www.deswaene.be
BREL WADELIG
TEKST E COCEPT : MYRIAM VA VAREBERGH JULI 2009
Jacques Brel Metrostation Birminghamstraat 1070 Anderlecht
Google Maps
2
Op 21 juni 2009 organiseerde De Swaene voor het eerst een Brel wandeling. Dit was een kleine reactie op een A4 documentje dat verspreid werd door de dienst toerisme van de gemeente, onder de titel “Jacques Brel achterna in Anderlecht : Anderlechtse adolescentie van 1942 tot 1953”. Men stelde vast dat de wandeling iets uitgebreider kon en men wou aantonen dat deze wijk van Scheut vaak onbekend is, doch ook pareltjes bevat.
1.
START METROSTATIO JACQUES BREL (uitgang Jules Graindor)
De figuur van Jacques Brel Jacques, Romain, Georges Brel werd geboren in Schaarbeek op 8 april 1929 en overleed in Bobigny bij Parijs op 9 oktober 1978. Hij was een Belgische zanger, componist en tekstschrijver, die uitgroeide tot een internationale vedette. Met Vlamingen lag de relatie moeizaam, ook al heeft hijzelf altijd aangegeven dat hij zichzelf als een Vlaming beschouwde. In een interview dat hij gaf in 1972 aan Jo Röpke voor de toenmalige BRT, n.a.v. de première van zijn film “Franz”, stelde hij : “Op een dag heb ik besloten dat ik Vlaming ben. Ik was 23 jaar voor het tot mij doordrong dat ik een burgermanskind ben. Als een Chinees ter wereld komt, weet hij niet dat hij Chinees is. Hij beseft dat pas wanneer hij in Brussel rondwandelt en de mensen hem roepen met de woorden “Chineesje”. Zo werd ik mij van mijn Vlaams zijn bewust, toen ik in Frankrijk aan het werk ging en de Fransen ervan opkeken dat ik anders was.” Al eerder had hij in een interview met Johan Antierens, voor de krant De Standaard van 13 oktober 1966 wat uitleg gegeven over zijn liedje “Les Flamandes”. Hij stelde toen : “Als ik in een Brusselse zaak behoorlijk Frans spreek, loop ik de kans uitgelachen te worden. Brussel is de hoofdstad van het koeterwaals. Om in te gaan op uw vraag, voor mij is een flamingant een extremist en fanaticus, iemand die aan zijn Vlaams zijn voldoende heeft en zich afsluit van de buitenwereld. … Wij Vlamingen vormen één België en zijn in meerderheid en wij gedragen ons gemarginaliseerd. Wij zetten een grote bek op om ons klein hart te overstemmen. Als ik de flaminganten aanpak, is dat om dat ik een Vlaming ben en alle kritiek bij de zelfkritiek begint. Ik voel mij goed in mijn Vlaamse huid. Over de hele wereld, in 5ew York, in Canada in Tel Aviv, stel ik mij voor als een Vlaamse liedjeszanger, ik introduceer Vlaanderen in de wereld.” De meesten kennen hem natuurlijk als de zanger en de componist, maar weinigen weten echter dat hij ook heel wat films gemaakt heeft. Voor sommige films verzorgde hij enkel maar de muziek, in andere was hij acteur en in nog andere nam hij ook de regie in handen.
3
Hieronder volgt een kort overzicht van het geheel (bron : Wikipedia) : Les risques du métier (1967) Regie: André Cayatte Met Jacques Brel, Emmanuelle Riva Muziek: Jacques Brel en François Rauber Brel speelt Jean Doucet, een onderwijzer die wordt beschuldigd van verkrachting. La bande à Bonnot (1968) Regie: Philippe Fourastié Met Jacques Brel, Bruno Cremer, Annie Girardot Muziek: Jacques Brel en François Rauber Brel speelt Raymond la Science, een van de leiders van een bende bankovervallers. Mon oncle Benjamin (1969) Regie: Edouard Molinaro Met Jacques Brel, Claude Jade, Bernard Blier Muziek: Jacques Brel Brel speelt Benjamin Rathery, een schalkse plattelandsdokter in het Frankrijk onder Lodewijk XV. De film is voornamelijk gevuld met degengevechten en blote dames. Mont-Dragon (1970) Regie: Jean Valère Met Jacques Brel, Françoise Prévost, Catherine Rouvel Brel speelt Georges Dormond, een ontslagen militair die wraak neemt op degenen die hij voor zijn ontslag verantwoordelijk houdt. Les assassins de l'ordre (1971) Regie: Marcel Carné Met Jacques Brel, Catherine Rouvel, Paola Pitagora, Charles Denner Brel speelt een rechter die drie van moord verdachte politie-agenten poogt te veroordelen. Franz (1972) Regie: Jacques Brel Met Jacques Brel, Barbara Muziek: Jacques Brel en François Rauber Brel speelt Léon, een postbeambte die in een sanatorium indruk poogt te maken op ene Leonie (gespeeld door Barbara). De ervaren regisseur Eduard Molinaro hielp Brel om dit regiedebuut af te ronden. L'aventure c'est l'aventure (1972) Regie: Claude Lelouch Met Lino Ventura, Jacques Brel, Charles Denner Brel speelt Jacques, lid van een bende op hol geslagen gangsters.
4
Le bar de la fourche (1972) Regie: Alain Levent Met Jacques Brel, Rosy Varte, Isabelle Huppert Muziek: Jacques Brel Brel speelt Van Horst, die na vele omzwervingen terugkeert bij de minnares die hij ooit belazerde. Le Far West (1973) Regie: Jacques Brel Muziek: Jacques Brel en François Rauber Brel speelt Jacques, in een film over volwassenen die het Wilde Westen van hun jeugd in België pogen te hervinden. L'emmerdeur (1973) Regie: Eduard Molinaro Met Jacques Brel, Lino Ventura, Caroline Cellier Muziek: Jacques Brel en François Rauber Brel speelt Pignon, een vertegenwoordiger in overhemden die tijdens een zelfmoordpoging per ongeluk een huurmoordenaar in zijn werk stoort.
Belangrijk is dat Brel alleszins een aantal jaren in Anderlecht gewoond heeft. Het leek ons dan ook een goede reden om in zijn voetsporen te treden of althans de wijk die hij wel gekend moet hebben in Anderlecht wat nader te bestuderen.
1.
Het metrostation Jacques Brel
Wat het metrostation Jacques Brel betreft, dat geopend werd op 6 oktober 1982, moet duidelijk gemaakt worden dat het hoegenaamd niet de bedoeling was om dit te noemen naar de Belgische chansonnier Jacques Brel, maar wel naar de Jules Graindorlaan waar het gelegen is. In dat ganse metrostation verwijst niets naar Jacques Brel. Men vindt er enkel, in de richting Stokkel, een werk van Maurice Wyckaert (geboren Brussel 1923 – overleden Brussel 1996) zijnde een kunstenaar geïnspireerd door de Cobra-beweging. Over een lengte van 120 m (de hele lengte van het station) heeft hij het werk Coming up for air aangebracht. Iedereen ziet er wat anders in. Alleszins gaat het over een kleurenspel dat aan een blauwe hemel met diverse tinten wolken doet denken. Het is een uitbeelding van de natuur. Wij verlaten de Graindorlaan en gaan onmiddellijk achter het ziekenhuis de voetweg door en op het einde ervan draaien wij rechts de Verheydenstraat in.
5
2.
Verheydenstraat
De Verheydenstraat noemde tot 1866 rue de la Barrière. Kartonfabriek Vanneste & Brel Het is hier dat op het nummer 18 de oude kartonfabriek Vanneste & Brel gevestigd was.
Vanneste & Brel fabriek
SCA Packaging te Gent
Thans zien wij op de gebouwen nog SCA Packaging van de Zweedse multinational Svenska Cellulosa Aktiebolaget staan. Dit is een nog steeds gezond bedrijf met ± 46.000 werknemers over de ganse wereld. Zij hadden 3 fabrieken in België (Gent, Buggenhout en Brussel) en hadden in Anderlecht tot 34 werknemers. Zij hadden de cartonnage Vanneste & Brel overgenomen in de jaren ’80, doch zijn overgegaan tot sluiting in 2005. De gebouwen staan er nu nog steeds leeg bij. Wij herkennen wel twee afzonderlijke delen, nl. het oude gebouw met de bureaus en de administratie in een stijl uit de jaren ’30, en de nieuwe gebouwen op ongeveer 2,5 ha. In de oude gebouwen zien wij ook nog op de hoek een nis waar vroeger een Maria-beeldje in stond. Brel heeft in sommige van zijn interviews daarnaar verwezen om aan te duiden dat hij uit een katholiek nest kwam. Belangrijk is echter te wijzen op de vroegere benaming Vanneste & Brel. Dit geeft aan dat het vooral de familie Vanneste was die een belangrijke rol speelde in het geheel.
Familie Brel Het is inderdaad Armand Vanneste, die gehuwd was met de zus van de vader van Jacques Brel, Léontine Brel, die in 1921 deze kartonfabriek overgenomen had – die in 1877 gesticht werd als “L’Entreprise Bichon” . Een tijdje later heette het bedrijf “La Gondole”. De familie Vanneste heeft altijd minimum 70% der aandelen behouden. Het is pas achteraf dat de familie Brel ook ingetreden is. Armand Vanneste wou oorspronkelijk priester worden. Maar toen zijn broer, Etienne, die voorbestemd was om de fabriek te leiden, jong overleed, liet hij zijn seminarieopleiding achter zich en werd fabrikant. Hij heeft zich echter heel zijn leven ingezet voor goede doelen. Wat nu de familie Brel betreft, moet toch aangegeven worden dat wij de stamboom kunnen retraceren tot 1758. Op dat ogenblik trouwde een zekere Jean-Baptiste Brel, afkomstig uit Komen, met een dame uit Zandvoorde (thans Zonnebeke). Hij was een welgesteld man en werd ook burgemeester. Het zou de familie Brel zijn die de lokale politiek in deze gemeente zou beheersen tot 1966. 6
Zij waren van liberale signatuur en spraken Frans, zoals het toen gepast leek voor de gegoede burgerij. Nog enkele nazaten wonen in dit dorp maar zijn geen rechtstreekse familieleden van de overleden Jacques Brel. De vader van Jacques Brel, Romain, werd geboren op 6 februari 1883 en overleed op 08 januari 1964. Hij vertrok in 1911 naar Congo voor het bedrijf COMEX als handelsagent. Hij gooide zich op de ruilhandel en exporteerde ook. Het ging van producten zoals palmolie, koffie, rubber, enz… In 1919 keert hij terug naar België en wordt in contact gebracht met de familie Van Adorp. Het is een dochter van deze familie, Lisette (geboren 14.02.1896 – overleden 07.03.1964), die hij zal huwen op 3 december 1921. Zij is op dat ogenblik 23 jaar oud en hij 38 jaar. Ze keren terug naar Congo alwaar op 13 augustus 1922 de tweeling Pierre en Elie wordt geboren. Deze sterven echter begin 1923 aan tyfus. Enkele maanden later, meer bepaald op 19 oktober 1923, krijgt het echtpaar een derde kind, een zoon, die opnieuw Pierre genoemd wordt. In 1926 komen ze terug naar België (Schaarbeek) en Romain blijft verder werken voor de firma COMEX. Drie jaar later, in 1929, wordt Jacques, de latere zanger, geboren. 1929 is ook het jaar van de grote beurskrach. De familie start aan een verhuisronde. Waarschijnlijk, alhoewel ik daaromtrent niets echt gevonden heb, heeft dit alles de vader van Jacques Brel ertoe gebracht om toch te gaan werken bij zijn schoonbroer, Armand Vanneste, en dit vanaf 1931. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn trouwens nog andere Brel familieleden werkzaam geweest in deze cartonnagefabriek. Brel zelf heeft er ook enkele jaren in gewerkt, na zijn humaniora in 1947. Hij deed dit zeker niet met volle goesting. Ook dit heeft hij meermaals aangehaald in allerlei interviews. Alleszins heeft deze fabriek hem werk verschaft tot op het ogenblik dat hij zich werkelijk op het chanson is gaan toeleggen en hij in 1953 naar Parijs vertrok.
3.
Van Verheydenstraat naar Koloniale Veteranensquare
Wij keren op onze stappen terug in de Verheydenstraat en nemen de eerste straat rechts, Sylvain Denaeyerstraat. Sylvain Denayer, geboren in 1872, was ook gemeenteraadslid van 1927 tot 1932, het jaar van zijn overlijden. Op de hoek van de Verheydenstraat met genoemde straat, zien wij op het nummer 39 West Office Centre, dat gevestigd is in de vroegere AEG gebouwen. Er zijn verschillende bedrijven in onder gebracht. Het is dus nogmaals een bevestiging dat het hier om een straat ging waar vroeger heel wat industrie was. Trouwens op het einde van de Verheydenstraat vinden wij nog altijd Emaillerie Belge en het geheel geeft uit op de Ninoofsesteenweg en het Weststation. Belangrijk is ook dat, wanneer wij even kijken naar de overkant van de Verheydenstraat, aan de kruising met de Denayerstraat, wij de achterkant zien van de huidige Sint-Anna – SintRemigius kliniek. Daar waren de vroegere gebouwen van de Zusters der Armen. Het is inderdaad in 1881 dat zij deze gebouwen hebben opgericht, die gesloten werden in 1989 om afgebroken te worden voor de bouw van de Sint-Anna kliniek. Het huis van de Zusters der Armen heeft lange tijd gediend als opvang voor hulpbehoevende bejaarden, waar zij soms ook aan het werk gesteld werden. 7
De koets van het tehuis van de Zusters der Armen keert terug van een inzameling Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 98
De wasserij van het tehuis Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 99
8
Het atelier van de kleer- en schoenmakers Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 98
De gevel van het tehuis omstreeks de jaren ‘60 Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 99
In dezelfde Verheydenstraat werd ook in 1908-1909 een voetbalveld ter beschikking gesteld van de Football Anderlechtois (de voorloper van de RFCA). Wij vervolgen onze wanderling in de Sylvain Deneyerstraat en nemen de eerste straat links: de Generaal Ruquoistraat. Gedurende één jaar, nl. van 1936 tot 1939 noemde deze straat de Kapitein Coquilhatstraat en werd eindelijk genoemd naar Generaal Ruquoi (1861-1937), die een held is uit de eerste wereldoorlog en die zelfs in 1924 tot baron verheven werd. Wij wandelen deze straat verder rechtdoor, en kruisen de tweede straat rechts, de Leopold Deswaefstraat (1890-1930). Hij was een journalist die ook gemeenteraadslid was in Anderlecht van 1921 tot 1923.
9
Tijdens onze wandeling tot aan de Leopold Deswaefstraat komen wij langs een metershoge haag met het opschrift privé. Erachter ligt een voetbalveld en een atletiekpiste in vervallen staat met ook nog een villa met ingang op het nummer 25 en op de bel staat SomvilleVictor. Aansluitend is er de “Internat autonome – Communauté Française – Anderlecht”. Wanneer wij gewoon verder rechtdoor gaan, komen wij in de Debattystraat. Belangrijk is dat wij hier op de hoek een mooi voorbeeld hebben van sociale appartementsgebouwen van de Anderlechts Open Haard, met ingesloten een parkje dat beperkt toegankelijk is. Dit is nog eens een voorbeeld van het vele groen dat in de gemeente aanwezig is maar vaak niet bekend is. Leon Debatty zelf was een Belgisch letterkundige die leefde van 1884 tot 1927. Op het einde van de straat komen wij aan de Koloniale Veteranensquare. Deze square werd aldus genoemd als eerbetoon aan de oud-medewerkers aan de Congostichting (1876 – 1908). Hier zou frituur Eugène gestaan hebben, waarover Jacques Brel zong in zijn bekend liedje Madeleine. Doch, er zijn twee versies rond het bestaan van deze frituur, nl. : deze die ik net kom te noemen en dat de frituur in het midden van de square zou gestaan hebben, en een tweede die komt van de heer Veulemans, directeur van Aux Armes de Bruxelles, die beweert dat in de Kleine Beenhouwersstraat palend aan hun zaak er een traiteurzaak was uitgebaat door iemand die iedereen Eugène noemt, die perfect frieten bakte en waar ook Jacques Brel verlekkerd op was.
4.
Maurice Herbettelaan en Square H. Rey
Wij gaan nu gewoon verder naar rechts, de Maurice Herbettelaan op. Maurice Herbette, die een Frans ambassadeur was in België, leefde van 1871 tot 1921. De Maurice Herbettelaan is een prachtig voorbeeld van Anderlechtse lanen met in het midden een wandelcorridor voor de wandelaars. De sociale woningen aan de Maurice Herbettelaan (nrs. 10 tot 20) dateren van 1930.
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.126
10
Let in de Maurice Herbettelaan ook op het nummer 32. Het is een speciale bouwstijl van appartementsgebouwen dat men af en toe ook nog in Brussel-Stad terugvindt. In het begin van de straat ziet men aan de linkerkant een elektriciteitscabine, genaamd Herbette. Grappig is dat de elektriciteitscentrale duidelijk geen afscheid kon nemen van deze straat daar ze verderop, op het nummer 38A, thans het “Huis van de Elektriciteit – Vormingscentrum” opende. U ziet dat ook in deze straat heel wat industrie aanwezig was. Zo was er Soudometal, dat thans een school is en MBLE dat thans voor een groot stuk ingenomen werd door de Colruyt en op wiens site ook nieuwe loften gebouwd werden. Wanneer wij rechtdoor lopen komen wij op de Square Henri Rey. Henri Rey was een industrieel en gemeenteraadslid in Anderlecht (van 1921 tot 1938). De square zelf werd aangelegd in 1934. Vanaf 1900 hadden de broeders Asselmans er een bekende bakkerij, nl. La Liedekerkoise, die thans nog een vestiging heeft op de Ninoofsesteenweg.
Square Henri Rey Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.123
Hier reed ook tram 33. Ook over deze tram 33 zingt Jacques Brel in zijn liedje Madeleine. Het is deze tram die hij neemt om de frietjes te gaan halen. Wie interesse heeft voor de tekst van het liedje moet gewoon op de Square Rey even kijken naar de blauwe steen van de muurtjes van de paden waarop de tekst integraal gebeiteld staat.
Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p.123 11
Het is alleszins meer dan zeker dat Jacques Brel de tram tussen 1942 en 1951 vaak gebruikte. Men stelt ook dat de vader van Jacques, nl. Romain, al vroeger de tram nam om naar de fabriek van zijn schoonbroer te gaan werken, doch toen in 1942 een brug opgeblazen werd en de tram niet meer door kon, hij besloot om met de ganse familie te verhuizen naar Anderlecht, en meer bepaald naar de J. Mannestraat. Of dit waar is of niet laat ik aan uw verbeelding. Madeleine is een liedje waarin Brel zichzelf voorstelt als een soort van loser.
5.
Jacques Mannestraat
Wij lopen nu gewoon rechtdoor en nemen de straat links, de Jacques Mannestraat. Jacques Manne (1847-1918) was een nijveraar en oud-voorzitter van de Teken- en Nijverheidschool. Hij was ook gemeenteraadslid in Anderlecht van 1880 tot 1891 en was de stichter van de Cercle d’Art d’Anderlecht. Het is op het nummer 7 dat Jacques Brel woonde van 1942 tot hij trouwde in 1950. Zijn ouders hebben er gewoond tot aan hun overlijden in 1964. Thans wordt het bewoond door derden. Zoals gezegd, bracht Jacques Brel een deel van zijn jeugd hier door. Hij liet zich Jacky noemen, iets waar hij later naar refereerde in zijn “Chanson de Jackie”. Hij was op dat ogenblik ook heel actief in de scoutsbeweging. Hij had aldaar de totemnaam Phoque hilarant (grappige zeehond). In het jargon van de scouts staat een zeehond voor bedrijvig, vinnig en zwijgzaam. Later is hij ook actief geweest in de humanistische katholieke jeugdbeweging La franche cordée waar hij nog een tijdje de leiding van genomen heeft in 1949. Belangrijk is toch ook op te merken dat hij zichzelf aanmeldde voor de legerdienst in 1948. Hij trad in het leger op 1 juni van dat jaar en werd gekazerneerd in Limburg met als stamboeknummer A48-2567. Later werd hij gekazerneerd in Zellik. Via zijn activiteiten in de jeugdbeweging kwam hij in contact met zijn echtgenote Thérèse Michielsen (Miche) die geboren werd in Etterbeek op 30 december 1926. Zij trouwden op 1 juni 1950 en vestigen zich in Molenbeek (Brigade Pironlaan 29). Een jaar later werd hun eerste dochter geboren, Chantal (06.12.1951- 1999). Twee jaar later kwam France ter wereld (12.07.1953) en in 1958 de derde en laatste dochter, Isabelle (23.08.1958). In 1952 zette Brel zijn eerste liedjes op papier en begon hij te zingen op familiefeesten en in het Brusselse cabaretcircuit. Veel succes had hij niet en het ging zó ver dat zijn vader in het begin zich verzette tegen het feit dat hij onder de familienaam Brel optrad. Hij heeft toen een tijdje zijn optredens gedaan onder de artiestennaam Jacques Bérel. Hij trad o.a. op in het Brussels cabaret La rose noire en neemt in 1953 zijn eerste plaat op met 2 liedjes (La Foire en Il y a). Gelukkig werd hij op dat ogenblik ontdekt door Jacques Cannatti, een Franse talentjager en artistiek directeur van het Philips label, die bovendien broer was van de latere bekende schrijver Cannatti. Onder diens invloed gaat hij naar Parijs en laat dus zijn familie achter in België, doch met hun volledige instemming. Hij heeft daar heel hard gevochten om zijn carrière van de grond te krijgen. Hij woonde op een klein kamertje, had vele audities, deed kleine optredens in het cabaretcircuit, kwam een jaar later, in 1954, terug om in Knokke deel te nemen aan Le Grand Prix de la Chanson. 12
Hij had daar helemaal geen succes, hij werd maar voorlaatste maar hij had een meevaller omdat Juliette Gréco hem vroeg met haar op te treden in de Olympia in Parijs.
Juliette Gréco Photo : Truus, Bob & Jan too - Flickr
Echter veel succes had hij niet maar hij vond dat hij best in Frankrijk kon blijven om tot succes te komen. Daarom komen in 1955 zijn vrouw en kinderen over om zich samen met hem in Montreuil, een voorstad van Parijs, te vestigen. In datzelfde jaar neemt hij ook zijn eerste Franse album op onder het Philips label en begint hij een tournée voor christelijke verenigingen, wat hem de bijnaam abbé Brel gaf, uitgevonden door zijn vriend Georges Brassens.
Jacques Brel, Léo Ferré, Georges Brassens Photo : http://parousie.over-blog - Flickr
Het is pas in 1958, het geboortejaar van zijn derde dochter, dat hij naar aanleiding van een optreden in het Olympia echt succes begint te krijgen. Hij begint dan aan een tournée door Frankrijk en zal vanaf 1960 ook concerten houden in het buitenland. In 1962 moet hij, door toeval, Marlène Dietrich, vervangen in l’Olympia en dat wordt voor hem een geweldig succes. Opnieuw gaat hij op wereldtournée. Ondanks het feit dat in 1964 zijn beide ouders overleden, blijft hij verder werken maar leeft hij zich uit in een nieuwe passie, het vliegen. Na een reeks vlieglessen heeft hij trouwens een klein vliegtuigje gekocht. Achteraf is het hem van pas gekomen toen hij op de Marquiseseilanden ging wonen. 13
Hij is uiteindelijk overal terechtgekomen, zelfs in The Royal Albert Hall in London en Carnegie Hall in New York. Bovendien gaat het verhaal dat hij in 1966 op tournée was in Tel Aviv. Later zou hij in een interview zeggen dat, toen hij aldaar uit het vliegtuig stapte, een medewerker van de Belgische diplomatie hem begroette met de vraag om ‘s avonds zeker niet Les Flamandes te zingen. Brel gaf later toe dat dit hem er juist toe bracht om wel dat liedje te zingen en hij beweert dat daar de oorlog van 1967 in het Midden-Oosten is door uitgebroken omdat Nasser zou gezegd hebbem “als Brel les Flamandes mag zingen dan mag ik Israël aanvallen !”. Wat er ook van zij, blijft Jacques Brel, die bekend stond om het verbruik van liters whiskycola aangevuld met 5 à 6 pakjes Gauloises per dag, keihard verder werken tot hij plotseling, in mei 1967, aankondigde dat het zijn laatste concert is en hij zich gaat storten op de film. Dat laatste heeft hij gedaan met wisselend succes. Hij heeft dan nog een aantal kleinere optredens gegeven maar heeft in 1973 moeten ontdekken dat hij kanker had. Hij heeft onmiddellijk een testament opgesteld waarbij hij heel bewust alles naliet aan zijn vrouw Thérèse. Omdat hij dacht dat hij niet lang meer te leven had, heeft hij dan het jaar daarop met zijn dochter France en met zijn minnares Madly, een zeiltocht georganiseerd. Het is ook belangrijk op te merken dat hij toegegeven heeft dat, ondanks het feit dat hij wel vriendinnetjes had – en zelfs een minnares – hij altijd van zijn vrouw gehouden heeft, die heel wat van hem verdragen heeft. Het liedje Liefde van later zou aan haar opgedragen zijn LIEFDE VA8 LATER (in een vertaling van Lennaert ijgh gezongen door Herman van Veen op zijn LP Suzanne in 1969) Als liefde zoveel jaar kan duren, dan moet het echt wel liefde zijn, ondanks de vele kille uren, de domme fouten en de pijn. Heel deze kamer om ons heen, waar ons bed steeds heeft gestaan, draagt sporen van een fel verleden, die wilde hartstocht lijkt nu heen, die zoete razernij vergaan, de wapens waar we toen mee streden. Ik houd van jou, met heel mijn hart en ziel houd ik van jou. Langs de zon en maan tot aan het ochtendblauw, ik houd nog steeds van jou. Jij kent nu al mijn slimme streken, ik ken allang jouw heksenspel. Ik hoef niet meer om jou te smeken, jij kent mijn zwakke plaatsen wel. Soms liet ik jou te lang alleen,
misschien was wat je deed verkeerd, maar ik had ook wel eens vriendinnen. We waren jong en niet van steen en zo hebben we dan toch geleerd: je kunt toch altijd opnieuw beginnen. Ik houd van jou... We hebben zoveel jaar gestreden tegen elkaar en met elkaar. Maar rustig leven en tevreden is voor de liefde een gevaar. Jij huilt allang niet meer zo snel, ik laat me niet zo vlug meer gaan, we houden onze woorden binnen. Maar al beheersen we het spel een ding blijft toch altijd bestaan: de zoete oorlog van het minnen. Ik houd van jou... Ik houd nog steeds van jou, voorgoed van jou.
14
Hij keerde van zijn zeiltocht terug om de begrafenis bij te wonen van een vriend en ook het huwelijk van zijn dochter Chantal. In datzelfde jaar zou hij naar Brussel komen om zich te laten opereren. Ondanks het advies dat hij beter niet terug kon keren naar zijn eiland in de Stille Oceaan omdat het tropisch klimaat slecht was voor zijn longen, is hij dit blijven doen om dan uiteindelijk in juli 1978 terug te komen naar Frankrijk, alwaar hij op 7 oktober met spoed overgebracht werd naar een ziekenhuis in Bobigny (nabijheid van Parijs) waar hij op 9 oktober overleed aan een longembolie.
Graf van Jacques Brel in Hiva Oa , Iles Marquises Photo : Christopher Bown - Flickr Belangrijk is aan te geven dat Brel zelf in zijn talrijke interviews aangegeven heeft dat hij als kind zichzelf als een soort Vasco de Gama beschouwde en dat hij helemaal niet echt gelukkig was. In het liedje Mijn Jeugd zingt hij aldus : MIJ8 JEUGD (vertaling van het lied “Mon Enfance” door Mohamed el-Fers) mijn jeugd ging voorbij van trieste eentonigheid in stilte in valse beleefdheid die confrontatie schuwt 's winters zat ik in de buik van het grote huis dat 't anker had uitgeworpen in 't 5oorden, tussen 't riet 's zomers liep ik half naakt rond maar zo, dat niemand iets van me merkte dan werd ik een indiaan maar ik wist al van te voren dat mijn volgevreten ooms me van mijn Wilde Westen zouden beroven mijn jeugd ging voorbij bij de vrouwen in de keuken waar ik droomde van China terwijl zij vergrijsden boven hun fornuis de mannen bij de kaas
hulden zich in rookwolken zwijgzame wijze Vlamingen die niets wisten van mij ik die elke nacht neerknielde voor niets en mijn verdriet stileerde bij een veel te groot bed ik wilde een trein nemen die ik nooit genomen heb mijn jeugd ging voorbij van dienstmeisje naar dienstmeisje en toen al was ik verwonderd dat 't geen planten waren zoals ik verbijsterd was over die familiebijeenkomsten die van dode naar dode slenteren gekleed in deftige rouw en bovenal was ik verbaasd dat ik ook bij die kudde hoorde 15
die me leerde huilen en die ik al te goed kende ik had 't oog van de herder maar het hart van 'n lam mijn jeugd barstte open ik werd een jonge man en de muur van stilte brak op een morgen toen kwam de eerste bloem en 't eerste meisje de eerste voor wie m'n hart klopte
en de eerste angst ik had vleugels, dat zweer ik ik zweer dat ik vloog mijn hart ging wijd open ik was niet langer 'n barbaar
en toen brak de oorlog uit en werd het avond
Belangrijk is toch ook nog op te merken dat, na het overlijden van de moeder van Jacques Brel, zijn broer Pierre het huis hier in de Mannestraat nr. 7 overgenomen heeft. Zijn echtgenote, Marie-Jeanne, die een oud-arbeidster was, had inmiddels ook al yogacursussen gevolgd, o.a. in Indië, en zij heeft zich daaraan geïnspireerd om dergelijke yogacursussen ook in België te organiseren. Het is in dit huis dat zij een dergelijk yogacentrum heeft ingericht, wat toch wel een zeker succes had. Echter heeft het huwelijk tussen Pierre en deze Marie-Jeanne niet stand gehouden want hij is hertrouwd met zijn secretaresse, Béatrice. Uiteindelijk is hij overleden op 22 april 2001. Met zijn eerste echtgenote had hij drie kinderen : Martine, Romain en Bruno. Het is deze jonge Bruno Brel die zich ook in de muziek wou lanceren en in dezelfde stijl zong als zijn oom Jacques. Sommigen onder u zullen hem waarschijnlijk ooit wel hebben weten optreden.
6.
Van J. Mannestraat naar Metrostation J. Brel
Wij zetten onze wandeling verder en gaan op het einde van de Jacques Mannestraat naar links, de Jakob Smitsstraat in. Deze schilder, geboren in Rotterdam, is zich komen vestigen in Mol in 1889 en studeerde aan de Academieën van Brussel, Wenen en Rome. Hij is vooral bekend voor zijn zichten uit de Kempen. Wij zien voor ons een school. Vroeger was daar ook een klein parkje, doch dit heeft moeten sluiten omwille van vandalisme zoals te lezen stond in het Nieuwsblad van 11.11.1990.
16
Bron : Het 5ieuwsblad 11.11.1990
Wij lopen verder door de straat en komen op het nummer 20. Hier was vroeger La Brasserie du Perfecta gevestigd. De sporen daarvan zien wij nog op de gevel die quasi identiek is gebleven.
La Brasserie du Perfecta Bron : Anderlecht : een terugblik op het verleden-un regard vers le passé (deel 4 : Kuregem, Scheut) – p. 127 17
Altijd rechtdoor lopend komen wij aan de Demosthènestraat, waar wij het politiebureau zien en het bospark. Wij lopen rechtdoor en komen automatisch in de Jules Graindorlaan. Deze advocaat, geboren in 1869, was gemeenteraadslid in de gemeente van 1906 tot aan zijn dood in 1931. Wij dwarsen de 8orbert Gilleslaan (professor veeartsenijschool en lid van de Academie van Geneeskunde van België (1819-1899), waar wij op nr. 67 de parochie van Maria van het Heilig Hart vinden. Deze parochie is gebouwd in 1935 in een art-déco stijl (geen zuivere stijl). Verderop in de Jules Graindorlaan dwarsen wij de Leonidasfabriek. In 1910 is Leonidas Kestekides, een Amerikaanse banketbakker met Griekse roots, naar België gekomen voor de Wereldtentoonstelling in Brussel. Drie jaar later kwam hij terug voor de Wereldtentoonstelling in Gent. Telkens heeft hij medailles gewonnen. Belangrijker nog is dat hij ook verliefd werd op een Belgische. Dit heeft er hem toe gebracht om zich definitief in België te vestigen. Hij heeft zijn zaken uitgebreid en heeft ook familieleden opgenomen. Onder andere is zo zijn neef, Basil Kestekides, in 1935 in de zaak gekomen.
Leonidas Kestekides Bron : http://le.coin.gourmand.free.fr/pages/histoire.htm Deze heeft een nieuw logo, nl. de Spartaanse koning Leonidas als logo gekozen, als erebetoon aan zijn oom. Zij begonnen met de verkoop van pralines via het raam, het guillotineraam, wat hen wereldberoemd gemaakt heeft.
Spartaanse koning Leonidas op een Leonidas pralinedoos Bron : Wikipedia
18
Onder invloed van de komst van nieuwe familieleden werd er ook maar altijd uitgebreid en heeft men o.a. in 1983 en 1993 twee nieuwe fabrieken geopend waaronder deze waar wij voor staan. In 2000 zijn zij ook overgegaan tot de aankoop van een Deva-fabriek in Slovakije. Momenteel hebben zij een 1.400 verkooppunten, verspreid in een 40-tal landen. Spijtig is dat de fabriek niet te bezoeken is en er is ook geen verkoopshop aanwezig is op dit adres.
Leonidasfabriek nr. 2 in Anderlecht, Jules Graindorlaan Bron : http://le.coin.gourmand.free.fr/pages/histoire.htm
Iets verderop, aan de linkerkant van de straat, zien wij de Sint-Annakliniek. Deze is in 1994 in gebruik genomen en is ontstaan uit een samenwerking tussen de oude Sint-Annakliniek uit Anderlecht en Sint-Remigius uit Molenbeek. In 1997 is er ook nog Sint-Etienne bijgekomen. Er zijn meer dan 800 bedden aanwezig. De verhuis heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Zo werden de zieken vervoerd per legerwagens zoals men kan lezen in de kranten van toen.
19
Bron : Het 5ieuwsblad 16.12.1994 Het Sint-Annaziekenhuis heeft een lange geschiedenis. In 1885 verleende mevrouw Depret, filantroop en mecenas die in het oude huis tussen de Broekstraat en de Instituutstraat te Anderlecht woonde, onderdak en zorgen aan dames/kostgangers. Zij vergroot haar huis en roept de hulp in van de zusters Très Sauveur uit Niederbronn (Elzas). Aldus kwamen op 22 augustus 1890 de eerste drie kloosterlingen aan. Een jaar later komt dokter Charles Jacobs de ploeg vervoegen en richt een vrouwenziekenhuis in, dat toen het eerste privaat chirurgisch ziekenhuis van Brussel was. In 1900 wordt er opnieuw uitgebreid en de thans nog bestaande ingang, met beeld van SintAnna in de voorgevel, werd opgetrokken. Gedurende de eerste wereldoorlog heeft men gewonde Belgen opgevangen en van maart 1915 tot juni 1919 heeft het geheel dienst gedaan als weeshuis voor jongens tussen de 1 en de 13 jaar. Een vijftigtal van hen heeft er verbleven.
20
In 1918 werd de verzorgingsploeg echter het slachtoffer van een zware griepepidemie die heel wat zusters deed overlijden. In 1932 heeft men de kraamafdeling gestart en in 1954 de school voor verpleegkundigen, thans in handen van het Sint-Guido Instituut en gevestigd op het Sainte-Adresseplein in Anderlecht. Vanaf 1971 heeft de Congregatie zich teruggetrokken bij gebrek aan roepingen, ook al is zuster Jean-Marie Viannet gebleven tot haar dood in 1986. In 1990 is er dan de fusie ontstaan tussen Sint-Anna en Sint-Remigius als gevolg van het toenmalige hervormingsplan van de minister van sociale zaken (J.L. Dehaene), wat geleid heeft tot de bouw van het nieuw ziekenhuis waarnaar men verhuisde in 1994, doch dat slechts officieel in gebruik genomen werd in 1996.
Sint-Anna & Sint-Remi kliniek Anderlecht Photo : http://www.sainteanne.be
Wij komen nu terug aan het metrostation Jacques Brel. Achter het metrostation heeft de Brusselse vervoermaatschappij MIVB ook een bus- en metroremise in gebruik genomen werd. De stelplaats ligt op een domein van 6 ha groot en telt een 600-tal medewerkers. De bouw van deze stelplaats was nodig om de nieuwe zogenaamde “bo- metrostellen” te stallen. De garage kan 20 metrostellen herbergen. Op deze site gebeuren er kleine onderhoudsbeurten van metrostellen. De grote onderhouden vinden nog steeds in stalplaats Delta plaats. In 2009 werd deze stelplaats bovendien verbonden met de kleine ring en met het Weststation, het belangrijkste station met metro, tram en bussen van de MIVB en De Lijn.
21
MIVB bussen- en metroremise rechtover metrostation Jacques Brel Bron : photo Stephane Ascoet – Flickr
Bibliografie -
René Seghers, « Jacques Brel : leven en liefde », 1929-1978, Lanoo 2003
-
Johan Antierens, « Jacques Brel : de passie en de pijn », ed. 1998
-
Eddy Przybjobski, « Brel à Bruxelles », 2001
-
http://www.mokumtv.nl-brel02.htm
22