Budgetneutraal energie slurpende zwembaden opwaarderen
14
Groen zwemmen Zwembaden zijn duur, en in deze tijd van bezuiniging laten sommige gemeenten de bassins in hun zwembad voorgoed leeglopen. Eén op de zestien openbare zwembaden staat op de nominatie voor sluiting. Deze schatting van het Nationaal Platform Zwembaden (NPZ) is alarmerend. Hoe kan het zwembad toch in leven blijven? Zuiniger energieverbruik staat hoog op lijstjes. Dat is geen kwestie van een raampje open of dicht. Het betekent: investeren. Maar hoe die investering te betalen? Negen gemeentelijke zwembaden in Rotterdam krijgen een impuls voor een nieuw leven, dankzij een contract waaraan ook de BNG meedoet. Hoe bezuiniging en energiebesparing hand in hand gaan. Negen zwembaden zijn de eerste Rotterdamse Groene Gebouwen
Fotografie: Marieke Viergever
Het Onderhouds- en Energie Presta tie Contract voor negen zwembaden is het eerste in het programma Rotterdamse Groene Gebouwen waarbij Rotterdams vastgoed verduur zaamd wordt. Het past in de doelstel lingen van het Rotterdam Climate Initiative: de CO2-uitstoot van de stad in 2025 terugbrengen tot de helft van wat in 1990 werd gemeten, 100 procent klimaatbestendigheid en het versterken van de Rotterdamse economie. Zes kenmerken van het programma Rotterdamse Groene Gebouwen zijn: • gegarandeerde energiebesparing (in PPS-contract ligt reductie vast); • budgetneutraal (opdrachtnemer financiert investering; geen extra gemeentelijk investeringsbudget); • gezonder voor de gebruiker (tempe ratuur, water, lucht); • flexibel contract (afspraken wijzigen mogelijk); • k waliteit vastgoed verbetert (inves tering in materaal en installaties, meet- en regeltechniek, prikkel tot creativiteit); • professionalisering van de gemeen telijke vastgoedorganisatie (gemeente houdt regie, maar onderhoud en beheer van gebou wen wordt door de private partij overgenomen).
Agnes Koerts Journalist en adviseur Overal in Nederland zoeken gemeenten en andere zwembadeigenaren naar minder stookkosten, minder chloor in het zwem water, betere ventilatie, behoud van temperatuur in zwembaden. De pot onderhoudskosten wordt binnenstebuiten gekeerd voor een nieuwe pompinstallatie of een nieuw filter. In de hoop dat het bad zuiniger draait met die vaak minimale aanpak. En water- en luchtkwaliteit voor de zwemmers verbetert. Het kan ook anders. Negen zwembaden in de gemeente Rotterdam gaan profiteren van een fors, voor Nederland uniek, inves teringsplan, neergelegd in een specifiek op energiebezuiniging gericht contract. Tien jaar lang gaat een private partij gemeente lijke zwembaden verduurzamen en onder houden. Deze partij regelt financiering van de energiebesparende maatregelen en garandeert jaarlijkse besparingen op de energiekosten. Uit die besparing betaalt de gemeente Rotterdam tien jaar lang rente en aflossing op de investering. Na de afgesproken tien jaar is de terugverdientijd om. Dan gaat Rotterdam profiteren van de nieuwe pom pen en andere voorzieningen. Partners in het contract van 3 miljoen euro zijn aan de publieke kant de gemeente Rotterdam en aan de private kant een combinatie van Strukton met Hellebrekers Technieken. De Bank Nederlandse Gemeenten verschaft het vreemd vermogen.
‘Na de lonen zijn de energiekosten de grootste post aan de kostenkant van een zwembadbegroting’, zegt een ervaren zwembaddirecteur. Het is Marcel van Dongen, directeur van het Sportbedrijf Lelystad. Van Dongen leidt het verzelf standigd bedrijf, waarvan de gemeente Lelystad 100 procent van de aandelen bezit. Het omvat verschillende baden, squash- en tennisbanen, een sporthal en een klimmuur.
Energie van de aardappels
Van Dongen ziet dat in 2013 de nu vrij gunstige energieleveringscontracten van zijn zwembaden en sporthallen aflopen: ‘Waar we in totaal per jaar nu 400.000 euro uitgeven aan energie, gaat dat in 2013 met 80.000 euro omhoog. We kijken om ons heen, hoe we het hoofd kunnen bie den aan die enorme extra kostenpost. Wij kunnen met lokale partners samenwerken en van elkaar profiteren. Dat heeft Advies bureau Ekwadraat uit Leeuwarden voor ons uitgezocht. Zij zetten op een rijtje wat er allemaal kan: Profiteren van de biogasinstallatie die op vijf kilometer afstand van hier wordt gebouwd door de Universiteit Wageningen. Aanhaken bij onze buurman McCain, de aardappelverwerkende fabriek. Zonnepanelen op ons dak. Een hout gestookte centrale. Mooi zou zijn als wij zelf energie zouden kunnen winnen. Dat we niet afhankelijk zijn van inkoop bij anderen.’
B&G NOVEMBER/DECEMBER 2011
15
Groen zwemmen Goed personeel
Wat er gebeurt in de Rotterdamse zwembaden. Rotterdam besteedt het hele beheer en onderhoud van de installaties in de zwembaden uit. Nieuwe materialen en installaties worden ingevlogen, professionele meet- en regeltechnici gaan aan de knoppen staan. In drie baden wordt de elektriciteit lokaal opgewekt, zegt het plan. Gunning vond plaats na een Europese aanbesteding in een concurrentiegerichte dialoog. Dit is het idee: sneller oplossing van storingen, goed en deskundig onderhoud van installaties, een optimaal zwem- en werkklimaat. Passend bij elk gebouw worden energiebesparende maatregelen genomen. Op het lijstje staat bijvoorbeeld: eco-verlichting, warmtekrachtkoppeling, optimaliseren ketels, aanwezigheidsdetectie, afdekken van bassins, toepassen van gebouwbeheersystemen en automatisch legionallabeheer. De zwemmer krijgt meer comfort omdat watertemperatuur, binnenklimaat en waterkwaliteit verbetert. Om het chloorgehalte te verminderen, wordt een UVC-reactor geïnstalleerd. Daardoor kan het water schoon blijven met minder chemicaliën. Ook hoeft het minder vaak te worden ververst: dat betekent water- en energiebesparing (zie rubriek Duurzaam op www.strukton.nl). Naar schatting wordt over tien jaar 34 procent aan energiekosten bespaard (3,4 miljoen euro). Er ontstaat een vermindering van CO2uitstoot gelijk aan de uitstoot van vijfhonderd woningen per jaar. De onderhoudskosten voor de zwembaden zullen 15 procent zakken in tien jaar (1,1 miljoen euro). Er wordt 2,2 miljoen euro aan nieuwe hardware-investeringen verwacht.
16
Navraag bij het Nationaal Platform Zwem baden leert dat “duurzaam” en “energie” een hoofdonderwerp is voor veel zwem baden. De provincie Gelderland hield vorig jaar al haar rond de honderd openbaar toegankelijke binnen- en buitenbaden tegen het licht. Uit dat onderzoek wordt zichtbaar wat de energieslurpers zijn. Van het totale aardgasverbruik vergt opwar ming van het zwemwater 6 procent, opwarming van het douchewater 9 procent, ventilatie, warmteverlies en verdamping zijn samen goed voor de resterende 85 procent. Grote elektriciteitsverbruikers zijn de pompen (50 procent) en de verlich ting (15 à 20 procent). Wie het totale ener gieverbruik bekijkt, ziet dat de helft toe vloeit naar de luchtventilatie. Opvallend is het advies bovenaan de Gelderse lijst: goed geïnstrueerd en geïnteresseerd per soneel scheelt enorm in de energiekosten. Nog nergens is de budgetneutrale slag gemaakt die Rotterdam nu gaat vertonen. Overal wordt gedacht aan het benutten van de huidige systemen van onderhouds budgetten. En dat wordt in de financiële crisis voor veel gemeenten een probleem.
De bedrijfsleider
Ernst Jan Klein, bedrijfsleider sportcentrum de Wilgenring in het Rotterdamse Hillegersberg-Schiebroek: ‘Afdekzeilen over de baden, warmtekrachtkoppeling, nieuwe regeltechniek, verlichting aanpas sen en vernieuwen, energiezuinige douche koppen… al die nieuwe installaties zijn bij ons in de herfstvakantie geplaatst. We zijn een week dicht geweest. In de weken erna begon het finetunen, zodat vanaf 1 januari 2012 de verbeterde energieprestatie kan ingaan. Dan moet het bewijs worden gele verd dat we in de negen Rotterdamse baden over tien jaar 34 procent minder kwijt zijn aan energie.’ Klein is enthousiast over de inzet van de technici van Strukton en Hellebrekers die sinds de lancering van het project, in april, bijna elke dag bij hem over de vloer kwa men. Zelf loopt hij al vanaf 2009 mee in de voorbereidingen. Erin getrokken omdat hij op zijn vorige post bij de gemeentelijke dienst Sport en Recreatie, bedrijfsleider zwembad IJsselmonde, druk op zoek was naar een lagere energierekening voor dat relatief nieuwe bad uit 2007. Hij nam namens de collega’s plaats in de werkgroep Techniek van het ‘Groene zwembaden’project.
Het energiebudget van de Wilgenring beloopt nu 180.000 euro per jaar. Het complex omvat een wedstrijdbad van 25 bij 12,5 meter en 3,70 meter diep, plus een recreatiebad, instructiebad, squashhal en nog enkele ruimten. De sporthal is dertig jaar oud, het bad vijftien jaar. Beloofde kostenbesparing voor De Wilgenring: 22 procent op elektra (kWh), 70 procent op lokale opwekking elektra (kWh) en 30 procent besparing op gas (m3).
Onderhoud en techniek hand in hand. ‘Uit alle onderzoeken bleek al gauw dat je er niet bent met technische maatregelen alleen’, zegt Klein. ‘Onderhoud en techniek zijn onlosmakelijk verbonden, zeker als een private partij wordt afgerekend op de resultaten van zijn werk. Als je bezuinigen wilt, komt al gauw het onderhoud in zicht, en gelukkig is dat meegenomen in het contract. Namens de collega’s pleitte ik ervoor ons te ontzorgen van zowel het hele reilen en zeilen van de energie als het onderhoud van installaties en voorzienin gen. Daaronder valt veel, bijvoorbeeld de verlichting, maar ook een kapot toilet: dat kan allemaal het water- en energieverbruik beïnvloeden. Schoonmaak en hygiëne blijven we zelf doen, maar wel met advies van de mensen van Strukton en Hellebre kers. Alles telt voor hen mee om de beloofde prestatie te halen.’ Is er gezocht naar mogelijkheden om niet via de in Rotterdam centraal geregelde energie-inkoop bij Green Choice te werken, maar met eigen opwekking? Klein: ‘Helaas niet. Investeringen voor een private partij daarin zijn te hoog om in tien jaar terug te verdienen. Dat lukt niet in zo korte tijd. Besef wel: Rotterdam is de eerste gemeen te in Nederland die een dergelijk verreikend prestatiecontract is aangegaan.’
De bestuurder
Jan Cees van Duin, voorzitter deelgemeen te Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek is één van de bestuurders in een Nederland se gemeente die elk jaar in de begroting de exploitatiekosten van het zwembad voorgeschoteld krijgt. ‘Wij zijn hartstikke content met dit energie-aanbestedings contract’, zegt de VVD-bestuurder. ‘Het is een win-win-situatie, waar je als overheid voordelig uitkomt.’ De deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek
zoekt op alle terreinen naar meer duur zaamheid. Het contract voor de Wilgen ring past bij het stimuleren van duurzaam ondernemen, wat reikt van prijzen voor duurzaam werkende ondernemers in de wijk tot en met de bewuste aankleding van het deelgemeentekantoor.
Energieprijs staat tien jaar vast. Van Duin: ‘Het energieverbruik van het sportcentrum gaat omlaag. Daarbij betalen we tien jaar lang een vaste prijs voor ener gieverbruik, geen schommelingen daarin betekent dat we weten waar we aan toe zijn. Het tweede voordeel zit in het grote maatschappelijk rendement, het beloofde lagere energieverbruik en dus de duur zaamheid.’ Voor collega-bestuurders in andere (deel) gemeenten met een zwembad die zoeken naar betere exploitatiemodellen die passen bij deze tijd, zegt hij: ‘Duurzaam gebruik tegen een continue prijs voor een aantal jaren is voldoende. Wij zeggen: bij het introduceren van zonnepanelen op de daken en duurzamer kantoor- of sporthal inrichting moet je er niet op hoeven toe leggen. Verder gaan we niet. Een bezuini gingsmaatregel is duurzaam werken niet. Het is een verkeerd spoor als je zoekt naar duurzaamheid om financieel voordeel te behalen.’
De initiatiefnemer
Toen het idee van een Programma Rotter damse Groene Gebouwen werd geboren,
werkte Lex Keijser bij het Rotterdam Climate Initiative. Het Rotterdamse kli maatprogramma, gelieerd aan het Clinton Climate Initiative en met Ruud Lubbers als boegbeeld, wil de CO2-uitstoot van de stad in 2025 met 50 procent reduceren ten opzichte van 1990. Het streeft 100 procent klimaatbestendigheid na en het versterken van de Rotterdamse economie. Keijser: ‘In gesprekken met het Ontwikke lingsbedrijf Rotterdam, dat intussen na fusies nu Stadsontwikkeling heet, zochten we naar een aanpak voor het groener maken van het gemeentelijk vastgoed. Er zijn wel tweeduizend objecten die voor vergroening in aanmerking komen. Daar zeiden we: laten we beginnen met de zwembaden, dat zijn grote energieslur pers. De Vastgoedafdeling van Stads ontwikkeling treedt op als eigenaar van de zwembaden, die is dus verantwoordelijk voor het onderhoud. De deelgemeenten dragen de energielasten. Het beheer valt onder de afdeling Sport en Recreatie. Die kijkt vooral naar: hoe kunnen we de burgers tegemoetkomen met grotere kwaliteit en meer comfort. Er zijn dus bij de gemeente veel partijen betrokken.’
Private partij: innovaties zoeken en uitvoeren. Het was 2009, adviesbureau Deloitte werd ingeschakeld om voor Rotterdam mee te denken over de haalbaarheid van een PPS-constructie. Er moest een private partij worden gevonden die voor negen zwembaden een zo innovatief mogelijke
B&G NOVEMBER/DECEMBER 2011
17
Groen zwemmen combinatie van maatregelen zou bedenken en kunnen uitvoeren. Na een open inschrijving traden elf partijen aan, die zichzelf geschikt achtten. Opdrachtgever Rotterdam koos er drie uit voor verder gesprek: ten eerste een combinatie van Strukton met Hellebrekers Techniek (ESCo); ten tweede Honeywell Building Solutions en ten derde UDV Energie (Dura Vermeer Infra plus Unica Installatiegroep). In april 2011 kon het persbericht de deur uit: er was een contract gesloten, waarbij ook de Bank Nederlandse Gemeenten partij was. ESCo (Energy Service Company) - de samenwerking tussen Strukton en Hellebrekers - was geselecteerd om de
komende tien jaar (2011-2021) negen gemeentelijke zwembaden te verduurza men en te onderhouden. Dit is neergelegd in een Onderhouds- en Energie Prestatie Contract (OEPC). ESCo regelt financiering van energiebesparende maatregelen en garandeert jaarlijkse besparingen op de energiekosten. De gemeente betaalt ESCo op basis van daad werkelijk gerealiseerde prestaties voor energiebesparing, kwaliteit van onderhoud en beheer en het comfort in de zwembaden.
De financier
Pieter Oppermann, manager Infrastruc tuur en PPS bij de BNG legt uit wat de rol
van de BNG is in het contract met de Energy Service Company. ‘De BNG werd gevraagd aansluitende financiering te leveren voor de investeringen in energie besparende maatregelen, toen de gemeen te Rotterdam en Strukton zo goed als uitonderhandeld waren over hun Onder houds- en Energie Prestatie Contract, ofwel OEPC. De uitdaging was om een financieringsovereenkomst op te stellen die enerzijds aansluit op dat contract en anderzijds de projectrisico’s vermindert.’ ‘Er werden nogal wat maatwerkoplossin gen verwacht. Gebruikelijke vormen van zekerheid, zoals een hypothecaire zeker heid, konden niet ten gunste van de BNG worden afgegeven. En de bank ontleent niet genoeg zekerheid aan verpanding van nieuwe pompen, een afdekzeil over een bassin, isolatie in ruimtes en dergelijke zaken. Na intensieve samenwerking is een structuur tot stand gekomen, inclusief een passend zekerhedenpakket, die acceptabel is voor alle partijen.’
Prikkel houdt marktpartij scherp. De projectgrootte is relatief klein, de transactiekosten in verhouding tot de opbrengsten zijn hoog. Maar het lijkt de moeite en de kosten waard te zijn. ‘De business case is sluitend en de gemeente wordt in haar behoefte voorzien’. De BNG, aldus Oppermann, hoopt in de nabije toekomst meer van dergelijke duurzame contracten te sluiten. Rotterdam wil bij voorbeeld alle gemeentelijke gebouwen duurzamer maken. Andere gemeenten tonen interesse. Oppermann: ‘Normaal ligt het risico bij de opdrachtgever. Maar hier ligt het bij de opdrachtnemer. Als de ESco bijvoorbeeld heeft beloofd: de kosten lopen terug met 20 procent, en het blijkt maar 10 procent te zijn, dan bloedt die partij. Andersom: als het meer is dan 20 procent, dan kan zij die winst inboeken. Dit is de prikkel die de marktpartijen scherp houdt.’
18