bulletin juli 2010
Van kwantiteit naar kwaliteit Promotie Zijderveld Publicatieprijs Erelid Henny Meijer Icademy 2010
2
Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 2
Nieu
w
Klein van formaat, groot in prestatie Lengte 6.5 mm, platform 4.0, 4.5, 5.0, 6.0 mm
SWISS PRECISION AND INNOVATION. www.thommenmedical.com
Thommen Medical Benelux B.V. Edisonweg 17B 3404 LB IJsselstein Tel.: 030 6868468 Email:
[email protected]
Twee systemen – één concept Twee totaal verschillende implantaatsystemen zijn verenigd, met als uitgangspunt: één gemeenschappelijke abutmentconnectie
Innovative Präzision Made in Germany
OT-F2 Het zelftappende schroefimplantaat heeft een compressieverhogend schroefdraad dat in het crestale gebied overgaat in een microschroefdraad. Het ‘acid-etched’ NANOPLAST® oppervlak komt voort uit brede internationale studies.
OT-F3 Dit conische press-fit implantaat maakt het mogelijk in sterk geresorbeerde kaken te implanteren zonder vooraf te augmenteren. Het poreuze, gesinterde oppervlak zorgt voor een 3-d botingroei. Hierdoor is een crown-to-root ratio van 2:1 mogelijk. Het kleinste implantaat meet 4.1 x 5mm.
FOURBYFOUR® De stabiele interne connectie garandeert een eenvoudige en veilige positionering van de abutments. Platform-Switching, de bacterievrije conische interne connectie en de zeer nauwkeurige rotatieversleuteling zijn de kenmerken van dit moderne concept.
Memodent Dental Systems B.V. Johan van Hoornstraat 3 7541 BB Enschede T 053 430 66 63 E
[email protected] I www.memodent.nl
AZ_OT-F2-OT-F3_A5-quer_nl.indd 1
Twee implantaatsystemen – één prothetisch assortiment De compatibiliteit van beide systemen met betrekking tot de prothetische componenten zorgt voor overzichtelijkheid en gebruiksgemak. Het prothetische assortiment is breed en minder kostenintensief.
22.04.2010 13:37:31
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 3
Van de voorzitter Als dit stukje wordt gepubliceerd zijn de landelijke verkiezingen weer achter ons. Het wordt daarna weer spannend wat Den Haag met de gezondheidszorg gaat doen. Gaan we de prestatielijst mondzorg nog terug zien of vervalt het concurrentieprincipe binnen de Tandheelkunde. In welke vorm het ook wordt gegoten, er zal waarschijnlijk bezuinigd moeten worden. Wij kunnen daar als professie aan mee werken door onze indicatiestelling zo zuiver mogelijk te houden en te blijven werken aan kwaliteit van zorg. Dat
bovengenoemde problemen in kaart te brengen zodat de
is ook de reden dat het Consilium Implatologicum bezig is
commissie een duidelijk doelstelling krijgt. Wij zullen u
om de richtlijnen voor het instituut Implantoloog bij te
van de vorderingen op de hoogte houden via de website,
werken naar de huidige tijd. In plaats van een meer kwan-
het bulletin en natuurlijk de Ledenvergadering.
titatieve meting gaan we naar een kwalitatieve meting met
Daarnaast vindt u in dit bulletin weer de samenvatting van
als doel de ontwikkeling van de implantoloog te stimule-
een proefschrift gerelateerd aan de implantologie en een
ren. U kunt verder in dit bulletin een verslag van collega
samenvatting van het winnende artikel van de publicatie-
Snel lezen over de precieze doelstelling van de nieuwe
prijs. We vinden het als wetenschappelijke vereniging
reglementen. Het streven is om de nieuwe reglementen in
natuurlijk zeer belangrijk dat er in Nederland onderzoek
de Ledenvergadering in december te bespreken en
naar ons vakgebied wordt verricht. Het bestuur heeft
accorderen.
daarom een stipendium opgericht om dit onderzoek
Vanuit de leden komen steeds meer geluiden over proble-
financieel te ondersteunen. We hopen daarmee nieuw
men met de indicatiestelling , vergoeding, preoperatieve
onderzoek te initiëren en te stimuleren. Ook in dit bulletin
vereisten en de gewenste documentatie voor het verkrijgen
vindt u de aankondiging van ons najaarscongres op 12
van een machtiging voor implantaten bij zowel de onder als
november dat samen met de NVvP wordt georganiseerd in
bovenkaak. De potpourri van regels en aanbevelingen is
de Jaarbeurs in Utrecht. Dit wordt een groot congres met
soms voor zowel de behandelaar als de verzekeringsinstan-
meer dan 800 deelnemers en een indrukwekkende lijst
tie niet goed te overzien. De beroepsverenigingen hebben
met sprekers zoals Lindhe, Belser, Berglundh, Mankoo en
moeite of mogelijk onvoldoende inzicht om initiatief te
Bosshardt. Ik neem aan dat de hele NVOI daar aanwezig
nemen om hier structuur in aan te brengen. In de vorige
wil zijn, dus vergeet niet om u tijdig in te schrijven.
Ledenvergadering heeft het bestuur daarom het voornemen uitgesproken om vanuit de NVOI een Implantologie Onder-
Hopende op een mooie zomer,
handelings Commissie (IOC) op te richten. Ons voorstel is om bij de leden van de NVOI een enquête uit te zetten om
Erelid Henny Meijer Onder luid applaus is tijdens de iCademy 2010 Henny Meijer door de voorzitter tot erelid van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie benoemd. Henny Meijer heeft met zijn tomeloze inzet 10 jaar in het NVOI bestuur gezeten en heeft daarnaast vormgegeven aan de ontwikkeling van de wetenschappelijke pijlers van de NVOI; hij heeft een vormende rol gehad in het cursusprogramma, de najaarscongressen en de ontwikkeling van de implantologie aanbevelingen. Daarnaast heeft hij meegewerkt aan het lustrum in Mallorca en Malta en is hij de bedenker van de NVOI publicatieprijs. Meijer nam vorig jaar al afscheid van het bestuur, maar zal zijn kennis en ervaring de komende jaren blijven inzetten voor de NVOI als lid van de commissie Post Academisch Onderwijs Implantologie (PAOI).
Eelco Bergsma, Voorzitter
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 4
Verslag consilium
Leen Snel, voorzitter Consilium Implantologicum Van kwantiteit naar Kwaliteit De registratie- en visitatieprocedure voor erkenning als Implantoloog
bekwaamheid beschikt om door de NVOI te worden
door de NVOI is momenteel voornamelijk gebaseerd op kwantita-
erkend als Implantoloog is de visitatie. Op grond van het
tieve toetsing. Er is door de jaren heen bij (het Consilium Implantolo-
Reglement Implantoloog vindt visitatie pas plaats indien
gicum van) de NVOI behoefte ontstaan om (her-)registratie als
uit de aanvraag van de kandidaat-Implantoloog voor
Implantoloog op meer kwalitatief inhoudelijke aspecten van de
erkenning als Implantoloog blijkt dat hij over voldoende
geleverde zorg te baseren.
kennis beschikt over de state of the art van de orale
In dit artikel wordt een aantal overwegingen beschreven, die het
implantologie en daartoe de nodige nascholing heeft
Consilium Implantologicum hanteert om tot een registratieproce-
gevolgd en bovendien die kennis via voordrachten heeft
dure voor erkenning als Implantoloog door de NVOI te komen, die
uitgedragen aan personen uit de (tandheelkundige)
overwegend is gebaseerd op kwalitatieve toetsing van de (kandidaat-)
gezondheidszorg. Daarnaast moet de kandidaat-Implanto-
Implantoloog.
loog kunnen aantonen voldoende nascholing te hebben gevolgd over algemeen tandheelkundige onderwerpen. Inleiding
En tenslotte moet de kandidaat-Implantoloog kunnen
Vandaag de dag wordt (her-)registratie van erkenning als
aantonen dat hij voldoende patiënten zelfstandig heeft
Implantoloog voornamelijk gebaseerd op kwantitatieve
behandeld met alle gangbare indicaties en chirurgische
informatie. Hierdoor bestaat het risico dat erkenning op
technieken. Ten behoeve van de visitatie moet de
een relatief makkelijke wijze kan worden verkregen, maar
kandidaat-Implantoloog minimaal vijf volledig gedocumen-
dat (registratie van) een dergelijke erkenning op zichzelf
teerde door hem behandelde patiënten kunnen presente-
niets zegt over de kwaliteit van de zorg, zoals verleend
ren aan de visitatiecommissie. Deze procedure geldt ook
door de geregistreerde behandelaar.
voor de herregistratie van al eerder erkende Implantologen.
Er is daarom bij (het Consilium Implantologicum van) de
Op grond van de hierboven beschreven gang van zaken
NVOI behoefte ontstaan om (her-)registratie als Implanto-
en de ervaringen van het Consilium Implantologicum met
loog op meer kwalitatief inhoudelijke aspecten van de
de visitaties, valt het niet moeilijk de conclusie te trekken
geleverde zorg te baseren. Deze ontwikkeling houdt
dat (her-)registratie van erkenning als Implantoloog voor-
gelijke tred met de huidige tendens, waarbij ook andere
namelijk is gebaseerd op kwantitatieve informatie. In feite
wetenschappelijke verenigingen streven naar kwaliteits
is beoordeling van de vijf aangeleverde casussen vrijwel
visitatie.
het enige kwalitatieve aspect van de visitatie, die moet leiden tot erkenning als Implantoloog en (her-)registratie
Bevoegd en bekwaam
daarvan.
Binnen de werking van de wet BIG heeft iedere tandarts
Gezien de huidige tendens, waarbij ook andere weten-
cq. kaakchirurg de bevoegdheid tot het plaatsen van
schappelijke verenigingen streven naar kwaliteitsvisitatie
implantaten. De bekwaamheid daartoe moet de betref-
ligt het voor de hand dat ook de NVOI steeds meer oog
fende behandelaar wèl kunnen aantonen. Met andere
krijgt voor kwalitatief inhoudelijke aspecten van de gele-
woorden: een Implantoloog is iemand, die zichzelf
verde zorg. Daarnaast moet uiteraard wel aandacht blijven
aantoonbaar verder heeft bekwaamd in (met name het
bestaan voor de kwaliteit van voorwaarden zoals de prak-
chirurgisch aspect van) de implantologie.
tijkorganisatie, outillage en andere faciliteiten, aangezien
Juist ten behoeve van die aantoonbaarheid en het transpa-
deze van medebepalende betekenis zijn voor de kwaliteit
rant vaststellen van die bekwaamheid heeft de NVOI het
van de zorg.
Consilium Implantologicum ingesteld. Het Consilium is o.a. belast met de taak om aanvragen voor erkenning als
Kwaliteitsvisitatie
Implantoloog langs de maatlat van het Reglement Implan-
Ook bij diverse medische wetenschappelijke verenigingen
toloog te leggen en vervolgens te beoordelen of er sprake
begon begin deze eeuw de behoefte te ontstaan aan een
is van voldoende aantoonbare bekwaamheid voor erken-
nieuw visitatiemodel, waarbij meer nadruk moest worden
ning als Implantoloog en (her-)registratie daarvan in het
gelegd op kwaliteit. Ondersteund door het Kwaliteits
NVOI-register.
instituut voor de gezondheidszorg CBO werd een nieuw visitatiemodel ontwikkeld en in de praktijk getest, het
Huidige toetsing
zogenaamde kwaliteitsprofiel.
Eén van de belangrijkste ‘tools’, die het Consilium volgens het Reglement Implantoloog ter beschikking staat om te
Het professioneel kwaliteitsprofiel
beoordelen of een tandarts cq kaakchirurg over voldoende
De basis voor het nieuw ontwikkelde visitatiemodel wordt
Het is aan de betreffende wetenschappelijke vereniging
sen componenten, te weten:
een keuze te maken hieruit. Omdat het buiten het bestek
1. evaluatie van zorg
van dit artikel valt om uitgebreid in te gaan op alle ‘ins en
2. patiëntenperspectief
outs’ van de genoemde meetinstrumenten wordt hieronder
3. maatschaps-/vakgroeps-/praktijkfunctioneren
volstaan met een beknopte samenvatting.
4. professionele ontwikkeling.
Voor gedetailleerde toelichting en uitleg van de meet
Reden, waarom voor deze componenten is gekozen, is dat
instrumenten wordt verwezen naar het handboek ‘Kwali
behandelaars/specialisten juist hiervoor verantwoordelijk-
teitsvisitatie nieuwe stijl’ ((aan het einde van dit artikel
heid dragen en zij hierop ook getoetst kunnen worden
vermeld onder geraadpleegde bronnen).
tijdens een visitatie. Elke component kent meerdere kwaliteitsaspecten; voor toetsing daarvan zijn meetinstru-
Evidence-based medical audit (EBMA)
menten ontwikkeld (zie onderstaande tabel). Men moet
De EBMA is een instrument waarmee op basis van
zich wel realiseren dat deze meetinstrumenten voort
bepaalde criteria, ontleend aan richtlijnen, het zorgproces
durend volop in beweging en ontwikkeling zijn als gevolg
wordt geanalyseerd en beoordeeld. Van belang is dat er
van voortschrijdend inzicht. Met andere woorden het
een door de beroepsgroep geaccepteerde (bij voorkeur
professioneel kwaliteitsmodel is een continu dynamisch
evidence-based, maar niet noodzakelijk) richtlijn is.
proces. Visitaties zullen door de tijd heen daaraan te
De NVOI zou hiervoor bijvoorbeeld de ‘Aanbevelingen
dienen worden aangepast.
voor orale implantologie’, zoals geformuleerd door de hoogleraren Meijer, Raghoebar, Wismeijer, Ten Bruggen-
Uitgangspunt van het nieuwe model: zelfevaluatie
cate kunnen gebruiken.
Eén van de voornaamste uitgangspunten, die ten grondslag liggen aan de kwaliteitsvisitatie nieuwe stijl, is de
Kwaliteitsinventarisatie en signalering zorgprocessen
zelfevaluatie.
(KISZ)
De te visiteren behandelaar wordt in het kader van het
De KISZ-lijst is een instrument om de organisatie en de
professioneel kwaliteitsprofiel geconfronteerd met zelf
doelmatigheid van de geleverde zorg in de praktijk vast te
evaluatie-aspecten. Van de gevisiteerde wordt verwacht
leggen. Hieruit komen verbeterpunten en de mate van
dat hij een groot aantal items betreffende zijn eigen func-
prioriteit ervan naar voren.
tioneren in de praktijk, zijn mate van deskundigheid, zijn wijze van zorgverlening, de organisatie van zijn praktijk,
Quick Scan
zijn eigen voorstelling over de kwaliteit van zijn zorg
De Quick Scan is bij uitstek een zelfevaluatie instrument.
verlening zelf meet, evalueert en zelf eventuele verbeter-
De vragen gaan over het functioneren van de behandelaar
acties formuleert. Het is de bedoeling dat door de zelf
(i.c. de (kandidaat-)Implantoloog) en de praktijk als geheel.
evaluatie methodiek een systeem op gang wordt gebracht van voortdurende kwaliteitsverbetering van het eigen - op
Patiëntenenquête
kwaliteit gericht - professioneel handelen.
Met behulp van de patiëntenenquête wordt de mening gevraagd van patiënten over de behandelaar(s) en de
Meetinstrumenten
praktijk. Hierbij is de selectie van patiënten belangrijk.
Bij visitaties ter beoordeling van de kwaliteit van de
Daarvoor zijn protocollen beschikbaar.
genoemde kwaliteitscomponenten kan worden gebruik Tabel. Kwaliteitscomponenten, -aspecten en instrumenten ten behoeve van kwaliteitsvisitatie Kwaliteitscomponent
Kwaliteitsaspecten
Instrumenten
Evaluatie van zorg
Evaluatie van zorg(-processen)
Evidence-based medical audit (EBMA): evaluatie van de (toepassing) van richtlijnen. Dossieronderzoek
Evaluatie van het management van zorgprocessen
Kwaliteitsinventarisatie en signalering zorgprocessen (KISZ-lijst) Verwijzersenenquête
Patiëntenperspectief
Evaluatie patiëntenmening
Patiëntenenquête
Praktijkfunctioneren
Evaluatie van praktijk functioneren
Quick Scan (QS)
Professionele ontwikkeling
Evaluatie van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden Wetenschap en innovatie Opleiding en onderwijs
Visitatievragenlijst en interview met de behandelaars Visitatievragenlijst en gesprek met de vakgroep en anderen
Zie voor gedetailleerde toelichting en uitleg van de in bovengenoemde tabel gebezigde termen het handboek ‘Kwaliteitsvisitatie nieuwe stijl’ (aan het einde van dit artikel vermeld onder geraadpleegde bronnen).
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 5
gemaakt van de in de tabel vermelde meetinstrumenten.
fiel’. Dit profiel bestaat uit vier, tijdens de visitatie te toet-
Verslag consilium
gevormd door het zogenaamd ‘professioneel kwaliteitspro-
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 6
Verslag consilium
Ervaringen van het Consilium Implantologicum en
seerd op kwalitatieve gronden. Onderstaand volgt een
relevante uitkomsten
conceptvoorstel hiervoor van het Consilium. Cave: het is
Eind 2008 is de Nederlandse Vereniging voor Mondziek-
een concept, met andere woorden: zo zou in de (nabije)
ten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) overgegaan
toekomst de registratieprocedure kunnen zijn.
tot kwaliteitsvisitatie. Ook de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) blijkt in de loop der jaren een
Registratieprocedure nieuwe stijl
overwegend op kwaliteit gerichte visitatieprocedure te
I. Procedure voor de eerste aanvraag voor erkenning als
hebben ontwikkeld, die al veel raakvlakken vertoont met het eerder beschreven Professioneel Kwaliteitsprofiel. Om
Implantoloog NVOI 1. Opgave van een aantal (bijvoorbeeld 150) patiënten, bij
daarvan te leren zijn zowel de NVMKA als de NVvP
wie alle gangbare indicaties en chirurgische technie-
akkoord gegaan met het voorstel van het Consilium
ken zelfstandig door de aanvrager zijn uitgevoerd,
Implantologicum om gezamenlijk te visiteren. Naast de
uitgesplitst naar aantallen implantaten en indicatie
hierbij opgedane ervaringen zijn uiteraard ook de ervarin-
- overkappingsprotheses
gen opgedaan bij de visitaties van de groep Implantolo-
- enkeltandsvervangingen
gen, die bereid was mee te doen aan de pilot van
- verschillende brugconstructies
‘vervroegde registratie’, van toegevoegde waarde geweest.
2. Opgave van gevolgde nascholing 3. Toets door middel van een examen (bijvoorbeeld af te
Relevante uitkomsten Uit al deze opgedane ervaringen komt een aantal uitkom-
nemen door de faculteiten, waar een mastersopleiding Implantologie bestaat)
sten naar voren, die uitermate relevant zijn voor de
- schriftelijk
ontwikkeling van een systeem voor kwalitatieve registra-
- mondeling (inclusief casuspresentaties)
tie als Implantoloog NVOI. Om geen afbreuk te doen aan
4. Bij positieve uitslag van het examen is de geëxami-
de leesbaarheid van dit artikel, wordt hier volstaan met
neerde kandidaat-implantoloog. Hierna volgt
alleen het bestaan van die uitkomsten te vermelden.
5. Visitatie. Bij positieve bevindingen volgt uiteindelijk
Overigens komen de uitkomsten ruim aan bod in het
registratie van de erkenning als Implantoloog NVOI
vervolg van dit artikel. Uiteraard is schrijver dezes bereid desgevraagd de uitkomsten nader toe te lichten.
II. Procedure aanvraag voor de herregistratie van
Voorstel Kwalitatieve registratie Implantoloog NVOI
1. Opgave van een aantal (bijvoorbeeld 300) patiënten, bij
erkenning als Implantoloog NVOI Basis van het voorstel is de kwantitatieve meting uit te
wie alle gangbare indicaties en chirurgische technie-
breiden met een kwalitatieve, waarbij de metingen en de
ken zelfstandig door de aanvrager zijn uitgevoerd,
rapportage daarvan jaarlijks worden gedaan door de
uitgesplitst naar aantallen implantaten en indicatie
(kandidaat-) Implantoloog zelf. Hierdoor worden de resul-
- overkappingsprotheses
taten inzichtelijk voor de betreffende (kandidaat-) Implan-
- enkeltandsvervangingen
toloog en bij (her-)registratie voor de visiteurs. Visitatie
- verschillende brugconstructies
krijgt op die manier meer diepgang door de mogelijkheid
2. Aanleveren van de vragenlijst met veel zelfevaluerende
van evaluatie van de aangeleverde data en conclusies. De (kandidaat-)Implantoloog krijgt zo als het ware een handvat aangereikt waarmee hij inzicht verwerft in zijn eigen functioneren. Diens kwaliteit zal voor hem zelf meetbaar worden en aanleiding geven tot maatregelen voor verbeteringen. De hiervoor benodigde zelfevaluatie-aspecten
elementen 3. Aanleveren van de jaarverslagen van de vijf voorafgaande jaren 4. Aanleveren van de resultaten van patiënten- en verwijzersenquête 5. Visitatie (waarbij o.a. evaluatie plaatsvindt van de door
kunnen uit de visitatievragenlijsten naar voren komen en
de Implantoloog zelf in het jaarverslag vermelde verbe-
worden vastgelegd in jaarverslagen.
terpunten). Bij positieve bevindingen volgt herregistra-
Het visiteren zal hierdoor in belangrijke mate meer
tie van de erkenning als Implantoloog NVOI
objectief en eenvoudiger worden. Actuele stand van zaken Gezien de actuele ontwikkelingen op het gebied van regi-
Het Consilium Implantologicum overlegt voortdurend met
stratie en kwaliteitsvisitatie en de daarbij behorende
het bestuur van de NVOI over het traject, dat moet
meetinstrumenten, waarbij aan zelfevaluatie een belang-
worden doorlopen om tot een kwalitatieve stijl van visita-
rijke rol is gegeven, opgeteld bij de ervaringen van de visi-
tie en registratie te komen. In dat gezamenlijk overleg is
teurs van de NVOI en het Consilium Implantologicum en
besloten daarbij een weg van geleidelijkheid te bewande-
afgezet tegen de registratieprocedures van andere weten-
len. Reden, waarom niet ineens een totaal nieuw systeem
schappelijke verenigingen (nationaal en internationaal)
van visitatie en registratie aan de leden zal worden gepre-
kan het Consilium geen andere conclusie trekken dan dat
senteerd, maar een traject, waarbij stapsgewijs nieuwe of
het tijd wordt voor de NVOI zo snel mogelijk te streven
geüpdate versies van al bestaande meetinstrumenten
naar een registratie- en visitatieprocedure, die is geba-
worden ingevoerd. Dit heeft ertoe geleid dat het Consi-
- Reglement Implantoloog (NVOI) - Fossen JA, Hagemeijer JW, Koning JS de, Logtestijn SI van, Lombarts MJMH Kwaliteitsvisitatie nieuwe stijl Handboek voor wetenschappelijke verenigingen Van Zuiden Communications B.V., 2005 - Meijer HJA, Raghoebar GM, Wismeijer D, Bruggencate CM ten Aanbevelingen voor orale implantologie Ned Tijdschr Tandheelk 2008; 115: 481-488 - Raghoebar-Krieger H, Schaub RMH, Zijlstra-Shaw S, Verkerk M, Stegenga B Bespreken en beoordelen van professioneel gedrag Ned Tijdschr Tandheelk 2008; 115: 534-539 - Walburg, J, Integrale kwaliteit in de gezondheidszorg, Deventer, 1997 - Klazinga, N, Quality management of medical specialist care, Overveen, 1996 - NVOI-bulletin december 2008 Interview met Leen Snel - Reglement voor de Parodontoloog NVvP - Snel, LC, Van kwantiteit naar Kwaliteit Vergadering Consilium Implantologicum, maart 2009 - Middelweerd, H, Voorstel voor de opstelling van nieuwe eisen voor (her)registratie als Implantoloog Vergadering Consilium Implantologicum, september 2009
genlijst met zelfevaluatieonderdelen en de invoering van een jaarverslag, inclusief een voorstel voor de daarvoor benodigde aanpassingen van het Reglement Implantoloog. Gaat het bestuur hiermee akkoord, dan zal het deze voorstellen ter goedkeuring voorleggen aan de ALV van 7 december 2010. Bij een positieve stemming zal dan de eerste, belangrijke stap zijn gezet voor de overgang van ‘kwantiteit naar Kwaliteit’. Tot slot Kwantitatieve toetsing leidt in het algemeen tot makkelijk verkrijgbare erkenning. Zo’n erkenning zegt weinig tot niets over de mate van bekwaamheid en kwaliteit van zorg van de geregistreerde zorgverlener. Bovendien brengt makkelijk verkrijgbare erkenning het gevaar met zich mee dat een behandelaar in de verleiding komt om erkenning na te streven louter en alleen omwille van profilering. Kwalitatieve toetsing geeft weliswaar ook de gelegenheid tot profilering, maar dan één, die voortkomt vanuit de ambitieuze motivatie van de behandelaar om gráág te laten zien hoe hoog de kwaliteit is van zijn deskundigheid en van het resultaat van de door hem geleverde zorg.
Nieuw membraan bij BioComp; ATRISORB ® Naast haar bestaande membranen heeft BioComp nu ook ATRISORB in haar assortiment; het eerste en enige vloeibare membraan dat direct ter plaatse aangebracht wordt.
ATRISORB: • Uitstekend bruikbaar op moeilijk bereikbare plaatsen. • B ij iedere klinische indicatie en defect morfologie inzetbaar. • H et membraan is voordelig; met één spuitje (inhoud 0,5 gram) kunnen er meerdere defecten bij dezelfde patiënt behandeld worden. • H et is niet nodig het membraan op maat te knippen of te fixeren.
Voor meer informatie of een afspraak: BioComp Dental bv Contactpersoon: Jan de Jong Molenstraat 2a, 5262 ED Vught Telefoonnummer: 073 - 6847202 E-mail:
[email protected] Website: www.biocomp.eu
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 7
Geraadpleegde Bronnen
neerleggen voor uitbreiding van de bestaande visitatievra-
Verslag consilium
lium op korte termijn een voorstel bij het bestuur zal
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 8
Icademy
Icademy 2010 Esthetic implant therapy is the new paradigm shift justified? “The best of Holland is here!”. Zo opende dr. Hurzeler de Icademy 2010 op 15 juni in kasteel Wittenburg. Enthousiast dat “the hardcore of Dutch implant society” in de zaal zit, zoals moderator prof. dr. Chris ten Bruggenkate zojuist heeft gemeld, steekt hij van wal. Vanavond gaat hij iets compleet nieuws presenteren.
Door de moderne behandelconcepten schuift de implanto-
Betrouwbare parameters zijn gewenst om de uitkomst te
logie steeds verder af van de traditionele 2-fasige proce-
kunnen beoordelen. Bekijk het geheel niet in 2 maar in 3
dure. Immediaat implanteren in de esthetische zone zou
dimensies. Denk na over wat je doet, en stel een degelijk
net zo veel succes opleveren als de traditionele behandel-
behandelplan op. Wat zijn je criteria en wat versta je
procedures. De wens van de patiënt en behandelaar tot
onder succes? De patiënt velt uiteindelijk het oordeel,
snellere trajecten, heeft een verschuiving in de behandel-
maar jij bent de specialist. Wees eerlijk en kritisch en laat
modaliteit opgeleverd. Maar, stelt Hurzeler, de parameters
je niet alleen sturen door de wens van de patiënt om snel
die het niveau van succes bepalen, blijven onduidelijk.
klaar te zijn. “Voorspelbaarheid” is het sleutelwoord van
Niet alleen de reconstructie op zich dient optimaal te zijn,
de avond. Want het blijkt dat voorspelbaarheid in de
de functionele aspecten en esthetiek zijn minstens zo
esthetische zone een haast onmogelijke opgave is.
belangrijk. Maar wat is een perfect esthetisch resultaat?
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 9
Icademy Socket preservation technique
Extractiemethode en immediaat implanteren
Na extractie van een element, blijkt in 87% van de
De esthetische zone kent anatomische variaties die onder-
gevallen een buccale botdikte van minder dan 1 mm te
verdeeld worden in klasse 1 tot en met 5. De eerste 3
resteren. Aan de hand van een casus met een brug op
klassen hebben betrekking op enkeltandsvervangingen
implantaten in de bovenkaak demonstreert Hurzeler dat
waarbij sprake is van adequaat bot buccaal en interproxi-
wat initieel een mooi resultaat leek, na 10 jaar toch
maal (1), insufficiënt bot buccaal (2) of insufficiënt bot
diverse recessies toont. Resorptie is een niet te onder-
interproximaal (3). Klasse 4 en 5 vormen de meertands-
schatten proces. Inderdaad, het afschuiven van een
vervangingen in de esthetische zone.
mucogingivale lap veroorzaakt botresorptie. Maar: niet
Extractie van het element dient met de grootste voorzich-
opklappen is geen garantie dat er geen resorptie optreedt.
tigheid plaats te vinden. Het parodontium van de buur
En dus is de voorspelbaarheid een groot vraagteken. Het
elementen en het te extraheren element zijn van cruciaal
is belangrijk om met behulp van volumetrie de verande-
belang. Schuif niet de extractietang over het element,
ringen in de tijd te bekijken. In diverse studies heeft
maar maak eerst een marginale incisie en mobiliseer
Hurzeler met 3D technieken onderzocht wat de effecten
voorzichtig de buccale gingiva door te tunnelen. Mobili-
op botvolume zijn bij gebruik van verschillende behandel-
seer daarna pas het element. Besteed aandacht aan het
technieken, zoals “niets doen”, opvullen van de extractie-
hechten van de papil. Een techniek waarbij de papil met
alveole met Bio-oss met of zonder membraan, en met of
een hechting boven de contactpunten wordt “opgehangen”,
zonder weefseltransplantaat. De conclusie luidt dat alle
blijkt goede resultaten te geven. Een aantal casus worden
technieken (ook niets doen!) tot resorptie leiden. Bio-oss
besproken waarbij bovenstaande classificatie aan de orde
lijkt de potentie te hebben om postoperatieve resorptie te
komt. Met name klasse 3, 4 en 5 zijn gecompliceerd en
verminderen, maar voorkomt dit niet. Overcontourering
moeilijk voorspelbaar qua esthetiek, en dus niet geschikt
van de buccale situatie is niet geschikt om te compense-
voor immediaat implanteren. Tissue is the issue, en
ren voor de veranderingen die optreden na extractie.
opnieuw is (on)voorspelbaarheid in uitkomst het struikelblok.
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 10
Icademy
Concepten-ideeën-ontwikkelingen Op zoek naar een betere voorspelbaarheid van de behandeluitkomst passeert een aantal “hulpmiddelen” de revue. Hurzeler geeft aan hoe belangrijk het is om met goed instrumentarium te werken. Microchirurgie is waar het om draait, dus geen mesje 15 voor de incisie, maar een speciaal dun gebogen mesje die de contour van het element volgt. Ook het soort hechtmateriaal en de gebruikte hechttechnieken zijn van invloed op de behandeluitkomst. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij het maken van de incisie en flap. Een horizontale incisie in de gekeratiniseerde gingiva geeft littekenweefsel en moet vermeden worden. Ook verticale incisies moet men tot een minimum beperken. De ideale incisie, is een marginale incisie, doorlopend tot ca. 2-3 elementen verder, met een kleine distale ontspanningsincisie. Naar mesiaal kan eventueel getunneld worden om meer ruimte te creëren. Vervolgens worden de 5 belangrijkste factoren van membranen besproken. Het ideale membraan is cell-occlusive, heeft een barrièrefunctie, is makkelijk in gebruik, stabiliseert de beschikbare ruimte en, het belangrijkste: zorgt voor weefselintegratie. Een (Bio-gide®) membraan is een zogenaamd non-crosslinked membraan en resorbeert (te) snel, maar heeft een goede weefselinte-
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 11
Icademy gratie. Crosslinked membranen hebben een goede barriè-
juist iets uitsteekt boven de flap. Bij het sluiten van de
refunctie omdat deze minder snel resorberen. Een ideaal
wond, ligt het bindweefseltransplantaat dus precies onder
membraan zou dus aan de weke delen zijde non-crosslin-
de naad. Mocht er een dehiscentie optreden, is er geen
ked en aan de bot(substituut) zijde crosslinked moeten
sprake van blootliggend bot maar zal het bindweefsel-
zijn. Helaas blijkt het, ondanks het verzoek van Hurzeler
transplantaat de continuïteit van de wond waarborgen.
aan de industrie, technisch niet mogelijk dit in 1 membraan te realiseren. De techniek die Hurzeler zelf
Nieuws! The socket shield technique
veel gebruikt is de “2-membranentechniek”. Hij plaatst
Alvorens over te gaan tot het nieuwe behandelconcept
Bio-oss buccaal van het immediaat geplaatste implantaat,
waar hij jaren aan heeft gewerkt, bespreekt Hurzeler eerst
bevestigt daaroverheen een crosslinked membraan,
de biologische principes van het parodontium. Bij paro-
vervolgens een Biogide® non-crosslinked membraan met
dontaal verval is altijd sprake van 1 mm resterend
de ruwe zijde naar het bindweefseltransplantaat, dan het
connective tissue boven het botniveau. Het is zeer
bindweefseltransplantaat en daaroverheen wordt de
belangrijk om deze connective tissue te bewaren om het
mucogingivale flap gesloten. Met een zeer bevredigend
botvolume te behouden. Zoals bekend, dicteert het
weefselintegratieresultaat, en betere voorspelbaarheid
parodontium van de buurelementen waar de papil zal
van de esthetische uitkomst, aldus Hurzeler.
eindigen. De gedachte is dus om zoveel mogelijk van het parodontale ligament in stand te houden. Met dit principe
Sluiten van de wond
in het hoofd, is Hurzeler gestart met het plaatsen van
In de esthetische zone wordt geadviseerd de incisie
implantaten met in situ laten van het buccale deel van het
midcrestaal te plaatsen in verband met de bloedvoorzie-
te vervangen element. Het schildje tandweefsel zorgt
ning. Om te voorkomen dat op de naad een dehiscentie
ervoor dat de buccale contour van het element intact
optreedt, fixeert Hurzeler het op het palatum geoogste,
blijft, doordat het parodontium behouden wordt. Na een
full thickness bindweefselgraft aan de mucogingivale flap.
succesvolle studie op de Beagle hond, is hij 2 jaar geleden
Daarbij zorgt hij ervoor dat het bindweefseltransplantaat
gestart met humane casus. Inmiddels zijn zo’n 15 patiën-
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 12
Icademy
ten met deze techniek behandeld en is er een follow-up
resultaten zullen uitwijzen hoe de toekomst eruitziet. Hij
van 2 jaar met veelbelovende resultaten.
besluit zijn betoog met de conclusie dat er op dit moment geen methode bestaat die op betrouwbare wijze de volu-
Techniek en resultaten
metrische veranderingen na tandextracties voorspelt.
Allereerst wordt het kanaal van het te vervangen element
Extracties veroorzaken irreversibel verlies van parodon-
voorgeboord met een Gates glidden drill. Aansluitend
tium, en verlies van parodontium betekent verlies van
wordt het element (aan de buccale-coronale zijde) gepre-
bot, verlies van weke delen en verlies van esthetiek. Met
pareerd en beslepen tot 1 mm boven het botniveau (denk
deze lezing hoopt hij een nieuwe weg in te slaan, om
aan behoud van connective tissue!). Vervolgens vindt
betere voorspelbaarheid van behandelingen in de estheti-
preparatie door het element plaats met de implantaatboor
sche zone te bereiken. “I want to make you think” zei
in opeenvolgende diktes, waarbij het palatinale deel en de
Hurzeler aan het begin van de avond. Het lijkt erop dat hij
apex van het element volledig worden verwijderd. Wat
daar goed in geslaagd is.
overblijft is “the buccal shield”. Het is van cruciaal belang dat er zich geen barstjes in dit buccale schild bevinden. Er
En zo kwam er een einde aan deze enerverende Icademy
wordt Emdogain(R) aangebracht, en het implantaat wordt
2010, die bovendien een bijzonder tintje had door het
geplaatst, met het buccale schild in situ. Uitgebreid histo-
verworven erelidmaatschap van Henny Meijer. Van harte
logisch onderzoek toont tot ieders verrassing geen resorp-
gefeliciteerd!
tie, maar nieuwvorming van cement tussen het buccale tandschild en het bot. Zou dit de oplossing zijn voor het
Jitske Nolte
buccale resorptieprobleem in de esthetische zone?
AIOS MKA-chirurgie Vumc
Nu het hoogtepunt van de avond is bereikt, ontstaat enig rumoer in de zaal. Diverse vragen worden gesteld over de mogelijkheden en onmogelijkheden van deze techniek. Hurzeler beaamt dat een dergelijk concept niet bruikbaar is bij een element met een fractuur in bucco-linguale/ palatinale richting. Daarnaast roept hij op om dit “niet thuis te proberen”. Hij is zich ervan bewust dat er pas een follow-up van 2 jaar beschikbaar is, en dat de techniek niet in alle situaties kan worden toegepast. Lange termijn
Homayoun Zadeh1, Richard Palmer2, Jan Wennström3, Felix Guljé4, Stephen Chen5, Clark Stanford6 , Jan Lindhe3 1University
of Southern California, USA; 2King’s College London, United Kingdom; 3The Sahlgrenska Academy, Sweden de Mondhoek, The Netherlands; 5Balwyn Periodontic Center, Australia; 6University of Iowa, USA
4Praktijk
ABSTRACT This randomized controlled study was initiated to evaluate the clinical performance of OsseoSpeed™ 4.0 S implants of 6 mm length compared to 11 mm, when replacing two or three missing teeth in the posterior region. The implants were loaded 6 to 7 weeks after implant placement. This poster reports marginal bone level alterations 6 months after implant installation for 39 patients (89 implants). Marginal bone level alterations 6 months after implant installation was -0.36 for the 6 mm implant and -0.36 mm for the 11 mm implant. There was no statistically significant difference between the two groups. This clinical study has been sponsored by Astra Tech AB, Mölndal, Sweden. Figure 1. Pre-surgery, position 46 and 47
BACKGROUND AND AIM There is a clinical need for using shorter implants in the posterior regions of both maxilla and mandible with limited vertical bone height. This study was designed to compare the preservation of marginal bone when using Astra Tech OsseoSpeed™ 4.0 S of 6 mm and 11 mm length, respectively. After randomization the implants were placed in the posterior maxilla or mandible, utilizing an early loading protocol.
Figure 2. OsseoSpeed™ 4.0 S 6mm with UniAbutment and ProHeal cap
MATERIALS AND METHODS This randomized, controlled, international multi-center study is ongoing and was designed with specific inclusion and exclusion criteria. Patients in need of replacing two or three missing teeth in the posterior maxilla or mandible, and with a minimum of 11 mm vertical bone height, were eligible to the study. The patients were randomized to either short implants (6 mm) or standard length implants (11 mm). All implants used in the study were 4.0 mm diameter OsseoSpeed™. A one-stage surgical protocol was utilized for all implants with primary stability. UniAbutments with ProHeal caps were used during the 6 to 7 weeks healing period. After healing screw-retained bridges were placed on standard UniAbutments. All implants and study components were supplied by Astra Tech AB, Mölndal, Sweden. Main inclusion criteria were edentulism in the study area for at least 4 months and presence of natural tooth root mesial to the study area. Main exclusion criteria were smoking >10 cigarettes daily and a health status that would not allow implant placement. Primary variable in the study is to compare marginal bone level alterations 5 years after implant placement.
Figure 3. Healing 7 days after surgery
Thus far, 61 patients with 137 implants have been treated at six different study centers (United Kingdom, Sweden, The Netherlands, Australia and USA), and of these 39 patients with 89 implants have been followed for 6 months. Twentythree of the patients, with 54 implants, have been followed for 12 months.
RESULTS The study population represents a wide variety of patients with respect to age (mean 53 years, ranging from 26 to 68 years), gender (51% male and 49% female) and smoking history (8% smokers, 25% previous smokers, 67% non smokers).
Implant length 11 mm
Installation
45
44
Total 89*
12 months
32
22
54
*Only including patients having reached at least 6 months follow up
Graph 1. Marginal bone levels 4.0 S 6 mm 6OsseoSpeed™ mm OsseoSpeed™ 11 mm 4.0 S 11 mm
0,5
mm
One 6 mm implant did not achieve stability during installation and was replaced with a longer implant.
6 mm
Time
Marginal bone levels six months after implant installation is -0.36 and -0.36 mm for 6 and 11 mm, respectively. Of the 137 implants followed, complications are limited to three lost implants (two 6 mm implants and one 11 mm implant), equal to 97.8% total survival rate.
Figure 4. Follow-up 12 months after surgery
Table 2. Distribution of implants
Figure 5. X-ray of implant placement
0
Table 1. Bone quality and quantity of implant positions Bone quantity Bone quality
A
B
C
D
E
1
Total
-0,5 Loading
0
2
19
3
15
4
7
Total
41
9 (1) 23
4 2
3 (2) 35
6
32 2
42
3
2
15
5
2
89
Number of implants (lost implants within parenthesis)
-1,0 -2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 Figure 6. X-ray of temporary restoration 6 weeks after surgery
Months from loading At 12 months follow-up 54 implants have been radiographically examined
CONCLUSIONS Early results from this randomized, controlled clinical study indicate that treatment with OsseoSpeed™ 4.0 S preserves the marginal bone which is in agreement with data previously reported for OsseoSpeed™ implants1-5. This study also indicates that treatment with short implants had no negative effects on maintaining marginal bone levels compared to standard length implants.
Figure 7. X-ray follow-up 12 months after surgery
Both treatments were safe and predictable and this is in line with a previous review article by Renouard and Nisand6 showing that survival rates for short implants were similar to that of standard length implants. CASE IMAGES, COURTESY OF DR. FELIX GULJÉ
REFERENCES 1. Donati et.al., Clin Oral Implants Res 2008;19:740-48 2) Steveling et.al., J Clin Periodontol 2009;36(Suppl 9):197
3) Stanford et.al., Appl Osseointegration Res 2008;7:49-57 4) Schliephake et.al., Appl Osseointegration Res 2006;5:56-58
5) Roediger et.al., J Dent Res 2009;84(Spec Iss A):3385 6. Renouard and Nisand, Clin Oral Implants Res 2006;17 Suppl 2:35-51
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 13
Comparing OsseoSpeed™ 4.0 S 6 mm with 11 mm implant length
P71
Winnende poster
Award voor beste onderzoek tijdens het Academy of Osseointegration congres in Orlanda maart 2010.
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 14
Vooraankondiging
Vooraankondiging gezamenlijk congres NVvP en NVOI. Vrijdag 12 november 2010 Beatrixgebouw Utrecht: REROOTED
Omleiden of herwortelen: Congres ReRooted Op vrijdag 12 november 2010 organiseren de Nederlandse Vereniging
consequenties voor de buccale botlamel. Nieuwe inzich-
voor Parodontologie (NVvP) en Nederlandse Vereniging voor Orale
ten, waarbij de osteoclasten als het ware worden omge
Implantologie (NVOI) in het Beatrixgebouw in Utrecht een groot
leid tonen aan dat dit proces te voorkomen is. Jan Lindhe
congres met internationale sprekers met als thema ReRooted.
zal dit in zijn verhaal uitgebreid uiteenzetten.
Waarmee zoveel bedoeld wordt als ‘omgeleid’ of ‘herworteld’. Grote
Paneel 8
•
namen in de tandheelkunde zoals Jan Lindhe (Zweden), Tidu Mankoo
Remodelling van het kaakbot vindt ook plaats na het laten
(Engeland), Dieter Bosshardt (Zwitserland), Urs Belser (Zwitserland)
wortelen van een tandheelkundig implantaat. Met name
en Tord Berglundh (Zweden) zijn uitgenodigd om op dit thema voort
op het moment waarop het implantaat - met behulp van
te borduren.
een abutment - de zachte-weefsel-barriere doorbreekt, is
162 x 225 (back)
Paneel 1
•
162 x 225 (cover)
er op histologisch niveau veel verandering te constateren rondom de nek van het implantaat. Dieter Bosshardt zal schitterend histologisch onderzoek tonen waarbij door de diameter van het abutment te verkleinen ten opzichte van de nek van het implantaat, een zogenaamde platform switch, botresorptie kan worden tegengegaan.
NVvP brons
Het herwortelen is geen doel op zich. De patiënt is
BENELUX BV
uiteindelijk het meeste gebaat bij het herstel van kauw vermogen, spraak en esthetiek door middel van een suprastructuur. Gezaghebbende sprekers op het gebied van
NVvP goud
prothetiek, zoals Tidu Mankoo en Urs Belser, worden ingevlogen om baanbrekende inzichten te tonen met betrekking tot het samenspel van de componenten die op het implantaat geplaatst worden en de zachte weefsels die daaromheen worden geleid, waarbij een natuurlijk ogend
De NVOI en de NVvP willen graag bijdragen aan een duurzamer mileu. Daarom gebruiken zij EU Ecolabel goedgekeurd papier en is al het drukwerk voor het ReRooted najaarscongres volledig FSC gecertificeerd.
resultaat wordt gerealiseerd.
Vormgeving: Jan Willem Vis @ ArtDirected.nl
NVvP zilver
Een groot aantal implantaatsystemen hebben inmiddels bewezen een duurzame oplossing te kunnen bieden, mits de procedures vakkundig worden aangepakt. Over het onderhoud van deze tandvervangers is echter nog weinig
Zo gewoon als het een paar generaties terug was om een 10.06.10 10:21:47
bekend. Een van de meest toonaangevende sprekers Tord
tand of kies te verliezen, zo ongewoon is het nu. Dertig
Berglundh zal het thema van het congres afronden, door
jaar geleden had een derde van de Nederlanders boven de
te spreken over maintenance en lange termijn resultaten.
vijftien jaar een volledig kunstgebit. Nu is dat slechts nog een zevende. Het aandeel van edentaten is in dertig jaar
Gezien het hoge niveau van de sprekers en het feit dat het
meer dan gehalveerd. Daar waar boven de tachtig nog
congres volledig in het engels zal worden gehouden wordt
drie op de vier een kunstgebit draagt, is het aantreffen
er veel aandacht verwacht van buitenlandse congresbezoe
van een volledige prothese bij iemand onder de veertig
kers. Tevens zal het gevarieerde aanbod naar verwachting
tegenwoordig een zeldzaamheid. (Bron CBS)
veel mondhygiënisten, tandarts algemeen practici, prothetisch onderlegde tandartsen, implantologen, kaakchirur-
Het extraheren van een gebitselement gaat gepaard met
gen en parodontologen aantrekken. Vroeg inschrijven is
resorptie. De processus alveolaris bestaat namelijk bij de
daarom geboden. Informatie over inschrijving kun je
gratie van de aanwezigheid van de wortels van tanden en
vinden op www.nvvp.org en www.rerooted.nl.
kiezen. Een belangrijk deel van het kaakbot dat een element omgeeft is gegenereerd door de schede van
Tot vrijdag 12 november 2010 in Utrecht bij het
Hertwig tijdens de afvorming van de wortel. Als dit bot
congres Rerooted!
- waarin het parodontale ligament verankerd zit - na extractie zijn functie verliest, wordt het door osteoclasten
Ronnie Goené, congres coördinator NVOI
afgebroken. Met name in de frontregio heeft dit grote
Paul Sipos, congres coördinator NVvP
genomen op de plaats van het implantaatbed. Naast een klinische evaluatie kan zo ook een histologische en histomorfometrische analyse van het te onderzoeken bot of botsubstituut plaatsvinden. Het hoofdbestanddeel van dit proefschrift betreft een prospectieve vergelijking tussen verschillende augmentatiematerialen in een sinubodemelevatie model, met zowel korte als lange termijn resultaten. In het tweede deel van het proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar het effect van pre-compressie van een autoloog bottransplantaat op de uiteindelijke botombouw. In hoofdstuk 2 wordt een prospectieve studie beschreven naar de prevalentie van anatomische en chirurgische In het geval van een ernstig geresorbeerde maxilla in de
bevindingen van 100 opeenvolgende sinusbodemelevaties
zijdelingse delen kan een sinusbodemelevatie het plaatsen
en worden de klinische consequenties hiervan besproken.
van implantaten mogelijk maken. De klassieke sinusbode-
De patiënten werden behandeld volgens de klassieke
melevatie bestaat uit de preparatie van een botluikje in de
sinusbodemelevatie, zoals beschreven door Tatum, waar-
laterale sinuswand, dat naar mediaan en craniaal kan
bij een botluikje in de laterale sinuswand naar mediaan
worden verplaatst, zoals beschreven door Tatum en later
en craniaal wordt verplaatst. Het betrof 36 mannen en 64
gemodificeerd door Boyne.
vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar (sprei-
De ontstane ruimte tussen de craniale zijde van de
ding: 17-73 jaar). Bij patiënten met een dubbelzijdige
processus alveolaris van de resterende bovenkaak en de
sinusbodemelevatie werd alleen de eerst behandelde zijde
nieuw gecreëerde sinusbodem kan geaugmenteerd
beoordeeld.
worden met autoloog bot of een botsubstituut. Autoloog
Tijdens de meeste behandelingen werd afgeweken van de
bot lijkt nog steeds de gouden standaard voor deze proce-
standaardprocedure volgens Tatum op grond van een
dure. Een nadeel van autoloog bot is de morbiditeit van de
anatomische variatie of chirurgische bevinding. Een
donorplaats. De hoeveelheid verkregen donorbot is soms
dunne of dikke laterale sinuswand werd gezien in respec-
gering, met name als de onderkaak als donorplaats is
tievelijk 78 % en 4 % van de patiënten, waarbij een gemo-
gebruikt. Deze nadelen leiden tot een continue zoektocht
dificeerde preparatie van het botluikje werd uitgevoerd
naar botsubstituten.
(figuur 1). Zowel bij een sterk convexe laterale sinuswand
Enkele botsubstituten (bone morphogenetic proteins)
(6 %), als een smalle sinus maxillaris (4%) werd het
hebben osteo-inductieve eigenschappen, doch de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van deze materialen zijn soms gering, zodat het gebruik vooralsnog wordt beperkt tot klinische trials. Vrijwel alle andere botsubstituten hebben osteoconductieve eigenschappen. Het meest ideale botsubstituut resorbeert langzaam en wordt tegelijkertijd vervangen door eigen bot. Het sinusbodemelevatie studiemodel is ideaal om bot en botsubstituten te bestuderen op het moment van implantaatplaatsing in tweede instantie. Tijdens implantaatplaatsing kunnen met een trepaanboor botbiopten worden
Figuur 1. Uitdunnen van dikke laterale sinuswand om procedure te vereenvoudigen
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 15
Proefschrift
Proefschrift Steven Zijderveld Bone regeneration with different grafting materials in a human maxillary sinus floor elevation model
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 16
Proefschrift
Tabel 1. Anatomische bevindingen in 100 opeenvolgende sinusbodemelevaties Dunne laterale sinuswand Dike laterale sinuswand Convexe laterale sinuswand Verbinding Schneiderse membraan and orale mucosa Smalle sinus maxillaris Wijde sinus maxillaris Sinus septa Longitudinael sinus septum Wortelvorm configuraties
78 % 4% 6% 2% 4% 7% 48 % 2% 4%
Tabel 2. Complicaties in 100 opeenvolgende sinusbodemelevaties
Figuur 2a. Preparatie van botluikje in laterale sinuswand
Perforatie Schneiderse membraan Peroperatieve bloedingen Postoperatieve bloedingen Postoperatieve sinusitis maxillaris Locale wonddehiscentie Graft infectie Graft verlies Implantaat verlies (4/243)
11% 2% 0% 1% 3% 2% 1% 1,5%
botluikje op een andere wijze naar mediaan en craniaal verplaatst. In 48% van de sinusbodemelevaties bemoeilijkten septa het los prepareren van het Schneiderse membraan (figuur 2 a,b en c) (tabel 1). Met betrekking tot de complicaties is de perforatie van het Schneiderse membraan één van de meest voorkomende (11 %). Bloedingen tijdens het prepareren van het botluikje veroorzaakte in 2 % een verminderd zicht op het Figuur 2b. Preparatie van twee aparte botluikjes vanwege een septum in de sinusbodem
operatiegebied. Aanvankelijk werd de incisie op de top van de processus iets palatinaal gelegd en dit veroorzaakte in 3 % van de gevallen een locale wonddehiscentie (tabel 2). Er werd geconcludeerd. dat grondige kennis en tijdige herkenning van de anatomische structuren van de sinus maxillaris leidt tot afname van onnodige complicaties. In Hoofdstuk 3 wordt een prospectieve klinische en röntgenologische studie beschreven naar de mate van botvorming van twee augmentatiematerialen in een sinusbodemelevatie, te weten een beta-tricalciumfosfaat (Cerasorb, Curasan, Kleinostheim, Duitsland) en een autoloog kinbottransplantaat. Tien patiënten ondergingen een dubbelzijdige (n=6) of enkelzijdige (n=4) sinusbodemelevatie. De verticale
Figuur 2c. Wegens perforatie van het Schneiderse membraan is een collageen membraan aangebracht
bothoogte van de restmaxilla was tenminste 4 mm en maximaal 8 mm. De dubbelzijdig behandelde patiënten werden volgens een split mouth model geaugmenteerd, met 100 % beta-tricalciumfosfaat aan de test-zijde en 100 % kinbot aan de controle-zijde. Zestien sinusbodemelevaties werden uitgevoerd.. In totaal werden 41 implantaten geplaatst, 26 aan de test-zijde en 15 aan de controle-zijde. De klinische kenmerken verschilden op het moment van implanteren. De betatricalciumfosfaat korrels bleken nauwelijks te zijn geresorbeerd en er werd een duidelijke overgang waargenomen
aan de controle-zijde de botvorming tot stilstand is
maxilla was ten tijde van de implantaatplaatsing nog
gekomen.
nauwelijks waar te nemen. De weerstand tijdens het
De hoeveelheid volwassen, lamellair bot aan de experi-
boren bleek in op één na alle gevallen van de test-zijde
mentele zijde bleek minder dan de helft van de hoeveel-
fibreus in plaats van benig. De weerstand tijdens het
heid aan de controle-zijde. Dit wijst erop, dat de ombouw
boren was aan de kinbot-zijde wel benig. In alle gevallen
van het eerst gevormde jonge vezelbot aan de experimen-
bleek de röntgenologisch gemeten verticale bothoogte na
tele zijde pas kort voor het nemen van het biopt was
augmenteren voldoende voor het plaatsen van implanta-
begonnen, en aan de controle-zijde veel eerder. De
ten. Gedurende de follow-up periode van een jaar zijn er
botvorming nam af naarmate de afstand tot het oorspron-
geen implantaten verloren gegaan.
kelijke kaakbot groter werd. De biopten bevatten verder
Hoewel autoloog bot de gouden standaard blijft, is een
grote delen waar de Cerasorb-korrels niet waren vervan-
beperkte sinusbodemelevatie met 100 % beta-tricalcium-
gen door bot, maar wel geïnfiltreerd en omgeven waren
fosfaat een voorspelbare behandeloptie in deze specifieke
door bindweefselcellen van onduidelijke herkomst.
patiëntenpopulatie.
Er werd geconcludeerd, dat Cerasorb een acceptabel botvervangingsmateriaal is, waarin 6 maanden na
In hoofdstuk 4 worden de histologische en histomorfo-
aanbrengen een tandwortelimplantaat geplaatst kan
metrische resultaten beschreven van een prospectieve,
worden, maar alleen als de patiënt genoeg resterend kaak-
gecontroleerde klinische studie van augmentatie met
bot heeft om de implantaten primaire stabiliteit te geven.
twee verschillende materialen, te weten een beta-tricalciumfosfaat (Cerasorb, test zijde) en gefragmenteerd
In hoofdstuk 5 wordt een histologische evaluatie verricht
autoloog botweefsel uit de kin (controle-zijde). De dubbel-
van biopten die pas 9 maanden (2 patiënten) dan wel 14
zijdige sinusbodemelevatie werd gebruikt als test model
maanden (1 patiënt) na sinusbodemelevatie met beta-
(split mouth) met een test- en controle- zijde in één
triclaciumfosfaat zijn afgenomen. Er werd bekeken of de
patiënt.
bothoogte, het botvolume en de vorming van volwassen
Biopten werden verkregen 6 maanden na transplantatie,
lamellair bot verder zouden toenemen in de tijd. Er werd
5 biopten van de ‘gecontroleerde’ (dubbelzijdig behan-
inderdaad meer botvolume gevonden na 9 en 14 maanden
delde) en 4 van ‘ongecontroleerde’ (enkelzijdig behan-
dan na 6 maanden en ook was het percentage lamellair
delde) patiënten. De histologische bevindingen bevestigen
bot verder toegenomen. Dit wees erop, dat ook in de
de osteoconductieve eigenschappen van het beta-tricalci-
periode na 6 maanden de botvorming rond de beta-trical-
umfosfaat. Meting van de hoeveelheid gevormd bot
ciumfosfaat korrels in de sinus was doorgegaan. Ook had
maakte een vergelijking mogelijk tussen het botvormend
verdere ombouw van vezelbot naar lamellair bot plaats
vermogen van beta-tricalciumfosfaat met de ‘gouden stan-
gevonden. De hoogte van het kaakbot was verdubbeld in
daard’, zijnde autoloog bot. Het gemiddelde botvolume
vergelijking met de 6-maanden groep: van 3 mm tot bijna
aan de experimentele zijde (Cerasorb) was significant
6 mm.
lager dan aan de controle-zijde (17 % respectievelijk 41 %)
Er werd geconcludeerd, dat 9 maanden na transplantatie
(figuur 3). Echter de hoeveelheid osteoid was hoger aan de
van Cerasorb in de sinus maxillaris, de sinusbodem
experimentele zijde dan aan de controle-zijde (1.3% resp.
voldoende is verhoogd om (onbelaste) implantaten te
0.3 %). Dit wijst erop, dat aan de experimentele zijde, na
kunnen plaatsen, doch bij voorkeur met een aanwezige restmaxilla van tenminste 4 mm. Opgemerkt dient te worden, dat de studiegroep te klein was om harde uitspra-
Bone Volume (%)
60
ken te kunnen doen.
50
In hoofdstuk 6 worden, in een lange termijn follow-up
40
studie, de veranderingen in verticale dimensie vergeleken van twee verschillende augmentatiematerialen die
30
werden toegepast in een sinusbodemelevatie. Tevens
20
worden de veranderingen in verticale dimensie in de tijd
10 0
vergeleken bij één patiënt op drie verschillende lokalisaties, te weten: het eerste bot-implantaat contact distaal van het
Control
Test
New Bone Figuur 3. Botvolume percentage van de afzonderlijke patiënten. Rode rondjes: bilateraal behandelde kinbot controle groep. Donkerblauwe rondjes: bilateraal behandelde Cerasorb groep. Het verbindingslijntje geeft aan dat het hier dezelfde patient betreft. Lichtblauwe rondjes: unilateraal behandelde Cerasorb groep.
één na meest posterieur geplaatste implantaat (L1), halverwege dit implantaat en het meest posterieur geplaatste implantaat (L2), en 5 mm dorsaal van het meest posterieur geplaatste implantaat (L3) (figuur 4). Twintig opeenvolgende patiënten werden geincludeerd, 14 test-zijden met beta-tricalciumfosfaat (Cerasorb) en 10 controle-zijden met een kinbottransplantaat. In totaal werden 24 zijden
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 17
6 maanden, nog steeds botvorming plaatsvindt, terwijl
De overgang tussen het kinbottransplantaat en de eigen
Proefschrift
tussen het augmentatiemateriaal en de restmaxilla.
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 18
Proefschrift
Figuur 4. Verticale dimensie graft gemeten op 3 posities: 1. het eerste bot-implantaat contact distaal van het één na meest posterieur geplaatste implantaat. 2. halverwege dit implantaat en het meest posterieur geplaatste implantaat. 3. 5 mm dorsaal van het meest posterieur geplaatste implantaat.
Figuur 5a. Orthopantomogram pre-operatief
in de tijd op de drie genoemde lokalisaties gevonden en de gemiddelde afname tussen beide augmentatiematerialen verschilde niet significant. Na een initiële afname van bothoogte gedurende de eerste 1.5 jaar was verdere afname significant lager. In hoofdstuk 7 wordt een overzicht gegeven van de tot dan toe beschikbare literatuur met betrekking tot sinusbodemelevaties en de toepassing van bone morphogenetic proteins (BMP’s). rhBMP-2 en rhBMP-7 werden in prek linische en klinische studies toegepast. Een vergelijking tussen de resultaten van deze studies was lastig door geëvalueerd, omdat 4 patiënten een dubbelzijdige behan-
grote verschillen in de opzet van deze studies. Verschillen
deling ondergingen volgens het zogenaamde split mouth
werden gezien in preklinische versus klinische studies, de
model. Gedurende een follow-up van 4 tot 5 jaar werd op
toegepaste chirurgische techniek, het wel of niet toepas-
vijf verschillende momenten een orthopantomogram
sen van een membraan, de carriers, de concentratie van
vervaardigd en geëvalueerd (figuur 5 a,b,c en d). De
het botsubstituut en de inhelingstijd vóór de implantatie-
afname van bothoogten werd gemeten, alsook of deze
behandeling. De resultaten ten aanzien van botinductie
afname optrad in het begin van de ingroeiperiode, of dat
bij toepassing in een sinusbodemelevatie lijken veelbelo-
dit gelijkmatig optrad gedurende de gehele follow-up. Er
vend, doch de uitkomsten bleken niet voorspelbaar en
werd een statistisch significante afname van de bothoogte
consistent om klinische toepassing in de algemene praktijk te rechtvaardigen, met uitzondering van gebruik in prospectieve klinische trials. In hoofdstuk 8 wordt het effect van pre-compressie (studie-zijde) van een autoloog spongieus bottransplantaat uit de crista iliaca vergeleken met non-pre-compressie (controle-zijde). In een prospectieve klinische, histologische en histomorfometrische studie werden de resultaten vergeleken met betrekking tot botvolume en botkwaliteit
Figuur 5b. Orthopantomogram na bilaterale sinusbodemelevatie, rechts kinbot, links Cerasorb
na sinusbodemelevatie met het uiteindelijke doel om de botombouw te versnellen en zo eventueel het plaatsen van tandwortelimplantaten in een eerder stadium mogelijk te maken na pre-compressie van een bottransplantaat. In totaal werden 10 patiënten geincludeerd en behandeld met een dubbelzijdige sinusbodemelevatie volgens het split mouth model, met aan de studie-zijde een autoloog spongieus bottransplantaat uit de crista iliaca met precompressie, voordat het werd ingebracht in de ontstane
Figuur 5c. Orthopantomogram na plaatsen van de implantaten
ruimte na sinusbodemelevatie. Na vier maanden, op het moment van de implantaatplaatsing, vond macroscopische evaluatie plaats en werden tevens de botbiopten genomen voor histologische en histomorfometrische analyse. In totaal werden 60 implantaten geplaatst, 6 in elke patiënt. Macroscopisch bleek sprake van een goede continuïteit van het bottransplantaat ten opzichte van de omgevende bovenkaak, waarbij bijna geen overgang meer was waar te nemen tussen het geaugmenteerde deel en de eigen boven-
Figuur 5d. Orthopantomogram 5 jaar na het plaatsen van de implantaten
kaak. Dit beeld werd bij alle behandelde zijden gezien. Tevens werd geen verschil in weerstand waargenomen tijdens de preparatie voor de tandwortelimplantaten. Het gemiddelde botvolume-percentage (botkwantiteit) bleek aan de pre-compressie zijde niet significant te verschillen van de controle-zijde, met respectievelijk 25.0 % en 25.6 % (figuur 6). Ook het osteoid-volume percentage (actief jong bot) bleek niet significant te verschillen (2.03 % resp. 1.91 %).
directe mechanische invloed op de crista iliaca. De stressfractuur werd mogelijk veroorzaakt door een neerwaartse trekkracht van twee spieren, te weten de musculus sartorius en de musculus tensor fasciae latae, op de crista iliaca anterior. In alle drie gevallen was de therapie conservatief met aanvankelijk bedrust en later toenemend mobiliseren. De genezing verliep verder ongecompliceerd. Tevens wordt een overzicht van de literatuur beschreven met betrekking tot de etiologie, klinische symptomen en behandeling van deze complicatie en worden aanbevelingen gedaan ter preventie. Op grond van deze literatuurstudie wordt geadviseerd om het bottransplantaat te Er werd geconcludeerd, dat ten tijde van de implantaat-
oogsten op voldoende afstand van de spina iliaca anterior
plaatsing geen hoger percentage botvolume werd gevon-
superior (tenminste 3-4 cm posterieur hiervan) en met
den aan de pre-compressie zijde en dus geen versnelde
een reciproque zaag in plaats van beitels.
botombouw bleek te hebben plaatsgevonden, hoewel direct na pre-compressie dit verschil wel werd gezien. In hoofdstuk 9 wordt in een retrospectieve studie bij 146 patiënten, in een periode van 5 jaar, 3 keer een avulsiefractuur van de crista iliaca (bekkenkam) beschreven na het nemen van een bottransplantaat uit het binnenblad de crista iliaca anterior. In alle drie gevallen betrof het een postoperatieve, oftewel late fractuur. Deze patiënten beschreven een spontane knap gepaard gaande met een
Correspondentie:
[email protected] Publicatie van het proefschrift werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de NVOI. Steven Zijderveld is werkzaam als kaakchirurg in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein, afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. De studie is verricht in het VU medisch centrum/ACTA te Amsterdam, het Rijnland Ziekenhuis te Leiderdorp, , alsmede het St.Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein, afdelingen Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie Promotor: prof.dr. C.M. ten Bruggenkate; co-promotor: dr. E.A.J.M. Schulten
BioComp Dental bv presenteert; EPIGUIDE ® Naast de bestaande membranen, heeft BioComp Dental bv nu ook het unieke 3-laags membraan EPIGUIDE in haar assortiment. Dit is het eerste bioresorbeerbare synthetisch membraan gebaseerd op een 3-laags technologie. De genezing is daardoor meer voorspelbaar. De gewaarborgde stevigheid maakt het product uitermate geschikt voor parodontale chirurgie en Guided Tissue Regeneration (GTR).
Voor meer informatie of een afspraak: BioComp Dental bv Contactpersoon: Jan de Jong Molenstraat 2a, 5262 ED Vught Telefoonnummer: 073 - 6847202 E-mail:
[email protected] Website: www.biocomp.eu
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 19
scherpe stekende pijn zonder dat er sprake was van een
Proefschrift
Figuur 6. Botvolume percentage van de afzonderlijke bilateraal behandelde patiënten (split mouth-design) BV cs: botvolume percentage compressie zijde; BV ncs: botvolumepercentage non-compressie zijde
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 20
Schein
Predictable bone augmentation with synthetic bone material in buccal d ehiscence and sinus lift cases Introduction
The injection of VitalOs must always be preceded by
The substitution of lost teeth by dental implants is being
adequate control of the bleeding with the suction canula.
increasingly used to support prosthetic crowns or bridges.
The cement is placed within the defect without need for
Many of these cases are associated with bone loss that
over-filling (fig. 3), unlike what is often done with other
requires the filling of the defects by some kind of bone
types of bone substitutes like granules. Any material put in
substitute. The recent improvements in synthetic bone
excess is always expelled or resorbed. With VitalOs, as the
materials have led to increased predictability and explain
cement forms a block, a large quantity or even the whole
the ever-increasing use of such materials in various bone
material may be expelled. When the injected quantity is in
augmentation indications.
large excess, the hardened block can easily break up and large pieces may be expelled out of the site. With granular
Over the last years, there is a trend to bring products on
materials it is only small granules that are expelled and
the market that seem to be the next generation to supple-
this is less disturbing than pieces of cement. This is the
ment granular materials. These are the materials that have
reason why we never overfill sites with VitalOs.
their own cohesion and are presented in the form of a
A suture is then made with a 5-0 nylon suturing material
paste. One of them is PD VitalOs Cement® (Produits Den-
(fig. 4). No attempt is made to achieve primary suture over
taires, Vevey, Switzerland), a hardening calcium phosphate
the implant because we observed that even when the
(brushite) cement.
cement remains exposed to the oral environment, the bacteriae cannot adhere onto the surface of VitalOs and there-
We have been working with the latter material for a
fore no infection develops.
couple of years now. The large number of positive results
The site was re-opened three months after implant installa-
obtained and the ease of use of the cement explain our
tion to install the healing abutments. Measurement of the
great satisfaction with the product. Nevertheless, to get
buccal bone level was measured again with the periodon-
good results with this product requires to re-think the way
tal probe (fig. 5). The longitudinal defect was 12 mm long
of working because this material, like the pasty materials
after tooth extraction and 2 mm three months later. The
in general, cannot be placed the same way as one would
part of the implant not covered by bone was the neck. The
place granules in a defect.
polished surface of the neck explains the absence of new
The goal of this article is to exemplify the positive results
bone around it.
obtained with the VitalOs cement in two kinds of indications which seem to be the most adequate indications for
After gingival conditioning, impression was taken and the
the use of this product: immediate implantation and sinus
prosthetic restoration was made and installed. The case
lift in one-step.
was followed up after one year and the esthetic result can be seen on fig. 6. The result shows that there was neither
Immediate implantation in alveolus
loss of tissue nor gingival retraction in the grafted area.
A 50-year old non-smoking female patient in good health
Therefore, the anatomy obtained after implantation was
presented with a fractured root at the level of the maxil-
maintained one year after restoration, ensuring a stable
lary first right premolar (fig. 1). The facts that the fracture
esthetic result.
was old and that a fistula developed around the root resulted in a large loss of the buccal bone wall. The treat-
Sinus lift with simultaneous implantation
ment options were presented to the patient, who signed
A 47-year old non-smoking male patient in good general
an informed consent form.
health presented with a missing maxillary right second
After administration of the local anesthetics (Scandicaine
premolar and sinus pneumatization. The sinus pneumati-
2%, Septodont), an intrasulcular incision was made around
zation was an indication for sinus grafting. Since the
the root and a lateral one on the buccal side to provide
remaining bone height was slightly larger than 3 mm it
access and allow visualization of the defect. The fractured
was decided to perform a sinus lifting with simultaneous
root was very carefully extracted to avoid increase of the
implant installation. The treatment options were presented
bone loss. After curettage, the site was prepared for the
to the patient and he signed an informed consent form.
installation of the implant. The bone defect was measured
After local administration of anesthetics (Scandicaine 2%,
with a periodontal probe (fig. 2). The implant placed was a
Septodont) an intrasulcular incision was performed around
Straumann RN SP (4.1 mm diameter, 14 mm length). The
the root and a lateral incision was made on the buccal side
implant was installed at the level of the crestal bone of the
to gain access to the lateral wall of the maxillary sinus.
adjacent teeth.
After creation of the lateral window, the sinus membrane
1
4
7 2 3
5 6
9
8
10
Schein
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 21
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 22
Schein
was carefully lifted and the site was prepared for implant
Discussion
installation. Then, the cement was injected against the
Several types of biomaterials and different techniques have
inner (nasal) sinus cavity up to half of its width, and the
been proposed for the recovery of bone tissue lost after
implant (Straumann RN SP 4.1 x 12 mm) was then
tooth extraction or loss. The results obtained with the PD
installed (fig. 7). Once the implant installed, the rest of the
VitalOs cement show that this material is suitable and very
sinus cavity was filled with the cement (fig. 8). The suture
efficient as a bone substitute. This is exemplified here
was made with 5-0 nylon simple stitches. A post-operative
through the presentation of two cases, reflecting the
radiograph was taken 7 days after surgery (fig. 9). The
results generally obtained with this material.
distance between the sinus floor and the implant apex was
The way of delivering the product into the site greatly sim-
measured on the radiograph. The patient was recalled after
plifies its placement: a dual syringe with a mixing tip.
one year to take a radiograph of the treated site (fig. 10).
Since the product is initially in a pasty form it fills out the
Six months after surgery, the site was re-opened to install
site to treat very uniformely and prevents the ingrowth of
the healing abutment. A radiograph was taken to measure
soft tissues once it has hardened. The sites presented here
the bone gain. The measurements were the following: 3
are situations which offer stability to the cement due to
mm for the initial ridge height, 9 mm between the original
the geometry of the defects. For these reasons, the product
sinus floor and the implant apex, and 10 mm after one
is used without membrane. However, specific attention
year between the crestal bone around the implant neck
must be paid to achieving primary stability: if the product
and the new sinus floor. Two millimeters of the implant
is not tightly anchored onto the bone walls or onto an
were not covered by bone anymore. This loss took place
implant surface, then the blood pressure is able to expel
only around the neck, the apical part remaining in bone.
part or all of the injected volume. To avoid this situation, it
We already observed that the process of resorption of the
is very important to control bleeding and to choose site
cement coupled with new bone growth can be conven-
geometries that offer stability to the cement.
iently followed up radiographically (Gehrke 2009). One
In our practice we observed the replacement of the cement
year after functional restoration we could see that the level
by bone is generally fast, even though it depends much on
of newly formed bone was maintained, without loss
the injected volume. This is a very interesting feature
around the apical portion of the implant. This is a very
because patients choosing the immediate implantation treat-
positive finding because the loss of bone at the apical level
ment are willing to have the missing element replaced as
after loading the implants is a common phenomenon when
quickly as possible. The same way, in the case of the maxil-
this type of sinus grafting is performed.
lary sinus grafting, the cement promotes accelerated bone formation, enabling earlier placement of the restoration.
www.henryschein.nl ACE_advertentie_A5_liggend.indd 1
[email protected]
036 53 58 600 22-07-2009 09:30:30
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 23
Publicatieprijs
A The alveolar socket is reconstructed with a tuberosity bone graft on the buccal site of the defect. Next the alveolus is filled with a 1:2 mixture of tuberosity bone and Bio-Oss®. B The reconstructed alveolar socket is closed with a connective tissue graft. C Clinical view of the wound three weeks after reconstruction. D Clinical view of the wound 12 weeks after reconstruction. E Clinical view of the final crown with very favourable aesthetics.
Op 26 maart werd tijdens de NVOI studiedag de prijs voor het beste, implantologie gerelateerde artikel uit 2009, geschreven door een Nederlandse auteur, uitgereikt aan prof. dr. G.M. Raghoebar. Hieronder volgt een samenvatting van het winnende artikel. A
Samenvatting van winnend artikel NVOI-Publicatieprijs 2009 Comparison of procedures for immediate reconstruction of large osseous defects resulting from removal of a single tooth to prepare for insertion of an endosseous implant after healing B.
Gerry M. Raghoebara , James J. Huddleston Slatera,c, Laurens den Hartoga,b, Henny J.A. Meijera,b, Arjan Vissinka Correspondence to: Dr. G.M. Raghoebar Department of Oral and Maxillofacial Surgery, University Medical Center Groningen P.O. Box 30.001, 9700 RB Groningen, The Netherlands Phone: (+) 31 50 3613840, Fax: (+) 31 50 3611161, e-mail:
[email protected]
C
Abstract This study aimed to evaluate the treatment outcome of immediate reconstruction of 45 large osseous defects resulting from removal of a single tooth with a 1:2 mixture of Bio-Oss® and autologous tuberosity bone, and three d ifferent scenarios for soft tissue closing (Bio-Gide® membrane, connective tissue graft, full thickness palatal mucosa graft; n=15 per group). All defects had an unfavourable osseous-gingival relationship and a vertical bone loss of > 5 mm. The hard and soft tissues were immediately reconstructed after removal of the tooth. Implants were inserted after 3 months.
D
Patients’ acceptance, complications and postoperative morbidity of the procedure were prospectively evaluated by standardized clinical and radiographic examinations up to 12 months after the augmentation procedure. The patients completed a questionnaire on the subjective complaints related to the procedure. All hard-soft tissue scenarios resulted in a sufficient bone volume for the insertion of implants and a favourable aesthetic outcome. The gingival mid-buccal aesthetics before and 1 year after, treatment was significantly in favour of the full thickness palatal mucosa graft, showing a gain in gingival contour of 0.5±0.8mm; the other procedures resulted in a decrease of 1.2±1.6mm. Of the procedures evaluated, a full-thickness palatal mucosa graft was the most predict-
E
able for immediate reconstruction of the socket after removal of a tooth.
Clinical oral implants research, online early
Inleiding De inter-implantaire afstand is van invloed op
tijdelijke kronen, die na 4 weken werden vervangen door
de hoeveelheid initieel marginaal botverlies; hoe dichter
metalen kronen. Na 8 weken van functioneren, werden
de implantaten naast elkaar staan, des te meer marginaal
de honden opgeofferd en werden de implantaten inclusief
botverlies er optreedt. Marginaal botverlies kan leiden tot
het omliggende bot geïsoleerd voor nadere analyse. Het
een recessie van de peri-implantaire mucosa en het esthe-
aantal bloedvaten als maat voor de mate van vascularisa-
tische eindresultaat negatief beïnvloeden. Tot op heden is
tie van het bot tussen de implantaten werd bestudeerd
met name de relatie tussen de inter-implantaire afstand
met behulp van een rasterelektonenmicroscoop (Scanning
enerzijds en de invloed hiervan op marginaal botverlies
Electronic Microscopy (SEM)).
en de peri-implantaire mucosa anderzijds, onderwerp van
Resultaten In het inter-implantaire bot uit groep 2
studie geweest. Deze studie onderzocht de invloed van de
werden significant meer bloedvaten gedetecteerd dan in
inter-implantaire afstand op de mate van vascularisatie
het bot uit groep 1.
van het bot tussen de implantaten. De mate van vasculari-
Conclusie Een inter-implantaire afstand van 2 mm leidt
satie van het bot rond implantaten geldt als belangrijke
tot een significant mindere vascularisatie van het inter-
parameter voor een succesvol resultaat op lange termijn.
implantaire bot ten opzicht van een inter-implantaire
Materiaal en Methode Bij zes honden werden de onder-
afstand van 3 mm. Dit pleit voor inachtneming van een
premolaren geëxtraheerd en na drie maanden werden
minimale afstand van 3 mm tussen implantaten, ten
beiderzijds twee implantaten geplaatst. Aan de ene zijde
faveure van de vascularisatie en een succesvol behandel-
betrof de inter-implantaire afstand 2 mm (groep 1) en aan
resultaat op lange termijn.
de andere zijde werd een afstand van 3 mm gerespecteerd (groep 3). Na 12 weken werden de implantaten belast met
Laurens den Hartog
Relationship between sponsorship and failure rate of dental implants: a systematic approach A. Popelut, F. Valet, O. Fromentin, A. Thomas, P. Bouchard
PloS ONE 5(4) (via www.plosone.org) Inleiding Klinisch onderzoek dat wordt gesponsord door
productverstrekking) of dat de studie op geen enkele
de industrie, blijkt vergeleken met volledig onafhankelijk
wijze aan de industrie was gerelateerd.
onderzoek, tot positievere onderzoeksresultaten te leiden
Resultaten Er werden in totaal 41 studies geanalyseerd,
(zgn. ‘sponsorship bias’). Deze studie onderzocht, via een
waarvan 11 studies door de industrie gesteund, 4 onaf-
systematische literatuuranalyse, de invloed van door
hankelijk en van 26 studies was de rol van de industrie
implantaatfirma’s gesponsord onderzoek op de gerappor-
onbekend. Het gemiddeld percentage falende implantaten
teerde overlevingpercentages. De auteurs stelden de hypo-
per jaar, werd berekend op 1,1% (berekend over 5 jaar).
these dat studies die deels of volledig door de industrie
Studies die deels of volledig door de industrie werden
werden gesteund, hogere overlevingspercentages rappor-
gesteund of waarvan dit niet bekend was, rapporteerden
teerden dan onderzoeken die niet aan de industrie zijn
significant hogere overlevingspercentages. Uit studies die
gerelateerd.
niet aan de industrie waren gerelateerd (4 studies), werd
Materiaal en Methode Literatuur verschenen tussen
het gemiddelde percentage falende implantaten per jaar
1993 en 2008 werd doorzocht op systematische reviews
berekend op 2,7%.
die zich specifiek richtten op overleving van implantaten
Conclusie De auteurs van deze studie concluderen dat
bij partieel dentate patiënten. Uit deze reviews werden
wanneer implantologisch onderzoek door de industrie
artikelen gedistilleerd met een minimale follow-up van
wordt gesteund, dit leidt tot gunstigere overlevingspercen-
5 jaar. Vervolgens werd data vergaard betreft het aantal
tages. Verder pleitten zij voor meer transparantie betreft
geïncludeerde patiënten, het aantal geplaatste implantaten
de bijdrage van de industrie aan implantologisch onder-
en het aantal implantaten dat verloren ging (falende
zoek, aangezien dit bij veel studies onduidelijk was.
implantaten). Verder werd beoordeeld of de studie werd gesteund door de industrie (hetzij via fondsgelden of via
Laurens den Hartog
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 25
T. Traini, A.B. Novaes, A. Piattelli, V. Papalexiou, V. A. Muglia
Abstracts
The relationship between interimplant distances and vascularization of the interimplant bone
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 26
Abstracts
Bone alterations at implant-supported FDPs in relation to inter-unit distances: a 5-year radiographic study. Chang M, Wennström JL.
Clin Oral Implants Res. 2010 Apr 5. [Epub ahead of print] Inleiding Het doel van deze studie was het longitudinaal
ler te liggen dan het botniveau bij implantaten. Het
evalueren van veranderingen in bot rondom implantaten
botverlies tussen 2 implanaten bedroeg 0,5 mm voor de
met een conische implantaat - abutment overgang in rela-
implantaten en 0,3 mm voor de interproximale botpiek.
tie tot de afstand tussen implantaat - natuurlijk element
Multilevel regressieanalyse liet zien dat tussen 2 implan-
en de afstand tussen implantaten.
taten de verandering van het bot-implantaat contact een
Methode Drieënveertig partieel edentate patiënten met
goede voorspeller is van verandering van het interproxi-
in totaal 48 implantaatgedragen constructies op 130
male botniveau. Deze relatie bleek niet te bestaan voor
implantaten (Astra) werden geïncludeerd in deze studie.
situaties waarin implantaten grenzen aan natuurlijke
Na plaatsing van de prothetische constructie (Baseline)
gebitselementen. De horizontale afstand tussen de
werd iedere patiënt in een individueel vervaardigd
implantaten lijkt ook van belang te zijn (meer verlies van
nazorgprogramma geplaatst.
interproximal botniveau bij een kleinere afstand tussen
Radiografische evaluatie werd uitgevoerd na plaatsing van
de implanaten; 0,7 mm botverlies bij implantaat-implan-
de prothetische constructie en ververvolgens na 1 jaar en
taat afstand < 2mm versus 0,2 mm botverlies bij afstand ≥
na 5 jaar. Met behulp van software werden de variabelen
2mm). Dit verschil is echter niet significant (P=0,052).
‘implantaat positie’ en ‘proximale bottopografie’ vergele-
Conclusie De auteurs concludeerden uit de resultaten
ken voor het bot tussen natuurlijk buurelement en implan-
van deze vijfjarige studie bij partieel edentate patienten
taat (n=36) en tussen implantaat-implantaat (n=67).
dat er verschillen bestaan in veranderingen in interproxi-
Resultaten Het gemiddelde botverlies na 5 jaar bedroeg
male botpieken gelegen tussen natuurlijk gebitselementen
voor het bot tussen buurelement en implantaat 0,1 mm
en implantaten ten opzichte van tussen 2 implantaten
voor het natuurlijk element, 0,4 mm voor het implantaat
gelegen botpieken.
en 0,2 mm voor de interproximale botpiek. In alle gevallen bleek het botniveau bij natuurlijke elementen corona-
Eric Santing
Immediate loading of dental implants placed in periodontally infected and noninfected sites in humans. Four years follow-up clinical study. Crespi R, Capparè P, Gherlone E.
J Periodontol. 2010 Apr 6. [Epub ahead of print] Inleiding Het doel van deze studie was het vergelijken van
zout. Het apicale gedeelte van het implantaat werd ten minste
direct-belaste en direct-geplaatste implantaten in enerzijds
4 mm voorbij de apex van het element geplaatst. Direct na de
parodontaal-geïnfecteerde alveoles (IG, infected sites group)
chirurgische ingreep werden de implantaten voorzien van een
en anderzijds niet-parodontaal-geïnfecteerde alveoles (NG,
tijdelijke kroon (volledig contact in occlusie, maar zoveel moge-
non infected sites group).
lijk uit articulatie gehouden). Klinische en röntgenologische
Methode Zevenendertig patiënten werden geïncludeerd in
metingen werden verricht op baseline, 12, 24 en 48 maanden
deze studie. In totaal werden er 275 implantaten geplaatst, 197
na plaatsing van het implantaat.
in parodontaal-geïnfecteerde alveoles (IG) en 78 in niet-paro-
Resultaten Na 48 maanden was de survival rate 100% (NG)
dontaal geïnfecteerde alveoles (NG). De redenen voor extrac-
versus 98,9% (IG). Twee implantaten in de parodontaal-geïn-
tie waren: parodontaal (197, IG), endodontisch (20), wortelca-
fecteerde group waren verloren gegaan 1 maand na plaatsing.
riës (39) en radixfractuur (19). Inclusiecriteria waren: goede
Daarnaast vertoonde 1 implantaat uit deze groep peri-implan-
algemene gezondheid, afwezigheid van chronische systemi-
titis 3 jaar na plaatsing. Er werden geen significante verschil-
sche ziekten, aanwezigheid van een extractie-rijp element
len gevonden in plaque-accumulatie (P=0,55), bloedingsscore
(incisief, cuspidaat of premolaar), aanwezigheid van ten minste
(P=0,32) en marginaal botniveau tussen IG en NG (P=0,54)
4 mm bot voorbij de apex, afwezigheid van botdefecten in de
48 maanden na plaatsing van de implantaten.
wanden van de extractie-alveole (diepe dehiscenties of
Conclusie De auteurs concludeerden dat, mits voldoende
fenestraties werden geëxcludeerd) en insertie-torque van ten
primaire stabiliteit bereikt kan worden, het direct plaatsen van
minste 35Ncm. Een uur voor de ingreep ontvingen patiënten 1
implantaten in parodontaal-geïnfecteerde alveoles niet leidt tot
g amoxicilline en daarna tweemaal daags 1 g amoxicilline
een verhoogde kans op complicaties en dat vergelijkbare resul-
gedurende een week na de chirurgische ingreep. De operatie
taten verkregen worden vergeleken met implantaten geplaatst
werd flaploos uitgevoerd. Het granulatieweefsel werd voorzich-
in niet-parodontaal-geïnfecteerde extractie-alveoles.
tig verwijderd en de alveole werd gespoeld met fysiologisch
Eric Santing
Behandelplanning met SimPlant Planner Lokatie Garderen Datum 22 oktober 2010 Informatie www.implacademy.nl, www.implacom.nl KRT 3 punten
Kennismaken met de orale implantologie (Basic) Lokatie Haarzuilens (Utrecht) Datum 3 september 2010 Docenten Dr. Gert de Lange en Drs. Ben Derksen Informatie www.camlog.nl Kosten € 245,- KRT 7 punten
NVOI Implantologie Het Vervolg
Lokatie Hilton Royal Parc, Soestduinen Datum 28 oktober 2010 - 29 oktober 2010 Docenten Prof. dr. Chris ten Bruggenkate, Dr. Marco Cune, Ronnie Goené, Dr. Gert Meijer, Prof. dr. Henny Meijer, Prof. dr. Gerry Raghoebar, Prof. dr. Daniel Wismeijer Inlichtingen
[email protected], www.nvoi.nl Kosten € 895,- KRT 10 punten
Cursus ‘Zelfstandig implanteren in de praktijk’ Datum 12 september 2009 Lokatie Oisterwijk Kliniek, Oisterwijk Cursusleider P. Thoolen Doelgroep Tandartsen, startend implantologen, ervaring met implanteren is niet nodig. Informatie
[email protected] of www.biocomp.eu Kosten €780,- (excl. BTW). KRT 8 punten Biomet 3i Zelfstandig leren implanteren Lokatie Heerlen Datum 17 september 2010 Docenten Dhr. B. Rademacher Informatie www.biomet3i.com Estethic Implantology advanced Lokatie Potsdam, Germany Datum 17 september 2010 - 18 september 2010 Docenten Prof.dr. Michael Rosin en Dr. Jens-Peter Lund Informatie
[email protected] De implantaatgedragen overkappingsprothese in de bovenkaak Lokatie Antwerpen Datum 23 september 2010 Docenten prof. dr. M.A.J. van Waas Kosten € 295,- KRT 6 punten
Lokatie Putten, Hotel de Vanenburg Datum 1 oktober 2010 Docenten Ronnie Goené, Prof. dr. Henny Meijer, Prof. dr. Gerry Raghoebar, Dr. Fridus van der Weijden Informatie
[email protected], www.nvoi.nl Kosten € 395,- KRT 5 punten Regionale Studieclubavond Lokatie Zoetermeer Datum 5 oktober 2010 Informatie
[email protected] Kosten nvt KRT 2 punten Casuïstiek bespreking beginnende implantologen Lokatie Vught Datum 14 oktober 2010 Docent Drs. R. Wils Informatie www.biocomp.eu,
[email protected] Kosten nvt KRT 3 punten
NVOI Implantologie Breed Belicht Lokatie Datum Docenten Inlichtingen Kosten
Grand Hotel Karel V, Utrecht 15 oktober 2010 Ronnie Goené, Wiboud van Limburgh Prof. dr. Henny Meijer Prof. dr. Gerry Raghoebar
[email protected], www.nvoi.nl € 225,- KRT 5 punten
Implanteren met het Straumann ® Dental Implant System voor kaakchirurgen in opleiding Lokatie IJsselstein Datum 16 oktober 2010 Docenten prof. dr. C.M ten Bruggenkate, dr. E.A.J.M. Schulten, prof. dr. D. Wismeijer Kosten kosteloos voor kaakchirurgen in opleiding
NVOI Implantologie De Verdieping
NVOI Implantologie Integraal Lokatie Datum Docenten Informatie Kosten
Kasteel de Vanenburg, Putten 3 december 2010 Dr. Eelco Bergsma, Alwin van Daelen Ronnie Goené, Prof. dr. Henny Meijer
[email protected], www.nvoi.nl € 425,- KRT 5 punten
Ledenvergadering NVOI Datum Lokatie
7 december, 20.00 uur Kasteel De Hooge Vuursche, Baarn
www.nvoi.nl NVOI bulletin, 15e jaargang, nummer 1 Het NVOI bulletin verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie. ISSN: 1569-7118. Druk en vormgeving: www.libertas.nl Redactie: dr. J.E. Bergsma, dr. K. Heijdenrijk Redactieadres: Postbus 34 1633 ZG Avenhorn T +31(0)229 54 03 29 F +31(0)229) 54 34 67
[email protected] Samenstelling bestuur van de NVOI: dr. J.E. Bergsma, voorzitter,
[email protected] drs. H.J.M. Rademacher, vice-voorzitter,
[email protected] dr. L. Meijndert, penningmeester,
[email protected] drs. L. den Hartog, secretaris,
[email protected] mevr. drs. I. van de Poll, lid
[email protected] dr. K. Heijdenrijk, lid
[email protected] Het overnemen van welk deel ook van de inhoud, zonder bronvermelding, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het bestuur van de NVOI.
nvoi-bulletin 2 | juli 2010 pagina 27
Eerst esthetiek, daarna het implantaat Lokatie Vught Datum 30 september 2010 Docent Drs. J.P. Wymenga Informatie www.biocomp.eu,
[email protected] Kosten € 250 KRT 3 punten
Agenda
Implacademy Implanteren en Administreren Lokatie Garderen Datum 1 juli 2010 Docent Drs. W.P. van der Schoor Informatie www.implacademy.nl of www.implacom.nl KRT 6 punten
Simple, functional and efficient: the Omnia procedure packs from basic to avanced oral surgery In the last 20 years, we have ensured safety and protection to you and your patients, with advanced and reliable products. Omnia, the specialist in developing and providing medical devices and accessories for implantology and oral surgery, studied a selection of products in order to train and follow the surgeon step by step, from basic implant treatment up to more complex procedures. Omnia is proposing different solutions for surgery treatment that allow different approaches based on the complexity of the surgery or on the surgeon’s level of pecialisation
With Omnia sure to be safe.
Distributed by:
Veluwezoom 16, 1327 AG Almere telefoon +31 (0)36 53 58 601 - fax +31 (0)36 53 58 609 e-mail:
[email protected] - internet: www.henryschein.nl
OMNIA S.p.A.
Via F. Delnevo, 190 - 43036 Fidenza (PR) Italy Tel. +39 0524 527453 - Fax +39 0524 525230