buster keaton lacht nooit
Ander werk van Arnon Grunberg: Blauwe maandagen Roman 1994 Figuranten Roman 1997 De troost van de slapstick Essays 1998 De heilige Antonio Novelle 1998 Het veertiende kippetje Scenario 1998 Liefde is business Gedichten 1999 Fantoompijn Roman 2000 De Mensheid zij geprezen Lof der Zotheid 2001 Amuse-gueule Vroege verhalen 2001 De asielzoeker Roman 2003 Grunberg rond de wereld Verhalen 2004 Het aapje dat geluk pakt Novelle 2004 De joodse messias Roman 2004
De techniek van het lijden Essays 2005 Grunbergbijbel Het beste uit de Bijbel 2005 Tirza Roman 2006 Omdat ik u begeer Brieven 2007 Onze oom Roman 2008 Kamermeisjes en soldaten Journalistieke reportages 2009 Het verraad van de tekst Albert Verwey-lezing 2009 Huid en Haar Roman 2010 Brieven aan Esther Brieven 2011 De Mensendokter Raadgevingen 2011 Voetnoot Columns 2012 De man zonder ziekte Roman 2012 De receptioniste Verhaal 2012
Buster Keaton lacht nooit Arnon Grunberg over film
Nijgh & Van Ditmar Amsterdam 2013
De in dit boek opgenomen essays verschenen eerder in NRC Handelsblad en Vrij Nederland, behalve ‘Geen moraal zonder geweld. Over Straw Dogs’, dat speciaal voor deze bundel werd geschreven.
www.arnongrunberg.com www.nijghenvanditmar.nl Copyright © Arnon Grunberg 2013 Omslag Studio Ron van Roon Omslagbeeld iStock Foto auteur Keke Keukelaar Typografie Adriaan de Jonge nur 320 / isbn 978 90 388 9623 6
Inhoud
Dirty Harry’s van dertien Larry Clark en de liefdeloosheid 9 Zelfs wraak komt te laat Waarom Once Upon a Time in America onvergetelijk is 18 Elke oorlog hee een lied nodig Wag the Dog: niemand zit op de werkelijkheid te wachten 26 Moord moet de moordenaar verrassen Patricia Highsmiths fictie verfilmd 33 Een wrede hand One Hour Photo: waan of niet-waan? 42 Je neemt Rimini gewoon mee Il mio viaggio in Italia van Martin Scorsese 51 Onze wereld is Hollywood Echt is onecht in S1m0ne en e Truman Show 58 Slachter worden, slachter zijn Martin Scorseses Gangs of New York 65 Dankzij de roem een wrak Billy Wilders minst milde film 74
5
Wie niet lijdt doet iets fout Over e Passion of the Christ 83 Amerika moet luisteren De troost van praktische oplossingen 94 De duivel is onze minnaar Billy Wilders e Apartment 105 Waarom wij Joden haten Wie komt er het dichtst bij Hitler? 114 De kritische vragen van Martin Scorsese Amerika en de vlucht uit de werkelijkheid 125 Een vuist in bloed Mike Nichols ontmythologiseert de liefde 133 Het wonder van de stilstand Het existentialisme van Le conseguenze dell’amore 143 Catalogus van andermans tekortkomingen Paul Haggis’ film Crash is één groot spel met raciale clichés 153 Ze komen altijd, óók voor jou De verfilming van Annie Proulxs verhaal ‘Brokeback Mountain’ 162 De waarheid van het orgasme Bernardo Bertolucci over politiek en perversie 171 Charmante bourgeoisie Whit Stillman en het klassenbewustzijn 182
6
De puingrens In World Trade Center zoekt Oliver Stone opnieuw naar optimisme in de diepste afgrond 191 Vrijheid van roomijs Laeid en heldenmoed op Iwo Jima 198 uis is waar ze voor je willen doden De liefde die een misdaad wordt 203 Zolang het kwaad is, is het goed De verslaving aan oorlog lijkt onoverwinnelijk 210 Gebroken, denk ik De werkelijkheidshonger van David Lynch 218 Geen moraal zonder geweld Over Straw Dogs 226
Verantwoording 237 Register van personen en films 243
7
Dirty Harry’s van dertien Larry Clark en de liefdeloosheid
Aan de kassa van het filmhuis waar Kids draaide hing een briefje waarop stond: ‘Attentie! Iedereen die de film Kids voortijdig verlaat omdat hij het schokkend vindt, krijgt zijn geld niet terug’. Schokkend. Dat kon wat worden. Tenslotte waren we hier in een filmhuis in New York en niet in een dorpje in Idaho. Wat hadden we niet allemaal al gehad aan schokkends, zonder dat er briees aan de kassa hingen. We hebben kunnen zien hoe iemand zijn oor wordt afgesneden en ook nog verder wordt gemolesteerd in Reservoir Dogs. We hebben kannibalisme gehad in e Cook, the ief, His Wife and Her Lover. We hebben vrij nauwkeurig kunnen zien hoe iemand een jongetje verkrachtte en vervolgens vermoordde in 1900. En we hebben anale seks gehad in Last Tango in Paris. Iedereen die de film hee gezien zal zich nog de boterscène herinneren. Hoe Marlon Brando zegt: ‘Go get the butter.’ Dat is niet bijna poëzie, dat is poëzie. Daarna is de anale seks vrij geruisloos weer uit de film verdwenen, maar dat is een bijzaak en zal wel iets met Hollywoods kuisheid te maken hebben. En nu dus Kids. Ik vreesde het ergste. Zouden we mensen te zien krijgen die met hun vuisten neuken? Dat viel mee. Als je Kids vergelijkt met de hiervoor genoemde films moet je concluderen dat Kids eigenlijk tamelijk onschuldig is. Het schokkende berust op een truc die ik de kindertruc zou willen noemen. Die truc werkt als volgt: je laat kinderen van twaalf, dertien
9
dingen doen waarvan we tot voor kort dachten dat ze waren voorbehouden aan volwassenen. Je laat ze er bijvoorbeeld flink op los neuken, je laat ze hiv krijgen, je laat ze een jongen molesteren met behulp van een skateboard, je voert een dertienjarige jongen op wiens grootste hobby het is om meisjes van twaalf te ontmaagden. Dat er talloze volwassen mannen rondlopen die niets liever zouden willen dan elke dag een meisje ontmaagden, is genoegzaam bekend. Als je een jongetje van dertien zoiets laat doen lijkt het een noviteit. Kids is geschreven door Harmony Korine, die toen deze film uitkwam in 1995 twintig jaar was. Kids was zijn debuut. Uit interviews in 1995 kreeg je de indruk dat Korine een ontwikkelde en beschaafde jongeman is. Het is merkwaardig dat de ruigste boeken en films geschreven lijken te worden door mannen en vrouwen die vermoedelijk nog nooit een junk dichter dan twintig meter zijn genaderd. Begrijp me goed, het is geen voorwaarde. Ik vraag me alleen af of die behoee niet ook voortkomt uit een zeker exotisme. De regisseur van Kids is Larry Clark. Een man van in de vijig. Ook voor hem was deze film zijn debuut, al genoot Clark enige bekendheid als fotograaf. Zijn foto’s van tieners zijn niet onomstreden.1 De kunstredactie van NRC Handelsblad had mij verzocht Larry Clark te interviewen. In haar recensie in e New York Times had Janet Maslin geschreven dat Kids ook volwassenen zou verontrusten. Reden genoeg voor een interview. Na twintig faxen met zijn persagent, zijn secretaris en zijn assistent lukte het me om een afspraak met Larry Clark te maken. Om vier uur zat ik zoals afgesproken in het Franklin Station 1 In een artikel uit 2010 vroeg e Guardian zich over de fotograaf Clark af of hij een griezelige voyeur is of een briljante kunstenaar die de grenzen van het acceptabele opzoekt.
10
Café in Tribeca, Manhattan. Om vijf uur zat ik er nog steeds. Toen belde ik Larry Clark maar eens op. Voor de verandering kreeg ik hem direct aan de lijn. ‘Ik had een uur geleden een afspraak met u,’ zei ik. ‘O ja,’ zei hij, ‘helemaal vergeten. Ik sta net onder de douche. Is het goed als ik er over een uur aan kom?’ ‘Dat is goed,’ zei ik. In plaats van Clark verscheen zijn assistent, Alex. Een jongeman, ongeveer in de leeijd van de kinderen uit Kids, maar wel iets mooier. ‘Larry kan niet komen,’ zei hij, ‘het spijt me ontzettend, kun je morgenochtend bellen? Dan maken we een nieuwe afspraak.’ ‘Ik kan morgenochtend bellen,’ zei ik, ‘maar het stuk moet vanavond af.’ De vragen die ik aan Clark had willen stellen, zal ik proberen zelf te beantwoorden. Wat Kids lijkt te willen zeggen is dit: kinderen zijn geen kinderen meer. Twaalf- en dertienjarigen werden tot voor kort nog geassocieerd met onschuld. Dat is een foute associatie. Deze boodschap wordt erin geramd. Elke scène lijkt erop gericht te zijn om te voorkomen dat het publiek voor een van de karakters enige sympathie voelt. Het publiek wordt het dus niet gemakkelijk gemaakt, maar dat mag. Alle eigenschappen waaraan een commerciële film moet voldoen, een echte Hollywoodfilm zal ik maar zeggen, ontbeert Kids. Er is geen held met wie je je kunt identificeren, er is geen (duidelijke) plot, geen happy end, en in het verhaal zit geen spanningsboog, als er al sprake is van een verhaal. Kids is dus een artistieke film, een arthousefilm. Is het dapper om in Amerika een artistieke (d.w.z. niet-commerciële) film te maken? Waarschijnlijk wel, waarschijnlijk is dat overal dapper. Dat moet beloond worden, vinden ook de meeste critici. Maar dergelijke dapperheid is niet genoeg.
11
De acteurs in Kids zijn verbazingwekkend goed. Bijna allemaal niet-professionele acteurs, al zou je dat niet zeggen. Toch willen de kinderen in deze film maar geen kinderen zijn. Wat dan wel? Kinderen die volwassenen spelen? Ja, iets dergelijks. Zonder te generaliseren denk ik dat je kunt zeggen dat de meeste dertienjarigen onzekerder en angstiger zullen zijn dan cowboys van in de veertig. Kids daarentegen vertelt ons dat er dertienjarigen rondlopen die net zo zeker zijn als Clint Eastwood. Ik heb moeite dit te geloven. Jawel, zeggen mensen, maar dat komt omdat je ouderwets bent en de werkelijkheid uit het oog bent verloren. Ga naar de Bronx, ga naar de suburbs, daar wemelt het van de dertienjarigen die rondlopen als waren zij Dirty Harry zelve. Zelfs als het om de Bronx gaat heb ik moeite dit te geloven. Een moord op je dertiende is iets anders dan een moord op je veertigste. En vergeet niet dat ook in Amerika dertienjarige moordenaars een minderheid vormen. Als ik deze bezwaren nu eens opzij zet en ik zeg: Kids is absoluut realistisch. Maar dan nog. Er is een grens aan de gruwelijkheid of liefdeloosheid die je kunt tonen in films of boeken, wil die gruwelijkheid of liefdeloosheid althans nog effectief zijn. Zit er dan geen interessant camerawerk in Kids, fraaie beelden, opzienbarende belichting? O zeker. Maar ik ga ervan uit dat behalve een verdwaalde student van de filmacademie niemand naar de film gaat voor interessant camerawerk of fraaie belichting. Integendeel, ik geloof dat camerawerk dat opvalt (d.w.z. hinderlijk aanwezig is) slecht camerawerk is. Het is een tijd geleden dat ik mij actief onder dertienjarigen heb begeven. Merkwaardig genoeg voel ik mij nog steeds verwant met die leeijdsgroep, maar op een andere manier dan de schrijver en regisseur van de film Kids. Misschien lees ik daarom de rubriek Achterwerk, die wekelijks achter op de vpro Gids wordt afgedrukt. Tot nader order geloof ik dat deze brieven echt zijn.
12
Tussen ondergetekende en Jezus Christus zit minder verschil dan tussen de kinderen die brieven naar Achterwerk schrijven en de kinderen uit Kids. Ik heb hier geen afdoende verklaring voor. Ik heb er wel een verklaring voor hoe het komt dat de gemiddelde brief uit Achterwerk dramatischer en interessanter is dan Kids. Kids toont liefdeloosheid en onverschilligheid, maar de makers lijken zelf onverschillig te hebben gestaan tegenover hun eigen schepping. In een interview zegt scenarioschrijver Harmony Korine over de personages uit Kids: ‘Ze hebben allemaal hun eigen morele agenda.’ Ik moest er even over nadenken wat hij bedoelde met morele agenda, maar nu weet ik het. Het ontbreken van een morele agenda is ook een morele agenda. Voor de film e Graduate zochten ze indertijd voor de hoofdrol een verleidelijke, mooie, sportieve jongeman. Het type Robert Redford. Die was niet te krijgen en toen besloten ze naar het omgekeerde te gaan zoeken. Zo kwamen ze uit bij Dustin Hoffman. Niet bijzonder mooi, naar sommige maatstaven misschien klein en lelijk, en bovendien nog Joods. Dit werkte wonderwel. Iets soortgelijks had Kids kunnen redden. Je had het scenario intact kunnen laten, maar je had de film niet Kids moeten noemen, maar Adults. (Dat is ook nog een aardige verwijzing naar de pornofilm die in Amerika wordt aangeduid met het eufemisme ‘adult movie’.) En je had het niet door kinderen moeten laten spelen, maar door volwassenen van vijig. Mannen en vrouwen in de leeijd van Larry Clark. Dat had misschien een echt schokkende film kunnen opleveren. Een stel vijigers dat doelloos door de stad zwer, twaalarigen ontmaagdend, aids oplopend en verspreidend. Misschien hadden we dan te zien gekregen wat nu zo ont-
13
breekt in Kids, wanhoop. Eigenlijk ontbreekt op een paar scènes na iedere emotie. Tenzij klaarkomen een emotie is. Ik heb het boek e Secret Diary of Adrian Mole, Aged 13 ¾ van Sue Townsend over een dertienjarige jongen altijd een sentimenteel boek gevonden. Op mijn dertiende vond ik het zelfs ‘onwaar’. Ik vind Kids niet sentimenteel, maar wel onwaar. Morele kritiek op boeken of films is onzinnig. Een film of boek hoe geen opzichtige morele les te bevatten, dikwijls is die morele les zelfs een zwaktebod. Alleen al het noemen van de naam Lolita illustreert dit. Wat niet wegneemt dat er boeken en films gemaakt kunnen worden waaraan een ranzig korstje zit. Er bestaan natuurlijk wel degelijk immorele films. Dat ranzige korstje moet je kunnen benoemen zonder de verdenking te wekken dat je aan morele kritiek doet die je vermomt als esthetische bezwaren. Waarom ik Kids geen goeie film vind heb ik geprobeerd uit te leggen. Waarom het ook een tikkeltje ranzig is moet u, als u er behoee aan hee, zelf gaan ontdekken. Toen ik de bioscoop verliet vroeg ik me af waarom een vijigjarige iets over dertienjarigen wil zeggen. Maar vooral waarom hij dit over dertienjarigen wil zeggen. Waarom hij lijkt te willen zeggen dat er tussen Dirty Harry en een dertienjarige niet zoveel verschil zit. En dat ze dus ook dezelfde behandeling verdienen. Het voorgaande was op wat kleine wijzigingen na het stuk dat in 1996 in NRC Handelsblad werd afgedrukt. Nu ik bijna vijftien jaar later Kids opnieuw heb gezien moet ik mijn kritiek nuanceren. De acteurs zijn verbazingwekkend goed, dat blij staan. Van een verhaal is nauwelijks sprake, hoewel er meer verhaal in zit dan mijn oorspronkelijke stuk doet vermoeden. Het hoofdpersonage Telly (Leo Fitzpatrick), die ervan houdt meisjes te ontmaagden, blijkt hiv te hebben, al weet hij dat zelf nog niet, en hij besmet minstens één meisje, Jennie (Chloë Sevigny). De film is sentimenteler en ook moralistischer dan ik ruim vijf-
14
tien jaar geleden heb willen zien. Met enige overdrijving zou je zelfs kunnen zeggen dat Larry Clark en Harmony Korine hebben willen zeggen: ‘Er is een straf voor al dit goddeloze gedrag: hiv.’ Waarbij het ironisch is dat Jennie vergeleken met haar vriendinnen betrekkelijk kuis lee, zij hee tot nu toe nog maar met één jongen geslapen, te weten Telly. Maar Clark en Korine houden de schijn van de onpartijdige, neutrale observator goed op. Dat dwingt de kijker af en toe inderdaad in de positie van de voyeur. Je kijkt door de ogen van Telly naar het universum, maar dezelfde distantie waarmee Telly zichzelf beschermt tegen de wereld – hij vrijt zonder condoom maar verder lijkt hij in een condoom te leven – nemen de filmmakers ook in acht, wat het gluurderseffect veroorzaakt. De blik van de gluurder is de apathische blik, de gluurder blij onaangedaan. Ik vermoed dat ik indertijd precies dat onverkwikkelijk aan deze film vond. Kids is shockerend en dat wilde ik toen niet toegeven, omdat je inderdaad naar kinderen kijkt, omdat je wordt verleid tegen jezelf te zeggen: jezus, dit zijn nog kinderen. Of mijn al te harde en ietwat onrechtvaardige kritiek kwam voort uit het feit dat Larry Clark niet kwam opdagen op de afspraak, of misschien was ik stiekem jaloers dat ik zelf als puber zo weinig seks had, en bij mijn weten nog nooit iemand ontmaagd heb. Zeker is dat de vraag of de film geloofwaardig is anders moet worden beantwoord. Juist door het overtuigende spel en de goede dialogen is de film zeer geloofwaardig. Of kinderen, jonge pubers moet ik zeggen, echt zo zijn, iets wat Clark en Korine lijken te beweren, is een vraag van geheel andere orde. De kritiek dat pubers nihilistisch zijn, zich overgeven aan losbandigheid, en zich weinig tot niets aantrekken van het beschavingsproces wordt elk decennium herhaald. En de losbandigheid moet natuurlijk steeds erger worden wil zij nog als zodanig worden herkend. Ooit was het feit dat pubers seks hadden af-
15
doende voor morele verontwaardiging, tegenwoordig moet er al een gangbang aan te pas komen om nog iets van deze ontzetting los te krijgen. In die zin is de film opmerkelijk conservatief. Kids gokt en anticipeert op kritiek van de volwassenen die hoofdschuddend zullen zeggen: wat moet er van deze jeugd terechtkomen? Interessant is dat er opvallend weinig sociologie in de film zit. Telly komt uit een gebroken gezin, arbeidersklasse, lagere middenklasse, de moeder rookt terwijl ze haar baby de borst gee, een detail dat de kijker er vermoedelijk op moet wijzen dat we met de destructiviteit van de onderklasse te maken hebben. Verder weten we weinig van de achtergrond van de kinderen. De film begint met een ontmaagding van een twaalarige en het huis waarin dat gebeurt wekt de indruk dat dat meisje uit de hogere bourgeoisie komt. Ik geloof dat Clark en Korine zeggen: dit is geen klassenprobleem, dit is een cultureel probleem. Uit onderzoek blijkt dat omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen bij de seksuele mores van pubers maar het staat de makers natuurlijk vrij dit te negeren. De laatste lange scène doet nu bijna onschuldig aan. De kinderen, de gang, gaan op een warme zomeravond na sluitingstijd zwemmen in een openluchtzwembad. Ze klimmen over het hek, maken plezier in het water, knuffelen, het is bijna romantisch. Daarna belanden ze in een huis waar gedronken en geblowd wordt, in die mate dat het op een enkele uitzondering na niet meer tot seks komt. Zeker, een van de kinderen hee hiv en hee dat al doorgegeven; er is echter geen volwassene die als een roofdier op deze kinderen loert om ze uit te buiten of anderszins te misbruiken. De kijker denkt, het komt wel goed, het is een fase. Interessant is dat deze film uit het pre-internettijdperk stamt. De porno op het internet die voor iedereen en alles toegankelijk is kan niet zomaar de schuld worden gegeven van het feit dat de
16
dertienjarige hoofdpersoon verzot is op de strakke kutjes van maagden. Natuurlijk waren er al videobanden en vieze blaadjes, maar niets in Kids wijst erop dat de kinderen porno de moeite van het geld uitgeven waard vinden. Hasj is beter. Uiteindelijk zit in het gluren naar deze kinderen iets burgerlijks. Ze gebruiken drugs, molesteren andere kinderen, schelden homo’s uit, stelen en krijgen hiv. Weinig blij ons en hun bespaard. Uiteraard zijn ze verveeld en ongelukkig. En de kijker wordt verleid tot de moreel superieure positie: zo ben ik niet, zo ben ik ook nooit geweest. Kids is beter dan ik indertijd heb doen voorkomen, maar wat de film opbreekt is precies die burgerlijkheid, de effecten die Clark en Korine nastreven en ook bewerkstelligen zijn gebaseerd op die oude combinatie van morele verontwaardiging en sensatiezucht. Zou er niet eens een film moeten worden gemaakt over twaalfen dertienjarigen die liefdeloze seks hebben zonder andere kinderen bijna dood te slaan, zonder overmatig drugsgebruik, en mét condooms? Een film kortom waarin liefdeloze seks niet meer gelijk wordt gesteld aan diefstal, doodslag en onverantwoorde roekeloosheid? Dat zou pas echt shockerend zijn.
17
Zelfs wraak komt te laat Waarom Once Upon a Time in America onvergetelijk is
Filmregisseurs zijn niet te benijden. Een schrijver vecht alleen met zichzelf, en al wat hij hoe te temmen zijn een paar woorden. Ik kan me niet voorstellen dat een van mijn personages op een ochtend tegen me zegt: ‘Hier staat nu wel dat mijn eerste zin is: “waar blij mijn vegetarische eten?”, maar is dat niet een beetje onlogisch?’ Uit betrouwbare bron weet ik dat regisseurs dit soort vragen regelmatig te horen krijgen. Een schrijver hee van nature iets van een verlicht heerser. Zijn acteurs zijn – hoe je het ook wendt of keert – woorden en die zeggen niets terug. Zijn enige beperking is de beperking van de taal, maar dat is een beperking waar iedereen mee te maken hee die zijn mond opendoet. Een filmregisseur moet een heel apparaat in beweging brengen en onder de duim houden om een klein beetje te lijken op de verlichte heerser die de schrijver van nature is. Uiteraard is het leuk te bedenken dat het in scène vijf sneeuwt op de hoek van de Raadhuisstraat en de Herengracht, maar om dat helemaal uit te voeren lijkt me al snel saai. Tenslotte is het al bedacht, en dan moet je ’s ochtends vroeg naar de Herengracht om iets uit te voeren wat al bedacht is, terwijl je ook iets nieuws had kunnen bedenken. De enige reden om toch naar die gracht te gaan en het daar op een warme lentedag te laten sneeuwen, is dat het wonder soms gebeurt en dat de kunstmatige sneeuw, de actrice, de camera, de belichting, het geluid en de muziek iets toevoegen aan de zin ‘waar blij mijn vegetarische eten?’ wat de schrijver zelf nooit in zijn eentje uit had kunnen voeren. 18
Want hoe zal ze het zeggen? Hoe zal ze kijken? Wanhopig, huilend, zakelijk, lachend, met een hand in haar kruis, met een hand in zijn kruis, terwijl ze haar neusje poedert, rammelend met een pot vitaminetabletten, terwijl ze op het punt staat zich uit het raam te storten? In een roman zou een zinnetje als ‘waar blij mijn vegetarische eten?’ zelden tot nooit in positieve zin opvallen. Terwijl het in een film, door de manier waarop zo’n zinnetje wordt uitgesproken, door wat er te zien is terwijl wij het horen, een cruciaal moment kan zijn, een hoogtepunt zelfs. Een komisch hoogtepunt misschien wel. In de film Once Upon a Time in America (1984) van Sergio Leone komt de volgende dialoog voor. Fat Moe (Larry Rapp) zegt: ‘Ik had al mijn geld op jou ingezet.’ En Noodles antwoordt: ‘Dan had je alles verloren.’ Ik weet niet of ik deze dialoog had onthouden als die in een roman of kort verhaal had gestaan. Maar het gezicht van Noodles (Robert de Niro) als hij zegt, ‘dan had je alles verloren’, zal ik niet snel vergeten. Evenmin de manier waarop Fat Moe naar Noodles kijkt als hij zegt: ‘Ik had al mijn geld op je ingezet.’ Beschrijvingen van gezichten in romans werken zelden. Hoe meer woorden er aan een gezicht worden gewijd, hoe minder je dat gezicht voor je ziet. De eerste keer dat ik Once Upon a Time in America zag was in 1985, daarna zag ik de film nog een keer in 1986, 1990, en in 1998. In 1985 ging ik naar de bioscoop om het echte leven te zien. Aangezien zich dat leven niet in mijn directe omgeving ophield, moest ik het wel in bioscopen en boeken zoeken. Inmiddels is dat niet meer mijn primaire drijfveer een bioscoop binnen te gaan, maar mijn waardering voor deze film is er niet minder om geworden. Once Upon a Time in America gaat over zes gangsters, die ook vrienden zijn, voor zover gangsters vrienden kunnen zijn. Toch
19
is het geen maffiafilm en ook geen film over vriendschap die gebouwd blijkt te zijn op misverstand en bedrog. De film gaat over Noodles en Max (James Woods), de belangrijkste leden van een Joodse gangsterbende. Max is de fantast, de megalomaan, de leider. Noodles is de volger, de schaduw van Max, de bewonderaar, ook dat. Maar hij is wel degene die voor meer dan tien jaar de gevangenis ingaat als hij wraak neemt wanneer een concurrerende bende een vriend van Max en Noodles vermoordt. Noodles hee wel wat van Albinus uit de roman Een lach in het donker van Nabokov. Net als Albinus bedriegt hij, wordt zelf bedrogen en komt uiteindelijk tot de simpele en ook wel komische conclusie: ‘Wat een puinhoop is het leven geweest.’ Als de film begint is Noodles al tot die conclusie gekomen, want het verhaal wordt niet chronologisch verteld en dat hee zo zijn redenen. In de eerste scène is Noodles opium aan het schuiven in een Chinese opiumschuiverij in New York. Een telefoon rinkelt. We zien moorden, ondervragingen, martelingen, en we vragen ons af: waar rinkelt die telefoon? Het duurt even voor we begrijpen dat die telefoon in het hoofd van Noodles rinkelt. En dat die daar misschien wel voor altijd zal blijven rinkelen. De telefoon die Noodles hoort is de telefoon die overging op een politiebureau toen hij besloot zijn vrienden te beschermen door ze te verraden. Het duurt de hele film voor Noodles erachter komt dat hij, toen hij de politie belde, niet verraden hee, maar zelf verraden is. Er zijn daden waarvan de consequenties zo ver reiken dat ze niet alleen de toekomst veranderen, maar ook het verleden. Een heel leven kan alleen nog maar bekeken worden door het filter van één enkele daad. Dat moeten wij ons zo voorstellen: als een telefoon die blij rinkelen in het hoofd van een man.
20
Het verhaal begint in de Lower East Side in New York in de jaren twintig, ten tijde van de drooglegging. Een stel kruimeldieven vindt een slimme manier om drank te smokkelen, en zo worden de kruimeldieven dranksmokkelaars. Noodles, een van de dranksmokkelaars, is verliefd op Deborah (Elizabeth McGovern), de zus van Fat Moe. Deborah wil danseres worden en doet haar dansoefeningen in de opslagruimte van het café van haar vader. Als Noodles in dat café naar de wc gaat, en een houten plankje verschui, kan hij haar begluren. Zij weet dat ze begluurd wordt en als ze klaar is met haar dansoefeningen zegt ze hard tegen haar vader, zodat Noodles het kan horen: ‘Je moet de wc eens schoonmaken, er zitten kakkerlakken.’ (Voor de goede orde, ik citeer uit mijn hoofd, dus parafraseer wellicht.) Als Noodles bijna vijig jaar later terugkeert naar dat café, helemaal in het begin van de film, gaat hij ook terug naar de wc. Hij gaat op de wc staan, om te kijken of het houten plankje nog steeds verschoven kan worden. Dat kan, en dan kijkt hij door de opening naar een donker gat. Hij ziet de jonge Deborah haar dansoefeningen doen. Zo kijk je dus naar je verleden: staand op een wc, door een houten plankje te verschuiven. Op de vooravond van Pesach, als iedereen naar de synagoge is, is Noodles alleen met Deborah in de opslagruimte en zij leest hem voor uit het Hooglied, hoe de bruidegom eruitziet. Maar ze voegt er opmerkingen aan toe als: ‘in een broek die stijf staat van het vuil’. En: ‘maar eigenlijk blij hij altijd een schooier’! Plotseling klinkt van buiten de stem van Max: ‘Noodles, Noodles.’ Noodles aarzelt. ‘Noodles, Noodles,’ klinkt het nog een keer. ‘Ik ga even kijken wat hij wil,’ zegt Noodles. ‘Ga,’ zegt Deborah, ‘ga, je moeder roept je.’ En Noodles gaat.
21
Vele jaren zal ze diezelfde zin tegen hem herhalen met iets meer ironie in haar stem, omdat ze allebei hun verwachtingen hebben aangepast aan de realiteit. Als je ziet hoe de jonge Noodles Deborah verlaat om te kijken wat Max van hem wil, begrijp je dat Noodles geen man is die pas jaren later tot de conclusie komt dat zijn leven hem ontglipt is en dan niet meer loskomt van zijn verleden. Noodles is iemand wiens leven hem ontglipt is nog voor het is begonnen. Hij kan er niet voor kiezen geen schooier te zijn. Hoe kies je daar ook voor? Zijn leven is altijd al van iemand anders geweest. Iemand die ik deze film aanraadde raakte geïrriteerd door de bruine kleur van melancholie waarin alles gehuld is. Noodles is een man die een loser zou worden genoemd. Iemand voor wie het leven bestaat uit een reeks van toevalligheden die voor hem voornamelijk verkeerd uitpakken, en een paar beslissingen die ook al verkeerd uitpakken. In zijn hoofd rinkelt altijd een telefoon die niet wordt opgenomen, die ook niet kan worden opgenomen, want hij lee in de verleden tijd en daar lee verder niemand. Daarom is alles ook gehuld in die lichtbruine kleur van melancholie, dat is de kleur van Noodles, die Deborah verloor voor hij haar gehad hee. Die nooit aan zijn leven begon, omdat het altijd al in de verleden tijd plaatsvond, de tijd waarin alles vaststaat en definitief is, waarin verandering onmogelijk is. Noodles is misschien wel de grootste bangerik die ik in een film heb gezien. Niet bang voor de gevangenis, de dood, fysieke pijn of geweld. Bang voor iets anders, bang om te verliezen, bang om te missen. Daarom begint hij niet aan zijn eigen leven, zodat hij het nooit hoe te verliezen of te missen. Van kleine dranksmokkelaars worden ze grote dranksmokkelaars, en ten slotte hebben ze een heus bedrijf dat doet in georganiseerde misdaad. De bende van Noodles en Max hee succes, met alles wat daarbij hoort: geld, vrouwen, feesten, champagne. Deborah hee intussen succes als danseres.
22
Op een avond, buiten het seizoen, huurt Noodles een Italiaans restaurant op Long Island af, compleet met orkest en twintig man personeel, alleen voor hem en Deborah. Het is de eerste keer in jaren dat ze elkaar weer zien. De scène is in Venetië opgenomen, maar het kan niet anders of een restaurant in Montauk, Long Island, moet hiervoor model hebben gestaan. Die avond vertelt Deborah hem dat ze vertrekt naar Hollywood. Op de terugweg in de limousine verkracht Noodles haar. Hij verkracht wat hij lieee. Al zijn frustratie over een leven dat al verleden tijd was nog voor het begon zit in die verkrachting. En als hij klaar is, het is inmiddels alweer licht, weigert Deborah uit te stappen. Noodles gee de chauffeur geld en zegt: ‘Breng haar naar huis.’ De chauffeur kijkt hem aan, kijkt naar Deborah en weigert het geld. Dat is het ergste wat Noodles kan worden aangedaan. Dat zijn geld wordt geweigerd, want alles wat tussen hem en de schooier staat die hij geweest is, is zijn geld. Alsof hem alsnog de toegang tot de wereld wordt ontzegd die hij nu juist ten koste van alles wilde betreden. Het verlangen naar groter en meer en nog meer wordt alleen maar erger en Max besluit de centrale bank te overvallen. Noodles weet dat dit plan alleen maar kan falen, maar Max is niet voor rede vatbaar. ‘Als hij net als jij een paar jaar in de gevangenis had gezeten, zou hij anders denken,’ zegt Max’ vriendin tegen Noodles. Dat zet Noodles aan het denken. En vlak voor het eind van de drooglegging, als ze voor de laatste keer drank smokkelen, besluit hij zijn vrienden te verraden, zodat ze voor een paar maanden de gevangenis ingaan. Hij belt de politie. Het gaat echter anders dan hij verwacht had. Er volgt een schietpartij, zijn vrienden komen om, het lichaam van Max
23
wordt zelfs onherkenbaar verminkt. Vanaf dat moment is Noodles op de vlucht, en lee met het idee dat hij de dood van zijn vrienden op zijn geweten hee. In zijn hoofd gaat een telefoon over die niet meer ophoudt met rinkelen. Dan zien we Noodles als hij oud is en na jaren van ballingschap terugkeert naar New York. Hij hee een brief gekregen van de joodse gemeente over het graf van zijn vrienden. Maar hij weet dat die brief eigenlijk zegt: ‘We zijn je op het spoor, je hebt je al die jaren verborgen gehouden, maar we weten waar je bent.’ En hij hee een uitnodiging gekregen voor een feest van een zekere senator Bailey. Hij kent geen senator Bailey. Een oude en nog dikkere Fat Moe zegt tegen hem: ‘Ik had al mijn geld op je ingezet,’ en Noodles antwoordt: ‘Dan had je alles verloren.’ In haar kleedkamer in het theater hee hij een ontmoeting met Deborah, die een ster is geworden. Het is een van de pijnlijkste scènes uit de film, tussen twee mensen die weten dat ze elkaar definitief zijn misgelopen en dat zelfs een wonder hen niet meer helpen kan. ‘Ga niet naar het feest van senator Bailey,’ raadt Deborah hem aan. ‘Nu heb je je herinneringen nog, straks zul je die ook niet meer hebben.’ Wie niets hee, moet Deborah hebben gedacht, hee nog wel zijn herinneringen en die mag hij niet verliezen. Maar Noodles gaat toch. Senator Bailey is Max, die onder de naam Bailey een nieuw leven is begonnen en de politiek in is gegaan. Hij is het die met Deborah is getrouwd. Dan horen we uit de mond van senator Bailey alias Max wat we al die tijd al vermoedden: ‘Ik heb je geld genomen, Noodles, ik heb je meisje van je afgepakt, ik heb in plaats van jou geleefd.’ De schandalen rond Bailey stapelen zich op en hij vraagt Noodles hem van kant te maken, ‘want alleen van jou kan ik dat verdragen’.
24