BRUINISSE, Molenweg 7 Een glastuinbouwbedrijf, bestaande uit een bedrijfsruimte, warenhuiscomplex en verdere aanhorigheden op een perceel van 03.67.09 ha.
Algemeen Het object is gelegen in Bruinisse, aan de Molenweg 7. Het betreft een tuinbouwbedrijf, bestaande uit een bedrijfsruimte, warenhuiscomplex, verwarmingsinstallatie, watervoorziening- en bemestingsinstallaties en verdere aanhorigheden, ondergrond, erf en tuin, totaal groot 03.82.09 hectare. Bruinisse, of in de volksmond ‘Bru’, is gelegen in de gemeente Schouwen-Duiveland en ligt aan het ‘Grevelingenmeer’ en de zeearm ‘Zijpe’. Bruinisse staat daarom naast haar landbouwgemeenschap vooral bekend om haar vissersgemeenschap. In Bruinisse zijn alle basisvoorzieningen aanwezig, denk aan supermarkt, winkels, (basis)scholen, sportverenigingen, bibliotheek, enz.
Kadastrale gegevens Gemeente
Sectie
Nummer
Ter grootte van
Bruinisse
G
1108
00.04.56 ha
Bruinisse
G
1499
00.00.87 ha
Bruinisse
G
1500
00.01.58 ha
Bruinisse
G
1549 ged.
Totaal
ca. 03.60.08 ha 03.67.09 ha
Aantekening kadaster: •
Het perceel 1499 is belast met opstal en opstalrecht nutsvoorzieningen op gedeelte van perceel ten behoeve van De Lage Landen Financial Services B.V., gevestigd te Eindhoven aan de Vestdijk 51 (5611 CA).
(Bron: kadaster Eindhoven, d.d. 22 november 2012). Voor de eigendomssituatie en de zakelijke gerechtigden wordt verwezen naar aangehechte kadastrale uittreksels en kaarten.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
2
Bestemming Krachtens het voorontwerp van 10 mei 2012 “Bestemmingsplan Bebouwde kom Bruinisse”, is het object bestemd -
Enkelbestemming Agrarisch – bestemd voor agrarisch Dubbelbestemming Waarde – Archeologie – 7 – bestemd voor waarde Functieaanduiding Glastuinbouw Functieaanduiding Waterberging Functieaanduiding Specifieke vorm van Agrarisch - waterbassin
(Bron: gemeente Waalwijk). (Zie bijlagen: bestemmingsplan
Nutsvoorzieningen Aangesloten op: drinkwaterleiding; elektriciteitsnet; aardgas; riolering.
Omschrijving van het object Bedrijfsruimte: •
bouwjaar 1996, 1980 en 1984
•
de inhoud bedraagt circa 1.230 m² (circa 44 m x 28 m, goothoogte circa 4,5 m)
•
opgetrokken in stalen onderbouw op staal met gedeeltelijk een vrije overspanning, gevels van stenen borstwering met daarop een lichtstrook van enkele en dubbele beglazing en daarboven damwandprofielplaten.
•
het zadeldak is gedekt met gedeeltelijk eterniet golfplaten en gedeeltelijk damwandprofielplaten op houten gordingen
•
voorzien van o.a. dak- en gevelisolatie, tl-verlichting en heaterverwarming.
•
de ruimte is voorzien van een beton vloer.
•
Indeling begane grond: Kantoor, kantine, toiletgroep, computerruimte en kleedruimte.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
3
Warenhuiscomplex: •
totaal circa 20.720 m² groot
Warenhuis – afdeling 1 •
bouwjaar circa 1990.
•
circa afmetingen 83 m lang x 38 kappen van 3,20 = 10.095 m², goothoogte 3,80 m.
•
opgetrokken uit gegalvaniseerde onderbouw-traliespant (circa 6,40 m) en gevels met dubbele beglazing in aluminium roeden.
•
gedekt met 1,125 m breed glas in aluminium roeden (stormvast).
•
de poothoogte is circa 3,50 m.
•
de vakmaat is circa 4,50 m.
•
voorzieningen: - daksproei-installatie; - tweezijdig – twee-ruits halve ramen – schommelluchting; - condensgoten; - centrale hemelwater afvoer met afvoer naar waterbassin; - scherminstallatie met ‘LS’ doek, bouwjaar 2002; - stoomleiding; - 10 tuinbouwventilatoren; - krachtstroomaansluitingen; - gietwateraansluitingen; - betonnen middenpad van circa 3,50 m breed; - verwarmingsbuis van ø 32 mm per 4,50 m (overdwars); - per traliespant (van 6,40 m): 8 verwarmingsbuizen van ø 51 mm, buisrail; CO²-strengen tussen kopgevels; 4 druppelleidingen; teeltsysteem t.b.v. de teelt van komkommers: geprofileerde grond met daarop folie.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
4
Warenhuis – afdeling 2 •
bouwjaar circa 1983.
•
circa afmetingen 83 m lang x 40 kappen van 3,20 = 10.625 m², goothoogte 3,80 m.
•
opgetrokken uit gegalvaniseerde onderbouw-traliespant (circa 6,40 m) en gevels met dubbele beglazing in aluminium roeden.
•
gedekt met 1,00 m breed glas in aluminium roeden (stormvast).
•
de poothoogte is circa 3,20 m.
•
de vakmaat is circa 4,00 m.
•
voorzieningen: - daksproei-installatie; - tweezijdig – twee-ruits halve ramen – schommelluchting; - condensgoten; - centrale hemelwater afvoer met afvoer naar waterbassin; - scherminstallatie met ‘LS’ doek, bouwjaar 2002; - stoomleiding; - 10 tuinbouwventilatoren; - krachtstroomaansluitingen; - gietwateraansluitingen; - betonnen middenpad van circa 3,50 m breed; - verwarmingsbuis van ø 32 mm per 4,50 m (overdwars); - per traliespant (van 6,40 m): 8 verwarmingsbuizen van ø 51 mm, buisrail; CO²-strengen tussen kopgevels; 4 druppelleidingen; teeltsysteem t.b.v. de teelt van komkommers: geprofileerde grond met daarop folie.
Verwarmingsinstallatie: •
bestaande uit o.a.: - S.M.D.-ketel met een capaciteit van 2.500.00 kilocalorieën, bouwjaar 1975; - T.B.Z.-brander; - verdeelstuk met groepen en pompen; - drukinstallatie, voorzien van 3 vaten; - enkele rookgascondensor; - CO²-installatie; - 3 warmte-opslagtanks met een totale inhoud van circa 400 m³.
•
op het bedrijf is een W.K.K.-installatie gesticht. De installatie is eigendom van De Lage Landen N.V. Na 10 jaar is de W.K.K.-installatie eigendom van opdrachtgever.
Klimaatregeling: •
de klimaatregeling vindt plaats d.m.v. een ‘Priva’ klimaatcomputer;
•
de computer stuurt de regeling van de ketel, verwarming, luchting, scherming, CO², water en bemesting.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
5
Watervoorzienings- en bemestingsinstallaties: •
bestaande uit o.a.: - een ‘Brinkman’ substraat-unit, type mengbakkensysteem, bouwjaar 1992 (computer 2005); - een ‘Buderus’ ontsmetter, o.b.v. verhitting met een capaciteit van circa 3,50 m³ per uur; - 2 bakken t.b.v. opslag vloeibare meststoffen; - hogedruk-pomp met vaste leiding; - vaste L.V.M. installatie; - 2 plaatstalen watersilo’s te weten: inhoud van circa 100 m³, in gebruik als opstal van drainwater. inhoud van circa 100 m³, in gebruik als opslag van schoon water. - 5 waterbassins met een totale inhoud van circa 11.000 m³.
Ondergrond: De ondergrond van de bedrijfsgebouwen en erf beslaat circa 03.30.00 ha. De oppervlakte van naast gelegen grond is circa 00.37.09 ha.
Bezichtiging Mocht u nog vragen hebben of wilt u het object bezichtigen, bel rechtstreeks de heer ir. J.P.M. (Jan) Pollemans, te bereiken onder 06 – 21 23 25 88. De heer Pollemans zal u rondleiden. Uitaard kunt u voor het maken van een afspraak en al uw overige vragen ook e-mailen naar
[email protected].
Informatie Algemeen: Alle verstrekte informatie moet uitsluitend gezien worden als een uitnodiging tot nader overleg, c.q. tot het doen van een financieel voorstel. Verkoper stelt uitdrukkelijk dat een verkoop niet eerder tot stand komt dan nadat niet alleen over de hoofdzaken (prijs, object), maar ook over de details (oplevering, roerende zaken e.d.) overeenstemming is bereikt. Wij attenderen u erop dat het bieden van de vraagprijs niet automatisch inhoudt dat een koopovereenkomst tot stand komt.
Informatieplicht: Koper heeft een eigen informatieplicht ter zaken alle onderwerpen die voor hem van belang (kunnen) zijn. Dat geldt zeker voor bestemmingen, bestemmingsplannen, bouwverordeningen e.d. De in deze verkoopinformatie vermelde gegevens zijn zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Worden toch onjuistheden geconstateerd, dan kunnen daar geen rechten of aanspraken aan worden ontleend.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
6
Aansprakelijkheid Aan de samenstelling van deze brochure is de grootst mogelijke zorg besteed. Voor eventuele afwijkingen van de werkelijke situatie wordt geen enkele aansprakelijkheid aanvaard.
Vraagprijs De vraagprijs bedraagt: € 1.250.000,= k.k.
Inlichtingen Mocht u nog vragen hebben dan kunt u ons altijd bellen of mailen:
ZLTO Vastgoed Kantooradres
: Cereshof 4 4463 XH Goes
Postbus
: 46 4460 BA Goes
Email
:
[email protected]
Telefoonnummer : 0113 – 24 77 47 Internetsite
: www.zltovastgoed.nl / www.ltomakelaars.nl / www.zltolandelijkvastgoed.nl / www.funda.nl
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
7
Kadastrale gegevens
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
8
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
9
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
10
Bestemmingsplan
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
11
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
12
Bestemmingsplan planstatus identificatie type plan naam overheid ondergrond IMRO-versie
Bebouwde kom Bruinisse : voorontwerp 2012-05-10 : NL.IMRO.1676.00026BpAwk-vo04 : bestemmingsplan : Schouwen-Duiveland : o_NL.IMRO.1676.00026BpAwk.dgn : IMRO2008
Detailinformatie locatie Enkelbestemming Agrarisch -
Bestemd voor: agrarisch
Dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 7 -
Bestemd voor: waarde
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
13
Maatvoering -
Maximum bouwhoogte (m): 8
-
Maximum goothoogte (m): 6
Bouwvlak bouwvlak Functieaanduiding glastuinbouw
Functieaanduiding waterberging
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
14
Functieaanduiding – specifieke vorm van agrarisch – waterbassin
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
15
Artikel 3 Agrarisch
• • • • • • •
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Afwijken van de gebruiksregels Wijzigingsbevoegdheid
3.1 Bestemmingsomschrijving 3.3.1 De op de verbeelding voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de bedrijfsvoering van grondgebonden agrarische bedrijven en aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets- en wandelpaden en voorzieningen; b. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': kassen; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – paardenfokkerij': een paardenfokkerij; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – palingmesterij': een palingmesterij; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-waterbassin': een waterbassin; f. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': een waterberging; g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning; h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- cultuurhistorische bebouwing' voor het behoud en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing; i. erftoegangswegen, paden, parkeervoorzieningen, water, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming. 3.1.2 Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd: a. hoofdgebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van mestbassins, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering dan wel uit een oogpunt van beheer en onderhoud overeenkomstig de doeleinden. 3.2 Bouwregels Voor het bouwen gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen: a. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht; b. de afstand van gebouwen tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen dient minimaal 10 meter te bedragen; c. de goothoogte van een gebouw mag maximaal 6 meter bedragen; d. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 12 meter bedragen; e. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' zijn kassen toegestaan met een goothoogte van maximaal 6 meter en een bouwhoogte van maximaal 8 meter; f. per agrarisch bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan; g. het vloeroppervlak van een bedrijfswoning mag maximaal 250 m² bedragen, de inhoud van een bedrijfswoning, met inbegrip van de inhoud van aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 750 m³ bedragen en de goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk maximaal 6 meter en maximaal 10 meter bedragen; h. bij een bedrijfswoning mogen aan- en bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij de gezamenlijke oppervlakte maximaal 60 m² mag bedragen, een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 6 meter; i. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal: 1. vlaggenmasten: 10 meter; 2. tuin- of erfafscheiding die gebouwd word vóór de gevellijn: 1 meter; 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter; j. bij bedrijfswoningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits: 1. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de gevellijn van de bedrijfswoning is gelegen; 2. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15% van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100 m²; 3. het bouwen van een zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd;
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
16
4. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt; 5. het zwembad ten dienste staat van de bedrijfswoning. k. bij toepassing van hellende dakvlakken mag de dakhelling maximaal 55º bedragen. 3.3 Nadere eisen 3.3.1 Het bevoegd gezag is bevoegd, bij het verlenen van een omgevingsvergunning, nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de plaatsing van gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten opzichte van de bouwperceelsgrens en ten opzichte van elkaar; b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen; c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.3.2 Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten. 3.4 Afwijken van de bouwregels 3.4.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak met dien verstande dat: 1. het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt; de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 4 meter en 8 meter bedraagt; 2. is aangetoond dat er noodzaak bestaat in verband met een doelmatige bedrijfsvoering van het grondgebonden agrarisch bedrijf én plaatsing op het bouwvlak niet mogelijk of doelmatig is; 3. vooraf schriftelijk advies van de agrarisch deskundige wordt ingewonnen; 4. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 meter; 5. de vergunning niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; 6. vooraf een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing. b. lid 3.2.1 sub i onder 3 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. c. lid 3.7.1 onder c voor het bouwen of vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED met inachtneming van het volgende: 1. vergunning wordt verleend voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED; 2. de vergunning wordt slechts verleend indien ook toepassing is verleend of wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid in lid 3.7.1; 3. vergunning voor nieuwbouw zonder dat andere gebouwen behorende tot de bouwstede worden gesloopt, wordt slechts verleend indien sprake is van een kwalitatieve verbetering van de inrichting van het erf; 4. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van het erf die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter; 5. vergunning wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing. 3.4.2 Procedureregels a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1, lid a, b en c kan het bevoegd gezag schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige; b. bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 30, lid 2 van deze regels. 3.5 Specifieke gebruiksregels 3.5.1 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend: a. het aanleggen van een mestbassin (mestzak of foliebassin) of een waterbassin buiten het bouwvlak of buiten de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- waterbassin'; b. het gebruik van gronden als opslagplaats voor bagger en specie, behoudens het deponeren van baggerspecie in het kader van normaal onderhoud van waterlopen; c. het gebruik van gronden voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen; d. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen; e. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als winterstalling voor kampeermiddelen; f. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen;
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
17
g. het uitoefenen van verblijfsrecreatie zonder het hebben van een centrale bedrijfsmatige exploitatie; h. het uitponden van standplaatsen aan derden; i. het buiten het zomerseizoen gebruik maken van standplaatsen. 3.6 Afwijken van de gebruiksregels 3.6.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.1 sub a voor het aanleggen van een mestbassin (mestzak of foliebassin) of een waterbassin buiten het bouwvlak, met dien verstande dat: a. het mestbassin of waterbassin aangrenzend aan het bouwvlak moet worden gerealiseerd; b. de maximale inhoud van een mestbassin 5.000 m³ mag bedragen met een maximale bouwhoogte van 6 meter; c. de maximale bouwhoogte van een waterbassin bedraagt 2 meter; d. voorzien moet worden in een afschermende landschappelijke inpassing; e. de aanleg noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; het college van burgemeester en wethouders vraagt hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige; f. de aanleg geen onevenredige gevolgen heeft voor het waterbeheer; g. er van deze bevoegdheid geen gebruik mag worden gemaakt indien op het bouwvlak voldoende ruimte aanwezig is voor realisatie van een mest- of waterbassin; h. de aanleg niet tot gevolg heeft dat de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen onevenredig worden geschaad. 3.6.2 Procedureregels bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 30, lid 2 van deze regels. 3.7 Wijzigingsbevoegdheid 3.7.1 Wijziging Nieuwe Economische Dragers (NED) Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de bestemming wijzigen ten behoeve van het vestigen van een NED met in achtneming van het volgende: a. wijziging kan worden toegepast voor een NED die voorkomt in de positieve lijst Nieuwe Economische Dragers zoals opgenomen in bijlage 4 en/of voor overige bedrijfsactiviteiten, die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de NED's; b. de oppervlakte van een NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 4 genoemde omvang; c. de NED vindt plaats in bestaande gebouwen binnen het bouwvlak; d. de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de arbeidsbehoefte; 2. de ruimtelijke uitstraling; 3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de wijziging niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 4. het feit dat de activiteit uit ten hoogste de categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten stedelijk gebied behoort; e. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed, f. alvorens wijziging toe te passen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de wegbeheerder; g. wijziging wordt toegepast met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ingevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai; h. opslag van goederen ten behoeve van de NED buiten gebouwen is niet toegestaan; i. nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten en lichtbakken voor reclamedoeleinden daaronder begrepen zijn niet toegestaan; j. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van het erf die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter; k. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; l. wijziging wordt niet toegepast alvorens zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst; m. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst. 3.7.2 Wijziging na bedrijfsbeëindiging Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' met in achtneming van het volgende: a. het agrarisch bedrijf is beëindigd; b. het gebruik van een bestaande NED mag worden voortgezet;
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
18
c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; d. alvorens de wijziging toe te passen vraagt het bevoegd gezag hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige. 3.7.3 Procedureregels bij het toepassen van de bevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1 en 3.7.2 gelden de algemene procedureregels zoals opgenomen in artikel 30 lid 1 van deze regels.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
19
Artikel 22 Waarde - Archeologie - 7
• • • • • •
22.1 Bestemmingsomschrijving 22.2 Bouwregels 22.3 Afwijken van de bouwregels 22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk 22.6 Wijzigingsbevoegdheid
22.1 Bestemmingsomschrijving 22.1.1 De voor 'Waarde - Archeologie – 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen. 22.1.2 Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 22.1.3 Voor zover op de verbeelding dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde: a. primair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterkering'; b. secundair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie – 7'. 22.2 Bouwregels 22.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming 'Waarde – Archeologie - 6' uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2 meter. 22.2.2 Bouwen ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op een bouwwerk met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en waarbij bovendien grond- of graafwerkzaamheden dieper dan 0,50 meter beneden het peil plaatsvinden; b. het bepaalde onder lid 22.2.2, sub a is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 22.3 Afwijken van de bouwregels 22.3.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 22.2.2, sub a ten behoeve van het bouwen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld. 22.3.2 Indien uit het onder lid 22.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. 22.3.3 Procedureregels a. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 22.3.1, vraagt het bevoegd gezag aan de archeologische deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven; b. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.3.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 30 lid 2 van deze regels. 22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Werken en werkzaamheden
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
20
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,50 meter, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage; b. het ophogen van de bodem met meer dan 0,50 meter; c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan 0,50 meter; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan 0,50 meter bedraagt; e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan 0,50 meter; f. het verlagen of het verhogen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan 0,50 meter; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan 0,50 meter. 22.4.2 Uitzonderingen Het in lid 22.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 5.000 m²; b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. 22.4.3 Toelaatbaarheid a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 22.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal; b. Voor zover de in lid 22.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties; c. De omgevingsvergunning kan alleen worden verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; d. Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in lid 22.4.3, sub a, sub b en sub c. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven. 22.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk 22.5.1 Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag te slopen. 22.5.2 Het verbod als bedoeld in lid 22.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in lid 22.2.2, sub b in acht is genomen; b. een oppervlakte hebben van minder dan 5.000 m² en/of de grondlagen dieper dan 0,50 meter beneden het peil niet verstoren; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. 22.5.3 In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning op of in gronden op de verbeelding en aangeduid met 'Waarde - Archeologie - 7'. 22.5.4 Aan de omgevingsvergunning voor de gronden, als bedoeld in lid 22.5.1, kan het bevoegd gezag de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het peil en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 5.000 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
21
22.5.5 Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de sloopvergunning. 22.6 Wijzigingsbevoegdheid 22.6.1 het bevoegd gezag kan met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7', als bedoeld in lid 22.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 22.6.2 Procedureregels Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, als bedoeld in lid 22.6.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 30 lid 1 van deze regels.
ZLTO Verkoopinformatie: Molenweg 7 te Bruinisse
22