Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Jaargang 30, oktober 2009
Management
Technologie
Nieuws
Intelligent filteren van crisismanagementinformatie
Locatie mobiel nog steeds moeizaam vast te stellen
Gelderland-Zuid vervangt 1.200 portofoons
C2000
Wat is er toch aan de hand?
Verbinding oktober 2009
redactioneel | inhoud
Verkeerde bezuiniging “Wat is er toch aan de hand met C2000?”, vraagt Wil Haasdijk zich verderop in dit nummer af. “De ervaringen met C2000 bij drie incidenten hebben het vertrouwen van de hulpverlener in het nieuwe communicatiesysteem danig ondermijnd.” Inmiddels zijn er verschillende rapportages verschenen over de communicatie tijdens de vliegtuigcrash bij Schiphol en het drama op Koninginnedag. De algemene conclusie is opvallend: “Er hebben zich ten tijde van de afhandeling van het incident geen technische storingen voorgedaan, de beschikbaarheid was 100 %.” In veel gevallen zal de oorzaak van de communicatieproblemen een mengeling zijn van congestie, zoals in het geval van de Schiphol-crash, een beperkte capaciteit, een beperkt budget en een inefficiënt gebruik van het netwerk tijdens de incidenten. Deze punten maken de situatie nog veel ernstiger: zaken als congestie en capaciteitsgebrek duiden overduidelijk op tekortkomingen in het netwerk. Of zoals onze columnist René Frederick stelt: “In het geval van congestie is het netwerk gedimensioneerd op een te beperkt aantal gebruikers en heeft het dus weinig zin ermee te werken.” De overheid lijkt nu aan zet om te komen met een oplossing. Overigens worstelt niet alleen Nederland met zijn nationale noodnetwerk. Oostenrijk werd eind september danig in de verlegenheid gebracht, toen een grote hoeveelheid patiëntgegevens op straat kwam te liggen. Een creatieve inwoner van Tirol was er gedurende een langere periode in geslaagd om het Pocsag-pagernetwerk, dat in gebruik is bij de Oostenrijkse brandweer en reddings- en ambulancediensten, af te luisteren. Hiervoor had hij slechts een eenvoudige scanner aan de geluidskaart van zijn pc gekoppeld en gratis software van internet gehaald. De opgevangen gegevens werden vervolgens bijgehouden in een database. Via het Pocsag-netwerk worden niet alleen steekwoorden uitgewisseld, maar bijvoorbeeld ook de volledige naam van de patiënt in kwestie en een eerste diagnose. Voor die diagnose worden codes gebruikt, zoals 25A2 voor zelfmoordgevaar, 26A22 voor een penisprobleem en 12C1E voor een zwangere epilepsiepatiënt met kramp. Volgens de luistervink uit Tirol was het niet zijn bedoeling de gegevens publiek te maken, of de publiciteit te zoeken. Hij wilde de betrokkenen en politici slechts wijzen op de gevaren van het onversleuteld versturen van berichten. Het plannetje werd echter danig in de war geschopt, toen de server van de man uit Tirol werd gehackt en de gegevens alsnog op straat kwamen te liggen. Saillant detail is dat de Oostenrijkse overheid er in 2006 uit kostenoverwegingen bewust voor heeft gekozen het pagernetwerk niet op Tetra te baseren. Tetra-pagers werden te duur bevonden en vereisen bovendien een fijnmaziger en dus duurder netwerk. Een verkeerde bezuiniging, zo blijkt achteraf. Ferry Waterkamp
[email protected]
Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van Verbinding Kijk op www.verbinding.nl!
3
Inhoud Radiocommunicatie
Wat is er toch aan de hand met C2000? ISI krijgt langzaam gestalte Management
Intelligent filteren van crisismanagementinformatie Figo als spin in het web van netwerken
‘Teds geschikt voor breedbanddatacommunicatie’ Technologie
Locatie mobiel nog steeds moeizaam vast te stellen Nieuws
ECall stap dichterbij door steun GSM Association Gelderland-Zuid vervangt 1.200 portofoons
10 14 16 20 30 24 28 32
En verder... Kort Nieuws
4
Productnieuws
33
Column
38
René Frederick: C2000 onder vuur
kort nieuws
4
Verbinding oktober 2009
Quality of Networks centraal tijdens Broadband Technology event Voor de eerste keer organiseert de brancheorganisatie voor Industriële Elektronica het Broadband Technology event, dat op dinsdag 10 november plaatsheeft in De Kuip. Gebruikers, ontwerpers en operators van netwerken komen bijeen met als centraal thema: de kwaliteit van netwerken. Zowel in het opzetten van de infrastructuur als overhet monitoren van de kwaliteit van het netwerk wordt de bezoeker op dit event in één dag breed geïnformeerd. Breedbandtechnologie kent ongekende mogelijkheden. Om als gebruiker van dit netwerk de gewenste kwaliteit aan consumenten te bieden, moet de kwaliteit van het netwerk goed zijn. Zowel op het gebied van wireless, wireline als glasvezel. Naast het fysiek mogelijk maken van een goede infrastructuur
wil een provider of operator ook weten wat de kwaliteit is. Met test- en meetapparatuur kan dat worden vastgesteld. Het event is zodoende een business-to-business activiteit, waarbij de veertien exposanten de mogelijkheden in presentaties toelichten. In De Kuip in Rotterdam worden de presentaties gestart en beëindigd vanuit gebruikersperspectief. Zowel TNO ICT als Ericsson bekijken de kwaliteit van het netwerk vanuit het perspectief van een netwerkgebruiker. Sprekers en exposanten van het Broadband Technology event zorgen ervoor dat je als bezoeker in één dag opgefrist bent in de breedte van dit vakgebied. Ook het aanwezige netwerk helpt daarbij. Inschrijven voor een gratis bezoek kan via www.fhi.nl/broadband.
Zenitel levert GMDSS aan São Tomé e Príncipe Zenitel België heeft een contract getekend met het Ministerie van Defensie van São Tomé. Als onderdeel van het contract zal Zenitel Global Maritime Distress Safety System (GMDSS) kustradiocommunicatieapparatuur gaan leveren, installeren en implementeren in de archipel van São Tomé en Príncipe. Met drie remote kuststations van Zenitel, uitgerust met VHF-radio’s en Digital Selective Calling (DSC)materiaal, wordt de eilandengroep São Tomé e Príncipe, gelegen in de Atlantische Oceaan, voorzien van radiocommunicatie. Het systeem bevat tevens VHF-radiotelefoniekanalen en breedbeeldschermen. Met het systeem kan in geval van nood de Search and Rescue-autoriteiten en schepen in de buurt snel worden gewaarschuwd, en een reddingsactie tijdig worden opgezet.
Verbinding oktober 2009
Hoorn80 veiliger door netwerkcamera’s Hoorn80, een bedrijventerrein met 127 bedrijven en een grootte van 15 hectare in Hoorn, heeft ervoor gekozen zich te beveiligen met netwerkcamera’s van Axis Communications. De overlast en criminaliteit zou inmiddels met 85 % zijn gedaald. Ook maken de intelligente camera’s het mogelijk om beheer en onderhoud van het bedrijvenpark op afstand te monitoren. Het bedrijventerrein had in de afgelopen jaren in toenemende mate te maken met overvallen, onveilige situaties, samenscholingen, straatraces en illegale afvalstortingen. Om deze problemen op te lossen ging Parkmanagement Hoorn op zoek naar een beveiligingsoplossing om het park 24 uur per dag en 7 dagen per week in de gaten te houden. Er werd gekozen voor een volledige installatie met zestien Axis netwerkcamera’s van het type 232D+. Dit zijn koepelvormige camera’s die zowel een groot overzichtsbeeld van de omgeving kunnen maken als inzoomen op details daarbinnen. Daarmee is het bijvoorbeeld mogelijk gezichten en nummerplaten te herkennen. De netwerkcamera’s zijn uitgerust met software van Agent VI, waardoor video-analyse mogelijk wordt. De camera’s beschikken over extra intelligentie om zelf beelden te beoordelen en een seintje te geven wanneer een vooraf geprogrammeerde, ongewenste
gebeurtenis zich binnen het blikveld voordoet, zoals een straatrace of samenscholing. De beelden worden via de managementsoftware Meldweb doorgestuurd naar de meldkamer van Spyke Security, de functioneel beheerder van het camerasysteem. Van daaruit wordt passende actie ondernomen, zoals zelf poolshoogte nemen of de politie inschakelen. Doordat de camera’s 24 uur per dag werkzaam zijn, worden ze voor meer doelen dan alleen detectie van diefstal en vandalisme ingezet. Juist vanwege hun volledige overzicht over het terrein, signaleren de camera’s ook kapotte straatlantaarns en gaten in het wegdek.
Nokia Siemens voert eerste lte-datagesprek ter wereld Nokia Siemens Networks heeft ’s werelds eerste lte-datagesprek gepleegd met behulp van een commercieel basisstation en software die voldoet aan de 3GPP Rel.8 lte-standaard. Met de demonstratie wil Nokia Siemens Networks laten zien klaar te zijn voor de commerciële, wereldwijde lancering van lte. Het datagesprek werd gepleegd in het Nokia Siemens Networks’ Research & Development centre in Ulm, Duitsland. Voor het gesprek werd gebruikgemaakt van het Flexi Multi Radio Basis Station. Naar verwachting zullen lte-diensten voor het eerst aan het einde van 2009 worden gelanceerd. Implementatie van de technologie zal in het begin van 2010 grootschalig van start gaan.
5
HPS Industrial distribueert maritieme pc’s Lauer Lauer kiest HPS Industrial, leverancier van industriële computers en rackmountservers, als distributiepartner voor de levering van maritieme pc’s. De maritieme box- en panelpc’s en inbouwschermen zijn vanaf nu via HPS Industrial leverbaar. De producten van Lauer voldoen aan diverse nautische classificaties, zoals de EN60945-normering, Lloyd’s Register, DNV, Germanischer Lloyd en ABS. Hiermee voldoen de computers en monitoren aan strenge internationale eisen voor martieme toepassingen.
Worldmax biedt 12 Mpbs mobiel breedband Wimax-aanbieder Worldmax introduceert een mobiele breedband-internetdienst met een downloadsnelheid van 12 Mbps en een uploadsnelheid van 2 Mbps. De dienst wordt gelanceerd onder de naam aerea Ultra, en is beschikbaar binnen de ring van Amsterdam. De internetdienst is de snelste mobiele verbinding die op het moment in deze regio beschikbaar is.
SES sluit schepen aan op satelliet SES, een aanbieder van breedband-satellietcommunicatie, begeeft zich op de maritieme markt. Het bedrijf gaat zijn satellietgebaseerde breedbanddienst Astra2Connnect aanbieden aan de pleziervaart op de Noordzee, Baltische Zee en Middellandse Zee. SES heeft daarvoor een overeenkomst gesloten met KNS, een fabrikant van maritieme antennes. De Britse provider H2OSatellite draagt zorg voor de distributie van de dienst in Europa.
6
Verbinding oktober 2009
SLA-metingen ondersteunen real-time services Managed Ethernet Services groeien in een hoog tempo en staan op de drempel van toepassingen in massamarkten. De beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de diensten houden volledige adoptie nog tegen. Tucana Telecom gaat hier tijdens het Broadband Technology event op 10 november in de Rotterdamse Kuip dieper op in. Spreker Jorma Hämäläinen van TeliaSonera zal tijdens zijn presentatie een koppeling maken met Service Level Agreement (SLA)-metingen. De pilot case bij TeliaSonera uit Finland wordt als leidend voorbeeld gebruikt, om het gebruik van SLA-metingen te illustreren. De spreker geeft een toelichting welke sleutelfactoren van belang zijn. Tucana Telecom biedt een platform, waardoor analyses en statistiek op een bruikbare manier toegankelijk worden gemaakt aan de operator. Een evenwicht vinden tussen goede prestaties van het netwerk, gewenste kwaliteit van het netwerk en niet over de grenzen van de SLA heengaan, kan nog een bijzondere uitdaging vormen.
a d v e r t e n t i e
MAXIMIZING MOBILITY, CREATING CONNECTIVITY VOOR ELK COMMUNICATIEVRAAGSTUK BESTAAT EEN OPLOSSING Maximale bereikbaarheid, altijd kunnen communiceren. Abiom levert al meer dan tien jaar hoogstaande communicatie-, navigatie- en signaleringstechnologie aan een brede groep professionals. Zoals het bedrijfsleven, de politie, ambulance- en beveiligingsdiensten, entertainment- en maritieme industrie. We bieden de meest geavanceerde producten van bekende fabrikanten, en daarnaast ontwikkelen en assembleren we zelf. VOOR ELK COMMUNICATIEVRAAGSTUK BESTAAT EEN OPLOSSING En is de oplossing niet ‘standaard’ voorhanden dan zorgen we dat er één komt. Abiom biedt een breed pakket diensten en producten aan. We onderscheiden drie gespecialiseerde businessunits: • Fleetsystems • Communication systems • Special products Abiom is marktleider in de Benelux en werkt nauw samen met verschillende toeleveranciers, in veel gevallen is er zelfs sprake van een exclusief partnership. Dankzij deze goede relaties kunnen wij productontwikkeling beïnvloeden en zodanig sturen dat we tegemoet komen aan de wensen van onze klanten.
Bijsterhuizen 2218, 6604 LD Wijchen Nederland Tel. +31 (0) 24 373 44 22 Fax +31 (0) 24 378 48 88 E-mail
[email protected] Internet www.abiom.nl
Internationalelaan 55 F, 1070 Brussel / Bruxelles België Tel. +32 (0) 2 609 69 20 Fax +32 (0) 2 609 69 66 E-mail
[email protected] Internet www.abiom.be
Compass House, Chivers Way Histon Cambridge CB24 9AD United Kingdom Tel. +44 (0) 1223 25 7550 Fax +44 (0) 1223 25 7551 E-mail
[email protected] Internet www.abiom.co.uk
Verbinding oktober 2009
Juniper en Nokia Siemens samen in carrier ethernet Juniper Networks en Nokia Siemens Networks hebben de handen ineen geslagen op het gebied van carrier ethernet. Het resultaat is de joint venture ‘Carrier Ethernet Solutions’ die zijn hoofdzetel heeft in Amsterdam. Het nieuwe bedrijf is begin september na overheidsgoedkeuring officieel van start gegaan en zal worden geleid door John Stewart, de voormalige vice-president en general manager van de Mobility and Circuit Emulation Business Unit van Juniper Networks. De joint venture gaat carrier ethernetoplossingen aanbieden voor de mobile backhaul en zakelijke en residentiële netwerken. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van Junipers MX-series ethernet services routers (foto) en de A-series carrier ethernet switches van Nokia Siemens. De eerste gecombineerde oplossing wordt in het eerste kwartaal van 2010 op de markt verwacht.
7
KPN biedt Garmingebruikers toegang tot internet KPN en Garmin hebben een meerjarige samenwerkingsovereenkomst getekend die mobiele datacommunicatie tussen verschillende apparaten en machines mogelijk maakt. Hiervoor levert KPN speciale simkaarten die gebruikt zullen worden in het nieuwe draagbare navigatiesysteem van Garmin, de nüvi 1690. Gebruikers van dit systeem krijgen zo direct toegang tot internet en actuele online informatie, zoals weer, verkeer en benzineprijzen. De mobiele datadienst waarbij draadloos informatie wordt verstuurd van en naar machines, apparaten, voertuigen en systemen zonder tussenkomst van personen, wordt door KPN op de markt gebracht onder de naam M2M Corporate.
Motorola rolt Tetra uit over Duitse snelwegen
Flash Services partner van Astrid
Motorola gaat de snelwegen in de Duitse deelstaat Thüringen voorzien van Tetra-dekking. De fabrikant van radioapparatuur heeft dit contract samen met de Duitse partner Telent in de wacht gesleept. Motorola gaat het Tetra Dimetra IP Compact System installeren op 43 locaties waarmee in totaal 450 km aan snelweg wordt afgedekt. Daarnaast levert Motorola tweehonderd MTP850- en MTM800E-terminals en een dispatchersysteem.
VoiceCyber Europe wordt Voice2Log
Astrid, de gespecialiseerde telecomoperator voor hulp- en veiligheidsdiensten in België, heeft een partnerovereenkomst gesloten met Flash Services Belgium, leverancier van radiocommunicatieapparatuur. Door de samenwerking is het mogelijk bij Flash gevalideerde toestellen op het Astrid-
netwerk te huren. Flash Services Belgium heeft in totaal 8.000 portofoons beschikbaar voor verhuur. Het bedrijf kan hierdoor flexibel reageren op extra vraag naar portofoons. Daarnaast levert het bedrijf apparatuur voor onder andere de communicatietechnologiëen Tetra, DMR en NexEdge en paging.
VoiceCyber Europe heeft bekendgemaakt haar bedrijfsnaam binnenkort te veranderen in Voice2Log. De naamsverandering volgt op een periode van drie jaar waarin het bedrijf is uitgegroeid tot gerenommeerde leverancier van met name call recording, quality monitoring en e-learningoplossingen. Inmiddels heeft zij ook een vaste klantenkring in Tunesië. Voice2Log blijft distributeur van VoiceCyber Technologies.
00 01 10 1 0 10 11 10 1 0 01 00
01 00 00 10 01 11 00 10 01 10 11 11 01 10 00 01 01 10 01 00 01 10 00 10 01 10
01 11 00 10 01 1
01 00 00 10
11 11 10 01 10 00 11 01 10 00 00 01
0 01 10 01 01 00 10 01
10
01 01 00 01 00 00 10 00 01 10 11 01 11 001 011 0 0 111 0 1 0 101 11 0 0 01 0 1 0 110 0 0 1 110 1 00 11 0 0 1 0 0 1011 1 100 0 01 0 0 1 0111 01101 00 011 110 011 011010 00100 0010 0000 01010100 01100101 01100011
no
ve
m
be
1 11 01
01 01 00 0 1 01 10 00 0 1 01 00 01 0 11 10 00 0 10 01
0
0 10 00 11 0 01 00 10 01
10 11 10 1 0 01 00 10 1 00 01 00 1 01
01 10 00 10
00 01 10 1 0
01 10 00 01
00 00 10 00
1 11 01 11 0 10 00 11 01 0 01 00 01 0010 11 1 0 01 10 0001 00 01 10 11 01 10 1 01 01 00 00 01 11 10 11 10 1 011 11 10 011 11 11 01 011 011 011 110 11 000 100 0 1 100 0 0 01 1 11 011 010 10 011 001 000 111 011 00 0 10 0 110 00 0 0 1 0 1 1 1 111 0001 10 11 001 0 011 0110 1 01 0 01 00001 001 1000 1011 011011 0110 1 0110 1 0 1 11 01 0 0 0 1 1 0 1 1 0 01100100 001 10000 100 00000 01010100 01100101 00 01 1 0110 10101 0100 01 00000 0 100010 011000 01 01101110 01100100 001
r2
00
9D
eK
uip
Rotte
rd a m
Broadband Technology Event Q u a l i t y of Networks Voor gebruikers, ontwerpers en operators van netwerken is dit de dag om breed geïnformeerd te worden op het verzorgen van de infrastructuur en het monitoren van de kwaliteit van uw netwerk. Meer informatie en registratie voor gratis bezoek op www.fhi.nl/broadband
Verbinding oktober 2009
Axis, Securitas en Cameramanager.com werken samen
9
Nokia sluit overeenkomst met Airbiquity Nokia heeft een overeenkomst gesloten met Airbiquity, een internationaal leider in draadloze connected services. Onderdeel van deze overeenkomst is het gebruik van een aantal octrooirechten van Airbiquity waardoor Nokia TTY-functionaliteit kan aanbieden in haar mobiele telefoons overeenkomstig de 3GPPspecificaties.
Dgps-ontvanger voor Nautiz X7 pda
Axis Communications, Securitas Alert Services en Cameramanager. com hebben een samenwerkingsverband gesloten. De bedrijven hebben gezamenlijk een geïntegreerde video-oplossing ontwikkeld op basis van netwerkcamera’s en alarmcentralediensten. Daarnaast is de oplossing voorzien van een videoplatform om met behulp van videobeelden alarmmeldingen te bevestigen. Dit is nodig aangezien de politie vanaf 1 januari 2011 alleen nog uitrukt bij alarmmeldingen waarbij bewijsmateriaal, zoals camerabeelden, aanwezig is. Axis Communications levert netwerkcamera’s en encoders voor de gezamelijke oplossing. Securitas Alert Services levert alarmcentralediensten en Cameramanager.com het videoplatform.
KPN bouwt nieuwe versie van Nationaal Noodnet Het nieuwe Nationaal Noodnet is naar verwachting komend voorjaar klaar. Versie 2.0 wordt geleverd door KPN dat ook de huidige versie van het noodnet beheert. Het Nationaal Noodnet is een gesloten telefoonnetwerk dat overheden kunnen gebruiken tijdens rampen of calamiteiten waarbij het gewone telefoonnetwerk uitvalt. Het contract voor dit netwerk is in 2008 verlengd tot 1 januari 2010. Het huidige noodnet blijft tot het moment van oplevering in gebruik.
Het Nationaal Noodnet wordt sinds 1991 gebruikt en bestaat uit digitale telefooncentrales. Deze centrales staan opgesteld in de faciliteiten voor noodcommunicatie van KPN. Het noodnet heeft een capaciteit van tienduizend aansluitingen.
Hemisphere GPS en Handheld hebben gezamenlijk de Kenaz NZ100 dpgs-ontvanger uitgebracht op de InterGeo Conferentie in Karlsruhe, Duitsland. Het product is toegespitst op de robuuste Handheld Nautiz X7 pda. Met de dgps-ontvanger kan met behulp van de Hemisphere GPS Crescent-ontvangertechnologie nauwkeurig de locatie van pda’s worden vastgelegd.
Sepura wint megacontract in Portugal Sepura heeft in Portugal een groot contract in de wacht gesleept. De aanbieder gaat de gebruikers van het nationale Tetra-netwerk in Portugal uitrusten met nieuwe radio’s. In eerste instantie gaat het om een levering van 17.000 terminals. Gedurende de komende drie jaar kan dat aantal nog oplopen tot 40.000.
Nieuwe D-STAR-hot spot in Utrecht Sinds 30 september is er een nieuwe D-Star-hotspot voor de regio Utrecht. De hotspot werkt met een Dutch*Star Node Adapter op 144,975 MHz. De locatie is nabij het Centraal Station van Utrecht met een antennehoogte van zestien meter. Gebruikte zendontvanger is een Yaesu FT-7800R. De frequentie is de vroegere frequentie van de nabijgelegen hotspot van PE1RJV die echter naar 144,900 MHz is verhuisd.
Verbinding oktober 2009
radiocommunicatie
10
Een technische inventarisatie
Wat is er toch aan de hand met C2000? De ervaringen met C2000 bij drie incidenten hebben het vertrouwen van de hulpverlener in het nieuwe communicatiesysteem danig ondermijnd. Wat begon met de kwestie rond objectportofonie bij de brandweer, heeft zich nu ontpopt tot een groot nationaal probleem: ‘C2000 functioneert niet’. Een inventarisatie en beschouwing van de (technische) feiten.
Verbinding oktober 2009
C2000, een geplaagd systeem Ruim voordat C2000 operationeel ging, was er kritiek. Het kostenaspect van C2000 is steeds onderwerp van gesprek geweest: de kosten bleken veel hoger uit te vallen dan verwacht. Het invoeringsproject bleek ingewikkelder te zijn dan was voorzien. Er was een groot aantal partijen bij de invoering betrokken en het bleek niet eenvoudig al ‘deze kikkers in de kruiwagen te houden’. Zaken als het
De vliegtuigcrash van Turkish Airlines bij Schiphol in februari zette de zaak danig op scherp.
Het concept van C2000 was duidelijk: een mobiel communicatiesysteem specifiek voor de openbare orde en veiligheidssector, dat onafhankelijk en gescheiden is van openbare communicatiesystemen, zoals gsm. Bij grote incidenten lopen de hulpdiensten niet het risico dat hun communicatiesysteem wordt platgelegd door massaal gebruik van het publiek. Daarnaast is het eenvoudiger een gescheiden systeem te beveiligen tegen ongewenste meeluisteraars, wat gunstig is voor met name de toepassing bij politie. C2000 is digitaal, dat maakt het beveiligen eenvoudiger, omdat er allerhande digitale encryptiemethodieken voorhanden zijn. Digitale communicatie is de trend en er kan worden meegelift op de talrijke ontwikkelingen. De Tetra-standaard (waarop de draadloze verbinding tussen mobilofoon/portofoon en radionetwerk is gebaseerd) is populair en is dé standaard voor missiekritische mobiele communicatiesystemen aan het worden. Allemaal voordelen dus, maar wat is er dan ‘misgegaan’ met C2000?
organiseren van de aanbesteding van randapparatuur voor C2000 (mobilofoons, portofoons en pagers voor P2000) bleken hierdoor moeizame processen te zijn. Vanaf 2003 werd C2000 geleidelijk ingevoerd. Al vrij snel kwam de eerste kritiek uit de hoek van de gebruiker. De dekking van het radionetwerk was dusdanig dat er geen binnenhuisdekking kon worden gegarandeerd. Voor een aantal grote gebouwcomplexen, zoals voetbalstadions, was dit een probleem dat kon worden opgelost door er een SCL (special coverage location) van te maken: door relaisradio’s kan de dekking alsnog worden geregeld. Echter niet alle gebouwen konden tot SCL worden gepromoveerd, want dit zou een te kostbare zaak worden. Er bleven dus tal van bouwwerken over die geen binnenhuisdekking hadden. Voor politie en brandweer was dit een zwaarwegend probleem. Voor een flink aantal brandweerkorpsen was het zelfs aanleiding om voor de verbinding tussen bevelvoerder en brandwachten weer over te gaan op de vertrouwde analoge portofoons. Tot op de dag vandaag is dit nog steeds een onderwerp van discussie. De vliegtuigcrash van Turkish Airlines bij Schiphol in februari zette de zaak danig op scherp. Hulpverleners op de crashsite kregen gedurende een bepaalde periode een ‘bezettoon’ wanneer ze wilden communiceren via C2000. Er bleek congestie op te treden in het radionetwerk. De climax rond de problematiek van C2000 ontstond bij het bijna gelijktijdig verschijnen van het rapport van IOOV over het incident op Koninginnedag en de kritiek van politiezijde op het functioneren van C2000 bij het incident
11
in Hoek van Holland. In beide gevallen zijn er verbindingsproblemen met C2000.
Complexe opgave Het realiseren van een landelijke dekking voor een mobiel communicatiesysteem is een complexe opgave en niet alleen door de factor geld. Natuurlijk zijn de kosten een belangrijke factor: elk te realiseren opstelpunt kost nou eenmaal een hoop geld, voor zowel aanleg als onderhoud. Maar daarnaast zijn opstelpunten nog eens lastig te verkrijgen (niemand wil een hoge zendmast in zijn achtertuin) en aan C2000-opstelpunten worden ook nog specifieke randvoorwaarden gesteld, zoals noodstroomvoorziening. Tevens spelen frequenties een grote rol. Het aantal beschikbare frequenties is niet zo groot dat aan elke base-radio (radiozendontvanger als onderdeel van een opstelpunt) unieke frequenties kunnen worden gegeven. Elke base-radio heeft sowieso al twee frequenties nodig, een waarop continu wordt gezonden en een waarop continu wordt ontvangen (frequency division duplex). Ook kan het noodzakelijk zijn een opstelpunt te voorzien van meerdere base-radio’s wegens de capaciteitsvraag (het dekkings- en capaciteitsprobleem zijn dus afhankelijk van elkaar). Het opstelpunt Halfweg, dat bij het incident bij Schiphol het meeste radioverkeer heeft verwerkt, heeft bijvoorbeeld de beschikking over drie base-radio’s. Dit betekent dat er voor een opstelpunt soms een meervoud van twee frequenties nodig is (bij opstelpunt Halfweg dus zes!). Voor een landelijk dekkend radionetwerk als C2000 komen de ontwerpers er niet onderuit om, gegeven de beperkte frequentieverzameling, frequenties meerdere malen toe te passen. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de minimale afstand tussen opstelpunten die dezelfde frequentie gebruiken, de zogenoemde frequentieherhalingsafstand. Maken ze die afstand te klein, dan ontstaan allerlei interferentieproblemen (ofwel verstoringen) tussen deze opstelpunten. Ook moeten radionetwerkontwerpers bij hun frequentieverdeling rekening houden met intermodulatie-effecten: bepaalde frequentiecombinaties bij één opstelpunt kunnen om die reden niet worden toegepast.
Binnenhuisdekking C2000 heeft circa 400 opstelpunten waarmee Nederland is afgedekt, maar wel met een beperkte dekkingsgraad. Dankzij de grote propagatie-afstand door de toegepaste lagere frequentieband (380 – 400 MHz) is onder de randvoorwaarden, zoals een beperkt aantal beschikbare frequenties en het beschikbare
12
Verbinding oktober 2009
budget, een relatief klein aantal opstelpunten gerealiseerd. Echter, de binnenhuisdekking kon hiermee niet worden bereikt, in tegenstelling tot wat de gsm-netwerken bieden. In gsm-netwerken worden grotere aantallen opstelpunten gebruikt, circa 4.000 per netwerk om Nederland af te dekken. Dit komt vooral door de toegepaste hogere frequentiebanden (propagatie-afstand is kleiner) maar ook door de introductie van microcellen, waarmee capaciteitsproblemen worden opgelost. Dit grote aantal opstelpunten, plus het daarmee samenhangende netwerk, is een uiterst kostbare aangelegenheid, maar
parameters tot een oplossing kan komen. Maar ook hiervoor blijft gelden: het is radio, dus verbinding kan niet altijd voor 100 % worden gegarandeerd.
Capaciteitsproblemen C2000 Bij de drie grote incidenten bij Schiphol, Hoek van Holland en Apeldoorn dit jaar hebben zich problemen voorgedaan met het gebruik van C2000. Gebruikers konden gedurende een bepaalde periode geen verbinding maken met C2000. Van de incidenten bij Schiphol en Apeldoorn zijn inmiddels de nodige rapportages verschenen.
(frequenties), mits niet heel veel gebruikers dat tegelijkertijd doen. Dit efficiënte radiogebruik wordt in het geval van Tetra gerealiseerd met TDM (time division multiplex), een verbindingsmethodiek op basis van tijdsloten. Elk communicatiekanaal (gesprek) krijgt een vast ‘stukje’ tijd, een tijdsslot om informatie, zoals digitale spraakinformatie, te verzenden. Per seconde zijn achttien tijdsloten voor een communicatiekanaal gereserveerd. Een baseradio heeft de beschikking over vier tijdsloten (per frequentie), waarvan in principe een slot wordt gebruikt voor besturingsinformatie. Het al eerder genoemde opstelpunt Halfweg
Aan het betrachten van strikte etherdiscipline wordt door gebruikers in de operationele praktijk niet de hand gehouden. de (commerciële) business case die hiervoor geldt, is natuurlijk geheel anders dan die voor C2000. De problemen die hulpdiensten hebben met de binnenhuisdekking worden versterkt door het feit dat de verbindingskwaliteit van een digitale, draadloze communicatieverbinding in tegenstelling tot die van een analoge verbinding abrupt verslechtert: het ontvangen signaal wordt ineens geheel onverstaanbaar. Dit is helaas een kenmerk van de toegepaste digitale techniek, de zogenoemde spraakcoderingstechnologie (vocoders). De DMO-modus (direct mode operation), de één-op-éénportofooncommunicatiemode van C2000, die in plaats van de normaal toegepast radionetwerkmodus TMO (trunked mode operation) bij de brandweer ook wel wordt toegepast voor objectportofonie, lijdt aan hetzelfde euvel. Het verbeteren van de C2000-dekking ofwel het bieden van binnenhuisdekking is niet eenvoudig. Het opschroeven van het zendvermogen zondermeer is geen optie. Hierdoor zouden vele andere netwerkparameters, zoals propagatie-afstand, ook wijzigen met alle problemen van dien. Als de oplossing moet worden gezocht in uitbreiding van het radionetwerk, dan is dat ook niet eenvoudig. Uitbreiding vergt meer frequenties die op dit moment niet voorhanden zijn, meer opstelpunten die geld kosten, en andere grote aanpassingen van het netwerk die ook een hoop geld kosten, kortom een zeer ingrijpende en dure operatie. Op het punt van binnenhuisdekking met DMO liggen de kansen beter: het is een beperkter probleem dat met het anders instellen van verbindings-
Van het functioneren van het C2000-systeem bij het Schiphol-incident is op dit moment het meeste bekend. Uit de verschenen rapportages blijkt dat het C2000-systeem naar behoren heeft gefunctioneerd. Er hebben zich ten tijde van de afhandeling van het incident geen technische storingen voorgedaan, de beschikbaarheid was 100 %. Wel is congestie opgetreden in het systeem, waardoor een aantal spraakverzoeken niet door het systeem konden worden gehonoreerd. C2000 is een zogenoemd trunked radionetwerk. Dit betekent dat een groot aantal radiogebruikers met elkaar kan communiceren via een beperkt aantal radiokanalen
heeft de beschikking over drie base-radio’s. Met deze drie base-radio’s zijn twaalf tijdsloten beschikbaar waarvan een voor systeembesturingsinformatie, dus elf voor communicatiekanalen. In de beginsituatie was van de elf tijdsloten nog een gereserveerd om packetdata te versturen. Al vrij snel is door de C2000-beheerorganisatie dit tijdslot ook voor gespreksverbindingen vrijgegeven. Met deze elf communicatiekanalen was het niet mogelijk de gespreksaanvragen te honoreren. Het aanbod overtrof simpelweg de capaciteit van het systeem. Gedurende drie uur is de netwerkbelasting ruim boven 50 % geweest. Dat lijkt niet veel, maar voor
Verbinding oktober 2009
een trunked radionetwerk wordt het een problematische situatie. Bij een belasting groter dan circa 50 % begint congestie op te treden die exponentieel toeneemt, wanneer de belasting iets wordt verhoogd.
Te groot verkeersaanbod Uit de rapportages blijkt dat de oorzaak van dit voor het systeem te grote verkeersaanbod, naast het grote aantal hulpverleners ter plekke met C2000-mobilofoons/portofoons, ook gelegen is in het grote aantal actieve gesprekgroepen en de relatief lange gemiddelde gespreksduur. Een aantal assisterende hulpdiensten uit andere regio’s had bijvoorbeeld hun eigen regionale gespreksgroepen nog steeds op actief staan. Hierop werd meegeluisterd op de gespreksgroepen van de thuisregio. Dit ongewenste radioverkeer bedroeg gedurende de congestieperiode meer dan 10 % en gedurende twee uur zelfs meer dan 15 % van het totale gespreksverkeer. Wanneer dit niet was gebeurd, was de congestie aanzienlijk minder geweest. De gespreksduur is een primair bepalende factor in het verkeersaanbod. De gemiddelde gespreksduur over de periode lag tussen de 15 - 20 sec., wat vrij lang is en nadelig voor de netwerkbelasting. Bovenstaande situatie geeft aan dat gebruikers geen weet hebben van de effecten van hun eigen gebruik op het netwerk. Aan
het betrachten van strikte etherdiscipline, het efficiënte gebruik van een radiokanaal, wordt door gebruikers in de operationele praktijk niet de hand gehouden. Dit is op zich ook niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat een gemiddelde C2000-gebruiker ook gsm-gebruiker is. Het telefoneren via gsm, waaraan we zo gewend zijn, kent dit soort beperkingen niet. Dit speelt absoluut een rol bij het C2000-gebruik. Ook bij de andere twee incidenten hebben naar alle waarschijnlijkheid bovenstaande effecten een belangrijke rol gespeeld. Bij het incident Hoek van Holland is beweerd dat de politiemensen op het strand allen in dezelfde gespreksgroep waren opgenomen en daardoor niet konden communiceren. Als dit zo is geweest, wat nog moet blijken uit onderzoek, dan is dat een iets andere vorm van congestie dan in het geval Schiphol. Gebruikers in dezelfde gespreksgroep moeten uitluisteren en kunnen pas zenden wanneer de gespreksgroep vrij is. Dat levert dan wel congestie op (immers: een gebruiker wil spreken, maar moet wachten) maar geen netwerkcongestie, zoals in het geval Schiphol. Een andere mogelijke oorzaak kan de beperkte capaciteit in het betreffende gebied zijn geweest: het is zeer wel mogelijk dat er bij het radionetwerkontwerp geen rekening is gehouden met intensief gebruik van C2000 in Hoek van Holland. De problemen met C2000 bij het incident
13
op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn zullen zeer waarschijnlijk dezelfde karakteristieken vertonen als die bij Schiphol. Ook hier was een groot aantal politie- en hulpdiensten aanwezig, die in de periode direct na het moment wilden communiceren. Het hierdoor gegenereerde extra verkeer bovenop het al aanwezige, toch al door Koninginnedag verhoogde verkeer zal vermoedelijk geleid hebben tot de geconstateerde congestieproblemen. Het ingestelde onderzoek moet uitwijzen wat de exacte oorzaken zijn.
Oplossingen Zoals al is opgemerkt bij de behandeling van de C2000-dekking, is een technische aanpassing ook voor uitbreiding van de capaciteit op zich wel mogelijk, maar deze is uiterst complex en duur, en niet op korte termijn te realiseren. Voor de korte termijn zal de oplossing meer moeten worden gezocht in het vergroten van de bewustwording van efficiënt en effectief C2000-gebruik. Er zal in breed perspectief moeten worden gekeken hoe de hulpdiensten zo efficiënt mogelijk gebruik kunnen maken van C2000. De oplossing op korte termijn is daarmee meer van organisatorische dan van technische aard. Door Wil Haasdijk
14
Verbinding oktober 2009
radiocommunicatie
ISI blijft beperkt in functionaliteit
Inter-System Interface krijgt langzaam gestalte In april van dit jaar zijn de eerste certificaten toegekend voor interoperabiliteit tussen Tetra-systemen van twee verschillende leveranciers. Hoewel de leveranciers zelf de verwachtingen nog temperen, lijkt de Inter-System Interface (ISI) eindelijk van de grond te komen. Met dank aan de drielandenproef tussen België, Nederland en Duitsland. Maar waarom heeft het allemaal zo lang moeten duren?
De operationele eindgebruikersscenario’s van de drielandenproef.
De geschiedenis van Inter-System Interface (ISI) gaat terug tot het begin van de jaren negentig toen het European Telecommunications Standards Institute (Etsi) een begin maakte met de ontwikkeling
van Tetra. In die tijd stond het acroniem nog voor Trans-European Trunked Radio en sloot daarmee aan op de Verdragen van Schengen uit 1985, die een vrij verkeer van personen mogelijk maken. Om ook radiocommunicatie
grensoverschrijdend te maken moesten in eerste instantie alle regionale ‘legacy’-systemen worden vervangen door nationale communicatie-infrastructuren die gebruikmaken van een en dezelfde techniek.
Verbinding oktober 2009
Eveneens in 1990 werd een begin gemaakt met de standaardisatie van de Inter-System Interface die communicatie over grenzen heen mogelijk maakt. Via het ‘break-connect’principe kan een radiogebruiker ‘migreren’ naar het Tetra-netwerk van de buren en krijgt daar een aantal basisdiensten aangeboden. De belangrijkste functies die in eerste instantie werden gedefinieerd, zijn: • mogelijk maken dat terminals een buitenlands ‘onafhankelijk’ netwerk kunnen gebruiken; • mogelijk maken dat gebruikers kunnen communiceren met gebruikers in een ander ‘onafhankelijk’ netwerk; • een ISI-gateway die de toegangspolicies oplegt aan buitenlandse gebruikers; • basisdiensten, zoals group call, individual call en telefonie. Het is nadrukkelijk nooit de bedoeling geweest om via ISI de complete Tetra-functionaliteit ter beschikking te stellen.
Financiering Toch werd de standaardisatie van ISI al snel op de lange baan geschoven. Dit om alle aandacht te kunnen besteden aan de air interface-terminalstandaard. Eerst moesten de nationale netwerken met een optimale functionaliteit worden geïnstalleerd. Daar kwam bij dat de ontwikkelingskosten voor ISI in dit vroege stadium al behoorlijk hoog waren, terwijl overheden en leveranciers pas een ‘return on investment’ konden verwachten als meerdere Tetra-netwerken volledig waren uitgerold. Het financieren van de ISI-ontwikkeling is altijd een probleem gebleven. Bijvoorbeeld mobiele operators boorden een extra inkomstenbron aan door ‘roaming’ mogelijk te maken voor gsm-gebruikers. Dat vooruitzicht is er niet voor ISI: enkele gebruikers die incidenteel ‘migreren’ naar een ander ‘not for profit’ Tetra-netwerk levert niets op. Gaandeweg was ISI in een ‘kip-eisituatie’ terechtgekomen.
Doorbraak Nederland zorgde in 2003 samen met België en Duitsland voor een doorbraak via de drielandenproef. Op 20 januari van dat jaar tekenden de ministers van Binnenlandse Zaken van Duitsland en België en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van Nederland een Memorandum of understanding voor de ondersteuning van de ‘Three country pilot’ (3CP). De proef had plaats in de grensgebieden van Aken, Luik en Zuid-Limburg en had twee onderdelen centraal staan, namelijk de operationele kant van grensoverschrijdende samenwerking en de technische kant.
Het schema toont de operationele eindgebruikersscenario’s die met succes zijn gedemonstreerd. De technische kant betrof de koppeling van de in gebruikzijnde Motorola- en Nokia-systemen met behulp van ISI. 3CP maakte gebruik van wat een ‘Interim ISI’ of een ‘Phase 0 ISI’ werd genoemd, die onder andere voorzag in: • pre-provisioning van de radio’s die mogelijk migreren naar een ander netwerk; • pre-provisioning van de netwerkdiensten die beschikbaar zijn voor de migrerende radio’s; • analoge audiopatching van groepsgesprekken tussen digitale systemen; • overleggen van de internationale fleet maps tussen de drie systemen.
15
Ook de toepassing van ISI is de afgelopen jaren gewijzigd. In eerste instantie was ISI enkel en alleen bedoeld om communicatie mogelijk te maken tussen onafhankelijke, landelijke Tetra-netwerken. In deze toepassing zou ISI slechts incidenteel worden gebruikt. Meer en meer wordt ISI echter ook gezien als de oplossing om kleinere systemen aan elkaar te koppelen tot een groter netwerk.
Kinderschoenen In maart 2009 hebben Motorola en Eads tijdens een ISI IOP-testsessie laten zien dat het mogelijk is hun systemen aan elkaar te koppelen. De lijst met geteste functionaliteit was echter beperkt tot individual call en short data. De belangrijke Tetra-feature group call ontbrak, waardoor de geteste koppeling
Nederland zorgde in 2003 samen met België en Duitsland voor een doorbraak via de drielandenproef. De ervaringen die zijn opgedaan in Nederland, België en Duitsland zijn vertaald in het Etsi-document ‘Functional requirements for the Tetra ISI derived from three country pilot scenarios’ uit mei 2005. In dit document wordt ISI genoemd als de belangrijkste functionaliteit voor eindgebruikers om ook over de grens te kunnen functioneren.
Scope veranderd Mede door de drielandenproef is de scope van ISI de afgelopen jaren veranderd. Geleidelijk is het besef doorgedrongen dat het niet zo zinvol is om de door het Etsi omschreven functionaliteit in één keer te implementeren. Beter is de functionaliteit in fases door te voeren, zoals dat is omschreven in het document ‘ISI Adoption’ dat de Tetra Association in april 2008 heeft vrijgegeven. De fases 1 en 2 worden algemeen gezien als de ‘verplichte onderdelen’ van een ISI-oplossing en voorzien onder andere in authenticatie, individual call, group call en short dataservice. De fases 3 en 4 kunnen worden omschreven als optioneel en voorzien onder andere in encryptie, mobility management en andere aanvullende diensten. Maar zelfs als in alle vier de fases wordt geïnvesteerd, is de ISI-functionaliteit nog maar een fractie van de functionaliteit die de Tetra Air Interface tussen infrastructuur en terminal inhoudt.
ook nog niet geschikt is voor operationeel gebruik. Tetra ISI staat nog steeds in de kinderschoenen en het zal nog wel drie tot vier jaar duren voordat de interface volledig tot wasdom komt. Enkele beperkingen zal ISI daarbij parten blijven spelen. Door het ontbreken van een inkomstenstroom blijven fabrikanten bijvoorbeeld beperkt in wat ze kunnen leveren. Ook zal ISI in de praktijk vaak te ‘zwaar’ blijken te zijn. Dat is het geval als de interface alleen maar wordt gebruikt om kleinere systemen aan elkaar te koppelen. Deze kleine stand-alonesystemen zijn gebaseerd op packet switching-technologie, terwijl de volledige ISI QSIG en Rose circuitgebaseerde protocollen introduceert. In dat geval is ISI overkill. Dat is ook de reden dat verschillende leveranciers andere oplossingen hebben bedacht om systemen aan elkaar te koppelen zonder ISI, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van IP. Door Ferry Waterkamp Dit artikel is mede gebaseerd op de white paper ‘Interconnecting Tetra systems’ van Motorola.
16
Verbinding oktober 2009
management
Intelligent filteren van crisismanagementinformatie
Sneller de juiste informatie met Mosaic Mosaic is een ontwikkeltraject waarin ‘intelligente agents’ de mens helpen sneller de juiste informatie te verkrijgen. Inmiddels is er in het samenwerkingstraject tussen het D-CIS-Lab en vts Politie Nederland een demonstrator ontwikkeld. Om de vereiste ondersteuning voor het filteren van informatie nader te onderzoeken, is een simulatie met echte gebruikers georganiseerd.
Bij rampenbestrijding is de uitwisseling van gegevens tussen veiligheidspartners essentieel voor de opbouw van een gedeeld situatiebeeld. Daarom wordt er veel energie gestoken in het verbeteren van procedures en systemen om gegevens uit te wisselen tijdens
rampen, zoals in het programma Invoering Netcentrisch Werken [1]. Naast het beschikbaar krijgen van gegevens en het versnellen van het uitwisselingsproces, is het doel informatie op het juiste moment bij de juiste persoon te krijgen. Met andere woorden, het
ideale crisismanagementsysteem (CMS) is intelligent: het begrijpt wat er aan de hand is, weet waar iedereen mee bezig is en schat zelf in wie wanneer welke informatie nodig heeft. Op dit moment is een operationeel intelligent systeem om informatie te delen nog toekomstmuziek, maar in laboratoria wordt er hard aan gewerkt. Vooral de visie op Web 3.0, het semantisch web, werkt hierbij als stuwende kracht. Vooruitlopend op het beschikbaar komen van productierijpe ontwikkelplatformen voor dergelijke intelligente systemen, wordt in een samenwerkingsverband tussen het D-CIS-Lab en vts Politie Nederland de toepassing van technieken voor een intelligent CMS al onderzocht [2]. Als uitvloeisel van dit bredere onderzoek is het afgelopen jaar een experiment uitgevoerd. Daarbij is in een concrete gegevensbron getest hoe gegevens hieruit taakgebaseerd kunnen worden gefilterd en hoe gebruikers het ontvangen van gefilterde informatie ervaren.
Opzet experiment
Concrete informatie in plaats van vele, deels overbodige, meldingen.
In het experiment zitten tien deelnemers ieder achter twee computerschermen. Op het ene scherm is een deelnemer virtueel aanwezig bij een ramp in de vorm van een scheepsbotsing waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen
Verbinding oktober 2009
en containers losslaan. Op dit scherm ontvangen de deelnemers tevens zo nu en dan een informatiebericht om hen zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de verdere ontwikkeling van de ramp. Op het andere scherm spelen de deelnemers een computerspel om te simuleren dat ze telkens moeten omschakelen tussen een primaire taak en het ontvangen van informatieberichten. De deelnemers zijn verdeeld in twee groepen, waarbij de ene groep berichten met ongefilterde informatie ontvangt, terwijl voor de andere groep de berichten zijn
gefilterd en geaggregeerd. De filtering richt zich op relevantie voor de politietaken, in het bijzonder de taak van de Officier van Dienst Politie. De aggregatie betreft een geanimeerde geografische plot van stankmeldingen en een lijst van aantallen geïdentificeerde slachtoffers, aantallen hulpverzoeken en aantallen verontruste bekenden en familieleden. Alle berichten zijn afgeleid van 112-meldingen aan de meldkamer. Deze zijn in dit experiment als voorbeeld genomen van een bron die ook in de praktijk bruikbare informatie bevat. De meldingen zijn afkomstig uit een
Het experiment toont aan dat intelligente systemen, met software-agents als hulp, de mens echt kunnen helpen. a d v e r t e n t i e
Goede communicatie bij hoge snelheid? Bij snelle RHIB’s is communicatie vaak een probleem. Motocom levert diverse intercomsystemen op maat samengesteld en met een goede waterbestendigheid. Waardoor ook in moeilijke omstandigheden met alle deelnemers en met het commando centrum duidelijke spraak mogelijk is. Tegelijkertijd wordt het gehoor beschermd en is ook een helm mogelijk.
MOTOCOM
Meet us at Europort Stand 8315
Communication & Protection
Email
[email protected] Tel. 070-358.88.88
Wat is Mosaic? Op het terrein van crisisbeheersing en rampenbestrijding is er veel aandacht voor multidisciplinaire informatievoorziening. De meeste projecten richten zich op dit moment vooral op het onderling toegankelijk maken van beschikbare gegevensbronnen. Een volgende stap is het realiseren van IT-systemen waarmee effectief kan worden gebruikgemaakt van de beschikbaar gekomen informatie. Het gaat dan om: • het leggen van verbanden tussen informatie uit verschillende gegevensbronnen; • het automatisch interpreteren en selecteren van informatie en gevonden verbanden binnen de context van een incident, crisis of ramp; • het ondersteunen van beslissingen, bijvoorbeeld over de inzet van eenheden, de informatieverstrekking naar eenheden, het opschalen van een incident, de noodzaak tot evacuatie, et cetra. Het D-CIS-Lab ontwikkelt technologie binnen het Icis-project (Interactive Collaborative Information Systems) die voor deze vereisten kan worden ingezet. De technologie wordt aangeduid als actor-agent-communities en is nu zo ver ontwikkeld dat deze op (bescheiden) schaal kan worden getest. In een samenwerking tussen de vts Politie Nederland en het D-CIS-Lab is een demonstrator gerealiseerd, waarmee de toepasbaarheid van deze nieuwe technologie in het OOV-domein wordt getoetst. De samenwerking draagt de naam Mosaic, wat staat voor ‘Meerdere operationele samenwerkende assistenten voor informeren bij crises’. De Mosaic-demonstrator is een applicatie ter ondersteuning van OOV-medewerkers in de meldkamer en in het veld. Zij richt zich op het tijdig beschikbaar stellen van aanvullende relevante informatie bij een incident. De nadruk ligt op gegevens die in plaats en tijd zijn gecorreleerd aan een incident en een potentieel gevaar opleveren of anderszins belangrijk zijn bij het beslissingstraject in het afwikkelen van een incident of grote gebeurtenis.
17
18
Verbinding oktober 2009
simulatiescenario dat is opgesteld door de Inspectie OOV voor de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding [3]. Het experiment is erop gericht om het effect te meten van informatiefiltering op de ‘situational awareness’ en de mentale belasting van de ontvangers van de informatie. Dit wordt halverwege en na afloop van de simulatie gemeten aan de hand van: • vragen over de feitelijke situatie; • vragen voor de inschatting van de situatie; • vragen hoe de deelnemers het experiment ervaren; • de score en bestede tijd in het computerspel.
De resultaten De deelnemers bevestigen dat de 112-meldingen een relevante bron van informatie zijn en vooral nuttig om de politietaken te coördineren. Het experiment ondersteunt de
Het spel als simulatie van primaire taak tijdens het afwikkelen van het incident.
Het snel doorgeven van relevante informatie uit 112-meldingen verhoogt de ‘situational awareness’ van OOV-medewerkers. verwachting dat de ontvangers van gefilterde berichten de informatie beter verwerken. Dit bleek in het bijzonder uit het reproduceren van simpele feiten en gebeurtenissen uit het scenario aan de hand van open vragen. Ook geaggregeerde aantallen werden duidelijk beter gereproduceerd. Het experiment toont niet aan of dit komt door het minder vaak omschakelen tussen hun primaire taak en het lezen van berichten dan wel door een hogere verwachting en de relevantie van de ontvangen informatie in het geval van gefil-
terde berichten. Wel bleken de ontvangers van niet-gefilterde berichten het experiment inspannend te vinden en hadden ze niet alle beschikbare leestijd voor de berichten benut. Ook was het experiment leerzaam, met andere woorden: het leverde niet in alle gevallen het verwachte resultaat. Het belangrijkste leerpunt betrof het rigoureus wegfilteren van berichten met al eerder vermelde feiten. De groep die talloze berichten met stankmeldingen kreeg te verduren in plaats van een geanimeerd overzicht, bleek toch het meest
accurate plaatje van de zich ontwikkelende gaswolk in gedachten te hebben. Dezelfde groep kreeg ook vele berichten over de irriterende eigenschappen van de gaswolk te lezen en had daaruit ook een beter beeld over de ernst van de situatie opgebouwd dan de groep die dit slechts één keer te lezen kreeg. Je kunt hieruit concluderen dat ergens een optimum ligt bij het wegfilteren van herhaalde feiten en dat eenmalig gepresenteerde belangrijke informatie ook als belangrijk herkenbaar moet zijn, bijvoorbeeld door training.
Verdere ontwikkeling Voor het huidige experiment werden de berichten handmatig gefilterd door ze in een beperkt aantal categorieën in te delen. Een volgende stap is het automatiseren van deze classificatie, een ‘text mining’-taak, waarna automatische filtering mogelijk wordt door regels te definiëren aan de hand van de gekozen categorieën. Deze laatste stap zal de nodige interactie met eindgebruikers vragen en aanvullende experimenten om het resultaat van het filteringproces te testen.
Referenties [1] http://www.crisisplein.nl [2] Kennisontwikkeling voor de toekomst, Verbinding maart 2007 [3] http://www.ioov.nl/rampenbestrijding De overzichtsinformatie op een iPaq voor de OOV’er op straat.
Verbinding oktober 2009
19
Belangrijke geaggregeerde informatie moet extra onder de aandacht worden gebracht: een overzichtplaatje heeft het risico dat de essentie wordt onderschat, terwijl na twintig meldingen wel de essentie doordringt. Laatste stand van zaken over frequenties en Mosaic Op het eerste gezicht hebben Mosaic en frequenties weinig met elkaar te maken. Toch is er een relatie. Zoals in dit artikel wordt uitgelegd, kan Mosaic een goede verbetering betekenen voor het netcentrisch werken. Bij dit netcentrisch werken wordt veel informatie verzameld, veredeld en ter beschikking gesteld aan zowel personeel van de meldkamer en crisiscentra als de OOV-mensen op straat. En daar ligt de link: de informatie naar het ‘veld’ gaat door de lucht en voor die radioweg zijn frequenties nodig. De verwachting is dat bij netcentrisch werken er steeds meer behoefte komt aan mobiele breedbanddatacommunicatie, en dat bij calamiteiten de commerciële netwerken niet altijd voldoende betrouwbaar zullen zijn. Het traject om frequenties voor ‘mission critical broadband data’-netwerken te verkrijgen, is wéér een stap verder. Begin september was er in Tallinn Estland een CEPT FM-38 vergadering waarin een workshop is voorbereid die begin 2010 in Mainz zal worden gehouden. Uitgangspunt voor die workshop is dat mobiele data een vlucht zullen nemen en dat een (groot) deel daarvan over eigen dedicated voorzieningen zal gaan. Er is daarom een reële behoefte van de Europese OOV-organisaties aan (geharmoniseerde) frequenties. De workshop moet antwoord geven op: hoeveel is er nodig, wanneer is het nodig, kan er worden ‘geshared’ en als belangrijkste: in welke frequentie band(en) moet de oplossing worden gevonden?
Het onderzoek maakt deel uit van het Icisproject (Interactive Collaborative Information Systems) van het D-CIS-Lab en wordt financieel ondersteund door het ministerie van EZ (BSIK03024). Dank gaat uit naar John Sevenstern van de Inspectie OOV voor het beschikbaar stellen van het scenario en naar Freddy Weerdmeester van de Politieacademie voor het faciliteren van het experiment. Een uitgebreid technisch rapport van het experiment is verkrijgbaar bij Marc de Lignie en Hans Borgonjen.
Door Marc de Lignie en Hans Borgonjen Marc de Lignie is onderzoeker bij de R&Iafdeling van de vtsPN en specialist op gebied van kennissystemen en analysetools. Hans Borgonjen is kennismanager bij de vtsPN, voorzitter Public Safety Radiocommunication Group (PSRG) en vicevoorzitter Tetra Association Board.
a d v e r t e n t i e
Actie: Batterijen voor Portofoons Tot 60% voordeel Kijk snel op kpn.com/portofoons of bel (010) 457 27 27 en profiteer van interessante kwantumkortingen.
Actie geldig t/m 10 december 2009
20
Verbinding oktober 2009
management
Hulpverleners willen een eenduidig geïntegreerd beeld
Figo: de spin in het web van netwerken Radiocommunicatie zit in een stroomversnelling. Er is een flink aantal nieuwe technieken en netwerken beschikbaar gekomen, elk met een eigen toepassingsgebied. Ook voor de OOV-sector worden ze naast en door elkaar ingezet. Hulpverleners raken verstrikt in dit web van netwerken. Het slim combineren van netwerken biedt echter verbluffende nieuwe mogelijkheden. Internationaal wordt in diverse projecten gewerkt aan één geïntegreerde architectuur voor missiekritische radiocommunicatie. De spin in dit web is het in Nederland ontwikkelde Figo, dat nu al inzetbaar is om de communicatieuitdagingen van de OOV het hoofd te bieden. Maar in welke richting beweegt deze oplossing zich?
Bij elk netwerk is sprake van een ‘trade off’ tussen bandbreedte en afstandsoverbrugging.
Mobiele radiocommunicatie is lange tijd het domein geweest van professionals. Al decennia lang zijn publieke hulpverleners uitgerust met portofoons. Intussen is er heel veel gebeurd. In 2002 waren er wereldwijd al meer mobiele aansluitingen dan vaste aansluitingen. Inmiddels beschikken zelfs meer mensen over een mobiele telefoon dan over schoon drinkwater. Ook het gebruik van mobiel internet neemt een enorme vlucht. De verwachting is dat het browsen op internet in 2011 vaker met een smartphone zal worden gedaan dan met een laptop. De ontwikkelingen zitten in een stroomversnelling. De chiptechnologie legt de basis voor baanbrekende innovaties. De
Verbinding oktober 2009
kosten namen en nemen exponentieel af. Netwerken volgen elkaar in een razend tempo op en mobiele radiocommunicatie is gemeengoed geworden. Alhoewel de netwerken zich snel ontwikkelen, is er bij elk netwerk sprake van een ‘trade off’ tussen afstandsoverbrugging en bandbreedte. Hierdoor dient elk netwerk zijn eigen toepassingsgebied. In de OOV-sector zien we dan ook dat gebruik wordt gemaakt van verschillende radiocommunicatiesystemen. Tetra (C2000) is uiteraard standaard. Ook gsm wordt veel gebruikt voor spraak voor bijvoorbeeld een-op-eengesprekken. Voor kleine tekst- en statusberichten wordt Mobitex (Ram) gebruikt naast Tetra. Intussen zijn breedbandiger applicaties in opkomst. Hiervoor wordt veelal gprs of umts gebruikt. Met de komst van de umts-uitbreiding hspa is bandbreedte steeds minder een probleem, waardoor meer applicaties zinvol worden toegepast. Kortom, er zijn veel applicaties, die vaak elk met hun eigen radiosysteem worden uitgerust. Voor elke nieuwe toepassing wordt een complete oplossing bedacht, en naast de bestaande oplossingen geplaatst. Dit is vanuit meerdere optieken gezien niet optimaal.
21
Figo is in staat zelf lokale netwerken op te bouwen die de capaciteit en de toegankelijkheid van verbindingen uitbreiden. Hulpverleners hebben behoefte aan een eenduidig geïntegreerd beeld, het liefst in een oogopslag. Losse oplossingen beperken dit. Daarnaast is het onhandig veel verschillende systemen en applicaties te hebben. Elk systeem legt beslag op de schaarse voeding en ruimte in voertuigen. Installatie- en onderhoudskosten zijn hoog, want elk systeem behoeft installatie en onderhoud en alle op een andere wijze. Hulpverleners raken verstrikt in een wirwar van netwerken.
Internationaal langetermijnonderzoek Kijkend over landsgrenzen heen zien we een aantal interessante ontwikkelingen. Al sinds het jaar 2000 werkt een Europees-Amerikaans samenwerkingsverband aan toekomstige oplossingen voor radiocommunicatie voor de
publieke veiligheid. Onder de naam Project Mesa werken ruim 120 bedrijven en gebruikersorganisaties uit 21 landen wereldwijd samen aan een nieuwe architectuur. Bij het definiëren van deze architectuur is uitgegaan van scenario’s van dagelijks gebruik tot grootschalige incidenten. De vraagstelling van de eindgebruikers is divers, wat sterk samenhangt met de diversiteit van situaties waarin het uiterste van de hulpverleners wordt gevraagd. Het is ondenkbaar dat een enkelvoudige netwerkoplossing onder alle omstandigheden zal voldoen. De oplossing van Project Mesa is verrassend: deze wordt niet gezocht in de ontwikkeling van nieuwe netwerken met nog betere prestaties, maar in een combinatie van diverse netwerken, een ‘systeem van systemen’. Project Mesa is een systeemarchitectuur die
22
Verbinding oktober 2009
losse systemen aan elkaar verbindt. Volgens de uitgewerkte principes kunnen permanente en tijdelijke netwerken worden gerealiseerd. Het systeemconcept biedt ontwikkelaars de ruimte de oplossing aan te passen aan specifieke eisen, terwijl het nog steeds past in het totale systeem. De oplossing van dit project beperkt zich tot de systeemarchitectuur. De detailoplossingen worden overgelaten aan andere professionals. Parallel hieraan heeft het Europese onderzoeksprogramma sinds 2000 verschillende projecten in gang gezet om de technische oplossing voor missiekritische communicatie verder uit te werken. Zo focussen de huidige Celtic-projecten, Heterogeneous Networks for Public Safety (HNPS) en Federated Testbed for Public Safety Communication (FT-PSC), op de integratie van verschillende netwerken. In het HNPS-project wordt sinds juli 2008 gewerkt aan een hybride netwerkconcept. Dit is gebaseerd op de integratie van verschillende netwerken, waarbij ad hoc inzetbare systemen een cruciaal element vormen. Het project integreert bestaande technieken waaronder Tetra en TetraPol met nieuwe opties, inclusief Wifi en gsm/gprs en umts. Het netwerkconcept zorgt voor een snelle integratie van beschikbare communicatiemiddelen in het geval van een crisis; de optimalisatie van beschikbare middelen en integratie van geavanceerde diensten, zoals foto, video en sensorinformatie, naast de meer basale diensten van spraak en gis. Het concept biedt de basis voor succesvol netcentrisch werken. Door betere data-communicatie met en in het veld ontstaat een gecoördineerd beeld van het incident wat de ‘situational awareness’ vergroot, met als gevolg een beter effect van de hulpverlening.
E\kZ\eki`jZ_n\ib\e 9\k\i\[XkX$Zfddle`ZXk`\ d\k\e`e_\km\c[
9\k\i\ 9\jc`jj`e^\e
=c\o`Y`c`k\`k# _f^\ik\dgf
:fekifc\#Y\k\i`eq`Z_k
9\k\i 9\^i`g
>\[\\c[#^\qXd\ec`ab
9\k\i\@e]fidXk`\ L`kn`jj\c`e^ 9\k\i E\kn\ib
>\[\\c[#XZZliXXk\ek`a[`^# i\c\mXek\eY\jZ_`bYXXi
IfYlljk#m\`c`^#l`k^\Yi\`[\i Door betere datacommunicatie met en in het veld ontstaat een gecoördineerd beeld van het incident.
diverse technieken, zoals gprs, umts/hspa, Wlan, Wimax en Tetra. In deze testomgeving kunnen leveranciers samen met gebruikersorganisaties tests uitvoeren. Naast experimenteel onderzoek besteedt het project ook aandacht aan juridische en operationele aspecten. FT-PSC helpt voorkomen dat hulpverleners verstrikt raken in het web van netwerken.
Korte-termijnmogelijkheden De internationale projecten geven de richting van de ontwikkeling aan, namelijk hybride netwerken. Deze netwerken bouwen uit bestaande technieken een systeem dat flexibeler, robuuster en breedbandiger is dan elk van de individuele systemen op zich. Hierdoor kunnen hulpverleners altijd gebruikmaken van de meest optimale verbinding
Hybride netwerken bouwen uit bestaande technieken een systeem dat flexibeler, robuuster en breedbandiger is dan elk van de individuele systemen op zich. Verschillende Europese landen bouwen in het FT-PSC-project aan een testomgeving voor de interoperabiliteit van netwerken. Deze koppelt activiteiten van andere projecten en samenwerkingsverbanden, zoals het HNPS, maar ook Chorist, u2010, PSCE, en Tetra MoU. Het beoogde testbed is een hybride communicatiesysteem met gelijktijdig gebruik van
9\k\i\ 8Zk`\
9\k\i <]]\Zk
die beschikbaar is. De gebruiker hoeft geen keuze te maken uit de vele mogelijkheden; de oplossing is een cognitieve die in staat is het communicatieverkeer van hulpverleners over de juiste routes te leiden en daarmee de hulpverlener te bevrijden uit zijn spinnenweb. Hybride en cognitie zijn kernbegrippen voor de nieuwe generatie radiocommunicatie. Na
de analoge autotelefoon was gsm ‘always on’ en 3G ‘always connected’, de continue mobiele toegang tot internet. De beperking zit dan nog in de bandbreedte en beschikbaarheid. De volgende generatie is ‘always best connected’. Voor de toegang maak je telkens gebruik van de beste radiotechniek waarover je beschikt. Buitenshuis is dat vaak umts, maar binnenshuis is het bijvoorbeeld Wifi. Hierdoor is er meer bandbreedte en een betere beschikbaarheid, zonder dat dit gepaard gaat met veel extra investeringen. De technische ontwikkelingen op dit vlak zijn in volle gang, en het wordt op beperkte schaal al toegepast. Dit ‘always best connected’-concept is bij uitstek geschikt om radiocommunicatie voor OOV op een hoger plan te krijgen.
Figo Deze manier van bouwen aan een nieuwe generatie radiocommunicatie voor de openbare orde en veiligheid is ook in Nederland opgepikt. Gedurende de afgelopen jaren heeft het onderzoek naar hybride netwerkoplossingen voor radiocommunicatie plaatsgehad in verschillende nationale onderzoeksprojecten, waarin bedrijven en onderzoeksinstellingen hebben samengewerkt met meerdere veiligheidsregio’s. Het resultaat van dit onderzoek is een modulair concept dat nu al beschikbaar is onder de naam Figo. Figo is de oplossing die gecombineerd gebruik van verschillende netwerken mogelijk maakt, voor een optimale kwaliteit aan verbindingen. Zonder verdere instructies zorgt Figo voor de optimale routes voor het communicatieverkeer. Voor de verbinding tussen het veld, de plaats incident en de meldkamer of ROT maakt Figo gebruik van verscheidene radio’s. Wanneer meerdere Figo-nodes bij elkaar in de buurt zijn, vormen deze een lokaal radio-
Verbinding oktober 2009
netwerk dat de oplossing op twee manieren versterkt. Allereerst biedt het lokale netwerk de mogelijkheid lokaal verkeer lokaal te houden. Klassiek wordt lokaal verkeer vaak via een centraal netwerk afgehandeld. Dit belast zo’n netwerk twee keer, namelijk van en naar de lokale gebruikers. Het lokale netwerk ontlast het netwerk dus zelfs twee keer. De publieke discussie van de laatste tijd laat zien dat radiocommunicatie in openbare orde en veiligheid een capaciteitsprobleem met zich meebrengt. Naarmate breedbandiger applicaties een grotere rol gaan spelen in de handhaving van de publieke veiligheid worden slimme oplossingen, zoals deze, essentieel om de capaciteitsvraag te beperken en de beschikbare capaciteit efficiënt te gebruiken. Het lokale netwerk kan ook zonder tussenkomst van het centrale systeem functioneren. Het voordeel daarvan is dat bij het volledig ontbreken van de verbinding met meldkamer of ROT de lokale communicatie ten minste in stand wordt gehouden.
Ten tweede biedt het lokale netwerk ook extra dekking. Elk netwerk heeft zijn witte vlekken en er zijn talloze situaties denkbaar waarin er grote lokale verschillen in radiodekking zijn. Hierbij valt te denken aan tunnels en ondergrondse parkeergarages. Het lokale netwerk is een doorgeefluik voor de berichten van de anderen. Wanneer de ene gebruiker
23
Bossen Naast bebouwde omgevingen is deze optie zeer interessant voor natuurbrandbestrijding. Een goede beeldvorming is erg lastig, maar van groot belang in deze situaties. In natuuromgevingen is radiocommunicatie echter vaak moeizaam. Omdat deze gebieden dunbevolkt zijn, is een goede dekking
Het ‘always best connected’concept is bij uitstek geschikt om radiocommunicatie voor OOV op een hoger plan te krijgen. geen dekking heeft, maar zijn buurman heeft die wel, kan de informatiestroom doorgang vinden via deze buurman, of zelfs via de buurman van de buurman.
a d v e r t e n t i e
We connect! Electronics & Telematics biedt u de beste producten die perfect op elkaar zijn afgestemd. Maar ook kennis en innovatie van de beste toeleveranciers, zodat u zeker weet dat onze oplossingen perfect werken. Niet voor niets is ons motto ‘We connect!’. We connect de beste elektronica connectoren, kabels en kabelassemblies. Maar bovenal de behoefte van onze klanten aan een passende oplossing.
>> En dat verschil merkt u! Bel snel 0031 (0)70 4141655 voor onze catalogus!
Koopmansstraat 7, 2288 BC RIJSWIJK, tel. 0031 (0)70 4141655, fax. 0031 (0)70 3193208, e-mail
[email protected], www.etconnect.biz
economisch minder interessant; eekhoorntjes bellen nou eenmaal niet zo vaak. En bossen zijn slecht doordringbaar voor radiosignalen. Het lokale netwerk biedt hier een uitkomst, omdat de dekking met de hulpverleners meekomt. Naast de rijke schakering aan mogelijke radioverbindingen biedt Figo ook de mogelijkheid bedrade verbindingen in het veld te gebruiken. In sommige situaties kunnen hulpverleners in het veld beschikken over adsl, bijvoorbeeld wanneer er gebouwen in de buurt zijn. Wanneer nu een Figonode aan deze bedrade verbinding wordt gekoppeld, kunnen alle lokale nodes ook gebruikmaken van deze adsl-verbinding via het lokale netwerk. Dit maakt de totaal oplossing nog robuuster. Figo is ontwikkeld en uitgetest in samenwerking met leverancier en gebruikers. De oplossing biedt gebruikers altijd de best beschikbare verbinding en extra betrouwbaarheid, doordat Figo in staat is zelf lokale netwerken op te bouwen die de capaciteit en de toegankelijkheid van verbindingen uitbreiden. De cognitiviteit van het systeem zorgt ervoor dat hulpverleners niet naar de verbindingen om hoeven te kijken, maar toch de beste verbinding krijgen die op dat moment beschikbaar is. Het concept is een ware optie voor de toekomst: door het modulaire concept kunnen straks ook de nieuwe generaties netwerken in het systeem worden geïntegreerd. Verstrikt raken in een web van netwerken is niet langer nodig. Door Frank Brouwer Frank Brouwer is managing director van Twente Institute for Wireless and Mobile Communications (WMC)
24
Verbinding oktober 2009
technologie
Rara, waar ben ik?
Locatie mobiel nog steeds moeizaam vast te stellen Iedereen weet inmiddels wel dat met het bellen van een alarmnummer de hulpverleners direct in de startblokken staan. Na de alarmmelding kunnen hulpverleners snel en adequaat in actie komen. Hoe beter zij weten waar ze moeten zijn, des te sneller kan er hulp worden verleend. Helaas blijkt het vaststellen van de locatie voor hulpverleners moeizamer dan gedacht.
Op basis van het celnummer kan de Google maps-applicatie in een fractie van een seconde vaststellen waar een gebruiker zich bevindt. De software doet dit met informatie die in het toestel beschikbaar is en met een eigen database.
Locatiegebaseerde diensten (LBS) komen inmiddels goed op gang. Steeds meer commerciële applicaties maken gebruik van de locatie waar een gebruiker met mobiele telefoon zich bevindt. Koeriersdiensten kunnen de locatie van hun koeriers in kaart brengen, vrienden kunnen elkaar via sociale netwerken opzoeken zodra ze weten waar iemand is, gestolen telefoons kunnen worden teruggevonden en uiteraard kunnen alarmcentrales snel en adequaat hulp aanbieden. Het is slechts een bloemlezing uit de vele toepassingen die beschikbaar zijn voor locatiegebonden diensten. Ook de overheid speelt een belangrijke rol bij het beschikbaar komen van deze services. In de Verenigde Staten zijn ze al redelijk lang met deze techniek bezig. De E911-mandate schept verplichtingen voor de mobiele service-
providers. Zodra alarm wordt geslagen, komt een proces in werking waarbij met een opgeven tijdsverloop zo nauwkeurig mogelijk moet worden vastgesteld waar een gebruiker zich ophoudt. Er is precies aangegeven hoe in de loop van enkele minuten de locatie steeds nauwkeuriger moet worden gedefinieerd. Beginnende met een ruwe schatting op basis van basale netwerkinformatie en eindigend met een nauwkeurige locatiebepaling op enkele meters.
Celindentiteit Er zijn verschillende technische oplossingen bedacht om de locatie van de toestellen vast te stellen. Hierbij moeten we onderscheid maken tussen systemen op basis van netwerktechnologie en systemen op basis van een gps-interface in de telefoon. De elementairste oplossing is het vaststellen van de
radiotoren waarmee een telefoon communiceert. Als het nummer van de toren is gevonden, kan via een kaart worden bepaald waar de toren staat. Binnen een straal rond die toren moet de gebruiker zich bevinden. Iedere operator heeft gedetailleerde informatie beschikbaar om deze vertaling tussen torennummer en de locatie te maken. Een groot probleem is echter dat de cel rond een toren erg groot kan zijn. In dun bevolkte gebieden waar vooral behoefte is aan netwerkdekking en niet aan netwerkcapaciteit, zoals op de Hoge Veluwe of in dun bevolkte gebieden in het noorden van Nederland, is de straal van een cel erg groot. Maximaal kan deze 35 km bedragen. Daarentegen is een cel in hartje Amsterdam juist erg klein. Daar is zoveel mobiel verkeer dat op elke hoek van de straat wel een zendmast staat
Verbinding oktober 2009
25
De meest nauwkeurige manier om de locatie vast te stellen is het gebruik van gps.
Nadat de locatie op celniveau is vastgesteld kan de gps-chip aan het werk. Binnen een minuut heeft hij de locatie op enkele meters nauwkeurig vastgesteld. Software op de telefoon kan deze vervolgens gebruiken.
operatorservice de identificatie van de cel waarin een toestel zich bevindt opvragen. Een aparte verbinding tussen het mobiele netwerk en de alarmcentrale zorgt ervoor dat de operator de informatie direct uit het netwerk aan de alarmcentrale kan leveren. In Nederland wordt deze informatie gebruikt om snel te lokaliseren welke alarmcentrale (regio) het incident moet behandelen. opgesteld. Gebruikers van een telefoon waarop Google maps 3.0 of later is geïnstalleerd, kunnen dat zien. Zodra de applicatie is opgestart, kan ‘mijn locatie’ worden opgevraagd. Snel verschijnt een blauwe cirkel die de ruimte markeert waarin de gebruiker zich ergens moet bevinden. Op het platteland is de straal groot, in de stad juist klein. Google heeft eigenhandig een database ontwikkeld die het in zijn applicatie gebruikt om de locatie vast te stellen. Deze database wordt steeds nauwkeuriger nu er meer en meer telefoons gebruik van maken. Operators op hun beurt zijn sinds kort verplicht de informatie over de celidentiteit aan de overheid te verstrekken. Dat vergt extra infrastructuur, want bij een telefoongesprek wordt deze informatie niet uitgewisseld. De alarmcentrale kan via een
Het kan beter Omdat operators de zendmasten vaak gebruiken om meerdere cellen te realiseren, gewoonlijk drie, is er meer informatie over de locatie te geven. De telefoon zit dus niet in een ronde wolk rond de toren met in een sector
van ongeveer 120 graden. Dankzij deze taartpunt is de ruimte waarin de gebruiker zich bevindt al een stuk verder beperkt. De mogelijkheden zijn nog niet uitgeput. Gsm-signalen moeten qua tijd goed gesynchroniseerd worden tussen de zendmast en de telefoon. Hiervoor zijn protocollen bedacht, omdat het transport door de lucht tijd kost. Hiermee is ook de maximale celomvang bepaald. De maximale vertraging die in het signaal gecompenseerd kan worden, is voldoende om een afstand van 35 km te overbruggen. Er zijn mogelijkheden om dat nog te verdubbelen, maar die worden maar sporadisch gebruikt, bijvoorbeeld aan de kust om dekking rond de kust op zee te faciliteren. De zogenoemde timing advance geeft daarom informatie over de afstand van de telefoon tot de zendtoren. Hoe dichterbij, des te kleiner de vertraging, hoe verder weg des te groter. De combinatie van timing advance en de sector beperkt de plaats waar een telefoon zich bevindt tot een heel klein stukje van de grote cirkel die in eerste instantie vastgesteld was. Bovendien is deze informatie ook te gebruiken om te controleren of
Apple gebruikt locatie-informatie om verloren telefoons terug te vinden. Een iPhone-gebruiker kan met één druk op de knop zijn ingeschakelde iPhone waar ook ter wereld binnen enkele seconden lokaliseren.
een telefoon daadwerkelijk met de cel verbonden is.
Enhanced GCI E-GCI (Enhanced global cell id) is een alternatieve locatiebepalingsmethode. Tijdens de communicatie met de zendtoren berekent een umts-handset (WCDMA) continu welke zendvermogens nodig zijn om de
Google lattitude plaatst sociale gemeenschappen op de kaart. Mobiele telefoons geven continu locatiefinformatie aan de Google servers door, die deze vervolgens op de kaarten visualiseren.
26
Verbinding oktober 2009
verbinding in stand te houden. (Timing advance wordt in deze netwerken niet gebruikt, dus het zendvermogen is de meest voor de hand liggende maatstaf om afstanden te berekenen.) Naarmate het vermogen hoger wordt, is de afstand groter en wordt het zinvol te kijken of er een toren is die met een lager zendniveau te bereiken is. In het toestel is daarom snel bekend welk zendvermogen nodig is om met de gebruikte toren te communiceren en de nabij gelegen toren. Deze informatie wordt tussen handset en netwerk uitgewisseld. Deze zendvermogens en een nauwkeurig model van het mobiele netwerk maken het mogelijk zeer nauwkeurig locaties vast te stellen. De zendvermogens naar de verschillende andere torens maken ook duidelijk onder welke hoek de telefoon zich bevindt ten opzichte van de
Nauwkeurigheid op basis van CGI Dun bevolkt gebied range: 1 - 35 km typical: 15 km extreem: 100 km microcellen
Kleine steden range: 1 - 10 km typical: 5 km
Grote steden range: 0,5 - 5 km typical: 2 km
Indoor enkele meters typical: 10 - 50 m
50 - 500 m
Enhanced CGI Dun bevolkt gebied 250 m - 35 km
Kleine steden 250 m - 2,5 km
Grote steden 50 - 550 m
Indoor n.v.t
De nauwkeurigheid is hoger dan met cell Id en timing advance mogelijk is.
gebruikte toren. Als deze informatie goed is te analyseren, dan resulteert dit in een nauwkeurige vaststelling van de locatie. Toch zijn ook nu netwerkfactoren, zoals de dichtheid van de cellen en de nauwkeurigheid van de netwerkmodellen, bepalend voor het eindresultaat.
E-OTD Dankzij E-OTD (Enhanced observed timing difference) kan een extra verfijning van de locatie worden bereikt met behulp van triangulatie. Bij deze techniek wordt gebruikgemaakt van het feit dat een telefoon in de praktijk met meer dan één zendtoren
a d v e r t e n t i e
THR9 TETRA radio: see your mission in new ways Enjoy exceptional mission clarity with the new EADS THR9 handheld radio. Its large, sharp display gives at-a-glance situational awareness, while its robust design and construction support the rigours of any mission. Meanwhile, the high-capacity battery will keep even the heaviest users powered up throughout their shift. And like all radios in the extensive EADS range, the THR9 is extremely reliable and easy to use in even the most demanding operations. For the Security of all. www.eads.com/pmr
communiceert. Een telefoon zoekt steeds de zender met de beste ontvangstkwaliteit en een beschikbare capaciteit. Vandaar dat hij continu met verschillende torens moet communiceren. Als meerdere torens synchroon met de terminal communiceren en de looptijdverschillen van de signalen
Verbinding oktober 2009
27
De combinatie van timing advance en de sector beperkt de plaats waar een telefoon zich bevindt tot een heel klein stukje van de grote cirkel. vast zijn te stellen, is ook nu de locatie te berekenen. Als van de verschillende torens bekend is wat de timing advance is, kan met een complexe berekening de locatie zeer nauwkeurig worden vastgesteld.
A-GPS De meest nauwkeurige manier om de locatie vast te stellen is het gebruik van gps. Veel smartphones zijn inmiddels van een gpschip voorzien en programma’s die op de toestellen draaien, kunnen via een API toegang krijgen tot de locatie-informatie. In tegenstelling tot de netwerkdiensten is de locatie nu alleen op de terminal
bekend. Om een alarmcentrale te informeren waar een toestel zich bevindt, zou een uniforme applicatie in het toestel moeten worden ingebouwd om de locatie-informatie terug te melden. Toestellen voor speciale toepassingen zijn hiervan voorzien, generiek is de functie niet aanwezig. Voor netwerkgebaseerde locatieafhankelijke diensten is de gps dus niet te gebruiken. A-GPS geeft aan dat de gps-chips worden ondersteund met extra informatie die vanuit het netwerk wordt geleverd. Deze extra informatie maakt het mogelijk dat een gps-chip vanuit een koude start in zeer korte tijd zijn locatie kan vaststellen.
Zonder de netwerkondersteuning kan dat proces enkele minuten (maximaal 15) in beslag nemen. Alle moderne smartphones ondersteunen A-GPS en serviceproviders hebben servers die deze toestellen kunnen ondersteunen. Een voorwaarde is wel dat de telefoon is aangesloten op de packet switched (internet) diensten van de operator. Zonder activering van internet werkt A-GPS niet. Locatie-afhankelijke diensten, zoals Google latitude, passen deze informatie toe om die via een internetdienst te gebruiken. Daarmee zijn deze diensten bevoordeeld boven overheidsdiensten, zoals alarmcentrales.
a d v e r t e n t i e
De combinatie van locatieinformatie, gps, geavanceerde navigatietechniek, bijvoorbeeld Wayfinder of Nokia maps, en sociale netwerken, zoals Facebook, vormt een van de grootste uitdagingen van de komende jaren voor de mobiele industrie. Nooit eerder gaf de technologie zoveel kansen voor geheel nieuwe toepassingen van mobiele communicatie. Daarmee blijft het wrang dat voor entertainment en ontspanning locatie-informatie zeer gedetailleerd beschikbaar is, terwijl deze functie niet is te gebruiken als mensen in levensnood verkeren. Door Hans Steeman
Verbinding oktober 2009
nieuws
28
Meer levens redden op de Europese wegen
ECall stap dichterbij door steun GSM Association De Europese mobiele telefoonindustrie heeft zich via de GSM Association aangesloten bij het eCall-project voor noodoproepen vanuit voertuigen. Martin Whitehead, directeur van de brancheorganisatie, ondertekende begin september de EU-intentieverklaring om eCall in heel Europa in te voeren.
Verbinding oktober 2009
Wanneer een voertuig een ernstig ongeval krijgt, vormt eCall automatisch het uniforme Europese alarmnummer 112, en wordt informatie over de locatie van het voertuig naar de dichtstbijzijnde hulpdienst verstuurd. Dit gebeurt ook als de passagiers niet weten of niet kunnen meedelen waar zij zich bevinden. Het systeem zou op jaarbasis zo’n 2.500 levens kunnen redden. De invoering van eCall vergt nauwe samenwerking tussen overheden, autoconstructeurs en mobiele telefoonexploitanten. “Vorige maand deed de Europese Commissie een oproep tot de Europese regeringen en de telecommunicatie- en auto-industrie om zich meer in te spannen om eCall in te voeren. Ik wil de mobiele telefoonindustrie complimenteren, omdat zij zo snel heeft gereageerd”, vertelde EU-commissaris Viviane Reding na de steunverklaring van de GSM Association. De GSM Association bestrijkt 219 landen en omvat bijna 800 van de mobiele telefoonexploitanten en meer dan 200 bedrijven, waaronder software-, internet-, media- en amusementorganisaties, en fabrikanten van handsets en leveranciers van apparatuur.
Kritiek De EU-commissaris voor telecommunicatie had nog wel kritiek op de EU-lidstaten die de eCall-intentieverklaring nog niet hebben ondertekend: Denemark, Frankrijk, Ierland, Letland, Malta en het Verenigd Koninkrijk. “Zij moeten nu hun voet van de rem halen en vaart zetten achter de invoering van een systeem dat levens kan redden. Anders zal de Commissie volgend jaar met wetsvoorstellen moeten komen.” Om eCall volledig te kunnen invoeren, moeten de Europese auto- en telecommunicatiebranche en de nationale overheden in alle EU-landen ervoor zorgen dat hun hulpdiensten, en met name de callcentres, zodanig zijn uitgerust dat ze met eCall kunnen omgaan. Hoewel de techniek voorhanden is en industrie en hulpdiensten gemeenschappelijke pan-Europese normen zijn overeengekomen, zijn Denemark, Frankrijk, Ierland, Letland, Malta en het Verenigd Koninkrijk nog niet bereid mee te doen, waarbij vooral het kostenplaatje een rol speelt.
Stappenplan In augustus heeft de Commissie de EU-landen en de Europese auto- en telecommunicatieindustrie gevraagd zich meer inspanningen te getroosten voor de invoering van eCall in Europa. De Commissie beschreef welke stappen moeten worden genomen om meer vaart te zetten achter de invoering van eCall in alle nieuwe voertuigen (van alle merken en landen van oorsprong) in Europa. De techniek
zou open toegankelijk moeten zijn voor iedereen en gebruik moeten maken van het uniforme Europese alarmnummer 112 dat nu overal in de EU beschikbaar is.
29
samenwerking binnen de industrie via het eSafety-initiatief. Verkeersongevallen kosten de EU-economie per jaar meer dan 160 miljard euro. Door
“Voet van de rem halen en vaart zetten achter de invoering van een systeem dat levens kan redden.” De afgelopen twee jaar heeft de EU ongeveer 160 miljoen euro verstrekt voor onderzoek naar ict op verkeersgebied. De Commissie heeft daarbij eCall-projecten gefinancierd die ervoor moeten zorgen dat de techniek ook over de grenzen heen functioneert (E-Merge en GST-Rescue) en heeft verder haar steun verleend aan inspanningen ten behoeve van eCall door
alle 230 miljoen voertuigen in de EU uit te rusten met eCall zou per jaar 26 miljard euro kunnen worden bespaard. Met het eCall-systeem zal het tevens makkelijker worden iets aan verkeersopstoppingen te doen en satellietnavigatie in voertuigen te installeren. Door Hans Vandam
30
Verbinding oktober 2009
management
Upgrade tegen minimale investering
EADS: Teds geschikt voor breedbanddatacommunicatie Breedbanddatacommunicatie over Tetra-verbindingen kan het opereren van hulpverleningsdiensten versnellen én preciezer en efficiënter maken. In het rapport ‘Enabling high speed data communication with Tetra’ raadt EADS aan hiervoor Teds te gebruiken. Huidige communicatienetwerken zijn in staat efficiënt en veilig spraakcommunicatie voor een groep, telefonie, versturen van berichten en datacommunicatie te verzorgen. Dit gaat echter met een relatief lage snelheid. Door deze snelheid te verhogen is het mogelijk berichten met multimedia te versturen, op het internet te surfen en foto’s van hoge resolutie of videobestanden te verzenden.
Nieuwe mogelijkheden Deze functionaliteiten brengen nieuwe mogelijkheden voor hulpverleningsdiensten, zoals surveillance op afstand en real-timegezichtsherkenning. Ook het snel kunnen controleren van identiteitsgegevens, het verbeteren van voertuigcontroles en het versturen van digitale kaarten of informatie over aanwezige gevaarlijke stoffen behoren tot de opties. Daarnaast kunnen met een hogere datasnelheid grote hoeveelheden terminals gelijktijdig worden geupgrade. De OOV-sector stelt hoge eisen aan een communicatienetwerk. Zo is het van belang dat het netwerk altijd beschikbaar is, ook op locaties waar het ‘normale’ gsm-netwerk dit niet is. Daarnaast moet het netwerk ook overeind blijven op momenten dat het gsm-netwerk is uitgevallen, bijvoorbeeld tijdens een grote ramp. Dit is te voorkomen door vooraf goed te plannen en rampenscenario’s op te stellen. Door hierbij ook in te gaan op het verwachte
Verbinding oktober 2009
gebruik van het communicatienetwerk, kan overbelasting worden voorkomen.
Snel toegang Een andere belangrijke eis is volgens EADS het snel toegang kunnen krijgen tot zowel spraak- als datacommunicatie. Zeker tijdens een incident is er geen tijd om te wachten op het opzetten van een verbinding. Een nieuw breedbandcommunicatiesysteem op basis van Tetra moet kunnen communiceren met het normale netwerk. Het opzetten van een communicatienetwerk dat bereik heeft over een groot gebied en dat daarnaast een hoge datasnelheid kan leveren, is een grote investering. EADS raadt daarom aan voor de meest kosteneffectieve oplossing te gaan. EADS wijst de volgende technische alternatieven aan om breedbandcommunicatie op te zetten: single slot packet data (SPSD) over Tetra, multi-slot packet data (MSPD) over Tetra, Tetra enhanced data services (Teds), gsm gprs/Edge, cdma en 3G. SPSD over Tetra levert een bruto datasnelheid van 7 kb/s op, wat netto ongeveer 2,4 kb/s is. Hiermee zijn diensten als Wap en e-mail met tekstinhoud mogelijk. Zowel het versturen van plaatjes als vingerafdrukken zijn mogelijk, door gebruik te maken van compressietechnieken. Bij het versturen van multimedia-informatie kan de verzendtijd echter lang worden.
Multi-slot packet data MSPD over Tetra heeft een bruto datasnelheid van ongeveer 28 kb/s, wat netto uitkomt op 9,6 kb/s. Hiermee is deze methode beter geschikt voor het versturen van plaatjes, e-mail of video met een lage snelheid, dan de SPDS over Tetra. Het bereik van de netwerken is vergelijkbaar. De capaciteit van het netwerk kan in de praktijk verschillen door de hoeveelheid gebruikers van data en spraakcommunicatie. De quality of service daalt aanzienlijk wanneer het netwerk wordt gedeeld voor zowel spraakals datacommunicatie. Daarom is het verstandig in het ontwerp in elk geval een reserve radiotransceiver en carrier in elke cel mee te nemen. De hoeveelheid benodigde carriers stijgt hierdoor echter wel met 25 – 50 %, waardoor de kosten van de implementatie en instandhouding van het netwerk met 30 % toeneemt. Tevens verhoogt het gebruik van een dergelijk netwerk het stroomverbruik van de radioterminal.
Teds Tetra enhanced data services is inmiddels door de Etsi, het Europees Telecommunicatie en Standaardisatie Instituut, bijna gestandaardiseerd. Met de techniek zijn datasnelheden van 50 – 300 kb/s mogelijk, ruim tien keer zo snel als MSPD. De dekking van de techniek is echter
niet te vergelijken met de dekking van Tetra. Dit wordt opgevangen door daarnaast gebruik te maken van langzamere technieken. Hierdoor is Teds overal beschikbaar, en heeft het alsnog een hogere datasnelheid dan MPSD. Ook blijft de capaciteit van het netwerk, zelfs bij gebruik door meerdere gebruikers, maximaal. Gprs levert ongeveer 60 kb/s datasnelheid. De techniek is momenteel beschikbaar op gsmnetwerken en op gprs-voorbereide terminals, waardoor de mogelijkheden vergelijkbaar
31
dezelfde mogelijkheden als gprs. Het bereik van het netwerk is echter alleen in dichtbevolkte gebieden goed. Het systeem werkt samen met (E)gprs, waardoor het hierop kan overschakelen op het moment dat er te weinig 3G-bereik is. EADS trekt hieruit de conclusie dat Teds de meest interessante oplossing is voor breedbandcommunicatie. Het netwerk levert een tienmaal hogere snelheid dan MSPD. Daarnaast zijn de Teds-carriers volledig toegewijd aan breedbanddatacommunicatie, waardoor
Teds is backwards-compatibel met de huidige Tetra-standaard, wat wil zeggen dat alle diensten die Tetra mogelijk maakt ook door Teds worden geleverd. zijn met Teds. Het bereik van het netwerk is gelijk aan dat van het gsm-netwerk voor spraakcommunicatie. Met (E)gprs (enhanced gprs) is het ook mogelijk het bereik van gprs te verdubbelen. Een dynamische verbinding tussen deze twee technieken wordt inmiddels gebruikt, maar de behaalde snelheid is afhankelijk van de capaciteiten van de radioterminal en de belasting op het radionetwerk.
Overbelasting Het grootste nadeel van gprs is het feit dat tijdens grote incidenten of rampen overbelasting kan ontstaan op het netwerk. Het is ook niet mogelijk in dergelijke situaties het netwerk gegarandeerd beschikbaar te stellen voor bepaalde gebruikers. Het bereik van het netwerk is in afgelegen gebieden niet altijd voldoende. Cdma biedt ongeveer dezelfde mogelijkheden als gsm. De techniek is gestandaardiseerd voor de 450 MHz-frequenties. De kosten verbonden met het realiseren van een gsm- of cdma-bereik dat vergelijkbaar is met Tetra, zijn relatief hoog, doordat de techniek vooral wordt geïmplementeerd in producten voor massaal gebruik door consumenten. Een oplossing voor een community met minder gebruikers is hierdoor minder kosteneffectief. Het systeem vereist tevens een minimaal spectrum van enkele MHz, terwijl Tetra slechts een paar honderd kHz nodig heeft.
de capaciteit niet wordt gedeeld met Tetra spraak- en langzamere communicatie. Voor een vergelijkbaar resultaat met MSPD zijn 25 – 50 % meer transceivers en carriers nodig.
Backwards-compatibel Ook Teds is backwards-compatibel met de huidige Tetra-standaard, wat wil zeggen dat alle diensten die Tetra mogelijk maakt ook door Teds worden geleverd. Het doel van Teds is dan ook het upgraden van het huidige Tetranetwerk tegen minimale investering, door gebruik te maken van dezelfde locaties en waar mogelijk dezelfde basisstations. Daarnaast levert Teds breedbanddatacommunicatie met een efficiënter gebruik van het spectrum dan Tetra single- of multi-slot packet data. Dit betekent dat er meer datacapaciteit beschikbaar is per Tetra-verzender/ontvanger in een Tetra-basisstation. EADS zegt ervan overtuigd te zijn dat breedbanddatacommunicatie meer waarde zal leveren aan Tetra-gebruikers, en daarnaast essentieel zal worden in de OOV-sector. Het beste compromis tussen spectrumbeschikbaarheid en de snelheid van Teds is het gebruik van 50 kHz-kanalen naast de 25 kHzkanalen. Daarnaast raadt EADS aan Teds in dezelfde frequentieband te plaatsen als Tetra-spraakcommunicatie. Hierdoor is het mogelijk kosteneffectief een gecombineerde radioterminal te implementeren voor zowel spraak- als breedbanddatacommunicatie.
3G 3G levert hogere datasnelheden dan Teds en gprs, met maximaal 2 Mbit/s. 3G biedt
Door Wouter Hoeffnagel
32
Verbinding oktober 2009
nieuws
Politieregio vervangt 1.200 portofoons
Gelderland-Zuid stapt over op Sepura De politieregio Gelderland-Zuid gaat in totaal 1.200 Motorola MTP700-portofoons vervangen door de STP8000 van Sepura. Abiom uit Wijchen zorgt voor de levering en technische ondersteuning van de nieuwe portofoons en de bijbehorende accessoires.
De keuze voor Sepura komt niet geheel als een verrassing. De politieregio GelderlandZuid had in de auto’s al goede ervaring opgedaan met de mobilofoons van Sepura. “Die worden niet vervangen, want voldoen nog prima”, zegt directeur Bas de Grood van Abiom. “De ervaring met deze mobilofoons is dat het aantal reparaties nihil is.” De robuustheid was volgens De Grood voor Gelderland-Zuid reden ook voor de portofoons voor Sepura te kiezen. “Daarnaast spelen zaken als prestaties, TCO (total cost of ownership), eenvoudig beheer en support mee.” Ook kwam Sepura goed uit diverse tests die Gelderland-Zuid heeft uitgevoerd. “Zelfs in gevallen waar men voorheen geen dekking had, treden deze problemen niet op met de Sepura STP8000 portofoons.”
Ook beschikt de STP8000 standaard over een ‘repeaterfunctie’. Een portofoon die is ingeschakeld als repeater verlengt het signaal, maar kan ook nog gewoon worden gebruikt als portofoon. Gebruikers in de omgeving zien op hun scherm dat ze verbonden zijn via een repeater. De waterdichte STP8000 die nu door de politieregio Gelderland-Zuid in gebruik wordt genomen, is sinds vorig jaar op de markt. De productreeks van Sepura werd recent uitgebreid met de STP8100 die een verder vereenvoudigde gebruikersinterface biedt. De STP8100 is geschikt voor gebruikers die regelmatig het volume moeten aanpassen, statusberichten versturen en regelmatig hun talk-group wijzigen, aldus de fabrikant. Sepura denkt dan aan gebruikers binnen de
De waterdichte STP8000 van Sepura.
Meer interesse De eerste levering van Sepura-portofoons aan Gelderland-Zuid heeft op het moment van schrijven plaats. In fases zullen vervolgens alle 1.200 portofoons worden vervangen. Abiom zegt in gesprek te zijn met nog enkele andere politieregio’s om een vergelijkbare
Het signaal van de STP8000 reikt zo’n 25 tot 35 % verder dan het signaal van laagvermogen portofoons. RF-vermogen De betere dekking is onder meer te danken aan de mogelijkheid die Sepura heeft ingebouwd om het RF-vermogen tot 1,8 W volledig aanpasbaar te maken in TMO en in DMO. Hierdoor reikt het signaal van de STP8000 zo’n 25 tot 35 % verder dan het signaal van laagvermogenportofoons, zo is de belofte.
brandweer, transportsector en industriële omgevingen en aan hulpverleners. De STP8100 is leverbaar met een ‘man down’-sensor die onlogische bewegingen van de gebruiker detecteert en een alarm verstuurt. Deze jongste telg is helaas nog niet goedgekeurd voor gebruik op het C2000-netwerk omdat momenteel geen CTK-keuringen mogelijk zijn.
overstap te maken. “Maar het is nu nog te vroeg om namen te noemen”, zegt De Grood. “Als meer regio’s het voorbeeld van Gelderland-Zuid volgen, zou dat een behoorlijke verschuiving op de markt met zich meebrengen.” Door Ferry Waterkamp
Verbinding oktober 2009
33
productnieuws
Huawei levert 56 Mbps hspa+-oplossing in 2010 Huawei, leverancier van telecomoplossingen, introduceert in 2010 een 56 Mbps high speed packet access plus oplossing (hspa+). Hiermee moeten telecomoperators een verdubbeling van de huidige downloadsnelheden kunnen realiseren. De oplossing, bestaand uit een multi-carrier en multiple-input-multiple-output-technieken, werd op de P&T/Wireless & Networks Comm China 2009 in Peking gedemonstreerd. Gebruikers van Huawei’s vierde generatie en 38xx-serie basisstations kunnen met behulp van software-upgrades opwaarderen naar een 56 Mbps hspa+-netwerk. Zo kan de operator een innovatief netwerk implementeren terwijl aanzienlijk op de kosten wordt bespaard. Meer informatie: www.huawei.com
Honeywell wijzigt Dolphin 9900-serie Honeywell heeft twee verbeteringen aangebracht in de Dolphin 9900-serie. Windows Mobile 6.1 is beschikbaar gesteld voor alle modellen in de productlijn. Daarnaast introduceert het bedrijf de Dolphin 9951, een mobiele computer met ondersteuning om barcodes op afstand te scannen. Windows 6.1 verhoogt de performance van de Dolphin 9900-serie. Daarnaast zijn de netwerkbeveiligingsfuncties verbeterd. De Dolphin 9951 beschikt over dezelfde functies als de Dolphin 9950. De nieuwe mobiele computer is uitgerust met drie lange-afstandslaseropties: High Performance, Long Range en Advanced Long Range, waarmee van 1,5 tot 9 m kan worden ingescand. Meer informatie: www.honeywell.com
Handheld Benelux introduceert
robuuste pda
Handheld Benelux heeft de robuuste Nautiz X7 pda op de markt gebracht. De handheld heeft de IP67-normering gekregen en heeft succesvol alle MIL STD 810G-testen doorstaan, waaronder een valtest van 1,2 m. De handheld is voorzien van een 806 MHz-processor. Daarnaast heeft de pda Microsoft Windows Mobile 6.1 als besturingssysteem en is geschikt voor 3G-communicatie. Het apparaat is ook voorzien van een 3- megapixelcamera met autofocus en flitser, Wlan, Bluetooth, gps, digitaal kompas, hoogtemeter en G-sensor. De handheld weegt 490 gr en wordt standaard geleverd met 128 MB Ram en 4 GB ingebouwd flashgeheugen. Meer informatie: www.handheldbenelux.com
34
Verbinding oktober 2009
Distributeur voor de Benelux van ICOM radiocommunicatie AMCOM Luzernestraat 24 Postbus 215 2150 AE Nieuw Vennep
T F E I
+31 (0) 252-629370 +31 (0) 252-629371
[email protected] www.amcom.nl
VER
HUUR
-VERKOOP-ONDERHOUD ING (Ex)PORTOFOONS & TRUNK
Hessing Telecommunicatie bv T Kruyderlaan 2a F E Postbus 585 3430 AN Nieuwegein I
(030) 6043424 (030) 6035588
[email protected] www.hessing.com
Hutronic Telecommunicatie bv T Johan van Oldenbarneveltlaan 44 F E 3705 HH Zeist I
(030) 6999100 (030) 2213330
[email protected] www.hutronic.nl
Koning & Hartman
(015) 2609906 (015) 2619194
[email protected] www.koningenhartman.com
www.flash-services.com
Constructie-, kantel-, schuif-, en getuide pyloon-masten.
Antennebouw Bijzen Beerzerweg 1 F 7692 PB Mariënberg
T 0523 - 250 444 F 0523 - 250 237 M 06-27 55 33 55 E
[email protected] I www.antennebouwbijzen.nl
Gannexion bv
T F E I
Transistorstraat 71A Postbus 60187 1320 AE Almere
(036) 5498814 (036) 5498815
[email protected] www.gannexion.com
www.awbroadcast.com
Battrex BV Schieweg 15b Postbus 131 2600 AC Delft
leverancier voor uw inbouwaccesoires
T F E I
(015) 2616059 (015) 2622597
[email protected] www.battrex.nl
www.jabra.nl www.mijnparrot.nl wwww.mijngolla.nl wwww.mijnigo.nl
IN-CAR LAAD EN MONTAGE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
www.ceotronics.com
CeoTronics AG Communication Headset & Systems Tel. +49 60 74 87 51-0 Mobile +31 6 53 56 92 41 E-Mail
[email protected]
T F E I
Postbus 5080 2600 GB Delft
KPN BMS Postbus 16118 2500 BC Den Haag
MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
T F E I
(010) 457 27 27 (084) 222 01 36
[email protected] www.kpn.com/portofoons
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
Microlinks
DTM-Products BV Postbus 2148 6020 AC Budel
T F E I
(0495) 492335 (0495) 493710
[email protected] www.dtm.nl
GPS, C2000 EN GSM ANTENNE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
ADVERTEERDERS INDEX Abiom EADS Electronics Telematic IP Works KPN Motocom Portofoonwinkel.nl Rhode & Schwarz Vidicode
6 26 23 37 19 17 35 40 2
Wireless systems Ceintuurbaan 28 1271 BJ Huizen Tel: +31 (0)35 5250153 Fax:+31 (0)35 7851639 . Licentiestraalzenders . Licentievrij 2.4/ 5.4 GHz . Hotspot . turn-key of alleen hardware . onderhoud & service (SLA)
/FUXFSL4IPQ#7 7FME[JHU 18%F.FFSO
www.microlinks.nl
[email protected]
%F1PSUPGPPOTQFDJBMJTU
#&- &NBJMJOGP!QPSUPGPPOXJOLFMOM Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Antennes
Netwerkaanleg
Software
Batterijen
Netwerken
System integrator
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Verbinding oktober 2009
35
Intermec introduceert nieuwe serie robuuste mobiele printers
Intermec brengt vijf nieuwe robuuste mobiele printers, de PB21, PB22, PB31, PB32, PB50 en PB51, op de markt. De mobiele bonnenprinters zijn voorzien van dubbel zoveel geheugen en kunnen drie keer zo snel printen
als concurrerende oplossingen, aldus de leverancier. De printers zijn volgens Intermec dan ook geschikt voor tijdkritische applicaties. De printers kunnen worden ingezet voor verschillende taken waaronder mobiele
China Mobile en Nokia Siemens demonstreren TD-lte femtocell China Mobile Communications Corporation en Nokia Siemens Networks demonstreren de eerste TD-lte femtocell ter wereld. In de demonstratie was te zien hoe ook indoor een goed bereik kan worden behaald voor toekomstige mobiele breedbandverbindingen. Nokia Siemens Networks wil met de demonstratie de toekomstige implementatie van TD-lte bevorderen. De demonstratie had plaats in China Mobile’s Research Institute Laboratory. In de demonstratie lieten onderzoekers van Nokia Siemens Networks live een streaming video-downlinkapplicatie zien die gebruikmaakte van een compacte, experimentele femtocell-prototype. Tijdens de demonstratie werden snelheden
behaald die hoger zijn dat de gemiddelde xdsl-snelheid die via residentiële breedbandverbindingen wordt behaald. Uit de gewoontes van gebruikers blijkt volgens China Mobile dat het grootste deel van de mobiele breedbandcapaciteit in woningen en kantoorgebouwen wordt gebruikt, terwijl dit locaties zijn waar het bereik vaak slecht is. Door gebruik te maken van femtocell-basisstations kan dit bereik worden verbeterd.
point-of-sale, diensten, field service, mail, direct store delivery, routeberekening en productie- en magazijnoperaties. Meer informatie: www.intermec.nl
a d v e r t e n t i e
4UFSLJODPNNVOJDBUJF
Meer informatie: www.nokiasiemensnetworks.com
#FM &NBJMJOGP!QPSUPGPPOXJOLFMOM
36
Verbinding oktober 2009
Anritsu brengt nieuwe generatie testapparatuur op de markt Anritsu heeft een nieuwe generatie draagbare testapparatuur geïntroduceerd. Het gaat hierbij om kabel-, antenne- en spectrumanalyzers en een basisstationanalyzer. In totaal brengt het bedrijf zeven nieuwe producten op de markt. De S331E, S332E, S361E en S362E zijn – voor het installeren, testen, onderhouden en troubleshooten van zowel kabel- als antennesystemen voor draadloze basisstations. Het apparaat heeft een dekking van 100 kHz tot 6 GHz. Daarnaast brengt het bedrijf de MS2712E en MS2713E spectrum-analyzers op de markt, waarmee bijvoorbeeld de kwaliteit van een signaal kan worden beoordeeld. Ook kan het apparaat moeilijk te detecteren, storende signalen lokaliseren. Tot slot heeft het bedrijf de MT8212E geïntroduceerd, een draagbare, multifunctionele analyzer voor basisstations. Het apparaat bevat alle tools die nodig zijn voor het opzetten, onderhouden en troubleshooten van een draadloos basisstation. De MT8212E bevat onder andere mogelijkheden om signalen te analyseren voor zowel 2G- en 3G-netwerken als Wimax vaste en mobiele netwerken. Meer informatie: www.anritsu.com
Raca Batteries Nederland B.V. Satellietbaan 10A 2181 MH HILLEGOM Postbus 75 2180 AB HILLEGOM Tel: +31 (0)252-227070 Fax: +31 (0)252-533922 Internet: www.racabatteries.nl
Wilt u hier ook Selecsys
T (0529) 488888 Mobiele Communicatie Nederland B.V. F (0529) 488889 Rollecate 65-11 E
[email protected] I www.selecsys.nl 7711 GG Nieuwleusen
uw bedrijfsgegevens plaatsen? Voor tarieven en reserveringen
MISSION C RITIC AL IT SYSTE MS
Rohde & Schwarz Nederland B.V. T Postbus 1315 F E 3430 BH Nieuwegein I
kunt u contact opnemen met:
C O M P U T E R W EG 5 P OSTBUS 8 3 07
(030) 6001720 (030) 6001799
[email protected] www.rohde-schwarz.com
Luciënne Paap
35 03R H U TRECHT T : 0 3 4 6 – 5 8 17 3 0 F : 0 3 4 6 – 5 8 174 0
tel 023-5 71 47 45
INFO @ TRIOPSYS. NL
e-mail
[email protected]
W W W. T R I O P S Y S . N L
Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Antennes
Netwerkaanleg
Software
Batterijen
Netwerken
System integrator
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Importeur van o.a.
Safety-Lux Nederland BV Nijverheidswerf 37 1402 BV Bussum
T F E I
(035) 6914476 (035) 6915474
[email protected] www.safety-lux.nl
Voorhout Data Connection Productieweg 7 3481 MH Harmelen
T F E I
(0348) 443557 (0348) 444951
[email protected] www.vdcinfo.nl
Verbinding oktober 2009
37
Edimax introduceert 3G-router met 11n en printserver Edimax Technology introduceert de 3G-6200n; een draadloze nLite 3G-router met 11n-ondersteuning en geïntegreerde printserver. Deze nieuwe aanvulling op het nLite-productportfolio biedt gebruikers de flexibiliteit om eenvoudig een 3G/3.5G óf xdsl/kabelverbinding te delen. De 3G-6200n is voorzien van een ingebouwde wan-poort om een kabel of xdsl-modem aan te sluiten en een usb 2.0-poort om een 3G-modemkaart of printer aan te sluiten. Aangesloten op een 3G-modemkaart, biedt de 3G-6200n een overdrachtssnelheid tot maximaal 7,2 Mbps. Dankzij de ondersteuning voor de nieuwste draadloze 802.11n-standaard ondersteunt de router ook snelheden tot 150 Mbps als deze is aangesloten op een xdsl- of kabelmodem. De 3G-6200n is daarnaast voorzien van een printserverfunctie waarmee gebruikers eenvoudig een printer kunnen delen binnen het netwerk. De printserver kan worden aangesloten op de usb-poort van de router en ondersteunt zowel LPR- als IPP-afdrukmethoden zodat gebruikers de afdrukmethode kunnen kiezen die het beste aansluit op hun specifieke netwerkomgeving. Meer informatie: www.edimax.eu
a d v e r t e n t i e
Alles weten over IP-technologie? Kijk op www.ipworks.biz
Motorola introduceert handheld pc voor OOV Motorola introduceert de MC9500 handheld computer. Het nieuwe apparaatje is volgens de leverancier specifiek ontwikkeld voor veeleisende mobiele gebruikers in de transport en logistiek, openbare orde en veiligheid, bij pakketdiensten en bij postorderbedrijven en voor andere buitendienstfunctionarissen. De MC9500 biedt naast alle faciliteiten van de bestaande MC9000 ook 3.5G draadloos wan voor mobiele communicatie via gsm, hsdpa of cmda-evdo. Gebruikers kunnen dus kiezen welk netwerk het beste voldoet. Deze faciliteiten staan bekend als Motorola MAX FlexWAN, een onderdeel van Motorola’s mobility architecture eXtensions (MAX). Dankzij FlexWAN kunnen met één pc-model de wensen van alle gebruikers worden ingevuld, in welke omgeving of regio ze ook werken. De MC9500 kan daarbij eenvoudig van keyboard-overlays worden voorzien voor de meest uiteenlopende toepassingen. De MC9500 is ook voorzien van de zogenoemde interactive sensor technology (IST), een nieuwe ontwikkeling van Motorola. IST biedt veel toepassingsmogelijkheden, zoals het vaststellen of er ruw met het apparaat wordt omgesprongen. Bovendien kan de weergave op het beeldscherm worden aangepast aan de stand van het apparaat en kan bijvoorbeeld de stand-by modus worden ingeschakeld zodra het apparaat met het beeldscherm naar beneden wordt neergelegd. De MC9500 is de eerste mobiele computer die is gebaseerd op Motorola’s mobility platform architecture 2.0. De pc is uitgerust met de Marvell XScale PXA320@806 MHz-processor en heeft Microsoft Mobile 6.1 als besturingssysteem. Het systeem beschikt ook over professionele gps-faciliteiten voor locatieafhankelijke toepassingen. Voor het opnemen en vastleggen van gegevens biedt de MC9500 de keuze uit een 1D-barcodescanner of een 2D-imager. Dankzij de 3-megapixel digitale camera met autofocus kunnen hogeresolutie foto-opnames worden gemaakt, bijvoorbeeld van ondertekende documenten of van pakketten om de conditie daarvan bij aflevering vast te leggen. Meer informatie: www.motorola.com
38
Verbinding | oktober 2009
column
Colofon
C2000 onder vuur Het communicatienetwerk van de hulpdiensten C2000 ligt onder vuur. Gebruikers, politici, bestuurders, mediamensen, en iedereen die zich er maar mee wenst te bemoeien, bemoeit zich ermee. Die bemoeizucht is deels begrijpelijk, omdat C2000 een beetje van iedereen is. Net als het Nederlands elftal. Eigenlijk is C2000 ook net als een verzekering. Die heb je nodig op momenten van nood, ze zijn vervelend en duur en iedereen heeft er een mening over. De ophef over C2000 is ook vreemd, omdat alle meningen zijn gebaseerd op weinig concrete analyses. De recente incidenten voeden de onderbuik van het volk en onze leiders en zijn ‘bewijzen’ dat C2000 niet deugt. Waar zij dit nare onderbuikgevoel op baseren, is onduidelijk. Waarschijnlijk is het vooral de ‘bad press’ die C2000 al jaren parten speelt. Incidenten bevestigen voorgaande incidenten en die zijn weer het bewijs dat het systeem nooit heeft gedeugd. Zo komt een merk, product of dienst in een nare vicieuze cirkel terecht. Vanuit die context verbaast het me dat de beheerders en eigenaren van C2000 niet in staat zijn een beetje goede pr te creëren. Het vereist investeren, maar het kan. Naast de matige beeldvorming is er de afgelopen maanden ook steeds meer inhoudelijke kritiek op C2000. Het is opvallend dat zowat alle besluitvormers die – vooral naar eigen zeggen – recht van spreken hebben, nu al weten wat de uitkomsten van de diverse onderzoeken zullen zijn. Ik voel aankomen: ‘C2000 deugt en de gebruikers en de processen maken te veel fouten’. Los van het feit dat deze houding wel erg makkelijk is, kun je er grote vraagtekens bijzetten. In de eerste plaats is het systeem er voor de gebruikers en niet andersom. Dus als gebruikers een systeem op een ‘onjuiste’ manier gebruiken, is er in de basis iets verkeerd met het systeem en/of met degenen die het systeem beheren en de opleidingen of trainingen verzorgen. Elk commercieel bedrijf die merkt dat klanten een product onjuist gebruiken, zou het product du moment veranderen. Een ander punt in de houding van degenen die C2000 verdedigen, heeft betrekking op congestie. De stelling ‘het systeem werkt prima, er is alleen sprake van congestie’ is eveneens fundamenteel onjuist. Als het systeem de congestie niet aankan, werkt het dus niet prima. In dat geval is het netwerk gedimensioneerd op een te beperkt aantal gebruikers en heeft het dus weinig zin ermee te werken. Zeker een noodnetwerk dat juist moet werken onder piekbelasting. Het zou dus kunnen zijn dat C2000 is gebouwd om een onrealistisch laag aantal gebruikers te accommoderen. Ik stel met nadruk ‘zou kunnen’, want ik hoor de overheid als initiatiefnemer, deels eigenaar en nu criticaster van C2000 hierover niet spreken, waarmee mijn kritiek zich voor de duidelijkheid niet richt op de branche of de bouwers van het netwerk, maar op de opdrachtgever. Natuurlijk kost het opwaarderen van het systeem om voldoende gebruikers te bedienen behoorlijk wat tijd en geld en is dit marketingtechnisch misschien moeilijk uit te leggen. Maar het kan wel. Ter vergelijking, als een commercieel mobiel netwerk van KPN, Vodafone of T-Mobile elke keer plat zou gaan op het moment dat er een piekbelasting is, zouden klanten massaal opzeggen. De operators bewijzen dit doordat we nu tijdens Nieuwjaar gewoon mobiel kunnen bellen. Gebruikers van C2000 hebben deze luxepositie niet of nauwelijks. Ze kunnen wel knutselen met eigen oudere systemen, maar dan krijgen ze de wind van voren dat ze niet constructief meedenken aan oplossingen. Het hele verhaal rond C2000 toont ten slotte dat marktwerking in de telecomindustrie wel degelijk goed is geweest. Een organisatie opzetten en beheren zonder businessmodel blijkt lastig op het moment dat de overheid niet bereid is voldoende te investeren. De telecomsector waar wel marktwerking heerst, laat al ruim een decennium zien dat majeure, technische operaties wel degelijk kunnen. De afgelopen tien jaar hebben fantastische staaltjes innovatie en grootschalige projecten gebracht, terwijl een hele reeks omvangrijke infrastructurele projecten onder leiding van de overheid vrijwel zonder uitzondering de weg kwijt is geraakt. Al was het maar in de publieke opinie. René Frederick
Verbinding is een vakblad over mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector. Jaargang 30, oktober 2009, nr 8 Verbinding verschijnt tienmaal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementsbasis en middels controlled circulation. Uitgever Robbert Hoeffnagel Hoofdredactie Ferry Waterkamp Eindredacteur M. Rubel Redactie Postadres Postbus 82, 2460 AB Ter Aar Telefoon: 079-3416632 Administratie:
[email protected] Abonnementen:
[email protected] Redactie:
[email protected] Website: www.verbindingonline.nl Advertentie-exploitatie Bureau van Vliet B.V. Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon: 023-5714745
[email protected] In dit nummer bijdragen van Hans Borgonjen, Frank Brouwer, René Frederick, Wil Haasdijk, Wouter Hoeffnagel, Marc de Lignie Hans Steeman, Hans Vandam, Ferry Waterkamp Druk Drukkerij JB&A van Driel, Rotterdam Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 51,95 inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening 1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement Verbinding’. Een jaarabonnement loopt gelijk met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en automatisch gecontinueerd indien niet voor één november van het lopende jaar schriftelijk is opgezegd. Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. Fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit Verbinding, vakblad voor professionele telecommunicatie’. Met de vermelding van het jaar en het nummer. ISSN-nummer 1386-4300 VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.
BQ^NUZPUZS[[W[ZXUZQ
7UVWb[[^MXXQM^`UWQXQZaU`BQ^NUZPUZSQZTQ`XMM`_`QZUQac_[\
ccc$bQ^NUZPUZS$ZX
Multitasking & Road-ready De nieuwe R&S® FSH4 / FSH8 Handheld Signal Analyzer is de optimale keuze voor dagelijks gebruik “op de weg“ en “in het veld“. J J J J J
Flexibiliteit – Spectrum Analyzer, 2-poort Vector Netwerk Analyzer, RF Powermeter, DTF-meter, VSWR-meter met Bias-T Precisie – frequentiebereik 9 kHz tot 3,6 GHz of 8 GHz, gevoeligheid <–141 dBm (1 Hz), nauwkeurigheid <1 dB Mobiliteit – slecht 3 kg.; tot 4,5 uur gebruik met verwisselbaar Li-ion batterij en SD geheugen kaart voor dataopslag Betrouwbaar – stootvast en spatwaterdicht ontwerp met helder beeldscherm voor buitengebruik Connectiviteit – LAN en USB; krachtige PC software voor besturing, eenvoudige configuratie en doeltreffende rapportage
Bel of mail ons voor meer informatie: Tel: 030-6001721 E-mail:
[email protected]
www.rohde-schwarz.com/ad/FSH4
Kijk en bestel op