DOCUMENT NO FSD-4-21
Customer Instructions
PAGE 1 OF 6
REVISION A2
CA-7 CHARGING INSTRUCTIONS DUTCH
TITLE:
CA-7 GASVUL INSTRUCTIES VEILGHEID Serienummer
De benodigde voorvuldruk bepaalt normaal gesproken of stikstof uit een hogedrukcilinder of perslucht wordt gebruikt. Voor lagedruktoepassingen tot 7 bar is het geen probleem om de cilinder met lucht voor te vullen. Deze lucht kan afkomstig zijn van een persluchtsysteem of van een hand/voetpomp.
RD
FG 426 52 /0
23.02.06 F LO 50 C WG TS UA
D LT Tag Number
DWN 15/2006
Drg No: Qty
Design Pressure
70
Bar G
Hydrostatic Test Pressure
88
Actual Volume
0.25
Nominal Volume
0.25
Date of Manufacture
1
Design Code
PD5500
Bar G Litres Litres
2006
Date of Test
23.02.06
Vessel Numbers
FG 42652/01
Inspected By
Duration of Test
30 Mins
Tested By
Additional Information Pressure Gauges Used
L 25
Watford Bridge, New Mills, High Peak, SK 22 4HJ, UK Tel: +44 (0) 1663 745976 Fax: +44 (0) 1663 742788
Test Pressure
6911-014
PG PG
FG 42852/01 6911-014 N/A 100% 70 BAR G 88 BAR G
Afb. 3 Drukproefcertificaat
De cilindermarkeringen volgens de Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) 97/23/EC zijn als volgt: Maximaal toegestane ontwerpdruk Maximale/minimale ontwerptemperatuur Proefdruk
Maximaal toegestane ontwerpdruk Maximale/minimale ontwerptemperatuur Proefdruk
Flowguard Limited
Des. Press
Cust Order No:
FG 42652/01
23/02/06
= = =
PS TS PT
De niet door PED-voorgeschreven markeringen zijn als volgt:
Serienummer
Radiography
Date:
G PT 88 BA BAR RG 70 V PS 0. 1
Afb. 1 Markering op demperbehuizing
Stress Relief
Serial No:
Pressure Test Certificate
Deze informatie plus het serienummer van het apparaat, voorafgegaan door de letters ‘FG’, staat op de demperbehuizing (afb. 1) of op de naamplaat (afb. 2) vermeld, indien gemonteerd. Ook kan dit op het drukproefcertificaat van het apparaat staan (afb. 3), samen met het ‘FG’-serienummer. Als er een plastic beschermkap of klepbescherming is gemonteerd, moet dit eerst verwijderd worden, voordat de informatie kan worden gelezen.
P.O No:
A Hydril Company
Unit Ref: FD-20-70-NPT-SS-E-1/2” TC
Gecomprimeerde gassen zijn potentieel gevaarlijk. Alleen operators die geoefend zijn in het gebruik van gasapparatuur, mogen deze procedure uitvoeren. Voordat tot het vullen wordt overgegaan, dient men te controleren of het apparaat geschikt is om de voorvuldruk te weerstaan en of het apparaat op druk getest is.
Vessel No:
XY Pumps Limited Anytown Anywhere SP11 6HW
Watford Bridge, New Mills, High Peak, SK 22 4HJ, UK Tel: +44 (0) 1663 745976 Fax: +44 (0) 1663 742788
GEBRUIK ONDER GEEN ENKELE VOORWAARDE ZUURSTOF OMDAT DIT KAN LEIDEN TOT EEN EXPLOSIEVE EN GEVAARLIJKE SITUATIE!!
Serienummer
Customer:
Flowguard Ltd
Date
23.02.06
Code
PD-5500
Category
Cat 1
Weight Empty
14 Kg
Design Temp
50 C
Inspected by Volume
0.25 L
= = =
DP DT HTP
Gewoonlijk worden de waarden in bar g en °C weergegeven. Indien er gebruik wordt gemaakt van een hoogdruk stikstofcilinder, moet altijd een drukreduceerder worden aangebracht. Het is te adviseren om de maximale uitgangsdruk van de drukreduceerder niet hoger te kiezen dan de ontwerpdruk van het apparaat dat gevuld wordt. Indien het apparaat is gemonteerd in een leidingsysteem, dan is het vereist dat de proceslijn drukloos en ontlucht is vóór en gedurende het vullen of het controleren van de voorvuldrukwaarden.
Afb. 2 Flowguard naamplaat Page 1 of 6
VULDRUKWAARDEN. Als er een vuldrukwaarde vóór de verzending door de fabriek is ingesteld, staat de deze drukwaarde in bars op een label aangegeven dat op het toestel is aangebracht. (zie fig. 4)
Afb. 4 Voorvuldruk sticker
Als dit label blanco is, dan is de vuldrukwaarde ingesteld op 2.0 bar. Een waarschuwingslabel (fig. 5) hangt aan de gasvulafsluiter, waarop staat vermeld dat het toestel alleen voor transportdoeleinden onder een druk van 2.0 bar is gezet. Het vat moet na installatie worden gevuld, nadat de eindgebruiker de juiste bedrijfsparameters heeft doorgegeven, of op basis van de “Ingestelde drukwaarde” die op het waarschuwingslabel staat, indien vermeld.
WAARSCHUWING Dit toestel staat alleen voor transportdoeleinden onder een druk van 2.0 bar. Na de installatie moet de vuldrukwaarde worden ingesteld op …… bar (Ingestelde drukwaarde). Noteer dit op het vuldruklabel dat op het toestel is aangebracht. Als de “Ingestelde drukwaarde” hierboven blanco is, neem dan contact op met de eindgebruiker voor de juiste bedrijfsparameters.
Het waarschuwingslabel mag pas worden verwijderd zodra het vat de juiste vuldrukwaarde heeft bereikt en deze informatie op het “Vuldruklabel” is genoteerd.
Dit label mag alleen worden verwijderd zodra de juiste vuldrukwaarde is bereikt.
Afb. 5 Voorvuldruk label
CA-7 VULSET Het CA-7 vulapparaat is bedoeld om gebruikt te worden met de Flowguard gasvulklep type 1215 en bestaat uit een flexibele slang, adapter, een compleet huis met manometer, slangaansluiting, afblaasklep en gasvulklepaansluiting. (Afb. 6)
Flexibele slang van 2 of 6 meter Drukmeter
Ca-7-vulinstallatie
Inlaatverbinding
Ventilatieklep
NTP- of BSP-regelaaradapter (gespecificeerd bij de bestelling)
Zwenkverbinding Afb. 6 CA-7 Vulset
GASVULKLEPPEN De gasvulklep is permanent aan de cilinder verbonden. Het doel ervan is om de gasdruk in de cilinder te handhaven en om de gasdruk bij te stellen, af te laten of bij te vullen door middel van de CA-7-vulinstallatie die erop is gemonteerd. Er worden momenteel twee soorten vulkleppen gebruikt. De 1215 gasvulklep (Afb. 7) is standaard gemonteerd voor ontwerpdrukwaarden tot 630 bar g en een ontwerptemperatuur tot 150ºC.
Afb. 7 1215 gasvulklep
Afb. 8 HIP 15-12AF2 naaldklep
De HIP 15-12AF2 naaldklep (Afb. 8) is gemonteerd voor ontwerpdrukwaarden van 630 bar g tot 1034 bar g en een ontwerptemperatuur tot 200ºC. Page 2 of 6
VULLEN VIA EEN STIKSTOFCILINDER – met een standaard 1215 gasvulklep Er kan een plastic beschermkap op de cilinder zijn aangebracht om het binnendringen van vocht tegen te gaan. Deze kap moet eerst verwijderd worden, voordat de vulklep gebruikt kan worden. Afhankelijk van de beschikbare uitbouwruimte zijn er twee mogelijkheden voor de bediening van het vulapparaat. Alle apparaten dienen verticaal te worden opgesteld tijdens het vullen.
OPTIE 1 - Onbeperkte uitbouwruimte.
Afb. 9
1. Controleer of de gemonteerde manometer op het vulapparaat van het correcte drukbereik is om de voorvuldruk te kunnen aflezen. Als de druk in een reeds voorgevulde demper moet worden gewijzigd, dan dient de manometer geschikt te zijn om deze druk te kunnen weerstaan. Of, als alternatief, dient eerst de druk te worden afgelaten met een verwijderde manometer. 2. Controleer of de afblaasklep op het vulapparaat aangesloten is. Verbind het vulapparaat door middel van het opschroefgedeelte met de demper, hierna zal de manometer de aanwezige druk in de demper weergeven. 3. Om de aanwezige voorvuldruk te verminderen, opent u langzaam de afblaasklep en laat u gas weglopen. Als de druk gedaald is tot de gewenste waarde, sluit dan de afblaasklep en kijk op de manometer. De druk kan weer iets oplopen. Dit is het gevolg van de drukdaling door de klep vanwege de kleine openingen. Als grote hoeveelheden gas zijn afgelaten, kan de druk gedurende enige minuten blijven oplopen. omdat de gastemperatuur tot de omgevingswaarde stijgt. 4. Om een lege demper opnieuw te vullen of de voorvuldruk te verhogen, monteert u de drukreduceerder op de stikstofcilinder, waarbij een niet zelfventilerende uitvoering de voorkeur heeft. Monteer de meegeleverde adapter op de uitgaande aansluiting van de drukreduceerder en monteer de slang. Het andere einde van de slang kan nu op de behuizing van het vulapparaat worden aangesloten. 5. Laat het gas langzaam in de demper stromen door gebruik te maken van de drukreduceerder. Het kan mogelijk zijn dat de druk op de manometer boven die van de voorvuldruk moet liggen. Dit om de stromingsverliezen in slang en klep te compenseren. Indien er voldoende gas in de demper is gestroomd, sluit dan de drukreduceerder. Indien de voorvuldruk hierna te hoog is, volg de stappen genoemd bij punt 2 om de druk weer te verlagen 6. Als eenmaal de juiste voorvuldruk is bereikt, controleert u of de drukreduceerder afdoende is gesloten en dat de afsluiter op de stikstofcilinder is gesloten. Het vulapparaat kan eenvoudig worden verwijderd door de opschroefverbinding van de vulklep los te schroeven. Een kleine hoeveelheid gas is opgesloten tussen de opschroefverbinding en de stikstofcilinder. De gasvulklep is speciaal ontworpen om dit te laten ontsnappen wanneer de slang wordt losgedraaid, waarbij de voorvuldruk in de demper gehandhaafd blijft. 7. Na het verwijderen van het vulapparaat, zorgt u dat de geribbelde kap teruggeplaatst wordt.
Page 3 of 6
OPTIE 2 - Beperkte uitbouwruimte.
Afb. 10
1. Controleer of de manometer, gemonteerd op het vulapparaat, het correcte drukbereik heeft om de voorvuldruk te kunnen aflezen. Als de druk in een reeds voorgevulde demper moet worden gewijzigd, dan dient de manometer geschikt te zijn om deze druk te kunnen weerstaan. Of, als alternatief, dient eerst de druk te worden afgelaten met een verwijderde manometer. 2. Om een lege demper opnieuw te vullen of de voorvuldruk te verhogen/verlagen, monteert u de drukreduceerder op de stikstofcilinder, waarbij een niet zelfventilerende uitvoering de voorkeur heeft. Monteer het vulapparaat op de uitgaande aansluiting van de drukreduceerder met behulp van de meegeleverde opschroefaansluiting. De afblaasklep dient gesloten te zijn. Controleer of de slang gemonteerd is op het vulapparaat, voordat het andere eind van de slang op de demper wordt aangesloten. De druk in de demper is nu zichtbaar op de manometer 3. Om de aanwezige voorvuldruk te verminderen, opent u langzaam de afblaasklep en laat u gas weglopen. Als de druk gedaald is tot de gewenste waarde, sluit dan de afblaasklep en kijk op de manometer. De druk kan weer licht oplopen. Dit is het gevolg van de drukdaling door de klep vanwege de kleine openingen. Als grote hoeveelheden gas zijn afgelaten, kan de druk gedurende enige minuten blijven oplopen, omdat de gastemperatuur tot omgevingswaarde stijgt. 4. Om een lege demper opnieuw te vullen of de voorvuldruk te verhogen, laat u het gas langzaam in de demper stromen door gebruik te maken van de drukreduceerder. Het kan mogelijk zijn dat de druk op de manometer boven die van de voorvuldruk moet liggen. Dit om de stromingsverliezen in slang en klep te compenseren. Indien er voldoende gas in de demper is gestroomd, sluit de drukreduceerder. Indien de voorvuldruk hierna te hoog is, volg dan de stappen genoemd bij punt 2 om de druk weer te verlagen 5. Als eenmaal de juiste voorvuldruk is bereikt, controleert u of de drukreduceerder afdoende is gesloten en of de afsluiter op de stikstofcilinder is gesloten. Het vulapparaat kan eenvoudig worden verwijderd door het van de opschroefverbinding van de vulklep los te schroeven. Een kleine hoeveelheid gas is opgesloten tussen de opschroefverbinding en de stikstofcilinder. De gasvulklep is speciaal ontworpen om dit te laten ontsnappen wanneer de slang wordt losgeschroefd, waarbij de voorvuldruk in de demper gehandhaafd blijft. 6. Na beëindiging van de werkzaamheden, zorgt u dat de geribbelde kap teruggeplaatst wordt.
Page 4 of 6
VULLEN VIA EEN STIKSTOFCILINDER – Via een HIP naaldklep Er kan een stalen beschermkap met een plastic dop op de cilinder zijn aangebracht. Zowel de plastic dop als de beschermkap moet worden verwijderd, voordat de vulinstallatie kan worden gemonteerd. Zodra een HIP naaldklep is gemonteerd moet de doppakking (Afb. 11) worden verwijderd en moet een hogedruk vuladapter met kegelzitting (Afb. 11a) aan de zijkant van de klep worden gemonteerd. Het vullen gebeurt via een 1215 laadklep die samen met de vulinstallatie wordt meegeleverd die in de adapter (Afb. 12) wordt geschroefd.
Dop Pakking
1215 vulklep
Fig 11a Hogedrukadapter Afb. 12
Afb. 11
Zodra de adapter en de 1215 klep zijn gemonteerd, kan de CA-7-vulinstallatie worden bevestigd (zie Afb. 13a). Open de naaldklep langzaam, breng het geheel onder druk, laat dan de druk weer af en controleer het hele systeem, zoals eerder staat aangegeven onder optie 1 en 2. Zodra dit werk is uitgevoerd, moet de naaldklep worden gesloten. Daarna worden de CA-7-vulinstallatie, de 1215 klep en de adapter verwijderd, waarna de dop en de pakking weer op de naaldklep worden bevestigd.
Afb. 13a Optie 1 – Onbeperkte uitbouwruimte
Afb. 13
Afb. 13b Optie 2 – Beperkte uitbouwruimte
VOORVULLEN VIA EEN PERSLUCHT SYSTEEM. Voor lagedruk toepassingen tot 7 bar g kan de demper gevuld worden met lucht van een persluchtsysteem of een voet- of handpomp. Voor deze toepassing kan een adapter met het onderdeel nummer SK-AD-15/11 (Afb. 15) worden geleverd. Hiermee kan de gasvulklep type 1215 worden aangepast voor een standaard autoventiel aansluiting.
Afb. 15 Adapter (Onderdeelnr. SK-AD-15/11)
Afb. 14 Vullen met perslucht Page 5 of 6
ACCESSOIRES EN RESERVEONDERDELEN BESCHRIJVING:
ONDERDEELNR.
Standaard 1215 Roestvast stalen gasvulklep – BSP-draad
SK-CV-1215/B
Standaard 1215 Roestvast stalen gasvulklep – UNF-draad
SK-CV-1215/U
Hogedruk vuldadapter
SK-AD-15B/HIP-AF2
Afb. 11a
Lage druk adapter, maakt 1215 klep geschikt voor vulling met een voetpomp
SK-AD-15/11
Afb. 15
2 meter flexibele slang
SK-TL-15/15-2
6 meter flexibele slang
SK-TL-15/15-6
Vulapparaat met ¼” NPT-drukreduceerder aansluiting
CA7/N
Vulapparaat met ¼” UNF-drukreduceerder aansluiting
CA7/U
Vulapparaat met ¼” BSP-drukreduceerder aansluiting
CA7/B
Afb. 7
Afb. 6
Het vulapparaat wordt geleverd met één of meer manometers. De huidige bereiken omvatten: 0-2, 0-7, 0-25, 0-100, 0-250, 0-400 en 0-600 bar g. (Dit houdt in CA7/ B7, een vulapparaat voorzien van een BSP-adapter en een manometer 0 tot 7 bar g.) Noot: Voor een redelijke betrouwbaarheid en om veiligheidsredenen, dient de gemeten voorvuldruk zich tussen de 50-75% van het manometer bereik te bevinden. Manometer, XX bepaalt het bereik
SK-TL-PG/xx
ONDERHOUDSGEREEDSCHAP
p
Hefboom set kort (325 mm) voor het verwijderen van het bovendeksel
SK-TL-LVR/S
Hefboom set lang (625 mm) voor het verwijderen van het bovendeksel
SK-TL-LVR/L
Bovendeksel trekker voorzien van ¼” BSP-draad
SK-TL-GHX/B
Bovendeksel trekker voorzien van ½” UNF-draad
SK-TL-GHX/U
Pensleutel om de geschroefde borgringen op de HG units te verwijderen
SK-TL-PSR
Hydril PCB Watford Bridge, New Mills, High Peak, SK 22 4HJ, England Tel: +44 (0) 1663 745976 Fax: +44 (0) 1663 742788 E-mail:
[email protected]
1.Approvals Prepared By: Alan Hay
Title: Technician
Date: 29/02/08
Reviewed By: Angus Hay
Title: Works Manager
Date: 29/02/08
Approved By: Angus Hay
Title: Works Manager
Date: 29/02/08
Page 6 of 6
Afb. 6