Cannabis in Utrecht deel 1 Van Koffieshop tot Hennepwinkel Sociale functies van koffieshops (2e gewijzigde druk)
Tot stand gekomen met subsidie van: Stimuleringsfonds Maatschappelijke Aandachtsgebieden
drs. N. Maalsté Centrum voor Verslavingsonderzoek Universiteit Utrecht 1995
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding
1
Methodologische verantwoording Observatie Gesprekken Half-gestructureerde vragenlijst Beschrijvingen
3
Beschrijvingen Algemeen Thema's Ligging Openingstijden Kwaliteit Criminaliteit Minderjarigen Een indeling naar sociale functie De `hennepwinkel' De `gespecialiseerde' koffieshop De `jongeren' koffieshop De `buurt' koffieshop De `theehuis' koffieshop De `huiskamer' koffieshop De `traditionele' koffieshop
5
Recente ontwikkelingen Gemeentelijk beleid Casus Vip-shop Enkele gevolgen van het beleid
16
Conclusies en aanbevelingen
21
Korte verklarende woordenlijst
23
Literatuur
24
Bijlagen Lijst van koffieshops in Utrecht Lijst van observaties Lijst van interviews Plattegrond Utrechtse koffieshops
25
Voorwoord In 1993 is het Centrum voor Verslavingsonderzoek (CVO) van de Universiteit Utrecht gestart met onderzoek naar Lokaal Cannabisbeleid. Het onderzoek heeft een looptijd van drie jaar en wordt voor een deel gesubsidieerd door het Stimuleringsfonds Maatschappelijke Aandachtsgebieden (SMA) van de Universiteit Utrecht. De belangrijkste doelstelling van het onderzoek is het inventariseren van ervaringen met en knelpunten in het gemeentelijk cannabisbeleid. Deze inventarisatie biedt een basis voor de ontwikkeling van een model voor lokaal cannabisbeleid. Het onderzoek bestaat uit drie onderdelen: Cannabis in Utrecht (A), Cannabis in andere Nederlandse gemeenten (B) en de Evaluatie van verschillende beleidsmaatregelen (C). De gemeente Utrecht is gekozen als `proeftuin' om vast te stellen wat mogelijke knelpunten in gemeentelijk cannabisbeleid kunnen zijn volgens de verschillende betrokkenen. Daarbij wordt de problematiek rondom verkooppunten van cannabis - de zogenaamde koffieshops - geïnventariseerd, de functie van koffieshops onderzocht en worden gegevens over consumenten en exploitanten van koffieshops verzameld. Verder worden verschillende meetinstrumenten getest op bruikbaarheid voor het in kaart brengen van gemeentelijk cannabisbeleid. De resultaten van `Cannabis in Utrecht' worden in vier deelrapporten gepresenteerd. In dit deelrapport zijn de eerste resultaten van het onderzoek in Utrecht beschreven. Aan de hand van de situatie aldaar is een indeling gemaakt in verschillende categoriën koffieshops. De volgende geplande deelrapportages binnen `Cannabis in Utrecht' bevatten de resultaten van studies naar koffieshopexploitanten (deel 2), consumenten (deel 3), omwonenden van koffieshops, wijkagenten, ambtenarij en politici (deel 4). De situatie in andere Nederlandse gemeenten wordt in kaart gebracht door gegevens te verzamelen over het gevoerde cannabisbeleid. Naast een telefonische enquête worden beleidsstukken geanalyseerd en onderling vergeleken op basis van concrete beleidsmaatregelen. Het vaststellen van knelpunten in lokaal beleid en het inventariseren van oplossingen die hier door de lokale overheden op gevonden zijn, vormen de belangrijkste doelen van het onderzoek in andere Nederlandse gemeenten. Vervolgens zullen enkele Nederlandse gemeenten geselecteerd worden, die al enige tijd ervaring hebben met het door hen gekozen cannabisbeleid. De effectiviteit en gevolgen van verschillende beleidsmaatregelen worden vastgesteld door de situatie van de betreffende gemeenten in kaart te brengen met behulp van de in Utrecht geteste meetinstrumenten. Uiteindelijk kan een model worden geconstrueerd voor een praktisch uitvoerbaar gemeentelijk cannabisbeleid in Nederland, dat enerzijds een afspiegeling is van lokale eisen en belangen en anderzijds uitvoerbaar is zonder wezenlijk inbreuk te doen op de nationale en internationale verhoudingen. Op verzoek van het SMA is het onderzoek in 1994 ingebed in een groter onderzoek naar sociaalwetenschappelijke en juridische grondslagen van een verantwoord drugsbeleid (Ossebaard en Wijngaart, 1994). Behalve het inventariseren van voor- en tegenargumenten van legalisering van de substanties die onder de huidige Opiumwet vallen, is het de bedoeling om een praktisch drugregulatie model voor gemeentelijk drugsbeleid te ontwikkelen en scenario-onderzoek te verrichten naar methoden, effecten en determinanten van graduele legalisatie van drugs. In oktober 1994 is dit rapport in een andere versie verschenen. Er is besloten die versie te wijzingen in verband met veranderingen in het gemeentelijk beleid en veranderingen in de visie op dat beleid bij de onderzoekers. Tevens zijn de Utrechtse bevindingen in een nationaal kader geplaatst. Het rapport is geredigeerd door drs. R. Braam, drs. D. de Bruin en drs. H. Ossebaard.
Inleiding Sinds 1976 hebben we in Nederland te maken met een gedoogbeleid voor koffieshops. Dit houdt in dat de verkoop van beperkte hoeveelheden en het gebruik van hennepprodukten gedoogd worden in gelegenheden, die onder de noemer `koffieshop'1 vallen. Hoewel dit gedoogbeleid al bijna twintig jaar bestaat heeft de oudste koffieshop in Utrecht onlangs haar 25-jarige bestaan gevierd2. Sinds de opening van deze koffieshop volgden er vele anderen. Begin jaren negentig beleefde het aantal Utrechtse koffieshops zijn top, met veertig3. Door onderlinge concurrentie en het optreden van politie en justitie is dit aantal fors teruggelopen. Op dit moment lijkt het aantal Utrechtse koffieshops zich te stabiliseren rond de twintig koffieshops. In de tijd dat het onderzoek loopt is het aantal koffieshops in Utrecht teruggelopen van 28 naar 21 (zie bijlage 1). De gedoogvoorwaarden waaraan koffieshops zich moeten houden zijn samengevat in het AHOJ-G beleid. AHOJ-G staat voor: geen Affichering, geen verkoop van Hard drugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jongeren onder de leeftijd van 18 jaar en geen verkoop van Groothandelshoeveelheden (meer dan 30 gram per klant)4. In de jaren tachtig is er vrij soepel met deze voorwaarden omgegaan, maar anno 1993 lijken koffieshops in toenemende mate als een maatschappelijk probleem te worden beschouwd en is er een periode aangebroken waarin deze voorwaarden worden aangescherpt. Daarnaast hebben verschillende gemeenten een aantal voorwaarden aan het bestaande beleid toegevoegd, om de al dan niet vermeende wildgroei van koffieshops beter beheersbaar te maken. Dit heeft onder andere tot gevolg gehad dat veel gemeenten gekozen hebben voor een maximumstelsel, wat betekent dat door de betreffende gemeenten een maximum aantal koffieshops is vastgesteld. Dit maximum aantal kan per gemeente sterk verschillen. De gemeenten die geen maximumstelsel ten aanzien van koffieshops hanteren, proberen het aantal koffieshops te beperken door strengere voorwaarden te stellen aan nieuwe koffieshops en bestaande koffieshops beter te controleren op de voorwaarden, zoals beschreven in het AHOJ-G-beleid. Verder hebben verschillende gemeenten nog een aantal voorwaarden aan het bestaande beleid toegevoegd ter bescherming van jeugdigen5 en ter beteugeling van de criminaliteit. Zo is er in de gemeente Utrecht sinds september 1993 een strengere controle op heling, alcohol en wapenbezit in koffieshops. Bij overtreding van de genoemde voorwaarden kan een koffieshop gesloten worden. In kranteartikelen worden koffieshops steeds vaker in verband gebracht met overlast. Van de gemeenten wordt verwacht, dat zij hun beleid hierop afstemmen. In veel gemeentelijke beleidsnota's ten aanzien van koffieshops ligt daarom de nadruk op overlastvermindering en regulering. In dit rapport worden de Utrechtse koffieshops getypeerd aan de hand van een aantal thema's en een aantal categorieën. De thema's zijn gekozen op grond van informatie uit de literatuur. De categorieën zijn tot stand gekomen, nadat uit observaties, gesprekken en interviews is gebleken dat niet alle koffieshops dezelfde functie hebben. Er kan bijvoorbeeld een indeling gemaakt worden naar de verschillende klantengroeperingen, waarop de verschillende koffieshops zich richten. De categorieën
1
Andere veel gebruikte benamingen zijn: koffiehuis, hasjshop, verkooppunt van soft drugs, headshop, coffeeshop en theehuis. Om moeilijkheden te voorkomen bij het aanvragen van een vergunning, gebruiken exploitanten ook vaak benamingen als: biljartroom, galerie, buurthuis en shoarmazaak. 2
In Soft Secrets 41 wordt de eigenaar van Sarasani geïnterviewd ter ere van het jubileum van de koffieshop (Faay, A., december 1993, p. 11). 3
Zie voor een uitgebreide lijst: Hash-shops in Utrecht (1990).
4
Begin jaren negentig werden de AHOJ-G richtlijnen voor het eerst gehanteerd in een aantal gemeenten. Deze richtlijnen zijn in 1991 door het openbaar ministerie vastgesteld. Aanvankelijk stond de J voor jeugdigen onder 16 jaar. In augustus 1994 zijn de richtlijnen aangescherpt, waarbij de leeftijdsgrens verhoogd is naar 18 jaar. 5
Een voorbeeld hiervan is het spreidingsbeleid, waarbij minimumafstanden worden vastgesteld voor koffieshops ten opzichte van elkaar en voor koffieshops ten opzicht van scholen en andere instellingen waar veel jeugdigen komen.
1
zijn overigens niet uniek voor de gemeente Utrecht. In andere grotere Nederlandse gemeenten kunnen koffieshops op gelijkwaardige manier worden ingedeeld6 In het huidige beleid en lokale beleidsmaatregelen wordt de sociale functie van koffieshops niet of nauwelijks onderkend. Vandaar dat de stap van koffieshop naar hennepwinkel voor beleidsmakers snel gemaakt is, terwijl dit voor exploitanten en consumenten vaak een ingrijpende stap is. Exploitanten krijgen met beperkte openingstijden te maken, consumenten zien hun ontmoetingsplek veranderen in een afhaalcentrum. Met behulp van de beschrijvingen is het mogelijk een beter beeld te krijgen van de bestaande koffieshops en kan men op beleidsmatig niveau meer gerichte maatregelen treffen, om problemen met betrekking tot koffieshops te verkleinen dan wel te voorkomen.
6
Vergelijk de indeling in sociale functies die de Loor (1994) in Amsterdam maakt.
2
Methodologische verantwoording De informatie voor dit deel van het onderzoek is verkregen door middel van observaties in koffieshops, gesprekken met eigenaren en bezoekers en enkele items uit een half-gestructureerde vragenlijst die bij bezoekers is afgenomen. De verkregen informatie is in eerste instantie verwerkt tot een beschrijving van afzonderlijke koffieshops in Utrecht. Op basis van deze beschrijving is een indeling gemaakt, die geresulteerd heeft in het beschrijven van een aantal categorieën koffieshops. Deze categorieën zijn ook bruikbaar voor onderzoek naar koffieshops in andere gemeenten. De indeling in categorieën is overigens vooral typerend voor de situatie in grotere gemeenten, waar veel koffieshops zijn. In kleinere gemeenten met weinig koffieshops, zullen de verschillende categorieën koffieshops meer in elkaar opgaan, omdat de enkele koffieshop zich op een breed publiek zal richten.
Observaties In de periode mei 1993 tot oktober 1993 zijn alle koffieshops in Utrecht op verschillende tijdstippen bezocht ten einde een zo volledig mogelijk beeld te krijgen (zie bijlage 2). Het bleek niet mogelijk elke koffieshop zowel 's ochtend, 's middags als 's avonds te bezoeken vanwege de openingstijden. Bovendien werd onze aanwezigheid niet overal en op ieder moment op prijs gesteld. Kernpunten voor de observaties waren: het interieur, het aantal aanwezigen, het soort bezoekers, de omgang tussen medewerkers en klanten, de presentatie van de hennepprodukten, de spelmogeijkheden en de sfeer.
Gesprekken Tijdens mijn bezoeken aan koffieshops ben ik vaak in gesprek gekomen met medewerkers en bezoekers. Deze gesprekken waren niet gepland, maar hebben uiteindelijk enig inzicht gegeven in de manier waarop door verschillende betrokkenen tegen koffieshops aangekeken wordt. Om de bestaande situatie zo min mogelijk te verstoren heb ik de verkregen informatie pas na mijn bezoek opgeschreven. De besproken onderwerpen waren uiteenlopend, bijvoorbeeld: legalisatie van hennep, kwaliteitcontroles, `goede' en `foute' koffieshops7, gebruik van andere middelen.
Half-gestructureerde vragenlijst In het kader van het onderzoek zijn bezoekers geïnterviewd met betrekking tot hun gebruik van hennepprodukten en hun visie op de bestaande koffieshops. Op basis van eerder onderzoek en resultaten van interviews met Utrechtse koffieshopexploitanten is een uitgebreide half-gestructureerde vragenlijst samengesteld. In deze vragenlijst zijn zowel vragen naar feiten als vragen naar meningen opgenomen. De vragenlijst is afgenomen bij 49 koffieshopbezoekers in 17 koffieshops (zie bijlage 3). Een aangepaste tweede versie van de vragenlijst wordt nu gebruikt om meer verschillende groepen koffieshopbezoekers8 te bereiken. Deze vragenlijst wordt verspreid via koffieshops en andere plekken waar hennepgebruikers komen en kan door bezoekers ingevuld worden op een zelf gekozen plek en tijdstip. De resultaten van deze vragenlijsten worden in een volgend rapport verwerkt9. In de eerste vragenlijst waren enige open vragen opgenomen, die specifiek gericht zijn op de Utrechtse situatie. Zo werd de bezoekers gevraagd welke koffieshops ze kenden en of ze de hun bekende
7
Consumenten bedoelen met foute koffieshops, die koffieshops waarvan ze de kwaliteit van de hennepprodukten slecht vinden; soms wordt er gezinspeeld op vermoedens over de criminele achtergrond van de exploitant. 8
Tijdens het afnemen van de eerste vragenlijst, bleek dat dit een tijdrovende zaak was waardoor verschillende groepen hennepgebruikers, zoals `afhalers' en mensen die niet in het openbaar geïnterviewd wilden worden, niet bereikt werden. 9
Het rapport over Utrechtse cannabisconsumenten zal in mei 1995 afgerond worden.
3
koffieshops in één woord konden omschrijven. Ook werd gevraagd naar `goede' en `slechte' koffieshops met een daarbij behorende motivering. Het beantwoorden van deze vragen mondde regelmatig uit in uitgebreide omschrijvingen van de Utrechtse koffieshops.
Beschrijvingen Aan de hand van de verkregen informatie is er in eerste instantie een beschrijving van elke Utrechtse koffieshop afzonderlijk gemaakt. Een opsomming van de Utrechtse koffieshops voldoet echter niet aan de doelstelling om een beschrijving van koffieshops te geven, die ook bruikbaar is in andere gemeenten. Vandaar dat ervoor gekozen is om de Utrechtse situatie te beschrijven aan de hand van een aantal thema's en een indeling in verschillende categorieën koffieshops. De thema's zijn gebaseerd op enkele in beleidsstukken en artikelen genoemde knelpunten: * ligging * openingstijden * kwaliteit * criminaliteit * minderjarigen De indeling in verschillende categorieën koffieshops is voortgekomen uit het herhaaldelijk bestuderen en bijstellen van de beschrijvingen van de afzonderlijke koffieshops in Utrecht.
4
Beschrijvingen Algemeen De koffieshops in Utrecht zijn zeer verschillende gelegenheden met sterk uiteenlopende functies binnen de stedelijke samenleving. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat hennepprodukten vandaag de dag in alle lagen van de maatschappij gebruikt worden, waarbij iedere groep consumenten zijn eigen lokatie(s) -oftewel stamshop(s) - uitzoekt. Daarnaast heeft een belangrijke groep hennepgebruikers (die nauwelijks in horecagelegenheden komt) behoefte aan variatie. Cafébezoekers gaan vaak ook naar verschillende cafés. Afhankelijk van de stemming en het gezelschap waarin zij verkeren, maar ook van de sfeer, de service en de biermerken, valt de keuze op een bepaald café. Zo is dat ook met hennepgebruikers. Koffieshops kunnen aan de hand van een aantal factoren onderverdeeld worden. Zo kan er bijvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen de `afhaal-koffieshops' en de `zittenblijf-koffieshops'10 De eerste zijn voornamelijk verkooppunten, terwijl de tweede daarnaast ook de functie van sociale ontmoetingsplek hebben. Een andere factor, waarop koffieshops in te delen zijn, is de kwaliteit van de hennepprodukten. Een beperkt aantal koffieshops wordt door consumenten regelmatig genoemd, als zijnde koffieshops die goede kwaliteit verkopen. Daarnaast bestaan er volgens consumenten koffieshops met slechte, matige en wisselende kwaliteit van de hennepprodukten. Kwaliteit kan één van de doorslaggevende factoren voor de klantenkring van een koffieshop zijn. Kwaliteit hoeft overigens niet de belangrijkste reden te zijn om een koffieshop wel of niet te bezoeken. Wellicht de belangrijkste bepalende factor is de sfeer die een koffieshop uitademt. Sfeer wordt bepaald door de muziek, de mogelijkheden tot vermaak (spelletjes en dergelijke), aankleding van de ruimte, bediening, etcetera. De één vindt het belangrijk dat het in een koffieshop rustig en netjes is en dat je er een gesprek kunt voeren, terwijl de ander het liefst in een donker hoekje zit, waar niemand hem of haar ziet en met flink harde muziek op de `achtergrond'. Met een aantal globale sfeeromschrijvingen wordt duidelijk in hoeverre het verschil in sfeer de klantenkring van een koffieshop kan bepalen. Bij de typisch Marokkaanse koffieshops valt op dat er nauwelijks geblowd wordt, en dat de voornamelijk uit mannen bestaande klantenkring (waar vaak ook oudere mannen deel van uitmaken) op de eerste plaats komt om te praten, koffie of Marokkaanse thee te drinken en een spelletje te doen. Met andere woorden: een Marokkaans theehuis, waar af en toe geblowd wordt. Daarnaast heb je de van oudsher typische hippietenten, waar psychedelische muziek en platen/schilderingen tegen de muur een stimulerend effect hebben op de gemoedstoestand van de aanwezigen. In deze koffieshops komen voornamelijk studerende of werkloze jongeren. Het blowen en eventueel gebruik van middelen als XTC, LSD en paddestoelen vormt een soort cultus, waaraan zij een belangrijk deel van hun identiteit ontlenen. Er zijn ook neutrale koffieshops, waar mensen na hun werk "even een blowtje komen roken" of waar jongeren na (of tijdens) schooltijd met elkaar afspreken. Vaak hebben deze koffieshops iets weg van een stamcafé: de jongen of het meisje achter de bar kent de meeste klanten. In deze koffieshops zijn flipperkasten, videospelletjes, poolbiljarts en andere spelletjes onmisbaar. De bezoeker wil zich even ontspannen en/of zijn problemen vergeten. Er zijn bovendien koffieshops die als opvang voor een aantal `outcasts' van onze samenleving functioneren. Spijbelaars, zwervers en werklozen brengen soms uren per dag door in een van deze koffieshops11. Daarnaast zijn er in het centrum nog enkele commerciële koffieshops, die veel - maar weinig vaste klanten hebben. Zij moeten het vooral hebben van toeristen en andere niet-Utrechters. Deze koffieshops funktioneren vaak ook als `afhaalshops' voor mensen die een avondje uit zijn en bij de dichtsbijzijnde koffieshop snel nog even wat hennep willen halen.
10
Zie ook: Korte verklarende woordenlijst.
11
In tegenstelling tot andere horecagelegenheden geldt er in het merendeel van de Utrechtse koffieshops geen verplichting tot consumeren.
5
Uit gesprekken met bezoekers van koffieshops is gebleken dat de meeste hennepgebruikers goed op de hoogte zijn van wat er op het gebied van koffieshops gaande is. Zij weten van driekwart van alle koffieshops een beschrijving te geven en kunnen uitleggen waarom ze ergens wel of niet komen. Er worden door gebruikers weloverwogen keuzes gemaakt tussen koffieshops; op basis van welk hennepprodukt men wil kopen en waar men het aangenaam toeven vindt. Het komt regelmatig voor dat verschillende soorten weed en hasj door eenzelfde persoon in verschillende koffieshops worden aangeschaft. Vooral de meer ervaren gebruikers zijn goed op de hoogte van wat er waar te koop is, en hoe de sfeer per koffieshop is. Bij bezoekers van cafés ligt dit anders. De meeste mensen kennen een bepaald aantal cafés waar ze regelmatig komen, die meestal gekozen worden vanwege de sfeer die er heerst en het publiek dat er komt (de kwaliteit van het bier is overal gegarandeerd en de prijs is vrijwel overal hetzelfde). Bij hennepgebruikers spelen meerdere factoren een rol bij het kiezen van een of meerdere `stamshops'. Behalve de sfeer en het aanwezige publiek, is de kwaliteit en de prijs van de hennep een reden om ergens wel of niet (meer) te komen. Dit betekent dat de consument aanvankelijk een uitgebreid "warenonderzoek"12 in de verschillende koffieshops dient te verrichten, voordat deze zijn keuze maakt.
12
Dit warenonderzoek moet niet al te letterlijk genomen worden. Er wordt door consumenten veel over kwaliteit gesproken en vaak laat men een ander meeroken, waardoor het aangeboden produkt meteen door de ander uitgeprobeerd kan worden. Zo komt de consument er via via ook wel achter welke koffieshops voor hem of haar de moeite waard zijn om te bezoeken.
6
Thema's Ligging In de jaren tachtig vond er in Utrecht, evenals in andere gemeenten, een sterke toename van het aantal koffieshops plaats. Op verschillende plekken ontstonden concentraties van koffieshops. Vooral in afbraakbuurten vestigden zich regelmatig nieuwe koffieshops, veranderden verschillende koffieshops van pand en werden andere koffieshops weer gesloten. Het gemeentebeleid is er op gericht de koffieshops in de toekomst zoveel mogelijk binnen de grachtengordel en buiten woongebieden te houden (net als bij de horecabedrijven). Er bestaan verschillende clusters van koffieshops in Utrecht, zowel binnen als buiten de grachtengordel (zie bijlage 4 voor plattegrond). Binnen de grachtengordel zijn de koffieshops geconcentreerd aan de Oudegracht en rondom de Voorstraat/Breedstraat. Daarbuiten bestaan twee concentraties van koffieshops, te weten aan de kop van de Vleutenseweg en de Amsterdamsestraatweg. Daarnaast zijn er nog enkele koffieshops in de Wittevrouwenbuurt en in het woongedeelte van de wijk Lombok. Het merendeel van de koffieshops is niet in een woonwijk gelegen. Vooral doorgaande (winkel)routes, zoals de Oudegracht, de Voorstraat, de Amsterdamsestraatweg en de Vleutenseweg zijn plekken, waar relatief veel koffieshops liggen. De koffieshops die zich wél in de woonwijken gevestigd hebben, hebben er belang bij een goede relatie met de buurt te onderhouden en de overlast zoveel mogelijk te beperken.
Openingstijden De door koffieshops gehanteerde openingstijden variëren sterk en zijn afhankelijk van de groep klanten waarop de koffieshop zich richt en de categorie waartoe de koffieshop zichzelf rekent. Het aantal uren dat koffieshops open zijn loopt uiteen van vier tot achttien uur per dag. Een koffieshop die als belangrijkste doelgroep de werkende jongeren uit de buurt heeft of een koffieshop die zich richt op de uitgaande jeugd, zal bij voorkeur 's avonds geopend zijn. Zo zal een koffieshop die zich ook op werklozen richt, in ieder geval overdag geopend moeten zijn. Een koffieshop die als een winkel functioneert zal over het algemeen vroeg geopend zijn, zodat de zaak 's avonds op tijd dicht kan. De meeste koffieshops zijn 's middags en 's avonds geopend, omdat dan de meeste bezoekers te verwachten zijn: na het werk, na school en na het avondeten. Daar koffieshops tot voor kort niet onder één bedrijfssector vielen, konden vrije openingstijden gehanteerd worden. Ook de koffieshopexploitanten die in een voor woning bestemd pand gevestigd waren, konden hun zaak naar eigen inzicht openen en sluiten. Sinds september 1993 is hier verandering ingebracht: koffieshopexploitanten kunnen een horeca-, dan wel winkelvergunning aanvragen, afhankelijk van de bestemming van het pand. Deze beleidsmaatregel heeft ondermeer consequenties voor de openingstijden van de koffieshops, die op grond van het bestemmingsplan niet aanmerking komen voor een horeca-exploitatievergunning13.
Kwaliteit Hoewel er zeker koffieshops zijn, die bekend staan om de goede kwaliteit van hun hennepprodukten en er van andere koffieshops gezegd wordt dat hun kwaliteit slecht is, kan er geen strikt onderscheid worden gemaakt tussen koffieshops met hennepprodukten van slechte kwaliteit en koffieshops met hennepprodukten van goede kwaliteit. Allereerst is kwaliteit een uiterst rekbaar begrip, omdat dit niet alleen met de hoeveelheid werkzame bestanddelen (het zogenaamde THC-gehalte) te maken heeft, maar ook met de smaak van het hennepprodukt. En over smaak valt te twisten. Dit betekent dat het vaststellen van (goede) kwaliteit niet zondermeer mogelijk is. Ervaringsdeskundigen menen dat de psycho-actieve werking niet alleen afhankelijk is van het THC-gehalte. In het artikel `THC meten is weinig van cannabis weten!' spreekt Wernhard, de voorzitter van de Sinsemilla Fanclub, zijn kritiek uit over kwaliteitscontroles in de vorm van THC-testen:
13
Dit komt verder aan de orde in het hoofdstuk: recente ontwikkelingen.
7
"Wij vinden onze eigen buitenplant Viking stukken `psyco-actiever' dan die commerciële kas- of lampenwiet. En dat terwijl het THC-gehalte van binneskunk echt veel hoger is dan van een gewoon buitenwietje" (Rienstra in: Highlife, jrg. 2, nr. 1, p. 61). Volgens ervaringsdeskundigen is de prijs een betere indicatie van de kwaliteit. Korf en Verbraeck (1993) vinden inderdaad een verband tussen de kwaliteit en de prijs in een onderzoek in vijf Amsterdamse koffieshops: "Het verband is echter niet sterk; voor dezelfde prijs wordt uiteenlopende kwaliteit geleverd" (Korf en Verbraeck, 1993, p. 237). Ten tweede is in vrijwel elke koffieshop wel een hennepsoort te krijgen, die redelijk tot goed van kwaliteit is. De vaste klanten weten de goeie hennepsoorten er wel uit te pikken en krijgen in bepaalde koffieshops ook betere `stuff' aangeboden, dan de incidentele klanten. Hennepprodukten die aangeschaft zijn in een `onbekende' koffieshop, worden door eigen ervaring op kwaliteit getest. Ook de naam van het produkt staat niet garant voor de kwaliteit van het produkt: "Veel Afghaanse hasjiesj komt niet uit Afghanistan. Het is niet ongebruikelijk dat hasjiesj opnieuw geperst wordt in Nederland en dat daarbij de kleur wordt aangepast aan de vraag" (Korf en Verbraeck, 1993, p. 69). In Marokkaanse of Turkse koffieshops wordt vaak wel een onderscheid gemaakt in hasjiesj van eerste, tweede of derde kwaliteit, zodat de klant enig idee heeft van de kwaliteit van het produkt. Hennepprodukten van slechte kwaliteit zijn onzuiver (vermengd met afval: takjes, blaadjes, en dergelijke), bevatten weinig werkzame bestanddelen en zouden volgens consumenten vermengd zijn met chemische middelen (zoals: haarlak, lijmsoorten).
Criminaliteit Net als in het café- of restaurantcircuit zijn onder de koffieshops ondernemingen te vinden die met andere zaken bezig zijn, dan waar ze aan de buitenkant mee bezig lijken te zijn. Ook het koffieshopcircuit kent zijn `rotte appels'. In enkele koffieshops wordt ook in andere zaken gehandeld dan in de gedoogde hennepprodukten14. Het gaat in deze gevallen meestal om heling van gestolen goederen en/of handel in hard drugs. Hierbij moet aangemerkt worden dat de afhalende klant van deze koffieshops meestal geen weet heeft van dit soort praktijken en er ook niet in betrokken wordt. De klant die meer tijd in de betreffende koffieshops doorbrengt, heeft wellicht eens iets aangeboden gekregen, maar wordt verder niet betrokken bij criminele praktijken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit gesprekken met bezoekers van een koffieshop die gesloten is vanwege `witwassen' van zwart geld en onderdeel uitmaakte van een grote criminele organisatie. Vaste bezoekers waren zeer verbaasd toen zij de oorzaak van de sluiting uit de krant vernamen.
Minderjarigen In het Utrechtse gedoogbeleid werd tot augustus 1994 een leeftijdsgrens van 16 jaar voor de bezoekers van koffieshops gehanteerd15. In sommige koffieshops hangen bordjes dat toegang onder de 18 jaar niet is toegestaan. Toch glippen daar regelmatig jongeren binnen die de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt
14
Omdat de inkoop van hennepprodukten nog steeds illegaal is trekt deze handel wel criminele organisaties naar zich
toe. 15
In de evaluatie notitie `Beleid ten aanzien van verkooppunten van soft drugs', Utrecht 23 augustus 1994, is de leeftijdsgrens verhoogd naar achttien jaar om aan te sluiten bij wat landelijk gebruikelijk is.
8
hebben. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat veel jongeren vóór hun zestiende met het gebruiken van hennep beginnen16. Dat betekent ook dat zij op jongere leeftijd aan hennepprodukten kunnen komen17. Niet alle koffieshops zijn even laconiek wat betreft verkoop aan minderjarigen. In een aantal koffieshops wordt consequent op de leeftijd van de bezoekers gelet. In andere koffieshop behoren minderjarigen tot de vaste klanten. Daarnaast wordt er door een aantal koffieshops wel aan minderjarigen verkocht, maar mogen zij niet blijven hangen.
16
Uit een onderzoek naar middelengebruik en gokken onder scholieren blijkt dat 13% van de jeugdigen van 12 jaar en ouder ooit in het leven cannabis heeft geprobeerd (NIAD-rapport, Kuipers e.a., 1993). 17
Die hennepprodukten hoeven overigens niet persé in de koffieshop aangeschaft te zijn. Zij kunnen deze ook van `oudere' vriendjes gekregen hebben.
9
Een indeling naar sociale functie Aan de hand van observaties en gesprekken in de Utrechtse koffieshops en meningen van consumenten zijn de koffieshops ingedeeld in verschillende categorieën. Deze indeling is er vooral op gericht om van verschillende koffieshops de eigen subculturen weer te geven. Daar hennep zich een plaats heeft verworven in meerdere subculturen binnen onze samenleving, zijn er verschillende typen koffieshops te onderscheiden. De categorieën staan model voor verschillende groepen consumenten. Het gebruik van typeringen leidt vanzelfsprekend tot generalisering, waardoor de individuele koffieshop(bezoeker) niet helemaal uit de verf komt. Een voordeel van het gebruik van typeringen is, dat de geïntereseerde leek sneller een beeld krijgt van de uiteenlopende groepen consumenten en de verschillende categorieën koffieshops, zonder ellenlange beschrijvingen te hoeven doornemen. De indeling die aan de hand van de Utrechtse situatie ontwikkeld is, bevat de volgende categorieën: * de `hennepwinkel':
de verkoop staat centraal
* de `gespecialiseerde' koffieshop:
de kwaliteit van het produkt staat voorop
* de `jongeren' koffieshop:
amusement en ontspanning
* de `buurt' koffieshop:
gezelligheid en sfeer
* de `theehuis' koffieshop:
opvang en ontmoeting
* de `huiskamer' koffieshop:
opvang en betaalbaarheid
* de `traditionele' koffieshop:
sfeer, bewustzijnsverruimende effect en de scene
Wellicht is er buiten Utrecht nog sprake van andere categorieën. Hierbij denk ik aan de koffieshops in grensgemeenten, waar de klantenkring vrijwel uitsluitend uit dagtoeristen bestaat of koffieshops die zich op bepaalde stroming binnen de muziek richten, zoals de `house-koffieshop', de `hardrock-koffieshop' of de `reggae-koffieshop'18. De koffieshops kunnen ook een combinatie van verschillende categorieën zijn. Zeker in gemeenten met weinig koffieshops, zullen de koffieshops zich moeten richten op alle consumenten en zullen de verschillende categorieën in elkaar overvloeien. Dit is overigens niet anders dan bij dé dorpskroeg, die als vermaak moet dienen voor de jongere en oudere dorpsbewoners en zowel hardrockfans als liefhebbers van smartlappen moet herbergen. In de grotere gemeenten zijn deze groepen veel meer gescheiden, omdat er een gedifferentieerder aanbod van horecagelegenheden is.
18
Vergelijk De Loor (1994).
10
De `hennepwinkel' In deze koffieshops komen de meeste bezoekers uitsluitend om produkten af te halen. Naast hennepprodukten zijn er in de meeste hennepwinkels andere attributen verkrijgbaar die met hennep en het roken van hennep te maken hebben, zoals: waterpijpen, gewone pijpjes, tijdschriften, verschillende soorten vloeitjes, souvenirs, en dergelijke19. Opvallend aan deze categorie is de anonieme sfeer tussen detaillist en consument. De meeste hennepwinkels functioneren letterlijk als een winkel en bieden geen zitgelegenheid. Bij binnenkomst treft men een toonbank, waarachter de koopwaar ligt uitgestald. Op de toonbank ligt een lijst met de verkrijgbare hennepprodukten en de prijs per gram. De klant maakt zijn keuze kenbaar, betaalt en vertrekt. Bij de hennepwinkels waar wél zitgelegenheid is, blijft de sfeer oppervlakkig en onpersoonlijk. Het gaat in eerste instantie om de verkoop en niet om het creëeren van een sfeer. Sommige hennepwinkels hebben achter de verkoopbalie een privéruimte ingericht, die alleen toegankelijk is voor vaste klanten. Het zakelijk karakter is ook terug te vinden in het interieur en tekent daarmee de sfeer van deze koffieshops. Strak, licht en steriel zijn de kenmerkende elementen, waardoor het afstandelijke alleen maar benadrukt wordt. Tafeltjes en stoeltjes zijn zo neergezet dat communicatie met andere bezoekers niet gestimuleerd wordt. Men kan er vrij anoniem enkele uren aan een tafeltje zitten zonder aangesproken te worden. De bezoekerskring is mede door het anonieme karakter van deze koffieshops zeer gevarieerd: toeristen, jeugd, studenten, yuppen, hard-druggebruikers. Afhankelijk van de ligging van de koffieshop en de kwaliteit van de hennepprodukten verschilt de bezoekerskring: De hennepwinkels in de binnenstad hebben zowel toeristen en andere bezoekers van de stad onder hun klanten, als Utrechters die een avondje uit zijn. In deze koffieshops zal men zelden de doorgewinterde blower aantreffen, maar veeleer de mensen die een enkele keer blowen of voor wie het één van de eerste keren is. Dit is ook de reden dat er relatief veel voorgedraaide joints worden verkocht (mensen kunnen en/of willen zelf niet draaien). Volgens de meer ervaren blowers zijn deze koffieshops vaak te duur, te commercieel en is de kwaliteit van de (goedkope) soorten vaak slecht. Veel mensen kopen hier omdat er vaak speciale aanbiedingen zijn, waarbij de klant bij aankoop van 25 gulden aan cannabisprodukten bijvoorbeeld voor tien gulden extra erbij krijgt. De minder centraal-gelegen hennepwinkels verkopen meestal produkten van betere kwaliteit en hebben daarom een aantal vaste klanten, die speciaal naar deze zaak komen. Dit kunnen mensen uit alle lagen van de samenleving zijn, maar het zijn doorgaans wel de meer ervaren blowers.
De `gespecialiseerde' koffieshop Gespecialiseerde koffieshops zijn koffieshops die bekend staan om de goede kwaliteit van hun hennepprodukten en hierdoor een zeer gevarieerde -maar vrij vaste- klantenkring hebben: mannen en vrouwen, Utrechters, Marokkanen, Surinamers, Turken, werkenden en werklozen, moeders met kinderen, studenten, ouderen en jongeren. Deze categorie koffieshops verkoopt niet uitsluitend goede kwaliteit, maar is gespecialiseerd in één of meerdere hennepsoorten, waaraan ze een goede naam ontleent. Afhankelijk van de (goede) kwaliteit van de hasj, de Nederwiet óf de buitenlandse weed, trekt een gespecialiseerde koffieshop respectievelijk meer Marokkanen, meer Nederlanders of meer Surinamers. In deze koffieshops is geprobeerd om de sfeer zo toegankelijk mogelijk te maken voor allerlei soorten publiek, door in muziekkeuze en interieur verschillende stijlen met elkaar te combineren. Zo zijn er gespecialiseerde koffieshops waar het interieur en de drankjes in Marokaanse stijl zijn, terwijl er westerse muziek gedraaid wordt. Naast grote groepen afhalers, hebben deze koffieshops ook veel klanten die even een `blowtje' blijven roken of langer in de koffieshops blijven hangen. Het is meestal vrij druk, maar de grootste groep klanten komt tussen 17.00 en 20.00 uur. Naast goede kwaliteit bieden gespecialiseerde koffieshops meestal klantvriendelijke service. Ze werken met een klein aantal vaste medewerkers, waardoor de betrokkenheid -zeker bij de vaste klanten - groot is. Regelmatig is de eigenaar zelf ook achter de bar of in de zaak te vinden. De mensen achter de bar
19
In andere gemeenten zijn er winkels, genaamd Headshops, die geen hennepprodukten verkopen, maar wel allerlei parafernalia die met hennep en het roken van hennep te maken hebben.
11
zijn goed op de hoogte van de kwaliteit van de hennepprodukten en adviseren klanten regelmatig, bijvoorbeeld als er een nieuwe voorraad hennepprodukten binnen is. Daarnaast wordt vaste klanten vaak een gratis kopje thee of koffie aangeboden en zijn er altijd (gratis) vloeitjes, filters, en plukjes tabak aan de bar verkrijgbaar om een blowtje te kunnen draaien. Veel klanten zeggen in deze koffieshops te komen, omdat ze betrouwbaar zijn. De gespecialiseerde koffieshops hoeven niet aan een doorgangsroute gelegen te zijn, omdat de klanten deze koffieshops toch wel weten te vinden. De meeste klanten kunnen tot de meer ervaren blowers gerekend worden, die weten wat er in de stad aan hennepprodukten te koop is.
De `jongeren' koffieshop Deze koffieshops worden door veel bezoekers in de eerste plaats als sociaal ontmoetingspunt gezien. Een groot deel van de bezoekers bestaat uit Nederlandse en/of allochtone scholieren, die na schooltijd een spelletje komen spelen en een jointje met elkaar delen. Overdag treffen de spijbelaars elkaar hier en brengen hun dag door met biljarten, andere spelletjes en blowen. De scholieren komen vaak in groepjes of ontmoeten elkaar als groep in de koffieshop. Daarnaast komen hier ook andere bezoekers, meestal bekenden van elkaar of van degene die achter de bar staat. De eigenaar en medewerkers van deze koffieshops kennen een groot deel van hun klanten bij naam en tonen interesse voor het wel en wee van de vaste bezoekers. Toch is er geen sprake van een hechte kliek, waar je als nieuweling niet tussen kunt komen. De bezoekersgroep wordt niet overheerst door een bepaalde subcultuur, en is het best te omschrijven als algemeen publiek. Een groot deel van de bezoekers, met name de scholieren, is niet geïnteresseerd in het wel en wee van de koffieshop. Zij veranderen ook periodiek van koffieshop. Vaak is dit afhankelijk van de aan- of afwezigheid van bepaalde spelletjes. In deze koffieshops zijn verschillende speelmogelijkheden aanwezig, zoals: biljart, tafelvoetbal, videospelletjes, flipperkast, backgammon, dammen, kaarten en dergelijke. De koffieshops zijn -indien mogelijk- zó ingedeeld, dat er een rustig gedeelte is om te zitten en een gedeelte waar spelletjes gedaan kunnen worden. Het rustige gedeelte bevindt zich rondom de bar en het spelgedeelte in een hoek of in de kelder. Verder zijn er allerlei zithoeken en is het meestal vrij donker. Veel jeugdige blowers houden er niet van om ergens voor een raam te blowen, omdat het vaak stiekem gebeurt. Er wordt muziek gedraaid die bij jongeren populair is. De kwaliteit van het grootste deel van de aangeboden hennepprodukten is meestal slecht. De medewerkers achter de bar zijn in het algemeen geen blowers. Er worden veel voorgedraaide joints verkocht, omdat veel bezoekers (nog) niet kunnen draaien en omdat deze `maar' vijf gulden per stuk zijn. Veel scholieren hebben niet genoeg geld op zak om één of meerdere grammen van een bepaalde hennepsoort te kopen. In deze koffieshops wordt daarnaast opvallend veel nederwiet (meestal de zogenaamde skunk) verkocht in vergelijking met de verkrijgbare soorten buitenlandse weed. De oudere, vaste klanten kopen meestal een bepaalde soort weed of hasj, die volgens hen wèl goed van kwaliteit is. De kwaliteit van de hennepprodukten is in sommige jongerenkoffieshops zo slecht, dat veel mensen er alleen maar komen om hun vrienden te ontmoeten en een spelletje te spelen, terwijl ze hun `stuff' ergens anders kopen.
De `buurt' koffieshop De koffieshop in deze categorie draait voornamelijk op vaste bezoekers, die zichzelf ook graag stamgasten van de koffieshop noemen. De buurt koffieshops funktioneren als rustplek voor een groep consumenten, waarbij het vooral om de ontspannen en gezellige sfeer gaat. De bezoekersgroep bestaat voornamelijk uit autochtone Utrechters. De leeftijd van de klanten varieert van 18 tot 65 jaar. De klanten komen na hun werk of op hun vrije dag even langs om een babbeltje te maken en om een jointje te roken. De barman of barvrouw kent de meeste klanten en toont betrokkenheid in het wel en wee van de klanten. Hoewel het in de avonduren en in het weekeinde vrij druk kan zijn, ademt de sfeer meestal rust uit. Het interieur van de buurt koffieshop heeft nog het meest weg van een `bruin' café: een ouderwetse bar met een praatgrage barman of barvrouw erachter, dicht-bijelkaar-staande tafeltjes en stoeltjes zodat communicatie met anderen soepeler verloopt, donkere tinten, Perzische tapijten, juke-box, flipperkast, voetbalspel en muziek uit de jaren zestig en zeventig of Nederlandstalige muziek. Hoewel deze koffieshops zich qua sfeer in eerste instantie op de oudere consument (dertig jaar en ouder) richten, worden jongere consumenten moeiteloos geaccepteerd. Veel consumenten komen als 12
eenling binnen: sommigen om een praatje te maken, anderen om bij te komen van hun werk en even rustig te zitten. Daarnaast zijn er allerlei spelletjes aanwezig (schaakspel, kaarten, tric-trac, en dergelijke), die je in elk noemenswaardig `stamcafé' ook aantreft. Soms wordt er gezamenlijk televisie gekeken. Over het algemeen is de kwaliteit van de hennepprodukten redelijk, maar dat is voor de bezoeker(s) niet eens zo belangrijk.
De `theehuis' koffieshop Deze koffieshops zijn bedoeld als ontmoetingsplek voor Marokkaanse en/of Turkse mannen, die meestal in de buurt van de koffieshop wonen. Het zijn eigenlijk eerder Turkse of Marokkaanse theehuizen en kunnen als een equivalent voor het Nederlandse buurthuis gezien worden. Er worden nauwelijks hennepprodukten verkocht of geconsumeerd. Daarentegen wordt er des te meer Marokkaanse thee en koffie gedronken. In deze `theehuizen' komen zowel oudere als jongere mannen. Allen zijn bekenden van elkaar. De meeste theehuis koffieshops zijn klein en sober ingericht. Meestal bestaat het interieur slechts uit een bar, enkele tafeltjes en stoeltjes en soms nog een biljart en/of een flipperkast. Ze hebben iets weg van een kantine of stationsrestauratie: de tafeltjes en de bar worden voortdurend schoongemaakt, waardoor er een wat steriele sfeer hangt. De oudere bezoekers hangen bij de bar of zitten aan een tafeltje met elkaar te praten, terwijl de jongere bezoekers een spelletje doen. Naast de eventuele aanwezigheid van een flipperkast of poolbiljart, vind je er kaartspelen en backgammon. Er wordt vrijwel uitsluitend in de moedertaal (Marokkaans, Berbers, Koerdisch of Turks) gesproken en er wordt voornamelijk Turkse en Marokkaanse muziek gedraaid. Het aanbod van hennepprodukten is over het algemeen beperkt. Meestal is er alleen hasj verkrijgbaar. De klant kan een keuze maken uit eerste, tweede of derde kwaliteit hasj. De verkoop van hennepprodukten gebeurt vrij onopvallend. Nergens hangt een lijst met prijzen van de hennepprodukten. Er wordt ook nauwelijks openlijk geblowd. Uit gesprekken blijkt dat het blowen vaak alleen geaccepteerd wordt, indien men werkloos is en niets anders te doen heeft. Vaak is slechts een kwart van de aanwezigen in deze koffieshops hennepgebruiker. Veel Turkse en Marokkaanse gebruikers hebben een schuldgevoel over hun hennepgebruik. De reden om het toch te doen wordt bij de vriendenclub gelegd: 'Al mijn vrienden doen het'.
De `huiskamer' koffieshop De huiskamer koffieshops zijn koffieshops, die aanvankelijk opgezet zijn uit idealistische overwegingen. In deze koffieshops staat voorop, dat het roken van hennep een sociaal gebeuren is, dat bovendien betaalbaar moet blijven. De inrichting van de huiskamer koffieshop is eenvoudig en goedkoop: een paar tweedehands tafeltjes met banken en stoelen, eventueel enkele matrassen en een flipperkast. In de (muur)decoraties wordt de liefde voor de hennepplant en alles wat daarmee samenhangt kenbaar gemaakt: foto's van hennepplanten, waterpijpen, volgroeide hennepplanten, etcetera. De muziekkeuze wordt mede bepaald door de aanwezige bezoekers en kan variëren van house tot hard core. Het komt regelmatig voor dat medewerkers en/of bezoekers zelf een gitaar ter hand nemen. Door de laagdrempelige opzet hebben de huiskamer koffieshops een zeer gevarieerde bezoekersgroep. Naast studenten, werkende jongeren, werklozen, krakers, hippies, motorfreaks en èchte Utrechters treffen we hier ook een aantal outcasts aan, zoals junkies, zwervers, psychiatrische patiënten, alcoholisten en randgroepjongeren. Al deze verschillende groepen vinden elkaar door hun interesse voor de hennepplant. Het komt ook voor dat een huiskamer koffieshop één bepaalde (probleem)groep `huisvest', en hen daarmee als het ware van een buurthuis voorziet. Huiskamer koffieshops hebben naast deze vaste groep zittenblijvers, vaak ook een vaste groep afhalers in hun bezoekerskring. De opvang van de genoemde `outcasts' is een belangrijke functie van de huiskamer koffieshops. De sfeer is zodanig dat een groot deel van de vaste bezoekers, die nergens anders terecht kan, zich thuis voelt en een eigen (rust)plek heeft. In de huiskamer koffieshops kunnen bezoekers uren doorbrengen zonder zich opgelaten te voelen en zonder zich te vervelen: er zijn allerlei spelletjes aanwezig, de bezoeker kan zijn eigen muziek opzetten of zijn voorkeur uitspreken; zelfmeegebracht voedsel en drank kan zonder problemen geconsumeerd worden en er kan altijd van iemand anders meegerookt worden. De `zittenblijvers' kennen elkaar allemaal. Zij komen vrijwel iedere dag en brengen vaak uren door in de 13
koffieshop. Vanuit de koffieshop worden soms activiteiten georganiseerd, zoals voetbalwedstrijden, feesten - en recentelijk zelfs protestacties tegen het gemeentelijke koffieshopbeleid - waarbij de bezoekers een grote rol spelen. Zowel de medewerkers (inclusief de eigenaar) als de bezoekers tonen een grote betrokkenheid bij de gang van zaken in hun koffieshop. De scheiding tussen de mensen achter de bar en de bezoekers is klein. Vaste bezoekers staan regelmatig zelf achter de bar, bijvoorbeeld om koffie te zetten, of helpen de eigenaar bij het oogsten van de nieuwe teelt. Daarnaast worden hennepprodukten verkocht, maar ook hierbij staat het a-commerciële aspect voorop. Behalve dat de hennepprodukten er goedkoop zijn, wordt in sommige huiskamer koffieshops uitgebreid advies gegeven over het zelf kweken van hennep en wordt dit ook gestimuleerd. De kwaliteit van de hennepprodukten varieert sterk, maar medewerkers zijn altijd bereid adviezen te geven en proberen hun produkten meestal eerst zelf uit, zodat zij uit eigen ervaring kunnen spreken. De hoeveelheden worden meestal in het voordeel van de consument afgewogen. Vaste bezoekers krijgen regelmatig een gratis zakje extra.
De `traditionele' koffieshop In de traditionele koffieshops staan de effecten van bewustzijnsverruimende middelen centraal. Deze koffieshops zijn niet vergelijkbaar met een variant in de alcoholwereld. De traditionele koffieshops zijn zó ingericht, dat de consument optimaal van zijn jointje kan genieten: er zijn zit en/of lighoeken met comfortabele stoelen of matrasjes, veel planten en er hangen `psychedelische' posters aan de wand. Ook de muziek is afgestemd op de zich `high'-voelende bezoekers. Naast oude funk, reggae en `seventies' muziek, wordt er experimentele muziek gedraaid en de nieuwe uitvloeisels daarvan, zoals jazz-house en funk-house. De muziek staat regelmatig hard, zodat de bezoekers zich niet verplicht voelen tot een goed gesprek, maar op kunnen gaan in zichzelf. Soms worden er filmpjes gedraaid, die evenals de psychedelische posters aan de wand een bron van nieuwe impulsen bevatten voor de - met geestverruimende middelen - experimenterende bezoeker. Verder zijn ook hier allerlei spelletjes aanwezig, zoals: kaarten, voetbalspel, tric trac en schaken. Veel bezoekers van traditionele koffieshops behoren tot een groep jongeren, die het experimenteren met bewustzijnsverruimende middelen tot een soort cultus verheft. Naast de in koffieshops verkrijgbare hennepprodukten, wordt in deze scene geëxperimenteerd met middelen als psylocibine, LSD en XTC. Er wordt veel gepraat over de effecten van de verschillende middelen, en de voor- en nadelen ervan. Door middel van kleding, haardracht, manier van praten, muziekkeuze en het gebruik van genoemde middelen vormen de vaste bezoekers van traditionele koffieshops een alternatieve scene, die teruggrijpt op vroeger. Bij veel bezoekers roept de sfeer in traditionele koffieshops nostalgie op. Enerzijds stoot dit andere bezoekers af, omdat zij zich buitengesloten voelen: `Het is één grote kliek', anderzijds oefent het juist een aantrekkingskracht uit op bepaalde groepen, vooral op beginnende hennepconsumenten, die menen dat dit de échte oude blowscene is. Niets doet denken aan het zakelijke aspect van winstmaken, terwijl in deze shops veel geld omgezet wordt. De relaxte sfeer wordt mede uitgedragen door de uitstraling van de mensen achter de bar, inclusief de eigenaar, die allen fervente blowers zijn en zich zeer betrokken tonen bij hun bezoekers. Zo worden de vaste klanten ook betrokken bij de moeilijkheden van de eigenaar bij het runnen van de koffieshop en krijgen zij gratis koffie en thee. De barmensen zijn goed geïnformeerd en kunnen uit ervaring spreken, wanneer zij een advies geven over de te verkrijgen hennepprodukten. De kwaliteit van de hennepprodukten is goed, maar daar moet wel voor betaald worden. De traditionele koffieshops in Utrecht hebben een jarenlange reputatie opgebouwd, waardoor het er vaak druk is. Naast de vele vaste bezoekers, is het een attractie voor mensen van buiten Utrecht, die over deze koffieshops gehoord hebben. Behalve dat er sprake is van een vaste groep `zittenblijvers' wordt er door veel consumenten afgehaald. Zij hebben meer vertrouwen in deze oudere koffieshops, dan in de nieuwere shops.
14
Recente ontwikkelingen Tijdens het onderzoek vond er een aantal belangrijke ontwikkelingen plaats, die van invloed zijn op de situatie van koffieshops in Utrecht. De ontwikkelingen zijn voornamelijk terug te voeren op het nieuwe (experimentele) beleid dat in september 1993 is ingezet. In tegenstelling tot beleidswijzigingen - voor zover bekend - in andere gemeenten, wordt het beleid ten aanzien van koffieshops in Utrecht voor een groot deel gestuurd, uitgevoerd en gecontroleerd door de afdeling Bijzondere Wetten van de politie20. Er bestaan nog veel onduidelijkheden in het beleid die gevolgen hebben voor exploitanten en consumenten. In een casus bespreking zullen een aantal consequenties van het gemeentelijk beleid geconcretiseerd worden.
Gemeentelijk beleid In september 1993 verscheen er een nota, waarin het beleid ten aanzien van koffieshops weergegeven wordt zoals dat tot stand gekomen is in het Driehoeksoverleg tussen de Hoofdofficier van Justitie, de Hoofdcommissaris van Politie en de Burgemeester van Utrecht21. De knelpunten die in de nota worden genoemd, zijn samen te vatten onder de begrippen overlast en regulering. De controle op het naleven van het AHOJ beleid wordt aangescherpt. Als overtreding van een van de AHOJ-regels geconstateerd wordt of als er illegale praktijken plaatsvinden in een koffieshop, zoals wapenbezit en heling, kan dit tot sluiting van de koffieshop leiden. Daarnaast wil de politie meer greep krijgen op het aantal koffieshops en op de ligging van koffieshops. In tegenstelling tot hetgeen in verschillende andere gemeenten het geval is, is in Utrecht niet expliciet gekozen voor een maximumstelsel. Met andere woorden: het maximum aantal koffieshops in Utrecht is niet vastgelegd. Wel heeft het Driehoeksoverleg gezien de situatie in het verleden22 een ideaal aantal koffieshops voor ogen, zodat de Utrechtse situatie beheersbaar blijft. Door een actief vestigings- en spreidingsbeleid te voeren wordt getracht eenzelfde resultaat te bereiken. Voor de vestiging van nieuwe koffieshops gelden strengere normen, waarbij vooral gelet wordt op de ligging van het pand. Op die manier tracht men aantasting van het woon-, leef- en winkelklimaat te voorkomen. Onder regulering valt ook de intentie om strenger te gaan controleren op vergunningen. In oktober 1993 kregen alle koffieshopeigenaren een brief, waarin het nieuwe beleid beschreven werd. Daarnaast werd met iedere exploitant een afspraak gemaakt om de situatie van zijn of haar koffieshop te bespreken. Koffieshopexploitanten moesten bij die gelegenheid een vergunning kunnen overleggen, die in overeenstemming was met de bestemming van het pand. De zes koffieshopeigenaren, die geen horeca-exploitatievergunning hadden, konden deze alsnog aanvragen. Deze aanvragen zijn allen afgewezen, omdat de betreffende panden op plaatsen gevestigd waren, waarvoor - gezien het bestemmingsplan - geen horeca-exploitatievergunning kon worden verleend. Deze koffieshops kregen de mogelijkheid als winkel verder te gaan. Dit betekent dat de openingstijden werden beperkt en er geen drankjes verkocht mochten worden. In september 1994 is het experimentele beleid in de gemeente Utrecht geëvalueerd23. In de betreffende notitie wordt het experimentele beleid geslaagd genoemd. De twee belangrijkste veranderingen zijn: het vestigings/spreidingsbeleid in de vorm van drie criteria én het verplicht stellen van een vergunning door koffieshops onder te brengen in de bestaande Winkelwarenwet, dan wel Drank en Horecawet. Daarnaast wordt besloten de leeftijdsgrens naar 18 jaar te verhogen, om aan te sluiten bij wat landelijk gebruikelijk is. 20
Dit is tijdens het onderzoek gebleken. Als wij bij wijkbureau's en andere gemeentelijke instanties informeerden naar het koffieshopbeleid en/of klachten over koffieshops, werden wij doorverwezen naar de afdeling Bijzondere Wetten van de politie. 21
De evaluatie nota is op te vragen bij de regiopolitie Utrecht: nr. 93.3614 A.Z. Beleid ten aanzien van verkooppunten van soft drugs. 22
In 1990 heeft het aantal koffieshops een hoogtepunt bereikt van veertig.
23
Evaluatie notitie verkooppunten van softdrugs, nr. 94.15101 A.Z., Utrecht, 23 augustus 1994.
15
Casus Vip-shop De Vip-shop wordt gerund door een echtpaar en is een typisch voorbeeld van een `huiskamer' koffieshop. Jongeren uit de buurt hebben hier een plek gevonden om hun avonden door te brengen. Het echtpaar volgt de vaste bezoekers al jaren op de voet en tracht deze groep jongeren op het `goede' pad te houden. Er worden gezamenlijke activiteiten ondernomen en er wordt veel gepraat over daginvulling, toekomst, etcetera. Vaak weten het echtpaar beter hoe het met de schoolresultaten staat dan de ouders. De vaste groep jongeren noemt deze koffieshop niet voor niets zijn tweede thuis. Sinds vorig jaar is er iets veranderd in de VIP-shop. Deze bleek namelijk in een pand zonder horecabestemming te zitten. Daarom kon er geen horeca-exploitatievergunning aangevraagd worden. Wel was er de mogelijkheid om met een winkelvergunning als winkel verder te gaan. De eigenaar merkte dat hij de greep op de jongeren verloor: "Ze zijn moeilijk binnen te houden als ze niet eens een drankje mogen nuttigen. Na sluitingstijd (21.00 uur) trekken de jongeren nu het centrum in, waar ze de nodige overlast veroorzaken". De eigenaar besloot er een andere ruimte bij te huren. Het ging om een ruimte die 50 meter van de VIPshop verwijderd was, een pand mèt horecabestemming. Het was niet de bedoeling om hier hennepprodukten te verkopen. Wel zouden er hennepprodukten gebruikt mogen worden en zou er een spelletje gespeeld kunnen worden onder het genot van een drankje. Nog voor de opening werd door de politie een buurtonderzoek ingesteld op grond van "te verwachten aantasting van het woon-en leefklimaat". In de brief naar de omwonenden werd gesuggereerd dat het om een nieuwe koffieshop ging. De politie wilde bij navraag geen informatie geven over de wijze waarop dit buurtonderzoek verricht werd. De vergunning is uiteindelijk niet toegekend.
Enkele gevolgen van het beleid Het nieuwe beleid ten aanzien van verkooppunten van soft drugs impliceert dat koffieshops in de gemeente Utrecht mogen (voort)bestaan, mits zij een horeca-exploitatievergunning of een winkelvergunning hebben. Dit betekent dat koffieshops functioneel gezien worden als winkel of horecagelegenheid. Het in aanmerking komen voor een horeca-exploitatievergunning, dan wel een een winkelvergunning is afhankelijk van het bestemmingsplan van het betreffende pand24. In de praktijk heeft dit gedeelte van het nieuwe beleid weinig gevolgen voor koffieshops die in aanmerking komen en/of in het bezit zijn van een horeca-exploitatievergunning. Echter, de koffieshops die hiervoor niet in aanmerking komen, moeten een winkelvergunning aanvragen, wat verregaande gevolgen voor de exploitatie van de betreffende koffieshops kan hebben. Een winkel is veel meer gebonden aan openingstijden25 en er mogen geen drankjes26 meer verkocht worden. De invoering van de beleidsmaatregelen van de gemeente Utrecht heeft een aantal consequenties: Een gevolg is onder meer dat koffieshopexploitanten - die volgens het nieuwe beleid een winkel runnen hun omzet zien dalen. De inkomsten uit het horecagedeelte moeten niet worden onderschat. Eén exploitant noemt een omzetvermindering van maar liefst 40%. Een andere koffieshop is gesloten omdat de inkomsten op deze wijze niet meer toereikend waren. Koffieshopexploitanten geven ook aan dat zij moeilijkheden hebben met het bewaren van het eigen karakter van de koffieshop en zien de ontmoetingsfunctie vervagen. Het bestaan van een eigen karakter en de ontmoetingsfunctie van koffieshops worden ook beschreven in het rapport `Hashcoffeeshops en hun bezoekers', waarin de sociale functie van Amsterdamse koffieshops beschreven wordt:
24
In de voorgaande jaren is bij het openen van nieuwe koffieshops nooit gelet op bestemmingsplannen van de betreffende panden. Iedereen kon bij wijze van spreken op elke plek in de gemeente een koffieshop beginnen. 25
Een winkel mag in Nederland maximaal 55 uur per week geopend zijn. Bovendien moeten winkels 's avonds om 9 uur sluiten en zijn zij op zondag helemaal gesloten. 26
Voor alle duidelijkheid: in de Utrechtse koffieshops werden en worden slechts non-alcoholische dranken geschonken.
16
"De inrichting van hashcoffeeshops, de aankleding, de indeling van de tafels en stoelen, alles is gericht op het ontvangen van de bezoekers. Iedere hashcoffeeshop heeft in een eigen huisstijl zithoekjes ingericht [...] De ontmoetingsfunctie van hashcoffeeshops wordt bevestigd in de gesprekken met de bezoekers. Men kan er zo lang zitten als men wil, niets hoeft en alles wat de sfeer niet verstoort mag". (Loor, A. de, 1994, p. 15-16). Klanten zeggen dat de functie van ontmoetingsplaats in de betreffende koffieshops verloren gaat, omdat niemand meer blijft hangen. Om dit op te vangen schenkt een van de Utrechtse exploitanten gratis koffie voor degenen die voor tien gulden of meer aan hennepprodukten kopen. Een ander zoekt naar mogelijkheden om zijn klanten toch een plek te kunnen bieden, waar zij tijdens het leggen van een kaartje ook een drankje kunnen nuttigen, en huurt er een extra ruimte bij. In dit laatste geval betrof het een groep jongeren, die niet bereikt wordt door jongerenwerkers en een plek gevonden had in de koffieshop. Het gevolg van de gemeentelijke maatregelen kan zijn dat bepaalde groepen `outcasts' die in de koffieshops een plek hadden gevonden nu (weer) op de straat zijn aangewezen. Uit de beschrijvingen van de Utrechtse koffieshops is gebleken dat deze gelegenheden, uitgezonderd de hennepwinkels en de gespecialiseerde koffieshops, een ontmoetingsfunctie hebben en dat deze functie vaak veel belangrijker is voor de klanten, dan het consumeren van hennepprodukten. Enerzijds geeft dit aan dat de bestaande voorzieningen, zoals buurthuizen en opvangcentra, blijkbaar te kort schieten. Anderzijds leren we dat niet alle koffieshops over één kam te scheren zijn. Koffieshops hebben, anders gezegd, vaak een eigen vaste klantenkring, die niet zomaar overdraagbaar is naar een willekeurige andere koffieshop. Bij de tijdelijke sluiting van koffieshop 't Grasje blijkt hoe zeer bezoekers aan een bepaalde koffieshops gehecht kunnen zijn. Bezoekers richten uit protest een politieke partij op, die meedoet aan de gemeentelijke verkiezingen. In een reeks van kranteberichten wordt verslag gedaan van de gang van zaken27. In het Utrechtse beleidsplan worden als belangrijkste doelstellingen genoemd: de vermindering van overlast en het voorkomen van wildgroei. De gemeente hoopt deze doelstellingen te bereiken door een betere regulering. Wat betreft het voorkomen van wildgroei is dat gelukt: in Utrecht is het aantal koffieshops al enige jaren gestabiliseerd op 20 á 30. Om een vermindering van overlast te bereiken is het vooral nodig inzicht te krijgen in de situatie, zodat duidelijk omschreven kan worden waaruit die overlast bestaat. In relatie tot koffieshops berust overlast meestal op moeilijk meetbare klachten, zoals `gevoelens van onveiligheid' en `visuele irritaties', ook wel subjectieve overlast genoemd. Bij beslissingen over opening en/of sluiting van koffieshops worden omwonenden schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt nadrukkelijk gewezen op de mogelijkheid voor bewoners om hierover hun mening te geven. Bij opening en/of sluiting van andere winkels en horecagelegenheden is dit niet gebruikelijk, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen. Bij koffieshops lijken (voorzorgs)maatregelen als deze een gewoonte te worden. Vooruitlopend op de resultaten van twee deelonderzoeken, waarbij wijkagenten en buren van koffieshops gevraagd is naar de mate en de vormen van overlast, kan nu reeds worden vastgesteld dat de `frequente, kortstondige bezoeken', als één van de belangrijkste vormen van overlast genoemd worden. Deze vorm van overlast wordt ook het meest genoemd voor andere horecaondernemingen. Het mag duidelijk zijn dat deze vorm van overlast zal toenemen naarmate meer koffieshops als hennepwinkel gaan functioneren: als er geen mogelijkheid is om een drankje te nuttigen zullen klanten niet langer blijven dan nodig is om de koop af te handelen. De `commissie Blok', een werkgroep gevormd uit leden van het Openbaar Ministerie, die in september 1994 een advies uitbracht aan de minister van justitie omtrent het beleid met betrekking tot de coffeeshops meent dat er te veel nadruk ligt op de de reductie van overlast.
27
`Bestuur 't Grasje vecht sluiting koffieshop aan', Utrechts Nieuwsblad, 6 oktober 1993; `De Graspartij', Soft Secrets 43, 1994; Eikelenboom, S. `Sluiting bonafide coffeeshop meer dan dom besluit', Utrechts Nieuwsblad, 27 september 1993; Hart, de M. `Pleidooi voor 't Grasje', Soft Secrets 40, 1993; `'t Grasje is met nieuwe regels niet gezellig meer', Utrechts Nieuwsblad, 29 maart 1994; Jacobs, N. `Geen 34 kilo wiet, maar vier spacecakes', Utrechts Nieuwsblad, 25 september 1993; `Koffieshop 't Grasje blijft gesloten', Utrechts Nieuwsblad, 11 december 1993; Pietersma, J. `Utrechtse hasj-partij wil rookvrije raadszetels', Nieuwe Revu, 22 december 1993.
17
"Teveel is niet alleen binnen justitie maar ook door de beleidsverantwoordelijken de nadruk gelegd op de overlastproblematiek rond de coffeeshops en te weinig is nagedacht over de zin van het coffeeshopbeleid zelf" (Blok, J.A. e.a., 1994, p. 1). Uit de beschrijvingen van koffieshops is gebleken dat koffieshops vaak niet te categoriseren zijn onder de noemer winkel of café. Naast het gegeven dat men er hennepprodukten kan kopen, leren mensen ook hoe ze met de verscheidene soorten om moeten gaan. Aangezien de voorlichting over het gebruik van hennepprodukten niet via de geijkte kanalen verloopt (WVC, Postbus 51), is het van belang dat jongeren op hun gebruik aangesproken worden door ervaren hennepgebruikers. Uit observaties in koffieshops is gebleken dat dit daadwerkelijk gebeurt. Deze vorm van voorlichting wordt echter vrijwel teniet gedaan, als een koffieshop slechts als hennepwinkel funktioneert. De contacten met klanten in hennepwinkels zijn veel kortstondiger en oppervlakkiger, dan in de andere soorten koffieshops. Bij het nemen van beleidsmaatregelen zou veel specifieker gekeken kunnen worden naar de situatie, het verleden en de klantenkring van een bepaalde koffieshop. Door enkel het bestemmingsplan als uitgangspunt te nemen voor het verlenen van een vergunning, wordt de eigenlijke functie van een koffieshop genegeerd. De huidige maatregel heeft tot gevolg dat bepaalde groepen jongeren, die tot nu toe hun plek in een bepaalde koffieshop gevonden hadden, weer gaan rondzwerven en op die manier meer overlast veroorzaken dan voorheen. Het gedoogbeleid, dat in veel andere landen al een voorbeeldfunctie heeft gekregen, blijkt voor de betrokkenen (met name de exploitanten) steeds meer onduidelijkheden met zich mee te brengen. Het bestaansrecht van koffieshops is nergens vastgelegd, waardoor concurrentie en illegaliteit kunnen voortbestaan. De verscherpte maatregelen hebben opnieuw tot onderling wantrouwen geleid: koffieshopeigenaren beschuldigen elkaar van het verkopen van slechte kwaliteit en hard drugs. De beeldvorming over koffieshops in de pers en de media gaat er niet op vooruit. Klanten weten op die manier ook niet meer waar ze aan toe zijn. Samenwerking tussen koffieshops zou wenselijk zijn, zodat er reële afspraken kunnen worden gemaakt over kwaliteitsnormen, leeftijdsgrenzen en dergelijke. Een laatste mogelijk gevolg van de toenemende verscherpte maatregelen kan zijn dat er verschuivingen gaan plaatsvinden van openlijke verkoop in koffieshops naar gesloten verkoop via huisdealers en straathandelaren. Dit zou betekenen dat klanten zich opnieuw in `illegale' sferen moeten begeven. Volgens Jansen (1993) zijn er geen aanwijzingen voor een explosieve toename van het gebruik van cannabisprodukten in de jaren tachtig, terwijl het aantal koffieshops in die periode wel enorm gegroeid is. Hij concludeert hieruit dat de handel vóór die tijd waarschijnlijk ondergronds plaatsvond. Omgekeerd leiden beperkende maatregelen ten aanzien van koffieshops niet tot vermindering van het gebruik: "Voorstellen tot een drastische beperking van het aantal coffeeshops in een bepaalde plaats brengt het risico met zich mee dat het middel erger is dan de kwaal, omdat daarmee de handel in cannabis niet wordt bestreden maar verplaatst, of omdat er andere, minder controleerbare handelsvormen voor in de plaats komen" (Jansen, 1993, p. 104). Door koffieshops zondermeer onder te brengen in bestaande wetten, wordt tekort gedaan aan de eigenheid en verscheidenheid van de sociale functies van de bestaande koffieshops. In het vorige hoofdstuk is beschreven dat de sfeer van verkooppunten van cannabis kan variëren van theehuis tot hennepwinkel. Exploitanten zullen er alles aan doen om onder de nieuwe beleidsmaatregelen uit te komen, en hun zaak op de oude manier voort te zetten. Dit kan onder meer betekenen dat koffieshops opnieuw worden teruggedrongen naar het nivo van de huisdealer, terwijl het net de bedoeling van het gemeentebeleid is om meer greep op deze branche te krijgen.
18
Conclusies en aanbevelingen Uit de indeling in koffieshops blijkt dat koffieshops uiteenlopende sociale functies binnen de samenleving kunnen hebben. Aan de ene kant zijn er koffieshops die als een winkel functioneren, aan de andere kant zijn er de koffieshops die als een buurthuis functioneren. Daar tussenin liggen de uitgaanskoffieshops, waarvan de functie vergelijkbaar is met die van een café. Toch is een koffieshop voor de meeste klanten heel iets anders dan een winkel of een café. Het sociale aspect (opvang, ontmoetingsplek, buurthuis) van koffieshops is - gewild of ongewild, bewust of onbewust - vaak even belangrijk als het economische aspect (verkoop van hennepprodukten). Opvallend is dat een aantal outcasts van onze samenleving (zoals randgroepjongeren en zwervers), die door de bestaande sociale sector (buurthuizen, jongerencentra, inloophuizen) moeilijk te bereiken zijn, vaak wel een eigen plek in bepaalde koffieshops hebben kunnen vinden. De Utrechtse situatie laat zien dat een groot deel van de koffieshops in de loop der tijd een sociale functie heeft gekregen voor een bepaalde groep mensen en voor hen niet meer is weg te denken uit het Utrechtse straatbeeld. Daarnaast laat deze situatie zien dat koffieshops een geheel eigen branche vormen, die - net zoals de cafébranche - een grote verscheidenheid aan koffieshops kennen. In die zin lijkt het Utrechtse gemeentebeleid, waarbij getracht wordt deze branche bij bestaande wetten onder te brengen, niet logisch. Door het verplicht stellen van een horeca-exploitatievergunning, dan wel winkelvergunning, dreigt een deel van de koffieshops het eigen karakter te verliezen. In een aparte regelgeving voor koffieshops kunnen maatregelen beter afgestemd worden op deze branche. Hierbij dient aandacht geschonken te worden aan de verschillende functies en doelgroepen die koffieshops kunnen hebben. Het bestaan van verschillende soorten koffieshops naast elkaar is een logisch gevolg van het gebruik van hennepprodukten in verschillende publieksgroepen. Door alle koffieshops over één kam te scheren en algemene maatregelen te treffen, worden ook koffieshops, die geen aanleiding hebben gegeven tot het verscherpen van de maatregelen, de dupe. Een overgangsregeling voor koffieshops die in het verleden geen aanleiding gegegeven hebben tot klachten, is wellicht een beter alternatief. De huidige maatregelen lijken gebaseerd te zijn op gebrekkige en eenzijdige informatie over de werkelijke situatie. Koffieshops worden in artikelen en beleidsstukken vaak afgeschilderd als criminele (heling, dealen in hard drugs) en overlastgevende gelegenheden. Hierbij wordt niet duidelijk gemaakt dat het slechts om enkele koffieshops gaat. Elke branche kent een aantal `rotte appels', waar slechte kwaliteit verkocht wordt en criminele activiteiten plaatsvinden. Met de scheiding van soft drugs en hard drugs (en de bijbehorende scenes) is getracht dit in de koffieshopbranche zoveel mogelijk te voorkomen, wat voor een groot deel gelukt is: gebruikers worden wat betreft de aanschaf van hun produkten niet met elkaar geconfronteerd. Daar groothandel in cannabisprodukten voor de wet verboden is, is er op dat niveau wel sprake van vermenging van de markten. "Enerzijds is dus een van de hoofddoelstellingen van het Nederlands drugsbeleid, namelijk de scheiding der markten, in redelijke mate verwezenlijkt. Anderzijds worden cannabishandelaren zowel hier als in het buitenland feitelijk gecriminaliseerd en vertoont de cannabishandel boven het detailhandelsniveau sterke gelijkenissen met de handel in andere drugs" (Korf en Verbraeck, 1993, p. 228). Het gedoogbeleid ten aanzien van koffieshops lijkt een goed begin te zijn voor verdere regulering van het drugbeleid. De huidige situatie vraagt om verdere uitwerking van dit beleid, omdat er onduidelijkheden bestaan met betrekking tot de verschillende gedoogmaatregelen. Het AHOJ-G beleid blijkt op sommige punten multi-interpretabel, onrealistisch en onvolledig. Allereerst is het noodzakelijk om de bestaande situatie nauwkeurig in kaart te brengen. Onderzoek naar direct betrokken, zoals consumenten en koffieshopexploitanten, kan een ondersteunende rol hebben in deze. Hun mening en ervaringen kunnen meer inzicht verschaffen in de bestaande situatie. Beleidsmaatregelen hebben meer succes als zij beter afgestemd worden op de bestaande situatie en de bestaande functie van de aanwezige koffieshops. "Teneinde een dieper inzicht te verkrijgen in de rol van de coffeeshop zou het overigens interessant zijn om [...] niet alleen materiaal te verzamelen over aantallen gebruikers, maar ook eens aan de softdruggebruiker informatie te vragen over de rol van de coffeeshop in zijn omgeving: is de coffeeshop de belangrijkste plaats waar
19
softdrugs worden gekocht en in hoeverre draagt de ruime beschikbaarheid bij tot het gebruik" (Blok e.a., 1994, p. 2). Met deze eerste rapportage van Cannabis in Utrecht is geprobeerd de lacune in de kennis omtrent koffieshops op te vullen. In volgende rapportages wordt aandacht besteed aan meningen en ervaringen van betrokkenen. Hierbij zullen tevens omwonenden en wijkagenten gevraagd worden om hun visie en ervaringen te geven. In de huidige beeldvorming omtrent koffieshops domineert het begrip overlast. Een beschrijving van overlast en de soorten overlast die koffieshops zouden veroorzaken is in die zin onontbeerlijk.
20
Korte verklarende woordenlijst hasj = hennepprodukt weed = marihuana = hennepprodukt stuff = andere benaming voor hasj skunk = soort Nederlandse weed blow(tje), joint, stickie = hennepsigaret blowen = het roken van een hennepsigaret afhalers = consumenten die koffieshops alleen bezoeken om hennepprodukten te kopen zittenblijvers = consumenten die koffieshops ook als ontmoetingsplek, buurthuis en/of rustplek beschouwen
21
Literatuur Bestuur 't Grasje vecht sluiting koffieshop aan, Utrechts Nieuwsblad, 6 oktober 1993. [Blok, J.A. e.a. (Commissie Blok). Advies omtrent het beleid met betrekking tot de coffeeshops, Ministerie van Justitie, Den Haag, september 1994] Bureau Misdaad Analyse. Hash-shops in Utrecht, Utrecht 1990. Burgemeester en wethouders van Utrecht. Beleid ten aanzien van verkooppunten van soft drugs, nr. 93.3614 A.Z., Utrecht, september 1993; Evaluatie notitie verkooppunten van softdrugs, nr. 94.15101 A.Z., Utrecht, 23 augustus 1994. De Graspartij, Soft Secrets 43, maart 1994. Eikelenboom, S. Sluiting bonafide coffeeshop meer dan dom besluit, Utrechts Nieuwsblad, 27 september 1993. Faay, A. Sara Sani Utrecht, Soft Secrets 41, december 1993. 't Grasje is met nieuwe regels niet gezellig meer, Utrechts Nieuwsblad, 29 maart 1994. Hart, de M. Pleidooi voor 't Grasje, Soft Secrets 40, november 1993. Jacobs, Nelly.Geen 34 kilo wiet, maar vier spacecakes, Utrechts Nieuwsblad, 25 sept. 1993. Jansen, A.C.M. Hasj-coffeeshops als experiment. In: Justitiële Verkenningen, jrg. 19, nr. 6, p. 96-110, 1993. Koffieshop 't Grasje blijft gesloten, Utrechts Nieuwsblad, 11 dec. 1993. Korf, D en Verbraeck H. Dealers en dienders; Dynamiek tussen drugsbestrijding en de midden en hogere niveau's van de cannabis-, cocaïne- amfetamine- en ectacyhandel in Amsterdam. Criminologisch Instituut, Universiteit van Amsterdam, 1993. Kuipers, S.B.M. e.a. Jeugd en riskant gedrag. Roken, drinken, druggebruik en gokken onder scholieren vanaf tien jaar. NIAD, afdeling Onderzoek, Utrecht 1993. Loor, de A. Hashcoffeeshops en hun bezoekers; Beschouwingen over gebruik en handel van hash in Nederland en een onderzoek naar de sociale functies van 115 Amsterdamse hashcoffeeshops. Adviesburo drugs, Amsterdam 1994. Ossebaard H.C. en Wijngaart G.F. Sociaal-wetenschappelijke en juridische grondslagen van een verantwoord drugsbeleid. Projectvoorstel SMA. Centrum voor Verslavingsonderzoek, Universiteit Utrecht, 1994. Pietersma, J. Utrechtse hasj-partij wil rookvrije raadszetels. In: Nieuwe Revu, 22 dec. 1993. Rienstra, K. THC meten is weinig van cannabis weten! In: Highlife, jrg. 2, nr. 1, p. 60-61.
22
Bijlage 1: lijst van koffieshops in Utrecht, februari 1995 1. Andersom, Vismarkt 23 2. Atlas, Zadelstraat 15 (dicht) 3. Black & White, Vismarkt 14 4. Bordeaux Rood, Voorstraat 81 5. Break, Predikherenstraat 12 6. de Buurman, Oudegracht 280 (dicht) 7. Chabab, Vleutenseweg 99 8. Cobra, Bilderdijkstraat 5 (andere eigenaar: is nu koffiehuis) 9. Culture Boot, Wittevrouwensingel 10. El Torro, Oudegracht 78 11. Freakshop, Breedstraat 51/55 12. 't Grasje, Obrechtstraat 1 13. Headshop, Oudegracht 208 14. Horizon, Wittevrouwenstraat 8 15. Koffiedik, Breedstraat 2 16. Liberty, Amsterdamse straatweg 28/30 (dicht) 17. Malabata, Amsterdamse straatweg 147 18. Miami, Wittevrouwenstraat 21 19. MRA, Pauwstraat 11 (andere eigenaar: is nu koffiehuis) 20. Nador, 1e Daalsedijk 204 (dicht) 21. No Name, Oudegracht aan de werf 259 22. Saint George, Balistraat 61 23. Sarasani, Oudegracht aan de werf 327 24. Relax, Vleutenseweg 92 (tweemaal van eigenaar veranderd: is nu koffiehuis) 25. VIP shop, 1e Daalsedijk 296 26. Wietstok, Haverstraat 28 27. Wolf, Laan van Nieuw Guinea 63 28. Zanzi, Vleutenseweg
23
Bijlage 2: lijst van observaties
koffieshop
datum
tijdstip
Andersom
13-05-'93
12.00-14.00
Andersom
28-06-'93
15.00-18.00
Andersom
13-07-'93
15.30-15.45
Andersom
02-08-'93
14.00-16.15
Atlas
12-07-'93
14.15-15.00
Atlas
13-07-'93
15.45-16.00
Atlas
02-08-'93
16.30-17.30
Black & White
29-06-'93
11.30-12.00
Black & White
19-08-'93
16.15-16.30
Bordeaux Rood
08-07-'93
14.00-17.45
Bordeaux Rood
23-08-'93
20.00-21.00
Break
29-06-'93
15.35-18.00
de Buurman
12-07-'93
12.45-12.50
de Buurman
13-07-'93
15.00-15.15
de Buurman
29-07-'93
15.30-19.00
Chabab
06-07-'93
16.00-17.45
Chabab
07-07-'93
16.30-17.00
Chabab
04-08-'93
15.15-16.15
Cobra
07-07-'93
17.00-18.00
Culture Boat
05-07-'93
12.30-18.30
Culture Boat
14-07-'93
12.15-13.00
Culture Boat
06-08-'93
14.30-15.30
Culture Boat
09-07-'93
21.45-23.45
El Torro
20-05-'93
15.30-17.30
El Torro
12-07-'93
15.30-17.30
El Torro
27-08-'93
21.00-22.00
Freakshop
10-07-'93
14.00-17.00
Florida
06-07-'93
13.15-13.30
Florida
07-07-'93
18.15-21.30
Florida
04-08-'93
16.15-16.30
Florida
17-08-'93
21.30-22.30
't Grasje
08-07-'93
18.00-20.00 24
't Grasje
10-07-'93
14.00-17.00
't Grasje
05-08-'93
13.00-19.00
't Grasje
06-08-'93
16.00-19.00
't Grasje
17-08-'93
16.00-17.45
Headshop
12-07-'93
13.00-14.00
Horizon
14-07-'93
13.00-15.30
Horizon
03-08-'93
17.00-20.00
Koffiedik
13-07-'93
15.00-15.30
Koffiedik
13-07-'93
16.00-19.00
Malabata
04-08-'93
12.00-15.00
Malabata
04-08-'93
19.00-21.00
Malabata
06-08-'93
14.00-14.15
Malabata
17-08-'93
18.00-21.00
Miami
06-08-'93
15.45-16.00
MRA
13-05-'93
10.00-11.45
MRA
26-06-'93
15.15-15.30
No name
29-06-'93
12.00-15.00
Sarasani
03-08-'93
22.30-24.00
Sarasani
17-08-'93
22.45-24.00
VIP-shop
04-08-'93
21.00-24.00
Wietstok
19-08-'93
16.00-16.15
Wietstok
19-08-'93
17.30-17.45
Zanzi
06-07-'93
13.30-16.00
Zanzi
04-08-'93
16.30-17.30
NB. Eind oktober ben ik samen met een studente bij vrijwel alle koffieshops langs geweest. Bij sommige koffieshops - met name de koffieshops waar ik nauwelijks geweest was - hebben we nog even rondgekeken. Deze observaties zijn niet opgenomen in deze lijst.
25
Bijlage 3: lijst van interviews
koffieshop
geslach t
leeftijd
dagbesteding
nationalit eit
datum
tijdstip
Andersom
%
21
beide
NL
28-06-'93
15.00
Andersom
%
21
studie
and
28-06-'93
15.30
Andersom
%
24
werk
NL
28-06-'93
16.30
No Name
%
16
school
NL
29-06-'93
12.45
No Name
%
18
school
MED
29-06-'93
13.30
No Name
%
19
school
NL
29-06-'93
14.15
Break
%
25
werk
NL
29-06-'93
15.45
Break
%
26
werk
NL
29-06-'93
16.30
Break
&
21
school
NL
29-06-'93
17.00
thuis
%
32
werk
NL
02-07-'93
14.40
Boat
%
34
werk
NL
05-07-'93
14.00
Boat
%
23
studie
NL
05-07-'93
15.30
Boat
%
21
werk
NL
05-07-'93
18.00
Zanzi
%
26
geen
MED
06-07-'93
15.00
Chabab
%
17
school
NL
06-07-'93
16.00
Chabab
%
19
beide
NL
06-07-'93
16.30
thuis
%
32
beide
NL
06-07-'93
16.00
Florida
%
43
geen
MED
07-07-'93
18.15
Florida
%
32
geen
SUR
07-07-'93
19.45
Bordeaux Rood
%
22
werk
NL
08-07-'93
14.15
Bordeaux Rood
%
19
school
NL
08-07-'93
15.00
Bordeaux Rood
%
17
werk
AFR
08-07-'93
16.00
Bordeaux Rood
%
17
school
NL
08-07-'93
17.15
Freakshop
%
32
werk
NL
10-07-'93
14.30
Freakshop
%
18
werk
NL
10-07-'93
15.15
Freakshop
%
21
werk
NL
10-07-'93
15.45
Freakshop
%
32
studie
NL
10-07-'93
16.15
El Torro
%
20
studie
MED
12-07-'93
16.00
El Torro
%
28
werk
SUR
12-07-'93
16.30
El Torro
%
40
werk
SUR
12-07-'93
17.00
Koffiedik
%
25
geen
SUR
13-07-'93
16.15 26
Koffiedik
&
27
geen
NL
13-07-'93
17.15
Koffiedik
%
18
geen
NL
13-07-'93
18.15
Horizon
%
22
geen
NL
14-07-'93
14.30
thuis
%
33
geen
NL
28-07-'93
15.30
Buurman
%
18
school
SUR
29-07-'93
16.15
Buurman
%
17
school
NL
29-07-'93
16.45
Buurman
&
29
geen
NL
29-07-'93
17.30
Buurman
&
27
geen
NL
29-07-'93
18.00
Andersom
%
19
school
NL
02-08-'93
14.00
Andersom
%
43
studie
AFR
02-08-'93
15.30
Atlas
%
22
studie
NL
02-08-'93
16.30
Horizon
%
19
studie
NL
03-08-'93
17.30
Horizon
%
32
geen
MED
03-08-'93
18.30
Sarasani *
%
21
studie
MED
03-08-'93
23.00
't Grasje
%
32
werk
NL
05-08-'93
16.30
't Grasje
%
32
werk
NL
05-08-'93
18.00
Malabata
%
22
school
MED
17-08-'93
18.30
Malabata
%
24
werk
NL
17-08-'93
19.30
* Deze jongen was ik al eerder tegengekomen in Atlas. Toen wilde hij niet meedoen. Nu vroeg hij zelf of ik hem wilde interviewen.
27
Bijlage 4: plattegrond Utrechtse koffieshops M = koffieshop M = ex-koffieshop
28