VERGADERING DATUM AGENDAPUNT BIJLAGE
: BESTUUR : 3 SEPTEMBER 2009 :9 :9
INHOUDSOPGAVE ACTUELE SECTORONTWIKKELINGEN Blz. nr. 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6.
TEELT Teeltvoorschriften Masterplan/Parapluplan Phytophthora (Praktijk)onderzoek Actuele sectorontwikkelingen effectief middelenpakket Actuele sectorontwikkelingen Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek Schone en zuinige agrosectoren
2 2.1 2.2
CONSUMPTIEAARDAPPELEN EN UIEN Markt BAI/BUI
3 3.1 3.2 3.3 3.4
GRAAN EN GRAANPRODUCTEN Marktsituatie granen Verbruik van graan voor de productie van vlees en bio-ethanol Actuele sectorontwikkelingen baktarwe onderzoek Actuele sectorontwikkelingen NIBEM
9 11 11 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
SUIKER Situatie op de wereldmarkt Interventie van suiker Voorziening van de chemische industrie Uitvoer van surplussuiker
12 13 13 13
5 5.1
BAKKERIJ Commissie Brood en Banket Werkgroep MKB Bakkers (“Voor de Bakker”) Bakkerij Plaza
14 15
5.2 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
ARBEID Sectoranalyses/Arbeidsmarktonderzoek Maatschappelijke stages rond voedsel en groen Arboconvenant “Blij met stofvrij” Stof? Pak’t aan! Arbocatalogus Bakkerij Arbocatalogus Graanbe- en verwerkende bedrijven Arbocatalogus diervoeder/graan
3 4 4 4 7 7
8 9
16 16 17 17 18 18 1
6.7 6.8. 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
ATEX / Explosieveiligheidsdocument Bijeenkomst Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel Grondstoffendatabank Arbeidsinspectie VEILIG tillen Gegaste zeecontainers Bijeenkomst Minister LNV met productschappen over arbeidsmarkt en scholing VOEDSEL EN VOEDING Resultaten PLW project tweedelijns toezicht voedselveiligheid Cadmium en metaalverontreinigingen in maanzaad bestemd voor Rusland Importcontrole Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel Genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) EU-project HealthGrain Biologische landbouw: voortgang Europees logo
18 18 19 19 19 19 20
21 21 22 22 23 24 24
Bijlage 1 Ontwikkelingen in de granenmarkt Bijlage 2 Vergaderingen van het Permanent Comité en de EG-Commissiewerkgroepen in de rapportageperiode (15 mei 2009 t/m 25 augustus 2009) Bijlage 3 Brief d.d. 30 juni 2009 aan de minister van LNV inzake ggo’s
2
ACTUELE SECTORONTWIKKELINGEN
1
TEELT
1.1
Teeltvoorschriften
Op verzoek van de akkerbouw zijn door het productschap regels opgelegd aan alle telers die (bepaalde) gewassen telen. Deze zogenoemde teeltvoorschriften zijn vastgelegd in verordeningen en eventueel bijbehorende besluiten. De regels hebben betrekking op aardappelteelt (AM, wratziekte, Phytophthora en goedgekeurd pootgoed), suikerbietenteelt (bietenvergeling), uienteelt (valse meeldauw), onkruiden (knolcyperus en wilde haver), gewasbescherming (spuitkeuring en reiniging verpakkingen) en milieu (erosie en coëxistentie). Daarnaast heeft het productschap een verordening ‘landbouwzaaizaden’ die geldt voor telers (goedgekeurd vlaszaad op huurland) en verwerkers (schoners van eigen zaaizaad). De belangrijkste actuele ontwikkelingen bij de voorschriften: In meerdere verordeningen zijn gebiedsomschrijvingen opgenomen. Door gemeentelijke herindelingen en naamswijzigingen is actualisatie nodig. De komende periode zullen daartoe wijzigingsverordeningen worden opgesteld. In de aardappelmoeheidverordening wordt tevens een fout in de beschrijving van het aardappelteeltverbodsgebied Zundert hersteld. In 2009 zijn in totaal 21 meldingen (vorig jaar 13) over met wilde haver besmette percelen ontvangen. Van twee dossiers (vorig jaar 6) wordt tuchtrechtelijke afhandeling voorbereid. De controle op aardappel- en uienafvalhopen, ziektehaarden en opslagplanten bij de verplichte bestrijding van Phytophthora en valse meeldauw heeft tot 1 augustus j.l. de volgende resultaten opgeleverd. Er zijn 52 gele kaarten (waarschuwing) uitgedeeld voor niet of onvoldoende afgedekte aardappelafvalhopen. In alle gevallen werd onmiddellijk actie ondernomen, waardoor een rode kaart (tuchtrechtprocedure) achterwege kon blijven. Ook bij de controle op strafbare ziektehaarden kon het tot nu toe bij een waarschuwing blijven. Dit gebeurde in 5 gevallen voor Phytophorahaarden in aardappelen en in 4 gevallen voor valse meeldauwhaarden in uien. De controles op de aanwezigheid van aardappelopslag hebben niet geleid tot gele of rode kaarten. Mede in verband met de vorstperiode afgelopen winter was aardappelopslag over het algemeen dit jaar geen probleem. Op donderdag 27 augustus j.l. is deelgenomen aan de uiendag 2009 georganiseerd door DLV Plant en Proefboerderij Rusthoeve te Colijnsplaat. PA had hier een stand waar de bezoekers geïnformeerd werden over de aangescherpte teeltvoorschriften voor valse meeldauw in uien (meeldauwvrijverklaring), de beheersingsstrategie valse meeldauw (onderzoeksresultaten) en de specifieke eigenschappen van de verschillende gewasbeschermingsmiddelen tegen valse meeldauw. In de omgeving van Roerdalen (Limburg) wordt actief gezocht naar met knolcyperus besmette percelen. De resultaten komen binnenkort beschikbaar. Medio april zijn de gebruikers van 75 percelen met een teeltverbod in verband met knolcyperus geïnformeerd over de mogelijkheid om een ontheffing voor de teelt van snijmaïs te verkrijgen. In totaal zijn 10 ontheffingen verstrekt. Contactpersonen: Ben Kimmann,
[email protected], 070-3708207. Bert Waterink,
[email protected], 070-3708537.
3
1.2
Masterplan/Parapluplan Phytophthora
Als gevolg van de voor verspreiding van Phytophthora ongunstige weersomstandigheden hoefde de eerste telefonische, sms- of fax-waarschuwing voor een zogenaamde phytophtyhorakansrijke periode pas op 9 juni (vorig jaar eind april) verzonden te worden. Mede hierdoor is er niet “achter de Phytophthora aan gespoten”. Afhankelijk van het gebied zijn er tot medio augustus 5 tot 10 kritieke perioden geregistreerd en via het alarmeringssysteem gecommuniceerd met de betreffende telers. Ook in de praktijkproeven kwam de Phytophthoradruk dit jaar pas laat op gang. Enkele proeven zijn kunstmatig besmet en beregend om er voor te zorgen dat er toch ziektedruk aanwezig was. Voor vertegenwoordigers van de stuur-, werk- en klankbordgroepen van het Masterplan en parapluplan is door PPO begin augustus de jaarlijkse excursie georganiseerd om in de praktijk de (voorlopige) resultaten van de verschillende proeven te bekijken. In november organiseert het Masterplan een bijeenkomst om belanghebbenden te informeren over twee actuele innovatietrajecten om te komen tot verdere verduurzaming van de aardappelteelt. Het ene traject maakt gebruik van genetische modificatie om te komen tot duurzame resistentie tegen Phytophthora. Het andere traject is gericht op een stimulans van de biologische veredeling van aardappelen, waarbij resistentie wordt gecombineerd met aanpassing aan de biologische teeltwijze. Contactpersoon: Ben Kimmann,
[email protected], 070-3708207.
1.3
(Praktijk)onderzoek
Het PA draagt jaarlijks zo’n 2,5 miljoen euro bij aan het praktijkonderzoek voor akkerbouwers. Voor de invulling van het bijbehorende onderzoeksprogramma is een programmeringsorganisatie actief, bestaande uit vijf regionale programmeringsgroepen en landelijke gewaswerkgroepen (pootaardappelen, consumptieaardappelen en uien, zetmeelaardappelen, suikerbieten, granen, graszaden, cichorei, biologische teelt en overige gewassen/thema’s). Voor de aanbesteding van ca. 20 prioritaire onderzoeks- en voorlichtingswensen is een bestek geschreven, waarna 10 onderzoeksorganisaties de mogelijkheid is geboden voor 28 augustus a.s. in te schrijven. De ontvangen projectvoorstellen en offertes zullen, vergezeld van een beoordeling door de onderzoekscoördinator, worden behandeld in de diverse landelijke werkgroepen. De CT zal op basis van de adviezen op 23 oktober a.s. het onderzoeksprogramma en bijbehorende budgetten vaststellen. Contactpersoon: Erik Greve,
[email protected], 070-3708526.
1.4
Actuele sectorontwikkelingen effectief middelenpakket
De doelstelling van het project ‘effectief middelenpakket’ is te bewerkstelligen dat voor de akkerbouwsector een gewasbeschermingsmiddelenpakket ter beschikking komt, dat niet alleen voor de grote teelten, maar ook voor de kleine teelten en toepassingen toereikend is.
4
Europese verordening Naar verwachting wordt de nieuwe verordening rond september 2009 gepubliceerd. 20 Dagen na publicatie is deze nieuwe verordening dan van kracht. Alle Europese landen hebben 18 maanden tijd voor implementatie van de verordening in de wet. Tijdens deze 18 maanden zullen dan vooral de landspecifieke eisen aan gewasbeschermingsmiddelen in de wet worden vastgelegd. Pas na deze 18 maanden zullen alle processen lopen volgens de regels van de nieuwe verordening. Positieve punten uit de verordening zijn de zonale toelatingen en de stimulansen voor kleine toepassingen. Dringend vereiste Toelatingen De tijdelijke toelating van een dringend vereist gewasbeschermingsmiddel heeft tot doel de sectoren en de industrie de tijd te geven om tot een structurele oplossing van een vastgesteld knelpunt te komen. Voor 2010 heeft PA tot nu toe 3 knelpunten aangemeld bij het Ctgb. Daar komen er naar verwachting nog 3 bij. Op verzoek van Plantum NL en het Productschap Akkerbouw is door het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) een dringend vereiste toelating verleend voor Prelude 20 LF, een middel voor de behandeling van zaaizaad van vlas. De toelating geldt voor 2009 en 2010. De aanvraag was in eerste instantie afgewezen op procedurele gronden. Hiertegen is bezwaar gemaakt. Dit is toegekend, waarna alsnog inhoudelijke beoordeling van de aanvraag heeft plaatsgevonden. Op grond van deze beoordeling kan nu het middel alsnog tijdelijk worden toegelaten voor gebruik. Wel zijn er enkele aanvullende gebruiksvoorschriften op het etiket opgenomen. Prelude 20 LF mag van 1 oktober tot en met 30 april worden toegepast. Er gelden voorschriften ten aanzien van de toepassing in de ontsmettingsruimte en voor het zorgvuldig onderwerken van het zaad bij de uitzaai. Voor de zaadteelt van rood- en hardzwenkgras ontbreekt een middel dat naast andere grasachtigen ook straatgras goed bestrijdt. Om die reden heeft het Productschap Akkerbouw op advies van de Werkgroep Graszaden en met medewerking van de toelatinghouder Dow AgroSciences bij de Minister van LNV een verzoek ingediend voor een vrijstelling voor het gebruik van Gallant 2000. Een dergelijke vrijstelling heeft betrekking op een periode van 120 dagen. In de brief aan de minister wordt gepleit voor de periode 1 september tot en met 29 december Een erkend knelpunt in suikerbieten, namelijk emelten, blijft ook in de toekomst een probleem. Door de niet Annex 1-plaatsing van bifenthrin is er vooralsnog geen geschikt alternatief voor een DVG. Ook een structurele oplossing is hierdoor nog niet in zicht. Aanvragen FKT Voor een aantal teelten zijn fondsaanvragen in voorbereiding, zoals suikermaïs, kruiden, zilveruien en bieslook. Naar verwachting worden deze aanvragen begin 2010 bij het fonds ingediend. Via Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen zijn twee vereenvoudigde uitbreidingen aangevraagd bij het Ctgb, namelijk voor oregano en raketblad.
5
Ontwikkelingen actuele knelpunten Reglone De breed gedragen sectorwens om het gebruik van Reglone vóór 15 juli toe te laten is verwoord in een formeel vrijstellingsverzoek (artikel 38 aanvraag) aan de minister. Het Ctgb, dat het ministerie adviseert, heeft hierop afwijzend gereageerd. De argumentatie is dat bij de toelating van Reglone is vastgesteld dat toepassing in het broedseizoen van vogels ontoelaatbaar is. De datum einde broedseizoen is voor deze specifieke toepassing vastgesteld op 15 juli. Er wordt volgens Ctgb in de brief niet aangedragen hoe het onaanvaardbare risico bij toepassing van Reglone voor de datum van 15 juli weggenomen zou kunnen worden. Op dit punt is toelatingshouder Syngenta echter juist bezig met een zorgvuldige onderbouwing om met een maximale kans van slagen Reglone weer breed toegelaten te krijgen. Mede dankzij een brandbrief op 10 juli van de sector om, gezien de onverwacht gunstige weersomstandigheden (vroegere oogst dan normaal), met de grootst mogelijke spoed een landelijke vrijstelling af te geven voor het gebruik van Reglone verleent de minister vrijstelling vanaf 13 juli om 17.00 uur! Niet voor heel Nederland maar voor het Zuidwesten. Europese stofbeoordeling voor plaatsing op de zogeheten Annex 1-lijst o Metam natrium (grondontsmetting). Hiervoor was geen Europese meerderheid. De Raad heeft deze zomer een compromisbesluit genomen over de toelating. Voor Metam natrium is een noodvoorziening getroffen. Dat betekent dat grondontsmeting met dit middel mogelijk blijft tot 2015; o Minerale olie. De Europese Commissie heeft besloten tot inclusie van 11 E minerale olie. Dat betekent plaatsing op de annex 1-lijst, zodat de registratie van 11 E olie veilig is gesteld. Dit geldt ook voor Olie-H van Certis. Ook deze minerale olie staat dus op de annex 1-lijst. Actuele besluiten CTGB m.b.t. toelatingen in de Akkerbouw Het Ctgb heeft in de collegevergaderingen van juni en juli voor akkerbouwgewassen besloten tot toelating/uitbreiding van de volgende gewasbeschermingsmiddelen: Ethosat 500SC als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van suiker- en voederbieten. De werkzame stof is ethofumesaat; Proxanil als Phytophthora-bestrijdingsmiddel in de teelt van consumptie-, poot- en zetmeelaardapelen. Werkzame stoffen zijn cymoxanil en propamocarb; MaisTer Vloeibaar als onkruidbestrijdingsmiddel in maïs met uitzondering van suikermaïs. De werkzame stoffen zijn foramsulfuron en jodosulfuron-methyl-natrium; Mocap 15 G in de teelt van aardappelen voor de bestrijding van aardappelcysteaaltjes (rijenbehandeling tijdens het poten) en voor de bestrijding van ritnaalden en aardrupsen (volveldsbehandeling). Werkzame stof is ethoprofos; Prelude 20 F is als dringend vereist middel (DVG) toegelaten voor de zaadbehandeling van vlas. Uitsluitend het gebruik als zaadbehandelingsmiddel van lijnzaad van 1 oktober t/m 30 april is toegestaan. De werkzame stof is prochloraz; Uitbreiding Sumicidin Super. De uitbreiding betreft de toepassing als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van zaaiuien, plantuien en sjalotten ter bestrijding van trips. Werkzame stof is esvenfaleraat. Zie voor meer informatie www.ctgb.nl. Contactpersoon: Monique Bijlaard,
[email protected], 070 – 3708266.
6
1.5
Actuele sectorontwikkelingen Cultuur- en GebruikswaardeOnderzoek (CGO)
De doelstelling van het CGO is om nieuwe rassen van landbouwgewassen te onderzoeken op hun waarde voor de praktijk. Financiers van dit onderzoek zijn de kwekers, die rassen inzenden; de telers, door middel van een bijdrage vanuit het Fonds Teeltaangelegenheden van het Productschap Akkerbouw (PA) en voor sommige gewassen ook de verwerkende industrie. Het PA verzorgt het secretariaat van gewaswerkgroepen waarin kwekers en telers zitting hebben en van de Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR). Op verzoek van de deelnemers komt binnenkort de gewaswerkgroep voedergrassen weer bij elkaar. De laatste jaren is hiervan alleen de technische werkgroep van Plantum NL op regelmatige basis bij elkaar gekomen. Contactpersonen: Monique Bijlaard,
[email protected], 070 – 3708266 en David Kasse,
[email protected], 070 – 3708340.
1.6
Schone en zuinige agrosectoren
Op 3 december jl. heeft de voorzitter, dhr Th. A.M. Meijer, het convenant Schone en Zuinige agrosectoren ondertekend namens het Productschap Akkerbouw. Het convenant wordt verder uitgewerkt in jaarwerkprogramma’s. Opstellen en uitvoeren van de jaarwerkprogramma’s wordt begeleid door een werkgroep met vertegenwoordigers van de organisaties die via het PA bij het convenant betrokken zijn, met name de organisaties die het meest met de doelstellingen van het convenant te maken hebben. Het jaarwerkprogramma 2009 voor de akkerbouwsectoren is in maart door het bestuur van het PA goedgekeurd. Het jaarwerkprogramma 2009 is erop gericht om tot een reële ambitie te komen voor wat betreft de doelen en acties voor de akkerbouwsectoren op het gebied van duurzame energieproductie, energiebesparing en reductie van broeikasgasemissies voor 2010 en verder. Daartoe wordt momenteel door Senter Novem een monitoring opgezet en een nulmeting uitgevoerd. Tevens wordt dit jaar (samen met FNLI en Nevedi) in beeld gebracht wat er realistisch gezien daadwerkelijk aan reststromen beschikbaar is voor de productie van duurzame energie (de meeste bijproducten hebben namelijk al een andere en vaak hoogwaardiger toepassing) en zal er een kanseninventarisatie worden uitgevoerd. Het doel van de kanseninventarisatie is het vinden van kansen voor akkerbouwketens die leiden tot energiebesparing, benutting van duurzame energie en reductie van broeikasgassen. Er zal daarbij worden voortgebouwd op de opties die al in de notitie 'Schoner en zuiniger - De bijdrage van de akkerbouwsectoren' (AK.N.07.038) van het PA zijn weergegeven. Daarnaast heeft Kiemkracht (een samenwerking van PA en Innovatienetwerk) een aantal concepten op dit gebied geformuleerd. In overleg met de werkgroep is besloten om de kanseninventarisatie in de vorm van een brainstorm uit te voeren. Deze brainstorm zal worden gehouden op 1 oktober as. onder leiding van Rob van Haren en met vertegenwoordigers uit de werkgroep en overige betrokkenen uit de verschillende organisaties die bij het PA betrokken zijn (aanmeldingen zijn nog steeds welkom).
7
Op basis van de kanseninventarisatie zal een meerjarenwerkprogramma worden opgesteld voor de periode 2010-2020, dat ter goedkeuring aan het bestuur van het PA zal worden voorgelegd. In overleg met FNLI en Nevedi zal worden gezorgd dat de afzonderlijke programma’s goed op elkaar zijn afgestemd en zo een gezamenlijk programma voor de Agroindustrie vormen. Daarnaast zal het meerjarenwerkprogramma ook goed worden afgestemd met het LTO programma voor de open teelten, voor wat de primaire sector betreft.
2
CONSUMPTIEAARDAPPELEN EN UIEN
2.1
Markt
Toekomst telersbeurzen De LNCN ( fusie van de telersbeursverenigingen Emmeloord en Dronten tot Landbouwbeurs Noord en Centraal Nederland) is toch een feit. Nadat Middenmeer uiteindelijk besloot niet meer mee te doen aan de fusie en het karakter van een regionale beurs te willen behouden, zijn Emmeloord en Dronten onlangs wel tot overeenstemming gekomen. De LNCN en Beurs Goes geven hiermee een landelijke telersnotering en hebben voor de nieuwe situatie opnieuw een begroting opgesteld van de kosten die de telersvertegenwoordigers maken om wekelijks op een professionele wijze een landelijk dekkende notering voor de diverse producten en markten op te kunnen maken. In de april-vergadering heeft de CT in principe al ingestemd met de financiering van een vergoeding van de telersvertegenwoordigers in de betreffende noteringscommissies akkerbouwgewassen in 2010 uit de fondsen Pootaardappelen, Consumptieaardappelen, Uien (telersaandeel van 50%) en Teeltaangelegenheden (granen). De nieuwe begroting wordt in oktober ter goedkeuring op de agenda van de CT gezet. De WCU heeft al positief geadviseerd. Totale (akkerbouw)kosten over 2010 worden begroot op 64.000 euro. Mogelijkheden af land-notering De wenselijkheid van een telersprijsnotering voor fritesgeschikte vrije aardappelen afland is het afgelopen jaar in verschillende overlegstructuren van de aardappelsector aan de orde geweest. Dit onderwerp is conform afspraak in een werkgroepje (met vertegenwoordigers aangewezen door LTO, NAO en VAVI) verder uitgewerkt. Geconcludeerd wordt dat er bij veel telers behoefte is aan een referentiekader bij het vermarkten van de vrije fritesgeschikte afland aardappelen. Een notering zou hierin kunnen voorzien. Er moeten vanzelfsprekend wel voldoende transacties plaatsvinden als basis/referentiekader voor een notering/prijsindicatie. Daarom is afgesproken om eerst te inventariseren om hoeveel contracten (en tonnen) het gaat (Actie secretariaat PA). Vervolgens kan besloten worden (beurzenoverleggroep) of, en zo ja hoe een afland-notering met ingang van oogst 2010 geïmplementeerd zou kunnen worden. Eerste telersbeursnotering consumptieaardappelen Op dinsdag 3 november wordt door ZLTO beurscommissie Goes en de daarin deelnemende marktpartijen (NAO, VAVI, Frugiventa, Hisfa en CZAV) het beursseizoen 2009-2010 geopend met een manifestatie. Tijdens deze manifestatie zal ook de eerste telersnotering voor aardappelen (droog uit de schuur) van oogstseizoen 2009 bekend worden gemaakt.
8
2.2
BAI/BUI
Aanbesteding BAI en BUI Op basis van een aanbestedingsprocedure dient een keuze gemaakt te worden voor de uitvoering van de specifieke werkzaamheden die nu door DCA worden uitgevoerd (twee keer per week een nieuwsbrief en dagelijks actualiseren van de sites) met ingang van het nieuwe marktseizoen oogst 2009. De CT is al eerder akkoord gegaan met de werkwijze en financiering van deze projecten zoals voorgesteld door de werkgroep BAI/BUI (waarin een dwarsdoorsnede van de CTleden is vertegenwoordigd), en heeft ingestemd met het voorstel om de afronding (offertes) in een schriftelijke ronde af te handelen. Het bestek is via de PA-site en de aanbestedingskalender op 7 juli openbaar gemaakt, zodat erop ingeschreven kon worden. De inschrijving is gesloten op vrijdag 21 augustus en de kennisgeving van de gunning is op 7 september. Areaalprognose 2009 consumptieaardappelen en uien Het CBS heeft medio juli op basis van ongeveer 50% respons in de landbouwtelling een eerste schatting bekendgemaakt van de akkerbouwarealen. Het areaal consumptieaardappelen wordt ingeschat op 68.800 ha en dat is ongeveer 1% lager dan vorig jaar. Opvallend is de verschuiving van het areaal op klei en zand (Klei -3% en zand +6%). Het areaal zaaiuien daalt volgens de eerste cijfers van het CBS met 6% van ruim 20.000 ha naar 19.000 ha. Zie voor meer marktinformatie: www.productschapakkerbouw.nl, www.aardappelinfo.nl en www.uiinfo.nl. Contactpersoon: Ben Kimmann,
[email protected], 070-3708207.
3
GRAAN EN GRAANPRODUCTEN
3.1
Marktsituatie granen
Markt- en prijsontwikkelingen Na een lichte opleving van de noteringen in de periode van april/mei 2009 zijn de noteringen in juli/augustus tot een uitermate laag niveau gedaald op zowel de Europese- als op de wereldmarkt. Voornaamste redenen voor deze forse prijsdaling zijn de aanzienlijk verbeterde oogstvooruitzichten voor de Verenigde Staten en de relatief hoge graanvoorraden na de recordgraanoogst van het vorig seizoen. In het juli 2009 rapport van International Grains Council (IGC) wordt uitgegaan van een totale wereldgraanoogst van 1.733 miljoen ton (+ 18 miljoen ton ten opzichte van de prognose van juni 2009) bij een consumptie van 1.736 miljoen ton (+ 5 miljoen ton) zodat de wereldvoorraad afneemt met 3 miljoen ton. De Commissie gaat voor het seizoen 2009/2010 uit van een EU graanoogst van 287,3 miljoen ton hetgeen een daling is van 8,8% ten opzichte van de recordoogst van het vorig seizoen en ongeveer gelijk is aan het 5-jaarlijkse gemiddelde.
9
Voor Nederland verwacht de Commissie een graanoogst die gelijk is aan die van het vorig seizoen (ruim 2 miljoen ton). Ontkoppeling steun voor graan in Frankrijk In Frankrijk is de steun die wordt toegekend aan de akkerbouwers tot en met dit seizoen nog gekoppeld aan de productie van graan (75% ontkoppeld (€ 3 miljard) en 25% gekoppeld (€ 1 miljard)). Voor het verkrijgen van de volledige steun was een Franse akkerbouwer derhalve verplicht om graan te verbouwen. Vanaf het volgend seizoen is die verplichting er niet meer hetgeen consequenties kan hebben voor het graanareaal in Frankrijk. Horizontale interventieverordening Nadat enkele maanden geleden een voorstel van de Commissie voor een nieuwe interventieverordening voor rijst en harde tarwe werd aangenomen, werkt de Commissie momenteel aan een horizontale interventieverordening voor graan, zuivel en vlees. In die horizontale verordening worden o.a. de volgende onderwerpen geregeld:
Overname van graan in interventie op basis van een inschrijving indien de marktprijs zich (ver) onder de referentieprijs (€ 101,31 per ton) bevindt, Toekennen van een transportkostenvergoeding indien de afstand tussen het productiegebied en de opslaglocatie meer is dan 100 kilometer, Vaststellen van een waarborgsom bij het indienen van een offerte, De mogelijkheid om afgekeurde partijen te vervangen.
Vanaf 1 juli 2010 zal er jaarlijks maximaal 3 miljoen ton maaltarwe overgenomen worden ter interventie tegen een vast bedrag van € 101,31 per ton voor de gehele Europese Unie (geen staffelvergoeding meer). Voor gerst, maïs en voor tarwe (> 3 miljoen ton) zal de Commissie, indien de marktsituatie daartoe aanleiding geeft, inschrijvingen openen om de prijzen te ondersteunen. (geen) Exportrestitutie zetmeel Exportrestitutie voor zetmeel wordt al jarenlang berekend op basis van het verschil tussen de maïsnoteringen voor Chicago en de gemiddelde maïsnoteringen in de Europese Unie (Frankrijk/Hongarije) waarbij de Europese notering maximaal 115% mag bedragen van de referentieprijs (voor augustus/september € 120,21 per ton, oktober € 116,51 per ton). Door de relatief hoge maïsnoteringen in de Verenigde Staten is er de laatste jaren geen reden geweest om een exportrestitutie vast te stellen maar vanaf juli 2009 is er een theoretische exportrestitutie van toepassing variërend van € 6,00 tot € 13,00 per ton. Ondanks herhaalde verzoeken vanuit de lidstaten alsook van de diverse brancheorganisaties weigert de Commissie vooralsnog om een voorstel ter stemming voor te leggen aan het Comité omdat zulks een voorstel aanleiding zal geven tot problemen met o.a. de WTO partners.
10
De Europese zetmeelindustrie ondervindt grote problemen als gevolg van de economische crisis omdat de afzet van hoogwaardig zetmeel voor o.a. technische toepassingen zoals de automobielindustrie en de bouw stagneert. Door de lage noteringen voor zetmeel op de wereldmarkt wordt deze industrie extra getroffen omdat export, zonder een restitutie, bijna niet mogelijk is. Bij een restitutievaststelling van bijvoorbeeld € 10,00 per ton, zou er wekelijks een restitutiebedrag kunnen worden toegekend van ongeveer € 200.000,= bij export van (verwerkt)zetmeel vanuit Nederland. Contactpersoon: Fred Klein,
[email protected], 070 – 3708320 of 06 – 22458779.
3.2
Verbruik van graan voor de productie van vlees en bio-ethanol
In de afgelopen bestuursvergadering is een notitie behandeld over ontwikkelingen in de granenmarkt. In de vergaderingen zijn vragen gesteld voor de verwachtingen ten aanzien van consumptie van vlees en productie en verbruik van bioethanol. Beide punten worden in bijlage 1 nader uitgewerkt. Contactpersoon: Fred Klein,
[email protected], 070 – 3708320 of 06 – 22458779.
3.3
Actuele sectorontwikkelingen baktarwe onderzoek
De doelstelling van het baktarwe onderzoek is om nieuwe rassen te onderzoeken op maalen bakeigenschappen. Deelnemers aan dit onderzoek zijn kwekers, de maalindustrie, de Raad voor Plantenrassen en PPO. Het PA verzorgt het secretariaat. Tarwekwaliteitsonderzoek De onderzoeksresultaten van oogst 2008 zijn inmiddels opgeleverd. Momenteel wordt nog besproken over optimalisering van het onderzoek. Volkorenbaktarwe In het kader van het Health Grain project waar het PA aan deelneemt, is gekeken naar de mogelijkheid om volkorenmonsters vanuit dit project op te nemen in het bakonderzoek. De eerste resultaten laten zien dat een bakproef op bloem voldoende voorspellende waarde heeft voor volkoren. Momenteel wordt door TNO gewerkt aan de oplevering van de rapportage. Hoe en of er een vervolg komt op dit onderzoek is mede afhankelijk van de Health Grain plannen in het algemeen. Contactpersoon: Mirjam Kortekaas,
[email protected], 070-3708315.
3.4
Actuele sectorontwikkelingen NIBEM
Het NIBEM is als Nederlands Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier de organisatie van en voor de gerst-mout-bierketen.
11
Alternatieven bierbostel Het NIBEM (werkgroep Technisch Advies Platform) is op zoek naar alternatieve toepassingen voor bierbostel. Inmiddels zijn een aantal veelbelovende routes in kaart gebracht en/ of worden verder uitgewerkt. Voor één van de routes wordt momenteel een business case uitgewerkt in samenwerking met een potentiële afnemer. Gerstrassenonderzoek Het gerstrassenonderzoek van oogst 2008 zou begin juni worden opgeleverd en besproken. Helaas bleek na het mouten dat ook de gerst van oogst 2008 last had van watergevoeligheid, waardoor de brouwproeven uiteindelijk niet zijn doorgegaan. De (onvolledige) rapportage wordt binnenkort door VLB opgeleverd. Het contract met VLB zou na oplevering van de resultaten van oogst 2008 aflopen. Het NIBEM heeft besloten met VLB een nieuw contract af te sluiten, waardoor zij de komende jaren wederom verantwoordelijk zullen zijn voor de uitvoering van het gerstrassenonderzoek in de applicatie bier. Zomerexcursie Het thema van de zomerexcursie, welke in juni 2009 is gehouden in de Eemshaven, was ‘duurzaamheid’. Dat dit een actueel onderwerp is, bleek uit het enorme bezoekersaantal. Naast de traditionele lezingen en rondleiding over de gerstproefvelden, was er dit jaar ook de mogelijkheid om de mouterij van Holland Malt te bezoeken. Contactpersoon: Mirjam Kortekaas,
[email protected], 070-3708315.
4
SUIKER
4.1
Situatie op de wereldmarkt
Begin augustus 2009 noteerde witte suiker voor levering op de 1e termijn (oktober) € 35,45 per 100 kg ($ 511 per ton) en eind mei 2009 € 32,14 per 100 kg ($ 438 per ton). Op termijn december 2009 zijn de noteringen iets hoger. De notering voor december bedraagt $ 521 per ton. De notering voor ruwe suiker voor de termijn oktober 2009 bedraagt € 29,63 per 100 kg tegen € 24,92 eind mei 2009. De derde raming 2008/2009 van F.O. Licht gaat uit van een productie van 154,9 miljoen ton ruwwaarde. Dit is 2,5 miljoen ton lager dan de 2e raming en 11,7 miljoen ton minder dan de productie 2007/2008. In Azië wordt de productie geraamd op 49 miljoen ton, in Zuid Amerika op 47,4 miljoen ton en in Europa op 24,4 miljoen ton. De raming van de consumptie bedraagt 159,5 miljoen ton. Een stijging met 0,7% ten opzichte van 2007/2008. Dit blijft achter met de gemiddelde stijging van 2% over de laatste jaren. Een grote Braziliaanse suikerfabrikant verwacht voor 2009/2010 een suikerriet oogst van 597 miljoen ton met een productie van 35,1 miljoen ton suiker. De interne consumptie zal vrijwel ongewijzigd zijn en verwacht wordt dat 23,3 miljoen ton beschikbaar is voor de export. In de periode mei/juli 2009 is een hoeveelheid van 2,38 miljoen ton uitgevoerd. In India zijn de noteringen voor suiker de afgelopen maanden met 35% gestegen. De raming van de productie in India is 17 miljoen ton, hetgeen 15% meer is dan in 2008/2009. De vraag is of deze hoeveelheid wel gehaald zal worden. De regentijd brengt te weinig regen, waardoor het waarschijnlijk is dat de ramingen weer naar beneden moeten worden bijgesteld. In Australië is er 12
juist sprake van overvloedige regenval, hetgeen de oogstresultaten negatief zal beïnvloeden. Analisten gaan er van uit dat ook de komende weken de noteringen verder kunnen stijgen. suikernoteringen (1e termijn)
in Euro
witte suiker
ruwe suiker
38,00 34,00 30,00 26,00 22,00 18,00 14,00 10,00 7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
2008 / 2009
4.2
Interventie van suiker
Met Verordening (EG) nr. 687/2009 zijn de verordeningen met betrekking tot de verkoop van interventiesuiker ingetrokken. De verordening treedt in werking op 31 juli 2009. Van de aangeboden en overgenomen hoeveelheden is 1.862.348 ton verkocht of vastgelegd voor het minst bedeelde programma. De nog resterende hoeveelheid van 34.081 ton wordt gereserveerd voor het minst bedeelde programma voor 2010. 4.3
Voorziening van de chemische industrie
In september 2008 is besloten voor 2008/2009 een invoercontingent te openen voor een hoeveelheid van 400.000 ton ten behoeve van de chemische industrie. Deze hoeveelheid komt overeen met de helft van de behoefte van deze sector. Het contingent betreft zowel witte als ruwe suiker. Dit invoercontingent is beschikbaar naast de mogelijkheid industriële suiker (surplussuiker) van de interne markt te betrekken, dan wel door aankoop van interventiesuiker. Per 6 augustus jl. is voor een hoeveelheid van 173.473 ton suiker invoercertificaten afgegeven. De laatste maanden zijn geen aanvragen meer ontvangen. 4.4
Uitvoer van surplussuiker
In samenhang met het openstellen van een invoercontingent voor de chemische industrie is in september 2008 besloten een uitvoercontingent voor 2008/2009 open te stellen voor 650.000 ton suiker en 50.000 ton isoglucose. Voor wat betreft suiker is dit de helft van de hoeveelheid die als gevolg van de WTO-afspraken mag worden uitgevoerd en voor isoglucose de hoeveelheid op basis van de opgedane ervaring. Van de beschikbare hoeveelheden werd voor suiker de volledige hoeveelheid van 650.000 ton aangevraagd en voor isoglucose 23.800 ton.
13
Begin augustus 2009 is besloten de hoeveelheid surplussuiker voor uitvoer binnen het contingent te verhogen met 300.000 ton tot een maximum hoeveelheid van 950.000 ton. Het betreft hier surplussuiker uit het seizoen 2008/2009. Voor het seizoen 2009/2010 is per 1 oktober 2009 een contingent beschikbaar van 650.000 ton. Contactpersoon: Gerhard Brijder,
[email protected], 070 – 3708388.
5
BAKKERIJ
5.1
Commissie Brood en Banket Werkgroep MKB Bakkers (“Voor de Bakker”)
De Werkgroep MKB-bakkers (“Voor de Bakker”) is namens de Commissie Brood en Banket belast met de uitvoering van de op de ambachtelijke bakkerij gerichte structuurmaatregelen. Over de werkzaamheden die in de afgelopen periode in dit kader zijn uitgevoerd kan het volgende worden gemeld. Eerstelijnsadvisering. In de eerste helft van 2009 hebben de adviseurs in het kader van de eerstelijnsadvisering van de Werkgroep "Voor de Bakker" (VdB) 115 adviesverzoeken ontvangen. Dit is ten opzichte van dezelfde periode in 2008 (146) een daling. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt, dat het aantal eerstelijnsadviezen in 2008 een (eenmalige) forse piek te zien gaf. Deze piek was een gevolg van het onderzoek naar bedrijfsopvolging dat Stratus eind 2007 in opdracht van het productschap heeft uitgevoerd. Een 50-tal ondernemers, dat overweegt de bedrijfsactiviteiten te staken, gaf tijdens het onderzoek aan prijs te stellen op eerstelijnsbegeleiding hierbij. De betreffende ondernemers zijn in dit kader bezocht. Na correctie voor deze eenmalige piek kan worden vastgesteld, dat er nog steeds sprake is van een stijging van het aantal verzoeken om eerstelijnsadvies. Activiteiten voor starters In het kader van de speciale activiteiten voor starters is op 30 maart 2009 een themadag gehouden bij Echte Bakker Van Mook in Nistelrode. Thema was bedrijfsovername, waarbij deze keer extra aandacht was voor de rol van de partner van de ondernemer. Met betrekking tot het bedrijfseconomische deel gaven twee adviseurs van het NBC een presentatie. Als gastspreker was ook een bestuurslid van de NBOV uitgenodigd, tevens lid van de vrouwenvakgroep. Dit bestuurslid exploiteert samen met haar man een bakkerij. Met name de ervaringen van de twee ondernemersvrouwen hadden de belangstelling van de deelnemers. Op 14 september a.s. zal voor starters een workshop worden georganiseerd met als onderwerp 'personeel en leiding geven'. Presentaties ROC's Op vijf ROC's met een bakkerijopleiding hebben de eerstelijnsadviseurs presentaties gegeven over het ondernemerschap aan cursisten van niveau 3 en 4. Doel van deze presentaties is de cursisten enthousiast te maken voor het ondernemerschap in de bakkerij en te wijzen op de mogelijkheid van ondersteuning hierbij door de adviseurs van het productschap. Na de zomervakantieperiode zullen nog vijf andere ROC's worden bezocht.
14
InVersNed Een van de eerstelijnsadviseurs vertegenwoordigt als adviseur de ambachtelijke bakkerij in de Stichting InVersNed. Deze stichting, waarin verschillende versbranches vertegenwoordigd zijn, waaronder de bakkerijbranche, streeft naar een goede winkelplanning in aantrekkelijke winkelgebieden met daarin een prominente plaats voor (samenwerkende) versspeciaalzaken. Contactpersoon: Jan Wielemaker,
[email protected], 070 – 3708327.
5.2
BakkerijPlaza
RiskPlaza Op 18 juni jl. is er door het Productschap Akkerbouw in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) en de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) een informatiebijeenkomst over RiskPlaza georganiseerd. Tijdens de goedbezochte bijeenkomst (ruim 90 deelnemers) zijn de ervaringen van de industriële bakkerij, leveranciers en de VWA met RiskPlaza en de RiskPlaza-audit+ aan bod gekomen en was er voor de aanwezigen ruimschoots de gelegenheid om vragen over RiskPlaza te stellen. Mede door de bijeenkomst zijn er circa 20 aanmeldingen voor RiskPlaza bij gekomen. Naar aanleiding van de resultaten van het PLW-project tweedelijnstoezicht (zie elders in deze bestuursmededelingen) hebben de Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) en Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) de wens uitgesproken graag te willen aansluiten bij RiskPlaza. Het voorzittersoverleg bakkerijketen heeft ermee ingestemd dat deze sectoren, tegen een vergoeding, aansluiten bij de RiskPlaza-systematiek. Uitbreiding van RiskPlaza naar de vleeswaren- en snacksindustrie betekent, dat nadat de RiskPlaza-database op enkele onderdelen is aangevuld met specifieke gegevens voor de vleeswaren- en snacksindustrie, de leden van beide verenigingen een abonnement op RiskPlaza kunnen afsluiten en hun toeleveranciers zullen verzoeken op te gaan voor een RiskPlaza-audit+. In onderstaand overzicht is het totale aantal deelnemers en deelnemende CI’s opgenomen. Deelnemers RiskPlaza en RiskPlaza-audit+ Deelnemers RiskPlaza RiskPlaza-audit+ behaald
Aantal 20 aug (27 mei) 89 (68) 13 (13)
Namen
n.v.t. Akzo Nobel Salt Specialties Damco Bakkerijgrondstoffen B.V. GB Plange Holland Meel B.V. Koopmans Meel Krijger Molenaars Meelfabriek de Jongh Meneba Puratos N.V. Ranks Meel Sonneveld Group B.V. Yme Kuiper B.V. Zeelandia H.J. Doeleman B.V.
15
RiskPlaza-audit+ aangemeld*
5 (3)
AB Mauri Netherlands B.V. Bakels Senior N.V. Bio Mills Europe N.V. Brabomills Unifine Food & Bake Ingredients
Certificerende Instellingen
5 (5)
CI Bureau Veritas Certification Nederland BV DNV ISACert Nederland Lloyd's Register Quality Assurance SGS Nederland B.V.
Aantal auditoren 0 4 6 4 2
+
* RiskPlaza-audit gepland voor februari 2010 Contactpersoon: Paulien van de Graaff,
[email protected], 070-3708341. (zie tevens: www.bakkerijplaza.nl)
6
ARBEID
6.1
Sectoranalyses / Arbeidsmarktonderzoek
Naar aanleiding van een projectvoorstel betreffende verdiepingsonderzoek van een werkgroep bestaande uit enkele commissieleden van de commissie Arbeid, plus de afdeling Arbeid van het productschap, heeft de commissie Arbeid besloten aan te sluiten bij het perspectievenonderzoek akkerbouw en diervoeder. In dit onderzoek wordt gefocust op de huidige sociaaleconomische en maatschappelijke betekenis en de middellange termijnperspectieven van de sector (2020). Primair is het doel van het onderzoek het vergaren van inzicht. Het onderzoek heeft als afgeleid doel de akkerbouw- en diervoedersectoren als belangrijke sectoren uit te dragen. De concrete aansluiting bij dit onderzoek vanuit de commissie Arbeid, wordt vormgegeven door de toevoeging van vertegenwoordiging van de afdeling Arbeid in de al gevormde klankbordgroep welke het onderzoek begeleidt. 6.2
Maatschappelijke stages rond voedsel en groen
Zoals bekend is vanuit het project Verankering Arbeid op 4 februari 2009 de arbeidsmarktconferentie 'Boeien & Binden' georganiseerd. Tijdens deze conferentie heeft de Minister van LNV, mevrouw Gerda Verburg, de openingstoespraak verzorgd. In haar toespraak haalde de Minister het initiatief van LNV aan om in 2011 10.000 maatschappelijke stageplaatsen rondom voedsel en groen te realiseren. Vanaf 2011 is het voor leerlingen tussen de 12 en 16 jaar verplicht om 72 uur een maatschappelijke stage te volgen. Op 18 mei 2009 is door het algemeen bestuur van de NBOV de intentieverklaring ondertekend. De NBOV wil vanaf 2011 jaarlijks 300 maatschappelijke-stageplaatsen realiseren. In een pilot zal ervaring worden opgedaan met diverse stageconcepten. Aan deze pilots zullen 100 leerlingen deelnemen 16
Op 7 mei is dit onderwerp besproken in de commissie Arbeid van PA. Nagegaan wordt of er naast de ambachtelijke bakkerij belangstelling is in andere sectoren om maatschappelijke stageplaatsen te realiseren. Verder wordt naar aanleiding van de arbeidsmarktconferentie door de minister van LNV een bestuurlijke conferentie voorbereid over mogelijke initiatieven op het terrein van opleiding en arbeidsmarkt waarvoor de (vice) voorzitters van de productschappen worden uitgenodigd. 6.3
Arboconvenant ‘Blij met stofvrij!’
Als onderdeel van het arboconvenant “Blij met stofvrij” is een instrument ontwikkeld waarmee door middel van gezondheidsmonitoring vroegtijdig bakkersallergie opgespoord kan worden: het gezondheidsbewakingssyteem (GBS). Voor de uitvoering van het GBS voor de bakkerijen wordt een systeem ontwikkeld waarbij vanuit één loket, het PA, het hele proces aangestuurd wordt. Dit loket is onderdeel van de besprekingen voor een nieuwe ronde structuurversterkende maatregelen. De Commissie arbeidsomstandigheden van de SER heeft een advies uitgebracht aan de minister over de zorgplicht van werkgevers om schadelijke gevolgen van blootstelling aan allergenen te voorkomen. De commissie adviseert om voor de korte termijn een leidraad te ontwikkelen die werkgevers en werknemers ondersteunt bij het nemen van de juiste preventieve maatregelen. De commissie adviseert verder om de Gezondheidsraad te vragen te onderzoeken of er een grenswaarde of referentiewaarde vastgesteld kan worden voor hoog risico stoffen, en zij vraagt de minister een uitspraak te doen over de allergenen die in deze hoge risicoklasse vallen. De commissie stelt voor om hiervoor een overzicht uit een eerder rapport van de Gezondheidsraad te gebruiken. In dit overzicht wordt ook meelstof genoemd als hoog risicovol vanwege de kans op sensibilisatie en het hoge aantal werknemers dat blootgesteld wordt aan meelstof. Verder vindt de commissie gezondheidsmonitoring belangrijk als controle op de uitgevoerde maatregelen. Voor meer informatie over: - het rapport: www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2000-2007/2009/b28016.aspx - het persbericht: http://a.1y.nl/s/v.php?eHp3VzRTMz9UMURMeHstP1o1SHRNdyk6 6.4
Stof? Pak’t aan!
Voor het borgen van het project Stof? Pak’t aan! is het projectteam samengesteld en is een actieplan opgesteld. In januari 2009 is een kickoff bijeenkomst geweest om het plan van aanpak te bespreken met de contactpersonen van de betrokken sectoren. Momenteel worden oplossingrichtingen met elkaar opgesteld en wordt gewerkt aan implementatie van deze oplossingen. De acties variëren van longtesten op landbouwbeursdagen in oktober 2009 tot aan informeren Ondernemingsraden, VGW-commissies en personeelsvertegenwoordiging om voorlichting en instructie over stofaanpak in de organisatie in te bedden.
17
Van implementatie van een module stof en gezondheid in het onderwijs tot bundeling van ‘best practices’ bij bedrijven die al actie ondernomen hebben om stofblootstelling te reduceren. In de arbocatalogi voor de primaire sectoren wordt het onderwerp “stof” opgenomen. Met de projectleiders is contact over koppelingen tussen de arbocatalogi en de informatie die beschikbaar is op de website: www.pakstofaan.nl. 6.5
Arbocatalogus Bakkerij
De eerste versie van het “Oplossingenboek voor bakkerij en zoetwarenindustrie” is ter toetsing aangeboden aan de arbeidsinspectie. Als de arbeidsinspectie de arbocatalogus goedkeurt zal subsidie aangevraagd worden. In de volgende fase worden de onderwerpen verder uitgewerkt. Daarbij hebben preventiemedewerkers een belangrijke rol. Er wordt een netwerk van preventiemedewerkers opgezet en in bijeenkomsten wordt gezocht naar oplossingen die op de werkvloer “werken”. Deze oplossingen worden getoetst en, indien goed bevonden, opgenomen in het oplossingenboek. Verder wordt gewerkt aan het digitaliseren van de arbocatalogus. 6.6
Arbocatalogus Graanbe- en verwerkende bedrijven Arbocatalogus diervoeder/graan
In juni 2009 is de arbocatalogus graanbe- en verwerkende industrie ter toetsing toegezonden aan de arbeidsinspectie. Inmiddels is een ontvangstbevestiging ontvangen, waarin wordt aangegeven dat de marginale toets uiterlijk 30 september 2009 zal zijn uitgevoerd. Aansluitend kan bij het Ministerie van SZW de subsidie worden aangevraagd. De subsidieregeling is verlengd, waarbij de subsidieaanvraag kan plaatsvinden tot uiterlijk 31 december 2009. Inmiddels is gestart met het digitaliseren van de arbocatalogus en het ontwikkelen van een communicatieplan. 6.7
ATEX / Explosieveiligheidsdocument
In navolging op de ATEX-handleiding voor de bakkers is inmiddels ook de ATEXhandleiding voor de handel in granen, zaden en peulvruchten ontwikkeld. In juni is het concept besproken met vertegenwoordigers uit de graanhandel. De opmerkingen worden in juli/augustus verwerkt, waarna deze beschikbaar komt voor de sector. De ATEXhandleiding wordt uitgereikt op de bijeenkomst ‘Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel’. 6.8
Bijeenkomst Veilig en hygienisch werken in de graanhandel
Op 21 september aanstaande organiseren het Productschap Akkerbouw en het Productschap Diervoeder samen met de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren een bijeenkomst met als thema ‘Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel’. Tijdens deze bijeenkomst komen verscheidene interessante onderwerpen op het gebied van voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden aan bod, waaronder de arbocatalogus, ATEX en
18
de hygiënecode graanhandel. De uitnodiging is half augustus verstuurd aan alle graanhandelaren. De bijeenkomst vindt plaats bij het Productschap Akkerbouw in Den Haag. 6.9
Grondstoffendatabank
De grondstoffendatabank geeft een overzicht van fysische eigenschappen van grondstoffen die in de akkerbouwsectoren voorkomen. Gebruik van de databank geeft informatie over de mate waarin een grondstof kan exploderen (stofexplosieklasse). De gegevens die nu in de databank zijn opgenomen, zijn verzamelde gegevens uit reeds bestaande databanken. In het kader van de ATEX-handleiding is door vertegenwoordigers uit de graanhandel verzocht om meer stoffen te laten onderzoeken op fysische eigenschappen. Ook bij de diervoederbedrijven bestaat deze behoefte. Acties die hieruit volgen zijn een overzicht te maken van grondstoffen die onderzocht moeten worden en contact opnemen met bedrijven die dit kunnen uitvoeren. Dit zal nog in 2009 worden opgepakt. 6.10
Arbeidsinspectie
In de eerste helft van 2008 heeft de Arbeidsinspectie controles uitgevoerd bij de ambachtelijke- en industriële bakkerijen, waarbij hercontroles begin 2009 zijn uitgevoerd. In augustus 2009 zijn nog geen resultaten of een inspectierapport beschikbaar. 6.11
VEILIG Tillen
Een tweede nieuwsbrief is naar de P&O afdelingen van ruim 5000 bedrijven gestuurd (waaronder graanhandelaren, meelfabrieken, transporteurs en diervoederfabrikanten). In deze editie is informatie over de NIOSH methode opgenomen, een kort interview met een medewerker van Meneba BV en een oproep voor een A2 bord van PVC waarop de middenpagina van de Tilwijzer folder staat afgebeeld. Van deze panelen zijn inmiddels 31 stuks verstuurd a 25 euro per stuk. In september a.s. wordt een cd-rom gelanceerd waarop vijf PIMEX films staan. Deze films zullen bijdragen aan de bewustwording rondom veilig tillen. De films zijn opgenomen bij zowel een akkerbouw- als diervoederbedrijf. 6.12
Gegaste zeecontainers
De Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren (CvG) heeft PA gevraagd een procedure te ontwikkelen voor het ontgassen van zeecontainers. Gegaste zeecontainers kunnen gevaar opleveren voor werknemers en milieu. Er is een werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers van Nevedi, Productschap Tuinbouw en CvG, aangevuld met deskundigheid vanuit PA. De werkgroep zal een procedure ontwikkelen die toepasbaar is voor verschillende bedrijven in de agri-food sectoren en deze procedure onder de aandacht brengen van risicobedrijven.
19
6.13
Bijeenkomst Minister LNV met productschappen over arbeidsmarkt en scholing
Zoals bekend heeft de minister van LNV tijdens de arbeidsmarktconferentie, die vanuit Verankering Arbeid, op 4 februari 2009 is georganiseerd de productschappen aangesproken op de mogelijke rol die de schappen hebben om activiteiten te (laten) ondernemen op het terrein van opleiding en arbeidsmarkt. Aan de zijde van LNV kan worden vastgesteld dat er een toegenomen belangstelling is om meer aandacht te besteden aan: - arbeid en ondernemerschap in de agro foodsectoren (dus meer dan alleen de primaire sectoren); - opleiding en arbeidsmarkt hierin centraal staan; gezien de verwachtte en reeds bestaande problemen en knelpunten t.a.v. onder meer instroom naar het groene onderwijs, imago van sector bij werkzoekenden, aansluiting scholing op de arbeidsmarkt, scholen van werkenden (EVC). Vanuit het Ministerie van LNV is het initiatief genomen om een bijeenkomst te organiseren tussen de minister van LNV en de (plaatsvervangende) voorzitters van de productschappen. Onlangs is een principe datum door LNV genoemd voor genoemd overleg (6 oktober 2009). De datum is beduidend eerder in de tijd dan was beoogd. De benodigde voorbereiding van deze bijeenkomst staat aldus onder een zekere tijdsdruk. Wat is beoogde aanpak In komende weken gaat iedere sociaal secretaris aan de slag om voor ieder schap een kwantitatieve (probleem)analyse op te stellen, inclusief een inventarisatie van bestaande activiteiten en suggesties voor te ondernemen activiteiten. Hiervoor is door de werkgroep Verankering een format opgesteld. Afgesproken is dat deze inventarisaties en analyses eind augustus beschikbaar zijn zodat ze op 2 september in de werkgroep VA kunnen worden gepresenteerd. De beoogde aanpak zal zodanig zijn dat e.e.a. aansluit op de bestaande activiteiten van ieder schap op het terrein van opleiding, scholing en arbeidsmarkt. Over de verdere aanvliegroute en uitwerking zijn de volgende aandachtspunten van belang: - eind augustus/begin september een brief sturen aan de plaatsvervangende voorzitters van onze schappen. Dit moet voorafgaand aan de uitnodiging, die LNV aan een ieder zal versturen en dient om de mensen te informeren en hen tevens te vragen naar ideeen en suggesties. - Op 6 oktober kunnen hoofdlijnen worden benoemd, intenties waar ieder schap mee aan de slag wil gaat (bv stimuleren van EVC of maatschappelijke stageplaatsen). - Het uitwerken en opstellen van concrete projectvoorstellen per schap en de benodigde bestuurlijke bespreking en goedkeuring daarvan kan pas plaatsvinden na 6 oktober. - Bezien kan worden of één idee of project wel voor 6 oktober kan worden uitgewerkt. - Er worden alleen intenties uitgesproken die haalbaar zijn, “grote woorden zonder uitwerking zijn zinloos”, draagvlak vanuit ieder productschap is hierbij van groot belang - Aan het verkrijgen van draagvlak zal in september de nodigde aandacht moeten worden besteed, bijvoorbeeld door onderwerp te agenderen en te bespreken in DBvergaderingen, vergaderingen van commissies arbeid etc.
20
7
VOEDSEL EN VOEDING
In deze notitie worden enkele ontwikkelingen met betrekking tot levensmiddelenwetgeving kort toegelicht. Het betreffen ontwikkelingen die relevant zijn voor de akkerbouwsectoren. Meer informatie over de genoemde onderwerpen is uiteraard beschikbaar bij het HPA afdeling Voedsel en Voeding. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle bijgewoonde vergaderingen van het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid (PCVD) en de EG-Commissiewerkgroepen (CWG) in de rapportageperiode. Verslagen van deze vergaderingen zijn op te vragen bij het HPA afdeling Voedsel en Voeding. 7.1
Resultaten PLW project tweedelijns toezicht voedselveiligheid
De Europese controleverordening (Verordening Nr. 882/2004) bepaalt dat de bevoegde autoriteiten bij het toezicht rekening moeten houden met de in de levensmiddelen- en diervoedersectoren beschikbare controlesystemen om veilig voedsel te produceren en te garanderen. In het nieuwe interventiebeleid van de VWA zijn instrumenten opgenomen om met minder toezicht een grotere naleving van regels te bereiken en de ondernemer zo min mogelijk tot last te zijn. Eén van deze instrumenten is het zgn. tweedelijns toezicht waarbij de VWA in het toezicht rekening houdt met zelfcontrolesystemen van het bedrijfsleven. Een voorbeeld van een dergelijk systeem is RiskPlaza voor de bakkerijketen (ondergebracht bij het Productschap Akkerbouw). RiskPlaza wordt door de overheid gezien als een best practice op het gebied van zelfcontrolesystemen. Het Ministerie van VWS wil het gebruik van zelfcontrolesystemen in het toezicht bevorderen en daarom het bedrijfsleven stimuleren om zelfcontrolesystemen op te zetten. Hiertoe heeft zij aan de productschappen (PLW) gevraagd een project uit te voeren om inzicht te geven in welke levensmiddelensectoren tweedelijns toezicht mogelijkheden biedt en op welke wijze het ontwikkeltraject naar tweedelijns toezicht gestimuleerd kan worden. Het project is uitgevoerd in het eerste half jaar van 2009 en bestond uit een verkenning naar mogelijkheden voor tweedelijns toezicht en een tweetal pilotstudies om tweedelijns toezicht te versnellen, in de groente- en fruitsector en de vleeswaren- en snackindustrie. Deze laatste pilotstudie heeft geresulteerd in aansluiting van deze sectoren bij RiskPlaza. Het project is op 30 juni jl. afgesloten met een stakeholdersdialoog bij het HPA. Tijdens deze dialoog zijn de resultaten van het project gepresenteerd en waren (60) stakeholders in de gelegenheid hun visie op tweedelijns toezicht in te brengen in de discussie. Het eindrapport ‘Verkenning vermindering controledruk door tweedelijns toezicht’ is beschikbaar op www.plw.nl. Contactpersoon: Christine Rommens,
[email protected], 070 -3708502.
7.2
Cadmium en metaalverontreinigingen in maanzaad bestemd voor Rusland
Nederland exporteert regelmatig partijen maanzaad naar Rusland. Rusland hanteert voor het cadmiumgehalte een maximum van 0,1 mg/kg. Uit analyses blijkt dat slechts 2 % van de partijen aan deze eis kan voldoen.
21
Voor metaalverontreinigingen (ijzer) hanteert Rusland een 0-tolerantie. Het Comité voor Graanhandelaren heeft aan het Productschap Akkerbouw gevraagd om te bevorderen dat de EG-Commissie in gesprek komt met de Russische overheid over de normen voor cadmium en metaalverontreiniging in maanzaad, opdat er werkbare normen komen voor cadmium en metaalverontreinigingen. Ook voor pesticide residuen probeert de EU Rusland te benaderen voor betere normen. De EG-Commissiewerkgroep Milieucontaminanten stond er positief tegenover dat de Commissie in gesprek gaat met Rusland over de limiet voor cadmium in oliehoudende zaden en voor metaalverontreinigingen. Contactpersoon: Gerrit Koornneef,
[email protected], 070-3708323.
7.3
Importcontrole
De EG-wetgeving maakt het mogelijk te bepalen welk percentage partijen van ingevoerde partijen levensmiddelen gecontroleerd moet worden door de bevoegde autoriteiten. Dit gebeurt bij levensmiddelen die relatief vaak te veel aan een bepaald contaminant bevatten. In het verleden is in het Permanent Comité voor Voedselveiligheid en Diergezondheid gevraagd om criteria voor levensmiddelen op te stellen voor de vraag wanneer zij op de lijst worden gezet en wanneer zij ook weer van de lijst af worden gehaald. Aan de hand van cijfers uit het recente verleden is in Brussel de controlefrequentie (percentages) van ingevoerde partijen levensmiddelen besproken. Een suggestie hierbij is om het afkeurpercentage van de afgelopen tijd te gebruiken als controlefrequentie voor de komende tijd voor de betreffende product-landcombinatie. Hiermee zou de aanpak om de controlefrequentie te bepalen transparanter worden. Contactpersoon: Gerrit Koornneef,
[email protected], 070-3708323.
7.4
Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel
Op maandag 21 september aanstaande organiseren het Productschap Akkerbouw en het Productschap Diervoeder samen met de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren een bijeenkomst met als thema ‘Veilig en hygiënisch werken in de graanhandel’. Bedrijven actief in de graanhandel en diervoedersector zijn uitgenodigd deze informatieve en interactieve bijeenkomst bij te wonen. Bij de bijeenkomst komen de volgende onderwerpen aan bod: Arbocatalogus ATEX Herziene hygiënecode graanhandel Voor meer informatie of aanmelden: http://www.productschapakkerbouw.nl/algemeen/veilig-en-hyginisch-werken-in-degraanhandel Contactpersoon: Paulien van de Graaff,
[email protected], 070-3708341.
22
7.5
Genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s)
Brief minister LNV m.b.t herziening beoordelingskader ggo’s Eind juni hebben het Productschap Akkerbouw en het Productschap Diervoeder de minister van LNV een brief gestuurd waarin zij minister Verburg danken voor haar inzet in nationaal en Europees verband om te komen tot een herziening van het beoordelingskader voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s). Aanleiding voor de brief vormt het gegeven dat het Europese toelatingsproces voor de teelt en import van ggo’s in Europa zeer moeizaam verloopt. Dit leidt tot handelsbelemmeringen en concurrentienadeel voor Europese boeren en de overige schakels in de diervoeder- en levensmiddelenketen. De ketenpartijen achten het wenselijk dat deze ongelijkheid tussen de EU en andere landen opgeheven wordt. Mogelijk levert de herziening van het beoordelingskader voor ggo’s een bijdrage, doordat door het meewegen van sociaaleconomische factoren een nieuwe balans in het afwegingskader voor ggo’s ontstaat. Door PA en PDV is benadrukt dat het van groot belang is dat deze nieuwe balans daadwerkelijk bijdraagt aan het opheffen van de ongelijkheid tussen de EU en derde landen. Idealiter is er in de toekomst sprake van een synchrone toelating van ggo’s in de EU en de rest van de wereld, zowel voor de teelt als voor import, waardoor er sprake is van een gelijk speelveld voor alle belanghebbenden (uitgangsmateriaal, teelt, handel en verwerking). In de brief is aangekondigd dat er in het najaar het PA en PDV, waar mogelijk in samenwerking met andere productschappen, een bijeenkomst organiseren m.b.t. ggo’s. Bij deze bijeenkomst zullen naast de onder het productschap ressorterende bedrijfsleven ook de andere belanghebbenden op het gebied van ggo’s worden uitgenodigd. De brief is opgenomen als bijlage 3 bij deze notitie. Importproblemen soja vanwege sporen niet toegelaten gg-maïs In juni jl. zijn er in geïmporteerde partijen Noord-Amerikaanse soja niet-kwantificeerbare sporen van de in de EU (nog) niet-toegelaten maïslijnen MIR604 en MON88017 aangetroffen. Vanwege de aanwezigheid van deze nog niet-toegelaten ggo’s zijn deze partijen soja(meel) geblokkeerd. Omdat de aanwezigheid van deze niet-toegelaten ggo’s onvoorzien en technisch onvermijdbaar is, betekent dit voor de Europese industrie dat, tot deze gg-maïslijnen zijn toegelaten, het niet langer mogelijk is om soja(producten) uit de VS te importeren. Experts verwachten dat dit in de periode september ’09 tot aan de Zuid Amerikaanse oogst in maart ’10 zal leiden tot een Europees tekort van 6 tot 7,5 miljoen ton sojabonen. Medio augustus hebben dertien (branche)organisaties 1 de minister van LNV een brief gestuurd over deze problematiek. Zie http://www.pdv.nl/nederland/kwaliteit/page4304.php Contactpersoon: Paulien van de Graaff,
[email protected], 070-3708341.
1
FNLI, VNO-NCW, PDV, MVO, PVV, PPE, Het Comité, Nevedi, COV, Niaba, Nepluvi, ANEVEI en de VRN
23
7.6
EU-project HealthGrain
Het EU-project HealthGrain is opgezet om via granen en graanproducten de levensstijl en voedingsgewoonte van de consument in Europa te verbeteren, zodat optimaal voordeel gehaald wordt uit de componenten van granen die bijdragen aan een goede gezondheid. De achtergrond van het project is dat graanproducten de belangrijkste voedingsbronnen van energie, koolhydraten en vezel zijn. Het doel is om gezondheid te promoten via graanproducten en graaningrediënten van een hoge kwaliteit en de aantrekkingskracht voor de consument te verbeteren. Eind mei 2010 loopt dit EU-project af. Daarom wordt momenteel nagedacht over een vervolg na 2010. Hierbij wordt vooral gedacht aan het in stand houden (en uitbreiden) van het bestaande netwerk en het beheer en updaten van de huidige website. Dit met het oog op de mogelijke resultaten die nog zullen volgen uit het project. Daarnaast wordt gekeken of het vervolg een meer substantieel karakter kan krijgen in de vorm van een strategische onderzoeksagenda. Hiermee wordt bedoeld om via het netwerk en de website informatie uit te wisselen over nationale onderzoeken, gespecialiseerde kennis, praktische toepassing en consumentenvoorlichting. HealthGrain kan dienen als een plek waar kennis gebracht en gehaald kan worden. Als partner in het EU-project kan het Productschap Akkerbouw meepraten over een vervolgaanpak van HealthGrain. Om hier invulling aan te geven zal het Productschap Akkerbouw met Nederlandse wetenschappers en met de Nederlandse deelnemers aan het EUproject HealthGrain voorstellen voor een vervolg opstellen zowel voor een invulling op Europees niveau als op nationaal niveau. Contactpersoon: Erika Smale,
[email protected], 070-3708324.
7.7
Biologische landbouw: voortgang Europees logo
In juli 2010 moet het nieuwe Europese bio-logo beschikbaar zijn. Na de problemen met een eerste logo, heeft Commissaris Fischer-Boel dit voorjaar besloten om jonge en aankomende ontwerpers via internet op te roepen om een voorstel voor het nieuwe bio-logo in te dienen. Diverse Europese organisaties hebben nog getracht een aangepaste versie van het bestaande Duitse logo in te brengen als nieuw logo, maar hun poging was tevergeefs. De inzendingstermijn voor logo’s is op 6 juli gesloten. De teller stond toen op 3393 inzendingen. Inmiddels heeft een jury een voorselectie gemaakt van 100 logo’s. Uiteindelijk zullen een tiental logo’s worden voorgelegd aan het publiek en via een internetstemming dit najaar zal het uiteindelijke logo gekozen worden. In het Permanent Comité maakt men zich zorgen over de korte periode tussen de bekendmaking van het nieuwe logo en de datum van verplicht gebruik. De Commissie heeft toegezegd dat er overgangsmaatregelen zullen komen, om een soepele overgang van bestaande nationale logo’s naar het nieuwe Europese logo te garanderen. Contactpersoon: Frank Gort,
[email protected], 070-3708205.
24
Bijlage 1: Ontwikkelingen in de granenmarkt Verbruik van graan voor de productie van vlees en bio-ethanol. Productie van veevoeder – consumptie van vlees Europese markt Bij een totaal Europees graanverbruik van 275 miljoen ton in 2008, werd 171 miljoen ton graan (ofwel 62%) verwerkt tot veevoer. Mede door de hoge graanprijzen in het begin van 2008 en de eerste tekenen van de recessie eind 2008, daalden de productie van veevoeders in de Europese Unie met ruim 1% ten opzichte van 2007. Alleen de productie van pluimveevoer steeg met 2,3% terwijl de productie van rundveevoer en varkensvoer afnam met iets minder dan 3%. De vooruitzichten voor 2009 en 2010 zijn ongunstig voor rundveevoersector door de lage melkprijzen waardoor de melkveestapel in Europa zal afnemen. Verwacht mag worden dat de consumptie van varkensvlees en pluimveevlees gelijk zal blijven en in 2010 weer toe zal nemen terwijl de vraag naar duurdere vleessoorten stabiel zal blijven of licht zal afnemen. Er zijn geen officiële productiecijfers van graanmengvoeder in de EU maar er wordt relatief veel gehandeld in graanmengvoeder. in- en uitvoer van graanmengvoeder EU in tonnen (bron Comext data base EU) Uitvoer 2007 uitvoer 2008 invoer 2007 invoer 2008 1.613.533 1.694.581 1.603.991 521.444
Uiteraard is de productie van vlees in Europa van groot belang voor de afzet van graan in de veevoedersector. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) verwacht voor de komende jaren een geringe stijging van de vleesconsumptie in Europa waarbij de consumptie in oude lidstaten van de EU zal stabiliseren terwijl de consumptie in de nieuwe lidstaten zal toenemen.
rundvlees varkensvlees schapenvlees pluimveevlees
productie van vlees in de EU in 1.000 tonnen (bron FAO rapport) Productie EU 2008 Productie EU 2009 8.238 8.200 23.367 26.155 1.418 1.420 14.675 15.206
verschil -38 2.278 2 531
Europa is een grote exporteur van met name varkens- en pluimveevlees. Daarnaast worden er grote hoeveelheden ei producten geëxporteerd veelal in de vorm van gedroogd eiwit naar Japan en Zuid Korea. invoer- en uitvoer van vlees in 2008 in tonnen (bron PVE) uitvoer invoer rundvlees 278.000 248.000 varkensvlees 2.551.000 60.000 schapenvlees 13.000 238.500 pluimveevlees 909.000 800.000 sector eieren (ei equivalent) 262.500 35.000
verschil 30.000 2.491.000 - 225.500 109.000 227.500
Momenteel is de invoer van vlees in de Europese Unie beschermd door een invoerrecht alsook door een erkenningsysteem voor slachterijen in de landen van oorsprong van het vlees. Bij uitvoer is er, met uitzondering van schapenvlees, de mogelijkheid van het toekennen van een exportrestitutie hetgeen in 2008 op beperkte schaal heeft plaatsgevonden. In het concept WTO akkoord heeft de Europese Unie forse concessies gedaan met name bij de invoerrechten voor varkensvlees en uiteraard behoort het toekennen van een uitvoerrestitutie na 2013 tot het verleden. Daarnaast is het vanaf 2012 verboden in de EU om eieren te produceren in legbatterijen zodat de productie/export van eieren fors zal afnemen. Conclusie: Voorlopig zal het graanverbruik voor de productie van veevoeder in de Europese Unie gelijk blijven of zelfs iets toenemen. Bij een eventueel WTO akkoord zal de invoer van met name varkensvlees toenemen terwijl de uitvoer af zal nemen door het ontbreken van een exportrestitutie. Daarnaast verwacht FAO dat, door verbeteringen in de samenstelling van het veevoeder, er minder graan nodig zal zijn voor de productie van 1 kilogram vlees (jaarlijkse afname van 0,5 tot 1,0% van het graanverbruik). Opmerkelijk is dat voor de productie van 1 kilogram biologisch vlees 2 maal zoveel graan benodigd is dan bij de productie van 1 kilogram “traditioneel vlees”. Wereldmarkt Ondanks de wereldwijde recessie verwacht FAO een toename van de consumptie van vlees. Uiteraard is van belang in welk tempo de recessie zich zal gaan herstellen maar voor 2009 verwacht FAO, ondanks de recessie, een stijging van de totale vleesconsumptie met 1,08%.
Azië Afrika Centaal Amerika Zuid Amerika Noord Amerika Europa Australië totaal
Wereldvleesconsumpties in 1.000 ton (bron FAO) 2008 2009 121.446 123.808 14.581 14.821 9.988 10.240 28.390 28.854 41.727 41.147 58.066 58.319 3.552 3.562 277.750 280.751
verschil in % 1,94% 1,65% 2,52% 1,63% -1,39% 0,44% 0,28% 1,08%
De toename van de consumptie vindt voornamelijk plaats in de landen waarvoor een redelijke economische groei verwacht wordt zoals China en India terwijl de vleesconsumptie in de Verenigde Staten afneemt.
In onderstaande tabel staan de producerende regio’s in de wereld per vleessoort vermeld. Vleesproductie in de wereld in 1.000 ton (bron FAO) Azië Afrika Centaal Amerika Zuid Amerika Noord Amerika Europa Australië totaal
rundvlees
%
15.799 4.778 2.298 14.848 13.442 11.216 2.750 63.131
24.3 7.3 3.5 22.8 20.6 17.2 4.2
varkensvlees
%
54.228 843 1.513 4.931 12.450 26.367 497 100.829
53.8
schapenvlees
%
pluimveevlees
%
8.810 2.152 122 352 118 1.418 1.171 14.143
62.3
32.640 3.831 4.038 14.835 21.236 14.675 1.038 92.293
35.4
0.8 1.5 4.9 12.3 26.2 0.5
15.2 0.9 2.5 0.8 10.0 8.3
4.2 4.4 16.1 23.0 15.9
Mede door de groei van de wereldbevolking met 170.000 tot 200.000 inwoners per dag de komende jaren en de (geringe) economische groei, blijft de vraag naar vleesproducten en ook naar graan voor verwerking tot veevoeder, de komende jaren toenemen. Productie van bio-ethanol Europese markt In vergelijking tot bijvoorbeeld de veevoedersector wordt er relatief weinig graan verwerkt tot biobrandstoffen in de Europese Unie. De Commissie gaat in de graanbalans voor 2008 uit van 6,2 miljoen ton graan ofwel 2,3% van het totale EU graanverbruik. Daarnaast ontstaat als restproduct bij de productie van bio-ethanol, veelal een hoogwaardige veevoedergrondstof zodat er ongeveer 2 miljoen ton veevoedergrondstof beschikbaar komt. Het totale bio-ethanol verbruik voor de EU in 2008 wordt geraamd op 3 miljard liter waarvan de ruim 30% wordt ingevoerd vanuit “derde landen”, voornamelijk Brazilië. Bij invoer van bio-ethanol, met een alcoholpercentage van 80% of meer, is een invoerrecht verschuldigd van € 19,20 per hectoliter. De beschikbare productiecapaciteit is aanzienlijk hoger (ruim 4 miljard liter) maar door de relatief hoge graanprijzen in 2008 werd die capaciteit niet volledig benut. Productiecapaciteit bio-ethanol in de Europese Unie in miljoenen liters (bron E-bio) 2008 2009 België Frankrijk Duitsland Spanje overige lidstaten totaal
0 1.385 1.036 553 1.084 4.058
482 1.545 1.454 553 2.084 6.118
Het merendeel van de Europese bio-ethanol productie vindt plaats op basis van graan (53%) en suiker (27%). Het resterende deel wordt geproduceerd op basis van organisch restmateriaal of op basis van (wijn)alcohol dat d.m.v. een tendersysteem beschikbaar wordt gesteld door de EU (oude Franse, Spaanse en Italiaanse wijnvoorraden).
1.1
Uitgaande van de door de Europese Commissie gehanteerde omrekeningfactoren, t.w. • 290 liter bio-ethanol uit 1.000 kg graan; • 90 liter bio-ethanol uit 1.000 kg suikerbieten; komt de productiecapaciteit in 2009 o.b.v. genoemde percentages overeen met: • 9,5 miljoen ton graan en • 18,3 miljoen ton suikerbieten. Door het niet langer beschikbaar zijn van de oude wijnvoorraden, mag verwacht worden dat er in de toekomst meer suiker en graan zal worden verwerkt tot bio-ethanol. Ondanks succesvolle proeven met de z.g. 2de generatie biobrandstoffen op laboratoriumschaal, lijkt een commerciële productie op grote schaal, vooralsnog niet realistisch. In België en Frankrijk wordt de productie/afzet gestimuleerd door een bijmengingverplichting waarbij locaal geproduceerd bio-ethanol een accijnsvoordeel geniet ten opzichte van bio-ethanol dat is geproduceerd in andere EU lidstaten of dat wordt ingevoerd vanuit “derde landen”. De productie van bio-ethanol in Nederland is beperkt ondanks het gegeven dat Nederland (Rotterdam) de grootste verwerker/importeur is van ethanol in de Europese Unie waarbij veel bio-ethanol wordt bijgemengd aan benzine die bestemd is voor de Duitse markt. Mogelijk zal het Spaanse bedrijf Abangoa Bioenergy binnenkort in Rotterdam starten met de productie van bio-ethanol op basis van tarwe. De geschatte productiecapaciteit bedraagt 480.000 hectoliter zodat, bij een maximale benutting van de productiecapaciteit, bijna 1,4 miljoen ton tarwe zal worden verwerkt. Ondanks de economische crisis en de lage olieprijs wordt er meer biobrandstof toegevoegd aan de fossiele brandstoffen hetgeen in lijn is met de oude Europese richtlijn 2003/30/EC (streven is een toevoeging 5,75% biobrandstoffen in 2010). Onzekere factor voor investeerders in bio-ethanol productielocaties in de EU blijft de politieke onduidelijkheid over het te voeren beleid (geen voedsel voor energie, beperkte impact voor de CO2 reductie etc.) Daarnaast neemt de invoer van ethanol, ondanks een invoerheffing van € 19,20 per hectoliter, de laatste jaren alleen maar toe. Een verdere verlaging van de invoerrechten als gevolg van WTO onderhandelingen is niet uitgesloten. Wereldmarkt In een groot aantal landen is de productie van bio-ethanol de laatste jaren fors toegenomen ondanks rapporten van o.a. de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) waarin vermeld wordt dat commerciële productie van bio-ethanol niet mogelijk is met de huidige graan-, suiker- en olieprijzen. Voornaamste (politieke) redenen om toch door te gaan met de productie van biobrandstoffen is veelal de (vermeende) reductie van de CO2 uitstoot en beperking van de afhankelijkheid van de invoer van energie.
Productie van bio-ethanol in de wereld in miljoenen liters (bron F.O. Licht) 2000 2006 2007 2008
Europese Unie Rest Europa Afrika N&C Amerika Zuid Amerika Azië Australië (e.o) totaal
2.459 1.172 485 8.307 11.128 5.836 177 29.564
3.415 1.239 631 20.668 18.597 6.622 172 51.344
3.600 1.257 677 27.227 23.393 7.771 202 64.127
4.523 1.334 715 35.397 27.028 7.828 271 77.096
verschil 07/08 25,6% 6,1% 5,6% 30,0% 15,5% 0,7% 34,4% 25,6%
De groei in Noord/Centraal Amerika is het gevolg van de forse uitbreiding van de productie van bio-ethanol in de Verenigde Staten (95% van de regio) op basis van maïs. In Zuid Amerika is Brazilië (basis suikerriet) de grootste producent met een aandeel van 96% van de totale bio-ethanol productie in die regio. Ondanks de relatief lage olieprijzen en de economische recessie mag verwacht worden dat de komende jaren de productie van bio-ethanol zal toenemen.
Bijlage 2: Vergaderingen van het Permanent Comité en de EG-Commissiewerkgroepen in de rapportageperiode (15 mei 2009 tot en met 25 augustus 2009) Verslagen van de bijeenkomsten van het Permanent Comité (PCVD) en EG-Commissiewerkgroepen (CWG) zijn op te vragen bij het HPA afdeling Voedsel en Voeding. (Tel: 070-3708325 of
[email protected]). Meer informatie is verkrijgbaar bij de betreffende contactpersoon. Vergadering Brussel Permanent Comité Sectie Algemene Levensmiddelenwetgeving
Datum 22 juni 2009 15 juli 2009
Onderwerpen - Voorstel tot afwijzing voor een proboticaclaim: Lactobacillus plantarum vanwege onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor het geclaimde effect. - Toewijzing van de gezondheidsclaim voor kinderen voor αlinoleenzuur. Afwijzing van 4 gezondheidsclaims voor kinderen. - Notificatie van Malta inzake oorsprongsetikettering van verpakte vleesproducten. Lidstaten zijn van mening dat het geen onderwerp is voor nationale wetgeving, maar dit geregeld moet worden op EUniveau. - Autorisatie van gezondheidsclaim over effect van in water oplosbaar tomatenconcentraat op stolling van bloedplaatjes. - Vermelding van land van herkomst op zuivelproducten. - Wijziging van Richtlijn 2001/112/EG inzake voor menselijk voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten. Er is ingestemd met het voorstel. - Wijziging van bijlage van 1924/2006 met vijf aanvullende voedingsclaims m.b.t. vetzuren. Er is niet gestemd. - Lijsten met vitaminen en mineralen en hun verschijningsvormen die worden toegevoegd aan voedingsmiddelen en voedingssupplementen. Er is ingestemd met de vernieuwde bijlagen. - Verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van (1) micro-alg Schizochytrium sp., (2) micro-alg Ulkenia, (3) Antarctic Krill Euphausia superba, (4) extract van Luzerne (Medicago sativa) en (5) Chiazaad als novel food. Er is ingestemd met alle vijf voorstellen.
Additieven
19 mei 2009 9 juni 2009
-
Het categorisatiesysteem voor levensmiddelen besproken. Additieven zullen in de toekomst per categorie levensmiddelen worden toegelaten.
Contactpersoon Christine Rommens 070-3708502
[email protected]
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Vergadering Brussel
Datum
Onderwerpen - nieuwe gebruiksvoorwaarden voor additieven die nog in Richtlijn 95/2 moeten worden opgenomen - Kleurende levensmiddelen - Bacteriofagen
Contactpersoon
Etikettering
-
Er hebben in de verslagperiode geen vergaderingen van de CWG plaatsgevonden.
Voedingswaardeetikettering
-
Er hebben in de verslagperiode geen vergaderingen van de CWG plaatsgevonden.
Erika Smale 070-3708324
[email protected] Erika Smale 070-3708324
[email protected] Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Novel Foods
29 mei 2009
-
De stand van zaken m.b.t. lopende aanvragen, Novel Food catalogus Risico management van levensmiddelen met phytosterolen/ phytostanolen Significante humane consumptie voor 15 mei 1997
Voedings- en gezondheidsclaims
20 mei 2009 6 juli 2009 17 juli 2009
-
aanpak beoordeling generieke claims. voorstellen voedingsclaims voorstellen voor toelating en afwijzing van gezondheidsclaims
Erika Smale 070-3708324
[email protected]
-
Er hebben in de verslagperiode geen vergaderingen van de CWG plaatsgevonden.
-
Conceptbeschikking tot toelating van gg-maïs 591227xNK603 Conceptbeschikking tot toelating van gg-maïs MON 89034 Conceptbeschikking tot toelating van gg-maïs MON 88017 EFSA opinies over MON 88017 maïs en GHB 614 katoen Geplande evaluatie van Verordening (EG) Nr. 1829/2003 Stand van zaken WTO-geschil EU, VS, Canada en Argentinië Problematiek omtrent sporen van (nog) niet toegelaten ggo’s Resultaten FVO-missie naar China m.b.t. uitvoering noodmaatregelen 2008/289/EC Conceptverordening met betrekking tot de implementatieregels voor de vergunningsaanvraag voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders
Erika Smale 070-3708324
[email protected] Paulien van de Graaff 070-3708341
[email protected]
Bijzondere voeding
Genetisch gemodificeerde organismen
29-30 juni 2009 22 juli 2009
-
Vergadering Brussel Landbouwcontaminanten
Datum 8 juni 2009 15 juli 2009
Onderwerpen - Verhoging van de limiet voor zearalenone in zemelen en ontbijtgranen. - Een limiet voor ochratoxine A in paprikapoeder. - Nieuwe controlefrequentis voor producten uit derde landen die relatief vaak besmet zijn met aflatoxinen. - Limieten voor aflatoxinen in bepaalde noten zijn aangepast aan de Codexlimieten. - Voorgesteld wordt om de verplichting tot 100% controle van de partijen zonnebloemolie uit de Oekraïne op minerale olie, te vervangen door een at random controle. - een controlesysteem voor het aanwezig zijn van minerale oliën in plantaardige oliën. - Cadmium naar aanleiding van de verlaging van de TWI van de EFSA - Een nieuwe maat voor het gehalte aan PAK’s in levensmiddelen - Het gehalte acrylamide in levensmiddelen ging de afgelopen jaren niet omlaag.
Contactpersoon Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Persistente organische contaminanten
29 juni 2009
Milieucontaminanten
15 juni 2009
Permanent comité Sectie Toxicologie
19 juni 2009
-
Bisphenol A in babyflessen, Een tijdelijke verhoging van de limiet voor zearalenone in ontbijtgranen - Wijziging van de beschikking voor melamine in zuivelproducten uit China.
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Hygiëne
25 mei 2009 2 juli 2009
-
Overgangsmaatregelen die de Commissie wil nemen in afwachting van de bespreking van het rapport over de ervaringen met de hygiëneverordeningen Moeten ingevoerde samengestelde levensmiddelen afkomstig moeten zijn van erkende bedrijven in het derde land.
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Impact assessment over de a.s. nultolerantie voor Salmonella in pluimveevlees Baselinestudie voor L. monocytogenes in zachte kazen, gerookte vis en gesneden vleeswaren.
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
-
Microbiologische criteria
18 mei 2009 17 juni 2009
-
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Gerrit Koornneef 070-3708323
[email protected]
Vergadering Brussel Biologische Productie en Permanent Comité voor Biologische Landbouw.
Datum 29 en 30 juni 2009
Onderwerpen - Goedkeuring verordening voor biologische aquacultuur en zeewier. - Op te richten Expert Group Biologische Landbouw, - Biologische wijn, - Leghennen
Contactpersoon Frank Gort 070-3708205
[email protected]
Bijlage 3: Brief d.d. 30 juni 2009 aan de minister van LNV inzake ggo’s