Calamiteitenplan Aanvulling bedrijfsnoodplan Ten behoeve van proeven Recycling licht asbesthoudend schroot in het project “Recycling licht asbesthoudend schroot bij Nedstaal te Alblasserdam”
Datum: 15-07-2013 Versie : 04
1
Inhoud 1.
Inleiding .......................................................................................................................................... 3
2.
Incidentscenario’s en acties ........................................................................................................ 4 2.1 Algemeen .................................................................................................................................... 4 2.2 Scenario’s.................................................................................................................................... 4 2.3 Te ondernemen acties............................................................................................................... 5 2.4 Opruimen en afvoeren asbestverontreinigingen ................................................................... 8 2.5 Actietabel ..................................................................................................................................... 9
3.
Communicatie en voorlichting................................................................................................... 10
4.
Lijst met telefoonnummers ........................................................................................................ 12
2
1. Inleiding Nedstaal, gevestigd te Alblasserdam, is een producent van staal halffabrikaten. De produktie vindt plaats door middel van recycling van afgedankt staalschroot. Nedstaal is voornemens om licht asbesthoudend staalschroot toe te passen als grondstof in dit recyclingproces.In opdracht van Nedstaal wordt door middel van een pilot (proeven) onderzocht of licht asbesthoudend staalschroot geschikt is voor recycling zonder dat daarbij op enigerlei wijze blootstelling aan asbest kan optreden. In aanvulling op de calamiteitenprocedure in paragraaf 3.3 uit het Plan van Aanpak is dit calamiteitenplan opgesteld waarin een nadere uitwerking van mogelijke incidentscenario’s en het geheel aan organisatorische en uitvoeringsmaatregelen is beschreven die de nadelige gevolgen van deze incidenten moeten beperken.
Status en doel Dit calamiteitenplan is een aanvulling op het bestaande bedrijfsnoodplan van Nedstaal waarin procedures zijn beschreven die moeten worden gevolgd indien zich calamiteiten op het terrein van Nedstaal voordoen en bevat voor de proeven met asbesthoudend schroot specifieke procedures die van toepassing zijn indien zich als gevolg van de uitvoering van de proeven calamiteiten voordoen die niet zijn omschreven in het bestaande bedrijfsnoodplan. Het doel van dit calamiteitenplan is om alle betrokkenen bij de uitvoering van de proeven te informeren over de verantwoordelijkheden, uit te voeren handelingen en te nemen stappen in geval zich tijdens de uitvoering van de proeven een incident voordoet waarbij zich een mogelijke emissie van asbestvezels kan voordoen. Met de uitvoering van de stappen en handelingen dient te worden voorkomen dat verdere verspreiding van asbestvezels plaatsvindt en de gevolgen van de asbestemissie tot een minimum beperkt blijven.
Toepassingsgebied Dit calamiteitenplan is enkel van toepassing op asbestcalamiteiten die zich tijdens de uitvoering, en als gevolg van de proeven, kunnen voordoen in en om de proefnemingslocatie. Deze calamiteiten zijn beschreven in het volgende hoofdstuk. Voor alle overige calamiteiten die zich tijdens de uitvoering van de proeven voordoen, en voor asbestcalamiteiten die niet aan de uitvoering van de proeven zijn gerelateerd, wordt verwezen naar de procedures in het bedrijfsnoodplan revisie F van Nedstaal.
Inhoud calamiteitenplan In hoofdstuk 2 worden scenario’s beschreven van asbestincidenten die kunnen optreden als direct gevolg van de proeven en de te nemen acties ter voorkoming van verdere verspreiding van asbestvezels en beperking van de negatieve gevolgen van het incident. In hoofdstuk 3 is een communicatieplan opgesteld waarin is omschreven hoe werknemers, overheden en omwonenden worden ingelicht over de aard en gevolgen van het asbestincident. Een lijst met telefoonnummers van overheden is weergegeven in hoofdstuk 4.
3
2. Incidentscenario’s en acties 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn scenario’s beschreven van situaties die als gevolg van de proeven kunnen voorkomen, waarbij een verhoogd risico op het ontstaan van asbestemissie bestaat. In dit noodplan dat is opgesteld door alle op het terrein gevestigde bedrijven, is reeds voorzien in procedures voor het optreden van incidenten met kleine en grote gevolgen die verband houden met de risico’s die tijdens de reguliere bedrijfsvoering voorkomen. In dit noodplan zijn procedures opgesteld die moeten worden opgevolgd in geval van explosie/brand, natuuromstandigheden zoals storm of hoogwater, sabotage/terrorisme/ordeverstoring, stroom- en technische storingen en milieu incidenten. Deze situaties vallen buiten de reikwijdte van dit calamiteitenplan en mochten deze zich voordoen, dan worden de proeven gestaakt en zullen de procedures uit het bedrijfsnoodplan worden gevolgd. De aard van de proeven, het bijmengen van licht asbesthoudend schroot in het smeltproces van gerecycled staal, zal namelijk geen verhoogd risico meebrengen op het ontstaan van bovengenoemde situaties. In het bedrijfsnoodplan is tevens voorzien in een procedure voor het optreden van asbestincidenten in het reguliere productieproces. Indien zich tijdens de uitvoering van de proeven asbestincidenten op de bedrijfslocatie voordoen die niet het gevolg zijn van de proeven en een negatieve uitwerking hebben op zowel de uitvoering of het resultaat van de proeven, dan zullen de proeven worden gestaakt en treden de procedures uit het bedrijfsnoodplan in werking. 2.2 Scenario’s In deze paragraaf zijn de scenario’s beschreven die zich kunnen voordoen tijdens of als gevolg van de uitvoering van de proeven. Het betreft de volgende scenario’s. Scenario 1: Ongeval tijdens aanvoer Het asbesthoudend schroot zal bij Nedstaal worden aangeleverd in speciale gesloten containers van maximaal 5 m³. Dit transport vindt plaats in vrachtwagens. Tijdens het transport op het bedrijfsterrein vindt er een ongeval plaats door een botsing met een ander motorvoertuig of met een bouwwerk,object of installatie, waardoor de containers van de vrachtwagen vallen, de vrachtauto in brand vliegt, of anderszins beschadigen. Door de beschadiging van de containers of door brand wordt het asbesthoudend schroot verspreid in de directe omgeving van het ongeval. Door beschadiging van de bitumenlaag komt asbesthoudend materiaal terecht op het maaiveld, aanwezige installaties of gebouwonderdelen en overige motorvoertuigen. Scenario 2: Ongeval tijdens overslag De gesloten containers worden na aanvoer opgeslagen in een speciaal voor de opslag ingericht deel van de productiehal. Tijdens de overslag van de containers vanuit de vrachtwagen kunnen de containers beschadigen wanneer deze van de vrachtwagen worden verplaatst en als gevolg van een technisch mankement of onoordeelkundig werken tegen de vloer of wand van de productiehal worden geworpen. Als gevolg van de beschadiging van de containers wordt asbesthoudend schroot verspreid over de vloer van de productiehal en kan bij beschadiging van de bitumenlaag een asbestemissie optreden.
4
Scenario 3: Beschadiging tijdens opslag In de productiehal is onder kraanbereik een opslaglocatie ingericht waar het voor de proeven bestemd asbesthoudend schroot in de gesloten containers wordt opgeslagen. Tijdens de opslag kan het voorkomen dat de containers worden beschadigd bij botsingen met interne transportmiddelen, installatieonderdelen of overige incidenten die het gevolg zijn van technische mankementen of onoordeelkundige handelingen. Deze beschadigingen hebben tot gevolg dat er asbesthoudend schroot uit de containers wordt verspreid waardoor asbestemissies naar de omgeving plaatsvinden en asbestverontreinigingen aan gebouw en materieel worden veroorzaakt. Scenario 4: Ladingverlies tijdens transport naar oven De gesloten containers waarin het asbesthoudend schroot is opgeslagen zijn voorzien van een laad- en losklep en een hijsmogelijkheid aan de bovenzijde. Als gevolg van een technisch mankement komt tijdens het transport naar of tijdens het lossen in de oven, asbesthoudend schroot terecht op het ovenbordes of op de vloer van de productiehal. Dit heeft tot gevolg dat de bitumenlaag beschadigt en een asbestemissie plaatsvindt naar de omgeving en er asbesthoudende restanten worden verspreid in de productiehal. Scenario 5: Uitval installaties als gevolg van technische storing Tijdens de uitvoering van de proeven treedt gedurende het smeltproces een stroomstoring of ander technisch mankement op waardoor cruciale installaties zoals afzuiging uitvallen. In geval er tijdens het transport van de containers van de opslag naar de oven een stroomstoring optreedt, zal de container niet meer gelost kunnen worden en komt deze tot stilstand op de route naar de oven. Als gevolg van het uitvallen van de afzuiging kan vezelemissie naar de productiehal plaatsvinden. 2.3 Te ondernemen acties Onderstaand is voor de verschillende incidentscenario’s weergegeven welke acties moeten worden ondernomen om de negatieve gevolgen van de asbestemissie te beperken. Algemene procedure melding asbestincident Bij constatering van het ongeval moet de meldkamer beveiliging direct worden geïnformeerd (tst 500 of 078-6923500) over de aard en omvang van het voorval, hierbij moeten de volgende zaken worden vermeld: - Aard van het ongeval - Locatiebeschrijving van het ongeval - Aantal betrokken personen - Eventueel persoonlijk letsel - Het bedreigde gebied - Aanwezigheid van asbest De meldkamer beveiliging licht de bedrijfsbrandweer en het operationeel team, bestaande uit het hoofd bedrijfshulpverlening (HBHV), de coördinator BHV en de operationeel verantwoordelijke wachtchef/productiechef, in. Bij deze melding moet rekening worden gehouden met de volgende zaken: - Locatie - Windrichting - Windsnelheid - Soort/aard incident - Bedreigd gebied - Eventueel persoonlijk letsel Daarnaast waarschuwt de meldkamer beveiliging het aanwezig personeel via het interne communicatie personeel met de alarmtekst bedreigd gebied. 5
Het operationeel team geeft instructie aan de meldkamer beveiliging over de door hen te nemen stappen. Het operationeel team draagt er zorg voor dat alle onbevoegden de locatie direct verlaten en voor een afscherming van de locatie zodat onbevoegden de locatie niet meer kunnen betreden. Het operationeel team zorgt voor afzettingen met waarschuwingslint en borden. Tevens dient het operationeel team er voor te zorgen dat de locatie bereikbaar blijft voor de hulpdiensten. Indien er sprake is van persoonlijk letsel of brandgevaar, worden door het operationeel team de hulpdiensten (brandweer/ambulance) ingeschakeld en zal er worden opgeschaald naar het tweede alarmniveau. Hierbij wordt het crisisteam ingelicht, bestaande uit de managers van het betrokken bedrijfsonderdeel en afdeling en de veiligheidskundige,door de meldkamer beveiliging. Indien personen bekneld zijn of vanwege lichamelijk letsel immobiel zijn worden geen verdere stappen ondernomen totdat de hulpdiensten deze personen hebben verplaatst. Scenario 1, 2 en 3: Verdere betreding van het afgezette gebied is alleen toegestaan met gebruikmaking van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het crisisteam schakelt een SC 540 gecertificeerd bedrijf in om een onderzoek te doen naar de aard en omvang van de asbestverontreiniging en meldt het incident aan het lokale bevoegd gezag (OZHZ en de gemeente Alblasserdam). Op advies van de medewerker van het SC 540 gecertificeerd bureau wordt besloten om luchtmetingen te laten uitvoeren en wordt de noodzaak tot het uitvoeren van een bodemonderzoek besproken. Zodra de omvang van het verontreinigd gebied is bepaald wordt de OZHZ op de hoogte gesteld van de resultaten. Nedstaal geeft van de melding en de daarbij verstrekte gegevens onverwijld kennis aan: a. de burgemeesters van de betrokken gemeenten; b. de inspectie SZW; c. de inspectie leefomgeving en transport; d. de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar Nedstaal is gelegen; e. andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling Er zal een SC 530 gecertificeerd bedrijf worden ingeschakeld om de ontstane asbestverontreiniging te saneren. Tevens dient dit bedrijf een decontaminatie-unit aan te leveren om medewerkers en hulpverleners die uit het asbestverontreinigde gebied komen te kunnen ontsmetten.De basis van de uit te voerenasbestsanering vormen de rapportages van de onderzoeken van het SC 540 onderzoekbureau en resultaten van genomen monsters alsmede de voorwaarden die worden gesteld door het bevoegde gezag. Op de ongevalslocatie zal het schroot, indien noodzakelijk en technisch uitvoerbaar door het asbestverwijderingsbedrijf uit de beschadigde containers worden verladen in nieuwe containers. De verzamelde restanten van het schroot zullen eveneens in nieuwe containers worden opgeslagen. Alle overige verontreinigde materialen of onderdelen zullen waar mogelijk worden gereinigd of afgevoerd als asbesthoudend afval door het asbestverwijderingsbedrijf.De asbestsanering vindt afhankelijk van de locatie en beoordeling middels SMA-rt methode plaats in een buitensanering of containment. Na afloop van de sanering vindt een eindcontrole plaats conform NEN 2990 door een hiertoe bevoegd laboratorium. Na een positieve afronding van de eindcontrole kan de locatie worden vrijgegeven en de afscherming,ontruiming worden opgeheven door het crisisteam. Scenario 4: Ladingverlies tijdens transport naar oven De proeven worden direct gestaakt en de algemene meldprocedure asbestincidenten zal worden gevolgd. Er zal geen verdere lediging van asbesthoudend schroot in de oven meer plaatsvinden. De aanwezige medewerkers van het laboratorium zullen in overleg met het 6
crisisteam en bedrijfsbrandweer bepalen welke aanvullende onderzoeken noodzakelijk zijn om de omvang van de ontstane asbestverontreiniging te bepalen. Deze kunnen bestaan uit een visuele inspectie aangevuld met (kleef)monsternames. De verontreinigde locaties worden afgezet en mogen enkel nog worden betreden met gebruikmaking van persoonlijke beschermingsmiddelen. Tijdens de uitvoering van de proeven, dus ook tijdens het ledigenvan het asbestschroot in de oven, worden luchtmetingen uitgevoerd. In geval er ladingverlies optreedt zullen deze luchtmonsters worden ingezet om te bepalen of zich gezondheidsrisico’s voordoen als gevolg van het ladingverlies. Aan de hand van de analyseresultaten kan worden bepaald of de omgeving kan worden betreden zonder gebruikmaking van persoonlijke beschermingsmiddelen. Zodra de omvang van het verontreinigd gebied is bepaald, wordt de inspectie SZW en OZHZ op de hoogte gesteld van de resultaten. Er zal een SC 530 gecertificeerd bedrijf worden ingeschakeld om de ontstane asbestverontreiniging te saneren. Nedstaal geeft van de melding en de daarbij verstrekte gegevens onverwijld kennis aan: a. de burgemeesters van de betrokken gemeenten; c. de inspectie leefomgeving en transport; d. de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar Nedstaal is gelegen; e. andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling. Een SC 530 gecertificeerd bedrijf wordt ingeschakeld om de ontstane asbestverontreiniging te saneren. De basis van de uit te voeren asbestsanering vormen de resultaten van genomen monsters en visuele inspecties alsmede de voorwaarden die worden gesteld door het bevoegde gezag. Op de ongevalslocatie zal indien noodzakelijk en technisch uitvoerbaar door het asbestverwijderingsbedrijf het schroot uit beschadigde containers worden verladen in nieuwe containers. De verzamelde restanten van het schroot zullen eveneens in nieuwe containers worden opgeslagen. Alle overige verontreinigde materialen of onderdelen zullen waar mogelijk worden gereinigd of afgevoerd als asbesthoudend afval door het asbestverwijderingsbedrijf. De asbestsanering vindt afhankelijk van de locatie en beoordeling middels SMA-rt methode plaats in een buitensanering of containment. Na afloop van de sanering vindt een eindcontrole plaats conform NEN 2990 door een hiertoe bevoegd laboratorium. Na een positieve afronding van de eindcontrole kan de locatie worden vrijgegeven en de afscherming,ontruiming worden opgeheven door het crisisteam. Scenario 5: Uitval installaties als gevolg van technische storing Indien zich een stroring voordoet waarbij een of meerdere cruciale installaties uitvalt wordt het productieproces gecontroleerd afgebroken en treedt procedure H.1 in werking. De productiechef coördineert de te nemen acties en licht direct de meldkamer beveiliging in. Tevens worden alle betrokken productieafdelingen door de productiechef ingelicht zodat zij de betreffende productieonderdelen kunnen uitschakelen volgens de hiervoor geldende veiligheidsprocedures. Er zal geen lediging van schroot in de oven meer plaatsvinden. Indien lediging van asbesthoudend schroot in de oven al heeft plaatsgevonden zullen de luchtmonsternames doorgang vinden teneinde een mogelijke emissie van asbestvezels als gevolg van de storing te kunnen vaststellen. De medewerkers van het laboratorium zullen in overleg met het crisisteam de noodzaak tot het nemen van aanvullende luchtmonsters buiten de productielocatie bespreken. Zodra de omvang van het verontreinigd gebied is bepaald wordt de inspectie SZW en OZHZ op de hoogte gesteld van de resultaten. Er zal een SC 530 gecertificeerd bedrijf worden ingeschakeld om de ontstane asbestverontreiniging te saneren.
7
Nedstaal geeft van de melding en de daarbij verstrekte gegevens onverwijld kennis aan: a. de burgemeesters van de betrokken gemeenten; c. de inspectie leefomgeving en transport; d. de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar Nedstaal is gelegen; e. andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling 2.4 Opruimen en afvoeren asbestverontreinigingen Het opruimen van asbesthoudende verontreinigingen die zijn ontstaan als gevolg van een van de beschreven scenario’s zal altijd moeten worden uitgevoerd door een SC 530 gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. De bedrijfsbrandweer en het operationeel team treden hiermee in overleg met de DTA (Deskundig Toezichthouder Asbestsloop)van het asbestverwijderingsbedrijf. Zij overhandigen de DTA de rapportages van uitgevoerde onderzoeken naar de aard en omvang van de asbestverontreiniging. De DTA geeft inzage en uitleg over het werkplan aan de bedrijfsbrandweer en operationeel team. Tevens voeren zij overleg over de volgende zaken: - mogelijkheden voor plaatsing van douchegelegenheid (deco-unit) en afvalcontainers/opslag - toegang tot het werkgebied - afvoerroute asbestafval - locatie van brandblusmiddelen en EHBO voorzieningen - aftappunten voor leidingwater en electriciteit - lozingsmogelijkheden voor afvalwater - welke installatieonderdelen druk- en spanningsloos kunnen worden gemaakt. - verzamelplaatsen voor calamiteiten - calamiteitenprocedures. De DTA van het asbestverwijderingsbedrijf dient voorafgaande aan de sanering van de verontreinigingen te controleren of de aanwezige afzetting afdoende is en voldoet aan weten regelgeving. Afhankelijk van de adviezen uit de onderzoeksrapportages vindt de asbestsanering plaats in containment of open lucht situatie. De asbestsanering mag niet starten voordat de decontaminatie-unit in werking is gesteld, containments volledig zijn opgericht en de benodigde onderdruk is gerealiseerd. Tijdens de asbestsanering mag de locatie enkel door medewerkers van het asbestverwijderingsbedrijf worden betreden met toepassing van de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Overige personen die de locatie willen betreden moeten zich melden bij de DTA van het asbestverwijderingsbedrijf en zullen enkel onder toezicht van de DTA de werklocatie mogen betreden met gebruikmaking van de voorgeschreven persoonlijk beschermingmiddelen. Bij risicoklasse 2 en 3 saneringen dienen deze minimaal te bestaan uit: - volgelaatsmasker met p3 filter - werklaarzen of schoenen met stalen neus - wegwerp overall en onderkleding - handschoenen. Het betreden en verlaten van het werkgebied mag enkel plaats vinden via een drietrapssluis (decontaminatie-unit) voorzien van een douchegelegenheid. Verwijdering van het asbesthoudend materiaal moet worden uitgevoerd met toepassing van emissiebeperkende maatregelen zoals bevochtigen en bronafzuiging. Het toepassen van bezems en borstels is niet toegestaan. Het asbesthoudend afval moet direct worden verzameld en dubbel verpakt in kunststof verpakking van voldoende dikte en voorzien van asbestlogo conform de bijlage bij art.7 van het productenbesluit asbest. Scherpe delen moeten worden afgeplakt voordat verpakking plaatsvindt. Het afval dient direct te worden afgevoerd via een hiervoor bestemde 8
route en opgeslagen in een voor dit doel ingerichte opslag. Alle bij de verwijdering gebruikte gereedschappen en materialen moeten worden gereinigd na gebruik en dubbel worden verpakt. Na afloop vindt door de DTA van het asbestverwijderingsbedrijf een inspectie plaats waarin wordt bepaald of de locatie kan worden aangeboden ter eindcontrole door een hiertoe geaccrediteerd laboratorium. De DTA van het asbestverwijderingsbedrijf meldt de werkzaamheden gereed bij de met toezicht belaste overheidsinstanties en de productie/wachtchef van de locatie waar de werkzaamheden plaatsvinden. 2.5 Actietabel Te ondernemen actie Melding van incidenten aan meldkamer beveiliging 1e alarm 2e alarm Ontruiming Afschermen incidentlocatie Toegang hulpdiensten Uitvoeren gespecialiseerd onderzoek Eindcontrole conform NEN 2990 Uitvoeren asbestsanering Inlichten overheden Afschermen incidentlocatie
Verantwoordelijke Aanwezigen/betrokkenen
Coördinatie Productiechef/wachtchef
Meldkamer beveiliging HBHV Operationeel team Operationeel team/brandweer Meldkamer beveiliging Medewerker SC 540 gecertificeerd bureau of geaccrediteerd laboratorium Geaccrediteerd laboratorium
Operationeel team crisisteam Brandweer Operationeel team Operationeel team Crisisteam/brandweer
SC 530 gecertificeerd bedrijf crisisteam Operationeel team/brandweer
9
Crisisteam/ asbestverwijderingsbedrijf Crisisteam/brandweer crisisteam crisisteam
3. Communicatie en voorlichting Indien zich een asbestincident voordoet,moeten werknemers, hulpverlenende instanties, omwonenden en overheden worden ingelicht over de aard en omvang van het incident en de gevolgen hiervan met bijbehorende maatregelen. In dit hoofdstuk staat beschreven op welke wijze de verschillende betrokkenen zullen worden ingelicht. Externe hulpdiensten Externe hulpdiensten zoals brandweer en ambulance zullen worden ingeschakeld door de HBHV of het crisisteam. Deze stellen de meldkamer beveiliging op de hoogte die de toegang tot het terrein verleent en de hulpdiensten naar de incidentlocatie begeleidt. Ter plaatse zijn het crisisteam, incidentcoördinator en HBHV de contactpersonen voor de hulpdiensten. Hierbij is het mededelen van de volgende zaken van belang: - De plaats waar de noodsituatie is opgetreden (waar). - De aard van de noodsituatie (wat). - Informatie betreffende eventuele slachtoffers. - Informatie betreffende eventueel aanwezige of vrijkomende gevaarlijke stoffen. - Genomen maatregelen. - Contactpersonen, bereikbaarheid. Omliggende bedrijven Als mocht blijken dat als gevolg van de opgetreden asbestcalamiteit er nadelige gevolgen ontstaan voor omliggende bedrijven, zoals gezondheids- blootstellingsrisico’s, verstopping van toegangswegen of onrust, zullen deze telefonisch op de hoogte worden gesteld door de meldkamer beveiliging. De directie van Nedstaal en de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid bepalen ieder afzonderlijk op welk moment het noodzakelijk is om omliggende bedrijven in te lichten. De te verstrekken informatie zal bestaan uit: - Aard van de noodsituatie/crisis. - Status mobilisatie noodorganisatie. - Te verwachten effecten. - Te nemen maatregelen (evacuatie, ontruiming?). - Gezondheidsrisico’s en mogelijke materiële schade. - Beperkingen in mobiliteit. - Te verwachten secundaire overlast als gevolg van de noodsituatie. - Duur van de effecten/ noodsituatie/ bestrijding. Omwonenden In gevallen dat er zich nadelige gevolgen of gezondheidsrisico’s voor omwonenden voordoen zullen deze worden ingelicht door het crisisteam. Een door het crisisteam aan te stellen functionaris zal persoonlijk een bezoek brengen aan de getroffen omwonenden. Deze zal worden ingelicht over: - Aard van de crisis/categorie noodsituatie. - Te verwachten effecten. - Gezondheidsrisico’s en mogelijke materiële schade. - Beperkingen in mobiliteit. - Te verwachten secundaire overlast als gevolg van de noodsituatie. - Duur van de effecten/noodsituatie/bestrijding
10
Medewerkers Alle bij het asbestincident betrokken medewerkers zullen worden geïnformeerd. De voorlichting zal door het crisisteam worden gecoördineerd, indien noodzakelijk ondersteund door een deskundige van het geaccrediteerd laboratorium en/of onderzoeksbureau. De voorlichting zal binnen een uur na het optreden van de calamiteit worden gegeven. Aandachtspunten hierbij zijn: - Wat is er aan de hand. - Is er gevaar op dit moment. - Hoe wordt het verdere verloop ingeschat. Niet direct betrokken medewerkers en informatie over langdurige noodsituaties wordt verspreid via intranet en e-mail berichten. Bij deze informatie zal de nadruk liggen op: - de conditie van eventuele slachtoffers. - de oorzaak van de noodsituatie. - Hoe wordt herhaling van een dergelijke situatie voorkomen. - Waar kan men terecht met vragen en problemen. Overheden Melding van asbestincidenten als gevolg van de proeven zal naar de volgende instanties plaatsvinden: - OZHZ - Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland (RWS) - Havendienst Dordrecht - Politie - Brandweer - Inspectie SZW - Inspectie Leefomgeving en Transport - Gemeente Alblasserdam. Alle meldingen naar de overheden worden in spoedeisende zaken in eerste instantie telefonisch gedaan via de Meldkamer beveiliging, bereikbaar via toestel 888 (bij alarmsituaties via toestel 500) en bevestigd via E-mail Voor vervolg contacten naar aanleiding van een "eerste" melding kan op verzoek van de overheidsdienst en/of de betreffende afdeling rechtstreeks contact tussen de overheidsdienst en bijvoorbeeld de wachtchef/ploegcoördinator plaatsvinden voor het verstrekken van gedetailleerde informatie.
11
4. Lijst met telefoonnummers Instantie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Politie Zuid Holland zuid, district II, wijkteam Alblasserwaard Regionale brandweer Zuid Holland Zuid Brandweer Alblasserdam
telefoonnummer 0888-333555 078-7708585 0900-8844 078-6355355 078-6915631
Veiligheidsregio Zuid Holland Zuid Regionale huisartsenpost Drechtsteden Bureau GHOR zuid Holland Zuid
078-6480600
Rijkswaterstaat West- Nederland zuid, verkeerscentrale Dordrecht Inspectie SZW
0800-023620/ 078 - 6337600 0800-5151
Inspectie Leefomgeving en Transport Gemeente Alblasserdam
088 - 4890000
Nautisch beheer zeehaven Dordrecht/ Havenbedrijf Dordrecht
010 –2521000/ 078-6397878
078-6542600 088 - 6365000
078 - 6921200
12
Adres Noordendijk 250 3311 RR Dordrecht Goudsbloemstraat 9-13 2951 BG Alblasserdam Romboutslaan 105, 3312 KP Dordrecht Nicolaas Beetsstraat 5-7 2951 XM Alblasserdam Romboutslaan 105 3312 KP Dordrecht Albert Schweitzerplaats 25 3318 AT Dordrecht Romboutslaan 105 3312 KP Dordrecht Van Leeuwenhoekweg 20 3316 AV Dordrecht Anna van Hannoverstraat 4 2595 BJ Den Haag Nieuwe uitleg 1 2500 BD Den Haag Cortgene 2 2951 ED Alblasserdam Merwedekade 56, 3311 TH Dordrecht