Brochure voorschotten groepsopvang - 2016
INHOUD BASISSUBSIDIE (TRAP 1)
3
SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF (TRAP 2)
4
PLUSSUBSIDIE (TRAP 3)
11
SUBSIDIE FLEXIBELE GROEPSOPVANG
12
SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN GROEPSOPVANG
13
SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG
14
BIJLAGE: VOORBEELD BETAALBRIEF VOORSCHOT
15
ALGEMENE INFORMATIE
Deze brochure gaat over de voorschotberekening voor de subsidies van groepsopvang baby’s en peuters.
De voorschotberekening gebeurt per subsidiegroep.
Een subsidiegroep groepsopvang bevat alle locaties groepsopvang van een organisator in een gemeente. In Brussel zijn dit alle locaties groepsopvang van de organisator binnen het Brussels Hoofdstedelijk gewest.
De subsidiebedragen in deze brochure zijn van toepassing op het subsidiejaar 2016. De bedragen kunnen veranderen als de spilindex wordt overschreden of als de Vlaamse Regering extra middelen vrijmaakt.
Bij de berekeningen ronden we zo weinig mogelijk getallen af. We doen dit enkel op het einde van de berekening, op het aantal cijfers na de komma, zoals beschreven in deze brochure.
Onderaan deze brochure vind je een voorbeeld van een betaalbrief van de voorschotten.
In deze brochure verwijzen we geregeld naar de berekening van het saldo. Informatie hierover vind je in de brochure saldo op www.kindengezin.be, ga naar “Kinderopvang>Sector-babys-enpeuters>Subsidies-en-financieel>voorschotten en saldo’s”.
Heb je vragen over de voorwaarden voor deze subsidies, dan vind je ze in de brochures op www.kindengezin.be, ga naar “Kinderopvang>Sector-babys-en-peuters>Subsidies-en-financieel”. Kijk in de linkernavigatie van de webpagina voor de verschillende soorten subsidies.
1
DE BETEKENIS VAN EEN AANTAL TERMEN IN DEZE BROCHURE In deze tabel vind je de belangrijkste termen, afkortingen en hun betekenis.
Trap 1 subsidie of T1
Basissubsidie
Trap 2 subsidie of T2
Subsidie voor inkomenstarief
T2A subsidie
Subsidie voor inkomenstarief aan het hoogste tarief
T2B subsidie
Subsidie voor inkomenstarief aan het laagste tarief
Trap 3 subsidie of T3
Plussubsidie
Subsidieerbare plaatsen
Het aantal plaatsen waarvoor een organisator de toekenning van een bepaalde subsidie heeft
Gesubsidieerde capaciteit
Het aantal plaatsen waarvoor de organisator een bepaalde
of Gesub.cap.
subsidie effectief ontvangt. Dit kan lager zijn dan de subsidieerbare plaatsen als de organisator onvoldoende vergunde plaatsen heeft die voldoen aan de subsidievoorwaarden.
Gemiddelde leeftijd
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers op 1 januari.
Gem.leeft. Subsidie flexibele
Subsidie voor een organisator die flexibele opvang organiseert.
groepsopvang Flex T1 Subsidie flexibele
Een urenpakket: een gesubsidieerd pakket aan uren dat de
urenpakketten
organisator inzet voor kinderopvang op flexibele openingstijden
groepsopvang Flex T2 Subsidie structurele incl.
Subsidie toegekend voor de structurele uitbouw van inclusieve
opvang
kinderopvang binnen een kinderopvanglocatie
ALGEMENE TIMING Bij het begin van elk kwartaal krijg je een voorschot van 95% van de geschatte subsidies van dit kwartaal. De timing ziet er als volgt uit: Voorschotten 2015
Uitbetaald in
Voorschot kwartaal 1
Januari 2016
Voorschot kwartaal 2
April 2016
Voorschot kwartaal 3
Juli 2016
Voorschot kwartaal 4
Oktober 2016
2
BASISSUBSIDIE (TRAP 1) WAT IS DE BASISSUBSIDIE? BASISSUBSIDIE (TRAP
1)
De basissubsidie (of T1 subsidie) is de subsidie die kan toegekend worden aan een organisator voor kinderopvang met minstens 220 openingsdagen. Ze bestaat uit een bedrag per gesubsidieerde kinderopvangplaats per kalenderjaar.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT VAN DE BASISSUBSIDIE Het voorschot voor de basissubsidie wordt berekend op basis van:
het jaarbedrag T1 2016 bedraagt 578,37 euro per plaats per jaar.
de gesubsidieerde capaciteit binnen de subsidiegroep; -
Dit zijn de plaatsen waarvoor Kind en Gezin de subsidie effectief betaalt.
-
Als Kind en Gezin weet dat de gesubsidieerde capaciteit in het kwartaal zal veranderen, dan houden we daar rekening mee.
het aantal dagen binnen het kwartaal waarvoor de subsidiegroep recht heeft op de basissubsidie.
Formule voorschot basissubsidie
jaarbedrag ×gesubsidieerde capaciteit T1 ×
aantal dagen in het kwartaal met basissubsidie ×95% aantal dagen in het jaar
aantal dagen in het kwartaal met basissubsidie Voorbeeld jaarbedrag ×gesubsidieerde capaciteit T1 × ×95% aantal dagen in het jaar Subsidiegroep groepsopvang met 20 gesubsidieerde plaatsen basissubsidie.
Voorschot kwartaal 2: 578,37 × 20 ×
91 365
× 95% = 2739,73€
×95%
SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF (TRAP 2) Voorschot kwartaal 2: 578,37 × 20 ×
91 365
× 95% = 2739,73€
×95%
3
SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF (TRAP 2) WAT IS DE SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF?
SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF (TRAP 2)
De subsidie voor inkomenstarief is de subsidie die kan toegekend worden aan een organisator voor kinderopvang waar:
de gezinnen een prijs betalen op basis van het inkomen,
kinderen van bepaalde gezinnen voorrang krijgen en samen met kwetsbare gezinnen, minstens 20% van de opgevangen kinderen uitmaken.
Ze bestaat uit:
een subsidie op basis van de gemiddelde leeftijd van de medewerkers. Dit is een bedrag per gesubsidieerde plaats. Het is een forfaitair bedrag dat de organisator krijgt ongeacht de aan- of afwezigheid van de kinderen;
een prestatiesubsidie: dit bedrag krijgt de organisator op basis van de effectieve aanwezigheden van de kinderen;
deze subsidie wordt verrekend met het inkomenstarief dat de gezinnen aan de opvang betalen voor de effectieve aanwezigheden.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT VAN DE SUBSIDIE VOOR INKOMENSTARIEF Het voorschot is: 1. het deel op basis van de gemiddelde leeftijd; 2. + (plus) het deel op basis van de opvangprestaties; 3. – (min) het geschatte gefactureerde inkomenstarief aan de gezinnen. Met welke gegevens berekenen we de voorschotten van de subsidie voor inkomenstarief? We gebruiken per subsidiegroep voorschotparameters (zie verder). Dit zijn getallen die voor jouw organisatie zijn berekend op basis van de gegevens die je ons bezorgde. Met deze voorschotparameters schat Kind en Gezin het voorschot zo correct mogelijk in. Ze worden jaarlijks geactualiseerd bij de saldoberekening. Als we niet alle nodige gegevens hebben, omdat je bijvoorbeeld het jaar voordien nog geen subsidies kreeg, dan wordt een gemiddelde van de sector gebruikt. Voor groepsopvang zijn er 3 voorschotparameters: het prestatiepercentage, de gemiddelde leeftijd en het gemiddeld inkomenstarief. Het voorschot van het eerste kwartaal 2016 (betaald in januari 2016), is berekend met gegevens van het kalenderjaar 2014. Het voorschot van het tweede, derde en het vierde kwartaal 2016 is berekend met gegevens van het kalenderjaar 2015. Verandering voorschotparameters en herberekening voorschot op vraag Je kan een herberekening van je voorschot vragen. Kind en Gezin onderzoekt dan op basis van de meest actuele gegevens of een aanpassing van de voorschotparameters gerechtvaardigd is. Hoe je dit moet aanvragen kan je terugvinden op www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-babys-en-peuters/procedures-formulierensoftware/procedures-en-formulieren/#Voorschotten 4
1. DEEL GEMIDDELDE LEEFTIJD We berekenen het voorschot van het deel gemiddelde leeftijd op basis van de voorschotparameter ‘gemiddelde leeftijd’.
Hoe berekenen we de voorschotparameter ‘gemiddelde leeftijd’? We berekenen deze parameter op basis van de registratie van de medewerkers van de organisator op 1 januari. We houden rekening met het werkregime (deeltijds werken). We berekenen de gemiddelde leeftijd voor alle medewerkers groepsopvang van de organisator en is dus voor elke subsidiegroep groepsopvang dezelfde. Meer details over de berekening van de gemiddelde leeftijd, vind je in de brochure ‘info over de subsidie inkomenstarief’ op www.kindengezin.be, ga naar “Kinderopvang >Sector baby’s en peuter > Subsidie en financieel >Subsidie inkomenstarief”
Welke personen tellen mee? groepsopvang
de verantwoordelijken, de kinderbegeleiders en de personen die de verantwoordelijken dagdagelijks ondersteunen
Met welke gemiddelde leeftijd berekenen we de voorschotten? Jaarlijks bij de saldoberekening wordt de gemiddelde leeftijd geactualiseerd. Voor de berekening van het voorschot rekenen we met de meest actuele gemiddelde leeftijd:
Voorschot kwartaal 1 2016: gemiddelde leeftijd op 1 januari 2015
Voorschotten kwartaal 2,3 en 4 2016 en kwartaal 1 2017: gemiddelde leeftijd berekend bij het saldo van 2015
Hebben we de gegevens van 1 januari 2016 niet, dan gebruiken we een gemiddelde leeftijd van 30 jaar.
5
Jaarbedragen voor groepsopvang (bedragen 2016)
Hoogste tarief (T2A)
Gemiddelde leeftijd 20 jaar: 5.529,66 euro per plaats per jaar Per extra leeftijdsjaar boven de 20 jaar: 96,76 euro per plaats per jaar (max. 40 jaar bijkomend)
Laagste tarief (T2B)
Gemiddelde leeftijd 20 jaar: 2.721,36 euro per plaats per jaar Per extra leeftijdsjaar boven de 20 jaar: 47,62 euro per plaats per jaar (max. 40 jaar bijkomend)
Formule als de capaciteit onveranderd blijft
𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑇2 ×
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑇2 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 Jaarbedrag gem. leeftijd hoogste tarief 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 T2A =𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 Basisbedrag 20 jaar𝑇2 T2A + extra bedrag per 𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑇2 × × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 bijkomend leeftijdsjaar T2A
Jaarbedrag gem. leeftijd laagste tarief T2b = Basisbedrag 20 jaar T2B + extra bedrag per bijkomend leeftijdsjaar T2B
Voorbeeld deel gemiddelde leeftijd zonder capaciteitsverandering Een subsidiegroep groepsopvang heeft 20 gesubsidieerde plaatsen voor inkomenstarief aan het laagste tarief (T2B) en een gemiddelde leeftijd van 30 jaar.
Voorschot kwartaal 2: Het jaarbedrag gem. leeftijd = 2.307,80 + (10 x 40,38)= 2.711,60 Voorschot kwartaal 2 bedrag gem. leeftijd T2B: 2.711,60 × 20 ×
91 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 365 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛
× 95% = 12.844,81𝑒𝑢𝑟𝑜
Formule als de capaciteit verandert in de loop van kwartaal Voorschot kwartaal 2: Het jaarbedrag gem. leeftijd = 2.307,80 + (10 x 40,38)= 2.711,60 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 1 𝑖𝑛 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑇2 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 1 × × 95% + 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛91 𝑖𝑛𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 Voorschot kwartaal 2 bedrag gem. leeftijd T2B: 2.711,60𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 × 20 ×𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 × 95% 12.844,81𝑒𝑢𝑟𝑜 2 𝑖𝑛=𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 365 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑇2 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 2 × × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
Voorbeeld deel gemiddelde leeftijd met capaciteitsverandering Een subsidiegroep groepsopvang heeft op 1 april 30 gesubsidieerde plaatsen aan T2A-tarief. Op 5 april stijgt de 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 1 𝑖𝑛 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 gesubsidieerde capaciteit met 5 𝑇2 plaatsen. is 35 jaar. 𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥T2A 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 De 1 ×gemiddelde leeftijd op 1 januari × 95%2016 + 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝐽𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑔𝑒𝑚. 𝑙𝑒𝑒𝑓𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑥 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏. 𝑐𝑎𝑝 𝑇2 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 2 × Voorschot kwartaal 2:
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟𝑖𝑜𝑑𝑒 2 𝑖𝑛 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
Het jaarbedrag gem. leeftijd = 5.529,66 + (15x96,76)= 6.981,06 [6.981,06 𝑥 30 𝑥
4 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 87 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 × 95%] + [6.981,06 𝑥 35 𝑥 𝑥 95%] = 57.507,68 𝑒𝑢𝑟𝑜 365 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 365 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 6
Voorschot kwartaal 2: Het jaarbedrag gem. leeftijd = 5.529,66 + (15x96,76)= 6.981,06
2. DEEL PRESTATIES
Om het voorschot te berekenen, schatten we het aantal opvangprestaties in dat kwartaal met behulp van de voorschotparameter ‘prestatiepercentage’.
Het aantal prestaties voor de voorschotten = de gesubsidieerde capaciteit T2 x minimum aantal openingsdagen (220) x het prestatiepercentage.
Hoe wordt de voorschotparameter ‘prestatiepercentage’ berekend?
Het prestatiepercentage drukt de mate uit waarin de capaciteit wordt bezet met opvangprestaties.
We berekenen dit op basis van de gesubsidieerde capaciteit en de gekende opvangprestaties binnen de subsidiegroep van het afgelopen jaar.
We herleiden het aantal effectieve prestaties (= aanwezigheden per maand) naar volledige dagen. (hoe: zie verder)
Het prestatiebedrag is hetzelfde voor T2A als T2B plaatsen. Voor het deel prestaties maken we dus geen onderscheid.
Als de gesubsidieerde capaciteit T2 in de loop van het jaar verandert, dan houden we hiermee rekening.
Het prestatiepercentage wordt berekend per subsidiegroep en kan maximum 120% zijn.
Formule prestatiepercentage t
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 ℎ𝑒𝑟𝑙𝑒𝑖𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 × 100 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏𝑐𝑎𝑝. 𝑇2 𝑥 220
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 ℎ𝑒𝑟𝑙𝑒𝑖𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 × 100 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏𝑐𝑎𝑝. 𝑥 220 Welke prestaties tellen𝑇2mee?
Enkel de prestaties van locaties in een subsidiegroep inkomenstarief die met inkomenstarief werken;
Alle aanwezigheden van baby’s en peuters;
Als de locaties de ‘BO-vink’ op het formulier aanwezigheden hebben: de aanwezigheden van buitenschools opgevangen kinderen.
We houden geen rekening met gerechtvaardigde of ongerechtvaardigde afwezigheden omdat hiervoor geen prestatievergoeding betaald wordt.
7
Hoe herleiden we de prestaties?
Voor alle locaties met inkomenstarief Opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid minder dan 5 uur (1/2 dag)
60 %
Opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid van 5 uur tot minder dan 11 uur
100 %
(volle dag) Voor locaties in een subsidiegroep met subsidies voor flexibele groepsopvang T2 (met de ‘Flex vink’ op het formulier aanwezigheden) Flexibele opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid meer dan 11 uur (volle dag)
100%
Flexibele opvang Buitenschools: aanwezigheid meer dan 11 uur (volle dag)
100%
Enkel locaties die buitenschoolse opvang via het systeem van inkomenstarief mogen aanrekenen (BO vink) Buitenschoolse opvang: aanwezigheid minder dan 3 uur (1/3 dag)
40%
Buitenschoolse opvang: aanwezigheid van 3 uur tot minder dan 5 uur (1/2 dag)
60%
Buitenschoolse opvang: aanwezigheid van 5 uur tot minder dan 11 uur (volle
100%
dag)
Met welke prestatiepercentage berekenen we de voorschotten? Jaarlijks bij de saldoberekening wordt het prestatiepercentage geactualiseerd. Voor de berekening van het voorschot rekenen we met het meest actuele prestatiepercentage:
Voorschot kwartaal 1 2016: prestatiepercentage op basis van gegevens van subsidiejaar 2013
Voorschotten kwartaal 2,3 en 4 2016: prestatiepercentage op basis van gegevens van subsidiejaar 2014
Hebben we de gegevens van subsidiejaar 2015 niet, dan gebruiken we een prestatiepercentage van 70%. Het bedrag per prestatie Het bedrag per prestatie voor groepsopvang in 2016 bedraagt 23,37 euro Formule
𝑉𝑜𝑜𝑟𝑠𝑐ℎ𝑜𝑡𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 𝑥 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 ×
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑇2 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
Waarbij voorschotprestaties = gesubcap. T2 x 220 x prestatiepercentage
Voorbeeld Subsidiegroep groepsopvang met 20 gesubsidieerde plaatsen inkomenstarief (dit zijn zowel de T2A als de T2B plaatsen) en een prestatiepercentage van 85%. 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑇2 𝑉𝑜𝑜𝑟𝑠𝑐ℎ𝑜𝑡𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 𝑥 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 × × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 Waarbij voorschotprestaties = gesubcap. T2 x 220 x prestatiepercentage Voorschot kwartaal 2: Voorschotprestaties = 20 X 220 X 85%= 3.740 Voorschot kwartaal 2: 3.740 × 23,37 ×
91 365
× 95% = 20.701,53€
8
Voorschot kwartaal 2: Voorschotprestaties = 20 X 220 X 85%= 3.740 Voorschot kwartaal 2: 3.740 × 23,37 ×
91
× 95% = 20.701,53€
3. DEEL INKOMENSTARIEF Per subsidiegroep schatten we het deel inkomenstarief dat zal worden afgetrokken van het voorschot. De berekening gebeurt op basis van:
hetzelfde aantal prestaties als voor het deel prestaties (‘voorschotprestaties’);
de voorschotparameter ‘gemiddeld inkomenstarief’.
Hoe berekenen we de voorschotparameter ‘gemiddeld inkomenstarief’? Het gemiddeld inkomenstarief wordt berekend op basis van de som van het inkomenstarief en de herleide prestaties van het afgelopen jaar. Formule gemiddeld inkomenstarief
𝑠𝑜𝑚 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 ℎ𝑒𝑟𝑙𝑒𝑖𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠
Hoe herleiden we de prestaties?
𝑠𝑜𝑚 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 ℎ𝑒𝑟𝑙𝑒𝑖𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠
Voor alle locaties met inkomenstarief Opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid minder dan 5 uur
60% van het dagtarief
Opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid van 5 uur tot minder
100% van het dagtarief
dan 11 uur Voor locaties in een subsidiegroep met subsidies voor flexibele groepsopvang T2 (met de ‘Flex vink’ op het formulier aanwezigheden) Flexibele opvang Baby’s en peuters: aanwezigheid meer dan 11
160% van het dagtarief
uur Flexibele opvang Buitenschools: aanwezigheid meer dan 11 uur
160% van het dagtarief
Enkel locaties die buitenschoolse opvang via het systeem van inkomenstarief mogen aanrekenen (BO vink) Buitenschoolse opvang: aanwezigheid minder dan 3 uur
40% van het dagtarief
Buitenschoolse opvang: aanwezigheid van 3 uur tot minder dan 5
60% van het dagtarief
uur Buitenschoolse opvang: aanwezigheid van 5 uur tot minder dan
100% van het dagtarief
11 uur
9
Hoe wordt de som van het inkomenstarief berekend?
We maken de berekening per kind en per maand op basis van het dagtarief van het kind en het aantal prestaties rekening houdend met de opvangduur.
Opgelet! 1,57 euro is het absolute minimumtarief, ongeacht de opvangduur.
We tellen enkel de effectieve aanwezigheden mee.
De gerechtvaardigde en de niet-gerechtvaardigde afwezigheden worden niet meegeteld.
We tellen de bedragen van de verschillende maanden van alle kinderen op.
Voorbeeld voor een gezin dat 20,25 euro per dag betaalt. Het kind is in de maand mei 15 volle dagen en 7 halve dagen aanwezig [15𝑥 20,25 ]+[7 𝑥 20,25 𝑥 60%] Het inkomenstarief voor dit kind in mei is 388,80 euro.
Met welke gemiddeld inkomenstarief berekenen we de voorschotten? Jaarlijks bij de saldo-berekening wordt het gemiddeld inkomenstarief geactualiseerd. Voor de berekening van het voorschot rekenen we met het meest actuele gemiddeld inkomenstarief:
Voorschot kwartaal 1 2015: gemiddeld inkomenstarief op basis van gegevens van subsidiejaar 2013
Voorschotten kwartaal 2,3 en 4 2015: gemiddeld inkomenstarief op basis van gegevens van subsidiejaar 2014
Hebben we de gegevens subsidiejaar 2015 niet dan gebruiken we een gemiddeld inkomenstarief van 13,86 euro. Formule
𝑉𝑜𝑜𝑟𝑠𝑐ℎ𝑜𝑡𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 𝑥 𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 ×
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑇2 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
Waarbij voorschotprestaties = gesubcap. T2 x 220 x prestatiepercentage
Voorbeeld Subsidiegroep met voorschotprestaties van 3.740 en een gemiddeld inkomenstarief van13 euro. 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑇2 𝑉𝑜𝑜𝑟𝑠𝑐ℎ𝑜𝑡𝑝𝑟𝑒𝑠𝑡𝑎𝑡𝑖𝑒𝑠 𝑥 𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 × × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 Waarbij voorschotprestaties = gesubcap. T2 x 220 x prestatiepercentage Bedrag inkomenstarief : 3.740 × 13 ×
91 365
× 95% = 11.515,61€
4. HET TOTALE VOORSCHOT INKOMENSTARIEF91UIT HET VOORBEELD Bedrag inkomenstarief : 3.740 × 13 ×
365
× 95% = 11.515,61€
Deel gemiddelde leeftijd + deel prestaties - deel inkomenstarief = 12.844,81 + 20.701,53 − 11.515,61 = 22.030.73
10
PLUSSUBSIDIE (TRAP 3) Deel gemiddelde leeftijd + deel prestaties - deel inkomenstarief = 12.844,81 + 20.701,53 − 11.515,61 = 22.030.73
PLUSSUBSIDIE (TRAP 3) 4.1
PLUSSUBSIDIE (TRAP 3) WAT IS DE PLUSSUBSIDIE? De plussubsidie (Trap 3) is de subsidie die kan toegekend worden aan een organisator voor kinderopvang:
die kwetsbare gezinnen ondersteunt
waar kinderen van deze gezinnen voorrang krijgen en minstens 30% van de opgevangen kinderen uitmaken.
Deze subsidie bestaat uit een bedrag per gesubsidieerde kinderopvangplaats per kalenderjaar.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT VAN DE PLUSSUBSIDIE Het voorschot voor de plussubsidie wordt berekend op basis:
het jaarbedrag T3 2016 van 647,50 euro per plaats per jaar
de gesubsidieerde capaciteit binnen de subsidiegroep. -
Dit zijn de plaatsen waarvoor Kind en Gezin de subsidie effectief betaalt.
-
Als Kind en Gezin weet dat de gesubsidieerde capaciteit in het kwartaal zal veranderen, dan houden we daar rekening mee.
het aantal dagen binnen het kwartaal waarvoor de subsidiegroep recht heeft op plussubsidie.
Formule
𝑗𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 × 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏𝑠𝑖𝑑𝑖𝑒𝑒𝑟𝑑𝑒 𝑐𝑎𝑝𝑎𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 𝑇3 ×
Voorbeeld 𝑗𝑎𝑎𝑟𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 × 𝑔𝑒𝑠𝑢𝑏𝑠𝑖𝑑𝑖𝑒𝑒𝑟𝑑𝑒 𝑐𝑎𝑝𝑎𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 𝑇3 ×
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑚𝑒𝑡 𝑝𝑙𝑢𝑠𝑠𝑢𝑏𝑠𝑖𝑑𝑖𝑒 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑘𝑤𝑎𝑟𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑚𝑒𝑡 𝑝𝑙𝑢𝑠𝑠𝑢𝑏𝑠𝑖𝑑𝑖𝑒 × 95% 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛 𝑖𝑛 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟
Subsidiegroep groepsopvang met 10 gesubsidieerde plaatsen plussubsidie
Voorschot kwartaal 2: 647,50 × 10 ×
91 365
× 95% = 1.533,60€
SUBSIDIE FLEXIBELE GROEPSOPVANGVoorschot kwartaal 2: 647,50 × 10 ×
91 365
× 95% = 1.533,60€
11
SUBSIDIE FLEXIBELE GROEPSOPVANG SUBSIDIE FLEXIBELE GROEPSOPVANG
WAT IS DE SUBSIDIE FLEXIBELE GROEPSOPVANG (FLEX T1)? De subsidie flexibele groepsopvang is de subsidie voor kinderopvang op flexibele openingstijden in een kinderopvanglocatie voor groepsopvang. Flexibele openingstijden: een openingstijd van minstens 30 minuten voor 7 uur, minstens 30 minuten na 18 uur, op een weekenddag, op een feestdag of op een of meer dagen boven op de 220 openingsdagen die minimaal vereist zijn voor een basissubsidie.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT FLEXIBELE GROEPSOPVANG Het voorschot van de subsidie flexibele groepsopvang wordt berekend op basis van:
het jaarbedrag van 113,64 euro per plaats per jaar (2016);
de gesubsidieerde capaciteit Flex T1 binnen de subsidiegroep; Dit zijn de plaatsen waarvoor Kind en Gezin de subsidie effectief betaalt. Als Kind en Gezin weet dat de gesubsidieerde capaciteit in het kwartaal zal veranderen, dan houden we daar rekening mee.
het aantal dagen binnen het kwartaal waarvoor de subsidiegroep recht heeft op de subsidie flexibele groepsopvang.
Formule
jaarbedrag Flex T1 x gesub. cap Flex T1 x
aantal dagen in het kwartaal met subsidie flexT1 x 95% aantal dagen in het jaar
jaarbedrag Flex T1 x gesub. cap Flex T1 x
aantal dagen in het kwartaal met subsidie flexT1 x 95% aantal dagen in het jaar
Voorbeeld
Subsidiegroep met 20 gesubsidieerde plaatsen flexibele groepsopvang.
Voorschot kwartaal 2: 113,64 x 20 x
91 x 95% = 538,31€ 365
SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN GROEPSOPVANGVoorschot kwartaal 2: 113,64 x 20 x
91 365
x 95% =
538,31€
12
SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN GROEPSOPVANG SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN GROEPSOPVANG WAT IS DE SUBSIDIE FLEXIBELE URENPAKKETTEN (FLEX T2)? De subsidie flexibele urenpakketten groepsopvang is de subsidie voor kinderopvangprestaties op flexibele openingstijden, voor een aantal urenpakketten die Kind en Gezin toekent. Flexibele openingstijden: een openingstijd van minstens 30 minuten voor 7 uur, minstens 30 minuten na 18 uur, op een weekenddag, op een feestdag of op een of meer dagen boven op de 220 openingsdagen die minimaal vereist zijn voor een basissubsidie.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT FLEXIBELE URENPAKKETTEN (FLEX T2) Het voorschot van de subsidie flexibele urenpakketten groepsopvang wordt berekend op basis van:
het jaarbedrag Flex T2 van 2.660,41 euro per urenpakket per jaar (2016);
de gesubsidieerde capaciteit Flex T2 urenpakketten van de subsidiegroep; Dit zijn de urenpakketten waarvoor Kind en Gezin de subsidie effectief betaalt. Als Kind en Gezin weet dat de gesubsidieerde capaciteit in het kwartaal zal veranderen, dan houden we daar rekening mee.
het aantal dagen binnen het kwartaal waarvoor de subsidiegroep recht heeft op de subsidie flexibele urenpakketten.
Formule
jaarbedrag Flex T2 x gesub. cap. Flex T2 x
aantal dagen in het kwartaal met subsidie Flex T2 x 95% aantal dagen in het jaar
Voorbeeld aantal dagen in het kwartaal met subsidie Flex T2 jaarbedrag Flex T2 x gesub. cap. Flex T2 x x 95% aantal dagen in het jaar Subsidiegroep met 10 gesubsidieerde flexibele urenpakketten.
Voorschot kwartaal 2: 2.660,41 x 10 x
91 x 95% = 6.301,16€ 365
SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANGVoorschot kwartaal 2: 2.660,41 x 10 x
91 365
x 95% =
6.301,16€
13
SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG
WAT IS DE SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG?
De subsidie voor structurele inclusieve kinderopvang kan worden toegekend aan een organisator voor de structurele uitbouw van inclusieve kinderopvang binnen een kinderopvanglocatie. De subsidie wordt toegekend aan een subsidiegroep. Bovenop deze subsidie krijgt de organisator de subsidie voor individuele inclusieve opvang. Hiervoor worden geen voorschotten betaald.
DE BEREKENING VAN HET VOORSCHOT VAN DE SUBSIDIE STRUCTURELE INCLUSIEVE OPVANG Het voorschot wordt berekend op basis van:
het jaarbedrag subsidie structurele inclusieve opvang 2016 bedraagt 2.891,49 euro per plaats per jaar.
de gesubsidieerde capaciteit binnen de subsidiegroep;
het aantal dagen binnen het kwartaal waarvoor de subsidiegroep recht heeft op de subsidie structurele inclusieve opvang.
Formule voorschot subsidie structurele inclusieve opvang
jaarbedrag ×cap. structurele incl. opvang ×
aantal dagen in het kwartaal met struc. incl. opvang ×95% aantal dagen in het jaar
aantal dagen in het kwartaal met struc. incl. opvang Voorbeeld jaarbedrag ×cap. structurele incl. opvang × ×95% aantal dagen in het jaar Subsidiegroep groepsopvang met 4 plaatsen structurele inclusieve opvang.
Voorschot kwartaal 2: 2.891,49 × 4 ×
91 365
× 95% = 2.739,30€
×95%
BIJLAGE: VOORBEELD BETAALBRIEF VOORSCHOTVoorschot kwartaal 2: 2.891,49 × 4 ×
91 365
× 95% =
2.739,30€ ×95%
14
BIJLAGE: VOORBEELD BETAALBRIEF VOORSCHOT Pagina 1 van 2
Subsidiegroep
100-GROEP-ANTWERPEN (100000)
Klantenbeheerder
Naam klantenbeheerder
Voorbeeld van de betaalbrief met bijlage voorschot
telefoonnummer e-mailadres
Gestort op rekening: BE00 0000 0000 0000 Datum: 30-06-2016 1
Bedrag (EUR): 60.237,81
Subsidiejaar
Kwartaal
2015
3
Betaalreden
Het bedrag dat wordt uitbetaald.
Kwartaalvoorschot B&P - subsidie
Betaaltype:
Bedrag (EUR) 78.835,24
Het totale voorschot van de subsidies
Subsidiegroeptype: Groepsopvang Subsidietype Basissubsidie
Voorschot per subsidiecomponent
Subsidie struct. incl. kinderopvang
Subsidiejaar
Kwartaal
2015
3
3.462,30 2.769,49
Subsidie voor inkomenstarief - leeftijd - tarief A
42.949,20
Subsidie voor inkomenstarief - prestaties
26.469,05
Uurpakketten flex 2
Bedrag (EUR)
3.185,20
Betaalreden
Bedrag (EUR)
Kwartaalvoorschot
-18.597,43
Betaaltype: B&P - inkomenstarief Groepsopvang Voorschot van het inkomenstarief Subsidiegroeptype: Subsidietype Inkomenstarief
Het negatieve bedrag wordt afgetrokken van het voorschot van de subsidies.
Bedrag (EUR) -18.597,43
15
Pagina 2 van 2
BIJLAGE 1 - SUBSIDIEGROEP 100000 Type Bijlage : Kwartaalvoorschot Jaar : 2016
Subsidie (EUR) :
78.835,24
Inkomenstarief (EUR) :
-18.597,43
Kwartaal :
3
-
Onderstaande gegevens werden gebruikt voor de berekening van het bedrag van het voorschot Gemiddelde leeftijd Prestatiepercentage
37
De voorschotparameters die gebruikt werden voor het berekenen van het voorschot
86
Gemiddeld inkomenstarief
16,42
- De basisbedragen van subsidies en van andere financiële tegemoetkomingen zijn te vinden op de website: http://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-babys-en-peuters/subsidies-enfinancieel/subsidiebedragen
Versie 8 juni 2015
VOORSCHOTTEN|16