Brochure Leergang Pensioenrecht - najaar 2014 Het belang van Pensioenrecht Het onderwerp pensioen kent een enorme juridische verdichting. De juridische dimensie van pensioen is de laatste jaren heel snel en sterk toegenomen. Er is veel nieuwe wet- en regelgeving, rechtspraak en regels van de toezichthouders. Een juridische correcte opzet van pensioenregelingen en juridisch juist handelen van de pensioenuitvoerders is van groot belang. Het risico van onverwachte, boven-reglementaire, claims, van aansprakelijkheid en van maatregelen van de toezichthouders ligt om de hoek bij overtreding van wet- en regelgeving. Zonder kennis van het pensioenrecht is geen goed pensioenadvies te geven. Het juridische kader van Pensioenrecht Het pensioenrecht is deel verankerd in de traditionele pensioenwetten: de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Maar het pensioenrecht is breed en raakt diverse andere rechtsgebieden, zoals het verzekeringsrecht, het cao-recht, het rechtspersonenrecht. Hiernaast zijn er specifieke pensioenwetten, zoals de Wet verevening pensioenrechten bij de scheiding, de Wet privatisering ABP, de AOW. Ook zijn voor pensioen relevante bepalingen te vinden in het Burgerlijk Wetboek, in de Werkloosheidswet, in de Faillissementswet, in de Wet op de Ondernemingsraden. Tot slot is het Europese recht van steeds meer betekenis. Dit maakt Pensioenrecht veelzijdig, ingewikkeld en uitdagend. Doel Leergang Pensioenrecht De leergang Pensioenrecht biedt inzicht in actuele wet- en regelgeving, in de systematiek en achtergronden en met name ook de toepassing van de theorie op praktijkcasussen. Na afronding van de leergang zijn cursisten in staat om pensioenvraagstukken zelfstandig te behandelen, de pensioenjuridische en basale fiscale problemen te onderkennen, alsmede relevante wet- en regelgeving en rechtspraak toe te passen op complexe pensioenvraagstukken. Inhoud van de leergang De leergang Pensioenrecht concentreert zich op pensioenregelingen die onder de werking van de Pensioenwet vallen, alsmede op de verplichtstelling van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Het aangaan van een pensioenovereenkomst, de inhoud, de uitvoeringsverplichting, de uitvoeringsovereenkomst, de rechten en plichten van uitvoeringsinstellingen en de rechten werknemers en overige belanghebbenden worden uitgediept, steeds in wisselwerking met het brede terrein van het recht zoals hierboven beschreven. De inhoud en systematiek van de verplichtstelling van deelneming in bedrijfstakpensioenfondsen wordt uitgediept, evenals vrijstellingsvraagstukken.
Actueel De inhoud van de leergang pensioenrecht wordt telkens geactualiseerd. Zo is de cursist op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen. Bovendien wordt in combinatie met de leergang een nieuwsbrief verspreid waarin actualiteiten in wetgeving, beleid, toezicht en rechtspraak op de onderwerpen van de leergang gemeld worden, meestal met een kort commentaar. Uiteraard worden de volgende actuele onderwerpen in ieder geval behandeld in de leergang: -
Het reële pensioencontract; Invaarproblematiek; Wijziging pensioenregeling in verband met fiscale beperkingen; Nieuwe bestuursmodellen; Nieuwe pensioenuitvoerders als PPI en API; Gevolgen niet aanmelden deelnemers; Rechtspraak over verjaring; Rechtspraak over vrijstelling verplicht Bpf; Invulling van de normen uit de Pensioenwet door toezichthouders; De ZZP’er in het pensioenrecht; De invloed van EU-richtlijnen; Het toepasselijk recht bij grensoverschrijdende pensioenregelingen; En andere actualiteien.
Examen en werkstuk De leergang Pensioenrecht kent vier modules. Modules 1, 2 en 3 worden met een schriftelijk examen afgesloten. Ter finale afronding van de leergang schrijven de cursisten een werkstuk dat zij in een openbare zitting ten overstaan van een examencommissie verdedigen. De gemiddelde studiebelasting voor het schrijven van een paper voor de leergang bedraagt 56 uur. Titel CPL Na het met succes afgerond hebben van de leergang wordt aan juristen de privaatrechtelijk beschermde titel ‘Certified Pension Lawyer’ toegekend. Zij zijn dan gerechtigd de afkorting CPL achter hun naam te voeren, indien en zolang zij vervolgens (blijven) voldoen aan de voorwaarden van Permanente Educatie. Tevens kunnen zij zich laten opnemen in het ‘Register van gecertificeerde pensioenjuristen’, alsmede kunnen zij lid worden van de Vereniging van Pensioenjuristen. Degenen die de leergang volgen kunnen aspirant lid worden van deze vereniging. Toegang en titel voor niet-juristen Voor niet-juristen die zich in het pensioenrecht willen verdiepen is de leergang toegankelijk nadat in overleg met de cursuscoördinator - op basis van verstrekte gegevens omtrent kennis en ervaring - is vastgesteld dat de leergang met goed resultaat gevolgd kan worden. Na het behalen van het diploma wordt aan niet-juristen de privaatrechtelijk beschermde titel ‘Certified Pension Consultant’ toegekend. Zij zijn dan gerechtigd de afkorting CPC achter hun naam te voeren. Tevens kunnen zij zich laten opnemen in het ‘Register van gecertificeerde pensioenconsultants’.
Toezicht De leergang Pensioenrecht staat onder leiding van prof. dr. E. Lutjens, hoogleraar pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht en advocaat DLA Piper N.V. te Amsterdam. Het toezicht op de in de toekomst in te voeren permanente opleiding zal door de Stichting Permanente Opleiding Pensioenjuristen worden georganiseerd. Opzet van de leergang De leergang Pensioenrecht is opgebouwd uit 24 inhoudelijke colleges, verdeeld over drie modules. Na afloop van elke module vindt een schriftelijke toetsing plaats. De examens zijn zoveel mogelijk gericht op het toepassen van opgedane kennis op in de pensioenpraktijk relevante casusposities. Dit kan omvatten het opstellen van een onderdeel van een pensioenreglement of het opstellen van een advies. De vierde en laatste module omvat het schrijven van een werkstuk over een afgebakend onderwerp en de presentatie daarvan. Hiermee wordt de leergang in zijn geheel afgerond. De leergang beoogt inhoudelijke kennis van het pensioenrecht over te brengen, de praktijk daarbij scherp in het oog houdend. Tijdens de colleges is er ruimte voor het bespreken van actuele ontwikkelingen en de juridische betekenis daarvan. Hierbij kan men denken aan recente rechtspraak, een recent wetsvoorstel of een beleidsregel van bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank (DNB) of van het ministerie van Financiën. Juridische actualiteiten worden ook bekend gemaakt via de elektronische leeromgeving van de Vrije Universiteit, Blackboard. Deelnemers in de leergang krijgen hier toegang toe. Interactie is tijdens de colleges een belangrijk doel: cursisten worden gestimuleerd om aan de hand van vragen, praktijkcases, rechtspraak en artikelen vragen te stellen, mee te denken en te discussiëren. Het cursusmateriaal bestaat uit het basisboek ‘Pensioenwet – analyse en commentaar’ aangevuld met actualiteiten uit tijdschriften, wetgeving, rechtspraak, beleidsregels en overige relevante literatuur. Ook ontvangen cursisten bij aanvang van de cursus het meest actuele exemplaar van de wettekstbundel ‘Pensioenwetgeving’. Het materiaal wordt tijdig aan de cursist uitgereikt. Per college is duidelijk aangegeven wat men dient te bestuderen en welke literatuur aanbevolen wordt. Voor de duur van de leergang ontvangen de cursisten een abonnement op het tijdschrift ‘Pensioenjurisprudentie’, alsmede op het tijdschrift ‘Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken’. Hiermee worden de cursisten op de hoogte gebracht van actuele ontwikkelingen in het pensioenrecht. De leergang wordt bovendien ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard, waarop aanvullingen op literatuur, powerpointpresentaties, collegesheets en andere relevante stukken worden geplaatst. Ook dient Blackboard als middel om met elkaar te corresponderen en op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Alle cursisten en oud-cursisten van de leergang hebben toegang tot een discussieforum, waarop met regelmaat vragen en stellingen worden geplaatst. Via Blackboard kan hierover onderling worden gediscussieerd. Ook relevant pensioenjuridisch nieuws wordt via Blackboard bekend gemaakt. Vanwege de opbouw van de leergang is het niet mogelijk om in een latere module in te stappen.
Programma Hieronder is een beschrijving per module opgenomen van het gehele programma van de Leergang Pensioenrecht met vermelding van de onderwerpen die behandeld worden. Module 1 College I Pensioenovereenkomst in de Pensioenwet - Begrippen, grondslagen tot stand komen
Begrip pensioenovereenkomst, vereisten voor totstandkoming, de toegang tot de pensioenovereenkomst, de inbedding in het arbeidsrecht en CAO-recht; pensioenafspraken en vertrouwensbescherming; mededelings- en informatieplichten. De pensioenovereenkomst als onderdeel van de driepartijenverhouding op pensioenterrein. Het begrip pensioen, pensioen versus VUT, diverse karakters van pensioenovereenkomsten (uitkering, kapitaal en premie). Pensioenregelingen waarop de Pensioenwet geen betrekking heeft. College 2 Pensioenovereenkomst in de Pensioenwet - Inhoud en verplichtingen Inhoud van de pensioenovereenkomst, keuze ouderdomspensioen c.q. nabestaandenpensioen, vermoeden aanbod, keuringenverbod, voorwaarden en voorbehouden, evenredige opbouw en financiering, premiebetaling en gevolgen betalingsachterstand en verjaring. College 3 Gelijke behandeling bij toetreding tot en inhoud van pensioenregelingen De verschillende discriminatiegronden, de toepasselijke regelgeving, de toepassing op pensioenregelingen en de grenzen van gelijke behandeling. Ingegaan wordt op het verbod tot ongelijke behandeling op grond van geslacht (m/v), deeltijdarbeid, contract bepaalde tijd, handicap en chronische ziekten, leeftijd en de rol van actuariële factoren daarbij. De bewijsvoering en de rechtvaardigingsgronden worden besproken. Ook wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van pensioenuitvoerders voor ongelijke behandeling. College 4 Pensioenuitvoerders en uitvoeringsovereenkomst - bevoegdheden, taakafbakening, inhoud; relatie verzekeringsrecht Behandeld worden de verschillende soorten van pensioenuitvoerders en hun bevoegdheden. De begrenzing van de bevoegdheden van pensioenfondsen komt hierbij ook aan bod. Centraal staan de onderwerpen: de uitvoeringsovereenkomst en uitvoeringsreglement, het werkgebied van pensioenuitvoerders, de beperking in activiteiten voor een pensioenfonds, de taakafbakening tussen pensioenfonds en verzekeraars, nevenactiviteiten door pensioenfondsen, uitbestedingsegels. Ook wordt de API aangestipt. College 5 Bestuur en beheer - organisatie en inrichting pensioenfondsen, bestuur, deelnemersraden, governance Samenstelling pensioenfondsbesturen, positie gepensioneerden, medezeggenschap gepensioneerden bij verzekeraars, de Raad van Toezicht, visitatie en Belanghebbendenorgaan. regels Goed Pensioenfondsbestuur, vetorechten, verhouding Bestuur en directie, onafhankelijkheid (van het functioneren van) pensioenfondsbesturen, bescherming werknemers in besturen, bestuur gesloten fonds, rol van actuaris en accountant.
College 6 Bestuurdersaansprakelijkheid voor pensioenverplichtingen Centraal staat de aansprakelijkheid van bestuurders van pensioenfondsen. Aansprakelijkheid van werkgevers/bestuurders voor de besteding van ingehouden pensioenpremies (inkoop verzekering) en aan art. 23 Wpf (melding betalingsonmacht en hoofdelijke aansprakelijkheid tegenover bedrijfstakpensioenfonds). College 7 Verplichte Bedrijfstakpensioenfondsen, achtergrond, werkingssfeer Verplichtstelling van deelneming, rechtsgevolg, werkingssfeerproblematiek doorsnee premie, uitvoering van meer dan een regeling, vrijwillige voorzieningen, markt en overheid bepalingen, vrijstellingen. Bijzonder aandacht is er ook voor de verplichtstelling en uitzendovereenkomsten en pay-roll bedrijven. College 8 Verplichte bedrijfstakpensioenfondsen - vrijstellingen Gevallen waarin vrijsteling kan worden verkregen, rechtsbesherming, intrekken vrijstelling, cassussen en rechtspraak. College 9 (tot 14.00 uur, inclusief lunch) 1. Toezicht - bevoegdheden toezichthouders De rol, taak en bevoegdheden van De Nederlandsche Bank, de verhouding in het toezicht tussen De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, beleidsregels, vrijstellingen, sancties, rechtsbescherming. 2. Actualiteiten, behandeling proefexamen en examentraining Toets Module 1
Module 2 College 10 Wettelijke Sociale Zekerheidspensioenen, verzekeringsplicht en uitkeringen AOW en Anw, alsmede kernpunten van de Wia, kring van gerechtigden, uitkeringen, samenloopbepalingen, internationale aspecten. College 11 Fiscale behandeling - begrip pensioenregeling in Wet LB Systeem Wet Loonbelasting, toegelaten pensioensystemen, beschikbare premie- en streefregelingen, de staffels, pensioenleeftijd, vut en pre-pensioen, toegelaten uitvoerders, mede in internationaal perspectief. College 12 Informatieverplichtingen – welke, wanneer en rechtsgevolgen en pensioenregister. Aansprakelijkheid voor foutieve informatie en betekenis disclaimer Inzicht verkrijgen in de informatie die een pensioenuitvoerder en werkgever dient te verstrekken aan een begunstigde van pensioen. Begrijpen waarom deze informatie verstrekt dient te worden. Inzicht verkrijgen in open normen die een rol spelen bij de beoordeling van de juistheid van te verstrekken/verstrekte informatie. Elektronische informatieverstrekking in verband met de veegwet. College 13 Wijziging pensioenregeling deel 1, procedure en inhoudelijke vraagstukken De diverse juridische aspecten van het wijzigen van de pensioenregeling worden behandeld (de formele en de materiële aspecten). Welke procedure wordt gevolgd bij het wijzigen van de pensioenregeling? Wat is de rol van de ondernemingsraad, die van het pensioenfonds en die van de individuele werknemer? Wat kunnen de gevolgen zijn van een wijziging van een pensioenregeling voor de opgebouwde pensioenen? Kunnen opgebouwde aanspraken worden aangetast? Kan een indexatieregeling worden gewijzigd? Overgangsmaatregelen. College 14 Wijziging pensioenregeling deel 2, casuïstiek College 15 1. Procesrecht (tot 14.00 uur, inclusief lunch) Rechtspraak, arbitrage en (interne) geschillenregelingen De procesvoering in pensioenzaken, bevoegde rechter (civiele rechter, bestuursrechter), bijzondere bevoegdheidsvraagstukken, bijzondere rechtspleging (arbitrage, bindend advies), geschillen met de toezichthouder, geschillen met verplichte bedrijfstakpensioenfondsen. Ook de bevoegdheid van klachtinstanties en interne geschillenregelingen komen aan de orde. 2. Actualiteiten, behandeling proefexamen en examentraining Toets Module 2
Module 3 College 16 1. Einde deelneming Wanneer is er een einde deelneming, premievrije aanspraak, toeslagen, recht op voortzetting, overnemen premiebetaling door UWV. 2. Waardeoverdracht Vraagstukken over individuele en collectieve waardeoverdracht, nationale en internationale waardeoverdracht, recht en bevoegdheid, inclusief invaren. College 17 Fusie en overname – de pensioengevolgen Diverse fusievarianten en de pensioengevolgen, bedrijfsovername, aandelenoverdracht, fusie en splitsing. Moet de pensioenregeling worden voortgezet of zijn andere oplossingen mogelijk. Mogelijkheid tot blijvende aansluiting bij de pensioenuitvoerder. Gevolgen van een fusie of overname voor de vrijstelling van een bedrijfstakpensioenfonds. Formulering van een pensioenartikel in een overnamecontract. College 18 1. Vrijwillige deelneming, voortzetting en Keuzeopties 2. Korten en tekorten juridisch beschouwd 3. Nabespreking toets module 2 College 19 Verslaglegging pensioenen – impact regelingen en jaarverslaglegging De betekenis van de Interrnational Accounting Standards (IAS) en Richtlijnen voor Jaarverslaggeving voor de vormgeving van pensioenregelingen en de hieruit volgende aansprakelijkheid. De relevantie van het onderscheid tussen defined benefit en defined contribution regelingen. College 20 Echtscheiding – pensioenverweer, pensioenverevening en andere pensioenaspecten Pensioenverweer, pensioenverevening en andere basisbegrippen echtscheidingsrecht, Wet pensioenverevening bij scheiding, toepasselijkheid en uitzonderingen, relatie pensioen en alimentatie. College 21 De Europese pensioen instellingen en de IORP’s In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de Europese pensioen instellingen, de IORPs. Wat zijn dit voor instellingen? Aan welk regelgevend kader zijn zij onderhevig? Wat zijn de grensoverschrijdende hindernissen en welke EU-rechtelijke problemen komen we tegen? Wat zijn de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot de herziening van de IORP – richtlijn?
College 22 Doorwerking EU recht in Nederlands pensioenrecht, toepasselijk recht bij grensoverschrijdende arbeid en grensoverschrijdende uitvoering College 23 Mededingingsrecht Begrip onderneming, concentratietoezicht, machtspositie Betekenis van de Mededingingswet op pensioenterrein. College 24 1. Recente ontwikkelingen pensioenrecht - actualiteitencollege De actuele ontwikkelingen en inzichten betreffende de Pensioenwet die voortkomen uit wetgeving, rechtspraak of literatuur zullen worden behandeld. 2. Behandeling proefexamen en examentraining. Toets Module 3 Module 4 De cursist schrijft een werkstuk over een pensioenrechtelijk onderwerp, waarmee de cursist aantoont in staat te zijn zelfstandig een (afgebakende) pensioenjuridische probleemstelling te formuleren en analyseren. Het werkstuk wordt openbaar verdedigd ten overstaan van de examencommissie. Waar mogelijk kan het werkstuk geschreven worden in een vorm die het geschikt maakt voor publicatie in een tijdschrift. Zo is een aantal werkstukken de afgelopen jaren gepubliceerd in het “Pensioenvraagstukken”. Om aan module 4 deel te nemen dienen de examens in module 1, 2 en 3 met een voldoende afgerond te zijn. Inleveren definitieve versie paper: 29 september 2015 Presentatiedag: 10 november 2015
Docenten Mr. L.H. Blom CPL, senior pensioenjurist bij Syntrus Achmea Mr. P. Borsjé, advocaat bij Clifford Chance LLP te Amsterdam Mr. H.P. Breuker, hoofd Pensioenadvies bij TPK Pensioen te Groningen M. Delsman Msc., Deloitte Financial Advisory Services B.V. Mr. B. Degelink CPL, advocaat bij DLA Piper N.V. te Amsterdam Mr. J.J. Dijkstra, pensioenjurist bij Sprenkels & Verschuren te Amsterdam Mw. mr. P.B. Gaasbeek, advocaat bij Bird & Bird Advocaten LLP Prof. mr. drs. M. Heemskerk, bijzonder hoogleraar Pensioenrecht Radboud Universiteit te Nijmegen en advocaat bij OF Blom advocaten Mr. W.H. van Heest CPL, advocaat bij Van Heest Advocatuur B.V. Prof. mr. H.M. Kappelle, bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en directeur AEGON Adfis, adviesgroep juridische en fiscale zaken Mr. J.G.C. Kok CPL, toezichthouder jurist pensioenfondsen bij De Nederlandsche Bank N.V. te Apeldoorn Mr. S.H. Kuiper, onderzoeker Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam, Expertisecentrum Pensioenrecht Drs. M. van Luijk RA, director Deloitte Accountants B.V. Prof. dr. E. Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht en advocaat DLA Piper N.V. te Amsterdam. Mr. dr. H. van Meerten, advocaat bij Clifford Chance LLP Mr. W.P.M. Thijssen, advocaat bij Thijssen Pensioen Advocaten Mw. mr. M.J.C.M. van der Poel, promovendus pensioenrecht, Expertisecentrum Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Prof. dr. G.J. Vonk, hoogleraar Sociaal Zekerheidsrecht Universiteit Groningen Mr. I.R.W. Witte, promovendus pensioenrecht, Expertisecentrum Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Mw. prof. mr. S.F.M. Wortmann, lid Raad van State, raadsheer-plaatsvervanger gerechtshof Amsterdam, bijzonder hoogleraar personen-, familie- en jeugdrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Aanvullende informatie Cursusleiding Prof. dr. E. Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht en advocaat DLA Piper N.V. te Amsterdam. Aanvang leergang
De leergang start op dinsdag 16 september
Aantal dagdelen
24 college- en 3 examenbijeenkomsten van 09.30 - 12.30 uur. Daarnaast dient u rekening te houden met een bijeenkomst voor de presentatie van uw eindwerkstuk.
Doelgroep
De leergang richt zich op juristen die zich het pensioenrecht eigen willen maken of hun inzicht in het pensioenrecht willen verdiepen. Hiermee is de leergang geschikt voor personen werkzaam in de pensioenadvieswereld, bij pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, administratiekantoren, vakbonden, werkgeversorganisaties, ministeries, advieslichamen en banken.
Daarnaast is uit ervaring van oud-cursisten van de leergang gebleken dat de opleiding ook geschikt is voor personen werkzaam bij consultancy-organisaties, actuariële advieskantoren, fiscale advieskantoren, accountantskantoren, voor leden van deelnemersraden en ondernemingsraden, bestuursleden en beleidsbepalers van pensioenfondsen en voor personen werkzaam in de rechtshulpverlening zoals advocatuur en rechtsbijstandverzekeraars. Ook niet juristen hebben toegang tot de leergang indien zij aantonen door opleiding en ervaring voldoende bagage te hebben om de leergang succesvol af te kunnen ronden. Locatie
De colleges vinden plaats in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105 te Amsterdam-Buitenveldert.
Aantal deelnemers Om de interactieve onderwijsvorm zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen is het aantal deelnemers minimaal 15 en maximaal 25. Prijs
De prijs van deze éénjarige leergang bedraagt € 10.950, - (geen btw). De cursusprijs is inclusief koffie en/of thee, cursusmateriaal, examengeld, literatuur, wetteksteditie Pensioenwetgeving, boek “Pensioen Wet” een abonnement op de tijdschriften Pensioenjurisprudentie en Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken gedurende de cursusduur.
Opleidingspunten
62 PO NOvA, bij de KNB zijn opleidingspunten op aanvraag mogelijk.