Bureau Milieumetingen
- provincie
Gelderland
Emissieonderzoek bij Komeco B.V. te Dronten, d.d. 17 augustus 2012
Arnhem, september 2012 Rapportnr. Auteurs
:EM-12-39 : C. Jurcka / F. Kooijman
INSPtCIE l RvA 11GB Goedgekeurd door: Ing. F. te Pas Coördinator Bureau Milieumetingen
Autorisatie: Mr. J . de Leeuw Teammanager Handhaving Milieu 1
Datum : 19 september 2012
Datum : / ' ; / ^ / ' ^ M
Paraaf :
Paraaf :
^'t^cS^
= provincie
RapportTIlTz^
Gelderland
Pagina 3 van 14
INHOUD Samenvatting
5
1.
Inleiding
7
1.1
Algemeen
7
1.2
Doel van het onderzoek
7
2.
Opzet en uitvoering van het onderzoek
7
2.1
Toetsingskader
7
2.2
Meetprogramma
8
2.3
Beoordeling bemonsteringspunten en meetstrategie
8
2.3.1
Beoordeling bemonsteringspunten
8
2.3.2
Meetstrategie
8
3.
Komeco B.V. te Dronten
9
3.1
Procesbeschrijving
9
3.2
Procesomstandigheden tijdens het onderzoek
10
4.
Meetresultaten
10
4.1
Meetresultaten stof en NH3
10
4.2
Resultaten onderzoek stofsamenstelling
11
5.
Toetsing aan de emissie-eisen
12
5.1
Algemeen
12
5.2
Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen
13
6.
Conclusie
14
BIJLAGEN: Bijlage 1:
Beoordeling meetpunten
Bijlage 2:
Overzicht meetgegevens
Bijlage 3:
Meetmethoden
Bijlage 4:
Analyseresultaten
Bijlage 5:
Bedrijfsomstandigheden
Bijlage 6:
Definities stof
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 5 van 14
= provincie ^
_ •« j . „-i ^ J 8 l Q e r i 3 . n Q
Samenvatting Bureau Milieumetingen van de provincie Gelderland heeft op 17 augustus 2012 in opdracht van Provincie Flevoland emissiemetingen uitgevoerd bij Komeco B.V. te Dronten. De metingen zijn verricht aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de mestdrogerij met betrekking tot NHsen stof. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de vigerende omgevingsvergunning van 24 januari 2007, registratienummer 497461. Uit de resultaten van de NHa.metingen blijkt dat de emissie-eis wordt overschreden. Hiermee wordt vergunningsvoorschrift 4.1.1 van de vigerende omgevingsvergunning niet nageleefd. Uit de resultaten van de stofmetingen blijkt dat de stofconcentratie in het afgas van de centrale schoorsteen met 380 mg/mo ruim boven de emissie-eis (10 mg/mo^) uit vergunningsvoorschrift 4.1.2 ligt. Hiermee wordt vergunningsvoorschrift 4.1.2 van de vigerende omgevingsvergunning niet nageleefd. De overschrijding van de stofemissie-eis is niet volgens verwachting omdat naar aanleiding van de meting op 26 juli 2012 is gebleken dat de stoffilterbussen van het stoffilter defect waren en vervolgens alle stoffilterbussen zijn vervangen door nieuwe exemplaren. Er is daarom onderzoek gedaan naar de samenstelling van het bemonsterde stof. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het bemonsterde stof voor bijna 100% uit in water oplosbare zouten (vnl. ammoniumsulfaat) bestaat. Dit is verklaarbaar aangezien de laatste trap in het reinigingssysteem een zuurwasser is waarin ammoniak wordt afgevangen. Ammoniumsulfaat kan vanuit de zuurwasser in het vochtige afgas worden meegevoerd en vervolgens als stof bemonsterd. Uit de definitie van stof in de normen en de NeR blijkt niet ondubbelzinnig dat in vochtig afgas opgeloste zouten (in dit geval ammoniumsulfaat) als stof mag worden beschouwd. Daarom is een tweede toetsing uitgevoerd waarbij alleen de concentratie van het deel niet oplosbaar stof is vergeleken met de stofemissie-eis. De toetsingswaarde is 5,5 mg/mo^ en is lager dan de stofemissie-eis van 10 mg/mo^. De toetsingswaarde is hierbij alleen gecorrigeerd voor de standaard meetonzekerheid voor stofmeting omdat de meetonzekerheid van de bepaling van het niet oplosbaar stof vooralsnog niet bekend is. Er kan geen eensluidende conclusie worden getrokken dat de stofemissie-eis wordt overschreden.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
Rp lportnTS.°2-39
G elderl3.nd
Pagina 7 van 14
Inleiding 1.1
Algemeen
Op 17 augustus 2012 zijn door het Bureau Milieumetingen van provincie Gelderland bij Komeco B.V. te Dronten emissiemetingen uitgevoerd. De metingen zijn uitgevoerd aan de centrale schoorsteen van de mestdrogerij met betrekking tot NHaen stof. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de vigerende omgevingsvergunning. Bureau Milieumetingen van provincie Gelderland voert onafhankelijk milieuonderzoek uit in dienst van de overheid. Ze voert een kwaliteitssysteem conform de NEN-EN-ISO/IEG 17020. Het bureau is voor de inspectie van de emissies naar lucht van stof en NH3 (concentratie en vracht) als inspectieinstelling geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA) onder nummer 1-168.
1.2
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is hercontrole op de naleving van de vergunningsvoorschriften: 4.1.1 en 4.1.2 van de omgevingsvergunning van 24 januari 2007 met registratienummer 497461.
Opzet en uitvoering van het onderzoek 2.1
Toetsingskader
De metingen zijn uitgevoerd in het afgas van de centrale schoorsteen van de mestdrogerij Komeco B.V. te Dronten. De meetresultaten aan NH3 en stof zijn getoetst aan de vigerende omgevingsvergunning van 24 januari 2007 met registratienummer 497461. De relevante vergunningsvoorschriften van bovenstaande omgevingsvergunning luiden als volgt:
4
Lucht
4.1
Emissie sclioorsteen t.b.v. afgassen mestdroogtrommels
4.1.1 I-Iet gehalte aan ammoniak in de schoorsteen (dus na de emissie reducerende voorzieningen) mag niet meer bedragen dan 5 mg/normaal-m3, bereidend bij het actuele zuurstofgehalte. Het gehalte aan ammoniak moet worden gemeten volgens NEN 2826. 4.1.2 Het gehalte aan stof (totaal) in de schoorsteen (dus na de emissie reducerende voorzieningen) mag niet meer bedragen dan 10 mg/normaal-m3, berekend bij het actuele zuurstofgehalte. Het gehalte aan stof (totaal) moet worden gemeten volgens NEN-EN 13284-1. Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 8 van 14
2.2
Gelderland
Meetprogramma
In tabel 2.2.1 is het meetprogramma van de emissiemetingen aan de centrale schoorsteen van de mestdrogerij van Komeco B.V. te Dronten op 17 augustus 2012 weergegeven. Tabel 2.2.1: Meetprogramma van de emissiemetingen bij Komeco B.V. te Dronten, d.d. 17 augustus 2012.
* meetmethode
** conform norm
meetduur
isokinetische monsterneming via verwarmde probe en outstack verwarmd filter
Q absorptiemethode
Q NEN 2826
3 x 3 0 min.
stof
zie NHa
Q gravimetrisch
-
debiet
snelheids-, temperatuur- en vochtmeting
Q S-pitot en K-koppel ~ psychrometrie
component
bemonsteringsmethode
NHa
NEN-EN 13284-1 3 X 30 min. ISO 10780
2-voud
: De monsterneming valt onder de accreditatie van Bureau Milieumetingen (RvA 1168); : De uitgevoerde analyses (uitbesteding) vallen onder de accreditatie van tiet uitvoerend laboratorium.
2.3
Beoordeling bemonsteringspunten en meetstrategie
2.3.1
Beoordeling bemonsteringspunten
De meetlocatie is bereikbaar met een hijsbak en een hijskraan. De metingen worden uitgevoerd vanuit de hijsbak. Het bemonsteringspunt van de centrale schoorsteen bevindt zich in het verticale gedeelte van het afgaskanaal. In bijlage 1 wordt de beoordeling van het meetvlak weergegeven conform normvoorschrift ISO 10780. Het meetvlak voldoet (m.u.v. van de eis van 5 diameters rechte schoorsteen na het meetvlak) aan de eisen uit de ISO 10780 en NEN-EN 15259. Uit de beoordeling van de snelheid- en temperatuurverdeling over het meetvlak blijkt, dat de snelheid en de temperatuur ter hoogte van het meetvlak homogeen is verdeeld.
2.3.2
Meetstrategie
De bemonstering van stof is in afwijking van de NEN-EN13284-1 over één as verricht. Omdat vanuit een hijsbak aan een hijskraan is gemeten is in verband met de veiligheid slechts één meetas bemonsterd. De bemonstering van NH3 conform de NEN 2826 is isokinetisch uitgevoerd in serie en in combinatie met de stofbemonstering over één meetas. Omdat het afgas in het meetvlak bijna verzadigd is, is de bemonstering van stof outstack verwarmd uitgevoerd. De bemonstering van NH3 en stof kon vanwege de lengte van de meetlans en de beperkte grootte van de hijsbak niet worden uitgevoerd op het eerste traversepunt (5 cm). Op basis van de traversemetingen van de afgassnelheid en temperatuur op de traversepunten conform de verdeling in NEN-EN 15259/13284-1 is aangetoond, dat temperatuur en snelheid in het afgas in het meetvlak homogeen is verdeeld. Deze afwijkingen t.o.v. de normvoorschriften NEN-EN 13284-1 en NEN 2826 leiden naar verwachting niet tot een toename in de onzekerheid van de resultaten van de metingen.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
E provincie
19 September 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 9 van 14
Gelderland
Komeco B.V. te Dronten
3.1
Procesbeschrijving
Komeco B.V. is een inrichting bestemd voor het drogen van mest en verpakken van mestkorrels. De verwerkingscapaciteit bedraagt 60.000 ton natte mest per jaar, dit komt overeen met 20.000 ton gedroogde mest. Daarnaast worden mestkorrels die door derden zijn geproduceerd verwerkt op de verpakkingslijn. De door derden geproduceerde mestkorrels ondergaan geen andere bewerking dan verpakken. In figuur 3.1 is een overzicht gegeven van de procesinstallatie van Komeco B.V.. De Torbedbrander is niet meer in gebruik. Overzictit van de procesinstallatie van Komeco B.V.
Figuur 3.1
[Ontvonqsthal I Mixlijn iHygienisQtie)-
I "•
Biologische wasser en stoffilter
•
(üTvT^ Drooqlucht
C2
X
Torbed Brander Houtsnippers Scheider If
MCB V W V Slot noof mildiin Gedroogde mest '
i—z 1 -^_Juur*asser_J
Stofzuiger
j 1 Persen
Afruigirg
Walking floor Koeler
lOntbrondbore froctie
Zeef/ breek inrichting lElevotorj
jElevotofl
Verpakkingsmachine Verpakt product
C1 en C2 : Cyclonen MCB : Multiblok V : Ventilotor
lm I V 1 EB meststoffen
Figuur 3.1.1. Processchema
KOMECO B.V COtlJNÏCG 2 8251 PK DRONItN THE NETHERLANDS IEL 31(0)321-312570 FAX 31(0)321-316811
WWWK .OUECON .L
De afgassen van het droogproces worden gereinigd in een biologische natte wasser. Daarna volgt een gaswasser met zwavelzuur om ammoniak te verwijderen, waarna het gereinigde afgas wordt geëmitteerd via de centrale schoorsteen.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 10 van 14
3.2
Gelderland
Procesomstandigheden tijdens het onderzoei<
Toezichthouders van Provincie Flevoland hebben de bedrijfsomstandigheden tijdens de metingen opgevraagd en ten tijde van de metingen waren er geen bijzonderheden en/of afwijkingen ten opzichte van normale bedrijfsomstandigheden. Bij Komeco zijn 4 droogtunnels aanwezig. Tijdens de metingen waren 2 tunnels gevuld, één tunnel werd leeg gereden en één tunnel werd omgezet. Details van de bedrijfsomstandigheden ten tijde van de emissiemetingen op 17 augustus 2012 zijn weergegeven in bijlage 5.
Meetresultaten 4.1
iVleetresultaten stof en NH3
In de tabellen 4.1 en 4.2 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de emissiemetingen aan de afgassen van de centrale schoorsteen op 17 augustus 2012 bij Komeco B.V. te Dronten. Een uitgebreid overzicht van de meetresultaten is opgenomen in bijlage 2. Tabel 4.1: Resultaten van de NHa-metingen, centrale schoorsteen Komeco B.V. te Dronten, 17 augustus 2012.
component
meting
tijd
concentratie [mg/mo^j
vracht [kg/h]
1
09:30- 10:00
18,1
0,571
2
10:12-10:42
17,8
0,562
3
10:53-11:23
17,8
0,560
17,9
0,565
NH3
gemiddelde
Tabel 4.2: Resultaten van de stofmetingen, centrale schoorsteen Komeco B.V. te Dronten, 17 augustus 2012. component
meting
tijd
concentratie [mg/mo^l
vracht [kg/h]
1
09:30- 10:00
410
13
2
10:12-10:42
480
15
3
10:53-11:23
560
18
480
15
stof
gemiddelde
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
E provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 11 van 14
4.2
^ _ i j . ~ J L l 8 1 Q e r i d . n C l
Resultaten onderzoek stofsamenstelling
Naar aanleiding van de aangetroffen overschrijding van de emissie-eis van stof tijdens het emissieonderzoek d.d. 26 juli 2012 (EM-12-37) zijn alle stoffilterbussen vervangen door nieuwe exemplaren. Uit de resultaten van de stofmetingen in tabel 4.2 blijkt, dat de stofconcentratie in huidig emissieonderzoek hoger is dan tijdens het onderzoek van 26 juli 2012. Omdat deze hoge stofconcentratie niet volgens verwachting is, is naar aanleiding van deze bevindingen een onderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van het stof. Als laatste trap in het reinigingssysteem worden de afgezogen gassen van de processen door een zuurwasser geleid waarbij NH3 wordt afgevangen met H2SO4. Daarna wordt het afgas via de schoorsteen geëmitteerd. Het afgas is ter hoogte van het meetvlak bijna verzadigd, waarbij de aanwezigheid van druppels mogelijk is. De aanname is dat er mogelijk zouten zijn opgelost in de vloeistoffase in het afgas, in de vorm van ammoniumsulfaat of andere sulfaatverbindingen. Door het aanwezige vocht in het afgas (bijna verzadigd) is het conform de NEN-EN 13284-1 aan te bevelen om de bemonstering van stof via een verwarmde lans en een verwarmd outstack filter uit te voeren. De bemonstering van stof is daarom op 17 augustus 2012 via een verwarmde meetlans in combinatie met een outstack verwarmd filter uitgevoerd. Door toepassing van bovengenoemde meetstrategie is het echter mogelijk dat in het vocht opgeloste zouten neerslaan in de meetlans. Het vocht verdampt namelijk in de verwarmde meetlans waardoor zouten kunnen achterblijven. Deze zouten worden vervolgens na de bemonstering uit de lans gespoeld en hiervan wordt na indampen het gewicht bepaald en bij het stof op het filter opgeteld. Dit deel van het stof wordt hierna "spoelstof" genoemd. De definitie van stof conform de NeR en de stofnormen NEN-EN 13284-1 en ISO 9096 is weergegeven in bijlage 6. Hieruit blijkt niet ondubbelzinnig dat zouten opgelost in het vocht in het afgas als stof mag worden beschouwd, zodat het bovengenoemde spoelstof niet zonder meer bij het stof op het filter mag worden geteld. Bovendien is het praktisch gezien niet mogelijk om volgens deze genormeerde methode onderscheid te maken tussen al dan niet opgeloste zouten in het afgas. Volgens de mening van Infomil echter bepaalt de methode (NEN-EN 13284-1) wat als stof moet worden gezien. In dat geval dient de som van zouten en stof als stof te worden genomen. Daarom is een onderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van het "spoelstof" om te bepalen of er oplosbare zouten in het "spoelstof" aanwezig zijn. Hierbij is van het "spoelstof" de hoeveelheid bepaald die niet oplost in water. Dit niet oplosbare deel is samen met het stof dat is aangetroffen op het filter het niet oplosbare stof in het afgas. De resultaten zijn weergegeven in tabel 4.3.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 12 van 14
Gelderland
Tabel 4.3: Resultaten van de analyse van het spoelstof en de stofconcentratie niet oplosbaar stof, Komeco B.V., 17 augustus 2012
stof op het filter
niet oplosbaar stof in de meetlans
meting
tijd [mg]
[mg]
totaal stof (= stof filter + niet oplosbaar stof) [mg]
1
9:30-10:00
1,7
0,6
2,3
9,0
2
10:12-10:42
1,0
2,7
3,7
14,0
3
10:53-11:23
1,2
3,3
4,5
15,8
concentratie niet oplosbaar stof in het afgas [mg/mo^]
12,9
gemiddelde
Van het stof uit de meetlans van meting 1 is het deel dat oplost in water geanalyseerd op ammoniumsulfaat door AL-West. Hieruit blijkt dat ruim 90% van het oplosbare deel uit ammoniumsulfaat bestaat. De rest is sulfaten in de vorm van overige sulfaatverbindingen. Dit betekent dat het spoelstof voor bijna 100 % uit oplosbare zouten bestaat. De basisgegevens van het onderzoek zijn in bijlage 2 weergegeven.
5.
Toetsing aan de emissie-eisen
5.1
Algemeen
Conform de vergunning wordt bij de toetsing het resultaat van een afzonderlijke meting, verminderd met de meetonzekerheid van de methode getoetst aan de emissie-eis. Een afzonderlijke meting bestaat uit een serie van drie deelmetingen of monsternemingen. Als maat voor de meetonzekerheid wordt het tweezijdig 95% betrouwbaarheidsinterval van de meetmethode gehanteerd. In tabel 5.1.1 is een overzicht gegeven van de totale meetonzekerheden bij een betrouwbaarheid van 95%. Een emissie-eis wordt nageleefd indien het resultaat van de afzonderlijke meting, verminderd met de meetonzekerheid, de emissie-eis niet te boven gaat. Het resultaat van een afzonderlijke meting is gedefinieerd als het gemiddelde van de deelmetingen.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 13 van 14
Gelderland
Tabel 5.1.1: Meetonzekerheden.
meetmethode
meetonzekerheid (95% BI)
debiet
20%
NHa
29% 2 mg absoluut of 20% *
stofconcentratie
Conform de NEN-EN 13284-1 bedraagt bij minder dan 10 mg stofafvangst op hel filter de meetonzekerheid 2 mg absoluut. Boven de 10 mg stofafvangst bedraagt de meetonzekerheid 20%.
5.2
Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen
In tabel 5.2.1 wordt de toetsingswaarde van het gemiddelde van de drie deelmetingen vergeleken met de emissie-eisen, zoals vermeld in het vergunningsvoorschrift 4.1.1 en 4.1.2 van de vigerende omgevingsvergunning. Hierbij is de toetsingswaarde gecorrigeerd met de meetonzekerheid van de meetmethode. In tabel 5.2.1 is het deel van het gevonden stof dat na analyse niet oplosbaar is, zoals beschreven in hoofdstuk 4, vergeleken met de emissie-eis uit de vergunning. De extra meetonzekerheid als gevolg van deze extra analyse is niet bekend, zodat de weergegeven toetsingswaarde alleen gecorrigeerd is voor de standaard meetonzekerheid van de stofmeting (= 2 mg stof op het filter). In werkelijkheid zal de toetsingswaarde lager zijn dan in tabel 5.2.1 aangegeven. Tabel 5.2.1: Toetsing resultaten emissiemetingen aan de centrale schoorsteen, d.d. 17 augustus 2012 aan
component
eenheid
toetsingswaarde
emissie-eis
toetsingsresultaat
NHa
mg/mo^
14
5
voldoet niet
stof*
mg/mo
380
10
voldoet niet
vergelijking van de concentratie niet oplosbaar stof met de emissie-eis (zie hoofdstuk 4) niet oplosbaar stof**
mg/mo^
5,5***
10
onder eis uit de vergunning
* stof; dit is totaal stof (= het oplosbare deel -i- het niet oplosbare deel) ** niet oplosbaar stof: dit is het stof dat als niet oplosbare vaste deeltjes in het afgas aanwezig is *** deze waarde is alleen gecorrigeerd voor de meetonzekerheid van de stofmeting en niet voor de meetonzekerheid van de stofbepaling in het niet oplosbaar stof
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39 Pagina 14 van 14
6.
= provincie
- _ _ C] p \ f ± ^ T \ ^ T \ Q ^ ' • - ^ ^ * ^
Conclusie
Bureau Milieumetingen van de provincie Gelderland heeft op 17 augustus 2012 in opdracht van Provincie Flevoland emissiemetingen uitgevoerd bij Komeco B.V. te Dronten. De metingen zijn verricht aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de mestdrogerij met betrekking tot NHsen stof. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de vigerende omgevingsvergunning van 24 januari 2007, registratienummer 497461. Uit de resultaten van de NHa.metingen blijkt dat de emissie-eis wordt overschreden. Hiermee wordt vergunningsvoorschrift 4.1.1 van de vigerende omgevingsvergunning niet nageleefd. Uit de resultaten van de stofmetingen blijkt dat de stofconcentratie in het afgas van de centrale schoorsteen met 380 mg/mo^ ruim boven de emissie-eis (10 mg/mo^) uit vergunningsvoorschrift 4.1.2 ligt. Hiermee wordt vergunningsvoorschrift 4.1.2 van de vigerende omgevingsvergunning niet nageleefd. De overschrijding van de stofemissie-eis is niet volgens verwachting omdat naar aanleiding van de meting op 26 juli 2012 is gebleken dat de stoffilterbussen van het stoffilter defect waren en vervolgens alle stoffilterbussen zijn vervangen door nieuwe exemplaren. Er is daarom onderzoek gedaan naar de samenstelling van het bemonsterde stof. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het bemonsterde stof voor bijna 100% uit in water oplosbare zouten (vnl. ammoniumsulfaat) bestaat. Dit is verklaarbaar aangezien de laatste trap in het reinigingssysteem een zuurwasser is waarin ammoniak wordt afgevangen. Ammoniumsulfaat kan vanuit de zuurwasser in het vochtige afgas worden meegevoerd en vervolgens als stof bemonsterd. Uit de definitie van stof in de normen en de NeR blijkt niet ondubbelzinnig dat in vochtig afgas opgeloste zouten (in dit geval ammoniumsulfaat) als stof mag worden beschouwd. Daarom is een tweede toetsing uitgevoerd waarbij alleen de concentratie van het deel niet oplosbaar stof is vergeleken met de stofemissie-eis. De toetsingswaarde is 5,5 mg/mo^ en is lager dan de stofemissie-eis van 10 mg/mo^. De toetsingswaarde is hierbij alleen gecorrigeerd voor de standaard meetonzekerheid voor stofmeting, omdat de meetonzekerheid van de bepaling van het niet oplosbaar stof vooralsnog niet bekend is. Er kan geen eensluidende conclusie worden getrokken dat de stofemissie-eis wordt overschreden.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 1:
Gelderland
Beoordeling meetpunten
Tabel la: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen Komeco B.V. d.d. 17 augustus 2012 conform de ISO 10780 voor de voldoet / voldoet niet
beoordeling meetvlak
els uit de norm
gassnelheid
5 mis < V < 50 m/s
voldoet
richting gasstroom
< 15° t.o.v. de lengteas van kanaal
voldoet
fluctuaties drukverschil per meetpunt
< 2 , 5 m m H 2 0 / 2 4 Pa
voldoet
verhouding snelheid per meetas
< 5% van het gemiddelde
voldoet
onverstoorde lengte up-stream
>5dH
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
> 2 dH
voldoet voldoet niet
onverstoorde lengte down-stream
> 5 dH (end of pipe)
richting
geen negatieve luchtsnelheden
voldoet
verhouding temperatuur
< 5% van het gemiddelde
voldoet
dynamische druk
p>0,5mm HjO/SPa
voldoet
oppervlakte meetvlak
> 0,07 m^
voldoet
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Gelderland
Tabel 1b: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen Komeco B.V. d.d. 17 augustus 2012 conform EN 15259. beoordeling
eis uit de norm
voldoet / voldoet niet
onverstoorde lengte up-stream
aanbeveling > 5 dH*
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
aanbeveling > 2 dH*
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
aanbeveling > 5 dH* (end of pipe)
voldoet niet
positionering afgaskanaal
aanbeveling
voldoet
situering afgaskanaal
verticaal
afgaskarakteristieken richting gasstroom
< 15°t.o.v. de lengteas van kanaal
voldoet
richting
geen negatieve luchtsnelheden
voldoet
dynamische druk
p > 0,5 mm H2O / 5 Pa
voldoet
verhouding gassnelheden
Vmax/ Vmin S 3
voldoet
homogeniteit afgas [EN 15259]
Ctravere < 10% Cg«n of GRID-meting
homogeen****
aantal meelassen
2
voldoet
hoek van de meelassen
90 gaden
voldoet
aantal meetopeningen
benodigd": 3 (2)
grootte van de meetopeningen
aanbeveling •> 3 inch
diepte van het meetbordes t.o.v. schoorsteen
dH + 1,5 meter***
hoogte meetopeningen t.o.v. meetbordes
1,2-1,5 meter
obstructies lanzen (bijv. door railing)
geen obstructies
grootte van het meetbordes
voldoende ruimte
bereikbaarheid
eenvoudig en veilig
transportmogelijkheden indien bordes op hoogte
aanbeveling
vrije ruimte om te hijsen
aanwezig
voldoet
hitte
afwezig
voldoet
stof
afwezig
voldoet
overdruk afgas
afwezig
voldoet
weersinvloeden
aanbeveling: overkapping / verwarming
voldoet niet
verlichting
aanwezig
voldoet niet
geschiktheid meetbordes / platform en meetopeningen
aanwezig: 2
lift, takel
voldoet voldoet
niet van toepassing er is geen bordes aanwezig de metingen moeten worden uitgevoerd vanuit een bak met een hijskraan
niet aanwezig
werkomstandigheden:
dH = hydraulische diameter = 4 maal oppervlakte meetvlak / omtrek kanaal voor het gelijktijdig kunnen uitvoeren van diverse metingen behalve bij 2 tegenover elkaar liggende meetopeningen de bemonstering is via een traverse over 1 meet-as uitgevoerd
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
CQ C C
"O
"S
5 (D
P3
CD
• ro
cr
8 o
Q-
CD
9
I
O
I
01 O O
— <
C
ST
?
(D
o o CD (D 3
"3'
o 3
CD
i
temperatuur (°C)
t e m p e r a t u u r (°C)
< O
0)
s
I
CD
1L
rO <3
Co e3
J <3
1
n C3
cn <3
-J c3
cD C3
(.0 C3
O
c C
< m >
O O
? 1^
ö5
Q.
u
5 <
I
O
1
il
p If sepu 7-08-
w 3
o 1
3
1
ituur leco
O "S 32
punti
i;
^^
3
Q-
01
c
CQ C
cn
c
C/l
o
II
-a o <
5"
- provincie
19 september 2012 Rapportnr, EM-12-39
Gelderland
Foto l d : Meetvlak centrale schoorsteen Komeco B.V. te Dronten Foto ld.1: Centrale schoorsteen, meetvlak, Komeco B.V. te Dronten
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
- provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 2:
Gelderland
Overzicht meetgegevens
stofmeting
Komeco Dronten centrale schoorsteen
Alqemeen; meting
1
2
3
datum
17-aug-12
17-aug-l2
17-aug-12
starttijd
[himm]
9:30
10:12
10:53
duur meting
[h:mm]
0:30
0:30
0:30
Q1123
Q1124
01125
< 0,1 l/min 5
< 0,1 l/min 5
Meetresultaten; monstercode resultaat lektest
[I/min]
nozzle isokinetiek overall
[mm]
<0,1 I/min 5
[%]
-2
-2
7
gasmonster volume (doorgezogen volume)
[m'l
0,275
0,285
0,308
gemiddelde gasmetertemperatuur gasmonstervolume, droog bij 0°C, 101,3 kPa
[°C]
'20,0 0,257
'21,5 0,265
•23,0 0,285
Veldblanco
stofafvangst stofconcentratie in afgas
105,30 410,15
126,10 476,36
158,20 555,81
1,9 7,14
toetsing (95% B.l.)
[mg] [mg/mo^] [mg/mo^]
328,12
381,09
444,65
vracht in afgas
[g/uur]
12919
15004
17507
toetsing (95% B.l.)
[g/uur]
9265
10761
12555
Afqasqeqevens; diameter kanaal
[m]
1,20
oppervlak kanaal
[m^]
1,13
statischedruk kanaal
[Pa]
-57,5
gemiddelde rookgassnelheid temperatuur
[m/s]
9,3
vochtgehalte
rc]
[% v/v]
36,0 5,7
bedrijfsdebiet debiet (101,3 kPa, 0° C, droog)
lm%]
37742 31498
Meetvlakbeoordelinq
eis >5dH
[mo"]
[mo%]
onverstoorde lengte up-stream
voldoet ja nee
onverstoorde lengte down-stream
>5dH
richting
geen negatieve luchtsnelheden
ja
richting gasstroom
< 15°t.o.v. de lengteas van kanaal
ja ja
fluctuatie drukverschil per traversepunt
p < 24 Pa
dynamische druk
p>5Pa
)a
gassnelheid verhouding gassnelheden
v > 2 m/s Vma^Vn^n^ 3
ja Voldoet
variatie temperatuur per traversepunt
< 5 % v a n het gemiddelde
Voldoet
gemiddelde snelheid per meet-as
s 5% van het g emiddelde
Voldoet
Bemonsterde traversepunten
as 2 - p u n t
0,18
0,36
0,84
1,02
1,15
Opmerkingen (afwijkingen t.o.v. norm-eis) Veldblanco conform norm na de bemonsteringen genomen. Resultaat > 10% van de emissiegrenswaarde. Out-stack verwarmd over 5 traversepunten van één as (as 2), dit ivm vocht, veligheid en beperkingen door hijsbak.
Dit rapport mag uitsluitend
in zijn geheel worden
gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Gelderland
Bijlage NH3 anorganisch, gasvormig, als NH3 Algemeen; meting datum starttijd duur meting monstercode
Komeco Dronten centrale schoorsteen
[h:mm] [h:mm]
1 17-aug-12 9:30 0:30 N2AN2B
17-aug-12 10:12 0:30 N3AN3B
17-aug-12 10:53 0:30 N4AN4B
Meetresultaten: gasmonster volume droog bij 0°C, 101,3 kPa
[mo"]
0,257
0,264
0,285
concentratie NH3 bij actueel 02
[mg/mo^j
18,1
17,8
17,8
toetsingswaarde
[mg/mo^j [g/uur]
14,0
13,7
13,7
571
562
560
vracht Afgasgeqevens: diameter kanaal oppervlak kanaal statischedruk kanaal gemiddelde rookgassnelheid temperatuur vochtgehalte bedrijfsdebiet debiet (101,3 kPa, 0° C, droog)
[m] [m^ [Pa] [m/s]
[m%ur]
1,20 1,13 -57,5 9,3 36,0 5,7 37742
[mo%ur]
31498
[% V/V]
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
veldblanco < 0,1
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Gelderland
Resultaten onderzoek naar samenstelling van het spoelstof van meting 1 EM-12-39 Komeco Dronten F. Kooijman Onderzoek naar samenstelling van het bemonsterde stof Het gewicht van het spoelstof van meting 1, 2 en 3 is bepaald volgens de gebruikelijke procedure. Dit spoelstof is, na weging, in demi water opgelost en vervolgens gefiltreerd over kwartsfilters. E.e.a. is analytisch uitgevoerd. Na filtratie is van meting 1 het filtraat voor analyse opgestuurd naar AL-West voor bepaling op NH4en S04 De kwartsfilters zijn gedroogd en teruggewogen. I De bekerglazen zijn gedroogd en teruggewogert.
|
|
|
|
|
[___
Resultaten: filter
stof (mg)
filtraat
gewicht filtraat (g)
1
13
-0,5
Q1053
1,1
EM-12-39 NS
97,6
2
17
0
QllSO
2,7
EM-12-39 N7
3
20
0,8
Q1151
2,5
EM-12-39 N8
mmol
meting
Bekerglas stof (mg)
mg/I
mg
N
200
19,5
1,4
S04
760
74,2
0,8
92,0
0,7
7,3
0,1
analyse filtraat
spoelstof meting 1
(NH4)2S04 overige SO4
samenvatting resulaten meting 1 stof filter
1,7 103,6
spoelstof waan/an:
stof
0,6 92,0
(NH^j^SO, overige so i niet oplosbaar oplosbaar
7,3 2,3
stof
99,3
stof
na correctie voor meetonzekerheid; 2 mg absoluut: na oplossen van spoelstof in demiwater
mg/Nm3
mg
spoelstof totaal totaal stof concentratie
mg
mg/Nm3
totaal stof concentratie
filter
nozzle
1.1
•0,5
0,6
2,3
9,0
0,3
1.2
2.7
0
2,7
3,7
14,0
1.7
6,4
2,5
0,8
3,3
4,5
15,8
2,5
8,8
12,9
gemiddelde toelsIngswBarde bij meetonzekerheid van: stofmeting: 2 mg absoluut bepaling spoelstof:
5.5
5,5
7
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 3:
Gelderland
Meetmethoden
Meetmethode debiet en afgasparameters Voor de bepaling van het debiet in een afgaskanaal wordt op een aantal punten, die representatief zijn voor het doorsnedeoppervlak van het afgaskanaal, een drukverschilmeting uitgevoerd. De drukverschilmeting wordt uitgevoerd met behulp van een pitotbuis. De dichtheid van het afgas wordt berekend uit de samenstelling, absolute temperatuur en -druk en het vochtgehalte van het afgas. Uit de gemeten drukverschillen en de afgasdichtheid wordt de lokale snelheid van het afgas berekend. Uit het gemiddelde van de berekende afgassnelheden per meetpunt en het oppervlak van het afgaskanaal wordt het afgasdebiet berekend. De temperatuur van het afgas wordt vastgesteld met behulp van een thermokoppel en een uitleesunit. Het vochtgehalte wordt op een van de volgende wijze bepaald: de natte- en droge- bol temperatuursmeting (set van thermokoppels één met en één zonder (schone witte) katoenen kous), volgens NEN-EN 14790, zie bijlage 3 van WVM-001; de gravimetrische methode conform NEN-EN 14790. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in onderstaande figuur. Waarin: 1 temperatuurmeter 2 thermokoppel 3 thermokoppel met kous 4 pitotbuis 5 drukmeter
AP,
Afgas
Voor de bepaling van de afgassnelheid geldt een minimum drukverschil [AP] van 5 Pa, gemeten met een pitot- of Prandtlbuis. De meetmethode is conform de NEN-ISO 10780. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-001.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
provincie
19 september 2012 Rapportnr. EI^-12-39
Gelderland
Meetmethode stof en ammoniak (NH3) Voor het bepalen van de concentratie aan stof en ammoniak (isokinetische bemonstering) wordt op een aantal punten die representatief zijn voor het afgaskanaal, gedurende een vastgestelde tijd een deelstroom van het afgas aangezogen door een geconditioneerd filter, een serie absorptie-vaten met een voor ammoniak afgestemde absorptievloeistof en een vat met silicagel, met dezelfde snelheid als het afgas. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.
• 4
5a
©
Afgas
rnr
7
Waarin: 1 : thermometer/hygrometer 2 : pitot-buis 3 : manometer 4 : nozzle 5a : filter (optioneel)
7
7
8
5b 6 7 8 9
: extern filter (optioneel) : verwarmde sonde met titanen binnenleiding : absorptievat gevuld met 0,05M H2SO4 : absorptievat met silicagel : pomp-unit met gas volumemeter
De inhoud van de met de absorptievloeistof gevulde absorptievaten wordt geanalyseerd door een door RvA geaccrediteerd laboratorium. Uit de analyseresultaten van het laboratorium en het volume doorgeleid droog afgas kan de concentratie en de vracht van ammoniak worden bepaald. De meetmethode is gebaseerd op normvoorschrift NEN-2826: "Luchtkwaliteit - Uitworp door stationaire puntbronnen - Monsterneming en bepaling van het gehalte aan gasvormig ammoniak, 01 april 1999". Voor stof wordt verwezen naar de bijlage "f\/leetmethode stof". De bemonstering is uitgevoerd met een verwarmde lans met een outstack geplaatst verwarmd filter.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Gelderland
Meetmethode stof Voor de bepaling van de concentratie aan stof wordt op een aantal punten die representatief zijn voor het afgaskanaal, gedurende een vastgestelde tijd een deelstroom van het afgas aangezogen door een geconditioneerd filter met dezelfde snelheid als het afgas. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.
.AP
O®
t
Afgas
Waarin: 1 temperatuurmeting 2 pitot-buis 3 drukverschilmeter nozzle 4 5 out-stack verwarmd filter
6 7 8 9
sonde met titanen binnenleiding condensopvangvat (optioneel) pot met silicagel regeleenheid met pomp en gasvolumemeter
De aangezogen deelstroom van het afgas wordt door een out-stack verwarmd filter geleid. Uit de afgevangen hoeveelheid stof en de hoeveelheid aangezogen afgas kan de stofconcentratie worden bepaald. Uit de stofconcentratie en de hoofdvolumestroom kan vervolgens de stofvracht worden bepaald. De meetmethode is gebaseerd op de gravimetrische bepaling van de stofconcentratie en stofvracht in gaskanalen beschreven conform de NEN-ISO 9096 en EN 13284-1. Conform de ISO 9096 wordt de meetonzekerheid in de afgevangen stofconcentratie geschat op 20 tot 49% en is afhankelijk van de hoeveelheid afgevangen stof op het filter. Conform de NEN-EN 13284-1 is bij een stofafvangst op het filter van minder dan 10 mg, de meetonzekerheid 2 mg. Bij een stofafvangst van meer dan 10 mg op het filter bedraagt de meetonzekerheid in de stofconcentratie 20%. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-002.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012
-
Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 4:
( j
Analyseresultaten
group
A L - W e s t B.V. i-jilMlulW 38. 7417 06 r > — M l M m r d i PuaDut«r93 74aC'AR D u n n Trt «31(0)570 78B1-0. f m •31|0|673 78*108 •4M KtUltimmll itmn
GEwDER-ASD BJREAU M JEJWETfNGEN 9390 58CCGXARN-)=M Datm Reladerr OlttaMv.
28.0e2C12 35X3368 324515
Blad 1 van3
ANALYSERAPPORT Qftanctt
324815
GaB/LlKflt
(Wacnrgevcr Seltrem»
33X39«8 PROVrtCIE SELDERLANC BLRE.^U UUEUMETISKiEN EM-1>39
GeacMe leer, ne^rDU*, H^rai zenoen «(j i, de resiicaban t\A door u aange^aagite f3tx]rAonjrnand?zoE« De analyses 2|r geaccredteera < o g ^ i SEN-EN-1G0.'IEC 1 7Q25. s r a j arcters .«nrwa öj toegacaete nenossn er iitge.»-d 0«reenhD(n6tg ae anaerajeksnaivxler dB t n m r gïroen!; n ie neest actuee versie »iar onze '«1cr,trqenl)s: Mar (te Raad . w ».;cj-?d!tai6, 3xr5dt:a)eruTr^'.:05 indien j 56>3even6 wens: aer de neaorcaierreoen san een rr«no».<'
PROVINCIE GELSERJkND BUREAJ MlUEUMETINGEN, F. KOO|fnan
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden
gereproduceerd.
-
^
-
e l Q e r l a n C l
= provincie
19 September 2012 Rapportnr. EM-12-39
Gelderland
giroup
A L - W e s t B.V. a j . I U j « a -40C'ARt - « .31|C(£n 7S61-C. F t , -3110^7311M1D6
Opuract* 324815 Gaa/Lucht
- .t . Z . . , :
MtmiSen?,"-. MOT sremmscMlMv
M a n n e r ^ mecuM
S332aa
HV, NIB
17.D9.3012 17.39-201;
=;;:::
H2A
l-.DBJXIC 1-.09J31; 1-.D9.30i;
N3A
Ef-nhivld Me
•:o,10
8*3290
Bss:»i
u
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
* • ^ e l C l e r l a n Ü .
SXCKOLAB group
A L - W e s t B.V. PoMUaMS 740C'A« U^trtm T * «31101673 7SÊ1-«. Fai •3l|0lS73 Tgaiflè •.WM «HaQO «««IK «wteil n r l i i l O p t l r K f t » S24«15
Ga&'LUCht
B»!3rtn3
l;fanIte^)nls:f^rƒv*lo 033293
Atonjtemame 1-.39.201;
N3E
17.08.2012 N4e
=;
17^2012 i-.a9;Di;
NS
E*nh>id
mzes
aS2*4
8«2ee
Me
m
<0,1fl
18
*e,1#
«
MA
M a o c I O C i B m i t o n » Ar.alycac I
j r v j !
I •nprpyi
"1^'
AL-W9Bt B.V. Ofir Jan GOdll«t), J « . .31f5707M113 Kiantens«r/toe Dl; electronlscn gagsnsrwrd* rapF-^rt 14 g^contrölwrd sn vd f-tgsven. in ovsre^naïemmlng met de 'verieilat»n van NEN EN iSOilEC 1702S:2(KI5 vooreen voiidl^B rapportage te dtt rapport zon ssr handtekening rscntsgeldi'g. PROVINCIE GELDERLAND BUREAJ MlUEUMETINGEN. F Koajtnji oonton» NEN HhMt' SES-ENMSO 1 1 7 t t . M m n ü m ^ j k N :
1/
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie 19 september 2012
-
Rapportnr. EM-12-39
G
e
_ l
_
Q
e
Resultaten van de analyse van het spoelstof van meting 1
AL-West B.V. HauMskade 39,7417 DE Dewnw. Neitiertanas Postbus 683 7400 AH Deve'le' Td. •3110)570 7B8110. Fax *31(0)570 7B810B e-Mjd. infogaJ-iwestnI. www.ai-westnl
^
PROVINCIE GELDERLAND BUREAU MILIEUMETINGEN POSTBUS 9090 6800 GX ARNHEM Datum
30.06 2012
Relatienr
35003968
Opdrachtnr.
325500
Blad 1 van 2
ANALYSERAPPORT Opdracht
325500
Gas'Lucht
Opdrachtgever
360C3&e8 PROVINCIE GELDERLAND BUREAU MILIEUMETINGEN EM-12-36 24.08.12
Geachte heer, mevrouw, HiertJï zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde lalxx^atoriumonderzoek De analyses zijn geaccrediteerd votgens NEN-EN-ISO/IEC 17025. tenzij anders vermekl bij toegepaste methoden en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze vemchtingenlijst van de Raad voor Accreditatie accreditatienummer L(X)5. Indten u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een meÖKXle, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken Dit rapport mag alleen in zijn geheet worden gereproduceerd Eventuele bijlagen zijn onderdeel van bet rapport Indien u nog vragen heeft of aan vullende infomiatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice Wij vertrouwen erop u met de toegezonden informatie van dienst te zijn Met vriendeli|ke groei AL-West B.V. Dhr. Jan Godlieb. Tel. •31/570788113 Klantenservice Disgibuteur P R O V I N C I E G E L D E R L A N D B U R E A U MILIEUMETINGEN. F. Kooijman
«ïH 1
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
r
l
a
r
i
Q
= provincie
19 September 2012
Gelderland
Rapportnr. EM-12-39
group
A L - W e s t B.V. Hanoelskjde 39. 74'7 DE Deverter. Netbertards Postws 693 7400 AR D e w l f Tel. •31(0)570 7B8110. Fa» ^3110i570 788108 e-M3d: infogai-west nl, www.al-miestnl Opdracht
325500
GasXucht
Monstemr.
Monctefx>mcchff\ring
Monctemarrre
837086
N6
17 C9 2312
Eenheid
Monztemamepunt
837686 M
Klassiek Chemische Analyses Ammonium lais K\ iimpinger)
mg/l
200
Sulfaat (impingef)
760
Begr: van Oe anafyses: 24 08 12 Einde van ae anaf/ses 30 08 12 De Dnoerroeitsresutafen hebten aêeenftefreWcfigop her Mfi^levenie tïeperkT gecooiroteettf worden op plausbitei
monstermarenaal A^onsrers met onbekende herkomst kunnen slechts
AL-West B.V. Dhr, Jan Godlieb. Tel. +31/570788113 Klantenservice Dit electronisch gegenereerde rapport is gecontroleerd en vrijgegeven. In overeenstemming met de vereisten van NEN EH ISO'IEC 17025:2005 voor eenvoudige rapportage is dit rapport zonder handtekening rechtsgeldig. Distnbuteur P R O V I N C I E G E L D E R L A N D B U R E A U M I L I E U M E T I N G E N . F. Kooijman Toegepaste methoden confonn NEN 6646 / MEN.EN4S0 11732:AiTimonuii
N) (MpingB)
NEN-EN-ISO 103O4-1: Sulfaat (invingert
inl'i
Dit rapport
mag uitsluitend
in zijn geheel
worden
gereproduceerd.
~ provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 5:
Gelderland
Bedrijfsomstandigheden
I
1
\
r - T - ^ - i — I — 1 — T - x - - T—I
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Temp
DuCöi
Gelderland
X.ó
C
Windsnelheid
R V. bulten
73.2 %
••Vi'i'l i;-',lii..4
Zuuistof b u t e n
20.8
_-i:lT0iU'
*
hase Srartaatum Aanvoel teir p Aanvoel rw. Nalte bol aanvoer
•c •c •c
rr-';.i
X
T e m p Inname LuchtstiooiT Inname
m3;h
Comixist temp I Compost temp 2 Compost temp Compost Qeni Compost w Zuuistot L'.- -'t-.t! .1. OluK Tunnel
X
•c •c •c «
nPa Pa mOrti ma.*! K
Luchfmocm LucntMioom m. Verwaimlng 1 Verwaiming : l LI. l i ' H . J I . .
« %
Retoullilep Afgirteiilep innamelilep Afw>eilil»p
«
V..-l:ht^l
Tunnel 1
Fm» 8,1
Fm«t»d '..Li
«01:19 ' j di.g 2 i j ' 2 I - :
Natte bol nal R.V. hal
73.1 %
Tunnel 2
Tunnel 3
Tu-n*l 4
6.1 13 A u g 39.9
4.1 15 A u g 73,2 85,2 487 488 SO. 2
S.3 14 Aug 74.S 87.6
5.3 I J Aug 37.5 71.4 28 4
39.2 46 0 427
•c •c
IV,
T e m p haJ
138 ' 1015.9 mbar
Tunnel 1
71.2 18.» 450
c
NJtte bC'l aanvoel rs^ Rettkji temp
2,7 m / ï
S03 50.4 52.8
50.0 44 3
520 43.1
0 33,5
0 49,7
0 S3,9
37,2 36.6 3S,«
48,2 484 488
50.7
0,0 20.7 O.S -1 4312 0 0
00 202
0.0 19.8
J.B -17 i:r68 13000
5.9 -13 9504
0 0 100 2 0
90 2» 71
12000 0
so 33
0 0
67 0 0
10O
32 100
30 40
520 52,2
Temp techn. gang NB techniscfM gang R.V. lechn. gang
0.0 36.4 46.9 41,5 0 38,3 38,0 38,0 38.1 0.0 20.4 0.6 3833 0 0 0 0 100 0 0 31 31
j i ' j j
3*a
c X R V >«ttw 6 V («imji
%
0^0
kJit>Q
*c
%
»1HI
hJII4 GJ k9«t
T«n /rrdoniptng deur
k9*i TM
/•nimrnptim tel u'ttdampma l«l
T«fi
Wt i.*;-,'-.
36-2 3KS IM 21S «3.6 42.7 S2.9 &0> 17.7 114.6 fi 0
6 1« 6 7
&
23 0 a
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Tunnel;
3
MkCMffMi^lwiWI
O 20.3 14 aug
...
A.V.Hri
R.V Tachn gang A V . T»cN> qar>q F-*a*r»» T»ciin gano A«aryiM( tanp r^M^• Bol a a n . M * S .• .•t^^..;-ïl• A.V. aanvoa* t r t t - a b H - anpT-w Ratowtanip
uive 'C
•c
9*g kjfce
. •e %
sAg U.Vg
•c 'C
R V iftow A v i«l«u(
KAg •J*a
•c
T a m p lnn»i)a Halt? l>o' innama F , , ,.!-•„-
X V
A.V. r i M m a f f r t h ü t i * inname
kJAg
gAs Ui*i
TolB»«. • M I Q ^ 4>1i|in> .>iH»-niHna une •••idAnpIrq unt '/atdamplnq <w<^ ',>rdarrtpini| O e u u V i d s m p u f l tot v>Kt»npif»fl t o l
I i , - . , , , i r 11» - i , r n * -
•.
:
i44O2»20n'
R V Hal
T«»»»C t*i»«*
Gelderland
3i3 21.2 73.1 ilt M.l 4<.S 37.» SS( 37,9 145.4 744 S03
»< sze
43.1 33.2 » 4
2«.l 1K.0 157 4
te». Ten
144
>a*i T »
62 4 I M
tah T«t klA'
263 1 Ton vU-ocl<Erha(te Mastsocrt
% %
^*OPt»m•lJle•Ttrrt«•^I
Tflfi
Stacr4ku4Latvn«tl
T«n Ttf) T«n
ChaiTpfiSi
Ten
SpUA'atAr
Ton Ton
T M 28S.4 •1.1 «10 «0.3 M7.7
4*.5 C 37,3 B*g
f ••
F«frolma( U t Tunnel C^-vicli: otrKiimeteT . . , 11,^1 . . . r ^ , m m , - , , - .
Ton
1 1
22 1 Klf> 1
.; _
•*
104 1
II
44 1
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
~ provincie
19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
f^lWM«
isf^Ha*
Gelderland
fi'^M^
D » ^ » » '
TurV>^ 4
F M » 5 3 AA^alar/.«»9-fu>km
fKstto
O 01:21
g»«»m
1 3 B U O 2 0 1 2 12 2 5 0 3 - * ? !
p » — u H a m a i ^ i M i i 12.0 taan
CMI«*I
r a m p Hal MatlafeoMal
TaTifi I K I V \
9thg
*V3
22S
kJiVg
90 I
•C
4C-t.
E.4lcltljimieT
37.3
VJb-viith!
65.»
VlAKlcKg^le
H m » bot o m a T'3
M4 tot
f n« » l p i ^ [ «lalixj l^ipp
•- .
I.IM:.
MN
206
kJAo
«04
•C
•c \
r W t a bot .'atcu latew
IkMw Moll* F V
bdlinnsn» rnnam*
AV
'.'ccKgelule Mediooft
37 S
R.V
RV
373 1434
E r * ^ p i a Tactvi *an«> Ajnf/i»4»i l a w f iMi« b d i
•c •e %
ttmm
Toi»
SiaclittuAe«ne«
Op«3l™o
36 4
Chamcusl
2KC
fi(H|-*-8l^<
tM
P«rr.3laal
252 145 34 22 Kip
Ten Tm T
21,4 (l.t 41,8 •9 1 >.6 42.D
, IV] IJ I I,
160.1 I
•jj vtfdan'vrfiil uht . - n i T i
r ;
Vj.'i
i.i,f
.1 :l.i„ I.,,.,
T4* I
v t t d a m g t n a (Knr
TIK
.'M4»mpinflte*
Ilf4i
flftlli|iilt9 Idl
T M
A C I M I * ftiw 2 ^ al.«ft*
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
= provincie 19 september 2012 Rapportnr. EM-12-39
Bijlage 6:
( J
_ . , _ g l Q 0 r l 3 . n Q
Definities stof
ISO 9096 3.1 particulate matter dust particles, o f a n y shape, structure or density, dispersed in the gas phase under the sampling conditions NOTE 1 In t h * HMHted Ottcttotti, M the compounds that rrvay be collected by (illration under spuuiod conditions altur represenlativt; sampling of t i e gas to be analysed, and which remain upstream of t i e fitter and on l i e filter after drying under specified oondMons, are OOnsUamd l o be dust (or particJatu matter), hloweveri for the purposes ol some national standards, t i e definition of particJate matter may extend to COnjenst>les or reaction products collected under s p e d l a d OOndMona(e.O.tamperalures tower than Itie flue gas temperature). NOTE 2 This meltiod restricts the definition of particulale matter to that material collected in the sampling system on and before a filler, under spedfed temperature conditions. Procedures for the measiiement of secondary particulate matter (oondaflsMe materials) (omied and collected alter the filter are not wfltlfe) ttwscope of this InternaUonal Standard.
EN-1 3284-1 3.1 dust particles, ol any shape, structure or densrty, dispersed in the gas phase at the sampling point conditions which may be collected by filtration under specified conditions after representative sampling of the gas to be analysed, and which ren^n upstream of the filter and on the filter after drying under specified conditions
NeR Stofvormige emissie Deeltjes met elke vorm, dichtheid en structuur die onder de omstandigheden ter plaatse van het monstememingspunt zwevend in de gasfase voorkomen. In overeenstemming met de Europese norm NEN-EN 13284-1:2001 worden al die componenten beschouwd als stof (of vaste deeltjes) die na representatieve monsterneming van het te onderzoeken gas verzameld kunnen worden door filtratie onder de vastgelegde omstandigheden en die na drogen onder de vastgelegde omstandigheden achterblijven bovenstrooms van het fdter en op het fdter. Infomil Waar onze mening bepaalt de methode wat als stof moet worden gezien. In de NeR wordt NEN-EN 13284-1 voorgeschreven als de meetmethode voor de stof Omdat deze methode bij de bemonstering geen onderscheid maakt tussen zouten en stof, is stof dus som van de beide.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Provincie Gelderland Marktn Postbus 9090 6800 GX Arnhem T (026) 359 90 0 0 www.gelderland.nl
Provincie Gelderland, dichterbij dan je denkt
post Binnenlandse I pakketzending
ik-UI&iiiind Posiboi 9090 Kix Arnhem
1—•—^
1
3S ABHN 00022166
Provincie Flevoland ONTVANGEN
2 5 fïFP. 2012
FRANCO