Beroerte Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Bij wie kan ik terecht met vragen? Wat is een beroerte? Wat zijn mogelijke gevolgen? Opname in het ziekenhuis, acute fase Onderzoeken Leden van het behandelteam Medicijnen Verpleegkundig gesprek Rol van de naaste Folders Na het ziekenhuis Controleafspraak ziekenhuis Weer thuis Antwoord op veel gestelde vragen Beroerte of TIA Centraal Bureau Rijvaardigheden (CBR) Ondersteunende stichtingen en verenigingen Regionale organisaties Wat kunt u zelf doen? Tips voor de patiënt en de naaste om de regie (weer) in handen te krijgen Boeken en folders Belangrijke telefoonnummers
1 2 2 2 3 4 5 5 6 6 6 7 9 9 12 13 14 14 15 15 16 20
U bent opgenomen op de afdeling Neurologie omdat u een beroerte hebt gehad. Bij een beroerte is sprake van een herseninfarct of van een hersenbloeding. Omdat een beroerte leidt tot beschadiging van delen van de hersenen, kan dit zowel lichamelijk als geestelijk grote gevolgen hebben. Deze folder geeft u inzicht in het ziektebeeld van een beroerte en de eventuele gevolgen. Globaal wordt het totale proces in drie grote stappen verdeeld: De acute fase, de opname in het ziekenhuis De revalidatiefase, de herstelfase De chronische fase, de fase na de revalidatie/herstelfase. Per stap geven we u en uw naasten informatie die van nut kan zijn voor nu en voor later.
Bij wie kan ik terecht met vragen? In het ziekenhuis is uw verpleegkundige het eerste aanspreekpunt bij vragen. De verpleegkundige beantwoordt uw vraag of legt uw vraag voor aan uw behandelend arts of andere leden van het behandelteam. In overleg met hem of haar kunt u ook een afspraak maken met een van de behandelend artsen of met de verpleegkundig specialist. Bent u ontslagen uit het ziekenhuis en verblijft u op een revalidatieafdeling of in revalidatiedagbehandeling, dan is de revalidatiearts of de specialist ouderengeneeskunde uw contactpersoon.
Bent u ontslagen en weer thuis, dan kunt u met ons contact opnemen: U kunt ons telefonisch of via e-mail bereiken: polikliniek Neurologie: (013) 539 80 36; voicemail: (013) 539 22 26; telefonisch spreekuur iedere woensdag van 08.00 tot 08.45 uur: (013) 539 22 26; e-mail:
[email protected]
Wat is een beroerte? Een beroerte betekent ‘een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen’. Er zijn twee vormen: 1. Een herseninfarct Meestal gaat het bij een beroerte om een herseninfarct; dit is bij 80 procent van de patiënten het geval. Dat houdt in dat een bloedstolsel een bloedvat afsluit. Ook kan het zijn dat een hersenbloedvaatje is dichtgeslibd, bijvoorbeeld door slagaderverkalking. De hersenen krijgen daardoor te weinig zuurstof. 2. Een hersenbloeding Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat in de hersenen of knapt open. Daardoor hoopt zich bloed op in de hersenen en worden hersencellen beschadigd. Een hersenbloeding komt veel minder vaak voor dan een herseninfarct (bij ongeveer 20 procent van de patiënten).
Wat zijn mogelijke gevolgen? De gevolgen van een beroerte verschillen van persoon tot persoon. De gevolgen zijn afhankelijk van: het deel van de hersenen dat beschadigd is, bijvoorbeeld of het gaat om het deel waar de spraak wordt geregeld, of het deel dat het functioneren bepaalt van een arm of been. hoe groot het beschadigde deel is van het gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor een bepaalde functie. Hoe groter het beschadigde deel, hoe meer verschijnselen iemand er aan overhoudt. de gezondheid van de patiënt zelf, de conditie en de leeftijd. Gevolgen kunnen zijn: onduidelijk praten en moeite met de taal; slikproblemen; verlamming of krachtsverlies in een arm en/of been; uitval van een deel van het gezichtsveld; moeite met concentreren en herinneren; vermoeidheid; gedrags-, persoonlijkheids- en/of karakterverandering.
Opname in het ziekenhuis, acute fase U bent opgenomen op de stroke-unit. Dit is een gespecialiseerd deel van de afdeling Neurologie. Stroke is het Engelse woord voor beroerte. Op onze stroke-unit helpen diverse medewerkers u en wordt u met behulp van een monitor in de gaten gehouden.
De eerste dagen na de beroerte onderzoekt uw neuroloog samen met diverse medewerkers van de stroke-unit de gevolgen. Ook wordt de oorzaak van de beroerte onderzocht en waar in de hersenen deze heeft plaatsgevonden. Op grond van de uitslagen bepaalt de arts de exacte diagnose en de behandeling. Na een beroerte kunnen verschillende lichamelijke gevolgen ontstaan, zoals problemen met slikken, praten en/of bewegen en/of problemen met denken. Denk aan trager denken, minder alert, minder goed inzicht wat er aan de hand is, sneller boos of juist meer lachen. Op de afdeling bezoeken verschillende medewerkers en therapeuten u om dit samen met u in kaart te brengen, maar ook om te starten met oefenen/revalidatie. Gebleken is dat door intensieve controle, gecombineerd met de snelle start van de revalidatie, de mate van zelfstandig functioneren van patiënten met een beroerte verbetert. Vroeg starten met revalideren is dus een van de kenmerken van onze stroke-unit. Hierbij werken verschillende hulpverleners samen, zoals de neuroloog, de revalidatiearts of specialist ouderengeneeskunde, de verpleegkundige, de fysio- en ergotherapeut en de logopedist.
Onderzoeken Tijdens de eerste dagen zullen er diverse onderzoeken bij u worden gedaan. De meest voorkomende onderzoeken zijn: een bloedonderzoek; een hartfilmpje (ECG); een CT-scan of MRI van de hersenen; een duplexonderzoek van de halsvaten. Bloedonderzoek Vooral de eerste dagen kan regelmatig bloed worden afgenomen voor onderzoek. We kijken naar het cholesterol- en het suikergehalte in uw bloed. Er bestaat slecht en goed cholesterol. Afhankelijk van uw leeftijd en de hoogte van het cholesterol kan de arts medicijnen voorschijven. Een te hoog suikergehalte kan wijzen op suikerziekte. Nader onderzoek zal volgen als dat bij u verhoogd is. Elektrocardiogram (ECG) Een hartritmestoornis kan een herseninfarct verstoren. Daarom wordt een ECG (hartfilmpje) gemaakt en wordt het hartritme bekeken via de monitor waar u de eerste dagen op aangesloten bent. CT en MRI van de hersenen Met een CT scan wordt een fotografische dwarsdoorsnede van het hoofd gemaakt. Ook de MRI (Magnetic Resonance Imaging) is bedoeld om van buitenaf een afbeelding van de hersenen te maken. Met een scan kan worden vastgesteld of misschien eerder (zonder dat u dit gemerkt hebt) letsel is opgetreden. Duplex van de halsvaten Een duplex is een echo-onderzoek waarbij je aan de hand van geluidsgolven kunt zien hoe de bloeddoorstroming is. Een sterke vernauwing van de halsslagaders kan de oorzaak zijn van een beroerte of een herseninfarct. Soms is het nodig hiervoor een operatie te ondergaan. Voor de meeste onderzoeken is er een folder beschikbaar. Vraag hier gerust om bij de verpleegkundige.
Situatie verschilt per patiënt Voor elke patiënt is de situatie anders. De neuroloog bepaalt welk onderzoek nodig is. Soms is dat een onderzoek dat hier niet beschreven staat.
Leden van het behandelteam Na een beroerte krijgt u met verschillende behandelaars te maken. Deze behandelaars en zorgverleners overleggen en informeren elkaar over uw behandeling zodat alles zo goed mogelijk op elkaar afgestemd is. Verpleegkundigen De verpleegkundige helpt u bij de dagelijkse verzorging en het medicijngebruik. Zij/hij start vaak als eerste met de revalidatie en oefent met u om zoveel mogelijk zelf te doen. Verder bereidt zij/hij u voor op onderzoeken, observeert het verloop van uw ziekte en herstel en begeleidt u in dat proces. Zij/hij coördineert de zorg en de begeleiding die u krijgt en is het eerste aanspreekpunt voor u en de familie. Neuroloog In het ziekenhuis is de neuroloog uw behandelend arts. Een neuroloog is een specialist met als vakgebied de werking en ziekten van hersenen, ruggenmerg, zenuwen en spieren. Een neuroloog stelt diagnoses en geeft een behandeling. Zaalarts Op de afdeling is uw zaalarts het eerste aanspreekpunt voor alle medische informatie. Een gesprek met uw zaalarts is op afspraak altijd mogelijk. Fysiotherapeut Na een beroerte kunt u problemen hebben met bewegen. Meestal is het dan zo dat u één zijde van uw lichaam niet of niet goed kunt bewegen. De fysiotherapeut komt bij u om te kijken welke problemen u hebt en welke activiteiten u moeilijk kunt uitvoeren. U traint met hem/haar de activiteiten die moeilijk zijn. Verder geeft de fysiotherapeut adviezen over hulpmiddelen en over uw houding in bed of (rol)stoel. Ergotherapeut Na een beroerte kan het zijn dat u in uw dagelijks leven praktische problemen hebt met bijvoorbeeld uw persoonlijke verzorging. Dat kan komen doordat u één lichaamszijde niet of niet goed kunt bewegen. Bij de ergotherapie oefent u hoe u uzelf weer kan verzorgen, het huishouden, hobby’s, studie of werk kan doen. De ergotherapeut kan u ook adviseren over tijdelijke hulpmiddelen en voorzieningen. Logopedist Na een beroerte kunt u een taal-, spraak- of slikstoornis hebben. Bij een taalstoornis (afasie) is spreken, begrijpen, schrijven en lezen in meer of mindere mate aangedaan. Bij een spraakstoornis is het uitspreken van woorden en zinnen moeilijk geworden. Het begrip van taal is hierbij over het algemeen goed. Bij een slikstoornis kan het slikken van speeksel, vloeistof of voedsel problemen opleveren. Als u een of meer van bovengenoemde problemen hebt, komt de logopedist bij u langs. De logopedist gaat gericht met u oefenen. Ook geeft hij/zij adviezen over het spreken en slikken aan u en uw familie of naasten.
Diëtist Als u slikproblemen hebt, kan het zijn dat u bepaalde voeding niet veilig kunt slikken, vooral als het dun-vloeibaar is, zoals water. De voeding moet dan aangepast worden, bijvoorbeeld dik-vloeibare of gemalen voeding. De diëtist bekijkt of de voeding alle belangrijke voedingsstoffen heeft. Als u te weinig eet en drinkt (of dit misschien niet kunt als gevolg van de beroerte), krijgt u sondevoeding. Sondevoeding is een dunne, vloeibare voeding die via een slangetje (de sonde) de maag inloopt. De diëtist berekent aan de hand van uw leeftijd, lengte en gewicht de juiste hoeveelheid en soort sondevoeding die u nodig hebt. Revalidatiearts De revalidatiearts behandelt de gevolgen van de beroerte voor het dagelijks functioneren en adviseert hoe de behandeling het beste gedaan kan worden. Specialist ouderengeneeskunde Deze arts is gespecialiseerd in zorg voor de geriatrische (oudere) patiënt. Wij vragen deze arts om mee te denken over de nazorgmogelijkheden. Transferverpleegkundige Van de transferverpleegkundigen mag u verwachten dat zij zorg die u nodig hebt na ontslag zo goed mogelijk organiseren, waardoor u niet langer in het ziekenhuis hoeft te verblijven dan nodig. Wilt u meer weten, vraag dan naar de folder Transferpunt. Verpleegkundig Specialist neurologie De verpleegkundig specialist is een masteropgeleide verpleegkundige die zich zowel op medisch gebied als op verpleegkundig gebied begeeft. De rol van deze verpleegkundige ligt op het gebied van informatievoorziening omtrent diagnose en behandeling, revalidatiemogelijkheden en nazorg.
Medicijnen De medicijnen die de neuroloog u voorschrijft, zijn bedoeld om een nieuwe beroerte te voorkomen. Dat effect verdwijnt als u stopt met deze medicatie. Over het algemeen moet u dus levenslang met deze medicijnen doorgaan. Natuurlijk bestaat wel de mogelijkheid dat de medicijnen op termijn veranderen; bijvoorbeeld als er iets in uw gezondheidstoestand verandert of als er nog betere medicijnen worden ontwikkeld. Tegenwoordig worden de meeste mensen na een herseninfarct behandeld met een combinatie van bloedverdunners, bloeddruktabletten en cholesterolverlagende tabletten. Een hersenbloeding wordt meestal alleen met bloeddruktabletten behandeld.
Verpleegkundig gesprek Zeker eenmaal biedt de verpleegkundige u een zorggesprek aan. Dit gesprek zal met name gericht zijn op de verpleegkundige zorg die u geboden wordt. Tijdens dit gesprek kunt ook wensen bespreken die gericht zijn op de zorg die wij u bieden. Het zorggesprek zal binnen de eerste 3 dagen van uw opname samen met u en uw naaste(n) worden gehouden. Dit gesprek wordt meestal bij opname al gepland. Familiegesprek met arts Tijdens dit gesprek worden de diagnose, de onderzoeksresultaten, behandeling en de nazorgmogelijkheden nog eens rustig met u en uw naaste(n) besproken. Dit gesprek kunt u plannen met uw verpleegkundige.
Goed op de hoogte zijn, een groot goed Wij streven ernaar u zo goed mogelijk te informeren over wat er tijdens de opname staat te gebeuren. Dagelijks kunt u bij uw verpleegkundige en/of zaalarts terecht met vragen over uw ziekte, behandeling of verblijf. Daarnaast bieden wij u ook de mogelijkheid om gesprekken te plannen met de verpleegkundige. Tips voor het gesprek Bereid het gesprek voor. Ga met zijn tweeën, u en uw naaste, naar het gesprek. Vertel wat uw wensen zijn en hoe uw situatie is. Stel vragen en durf dat ook. Domme vragen bestaan niet. Vat het gesprek met uw eigen woorden samen of laat uw naaste dat doen. Vraag bedenktijd als er een beslissing gemaakt moet worden waarover u wilt nadenken.
Rol van de naaste Als naaste speelt u een belangrijke rol in het contact met zorgverleners. Vooral in de eerste dagen na een beroerte bent u de ambassadeur of regisseur voor de patiënt. Wat kunt u doen? Veel patiënten kunnen in de eerste dagen na een beroerte niet of met moeite praten (afasie). Soms zeggen ze andere woorden dan ze bedoelen. Ook hebben veel patiënten last van vermoeidheid en problemen met concentratie. Als naaste kent u de patiënt het beste. U kunt de zorgverlener vertellen wat de patiënt wil of kan. Ook kunt u aangeven of de patiënt medicatie gebruikt, allergieën heeft of bepaalde diëten volgt. De eerste weken zijn zwaar voor een patiënt. Veel patiënten zijn erg moe. Laten zorgverleners de patiënt te weinig met rust? Dat mag u gerust zeggen. Ook als zorgverleners veel vragen stellen, de patiënt te maken krijgt met veel verschillende zorgverleners, of als u samen wat privacy wilt, mag u dat gerust zeggen. Vraag op de afdeling bij wie u terecht kunt met vragen. Maak een logboek aan voor uzelf, de patiënt en andere naasten. Zorg ervoor dat u bij de gesprekken met de zorgverlener aanwezig bent. Bespreek met zorgverleners wat er van u als naaste verwacht wordt. Geef aan wat u zelf kunt en wilt doen in de zorg voor de patiënt. Vraag aan de zorgverlener waar u zelf ondersteuning bij kunt krijgen. Er zijn bijeenkomsten voor mensen die in dezelfde situatie zitten. Tijdens deze bijeenkomsten kunt u uw ervaringen met die van anderen delen en elkaar tips geven. U kunt ook bellen met de infolijn van een patiëntenvereniging.
Folders Op de afdeling hangen op diverse plaatsen folderrekken met een groot aanbod aan foldermateriaal. We bieden u folders aan die gaan over het ziektebeeld van een beroerte, maar ook over gevolgen hiervan en gezonde leefstijl. Vraag uw verpleegkundige welke folders voor u voor u van toepassing zijn en voeg ze toe aan dit informatiedossier. Zo kunt u ze op een later tijdstip nog eens nalezen.
Na het ziekenhuis U bent opgenomen in het ziekenhuis voor de eerste opvang na een beroerte. Tijdens uw verblijf kunt u voldoende opknappen om weer naar huis te kunnen gaan, maar het kan ook zo zijn dat enige vorm van revalidatie noodzakelijk is om u weer zo zelfstandig mogelijk te laten zijn.
Revalidatie Tijdens de revalidatie wordt er alles aan gedaan om het functioneren te verbeteren en leert u om te gaan met de gevolgen van uw beroerte. Dit geldt zowel voor uzelf als voor uw partner of naaste(n). Het is afhankelijk van uw situatie waar en op welke wijze u deze revalidatie krijgt. De beslissing over het revalideren maakt de revalidatiearts, de arts en het behandelteam, in samenspraak met u en uw naaste(n). Vanuit het ziekenhuis zijn er vier mogelijkheden om te revalideren: Enkelvoudige therapie aan huis Revalidatie binnen het revalidatiecentrum (met 24 uur verblijf of in dagbehandeling). Revalidatie binnen een revalidatieafdeling van een verpleeghuis (Geriatrische revalidatie zorg) Langdurig verblijf op een afdeling van een verpleeghuis Als u moet gaan revalideren (met 24 uur verblijf), zult u in het ziekenhuis blijven tot de datum van overplaatsing naar de vervolginstelling. Informatieoverdracht na uw ziekenhuisopname Bij ontslag uit het ziekenhuis dragen de behandelaars in het ziekenhuis hun bevindingen over aan de vervolginstelling en/of aan uw huisarts. Hierdoor blijven alle hulpverleners op de hoogte van uw herstelproces. Er wordt gezorgd voor een actueel medicijnoverzicht (u krijgt twee exemplaren mee, waarvan er een voor u zelf is en een voor uw apotheker). Als u bij ons bent gestart met nieuwe medicatie, krijgt u een recept mee. Hiermee kunt u de nieuwe medicijnen bij uw apotheek ophalen.
Controleafspraak ziekenhuis De Neuro-revalidatie polikliniek Na uw ziekenhuisopname of opname op de dagbehandeling Neurologie krijgt u een afspraak toegestuurd voor een bezoek aan een van onze Neuro-revalidatie poliklinieken. Deze afspraak wordt ongeveer drie tot vier weken na uw ontslag uit het ziekenhuis of na de revalidatieperiode gemaakt. Als patiënt hebt u de keuze op welke van onze locaties u op controle wilt komen. Dat kunt u tijdens de opname al aangeven. Met ontslag naar huis of bent u gaan revalideren in Libra Revalidatie & Audiologie (Leijpark)
U komt binnen drie tot vier weken op controle op een van onze poliklinieken.
Deze afspraak plannen wij in.
Bent u gaan revalideren in Damast of een ander verpleeghuis?
U bent welkom drie tot vier weken na de revalidatie.
U mag zelf de afspraak maken op een van onze locaties.
OF Bent u helemaal klaar met revalideren Libra Revalidatie & Audiologie (Leijpark)
Locatie ETZ Elisabeth: Een afspraak bij Dhr. Vervoort. Locatie ETZ
(dus na de dagbehandeling)?
TweeSteden: Een afspraak op de Neuro-revalidatie polikliniek. Geeft u aan of u in Tilburg of Waalwijk wilt terugkomen?
We raden u aan uw partner of een naaste mee te nemen naar de controleafspraak. Zo kan ook uw partner/naaste zijn of haar vragen stellen en kan hij/zij, samen met u, luisteren naar de gegeven informatie. Twee horen meer dan één. Het is handig uw vragen van tevoren op papier te zetten. Op deze manier vergeet u niets en hebt u een hulpmiddel tijdens het gesprek. Wilt u een overzicht van uw medicijnen meebrengen? U kunt het door ons meegegeven overzicht meebrengen of bij wijzigingen een nieuwe laten maken. Uw apotheek kan dit voor u regelen.
Het gesprek De poliklinische afspraken vinden plaats in locatie ETZ TweeSteden of locatie ETZ Elisabeth. Alle opnames vinden plaats op locatie St. Elisabeth. De drie neurologen die betrokken zijn bij de zorg rondom een beroerte werken alle drie afwisselend op de afdeling Neurologie. Tevens zijn er op de afdeling Neurologie twee artsen in opleiding tot neuroloog werkzaam. Zij verrichten werkzaamheden als zaalarts. Locatie ETZ TweeSteden ETZ Waalwijk
Locatie ETZ Elisabeth
dr. B. Jansen
Neuroloog
mw. M. van Schijndel
CVA-verpleegkundige
dr. P. de Kort
Neuroloog
mw. J. van Tuijl
Neuroloog
Zaalarts
Neuroloog in opleiding
dhr. J. Vervoort
Verpleegkundig specialist neurologie
Afhankelijk van de locatie waar u op controle komt, ontmoet u een van deze zorgverleners of zorgprofessionals. Op de polikliniek op de locatie ETZ TweeSteden kunt u terecht bij neuroloog Jansen en mw. M. van Schijndel, CVA-verpleegkundige. Op de locatie ETZ Elisabeth wordt u op de polikliek gezien door dhr. J. Vervoort, verpleegkundig specialist, (of een arts in opleiding tot neuroloog). Ook kan het soms zijn dat u ter controle wordt gezien door neuroloog de Kort of neuroloog van Tuijl. In het gesprek op de polikliniek gaan we in op de medische aspecten (denk aan medicatie, onderzoeken die gedaan zijn, leefstijl, etc.) en op eventuele praktische vragen en problemen.
Weer thuis Wanneer u thuis bent, kunt u tegen ervaringen aanlopen die in het ziekenhuis of revalidatieafdeling niet aan de orde zijn gekomen. Mogelijk wilt u uw ervaringen en mogelijkheden voor zorg in de thuissituatie nog een keer bespreken. Hiervoor kunt u altijd bij uw huisarts of praktijkondersteuner terecht. Met bijna alle huisartsen uit de regio zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Om uw zorg goed te kunnen begeleiden, werkt uw huisarts samen met uw neuroloog en de neurorevalidatie polikliniek van het ziekenhuis. Dit mag ook nog jaren na opname zijn als problemen met de beroerte te maken kunnen hebben. Huisarts Thuis is uw huisarts weer een belangrijk persoon. Bij de huisarts kunt u terecht met vragen of problemen na het de beroerte. Ook met vragen rondom leefstijlveranderingen (gezond leven) of herhalingsrecepten voor medicijnen kunt u terecht. Nazorg: een centraal meldpunt bij vragen of problemen U, uw naaste of de bij u betrokken (zorg)professional kan contact opnemen om vragen of problemen voor te leggen die voortkomen uit de beroerte. Dhr. Vervoort zal u te woord staan en zal uw vragen beantwoorden of doorgeven aan een van de zorgverleners. U kunt ons telefonisch of via e-mail bereiken: polikliniek Neurologie: (013) 539 80 36; voicemail: (013) 539 22 26; telefonisch spreekuur iedere woensdag van 08.00 tot 08.45 uur: (013) 539 22 26; e-mail:
[email protected] Hulpmiddelen en voorzieningen Als patiënt kunt u gebruikmaken van hulpmiddelen of speciale voorzieningen om het dagelijkse leven zo aangenaam mogelijk te maken. Zo zijn er hulpmiddelen en voorzieningen die u kunnen helpen om een gesprek te voeren of om mobiel te blijven, zoals taxivervoer of een rollator. Maar ook om u te helpen met onthouden of met afspraken plannen. De aanschaf van deze hulpmiddelen wordt soms vergoed door uw ziektekostenverzekeraar of door de gemeente. Uw zorgverlener kan u helpen bij de aanvraag van deze hulpmiddelen en voorzieningen. U kunt hiervoor ook terecht bij de MEE organisatie.
Antwoord op veel gestelde vragen Hoe groot is de kans op herhaling van een beroerte? De kans op herhaling van een beroerte is afhankelijk van de oorzaak van de beroerte, welke risicofactoren voor een beroerte bij u aanwezig zijn, en de mogelijke aanpak van deze risicofactoren. Veel hangt dus af van de vraag of het goed lukt een eventuele oorzaak te behandelen en de risicofactoren goed te regelen. Met het regelen van risicofactoren wordt onder andere bedoeld: het goed instellen van de bloeddruk, elke dag een half uur wandelen of fietsen, gezonde voeding, niet roken, maximaal één tot twee glazen alcohol per dag, goede behandeling van verhoogd cholesterol of verhoogd bloedsuiker, enzovoorts. De kans op een herhaling is dus voor iedereen verschillend. Het advies hierin is dat u zich regelmatig laat controleren bij uw huisarts. Moet ik de medicijnen blijven gebruiken? De medicijnen die de neuroloog u voorschrijft, zijn bedoeld om een nieuwe beroerte te voorkomen. Dat effect verdwijnt als u stopt met deze medicatie. Over het algemeen moet u dus levenslang met
deze medicijnen doorgaan. Natuurlijk bestaat wel de mogelijkheid dat de medicijnen op termijn veranderen; bijvoorbeeld als er iets in uw gezondheidstoestand verandert of als er nog betere medicijnen worden ontwikkeld. Tegenwoordig worden de meeste mensen na een herseninfarct behandeld met een combinatie van bloedverdunners, bloeddruktabletten en cholesterolverlagende tabletten. Een hersenbloeding wordt meestal alleen met bloeddruktabletten behandeld bij hoge bloeddruk. Het is overigens verstandig altijd een lijstje bij u te dragen waarop uw medicatie staat. Dit kunt u bij uw apotheek laten maken. Moet ik een dieet gaan volgen? Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen voeding en hart- en vaatziekten. Een teveel aan verzadigde vetten (vetten die bij kamertemperatuur hard zijn) verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en daarmee de kans op hart- en vaatproblemen. Te veel zout, maar ook zoethoutthee en drop, kan de bloeddruk verhogen en een te hoge bloeddruk vergroot de kans op onder meer een beroerte. Wees dus zuinig met verzadigde vetten, zout en drop/zoethoutthee. Voeding kan ook een goede invloed hebben. Gezond eten verlaagt het cholesterolgehalte in het bloed en helpt daardoor de slagaders schoon te houden. Daarnaast houdt gezonde voeding het lichaamsgewicht binnen de perken en kan het een hoge bloeddruk helpen voorkomen. Daardoor wordt het hart niet onnodig belast. Eet veel vezelrijk voedsel dus bijvoorbeeld bruin- of volkorenbrood in plaats van wit brood, volkoren pasta in plaats van gewone en zilvervliesrijst in plaats van witte rijst. Drink minstens anderhalve liter vocht per dag, zoals water, vruchtensap, koffie, thee, halfvolle melk, yoghurt en soep. Ga altijd met een gevulde maag boodschappen doen. In dat geval, zo blijkt uit onderzoek, laat u zich minder snel verleiden tot het aanschaffen van extra vetrijke tussendoortjes. Gebruik onverzadigde vetten bij het koken. Dit zijn vetten die vloeibaar zijn bij kamertemperatuur, bijvoorbeeld olijfolie. Meer informatie vindt u in de volgende brochure: Te hoog cholesterol; Uitgave door de Hartstichting en ook te lezen via www.hartstichting.nl. Mag ik weer aan het werk? Dat is erg afhankelijk van de restverschijnselen van de beroerte en natuurlijk van het soort werk. Als u zich goed voelt, is er tegen werkhervatting meestal geen bezwaar. Toch blijkt soms dat het tegenvalt en dat u op het werk pas merkt dat er iets niet goed lukt. Het is belangrijk dat dan met de huisarts, bedrijfsarts of neuroloog te bespreken. Moet ik stoppen met roken? Om de kans op herhaling te verkleinen, is het beter dat u stopt met roken. Roken laat namelijk de bloedvaten dichtslibben en verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Uw huisarts kan u helpen met stoppen, eventueel met behulp van nicotinekauwgom, -pleisters, of tabletten. Uw eigen motivatie om te stoppen is echter het belangrijkst. Voor meer informatie om te stoppen met roken kunt u terecht bij Stivoro, www.stivoro.nl. Mag ik alcohol drinken? Ja, matig alcoholgebruik is waarschijnlijk zelfs gunstig voor mensen met hart- en vaatziekten. U mag er best een gewoonte van maken één of twee glaasjes per dag te drinken. Maar let op: drie of meer is schadelijk en opsparen om in het weekend meer te drinken, is nog schadelijker! Het advies is om twee dagen per week geen alcohol te drinken. Drink alleen voor plezier en ontspanning, niet om bijvoorbeeld stress of andere problemen 'weg te drinken'.
Mag ik op vakantie? Daar is in het algemeen niets op tegen. Ook vliegen is na een beroerte toegestaan. We raden aan om 2 tot 4 weken niet te vliegen, afhankelijk van de beroerte. Voor persoonlijk advies kun u contact opnemen met ons centraal meldpunt. In warme landen moet u wel ervoor zorgen dat u voldoende vocht binnenkrijgt (2,5 liter per dag). In de felle zon kunt u beter een hoofddeksel dragen. Tijdens een reis waarbij u veel moet stil zitten, is het goed af en toe te bewegen; ga even lopen in het gangpad van bus of vliegtuig. Dit is belangrijk om een trombosebeen te voorkomen. Wanneer u een hoger risico op trombose hebt (bijvoorbeeld als u al eens een trombosebeen hebt gehad) en u langer dan vier uur moet zitten, wordt geadviseerd extra maatregelen te nemen, zoals elastische kousen of een eenmalig trombosespuitje vlak voor de reis. Overleg bij twijfel met uw (huis)arts. Verder is het beter om tijdens uw reis water te drinken in plaats van alcohol. Tips en adviezen voor op vakantie Vergeet geen medicatielijst mee te nemen op vakantie. Deze kunt u bij uw apotheek laten maken. Het komt voor dat koffers zoek raken. Verdeel uw medicatie over uw handbagage en koffers. Bent u rolstoelafhankelijk? Ga de toegankelijkheid na van uw accommodatie, maar ook in de omgeving (bijv. musea, theater). Mag ik in de sauna of naar de kapper? Ja, hieraan zijn geen beperkingen. Als u de sauna bezoekt, moet u wel voldoende drinken. Hoe belangrijk is bewegen? Dat voldoende lichaamsbeweging gezond is, weet iedereen. Toch blijkt uit onderzoek dat een op de drie Nederlanders onvoldoende beweegt. Om meer te bewegen, hoeft u uw leven niet drastisch te veranderen. U hoeft geen dure sportuitrusting aan te schaffen of lid te worden van een vereniging. Een wandeling maken of een stukje fietsen is voldoende. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om ten minste een half uur per dag te bewegen. Dit hoeft niet aaneengesloten te zijn. Het mag gerust een optelsom zijn van bijvoorbeeld twee keer 15 minuten fietsen of drie keer 10 minuten wandelen. Meer bewegen mag natuurlijk altijd. Hoe meer u beweegt, hoe beter het is. Voldoende lichaamsbeweging verkleint niet alleen de kans op hart- en vaatziekten, maar is ook goed voor uw spieren en botten, uw spijsvertering en om een depressie of geestelijke achteruitgang te voorkomen. Meer informatie vindt u op www.hartstichting.nl. Mag ik aan sport doen? Tegen sportbeoefening na een beroerte bestaat geen bezwaar. Wel lijkt het verstandig dit eerst met uw huisarts of neuroloog te bespreken, als u tevoren niet gewend was te sporten. Bewegen met een handicap? Thuiszorgorganisatie Thebe kan u hierover informeren en bij Libra Revalidatie & Audiologie (Leijpark) wordt medische fitness gegeven. Ook zijn er steeds meer sportscholen waar in een rustige omgeving sporten mogelijk is onder begeleiding. Kan ik door vrijen een nieuwe beroerte krijgen? Mensen die getroffen zijn door een beroerte en hun partners maken zich soms zorgen over hun seksuele relatie. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat seksuele opwinding een nieuwe beroerte kan veroorzaken. Daar is geen reden voor. Wel is het goed er rekening mee te houden dat in de eerste fase na een beroerte de seksuele behoefte meestal verminderd is. De omstandigheden zijn er niet naar en nogal eens hebben mensen na een beroerte het gevoel dat ze hun lichaam niet meer kennen. Ze moeten wennen aan de manier waarop hun lichaam reageert. Ook kan schaamte een rol spelen. Gelukkig komt de behoefte aan intimiteit en seksualiteit na verloop van tijd bij de meeste mensen
terug. Loop daarom in het begin niet te hard van stapel. Ga samen op ontdekkingstocht naar wat ook in de nieuwe situatie plezierig is voor u beiden. Belangrijk is te blijven praten over uw gevoelens. Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat ze de zin in het vrijen verminderen of bij mannen de potentie verlagen. Bespreek met uw (huis)arts of er alternatieven zijn zonder deze bijwerkingen. Bij welke klachten moet ik weer contact opnemen met de huisarts? Als u nieuwe klachten ervaart die kunnen passen bij een beroerte, is het van belang hierover direct contact op te nemen met uw huisarts. De Nederlandse Hartstichting heeft om symptomen te herkennen een eenvoudige test ontwikkeld: Mond: Scheve mond? Vraag de persoon om te lachen of de tanden te laten zien. Let op of de mond scheef staat en een mondhoek naar beneden hangt. Arm: Verlamde arm? Vraag aan de persoon om beide armen tegelijkertijd horizontaal naar voren te strekken en de binnenzijde van de handen naar boven te draaien. Let op of een arm wegzakt of rondzwalkt. Spraak: Onduidelijke spraak? Vraag aan de persoon of aan de familieleden of er veranderingen zijn in het spreken (onduidelijk spreken of niet meer uit de woorden kunnen komen). Tijd: Hoe laat is het begonnen? Stel vast hoe laat de klachten bij de persoon zijn begonnen. Dit is van belang voor de behandeling. Als de persoon één of meer opdrachten niet kan uitvoeren, heeft hij/zij waarschijnlijk een beroerte.
Handel direct want tijdverlies = hersenverlies Bel uw huisarts of 112 Er kunnen zich ook andere klachten voordoen bij een beroerte. Bij twijfel wordt u aangeraden om contact op te nemen met uw huisarts. Mag ik autorijden? Het rijbewijs is voor veel mensen een groot goed. Het betekent namelijk mobiliteit en vooral zelfstandigheid. Omdat u een beroerte (CVA) of een TIA hebt gehad, moet bekeken worden of u nog kunt en mag autorijden. In deze brochure wordt in het kort informatie gegeven over de regels die hiervoor gelden. Voor meer informatie over uw persoonlijke situatie kunt u overleggen met de verpleegkundig specialist Neurologie locatie (St. Elisabeth), de neurorevalidatie verpleegkundige (locatie TweeSteden), uw neuroloog en/of het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
Beroerte of TIA Beroerte De medische term voor een beroerte is Cerebro Vasculair Accident; CVA. Omdat een beroerte leidt tot beschadiging van delen van de hersenen, kan dit zowel lichamelijk als geestelijk grote gevolgen hebben. Deze gevolgen kunnen invloed hebben op het dagelijks leven en dus ook op het besturen van een auto of een ander voertuig.
TIA Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke verstoring van de hersenfunctie doordat er even te weinig bloed aanwezig is geweest in een deel van de hersenen.
Centraal Bureau Rijvaardigheden (CBR) Het CBR heeft eisen gesteld aan de rijgeschiktheid voor autorijden voor mensen met neurologische aandoeningen. Of u geschikt bent om weer auto te rijden na uw CVA of TIA hangt af van de eventuele restverschijnselen die u hebt en het soort rijbewijs. Soorten rijbewijzen In de eisen van rijgeschiktheid wordt er een onderscheid gemaakt in verschillende rijbewijzen: Groep 1-rijbewijs: personenauto’s en motoren. Groep 2-rijbewijs: vrachtwagens en bussen. Beroepsmatig groep 1-rijbewijs (bijv. taxi): de eisen van een groep 2-rijbewijs zijn van toepassing.
Procedure CBR Autorijden na een beroerte of TIA Na een beroerte of TIA mag u in ieder geval 2 weken niet autorijden. Als er dan nog beperkingen zijn die de rijvaardigheid beïnvloeden mag u in ieder geval 3 maanden niet autorijden. Dit geldt ook als u beroepschauffeur bent of beroepsmatig van gebruik maakt van uw groep 1-rijbewijs. Melden Twee weken of 3 maanden (afhankelijk van het feit of u na 2 weken nog beperkingen heeft die het autorijden zouden kunnen beïnvloeden) na de doorgemaakt beroerte of TIA kunt u een ‘Eigen Verklaring’ invullen. U bent klachtenvrij na 2 weken Voor mensen die een TIA of beroerte hebben doorgemaakt en ‘restloos’ zijn hersteld is geen neurologisch rapport meer nodig. Het CBR heeft van u een ‘Eigen Verklaring’ nodig en een door een algemeen arts ingevulde ‘Beroerte Vragenlijst’. Uw kunt een huisarts vragen om de ‘Beroerte Vragenlijst’ in te vullen. Deze vragenlijst is te vinden op de website van het CBR. Uw eigen huisarts doet dit meestal niet i.v.m. de vertrouwensrelatie die u met uw huisarts heeft. Vraag uw eigen huisarts om advies. Daarnaast vult u zelf de ‘Eigen Verklaring’ in. Beide formulieren kunt u gelijktijdig naar het CBR opsturen. Als het CBR voldoende informatie heeft om een beslissing te nemen, hoeft u verder niets te doen. U ontvangt binnen vier weken een brief met de beslissing van het CBR. Voor meer informatie gaat u naar de website van het CBR; www.cbr.nl. Klik op het kopje ‘Eigen Verklaring & keuring en dan Medisch Situatie’. U bent niet klachtenvrij na 2 weken Drie maanden na de beroerte (of later) verstuurt u de ‘Eigen Verklaring’ naar het CBR. Aanvullende informatie kan door een huisarts worden toegevoegd. Binnen vier weken geeft het CBR aan wat de beslissing is. Het kan zijn dat zij meer informatie nodig hebben van bijvoorbeeld uw specialist. Of moet u een rijtest doen. Als er extra onderzoek nodig is verwijst het CBR u naar een specialist.
Voor meer informatie gaat u naar de website van het CBR; www.cbr.nl. Klik op het kopje ‘Eigen Verklaring & keuring en dan Medisch Situatie’. Eigen Verklaring Het formulier ‘Eigen Verklaring’ is een formulier met vragen over uw lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Dit formulier is te koop bij rijscholen of bij uw gemeente. Ook is het te downloaden op de website van het CBR. U gaat hier voor naar: https://mijn.cbr.nl/. Voor het inloggen heeft u een Digid-code nodig. Kosten De service van het CBR zit in de prijs van de ‘Eigen Verklaring’. Actuele informatie over de kosten kunt u vinden op de website www.cbr.nl. Zodra de ‘Eigen verklaring’ binnen is zijn alle diensten van het CBR gratis. De kosten voor de medische keuring zijn voor eigen rekening.
Ondersteunende stichtingen en verenigingen Nederlandse CVA-vereniging Samen Verder – Voor informatie en lotgenotencontact www.cva-vereniging.nl Telefoon 088 – 3838300 Afasievereniging Nederland (AVN) – Voor informatie en begeleiding – www.afasie.nl Telefoon 026 – 3512512 Mensen met afasie kunnen terecht bij één van de Afasiecentra voor begeleiding om beter te communiceren www.afasiecentrum.nl Vereniging Cerebraal – Cerebraal is de vereniging voor mensen die na hun geboorte getroffen zijn door enige vorm van hersenletsel www.cerebraal.nl Telefoon 030 - 2964469 De Hart & Vaatgroep Voor informatie over hart- en vaatziekten en lotgenotencontact www.hartenvaatgroep.nl Infolijn Hart en Vaten: 0900 – 3000300 Nederlandse Hartstichting Voor informatie over hart- en vaatziekten www.hartstichting.nl Infolijn Hart en Vaten: 0900 – 3000300 Hersenstichting Voor informatie over hersenen en hersenaandoeningen. Telefoon 070 – 3604816 www.hersenstichting.nl Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) Koepel van patiëntenorganisaties Zorglijn: 030 – 2916777 www.npcf.nl
Regionale organisaties Expertisecentrum Niet aangeboren hersenletsel Het loket is te bereiken via de website of via e-mail:
[email protected] www.loketnah.nl En via: 013 – 539 37 97
Café Brein Tilburg/Waalwijk Trefpunt voor naasten van mensen met Niet-aangeboren hersenletsel, maar ook voor mensen met NAH, hulpverleners of andere geïnteresseerden. Iedere café avond staat een onderwerp centraal en is er ruimte voor vragen en discussie. Voor meer informatie kunt u bellen met MEE regio Tilburg: 013 – 542 41 00 of expertisecentrum familiezorg 013 – 544 33 43. Contour De Twern Gericht op vrijwilligerswerk en ondersteuning Telefoon 013 – 583 99 99 E-mail
[email protected] www.contourdetwern.nl MEE Regio Tilburg Voor hulp- en dienstverlening aan mensen met een handicap en mantelzorg. Dit kan bestaan uit informatie, advies, begeleiding, ondersteuning en bemiddeling om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij. Telefoon 013 – 542 41 00 E-mail
[email protected] www.meedemeentgroep.nl
Wat kunt u zelf doen? Voor naasten Voor u als naaste verandert het dagelijkse leven ook na een beroerte. In het begin hebt u misschien nog de energie om steun te geven en om te zorgen voor de patiënt die moet leven met de gevolgen van een beroerte. Voor veel naasten wordt de last na een tijdje zwaar. Het is belangrijk dat u de zorg dan deelt met anderen. Dan kunt u het beter volhouden en dat is voor de patiënt ook beter. Geef op tijd bij de zorgverlener aan als het voor u te zwaar wordt. De zorgverlener vraagt hier ook regelmatig naar. U kunt hulp krijgen door goede begeleiding en gesprekken of door praktische steun. Verspreid over het land bestaan steunpunten mantelzorg. Patiëntenverenigingen geven ook speciale trainingen voor naasten. Voor u en uw naaste(n) Het is niet eenvoudig om met de gevolgen van een beroerte om te gaan. Toch is het belangrijk dat u meepraat over de zorg. Daardoor hebt u meer grip op uw leven en de zorg die u krijgt. En op uw herstel en omgaan met beperkingen. Als u het moeilijk vindt of te moe bent om actief mee te denken, vraag dan een naaste om u te helpen. Zo krijgt u (samen) weer zo veel mogelijk de regie in eigen handen.
Tips voor de patiënt en de naaste om de regie (weer) in handen te krijgen 1. Ga op zoek of vraag naar informatie over een beroerte en over de behandelingen. U weet daardoor beter wat er aan de hand is en wat er kan gaan gebeuren. En ook wat u moet doen als u bepaalde problemen ervaart. Zo kunt u zelf gemakkelijker en sneller hulp zoeken. En u kunt betere keuzes maken. Achter in deze brochure staan betrouwbare websites waar u meer informatie kunt vinden. Voor informatie kunt u ook bij uw zorgverlener terecht. 2. Stel haalbare doelen en ga na hoe u deze kunt bereiken. Uw wensen, mogelijkheden of verwachtingen veranderen steeds. Door concrete doelen te stellen, kunt u na een beroerte meer
grip op het leven krijgen. Welk doel wilt u binnenkort bereiken? Welke doelen zijn haalbaar? Wat is er nodig om dat te kunnen bereiken? Wat staat het bereiken van het doel in de weg? Wat moet u veranderen om het doel te bereiken? Deze vragen kunt u bespreken met de zorgverlener. Onderneem vervolgens actie en leer van het resultaat. Stel daarna nieuwe doelen. 3. Leer om meer vertrouwen in uzelf te krijgen. Ga na wat de gevolgen van een beroerte zijn. Wat zijn uw beperkingen? Wat kunt u doen om het voor uzelf beter te maken? Naasten kunnen aangeven wat de patiënt nog kan. Veel patiënten weten na een beroerte niet goed hoe het echt met hen gaat. Zij ervaren niet de beperkingen die een naaste wel ziet. Zelfvertrouwen kan groeien door bijvoorbeeld te oefenen. U kunt in een rollenspel leren om weer een goed gesprek (met elkaar) te voeren. Ook kunt u leren van uw ervaringen. Door uw ervaringen en angsten te delen met andere patiënten of naasten, leert u van elkaar. U leert om te gaan met de gevolgen van een beroerte. Uw zorgverlener kan u hierbij helpen en u begeleiden om vertrouwen op te bouwen. 4. Houd contact met familie, vrienden en buren. Het is prettig als u meerdere familieleden en goede vrienden hebt, die langs komen en kunnen helpen waar nodig. Het kan ook prettig zijn om met iemand te praten die te maken heeft gehad met een beroerte. Ook vrijwilligers kunnen helpen. Uw gemeente kan u informeren over vrijwilligersorganisaties.
Boeken en folders ‘Zorgboek Beroerte (CVA)’ Stichting September www.cva-vereniging.nl ‘Hersenscherven na beroerte’ J. Hochstenbach. ‘Onzichtbare gevolgen van een beroerte’ www.cva-vereniging.nl ‘Zelf oefenen na een beroerte’ (ook beschikbaar in het Engels) www.cva-vereniging.nl ‘Leven met vermoeidheid’ www.cva-vereniging.nl ‘Voorkom en Herken een beroerte’ www.cva-vereniging.nl ‘Een beroerte, en dan?’ www.hartstichting.nl ‘Patiëntenversie Zorgstandaard Vasculair risicomanagement’ www.platformvitalevaten.nl Wegwijzer na een beroerte www.cva-vereniging.nl
Het sinaasappelstadium voorbij www.cva-vereniging.nl Leven na een beroerte www.cerebraal.nl / www.hersenstichting.nl Aan het werk met hersenletsel www.hersenstichting.nl Na een beroerte …hoe verder www.cva-vereniging.nl Een beroerte op jonge leeftijd www.cva-vereniging.nl Een aneurysma of avm in het hoofd www.hartenvaatgroep.nl Hulp bij een veranderd leven www.cerebraal.nl Beroerte www.cerebraal.nl / www.hersenstichting.nl TIA www.hersenstichting.nl Een voorbijgaande beroerte www.hartstichting.nl Heb hart voor je hoofd www.hartstichting.nl Zorgwijzer: geheugen www.hersenstichting.nl Zorgwijzer: karakterverandering www.hersenstichting.nl Zorgwijzer: seksualiteit www.hersenstichting.nl Zorgwijzer: partners www.hersenstichting.nl Zorgwijzer: vermoeidheid www.hersenstichting.nl
De onzichtbare gevolgen www.cva-vereniging.nl Veranderd gedrag www.cerebraal.nl Emotionele problemen www.cerebraal.nl Karakterveranderingen www.hersenstichting.nl Voorlichtingsondersteunende kaarten voor patiënten met communicatieproblemen www.afasie.nl Omgaan met het taalzakboek www.afasie.nl Logopedische behandeling van afasie www.afasie.nl Afasie, u kunt er beter over praten www.afasie.nl Richtlijnen voor communicatie met mensen met afasie www.afasie.nl Richtlijnen voor afasie in het Portugees/Turks/Arabisch www.afasie.nl Vermoeidheid www.cerebraal.nl / www.hersenstichting.nl Snel in beweging na een beroerte - oefengids www.cva-vereniging.nl Activiteiten voor patiënten en partners www.cva-vereniging.nl Leven met iemand met hersenletsel www.cerebraal.nl Intimiteit en seksualiteit na een beroerte www.hartvaatgroep.nl Tom, wat is er met mijn mama? (4-6 jaar) www.cva-vereniging.nl Plotseling was papa ziek. Hij heeft een beroerte gehad (7-10 jaar) www.cvavereniging.nl
Het blijft je vader of moeder www.cva-vereniging.nl Zorgplan vitale vaten www.hartvaatgroep.nl Medicijnen bij hersenletsel www.cerebraal.nl Te hoog cholesterol www.hartstichting.nl Hoge bloeddruk www.hartstichting.nl Overgewicht www.hartstichting.nl Eten naar hartenlust www.hartstichting.nl Koken naar hartenlust www.hartstichting.nl Zoutwijzer www.hartstichting.nl Geheugenkaart (vergeetachtig? wat te doen?) www.hersenstichting.nl Medicijnen en hart en vaatziekten www.hartstichting.nl Uitdrukkelijk voor rokers www.hartstichting.nl Stoppen met roken willen en kunnen www.rokeninfo.nl
Belangrijke telefoonnummers ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis):
(013) 221 00 00
Locatie ETZ Elisabeth Route 42 Neuro-revalidatie polikliniek: Verpleegkundig specialist neurologie, Dhr. J. Vervoort:
(013) 539 80 36
Locatie ETZ TweeSteden Wachtkamer 5, tweede etage Neuro-revalidatie polikliniek: CVA-verpleegkundige, Mw. M. van Schijndel:
(013) 465 55 04
Locatie ETZ Waalwijk Polikliniek Neurologie (begaande grond) Neuro-revalidatie polikliniek:
(013) 539 22 26
(013) 465 55 04
(013) 465 55 04
Neurologie, 21.940 06-16
Copyright© ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.