Burgers Aanzet Evaluatie van een bewonerparticipatie traject in Heeze-Leende
Maaike Dautzenberg Annelies Maarschalkerweerd
Burgers Aanzet Evaluatie van bewonersparticipatie in de gemeente Heeze-Leende
Amsterdam, 23 juni 2009 Maaike Dautzenberg Annelies Maarschalkerweerd
DSP – groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR Amsterdam T: +31 (0)20 625 75 37 F: +31 (0)20 627 47 59 E:
[email protected] W: www.dsp-groep.nl KvK: 33176766 A'dam
Inhoudsopgave
Inleiding
3
2 2.1 2.2 2.3
De methodiek Burgers Aanzet Doel Uitgangspunten Zes stappen
4 4 4 4
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Onderzoeksaanpak Kwalitatieve verkenning Onderzoeksvragen Interviews Analyse en verslaglegging
6 6 6 6 7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Resultaten Stap 1: de buurtkeuze Stap 2: aanwijzen van buurtambassadeurs Stap 3: enquête sociale samenhang Stap 4: activeringsbijeenkomst Stap 5: werkgroepen Stap 6: structurele inbedding
8 8 8 9 10 11 15
Conclusies en lessen
17
Bijlagen Interviewleidraad
21 22
1
5
Bijlage 1
Pagina 2
Burgers Aanzet
DSP - groep
1 Inleiding
De gemeente Heeze-Leende is een rustige en welvarende dorpsgemeente in het zuiden van Noord-Brabant. Er spelen geen noemenswaardige problemen. Wel is het zo dat de bevolking in hoog tempo vergrijst. Binnen het gemeentelijk apparaat bestaat de indruk dat veel van de gemeente verwacht wordt wanneer het gaat om maatschappelijke ondersteuning. Bewoners lijken vooral aandacht te hebben voor datgene waar ze recht op hebben, en minder voor hun maatschappelijke plichten en het zelf oplossen van problemen. De komst van de Wmo is voor de gemeente aanleiding om te benadrukken dat burgers meer zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun leven en dat van hun medebewoners. De civil society dient versterkt te worden en burgers geactiveerd in de richting van meer zelfsturing. Dit alles vereist een kanteling in het denken van zowel burgers als van het gemeentelijk apparaat. De gemeente heeft daarvoor een methodiek ontwikkeld die Burgers Aanzet is genoemd. Van begin 2007 tot eind 2008 is een pilot uitgevoerd met Burgers Aanzet. Aan DSP-groep is gevraagd om, als onafhankelijk onderzoeksbureau, de pilot te evalueren. In deze rapportage beschrijven we wat de ervaringen zijn met de methodiek. Zijn bewoners meer geactiveerd met deze buurtaanpak en zijn de onderlinge contacten toegenomen? Wat vinden bewoners van het organiseren van de activiteiten en hoe kijken zij tegen de gemeentelijke inzet aan? Daarbij is gesproken met de bewoners in de wijk die meegedaan hebben aan de pilot (de werkgroepleden), de betrokken medewerker van de gemeente en de voor het project ingehuurde consultant (een maatschappelijk werker). Leeswijzer In het volgende hoofdstuk beschrijven we eerst wat de methodiek Burgers Aanzet inhoudt. Hoofdstuk 3 bevat de onderzoeksvragen en de wijze waarop we het onderzoek hebben aangepakt. Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten en in hoofdstuk 5 trekken we een aantal conclusies en doen we aanbevelingen.
Pagina 3
Burgers Aanzet
DSP - groep
2 De methodiek Burgers Aanzet
2.1
Doel Burgers Aanzet heeft als doel de leefbaarheid en sociale samenhang in buurten te versterken. Dit gebeurt door bewoners meer bewust te maken van de eigen bijdrage die ze daaraan kunnen leveren en de invloed die ze daarop kunnen uitoefenen. In meer concrete zin stelt Burgers Aanzet zich ten doel dat: • Wijkbewoners elkaar meer en beter leren kennen. • Bewoners meer voor elkaar gaan doen. • Netwerkstructuren in de buurt worden vergroot en verbreed. • Het gevoel van betrokkenheid bij de buurt wordt vergroot. De veronderstelling is dat op de langere termijn uit de activiteiten een steunstructuur voortkomt. Deze steunstructuur wordt gevormd door vrijwilligersorganisaties, woningcorporaties, actieve burgers en ambtenaren van de gemeente. Zij houden het thema leefbaarheid en sociale samenhang levend en ondersteunen initiatieven van bewoners.
2.2
Uitgangspunten Met het oog op een succesvol verloop van het traject hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten: • Er is sprake van een latente wens: mensen willen van nature iets voor elkaar betekenen. • Persoonlijke inzet en betrokkenheid van buurtbewoners zijn doorslaggevend voor het succes van het traject. • Burgers zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen omgeving en de inrichting van hun eigen bestaan. • Professionele inzet is een randvoorwaarde. • Invloed bevordert draagvlak. • Urgentiebesef zet mensen in beweging. • Trajecten in de buurt dienen te worden vormgegeven in de eigen buurtaccommodaties.
2.3
Zes stappen De methodiek van Burgers Aanzet onderscheidt zes achtereenvolgende stappen. •
Pagina 4
Stap 1 Buurtkeuze Als eerste stap worden de buurten geselecteerd waar Burgers Aanzet wordt uitgevoerd. Buurten geven bij voorkeur zelf aan dat zij graag deel willen nemen aan het project Burgers Aanzet. De mogelijkheid tot deelname wordt gecommuniceerd in de plaatselijke krant en T.V. Daarnaast wordt er tijdens informatiebijeenkomsten over de Wmo aandacht besteed aan het project.
Burgers Aanzet
DSP - groep
Pagina 5
•
Stap 2 Ambassadeurs werven De tweede stap bestaat uit het werven van zogeheten buurtambassadeurs. Dit zijn buurtbewoners die zich in het verleden al eens hebben ingezet voor de buurt en van wie kan worden verwacht dat ze zich in woord en daad willen inzetten voor Burgers Aanzet. Het is de bedoeling dat deze actieve bewoners als intermediair gaan fungeren tussen de gemeente en de andere bewoners. Zij zijn het aanspreekpunt voor zowel de bewoners in de buurt als de gemeente. Daarmee krijgt het traject draagvlak onder de bewoners.
•
Stap 3 Startmeting Als derde stap wordt een enquête uitgezet die de stand van zaken op het vlak van sociale samenhang in beeld brengt en de behoefte peilt. Daarin kunnen bewoners aangeven hoeveel contact zij hebben in de buurt, wat ze daarvan vinden, en of ze actief willen worden in de buurt. De gebruikte vragenlijst is gebaseerd op de vragenlijst van Bureau Decide uit Groningen. De buurtambassadeurs denken mee over de vragen die opgenomen worden in de vragenlijst en hebben een actieve rol in het verspreiden en ophalen van de ingevulde lijsten.
•
Stap 4 Activeringsbijeenkomst De vierde stap bestaat uit activerende bewonersbijeenkomsten. Het belangrijkste doel van de bijeenkomst is om de buurtbewoners te prikkelen zelf actie te ondernemen om de leefbaarheid in de buurt te vergroten. Het startpunt voor deze bijeenkomsten is de uitkomst van het onderzoek. Vervolgens maken bewoners een keuze voor het type activiteiten dat ze willen opzetten. Tijdens de bijeenkomst vormen zich werkgroepen die buurtwensen gaan uitwerken. De resultaten en ideeën worden in de plaatselijke krant gepubliceerd.
•
Stap 5 Buurtsessies De volgende stap bestaat uit buurtsessies waarbij buurtbewoners in kleine werkgroepen zelf aan de slag gaan om de ideeën die zijn geopperd tijdens de activeringsbijeenkomst concreet uit te werken. Centraal staat een gezamenlijke aanpak met de gemeente. Het is daarbij de bedoeling dat het om eigen ideeën van bewoners gaat, dat overleg plaatsvindt bij bewoners thuis, dat de gemeente ondersteunt bij de randvoorwaarden, en dat bewoners elkaar zelf op de hoogte houden. De werkgroepbijeenkomsten zijn bij voorkeur formeel en structureel, al kan het ook voorkomen dat ze meer informeel plaatsvinden. Hierbij dient als uitgangspunt dat ontmoeten en elkaar leren kennen een eerste stap is naar meer sociale samenhang.
•
Stap 6 Structurele inbedding De laatste stap bestaat uit borging van het geheel, waarbij het de bedoeling is dat een sociaal netwerk ontstaat (steunstructuur) die initiatieven ondersteunt in de buurt. Deze steunstructuur bestaat uit alle betrokken ‘professionele’ organisaties.
Burgers Aanzet
DSP - groep
3 Onderzoeksaanpak
3.1
Kwalitatieve verkenning De evaluatie had de vorm van een kwalitatieve verkenning. Daarbij hebben we gebruik gemaakt van een korte documentenstudie om een beeld te krijgen van de doelen en de beoogde uitvoering van Burgers Aanzet. Vervolgens zijn interviews afgenomen met bewoners en de ‘trekkers’ vanuit de gemeente. Het ging er om een beeld te krijgen hoe de verschillende betrokkenen het traject hebben ervaren, wat ze er goed en minder goed aan vonden en wat het naar hun mening heeft opgeleverd.
3.2
Onderzoeksvragen Met de evaluatie ging het om een antwoord op de volgende vragen: 1 Hoe verliep elk van de zes stappen van de methodiek? 2 Hoe hebben bewoners de activeringsbijeenkomsten en het werken in werkgroepen (buurtsessies) ervaren: a. Wat ging goed en wat ging minder goed (proces)? b. Wat heeft het voor hen zelf opgeleverd (effecten)? c. Wat vonden bewoners van de inbreng en de rol van de gemeente? 3 Wat heeft de methodiek opgeleverd (effecten) in zin dat: a. wijkbewoners zijn elkaar meer en beter zijn gaan kennen; b. bewoners meer voor elkaar zijn gaan doen; c. netwerkstructuren vergroot en verbreed zijn; d. het gevoel van betrokkenheid bij de buurt is vergroot. 4 Wat zijn de plannen voor de volgende fase en hoe wordt een en ander structureel ingebed?
3.3
Interviews Twee onderzoekers van DSP-groep hebben gesprekken gevoerd. Daarbij zijn zowel bewoners geïnterviewd als de twee 'trekkers' van de gemeente. Deze laatste waren de gemeentelijk medewerker die dit in zijn takenpakket had en een extern aangetrokken consultant (maatschappelijk werk als achtergrond). Met bewoners zijn deels groepsgesprekken gevoerd en deels individuele telefonische interviews. De interviews met de trekkers bij de gemeente zijn telefonisch afgenomen. In twee buurten heeft een groepsgesprek plaatsgevonden met de vier bewoners die de activiteiten hadden georganiseerd. Aanvullend zijn nog enkele individuele telefonische interviews gevoerd met zowel bewoners als de ambtenaar, en de voor dit traject aangetrokken consultant. Het waren semigestructureerde interviews die werden afgenomen aan de hand van een interviewleidraad met open vragen. De leidraad is opgenomen in de bijlagen. De geïnterviewde bewoners zijn geworven via de contactpersonen die bij de gemeente bekend waren. Deze bewoners hebben zelf de andere bewoners gevraagd om deel te nemen aan de groepsgesprekken. De geïnterviewden waren de werkgroepleden die de activiteiten hadden georganiseerd.
Pagina 6
Burgers Aanzet
DSP - groep
De evaluatie is eind 2008 uitgevoerd, anderhalf jaar na de start. De stappen 1 tot en met 5 van Burgers Aanzet waren toen doorlopen. De groepsinterviews duurden elk ongeveer twee uur en de telefonische interviews ongeveer één uur.
3.4
Analyse en verslaglegging Van elk gesprek is een interviewverslag opgesteld. De verslagen zijn op kwalitatieve wijze geanalyseerd, waarbij de beantwoording van de onderzoeksvragen richtinggevend was. Uit privacyoverwegingen is de verslaglegging in deze rapportage zoveel mogelijk geanonimiseerd.
Pagina 7
Burgers Aanzet
DSP - groep
4 Resultaten
In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van het project Burgers Aanzet. We doen dat aan de hand van de eerste vijf stappen van de beschreven methodiek. Per stap beschrijven we hoe het is uitgevoerd, wat goed en minder goed ging en wat de opbrengsten waren. Waar relevant, geven we aan hoe de bewoners of de organiserende gemeenteambtenaar het ervaren hebben.
4.1
Stap 1: de buurtkeuze De keuze voor de drie buurten werd gemaakt tijdens een meer algemene bijeenkomst waar behalve de gemeente verschillende professionals aan deelnamen, zoals de politie, de woningbouwvereniging en de thuiszorg. Besloten werd om buurten te selecteren waar in ieder geval een sociale basis was, waar buurtbewoners elkaar kennen van gezicht en waar sprake was van een buurtvereniging of van informele netwerken. Verder werd een keuze gemaakt voor minimaal één buurt waar een zekere diversiteit was. Dat kon in leeftijd zijn, maar ook in cultuur, inkomen of de verdeling van koop- en huurwoningen. In plaats van buurten of wijken, kozen de gemeente voor het schaalniveau van enkele straten die iets gezamenlijks delen zoals een grasveld in het midden. Dit resulteerde in een selectie van drie groepen van straten: 1 Dingbank–Drossaard in het zuidwesten van de deelgemeente Heeze (ongeveer 80 woningen). 2 De buurt Aurora–Gemini–Apollo–Atlas: een buurtje met zowel oudere mensen die al vanaf de jaren ’70 wonen als jongere nieuwe bewoners. 3 De schildersbuurt met de Jan Steenlaan–Paulus Potterlaan–Jeroen Boschlaan. Het gaat hier om drie straten met ongeveer 75 huizen. Er zijn bewoners die al jarenlang in deze buurt wonen, maar ook veel nieuwe bewoners. De buurtkeuze is uiteindelijk gedaan door de gemeente samen met professionals. Zowel de geïnterviewde gemeentemedewerker als de externe consultant gaven aan tevreden te zijn met de wijze waarop de buurtkeuze tot stand is gekomen en zij benadrukten het soepele verloop ervan. De ambtenaar van de gemeente, die de trekker was van Burgers Aanzet, had primair als doel in dit traject de zelfredzaamheid van bewoners te bevorderen. Aangezien er geen kwetsbare bewoners deelnamen werd zelfredzaamheid ingevuld als zelf verantwoordelijkheid nemen en bewoners aanmoedigen eerst na te denken over wat zij zelf kunnen betekenen.
4.2
Stap 2: aanwijzen van buurtambassadeurs Op basis van de gemaakte buurtkeuze hebben de betrokken professionals van stap 1 namen doorgegeven van sleutelfiguren. Dit waren burgers die bij hen bekend waren vanwege hun maatschappelijk inzet. Aanvullend is een mail rondgestuurd binnen de gemeente met dezelfde vraag. Dit leverde in totaal tien namen op. Deze burgers zijn persoonlijk door de gemeenteambtenaar benaderd en uitgenodigd voor de eerste ambassadeursbijeenkomst.
Pagina 8
Burgers Aanzet
DSP - groep
Van de tien benaderde bewoners hebben er zes ‘ja‘ hebben gezegd tegen het ambassadeurschap. Aan hen is verteld dat zij zouden fungeren als boegbeeld voor het project en als eerste aanspreekpunt is in de buurt. Of, zoals een van de gemeentelijke trekkers (de externe adviseur) het benoemde: "Het idee was: je hebt mensen nodig die de bodem vormen van zaailingen en kleine plantjes die uitgroeien. Dan ontstaat daarna vanzelf de kruisbestuiving." In de buurten is op verschillende manieren invulling gegeven aan het buurtambassadeurschap. De buurtambassadeurs hebben vooral een centrale rol gespeeld bij het rondbrengen en afhalen van de vragenlijsten. In één buurt heeft de buurtambassadeur ook een centrale rol gehad bij het organiseren van de activiteit later. De actieve bewoners gaven aan dat de ambassadeurs niet als intermediair hebben gefungeerd. De werkgroepleden gaven aan dat zij zelf direct met de gemeentelijke beleidsmedewerker contact opnamen als er iets was, en niet de ambassadeur als intermediair gebruikten.
4.3
Stap 3: enquête sociale samenhang De schriftelijke vragenlijst is, alvorens te worden uitgezet, voorgelegd aan de ambassadeurs. Zij hadden het laatste woord over de vragen die uiteindelijk in de enquête werden opgenomen. De vragenlijsten zijn in april 2007 verspreid. De ambassadeurs hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld. In één buurt hebben de ambassadeurs de vragenlijsten verspreid en opgehaald, wat een respons van 89% opleverde. Per post versturen en laten ophalen door de ambassadeurs resulteerde in een respons van 76%; terwijl per post verstuurd met een antwoordenvelop de respons deed dalen tot 46%. Met andere woorden: hoe meer inzet van ambassadeurs of bewoners als tussenpersonen, des te hoger de respons. Uit de vragenlijst bleek dat er kleine, maar wel duidelijke verschillen bestonden tussen de drie buurtjes. Bewoners in de ene buurt kenden elkaar beter en waren meer betrokken bij elkaar dan in de andere buurt. Twee resultaten vielen op. Aan de ene kant bleek dat het merendeel (90%) aangaf geen behoefte te hebben aan meer contacten in de buurt en een meer persoonlijk contact met andere buurtbewoners. Aan andere kant toonde een vrij groot deel van de bewoners (ca 30%) zich geïnteresseerd in deelname aan meer algemene activiteiten in de buurt, zoals sport- en spel, een activiteit voor ouderen en een straat- of buurtfeest. In het algemeen ademden de antwoorden een sfeer van tevredenheid uit met de huidige situatie. De externe adviseur zei daarover: "De vraag is dan niet 'ze zijn tevreden dus we hoeven niets te doen', maar de uitdaging ligt dan voor: hoe zet ik die tevredenheid om tot actie." De ambtenaar was zeer tevreden over de ongebruikelijk hoge respons op de enquête. Wel is hij voornemens om in de toekomst andere vragen in de lijsten op te nemen, zoals de vraag op welke wijze bewoners andere buurtbewoners hulp zouden willen geven en wat ze met anderen samen zouden willen doen. Dat zou de focus kunnen weghalen van de openbare ruimte: "Anders komen ze met een soort wensenlijst en vragen ze aan ons om dat op te lossen."
Pagina 9
Burgers Aanzet
DSP - groep
4.4
Stap 4: activeringsbijeenkomst De vierde stap bestond uit activerende bewonersbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomst werden de uitkomsten van de vragenlijsten besproken. "Als je als bewoner mee hebt gedaan ben je toch nieuwsgierig en willen ze weten wat er uit is gekomen. Die nieuwsgierigheid kun je gebruiken om mensen te prikkelen om naar zo'n bijeenkomst te komen." Uit de gesprekken met bewoners bleek dat het benieuwd zijn naar de uitkomsten van het onderzoek inderdaad de aanleiding was om naar de bijeenkomst te komen. Anderen zeiden dat de belofte van een prijsvraag voor een goed project hen prikkelde te komen, of de mogelijkheid van subsidiegeld voor activiteiten. Er vonden drie activerende bijeenkomsten plaats waar de opkomst sterk wisselend was, variërend tussen twee en twintig bewoners. In de sterrenbuurt kwamen ruim vijftien bewoners, in de schildersbuurt ongeveer twintig en bij de bijeenkomst voor Dingbank–Drossaard kwamen twee bewoners opdagen. Het bleek dat het vooral de bewoners waren die toch al meedoen aan activiteiten: “Je ziet wel steeds dezelfde gezichten, nieuwkomers of jongeren zie je niet”, aldus een bewoner. Tijdens de bijeenkomst werden de onderzoeksresultaten gebruikt om het gesprek op gang te brengen. Bewoners werden aangemoedigd om met ideeën voor activiteiten te komen met als doel de leefbaarheid en sociale samenhang in de buurt te bevorderen. Er werd ook uitleg gegeven over de Wmo waarin de eigen verantwoordelijkheid van bewoners veel aandacht krijgt. Dat riep weerstand op, zo gaf de externe adviseur aan: "Ze zeggen dan 'ja nu moeten we het allemaal zelf gaan doen'. Daarbij denken mensen aan huishoudelijke hulp en dergelijke." Een positieve insteek werkt als een opwaartse spiraal: "Belangrijk is dat je niet in termen van 'jullie moeten' gaat spreken, maar dat je er van overtuigd bent dat mensen dat ook willen, dat ze echt wel iets voor elkaar willen doen. Dat is uitgaan van het positieve, de veronderstelling dat mensen zelf ook iets willen. En verder open te laten wat het is." De externe adviseur gaf ook aan dat bij dit soort bijeenkomsten een attitude van vertrouwen hebben in bewoners, en dat ook uitstralen, belangrijk is: "Als je terug wil naar de burger dan moet je ook het vertrouwen hebben dat ze het op hun eigen manier doen. En dat dat goed is. En niet te veel werken met vastomlijnde structuren met notulen en dergelijke." Als je dat niet los laat, dan roept het weerstand op." De ambtenaar van de gemeente vond de activerende bijeenkomsten een prima startpunt, al was het vertalen van de uitkomsten naar concrete acties moeilijk. Wat ook niet gemakkelijk was dat: "Er bij de bewoners altijd die houding is van 'jullie zijn de gemeente, dus jullie zijn er voor ons'. Die attitude van 'u vraagt wij draaien' bleef ook gedurende het hele traject, het klinkt er altijd wel in door."
Pagina 10
Burgers Aanzet
DSP - groep
Hoe hebben bewoners de bijeenkomst ervaren? In één werkgroep gaven bewoners aan dat ze het een goede bijeenkomst vonden en dat het een belangrijke eerste stap was om te komen tot het organiseren van een activiteit: "De bijeenkomst maakte een goede indruk; de gemeente gaf de indruk serieus bezig te zijn." Andere bewoners gaven aan dat het niet eenvoudig was om op grond van de onderzoeksresultaten activiteiten te destilleren. Het voelde soms wat geforceerd voor hen: "Er werd tijdens de bijeenkomst veel gehengeld door de gemeente. We voelden ons als bewoners bijna verplicht om nog die avond onze toezegging te geven voor het organiseren van een activiteit.” Het aanvankelijke idee van een competitie tussen buurten sprak sommige bewoners wel aan. Verder gaven zij aan dat een geste, of een materiele ‘incentive’ vanuit de gemeente, zoals een partytent ter ondersteuning van de carportkoffiemiddag, wel op prijs zou zijn gesteld. Dat zou hen het gevoel geven van waardering en een tegemoetkoming vanuit de gemeente.
4.5
Stap 5: werkgroepen De volgende stap van het project Burgers Aanzet bestond uit zogeheten buurtsessies. Dit kwam er in de praktijk op neer dat in elke buurt een werkgroep aan de slag ging om de ideeën die werden geopperd tijdens de activeringsbijeenkomst concreet uit te werken. Er kwamen uiteindelijk vier werkgroepjes uit voort die zich in 2008 actief hebben ingezet in de drie buurten.
Werkgroep 1: Leefbaarheid en sociale samenhang De eerste werkgroep bestond uit drie bewoners die de jaarlijkse buurtbarbecue en oudejaarsborrel organiseren. Zij wilden in het kader van Burgers Aanzet de leefbaarheid en sociale samenhang bevorderen door de betrokkenheid van bewoners op de woonomgeving te vergroten. Zij stelden daartoe nieuwsbrieven op die ze huis-aan-huis verspreidden. In de eerste nieuwsbrief stelde de werkgroep zich voor aan alle buurtbewoners en werd gevraagd naar de wensen voor en behoeften aan verbetering van de sociale samenhang en leefbaarheid. Bewoners konden een antwoordstrook invullen met de gewenste verbeteringen. Het ging dan vooral om onderhoud en herinrichting van de openbare ruimte, zoals het grasveld, de verlichting, de parkeerplaats en de brandgang. Dit leverde veel reacties op en een uitgebreide lijst met wensen, zoals de vernieuwing van de bestrating en het plaatsen van een nieuwe bankjes en een tafel op het grasveld. De werkgroepleden namen vervolgens contact op met de gemeente om de genoemde problemen op te lossen. In de vervolgnieuwsbrieven (2 e en 3e) werd vervolgens steeds gerapporteerd over welke punten opgelost waren en waar nog aan werd gewerkt. Ook heeft de werkgroep met een artikel in het Eindhovens Dagblad gestaan. Proces Na drie nieuwsbrieven kwam er geen vervolg meer. De werkgroepleden vonden het lastig dat bewoners hen op een gegeven moment als een soort 'klachtenloket' zagen, waar ze problemen konden melden die zij dan moesten oplossen. Verdere inbreng is toen op een gegeven moment door de Pagina 11
Burgers Aanzet
DSP - groep
werkgroep zelf afgehouden en zij hielden op met het opstellen van nieuwsbrieven. Na afloop van de pilot gingen de werkgroepleden weer op dezelfde manier verder als voorheen, namelijk met het organiseren van de jaarlijkse buurtbarbecue en oudejaarsborrel. Opbrengsten en effecten Als eerste gaven de werkgroepleden aan dat ze het erg leuk vonden om te doen en op deze manier een jaar lang samen actief te zijn voor de buurt. Aan de hand van de inventarisatie hebben zij ook een aantal fysieke verbeteringen bewerkstelligd. Zo zijn er paaltjes verwijderd van de parkeerplaats, is een bankje vervangen en is de verlichting in de buurt verbeterd. De sociale samenhang in de buurt is echter niet versterkt. De werkgroepleden organiseerden voorheen ook al barbecues en borrels en gingen daar na afloop van het project gewoon mee door. De trekker van de werkgroep (de externe consultant/adviseur) heeft wel op het versterken van burenhulprelaties aangestuurd, zo gaven de werkgroepleden aan. Zij stelde voor dat de werkgroep bewoners actief zouden benaderen met de vraag of zij hulp nodig hadden. Dat vonden de bewoners toch te ver gaan. "Dat wilde ik niet doen. Dan kom je aan de privacy van mensen. Dat doe je niet als buur." Bewoners willen vaak ook geen hulp accepteren van een buurvrouw, zo gaf één bewoonster aan. Zij had uit zichzelf een hulpbehoevende oudere bewoonster aangeboden om te helpen. Deze wees dat echter af en accepteerde alleen hulp van de thuiszorg of van familie. "Maar ik houd wel een oogje in het zeil en voel me altijd heel wat geruster als haar zoon weer thuis is." Er zijn wel andere opbrengsten. Zo geeft een bewoonster aan dat de sociale kwaliteit van de leefomgeving wel verbeterd is; mensen weten van elkaar waar ze wonen: "Het levert geen nieuwe structurele contacten op in de zin van hulp of zo, maar bewoners hebben elkaar wel beter leren kennen. Ze herkennen meer gezichten en kunnen de mensen beter plaatsen." Een andere opbrengst is dat de gemeente voor deze actieve bewoners meer een gezicht heeft gekregen. Ze nemen nu veel gemakkelijker direct contact op met de betrokken ambtenaar, en vinden dat prettig. Het project Burgers Aanzet heeft in deze buurt overigens niet alleen een positieve uitwerking gehad. Na aanleiding van de acties van de werkgroep is er onenigheid in de buurt ontstaan over het al dan niet kappen van een boom in de straat. De bewoners vonden dat de gemeente daar te weinig de regie nam, wat niet goed is voor de onderlinge verhoudingen. Rol van de gemeente De procesbegeleiding van deze werkgroep is gedaan door een extern adviseur, opgeleid als maatschappelijk werker. Deze ondersteuning werd door de bewoners als zeer prettig ervaren, ze stimuleerde en fungeerde als buffer en als intermediair naar de gemeente. De betrokkene zelf gaf aan dat het goed uitwerkte dat zij niet van de gemeente was. Pagina 12
Burgers Aanzet
DSP - groep
"Het gaat ook om het emanciperen van burgers en dan moet je niet de houding hebben van 'ik weet wat goed voor je is', wat ambtenaren nogal eens uitstralen." Na haar vertrek is het contact met de gemeente uitgedoofd. De werkgroepleden gaven aan dat er weinig initiatief en respons komt vanuit de gemeente en dat zij het contact dat zij steeds proberen te leggen als eenrichtingsverkeer ervaren.
Werkgroep 2: Verkeersveiligheid Tijdens de activeringsbijeenkomst ontstond bij drie bewoners het idee om een werkgroep te vormen rondom de verkeersveiligheid. Deze werkgroep was in dezelfde buurt actief als de eerder genoemde werkgroep sociale samenhang en leefbaarheid. De werkgroep Verkeersveiligheid richtte zich vooral op de verkeerssituatie in de directe omgeving van het eigen huis en op weg naar school. Het doel was de verkeersveiligheid (looproute van de wijk naar scholen en winkels) in de wijk te verbeteren. Ze hebben daarvoor een inventarisatie van verkeersknelpunten gedaan onder buurtbewoners. Op basis van deze signalen is er een verkeersveiligheidsplan opgesteld. De input voor het plan kwam vooral van ouders met schoolgaande kinderen en oudere bewoners. Opbrengsten en effecten Volgens de bewoners heeft het traject niet een verandering in de verkeerssituatie opgeleverd. "Na twee bijeenkomsten, waarbij zelfs een interview met de pers is geweest, is er nagenoeg niets gedaan aan de bevordering van de verkeersveiligheid." Rol van de gemeente In samenspraak met de gemeente heeft de werkgroep zich gebogen over verkeersveiligheidsmaatregelen. De werkgroep heeft direct contact gehad met de gemeenteambtenaar en het verkeersveiligheidsplan is ingediend bij de gemeente Heeze-Leende. Het enthousiasme van de werkgroep, van de gemeenteambtenaar en de betrokkenheid van de projectleidster over de aanpak wordt geprezen. "Het is prettig als de gemeente enthousiast meedoet en meedenkt. Dit soort initiatieven zouden juist gestimuleerd moeten worden!" Wel vinden zij jammer dat hun inzet zich niet vertaald heeft in concrete maatregelen. "Burgers Aanzet is op zich fantastisch, maar moet wel serieus genomen worden door de gemeente." De werkgroep wil zich graag blijven bezighouden met de verkeersveiligheid door te wijzen op onveilige situaties en hoopt dat ze daarbij medewerking en ondersteuning krijgt van de gemeente.
Pagina 13
Burgers Aanzet
DSP - groep
Werkgroep 3: Buurtfeest In de buurt Dingbank – Drossaard was weinig animo voor activiteiten. Na de bijeenkomsten is één buurtambassadeur overgebleven die zich in wilde zetten voor het project Burgers Aanzet. In overleg met de gemeente heeft de buurtambassadeur besloten een buurtfeest te organiseren. Van de gemeente kreeg ze namen van buurtbewoners, die ze kon benaderden. Er was echter niemand bereid om mee te helpen bij het organiseren. De beleidsmedewerker wilde het daar echter niet bij laten zitten en heeft toen samen met de bewoner een buurtfeest georganiseerd. De steun van de gemeente bij het organiseren van een activiteit in de buurt werd enorm gewaardeerd. Er kwamen ongeveer twintig bewoners naar het buurtfeest, wat als een goede opkomst werd ervaren. De buurtambassadeur was er aangenaam door verrast. De aanwezige bewoners hadden allerlei leeftijden en reageerden heel positief op het buurtfeest. Proces De buurtambassadeur geeft aan dat ze het erg leuk vond om het buurtfeest te organiseren. Volgens haar is het buurtfeest zeker geslaagd. De organiserend ambtenaar gaf overigens aan dat hij het wel geslaagd vond, maar het een volgende keer anders zou doen: "Als er geen interesse is, ga ik het niet meer zelf organiseren. Wij krijgen dan als gemeente het onplezierige gevoel u vraagt en wij moeten draaien". Opbrengsten en effecten Op de vraag of het buurtfeest bijgedragen heeft aan de sociale samenhang in de buurt, was het antwoord: "De mensen die er waren, kenden elkaar al en hadden al contact." En: "Eén keer zo'n activiteit is te weinig om contacten te krijgen in de buurt. Eigenlijk zou je dat elk jaar moeten doen."
Werkgroep 4: Carportkoffie In het buurtje met de schildersnamen is een koffiemiddag georganiseerd onder één van de carports van de bewoners. De geïnterviewde bewoners gaven aan dat er in de straten verschillende ‘culturen’ heersen, waarbij ze niet de etnische herkomst bedoelen maar levensfase en levensstijl. Zo zijn er de oudere bewoners die er al lang wonen (soms meer dan 25 jaar) en nieuwe instroom met (deels) opgroeiende kinderen. "Die zijn ons nog niet eens een hand komen geven." Op de koffiemiddag zijn alle bewoners uitgenodigd om een kop koffie te komen drinken op de oprit van een van de bewoners in de straat, een 'carportkoffie'. Er werd een vlag uitgehangen en mensen konden spontaan langs komen. De organisatoren hadden gezorgd voor koffie, thee en fris voor de kinderen. Sommige bewoners namen zelfgebakken taart mee. Er kwamen ongeveer twintig buurtbewoners af op de activiteit.
Pagina 14
Burgers Aanzet
DSP - groep
Proces De organisatoren zelf hebben de activiteit met plezier georganiseerd en zijn na afloop bij elkaar gaan zitten om de activiteit af te sluiten en concludeerden dat het voor herhaling vatbaar is. Het succes zit er voor hen in dat het een laagdrempelige en kleinschalige activiteit, die weinig geld en moeite kost. "Met een paar kannen koffie en thee, wat fris en je bent klaar". Voor hen was de activiteit een bevestiging van het feit dat als iets behapbaar is, het ook realiseerbaar is. Ze zijn er van overtuigd dat je een activiteit in de buurt kleinschalig moet opzetten. Zo gaven zij aan dat er in het verleden ook wel iets dergelijks werd georganiseerd, maar verzandde toen het te veel werd opgetuigd en te groot werd. "Toen moest er een kinderdisco bij met toeters en bellen. Maar een volgende keer kwam het er niet meer van omdat andere bewoners het te veel werk vonden." Jammer genoeg, zo gaven de bewoners aan, is de carportkoffie niet herhaald. Er was wel een andere bewoner die enthousiast aangaf het een volgende keer te willen organiseren, maar dat is niet gebeurd. "Eigenlijk zou je moeten afspreken dat degene die het 't ene jaar organiseert, het 't volgende jaar samen met een nieuwe doet, en ook het initiatief toont." Opbrengsten en effecten De carportkoffie wordt gezien als een gezellige middag waarbij kleine stapjes worden gemaakt in het verbeteren van de sociale contacten. Sommige buren die al jaren vlak bij elkaar woonden, spraken elkaar voor het eerst. Er zijn ook een paar nieuwe contacten gelegd, maar verder zijn vooral de al lopende contacten aangehaald. Hoewel het de bedoeling was om met de koffie ook nieuwere bewoners uit de straat te bereiken, is dat niet gelukt. Rol van de gemeente Door het project is het contact met de gemeente beter geworden. De gemeenteambtenaar heeft er bijvoorbeeld volgens de bewoners voor gezorgd dat er een probleem met een verkeersbord is opgelost. "De gemeente moet duidelijk maken dat ze dit soort initiatieven ondersteunt en dat je bijvoorbeeld je straat wel kan afsluiten voor een activiteit en een verkeersbord kunt laten verplaatsen." Wel zouden zij een kleine aanmoediging gewaardeerd hebben, bijvoorbeeld het geld voor een partytent. Dat kost weinig en wordt gezien als een ondersteuning voor dergelijke initiatieven.
4.6
Stap 6: structurele inbedding Ten aanzien van wat Burgers Aanzet opgeleverd heeft, is geconstateerd dat er enkele leuke activiteiten van de grond gekomen zijn en een aantal bewoners elkaar (beter) heeft leren kennen. Ook is er een direct en prettig contact tussen de gemeente en bewoners ontstaan, dat opener en vrijer is dan bijvoorbeeld het contact met professionals en verenigingen. De bewoners van hun kant weten de ambtenaar makkelijker te vinden als gevolg van dit proces.
Pagina 15
Burgers Aanzet
DSP - groep
De bewoners van de werkgroepen hebben echter geen nieuwe activiteiten meer georganiseerd. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid daarin wel serieus: "Want je hebt wel verwachtingen geschapen, en we willen proberen te voorkomen dat bewoners teleurgesteld raken. We zouden het heel jammer vinden als ze nu denken 'laat maar zitten'." De gemeente heeft daarom gekozen voor een follow-up in de vorm van wijktafelavonden, die telkens door circa 25 mensen worden bezocht. Bewoners brengen ideeën in en leggen contact met professionals en organisaties die actief zijn in de wijk, zoals de woningcorporatie en de politie. In het kader van het thema ‘mensen maken de buurt’ zijn buurtbewoners en de gemeente in gesprek gegaan met wijkpartners zoals de politie en Paladijn, over onderwerpen als ‘hoe ga je om met groepjes jongeren’ en ‘hoe zet je een buurtinitiatief op’. Dit zal een aanzet geven tot de beoogde steunstructuur van professionals in de wijk die initiatieven van bewoners ondersteunt. Verder is Burgers Aanzet een stimulans geweest om in Sterksel een nieuw project te starten: het Virtueel Plein Sterksel. Het is de bedoeling dat een digitale omgeving wordt opgezet waar bewoners informatie kunnen uitwisselen, elkaar digitaal kunnen ontmoeten en waar het aanbod van en de vraag naar eenvoudige dienstverlening en zorg aan elkaar gekoppeld worden.
Pagina 16
Burgers Aanzet
DSP - groep
5 Conclusies en lessen
In deze rapportage hebben we een pilot geëvalueerd met de methodiek Burgers Aanzet, een bewonerparticipatietraject dat ontwikkeld en uitgetest is in de Brabantse plattelandsgemeente Heeze-Leende. Deze methodiek heeft als doel de sociale samenhang te versterken; wijkbewoners leren elkaar beter kennen en gaan meer voor elkaar doen, hun netwerkstructuren verbreden en ze raken meer betrokken bij de buurt. Belangrijk is dat bewoners vooral verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en hun medebewoners bij het oplossen van problemen. De vragen zijn op dit moment: • Wat kunnen we nu concluderen ten aanzien van de werkzaamheid van Burgers Aanzet als methodiek? • Zijn de beoogde effecten bereikt? • En welke lessen zijn er te leren uit dit traject? Burgers Aanzet als methodiek Ten aanzien van de methodiek en het verloop van het proces, kijken we naar de zes stappen van de methodiek. De buurtkeuze -stap 1- verliep prima en leverde geen enkel probleem op. Ook het werven van buurtambassadeurs -stap 2- leverde voldoende en gemotiveerde mensen op. De benaderde bewoners toonden zich over het algemeen bereid om die functie te vervullen. Uit de evaluatie bleek echter dat de ambassadeurs vooral bij aanvang een belangrijke rol hebben gespeeld, namelijk bij de startmeting. De aanpak, waarbij tussenpersonen zoals deze buurtambassadeurs de vragenlijsten persoonlijk wegbrachten en ophaalden, was succesvol en verhoogde de respons op de vragenlijst tot ruim 80%. In het verdere proces heeft slechts een deel van de buurtambassadeurs nog een prominente rol gespeeld. De activeringsbijeenkomsten -stap 4- werden wisselend bezocht. Voor de gemeente waren de onderzoeksuitkomsten een welkom startpunt van gesprek, omdat hieruit bleek dat er een groep bewoners was die best actiever zou willen worden voor de buurt. Onder de bewoners waren de meningen over de activeringsbijeenkomsten verdeeld; sommigen waren positief en anderen niet. De vijfde stap, die geduid was als 'buurtsessies' en de vorm had van bewonerswerkgroepen, resulteerde in diverse activiteiten. Zo werden er in drie buurten ontmoetingsactiviteiten georganiseerd, zoals een buurtfeest en een koffiemiddag, en één werkgroep boog zich over de verkeersveiligheid. Daar waar de werkgroep de bewoners liet focussen op fysieke verbeteringen in de buurtaspecten, kwam de werkgroep in de rol van een soort 'klachtenloket' terecht, waar ze zelf uiteindelijk vanaf wilde. De buurtmiddagen werden het meest positief ontvangen. De kleinschaligheid en de laagdrempeligheid ervan werden gewaardeerd door de organisatoren en deelnemers. De middagen waren gezellig en kwamen tegemoet aan een behoefte aan kennismaken en ontmoeting, een behoefte die blijkbaar leeft onder bewoners. Aan de invulling van stap 6, het ontwikkelen van een steunstructuur in de buurten, werkt de gemeente momenteel nog.
Pagina 17
Burgers Aanzet
DSP - groep
Opbrengsten van Burgers Aanzet Wat de activiteiten vooral hebben opgeleverd is dat de contacten tussen bewoners zijn aangehaald en soms vernieuwd. De werkgroepleden vonden het 'leuk' en 'gezellig' om samen iets te organiseren voor de buurt. De nieuwsbrieven van één werkgroep hebben er voor gezorgd dat bewoners zich bewuster zijn geworden van hun woonomgeving, in de zin dat ze beter weten wie waar woont. Ook zijn er een aantal kleine verbeteringen aangebracht in de buurt, zoals het plaatsen van een bankje en paaltjes. Een derde opbrengst is dat bewoners een directer en beter contact met de gemeente hebben gekregen, die in de persoon van de ambtenaar een 'gezicht' heeft gekregen. De doelstellingen 'hulprelaties' en 'netwerkstructuren vergroten en verbreden' van Burgers Aanzet, zijn niet gehaald. De activiteiten leenden zich daar niet voor en wellicht waren die doelstellingen ook wat te ambitieus voor het eerste stadium. Bewoners gaven aan dat zij het expliciet aanbieden, maar ook het aannemen, van hulp niet bij burencontact vinden horen. Zij zijn primair geïnteresseerd in eenvoudige en laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten, iets wat ook bleek uit de startmeting. De uitkomsten van deze evaluatie zijn consistent met uitkomsten van ander onderzoek. Ook daaruit komt steeds opnieuw naar voren dat 'thuisvoelen' vooral samenhangt met mensen kennen en herkend worden1. Het tot stand brengen van hulprelaties op lokaal niveau is wel mogelijk, maar uit privacy overwegingen niet altijd wenselijk tussen buren 2. De meeste bewoners willen graag weten wie hun buren zijn en een deel van hen is best bereid een oogje in het zeil te houden, iets wat verschillende bewoners in de Apollo- en Schildersbuurt aangaven al te doen. Ook worden barbecues en andere feestjes, gericht op ontmoeting en kortstondig vrijblijvend contact, gewaardeerd. Maar tot meer structurele contacten, laat staan hulprelaties, leiden deze activiteiten niet. Onze conclusie is dat de methodiek Burgers Aanzet de potentie in zich heeft om bewoners te stimuleren samen laagdrempelige en kleinschalige ontmoetingsactiviteiten te organiseren voor de buurt. Op onderdelen zijn er echter nog een aantal lessen te leren en wij bevelen een aantal wijzigingen aan. Lessen en aanbevelingen • In meer algemene zin geldt dat Burgers Aanzet in de huidige vorm geschikt is om bewoners te stimuleren actief te worden in de organisatie van kennismakingsactiviteiten die ze leuk vinden en die de onderlinge contacten in de buurt aanhalen. Voor het ontwikkelen en versterken van steunstructuren en steunnetwerken tussen bewoners zijn echter aanvullende acties en projecten nodig die gericht zijn op kwetsbare bewoners en die ondersteund worden door professionals. • Wanneer bij een behoeftepeiling of startmeting gebruik wordt gemaakt van schriftelijke vragenlijsten, bevelen wij aan om tussenpersonen in te zetten, zoals de buurtambassadeurs, die de vragenlijsten persoonlijk ophalen. Een hoge respons is bij dit type kwantitatief onderzoek namelijk cruciaal, omdat de cijfers anders te weinig representatief zijn. De lokale
Noot 1 Noot 2
Pagina 18
Zie Thuisvoelen in de buurt; een kwalitatieve verkenning naar de beleving van sociale samenhang in de buurt. Maaike Dautzenberg. DSP-groep 2009. Zie onder andere Jos van der Lans 2003. Het woninkrijk der bloemstraters Amsterdam: Uitgeverij De Balie; Paul Schnabel, Rob Bijl en Joep de Hart (red.). 2008. Betrekkelijke betrokkenheid; studies in sociale cohesie. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.
Burgers Aanzet
DSP - groep
•
•
•
•
•
•
Noot 3 Noot 4 Noot 5
Pagina 19
tussenpersonen zorgen blijkbaar voor die hoge respons. Wat betreft de behoeftepeilingen aan de hand van vragenlijsten, bevelen wij aan om op zoek te gaan naar creatievere en ludieke aanpakken, en daarbij te oriënteren op wat elders in Nederland gebeurt. Er zijn tal van inspirerende voorbeelden te vinden, onder andere in de gemeente Arnhem, waar goede ervaringen zijn opgedaan met de buurtaanpak Geitenkamp Voor Elkaar3. De ervaring heeft geleerd dat een persoonlijke benadering met vis-à-vis gesprekken per doelgroep, heel goed werkt om allerlei verschillende bewonersgroepen betrokken en actief te krijgen. Ook voor activerende bewonersbijeenkomsten voor projecten zijn goede voorbeelden van ludieke avonden beschikbaar, met speelse elementen die de avond verlevendigen4. De continuïteit is een punt van aandacht. Zonder steun van buitenaf blijft het vaak bij een eenmalige activiteit. Om Burgers Aanzet tot een 'perpetuum mobile' te maken, is extra en blijvende ondersteuning van buitenaf noodzakelijk. Heeze-Leende vormt overigens geen uitzondering: uit onderzoek blijkt dat spontane burgerinitiatieven meestal weinig spontaan zijn en het resultaat van professionals die samen met bewoners een traject vorm geven5. Professionele ondersteuning zal moeten worden gegeven door beroepskrachten uit de welzijnssector of de woningcorporatie die ervaring hebben met bewonercontacten. Zij kunnen nieuwe ideeën aanleveren en fungeren als intermediair, of als bemiddelaar daar waar zaken stroef lopen. Net als in veel andere gemeenten, is in Heeze-Leende sprake van wederzijdse negatieve beeldvorming van bewoners en gemeente. Bij de gemeente lijkt het beeld te heersen dat bewoners geactiveerd moeten worden -en dus te weinig actief zijn-, zich eisend opstellen en weinig eigen verantwoordelijkheid nemen. Bij bewoners heerst het beeld dat ze niet gesteund worden, niet serieus worden genomen en dat soms een irreële inzet van hen wordt verwacht. De externe adviseur sprak in dit verband over een selffulfilling prophecy: wanneer een gemeente bewoners geen vertrouwen schenkt, is het niet makkelijk voor bewoners tot positieve actie komen. We concluderen dan ook dat op het vlak van onderling vertrouwen nog wel wat winst te behalen is. Tenslotte leert deze evaluatie, maar ook ander evaluatief onderzoek naar bewonerparticipatie, dat het slagen van deze trajecten bepaald wordt door een aantal voorwaarden: • Bewonerparticipatie komt alleen tot bloei wanneer dit een fundamentele keuze van een gemeente is en werkt alleen wanneer gemeentelijk medewerkers er tijd aan kunnen besteden. De ervaring leert dat de werkelijke tijd die nodig is, vele malen hoger ligt dan de van tevoren ingeschatte tijd. Dit betekent ook dat de betrokken medewerkers van hogerhand worden gesteund en zijn 'ingedekt'. • Bewonerparticipatie verlangt veel van de communicatieve vaardigheden van gemeentelijke medewerkers. Een open en vertrouwende houding naar bewoners betekent dat men zich verplaatst in bewoners, met hen meedenkt, en klachten- en 'wensenlijstjes' samen probeert te
Zie het rapport Goed voor elkaar! Evaluatie van de buurtaanpak Geitenkamp. Justin de Kleuver. DSP-groep 2008 (binnenkort beschikbaar). Zie ook www.wmoindebuurt.nl. Een overzicht van diverse ludieke aanpakken is beschikbaar bij DSP-groep en op www.wmoindebuurt.nl. Zie Hurenkamp H, Tonkens E en Duyvendak JW 2006. Wat burgers bezielt. Een onderzoek naar burgerinitiatieven. Universiteit van Amsterdam/NICIS Kenniscentrum Grote Steden.
Burgers Aanzet
DSP - groep
•
•
vertalen naar meer positieve acties. Vaak zal hij of zij veel geduld moeten hebben, niet zelf achter de tekentafel alles al uitdenken, en af en toe bereid zijn om gewoon bij een kop koffie 'aan de keukentafel' bij bewoners aan te schuiven voor overleg. Aan bewoners zal begrip gevraagd moeten worden -en helder uitgelegd moeten worden- met welke procedurele- en tijdsgrenzen gemeentelijke medewerkers te maken hebben. De ervaring in verschillende gemeenten heeft geleerd dat vooral de samenwerking op het vlak van verkeersmaatregelen tot frustratie en onbegrip. Bewoners vinden dat de gemeente traag is en 'niets doet', terwijl ze zich vaak onvoldoende realiseren dat verkeersmaatregelen onderdeel uitmaken van een groter geheel en van tijdrovende procedures. Dat vraagt om zorgvuldige en herhaaldelijke uitleg aan bewoners daarover. Budget is een belangrijke succesfactor. De mogelijkheid tot budget stimuleert bewoners om met ideeën te komen en het eigen beheer daarvan bij de uitvoering geeft een gevoel van verantwoordelijkheid. De ervaring leert dat met dergelijke budgetten zeer bewust en zuinig wordt omgesprongen door bewoners.
Bij dit alles blijft de vraag spelen waar de gemeentelijke verantwoordelijkheid begint en ophoudt. In de driehoek tussen bewoners, instellingen en lokaal bestuur is het zoeken naar wie verantwoordelijk is voor welke taken. Dat geeft altijd schurende vlakken, maar zonder schuren geen glans. Waar het om gaat is dat bewoners, professionals en gemeente een samenwerkingsproces ingaan. Het succes van dit proces kan worden afgemeten aan de uitkomst, maar wordt vooral bepaald door de wijze waarop dit proces zelf verloopt.
Pagina 20
Burgers Aanzet
DSP - groep
Bijlagen
Pagina 21
Burgers Aanzet
DSP - groep
Bijlage 1 Interviewleidraad
De activiteiten 1
Om wat voort soort activiteiten ging het? Hoe zijn deze gekozen?
2
Op welke manier is er bij de activiteit uitgegaan van wat bewoners wensten of waar zij behoefte aan hadden?
3
Hoe is het bereik van de activiteiten geweest: welke bewoners hebben wel of niet meegedaan en waarom?
4
Is er aandacht geschonken aan het betrekken van de kwetsbare bewoners in de wijk? Hoe?
5
Wat vindt u van de gekozen aanpak: wat ging goed en tegen welke knelpunten liep men aan? Met andere woorden: wat vindt u een hoogtepunt of een succes, en wat was een dieptepunt?
6
Wat vindt u van de inbreng van de gemeente? Hebt u het gevoel deze activiteit in gezamenlijkheid te hebben uitgevoerd? Wat zou u de gemeente als boodschap willen meegeven?
7
Als u het zou kunnen overdoen: wat zou behouden moeten blijven en wat moet een volgende keer echt anders?
Resultaten 8
Wat was het doel en wat heeft het traject voor u opgeleverd? Wat denkt u dat het voor andere bewoners heeft opgeleverd?
9
Vindt u dat er met deze activiteit bewoners in uw buurt 'in beweging' zijn gekomen in de zin van meer contacten zijn ontstaan tussen bewoners, meer onderlinge betrokkenheid is ontstaan, meer betrokkenheid op de buurt, mensen meer voor elkaar zijn doen?
10 Is er met deze activiteit echt iets nieuws en anders gebeurd en op gang gebracht? Of is het een voortzetting van wat al liep of gaande was? 11 Zijn er vanwege de activiteit nieuwe contacten tot stand gekomen tussen: • Bewoners onderling? • Tussen gemeente en bewoners? • Tussen bewoners en instellingen en organisaties die actief zijn in het werk, zoals het opbouwwerk, de kerk of clubs/verenigingen in de wijk?
Lessen en plannen voor de toekomst
Pagina 22
12
Wat zijn de plannen voor de komende tijd?
13
Wat verwacht u daarin van de gemeente of andere professionals/maatschappelijke instellingen?
Burgers Aanzet
DSP - groep