het kader van een coherent Europees migratiebeleid.
Au niveau européen, à côté des mécanismes de contrôle et de sécurisation des frontières, l’utilisation du mécanisme de la protection temporaire pourrait permettre de mieux gérer ce type de situation.
Op Europees niveau zou, naast de controle en de beveiliging van de grenzen, ook de tijdelijke bescherming een oplossing kunnen bieden voor dit soort situaties.
La Belgique ne doit-elle pas s’impliquer davantage et plaider au niveau européen pour l’activation de la directive de 2001 sur la protection temporaire ? Quelle est la position du gouvernement sur cette question ? Quel est l’état des discussions menées au niveau européen ? Quels sont les résultats de la réunion de ce mardi, à Luxembourg, entre les ministres chargés de la migration ?
Moet België zich niet meer inspannen en op Europees niveau pleiten voor de activering van de richtlijn van 2001 inzake de tijdelijke bescherming? Wat is het standpunt van de regering hierover? Wat is de stand van zaken van de besprekingen op Europees niveau? Wat zijn de resultaten van de vergadering van de ministers belast met migratie van afgelopen dinsdag in Luxemburg?
Mme Freya Piryns (Groen). – Les orateurs précédents ont à juste titre exprimé leur sentiment d’horreur à l’égard des centaines de réfugiés décédés après que leur bateau eut chaviré au large de Lampedusa. Tous ceux qui ont vu ces images les auront toujours en mémoire.
Mevrouw Freya Piryns (Groen). – De vorige sprekers hebben terecht uitdrukkelijk hun afschuw over de honderden gestorven bootvluchtelingen voor de kust van Lampedusa uitgesproken. De beelden staan bij iedereen die ze heeft gezien voor altijd op het netvlies gebrand.
Je ne m’étendrai pas davantage sur le drame ; je me demande simplement comment nous pouvons éviter ce genre de drame. Il est trop facile de rejeter la faute exclusivement sur l’Italie car la prévention de tels drames est une responsabilité européenne.
Ik wil niet dieper op het drama ingaan, maar vraag me alleen af hoe we dit soort drama’s kunnen voorkomen. Uitsluitend Italië de schuld geven, is te kort door de bocht, want dergelijke drama’s voorkomen is een Europese verantwoordelijkheid.
Le président de la Commission européenne, M. Barroso, a déclaré durant sa visite sur place que « l’Europe est avec les habitants de Lampedusa » ; j’espère qu’il est aussi avec les réfugiés. Il a ajouté que le problème de pays européens comme l’Italie doit être perçu comme celui de toute l’Europe et que celle-ci ne peut pas détourner la tête.
De voorzitter van de Europese Commissie, de heer Barroso, verklaarde tijdens zijn bezoek aan Lampedusa eerder deze week dat Europa meeleeft met de inwoners van Lampedusa; ik hoop ook met de vluchtelingen. Hij voegde eraan toe dat het probleem van Europese landen zoals Italië moet worden beschouwd als een probleem van heel Europa. Europa mag het gezicht niet afwenden.
C’est pourtant ce que l’Europe fait depuis des années en ce qui concerne non seulement les bateaux de réfugiés mais aussi les pays du sud confrontés au phénomène. On peut douter qu’un changement intervienne à cet égard. Des pays comme l’Allemagne, la Suède et le Danemark ont clairement dit ces derniers jours qu’en ce qui les concerne, l’Europe ne doit pas adapter la réglementation relative à l’asile et que la
Nochtans is dat net wat Europa al jaren doet, niet alleen met betrekking tot de bootvluchtelingen, maar eveneens met betrekking tot de problemen van alle zuidelijke landen die met het fenomeen worden geconfronteerd. Het valt te betwijfelen of daarin verandering zal komen. Landen als Duitsland, Zweden en Denemarken hebben de voorbije dagen
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
convention de Dublin ne doit pas être remise en question. L’Allemagne, la Suède et le Danemark ont fait entendre leur voix – selon moi ces pays ont tort – mais la majorité des États membres du nord se rangent en silence de leur côté. Nous ne savons pas encore quelle est la position de la Belgique. Notre pays estime-t-il que l’Europe doit faire preuve de plus de solidarité avec des pays du sud comme l’Italie et la Grèce ? La Belgique détourne-t-elle aussi la tête comme la majorité des États membres du nord, ou prenons-nous fait et cause pour les réfugiés et appelons-nous l’Europe à développer une politique d’asile plus solidaire ? La secrétaire d’État a assisté mardi dernier à la réunion des ministres européens. Elle a ensuite déclaré que, selon elle, des solutions concrètes sont nécessaires pour prévenir ce genre de drame. La question de savoir quelles solutions concrètes elle propose est dès lors justifiée.
M. Filip Dewinter (VB). – L’Europe se culpabilise, comme si les autorités européennes étaient responsables du drame de Lampedusa. Rien n’est moins vrai. Aux grands maux les grands remèdes. Le trop grand laxisme de la législation européenne sur l’asile et l’immigration entretient chez les migrants africains l’illusion que s’ils parviennent jusqu’en Europe, ils finiront par obtenir de l’une ou l’autre manière l’asile ou un visa ou qu’ils pourront être régularisés. Si quelqu’un est responsable de la tragédie de Lampedusa, c’est bien la gauche progressiste. Son discours tolérant en matière d’immigration donne à ces braves Africains l’impression d’être les bienvenus chez nous, avec toutes les conséquences qui s’ensuivent. C’est vous, Madame Piryns, et vous, Mesdames et Messieurs du PS, qui avez les morts de Lampedusa sur la conscience. Seule une législation ferme et stricte en matière d’asile et d’immigration peut faire comprendre sur les côtes d’Afrique du Nord que l’accès est fermé et qu’il est inutile de tenter la traversée, organisée par des trafiquants d’êtres humains à bord d’embarcations chancelantes. Cessez donc ce discours larmoyant qui attribue la responsabilité à la prétendue sévérité de la législation sur l’asile et l’immigration. La secrétaire d’État a déclaré à juste titre qu’il fallait dissuader les gens sur place, avant le départ, de tenter la traversée. Il ne faut plus autoriser le départ de ces cercueils à la dérive. J’abonde dans le sens de la secrétaire d’État, en des termes un peu plus explicites que les siens. Je voudrais demander à la secrétaire d’État ce qu’elle a finalement pu obtenir mardi dernier, lors de la réunion de Luxembourg. Selon les médias, la réunion n’a abouti à rien. Si rien ne bouge au niveau européen, que peut faire la Belgique pour éviter que de telles tragédies se reproduisent ? La réponse ne consiste en tout cas pas en une politique plus laxiste qui exposera encore davantage de personnes à des risques, elle consiste au contraire en une politique plus sévère
5-118 / p. 23
duidelijk gemaakt dat wat hen betreft, Europa de asielregels niet moet aanpassen en dat bij de Dublinconventie dus geen vraagtekens worden geplaatst. Duitsland, Zweden en Denemarken hebben hun – voor mij foute – stem laten horen, maar een grote meerderheid van de noordelijke lidstaten schaart zich in stilte achter hen. Het standpunt van België hebben we nog niet gehoord. Is ons land van mening dat Europa meer solidariteit met zuidelijke landen zoals Italië en Griekenland aan de dag moet leggen? Wendt ook België zijn gezicht af, zoals de meeste noordelijke lidstaten, of nemen wij het op voor de vluchtelingen en roepen we Europa op om het asielbeleid meer solidair te maken? De staatssecretaris heeft afgelopen dinsdag de vergadering van Europese ministers bijgewoond. Achteraf heeft ze verklaard dat ze van oordeel is dat concrete oplossingen noodzakelijk zijn om dit soort drama’s te voorkomen. De vraag welke concrete oplossingen ze voorstelt, is dan ook terecht. De heer Filip Dewinter (VB). – Europa culpabiliseert zichzelf door te doen alsof de Europese overheden verantwoordelijk zijn voor het drama voor de kust van Lampedusa. Niets is minder waar. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Een te lakse Europese immigratie- en asielwetgeving leidt er rechtstreeks toe dat Afrikaanse immigranten nog steeds denken dat zij, als zij naar Europa komen, uiteindelijk op de een of de andere manier asiel of een visum kunnen krijgen, of kunnen worden geregulariseerd. Als iemand verantwoordelijk is voor het drama in Lampedusa, dan is het wel de progressieve linkerzijde. Haar tolerant discours inzake immigratie wekt uiteindelijk bij die brave Afrikanen de indruk dat zij hier op de een of andere manier welkom zijn, met alle gevolgen van dien. U, mevrouw Piryns, en u, dames en heren van de PS, hebt de doden in Lampedusa op uw geweten. Die mensen komen immers enkel en alleen naar hier omdat ze de indruk hebben dat ze toch wel in Europa zullen binnenraken. Alleen een kordate en strenge wetgeving inzake asiel en immigratie kan ervoor zorgen dat het licht op rood staat op de kusten van Noord-Afrika. Alleen dan zal duidelijk worden dat een oversteek met gammele bootjes, georganiseerd door mensensmokkelaars, geen enkele zin heeft omdat ze Europa toch niet binnen zullen raken. Houd dus nu geen huilerig discours dat de schuld legt bij een vermeende strenge asiel- en immigratiewetgeving. De staatssecretaris heeft terecht gezegd dat aan de mensen ter plaatse, voor hun vertrek, moet worden ontraden om de oversteek te wagen. Die drijvende doodskisten mogen niet meer vertrekken. Ik treed de staatssecretaris daarin bij, in iets duidelijkere bewoordingen dan zijzelf zou doen. Ik wil aan de staatssecretaris vragen wat zij uiteindelijk vorige dinsdag op de bijeenkomst in Luxemburg heeft kunnen bereiken. Volgens de media heeft die bijeenkomst immers weinig opgeleverd. Als op Europees vlak niets gebeurt, wat kan het België dan doen om ervoor te zorgen dat zo’n drama zich niet meer herhaalt? Het antwoord ligt alleszins niet in
5-118 / p. 24
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
qui fermera la route sur les plages d’Afrique du Nord.
een lakser beleid dat nog meer mensen aan risico’s blootstelt, maar integendeel in een strenger beleid dat het licht op rood zet op de stranden en kusten van Noord-Afrika.
Mme Maggie De Block, secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la Pauvreté. – La mort d’enfants, de femmes et d’hommes au large de Lampedusa nous touche tous dans notre chair. L’Union européenne et tous ses États membres doivent prendre leurs responsabilités pour éviter que de tels drames ne se reproduisent et que des enfants, des femmes et des hommes ne soient victimes de personnes mal intentionnées qui profitent de leur extrême vulnérabilité pour les spolier.
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. – De dood van kinderen, vrouwen en mannen voor de kust van Lampedusa raakt ons allen. De Europese Unie en de lidstaten moeten hun verantwoordelijkheid nemen opdat dergelijke drama’s zich niet meer zouden voordoen en opdat kinderen, vrouwen en mannen niet langer het slachtoffer zouden zijn van mensen met slechte bedoelingen die profiteren van hun kwetsbaarheid.
Frontex devait être renforcée. L’agence a d’ailleurs annoncé le déblocage de deux millions d’euros supplémentaires pour l’Italie, en soutien à des missions en mer. La Commission européenne a également annoncé une vaste opération de sauvetage, des côtes chypriotes aux côtes espagnoles. Dans ce cadre, Eurosur sera également un instrument important.
Frontex moest worden versterkt. Het agentschap heeft overigens aangekondigd dat twee miljoen euro extra wordt vrijgemaakt voor Italië, om de opdrachten op zee te steunen. De Europese Commissie heeft eveneens een grootschalige reddingsoperatie aangekondigd, van de Cypriotische tot de Spaanse kust. In dat kader zal Eurosur een belangrijk instrument zijn.
Il importe avant tout de s’attaquer aux causes du problème. Cela passe par des actions concrètes et une meilleure collaboration avec les pays de transit, comme cela s’est fait avec le Maroc. Nous pourrons ainsi éviter que de telles embarcations prennent la mer. Une telle approche permet également un renforcement sensible des mesures et sanctions contre les trafiquants d’êtres humains. Après la tragédie de la semaine dernière, le capitaine du bateau a d’ailleurs été arrêté et inculpé de traite des êtres humains.
Het is in de eerste plaats van belang de oorzaken van het probleem aan te pakken. Dat moet gebeuren door concrete acties op touw te zetten en door beter samen te werken met de transitlanden, zoals dat met Marokko is gebeurd. Op die manier kan worden voorkomen dat dergelijke boten de havens nog zouden verlaten. Met die aanpak zijn ook veel strengere maatregelen en sancties tegen de netwerken van de mensenhandelaars mogelijk. Naar aanleiding van het tragische ongeluk van de voorbije week werd overigens de kapitein van het schip aangehouden en van mensenhandel beschuldigd.
Un accroissement et une amélioration de l’aide au développement aux pays d’origine sont tout aussi importants. Davantage de concertation et une pression accrue de l’Union européenne peuvent contribuer à améliorer les conditions de vie de la population locale, dans le domaine politique comme économique. J’ai donc surtout demandé une action coordonnée de la Commission européenne ; celle-ci va bien au-delà de l’approche qu’il est possible de dégager au sein du Conseil Justice et Affaires intérieures. Je pense à des domaines tels que la coopération au développement, le commerce extérieur, les relations extérieures et les relations avec l’Union pour la Méditerranée. Après la visite que le président de la Commission européenne, M. Barroso, et la commissaire européenne aux Affaires intérieures, Mme Malmström, ont rendue hier sur l’île de Lampedusa, la Belgique attend leurs propositions concrètes. Notre pays apportera bien sûr sa contribution et se montrera solidaire. Mme Piryns n’a pas encore entendu la voix de la Belgique dans le débat. Elle a pourtant été diffusée à la radio et dans d’autres médias. J’ai en effet fait savoir que la Belgique devait prendre ses responsabilités. L’Union européenne ne peut être une citadelle fortifiée pour ceux qui ont besoin de notre protection mais notre pays doit aussi comprendre qu’il ne peut accueillir purement et simplement l’ensemble de l’Afrique du Nord et de l’Afrique centrale. Comme l’a dit M. Deprez, la Belgique doit s’intéresser davantage aux trafiquants qui gagnent de l’argent sur le dos de miséreux ; ces miséreux sont embarqués dans des rafiots, imaginant aller aux devants d’une vie nouvelle mais peuvent tout aussi
Meer en betere ontwikkelingshulp aan de landen van herkomst is evenzeer van belang. Meer overleg en druk vanuit de Europese Unie kunnen bijdragen tot betere levensomstandigheden voor de lokale bevolking, zowel op politiek als op economisch vlak. Ik heb dus vooral een gecoördineerde aanpak gevraagd vanwege de Europese Commissie; die gaat veel ruimer dan de aanpak die binnen de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken mogelijk is. Ik denk dan aan domeinen als ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel, buitenlandse betrekkingen en de betrekkingen met de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Na het bezoek van Europees Commissievoorzitter Barroso en Europees commissaris voor Migratie Malmström gisteren aan het eiland Lampedusa wacht België op hun concrete voorstellen. Ons land zal uiteraard zijn deel bijdragen en zich solidair opstellen. Mevrouw Piryns heeft de Belgische stem in het debat nog niet gehoord. Nochtans hebben de radio en andere media die stem wel degelijk verspreid. Ik heb immers te kennen gegeven dat België zijn verantwoordelijkheid moet opnemen. De Europese Unie mag geen versterkte burcht zijn voor wie onze bescherming nodig heeft. Ons land moet echter ook beseffen dat het niet zomaar heel Noord- en Midden-Afrika kan opvangen. Zoals de heer Deprez al heeft aangegeven, moet België zich meer richten op de trafikanten die geld verdienen op de rug van sukkelaars; die sukkelaars worden in boten meegelokt, denken dat ze een nieuw leven tegemoet gaan, maar kunnen in plaats daarvan hun leven verliezen.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
bien y laisser la vie. On a dit aussi que les pays d’Europe du Nord ne seraient pas solidaires. Je ne saurais le dire mieux que le président de la Commission européenne. Les pays d’Europe du Nord prennent en réalité bel et bien leurs responsabilités. Septante pour cent des cent mille demandes d’asile enregistrées en 2012 en Europe ont été traitées par cinq États membres, l’Allemagne, la Suède, la France, le Royaume-Uni et la Belgique. Quatre de ces pays ne bordent pas la Méditerranée. Nos pays assument donc bel et bien une part des charges et c’est justement là que réside le problème. Combien de demandeurs d’asile sont-ils, par exemple, accueillis par l’Italie ? Combien de réfugiés reconnus la Grèce accueille-t-elle ? La Belgique participe à un traitement correct de toutes des demandes, fait le nécessaire pour les reconnaissances et fait preuve de solidarité. Mais il va sans dire que toute solidarité a ses limites. Il est donc évident qu’en Europe, chacun doit prendre ses responsabilités, assumer sa part de charges et offrir un accueil. Il faut cependant éviter que des trafiquants continuent à entraîner des personnes dans les pays d’origine. Je plaide vraiment pour que l’on attaque le mal à la racine. Ne craignez rien, nous prendrons nos responsabilités et assumerons notre part du boulot. Je rappelle également que ces dernières années, la Belgique a été le pays qui a accueilli le plus grand nombre de réfugiés. Nous occupons maintenant la cinquième place et cette place est bien suffisante.
5-118 / p. 25
Er is ook gezegd dat de Noord-Europese landen niet solidair zouden zijn. Ik kan het niet beter zeggen dan de Europese Commissievoorzitter al heeft gedaan. De Noord-Europese landen nemen in de realiteit wel degelijk hun verantwoordelijkheid. Op honderdduizend geregistreerde asielaanvragen in 2012 in Europa was 70% behandeld door vijf lidstaten, namelijk Duitsland, Zweden, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en België. Vier daarvan liggen volgens mij niet aan de Middellandse Zee. Onze landen dragen dus wel degelijk bij tot de lasten. Daar ligt juist het probleem. Hoeveel asielaanvragers vinden bijvoorbeeld opvang in Italië? Hoeveel erkende vluchtelingen heeft Griekenland? België doet mee aan een correcte behandeling van alle aanvragen, doet het nodige voor de erkenningen en toont zich dus zeer. Het hoeft toch geen betoog dat elke solidariteit een limiet heeft. Het blijft dus een feit dat binnen de Europese Unie iedereen zijn verantwoordelijkheid en zijn deel van de lasten moet opnemen en aan opvang moet doen. Aan de andere kant moet vooral worden voorkomen dat trafikanten nog langer mensen in de landen van herkomst blijven meelokken. Ik pleit er echt voor het probleem aan de bron aan te pakken. Wees niet bang, we zullen onze verantwoordelijkheid nemen en ons deel van het werk doen. Ik herinner er ook aan dat België de voorbije jaren het land was dat de meeste vluchtelingen opnam. Nu staan we op de vijfde plaats en dat is nog hoog genoeg.
M. Gérard Deprez (MR). – Je remercie la ministre pour sa réponse. Je n’ai rien à ajouter.
De heer Gérard Deprez (MR). – Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoord. Ik heb daar niets aan toe te voegen.
M. Hassan Bousetta (PS). – Si nous pouvons être d’accord sur un point, c’est la nécessité d’une politique coordonnée et globale qui, outre la sécurisation des frontières extérieures, traite aussi des causes dans les sociétés de départ, des questions de développement ainsi que, en aval, de la protection que nous avons le devoir d’offrir à des gens qui risquent leur vie.
De heer Hassan Bousetta (PS). – Als we het over één punt eens kunnen zijn, is het wel de noodzaak van een gecoördineerd beleid dat, naast de beveiliging van de buitengrenzen, ook gericht is op de oorzaken in de landen van herkomst, de ontwikkelingssamenwerking en de bescherming die we moeten bieden aan deze mensen die hun leven riskeren.
Je voudrais aussi souligner un paradoxe : l’accroissement et l’approfondissement des mesures de contrôle de l’agence Frontex et du programme Eurosur pourraient conduire les migrants à prendre davantage de risques. La question de la traversée de la Méditerranée n’est pas nouvelle ; on l’a vu dans le détroit de Gibraltar voici une décennie. Le résultat est une complexification des routes migratoires : les migrants prennent de plus en plus de risques. Une réponse équilibrée s’impose donc, en amont et en aval, sans se focaliser seulement sur le lieu le plus terrible pour la sécurité des personnes. Je plaide ici en faveur d’initiatives pour faire avancer l’idée de protection européenne, voulue dans une directive de 2001 et pas encore activée.
Het is wel paradoxaal dat de uitbreiding en de verdieping van de controlemaatregelen van het agentschap Frontex en het Eurosur-programma de migranten ertoe zouden kunnen aanzetten meer risico’s te nemen. De overtocht van de Middellandse Zee is geen nieuw feit; tien jaar geleden hebben we hetzelfde meegemaakt in de straat van Gibraltar. Het resultaat daarvan is dat de migratiewegen nog complexer geworden zijn: de migranten nemen steeds meer risico’s. Er moet dus een evenwichtig antwoord worden geboden, zonder dat we ons uitsluitend concentreren op de meest geduchte plaats voor de veiligheid van deze personen. Ik pleit voor initiatieven in de zin van de Europese bescherming, die vervat is in een richtlijn van 2001 maar nog niet geactiveerd is.
Mme Freya Piryns (Groen). – Lorsque je dis qu’il faut davantage de solidarité, remettons les choses dans leur contexte. La secrétaire d’État sait comme moi que la grande majorité des réfugiés n’est pas accueillie par l’Europe, et certes pas par la Belgique, mais par des pays comme la Libye et le Liban, où des millions de gens sont parqués dans des camps. Là aussi, nous pouvons effectivement agir.
Mevrouw Freya Piryns (Groen). – Wanneer ik zeg dat er meer solidariteit moet komen, dan moeten we de dingen in het juiste perspectief zien. De staatssecretaris weet net zo goed als ik dat het overgrote deel van de vluchtelingen wereldwijd helemaal niet in Europa, laat staan in België wordt opgevangen, maar in landen zoals Libië en Libanon, in vluchtelingenkampen waar miljoenen mensen verblijven. Ook daaraan kunnen we inderdaad nog heel wat doen.
Je trouve dommage que, en réaction à mon appel pour plus de solidarité, la secrétaire d’État se cabre et énumère tout ce
Ik vind het dan ook jammer dat de staatssecretaris bij mijn
5-118 / p. 26
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
que nous faisons déjà. Elle parle de coopération au développement et déclare que nous devons faire quelque chose dans les pays d’origine. Je suis d’accord avec elle sur ce point, mais le gouvernement actuel a économisé 20% du budget de la coopération ces dernières années : des baisses de 420 millions en 2012, 175 millions en 2013 et 185 millions en 2014. On a entendu hier à la radio : « Notre attitude est hypocrite et on essaie de s’en tirer à bon compte – ce qui n’est évidemment plus tenable quand des centaines de gens périssent en mer ». C’étaient les paroles, justes et fortes, du commissaire européen De Gucht, que la secrétaire d’État connaît bien. L’Union européenne et la Belgique pourraient faire bien plus qu’aujourd’hui.
M. Filip Dewinter (VB). – Il est vraiment hypocrite de déplorer aujourd’hui le drame et ses victimes sans s’attaquer à la cause. Avec toute la sympathie pour l’action de la secrétaire d’État : ce ne sont pas les trafiquants qui sont la cause. Que des Africains rassemblent leurs dernières économies et fassent appel à des passeurs pour venir ici dans des embarcations de fortune s’explique simplement par le fait que, de la bonne centaine de milliers de demandeurs d’asile qui arrivent chaque année dans notre pays, près de 20% obtiennent ce statut. Tant que ce sera le cas, ils continueront à débarquer, il y aura toujours des trafiquants, on verra encore des rafiots prendre la mer et des gens se noyer au large de Lampedusa ou ailleurs dans le sud de l’Europe. La véritable solution consiste en une modification, une limitation territoriale de la Convention de Genève, afin que les réfugiés soient pris en charge dans leur propre continent. La Convention de Genève, qui date de la Guerre froide, est surannée ; on ne parlait pas encore de réfugiés venus d’Afrique ou d’autres continents, mais seulement de pays derrière le Rideau de fer, gouvernés à l’époque par des partis comme le PS et le sp.a. Introduisons une restriction territoriale, soutenons-la à l’échelon européen, et il n’y aura plus de réfugiés sur les mers et plus de noyades devant Lampedusa. Tout rentrera dans l’ordre : les réfugiés européens en Europe, les réfugiés africains en Afrique, les réfugiés asiatiques en Asie.
oproep tot meer solidariteit in een kramp schiet, opsomt wat we allemaal al doen en verwijst naar Ontwikkelingssamenwerking en naar het feit dat we in de landen van herkomst iets moeten ondernemen. Dat laatste is heel juist en ik ben er ook een grote voorstander van, maar de huidige regering heeft de afgelopen jaren op Ontwikkelingssamenwerking maar liefst 20% bespaard: 420 miljoen minder in 2012, 175 miljoen minder in 2013 en 185 miljoen minder in 2014. Gisteren zei iemand op de radio over Europa en België: “Wat we nu doen is enerzijds hypocrisie en anderzijds proberen we ermee weg te komen. Wanneer op zee honderden mensen sterven, dan kan dat laatste natuurlijk niet meer.” Dat waren de zeer juiste en zeer rake woorden van Europees commissaris De Gucht, een goede bekende van de staatssecretaris. De hele Europese Unie en België kunnen veel meer doen dan ze vandaag doen. De heer Filip Dewinter (VB). – Het is echt hypocriet om vandaag het drama en de doden te betreuren, maar niets aan de oorzaak te willen doen. Met alle sympathie voor het werk dat de staatssecretaris levert: niet de mensensmokkelaars zijn de oorzaak. Dat mensen in Noord- en Midden-Afrika met hun laatste centen een beroep doen op trafikanten om in gammele bootjes naar hier te komen, komt heel eenvoudig omdat van de meer dan honderdduizend vluchtelingen die jaarlijks in ons land het statuut aanvragen uiteindelijk nog steeds iets minder dan 20% dat statuut ook krijgt. Zolang dat blijft duren, zullen ze blijven komen, zullen er mensenhandelaars zijn die dat soort praktijken blijven toepassen, zullen de gammele bootjes blijven varen en zullen er mensen voor de kusten van Lampedusa en Zuid-Europa blijven verdrinken. De echte oplossing ligt in een aanpassing, een territoriale beperking van de Conventie van Genève, zodat vluchtelingen in hun eigen continent worden opgevangen. De Conventie van Genève is niet meer van deze tijd, ze stamt uit de Koude Oorlog, toen er nog geen sprake was van vluchtelingen uit Afrika of andere continenten, maar enkel uit landen aan de andere kant van het IJzeren Gordijn die toen werden bestuurd door partijen zoals de PS en de sp.a. Voer een territoriale beperking in, pleit daarvoor op Europees niveau en er zullen geen bootvluchtelingen en geen drenkelingen in Lampedusa meer zijn. Alles zal zijn zoals het moet zijn: Europese vluchtelingen in Europa, Afrikaanse vluchtelingen in Afrika, Aziatische vluchtelingen in Azië. Zo hoort het ook.
Question orale de Mme Fauzaya Talhaoui au secrétaire d’État aux Réformes institutionnelles et secrétaire d’État à la Régie des bâtiments et au Développement durable sur «l’absence de décision à propos d’une nouvelle prison anversoise à o Wilrijk» (n 5-1125)
Mondelinge vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de staatssecretaris voor Staatshervorming en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling over «het uitblijven van een beslissing betreffende een nieuwe Antwerpse gevangenis in Wilrijk» (nr. 5-1125)
Mme Fauzaya Talhaoui (sp.a). – L’actuelle prison d’Anvers est située Begijnenstraat, en plein centre de la ville, à l’intérieur des anciennes fortifications (Spaanse Vesten). En riant, d’aucuns appellent ce complexe, qui date de 1855, l’Hôtel de la Cuiller en bois.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). – De huidige gevangenis van Antwerpen ligt in de Begijnenstraat, pal in het centrum van de stad binnen de voormalige Spaanse vesten. Het complex dateert van 1855 en is bij sommigen bekend onder de jolige naam ‘Hotel Den Houten Lepel’.
La situation des « hôtes » et du personnel ne prête cependant pas à rire. Ils pâtissent quotidiennement de la vétusté du bâtiment et de l’insuffisance des infrastructures, notamment des sanitaires. La double fonction de maison d’arrêt et de
Zo jolig is de situatie evenwel niet voor de ‘gasten’ en het personeel. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de lasten van het historische bouwwerk en de tekortschietende infrastructuur, zoals het gebrekkige sanitair. De dubbele
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
prison a mené à la surpopulation. Le bâtiment, prévu pour 550 personnes, en a hébergé jusqu’à 1300. À ma connaissance, il existe un accord de principe pour construire une nouvelle maison d’arrêt sur le site de l’ancienne caserne de gendarmerie à Wilrijk, terrains qui appartiennent à l’État fédéral. Le terrain de la prison actuelle est propriété de la ville d’Anvers. Si le choix de Wilrijk n’était pas retenu, deux zones alternatives au sud d’Anvers sont suggérées : la Konijnenwei, voisine du Palais de Justice et propriété d’Infrabel, ou les terrains de Blue Gate à Petroleum Zuid. Si l’une de ces deux variantes était retenue, il faudrait modifier le plan particulier d’affectation du sol en réaffectant le terrain en zone d’utilité publique, une procédure qui prendrait du temps. En outre, le site de Blue Gate, pollué depuis longtemps par du pétrole et des métaux lourds, devrait être assaini en profondeur. Est-il exact que le site de Wilrijk représente l’option la plus rapide pour quitter la Begijnenstraat et doter Anvers d’une prison moderne ? Dans ce cas, comment se présenterait le calendrier pour les prochaines années ? Et si l’on sélectionnait l’un des autres sites ? Si le choix se porte sur une localisation alternative, l’autorité fédérale devra-t-elle acquérir les terrains, et, le cas échéant, les assainir ? Ou est-ce à la ville d’Anvers de les acheter ? Quel serait alors le sort des édifices et des terrains de Wilrijk ?
5-118 / p. 27
functie als arresthuis en als gevangenis leidde tot overbevolking. Het gebouw is geschikt voor 550 bewoners, maar heeft bij tijden tot 1300 personen geherbergd. Voor zover ik weet, is er een principieel akkoord om een nieuw arresthuis te bouwen op de terreinen van de voormalige rijkswachtkazerne in Wilrijk, op gronden die eigendom zijn van de federale overheid. De huidige gevangenis staat op een terrein van de stad Antwerpen. Mocht de optie Wilrijk niet doorgaan, dan worden als alternatief twee zones in het zuiden van Antwerpen genoemd: de zogenaamde Konijnenwei, naast het Justitiepaleis en eigendom van Infrabel, of de terreinen van Blue Gate op Petroleum Zuid. Als in een van die twee alternatieve locaties een gevangenis gepland wordt, moet het ruimtelijk uitvoeringsplan worden gewijzigd en moet het terrein een herbestemming krijgen als zone voor openbaar nut, een tijdrovende procedure. Bovendien moeten de terreinen van Blue Gate grondig worden gesaneerd wegens een historische vervuiling met olie en zware metalen. Klopt het dat de vestigingsplaats Wilrijk de snelste optie is om de Begijnenstraat te verlaten en Antwerpen van een hedendaagse, moderne gevangenis te voorzien? Hoe ziet de planning over de komende jaren eruit als Wilrijk wordt gekozen? En hoe als een van de alternatieve locaties wordt geselecteerd? Als er voor een alternatieve locatie wordt gekozen, moet de federale overheid dan zelf de terreinen aankopen en eventueel saneren? Of moet de stad Antwerpen voor de aankoop instaan? Wat zal er in dat geval gebeuren met de gebouwen en gronden in Wilrijk?
Mme Annemie Turtelboom, ministre de la Justice. – Depuis quelques mois, on examine si l’ancien site de Petroleum Zuid conviendrait ; sa proximité avec le Palais de Justice d’Anvers est un atout.
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. – De geschiktheid van de voormalige site van Petroleum Zuid wordt nu al een paar maanden onderzocht. Die locatie heeft als voordeel dat ze dicht bij het Antwerpse justitiepaleis ligt.
Toutefois, Petroleum Zuid est aussi l’emplacement du parc d’activités durables Blue Gate Antwerp. Des pourparlers sont en cours entre les autorités anversoises, Blue Gate Antwerp, Infrabel et la SNCB Holding, propriétaires de certaines parcelles, et portent sur toutes les conditions techniques et immobilières à remplir avant de commencer éventuellement à construire.
Petroleum Zuid is evenwel ook de locatie voor het duurzamebedrijventerrein Blue Gate Antwerp. Momenteel onderhandelen het stadsbestuur van Antwerpen, Blue Gate Antwerp, maar ook Infrabel en NMBS Holding, die eigenaar zijn van een deel van de gronden, dan ook over alle technische en vastgoedmatige voorwaarden die moeten worden vervuld voordat de eigenlijke inplanting kan worden gerealiseerd.
Ces aspects ne relèvent pas de mes compétences de ministre de la Justice. Pour de plus amples précisions, je vous renvoie au secrétaire d’État chargé de la Régie des bâtiments.
Die aspecten vallen buiten mijn bevoegdheid als minister van Justitie. Voor meer uitleg verwijs ik dan ook naar de staatssecretaris bevoegd voor de Regie der gebouwen.
Mme Fauzaya Talhaoui (sp.a). – Je ne suis pas vraiment satisfaite de la réponse de la ministre. Tous les parlementaires qui posent une question à ce sujet à la ministre ou au secrétaire d’État Verherstraeten sont ballottés de l’une à l’autre.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). – Ik ben niet echt tevreden met het antwoord van de minister. Alle parlementsleden die over dit onderwerp aan de minister of aan staatssecretaris Verherstraeten een vraag stellen, worden van het kastje naar de muur gestuurd.
Entre-temps, les détenus de la Begijnenstraat, qu’ils soient en détention préventive ou condamnés, continuent à vivre dans des conditions déplorables. La ministre n’a pas fixé de planning pour le site de Petroleum Zuid. Les entreprises qui s’y sont implantées ne veulent pas qu’une prison soit construite, et le site devrait être assaini. À Wilrijk par contre se trouve un édifice quasiment prêt à l’emploi ; l’ancienne caserne de gendarmerie peut facilement être transformée en
Intussen leven de arrestanten en de gevangenen in de Begijnenstraat in mensonterende omstandigheden. De minister gaf ook geen planning voor de site van Petroleum Zuid. De bedrijven op die site willen niet dat daar een gevangenis komt. Bovendien moet de site worden gesaneerd. In Wilrijk daarentegen staat er een gebouw zowat kant en klaar; de voormalige rijkswachtkazerne kan gemakkelijk tot een moderne en humane gevangenis worden omgebouwd.
5-118 / p. 28
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
une prison moderne et humaine.
Décès de l’ancien premier ministre Wilfried Martens
Overlijden van gewezen eerste minister Wilfried Martens
Mme la présidente. – Le Sénat a appris avec un vif regret le décès d’un grand homme d’État, l’ancien premier ministre Wilfried Martens.
De voorzitster. – De Senaat heeft met droefheid kennisgenomen van het overlijden van een groot staatsman, gewezen eerste minister Wilfried Martens.
Votre présidente a adressé les condoléances de l’Assemblée à son épouse, Mme Smet, et à ses enfants et petits-enfants.
Ik heb het leedwezen van de Senaat betuigd aan zijn echtgenote, mevrouw Smet, aan zijn kinderen en kleinkinderen.
Le Sénat rendra hommage à Wilfried Martens lors d’une prochaine séance.
De Senaat zal tijdens een latere plenaire vergadering hulde brengen aan Wilfried Martens.
(L’assemblée debout observe une minute de silence.)
(De staande vergadering neemt een minuut stilte in acht.)
Votes
Stemmingen
(Les listes nominatives figurent en annexe.)
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)
Proposition de loi relative à la procédure devant la Cour de cassation en matière pénale (de M. Francis Delpérée ; Doc. 5-1832)
Wetsvoorstel met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (van de heer Francis Delpérée; Stuk 5-1832)
Vote no 1
Stemming 1
Présents : 57 Pour : 53 Contre : 0 Abstentions : 4
Aanwezig: 57 Voor: 53 Tegen: 0 Onthoudingen: 4
– La proposition de loi est adoptée.
– Het wetsvoorstel is aangenomen.
– Le projet de loi sera transmis à la Chambre des représentants.
– Het wetsontwerp zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden.
(La séance, suspendue à 17 h 05, est reprise à 17 h 10.)
(De vergadering wordt geschorst om 17.05 uur. Ze wordt hervat om 17.10 uur.)
Questions orales
Mondelinge vragen
Question orale de M. Ahmed Laaouej au secrétaire d’État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics sur «la situation de la fonction o publique fédérale» (n 5-1115)
Mondelinge vraag van de heer Ahmed Laaouej aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten over «de situatie bij de federale overheid» (nr. 5-1115)
M. Ahmed Laaouej (PS). – Monsieur le secrétaire d’État, vous avez ces derniers temps multiplié les déclarations dans la presse où vous faisiez part de votre bilan et de vos projets.
De heer Ahmed Laaouej (PS). – Mijnheer de staatssecretaris, u legde de jongste tijd verschillende verklaringen af in de pers waarbij u de toestand schetst en uw plannen ontvouwt.
À vous lire, les principes du statut et de la nomination feraient aujourd’hui partie du passé, l’intérim serait désormais une réalité dans la gestion de la fonction publique et, cerise sur le gâteau si je puis dire, les fonctionnaires fédéraux seraient appelés à se dénoncer les uns les autres. Comme vous pouvez l’imaginer ou comme vous le savez peut être, vos déclarations suscitent beaucoup d’indignation dans les rangs des agents fédéraux. Certaines de leurs organisations représentatives vous l’ont d’ailleurs fait savoir par communiqué. Y a-t-il un objectif politique à insécuriser les fonctionnaires fédéraux par des déclarations qui, si elles sont viriles, ne correspondent pas à des décisions figurant dans l’accord de gouvernement ou prises par le gouvernement ? Pourriez-vous
Blijkbaar behoren de principes van het statuut en de benoeming vandaag tot het verleden. Uitzendarbeid zal voortaan een realiteit zijn in het openbaar ambt en, kers op de taart, de federale ambtenaren zullen tegen elkaar worden uitgespeeld. U weet wellicht dat uw verklaringen bij de federale ambtenaren heel wat verontwaardiging oproepen. Enkele vakorganisaties hebben trouwens al gereageerd in een communiqué. Met welk politiek doel worden de federale ambtenaren ongerust gemaakt door manhaftige verklaringen die niet overeenstemmen met de regeringsverklaring of regeringsbeslissingen? Kunt u uw standpunt verduidelijken,
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 29
clarifier votre position en tenant compte de l’accord de gouvernement ?
rekening houdend met het regeerakkoord?
M. Hendrik Bogaert, secrétaire d’État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics. – Je remercie M. Laaouej pour sa question qui me permettra de faire le point sur la modernisation.
De heer Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. – Ik dank de heer Laaouej voor zijn vraag, die me toelaat de modernisering toe te lichten.
Celle-ci est basée sur trois valeurs : la responsabilité, le respect et la liberté. Pour ce qui est de la responsabilité, il faut en donner et en recevoir davantage. Pour ce qui est du respect, il doit y en avoir davantage aussi pour le travail effectué dans l’administration publique. Enfin, il y a la liberté, notamment celle de faire des erreurs, qui est peut-être une valeur atypique pour la fonction publique. Je plaide pour plus d’initiatives, quitte à faire des erreurs.
Deze is gebaseerd op drie waarden: verantwoordelijkheid, respect en vrijheid. In de eerste plaats moet er meer verantwoordelijkheid zijn en meer verantwoordelijkheid worden gegeven. Er moet ook meer respect zijn voor het werk in openbare dienst. Tot slot is er de vrijheid, met name de vrijheid om fouten te maken, wat misschien geen typische waarde is voor de openbare dienst. Ik pleit voor meer initiatieven, waarbij desnoods fouten worden gemaakt.
Il n’est pas toujours facile d’être fonctionnaire dans ce pays, ni ailleurs du reste. Nos fonctionnaires sont au service de tous les citoyens, ce qui nous mène à un certain niveau d’éthique. Je me refuse à parler, comme j’ai pu le faire dans le passé, de clients et à pratiquer, comme dans le privé, une segmentation selon que certains clients paraissent intéressants et d’autres pas. Nous travaillons pour chaque citoyen.
Het is niet altijd gemakkelijk ambtenaar te zijn in ons land. Onze ambtenaren staan ten dienste van alle burgers en hiervoor is een zeker niveau van ethiek vereist. Ik zal niet meer, zoals in het verleden, spreken over klanten en over een onderverdeling zoals in de privé in interessante en niet-interessante klanten. We staan ten dienste van elke burger.
Il faut aussi respecter le budget. Comme vous le savez, on remplace environ un fonctionnaire sur cinq, ce qui met une pression énorme sur ceux qui restent. Mais la modernisation de la fonction publique permet d’éviter la privatisation dans la mesure où l’on peut augmenter l’efficacité de nos services. Par exemple, la sécurité sociale, dont le budget s’élève à 80 milliards d’euros, occupe 12 000 fonctionnaires. Dans le cas d’une privatisation, nous aurions certainement besoin de beaucoup plus de personnel.
Men moet ook rekening houden met het budget. Zoals u weet wordt ongeveer één op de vijf ambtenaren vervangen, wat een enorme druk legt op degenen die blijven. Door de modernisering van het openbaar ambt kan echter een privatisering worden vermeden, omdat de efficiëntie van de diensten wordt verhoogd. Sociale Zekerheid, met een budget van 80 miljard euro, heeft bijvoorbeeld 12 000 ambtenaren in dienst. Bij een privatisering zou er zeker veel meer personeel nodig zijn.
Les nouvelles carrières ont leur importance dans le cadre de la modernisation. La nouvelle méthode d’évaluation, établie avec l’accord des six partis de ce gouvernement, comporte quatre mentions au lieu de deux, à savoir « exceptionnel ; répond aux attentes ; à améliorer ; insuffisant ».
De nieuwe loopbanen zijn bij de modernisering belangrijk. De nieuwe evaluatiemethode, uitgewerkt met het akkoord van de zes regeringspartijen, is gebaseerd op vier beoordelingen, in plaats van twee: “uitzonderlijk; voldoet aan de verwachtingen; te verbeteren; onvoldoende”.
Le but n’est pas de licencier les fonctionnaires ayant obtenu la mention « insuffisant ». Nous restons un employeur public stable.
Het is niet de bedoeling ambtenaren die een beoordeling “onvoldoende” gekregen hebben te ontslaan. We blijven een stabiele overheidswerkgever.
Il n’y aura pas de licenciement pour des raisons économiques, comme en Grèce. Mais il n’y aura plus de nomination à titre définitif, même si ce système existait auparavant.
Er zullen geen ontslagen volgen om economische redenen, zoals in Griekenland. Maar er zullen ook geen vaste benoemingen meer zijn zoals in het oude systeem.
Le système est actualisé et modernisé ; il modifie fondamentalement les possibilités de carrière.
Het systeem is geactualiseerd en gemoderniseerd; de loopbaanmogelijkheden zijn essentieel gewijzigd.
Les fonctionnaires ayant reçu la mention « exceptionnel » pourront progresser beaucoup plus rapidement que par le passé, soit après deux ou trois ans au lieu de six ou huit ans.
De ambtenaren die de beoordeling “uitzonderlijk” kregen, kunnen veel sneller vooruitgaan dan vroeger, namelijk na twee of drie jaar in plaats van zes of acht jaar.
La fonction publique devient donc plus attractive. On a d’ailleurs comptabilisé 120 000 candidats sur une période de six mois.
Werken bij de overheid wordt dus aantrekkelijker. Over een periode van zes maanden waren er overigens 120 000 kandidaten.
C’est le double par rapport à l’année dernière, ce qui prouve que l’on recrute encore des personnes intéressées par la sécurité d’emploi à la fonction publique.
Dat is dubbel zoveel als vorig jaar. Het toont aan dat we nog personen aanwerven die belangstellen hebben voor werkzekerheid bij het openbaar ambt.
Par ailleurs, de plus en plus de personnes, y compris des jeunes, se déclarent en accord avec les nouvelles valeurs de la fonction publique. La carrière est dès lors attractive.
Steeds meer personen, ook veel jongeren, zijn het trouwens eens met de nieuwe waarden van het openbaar ambt. De loopbaan is dus aantrekkelijk.
Lors des nombreux discours que j’ai tenus sur la
Tijdens de vele toespraken die ik over de modernisering hield;
5-118 / p. 30
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
modernisation, j’ai constaté que de plus en plus de fonctionnaires se réjouissaient de celle-ci.
stelde ik vast dat steeds meer ambtenaren er blij mee zijn.
M. Ahmed Laaouej (PS). – Je suis interloqué par les réponses fournies.
De heer Ahmed Laaouej (PS). – De antwoorden brengen me helemaal van mijn stuk.
Monsieur le secrétaire d’État, comme je vous l’ai dit, nous sommes tous favorables à une fonction publique plus efficace, qui rende mieux service aux usagers et qui accomplisse ses fonctions régaliennes. En effet, certains services publics fédéraux doivent assumer des missions très importantes, telles que les missions de police, de contrôle fiscal, d’inspection sociale, d’inspection du travail, de gestion de la sécurité sociale.
Mijnheer de staatssecretaris, zoals ik al zei, zijn we allemaal voorstander van een efficiënter overheidsapparaat met een betere dienstverlening voor de gebruikers. Op federaal niveau moeten sommige overheidsdiensten belangrijke taken uitvoeren: politie, fiscale controle, sociale inspectie, arbeidsinspectie, beheer van de sociale zekerheid.
Certains métiers sont fondamentaux pour le fonctionnement de notre État de droit mais aussi pour nos finances publiques et notre cohésion sociale. Vous parlez de modernisation et vous dites en même temps qu’aujourd’hui, les nominations ne sont plus définitives parce que des évaluations insuffisantes peuvent déboucher sur des licenciements. Or en respectant certaines procédures, le statut a toujours permis de procéder à des révocations ou des démissions pour manquement grave. De ce point de vue, le nouveau système d’évaluation n’est pas différent de ce qui existait déjà. Les agents de l’État ont toujours été susceptibles, s’ils ne remplissaient pas correctement leur mission ou commettaient une faute grave, de devoir en répondre à l’autorité. Selon moi, vous confondez la nomination et le fait que celle-ci ne se fasse plus à titre définitif. Il y a toujours eu un système d’évaluation et de sanction dans la Fonction publique. En d’autres termes, votre discours vise, semble-t-il, à délivrer un message non pas aux fonctionnaires, mais à l’opinion publique. Cela ne me paraît pas acceptable. Par ailleurs, nous aurions un véritable problème si, à un moment donné, les agents fédéraux en arrivaient à vous considérer comme secrétaire d’État contre la Fonction publique et non de la Fonction publique. C’est ce qui est aujourd’hui en train de se produire, monsieur Bogaert. D’où la raison de ma question. Je vous renvoie également à l’accord de gouvernement. Vous dites des choses qui n’y figurent pas. Je trouve inacceptable que l’on puisse délivrer des messages de cette nature.
Bepaalde functies zijn fundamenteel voor het functioneren van de rechtsstaat, maar ook voor onze overheidsfinanciën en de sociale cohesie. U had het over de modernisering en u zei tegelijkertijd dat de benoemingen niet meer definitief zijn en dat negatieve evaluaties tot ontslag kunnen leiden. Mits bepaalde procedures werden nageleefd, heeft het statuut het altijd mogelijk gemaakt te procederen tegen ontslag of afzetting wegens ernstige fouten. Op dit punt verschilt het nieuwe evaluatiesysteem niet van het voorgaande. Staatsambtenaren moesten zich altijd verantwoorden wanneer ze hun opdracht niet correct vervulden of een ernstige fout maakten. Volgens mij verwart u de benoeming met het feit dat ze niet meer definitief is. Er was altijd al een evaluatie- en sanctiesysteem binnen het openbaar ambt. Met uw discours richt u zich niet tot de ambtenaren, maar tot de openbare opinie. Dat is onaanvaardbaar. U bent staatssecretaris voor Ambtenarenzaken. Als de federale ambtenaren u op een gegeven moment beschouwen als een staatssecretaris tegen Ambtenarenzaken, zullen we een probleem hebben. Dat is zich momenteel aan het voordoen, mijnheer Bogaert. Vandaar mijn vraag. Ik verwijs naar het regeerakkoord. U zegt zaken die er niet instaan. Het is onaanvaardbaar dat dergelijke boodschappen kunnen worden verspreid. Ik ben voorstander van modernisering en van efficiëntie, maar ook en vooral van respect voor het werk van de ambtenaren.
Oui à la modernisation, oui à l’efficacité mais oui aussi et d’abord au respect du travail des agents du service public.
Chambre des représentants
Kamer van volksvertegenwoordigers
Mme la présidente. – Par message du 8 octobre 2013, la Chambre des représentants a fait connaître au Sénat qu’elle s’est constituée en sa séance de ce jour.
De voorzitster. – Bij boodschap van 8 oktober 2013 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers aan de Senaat laten weten dat zij zich ter vergadering van die dag geconstitueerd heeft.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Mme la présidente. – Le Bureau propose l’ordre du jour suivant pour la semaine prochaine :
De voorzitster. – Het Bureau stelt voor volgende week deze agenda voor:
Mardi 15 octobre 2013 à 15 heures 30
Dinsdag 15 oktober 2013 om 15.30 uur
Déclaration du gouvernement sur sa politique générale.
Verklaring van de regering over haar algemeen beleid.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 31
– Le Sénat est d’accord sur cet ordre des travaux.
– De Senaat is het eens met deze regeling van de werkzaamheden.
Mme la présidente. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.
De voorzitster. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt.
La prochaine séance aura lieu le mardi 15 octobre à 15 h 30.
De volgende vergadering vindt plaats op dinsdag 15 oktober om 15.30 uur.
(La séance est levée à 17 h 15.)
(De vergadering wordt gesloten om 17.15 uur.)
Excusés
Berichten van verhindering
M. Morael, pour raison de santé, Mmes Khattabi et Pehlivan, en mission à l’étranger, demandent d’excuser leur absence à la présente séance.
Afwezig met bericht van verhindering: de heer Morael, om gezondheidsredenen, de dames Khattabi en Pehlivan, met opdracht in het buitenland.
– Pris pour information.
– Voor kennisgeving aangenomen.
5-118 / p. 32
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Annexe
Bijlage
Votes nominatifs
Naamstemmingen
Vote no 1
Stemming 1
Présents : 57 Pour : 53 Contre : 0 Abstentions : 4
Aanwezig: 57 Voor: 53 Tegen: 0 Onthoudingen: 4
Pour
Voor
Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Frank Boogaerts, Hassan Bousetta, Jacques Brotchi, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Patrick De Groote, Jean-Jacques De Gucht, Francis Delpérée, Bart De Nijn, Guido De Padt, Gérard Deprez, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Inge Faes, Cindy Franssen, Benoit Hellings, Louis Ide, Ahmed Laaouej, Nele Lijnen, Lieve Maes, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Freya Piryns, Jan Roegiers, Fatiha Saïdi, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Elke Sleurs, Veerle Stassijns, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Cécile Thibaut, Dominique Tilmans, Els Van Hoof, Karl Vanlouwe, Yoeri Vastersavendts, Sabine Vermeulen, Fabienne Winckel, Olga Zrihen. Abstentions
Onthoudingen
Yves Buysse, Filip Dewinter, Bart Laeremans, Anke Van dermeersch.
Dépôt de propositions
Indiening van voorstellen
Propositions de révision de la Constitution :
Voorstellen tot herziening van de Grondwet:
Proposition de révision de l’article 5, alinéa 2, de la Constitution (de Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-2235/1).
Voorstel tot herziening van artikel 5, tweede lid, van de Grondwet (van mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman en de heer Francis Delpérée; Stuk 5-2235/1).
Proposition de révision de l’article 11bis de la Constitution (de Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-2236/1).
Voorstel tot herziening van artikel 11bis van de Grondwet (van mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman en de heer Francis Delpérée; Stuk 5-2236/1).
Proposition de révision de l’article 41 de la Constitution (de M. Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne et M. Bert Anciaux ; Doc. 5-2237/1).
Voorstel tot herziening van artikel 41 van de Grondwet (van de heer Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne en de heer Bert Anciaux; Stuk 5-2237/1).
Proposition de révision de l’article 162 de la Constitution (de Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-2238/1).
Voorstel tot herziening van artikel 162 van de Grondwet (van mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman en de heer Francis Delpérée; Stuk 5-2238/1).
Proposition de révision de l’article 170, §3, de la Constitution (de M. Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne et M. Bert Anciaux ; Doc. 5-2239/1).
Voorstel tot herziening van artikel 170, §3, van de Grondwet (van de heer Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne en de heer Bert Anciaux; Stuk 5-2239/1).
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 33
Proposition de révision de l’article 23 de la Constitution en vue de garantir le droit aux allocations familiales (de Mmes Vanessa Matz et Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron et Mme Martine Taelman ; Doc. 5-2240/1).
Voorstel tot herziening van artikel 23 van de Grondwet om het recht op kinderbijslag te waarborgen (van de dames Vanessa Matz en Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron en mevrouw Martine Taelman; Stuk 5-2240/1).
Proposition d’insertion d’un article 135bis dans la Constitution (de M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron et Mme Martine Taelman ; Doc. 5-2241/1).
Voorstel tot invoeging van een artikel 135bis in de Grondwet (van de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron en mevrouw Martine Taelman; Stuk 5-2241/1).
Proposition de révision de l’article 144 de la Constitution (de Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns et MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes ; Doc. 5-2242/1).
Voorstel tot herziening van artikel 144 van de Grondwet (van mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns en de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes; Stuk 5-2242/1).
Proposition de révision de l’article 151, §1er, de la Constitution (de M. Wouter Beke, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns et M. Philippe Mahoux ; Doc. 5-2243/1).
Voorstel tot herziening van artikel 151, §1, van de Grondwet (van de heer Wouter Beke, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns en de heer Philippe Mahoux; Stuk 5-2243/1).
Proposition de révision de l’article 180 de la Constitution (de M. Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne et M. Bert Anciaux ; Doc. 5-2244/1).
Voorstel tot herziening van artikel 180 van de Grondwet (van de heer Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne en de heer Bert Anciaux; Stuk 5-2244/1).
Propositions prises en considération
In overweging genomen voorstellen
Propositions de loi
Wetsvoorstellen
Article 77 de la Constitution
Artikel 77 van de Grondwet
Proposition de loi relative à la Sixième Réforme de l’État concernant les matières visées à l’article 77 de la Constitution (de MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée et Mme Freya Piryns ; Doc. 5-2233/1).
Wetsvoorstel met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (van de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée en mevrouw Freya Piryns; Stuk 5-2233/1).
– Commission de la Justice
– Commissie voor de Justitie
Article 81 de la Constitution
Artikel 81 van de Grondwet
Proposition de loi relative à la Sixième Réforme de l’État concernant les matières visées à l’article 78 de la Constitution (de MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman, M. Francis Delpérée, Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes et Mme Christine Defraigne ; Doc. 5-2234/1).
Wetsvoorstel met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (van de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman, de heer Francis Delpérée, mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes en mevrouw Christine Defraigne; Stuk 5-2234/1).
– Commission des Affaires institutionnelles
– Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden
5-118 / p. 34
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Proposition de loi portant création d’une Commission fédérale de déontologie (de Mme Freya Piryns, MM. Philippe Mahoux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Martine Taelman et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-2245/1).
Wetsvoorstel houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie (van mevrouw Freya Piryns, de heren Philippe Mahoux en Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux en Marcel Cheron, mevrouw Martine Taelman en de heer Francis Delpérée; Stuk 5-2245/1).
– Commission des Affaires institutionnelles
– Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden
Proposition de loi modifiant l’article 318 du Code civil, en ce qui concerne le délai pour intenter une action en contestation de paternité (de Mme Inge Faes ; Doc. 5-2249/1).
Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, wat betreft de termijn om een vordering tot betwisting van het vaderschap in te stellen (van mevrouw Inge Faes; Stuk 5-2249/1).
– Commission de la Justice
– Commissie voor de Justitie
Proposition de loi modifiant le Code pénal en vue de protéger les enfants contre les cyberprédateurs (de M. Gérard Deprez et consorts ; Doc. 5-2253/1).
Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek teneinde kinderen te beschermen tegen cyberlokkers (van de heer Gérard Deprez c.s.; Stuk 5-2253/1).
– Commission de la Justice
– Commissie voor de Justitie
Propositions de loi spéciale
Voorstellen van bijzondere wet
Article 77 de la Constitution
Artikel 77 van de Grondwet
Proposition de loi spéciale relative à la Sixième Réforme de l’État (de MM. Wouter Beke, Philippe Mahoux et Bert Anciaux, Mmes Christine Defraigne et Martine Taelman, M. Marcel Cheron, Mme Freya Piryns et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-2232/1).
Voorstel van bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming (van de heren Wouter Beke, Philippe Mahoux en Bert Anciaux, de dames Christine Defraigne en Martine Taelman, de heer Marcel Cheron, mevrouw Freya Piryns en de heer Francis Delpérée; Stuk 5-2232/1).
– Commission des Affaires institutionnelles
– Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden
Propositions de résolution
Voorstellen van resolutie
Propositions visant à instituer une commission d’enquête
Voorstellen tot oprichting van een onderzoekscommissie
Proposition visant à instituer une commission d’enquête parlementaire sur la manière dont le groupe SNCB a conduit le projet Fyra (de M. Bart Laeremans et consorts ; Doc. 5-2248/1).
Voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie inzake de afwikkeling van het Fyra-project door de NMBS-groep (van de heer Bart Laeremans c.s.; Stuk 5-2248/1).
– Commission des Finances et des Affaires économiques
– Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
Envoi d’une proposition de loi à une autre commission
Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
Le Bureau propose d’envoyer à la commission des Affaires institutionnelles les propositions de loi suivantes :
Het Bureau stelt voor de volgende wetsvoorstellen te verzenden naar de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden:
– Proposition de loi relative à la rémunération des membres de la Famille royale (5-980) ;
– Wetsvoorstel wat de bezoldiging van de leden van de Koninklijke Familie betreft (5-980);
– Proposition de loi abrogeant l’article 3bis de la loi du 7 mai 2000 attribuant une dotation annuelle à Son Altesse Royale le Prince Philippe, une dotation annuelle à Son Altesse Royale la Princesse Astrid et une dotation annuelle à Son Altesse Royale le Prince Laurent (5-1047).
– Wetsvoorstel tot opheffing van artikel 3bis van de wet van 7 mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip, een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid en een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent (5-1047).
Ces propositions de loi avaient été envoyées précédemment à la commission des Finances et des Affaires économiques.
Deze wetsvoorstellen werden eerder verzonden naar de Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 35
Composition de commissions
Samenstelling van commissies
En application de l’article 21-4 du Règlement, la composition des commissions est modifiée comme suit :
Met toepassing van artikel 21-4 van het Reglement wordt de samenstelling van de commissies gewijzigd als volgt:
Commission de la Justice :
Commissie voor de Justitie:
– M. Frank Boogaerts remplace M. Danny Pieters comme membre effectif.
– De heer Frank Boogaerts vervangt de heer Danny Pieters als effectief lid.
– Mme Lieve Maes remplace M. Frank Boogaerts comme membre suppléant.
– Mevrouw Lieve Maes vervangt de heer Frank Boogaerts als plaatsvervangend lid.
Commission des Affaires sociales :
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden:
– Mme Veerle Stassijns remplace Mme Lieve Maes comme membre effectif.
– Mevrouw Veerle Stassijns vervangt mevrouw Lieve Maes als effectief lid.
– M. Patrick De Groote remplace M. Danny Pieters comme membre suppléant.
– De heer Patrick De Groote vervangt de heer Danny Pieters als plaatsvervangend lid.
Commission parlementaire de concertation :
Parlementaire overlegcommissie:
– Mme Elke Sleurs remplace M. Frank Boogaerts comme membre effectif.
– Mevrouw Elke Sleurs vervangt de heer Frank Boogaerts als effectief lid.
– M. Ahmed Laaouej remplace Mme Caroline Désir comme membre effectif.
– De heer Ahmed Laaouej vervangt mevrouw Caroline Désir als effectief lid.
Comité parlementaire chargé du suivi législatif
Parlementair Comité belast met de Wetsevaluatie
– M. Wilfried Vandaele devient membre suppléant.
– De heer Wilfried Vandaele wordt plaatsvervangend lid.
– Mme Elke Sleurs devient membre suppléant.
– Mme Elke Sleurs wordt plaatsvervangend lid.
Commission des Affaires institutionnelles :
Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden:
– M. Louis Ide devient membre effectif.
– de heer Louis Ide wordt effectief lid.
– Mme Sabine Vermeulen remplace M. Louis Ide comme membre suppléant.
– Mevrouw Sabine Vermeulen vervangt de heer Louis Ide als plaatsvervangend lid.
Demandes d’explications
Vragen om uitleg
Le Bureau a été saisi des demandes d’explications suivantes :
Het Bureau heeft volgende vragen om uitleg ontvangen:
– de Mme Cindy Franssen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le remboursement de la valve aortique percutanée » (no 5-3912)
– van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de terugbetaling van de percutane aortaklep” (nr. 5-3912)
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Benoit Hellings au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « les conventions tendant à éviter la double imposition et à prévenir l’évasion fiscale » (no 5-3913)
– van de heer Benoit Hellings aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belastingen en het voorkomen van het ontgaan van belasting” (nr. 5-3913)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Cindy Franssen à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « l’augmentation du nombre d’allocataires des Centres publics d’action sociale » (no 5-3914) Commission des Affaires sociales
– van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “de stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden van de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn” (nr. 5-3914) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
5-118 / p. 36
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la constitution congolaise » (no 5-3915)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de Congolese grondwet” (nr. 5-3915)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. André du Bus de Warnaffe à la ministre de l’Emploi sur « le volontariat exercé par des ressortissants étrangers » (no 5-3916)
– van de heer André du Bus de Warnaffe aan de minister van Werk over “het vrijwilligerswerk dat uitgeoefend wordt door buitenlandse onderdanen” (nr. 5-3916)
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la problématique des loyers impayés et des dégâts causés par des diplomates étrangers » (no 5-3917)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de problematiek van achterstallige huur en geleden schade bij buitenlandse diplomaten” (nr. 5-3917)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Fabienne Winckel au secrétaire d’État à l’Environnement, à l’Énergie et à la Mobilité, et aux Réformes institutionnelles sur « l’arrêté royal relatif à l’utilisation des gaz de pétrole liquéfiés pour la propulsion des véhicules automobiles » (no 5-3918)
– van mevrouw Fabienne Winckel aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, en voor Staatshervorming over “het koninklijk besluit betreffende het gebruik van vloeibaar gemaakte petroleumgassen voor de aandrijving van auto’s” (nr. 5-3918)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Johan Verstreken à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’évolution de la formation d’infirmier » (no 5-3919) Commission des Affaires sociales – de M. Dirk Claes à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le choix entre pompier professionnel et volontaire » (no 5-3920) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Jean-Jacques De Gucht au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’utilisation d’armes chimiques en Syrie » (no 5-3921)
– van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de evolutie van de opleiding verpleegkundigen” (nr. 5-3919) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Dirk Claes aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “de keuze tussen vrijwillig brandweerman en beroepsbrandweerman” (nr. 5-3920) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Jean-Jacques De Gucht aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het gebruik van chemische wapens in Syrië” (nr. 5-3921)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Jean-Jacques De Gucht au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la stratégie belge et internationale vis-à-vis du conflit en Syrie » (no 5-3922)
– van de heer Jean-Jacques De Gucht aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de Belgische en internationale strategie ten aanzien van het Syrische conflict” (nr. 5-3922)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Jean-Jacques De Gucht à la ministre de la Justice sur « l’opportunité d’autoriser ledit troisième sexe » (no 5-3923) Commission de la Justice
– van de heer Jean-Jacques De Gucht aan de minister van Justitie over “de wenselijkheid om een zogenaamd derde geslacht toe te laten” (nr. 5-3923) Commissie voor de Justitie
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’information relative à la Belgique sur le site web de l’Organisation internationale de la francophonie » (no 5-3924)
5-118 / p. 37
– van de heer Bart Laeremans aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de informatie omtrent België op de webstek van de Organisation internationale de la francophonie” (nr. 5-3924)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Philippe Mahoux à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « les expulsions de demandeurs d’asile gravement malades et séropositifs » (no 5-3925)
– van de heer Philippe Mahoux aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “de uitzetting van ernstig zieke en seropositieve asielzoekers” (nr. 5-3925)
Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le dépistage prénatal non invasif » (no 5-3926) Commission des Affaires sociales – de Mme Cindy Franssen à la ministre de l’Emploi sur « l’impact des entreprises de titres-services sur le budget des Centres publics d’aide sociale » (no 5-3927) Commission des Affaires sociales – de Mme Cindy Franssen au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « l’accessibilité de la gare de Merelbeke aux voyageurs moins mobiles » (no 5-3928)
Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de niet-invasieve prenatale test” (nr. 5-3926) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Werk over “de impact van de dienstencheque-ondernemingen op de budgetten van de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn” (nr. 5-3927) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de toegankelijkheid van het station van Merelbeke voor minder mobiele reizigers” (nr. 5-3928)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Cindy Franssen au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « un pont ferroviaire à Merelbeke » (no 5-3929)
– van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “een spoorwegbrug in Merelbeke” (nr. 5-3929)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Patrick De Groote à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le système CAD-ASTRID pour ambulances et voitures de pompiers » (no 5-3930) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
– van de heer Patrick De Groote aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het CAD-ASTRID-systeem voor ambulances en brandweerwagens” (nr. 5-3930) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
– de Mme Sabine Vermeulen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les élections législatives au Rwanda » (no 5-3931)
– van mevrouw Sabine Vermeulen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de parlementsverkiezingen in Rwanda” (nr. 5-3931)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Yoeri Vastersavendts à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le nouveau parquet de Asse et la zone de police Asse, Merchtem, Opwijk et Wemmel » (no 5-3932)
– van de heer Yoeri Vastersavendts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het nieuwe parket van Asse en de politiezone Asse, Merchtem, Opwijk en Wemmel” (nr. 5-3932)
Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
5-118 / p. 38
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « le United Nations Global Compact Leaders Summit 2013 » (no 5-3933) Commission des Finances et des Affaires économiques – de M. Bart Laeremans au secrétaire d’État à l’Environnement, à l’Énergie et à la Mobilité, et aux Réformes institutionnelles sur « la dispersion des vols autour de l’aéroport de Zaventem » (no 5-3934)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “de United Nations Global Compact Leaders Summit 2013”(nr. 5-3933) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, en voor Staatshervorming over “de spreiding van de vluchten rond de luchthaven van Zaventem” (nr. 5-3934)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bart Laeremans à la ministre de la Justice et au secrétaire d’État aux Réformes institutionnelles et secrétaire d’État à la Régie des bâtiments et au Développement durable sur « les suites du rapport de KPMG sur la mesure de la charge de travail dans l’arrondissement de Bruxelles » (no 5-3935)
– van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie en aan de staatssecretaris voor Staatshervorming en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling over “de gevolgen van het KPMG-rapport inzake de werklastmeting in het arrondissement Brussel” (nr. 5-3935)
Commission de la Justice – de M. Bart Laeremans à la ministre de la Justice sur « le fiasco du procès pour terrorisme à Anvers » (no 5-3936) Commission de la Justice – de M. Benoit Hellings au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « la collaboration structurelle entre le Service général du renseignement et de la sécurité et la National Security Agency » (no 5-3937)
Commissie voor de Justitie – van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over “het mislukte terrorismeproces in Antwerpen” (nr. 5-3936) Commissie voor de Justitie – van de heer Benoit Hellings aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “de structurele samenwerking tussen de Algemene Dienst inlichtingen en veiligheid en het National Security Agency” (nr. 5-3937)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Benoit Hellings au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « l’usage potentiel par le Service général du renseignement et de la sécurité des outils de surveillance de la NSA dans le cadre de la mission de l’armée belge en Afghanistan » (no 5-3938)
– van de heer Benoit Hellings aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “het potentiële gebruik van de toezichtinstrumenten van het NSA door de Algemene Dienst inlichtingen en veiligheid in het kader van de opdrachten van het Belgisch leger in Afghanistan” (nr. 5-3938)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Benoit Hellings au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « la modernisation des armes nucléaires B-61 présentes à Kleine-Brogel » (no 5-3939)
– van de heer Benoit Hellings aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “de modernisering van de nucleaire wapens B-61 die zich in Kleine-Brogel bevinden” (nr. 5-3939)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Benoit Hellings au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’application de l’immunité diplomatique en cas de crimes et de délits commis par des diplomates en poste en Belgique » (no 5-3940) Commission des Relations extérieures et de la Défense
– van de heer Benoit Hellings aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het toepassen van de diplomatieke onschendbaarheid bij misdaden en wanbedrijven begaan door diplomaten op post in België” (nr. 5-3940) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de M. André du Bus de Warnaffe à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’utilisation de la vidéoconférence pour l’accueil des personnes sourdes et malentendantes en milieu hospitalier » (no 5-3941) Commission des Affaires sociales
5-118 / p. 39
– van de heer André du Bus de Warnaffe aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “het gebruik van videoconferencing voor het onthaal van doven en van slechthorenden in ziekenhuizen” (nr. 5-3941) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. François Bellot au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « l’accord Thalys pour l’exploitation des trains entre Bruxelles et Amsterdam » (no 5-3942)
– van de heer François Bellot aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “het Thalysakkoord inzake het uitbaten van treinen tussen Brussel en Amsterdam” (nr. 5-3942)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Fatma Pehlivan à la ministre de l’Emploi sur « les résultats du premier monitoring socio-économique » (no 5-3943) Commission des Affaires sociales
– van mevrouw Fatma Pehlivan aan de minister van Werk over “de resultaten van de eerste sociaaleconomische monitoring” (nr. 5-3943) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la détention d’un ressortissant belgo-congolais en République démocratique du Congo » (no 5-3944)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de hechtenis van een Belgisch-Congolese onderdaan in de Democratische Republiek Congo” (nr. 5-3944)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « le septième sommet de la Conférence internationale pour la Région des Grands Lacs » (no 5-3945)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de zevende top van de Internationale Conferentie van het gebied van de Grote Meren” (nr. 5-3945)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les objectifs de la visite diplomatique en République démocratique du Congo » (no 5-3946)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de doelstellingen van het diplomatiek bezoek aan de Democratische Republiek Congo” (nr. 5-3946)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’ambassade belge à Kinshasa » (no 5-3947)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de Belgische ambassade in Kinshasa” (nr. 5-3947)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « la modernisation des armes nucléaires de la base aérienne de Kleine-Brogel » (no 5-3948)
– van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “de modernisering van de kernwapens op de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel” (nr. 5-3948)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
5-118 / p. 40
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de M. Bert Anciaux au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « le Fyra » (no 5-3949)
– van de heer Bert Anciaux aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de Fyra” (nr. 5-3949)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bertin Mampaka Mankamba au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la visite en République démocratique du Congo » (no 5-3950)
– van de heer Bertin Mampaka Mankamba aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het bezoek aan de Democratische Republiek Congo” (nr. 5-3950)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’agrément de l’orthodontie » (no 5-3951)
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de erkenning van de orthodontie” (nr. 5-3951)
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la crise des réfugiés syriens » (no 5-3952)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de Syrische vluchtelingencrisis” (nr. 5-3952)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la Syrie et la violence envers les Kurdes » (no 5-3953)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “Syrië en het geweld tegen de Koerden” (nr. 5-3953)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la présidence de la Commission de planification » (no 5-3954)
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de voorzitter van de Planningscommissie” (nr. 5-3954)
Commission des Affaires sociales – de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la sécurité aux Jeux olympiques d’hiver de Sotchi » (no 5-3955) Commission des Relations extérieures et de la Défense – de Mme Lies Jans à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la cigarette pour enfants » (no 5-3956) Commission des Affaires sociales – de M. Rik Daems au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « le fonds de l’économie sociale et durable » (no 5-3957)
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de veiligheid op de Olympische Winterspelen van Sotsji” (nr. 5-3955) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging – van mevrouw Lies Jans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de kindersigaret” (nr. 5-3956) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Rik Daems aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “het kringloopfonds” (nr. 5-3957)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bert Anciaux au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « le calcul des retards par la SNCB et par Test-Achats » (no 5-3958)
– van de heer Bert Anciaux aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “het berekenen van vertragingen door de NMBS en door Test-Aankoop” (nr. 5-3958)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de Mme Freya Piryns à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « les places de retour ouvertes » (no 5-3959) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de Mme Cindy Franssen à la ministre de la Justice sur « la pension alimentaire relative aux droits de pension suite à un divorce » (no 5-3960) Commission de la Justice
5-118 / p. 41
– van mevrouw Freya Piryns aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “de open terugkeerplaatsen” (nr. 5-3959) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Justitie over “de alimentatie met betrekking tot pensioenrechten na scheiding” (nr. 5-3960) Commissie voor de Justitie
– de M. Benoit Hellings au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « le renouvellement de la flotte d’avions de chasse F-16 » (no 5-3961)
– van de heer Benoit Hellings aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “de vervanging van de vloot van F16-jachtvliegtuigen” (nr. 5-3961)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Vanessa Matz au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « la déductibilité des frais de restaurant » (no 5-3962)
– van mevrouw Vanessa Matz aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de aftrekbaarheid van restaurantkosten” (nr. 5-3962)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’indemnisation des rendez-vous manqués chez les prestataires de soins » (no 5-3963)
– van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de vergoeding voor verzuimde afspraken bij zorgverstrekkers” (nr. 5-3963)
Commission des Affaires sociales – de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le traitement des dépressions légères » (no 5-3964) Commission des Affaires sociales – de Mme Helga Stevens au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « les mesures permettant de soulager le centre d’appel pour personnes handicapées » (no 5-3965) Commission des Affaires sociales – de Mme Helga Stevens au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la reconnaissance des aidants proches » (no 5-3966) Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de behandeling van lichte depressies” (nr. 5-3964) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Helga Stevens aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de maatregelen om het call center voor personen met een handicap te ontlasten” (nr. 5-3965) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Helga Stevens aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de erkenning van mantelzorgers” (nr. 5-3966) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la naturalisation de parlementaires congolais » (no 5-3967)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de naturalisatie van Congolese parlementsleden” (nr. 5-3967)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Helga Stevens à la ministre de la Justice sur « le projet pilote gantois en matière de toxicomanie » (no 5-3968) Commission de la Justice
– van mevrouw Helga Stevens aan de minister van Justitie over “het Gents proefproject rond druggebruikers” (nr. 5-3968) Commissie voor de Justitie
5-118 / p. 42
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la récupération des prestations médicales auprès des services de tarification et de facturation » (no 5-3969) Commission des Affaires sociales – de M. Johan Verstreken au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « la TVA au taux zéro pour les journaux et périodiques numériques » (no 5-3970) Commission des Finances et des Affaires économiques – de M. Johan Verstreken au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « les travaux de l’axe Bruges-Gand » (no 5-3971) Commission des Finances et des Affaires économiques – de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la possibilité de piratage des ordinateurs des Affaires étrangères » (no 5-3972) Commission des Relations extérieures et de la Défense – de Mme Vanessa Matz au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’accord de libre-échange avec les États-Unis » (no 5-3973) Commission des Relations extérieures et de la Défense – de Mme Vanessa Matz au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les sanctions contre l’Iran » (no 5-3974)
– van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de terugvorderingen van geneeskundige prestaties bij de tariferings- en facturatiediensten” (nr. 5-3969) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Johan Verstreken aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “het btw-nultarief voor digitale kranten en weekbladen” (nr. 5-3970) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van de heer Johan Verstreken aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de werken op de as Brugge-Gent” (nr. 5-3971) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de mogelijke hacking van de computers bij Buitenlandse Zaken” (nr. 5-3972) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging – van mevrouw Vanessa Matz aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de vrijhandelsovereenkomst met de Verenigde Staten” (nr. 5-3973) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging – van mevrouw Vanessa Matz aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de sancties tegen Iran” (nr. 5-3974)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les frais d’aménagement de confort dans les hôpitaux » (no 5-3975)
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de accomodatiekosten in de ziekenhuizen” (nr. 5-3975)
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Wilfried Vandaele au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la gestion peu soigneuse des collections des musées fédéraux » (no 5-3976)
– van de heer Wilfried Vandaele aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “het onzorgvuldig beheer van de collecties van de federale musea” (nr. 5-3976)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bertin Mampaka Mankamba au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la Somalie » (no 5-3977) Commission des Relations extérieures et de la Défense
– van de heer Bertin Mampaka Mankamba aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “Somalië” (nr. 5-3977) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de Mme Cindy Franssen au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la reprise du travail après un cancer » (no 5-3978) Commission des Affaires sociales – de Mme Sabine Vermeulen au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « les filets fantômes » (no 5-3979) Commission des Finances et des Affaires économiques – de M. Bert Anciaux à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « l’expulsion de personnes intégrées et enracinées vers des pays dangereux » (no 5-3980) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de Mme Cindy Franssen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la consommation élevée d’antidépresseurs et d’antipsychotiques des personnes âgées » (no 5-3981) Commission des Affaires sociales
5-118 / p. 43
– van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de werkhervatting na kanker” (nr. 5-3978) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Sabine Vermeulen aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “het spookvissen” (nr. 5-3979) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van de heer Bert Anciaux aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “het uitwijzen van ingeburgerde en verankerde inwoners naar gevaarlijke landen” (nr. 5-3980) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “het hoge gebruik van antidepressiva en antipsychotica bij ouderen” (nr. 5-3981) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. François Bellot au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « SNCB Logistics et la forte réduction des activités en gare de Monceau » (no 5-3982)
– van de heer François Bellot aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “NMBS Logistics en de sterke vermindering van de activiteiten in het station van Monceau” (nr. 5-3982)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Johan Verstreken au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « la réhabilitation des militaires belges de la Première Guerre mondiale injustement condamnés à mort et exécutés » (no 5-3983)
– van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “het eerherstel voor ten onrechte ter dood veroordeelde en terechtgestelde Belgische militairen uit de Eerste Wereldoorlog” (nr. 5-3983)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Cécile Thibaut au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « le cumul de mandats du nouveau patron du rail » (no 5-3984)
– van mevrouw Cécile Thibaut aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de cumulatie van bestuursmandaten van de nieuwe spoorbaas” (nr. 5-3984)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’augmentation du soutien aux pays limitrophes de la Syrie » (no 5-3985)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de verhoging van de steun aan de buurlanden van Syrië” (nr. 5-3985)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Fabienne Winckel à la ministre de l’Emploi sur « la commission de bons offices » (no 5-3986) Commission des Affaires sociales
– van mevrouw Fabienne Winckel aan de minister van Werk over “de commissie voor goede diensten” (nr. 5-3986) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
5-118 / p. 44
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de Mme Fabienne Winckel à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la réduction de la durée de séjour en maternité » (no 5-3987) Commission des Affaires sociales – de Mme Fabienne Winckel au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « la redevance Diabolo » (no 5-3988) Commission des Finances et des Affaires économiques – de M. Bertin Mampaka Mankamba au secrétaire d’État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale sur « les recettes de la lutte contre la fraude fiscale » (no 5-3989)
– van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de vermindering van de verblijfsduur in een kraamkliniek” (nr. 5-3987) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Fabienne Winckel aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de Diabolotoeslag” (nr. 5-3988) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van de heer Bertin Mampaka Mankamba aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude over “de inkomsten van de strijd tegen de fiscale fraude” (nr. 5-3989)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Cindy Franssen au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur « la pension alimentaire relative aux droits de pension suite à un divorce » (no 5-3990)
– van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over “de alimentatie met betrekking tot pensioenrechten na scheiding” (nr. 5-3990)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Helga Stevens à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le manque de personnel dans les centraux d’alarme 100 et 101 » (no 5-3991)
– van mevrouw Helga Stevens aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het personeelstekort in de alarmcentrales 100 en 101” (nr. 5-3991)
Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de Mme Cindy Franssen au secrétaire d’État à l’Environnement, à l’Énergie et à la Mobilité, et aux Réformes institutionnelles sur « la boîte noire pour les jeunes conducteurs » (no 5-3992) Commission des Finances et des Affaires économiques – de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les élections législatives récentes au Rwanda » (no 5-3993) Commission des Relations extérieures et de la Défense – de Mme Marie Arena à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le déblocage de subsides visant la prévention de la radicalisation à Vilvorde » (no 5-3994) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Karl Vanlouwe au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « Belgacom et les logiciels espions retrouvés chez sa filiale BICS » (no 5-3995) Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, en voor Staatshervorming over “de zwarte doos voor jonge bestuurders” (nr. 5-3992) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de laatste parlementsverkiezingen in Rwanda” (nr. 5-3993) Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging – van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het vrijgeven van een subsidie voor de preventie van radicalisering in Vilvoorde” (nr. 5-3994) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Karl Vanlouwe aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “Belgacom en de gevonden afluistersoftware bij de dochteronderneming BICS” (nr. 5-3995) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 45
– de M. Johan Verstreken au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « l’absence de ratification du Protocole facultatif à la Convention sur la torture et autres traitements cruels, inhumains et dégradants » (no 5-3996)
– van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het uitblijven van de ratificatie van het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en ander wrede, onmenselijke of onterende handelingen” (nr. 5-3996)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Lies Jans à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les allocations familiales payées aux parents biologiques d’enfants placés » (no 5-3997) Commission des Affaires sociales – de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « un système d’avertissement de la présence de véhicules de police, de pompiers ou d’ambulances » (no 5-3998) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Benoit Hellings au premier ministre sur « un traité interdisant l’espionnage informatique » (no 5-3999) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
– van mevrouw Lies Jans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de kinderbijslag die wordt uitbetaald aan de biologische ouders van geplaatste kinderen” (nr. 5-3997) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “een verklikkingsysteem voor naderende politiewagens, ambulances of brandweerwagens” (nr. 5-3998) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Benoit Hellings aan de eerste minister over “een verdrag dat cyberspionage verbiedt” (nr. 5-3999) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
– de M. Karl Vanlouwe au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « Belgacom et les logiciels espions retrouvés chez sa filiale BICS » (no 5-4000)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “Belgacom en de gevonden afluistersoftware bij de dochteronderneming BICS” (nr. 5-4000)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Gérard Deprez à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les sages-femmes et la liberté pour la femme de choisir son professionnel pour le suivi de sa grossesse » (no 5-4001)
– van de heer Gérard Deprez aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de vroedvrouwen en de keuzevrijheid van een vrouw inzake de professionele begeleiding van haar zwangerschap” (nr. 5-4001)
Commission des Affaires sociales – de M. Huub Broers à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « le collège des gouverneurs » (no 5-4002) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Huub Broers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het college van gouverneurs” (nr. 5-4002) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
– de M. Johan Verstreken au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « la politique de la Société nationale des chemins de fer belges en matière de transport de bicyclettes » (no 5-4003)
– van de heer Johan Verstreken aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “het beleid van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen inzake het vervoer van fietsen” (nr. 5-4003)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bert Anciaux à la ministre de la Justice sur « la criminalisation croissante de l’action politique » (no 5-4004) Commission de la Justice
– van de heer Bert Anciaux aan de minister van Justitie over “de toenemende criminalisering van de politieke actie” (nr. 5-4004) Commissie voor de Justitie
5-118 / p. 46
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de Mme Cécile Thibaut au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la réforme des allocations aux personnes handicapées » (no 5-4005) Commission des Affaires sociales – de Mme Cindy Franssen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les honoraires des spécialistes dans les hôpitaux belges » (no 5-4006) Commission des Affaires sociales – de M. Karl Vanlouwe au secrétaire d’État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics sur « Belgacom et les logiciels espions retrouvés chez sa filiale BICS » (no 5-4007) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Gérard Deprez à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « l’adoption de règlements communaux relatifs à la prostitution » (no 5-4008) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Gérard Deprez à la ministre de la Justice sur « le premier rapport international de demandes gouvernementales publié par Facebook » (no 5-4009) Commission de la Justice – de M. Gérard Deprez au secrétaire d’État à l’Environnement, à l’Énergie et à la Mobilité, et aux Réformes institutionnelles sur « le montant de l’amende imposée aux cyclistes et aux piétons qui brûlent un feu rouge » (no 5-4010)
– van mevrouw Cécile Thibaut aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de hervorming van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap” (nr. 5-4005) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de specialistenhonoraria in de Belgische ziekenhuizen” (nr. 5-4006) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Karl Vanlouwe aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten over “Belgacom en de gevonden afluistersoftware bij de dochteronderneming BICS” (nr. 5-4007) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Gérard Deprez aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het aannemen van een gemeentelijk reglement inzake prostitutie” (nr. 5-4008) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Gérard Deprez aan de minister van Justitie over “het eerste rapport van gegevensaanvragen van wereldwijde overheden dat door Facebook werd uitgebracht” (nr. 5-4009) Commissie voor de Justitie – van de heer Gérard Deprez aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, en voor Staatshervorming over “het boetebedrag dat wordt opgelegd aan fietsers en voetgangers die een verkeerslicht negeren” (nr. 5-4010)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Fatiha Saïdi à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances (requalification de la question écrite no 5-9414) sur « les élections présidentielles turques de 2014 et les communes bruxelloises » (no 5-4011)
– van mevrouw Fatiha Saïdi aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen (herkwalificatie van schriftelijke vraag nr. 5-9414) over “de Turkse presidentiële verkiezingen van 2014 en de Brusselse gemeenten” (nr. 5-4011)
Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Johan Verstreken au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « les incidences du plan d’aménagement des espaces marins » (no 5-4012) Commission des Finances et des Affaires économiques – de Mme Cindy Franssen à la ministre de l’Emploi sur « la reprise du travail après un cancer » (no 5-4013) Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “de gevolgen van het marien ruimtelijk plan” (nr. 5-4012) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Werk over “de werkhervatting na kanker” (nr. 5-4013) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de M. Bert Anciaux à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « les fuites relatives à un dossier individuel d’asile » (no 5-4014) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
5-118 / p. 47
– van de heer Bert Anciaux aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “het lekken van informatie uit een individueel asieldossier” (nr. 5-4014) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
– de Mme Cécile Thibaut au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « la suppression des frais de roaming dans le Benelux » (no 5-4015)
– van mevrouw Cécile Thibaut aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “de afschaffing van de roamingkosten in de Benelux” (nr. 5-4015)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Sabine Vermeulen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la loi sur la presse au Burundi » (no 5-4016)
– van mevrouw Sabine Vermeulen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de perswet in Burundi” (nr. 5-4016)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Sabine Vermeulen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « le projet de loi sur les manifestations publiques au Burundi » (no 5-4017)
– van mevrouw Sabine Vermeulen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het wetsvoorstel inzake openbare manifestaties in Burundi” (nr. 5-4017)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « la cyberattaque de 2011 » (no 5-4018)
– van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de cyberaanval van 2011” (nr. 5-4018)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Karl Vanlouwe au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la rénovation des musées du Cinquantenaire » (no 5-4019) Commission des Finances et des Affaires économiques – de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la menace d’une épidémie de rougeole » (no 5-4020) Commission des Affaires sociales – de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les gardes de nuit des médecins généralistes » (no 5-4021) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les suppléments d’honoraires des services de soins intensifs » (no 5-4022) Commission des Affaires sociales
– van de heer Karl Vanlouwe aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de renovatie van de Jubelparkmusea” (nr. 5-4019) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de dreigende mazelenepidemie” (nr. 5-4020) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de nachtdiensten van de huisartsen” (nr. 5-4021) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de ereloonsupplementen op de dienst intensieve zorg” (nr. 5-4022) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
5-118 / p. 48
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les plaintes concernant la Dompéridone » (no 5-4023) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le contingentement-lissage des médecins et des dentistes » (no 5-4024) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les systèmes de codification » (no 5-4025) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les normes de reconnaissance des cliniques du sein » (no 5-4026) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide au secrétaire d’État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels et secrétaire d’État à la Politique scientifique sur « la décision relative à la reconnaissance et au droit aux allocations des personnes handicapées » (no 5-4027) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le remboursement de l’Avastin » (no 5-4028) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’approvisionnement en médicaments essentiels » (no 5-4029) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la demande électronique d’accréditation des médecins » (no 5-4030) Commission des Affaires sociales – de M. Philippe Mahoux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les lignes directrices sur l’éligibilité aux subventions, bourses et instruments financés par l’Union européenne des entités israéliennes dans les territoires occupés par Israël » (no 5-4031)
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de klachten over Domperidone” (nr. 5-4023) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de contingentering-lissage van artsen en tandartsen” (nr. 5-4024) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de coderingssystemen” (nr. 5-4025) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de erkenningsnormen voor borstklinieken” (nr. 5-4026) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid over “de beslissing omtrent de erkenning en het recht op tegemoetkoming voor personen met een handicap” (nr. 5-4027) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de terugbetaling van Avastin” (nr. 5-4028) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de bevoorrading van essentiële geneesmiddelen” (nr. 5-4029) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de elektronische accrediteringsaanvraag van artsen” (nr. 5-4030) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Philippe Mahoux aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de richtsnoeren betreffende de mogelijkheid van Israëlische entiteiten in de door Israël bezette gebieden om in aanmerking te komen voor door de Europese Unie gefinancierde subsidies, prijzen en financieringsinstrumenten” (nr. 5-4031)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. François Bellot au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « l’erreur administrative lors de l’indexation des montants du Code des impôts sur les revenus » (no 5-4032)
– van de heer François Bellot aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de administratieve fout bij de indexering van de bedragen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen” (nr. 5-4032)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 49
– de M. Richard Miller au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « le processus de paix dans la région des Grands Lacs » (no 5-4033)
– van de heer Richard Miller aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “het vredeproces in het Grote Merengebied” (nr. 5-4033)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. François Bellot à la ministre de l’Emploi sur « les frais administratifs facturés par les sociétés de titres-services » (no 5-4034) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le fractionnement du plasma sanguin humain » (no 5-4035) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le prolongement automatique du dossier médical global dans les maisons médicales » (no 5-4036) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la construction d’un centre d’hadronthérapie en Belgique » (no 5-4037) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’assistant en soins buccaux » (no 5-4038) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le remboursement de la valve aortique percutanée » (no 5-4039) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « certains dossiers relatifs à la publicité pour la chirurgie plastique » (no 5-4040) Commission des Affaires sociales – de M. Louis Ide à la ministre de la Justice sur « certains dossiers relatifs à la publicité pour la chirurgie plastique » (no 5-4041) Commission de la Justice – de Mme Cindy Franssen à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « le projet Housing First » (no 5-4042) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
– van de heer François Bellot aan de minister van Werk over “de administratieve kosten die door dienstenchequebedrijven worden aangerekend” (nr. 5-4034) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de fractionering van menselijk bloedplasma” (nr. 5-4035) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de automatische verlenging van het globaal medisch dossier bij wijkgezondheidscentra” (nr. 5-4036) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de bouw van een hadroncentrum in België” (nr. 5-4037) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de mondzorgassistent” (nr. 5-4038) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de terugbetaling van de percutane aortaklep” (nr. 5-4039) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “een aantal dossiers inzake reclame voor plastische chirurgie” (nr. 5-4040) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Louis Ide aan de minister van Justitie over “een aantal dossiers inzake reclame voor plastische chirurgie” (nr. 5-4041) Commissie voor de Justitie – van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “het project Housing First”(nr. 5-4042) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
5-118 / p. 50
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’agrément en orthodontie » (no 5-4043) Commission des Affaires sociales
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de erkenning van de orthodontie” (nr. 5-4043) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Johan Verstreken au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « l’arrêté royal d’exécution de la loi Partyka » (no 5-4044)
– van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet-Partyka” (nr. 5-4044)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bert Anciaux à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la demande d’indemnisation de la part de l’État belge dans l’affaire du scandale de la dioxine » (no 5-4045)
– van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de vraag om schadevergoeding vanwege de Belgische Staat in de zaak van het dioxineschandaal” (nr. 5-4045)
Commission des Affaires sociales – de M. Bart Laeremans à la ministre de la Justice sur « l’application de la loi étendant la transaction en matière pénale » (no 5-4046) Commission de la Justice – de Mme Fabienne Winckel à la ministre de l’Emploi sur « l’activation du comportement de recherche d’emploi des jeunes durant le stage d’insertion professionnelle » (no 5-4047) Commission des Affaires sociales – de Mme Marie Arena au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « les fonds d’investissement spéculatifs » (no 5-4048) Commission des Finances et des Affaires économiques – de Mme Fabienne Winckel au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « la mise en œuvre de la loi télécom et de la campagne d’informations prévue » (no 5-4049)
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over “de toepassing van de uitgebreide wet op de minnelijke schikkingen” (nr. 5-4046) Commissie voor de Justitie – van mevrouw Fabienne Winckel aan de minister van Werk over “de activering van het zoekgedrag naar werk van de jongeren tijdens de beroepsinschakelingstijd” (nr. 5-4047) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Marie Arena aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de hefboomfondsen” (nr. 5-4048) Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden – van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “de uitvoering van de telecomwet en de voorziene informatiecampagne” (nr. 5-4049)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Fabienne Winckel au vice-premier ministre et ministre de l’Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur « les contrats d’assurance pour smartphones » (no 5-4050)
– van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over “de verzekeringscontracten voor smartphones” (nr. 5-4050)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena à la ministre de la Justice sur « le rapport de l’Observatoire international des prisons concernant les prisons belges » (no 5-4051) Commission de la Justice
– van mevrouw Marie Arena aan de minister van Justitie over “het rapport van het Internationaal Observatorium voor het gevangeniswezen over de Belgische gevangenissen” (nr. 5-4051) Commissie voor de Justitie
– de Mme Marie Arena au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « l’évolution de la corruption dans les pays partenaires de la Belgique » (no 5-4052)
– van mevrouw Marie Arena aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de evolutie van de corruptie bij de partnerlanden van België” (nr. 5-4052)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 51
– de M. Bert Anciaux au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « la plainte du gouvernement flamand à propos du manque de concertation avec la SNCB sur ses projets » (no 5-4053)
– van de heer Bert Anciaux aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de klacht van de Vlaamse overheid over te weinig samenspraak met de NMBS over de toekomstplanning” (nr. 5-4053)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « les lois sur la presse et les associations sans but lucratif au Burundi » (no 5-4054)
– van mevrouw Marie Arena aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “de perswet en de wet inzake verenigingen zonder winstoogmerk in Burundi” (nr. 5-4054)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « le meurtre d’un homme d’affaires flamand à Mexico » (no 5-4055)
– van de heer Bart Laeremans aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de moord op een Vlaamse zakenman in Mexico” (nr. 5-4055)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Bart Laeremans à la ministre de la Justice sur « le meurtre d’un homme d’affaires flamand à Mexico » (no 5-4056) Commission de la Justice – de Mme Cindy Franssen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les bactéries productrices de bêta-lactamase à spectre étendu présentes dans la viande de poulet » (no 5-4058) Commission des Affaires sociales
– van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over “de moord op een Vlaamse zakenman in Mexico” (nr. 5-4056) Commissie voor de Justitie – van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de extended-spectrum bèta-lactamase-vormende bacteriën in kippenvlees” (nr. 5-4058) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « le Plan Marshall pour la Région des Grands Lacs » (no 5-4059)
– van mevrouw Marie Arena aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “het Marshallplan voor het Grote Merengebied” (nr. 5-4059)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Ahmed Laaouej au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « la situation préoccupante du Centre Inter Nos et de l’Amicale des Finances » (no 5-4060)
– van de heer Ahmed Laaouej aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de verontrustende situatie van het Inter Nos-centrum en de Vriendenbond van Financiën” (nr. 5-4060)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Ahmed Laaouej au secrétaire d’État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics sur « la réforme de la carrière de la fonction publique fédérale » (no 5-4061) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de Mme Marie Arena à la secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, à l’Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur « le projet pilote Housing First » (no 5-4062) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
– van de heer Ahmed Laaouej aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten over “de hervorming van de loopbaan bij de federale overheid” (nr. 5-4061) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van mevrouw Marie Arena aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over “het proefproject Housing First”(nr. 5-4062) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
5-118 / p. 52
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
– de Mme Zakia Khattabi à la ministre de la Justice sur « le non-respect de la compétence de la Cour européenne des droits de l’homme dans l’affaire Trabelsi » (no 5-4063) Commission de la Justice – de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « l’établissement d’un centre d’hadronthérapie en Belgique » (no 5-4064) Commission des Affaires sociales – de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « la politique en matière de prostitution » (no 5-4065) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
– van mevrouw Zakia Khattabi aan de minister van Justitie over “het niet respecteren van de bevoegdheden van het Europees Hof voor de rechten van de mens in de zaak Trabelsi” (nr. 5-4063) Commissie voor de Justitie – van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de oprichting van een centrum voor hadrontherapie in België” (nr. 5-4064) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het prostitutiebeleid” (nr. 5-4065) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
– de Mme Marie Arena au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur « les droits de l’homme en Russie » (no 5-4066)
– van mevrouw Marie Arena aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over “de mensenrechten in Rusland” (nr. 5-4066)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur « la présence militaire belge en Afghanistan après 2014 » (no 5-4067)
– van de heer Patrick De Groote aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over “de inzet van Belgische militairen in Afghanistan na 2014” (nr. 5-4067)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « le remboursement des réhospitalisations » (no 5-4068)
– van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de vergoeding van heropnames” (nr. 5-4068)
Commission des Affaires sociales – de M. Jacques Brotchi à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la légalisation dans un cadre thérapeutique des médicaments à base de cannabinoïdes » (no 5-4069) Commission des Affaires sociales – de M. Richard Miller à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « les récentes interpellations dans le cadre des ventes d’armes Smith & Wesson » (no 5-4070) Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives – de M. Jacques Brotchi à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « la recommandation du Conseil supérieur de la santé de limiter la consommation d’aliments contenant de l’huile de palme » (no 5-4071) Commission des Affaires sociales – de Mme Dominique Tilmans à la ministre de la Justice sur « les prestataires de soins dans les prisons » (no 5-4072) Commission de la Justice
Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Jacques Brotchi aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de legalisering van geneesmiddelen die cannabinoïden bevatten in een therapeutische context” (nr. 5-4069) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van de heer Richard Miller aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “de recente tenlasteleggingen met betrekking tot de verkoop van Smith & Wesson-wapens” (nr. 5-4070) Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden – van de heer Jacques Brotchi aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “het advies van de Hoge Raad voor de gezondheid om het gebruik van voedingsmiddelen met palmolie te beperken” (nr. 5-4071) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden – van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Justitie over “de zorgverstrekkers in de gevangenissen” (nr. 5-4072) Commissie voor de Justitie
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
– de Mme Dominique Tilmans à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur « les pédiatres hospitaliers » (no 5-4073) Commission des Affaires sociales
5-118 / p. 53
– van mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “de kinderartsen in ziekenhuizen” (nr. 5-4073) Commissie voor de Sociale Aangelegenheden
– de M. Richard Miller au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes sur « le plan Marshall pour la Région des Grands Lacs » (no 5-4074)
– van de heer Richard Miller aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over “het Marshallplan voor het Grote Merengebied” (nr. 5-4074)
Commission des Relations extérieures et de la Défense
Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging
– de Mme Christine Defraigne à la ministre de la Justice sur « l’application de la TVA aux avocats au 1er janvier 2014 » (no 5-4075) Commission de la Justice – de Mme Lieve Maes au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique sur « le coût d’une réduction de la TVA sur l’électricité » (no 5-4076)
– van mevrouw Christine Defraigne aan de minister van Justitie over “de btw-plicht van de advocaten vanaf 1 januari 2014” (nr. 5-4075) Commissie voor de Justitie – van mevrouw Lieve Maes aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over “de kostprijs van een btw-verlaging voor elektriciteit” (nr. 5-4076)
Commission des Finances et des Affaires économiques
Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden
– de M. Bart De Nijn à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des Chances sur « la stratégie de communication des services de secours et de sécurité » (no 5-4077)
– van de heer Bart De Nijn aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over “het communicatiebeleid van hulp- en veiligheidsdiensten” (nr. 5-4077)
Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives
Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden
Non-évocation
Niet-evocatie
Par message du 23 juillet 2013, le Sénat a retourné à la Chambre des représentants, en vue de la sanction royale, le projet de loi non évoqué qui suit :
Bij boodschap van 23 juli 2013 heeft de Senaat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers terugbezorgd, met het oog op de bekrachtiging door de Koning, het volgende niet-geëvoceerde wetsontwerp:
Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 portant création du Palais des Beaux-Arts sous la forme d’une société anonyme de droit public à finalité sociale et modifiant la loi du 30 mars 1995 concernant les réseaux de distribution d’émissions de radiodiffusion et l’exercice d’activités de radiodiffusion dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale (Doc. 5-2191/1).
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisieomroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad (Stuk 5-2191/1).
– Pris pour notification.
– Voor kennisgeving aangenomen.
Retrait d’une proposition
Intrekking van een voorstel
M. Francis Delpérée a retiré sa proposition de loi établissant un code de bonne conduite pour les membres de la famille royale et modifiant la loi du 7 mai 2000 attribuant une dotation annuelle à certains d’entre eux (5-1077).
De heer Francis Delpérée heeft zijn Wetsvoorstel tot vaststelling van een gedragscode voor de leden van de koninklijke familie en tot wijziging van de wet van 7 mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse dotatie aan sommige leden (5-1077) ingetrokken.
– Pris pour notification.
– Voor kennisgeving aangenomen.
5-118 / p. 54
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Dépôt de projets de loi
Indiening van wetsontwerpen
Le Gouvernement a déposé les projets de loi ci-après :
De Regering heeft volgende wetsontwerpen ingediend:
Projet de loi portant assentiment à l’Accord sur le transport aérien entre le Canada et la Communauté européenne et ses États membres, fait à Bruxelles le 17 décembre 2009 (Doc. 5-2209/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Luchtvervoersovereenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, gedaan te Brussel op 17 december 2009 (Stuk 5-2209/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à la Convention sur la sécurité sociale entre le Royaume de Belgique et le Monténégro, faite à Bruxelles le 9 juin 2010 (Doc. 5-2246/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro, opgemaakt te Brussel op 9 juni 2010 (Stuk 5-2246/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à la convention sur la sécurité sociale entre le Royaume de Belgique et la République de Serbie, faite à Bruxelles le 15 juillet 2010 (Doc. 5-2247/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië, opgemaakt te Brussel op 15 juli 2010 (Stuk 5-2247/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la République fédérale d’Allemagne, le Gouvernement de la République française et le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg, concernant la mise en place et l’exploitation d’un centre commun de coopération policière et douanière dans la zone frontalière commune, fait à Luxembourg le 24 octobre 2008 (Doc. 5-2250/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, betreffende de inwerkinstelling en de exploitatie van een gemeenschappelijk centrum voor politie- en douanesamenwerking in de gemeenschappelijke grensstreek, gedaan te Luxemburg op 24 oktober 2008 (Stuk 5-2250/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à la Convention no 189 concernant le travail décent pour les travailleuses et travailleurs domestiques, adoptée à Genève le 16 juin 2011 par la Conférence internationale du travail à sa 100e session (Doc. 5-2251/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag nr. 189 betreffende waardig werk voor het huispersoneel, aangenomen te Genève op 16 juni 2011 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar 100e zitting (Stuk 5-2251/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Accord entre le Royaume de Belgique et Antigua-et-Barbuda en vue de l’échange de renseignements en matière fiscale, fait à Bruxelles le 7 décembre 2009 (Doc. 5-2255/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en Antigua en Barbuda inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, gedaan te Brussel op 7 december 2009 (Stuk 5-2255/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 55
Projet de loi portant assentiment au Protocole modifiant la Convention entre le Royaume de Belgique et le Japon tendant à éviter les doubles impositions en matière d’impôts sur le revenu, fait à Bruxelles le 26 janvier 2010 (Doc. 5-2256/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Japan tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, gedaan te Brussel op 26 januari 2010 (Stuk 5-2256/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Accord entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de Montserrat, tel que mandaté par le gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord, en vue de l’échange de renseignements en matière fiscale, fait à Londres le 16 février 2010 (Doc. 5-2257/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van Montserrat, zoals gemachtigd door de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, gedaan te Londen op 16 februari 2010 (Stuk 5-2257/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Accord entre le Royaume de Belgique et Anguilla en vue de l’échange de renseignements en matière fiscale, signé à Bruxelles le 11 mai 2010 et à The Valley le 24 septembre 2010 (Doc. 5-2262/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Anguilla inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Brussel op 11 mei 2010 en in The Valley op 24 september 2010 (Stuk 5-2262/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment au Protocole facultatif à la Convention relative aux droits de l’enfant établissant une procédure de présentation de communications, adopté à New York le 19 décembre 2011 (Doc. 5-2263/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind inzake een mededelingsprocedure, aangenomen te New York op 19 december 2011 (Stuk 5-2263/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment au Statut de l’Agence internationale pour les énergies renouvelables (IRENA), fait à Bonn le 26 janvier 2009 (Doc. 5-2269/1).
Wetsontwerp houdende instemming met het Statuut van het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA), gedaan te Bonn op 26 januari 2009 (Stuk 5-2269/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment aux Amendements au Statut de Rome de la Cour pénale internationale relatifs au crime d’agression, adoptés à Kampala le 11 juin 2010 lors de la Conférence de révision du Statut de Rome (Doc. 5-2270/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Wijzigingen van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof betreffende de misdaad van agressie, aangenomen te Kampala op 11 juni 2010 tijdens de herzieningsconferentie van het Statuut van Rome (Stuk 5-2270/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Amendement à l’article 8 du Statut de Rome de la Cour pénale internationale, adopté à Kampala le 10 juin 2010 lors de la Conférence de révision du Statut de Rome (Doc. 5-2271/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, aangenomen te Kampala op 10 juni 2010 tijdens de Herzieningsconferentie van het Statuut van Rome (Stuk 5-2271/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de
5-118 / p. 56
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Relations extérieures et de la Défense.
Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Accord entre le Royaume de Belgique et les États-Unis d’Amérique sur le renforcement de la coopération dans la prévention et la lutte contre la criminalité grave, établi à Bruxelles le 20 septembre 2011 (Doc. 5-2274/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Staten van Amerika inzake de bevordering van de samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit, gedaan te Brussel op 20 september 2011 (Stuk 5-2274/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant assentiment à l’Arrangement entre le Royaume de Belgique et la République de l’Inde sur l’exercice d’activités à but lucratif par les conjoints du personnel de missions diplomatiques et de postes consulaires, conclu par échange des notes datées à New Delhi le 8 août 2012 (Doc. 5-2276/1).
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door de echtgenoten van het diplomatiek en consulair personeel, gesloten door uitwisseling van nota’s te new Delhi op 8 augustus 2012 (Stuk 5-2276/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Projet de loi portant réforme de la compétence, de la procédure et de l’organisation du Conseil d’État (Doc. 5-2277/1).
Wetsontwerp houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State (Stuk 5-2277/1).
– Le projet de loi a été envoyé à la commission de l’Intérieur et des Affaires administratives.
– Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden.
Communication informelle de traités
Informele mededeling van verdragen
Par lettre du 20 août 2013, le ministre des Finances a transmis au Sénat le texte du Protocole, signé à Bruxelles le 9 juillet 2013, modifiant la Convention entre le Royaume de Belgique et la République de Turquie tendant à éviter la double imposition en matière d’impôts sur le revenu.
Bij brief van 20 augustus 2013 heeft de minister van Financiën, aan de Senaat ter kennisgeving overgezonden, de tekst van het Protocol, ondertekend te Brussel op 9 juli 2013, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen.
Ce texte sera prochainement publié sur le site web du Service public fédéral Finances http://finances.belgium.be/fr.
Deze tekst zal tevens worden gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën http://financien.belgium.be/nl.
Ce Protocole n’a pas encore reçu l’assentiment des Chambres.
Dit Protocol werd nog niet goedgekeurd door de Kamers. er
Par lettre du 1 octobre 2013, le ministre des Finances a transmis au Sénat le texte du Protocole, signé à Mexico le 26 août 2013, modifiant la Convention entre le Royaume de Belgique et les États-Unis mexicains tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l’évasion fiscale en matière d’impôts sur le revenu.
Bij brief van 1 oktober 2013 heeft de minister van Financiën, aan de Senaat ter kennisgeving overgezonden, de tekst van het Protocol, ondertekend te Mexico op 26 augustus 2013, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Mexicaanse Staten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen.
Ce texte sera prochainement publié sur le site web du Service public fédéral Finances http://finances.belgium.be/fr.
Deze tekst zal tevens worden gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën http://financien.belgium.be/nl.
Ce Protocole n’a pas encore reçu l’assentiment des Chambres.
Dit Protocol werd nog niet goedgekeurd door de Kamers. Par lettre du 3 octobre 2013, le ministre des Finances a transmis au Sénat le texte de la Convention, signé à Montevideo le 23 août 2013, entre le Royaume de Belgique et la République orientale de l’Uruguay tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l’évasion fiscale en matière d’impôts sur le revenu.
Bij brief van 3 oktober 2013 heeft de minister van Financiën, aan de Senaat ter kennisgeving overgezonden, de tekst van de Overeenkomst, ondertekend op 23 augustus 2013 te Montevideo, tussen het Koninkrijk België en de Republiek ten Oosten van de Uruguay, tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
Ce texte sera prochainement publié sur le site web du Service public fédéral Finances http://finances.belgium.be/fr. Ce Protocole n’a pas encore reçu l’assentiment des Chambres.
5-118 / p. 57
Deze tekst zal tevens worden gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën http://financien.belgium.be/nl. Dit Protocol werd nog niet goedgekeurd door de Kamers.
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Cour constitutionnelle – Arrêts
Grondwettelijk Hof – Arresten
En application de l’article 113 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat :
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitter van de Senaat van:
– l’arrêt no 106/2013, rendu le 18 juillet 2013, en cause le recours en annulation partielle de l’article 2 de la loi du 12 septembre 2011 « modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, en vue de l’octroi d’une autorisation de séjour temporaire au mineur étranger non accompagné », et de l’article 23 de la loi du 19 janvier 2012 « modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers », introduit par l’asbl « Défense des Enfants – International – Belgique – Branche francophone (D.E.I. Belgique) » (numéro du rôle 5411) ;
– het arrest nr. 106/2013, uitgesproken op 18 juli 2013, inzake het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 2 van de wet van 12 september 2011 “tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen met het oog op de toekenning van een tijdelijke machtiging tot verblijf aan de niet-begeleide minderjarige vreemdeling”, en artikel 23 van de wet van 19 januari 2012 “tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen”, ingesteld door de vzw “Défense des Enfants – International – Belgique – Branche francophone (D.E.I. Belgique)” (rolnummer 5411);
– l’arrêt no 107/2013, rendu le 18 juillet 2013, en cause le recours en annulation de la loi du 19 janvier 2012 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, introduit par l’asbl « Association pour le droit des Étrangers » et autres (numéro du rôle 5469) ;
– het arrest nr. 107/2013, uitgesproken op 18 juli 2013, inzake het beroep tot vernietiging van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingesteld door de vzw “Association pour le droit des Étrangers” en anderen (rolnummer 5469);
– l’arrêt no 108 /2013, rendu le 18 juillet 2013, en cause le recours en annulation de l’article 46, §3, 5º, du décret de la Région flamande du 23 décembre 2011 relatif à la gestion durable de cycles de matériaux et de déchets, introduit par la SA « Holcim Belgique » et autres (numéro du rôle 5472) ;
– het arrest nr. 108/2013, uitgesproken op 18 juli 2013, inzake het beroep tot vernietiging van artikel 46, §3, 5º, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, ingesteld door de nv “Holcim België” en anderen (rolnummer 5472);
– l’arrêt no 109/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 24 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale, posée par la Cour du travail de Bruxelles (numéro du rôle 5466) ;
– het arrest nr. 109/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de prejudiciële vraag over artikel 24 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, gesteld door het Arbeidshof te Brussel (rolnummer 5466);
– l’arrêt no 110/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause le recours en annulation des articles 3 et 51 du décret de la Région wallonne du 9 février 2012 modifiant le Code wallon du logement, introduit par la ville d’Andenne (numéro du rôle 5473) ;
– het arrest nr. 110/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake het beroep tot vernietiging van de artikelen 3 en 51 van het decreet van het Waalse Gewest van 9 februari 2012 tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode, ingesteld door de stad Andenne (rolnummer 5473),
– l’arrêt no 111/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 255 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu’il est applicable en Région flamande, posée par le Tribunal de première instance de Gand (numéro du rôle 5474) ;
– het arrest nr. 111/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 255 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (rolnummer 5474);
– l’arrêt no 112/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 21, alinéa 2, des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973,
– het arrest nr. 112/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
5-118 / p. 58
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 5480) ;
12 januari 1973, gesteld door de Raad van State (rolnummer 5480);
– l’arrêt no 113/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause le recours en annulation de la loi du 11 avril 2012 modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d’ouverture dans le commerce, l’artisanat et les services en ce qui concerne les dérogations autorisées, introduit par la SPRL « Arpit » et autres (numéro du rôle 5481) ;
– het arrest nr. 113/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake het beroep tot vernietiging van de wet van 11 april 2012 tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening wat de toegelaten afwijkingen betreft, ingesteld door de bvba “Arpit” en anderen (rolnummer 5481);
– l’arrêt no 114/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause les recours en annulation de l’article 7.4.1/2 du Code flamand de l’Aménagement du territoire, tel qu’il a été inséré par l’article 35 du décret de la Région flamande du 11 mai 2012, introduits par la SA « Recover Energy » et par la commune de Lebbeke (numéros du rôle 5530 et 5531) ;
– het arrest nr. 114/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de beroepen tot vernietiging van artikel 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals ingevoegd bij artikel 35 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 11 mei 2012, ingesteld door de nv “Recover Energy” en door de gemeente Lebbeke (rolnummers 5530 en 5531);
– l’arrêt no 115/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 7.4.1/2 du Code flamand de l’Aménagement du Territoire, tel qu’il a été inséré par l’article 35 du décret du 11 mai 2012, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 5479) ;
– het arrest nr. 115/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals ingevoegd bij artikel 35 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 11 mei 2012, gesteld door de Raad van State (rolnummer 5479);
– l’arrêt no 116/2013, rendu le 31 juillet 2013, en cause les questions préjudicielles concernant l’article 29bis, §1er, alinéa 2, de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, tel que cet article a été modifié par l’article 2 de la loi du 19 janvier 2001 modifiant diverses dispositions relatives au régime de l’indemnisation automatique des usagers de la route les plus vulnérables et des passagers de véhicules, posées par le Tribunal de police de Bruxelles (numéros du rôle 5498 et 5522) ;
– het arrest nr. 116/2013, uitgesproken op 31 juli 2013, inzake de prejudiciële vragen over artikel 29bis, §1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 19 januari 2001 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen, gesteld door de Politierechtbank te Brussel (rolnummers 5498 en 5522);
– l’arrêt no 117/2013, rendu le 7 août 2013, en cause le recours en annulation partielle de la loi du 8 janvier 2012 « portant modifications de la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation du marché de l’électricité et de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations », introduit par la Commission de Régulation de l’Électricité et du Gaz (CREG) (numéro du rôle 5424) ;
– het arrest nr. 117/2013, uitgesproken op 7 augustus 2013, inzake het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 8 januari 2012 “tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen”, ingesteld door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) (rolnummer 5424);
– l’arrêt no 118/2013, rendu le 7 août 2013, en cause le recours en annulation de l’article 7, 1º, de la loi du 26 mars 2012 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne le règlement collectif de dettes, introduit par l’ « Orde van Vlaamse balies » (numéro du rôle 5490) ;
– het arrest nr. 118/2013, uitgesproken op 7 augustus 2013, inzake het beroep tot vernietiging van artikel 7, 1º, van de wet van 26 maart 2012 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft, ingesteld door de Orde van Vlaamse balies (rolnummer 5490);
– l’arrêt no 119/2013, rendu le 7 août 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 1907bis du Code civil, posée par la Cour d’appel de Bruxelles. (numéro du rôle 5501) ;
– het arrest nr. 119/2013, uitgesproken op 7 augustus 2013, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 1907bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel (rolnummer 5501);
– l’arrêt no 120/2013, rendu le 7 août 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 6, alinéa 1er, 1º, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 5510).
– het arrest nr. 120/2013, uitgesproken op 7 augustus 2013, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, eerste lid, 1º, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gesteld door de Raad van State (rolnummer 5510);
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 59
– l’arrêt no 121/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause les recours en annulation partielle de la loi du 8 juillet 2011 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers en ce qui concerne les conditions dont est assorti le regroupement familial, introduits par Abderrahman Achfri et autres (numéros du rôle 5227, 5245, 5248, 5249, 5250, 5277, 5312, 5317, 5320, 5325, 5326, 5327, 5334 à 5344, 5345, 5348 à 5353, 5354, 5355 à 5358, 5359, 5360 et 5361) ;
– het arrest nr. 121/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging, ingesteld door Abderrahman Achfri en anderen (rolnummers 5227, 5245, 5248, 5249, 5250, 5277, 5312, 5317, 5320, 5325, 5326, 5327, 5334 tot 5344, 5345, 5348 tot 5353, 5354, 5355 tot 5358, 5359, 5360 en 5361);
– l’arrêt no 122/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause la question préjudicielle relative à l’article 3, 3º, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale, posée par la Cour du travail d’Anvers (numéro du rôle 5389) ;
– het arrest nr. 122/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de prejudiciële vraag over artikel 3, 3º, tweede streepje, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen (rolnummer 5389);
– l’arrêt no 123/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause les questions préjudicielles relatives à l’article 9 de la loi du 8 juillet 2011 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers en ce qui concerne les conditions dont est assorti le regroupement familial, posées par le Conseil d’État (numéros du rôle 5426, 5427, 5428 et 5429) ;
– het arrest nr. 123/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de prejudiciële vragen over artikel 9 van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging, gesteld door de Raad van State (rolnummers 5426, 5427, 5428 en 5429);
– l’arrêt no 124/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause la question préjudicielle concernant l’article 4 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, posée par le Tribunal du travail de Liège (numéro du rôle 5515) ;
– het arrest nr. 124/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik (rolnummer 5515);
– l’arrêt no 125/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause les questions préjudicielles relatives à l’article 6, §2, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, posées par la Cour du travail de Bruxelles (numéro du rôle 5518) ;
– het arrest nr. 125/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de prejudiciële vragen betreffende artikel 6, §2, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, gesteld door het Arbeidshof te Brussel (rolnummer 5518);
– l’arrêt no 126/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause la question préjudicielle concernant les articles 59, alinéa 5, et 60, §3, 3º, d), des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, coordonnées par arrêté royal du 19 décembre 1939, posée par la Cour du travail de Mons (numéro du rôle 5375) ;
– het arrest nr. 126/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake de prejudiciële vraag over de artikelen 59, vijfde lid, en 60, §3, 3º, d), van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door het Arbeidshof te Bergen (rolnummer 5375);
– l’arrêt no 127/2013, rendu le 26 septembre 2013, en cause le recours en annulation de l’article 6 de la loi du 30 novembre 2011 modifiant la législation en ce qui concerne l’amélioration de l’approche des abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation d’autorité (article 458bis du Code pénal), introduit par l’ « Orde van Vlaamse balies » et Edgar Boydens (numéro du rôle 5458) ;
– het arrest nr. 127/2013, uitgesproken op 26 september 2013, inzake het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 30 november 2011 tot wijziging van de wetgeving wat de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie betreft (artikel 458bis van het Strafwetboek), ingesteld door de Orde van Vlaamse balies en Edgar Boydens (rolnummer 5458);
Cour constitutionnelle – Questions préjudicielles
Grondwettelijk Hof – Prejudiciële vragen
En application de l’article 77 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat :
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof aan de voorzitter van de Senaat kennis van:
– les questions préjudicielles concernant l’article 8, §1er, de la loi du 30 avril 1999 relative à l’occupation des travailleurs étrangers, posée par le Conseil d’État (numéros du rôle
– de prejudiciële vragen over artikel 8, §1, van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, gesteld door de Raad van State
5-118 / p. 60
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
5654 et 5661, joints aux 5631 et 5632) ;
(rolnummers 5654 en 5661, toegevoegd aan 5631 en 5632);
– la question préjudicielle relative à l’article 6 de la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil des demandeurs d’asile et de certaines autres catégories d’étrangers, tel qu’il a été modifié par l’article 6 de la loi du 19 janvier 2012, posée par le Tribunal du travail de Huy (numéro du rôle 5677) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 6 van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, zoals gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 19 januari 2012, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Hoei (rolnummer 5677);
– la question préjudicielle relative à l’article 418, alinéa 1er, du Code d’instruction criminelle, posée par la Cour de cassation (numéro du rôle 5678) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie (rolnummer 5678);
– la question préjudicielle relative à l’article 265, §2, du Code des sociétés, posée par le Tribunal de commerce d’Anvers (numéro du rôle 5681) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 265, §2, van het Wetboek van vennootschappen, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen (rolnummer 5681);
– la question préjudicielle relative à l’article 24, alinéa 4, de la loi sur les accidents du travail du 10 avril 1971, posée par le Tribunal du travail de Bruges (numéro du rôle 5683) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 24, vierde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brugge (rolnummer 5683);
– la question préjudicielle relative à l’article 36 des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 5691) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 36 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State (rolnummer 5691);
– les questions préjudicielles relatives aux articles 13 et 14 de la loi du 30 avril 1951 « sur les baux commerciaux, en vue de la protection du fonds de commerce », combinés ou non avec l’article 1736 du Code civil, posées par le Tribunal de commerce de Tongres (numéro du rôle 5692) ;
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 13 en 14 van de wet van 30 april 1951 “op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds”, al dan niet gelezen in samenhang met artikel 1736 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Tongeren (rolnummer 5692);
– les questions préjudicielles relatives à l’article 6 de la loi du 19 mars 1991 portant un régime de licenciement particulier pour les délégués du personnel aux conseils d’entreprise et aux comités de sécurité, d’hygiène et d’embellissement des lieux de travail, ainsi que pour les candidats délégués du personnel, posées par le Tribunal du travail de Dinant (numéro du rôle 5693) ;
– de prejudiciële vragen betreffende artikel 6 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Dinant (rolnummer 5693);
– les questions préjudicielles relatives aux articles 324ter, §1er, et 5, alinéa 3, 2º, du Code pénal, posées par la Cour d’appel de Gand (numéro du rôle 5694) ;
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 324ter, §1, en 5, derde lid, 2º, van het Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (rolnummer 5694);
– la question préjudicielle relative à l’article 1382 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Tournai (numéro du rôle 5695) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Doornik (rolnummer 5695);
– la question préjudicielle relative à l’article 19quater du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement subventionné et des centres subventionnés d’encadrement des élèves, posée par le Conseil d’État (numéro du rôle 5697) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 19quater van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, gesteld door de Raad van State (rolnummer 5697);
– la question préjudicielle relative à l’article 43bis du Code pénal et à la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, posée par le Tribunal de première instance d’Anvers (numéro du rôle 5698) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 43bis van het Strafwetboek en over de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (rolnummer 5698);
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 61
– la question préjudicielle relative à l’article 38, §3quater, 10º, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés, posée par la Cour du travail de Bruxelles (numéro du rôle 5700) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, §3quater, 10º, vierde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gesteld door het Arbeidshof te Brussel (rolnummer 5700);
– la question préjudicielle concernant l’article 62, alinéa 8, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, posée par le Tribunal de police de Dinant (numéro du rôle 5705) ;
– de prejudiciële vraag over artikel 62, achtste lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, gesteld door de Politierechtbank te Dinant (rolnummer 5705);
– la question préjudicielle relative à l’article 102 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, posée par la Cour du travail de Gand (numéro du rôle 5712) ;
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gesteld door het Arbeidshof te Gent (rolnummer 5712);
– les questions préjudicielles relatives aux articles 43, 3º, 702, 2º, et 860 et suivants du Code judiciaire, posées par la Cour du travail de Liège (numéro du rôle 5714) ;
– de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 43, 3º, 702, 2º, en 860 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Luik (rolnummer 5714);
– la question préjudicielle relative à l’article 330, §1er, alinéa 1er, deuxième phrase, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Turnhout (numéro du rôle 5716).
– de prejudiciële vraag betreffende artikel 330, §1, eerste lid, tweede zin, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout (rolnummer 5716).
– Pris pour notification.
– Voor kennisgeving aangenomen.
Cour constitutionnelle – Recours
Grondwettelijk Hof – Beroepen
En application de l’article 76 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le greffier de la Cour constitutionnelle notifie au président du Sénat :
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitter van de Senaat van:
– les recours en annulation de la loi du 13 décembre 2012 portant diverses dispositions modificatives relatives aux pensions du secteur public, en particulier les articles 3 (partiellement), 5 et 6, introduit par Mathieu Boscariol et autres (numéros du rôle 5655, 5656, 5657, 5658, 5671 et 5673, affaires jointes) ;
– de beroepen tot vernietiging van de wet van 13 december 2012 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende de pensioenen van de overheidssector, in het bijzonder de artikelen 3 (gedeeltelijk), 5 en 6, ingesteld door Mathieu Boscariol en anderen (rolnummers 5655, 5656, 5657, 5658, 5671 en 5673, samengevoegde zaken);
– les recours en annulation partielle de la loi du 27 décembre 2012 portant modifications de la loi du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales, introduit par la SA « Electrabel », la SA « EDF Luminus » et la SA « EDF Belgium » (numéros du rôle 5663, 5685 et 5686, affaires jointes) ;
– de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 27 december 2012 tot wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, ingesteld door de nv “Electrabel”, de nv “EDF Luminus” en de nv “EDF Belgium” (rolnummers 5663, 5685 en 5686, samengevoegde zaken);
– les recours en annulation totale ou partielle de la loi du 13 décembre 2012 portant diverses dispositions modificatives relatives aux pensions du secteur public, introduit par l’asbl « Koninklijke Kring van Officieren van de Lokale Politie van Antwerpen en Omliggende Politiezones » et autres et par l’asbl « Syndicaat van de Belgische Politie » (numéros du rôle 5669 et 5670, affaires jointes) ;
– de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 13 december 2012 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende de pensioenen van de overheidssector, ingesteld door de vzw “Koninklijke Kring van Officieren van de Lokale Politie van Antwerpen en Omliggende Politiezones” en anderen en door de vzw “Syndicaat van de Belgische Politie” (rolnummers 5669 en 5670, samengevoegde zaken);
– les recours en annulation des articles 23 à 29 de la loi du 27 décembre 2012 portant dispositions diverses en matière d’accessibilité aux soins de santé, introduit par l’asbl « Association Belge des Syndicats Médicaux », Jean-Olivier Amiel et autres, la SPRL « Foot and Ankle Institute » et autres, l’asbl « Collectif médecine hospitalière » et autres, l’asbl « Association des Médecins
– de beroepen tot vernietiging van de artikelen 23 tot 29 van de wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidszorg, ingesteld door de vzw “Belgische Vereniging van Artsensyndicaten”, Jean-Olivier Amiel en anderen, de vzw “Foot and Ankle Institute” en anderen, de vzw “Collectif médecine hospitalière” en anderen, de vzw “Association
5-118 / p. 62
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
exerçant aux Cliniques Saint-Joseph » et autres et Jean-Paul David et autres (numéros du rôle 5672, 5680, 5682, 5684, 5688 et 5689, affaires jointes) ;
des Médecins exerçant aux Cliniques Saint-Joseph” en anderen en door Jean-Paul David en anderen (rolnummers 5672, 5680, 5682, 5684, 5688 en 5689, samengevoegde zaken);
– les recours en annulation de l’article 13 du décret de la Région wallonne du 19 décembre 2012 contenant le budget général de recettes de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2013, introduit par l’union professionnelle « Belgian Gaming Association » et autres et par la SA « Circus Belgium » et autres (numéros du rôle 5674 et 5676, affaires jointes) ;
– de beroepen tot vernietiging van artikel 13 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2012 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2013, ingesteld door de beroepsvereniging “Belgian Gaming Association” en anderen en door de nv “Circus Belgium” en anderen (rolnummers 5674 en 5676, samengevoegde zaken);
– le recours en annulation totale ou partielle (les articles 10 à 12) du décret de la Région wallonne du 19 décembre 2012 contenant le budget général des recettes de la Région wallonne pour l’année budgétaire 2013, introduit par l’asbl « Fédération Belge des Entreprises Électriques et Gazières » (FEBEG) et l’asbl « EDORA – Fédération de l’Énergie d’Origine Renouvelable et Alternative » (numéro du rôle 5675) ;
– het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging (de artikelen 10 tot 12) van het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2012 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2013, ingesteld door de vzw “Federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven” (FEBEG) en de vzw “EDORA – Fédération de l’Énergie d’Origine Renouvelable et Alternative” (rolnummer 5675);
– le recours en annulation partielle de l’article 20, §2, du décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l’année budgétaire 2013, introduit par l’Enseignement communautaire (numéro de rôle 5687) ;
– het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 20, §2, van het decreet van 21 december 2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013, ingesteld door het Gemeenschapsonderwijs (rolnummer 5687);
– le recours en annulation partielle de l’article 39/81 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, tel qu’il a été modifié par l’article 2 de la loi du 31 décembre 2012 portant des dispositions diverses, spécialement en matière de justice, introduit par l’asbl « Syndicat des Avocats pour la Démocratie » (numéro du rôle 5690) ;
– het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 39/81 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 31 december 2012 houdende diverse bepalingen inzonderheid betreffende justitie, ingesteld door de vzw “Syndicat des Avocats pour la Démocratie” (rolnummer 5690);
– le recours en annulation du décret de la Région wallonne du 12 février 2009 « ratifiant le permis délivré pour la construction d’une route de type RGG (E420) entre Frasnes-lez-Couvin et Brûly (contournement de Couvin et liaison Couvin-Brûly) en application du décret du 17 juillet 2008 relatif à quelques permis pour lesquels il existe des motifs impérieux d’intérêt général », introduit par Philippe Nameche (numéro du rôle 5699) ;
– het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 12 februari 2009 “ter bekrachtiging van de vergunning afgeleverd voor de aanleg van een weg van het type RGG (E420) tussen Frasen-lez-Couvin en Brûly (singelweg Couvin en verkeersverbinding Couvin-Brûly) overeenkomstig het decreet van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan”, ingesteld door Philippe Nameche (rolnummer 5699);
– le recours en annulation des allocations de base 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 et 10.006.64.14.6321 et, dans la mesure où ils sont relatifs aux allocations de bases précitées, des articles 10 et 16 de l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 décembre 2012 contenant le Budget général des Dépenses de la Région de Bruxelles-Capitale pour l’année budgétaire 2013, introduit par le Gouvernement flamand (numéro du rôle 5701) ;
– het beroep tot vernietiging van de basisallocaties 03.002.42.01.4510, 03.003.42.01.4510, 10.005.27.08.4322, 10.005.28.03.6321 en 10.006.64.14.6321 en, in zoverre zij op de voormelde basisallocaties betrekking hebben, van de artikelen 10 en 16 van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 december 2012 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2013, ingesteld door de Vlaamse Regering (rolnummer 5701);
– les recours en annulation de l’article 7 de la loi du 14 janvier 2013 portant des dispositions fiscales et autres en matière de justice, introduit par l’Ordre des barreaux francophones et germanophone et par Kurt Van Mossevelde (numéros du rôle 5702 et 5704, affaires jointes) ;
– de beroepen tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 14 januari 2013 houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie, ingesteld door de “Ordre des barreaux francophones et germanophone” en door Kurt Van Mossevelde (rolnummers 5702 en 5704, samengevoegde zaken);
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 63
– le recours en annulation de l’article 180, 1º, combiné avec l’article 220, 2º, du Code des impôts sur les revenus 1992, introduit par la régie communale autonome « Elektriciteitsnet Izegem » (numéro du rôle 5703) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 180, 1º, in samenhang gelezen met artikel 220, 2º, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingesteld door het autonoom gemeentebedrijf “Elektriciteitsnet Izegem” (rolnummer 5703);
– le recours en annulation de l’article 2 de la loi du 14 janvier 2013 modifiant la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile (modifications apportées à l’article 10 de la loi du 31 décembre 1963), introduit par la ville de Menin et autres (numéro du rôle 5706) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de wet van 14 januari 2013 tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming (wijzigingen in artikel 10 van de wet van 31 december 1963), ingesteld door de stad Menen en anderen (rolnummer 5706);
– le recours en annulation partielle de l’article 20, §2, du décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l’année budgétaire 2013, introduit par l’Enseignement communautaire (numéro du rôle 5707) ;
– het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 20, §2, van het decreet van 21 december 2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013, ingesteld door het Gemeenschapsonderwijs (rolnummer 5707);
– le recours en annulation de l’article 6, 3º, de la loi du 11 juillet 2013 modifiant le régime de régularisation fiscale et instaurant une régularisation sociale (modification apportée à l’article 124, alinéa 4, de la loi-programme du 27 décembre 2005), introduit par la SPRL « Enjoy » (numéro du rôle 5709) ;
– het beroep tot vernietiging van artikel 6, 3º, van de wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het systeem van fiscale regularisatie en tot invoering van een sociale regularisatie (wijziging van artikel 124, vierde lid, van de programmawet van 27 december 2005), ingesteld door de bvba “Enjoy” (rolnummer 5709);
– le recours en annulation des articles 4 et 5 de la loi du 1er juillet 2013 modifiant la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, introduite par Luc Lamine (numéro du rôle 5713).
– het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 5 van de wet van 1 juli 2013 tot wijziging van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, ingesteld door Luc Lamine (rolnummer 5713).
– Pris pour notification.
– Voor kennisgeving aangenomen.
Conseil consultatif de la magistrature
Adviesraad van de magistratuur
Par lettre du 27 juin 2013, le Président du Conseil consultatif de la magistrature a transmis au Sénat, conformément à l’article 5 de la loi du 8 mars 1999 instaurant un Conseil consultatif de la magistrature, l’avis ci-après :
Bij brief van 27 juni 2013 heeft de Voorzitter van de Adviesraad van de magistratuur, overeenkomstig artikel 5 van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur volgend advies aan de Senaat overgezonden:
– Avis sur le texte de l’avant-projet de loi relatif à l’introduction d’une gestion autonome pour l’organisation judiciaire,
– Advies over de tekst van het voorontwerp van wet betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de Rechterlijke Organisatie,
approuvé par le Conseil consultatif de la magistrature le 20 juin 2013.
goedgekeurd door de Adviesraad van de magistratuur op 20 juni 2013.
– Envoi à la commission de la Justice.
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie.
Comité permanent de contrôle des services Vast Comité van toezicht op de de renseignements inlichtingendiensten Par lettre du 30 août 2013, le président du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de l’organe de coordination pour l’analyse de la menace a transmis au Sénat, conformément à l’article 35, 1º, de la loi organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de renseignements, le rapport d’activités pour 2012.
Bij brief van 30 augustus 2013 heeft de voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten, overeenkomstig artikel 35, 1º, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op de politie- en inlichtingendiensten en op het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag voor 2012.
– Envoi à la commission chargée du suivi du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.
– Verzonden naar de commissie belast met de begeleiding van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
5-118 / p. 64
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
SPF Affaires étrangères, Commerce FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse extérieur et Coopération au Développement Handel en Ontwikkelingssamenwerking Par lettre du 30 juillet 2013, le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes a transmis au Sénat, conformément à l’article 2 de la loi du 2 décembre 1957, portant approbation du Traité CEE, le rapport annuel pour 2012.
Bij brief van 30 juli 2013 heeft de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken overeenkomstig artikel 2 van de wet van 2 december 1957 houdende de goedkeuring van het EEG-Verdrag aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag voor 2012.
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Direction générale de la coopération internationale – Coopération technique belge
Directie-generaal internationale samenwerking – Belgische technische coöperatie
Par lettre du 26 août 2013, le président de la Coopération technique belge a transmis au Sénat, conformément à l’article 30, §3, alinéa 4, de la loi du 21 décembre 1998 portant création de la « Coopération technique belge » sous la forme d’une société de droit public, le rapport annuel pour 2012.
Bij brief van 26 augustus 2013 heeft de voorzitter van de Belgische technische coöperatie, overeenkomstig artikel 30, §3, vierde lid, van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de “Belgische Technische Coöperatie” in de vorm van een vennootschap van publiek recht aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag voor 2012.
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Entreprises publiques économiques – SNCB
Economische Overheidsbedrijven – NMBS
Par lettre du 19 septembre 2013, le ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement a transmis au Sénat, conformément à l’article 27, §3, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, le rapport annuel et les comptes annuels pour l’année d’activité 2012.
Bij brief van 19 september 2013 heeft de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking overeenkomstig artikel 27, §3, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag en de jaarrekening over het dienstjaar 2012.
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques.
– Verzonden aan de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.
Entreprises publiques économiques – SNCB Holding
Economische Overheidsbedrijven – NMBS Holding
Par lettre du 19 septembre 2013, le ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement a transmis au Sénat, conformément à l’article 27, §5, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, les comptes annuels, le rapport annuel, les comptes consolidés et le rapport du Collège des Commissaires pour 2012.
Bij brief van 19 september 2013 heeft de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, overeenkomstig artikel 27, §5 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aan de Senaat overgezonden, de jaarrekening, het jaarverslag, de geconsolideerde jaarrekening en het verslag van het College van Commissarissen voor 2012.
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques.
– Verzonden aan de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 65
Entreprises publiques économiques – Infrabel
Economische Overheidsbedrijven – Infrabel
Par lettre du 19 septembre 2013, le ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au Développement a transmis au Sénat, conformément à l’article 27, §5, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, le rapport annuel, le rapport annuel aux actionnaires, les comptes annuels et le rapport du collège des commissaires pour l’année d’activité 2012.
Bij brief van 19 september 2013 heeft de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, overeenkomstig artikel 27, §5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag, het jaarverslag voor de aandeelhouders, de jaarrekening en het verslag van de commissarissen voor het dienstjaar 2012.
– Envoi à la commission des Finances et des Affaires économiques.
– Verzonden aan de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.
Comité consultatif de Bioéthique de Belgique
Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek
Par lettre du 10 septembre 2013 2013, le président du Comité consultatif de Bioéthique a transmis au Sénat :
Bij brief van 10 september 2013 heeft de voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek aan de Senaat overgezonden:
– l’avis no 55 du 13 mai 2013 relatif à la prise en charge des patients atteints de tuberculose multirésistante dans une perspective de protection de la santé publique.
– het advies nr. 55 van 13 mei 2013 betreffende de behandeling van patiënten met multiresistente tuberculose vanuit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid.
– Envoi à la commission des Affaires sociales et à la commission de la Justice.
– Verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden en naar de commissie voor de Justitie.
SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement – Observatoire de la mobilité des patients
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Observatorium voor patiëntenmobiliteit
Par lettre du 23 juillet 2013, le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement a transmis au Sénat, conformément à l’article 4, §5, de la loi du 4 juin 2007 modifiant la législation en vue de promouvoir la mobilité des patients (1), le rapport annuel pour 2012.
Bij brief van 23 juli 2013 heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, overeenkomstig artikel 4, §5, van de wet van 4 juni 2007 tot wijziging van de wetgeving met het oog op de bevordering van de patiëntenmobiliteit (1), aan de Senaat overgezonden, het jaarlijks verslag voor 2012.
– Envoi à la commission des Affaires sociales.
– Verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden.
Comité de gestion et de surveillance du Fichier central des avis de saisie, de délégation de cession et de règlement collectif de dettes
Beheers- en toezichtcomité van het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling
Par lettre du 2 août 2013, le président du Comité de gestion et de surveillance du Fichier central des avis de saisie, de délégation de cession et de règlement collectif de dettes a transmis au Sénat, conformément à l’article 1389bis/11, du Code judiciaire, le rapport annuel pour 2012.
Bij brief van 2 augustus 2013 heeft de voorzitter van het Beheers- en toezichtcomité van het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, overeenkomstig artikel 1389bis/11, van het Gerechtelijk Wetboek aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag voor 2012.
– Envoi à la commission de la Justice.
– Verzonden naar de commissie voor de Justitie.
5-118 / p. 66
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Commission nationale permanente du Pacte culturel
Vaste nationale cultuurpactcommissie
Par lettre du 13 août 2013, le président de la Commission nationale permanente du Pacte culturel a transmis au Sénat, conformément à l’article 26 de la loi du 16 juillet 1973 garantissant la protection des tendances idéologiques et philosophiques, le rapport annuel de la Commission pour l’année 2012.
Bij brief van 13 augustus 2013, heeft de voorzitter van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie, overeenkomstig artikel 26 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag van de Commissie voor het jaar 2012.
– Envoi à la commission des Affaires institutionnelles.
– Verzonden naar de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden.
Pétitions
Verzoekschriften
Par lettre du 25 septembre 2013, M. A. M. a transmis au Sénat une pétition sur la requête civile.
Bij brief van 25 september 2013 heeft de heer A. M., aan de Senaat overgezonden, een verzoekschrift over de herroeping van het gewijsde.
– Envoi à la commission de l’Intérieur et des Affaires administratives et à la commission des Relations extérieures et de la Défense.
– Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden en naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Parlement européen
Europees Parlement
Par lettre du 25 juillet 2013, le président du Parlement européen a transmis au Sénat le texte ci-après :
Bij brief van 25 juli 2013 heeft de voorzitter van het Europees Parlement aan de Senaat volgende tekst overgezonden:
– Résolution législative du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur la proposition de règlement du Parlement européen et du Conseil modifiant le statut des fonctionnaires et le régime applicable aux autres agents de l’Union européenne ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;
– Résolution législative du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur le projet de décision du Conseil autorisant certains États membres à ratifier le protocole d’amendement de la Convention de Vienne du 21 mai 1963 relative à la responsabilité civile en matière de dommages nucléaires, ou à y adhérer, dans l’intérêt de l’Union européenne, et à faire une déclaration relative à l’application des dispositions internes pertinentes du droit de l’Union ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over het ontwerpbesluit van de Raad waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het Protocol tot wijziging van het Verdrag van Wenen inzake wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van 21 mei 1963 te bekrachtigen of daartoe toe te treden, en om een verklaring af te leggen over de toepassing van de desbetreffende interne regels van het Unierecht;
– Résolution du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur le premier rapport annuel de la Commission au Parlement européen sur les activités des organismes de crédit à l’exportation des États membres ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over het eerste jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over de activiteiten van de exportkredietinstellingen van de lidstaten;
– Résolution législative du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur la proposition de directive du Parlement européen et du Conseil portant modification de la directive 2009/16/CE relative au contrôle par l’État du port ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole;
– Résolution législative du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur la proposition de directive du Parlement européen et du Conseil modifiant les directives 2000/60/CE et 2008/105/CE en ce qui concerne les substances prioritaires pour la politique dans le domaine de l’eau ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijnen 2000/60/EG en 2008/105/EG betreffende prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid;
Belgische Senaat – Plenaire vergaderingen – Donderdag 10 oktober 2013 – Namiddagvergadering – Handelingen
5-118 / p. 67
– Résolution du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur la croissance bleue : améliorer la croissance durable dans le secteur marin, le transport maritime et le tourisme de l’Union ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over blauwe groei: bevordering van de duurzame ontwikkeling in de mariene, maritieme en toeristische sectoren in de EU;
– Résolution du Parlement européen du 2 juillet 2013 sur la contribution des coopératives à la sortie de la crise ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2013 over de bijdrage van coöperaties aan de bestrijding van de crisis;
– Résolution du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur l’accord politique concernant le cadre financier pluriannuel 2014-2020 ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over het politieke akkoord over het meerjarig financieel kader 2014-2020;
– Résolution législative du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la proposition de décision du Conseil modifiant la décision 97/836/CE en vue de l’adhésion de la Communauté européenne à l’accord de la Commission économique pour l’Europe des Nations unies concernant l’adoption de prescriptions techniques uniformes applicables aux véhicules à roues, aux équipements et aux pièces susceptibles d’être montés ou utilisés sur un véhicule à roues et les conditions de reconnaissance réciproque des homologations délivrées conformément à ces prescriptions (« accord révisé de 1958 ») ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over het ontwerpbesluit van de Raad tot wijziging van Besluit 97/836/EG inzake de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (“Herziene Overeenkomst van 1958”);
– Résolution législative du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la projet de décision du Conseil modifiant la décision 2000/125/CE du Conseil du 31 janvier 2000 relative à la conclusion de l’accord concernant l’établissement de règlements techniques mondiaux applicables aux véhicules à roues ainsi qu’aux équipements et pièces qui peuvent être montés et/ou utilisés sur les véhicules à roues (« accord parallèle ») ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over het ontwerpbesluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/125/EG van 31 januari 2000 betreffende de sluiting van de overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (“parallelle overeenkomst”);
– Résolution législative du Parlement européen du 3 juillet 2013 relative à la position du Conseil en première lecture en vue de l’adoption du règlement du Parlement européen et du Conseil relatif aux enquêtes effectuées par l’Office européen de lutte antifraude (OLAF) et abrogeant le règlement (CE) no 1073/1999 du Parlement européen et du Conseil et le règlement (Euratom) no 1074/1999 du Conseil ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EURATOM) nr. 1074/1999 van de Raad;
– Résolution législative du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil relative aux menaces transfrontières graves pour la santé ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid;
– Résolution législative du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la proposition de directive du Conseil mettant en œuvre une coopération renforcée dans le domaine de la taxe sur les transactions financières ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van belasting op financiële transacties;
– Résolution du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la sécurité routière 2011-2020 – premiers jalons d’une stratégie relative aux blessés de la route ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over verkeersveiligheid 2011-2020 – Eerste stappen op weg naar een strategie inzake letsels;
– Résolution du Parlement européen du 3 juillet 2013 sur la situation en matière de droits fondamentaux : normes et pratiques en Hongrie (conformément à la résolution du Parlement européen du 16 février 2012 ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over de situatie op het gebied van de grondrechten: normen en praktijken in Hongarije (naar aanleiding van de resolutie van het Europees Parlement van 16 februari 2012);
– Résolution du Parlement européen du 3 juillet 2013 concernant le cadre de contrôle interne intégré ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over een geïntegreerd internecontrolekader;
– Résolution législative du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur le projet commun, approuvé par le comité de conciliation, de décision du Parlement européen et du
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een
5-118 / p. 68
Sénat de Belgique – Séances plénières – Jeudi 10 octobre 2013 – Séance de l’après-midi – Annales
Conseil accordant une assistance macrofinancière supplémentaire à la Géorgie ;
besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Georgië;
– Résolution législative du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur la proposition de directive du Parlement européen et du Conseil relative aux attaques visant les systèmes d’information et abrogeant la décision-cadre 2005/222/JAI du Conseil ;
– Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over aanvallen op informatiesystemen en tot intrekking van Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur le programme de surveillance de l’agence nationale de sécurité américaine (NSA), les organismes de surveillance de plusieurs États membres et leur impact sur la vie privée des citoyens de l’Union ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over de toezichtprogramma’s van de NSA in de VS, medewerking van IT-bedrijven, nationale intelligentiediensten en de gevolgen voor de privacy van EU-onderdanen;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur l’amélioration des modalités pratiques d’organisation des élections européennes de 2014 ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over verbetering van de modaliteiten voor de organisatie van de Europese verkiezingen van 2014;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur le thème : « Exportations d’armements : mise en œuvre de la position commune 2008/944/PESC du Conseil » ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over wapenuitvoer: uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur la télévision hybride (télévision connectée) ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over connected tv;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 relative à la position du Conseil sur le projet de budget rectificatif no 1/2013 de l’Union européenne pour l’exercice 2013, section III – Commission ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2013 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, afdeling III – Commissie;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur les priorités du Parlement européen pour le programme de travail de la Commission pour 2014 ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over de prioriteiten van het Europees Parlement met betrekking tot het werkprogramma van de Commissie voor 2014;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur la crise en Égypte ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over de crisis in Egypte;
– Résolution du Parlement européen du 4 juillet 2013 sur la situation au Nigeria ;
– Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over de situatie in Nigeria.
adopté au cours de la période de session du 1er au 4 juillet 2013.
aangenomen tijdens de vergaderperiode van 1 tot en met 4 juli 2013.
– Envoi à la commission des Relations extérieures et de la Défense et au Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes.
– Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging en naar het Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden.
17088
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C − 2014/09077] 14 FEBRUARI 2014. — Wet met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. — Algemene bepaling
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [C − 2014/09077] 14 FEVRIER 2014. — Loi relative à la procédure devant la Cour de Cassation en matière pénale (1) PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : CHAPITRE 1er. — Disposition générale
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
HOOFDSTUK 2. — Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
CHAPITRE 2. — Modifications du Code d’instruction criminelle
Art. 2. Artikel 251 van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 2. L’article 251 du Code d’instruction criminelle, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Art. 3. Artikel 252 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 3. L’article 252 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Art. 4. Artikel 253 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 4. L’article 253 du même Code, rétabli par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Art. 5. Artikel 291 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, wordt opgeheven.
Art. 5. L’article 291 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, est abrogé.
Art. 6. In artikel 337, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden “, bedoeld in artikel 359” opgeheven.
Art. 6. Dans l’article 337, alinéa 3, du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, les mots “visé à l’article 359” sont abrogés.
Art. 7. In artikel 359 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 7. Dans l’article 359 du même Code, remplacé par la loi du 21 décembre 2009, sont apportées les modifications suivantes :
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
1° l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
“De veroordeelde heeft vijftien dagen na de dag waarop het arrest op tegenspraak is uitgesproken, om ter griffie te verklaren dat hij een eis tot cassatie instelt.”;
“Le condamné a quinze jours après celui où l’arrêt a été prononcé contradictoirement pour déclarer au greffe qu’il se pourvoit en cassation.”;
2° in het vierde lid worden de woorden “tot de ontvangst van het arrest van het Hof van Cassatie” vervangen door de woorden “tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie”.
2° à l’alinéa 4, les mots “jusqu’à la réception de l’arrêt de la Cour de Cassation” sont remplacés par les mots “jusqu’au prononcé de l’arrêt de la Cour de Cassation”.
Art. 8. Artikel 407 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 juni 1976, wordt opgeheven.
Art. 8. L’article 407 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 22 juin 1976, est abrogé.
Art. 9. In artikel 408, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden “, van de oudste nietige akte af” opgeheven.
Art. 9. Dans l’article 408, alinéa 1er, du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, à partir du plus ancien acte nul” sont abrogés.
Art. 10. Artikel 409 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 10. L’article 409 du même Code est abrogé.
Art. 11. Artikel 411 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 11. L’article 411 du même Code est abrogé.
Art. 12. Artikel 413 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 12. L’article 413 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 413. Wanneer de beschuldigde of de beklaagde is vrijgesproken, kan niemand tegen hem de schending of het verzuim aanvoeren van de vormen die voorgeschreven zijn om zijn verdediging te verzekeren.”
“Art. 413. Lorsque l’accusé ou le prévenu aura été acquitté, nul ne pourra se prévaloir contre lui de la violation ou omission des formes prescrites pour assurer sa défense.”
Art. 13. Artikel 414 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 13. L’article 414 du même Code est abrogé.
Art. 14. Artikel 415 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt opgeheven.
Art. 14. L’article 415 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est abrogé.
Art. 15. In boek II, titel III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt :
Art. 15. Dans le livre II, titre III, du même Code, l’intitulé du chapitre II est remplacé par ce qui suit :
“Hoofdstuk II. — Rechtspleging in cassatie”.
“Chapitre II. — De la procédure en cassation”.
Art. 16. Artikel 416 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 16. L’article 416 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 16 janvier 2009, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 416. De partijen kunnen slechts cassatieberoep instellen indien zij daartoe hoedanigheid en belang hebben.”.
“Art. 416. Les parties ne peuvent former un pourvoi en cassation que si elles ont qualité et intérêt pour le former.”.
Art. 17. Artikel 417 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 1974, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 17. L’article 417 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 20 décembre 1974, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 417. Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van buitenvervolgingstelling.”.
“Art. 417. Le ministère public et la partie civile peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de non-lieu.”.
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
17089
Art. 18. Artikel 418 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 18. L’article 418 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 418. Enkel tegen gerechtelijke beslissingen in laatste aanleg gewezen kan cassatieberoep worden ingesteld.”.
“Art. 418. Seules les décisions judiciaires rendues en dernier ressort sont susceptibles de pourvoi en cassation.”.
Art. 19. Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 20 juni 1953, wordt hersteld in de volgende lezing :
Art. 19. L’article 419 du même Code, abrogé par la loi du 20 juin 1953, est rétabli dans la rédaction suivante :
“Art. 419. Niemand kan een tweede maal cassatieberoep instellen tegen dezelfde beslissing, behoudens in de gevallen waarin de wet voorziet.”.
“Art. 419. Nul ne peut se pourvoir en cassation une seconde fois contre la même décision, sauf dans les cas prévus par la loi.”.
Art. 20. Artikel 420 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 20. L’article 420 du même Code, rétabli par la loi du 10 octobre 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 420. Tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, zelfs al zijn die zonder voorbehoud ten uitvoer gelegd, kan slechts cassatieberoep worden ingesteld na het eindarrest of het eindvonnis.
“Art. 420. Le pourvoi en cassation contre les décisions préparatoires et d’instruction n’est ouvert qu’après l’arrêt ou le jugement définitif, même si elles ont été exécutées sans réserve.
Er kan niettemin onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld tegen de beslissingen :
Toutefois, il peut être formé un pourvoi en cassation immédiat contre les décisions :
1° inzake bevoegdheid;
1° sur la compétence;
2° met toepassing van de artikelen 135, 235bis en 235ter;
2° en application des articles 135, 235bis et 235ter;
3° die inzake de burgerlijke rechtsvordering uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid;
3° relatives à l’action civile qui statuent sur le principe d’une responsabilité;
4° die, overeenkomstig artikel 524bis, § 1, uitspraak doen over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen bevelen.”.
4° qui, conformément à l’article 524bis, § 1er, statuent sur l’action publique et ordonnent une enquête particulière sur les avantages patrimoniaux.”.
Art. 21. Artikel 420bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 21. L’article 420bis du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Art. 22. Artikel 420ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 14 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 22. L’article 420ter du même Code, inséré par la loi du 10 octobre 1967 et modifié par la loi du 14 novembre 2000, est abrogé.
Art. 23. Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
Art. 23. L’article 421 du même Code, abrogé par la loi du 12 février 2003, est rétabli dans la rédaction suivante :
“Art. 421. De procureur-generaal bij het hof van beroep en de andere partijen kunnen cassatieberoep instellen tegen het arrest van verwijzing naar het hof van assisen.
“Art. 421. Le procureur général près la cour d’appel et les autres parties peuvent former un pourvoi en cassation contre l’arrêt de renvoi à la cour d’assises.
Op straffe van verval moet de verklaring de reden van de voorziening preciseren.
À peine de déchéance, la déclaration doit préciser le motif du pourvoi.
Zonder afbreuk van de beslissing genomen inzake de bevoegdheid, kan het cassatieberoep alleen worden ingesteld in de volgende gevallen :
Sans préjudice de la décision rendue sur la compétence, le pourvoi en cassation ne peut être formé que dans les cas suivants :
1° wanneer het feit geen misdaad is volgens de wet;
1° si le fait n’est pas qualifié crime par la loi;
2° wanneer het openbaar ministerie niet is gehoord;
2° si le ministère public n’a pas été entendu;
3° wanneer het arrest niet is gewezen door het bij de wet bepaalde aantal rechters;
3° si l’arrêt n’a pas été rendu par le nombre de juges fixé par la loi;
4° wanneer de in artikel 223 voorgeschreven regels van de tegenspraak niet werden nageleefd;
4° si les règles de la procédure contradictoire prévues à l’article 223 n’ont pas été respectées;
5° wanneer de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken niet werden nageleefd.
5° si les dispositions légales relatives à l’emploi des langues en matière judiciaire n’ont pas été observées.
Zodra de griffier de verklaring ontvangen heeft, doet de procureurgeneraal bij het hof van beroep een uitgifte van het arrest toekomen aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie dat gehouden is, met voorrang boven alle andere zaken, uitspraak te doen.”.
Aussitôt que le greffier a reçu la déclaration, l’expédition de l’arrêt est transmise par le procureur général près la cour d’appel au procureur général près la Cour de Cassation, laquelle est tenue de se prononcer toutes affaires cessantes.”.
Art. 24. Artikel 422 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 1981, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 24. L’article 422 du même Code, modifié par la loi du 15 juin 1981, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 422. Wanneer de uitgesproken straf dezelfde is als die welke bepaald is door de op het misdrijf toepasselijke wet, kan niemand de vernietiging van het arrest of vonnis vragen, op grond van het enig middel dat bij de vermelding van de tekst van de wet een vergissing is begaan.”.
“Art. 422. Lorsque la peine prononcée est la même que celle portée par la loi qui s’applique à l’infraction, nul ne peut demander la cassation de l’arrêt ou du jugement au seul motif qu’il y a eu erreur dans la citation du texte de la loi.”.
Art. 25. Artikel 423 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 25. L’article 423 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953 et modifié en dernier lieu par la loi du 26 juin 2000, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 423. Behoudens wanneer de wet een andere termijn bepaalt, moet de verklaring van cassatieberoep worden gedaan binnen vijftien dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing.”.
“Art. 423. Sauf dans les cas où la loi établit un autre délai, la déclaration de pourvoi en cassation est faite dans les quinze jours du prononcé de la décision attaquée.”.
17090
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Art. 26. Artikel 424 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 26. L’article 424 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 424. Wanneer de beslissing bij verstek is gewezen en vatbaar is voor verzet, neemt de termijn om beroep in cassatie in te stellen een aanvang bij het verstrijken van de termijn voor verzet of, wanneer de beslissing bij verstek is gewezen ten aanzien van de beklaagde of de beschuldigde, na het verstrijken van de gewone termijnen van verzet. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen vijftien dagen na het verstrijken van die termijnen.”.
“Art. 424. Si la décision a été rendue par défaut et est susceptible d’opposition, le délai pour se pourvoir en cassation commence à courir à l’expiration du délai d’opposition ou, lorsque la décision a été rendue par défaut à l’égard du prévenu ou de l’accusé, après l’expiration des délais ordinaires d’opposition. Le pourvoi en cassation doit être formé dans les quinze jours qui suivent l’expiration de ces délais.”.
Art. 27. Artikel 425 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, wordt vervangen als volgt :
Art. 27. L’article 425 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953 et modifié par la loi du 6 mai 1997, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 425. § 1. Onverminderd § 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in het daartoe bestemd register.
“Art. 425. § 1er. Sans préjudice du § 2, la déclaration de pourvoi est faite par le ministère public ou l’avocat au greffe de la juridiction qui a rendu la décision attaquée. Elle est signée par le ministère public ou l’avocat ainsi que par le greffier et inscrite dans le registre destiné à cet effet.
De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures als bedoeld in boek II, titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen.
L’avocat doit être titulaire d’une attestation de formation en procédure en cassation visée par le livre II, titre III. Le Roi fixe les critères auxquels la formation doit répondre.
§ 2. Indien in een zelfde zaak een partij tegelijkertijd cassatieberoep instelt tegen een eindbeslissing en tegen een of meer voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, gewezen door andere gerechten dan het gerecht dat de eindbeslissing nam, worden de verklaringen van cassatieberoep gedaan op de griffie van dit laatste gerecht.
§ 2. Si, dans la même cause, une partie se pourvoit en cassation en même temps contre la décision définitive et contre une ou plusieurs décisions préparatoires et d’instruction rendues par d’autres juridictions que celle qui a rendu la décision définitive, les déclarations de pourvoi en cassation sont faites au greffe de cette dernière juridiction.
De griffier die van de verklaringen van cassatieberoep akte verleend heeft, bezorgt, binnen vierentwintig uur, een uitgifte van de verklaringen van cassatieberoep tegen de voorbereidende beslissingen en beslissingen van onderzoek, aan de griffiers van die andere gerechten, die deze onverwijld overschrijven in de daartoe bestemde registers.
Le greffier qui a donné acte des déclarations de pourvoi en cassation transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition de celles qui sont faites contre les décisions préparatoires et d’instruction, aux greffiers de ces autres juridictions, qui les transcrivent, sans délai, dans les registres destinés à cet effet.
§ 3. Het register waarin de verklaring wordt ingeschreven, is openbaar en eenieder die een rechtmatig belang heeft, heeft het recht zich daaruit uittreksels te doen afgeven.”.
§ 3. Le registre dans lequel est inscrite la déclaration est public, et toute personne qui a un intérêt légitime a le droit de s’en faire délivrer des extraits.”.
Art. 28. Artikel 426 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 28. L’article 426 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 426. De verklaring van cassatieberoep door de advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift, voor personen die opgesloten zijn in een strafinrichting of geïnterneerd zijn in een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, kan gedaan worden bij de bestuurder van deze instelling of hun gemachtigde. Zij is getekend door de advocaat.
“Art. 426. La déclaration de pourvoi faite par avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, pour des personnes détenues dans un établissement pénitentiaire ou internées dans un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental, peut être faite au directeur de cet établissement ou à son délégué. Elle est signée par l’avocat.
Deze verklaring heeft dezelfde uitwerking als die gedaan ter griffie. Daarvan wordt proces-verbaal opgemaakt in een daartoe bestemd register.
Cette déclaration a les mêmes effets que celles reçues au greffe. Il en est dressé procès-verbal dans un registre destiné à cette fin.
De bestuurder bericht hiervan onmiddellijk de bevoegde griffier en bezorgt hem binnen vierentwintig uur een uitgifte van het procesverbaal.
Le directeur en avise immédiatement le greffier compétent et lui transmet, dans les vingt-quatre heures, une expédition du procèsverbal.
De griffier schrijft het bericht en het proces-verbaal onverwijld over in het daartoe bestemd register.
Le greffier transcrit, sans délai, l’avis et le procès-verbal dans le registre destiné à cet effet.
Dit artikel is niet van toepassing op het cassatieberoep ingesteld overeenkomstig artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.”.
Le présent article n’est pas applicable au pourvoi en cassation formé conformément à l’article 31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive.”.
Art. 29. Artikel 427 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 29. L’article 427 du même Code est remplacé par ce qui suit :
“Art. 427. De partij die cassatieberoep instelt, moet het cassatieberoep laten betekenen aan de partij tegen wie het gericht is. De vervolgde persoon is daartoe evenwel enkel verplicht in zoverre zijn cassatieberoep gericht is tegen de beslissing over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
“Art. 427. La partie qui se pourvoit en cassation doit faire signifier son pourvoi à la partie contre laquelle il est dirigé. Toutefois, la personne poursuivie n’y est tenue qu’en tant qu’elle se pourvoit contre la décision rendue sur l’action civile exercée contre elle.
Het exploot van betekening moet binnen de termijnen voorzien in artikel 429 neergelegd worden bij de griffie van het Hof van Cassatie.
L’exploit de signification doit être déposé au greffe de la Cour de Cassation dans les délais fixés par l’article 429.
De betekening van het cassatieberoep van het openbaar ministerie aan de gedetineerde of aan de geïnterneerde kan geschieden door de bestuurder van de strafinrichting of van de inrichting waar de betrokkene geïnterneerd is of door zijn gemachtigde.”.
La signification du pourvoi en cassation du ministère public peut être faite au détenu ou à l’interné par le directeur de l’établissement pénitentiaire ou de l’établissement où l’intéressé est interné ou par son délégué.”.
Art. 30. Artikel 428 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 30. L’article 428 du même Code est remplacé par ce qui suit :
“Art. 428. Gedurende de vijftien dagen bedoeld in de artikelen 423 en 424 en, indien cassatieberoep werd ingesteld, tot de uitspraak van het arrest van het Hof van Cassatie, is de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing geschorst.
“Art. 428. Pendant les quinze jours visés aux articles 423 et 424 et, s’il y a eu pourvoi en cassation, jusqu’au prononcé de l’arrêt de la Cour de Cassation, il est sursis à l’exécution de la décision attaquée.
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
17091
De beslissing over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de beslissing over de burgerlijke rechtsvordering kunnen evenwel niettegenstaande het cassatieberoep, bij voorraad ten uitvoer gelegd worden, indien de rechters die ze genomen hebben aldus bij een bijzonder met redenen omklede beschikking hebben beslist.”.
Toutefois, la décision sur l’action publique, autre que celle qui porte condamnation, acquittement ou absolution, et la décision sur l’action civile peuvent être exécutées provisoirement, nonobstant le pourvoi en cassation, si les juges qui les ont rendues en ont ainsi décidé par une ordonnance spécialement motivée.”.
Art. 31. Artikel 429 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 31. L’article 429 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 429. Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk vijftien dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
“Art. 429. Hormis le ministère public, le demandeur en cassation ne peut indiquer ses moyens que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2, et remis au greffe de la Cour de Cassation, quinze jours au plus tard avant l’audience.
Na verloop van twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep, mag hij evenwel geen memories of stukken meer indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de noten bedoeld in artikel 1107 van het Gerechtelijk Wetboek.
Il ne peut toutefois produire de mémoires ou de pièces autres que les désistements, les actes de reprise d’instance, les actes qui révèlent que le pourvoi est devenu sans objet et les notes visées à l’article 1107 du Code judiciaire, après les deux mois qui suivent la déclaration de pourvoi en cassation.
De verweerder in cassatie kan zijn antwoord slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, § 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift en die hij uiterlijk acht dagen voor de terechtzitting ter griffie van het Hof van Cassatie doet toekomen.
Le défendeur en cassation ne peut indiquer sa réponse que dans un mémoire signé par un avocat, titulaire de l’attestation visée à l’article 425, § 1er, alinéa 2 et remis au greffe de la Cour de Cassation, au plus tard huit jours avant l’audience.
Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 427, eerste lid, wordt de memorie van de eiser per aangetekende brief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg, ter kennis gebracht van de partij waartegen het beroep gericht is en brengt de verweerder hem zijn memorie van antwoord op dezelfde wijze ter kennis. Het bewijs van verzending wordt ter griffie neergelegd binnen de in het eerste tot derde lid bedoelde termijnen. Deze vormvereisten zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
Sauf l’exception visée à l’article 427, alinéa 1er, le mémoire du demandeur est communiqué par courrier recommandé ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique à la partie contre laquelle le pourvoi est dirigé et le défendeur lui communique de la même manière son mémoire en réponse. La preuve de l’envoi est déposée au greffe dans les délais prévus aux alinéas 1er à 3. Ces formalités sont prescrites à peine d’irrecevabilité.
De griffier stelt de ontvangst vast van memories of stukken met de vermelding van de datum van ontvangst.
Le greffier constate la remise par les parties de mémoires ou de pièces en indiquant la date de réception.
Hij bezorgt de indiener een ontvangstbewijs indien die dit vraagt.”.
Il délivre récépissé au déposant s’il en est requis.”.
Art. 32. Artikel 430 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 32. L’article 430 du même Code est remplacé par ce qui suit :
“Art. 430. De griffier van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het openbaar ministerie onverwijld de processtukken en de uitgifte van de bestreden beslissing.
“Art. 430. Le greffier de la juridiction ayant rendu la décision attaquée fait parvenir sans délai au ministère public les pièces du procès et l’expédition de la décision attaquée.
Hij maakt daarvan vooraf en kosteloos een inventaris en voegt die bij het dossier.”.
Il en rédige au préalable et sans frais un inventaire et le joint au dossier.”.
Art. 33. Artikel 431 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 33. L’article 431 du même Code est remplacé par ce qui suit :
“Art. 431. Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gewezen, bezorgt het dossier onverwijld aan de procureur- generaal bij het Hof van Cassatie. Deze bezorgt het aan de griffier van het Hof van Cassatie, die de zaak onmiddellijk op de algemene rol inschrijft.”.
“Art. 431. Le ministère public près la cour ou le tribunal qui a rendu la décision attaquée remet sans délai le dossier au procureur général près la Cour de Cassation. Celui-ci le transmet au greffier de la Cour de Cassation, qui inscrit immédiatement la cause au rôle général.”.
Art. 34. Artikel 432 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 34. L’article 432 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 432. De rechtspleging wordt vervolgens geregeld zoals bepaald is in de artikelen 1104 tot 1106, eerste lid, en 1107 tot 1109, van het Gerechtelijk Wetboek. Van de dagbepaling bedoeld in artikel 1106, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, geeft de griffier tenminste vijftien dagen voor de zitting, behoudens wanneer het Hof van Cassatie spoedeisend uitspraak moet doen, kennis aan de advocaat of aan de niet vertegenwoordigde verweerder. In andere dringende gevallen kan de eerste voorzitter een verkorting van de termijn toestaan.”.
“Art. 432. La procédure est ensuite réglée ainsi qu’il est prévu aux articles 1104 à 1106, alinéa 1er, et 1107 à 1109, du Code judiciaire. Excepté lorsque la Cour de Cassation doit statuer en urgence, l’avocat ou le défendeur non représenté est averti de la fixation visée à l’article 1106, alinéa 1er, du Code judiciaire, par les soins du greffier, quinze jours au moins avant l’audience. Dans d’autres cas urgents, le premier président peut accorder un abrègement de ce délai.”.
Art. 35. Artikel 433 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 35. L’article 433 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 433. De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarin geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt aangevoerd die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken. Hij doet uitspraak zonder zitting en zonder de partijen te horen.
“Art. 433. La non admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la cassation peut, de l’avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président. Il statue sans audience et sans entendre les parties.
In de beschikking van niet-toelaatbaarheid wordt de weigering beknopt met redenen omkleed. Zij wordt ter kennis gebracht van de partij die de verklaring doet bij gerechtsbrief of, op de door de Koning bepaalde wijze, langs elektronische weg. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.”.
L’ordonnance de non admission motive succinctement le refus. Elle est notifiée au déclarant sous pli judiciaire ou, dans les conditions fixées par le Roi, par voie électronique. Elle n’est susceptible d’aucun recours.”.
17092
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Art. 36. Artikel 434 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967 en 21 december 2009, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 36. L’article 434 du même Code, modifié par les lois des 10 juillet 1967 et 21 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 434. Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep of vernietigt, geheel of gedeeltelijk, de bestreden beslissing.
“Art. 434. La Cour de Cassation rejette le pourvoi ou casse la décision attaquée, en tout ou en partie.
Het kan de vernietiging uitbreiden tot de oudste nietige akte.”.
Elle peut étendre la cassation jusqu’au plus ancien acte nul.”.
Art. 37. Artikel 435 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 37. L’article 435 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 435. In geval van vernietiging verwijst het Hof van Cassatie, indien daartoe aanleiding is, de zaak, hetzij naar een gerecht van dezelfde rang als het gerecht dat de vernietigde beslissing heeft gewezen, hetzij naar hetzelfde gerecht, anders samengesteld.
“Art. 435. En cas de cassation, la Cour de Cassation renvoie la cause, s’il y a lieu, soit devant une juridiction du même rang que celle qui a rendu la décision cassée, soit devant la même juridiction, autrement composée.
Wanneer de vernietiging evenwel enkel het arrest van het hof van assisen betreft in zoverre dit uitspraak doet over de burgerlijke belangen, wordt de zaak verwezen naar een rechtbank van eerste aanleg. De rechters die eerder kennis genomen hebben van de zaak kunnen geen kennis nemen van deze verwijzing.
Toutefois, si la seule décision cassée est l’arrêt de la cour d’assises statuant sur les intérêts civils, la cause est renvoyée devant un tribunal de première instance. Les juges ayant connu de la cause ne peuvent connaître de ce renvoi.
Indien de beslissing vernietigd wordt op grond van onbevoegdheid, verwijst het Hof van Cassatie de zaak naar de rechters die ervan moeten kennisnemen.”.
Si la décision attaquée est cassée pour cause d’incompétence, la Cour de Cassation renvoie la cause devant les juges qui doivent en connaître.”.
Art. 38. Artikel 436 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 20 juni 1953, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 38. L’article 436 du même Code, remplacé par la loi du 20 juin 1953, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 436. Indien het arrest vernietigd is omdat het op de misdaad een andere straf heeft toegepast dan die welke de wet op zodanige misdaad stelt, wijst het hof van assisen waarnaar de zaak wordt verwezen, op de reeds door de jury gedane schuldigverklaring, zijn arrest overeenkomstig de artikelen 341 en volgende.
“Art. 436. Si l’arrêt a été annulé pour avoir prononcé une peine autre que celle que la loi applique à la nature du crime, la cour d’assises à qui le procès sera renvoyé rendra son arrêt conformément aux articles 341 et suivants, sur la déclaration de culpabilité déjà faite par le jury.
Indien het arrest op een andere grond vernietigd is, worden nieuwe debatten gehouden voor het hof van assisen waarnaar de zaak verwezen wordt.”.
Si l’arrêt a été annulé pour autre cause, il sera procédé à de nouveaux débats devant la cour d’assises à laquelle le procès sera renvoyé.”.
Art. 39. Artikel 437 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, wordt hersteld in de volgende lezing :
Art. 39. L’article 437 du même Code, abrogé par la loi du 10 juillet 1967, est rétabli dans la rédaction suivante :
“Art. 437. De beschuldigde wiens veroordeling vernietigd is en die een nieuwe criminele berechting moet ondergaan, wordt, hetzij in staat van hechtenis, hetzij ter uitvoering van de beschikking tot gevangenneming, gebracht voor de kamer van inbeschuldigingstelling of het hof van assisen, waarnaar zijn zaak verwezen wordt.”.
“Art. 437. L’accusé dont la condamnation aura été annulée, et qui devra subir un nouveau jugement au criminel, sera traduit soit en état d’arrestation, soit en exécution de l’ordonnance de prise de corps, devant la chambre des mises en accusation ou la cour d’assises à qui son procès sera renvoyé.”.
Art. 40. Artikel 438 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 40. L’article 438 du même Code, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 438. De partij wier cassatieberoep wordt verworpen, wordt veroordeeld in de kosten.
“Art. 438. La partie qui succombe est condamnée aux frais.
Wanneer cassatie met verwijzing wordt uitgesproken worden de kosten aangehouden en wordt hierover beslist door de verwijzingsrechter.”.
Lorsque la cassation est prononcée avec renvoi, les frais sont réservés et il est statué sur ceux-ci par le juge de renvoi.”.
Art. 41. Artikel 440 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 41. L’article 440 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 440. Wanneer na een eerste vernietiging, de tweede beslissing over de zaak met dezelfde middelen wordt bestreden, wordt gehandeld overeenkomstig de artikelen 1119 tot 1121 van het Gerechtelijk Wetboek.”.
“Art. 440. Lorsque, après une première cassation, la seconde décision sur le fond est attaquée par les mêmes moyens, il est procédé conformément aux articles 1119 à 1121 du Code judiciaire.”.
Art. 42. In artikel 441 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de woorden “en de officieren van politie of de rechters kunnen, indien daartoe grond bestaat, vervolgd worden op de wijze bepaald in hoofdstuk III, titel IV, van dit boek” opgeheven.
Art. 42. Dans l’article 441 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, les mots “, et les officiers de police ou les juges poursuivis, s’il y a lieu, de la manière exprimée au chapitre III du titre IV du présent livre” sont abrogés.
Art. 43. Artikel 442 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
Art. 43. L’article 442 du même Code, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est remplacé par ce qui suit :
“Art. 442. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan ook ambtshalve, en niettegenstaande het verstrijken van de termijn, aan het Hof van Cassatie kennis geven van een beslissing die in laatste aanleg werd gewezen en waartegen geen van de partijen binnen de gestelde termijn is opgekomen. Wanneer de beslissing wordt vernietigd, kunnen de partijen zich niet erop beroepen om zich tegen de tenuitvoerlegging te verzetten.”.
“Art. 442. Le procureur général près la Cour de Cassation peut aussi, d’office, et nonobstant l’expiration du délai, donner connaissance à la Cour de Cassation d’une décision rendue en dernier ressort contre laquelle aucune des parties ne s’est pourvue dans le délai requis. Si la décision est cassée, les parties ne peuvent s’en prévaloir pour s’opposer à son exécution.”.
BELGISCH STAATSBLAD — 27.02.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
17093
HOOFDSTUK 3. — Wijziging van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van beledigingen aan den Koning
CHAPITRE 3. — Modification de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi
Art. 44. Artikel 7 van de wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beledigingen aan den Koning, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 wordt opgeheven.
Art. 44. L’article 7 de la loi du 6 avril 1847 portant répression des offenses envers le Roi, modifié par la loi du 10 octobre 1967, est abrogé.
HOOFDSTUK 4. — Wijzigingen van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
CHAPITRE 4. — Modifications de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées
Art. 45. Het opschrift van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, wordt vervangen door wat volgt :
Art. 45. L’intitulé de la loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel ou de recours en cassation des personnes détenues ou internées est remplacé par l’intitulé suivant :
“Wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen”.
“Loi du 25 juillet 1893 relative aux déclarations d’appel des personnes détenues ou internées”.
Art. 46. In artikel 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 1936, worden de woorden “of van voorziening in verbreking” opgeheven.
Art. 46. Dans l’article 1er, alinéa 1er, de la même loi, modifié par l’arrêté royal du 20 janvier 1936, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
Art. 47. In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden “of der voorzieningen in cassatie” opgeheven.
Art. 47. Dans l’article 2 de la même loi, les mots “ou des recours en cassation” sont abrogés.
Art. 48. In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden “of van voorziening in cassatie” opgeheven.
Art. 48. Dans l’article 4, alinéa 1er, de la même loi, les mots “ou de recours en cassation” sont abrogés.
HOOFDSTUK 5. — Overgangsbepaling
CHAPITRE 5. — Disposition transitoire
Art. 49. Tot de dag van de inwerkingtreding van artikel 3 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, worden in artikel 28 van deze wet, dat het artikel 426 van het Wetboek van strafvordering vervangt, de woorden “een inrichting bepaald in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis” gelezen als “een inrichting bepaald in de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij”.
Art. 49. Jusqu’à la date d’entrée en vigueur de l’article 3 de la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental, il y a lieu de lire, à l’article 28 de la présente loi remplaçant l’article 426 du Code d’instruction criminelle, les mots “un établissement prévu par la loi du 9 avril 1930 de défense sociale” au lieu des mots “un établissement prévu par la loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental”.
HOOFDSTUK 6. — Inwerkingtreding
CHAPITRE 6. — Entrée en vigueur
Art. 50. Met uitzondering van artikel 1 en dit artikel, welke in werking treden op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, treedt deze wet in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 50. A l’exception de l’article 1er et du présent article qui entrent en vigueur le jour de leur publication au Moniteur belge, la présente loi entre en vigueur le premier jour du douzième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Het in de artikelen 27, 28 en 31 bedoelde artikel 425, § 1, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, treedt evenwel in werking op de eerste dag van de vierentwintigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, l’article 425, § 1er, alinéa 2, du Code d’instruction criminelle, visé aux articles 27, 28 et 31 de la présente loi, entre en vigueur le premier jour du vingt-quatrième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste en tweede lid.
Le Roi peut fixer une date d’entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée aux alinéas 1er et 2.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ‘s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2014.
FILIP
Donné à Bruxelles, le 14 février 2014.
PHILIPPE
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
La Ministre de la Justice, Mme A. TURTELBOOM
Met ’s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
Scellé du sceau de l’Etat : La Ministre de la Justice, Mme A. TURTELBOOM
Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3065 Integraal verslag : 30 januari 2014 Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-1832 Handelingen van de Senaat : 10 oktober 2013.
Note Chambre des représentants (www.lachambre.be) : Documents : 53-3065 Compte rendu intégral : 30 janvier 2014 Sénat (www.senate.be) : Documents : 5-1832 Annales du Sénat : 10 octobre 2013
S. 5-1832
Dossierfiche
K. 53-3065
Wetsontwerp met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken Francis Delpérée toegang tot de rechtspleging gedetineerde rechtsmiddel hogere rechtspraak opname in psychiatrische kliniek strafprocedure Koning en Koninklijke familie
Wetgevingsstukken Nummer
Titel
Datum
5-1832/1
Wetsvoorstel
7/11/2012
5-1832/2
Amendementen
2/7/2013
5-1832/3
Amendementen
16/7/2013
5-1832/4
Verslag namens de commissie
30/9/2013
5-1832/5
Tekst aangenomen door de commissie
30/9/2013
5-1832/6
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer
10/10/2013
K. 53-3065/1
Ontwerp overgezonden door de Senaat
11/10/2013
K. 53-3065/2
Amendement
19/11/2013
K. 53-3065/3
Verslag namens de commissie
23/1/2014
K. 53-3065/4
Tekst verbeterd door de commissie
23/1/2014
K. 53-3065/5
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd
30/1/2014
Chronologie (81) Gedeeltelijk bicameraal, initiatief Senaat [S1] Behandeling door Senaat 7/11/2012
Indiening
8/11/2012
Inoverwegingneming Commissie: Justitie
8/11/2012
Verzending naar commissie
30/4/2013
Inschrijving op agenda
30/4/2013
Regeling der werkzaamheden
14/5/2013
Inschrijving op agenda
Stuk 5-1832/1
14/5/2013
Aanwijzing rapporteur(s): Ahmed Laaouej
14/5/2013
Inleidende uiteenzetting door Francis Delpérée
14/5/2013
Regeling der werkzaamheden
11/6/2013
Inschrijving op agenda
11/6/2013
Hoorzitting met de heer J. de Codt, afdelingsvoorzitter van het Hof van Cassatie
19/6/2013
Inschrijving op agenda
19/6/2013
Hoorzitting met vertegenwoordigers van de OBFG en de OVB
19/6/2013
Bespreking
26/6/2013
Inschrijving op agenda
26/6/2013
Bespreking
2/7/2013
Inschrijving op agenda
2/7/2013
Bespreking
9/7/2013
Inschrijving op agenda
9/7/2013
Regeling der werkzaamheden
10/7/2013
Inschrijving op agenda
10/7/2013
Regeling der werkzaamheden
16/7/2013
Inschrijving op agenda
16/7/2013
Niet behandeld
18/7/2013
Inschrijving op agenda
18/7/2013
Bespreking
18/7/2013
Stemming over het geheel: geamendeerd (+8/0/o2)
18/7/2013
Aanneming na amendering
30/9/2013
Inschrijving op agenda
30/9/2013
Goedkeuring verslag Het verslag is goedgekeurd met 10 stemmen bij 1 onthouding.
30/9/2013
Tekst aangenomen
8/11/2012
Inschrijving op agenda
10/10/2013
Algemene bespreking
Hand. 5-118
10/10/2013
Artikelsgewijze bespreking
Hand. 5-118
10/10/2013
Stemming over het geheel: ne varietur (+53/-0/o4)
Hand. 5-118 Stuk 5-1832/6
10/10/2013
Aanneming na amendering door commissie [K2] Behandeling door Kamer
10/10/2013
Overzending
Stuk K. 533065/1
23/1/2014
Aanneming in commissie (verbeterd)
Stuk K. 533065/3
30/1/2014
Bespreking Integraal verslag nr. 182
30/1/2014
Stemming over het geheel: ne varietur (+113/-0/o21)
Stuk K. 53-
Integraal verslag nr. 182
3065/5
30/1/2014
Aanneming zonder amendering
30/1/2014
Voorlegging door Kamer ter bekrachtiging
14/2/2014
Bekrachtiging en afkondiging
Stand van het dossier Procedure
Toestand
(81) Gedeeltelijk bicameraal, initiatief Senaat
Bekrachtigd en afgekondigd
Behandelingsdata
[S1] Behandeling door Senaat Geamendeerd
10/10/2013
Commissie: Justitie
Geamendeerd
30/4/2013, 14/5/2013, 11/6/2013, 19/6/2013, 26/6/2013, 2/7/2013, 9/7/2013, 10/7/2013, 18/7/2013, 30/9/2013
[K2] Behandeling door Kamer
Niet geamendeerd 30/1/2014
Termijnen Evenement
Termijntype
Begindatum
Duur Einddatum
Overzending aan Kamer (K1)
Onderzoekstermijn (K1)
11/10/2013
60
Kruispuntbank van de wetgeving
18/12/2013
