Cardiale CT-scan Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Wat is CT? Waarom een CT-scan? Waar vindt het onderzoek plaats? Voorbereiding CT-scan Voor het onderzoek De dag van het onderzoek Wat gebeurt er tijdens het onderzoek? Na het onderzoek Risico’s en bijwerkingen Hoe komt u aan de uitslag? Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Tot slot Belangrijke telefoonnummers
1 2 2 2 2 2 3 3 3 4 4 4 5
U krijgt binnenkort een onderzoek van het hart met de CT. Deze brochure bevat informatie die u moet weten vóór het onderzoek. Tevens vindt u informatie over het verloop van het onderzoek.
Wat is CT? CT of ‘Computer Tomografie’ is een techniek om met behulp van röntgenstraling de inwendige organen zichtbaar te maken. Hierbij wordt met een speciale camera, die om de patiënt heen draait, in korte tijd een grote hoeveelheid röntgenfoto’s vanuit verschillende kanten gemaakt. Met behulp van een computer kunnen dan vervolgens dwarsdoorsneden van het lichaam worden gemaakt. Tijdens de cardiale CT (d.w.z. CT van het bewegende hart) wordt gebruik gemaakt van een zeer snelle scanner die in staat is om in korte tijd scherpe opnamen te maken van het hart, de kransslagaderen en de grote vaten. Hierbij wordt röntgencontrast (een soort kleurstof) via een infuus ingespoten. Indien u in aanmerking komt voor dit onderzoek, kan dit een meer belastende hartkatherisatie voorkomen. Dit is helaas niet altijd het geval. Uw behandelend cardioloog zal de mogelijkheden vooraf met u bespreken.
De CT-scanner De CT-scanner heeft een ronde opening waardoorheen een onderzoekstafel geschoven kan worden. De opening is niet diep, u zult er met het hoofd buiten blijven. Een laborant(e) bedient met behulp van een computer de CT-scanner. Dit gebeurt in een ruimte naast de onderzoekskamer.
Waarom een CT-scan? Een CT-scan kan verschillende aandoeningen in de beginfase opsporen en zo vroegtijdige behandeling mogelijk maken. De hoge kwaliteit van de beelden bij cardiale CT kan belangrijke informatie geven of verdere behandeling noodzakelijk is. Bij een afwijking is dan meteen duidelijk waar deze zit en hoe uitgebreid deze is.
Waar vindt het onderzoek plaats?
(terug naar de inhoudsopgave)
Het onderzoek vindt plaats bij de afdeling Radiologie van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Deze afdeling bevindt zich op de begane grond in route 72.
Voorbereiding CT-scan
(terug naar de inhoudsopgave)
Voor het onderzoek U wordt geadviseerd om tot drie uur na het onderzoek geen voertuigen te besturen of met machines te werken. Het is daarom verstandig van te voren vervoer te regelen zodat u niet zelf met de fiets of auto naar het ziekenhuis hoeft te rijden. Indien u suikerziekte (diabetes mellitus) hebt en Metformine® gebruikt dan dient u met het innemenhiervan twee dagen voor het onderzoek te stoppen. Via uw behandelend arts wordt twee dagen na het onderzoek een bloedonderzoek gedaan ter controle van de nierfunctie. Als deze controle goed is kunt u meteen weer met de tabletten beginnen. Bent u vergeten te stoppen, meld dit dan bij een medewerker vóór het maken van de scan. Indien u ouder bent dan 60 jaar of als u bekend met nierziekten, dan moet vóór deze CTscan een nierfunctieonderzoek worden gedaan. De dag van het onderzoek Op de dag van het onderzoek mag u een ‘licht’ ontbijt gebruiken. Denk hierbij aan 2 sneetjes wit of tarwe brood met beleg, een cracker of beschuit met beleg, 1 glas melk of een kopje thee. U mag heldere dranken (water, appelsap etc.) drinken, maar gebruik vanaf 4 uur voor het onderzoek geen cafeïnehoudende dranken zoals koffie, thee, cola of energiedrankjes zoals Red Bull®. Neem uw medicijnen in zoals u gewend bent. Als u suikerziekte hebt en u voelt dat uw bloedsuiker laag is, meld dit dan aan een medewerker. Geef aan als u behandeld wordt met behulp van radiotherapie. Vermeld altijd eventuele allergieën, zoals voor jodiumhoudende middelen of bepaalde medicijnen. Geef vóór het onderzoek aan als u denkt zwanger te zijn. Ook als u dit niet zeker weet. Röntgenstraling kan schadelijk zijn tijdens de eerste weken van de zwangerschap. Voorbereiding op de afdeling F2 U meldt zich de dag van het onderzoek bij de balie op afdeling F2. U vindt afdeling F2 op de 3e etage van de 2e liftentoren. U wordt hier voorbereid voor het onderzoek. Voor het maken van een goede Cardiale CT-scan is het van belang om een rustige hartslag te hebben, om dit te kunnen bereiken krijgt u een infuusnaald in de rechterarm. U hebt mogelijk thuis al gedurende 3 dagen voor het onderzoek medicijnen gebruikt om uw hartritme rustiger te maken. Om te controleren of uw hartslag al rustig genoeg is, wordt u aangesloten aan de Telemetrie. Dit is een klein zenderkastje, dat op afstand het
hartritme registreert. Via het infuusnaaldje wordt er eventueel nog medicijnen toegediend om de hartslag te verlagen, ook krijgt u nog een rustgevend tablet. Als de hartslag traag genoeg is, wordt u door het patiëntenvervoer in een rolstoel naar de afdeling Radiologie gebracht voor de CT-scan.
Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?
(terug naar de inhoudsopgave)
Metalen voorwerpen zoals sieraden of ritsen moet u vóór het onderzoek afdoen. Deze verstoren namelijk de opnamen. Ook kan u gevraagd worden om uw gebitsprothese of – plaatje uit te doen. Vóór het onderzoek zal een CT-laborant u in een gesprek informeren en met u ademhalingsoefeningen doornemen. Tijdens dit onderzoek is het namelijk uitermate belangrijk dat u in staat bent gedurende 5-10 seconden de adem vast te houden en geheel niet te bewegen. Tijdens dit gesprek kunt u doorgeven als u bijvoorbeeld last hebt van allergieën of kunt u nog vragen stellen. U neemt daarna plaats op de onderzoekstafel van de scanner Om uw hartritme te volgen krijgt u een ECG-kabel aangesloten aan de stickers op de borst. Hierna krijgt u een medicijn (Nitrospray®) onder de tong om de vaten duidelijker zichtbaar te maken op de foto's. Hierna zal er via het infuus röntgencontrast worden toegediend, dit om de bloedvaten rond het hart goed in beeld te krijgen. De tafel schuift vervolgens door de ringvormige CT-scanner waarin de röntgenopnamen gemaakt worden. Vóór het maken van de CT-scan worden eerst een aantal ‘proefscans’ gemaakt om het apparaat goed in te stellen. Probeer hierbij alvast te wennen aan het onderzoek en te ontspannen. Het is belangrijk dat u de gesproken instructies volgt. Tijdens het maken van CT-scan beweegt de onderzoekstafel en krijgt u het röntgencontrast via het infuus toegediend. Hierbij is het zeer belangrijk dat u op ontspannen wijze de adem vasthoudt. Probeer hierbij niet te persen of de buik te bewegen. Oefen dit desnoods een aantal malen thuis. U kunt, tijdens het toedienen van het röntgencontrast, een warm gevoel ervaren in uw lichaam. Ook kunt u een vreemde smaak in de mond krijgen, een gevoel van misselijkheid of aandrang om te plassen ervaren. Dit duurt een paar seconden en is geheel normaal. Het gehele onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. U ligt hiervan ongeveer 10 minuten alleen in de onderzoeksruimte. Nogmaals: om een zo goed mogelijk resultaat te krijgen is het uitermate belangrijk dat u tijdens het maken van de scan zo stil mogelijk ligt.
Na het onderzoek
(terug naar de inhoudsopgave)
Na de scan wordt u weer opgehaald door het patiëntenvervoer en terug gebracht naar de afdeling F2. Hier moet u nog even blijven in verband met een eventuele reacties op het contrastmiddel en de medicijnen. U wordt op de afdeling F2 weer aan de Telemetrie aangesloten om uw hartslag in de gaten te kunnen houden. U krijgt hier eventueel iets te eten en te drinken en als alles goed is, wordt het infuusnaaldje verwijderd en mag u hierna naar huis.
Als u contrastmiddel ingespoten hebt gekregen, wordt u geadviseerd om na het onderzoek een paar extra glazen water te drinken. Uw gebruikelijke medicijnen kunt op normale wijze weer innemen, met uitzondering van medicijnen tegen diabetes. Dit gaat in overleg met uw arts. Indien u borstvoeding geeft, mag u gedurende 24 uur na het onderzoek geen borstvoeding geven. Kolf gedurende deze periode de melk af en gooi het weg.
Risico’s en bijwerkingen
(terug naar de inhoudsopgave)
Een CT-scan is een onderzoek met een laag risico. Sommigen patiënten reageren op het contrastmiddel dat tijdens het onderzoek toegediend wordt. De laatste jaren is de kwaliteit van de contrastmiddelen sterk verbeterd, zodat ernstige effecten als nierschade en een allergische reactie nog maar zelden optreden. Het contrastmiddel kent toch nog steeds lichte bijwerkingen (een warm gevoel dat door het lichaam trekt, een vreemde smaak in de mond, aandrang om te plassen en soms misselijkheid). Deze symptomen verdwijnen meestal na enkele minuten. Eventueel kan een antiallergisch geneesmiddel (antihistaminicum) worden gegeven om verlichting te geven aan de klachten. Een enkele keer komt het voor dat er pas enige tijd na toediening van het contrastmiddel bijwerkingen optreden, in de vorm van jeuk, bultjes of roodheid van de huid. Neem in dit geval contact op met de afdeling radiologie. Bij patiënten met de ziekte van Kahler of Waldenström kan de nierfunctie verslechteren. Uw behandelend arts kan u hier meer uitleg over geven. CT-scanners maken gebruik van röntgenstraling. Voor uw veiligheid wordt de hoeveelheid gebruikte straling tot een minimum beperkt. Omdat röntgenstraling gevaarlijk is voor het ongeboren kind, kan het onderzoek niet worden verricht tijdens de eerste weken van een zwangerschap.
Hoe komt u aan de uitslag?
(terug naar de inhoudsopgave)
De scan wordt uitgewerkt en vervolgens beoordeeld door een radioloog en cardioloog. U krijgt de uitslag van uw behandelend cardioloog.
Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Als u door ziekte of om andere redenen verhinderd bent uw afspraak na te komen, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de afdeling Radiologie. In uw plaats kan een andere patiënt geholpen worden. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. Als u wilt, kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Tot slot
(terug naar de inhoudsopgave)
Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u op werkdagen contact opnemen met polikliniek Cardiologie. Het telefoonnummer is (013) 539 80 33. Aan het begin van het onderzoek vertelt de laborant(e) u nog een keer wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen hebt, kunt u deze ook aan hem/haar stellen.
Belangrijke telefoonnummers
(terug naar de inhoudsopgave)
St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen):
(013) 539 13 13
afdeling F2 [2e liftentoren, 3e verdieping] Hartbewaking/observatorium
(013) 539 30 32
route 56 polikliniek Cardiologie:
(013) 539 80 33
route 72 Radiologie:
(013) 539 80 13
Cardiologie, 1.364 04-12
Copyright© St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend