BSO De Pretletters Bergen
Inleiding Welkom bij BSO De Pretletters. De Pretletters biedt buitenschoolse opvang aan kinderen aan die de Willem-Alexanderschool te Bergen bezoeken, in de leeftijd van 4 jaar tot en met het moment dat ze de basisschool verlaten. Dit pedagogisch beleidsplan vormt het fundament van BSO De Pretletters, van waaruit de pedagogisch medewerkers (PW-ers) handelen en de kinderen van de BSO begeleiden. Een pedagogisch beleid is een richtlijn, een houvast. Het is een middel voor ouders om ons te toetsen. Ouders ( bv de oudercommissie), maar ook de kinderen die naar de BSO komen, kunnen ons houden aan wat er in het beleid staat. Zij kunnen met ons overleggen en adviseren om het beleid aan te passen of te wijzigen. Het pedagogisch beleid blijft daarom ook aan een proces van vernieuwing en ontwikkeling onderhevig. De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan levert uiteindelijk een goed pedagogisch klimaat op. Het pedagogisch beleidsplan geeft ons ook een gezicht, een identiteit waar wij voor willen staan en waarmee we ons willen onderscheiden en waar ouders en kinderen zich mogelijk in herkennen. Het pedagogisch beleid is gebaseerd op onze missie en visie en vertaald naar de drie uitgangspunten die vermeld staan in de Wet Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang: - Het bieden van (emotionele) veiligheid - Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties. - De overdracht van normen en waarden, en cultuur. Op deze punten wordt de BSO ook getoetst door de GGD in opdracht van de gemeente. De pedagogische uitgangspunten hebben we uitgewerkt in 5 pedagogische middelen: a. Leiding-kind a. Binnen-buitenruimte b. De groep c. Activiteiten en (spel-)materialen d. Dagritme/structuur De uitgangspunten en middelen staan met elkaar in verband en de een is vaak niet los te zien van het andere. Dat is de reden waarom u in het pedagogisch beleidsplan herhalingen kunt tegenkomen. We wensen u veel leesplezier en zien graag eventuele opmerkingen en/of reacties tegemoet.
Team BSO De Pretletters, 2013
Missie en Visie BSO De Pretletters is verbonden aan de Willem-Alexanderschool te Bergen. Er is gekozen voor een eigen BSO die in visie, missie en identiteit aansluit bij die van de Willem-Alexanderschool: De Willem-Alexanderschool haalt het maximale uit je! De Willem-Alexanderschool inspireert jou te worden wie je kunt zijn. Deze missie wordt gevormd door het uitgangspunt dat elke kind diverse mogelijkheden, karaktereigenschappen en talenten heeft. Van creatief tot sportief, introvert tot extravert, van denker tot doener van sociaal naar individualist. De kinderen leren vanaf het eerste moment respect te hebben voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Bovendien gaan wij uit van de kracht van én in ieder kind. Vanuit de visie van De Willem-Alexanderschool is er een vertaalslag gemaakt op het niveau van de buitenschoolse opvang. BSO De Pretletters laat jou zijn wie je bent! BSO De Pretletters stimuleert en inspireert jouw ontwikkeling na school.
Wij vinden het belangrijk een sfeer te scheppen, waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen. Ieder kind heeft recht op ruimte om zich optimaal te ontwikkelen in een omgeving waarin het zich thuis voelt. Ontwikkelen houdt niet op na schooltijd. Dat is de inzet van de BSO, ontwikkelen op een speelse manier waarbij het kind niet het gevoel heeft dat het in de schoolbanken
zit. Het kind leert en ontwikkelt zich spelenderwijs en naar eigen behoefte waarbij we proberen om die behoefte te stimuleren en uit te dagen. We doen dit door het aanbieden van activiteiten, het houden van (groeps-) gesprekken tijdens de thee- en frispauzes en het bieden van individuele aandacht. Wij sluiten aan bij de belevingswereld van een kind, de nieuwsgierigheid en leergierigheid, en de mogelijkheden en behoeften van het kind. We nemen de kinderen serieus en spreken het kind aan op het gedrag. Een kind krijgt waardering en aanmoediging en wordt gestimuleerd om zelfstandig zijn mogelijkheden te ontdekken en moeilijkheden te overwinnen. We proberen nieuwsgierigheid te stimuleren en kinderen zelf te laten ontdekken en oplossingen te verzinnen. We stimuleren oog te hebben voor de (sociale) context waarin het zich bevindt en hoe zich daarmee te verhouden. De Pretletters doet ons denken aan vrijheid, ongedwongenheid, plezier, er mogen zijn zoals je bent. Dat is hetgeen we willen uitstralen met BSO De Pretletters. In de benadering van de kinderen vinden we het belangrijk om oprechte aandacht te schenken aan een kind. We luisteren en kijken naar het handelen van een kind en sluiten aan bij de belevingswereld van een kind, om daarop onze activiteiten af te stemmen. Belangrijk daarin is om de kinderen een rol te geven in het vormgeven van de activiteiten. Dat doen we door met hen te bedenken hoe een activiteit er uit zou moeten zien en wat daarvoor nodig is. Daarnaast laten we de kinderen kennis maken met activiteiten die ze mogelijk (nog) niet kennen en dagen hen uit door deze uit te proberen en te onderzoeken.
De drie pedagogische uitgangspunten. Hieronder beschrijven wij de drie pedagogische uitgangspunten en op welke wijze wij de pedagogische middelen hierbij inzetten.
1. Het bieden van (emotionele) veiligheid Wanneer een kind zich veilig voelt in alle aspecten, kan het ontspannen en zichzelf zijn. Veiligheid draagt dus bij aan het welbevinden van kinderen en aan het realiseren van de andere pedagogische uitgangspunten. Wij vinden het belangrijk dat veiligheid wordt geboden middels de zorg voor een goede sfeer, de zorg voor lichamelijke - en geestelijke gezondheid en de zorg voor een veilige omgeving. Deze pijlers kunnen worden vertaald in zichtbaar gedrag, inrichting, voorzieningen en genomen veiligheidsmaatregelen. Leiding-kind De kinderen worden opgevangen door gekwalificeerde pedagogisch medewerkers volgens de Wet Kinderopvang. Dit zijn zgn. combinatiemedewerkers die zowel in de opvang werkzaam zijn, maar ook de functie van onderwijsassistent mogen uitoefenen. Er zijn twee vaste BSO-medewerkers die in de naschoolse opvang werken. Deze worden aangevuld met stagiaires. Ook de stagiaires voldoen aan de wettelijke minimumeisen vanuit de Wet Kinderopvang. De groepsleiding spreekt de kinderen aan bij de voornaam. De kinderen spreken de leidsters aan met juf……. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen en groepsleiding plezier hebben met elkaar en respect hebben voor elkaar. Op basis van het bovenstaande heeft de groepsleiding samen met de kinderen een aantal afspraken gemaakt rondom de omgang met elkaar en de omgeving. Deze afspraken zijn te vinden op een poster aan de muur. Belangrijke afspraken t.a.v. de omgang met elkaar zijn: We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. We zijn allemaal gelijk. We laten elkaar uitpraten. We respecteren elkaar in wie we zijn en wat we doen. Daarnaast nemen we ook de maandregel mee die iedere maand op de Willem-Alexanderschool wordt uitgedragen. Deze is ook te vinden op een poster aan de wand. De groepsleiding staat open voor de gevoelens, houding en motivatie van de kinderen en houdt rekening met andermans normen en waarden. De groepsleiding luistert, troost, bevestigt, verzorgt, legt uit en moedigt de kinderen aan. Tijdens het drinkmoment komen de verhalen van de dag naar boven en wordt van de kinderen verwacht dat ze naar elkaar luisteren. Dit bevordert ook het onderling sociale gedrag.
De PW en de coördinator BSO hebben regelmatig overleg (per mail, telefonisch en op afspraak) over praktische zaken, de uitwerking van een dagritme, het pedagogisch handelen, het activiteitenaanbod en lopende afspraken. De twee vaste pedagogisch medewerkers hebben beiden een BHV-cursus gevolgd en met succes afgerond.
Medewerkers
NSO
Marieke Sibarani
NSO + vakantieopvang NSO + vakantieopvang
Wouter Dane
Demi Visscher
NSO
Coordinator BSO en Ped.medewerker Ped. medewerker
Stagiaire
We starten met VSO indien vijf of meer kinderen hiervoor worden aangemeld. Voor het inzetten van stagiaires hebben wij het certificaat ‘Erkend leerbedrijf’ afgegeven gekregen door Calibris per 27-08-2010. Deze erkenning is voor de duur van vier jaar geldig. Voor de stagiaires is er altijd een pedagogisch medewerker in het gebouw aanwezig. Binnen – en buitenruimte De BSO is gevestigd in een klaslokaal dat gezellig is ingericht als BSO-ruimte. Er staan een paar vrolijk gekleurde banken en een grote tafel met krukjes waaraan de kinderen eten en drinken en lekker kunnen knutselen. Er is een toneelhoek ingericht waarin kinderen kunnen spelen en zich kunnen verkleden, en iets van zichzelf kunnen laten zien als ze dat willen. Daarnaast maakt de BSO gebruik van de speelzaal, die overdag ook door de school wordt gebruikt. In de speelzaal zijn klim- en speelmaterialen.
Er wordt gebruik gemaakt van de toiletten in de school. Vanuit de speelzaal is de buitenruimte (deels) zichtbaar. De buitenruimte is het schoolplein en is omheind met een laag hek. Op het plein staan enkele speeltoestellen, er is een omheind voetbalveld ('pannaveld') en een natuurtuin met waterpomp.
Ook is de BSO in het bezit van een mini-dierenboerderij, waar de kinderen de dieren kunnen verzorgen en hen kunnen aaien. Ook hierbij geldt dat alleen kinderen die het leuk vinden dit onder begeleiding doen.
Iedere dag wordt er gezamenlijk speelkwartier gehouden onder begeleiding van de pedagogisch medewerker. Kinderen met een zelfstandigheidcontract, waarin staat vermeld dat zij zonder voortdurend toezicht van de groepsleiding mogen buitenspelen, mogen op eigen gelegenheid naar buiten. Wel moeten de kinderen dit eerst overleggen met de groepsleiding die de kinderen er dan op wijst dat zij het plein niet mogen verlaten. Andere kinderen gaan alleen naar buiten onder toezicht van de groepsleiding.
Ruimte speelzaal speelplein klaslokaal
Oppervlakte 87 m2 2100 m2 61 m2
Veiligheidsvoorzieningen; De klapdeuren naar de aula toe zijn voorzien van veiligheidsglas en drangers. Het toiletblok voor de BSO-kinderen heeft een veiligheidsstrip, zodat de kinderen er niet met de vingers tussen kunnen komen. Er is een vluchtroute en een alternatieve vluchtroute gemaakt. Er is een EHBO-trommel die gecontroleerd wordt door de Arbo-coördinator van de school, Johan van den Hurk. De kinderen hangen hun jas op aan de kapstok bij de BSO.
De coördinator BSO beschikt over een beleid agressie en geweld die Tabijnbreed wordt gedragen. Verder is er een apart protocol Kindermishandeling. Op het plein staan attributen die jaarlijks gecontroleerd worden en met een logboek worden bijgehouden. Ook de speelzaal wordt jaarlijks gecontroleerd. Voor de buitenschoolse opvang is er een nieuwe risicoinventarisatie gemaakt waaruit een plan van aanpak zal worden geschreven op het gebied van veiligheid en gezondheid. De groep De kleuters worden door de groepsleiding bij hun klas opgehaald. De andere kinderen komen zelf naar de buitenschoolse opvang. De kleuters behoren tot de ‘jongste’ basisgroep in de leeftijd 4 t/m 6 jaar. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 behoren tot de basisgroep met ‘oudsten’ in de leeftijd 7 t/m 12 jaar. We starten met een verticale groep, waarin alle leeftijden vertegenwoordigd zijn. Per pedagogisch medewerker zijn er tien kinderen maximaal in de basisgroep aanwezig. Op het moment dat het aantal wordt overschreden, komt er een pedagogisch medewerker bij. Mogelijk wordt dan de keuze gemaakt om kinderen in een oudste en jongste groep op te delen. Bij de start van deze BSO zijn er 14 kinderen ingeschreven en bedraagt onze maximale groepsgrootte 12 kinderen. Momenteel hebben we ongeveer 5-7 kinderen per dag.
Dagprogramma / ritme Wanneer de kinderen hun jassen hebben opgehangen en hun schoenen en tassen in de kast hebben gezet, mogen ze gaan zitten aan tafel. Voor alle kinderen geldt dat er een duidelijk rustmoment is, waarbij er sprake is van geborgenheid, structuur en de eerste levensbehoeften (eten/ drinken / aandacht/ schone ruimte). De groepsleiding zorgt voor gezelligheid door aandacht te schenken aan het kind of het even met rust te laten, als er op dat moment geen behoefte is aan aandacht. Ter plekke wordt er fruit geschild en gedeeld met elkaar. (Er wordt minimaal 1 stuk fruit per dag per kind gegeten). Activiteiten, gericht op veiligheid Voor de verschillende soorten activiteiten die kinderen leuk vinden om in hun vrije tijd te doen, hebben we op basis van jongens- en meisjesinteresses, inkopen gedaan bij de speelgoedgroothandel die passen bij de verschillende leeftijden. Na het buitenspelen komen de kinderen weer binnen en kunnen een activiteit uitzoeken. Sommige activiteiten worden al aangeboden aan tafel en op de speelkleden alwaar kinderen kunnen aanschuiven. Het toont huiselijk en is uitnodigend.
Ook wordt er een groepsactiviteit aangeboden, waaraan de kinderen op basis van vrijwilligheid kunnen deelnemen. De activiteiten worden aangeboden en stimuleren de kinderen om hier aan deel te nemen. De BSO is sinds 2012 in het bezit van een minidierenboerderij. Hier wonen kippen, cavia’s, konijnen, schapen en geiten. Iedere dag verzorgt de begeleiding, met de kinderen die mee willen, de dieren. Het is een vorm van contact die kinderen vaak prettig vinden. Het is een vrijwillige keuze van kinderen om wel of niet de dieren te willen verzorgen. Met enige regelmaat bieden we een activiteit aan in de vorm van een workshop of ‘clinic’, waarvoor we externe vakkrachten benaderen. Dit gebeurt niet alleen in de vakanties. Juist de kinderen die een aantal keren per week gebruik maken van de buitenschoolse opvang kunnen zo kennis maken met andere activiteiten. Spelmateriaal, gericht op veiligheid Bij de aanschaf van het spelmateriaal is gelet op de aantrekkingskracht op kinderen en de deugdelijkheid van het materiaal. Wanneer de kinderen voor een spel hebben gekozen, wordt er van hen verwacht dat ze het ook weer opruimen in de daarvoor bestemde kasten. Speelmateriaal in de vorm van teken – en knutselvoorwerpen worden allemaal bewaard in een aparte inloopkast aan de speelzaal. Zo heeft alles een vaste plek. Nieuw, uitdagend spel en speelgoed zal worden aangeschaft n.a.v. de wensen van kinderen, tips van ouders en advies van de pedagogisch medewerkers.
1. Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competentie. Onder persoonlijke competentie verstaan wij brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken, en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mede door de aandacht voor deze persoonskenmerken wordt het ontwikkelen van een positief zelfbeeld bevorderd. We proberen met onze school en daarbij met onze buitenschoolse opvang een plek te zijn waar een kind graag naar toe gaat, waar het zichzelf kan zijn en waar het gewaardeerd wordt. Maar ook een plek waar het zich spelenderwijs kan ontwikkelen op verschillende gebieden. Vanuit de school vormen de 6 kernwaarden plezier, authenticiteit, synergie, vertrouwen, zelfbewustzijn en ontwikkeling uitgangspunten van waaruit wordt gewerkt en tevens leidraad zijn in de BSO. In de onderbouw (groep 1 t/m 3) wordt er gewerkt in centrale thema’s waarbij kinderen zelf een stuk input / richting kunnen geven. Verschillende activiteiten kunnen zo binnen een thema worden gedaan. Maar ook de activiteiten zelf kunnen op diverse manieren worden aangeboden. Het ene kind leert anders dan het andere kind. Deze vorm van activiteitenaanbod willen we bij de buitenschoolse opvang verder ontwikkelen. De kinderen zijn hierbij onze belangrijkste bron. Zij geven aan waar hun belangstelling/ belevingswereld op dat moment om draait. De pedagogisch medewerkers kijken en luisteren hier naar en sluiten hier op aan. Naast een prettig en vermakelijke vorm van vrije tijdsbesteding kunnen er dan ook activiteiten aangeboden worden waar de kinderen kennis en kunde kunnen opdoen. Te denken valt aan workshops in creatieve uitingen, bouwwerkjes metselen, drama, bewegingsvormen, yoga, sportclinics, etc. Onder het ontwikkelen van sociale competentie verstaan wij sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, elkaar helpen, delen met elkaar, conflicten voorkomen en oplossen en het omgaan met regels. Het gaat om het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid.
Leiding-kind Ieder kind krijgt individuele aandacht, rekening houdend met leeftijd en behoeften van een kind. Vragen van kinderen worden serieus genomen. Binnen de grenzen van redelijkheid en veiligheid blijft er altijd aandacht en ruimte voor het eigen initiatief en de eigen wil van het individuele kind. Kinderen worden middels spel, deelname aan activiteiten, vertellen en voorlezen bewust van de omgeving en hun plaats daarin. Geleidelijk aan worden de grenzen verlegd tussen wat een kind wel al zelf kan en wat nog niet. In het laatste geval zullen de pedagogisch medewerkers het kind stimuleren. Kinderen worden aangemoedigd eigen initiatieven te ontplooien. Zij krijgen de gelegenheid zich op zelfgekozen bezigheden te richten die aansluiten bij de eigen interesses. Door het kind te observeren en te begeleiden in zijn ontwikkeling, wordt het steeds zelfstandiger. Pedagogisch medewerkers schenken bewust aandacht aan het versterken van de eigenwaarde van het kind.
Tijdens samenspel kan niet worden voorkomen dat er wel eens een conflict ontstaat. Er wordt dan geprobeerd om het vermogen van kinderen om voor zichzelf op te komen te bevorderen door niet voor hen de problemen op te lossen, maar waar nodig met hen. Wel kan inzicht worden gegeven in het ontstaan van een conflict, de rol van het eigen gedrag hierin, en de reactie van de ander hierop. Zo leren de kinderen inzicht te krijgen in het eigen gedrag en begrip te krijgen voor de reactie van de ander. Nieuwe kinderen hebben de mogelijkheid een keer langs te komen voor een bezoek en vervolgens een dag te wennen op de BSO. Kinderen die voor het eerst komen kijken haalt de pedagogisch medewerker op uit de groep, en brengt het vervolgens naar de BSO-ruimte. De nieuwe kinderen laten we stapsgewijs wennen. We kijken waar het behoefte aan heeft en spelen hier zo goed mogelijk op in. Ons doel is om kinderen zich veilig en vertrouwd te laten voelen. We laten het wennen aan tafel tijdens het groepsgesprek om kennis te maken met de andere kinderen. Het nieuwe kind wordt de zoveel mogelijk geobserveerd waarna er een overdracht plaatsvindt aan de ouders tijdens het ophaalmoment. Binnen-buitenruimte In het lokaal staan een grote tafel en twee banken. Aan tafel en in de zithoeken kunnen kinderen kiezen voor diverse activiteiten. Het spelen van gezelschapsspelletjes, knutselactiviteiten, spelen met poppen en bouwmaterialen, verkleden etc. De speelzaal biedt vooral mogelijkheid voor meer actiegerichte activiteiten waar de kinderen hun energie in kwijt kunnen. Ook vinden daar activiteiten zoals een sportclinic plaats. Verder zullen de kinderen worden gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten ervaren de kinderen meer vrijheid en minder begrenzing. Dit heeft een positief effect op hun ontwikkeling. Ook in de mini boerderij kunnen kinderen actief bezig zijn, alwaar ze
kunnen spelen met de dieren alsmede het verzorgen ervan. Bovendien is er sinds augustus 2013 een natuurtuin met waterpomp, waar ook volop spelmogelijkheden zijn. In overleg met ouders wordt er bekeken hoeveel vrijheid een kind aan kan. Dit wordt vastgelegd in een aanvullende overeenkomst, een zelfstandigheidscontract, die wordt ingevuld bij inschrijving. In de ouder/PW-gesprekken kunnen deze aanvullende overeenkomsten worden herzien. De groep De PW-ers hechten grote waarde aan de betrokkenheid van de kinderen bij de zorg van de dagelijkse gang van zaken binnen de groep. Niet alleen binnen de groep maar ook in de vrije activiteiten en het spel onderling. Er wordt gezamenlijk gegeten en gedronken, er wordt samen gespeeld en samen opgeruimd, samen gepraat en samen gezongen. Kinderen leren rekening met elkaar te houden en met de volwassenen, voor elkaar te zorgen en iets voor elkaar over te hebben. We leren kinderen zich mede verantwoordelijk te voelen voor de ruimte en de materialen. Na het spelen ruimt het kind zijn/haar eigen spullen op alvorens iets anders te gaan doen.
De kinderen kunnen de groep als betekenisvolle sociale leeromgeving benutten als er in de groep kan worden samengewerkt, als er gedeeld wordt en als er respect heerst. Aspecten als accepteren, aanpassen, incasseren, leiderschap, kleinste of grootste zijn, komen dagelijks aan de orde tijdens groepsprocessen. In de omgang met elkaar ontwikkelen de kinderen een gevoel van respect voor zichzelf en voor anderen en leren ze verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen handelen. Tijdens deze omgang met andere kinderen en met de PW-ers krijgen kinderen de ruimte om emoties te tonen. Zij kunnen boos of verdrietig zijn, zij kunnen uitgelaten blij zijn of behoefte hebben om even alleen te zijn. De PW-ers streven ernaar kinderen deze emoties te laten uiten. Emoties, zowel positieve als negatieve, zullen bespreekbaar worden gemaakt. Geprobeerd wordt om niet de emoties in te vullen, maar het gevoel dat bij een kind leeft duidelijk te bespreken. Zo kunnen de PW-ers zo goed mogelijk inspelen op het gevoel van het kind.
Activiteiten Er is in de groep een duidelijke en vaste verdeling tussen groepsmomenten en momenten die de kinderen individueel in kunnen vullen. De sociale inhoud van het activiteitenaanbod is dat de kinderen samenspelen, met elkaar praten, naar elkaar moeten luisteren en samenwerken. De PW-ers zijn in staat om leeftijdgerichte activiteiten aan te bieden. Daarbij proberen we tijdens de activiteiten plezier, pret en succes te ervaren. Ook willen wij dat kinderen om leren gaan met emoties zoals het hebben van plezier, het maken van grapjes, het uiten van frustratie, een conflict hebben, boos zijn en verdriet voelen.
Spelmateriaal. Het spelmateriaal is veelal gebaseerd op gezamenlijk spel dat aanzet tot het samen ervaren van plezier, pret en succes, maar ook materiaal dat uitdaagt tot inzicht, doorzettingsvermogen en ontwikkeling. Het aanbod is divers. Er zijn materialen aanwezig die voor verschillende leeftijden, interesses, concentratie-mogelijkheden en spanningsbogen geschikt zijn. Enkele speelkleden zijn aangeschaft om gezellig samen (of alleen) te kunnen spelen. Daarnaast is er speelgoed aangeschaft dat uitnodigt tot rollenspelen. Spelmateriaal voor verdere ontwikkelingsvormen zullen naar behoefte worden aangeschaft. Ouders en kinderen kunnen hierin meedenken. Andere materialen zijn natuurlijk knutselspullen en allerlei creatieve andere spullen. Hiermee ontwikkelen kinderen ook hun fijne motoriek en hun materiaalkennis en kunde.
1. De overdracht van waarden en normen; cultuur Door opvoeding, opleiding en levenservaring ontwikkelt ieder mens zijn eigen waarden en normen. Van groot belang is dat de lijn van school naar buitenschoolse opvang wordt doorgevoerd daar waar het gaat om omgangsregels. Zo is er door de hele organisatie heen eenduidigheid in hoe we met elkaar, met spullen en met ons gebouw omgaan. Er wordt respectvol en zorgvuldig omgegaan met de achtergronden van kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Er is aandacht voor relaties tussen kinderen onderling en tussen pedagogisch medewerkers en kinderen.
Leiding-kind De BSO hecht grote waarde aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de aan ons toevertrouwde kinderen. Wij besteden bewust aandacht aan het overdragen van algemene waarden en normen, die maatschappelijk geaccepteerd zijn. De vorming van de persoonlijkheid van ieder kind zal hierin te allen tijde worden gerespecteerd. Samen met de kinderen zijn er algemene afspraken gemaakt waarin de kinderen ook zelf hun input hebben geleverd over wat zij hierin belangrijk vinden. In omgang met de kinderen zullen pedagogisch medewerkers het goede voorbeeld geven en kinderen aansturen in gewenst gedrag. Te denken valt aan situaties zoals het ophangen van jassen aan de kapstok, de handen wassen voor het eten en drinken, het elkaar uit laten praten en het opruimen na een activiteit. Kinderen die zich dat gedrag nog eigen moeten maken, zullen op vriendelijke wijze worden gecorrigeerd en geholpen. Voor advies, vragen of hulp kunnen de PW-ers terecht bij de ouders. Zij kennen de kinderen het best. De PW-ers kunnen ook terecht bij Stichting Tabijn; zij zijn de houder van de buitenschoolse opvang. Bij toestemming van ouders kunnen de PWers voor advies en inzage in problematieken ook terecht bij het team van de WillemAlexanderschool, bijv. de leerkracht, intern begeleider of de directie. De aandachtsfunctionarissen kindermishandeling zijn Sasja, Jet en Bianca. Daar kunnen de pedagogisch medewerkers ook altijd terecht. Binnen-buiten ruimte Van alle gebruikmakende partijen wordt verwacht de ruimten netjes achter te laten. Er zijn kasten die niet gebruikt mogen worden door de buitenschoolse opvang. Ook omgekeerd geldt dat er veel kasten staan van de BSO waar bijvoorbeeld ‘de overblijf’ en school geen gebruik van mogen maken. Ander meubilair en voorzieningen ( smartboarden) worden na gebruik weer netjes achtergelaten. Zo gelden er (ongeschreven) regels waar een ieder zich aan dient te houden (niet rennen, sloffen aan in de speelzaal etc.). Deze regels zullen aan de hand van een plattegrond, voor iedereen zichtbaar worden gemaakt. Zo kunnen invallers zich aan dezelfde regels conformeren. De groep De groep kent een belangrijke rol daar waar het gaat om het ontwikkelen van normen, waarden en daarmee een eigen cultuur. Binnen de groep ontmoet ieder kind andere kinderen en volwassenen. De groep biedt veel uitdagingen aan het kind. Kinderen leren sociale vaardigheden zoals naar elkaar luisteren, delen van aandacht, elkaar helpen en elkaar troosten, omgaan met regels en conflicten. De pedagogisch medewerker leidt de interactie in goede banen. Tijdens groepsmomenten worden normen en waarden overgedragen door het bespreken en vaststellen van afspraken. Verder worden de manieren om jezelf en anderen daar aan te houden besproken. Activiteiten Wij brengen de waarden en normen dicht bij de kinderen door afspraken te maken.
Zodat iedereen tijdens activiteiten rekening met elkaar houdt, samen deelt, elkaar helpt zodat er onderlinge solidariteit kan ontstaan. Wij streven ernaar om aan te sluiten op gebeurtenissen in ‘het echte leven’, in het gezin, de omgeving en wat kinderen bezig houdt. Dit wordt door de PW-ers geïnventariseerd door met aandacht te kijken en luisteren naar de kinderen.
Spelmateriaal. Ons spelmateriaal draagt bij aan het eigen maken van normen en waarden door materiaal te gebruiken dat wegwijs maakt in het alledaagse leven. Bijvoorbeeld keukenattributen, verkleedspullen e.d. om rollen te spelen. Wij maken kinderen bewust van het omgaan met materialen door afspraken te maken over het kiezen, het gebruik ervan en opruimen van spelmateriaal.
Marieke Sibarani, januari 2014