Burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 1
Sinds de 80-er jaren bestaat de mogelijkheid het DNA van gewassen te veranderen om ze andere erfelijke eigenschappen mee te geven. Dit zijn de zg. ‘genetisch gemodificeerde gewassen’, hierna kortweg ggg’s genoemd. De Werkgroep ‘Burgers voor gentechvrij voedsel’ heeft geconstateerd dat de producenten van deze ggg’s een sterk vertekend beeld geven van hun producten, om die vervolgens als een veilige en volwaardige vorm van voedsel naar voren te kunnen schuiven. Daarbij worden, zo blijkt steeds opnieuw, oneigenlijke middelen niet geschuwd om meer traditionele landbouwgewassen op afzienbare termijn uit de markt te drukken. De werkgroep wil de consument daartegen waarschuwen en onze overheid opmerkzaam maken op de bedoelingen van een zeer select groepje multinationals dat niets minder nastreeft dan de volledige controle over de wereldvoedselvoorziening middels hun gepatenteerde ggg’s. In de periode vanaf augustus 2009 tot heden heeft de Werkgroep ‘Burgers voor gentechvrij voedsel’ de ontwikkelingen rond ggg’s gevolgd en zich ingespannen om –te beginnen bij het Nijmeegse publiek– de consument daarvan op de hoogte te brengen. Inzet daarbij was allereerst het Nijmeegs publiek te mobiliseren om een protest te laten horen aan het adres van de regering in Den Haag en het Nijmeegse gemeentebestuur middels een burgerinitiatief te vragen dit protest door te geleiden naar Den Haag. De oproep van de werkgroep heeft tot op heden zo’n 4000 handtekeningen opgeleverd, afkomstig van mensen die natuurvoeding kopen en van handtekeningenacties bij diverse supermarkten, alles in Nijmegen. Na een inleidend overleg met de gemeente Nijmegen heeft de Werkgroep ‘Burgers voor gentechvrij voedsel’ besloten het protest van de Nijmeegse ondertekenaars in te dienen in de vorm van een burgerinitiatief, met daaraan voorafgaand de volgende overwegingen. a. Nijmegen is van oudsher een groene stad waar een verantwoord beheer van natuur en milieu bij de burgerij hoog in het vaandel staat en waar het bewustzijn over de mogelijke uitputting van een aantal natuurlijke hulpbronnen sterker en de belangstelling voor een duurzame leefstijl cq. duurzaam geproduceerd voedsel navenant groter wordt. b. De voorkeur van veel Nijmeegse burgers voor biologische voedingsmiddelen houdt gelijke tred met dit stijgende bewustzijn. Dat dit geen randverschijnsel is maar een trend, zien wij terug bij onze Duitse buren, alsook bij onze zuiderburen in België, en zeker ook in Frankrijk. c. Het kan niet toevallig zijn dat het afwijzen van ggg’s vrijwel 1:1 samenvalt met een voorkeur voor lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel. Die afwijzing van ggg’s wordt door 61% van de Europese consumenten onderschreven. d. Ggg’s kunnen niet als duurzaam geproduceerd voedsel worden beschouwd, omdat bij hun productie onnodig veel natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt, wat desondanks niet leidt tot een product dat beter is dan de producten van reguliere of biologische landbouw, maar wel tot hogere kosten. e. Er is in 2009 weer een nieuw particulier initiatief gestart tot productie van biologische gewassen op een perceel van 1,2 ha in de Ooijpolder. f. Veel Nijmegenaren hebben kennis genomen van de ontwikkelingen in de hele wereld met betrekking tot de sterk toegenomen productie van ggg’s, die met hun schadelijke effect op de bodem en het grotere beslag op natuurlijke hulpbronnen op termijn slechts kunnen leiden tot versnelde uitputting, tot globale voedseltekorten en tot inkomensongelijkheid, in plaats van tot het lenigen van de honger in de wereld. g. De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA heeft tot op heden niet de onafhankelijke positie ingenomen die van een instituut met een Europese status mag worden verwacht. h. De Europese Commissie –en niet in de laatste plaats Nederland– zou lering kunnen trekken uit de ontwikkelingen in de wereld (zelfs nog zonder het voorzorgsprincipe toe te passen, Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 2
gewoon met open ogen), waarna Europa zich wellicht eens zou kunnen gaan afvragen of het grootschalig toelaten van ggg’s in Europa niet een beetje voorbarig is. i. De agressieve verspreiding van nieuwe ggg’s in Amerika, China en India houdt geen gelijke tred met onafhankelijk onderzoek naar de gevolgen die het eten van voedsel bereid uit dergelijke gewassen op het menselijk organisme kunnen hebben. De bewijzen dat zoogdieren die ggg’s eten kwalijke effecten ondervinden, stapelen zich op. Het wordt dus steeds onwaarschijnlijker dat dit op de mens niet van toepassing zou zijn. j. De werkgroep verwacht dat vroeg of laat een verband zal worden gelegd tussen een aantal onverklaarbare ziektebeelden op het Amerikaanse continent en het toenemende gebruik van gg-voedingsmiddelen aldaar. k. Dat er vanuit de WTO druk op Europa wordt uitgeoefend om ggg’s toe te laten hoeft geenszins te betekenen dat Europa zonder adequaat veiligheidsonderzoek dezelfde kritiekloze weg zou moeten gaan. l. Er bestaat een schrille tegenstelling tussen het subsidiëren van gentechnologisch onderzoek met aardgasbaten, en de afwezigheid van fondsen voor het uitvoeren van contra-expertise die de positieve berichtgeving van multinationals inzake de effecten van ggg’s zou moeten staven. m. Veel Nijmegenaren voorzien dat door het positieve toelatingsbeleid van de Europese Commissie ter zake van ggg’s, de in Amerika optredende problemen naar Europa zullen overwaaien en een direct gevaar zullen gaan vormen voor het functioneren van de biologische en reguliere landbouw in de Nijmeegse regio, alsook in de rest van Nederland. n. Veel Nijmegenaren zijn niet gelukkig met de concentratie van macht over ons voedsel in de handen van een klein aantal multinationals, dat het patentrecht op zaden misbruikt om met ggg’s de mondiale zaadhandel verder te monopoliseren ten koste van de biologische en reguliere landbouw. De werkgroep komt tot de conclusie dat er voor het voortbestaan van de biologische en reguliere landbouw een potentieel gevaarlijke situatie wordt gecreëerd, door in toenemende mate ggg’s in Europa toe te laten: • zonder dat een bevredigend antwoord is gevonden op de contaminatieproblematiek verbonden met de introductie van ggg’s, een type gewas waar noch boeren, noch consumenten om hebben gevraagd en waarvoor de vervuiler niet betaalt, maar dat wel bij ongewijzigd beleid de vrijheid om voor biologische of reguliere gewassen te kunnen kiezen ernstig zal beknotten, en •
zonder dat de nationale overheid onafhankelijk onderzoek stimuleert naar de mogelijke gezondheidsrisico’s voor het menselijk en dierlijk organisme en
•
zonder dat acht wordt geslagen op de negatieve gevolgen van de teelt van ggg’s, die zich steeds duidelijker gaan aftekenen op het Amerikaanse en Aziatische continent en
•
zonder dat aan de misplaatste toepassing van het octrooirecht en de oprukkende monopolisering in de mondiale zaadhandel een halt wordt toegeroepen.
De werkgroep is van mening dat met het versneld toelaten van ggg’s in Europa voorbij wordt gegaan aan de toepassing van het in Europa algemeen erkende voorzorgsprincipe. Zij ziet geen objectieve grond voor het gebruik en de teelt van ggg’s zolang niet met onafhankelijke methodieken is aangetoond dat het gebruik van genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen absoluut veilig is voor menselijke consumptie. Zij heeft grote bezwaren tegen de concentratie van de macht over de wereldvoedselvoorziening in de handen van slechts weinigen en wil daarom pleiten voor het terugdraaien van de mogelijkheid in Europa patent te nemen op specifieke gen-sequenties die Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 3
in levende organismen voorkomen, los van de vraag of de bedoelde sequenties aanwezig zijn als resultaat van een genetische manipulatie of als resultaat van evolutionaire ontwikkeling. Op grond van al het voorgaande vraagt de werkgroep ‘Burgers voor gentechvrij voedsel’ de Gemeente Nijmegen het burgerinitiatief “Nijmegen gentechvrij” te honoreren door 1) Te besluiten Nijmegen tot gentechvrije stad te verklaren en een persverklaring uit te geven van die strekking, om daarmee te benadrukken dat veel Nijmegenaren de voorkeur geven aan een gentechvrije samenleving. Ook wordt de gemeente verzocht de bezwaren die in het burgerinitiatief zijn verwoord middels een brief over te brengen aan de regering, alsmede de beide Kamers in Den Haag (met een kopie ter informatie aan de Provinciale Staten van Gelderland). Een mogelijke formulering daarvan is opgenomen onder punt 1) van de Toelichting op de punten van het burgerinitiatief. 2) De juridische faculteit van de Radboud Universiteit te vragen onderzoek te initiëren waarin
zal worden nagegaan welke mogelijkheden het raamwerk van de Europese richtlijn 2001/18/EG biedt om deze subsidiair, op lokaal niveau, uit te werken ten behoeve van de bescherming van reguliere en biologische teelten tegen niet-doelbewuste aanwezigheid van ggg's. Dit om te voorzien in de lacune op nationaal niveau, waar tot op heden geen, of onvoldoende invulling aan de richtlijn werd gegeven. Het zg. co-existentiemandaat wordt besproken in art. 26bis 1e lid, van bedoelde richtlijn*). Ook zij in dit verband verwezen naar de conclusies 15 t/m 18 van de Milieu Raad van 4 december 2008, waarin het mandaat voor instellen van ggo-vrije zones langs kwetsbare (natuur)gebieden wordt onderstreept. De werkgroep wil met bovenstaande punten bereiken dat er een signaal wordt afgegeven in de richting van de nationale en Europese overheid, om - een behoorlijke invulling te geven aan het voorzorgsprincipe, - niet langer in te gaan tegen de wens van meer dan 60% van de Europese consumenten, - de biologische en reguliere landbouw op effectieve wijze te beschermen en - met voortvarendheid te komen tot contra-expertise die onomstotelijk aantoont dat mens en dier geen gezondheidsrisico’s lopen bij het consumeren van genetisch gemodificeerd voedsel. In het verlengde van de punten 1) en 2) vraagt de werkgroep de Gemeente Nijmegen 3) De bezwaren van Nijmeegse burgers omtrent de veiligheid van ggg’s mee te delen aan het adres van bedrijven, in het geval dat deze kenbaar maken op Nijmeegs grondgebied teeltproeven met ggg’s te willen opzetten. 4) Een gemeentelijke Nota Duurzaamheid op te (doen) stellen waarin wordt nagegaan hoe het begrip duurzaamheid in gemeentelijk beleid kan worden omgezet op een wijze die verder gaat dan het alleen toepassen van een aantal landelijke richtlijnen ter zake. Met name vraagt de werkgroep het begrip ‘gentechvrij’ in de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen handen en voeten te geven, om op die wijze recht te doen aan de titel van dit burgerinitiatief. Verwezen zij verder naar hetgeen hierover in de toelichting bij punt 4) is vermeld.
*) Amendement 44 ARTIKEL 43 BIS (nieuw) Artikel 26 bis (nieuw) (Richtlijn 2001/18/EG) Een nieuw artikel 26 bis bepaalt dat de lidstaten alle passende maatregelen kunnen nemen om toevallige aanwezigheid van ggo’s in andere producten te voorkomen. Deze coëxistentie maatregelen worden dus niet opgelegd door de Commissie maar dienen op basis van het principe van de subsidiariteit door de lidstaten zelf te worden uitgewerkt. Op nationaal niveau heeft Nederland hierop tot dusverre weinig actie ondernomen.
Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 4
Achtergrond Ggg’s (genetisch gemodificeerde gewassen) worden hoofdzakelijk geproduceerd door een klein aantal zeer kapitaalkrachtige multinationals, die voldoende middelen bezitten om het moeizame proces te doorlopen waarbij in het laboratorium uiteindelijk (na enorme verliezen aan testmateriaal) een plant kan worden geselecteerd die de gewenste nieuwe eigenschap bezit én bovendien geschikt is voor verdere vermeerdering (zaadvast is). De belangrijkste reden dat er zoveel moeite werd -en wordt- gestoken in de ontwikkeling van ggg’s is, dat in Amerika in de 80-er jaren na een arrest van het Hooggerechtshof de mogelijkheid werd geopend om levende organismen, en dus ook zaden te patenteren. Een van bovengenoemde multinationals zag hierin een gouden kans om een gewas te creëren dat zou kunnen overleven bij toepassing van een herbicide dat weliswaar door henzelf werd gefabriceerd, maar waarvan het octrooi binnenkort zou aflopen. Met behulp van het nieuwe -gepatenteerde- gewas zou de verkoop van hun herbicide tot in lengte van jaren kunnen worden gekoppeld aan de verkoop van het nieuwe gemodificeerde gewas. Een leuk uitgangspunt: nieuwe gewassen ontwikkelen om meer bestrijdingsmiddelen te kunnen verkopen! De kwaliteit van het voedsel staat ergens op het 2e plan. En hoe belangrijk de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk is in dit verhaal is zacht gezegd discutabel. Tegen deze achtergrond vond een stormachtige ontwikkeling plaats van 2 typen gg-gewassen: Type 1. is resistent gemaakt tegen een onkruidbestrijdingsmiddel dat hetzelfde bedrijf in tandem kan verkopen met zijn Type 1. gewas Type 2. produceert zelf in elke cel een insecticide (Bt-toxine) tegen ongewenste insecten. Voor beide typen geldt het nadeel dat de gebruikte pesticiden in zo’n overmaat aanwezig zijn dat planten en dieren die ermee in aanraking komen snel resistent worden, of als soort worden uitgeroeid. Ook planten en insecten die niet bestreden hoeven te worden ondergaan dit lot. Allerlei andere typen gemodificeerde gewassen zijn wel door de multinationals in het vooruitzicht gesteld, maar komen slechts heel moeizaam voorbij de laboratorium-fase, of worden door de consument niet geaccepteerd. Het is evident dat sinds de Europese etiketteringsverplichting in 2004 van kracht is geworden, veel voedselproducenten sindsdien nalaten om ggg’s in verpakt voedsel te verwerken. In Amerika wordt dat wel gedaan, omdat daar geen etiketteringsverplichting voor ggg’s van kracht is. Een andere reden dat multinationals zich voornamelijk blijven concentreren op ggg’s van Type 1 en 2, is dat de gewassen in kwestie (voornamelijk soja, maïs, koolzaad en nu ook alfalfa en suikerbieten) zeer geschikt zijn als veevoer, dat gemakkelijk –ook in Europa– in enorme hoeveelheden kan worden afgezet zonder dat de consument daar weet van heeft. Inleiding Op het eerste gezicht is er weinig aan de hand: er wordt er in de media niet veel aandacht besteed aan de ontwikkelingen rond ‘genetisch gemodificeerde gewassen’ en er lijken in Nederland nog geen gezondheidsproblemen voor te komen die terug te voeren zijn op het gebruik van genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen. Voor zover er al aandacht is voor deze onderwerpen, is die gematigd positief. Ggg’s worden vaak besproken onder het kopje ‘innovatie’ of ‘onze kenniseconomie’, en daarmee is de positieve toon gezet. Die wordt verder ook zorgvuldig gecultiveerd door de ministeries in Den Haag. Er zit echter een andere kant aan ggg’s die in de media wat minder graag belicht wordt. Die heeft te maken met • de door de gentech-multinationals verzwegen of gemanipuleerde uitkomsten van proeven met zoogdieren die niet zo gunstig uitpakken voor het gebruik van ggg’s, • de monopoliepositie die gentech-zaadbedrijven aan het creëren zijn op de wereldmarkt door steeds meer patenten te nemen op zaden, • de lobby-activiteiten die een aantal multinationals ontwikkelen bij de beïnvloeding van regeringen en van de EC om ggg’s toegelaten te krijgen en
Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’ •
19 mrt 2011
Pagina 5
het in diskrediet brengen van die enkele onafhankelijke wetenschapper of landbouwer die nog kritische geluiden durft te laten horen ten aanzien van nut, noodzaak en prestaties van gentechgewassen.
De werkgroep probeert al deze zaken voor het voetlicht te brengen en de publieke opinie te mobiliseren tegen de ongefundeerd positieve houding van Nederlandse en Europese overheden t.o.v. de toelating van ggg’s in Europa. Het door de werkgroep opgestelde burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’ heeft ten doel een signaal te zenden naar de regering in Den Haag m.b.t. de ontevredenheid die leeft in Nijmegen ter zake van het gevoerde pro-gentechbeleid. Tot op heden heeft het burgerinitiatief een respons van ca. 4000 handtekeningen opgeleverd. Toelichting op de overwegingen van het burgerinitiatief a. In Nijmegen ligt het aantal natuurvoedingswinkels ver boven het landelijk gemiddelde en de vraag naar natuurvoeding dus ook. b. Getuige bijgaand kaartje hebben tal van steden in Noordrijn Westfalen in Duitsland zichzelf al uitgeroepen tot gentechvrije gemeente. Nederland loopt op dat punt ver achter, en ook op België, Luxemburg en Frankrijk. c. Er valt binnen onze regio een toename te bespeuren in interesse voor het lokaal produceren van voedsel, zowel onder particulieren (volkstuinders, Boer Koekoek), bij organisaties (Transition Town Nijmegen) als bij bedrijven zoals verenigd in voedselcoöperatie Oregional. In Eurobarometer “Europeans and Biotechnology in 2010, winds of change?” EUR 24537 EN, Oct 2010 wordt in Fig 13 op blz 37 weergegeven dat 61% van de Europese consumenten tegen de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen is. d. In de VS wordt duidelijk dat het verbouwen van ggg’s evenveel kunstmest en veel meer herbiciden vraagt, maar tegelijkertijd consequenties heeft voor de bodemvruchtbaarheid, het bodemleven, resistentie van onkruiden en insecten, en verlies van diversiteit in flora en fauna. Daarnaast wordt duidelijk dat genetisch gemodificeerde gewassen door het modificatieproces gevoeliger zijn geworden voor ziekten en plagen en vreemde eiwitten produceren die allergieën veroorzaken. Een recent rapport van Olivier de Schutter, Speciaal VN-rapporteur voor het Recht op Voedsel, geeft aan dat biologische landbouwmethoden veel geschikter zijn voor kleinschalige ecologische landbouw, hogere opbrengsten leveren, minder kosten door weinig externe inputs en minder schadelijke invloeden (zoals van chemicaliën) ondervinden. e. In 2009 is Boer Koekoek op een perceel van 1,2 ha in de Ooijpolder een biologische tuinderij begonnen, een initiatief dat veel Nijmegenaren graag beschermd en zo mogelijk uitgebreid zouden willen zien; f. Ggg’s worden door de producenten altijd gepromoot als DE oplossing voor de wereldvoedseltekorten. In werkelijkheid leveren ggg’s structureel niet meer op, maar gaat de Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 6
productie van ggg’s wel gepaard met een structureel toegenomen gebruik van herbiciden en insecticiden, die de bodem zwaar vervuilen en onbruikbaar maken, niet selectief werken en daardoor zeer schadelijk uitwerken op de diversiteit aan gewassen, bodemleven en insecten. Een goed voorbeeld van de invloed van allerlei bestrijdingsmiddelen is de afname van de bijenstand die nu optreedt. Een ander probleem is dat de overmaat aan monotoon toegepaste gifstoffen in veel gevallen resistentie veroorzaakt bij plant en dier, waardoor het gebruik van gifstoffen verder wordt opgedreven in plaats van verminderd, zoals steeds wordt beloofd. Al deze ontwikkelingen samen kunnen ONMOGELIJK leiden tot toename van het wereldlandbouwareaal en reductie van wereldvoedseltekorten. Verder rusten op het gebruik van ggg’s patenten, die verdere ontwikkelingen bevriezen en alleen goed zijn voor een klein aantal multinationals (monopolisering). Aan de gebruikerskant veroorzaken patenten inkomensontwrichting bij kleine boeren en onnodige prijsverhogingen bij consumenten. Meer in het algemeen veroorzaken ggg’s slechts schade voor de gebruikers, in termen van volksgezondheid, milieukwaliteit, biodiversiteit in de landbouw, inkomensverdeling en sociale gelijkheid in de wereld. g. Er is in de wereld een aantal trends te bespeuren dat erop wijst dat Europa weinig reden heeft om snel door te gaan met het toelaten van ggg’s. De teelt levert landbouwkundige, bodemkundige, milieutechnische en socio-economische nadelen op, die met de tijd progressief toenemen. • De teelt van ggg’s is een nieuwe variant op het industriële landbouwconcept, die de reeds talloze jaren bekende nadelen daarvan verder vergroot, in de zin dat schaalvergroting niet ongelimiteerd door kan gaan zonder de grenzen van de productiecapaciteit van landbouwgronden te overschrijden en de noodzakelijke volwaardigheid van het geproduceerde gewas uit het oog te verliezen. Anders gezegd: als je grond en gewas tot de limieten van het productiepotentieel opjaagt zonder de groeicondities die voor een volwaardig gewas nodig zijn in acht te nemen, creëer je geen volwaardige plantindividuen meer, maar zombies die louter uit stikstof, fosfor en kalium zijn opgebouwd en voor de mens alleen maar vulstof en geen voedingswaarde meer vertegenwoordigen. • Ggg’s reageren -nog sterker dan bij moderne reguliere gewassen al het geval is- op ongunstige productieomstandigheden die voorkomen op de desbetreffende locatie. Een gevolg daarvan is dat een kleine afwijking van het optimum al voldoende is om opbrengstverliezen te veroorzaken. Dat houdt in dat elke boer die niet voldoende kapitaalkrachtig is om de perfecte teeltcondities na te streven, al bij voorbaat op verlies wordt gezet. Het is nu niet moeilijk meer om te bedenken wat dit voor de kleine boer in een ontwikkelingsland betekent, die meestal alleen over een hak en zijn handen beschikt. • De ggg’s daarentegen die momenteel op de markt worden gebracht kunnen niet zonder pesticiden: óf ze produceren het zelf in elke cel, óf het moet worden toegediend door de landbouwer. De enorme hoeveelheden die hiermee continue in het milieu gebracht worden betekenen een ernstige aanslag op de milieukwaliteit in gebieden waar ggg’s worden verbouwd, zowel voor mens, plant als dier. • Het veevoer in Nederland is al voor 97% en meer genetisch gemodificeerd en wordt geïmporteerd uit N- en Z-Amerika. Dit heeft onvoorstelbare schade aan het regenwoud in de Amazone tot gevolg en zeer ernstige gevolgen voor de lokale bevolking, die met herbiciden vergiftigd wordt of gewoon weggejaagd. In dit verband is het wel heel erg cynisch te noemen dat organisaties als het WNF en Solidaridad samen met de veevoederbranche in het kader van de RTRS besloten hebben om gentech-veevoer voortaan als ‘Responsible’ te gaan aanprijzen bij onze supermarkten. h. Proeven op zoogdieren hebben aangetoond dat het eten van voedsel bereid uit ggg’s niet zonder gevolgen blijft, met name voor de verteringsorganen en de voortplanting. Maar er treden ook allergieën op. Daarnaast hebben de residuen van achtergebleven pesticiden een Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 7
duidelijke invloed. Er is dus bij ggg’s sprake van nogal wat lichaamsvreemde stoffen die het organisme niet kan hanteren. Zolang er sprake is van relatief kleine hoeveelheden ggg’s in het voedselpakket, zijn de gevolgen moeilijk te herkennen. Maar dieren die exclusief op ggg’s moeten leven zijn zeer slecht af en zijn nauwelijks in staat nog volwaardig nageslacht te produceren. i. De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA heeft tot op heden geen onafhankelijk onderzoek benut of uitgevoerd naar de veiligheid van nieuwe ggg’s, en heeft blind gevaren op de subjectieve visie die door multinationals wordt gepresenteerd in hun rapportages. Die zijn slechts gericht op toelating van gg-gewassen in Europa. Ook de EFSA wordt, evenals de FDA (de Food and Drug Administration in Amerika), ‘bezocht’ door draaideur-specialisten die zich beurtelings door de EFSA of door een gentech-multinational laten inhuren. Er is daarom reden tot twijfel over de objectiviteit van de EFSA t.o.v. ggg’s. j. In april 2004 heeft de EC een richtlijn uitgevaardigd waarin verplicht wordt gesteld dat een plantaardig voedsel-ingrediënt dat voor meer dan 0,9% uit ggg’s bestaat, als zodanig op het etiket moet worden aangegeven. Sindsdien hebben veel voedselproducenten het gebruik van ggg’s gestaakt, omdat zij die vermelding op de verpakking niet aandurfden. Waarom niet? Omdat de consument een intuïtieve afkeer heeft van gg-voedingsmiddelen. In Amerika is dat zelfs nog sterker dan in Europa (80% versus 60%). Toch kan de Amerikaanse consument niet kiezen, omdat de Europese etiketteringsverplichting in de VS niet geldt. Daardoor kunnen de in Amerika opgedoken welvaartsziekten ook niet worden onderzocht op hun relatie met het opkomen van ggg’s en gg-voedingsmiddelen. Dit door toedoen van de desbetreffende multinationals, die via hun stromannen in de Amerikaanse FDA hebben doorgedrukt dat ggproducten niet als zodanig geëtiketteerd behoefden te worden. k. In de WTO (de Wereldhandelsorganisatie) wordt met name door de VS en Canada steeds meer druk uitgeoefend op Europa, om ggg’s toe te laten in het kader van de vrijhandelsverdragen. Recentelijk heeft Brazilië zich daarbij aangesloten met de mededeling dat Europa zonder extra importheffingen enorme quota’s vlees moet toelaten van vee dat met ggg’s is grootgebracht. l. In Nederland wordt gentechnologie beschouwd als speerpunt van onze kenniseconomie. Dienovereenkomstig heerst in Den Haag de opvatting dat ggg’s er onder alle omstandigheden moeten komen. Minister Verburg wilde daarom ook niet discussiëren over ‘OF’, maar alleen over ‘WANNEER’. In dit licht kan ook het subsidiëren van gentechnologisch onderzoek met aardgasbaten begrepen worden, en de afwezigheid van fondsen voor contra-expertise die de positieve berichtgeving van multinationals inzake de effecten van ggg’s zou moeten staven. m. In reactie op de onenigheid die –nog steeds– tussen Europese lidstaten bestaat over het te voeren toelatingsbeleid ter zake van ggg’s, heeft de Europese Commissie een constructie bedacht waarbij ggg’s in principe onderworpen zijn aan het (positieve) toelatingsbeleid van de EC, maar de lidstaten zelf nog wat beslissingen in de marge kunnen nemen over de feitelijke teeltcondities. Dit betekent dat ggg’s in principe al met één voet binnen staan en de lidstaten nog slechts een paar argumenten mogen hanteren om te proberen de ggg’s nog tegen te houden. In Nederland betekent dit met de positieve houding van Den Haag en de geringe inspanningen die sinds 2003 zijn gedaan om de co-existentie met reguliere en biologische teelten te regelen, dat de ggg’s in een gespreid bedje gaan belanden en de reguliere en biologische teelten steeds meer last van contaminatie zullen gaan ondervinden, uitmondend in een situatie waarin het leven voor biologische en reguliere telers uiteindelijk onmogelijk zal worden. n. Over de legitimiteit van patenten op zaden en levende organismen in het algemeen is nauwelijks fundamentele discussie gevoerd in Europa, en al helemaal niet in de VS, waar één enkele rechter van het Hooggerechtshof ooit bepaalde dat het patenteren van levende organismen toelaatbaar was. Toch is precies dat de reden, dat een handjevol multinationals nu Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 8
op mondiale schaal de gelegenheid krijgt om te grijpen naar de macht over ons voedsel. Dit gaat op termijn absurde consequenties krijgen voor de wereldvoedselvoorziening als geheel, omdat de gentech-multinationals er met het patentrecht in de hand alles aan doen om de biologische en reguliere landbouw van hun zaaigoed te beroven, door het steeds slinkende aantal onafhankelijke zaadbedrijven nog verder te reduceren. Toelichting op de punten van het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’ 1. Een mogelijke formulering van de brief aan ‘Den Haag’ zou als volgt kunnen luiden: o De introductie van ggg’s in ons voedsel en in ons leefmilieu is onvoldoende gebaseerd op een wetenschappelijke analyse van de risico’s, voor de menselijke gezondheid, en het voortbestaan van de reguliere en biologische landbouw respectievelijk. o Het afwijzen van ggg’s door 61% van de Europese burgers wordt niet gereflecteerd door het toegeeflijke beleid dat zowel door Den Haag als door Brussel op het moment wordt gevoerd bij het toelaten van nieuwe gg-gewassen in Europa. Het is daardoor van des te groter belang dat de EFSA niet alleen onderzoek beoordeelt van bedrijven die vergunning aanvragen voor de toelating van ggg’s in Europa, maar ook de resultaten van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek dat is uitgevoerd door niet-belanghebbenden. o In een beleid dat gericht is op duurzaamheid en diversiteit kan geen ruimte zijn voor het toestaan van teelt en gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen die een grotere milieubelasting door pesticiden veroorzaken, en met navenante gevolgen voor de productiecapaciteit van de bodem op langere termijn. De persverklaring zou er als volgt kunnen uitzien: Er is nog veel te weinig bekend over de risico’s van het gebruik van genetisch gemodificeerd voedsel, zowel voor consumenten, boeren als het milieu. De consument wil weten wat het met zijn gezondheid doet. Een boer wil weten wat hij precies verbouwt en wat eventuele risico's voor zijn land zijn. Tot slot is er te weinig bekend over de gevolgen van gentech voor het milieu. Gentechgewassen gaan maar moeilijk samen met duurzame landbouw en een eerlijke voedselverdeling. En kunnen de biologische en de reguliere landbouw wel blijven voortbestaan als gentechgewassen zich -gewild of ongewild- gaan verspreiden? Wie gaat er betalen voor schade die door genetisch gemodificeerde gewassen wordt toegebracht aan derden? Dat zijn vragen die nog niet beantwoord zijn. Met het toelaten van gentech-gewassen in Europa wordt vooruitgelopen op de resultaten van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek die nog niet beschikbaar zijn. Dat moeten wij niet willen. Ons voedsel is te belangrijk om de kwaliteitsbewaking toe te vertrouwen aan een klein aantal multinationals met grote financiële belangen. Wij vragen de nationale en Europese overheden om onafhankelijk te blijven bij het bewaken van de kwaliteit van ons voedsel, nu en in de toekomst. 2. Niet nodig 3. Niet nodig 4. In de gemeentelijke Nota Duurzaamheid zouden de volgende zaken aan de orde kunnen worden gesteld: o een korte bespreking van andere Nijmeegse initiatieven op het gebied van duurzaamheid waarop kan worden voortgebouwd; o het belang van gesloten kringlopen, voedselsoevereiniteit en lokaal en regionaal verbouwd voedsel voor de CO2-reductie; o het conflicterende karakter van de begrippen ‘gentechlandbouw’ en ‘duurzame landbouw’; o een lokale/regionale uitwerking van een definitie van duurzaamheid, uitmondend in de beschrijving van een duurzaam opererend lokaal/regionaal landbouwbedrijf;
Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl
Toelichting op het burgerinitiatief ‘Nijmegen gentechvrij’
19 mrt 2011
Pagina 9
o het vormgeven van een zo duurzaam mogelijk gemeentelijk beleid, waarin de gemeente duurzame vormen van landbouw beschermt om bedrijven zoals Boer Koekoek in staat te stellen gentechvrij te blijven werken; o een voedselinkoopbeleid voor gemeentelijke instellingen waarin ‘gentechvrij’ als bindende voorwaarde is opgenomen in de projectbeschrijvingen of daarin op afzienbare termijn zal worden opgenomen; o de wijze waarop de door Nijmegen geadopteerde millenniumdoelen No’s 1, 7 en 8 concreet met targets in de regio Nijmegen worden ingevuld. ! Millenniumdoel 1: Extreme honger en armoede zijn uitgebannen ! Millenniumdoel 7: Er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu ! Millenniumdoel 8: Er is meer eerlijke handel, schuldenverlichting en hulp
Werkgroep Burgers voor gentechvrij voedsel, Nijmegen
www.gentechvrijvoedsel.nl